ISRAL Waar kennen we de Isralirs van? In de eerste plaats als het land van de Joden natuurlijk. Maar ook vanwege het conflict met de Palestijnen, de mooie Hebreeuwse taal, de Bijbelse steden, de Gazastrook, de vele Nobelprijswinnaars, de langdurige dienstplicht, de moeizame relatie met diverse andere landen in de regio, de Klaagmuur, Jeruzalem, Tel Aviv en natuurlijk ook als lange tijd het meest afgelegen land op het ESF.
Hoe doen ze het op het ESF? Isral debuteerde in 1973 en heeft ondertussen 42 keer meegedaan. Het land is verantwoordelijk voor de nodige ESF-klassiekers. Met name in de vorige eeuw was Isral zeer geliefd bij de jury’s, en in totaal wist het land vier keer te winnen. Er waren ook nog twee 2e plaatsen en n 3e plaats. Sowieso eindigden de meeste inzendingen in het linkerrijtje. Na de eeuwwisseling ging het allemaal wat moeizamer. Door de gesoleerde ligging zijn er geen burenstemmen en Isral is als land ook niet even geliefd bij elke televoter. Ook waren de soms nogal sentimentele inzendingen zoals in het verdere verleden meer geschikt voor de vakjury dan voor het publiek. Toch waren er nog vier Top 10-scores en enigszins onverwacht volgde in 2018 zelfs weer een nieuwe overwinning. Sinds het introduceren van de halve finales in 2004 deed Isral 10 van de 16 keer mee aan de grote finale. De enige duidelijk mindere periode was tussen 2011 en 2014, toen de finale vier keer op rij werd gemist.
Sommige landen hebben moeite met de aanwezigheid van Isral op het festival. Zo deed Marokko maar n keer mee in 1980, toen Isral afwezig was. En recenter slaagde Libanon er niet in om te debuteren, omdat nationale wetten het verbieden om Isralische optredens op TV uit te zenden.
Bijna alle Isralische inzendingen zijn (gedeeltelijk) in het Hebreeuws gezongen. Het is pas van zeer recente aard (2015) dat er door de nationale omroep IBA ook liedjes worden gestuurd die van A tot Z in het Engels zijn.
Bij de puntenverdeling ontving Isral in het verleden vooral punten uit de traditionele Songfestivallanden, zoals Finland, Portugal en Nederland. Ook Duitsland gaf bovengemiddeld veel. De topdonateur is Frankrijk, dat ook na het beperken van de positie van de jury nog altijd veel punten geeft. In dat land wonen ook veruit de meeste Joden in Europa.
Andersom krijgt Frankrijk ook het n en ander terug. Verder televote de Russische minderheid hun vaderland meestal ook wel naar een mooie score. Zweden is, net als zowat overal, ook hier geliefd. De relatie met Duitsland is door wat strubbelingen in een grijzer verleden wat moeizamer. In de beginjaren gaf Isral nog normale punten. Maar in de voorbije 30 jaar heeft Duitsland nog maar drie keer Isralische punten mogen bijschrijven.
Nederland geeft vrij veel aan Isral. Andersom was dat ook een tijdje zo, maar met het verdwijnen van de onvoorwaardelijke politieke steun voor Isral is ook de liefde voor de Nederlandse liedjes verdwenen en sinds Esther Hart zijn er alleen nog voor Duncan Laurence punten deze kant op gekomen.
De meest gewaardeerde Isralische inzendingen in de finale waren van Ilanit (6), Shlomo Artzi (10), Izhar Cohen (12), Habibi (7), Avi Toledano (8), Ofra Haza (12), Dana International (6), Shiri Maimon (7), Harel Skaat (10), Hovi Star (7 (j)) en Netta (5 (j) + 10 (p)). Andersom waren de favorieten Teach-In (12), Sandra Reemer (8), Harmony (12), Xandra (7), Frizzle Sizzle (8), Gerard Joling (7), Edsilia (8), Marlayne (6), Linda Wagenmakers (8) en Duncan Laurence (12 (j) + 2 (p)).
Hoe ging het door de jaren heen? Het eerste Isralische optreden op het ESF in
1973 werd uitgevoerd door de zangeres Ilanit. Dit was een dochter van Poolse ouders, die in haar kindertijd ook enkele jaren opgroeide in Brazili. Ten tijde van haar eerste ESF-deelname had ze al de nodige hits gescoord in eigen land.
