ITALIEWaar kennen we de Italianen van?Pizza, pasta, (scheve) torens, koffie, maffia, dure campings, middeleeuwse stadjes, catenaccio, een chronisch gebrek aan helden, mode-ontwerpers, de Giro, Fiat, ijsjes, bijzondere politici en natuurlijk als inspiratiebron voor Imca Marina's grote hit Bella Italia.
Hoe doen ze het op het ESF?Italië is één van de deelnemers van het eerste uur, en heeft een lange traditie van het inzenden van kwaliteitsinzendingen. In totaal deden ze 45 keer mee en bereikten ze 32 keer de Top 10. Behoudens een aantal mindere uitslagen in de periode tussen het eind van de jaren ’60 en het begin van de jaren ’80, heeft Italië meerdere langdurige reeksen neergezet met bijna alleen maar goede scores.
Desondanks lijkt het erop dat de Italianen toch niet altijd de waardering kregen die ze verdienden. Zo hebben ze in totaal maar twee keer gewonnen, in 1964 met
Non Ho L’Età en in 1990 met
Insieme: 1992. Dat is net zo vaak als Oostenrijk en Spanje, om het enigszins in perspectief te plaatsen. En dat terwijl ze toch de nodige (semi-)klassiekers hebben gestuurd naar het festival, zoals
Volare,
Si,
I Treni Di Tozeur,
Gente Di Mare,
Rapsodia,
Madness Of Love,
Grande Amore,
Occidentali’s Karma en recent nog
Soldi. Die hadden uiteraard niet allemaal hoeven winnen, maar één of twee extra zeges, ongeacht voor welke uit het lijstje, zouden de verhoudingen wellicht wat meer recht doen.
Naar goed Italiaans gebruik vonden ze uiteraard zelf ook dat ze ernstig benadeeld werden. Mede om die reden zijn ze diverse malen voor kortere of langere tijd afwezig geweest op het festival. Gegeven de kwaliteit van de liedjes, en stelselmatige bevoordeling van eerst de Franse en later de Engelse taal door de jury’s hadden ze op zich ook wel een punt. Anderzijds heeft Italië ook tegenwoordig nog een vervelende gewoonte om concurrenten voor de overwinning structureel lage punten te geven. Dan is het niet verrassend dat de liefde van de andere kant ook niet altijd komt.
![Festival_di_Sanremo_16_febbraio_2013.JPG]()
De basis voor veel van de Italiaanse inzendingen is het
Festival van San Remo. Dit is een muziekfestival dat al sinds 1951 gehouden wordt in deze badplaats nabij de Franse grens, en wat ook oorspronkelijk als voorbeeld diende voor het ESF zelf. Om te voorkomen dat dit festival verwordt tot een veredelde nationale voorronde, is het wel zo dat de winnaar slechts de eerste keus krijgt om wel of niet naar het ESF te gaan. Het is dus niet zo dat het winnende liedje automatisch de Italiaanse inzending is. Zeker recentelijk maakten de winnaars meestal wel gebruik van hun voorrecht.
Bij de puntenverdeling stromen veel punten doorgaans van en naar andere landen rond de Middellandse Zee. Verder is Zwitserland, waar ook Italiaans gesproken wordt, vaak een grote gever.
Tussen Nederland en Italië is er weinig onderlinge liefde. Sterker nog, wie de scoreborden van het ESF als samenvatting van de geschiedenis zou gebruiken, zou denken dat beide landen jaren in een enorm conflict verwikkeld waren, omdat er zo opmerkelijk weinig punten aan elkaar werden gegeven. In de eerste 15 jaar vanaf het begin van de huidige puntentelling (1 t/m 12) gaf Nederland in totaal welgeteld 1 punt aan Italië. Zelfs pareltjes van de muziekgeschiedenis als
I Treni Di Tozeur of
Gente Di Mare waren niet goed genoeg voor onze juryleden. In de jaren ’90 waren er wel wat hoge scores, voor Toto Cutugno (8), Mia Martini (de enige 12) en Jalisse (7). Sinds de recentste terugkeer vloeiden er punten naar Il Volo (7), Francesca Michielin (6 (j)), Francesco Gabbani (2 (p)), Ermal Meta e Fabrizio Moro (7 (p)) en Mahmood (6 (j) + 10 (p)). Andersom hadden de Italianen ook weinig over voor onze toppers, al waren er een paar uitschieters, zoals Teddy Scholten (7 (van de 21)), Harmony (5), Marcha (10), Justine Pelmelay (10), Ruth Jacott (6), Common Linnets (4) en Duncan Laurence (5 (p), niets van de jury).
