SPANJEWaar kennen we de Spanjaarden van?Als het land waar Sinterklaas elk jaar weer met zijn Pakjesboot vandaan komt natuurlijk. Verder van de Tachtigjarige Oorlog, de Costa's, de Sierra Nevada, Dali, Picasso, Gaudi, de siesta, zeer succesvolle sporters, zeker aan het begin van deze eeuw, de ontmaskering van Dr.Fuentes, niet lang daarna, paella, stierenvechten, het Alhambra, de Vuelta en natuurlijk als het land waarover Imca Marina zong in haar grote hit.
Hoe doen ze het op het ESF?Hoewel Spanje er niet vanaf het allervroegste begin bij was, kunnen we het land wel beschouwen als één van de traditionele deelnemers, aangezien ze sinds hun debuut in 1961 nooit ontbraken in de finale. Het is als groot West-Europees land ook automatisch een lid van de Big 5, dus het land hoeft niet mee te doen in de halve finales.
Het is met de recente resultaten in het achterhoofd moeilijk voor te stellen, maar Spanje is historisch beschouwd een succesvolle ESF-deelnemer. Er werd twee keer gewonnen en er waren ook nog vier 2e plaatsen. De hoogtijdagen van Spanje lagen in de tweede helft van de jaren ‘60 en de jaren ‘70. Tegenwoordig gaat het heel wat minder en het is al 25 jaar terug dat de Spanjaarden nog eens de Top 5 haalden. Sindsdien flirtten ze vooral met de laatste plaats, die door de jaren heen vijf keer werd bereikt, en in de voorbije 15 jaar had Spanje liefst elf keer een eindpositie die met een 2 begint.
De meeste inzendingen zijn Spaanstalig, al zijn er ook wel wat liedjes half Spaans-half Engels gestuurd. Alleen in 2016 zong Barei volledig in het Engels.
Bij de puntenverdeling heeft Spanje niet zo veel vrienden. Portugal is door de ligging de enige echte bondgenoot. Verder is er door een vergelijkbare smaak ook wel interesse voor de andere Zuid-Europese landen, zoals Frankrijk, Italië en Griekenland. De meeste Spaanse punten gingen naar een vreemde eend in de bijt, namelijk Duitsland, maar dat zal samenhangen met de vele Duitse toeristen in het land.
Spanje en Nederland zijn nogal zuinig met de punten naar elkaar. De landen boycotten elkaar zeker niet, maar de voorspelbaarheid van de onderlinge punten is nogal laag. Zo kregen onze Lenny Kuhr, Mouth & MacNeal en Anouk niets uit Spanje. Andersom wachtten Massiel, Salomé en Julio Iglesias vergeefs op punten uit
Los Países Bajos. De favoriete Spaanse inzendingen waren Karina (6 punten), Mocedades (10), Micky (6), Betty Missiego (10), Marcos Llunas(6), David Civera (7) en Pastora Soler (6). Andersom was er bovengemiddeld veel liefde voor Sandra & Andres (8 punten), Teach-In (
12 punten), Linda Williams (7), Maribelle (8), Justine Pelmelay (6), Humphrey Campbell (7), Ruth Jacott (7), Maxine & Franklin Brown (6), The Common Linnets (7) en Duncan Laurence (8 (j) + 8 (p)).
Hoe ging het door de jaren heen?Na een paar gemiste edities deed Spanje voor het eerst mee in
1961. Conchita Bautista opende zelfs het festival in Cannes en werd 9e van de 16. In de beginperiode waren de Spaanse uitslagen nogal mager, want een jaar later bleef Victor Balaguer puntloos, iets wat Conchita bij haar terugkeer in
1965 ook overkwam. Hoewel het meestal niet om de grootste meesterwerken ging, kreeg Spanje in deze jaren vaak wel erg weinig.