Ey Sham (NL:
Ergens) was een rustige ballad, die door haar op prima wijze werd vertolkt vanaf de laatste startpositie. Bijzonder feitje is dat ze met Nurit Hirsh, de componiste van het lied, een vrouwelijke dirigent had, wat in de ESF-geschiedenis maar heel af en toe voorkwam. De jury’s besloten Isral collectief in de subtop te zetten. Ze kreeg n 4 van Spanje en n 8 van Luxemburg en voor de rest alleen maar 5-6-7 punten. Daarmee werd het voor Ilanit een fraaie 4e plaats. Zo was ze
the best of the rest achter Anne-Marie David, Mocedades en Cliff Richard. In
1977 zou ze nog eens terugkomen, maar toen werd ze 11e.
Het zou enige tijd de beste uitslag voor Isral blijven. In
1974 werd de vrolijke rockgroep Kaveret 7e. In
1976 volgde nog een 6e plaats voor het damestrio Chocolate, Menta, Mastik. Maar het echte grote succes kwam in
1978. Izhar Cohen mocht Isral vertegenwoordigen met
A-Ba-Ni-Bi. Izhar had toen al enige bekendheid nadat hij tijdens zijn militaire diensttijd muzikaal actief was en later shows gaf in het theater van Haifa. Het ESF werd zijn grote doorbraak. Met een ogenschijnlijk onzinnige tekst, die een verbastering vormt van Ik Hou Van Jou in het Hebreeuws, pakte Izhar alle jury’s in. Bij de puntentelling kreeg hij van bijna alle landen een hoge score. Dit was tot afgrijzen van de nationale omroep in Jordani, waar het Songfestival ook live werd uitgezonden. Hier was het optreden van Isral al uit de show geknipt, en nu was het duidelijk dat ze ook nog gingen winnen. Hierop werd de puntentelling afgebroken wegens& #8216;technische problemen’ en later meldde de omroep dat de Belgische Jean Valle het festival had gewonnen.
In de rest van de wereld kreeg
A-Ba-Ni-Bi wel de nodige waardering. Izhar kreeg een mooie carrire, die hem in
1985 nog eens zou terugbrengen naar het ESF met
Ol Ol, dat 5e werd. Tegenwoordig handelt Izhar in juwelen.
Nieuw succes zou bijzonder snel komen. Meteen in
1979 zou Isral immers weer winnen. Er werd gezongen door Gari Atari en de groep Milk & Honey. Gari met de leuke achternaam was de dochter van twee bekende Isralirs, maar haar eigen successen beperkten zich nog tot een derde plaats in de voorronde een jaar eerder. Het trio Milk & Honey (je zou zeggen, voeg nog een product toe aan de bandnaam) was ook nog niet echt bekend, dus voor allen werd het ESF de grote doorbraak.
Hallelujah was in alles een lied dat klonk als een winnaar. Hoewel het de nodige lage scores kreeg, onder meer 1 punt van Nederland, kreeg het met 6 stuks ook de meeste twaalven en daarmee was de nieuwe overwinning een feit. Het lied werd een grote hit in heel Europa, en in eigen land zouden in de rest van het jaar nog een aantal hits volgen. Toch eindigde het jaar in mineur voor het gezelschap, toen Gari besloot de manager van de groep aan te klagen, omdat ze nog geld tegoed had. Dit betekende het einde van de samenwerking tussen Gari en Milk & Honey en een langdurige rechtszaak volgde. Gari zou die rechtszaak uiteindelijk winnen en in eigen land nog veel succes hebben. Milk & Honey raakte enigszins in de vergetelheid, ondanks latere pogingen om nog eens naar het ESF te gaan.
In
1980 wilde Isral voor de hattrick gaan, maar vanwege de hoge kosten die het organiseren van het festival meebrengt, kon de Isralische omroep geen nieuwe show bekostigen. Het moest dus elders gebeuren. Nederland hielp Europa uit de brand en haalde het ESF naar Den Haag. Als meest geschikte datum werd 19 april gekozen. Een pijnlijke keuze, want dat was de Isralische versie van 4 mei, waardoor de winnaar dus niet zijn titel kon komen verdedigen. Deze misser kan toch wel als n van de grootste blamages in de geschiedenis van de EBU worden beschouwd. Het enige positieve aan dit verhaal is dat we de winnaars van de Isralische voorronde niet op het ESF hebben gekregen. Dat was immers een kwartet met de jeukopwekkende bandnaam The Brothers & The Sisters.