Hoe ging het door de jaren heen?Italië was er vanaf het eerste festival in
1956 bij en scoorde in die begintijd altijd Top 10. Al in
1957 was er een memorabele inzending. Nunzio Gallo ging met
Corde Della Mia Chitarra. Dat liedje was op zich niet zo bijzonder, en zou 6e van de 10 worden. Nunzio was alleen nogal lang van stof, want hij ging meer dan 5 minuten door over zijn gitaarkoorden. Daarmee was dit lied het langste dat ooit aan een ESF deelnam. Hij trad op direct na het Verenigd Koninkrijk, en Patricia Bredin’s
All, dat minder dan 2 minuten duurde, was juist jarenlang het kortste nummer ooit op het Songfestival (recent verbeterd door de Finse PKN). Mede door deze ongewenste tegenstelling besloot de EBU de maximale lengte op 3 minuten te zetten.
In
1958 bracht Italië één van de grootste en in elk geval oudste klassiekers uit de ESF-historie naar het Festival in Hilversum. Domenico Modugno met
Nel Blu Dipinto Di Blu. Een liedje dat beter bekend is onder de titel
Volare. Dat betekent ‘vliegen’ en dat deden vele artiesten van diverse niveaus die dit nummer coverden door de jaren heen richting de hitlijsten. Er zijn onder meer versies uitgebracht door de Gipsy Kings, Andre Hazes, Engelbert Humperdinck, U2, Frank Sinatra, Captain Jack, David Bowie en Louis Armstrong. Ook galmt de melodie vaak door stadions als
Finale,
Litmanen of het lichte tenenkromming genererende
Oranje, dat kan je (Ja, het rijmt wel).
Het lied werd geschreven door Franco Migliacci, die dronken was op het moment dat hij de tekst schreef. Vandaar wellicht de interesse van Andre Hazes. Hij zag aan de muur twee schilderijen van Chagall. Eén met een persoon met een blauw hoofd en een ander met een man die door de lucht vliegt, en besloot daarom te schrijven over een man met een blauw hoofd die kon vliegen. Het zou een plaat worden die 22 miljoen keer werd verkocht en zelfs 5 weken op 1 stond in Amerika, dus wie zijn wij om de lyrics te bekritiseren.
Domenico Modugno zelf kwam uit de buurt van Bari en brak door met dit lied. Hij won er het San Remo-festival mee en ging dus naar het ESF. Daar ging technisch niet alles even vlekkeloos bij zijn openingsnummer van de avond, waardoor hij aan het eind van de show nog eens mocht. Gebaseerd op de verkopen zou je verwachten dat hij dan ook wel een derde keer, als winnaar dan, op het podium mocht komen, maar dat zat er niet in. Frankrijk kreeg meer dan het dubbele aantal punten en Italië werd slechts derde.
Dit ESF-optreden met hindernissen en een matige uitkomst kenmerkte het leven van Domenico. Van de opbrengsten van zijn hit kocht hij een Ferrari, die hij vrij snel in de prak reed. Hij won nog vaker in San Remo, en zou terugkeren op het ESF in 1959 en 1966. Dat leverde eerst een 6e plaats op en later een 17e (en laatste plaats) met nul punten. Hij had daarnaast ook een succesvolle filmcarrière, maar op zijn 56e kreeg hij een serie beroertes, die leidden tot ernstige gezondheidsklachten. Op zijn 66e kreeg Domenico er ook nog een hartaanval overheen, en toen was het definitief over. Toch zullen we hem vooral herinneren van die eerste grote hit.
In
1963 konden we genieten van een andere ster, Emilio Pericoli, die vooral bekend werd met
Quando, Quando, Quando. Op het ESF bracht hij veel Italiaanse vrolijkheid met
Uno Per Tutte, aangekleed met een opmerkelijke act met posters van mooie dames op de achtergrond. Ook dit lied werd 3e.
Emilio Pericoli (zittend rechts).
In
1964 kon de cava eindelijk ontkurkt worden. Gigliola Cinquetti uit Verona was nog maar zestien toen ze het Festival van San Remo won met de fraaie ballad
Non Ho L'Età . Gigliola was meteen een sensatie en de te kloppen favoriet op het ESF. Dat bleek onbegonnen werk. Italië pakte meer punten dan de nummers 2, 3 én 4 bij elkaar in de uitslag, en met deze monsterscore werd ze de jongste winnaar op het festival. Een record dat later alleen nog zou worden verbroken door Sandra Kim. Haar lied werd een mooie hit door heel Europa en zou het begin zijn van een niet onaardige carrière, maar wel één die internationaal vooral volgde uit verdere successen op het podium van San Remo en het ESF.
Daarna brak een periode aan met mindere resultaten. Het ESF ontwikkelde zich eind jaren '60 gestaag naar meer modernere inzendingen. Italië bleef daarin wat te lang hangen in ietwat oubollige inzendingen, die vooral inspeelden op sentiment en melancholie. Het zorgde voor veel matige uitlagen. In
1971 werd overigens nog wel een hoogtepuntje bereikt met Massimo Ranieri, die met een Italiaanse palingsound vijfde werd met
L'Amore E Un Attomo.