In
1966 en
1967 werd de zanger Raphaël gestuurd en deze
“Nachtegaal van Linares” zorgde voor betere scores. Hij werd 6e en 7e en hij wordt in eigen land bewonderd voor het feit dat hij de Spaanse muziek internationaal op de kaart zette en daarmee de weg plaveide voor andere Spaanse artiesten die in de jaren erna doorbraken, ook op het ESF. Hij deed dat overigens bij een Nederlandse platenmaatschappij. Raphaël heet eigenlijk Rafaël, maar de
PH zijn een verwijzing naar Philips.
In
1968 kwam het succes ook op het ESF. Het liedje
La, La, La wist te winnen, al was dat bepaald niet de minst onomstreden winnaar in de rijke ESF-historie. Joan Manuel Serrat was de vertolker van het lied in het Catalaans en dat was tegen het zere been van het Franco-regime. Omdat Joan weigerde in het Spaans te zingen, werd hij vervangen door de Madrileense zangeres Massiel, die Spanje zou vertegenwoordigen op het eerste ESF dat in kleur werd uitgezonden.
Massiel, die eigenlijk Maria heet, werd op het podium begeleid door drie achtergrondzangeressen, van wie er twee ook Maria heetten, en verder stond er nog een Mercedes op het podium. We kunnen de act dus samenvatten als een heleboel Maria’s en een heleboel La La La’s. Ze namen op tegen de favorieten Cliff Richard met
Congratulations, namens het Verenigd Koninkrijk, en Isabelle Aubret met
La Source, namens Frankrijk.
Van Spanje werd weinig verwacht, maar ze namen direct de leiding bij de puntentelling, met 4 punten van de buren uit Portugal. In 1968 had elk land 10 punten om te verdelen over de 16 buitenlandse liedjes, dus 4 punten is best veel. Daarna kwamen Nederland en België, die niets gaven aan Spanje, maar beide wel 2 punten aan UK, en 3 en 6 punten aan Frankrijk, dat daarna zou weglopen naar een enorme voorsprong. Na 6 jury’s hadden de Fransen al 17 punten. UK volgde met 10 en Spanje met 7. Daarna begon de Franse machine zeer hevig te sputteren, want er zouden nog maar 3 punten bijkomen. Cliff Richard wipte dan ook naar de eerste plaats en vergrootte zijn voorsprong op Massiel naar het einde van de puntentelling naar 6 punten. En toch ging het nog fout voor Cliff, met name doordat Duitsland als voorlaatste jury onverwacht 6 punten aan Spanje gaf. Nadat Joegoslavië de Top 3 puntloos liet, had Spanje opeens met één punt voorsprong gewonnen.
Massiel kon het zelf amper geloven dat ze gewonnen had. Even goed kon Cliff nauwelijks geloven dat hij niet gewonnen had. En eigenlijk kon heel Europa deze uitslag niet geloven en meteen doken er speculaties op over een gekochte overwinning, meer bepaald over omkoping van de Duitse jury. Zoals altijd is het moeilijk om dit soort dingen te bewijzen, maar het blijft merkwaardig dat
La, La, La wist te winnen in een veld met ogenschijnlijk veel betere liedjes als
Congratulations en
La Source (en
Morgen van Ronnie Tober). Het meest gehoorde gerucht was dat het Franco-regime voor het ESF vertegenwoordigers van de Spaanse TV door Europa had gestuurd, met een zak geld en de belofte buitenlandse TV-series aan te schaffen als er op Spanje gestemd zou worden. Massiel was uiteraard boos na deze beschuldigingen en vond dat gewoon het beste liedje had gewonnen. Een liedje dat na het ESF door de schrijver van
Congratulations overigens weinig subtiel werd omschreven als
“a piece of shit”, maar ook minder gekleurde bronnen waren niet echt wild van het nummer. Het enige wat wel gezegd moet worden, is dat het vreemd is als er juist bij dit lied sprake zou zijn geweest van bedrog. Tot relatief kort voor het ESF was er immers gedoe rond de oorspronkelijke Catalaanse vertolker ervan. Het zou logischer zijn geweest als de Spanjaarden een minder omstreden inzending hadden ondersteund.