In
1981 was Isral terug en werd Hakol Over Habibi 7e. Deze band had twee jaar eerder de eerste keus gekregen voor
Hallelujah, maar ze vonden het nummer niets. In
1982 werd de Marokkaanse Avi Toledano met het vrolijke
Hora zelfs 2e. Dat was een mooie uitslag, al kon niemand het die avond winnares Nicole uit Duitsland echt moeilijk maken.
In
1983 werd Isral weer 2e, maar deze keer was het wel bijzonder spannend. Ofra Haza strandde op zes punten achter de Luxemburgse Corinne Herms. Haar lied
Hi (Chai) was op de plaat zeker niet de beste inzending die Isral ooit stuurde maar Ofra deed een geweldig optreden, waarmee ze alles uit het liedje haalde. Het had een mooi verhaal kunnen zijn, een Isralische overwinning op Duitse bodem en zelfs in de stad Mnchen. Helaas waren Franse ballads toen het allerhoogste bij de jury’s, want zowel
Hi als Carola’s
Frmling, de nummer 3 van de avond, zouden veel grotere hits worden dan het ietwat oubollige
Si La Vie Est Cadeau.
Ook met Ofra zelf zou het tragisch eindigen. Aanvankelijk was er een grootse carrire voor de
Madonna van het Oosten, met vele platina platen, voor singles als
Hageshem,
Im Nin’alu en
The Bimbo Song (h verrassend, het succes van die plaat volgde op een boycot op de radio). Het album van
Hi is de bestverkochte CD allertijden in Isral. Ofra werkte ook samen met diverse grote artiesten en scoorde tot in Noord- en Zuid-Amerika. In 2000 was het verhaal voorbij. Ofra overleed op 43-jarige leeftijd aan aids. Een jaar later overleed ook haar echtgenoot, na een overdosis, waardoor de twee jonge kinderen opeens ouderloos achterbleven.
Na
Hi werden de grote successen wat schaarser. In
1986 werd Yavo Yom zelfs 19e. In
1987 was er een relletje rond het satirische
Shir Habatlinim. Satire in combinatie met Isral betekent meestal dat er iemand boos wordt en in dit geval was dat de Minister van Cultuur die dreigde met aftreden als dit lied zou gaan. Dit lied ging echter gewoon en werd 8e. De boze minister stapte daarentegen niet op.
In
1991 kwam Isral weer eens ouderwets dicht bij de overwinning. Het zingende echtpaar Duo Datz vertolkte het lied
Kan (NL:
Hier). Dat was een lied over het land Isral zelf en over alle omzwervingen die het Joodse volk eeuwenlang had moeten maken, voordat het eindelijk een eigen land had. Tegenwoordig kennen we de puntentelling van 1991 vooral vanwege het gelijkspel tussen Amina en Carola. Maar op het moment dat Itali zijn laatste 12 punten moest aankondigen, had Isral met een achterstand van 7 punten op Zweden nog alle kans op de winst. Die 12 gingen dus naar Frankrijk, dat op gelijke hoogte kwam met Zweden, waarbij Zweden won vanwege de tienen. Maar de Italiaanse jury was pas de derde die niets gaf aan Isral, dus niemand had raar opgekeken van een nieuwe Isralische zege. Of
Kan echt beter was dan die nummers 1 en 2 is overigens de vraag. De ode aan Isral is in elk geval (nog) beter dan het afschuwelijke loflied op Brabant van Guus Meeuwis.
Ondertussen is het Duo Datz al weer heel wat jaren uit elkaar. Een echtscheiding bleek ook muzikale gevolgen te hebben.
In
1992 was er een aardige inzending van Dafna Dekel. Deze zangeres, die vooral in kinderprogramma’s schitterde, zong
Ze Rak Sport naar de 6e plaats. Ze zou later nog eens in beeld komen rond het ESF als host van het festival in 1999.
