DENEMARKENWaar kennen we de Denen van?Van de Kleine Zeemeermin, Lego, de letter Ø, vele eilanden en bruggen, Vikingen, Aqua, Mr. 60% Bjarne Riis, achternamen met
-sen, lekkere koekjes, duistere politieseries, de Europees Kampioen van 1992, badminton, Maersk en ook als de gelukkigste mensen ter wereld.
Hoe doen ze het op het ESF?Denemarken heeft door de jaren heen zeer wisselend gepresteerd. Het land boekte de nodige grote successen, maar heeft ook diverse malen flink gefaald. Het valt hierbij op dat zowel goede als slechte scores vaak geclusterd zijn in wat langere periodes van constant vergelijkbare prestaties. In 48 deelnames bereikten de Denen zeven keer het podium, waarbij drie keer de vlag uit kon voor een overwinning. Eén keer werden ze laatste en sinds de introductie van de halve finales werd de finale 12 van de 16 keer gehaald. Daarmee is Denemarken een prima deelnemer, al moet gezegd worden dat het land buiten de winnaars niet zo heel veel ESF-klassiekers heeft voortgebracht.
In vele opzichten zijn Denemarken en Nederland vergelijkbaar. Ook de Denen grossieren in radiovriendelijke liedjes, waar zelden iemand aanstoot aan zal nemen en die meestal wel de nodige punten wisten binnen te slepen uit Noord-Europa en daarmee voor een redelijke eindscore zorgden. Het voornaamste verschil is dat de Denen na een mindere fase in de jaren ‘90 (met de toestroom van veel Oost-Europese landen) wel de stap naar de 21e eeuw wisten te maken. Met een eigen geluid en goed georganiseerde nationale voorrondes, waarin het ESF serieus genomen werd, zijn de prestaties sinds de eeuwwisseling nog net zo goed als in het verleden met jury’s, taalregel en minder deelnemers.
Als het gaat om de puntenverdeling, dan is het vrij snel duidelijk dat Denemarken een voorkeur heeft voor Noordwest-Europese inzendingen en de liefde voor Denemarken ook vooral uit deze hoek komt. De meeste punten gaan van en naar Zweden en Noorwegen. Daarna volgen IJsland, Duitsland, Nederland en de Britse eilanden.
Vanuit Nederland vloeien er regelmatig punten naar Denemarken. Al voor de introductie van het 12-puntensysteem kregen de Denen twee keer 5 van de Nederlandse punten, namelijk voor Birthe Wilke & Gustav Winckler en Grethe & Jørgen Ingmann. In meer recente tijden waren er 12 punten voor Hot Eyes, Birthe Kjær en A Friend In London. Ook waren er nog veel punten voor Tommy Seebach (8), Anne-Cathrine Herdorf & Bandjo (6), Olsen Brothers (10), Rollo & King (10), Jakob Sveistrup (8), Emmelie de Forest (10), Anja (8 (j)), Rasmussen (8 (p)) en Leonora (7 (j) + 5 (p)).
Andersom waren de Denen zeer gecharmeerd van Xandra (8), Linda Williams (7, echt waar), Marlayne (7), Anouk (10), Common Linnets (10), Douwe Bob (7 (j) + 7 (p)), OG3NE (5 (j) + 1 (p)), Waylon (5 (p)) en Duncan Laurence (7 (j) + 7 (p)).
Hoe ging het door de jaren heen?Denemarken wilde eigenlijk al aan het allereerste ESF meedoen, maar was te laat met de inschrijving. Daardoor volgde het debuut in
1957. Het debuut van Birthe Wilke en Gustav Winckler was dat jaar verre van geruisloos. Niet meteen vanwege het liedje, dat vrij snel vergeten was, maar meer door het controversiële einde van hun act, die werd afgesloten met een 13 seconden durende zoen, die beide artiesten elkaar vol op de mond gaven. Naar verluid had er iemand met zijn arm moeten zwaaien zodra de twee moesten stoppen, maar die was op het grote moment niet aanwezig, dus bleven ze maar doorzoenen. Het deed het resultaat goed, want achter Nederland en Frankrijk werden de Denen dat jaar 3e. Opmerkelijk genoeg kwam de helft van hun 10 punten uit Nederland.
