CYPRUS Waar kennen we de Cyprioten van? Van de tweedeling tussen het Turkse en Griekse deel natuurlijk. Verder als een zonnig eiland, dat bij de EU hoort, maar geografisch in Azië ligt. Ook was Cyprus de tegenstander in de bomwedstrijd waardoor Nederland bijna niet naar het EK Voetbal in 1988 mocht. Ook van de Mandolinen uit Nicosia van de Zangeres Zonder Naam. De naam Cyprus is afgeleid van koper, dat veel in de grond te vinden is. Ze rijden er links en er was natuurlijk een financiële crisis enige jaren terug.
Hoe doen ze het op het ESF? Cyprus is sinds 1981 actief op het ESF en heeft sindsdien 36 keer deelgenomen. Na een goede start met een 5e en 6e plaats, volgden vooral eindklasseringen in de middenmoot, waarbij de 5e plaats als beste resultaat nog twee keer geëvenaard werd. Dat was in de beste fase van het land in de jaren ´90 en het begin van de jaren ´00. Tussen 2006 en 2014 waren de Cyprioten maar twee keer aanwezig in de finale, maar sindsdien gaat het wel iets beter, met in de voorbije vijf jaar telkens kwalificatie naar de finale en in 2018 Fuego als absolute klapper op de 2e plaats.
De inzendingen van Cyprus door de jaren heen waren vaak ballads of door Griekenland geïnspireerde uptempo plaatjes. De ballads werden bij een goede uitvoering meestal wel redelijk beloond in het jury-tijdperk, wat in combinatie met de bijna standaard 12 punten uit Griekenland leidde naar veel behoorlijke uitslagen. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat een nogal groot deel van de Cypriotische inzendingen van voor de eeuwwisseling een ietwat oubollig karakter hebben. Het is pas van de heel recente tijd dat de liedjes wat gevarieerder en moderner klinken.
Na het afschaffen van de taalregel zijn de meeste inzendingen in het Engels, al waren er ook nog drie Cypriotische pogingen. Evridiki zong nog eens geheel in het Frans, terwijl Voice Italiaanse elementen toevoegde aan hun lied. Het ESF is vrij populair op Cyprus. Hoewel het eigen land niet zo goed scoort, zijn veel artiesten die Griekenland vertegenwoordigen ook populair op Cyprus, soms zelfs populairder dan de eigen deelnemers, en voor Griekenland is er geregeld iets te juichen.
Deze beelden komen niet vaak voor. Bij de puntenverdeling is de relatie met Griekenland bekend. Beide landen geven elkaar bijna altijd de 12 punten. Heel in het begin wilden de landen elkaar nog weleens iets minder geven. In 1983 gaf Griekenland zelfs een keer geen enkel punt. In alle andere gevallen gingen er minimaal 6 punten van land naar land. Een recente uitzondering zonder 12 punten over en weer is 2015, toen beide landen de 12 gaven aan Italië. In 2016 gaf Cyprus Griekenland in de halve finale 15 punten, waarbij de jury het zwakke
Utopian Land maar 3 punten gaf. In de voorbije drie jaar werden er echter meestal weer 24 punten aan elkaar gegeven, wat ook een tekortkoming van het nieuwe stemsysteem aangeeft.
Met Turkije is de relatie altijd moeizaam gebleven. Hoewel de relatie van Turkije met Griekenland uiteindelijk redelijk ontdooide, gaven Cyprus en Turkije elkaar vrijwel nooit punten.
Bij de puntenverhouding met Nederland valt het op dat Nederland een aantal keer zeer hoge scores aan Cyprus heeft gegeven en verder bijna niets. Er waren punten voor Island (8), Anna Vissi (12), Alexia (2), Evridiki(1992, 8), Chara & Andreas Konstantinou (10), Lisa Andreas (8), Eleni Foureira (6 (j) + 5 (p)) en Tamta (1 (j)).
Andersom was er liefde voor Linda Williams (2), Bernadette (5), Frizzle Sizzle (1), Maywood (2), Humphrey Campbell (7), Maxine & Franklin Brown (5) en Linda Wagenmakers (5) en Duncan Laurence (5 (j) + 6 (p)). Opvallend is dat Marcha, Ruth Jacott, Edsilia en Anouk ondanks goed scorende inzendingen misgrepen.
Hoe ging het door de jaren heen? Cyprus debuteerde in
1981, met een gelegenheidsgezelschap, met de nogal matige naam Island. Het waren twee mannen en twee vrouwen, een groepssamenstelling die we in de jaren ‘70 gelukkig nog niet al te vaak hadden gehad. Hun liedje
Monika, met het refrein
Moni-Moni-Moni-Moni-Monika dat lekker bleef hangen, was zeker niet onverdienstelijk. Het zou 6e worden.