Hierna ging het weer even wat minder en door zwakke scores mocht Isral niet meedoen in
1994 en in
1997 trok het land zich terug vanwege een feestdag. In
1996 sneuvelde Galit Bell ook nog in de besloten voorronde, dus in deze periode was in 4 jaar tijd maar n Isralisch optreden in beeld te zien en dat was ook nog de mierzoete jury-pleaser
Amen van Liora. Een liedje dat vooral is blijven hangen door de weinig vleiende beoordeling van commentator Paul de Leeuw.
In
1998 was het wel weer eens tijd voor een nieuwe ESF-klassieker uit Isral. Dat werd
Diva, gezongen door Dana International. Zij was geboren als Yaron Cohen en werd enkele operaties verder Sharon Cohen. Ze werd in eigen land razend populair en na een 2e plaats in de voorronde van 1995, mocht Dana in 1998 wel afreizen naar het ESF in Birmingham.
Een obligaat riedeltje over ophef bij Orthodoxe Joden slaan we vandaag even over, want ook zonder die aandacht was
Diva een oorwurm die het in zich had mee te doen om de prijzen. De concurrentie in 1998 was ongebruikelijk sterk. Imaani uit UK, Chiara uit Malta, Edsilia uit Nederland en nog een hele serie outsiders als Danijela, Jill Johnson en Guildo Horn aasden ook op de gouden medaille. Bij de puntentelling streed Dana heel lang mee om de overwinning, maar vlak voor de laatste jury uit VJR Macedoni leek het erop dat een 2e plaats het maximaal haalbare was. Malta had op dat moment n punt voorsprong op Isral. Daarnaast had
Diva nauwelijks punten gekregen uit Centraal-Europa (0 punten uit Kroati, Slowakije en Hongarije), terwijl Malta van alle jury’s behalve Roemeni punten had ontvangen. Toch kreeg Isral 8 punten uit VJR Macedoni. Dat betekende dat Malta de 10 of 12 moest pakken om te winnen. De 10 gingen naar het Verenigd Koninkrijk, dat naar de 2e plaats klom. De 12 gingen naar Kroati en Malta kreeg dus helemaal niets. De vlag kon uit, Diva had gewonnen.
Omdat Dana in eigen land al voor het ESF een ster was en de aandacht van de internationale pers rond haar overwinning gigantisch bleek, werd er verwacht dat ze ook in het buitenland zou doorbreken. Maar zulk succes bleef uit.
Diva werd een aardige hit en een klassieker, maar de opvolgers scoorden zelfs in Isral nauwelijks. Haar meest memorabele optreden na haar zege was op het ESF van
1999, toen ze betrokken was bij de prijsuitreiking en vlak voor het overhandigen van de beker aan Charlotte Nilsson met bokaal en al lelijk onderuit ging. Daarna kon ze met dank aan haar hit
Diva cashen in allerlei shows, prides en gala’s, maar nieuwe hits bleven uit. Ze schreef nog wel de Isralische ESF-inzending van Bo’az Ma’uda. In de hoop op een nieuwe stunt kwam ook Dana zelf nog eens terug op het ESF-podium. In
2011 zong ze
Ding Dong. Dat werd een grote flop, die bleef steken in de halve finale. In eigen land blijft Dana nog altijd een veelbesproken TV-persoonlijkheid en zeker voer voor religieuze discussies.
In
1999 werd de groep Eden met het simpele
Happy Birthday ietwat verrassend 5e. En van de heren, om precies te zijn Eddie Butler, zou enkele jaren later nog eens terugkeren naar het Songfestival.
In
2000 mocht Isral het ESF openen. Daarmee werd hun inzending
Be Happy van Ping-Pong het eerste lied in het nieuwe millennium. Ping-Pong was een groep van vier vrouwen en twee mannen, die met elkaar gemeen hadden dat ze niet konden zingen en alleen heel houterig konden dansen. Kortom, een logische winnaar in een voorselectie met 84 deelnemers. De videoclip van hun lied vertoonde kussende mannen, en vrouwen die iets met een komkommer wilden doen en uiteraard leidde dat tot ophef. Op de ESF-repetities vonden de leden het wel een leuk idee om met Syrische vlaggen te zwaaien, aangezien Isral op dat moment in een conflict met Syri verwikkeld was over Libanon. Ook daar kwam weer ophef over, want het ESF werd gehouden op de Isralische Onafhankelijkheidsdag. De Isralische omroep trok haar handen af van de inzending en ondersteunde de groep niet meer (ook niet financieel). De rest van Europa kende de voorgeschiedenis niet, en zag vooral een bijzonder sneu optreden, waarvan iedereen
Happy werd toen het voorbij was en het 22e werd met 6 punten van Frankrijk en 1 uit VJR Macedoni.