![gustavwinckler_birtewilke_mgp_aop.jpg]()
Na een aantal resultaten tussen de 5e en 10e plaats, voor eigenlijk zonder uitzondering nogal oninteressante liedjes, volgde opeens de eerste Deense zege in
1963. Grethe & Jørgen Ingmann wonnen met
Dansevise. Dat gebeurde op een om meerdere redenen controversieel ESF. Eerst gaf Frankrijk de organisatie weg aan het Verenigd Koninkrijk, omdat het de kosten na meerdere zeges in korte tijd niet kon dragen. Verder boekte Nederland een triest record, door als eerste land twee jaar na elkaar nul punten te scoren. De grootste ophef werd echter gecreëerd door de puntenuitreiking. De Noorse spokesperson gaf de punten op onjuiste wijze door, waarna deze op verzoek dat aan het einde van de puntentelling nog eens mocht herhalen. In deze ‘nieuwe’ Noorse puntenverdeling kreeg Denemarken opeens meer punten, waardoor Zwitserland onverwacht de overwinning door de neus geboord werd. Hoewel later iedereen verklaarde dat dit de correcte Noorse punten waren, was het kwaad al geschied en sprak iedereen over doorgestoken kaart van de Scandinaviërs op het ESF.
Het was bijzonder dat een echtpaar het ESF wist te winnen. De Ingmannetjes waren verder als duo minder succesvol dan het solowerk van Jørgen, zeker na hun scheiding in 1975. Beiden zijn ondertussen niet meer onder ons. Grethe overleed op haar 52e aan kanker, terwijl Jørgen enige jaren terug op 89-jarige leeftijd zijn laatste adem uitblies.
Nadat aan dit succes geen vervolg gegeven kon worden in de drie volgende jaren, besloten de Denen er mee op te houden na een 14e plaats in
1966. Of eigenlijk besloten de Denen dat niet, maar werd dit voor hen besloten door de nieuwe televisiebaas Niels Jørgen Kaiser, die het ESF kwalitatief ondermaats vond. Ook hier zie je weer een soort van overeenkomst met Nederland, waar een klein aantal mensen kan bepalen wat er gebeurt met iets wat het hele volk waardeert, zoals het ESF. Nadat deze man weer vertrokken was, keerde Denemarken terug in
1978.
Echt grote successen waren er niet meteen na hun rentree, hoewel Tommy Seebach in
1979 6e werd met Disco Tango. Voor Tommy was dit succes een mooi hoogtepunt in zijn professionele en persoonlijke leven, dat vanaf dit punt een duidelijke glijbaan naar beneden nam. Hij deed nog zes keer mee aan de Deense voorronde en zou die nog twee maal winnen. In
1981 werd hij op het ESF 11e, samen met de charmante Debbie Cameron, en in
1993 zelfs 22e. Op dat moment was hij al jaren aan de drank en de Deense omroep vreesde het ergste voor zijn optreden, dat hij ongetwijfeld in benevelde toestand ging doen. Hoewel dat niet echt opviel - hij zag eruit als Jean Nelissen op een mindere dag, maar zong vrij normaal - betekende zijn slechte score wel dat Denemarken in
1994 niet mocht meedoen. Deze uitslag en zijn ondertussen algemeen bekende levensstijl markeerden ook min of meer het einde van zijn zangcarrière. Ook zijn huwelijk met zijn vrouw Karen, met wie hij drie kinderen had, liep op de klippen. En uiteindelijk kon ook zijn lichaam de alcohol niet meer aan en overleed hij (wrang genoeg niet lang na een succesvol verblijf in een afkickkliniek) in 2003 op 53-jarige leeftijd.