Voor het echte succes moest een oude bekende opgetrommeld worden. Gigliola Cinquetti werd geselecteerd in
1974 terug om met het nummer
Si haar eerdere eerste plaats te evenaren. Het is een moeilijke keuze welke van Gigliola’s inzendingen de beste is. Het is wel vrij duidelijk in welk jaar de concurrentie het hevigste was. Want waar ze 10 jaar eerder al de rest op een hoop veegde, had ze nu te maken met internationale sterren als ABBA, Mouth & MacNeal en Olivia Newton-John.
Op haar optreden was niets aan te merken. En waar nu nog weleens de schijn wordt gecreëerd dat ABBA iedereen kansloos liet op het ESF, was dat niet helemaal hoe het ging. Gedurende de puntentelling nam Zweden vanaf het begin een kleine voorsprong, maar bleef Italië hen continu in de nek hijgen op een minimale achterstand. Pas vlak voor het einde was het beslist, toen Zwitserland, als normaliter gulle gever, opeens niets aan de Italiaanse buren gaf, maar wel de maximale score van 5 punten aan Zweden, waarmee het uiteindelijke gat van 6 punten grotendeels was gevormd. ABBA ging door voor wereldfaam, Gigliola voor een grote hit.
Si werd vertaald in het Duits als
Ja, in het Spaans als
Si, in het Engels als
Go en in het Frans als
Lui. En in al die talen werd het een enorm succes. Groter nog dan haar eerdere hit
Non Ho L'Età.
In Italië zelf waren er overigens wel wat strubbelingen rond deze inzending. Kort na het ESF was daar een referendum gepland over echtscheidingen, en “Si” is dan wel een vrij duidelijk stemadvies (ook al gaat het liedje over heel andere dingen). Om de neutraliteit te bewaren, besloot de RAI om de inzending volledig te boycotten, en het ESF zelf voor het gemak maar een maand later pas integraal uit te zenden.
Een jaar later in
1975 kwamen de Italianen weer dicht bij de winst. Hoewel Zweden als gastland nu wat minder fanatiek was, kwam de concurrentie wederom uit Nederlandse en Britse hoek. Achter Teach-In en The Shadows scoorden Wess & Dori Ghezzi met het tijdloze
Era zeer sterk met een derde plaats en punten uit alle landen, behalve Nederland. Het artiestenduo bestond uit de Amerikaanse Wess uit North Carolina en de Italiaanse Dori Ghezzi uit de regio van Milaan. Meer dan van haar muzikale werk is Dori bekend omdat ze in 1979 met haar echtgenoot ontvoerd werd op Sardinië, en vier maanden werd vastgehouden, totdat ze na betaling van een half miljard lire losgeld ongedeerd vrijgelaten werd.
Hierna volgde een bijzondere periode, waarin een lange reeks aan grote namen naar het ESF werd gestuurd. Het zijn niet altijd namen die meteen herkenning oproepen, maar hun halve repertoire is gecoverd door Nederlandse A-, B- en C-sterren, en in de al dan niet vertaalde versie hier vaak wel succesvol geweest. Het enige probleem dat deze Italiaanse sterren eigenlijk zonder uitzondering op het Songfestival hadden, was het liedje zelf. Waar de uitvoering doorgaans van topniveau was, vormde de inzending zelf in veel gevallen niet bepaald het hoogtepunt van het oeuvre van de artiest in kwestie.
Dat begon al in
1976. Toen gingen Al Bano & Romina Power. Al Bano komt uit de Hak van de Laars in de regio Puglia. Zijn moeder noemde hem Albano, omdat zijn vader op dat moment voor het Italiaanse leger vocht in Albanië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vermoedelijk de enige tegenstander die Italië wel kon hebben in die strijd, maar daar gaat het nu even niet om. Twee decennia later brak Al Bano door als zanger en acteur, en kort daarna ontmoette hij de Amerikaanse Romina Power op de filmset. Enkele jaren later trouwden de twee met elkaar, en Romina was toen 18 en Al Bano 27. Op de één of andere manier voelt dit verhaal niet helemaal lekker aan, maar we moeten door.
Het echtpaar was namelijk extreem succesvol en verkocht meer dan 150 miljoen platen wereldwijd. Hun grootste populariteit hadden ze in Centraal-Europa en achter het IJzeren Gordijn. De grote hit waar ze het sterkst mee scoorden was
Felicità. Dat nummer werd opvallend genoeg 2e in San Remo, maar scoorde als een trein, mede dankzij de in Leningrad opgenomen videoclip. In Nederland werd het onder meer uitgebracht door Jan en Annie van BZN en het al even olijke duo Corry Konings & Johan Heuser.
Na nog vele successen op de plaat en het witte doek, liep het huwelijk na een kleine 30 jaar op de klippen. Dat betekende ook meteen het eind van het zangduo en hun optredens. Maar sinds een paar jaar zijn ze weer on speaking (/cashing) terms, en treden ze zo nu en dan weer samen op.