In
1982 ging een grote ster van het eiland naar het festival. Anna Vissi zong
Mono I Agapi. Het was een wat rustiger (en ook iets minder leuk) liedje dan
Autostop, waar ze in 1980 namens Griekenland mee deelnam, maar het scoorde wel duidelijk beter. Anna’s optreden bracht het lied naar een hoger plan.
Op het ESF voelt de familie zich als een Vissi in het water
(twijfelgevalletje, maar we laten hem erin), want haar zus Lia (in haar paspoort Olympia) Vissi hengelde in
1985 ook naar een toppositie. Daar zou ze niet in slagen met een 16e plek. Anna was de meer getalenteerde zangeres, want zij werd 5e.
De rest van de 80s kenmerkte zich als een periode met weinig verheffende inzendingen uit Cyprus. In
1986 werd Elpida zelfs laatste. In andere jaren kwam Cyprus hier altijd wel onderuit bij matige liedjes, vanwege de 12 punten uit Griekenland, maar die deden dit jaar niet mee. Ook Cyprus zelf ontbrak een keer. In
1988 werd het lied
Thimame gediskwalificeerd omdat het 4 jaar eerder ook al aan de voorronde had deelgenomen. Niet geheel verrassend mocht dat niet.
Tussendoor in
1987 had Alexia een nette 7e plaats gehaald met
Aspro Mavro. Ze was geen aspirant-Mavo-leerling, maar de titel betekent
Wit-Zwart en dat slaat dan weer op de toetsen van de piano. En elke keer als Alexia piano speelde, moest ze weer aan haar geliefde denken, vandaar dit lied met deze titel, waarmee ze indruk maakte op het ESF in Brussel.
In de jaren ‘90 vond Cyprus een methode om rond de 10e plaats te eindigen. Bijna al hun inzendingen waren ballads, vertolkt door iemand die redelijk kon zingen. De trein naar de vergetelheid stond vaak al naast het podium te wachten om de deelnemer van dienst mee te nemen, maar de vakjury’s gunden de Cyprioten meestal wel wat punten voor hun liedjes, vandaar dat ze over het algemeen wel aardig scoorden. Tussen 1989 en 1998 waren ze bijzonder stabiel met onder meer drie 9e en vier 11e plaatsen.
In
1991 werd Elena Patroklou 9e met
SOS, een makkelijk te vertalen titel. Ze had eerder meegedaan als achtergrondzangeres in 1987 en 1989 en beschaamde het vertrouwen niet met deze powerballad.
In zowel
1992 als
1994 werd Cyprus vertegenwoordigd door de zangeres Evridiki. Zij studeerde aan muziekscholen in Nicosia, Parijs en Boston, dus het was wel duidelijk wat haar droom was. Vanaf het begin in 1991 werd haar talent herkend, en dat werd dus onder meer erkend via haar ESF-deelnames. Ze trouwde met Giorgos Theofanous, een Cypriotische producer, die verantwoordelijk is voor een groot deel van Evridiki’s repertoire in de 90s. Dit waren veelal ballads. Na hun echtscheiding in 2000 richtte Evridiki zich op wildere muziekstijlen, waarmee ze zichzelf heruitvond en uiteindelijk is ze één van de bestverkopende artiesten allertijden geworden in Griekenland en Cyprus. Op het ESF werd ze twee keer 11e, waarbij met name haar tweede deelname
Eimai Anthropos Ki Ego in 1994 wel iets meer had verdiend.
In
1995 ging Alexandros Panayi met
Sti Fotia. Alex is een groot muzikaal talent en met zijn lange haren een opvallende verschijning. Hoewel hij zelf niet zo veel hits heeft gescoord, heeft hij een bijzonder afwisselende carrière achter de schermen. Zo werkte hij als zangcoach voor Anna Vissi, Helena Paparizou en Philipp Kirkorov. Hij schrijft musicals. Hij was stemacteur in meer dan 40 grote tekenfilms, zoals Tarzan en Lion King. Hij was coach bij X-Factor en soortgelijke programma’s. Daarnaast is hij zeer regelmatig actief voor de Cypriotische kankerstichting, onder meer in reclamespotjes.