![tommyseebachdokunsa.jpg]()
De magere periode kwam ten einde in
1984, toen de Denen erin slaagden een succesvolle ESF-stijl te vinden. Het was het typisch Scandinavische uptempo geluid dat het festival rond de tweede helft van de jaren ‘80 domineerde en waarmee de Bobbysocks en Carola ook wisten te winnen. De Denen stuurden ook diverse inzendingen in dit genre en hoewel ze niet wonnen, leidde dit tot een groot aantal goede uitslagen in deze periode.
De belangrijkste vertegenwoordigers van deze sound waren Kirsten en Søren, die zichzelf over de grens Hot Eyes noemden. In
1984 behaalden ze met
Det’ Lige Det een fraaie 4e plaats, de beste Deense score in meer dan 20 jaar. Als je het nu terughoort, klinkt het vooral als een wat truttige versie van
La Det Swinge, dat een jaar later namens Noorwegen zou winnen, maar ook deze poging kon de jury’s zeker bekoren. Gedreven door hun populariteit zouden ze ook de voorronde winnen in
1985 en
1988. Bij hun tweede poging werd het zingende duo, voor de gelegenheid aangevuld met een op het podium rondhuppelend kind, slechts 11e. Maar in 1988 hoefden ze alleen Céline Dion en Scott Fitzgerald voor te laten gaan en scoorden ze een fraaie 3e plaats. Op dat moment was Kirsten hoogzwanger en slechts drie weken later beviel ze van haar tweede zoontje. Voor Hot Eyes was dit wel het laatste onderdeel van hun samenwerking, beide leden gingen solo. Søren legde zich vooral toe op het schrijven van liedjes voor anderen, en nam op die manier nog enkele malen deel aan de Deense voorronde, zij het zonder al te veel succes. Kirsten wilde in
1990 nog eens naar het ESF, maar tijdens de stemperiode voor het publiek bij de voorronde werkte haar telefoonnummer niet vanwege een technische storing, waardoor ze op 0 stemmen bleef steken. Ze besloot daarop de ESF-wereld te verlaten en zou later nog indruk maken als Edith Piaf-imitator.
Verdere Deense vrolijkheid kwam van Lise Haavik (6e in
1986), Birthe Kjær (3e in
1989) en Lonnie Devantier (8e in
1990). De score van 111 punten van Birthe was lange tijd de hoogste Deense score ooit. Het niet briljante, maar wel vermakelijke lied had wellicht ook wel de eerste plaats verdiend, want op dit matige ESF waren de Joegoslavische winnaar Rock Me en de Britse runner-up Why Do I Always Get It Wrong bepaald niet beter. De uptempo melodieën werden afgewisseld door het rustige
En Lille Melodie van Anne-Cathrine Herdorf, dat 5e werd in
1987.
Het is voor de Denen bijzonder spijtig dat ze in deze succesperiode geen overwinning hebben kunnen pakken. Met de overgang naar de jaren ‘90 en veranderende muzikale voorkeuren in Europa brak een bijzonder magere periode aan. Denemarken ging zich toeleggen op radiovriendelijke liedjes, maar het kostte nog zo ongeveer het hele decennium om ook om te switchen van oubollige Muziekfeest-op-het-Plein deuntjes naar eigentijdse inzendingen. Door de matige inzendingen mochten de Denen niet meedoen in
1994,
1996 en
1998. De enige inzending die zich aan de malaise onttrok was
Fra Mols Til Skagen van Aud Wilken in
1995. Een jaar nadat onze oude Willeke nog had gefaald, scoorde dit unieke geluid wel een fraaie 5e plaats. Een mooie opsteker voor de toen 30-jarige zangeres, die op haar 9e met haar familie uit Oost-Duitsland was ontsnapt naar Denemarken.
Het was gunstig voor Denemarken dat de taalregel werd afgeschaft in
1999. Hoewel het type inzendingen niet wezenlijk veranderde, was dit nu niet meer in onbegrijpelijk Deens gebrabbel, maar kwam de boodschap in heel Europa goed over. In
2000 resulteerde dit in zeer verrassend groot succes.