Op het ESF deden ze mee met
We’ll Live It All Again. Zoals al aangekondigd over deze periode was dat niet echt representatief voor de kwaliteit van hun verdere werk, en op het ESF kwamen ze dan ook niet verder dan de 7e plaats.
Al Bano & Romina Power.In
1977 moest het gebeuren met Mia Martini, in eigen land beschouwd als de beste Italiaanse zangeres allertijden. Ondanks die status, en de nodige grote hits, is ze er nooit in geslaagd het San Remo-festival te winnen. Dat past wel enigszins bij haar tragische leven, dat voortijdig eindigde op haar 47e in 1995 na een overdosis cocaïne. Het is nog altijd niet helemaal duidelijk of dit een ongeluk, moord of zelfmoord was. Ze was op dat moment al enige tijd uit de gratie gevallen in de Italiaanse showbizzwereld, en dat hielp mee aan deze speculaties.
Van al haar muziek zijn in onze regionen vermoedelijk vooral haar tweede ESF-deelname in 1992
Rapsodia en haar plaat
Agapimu enigszins bekend. Die tweede vooral in de versie
Ik Weet Niet Hoe van de ook al betreurde Benny Neyman. Haar eerste ESF-lied
Libera was gewoon echt niet zo best, en zou 13e worden.
De grote sterren van dienst in
1978 kwamen uit de groep Ricchi e Poveri. Dat betekent Rijk en Arm, maar van de muziek is deze band uit Genoa vooral rijk geworden, want ze verkochten meer dan 20 miljoen platen. Dat hadden ze vooral te danken aan hun grote hit
Sara Perché Ti Amo, in het Nederlands nog vertaald door cultuurdragers Monique Smit & Tim Douwsma als
Eén Zomeravond Met Jou en ook bewerkt door de Limburgers Frank Galan en Fabrizio. Ook hun ESF-lied kon weinig potten breken. Het saaie
Questo Amore werd 12e.
In
1979 mocht een andere bekende band uit Genoa, te weten Matia Bazar. Zij zijn in onze regionen vooral bekend van
Ti Sento, dat één van de grootste Italiaanse hits van de jaren ’80 zou worden. Het werd overigens later nog eens vertaald door de Zweedse ESF-ster Lena Philipsson. Maar ook door vele anderen, waaronder de Duitse groep Scooter, die er een Top 10-hit in Duitsland mee scoorden. En als die je coveren, weet je dat je carrière wel redelijk compleet is. Songfestivalsucces bleef daarin overigens achterwege. Hun
Raggio Di Luna was afwijkend, maar kreeg van maar 4 landen punten en werd 15e van de 19.
Matia Bazar, in eigentijdse outfits.In
1980 ging Alan Sorrenti. Hij is iets minder bekend. Alan komt uit Napoli en is half-Italiaans en half-Welsh. Zijn grote hit is
Tu Sei L’Unica Donna Per Me. Dat werd ook gecoverd in diverse talen, maar volgens mij voor de verandering eens niet in het Nederlands. Wat ook afweek, is dat zijn Songfestivalliedje best aardig was.
Non So Che Darei blijft 40 jaar later misschien niet helemaal overeind meer, maar het zat goed in elkaar en resulteerde in een 6e plaats en een aardige hit voor de uitvoerende. Die op de avond zelf overigens in een paarse broek zong. Dat heeft hem geen punten opgeleverd.
Alan Sorrenti (l.) bij de opname van de postcard voor het ESF van 1980.Met de matige resultaten en een tanende publieke belangstelling besloot de RAI zich terug te trekken in
1981 en
1982. In
1983 waren ze toch weer terug, en was het de beurt aan Riccardo Fogli uit Pisa. Hij begon met geld verdienen door te werken in een Vespa scooterfabriek, maar brak al gauw door met zijn band Pooh. Later ging hij solo en zou hij nog veel succesvoller worden. Zijn grootste meesterwerk, waarmee hij in 1982 in San Remo won, was
Storie Di Tutti I Giorni. In het Nederlands werd dit uiteraard ook uitgebracht, en wel als
Dromen Zijn Bedrog, door de zanger Marco Borsato, die hiermee zijn grote doorbraak had. En bedankt.
Op het ESF kwam
Per Lucia niet verder dan de 11e plaats.
En zo werd het
1984. Het jaar waarin Italië niet alleen één van de beste inzendingen uit hun land naar het ESF stuurden, maar één van de beste nummers uit de Songfestivalhistorie.
I Treni Di Tozeur, zo heette dit pareltje. Het lied gaat over een spoorlijn in Tunesië, die leidt naar Tozeur, een oase aan de rand van de Sahara nabij een groot zoutmeer. De lijn was oorspronkelijk gebouwd voor de Tunesische koning, die er 100 jaar terug met een luxe trein gebruik van maakte om bij zijn vakantieverblijf te komen. Na jaren van verval zijn zowel de trein als de spoorlijn weer opgeknapt, dit even voor de liefhebber.