Voor het ESF was hij zelf twee keer actief als deelnemer. In 1995 dus, toen hij 9e werd. Later nog eens als onderdeel van Voice in 2000, maar dat werd geen succes, want Cyprus werd 21e en mocht het jaar erna niet meedoen. In 1990, 1993, 1998 en 2009 bleef hij met zijn liedjes in de Cypriotische voorronde steken. Ook was hij betrokken als achtergrondzanger bij onder meer Helena Paparizou, Sakis Rouvas en Litesound. Tevens werkte hij zo’n tien keer als vocal director op het ESF, onder meer voor Fabrizio Faniello, TEO en Farid Mammadov.
Hoewel de vele rustige inzendingen zeker niet onaardig waren, was het een welkome afwisseling in
1997 dat er met
Mana Mou werd gekozen voor een uptempo liedje. Hara & Andreas Konstantinou waren de vertolkers van het liedje dat over Cyprus zelf gaat. Het was toen nog niet zo gebruikelijk dat het& #8216;Griekse’ dance-geluid op het ESF aanwezig was en daarmee onderscheidde het duo zich. Vanaf de eerste startpositie was het een mooie opener en kreeg het lied 12 punten van IJsland en (vanzelfsprekend) Griekenland en werd het knap 5e. Het is niet helemaal duidelijk wat er sindsdien van deze artiesten is geworden, want bijna alle geschreven teksten over hen gaan over hun ESF-deelname.
In
1998 werd de grote ster Michalis Hatzigiannis gestuurd met
Genesis. Niet met die band, maar zo heette het liedje, dat 11e werd.
In
1999 moest het dan gaan gebeuren. Marlain won de voorronde eenvoudig met
Tha ‘Ne Erotas en dit lied werd meteen één van de topfavorieten om het ESF dat jaar te winnen. Marlain, niet te verwarren met onze Marlayne die dat jaar ook meedeed, was een musicalster, die rondtourde in het Verenigd Koninkrijk. Ze groeide op in Venezuela, België en Cyprus en had dus al de nodige ervaring in de wereld.
Voor een zangeres met een gouden strot is het de kunst dit om te zetten in grote hits. Dat leek met het ESF-lied te lukken. Maar toen kwam de loting. Een startpositie na een commerciële onderbreking of als tweede kan ongunstig zijn. Marlain kreeg het echter voor elkaar als 14e te loten, direct na de IJslandse Selma en direct voor de Zweedse Charlotte Nilsson. Die werden 2e en 1e en tussen dat soort vergelijkingsmateriaal viel Cyprus helemaal weg. In plaats van mee te strijden om de overwinning werd de puntentelling een ramp, met slechts 2 punten uit het Verenigd Koninkrijk en een 22e plaats.
In de 21e eeuw mocht er in het Engels gezongen worden en in
2002 deed Cyprus dat voor het eerst. De boyband One vertegenwoordigde het land dit jaar met
Gimme. Na de successen van de boybands in de jaren& #8216;90 zag je die kort na de eeuwwisseling ook geregeld op het ESF verschijnen. Zoals altijd hebben de muziektrends meestal wat vertraging voor ze op het festival opduiken. Het lied
Gimme, in de tekst uiteraard gevolgd door
“your love”, was nogal clichématig. Het optreden als opening van dit jaar bleef vooral hangen omdat er kort na het begin opeens
ugly duckling in beeld stond voor enkele seconden. Een technisch foutje, maar vermoedelijk trok het de aandacht en het heeft de heren geen windeieren gelegd, want ze werden 6e en hun plaat werd een gigantische hit in Griekenland en Cyprus.
In
2004 werd de voorronde gewonnen door de piepjonge Lisa Andreas. Als 16-jarige mocht ze naar Istanbul met
Stronger Every Minute. Lisa heeft de Cypriotische nationaliteit, maar bijna haar hele leven in Engeland gewoond. Haar gevoelige ballad sprak aan bij het publiek, want het haalde de finale en kreeg daarin van bijna iedereen punten, wat resulteerde in een gedeelde 5e plaats met Zweden. Helaas voor Lisa bleef haar gedroomde carrière als topzangeres daarna uit. Ze dook alleen nog eens op in de Britse X-Factor, maar zonder al te veel succes.
Na deze fraaie prestatie was het beste er lange tijd af bij Cyprus. Het land zou 14 jaar moeten wachten voordat de Top 15 weer eens werd gehaald. Tussen
2006 en
2009 werd vier keer op rij de finale gemist. Onder meer Evridiki in
2007 kon haar rentree niet opfleuren met een goed resultaat. Haar
Comme Ci Comme Ca was nochtans een favoriet voor een goede score.
In
2010 was Cyprus weer enigszins succesvol. Jon Lilygreen ging naar het ESF, en hij werd bijgestaan door de band The Islanders. Na Island, Voice en One weer een vrij generieke bandnaam, maar vooruit.