Dat jaar deden de Olsen Brothers mee aan de nationale voorselectie. Dat was niet meteen opvallend, want dat hadden Jørgen (50) en Niels (46) al vier keer eerder samen gedaan en Jørgen ook nog eens twee maal solo. De eerste poging, gezamenlijk in 1978, was de best scorende, met een tweede plek. Winnen was nog nooit gelukt. Dat was opvallend want ze waren al vanaf zeer jonge leeftijd zeer succesvol in eigen land. Al in 1965 speelden ze als het duo “The Kids” in het voorprogramma van The Kinks, toen die een concert deden in Denemarken. 35 jaar en diverse hits verder, konden ze de kroon op hun carrière zetten, toen ze de voorronde wonnen, met toen nog de Deense versie van
Fly On The Wings Of Love.
![R-11736046-1525941070-6278.jpeg.jpg]()
Dat was naar goed Deens gebruik een sympathieke inzending, maar voor het grote ESF toch veel te onopvallend. Een jaar na de uptempo successen van Charlotte Nilsson en Selma was iedereen er van overtuigd dat succes zou volgen in dit genre. Daarnaast was de introductie van de televoting in de jaren ervoor een goede reden om aan te nemen dat het publiek op mooie jonge mensen, met spectaculaire acts, zouden gaan stemmen en sowieso niet op twee oude knarren met een kabbelend deuntje. Veel landen hadden zich op enige wijze aangepast. Rusland (Alsou, 2e) en Estland (Ines, 4e) stuurden jonge zangeressen, Letland (Brainstorm, 3e) stuurde een groep met een leuke zanger, Duitsland (Stefan Raab, 5e), Zweden (Roger Pontare, 7e) en Nederland (Linda en haar jurk, 13e) gingen voor de act, en ook de lager geklasseerde landen gingen meestal op één of andere wijze voor minimaal één van deze elementen. Achteraf beschouwd is het dan ook volledig logisch dat de Olsen Brothers, die zo ongeveer als enigen volstrekt normaal deden, er om die reden uitsprongen. Maar dat had van tevoren niemand echt voorzien. Zelfs tijdens de repetitieweek bleven de twee heren onder de radar. Pas op de generale repetitie, het eerste optreden met publiek, viel het op dat het dak eraf ging tijdens
Fly On The Wings Of Love. Een dag later gebeurde dat ook in 100 miljoen Europese huiskamers. En dat met een act die voornamelijk bestond uit een lichtflits bij de climax van het nummer. Verder gebruikte het duo een vocoder, een elektrisch apparaatje om de stem op een bepaald moment te vervormen. Het was genoeg om met grote voorsprong te winnen. Daar konden ook Russische bezwaren tegen het gebruik van de vocoder niets aan veranderen. Het apparaat was in de reglementen niet opgenomen, dus kon het ook moeilijk verboden worden. De overwinning was binnen, en hoewel dit niet meteen tot een wereldwijde carrière leidde, hebben de broers in eigen land voor altijd aanzien vergaard.
Zoals dat bij Denen vaker ging, werd ook dit succes direct gevolgd door een nieuw succes. Op het ESF van
2001 in eigen land waren Rollo & King met
Never Ever Let You Go favorieten voor een nieuwe eindzege. Hun liedje en uitstraling waren vergelijkbaar met het jaar ervoor, maar in alle opzichten in een wat moderner jasje gestoken. De laatste startpositie was ook bijzonder gunstig geloot, zeker in het zwakke deelnemersveld dat jaar. Ze kwamen héél dichtbij een nieuwe zege, en pakten ook bijna net zo veel punten als de Olsen Brothers, maar aan het eind van de show bleek het Estse
Everybody net iets populairder te zijn. Een feit dat het thuispubliek overigens maar moeilijk kon verkroppen, want het stadion stroomde direct na de beslissing leeg.
Desondanks was het een prestatie voor Rollo & King. De groepsnaam is trouwens gevormd met de twee populairste hondennamen in Denemarken (leuk weetje voor op verjaardagen), eigenlijk heten ze Søren en Stefan en werkten ze als leraren. Echt goed overweg met elkaar konden ze blijkbaar niet, want ondanks het grote succes in het tweejarige bestaan van de groep gingen ze kort na het ESF uit elkaar.