De trein naar Tozeur.De uitvoerenden waren zangeres Alice en zanger Franco Battiato. Alice heet eigenlijk Carla, maar voor succes was die naam blijkbaar niet geschikt, dus werd het Alice. Ze is vooral bekend door haar zege in San Remo in 1981 met
Per Elisa, wat werd geschreven door Franco Battiato. Haar hoogtijdagen lagen in het begin van de jaren ‘80, waarin ze in heel West-Europa aardig scoorde.
Zangpartner Franco was zeker ten tijde van zijn ESF-deelname in onze regio vooral bekend als look-a-like van nieuwslezer Harmen Siezen. Hij groeide op aan de voet van de
Etna, en kende een cultureel zodanig geslaagde carrière, dat zijn bijnaam
Il Maestro is. Hij heeft de hitlijsten bereikt in alle decennia sinds de jaren ’70. Hij was daarbij ook zeer actief en vanzelfsprekend succesvol als songwriter voor anderen. Verder schilderde hij graag.
Het is verder vermeldenswaardig dat Franco de reïncarnatie is van een vrouw die in de 19e eeuw leefde. Dat gelooft hij zelf tenminste, want het is ook wel een vreemde snoeshaan. Als overtuigd linkse strijder heeft hij verder weinig op met de rijke kringen, waar hij door zijn muzikale successen en inkomsten in terecht kwam. Hij is ook vegetariër, bleef altijd vrijgezel en had een sterke band met zijn moeder. Hij trok ook de aandacht door een LP-hoes met daarop een foetus in de baarmoeder, waar de rest van zijn land niet zo van gecharmeerd was. Desondanks is hij zelf wel religieus, en zo zong hij ook eens voor de Paus. Verder is Franco beïnvloed door een periode dat hij in Kathmandu woonde. Daar bracht hij een DVD over uit, met als thema de overgangsperiode tussen wakker zijn en slapen. Het werd geweldig verkocht. Hij bleef zich ook politiek uiten. Zo maakte hij zich zorgen over de armoede in Italië, het wanbestuur van het land en de mislukking van de euro als gemeenschappelijke munt (op zichzelf allemaal correcte constateringen). Hij was ook kortstondig actief als politicus op Sicilië, maar tijdens een werkbezoek aan de EU in Brussel noemde hij de parlementsleden hoeren. Omdat dit niet helemaal het taalgebruik is dat paste binnen het plaatselijke protocol, eindigden zijn politieke activiteiten weer net zo snel als ze waren begonnen. Lang verhaal kort, er moet wel een goede biografie van deze man te maken zijn. Helaas gaat hij daar zelf niet echt meer van genieten, want hij is al enige jaren ernstig ziek.
Alice & Battiato.Terug naar het ESF, waar
I Treni Di Tozeur gegeven de concurrentie eigenlijk moeilijk met minder dan 100 punten voorsprong had moeten kunnen winnen. Maar ja, dat is natuurlijk zonder de juryleden van het ESF gerekend, die zeker in de jaren ’80 gekenmerkt werden door een enorme wansmaak. Slechts 9 landen hadden überhaupt punten over voor Italië. De rest had minstens tien keer naar iets gekeken wat ze beter vonden dan dit. Dat Italië op een gekke dag wel kon eindigen achter de Herreys is tot daaraan toe, maar een gedeelde 5e plaats is wel heel weinig eer. Op het optreden zelf was ook niets aan te merken. Nou ja goed, één ding dan. De drie achtergrondzangeressen hadden jurken aan in het groen, wit en rood, de kleuren van de Italiaanse vlag. Helaas stonden ze op het moment suprême verkeerd om, waardoor de vlag in spiegelbeeld werd uitgezonden. Dat soort geklungel past normaliter meer bij Nederland in de jaren ’00, maar zou toch geen punten moeten kosten.
I Treni Di Tozeur werd een grote Europese hit, die Alice & Battiato op de mooiste plekken bracht. Wat te denken van het immer bruisende Zierikzee?
In
1985 kwamen Al Bano & Romina Power nog eens terug met
Magic Oh Magic. Het liedje kon de titel niet echt waarmaken, en ze werden wederom 7e. In
1986 ontbrak Italië nog maar eens.
In
1987 kwamen ze spectaculair terug, met wederom een klassieker in de Songfestivalhistorie.
Gente Di Mare van Umberto Tozzi & Raf was de plaat waar het om gaat.