Life Looks Better In Spring was weer een rustige inzending en dankzij een late loting glipte het vanaf de 10e plaats de finale in. Daarin moest het redelijk aan het begin en werd het dus 21e.
In
2011 had Christos Mylordos ondanks een briljante artiestennaam minder succes. Zijn Griekse
San Aggelos S’Agapisa werd 18e in de halve finale en wist alleen de 3JS achter zich te houden. Het liedje ging ook drie minuten nergens heen en werd onderbroken door een
ohoho schreeuwende zangeres die met een bal aan een touw stond te zwaaien halverwege het optreden. De televoters en juryleden konden er echter geen touw aan vastknopen wat dit moest voorstellen.
In
2012 was er een betere inzending. Ivy Adamou uit Famagusta, die goed gepresteerd had in de Griekse X-Factor, won de voorronde met La La Love. Dit was een danceplaatje van een jonge zangeres en daarmee eigenlijk automatisch een fanfavoriet. Maar ook bij de bookmakers werd een finaleplek en misschien Top 10 verwacht. Dat eerste zou zonder al te veel problemen lukken, dat 2e niet, want ze werd ietwat teleurstellend 16e. Danceliefhebbers gingen massaal voor
Euphoria, wat Cyprus punten kostte. Niet geheel toevallig kreeg dit lied (naast de Griekse 12) de maximale score uit Zweden. Die konden immers niet op Loreen stemmen.
In
2013 was er minder succes. De ballad
An Me Thimasai was vocaal veel te hoog gegrepen voor zangeres Despina Olympiou en ze werd voorlaatste in de halve finale. In
2014 was Cyprus er zelfs helemaal niet bij. De financiële crisis had hard toegeslagen en er was geen geld voor een ESF-deelname.
In
2015 was er aan budget blijkbaar geen gebrek, want er was een bijzonder lange voorselectie. Eerst waren er zes auditierondes, vervolgens een kwartfinale en een halve finale. Ten slotte kwam eindelijk de grote finale, waar onder meer Hovig en Minus One aan meededen. Het mooie was dat na bijna drie maanden aan selectierondes, de winnaar uiteindelijk zowel niet de favoriet van de jury was als niet van het publiek. De jury wilde Minus One, het publiek wilde Panagiotis. Hovig werd bij beide derde en de eindwinnaar werd twee keer tweede: Giannis Karagiannis.
Zijn inzending
One Thing I Should Have Done was een voorbeeld van wat dan een ‘klein liedje’ is. Een rustige inzending, zonder rare act of verkleedpartijen. Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. In Nederland krijg je ook al snel de handen op elkaar als je voorstelt eens zoiets te sturen. Hoewel het soms scoort, eindigt de meerderheid van de kleine liedjes ook met een kleine score. De grens tussen minimalistisch en onopvallend is immers zo overschreden. Giannis was geen uitzondering. Hij haalde vanaf een late startpositie simpel de finale, maar daar moest hij optreden tussen winnaar Zweden en debutant Australië. Omringd door zoveel geweld bleef het liedje niet overeind, en het eindigde 22e met 11 punten. 1 uit Slovenië en 10 uit...inderdaad. En dat was jammer, want deze sympathieke zanger met zijn al even sympathieke liedje had best een mooiere score verdiend.
In
2016 werd de voorronde overgeslagen en de jury-favoriet van een jaar eerder intern aangewezen. De rockgroep Minus One ging met een liedje van Thomas G:Son. Dat is dus rockmuziek, maar dan salonfähig
(een kans om dit woord te gebruiken dient men niet te laten liggen) gemaakt voor het ESF.
Het lied waar het om ging was
Alter Ego, dat op het festival prima gebracht werd door de ervaren band. Het ging ook zonder problemen naar de finale, maar daarin viel de 21e plek weer nogal tegen. Met name bij de jury’s scoorde Minus One bijzonder matig.
In
2017 werd de uitslag van de voorronde van 2015 nog maar eens gebruikt ter inspiratie van het intern selecteren van de artiest. Hovig mocht de vlag verdedigen. Dit was een half-Armeense en half-Cypriotische zanger. Een handige keuze, want daarmee was er goede kans op hoge punten bij jury en publiek uit niet alleen Griekenland, maar ook Armenië. Naar later zou blijken, kreeg Hovig door er alleen maar te zijn al een startpremie van respectievelijk 42 en 43 punten in de halve en grote finale.