Zo slecht als in 2000 werd het niet, maar ook in de jaren erna konden de vele oubollige deuntjes uit Isral weinig potten breken in Europa. In
2005 kwam daar verandering in. Shiri Maimon won de voorronde met
Hasheket Shenish’ar (NL:
De Stilte Die Blijft). Shiri zong eerst in het leger, later als barvrouw in een nachtclub en nog weer later in de Israelische versie van Starmaker. Dat ging allemaal met veel succes en zo won ze ook de nationale voorronde om naar Kiev te gaan. De charmante zangeres legde al haar emotie in haar liedje over een verbroken relatie en kreeg waardering van de televoters uit heel Europa. In de finale zou ze 4e worden, een uitslag die sindsdien maar n keer verbeterd is door Isral. Na het festival bleef Shiri populair in eigen land en naast het scoren van diverse hits, werkt ze al jaren als coach bij verschillende talentenjachten.
In
2006 was het land daarmee rechtstreeks geplaatst voor de finale, zij het met de derde startpositie. Eddie Butler, oud-lid van Eden uit 1999, zong
Together We Are One. Eddie is ongetwijfeld een heel aardige jongen, maar het mag toch een wonder heten hoe hij in drie minuten zoveel clichs in zijn tekst heeft weten te steken. En dat ging in zijn optreden gewoon door. Vier achtergrondzangeressen, eentje met de blouse een stukje open, een piano op het podium, allemaal dezelfde pakken en hetzelfde bewegingsritme, uithalen en woohoo’s naar het einde toe, iedereen die ritmisch meeklapt in de bridge en de onderkoelde rust in de slotzin. Hoe kregen ze het zo bij elkaar. Onze Butler serveerde ons een
Love, Love, Peace, Peace avant la lettre en kreeg alleen 4 punten uit Frankrijk.
quote:
Together we are one
True love has finally come
I know that we, we can make it if we try
Look into your soul, listen to your heart
Ohav otach la’ad
And every moment of my life as long as I’m alive
I gotta hold you by my side girl, forever
(Gotta have you by my side forever)
Let me take away your pain ’cause love is not a game
Let me be the one to hold you
I know deep in my heart we’ll be forever
Every word I say – it’s true (Every word is true)
It is only me and you, yeah (Only me and you)
Eddie Butler op de vleugel. In
2007 had Isral hun jaartje van lollig doen, maar
Push The Button bleef kansloos in de halve finale steken. In
2008 werd dat ruimschoots gecompenseerd met een serieuzere inzending. Het is een clich-uitspraak, maar Boaz Ma'uda zong nu eens echt ouderwets de sterren van de hemel met zijn lied
The Fire In Your Eyes. Zelfs in het televotertijdperk was er alom waardering voor zijn geweldige prestatie, en je vraagt je af hoeveel verder dan de 9e plaats hij nog had kunnen komen in de jurytijd. In zijn verdere carrire was het Songfestival vaak een rode draad voor Boaz. Zo coverde hij de Albanese inzending van 2008, nam hij duetten op met de Armeense Sirusho en de Servische Jelena Tomasevic en als klap op de vuurpijl speelde hij in een TV-serie de rol van Izhar Cohen.
Hoewel over Israel door de jaren heen weleens werd geroepen dat ze vooral veel punten krijgen omdat ze zogenaamd zo zielig zijn, hebben ze zelden echt liedjes ingestuurd die puur op dat zieligheidssentiment inspeelden, en als dat al gebeurde was het meestal met een luchtige ondertoon. In
2009 ging het land echter volle bak op de kwijltour, door een duet tussen de Joodse Noa en de Arabisch-Isralische Mira Awad te sturen. En samen zongen zij een liedje over de vrede, met de weinig originele titel
There Must Be Another Way. Het verschil tussen de voorkeur van de jury en van de televoters werd deze avond goed duidelijk. De jury's vonden deze schreeuw voor vrede van de dappere dames geweldig, en plaatsten het als 9e in de finale. De televoters voelden massaal de stukjes kaas en bitterballen driftig opborrelen om zich klaar te maken voor een retourvlucht door de slokdarm. Bij het publiek werd het lied dan ook laatste, en gecombineerd werd dat een 16e plaats.