De minst bekende helft van dit duo is Raf. Dat is een disco-zanger die in 1984 doorbrak met
Self Control, wat op de Duits-Italiaanse as in Centraal-Europa een grote hit werd. Over de grens bleef verder succes uit, maar in eigen land timmerde hij nog jarenlang aan de weg. Om verwarring met de Rote Armee Fraktion te voorkomen deed hij dat bij onze Oosterburen overigens als Raff.
Umberto Tozzi was in onze regio ook al vooral bekend als look-a-like, in dit geval van Emile Schelvis. Het mag ook gezegd worden dat hij al 70 miljoen platen verkocht en San Remo won in 1987. Enkele bekende hits zijn
Gloria,
Tu en
Ti Amo. Die derde is zelfs één van de grootste Italiaanse hits in de muziekgeschiedenis. Dat bracht hem over de hele wereld, variërend van Amerikaanse nachtclubs tot het Sydney Opera House.
Umberto Tozzi.Het duo ging vol goede moed naar Brussel voor hun Songfestivaloptreden. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit niet zo overtuigend ging. En dat is misschien de voornaamste reden dat deze inzending niet ‘gewoon’ gewonnen heeft. Het zou een derde plaats worden, niet slecht, maar wel op enorme achterstand van Johnny Logan en Wind.
Na twee middenmootposities kwam het succes in
1990 dan toch. De zanger Toto Cutugno was daar enigszins onverwacht verantwoordelijk voor. Hij was niet de eerste de beste, want vooral als schrijver voor anderen had hij al flink wat furore gemaakt. Zo schreef hij voor Joe Dassin de klassieker
L’été Indien. Zelf had hij een grote hit met
L'Italiano een liedje dat de gemiddelde Italiaan beschrijft. Dit viel ook over de grens enorm in de smaak, en zo had hij ook op eigen titel een wereldhit te pakken. Echt goed blijven hangen is het in ons land overigens niet. In de eerste Top 2000 in 1999, waarbij Radio 2 zelf 2000 plaatjes had uitgekozen, stemde Nederland Toto’s hit slechts naar de 1992e plaats. Sindsdien is het verdwenen uit de lijst.
Met eigen werk ontpopte Toto zich ook als de Joop Zoetemelk van het San Remo-festival. Hij werd liefst zes keer tweede, maar in 1980 wist hij te winnen. Op het ESF deed hij mee met het lied
Insieme 1992 . Dit is een ode aan de Europese samenwerking, uit een tijd dat de EU en de open grenzen nog vrijwel unaniem als vooruitgang werden beschouwd. Zo rond de Val van de Muur waren er veel liedjes die de Europese eenheid bezongen, en veel ervan gingen erin als koek bij de jury. Toto was flink zenuwachtig tijdens zijn optreden, maar goed begeleid door zijn Sloveense achtergrondartiesten van Pepel In Kri (die ooit nog namens Joegoslavië meededen), slaagde hij erin zijn boodschap overtuigend over te brengen. Ondanks slechts drie keer
douze points, werd het een vrij ruime overwinning.
Zo kwam het ESF van
1991 naar Rome. Toto Cutugno was terug, deze keer als presentator. Hij deed dat samen met Gigliola Cinquetti, waardoor de twee Italiaanse winnaars de show leidden. Ze hadden beiden veel kwaliteiten, maar eentje ontbrak, dat was kennis van de Engelse taal. Dat zorgde voor een bijzonder rommelige show, die ook nog eindigde in een gelijkspel tussen Zweden en Frankrijk. Italië zelf werd vertegenwoordigd door Peppino di Capri. Dat klinkt als de naam van een pizza, maar het is een zanger, die als eerste en enige ooit in het Napolitaans zong op het ESF. Hij werd er 7e mee.
Een jaar later verscheen weer een pareltje waarvan werd verwacht dat het mee kon doen om de eindzege. Mia Martini was in
1992 terug en deze keer met een beduidend beter lied. Ze had haar zangtalent 15 jaar verder ontwikkeld, ervaring opgedaan in vele shows, en daarbij de zware shag overigens zeker niet laten staan. Dat resulteerde in het zwaarmoedige
Rapsodia. Het waren de jaren ’90, dus de vakjury’s stemden vooral op Engelse liedjes. Achter Ierland, UK en Malta werd Italië best-of-the-rest op de vierde plaats. Het was wel het enige Italiaanse nummer dat 12 punten van Nederland kreeg.
Nadat tweevoudig San Remo-winnaar Enrico Ruggeri in
1993 niet verder kwam dan de 12e plaats, was de RAI er wel klaar mee. De kijkcijfers waren al jaren laag, de scores vaak tegenvallend, en Italië besloot zich dan ook terug te trekken. Ze kwamen nog één keer terug, in
1997, en nog met het nodige succes ook, want
Fiumi Di Parole werd 4e. Maar dat was alleen omdat de RAI vergeten was op tijd de deelname af te zeggen en een boete van de EBU dreigde. Buiten deze inzending bleef Italië 18 jaar weg van het ESF. Pas toen kleine buur San Marino mee ging doen, begon het weer te kriebelen, en werd mede op aandringen van de nodige oud-deelnemers en TV-sterren besloten tot een terugkeer.