Zijn lied
Gravity was overigens zeker finale-waardig, dus dat scheelt. Het zou ook zonder steun naar de finale zijn gegaan. In de finale kon hij een zetje in de rug wel gebruiken, want met 68 punten werd Hovig 21e.
Eleni Foureira. En zo werd het
2018, het jaar waarin Cyprus voor het eerst sinds hun debuut echt mee zou gaan strijden om de eindoverwinning. Het zou mooi zijn als we hier een verhaaltje neer zouden kunnen zetten over een goed plan van aanpak, dat met beleid gevolgd werd naar het ESF toe, maar daar was eigenlijk geen sprake van. Het was gewoon een bijzonder goed lied van een bijzonder goede uitvoerende, en het moet nog maar blijken dat het geen toevalstreffer was. In eerste instantie was er een voorronde gepland, en er waren ook 24 inzendingen geselecteerd, maar die waren kwalitatief schijnbaar zo matig dat de voorronde geschrapt werd, en er op een laat moment nog naar een intern geselecteerde kandidaat gezocht moest worden. Helena Paparizou bedankte voor de eer, en ook Tamta had geen interesse, waarna Eleni Foureira gelukkig wel ja zei. En ja is in het Grieks né, dus voor je het weet hadden we haar ook nog moeten missen.
Maar Eleni deed het dus wel. Zij werd in 1987 geboren in Albanië. Haar moeder werkte als naaister en haar vader in de bouw, dus het zal geen vetpot zijn geweest bij de Foureira’tjes thuis. Toen ze 10 was, moest de familie ook nog vluchten voor de Albanese oorlog, en kwam het gezin terecht in een buitenwijk van Athene. Maar zo weinig voorspoedig als haar leven begon, zo vlot ging het eigenlijk in haar muziekcarrière. In 2007 deed ze auditie voor de Griekse meidengroep Mystique, waarmee ze succes had, en toen de groep uit elkaar ging, had ze solo nog veel meer succes. Het enige wat eraan ontbrak was een ESF-deelname, want ze greep meermaals mis in de Griekse voorronde.
In 2018 ging ze dus wel, en dat met de etnische klanken van
Fuego. Daarmee kreeg ze de laatste startpositie in de halve finale, dus kwalificatie kon nauwelijks fout gaan. Toch werd het liedje niet echt op waarde geschat in de weken voor het festival. Pas toen tijdens de repetities bleek hoe sterk het optreden van Eleni was, haastte de ESF-gemeenschap zich om Cyprus tot favoriet te bombarderen. En niet zo zuinig ook, want zelfs Israël, dat al maanden de topper was, werd ingehaald bij de bookmakers. Als nummer 1 ging Cyprus de finale in, maar uiteindelijk bleek de Israëlische Netta net aan een maatje te groot, zowel bij de jury als het publiek, waardoor het een tweede plaats werd.
Het was een prachtige prestatie van Eleni, en veruit de beste uitslag van Cyprus. Toch blijft wel het gevoel hangen van een zeer dure gemiste kans, want waar we Zweden of Rusland vanzelf wel weer in de top gaan tegenkomen, is dat bij Cyprus maar zeer de vraag. Het voelt daarmee als Steven Kruijswijk in de Giro van 2016 of Kroatië op het WK Voetbal in 2018. Als je één keer in je carrière zo’n uitschieter naar boven hebt, dan moet je zoals Leicester City in de Premier League ook alles pakken, want een tweede kans komt waarschijnlijk nooit of niet op een korte termijn.
Dat bleek al in
2019, toen Tamta een jaar na haar afzegging nu wel interesse had om mee te doen. Haar lied
Replay was objectief beschouwd wellicht geheel verschillend van
Fuego, maar de vergelijkingen waren toch onvermijdelijk, waarbij
Replay wel duidelijk de mindere was. Toch was de uitslag achteraf gezien niet eens onaardig. Tamta kwalificeerde zich vanaf de eerste startpositie in de semi, waarna ze in de grote finale vlak voor Duncan Laurence werd gezet. Het resulteerde in de 13e plaats, ondanks alles de tweede beste score in de voorbije 15 jaar voor Cyprus.
Zo heeft Cyprus na veel jaren zonder uitschieter eindelijk een topresultaat gepakt. Het is nu aan de komende inzendingen om te bevestigen dat dit een voorbode was voor meer hoge scores. De eerste 24 punten zijn dan in elk geval al binnen.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hier is een net overzicht van alle Cypriotische inzendingen en hun resultaten te vinden of kijk naar het filmpje hieronder of klik anders op de spoiler:
SPOILER
De Sahara is zonder meer erg droog.