In
2002 was het opeens gedaan met het succes en volgde een mindere periode. De zenuwachtige Malene tekende voor de enige Deense laatste plaats in de historie, en dus mochten ze in
2003 niet meedoen, waarna Tomas Thordarson in
2004 in de halve finale bleef steken, ondanks zijn opvallende rode pak, nog roder dan een pak Douwe Egberts. In
2005 was er weer een succesje toen Jakob Sveistrup 10e werd met
Talking To You. Hiermee grepen de Denen terug op de sound die rond de eeuwwisseling succesvol was en ook deze keer was de zanger eigenlijk een leraar. Hij werkte tot zijn muzikale doorbraak met autistische kinderen.
In
2006 werd Sidsel Ben Semmane 18e met het voor het EUROvisie Songfestival veel te Amerikaanse
Twist Of Love. Ze is tegenwoordig overigens te boeken onder de jeukopwekkende artiestennaam Miss Lil’ Ben. In
2007 had Denemarken hun poging om leuk te doen met DQ. Deze Drama Queen faalde hopeloos in het jaar van Verka Serduchka. Pas toen de Denen weer teruggrepen naar hun traditionele radiohits werd de finale en daarin logischerwijs de middenmoot weer bereikt. In
2008 en in
2009 werden ze achtereenvolgens 15e en 13e met twee weinig memorabele inzendingen. Eerst Simon Matthew met All Night Long, waarbij het refrein nog het meest leek op de oude tune van Sesamstraat. Daarna Niels Brinck met Believe Again. Hij komt uit Aabyhøj en was in Denemarken enige tijd vrij populair.
In
2010 brak weer een succesvolle periode aan. Chanée en N’Evergreen zongen
In A Moment Like This. N’Evergreen, eigenlijk Tomas Christiansen, is een zanger die al een aantal grote hits had gescoord in Oost-Europa en zich daarmee zeer geschikt achtte om het ESF te gaan winnen. Chanée is een lekker arrogante Thais-Deense zangeres, die met hem een gelegenheidsduo vormde. Niet geheel verrassend hadden ze vrij snel na de gewonnen voorronde knallende ruzie, en wisselden ze geen woord meer met elkaar. Ondanks die beperking wisten ze toch een goed optreden neer te zetten, en eindigden ze als 4e.
Ook in
2011 volgde een topscore met de groep A Friend In London met het lied
New Tomorrow. Het nummer scoorde vooral op basis van het herkenbare geluid, aangezien het van overal en nergens bij elkaar gejat was. Met name het refrein dat exact uit een Chinese plaat komt, is vrij schaamteloos overgenomen. Verder heeft het gelijkenissen met
Sing For Me van Andreas Johnson (MF 2006). Het publiek, dat alle liedjes voor het eerst hoorde, stemde enthousiast op de melodie, wat zelfs 12 punten uit Nederland opleverde. Toen Mandy Huydts dat als spokesperson uitsprak, werd ze door de zanger van de band bedankt met een weinig subtiel “
I wanna fuck you”.
Na een dipje in
2012, toen Soluna Samay in de achterhoede eindigde (en het leek er bijna op alsof er bewust een groep onaantrekkelijke mensen bij elkaar gezocht was), kwam de echte knaller in
2013. Emmelie de Forest was vanaf haar overwinning in de Deense voorronde topfavoriet om dit kunststukje te herhalen op het ESF. Dat was opmerkelijk, want de 20-jarige was zelfs in eigen land nog een onbekende zangeres zonder relevante ervaring en het liedje was naar goede Deense gewoonte prettig om te beluisteren, maar niet uitzonderlijk speciaal. Op het ESF van dat jaar waren de ‘frisse popliedjes’ echter dun gezaaid, terwijl daar altijd wel een publiek voor is. Ze maakte de hoge verwachtingen dan ook waar. Op blote voeten en met een gouden regenbui op de achtergrond pakte ze het Europese publiek in.