En het zou een indrukwekkende rentree worden! Raphael Gualazzi was de talentvolle zanger die daarvoor verantwoordelijk was. Hij maakte al enige tijd indruk met jazzplaten, en nadat hij het ook goed deed in San Remo, besloot de RAI hem in
2011 naar Dusseldorf te sturen met
Madness of Love . In de finale zong hij de sterren van de hemel en stal hij de harten van de jury. Helaas stal Azerbeidzjan met enthousiast verstrekte SIM-kaarten de Oost-Europese televotes, waardoor het belabberde
Running Scared won, in plaats van dit meesterwerk. Het is op zich een wonder dat Italië niet net zo hard weer wegrende als dat ze teruggekomen waren, na dit nieuwe onrecht, maar gelukkig bleven ze erbij.
Raphael zelf bleef ook aan de weg timmeren, en deed nog enkele malen in San Remo mee. Ook maakte hij de nodige nieuwe albums, waarvoor hij meerdere gouden platen ontving. Het enige wat enigszins ontbreekt in zijn oeuvre zijn andere hits dan zijn ESF-inzending.
De sterke inzending van 2011 bleek de opmaat voor een serie aan zonder uitzondering sterke/representatieve inzendingen van Italië, die tot op de dag van vandaag voortduurt. De klunzigheid van sommige andere BIG 5-landen wordt vaak pijnlijk duidelijk wanneer het wordt vergeleken met het gemak waarmee de Italiaanse liedjes indruk maken.
In
2012 was Nina Zilli uit Piacenza de afvaardiging. Ze woonde jarenlang in Ierland en de VS, en werd in Italië vooral bekend als presentatrice. Pas tegen haar 30e brak ze echt door als zangeres. Haar hit
L’Amore È Feminna, waar ze later mee naar het ESF zou gaan, stimuleerde haar carrière ook enorm. Het zou op het ESF uiteindelijk 9e worden. Dat was een mooi resultaat, maar gaf geen antwoord op de vraag of het verstandig was geweest dat ze op het laatste moment haar liedje
Per Sempre had ingewisseld voor deze inzending.
Marco Mengoni met
L'Essenziale was de inzending van
2013. Dit was weer een groot talent, want Marco was enige jaren eerder doorgebroken in de Italiaanse X-Factor. Tot die tijd werkte hij als zanger en pianist op al uw feesten en partijen in de regio Rome. Dat zal hij nu wellicht nog wel willen doen, maar dan wel tegen een ander tarief, want zijn debuutsingle
Dove Si Vola kwam meteen op nummer 1 binnen. Sindsdien heeft hij al 49 platina platen ontvangen voor zijn albums en singles en een overwinning in San Remo op zak. En natuurlijk een ESF-deelname. Hoewel
L’Essenziale ook de eerste plaats haalde in de Italiaanse hitlijst, was zijn optreden in Malmö niet zo indrukwekkend, en soms zelfs wat ongemakkelijk. Hij werd 7e, waarbij er wellicht wat meer ingezeten had.
In
2014 was er zeker ook ruimte voor een beter resultaat voor Emma. Zij faalde met een 21e plaats voor
La Mia Città. Het was niet zo slecht als de eindpositie doet vermoeden, maar wel een Italiaans geluid dat over de grens zelden echt scoort. Ook haar optreden was niet zo best.
Dan moest het in
2015 maar gebeuren. De razend populaire popopera groep Il Volo nam het vliegtuig naar Wenen voor het uitvoeren van hun lied
Grande Amore. Ze hadden snel naam gemaakt, en hun albums deden het goed tot in Amerika aan toe. Drie Italiaanse charmeurs, met een liedje waarin het
Amore veel terugkomt en de laatste startpositie, alle signalen leken op groen te staan voor een nieuwe Italiaanse overwinning. En het publiek ging ook massaal plat voor hun spectaculaire optreden. Met een voorsprong van 80 punten wonnen ze de televoting voor Rusland en Zweden. Maar ja, bij de vakjury’s hoeft Zweden tegenwoordig alleen nog maar de vlag neer te leggen voor een topscore. En met
Heroes hadden ze dat jaar ook een prima inzending, die mede dankzij de act extra indruk maakte op de juryleden, die Zweden uiteindelijk ruim lieten winnen. Mede door een minder geslaagde juryrepetitie werd Italië derde, net achter Rusland.