In
2010 deed Isral gewoon weer wat het moest doen, een goed liedje sturen. Dat werd
Milim van Harel Skaat. Een inzending in vergelijkbare sfeer als in 2008. Het lied werd dan ook getipt voor de Top 10 en het kwalificeerde zich ook voor de finale. Helaas had Harel in die finale zichzelf vocaal niet helemaal meer in de hand naar het eind van het lied toe. Hij klonk alsof hij zijn vingers tussen de deur had, waardoor hij zich tevreden moest stellen met de 14e plaats. Leuk feitje is nog wel dat het lied als eerste in de historie meerdere verschillende Marcel Bezenon-awards won. Bij de prijsuitreiking kwam de matige score natuurlijk ter sprake, maar zowel de uitvoerende als EBU-verantwoordelijke Christer Bjrkman vermeden de
elephant in the room angstvallig, en ze hielden het er maar op dat het lied de luisteraar niet in n luisterbeurt pakte en dat Isral een moeilijk artistiek hoogtepunt vormde op het ESF.
Hierna volgde onverwacht een mindere periode. Eerst faalde Dana International in
2011 bij haar terugkeer. Daarna in
2012 leek Izabo met hun retro-inzending
Time op weg naar de finale, maar hun outfits vormden zo'n visuele puinhoop dat zelfs Esther Hart in de lach schoot. In
2013 ging het mis voor Moran Mazor en
Rak Bishvilo. Ook hier was sprake van een minder gelukkige outfit, en dit had ook wel iets meer verdiend. In
2014 moest het dan gebeuren en
Same Heart van Mei Finegold was vooraf de nummer 1 bij de fans van OGAE-fanclub. Maar de voorspellende waarde van dit soort polls is 0, en in een halve finale met 15 deelnemers werd Isral 14e, wat toch wel een schok door de ESF-wereld deed gaan.
Ook in
2015 leek het een vroegtijdige aftocht te worden voor Nadav Guedj en zijn lied
Golden Boy. Het ietwat gedateerde deuntje, dat gebracht werd door een stel dansende jongens op het podium leek op voorhand geen puntenmagneet. Maar tijdens de live show viel opeens alles op zijn plek. Nadav, ook wel
Kanye Middle East genoemd, voerde met zijn mannen een leuke act op vol vrolijkheid en zelfspot en de kreet
“Before I leave, let me show you Tel Aviv” had door Shakespeare niet beter bedacht kunnen worden. Met het verdwijnen van de schijtlollige entries op de festivals van een aantal jaar eerder, is dit genre van feestmuziek een nieuwe niche geworden die televoters aanspreekt, maar in tegenstelling tot de mislukte pogingen tot humor niet wordt afgestraft door de jury's. In het sterke deelnemersveld van 2015 werd
Golden Boy 9e.
Zo leuk en positief als de uitstraling van Nadav was, zo onsympathiek en afstotelijk was de indruk die Hovi Star in
2016 maakte. Maar zijn stem klonk als een klok. En ondanks het feit dat hij bij de televoters zowel in de halve finale als de finale bijna helemaal onderaan eindigde, zorgden twee zeer hoge noteringen bij de jury toch nog voor een 14e plaats. De inzending van
2017 was een soort van kopie van die van 2015. Imri Ziv, twee jaar eerder nog achtergrondzanger, trad nu op de voorgrond met
I Feel Alive. Het haalde wel de finale, maar haalde het in alle opzichten niet bij het origineel van twee jaar eerder, en werd dan ook 23e.