Only Teardrops kreeg punten uit alle landen, behalve het eerst stemmende land San Marino, en won met 47 punten voorsprong op Azerbeidzjan. Daarna werd het in heel Europa een mooie hit, die door niemand minder dan Nicole nog in het Duits werd opgenomen. En daarna hebben we toch niet zo heel veel spannends meer gehoord van Mevrouw de Forest. Rond het ESF van 2014 kreeg ze wat aandacht voor de toen nieuwe single
Rainmaker, maar daarna werd het vrij stil. Een recent wapenfeit was het schrijven van de Britse inzending van 2017.
Ook in
2014 behaalde Denemarken de Top 10. Basim’s
Cliché Love Song werd 9e en was nummer 1 bij de jury’s van IJsland, Duitsland en Roemenië, nog voor Conchita, Common Linnets en Sanna Nielsen. Bij het publiek scoorde het nummer amper, en dit bleek een voorbode van mindere prestaties in de jaren die zouden volgen. Anti Social Media en Lighthouse X misten met wederom vergeetbare liedjes de finale in
2015 en
2016.
In
2017 glipte Anja Nissen er als 10e nog net in, om uiteindelijk 20e te worden in de grote finale. De EBU gooide haar ook nogal opzichtig onder de bus, met een startpositie tussen Francesco Gabbani en Salvador Sobral. Anja groeide overigens op in de Blue Mountains in Australië.
In
2018 volgde een inzending die enerzijds atypisch was binnen de eindeloze reeks van Deense radiohits, maar die anderzijds ook eigenlijk alleen maar uit Denemarken kon komen. Het gaat om de zingende Viking Rasmussen met
Higher Ground.
Rasmussen is eigenlijk Jonas Rasmussen uit Viborg, die als artiest alleen zijn achternaam gebruikt. Een achternaam die wij in Nederland toch vooral associëren met Michael Rasmussen. De wielrenner die in 2007 namens de Rabobank de Tour de France leek te gaan winnen, maar uiteindelijk wegens vals spel uit de wedstrijd werd gezet. Daarna won de immer eerlijke Spanjaard Alberto Contador (hahahaha). Jonas Rasmussen daarentegen was vooral bekend als zanger van het bandje Metal Heröes.
Op het ESF werd eigenlijk niets verwacht van
Higher Ground. Het liedje was wel uniek in het deelnemersveld, maar gaat drie minuten lang nergens heen. Het haalde wel de finale, en daarin werd het 20e bij de jury’s. Tot verbazing van velen vond het publiek het echter geweldig, en daar werd het een 5e plaats. Gecombineerd de 9e plaats en daarmee de best scorende Deense inzending van de voorbije paar jaar.
Ook in
2019 bereikte Denemarken de finale. Leonora was de uitvoerende. Zij heeft talent voor muziek en kunstschaatsen, en in beide kunstvormen is ze momenteel actief, zij het dat ze bij de muziek de uitvoerende is en op de ijsbaan alleen nog als coach.
Ze won de voorronde met
Love Is Forever. Dat had ze te danken aan de jury, want de televoters hadden Julie & Nina in gedachten als Deense afvaardiging. Dat lag ongetwijfeld gedeeltelijk aan het liedje, maar Leonora is ook niet de meest charmante ESF-deelneemster die ooit meedeed. Om dit enigszins te camoufleren in Tel Aviv werd er een leuke act bedacht met een enorme stoel en werd de zangeres omringd door mensen die er wat beter uitzagen. Het zorgde er inderdaad voor dat de scores van jury en publiek meer in evenwicht waren en de 12e plaats was een prima uitslag.
Leonora (m.).Zo blijven de Denen goede en slechte tijden afwisselen. Met hun middle-of-the-road muziek slagen ze er vaak in om redelijk te scoren, maar het is wel zo dat dit genre vooral scoort als er niet te veel andere landen in dezelfde vijver vissen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hier is een net overzicht van alle Deense inzendingen en hun resultaten te vinden of kijk naar het filmpje hieronder of klik anders op de spoiler:
SPOILER
De Sahara is zonder meer erg droog.