In
2016 was het de beurt aan Francesca Michielin uit Bassano del Grappa. Haar geboortestad klinkt al meteen mooier dan Waspik of Stompetoren, en haar liedjes klinken net zo mooi als de stadsnaam. De bekendste daarvan voor ons is
No Degree Of Separation, zoals de titel al suggereert deels in het Engels gezongen, waarmee ze aan het ESF deelnam. Top 10 leek binnen de mogelijkheden te liggen, maar de loting was vrij ongunstig. Ze moest als 6e optreden, en zo’n vroege startpositie is sowieso niet echt lekker. Maar in dit geval kwamen direct na haar achtereenvolgens Hovi Star (Isr), Poli Genova (Bul), Frans (Zwe),
Jamie-Lee (Dui), Amir (Fra), Michal Szpak (Pol) en Dami Im (Aus). En nog later in de show zouden ook Sergey Lazarev en Jamala nog komen, kortom iedereen was Francesca aan het eind van de avond al lang en breed vergeten, waardoor ze 16e werd.
Van Francesca naar Francesco dan maar. Want in
2017 was het de beurt aan Francesco Gabbani, en zijn lied
Occidentali’s Karma was zo goed, dat het ESF voor de bookmakers een formaliteit was. Het Songfestival van het jaar erna in Rome, dit kon niet meer mis, dit. Het lied werd voorafgaand aan het festival al een grote hit. Het thema was een bekritisering van de Westerse levensstijl en hun gebrekkige begrip van Oosterse wijsheden, wat onder meer werd uitgelegd met een dansende aap.
Het zou niet winnen. En dat lag niet zozeer aan het liedje zelf, maar door de omstandigheden op het ESF. Waar Francesco in de maanden voorafgaand aan het festival de topfavoriet was, kwamen Portugal en Bulgarije na de semi’s stevig op de deur bonzen. Het optreden zelf viel ook tegen. Het liedje klonk veel minder overtuigend dan op de plaat, de styling van de uitvoerenden was dramatisch, de aap werd door niemand begrepen, en het resultaat was dat de hele hype weg was en het slechts een 6e plaats werd.
In
2018 werd er juist niet zo veel verwacht van de Italiaanse inzending
Non Mi Avete Fatto Niente van Ermal Meta & Fabrizio Moro. Het was een liedje over oorlog en terrorisme, en aangezien het geheel in het Italiaans gedaan werd, leek het spijtig dat de nummer twee in San Remo, Lo Stato Sociale met een veel toegankelijker liedje, niet was afgevaardigd. Bij de vakjury werd Italië dan ook 17e. Groot was de verbazing van velen dat het publiek hen op de 3e plaats zette. Gecombineerd werd het een 5e plaats.
Ook in
2019 werd de winnaar van San Remo naar het ESF gestuurd. Die was echter niet geheel onomstreden. De uiteindelijke winnaar Mahmood had hevige concurrentie van Ultimo, Il Volo en Simone Cristicchi. En bij het publiek van nog heel wat anderen, want op de eerste avond eindigde zijn lied
Soldi 21e van de 24, met nog geen 2% van de stemmen. Naar het einde van de week toe werd hij wel populairder, maar dat hij de superfinale bereikte met Ultimo en Il Volo was toch wel een grote verrassing. Daarin had het publiek een duidelijke voorkeur voor Ultimo, boven Il Volo en Mahmood, met respectievelijk 50%, 30% en 20% van de stemmen. Het leek daarmee klaar voor
Soldi, maar doordat de vakjury Mahmood bijna 2/3 van de punten gaf, wipte hij nog net over Ultimo heen en werd hij opeens de winnaar.
Daar ontstond uiteraard een stevige discussie over, waarbij het ook de aandacht trok dat Mahmood Egyptische roots had en een stukje van zijn lied in het Arabisch zong. Alles werd eigenlijk uit de kast getrokken, corrupte vakjuryleden, de racismekaart, een complot tegen Ultimo. Kortom, het bleef nog lang onrustig daar aan de Bloemenrivièra. Na enige twijfel besloot Mahmood wel naar Tel Aviv te gaan om zijn inzending op het ESF te laten horen.
Dat was een verstandige keuze. Het ESF van 2019 was vrij niveauloos en als de vakjury net zo zou stemmen als in Italië, zou Top 10 prima binnen de mogelijkheden liggen. Niet meteen via het publiek natuurlijk, want als de Italianen het zelf al niets vonden, waarom zou de rest van Europa, die de tekst niet eens konden verstaan, dan wel de telefoon pakken? Dat bleek erg mee te vallen. Italië zou zelfs heel dicht bij de overwinning komen en dat mede doordat het publiek zelfs meer punten gaf dan de jury. Helaas voor hen zou Nederland in beide rankings nipt hoger scoren, waardoor het met een kleine achterstand de 2e plaats werd.
Zo is Italië zeker in recente jaren structureel een sterke deelnemer, en lijkt het een kwestie van tijd voordat de derde overwinning eindelijk binnengesleept wordt.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hier is een net overzicht van alle Italiaanse inzendingen en hun resultaten te vinden of kijk naar het filmpje hieronder of klik anders op de spoiler:
SPOILER
De Sahara is zonder meer erg droog.