In
2018 heeft Isral vermoedelijk een record gebroken als het om het aantal uitzendmomenten van de voorselectie gaat. In totaal waren er 32 shows nodig om de uiteindelijke winnaar te bepalen. In de finale kreeg winnares Netta in de negen stemrondes vervolgens zeven keer 12 punten en twee keer 10 punten, waarmee ze de concurrentie op enorme achterstand zette. Met andere woorden, die hele voorselectie was eigenlijk voor Jan-met-de-korte-Achternaam geweest, want ook in n losse show met alle deelnemers had Netta fluitend gewonnen. Maar goed, de bedenker van een winnende strategie heeft altijd gelijk, dus laten we niet te kritisch zijn.
Met Netta Barzilai is al wel meteen de winnares van het ESF van 2018 genoemd. Ze werd in 1993 geboren in Hod HaSharon in het noorden van het land. Haar ouders kwamen naar Israel uit Marokko en Polen en verlieten het land enige tijd met Netta voor een functie van haar vader in Nigeria. Terug in haar geboortestad ging Netta elektronische muziek studeren en nog vrij onbekend deed ze mee aan de hierboven beschreven voorselectie.
Vanaf dat moment is het een succesverhaal, want de zingende kip denderde al snel door naar de eerste plaats bij de bookmakers. Er kan daarbij de vraag gesteld worden of dat kwam doordat dit lied zo sterk was of doordat de concurrentie zo zwak was. Feit is wel dat
Toy een enorme oorwurm is, en hoe dan ook uniek binnen het deelnemersveld. Pas tijdens de repetitieweek diende Cyprus zich als mede-favoriet voor de overwinning aan.
Fuego ging zelfs als favoriet de finaleshow in, nipt boven
Toy, en samen hadden zij een enorme voorsprong op de rest. Beiden lootten de tweede starthelft in de finale en om de kijkers een mooie climax te bieden, besloot de EBU ze kort na elkaar te programmeren richting het einde van de show. Netta moest als 22e aantreden, daarna was er een plaspauze met de krumpende gekken van Nederland en een saai Iers deuntje als opvulmiddel, en daarna kwam Eleni namens Cyprus als 25e.
Vooraf was al wel redelijk duidelijk dat de televoting bepalend ging zijn voor beide nummers, dus het was vooral een kwestie van niet te veel achterstand oplopen bij de vakjury’s. Wat toen nog niet duidelijk was, dat was dat het onopvallende lied van Oostenrijk daar een grote zege ging boeken. Bij het publiek waren die nergens, dus dat maakte niet uit. Wat wel uitmaakte, was dat Israel 3e werd en Cyprus 5e, met een verschil van 29 punten. Bij lange na niet genoeg om het nagelbijtende thuisfront gerust te stellen, maar de eerste slag was voor Netta. Bij de televoting werd het beslist. Isral werd 1 en Cyprus 2, waardoor het gat werd vergroot en de bloemen naar Netta gingen.
Zoals meestal bij dit soort winnaars met een gimmick werd het een bescheiden hitje in Europa. In eigen land werd het wel een nummer 1, en dat gold ook voor de opvolgers
Bassa Sababa en
Nana Banana. Het is niet veel artiesten gegeven om met hun eerste drie hits op 1 te komen, dus wat dat betreft gaan de zaken prima.
Na de overwinning was er de nodige discussie waar de show van
2019 moest plaatsvinden. Het werd uiteindelijk Tel Aviv en op een prima georganiseerd ESF deed Kobi Marimi mee namens het gastland. Kobi is ongetwijfeld een heel aardige jongen, maar zijn lied maakte onbedoeld toch wel duidelijk dat Isral er niet op uit was om de dure organisatiekosten twee jaar op rij op zich te nemen.
Home was bijzonder, en goed gebracht, maar bovenal vrij saai, zeker als het twee liedjes na
Arcade wordt opgevoerd. Van de jury kreeg Kobi precies nul punten, dat was wel erg hard, maar van de televoters ook maar 35 en daarmee werd het de 23e plaats.
Zo zijn de structurele successen uit de vorige eeuw wel duidelijk verdwenen voor Isral, maar maken ze van tijd tot tijd zeker nog indruk op het ESF. Het blijft een bijzonder creatieve deelnemer, met vaak inzendingen die de aandacht trekken.
------------------------------------------------------------------------------
Hier is een net overzicht van alle Isralische inzendingen en hun resultaten te vinden of kijk naar het filmpje hieronder of klik anders op de spoiler:
SPOILER
De Sahara is zonder meer erg droog.