Het origineel in het Catalaans.Hoe het ook zij, in
1969 werd het ESF in Spanje georganiseerd, in het Teatro Real in Madrid. En het zou een nieuw gloriejaar worden voor de gastheren. Voor het eerst in de historie wist een land in eigen huis te winnen. Salomé won met het vrolijke
Vivo Cantando.
Was de puntentelling van 1968 al reden geweest voor heel wat nagelbijten, in 1969 had half Europa geen vingers meer over, nadat er vier landen samen hadden gewonnen met allemaal 18 punten. Naast Spanje behaalden ook Frankrijk, Nederland en UK deze score. Met de later ingevoerde regels van de meeste hoge scores zou Nederland hebben gewonnen. Met de huidige regels van punten van de meeste landen had Frankrijk de beker moeten krijgen. En UK mag misschien nog het hardst juichen, omdat zij pas bij de laatste jury in punten gelijk kwamen met de andere drie koplopers. Spanje mag zich enigszins beklagen, vanwege de matige derde startpositie. Daarmee kwam het als eerste van de favorieten, en scoorde het wel even veel punten. Anderzijds mogen de Spanjaarden de Duitsers wederom bedanken, omdat ook dit jaar het Spaanse lied hun enige winnaar was.
Voor Salomé was de zege het grote hoogtepunt in haar zangcarrière. Ze had nationaal al successen geboekt, en nu scoorde ze dus ook op een internationaal podium. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat ze daar later niet al te veel hits aan heeft kunnen toevoegen.
De loting bepaalde dat het ESF van
1970 in Nederland werd georganiseerd. Spanje stuurde dat jaar Julio Iglesias naar Amsterdam, in de hoop een hattrick te scoren. Hij was in eigen land al een beroemdheid, nadat hij het Songfestival van Benidorm enige jaren eerder had gewonnen. Over de grens zou hij na het eerste opstapje van het ESF later dat jaar doorbreken met
Un Canto A Galicia. Een plaatje dat in de Nederlandse versie
Alisha jaren later de doorbraak van de iets minder legendarische Grad Damen betekende. Want Julio is natuurlijk een legende. Hij verkocht al 350 miljoen CD’s en scoorde over de hele wereld. Ook is hij de vader van Enrique en Julio Jr. die ook in de muziekwereld actief zijn. Julio heeft een vrij duidelijke hobby, en dat resulteerde in acht kinderen bij twee verschillende vrouwen. Met zijn huidige Nederlandse echtgenote Miranda is hij ondertussen al jaren samen. Zij is overigens 23 jaar jonger dan Julio en het hebben van jongere partners is wel een familiedingetje, want zijn vader had op een gegeven moment een 48 jaar jongere echtgenote. En ook dezelfde hobby als zijn zoon, waardoor Julio nu een 63 jaar jonger broertje heeft en Enrique een oom die net de luiers ontgroeid is. Maar goed, voor meer van dit soort smeuïge verhalen over de Iglesiasjes moet u maar even de Story erbij pakken of uw tante bellen. Op het ESF werd hij met
Gwendolyne 4e.
Ook in
1971 presteerde Spanje weer sterk. Na een uitgerekte selectieprocedure waarin wekelijks één deelnemer werd voorgesteld, wist Karina de finale te winnen en mocht ze naar Dublin met
En Un Mundo Nuevo. Karina timmerde al enkele jaren aan de weg en raakte bekend bij het Spaanse publiek met het nummer
Poupée De Cire, Poupée De Son. Dat plaatje was inderdaad enigszins geïnspireerd door France Gall. Later scoorde ze ook met de Spaanse versie van
Goldfinger en eigen werk. Ook op het ESF boekte ze een mooi succes. Haar inzending combineerde de opbouw van een typische Songfestivalballad met het Spaanse temperament en dat leidde naar een 2e plaats achter Séverine van Monaco. Een klein smetje op de goede score is dat de Spaanse jury als enige aan Monaco de minimale score gaf, waarschijnlijk in de hoop zelf meer kans te maken. Omdat Monaco wel aan Spanje de maximale 10 punten toekende, gaf dit hun zege juist meer glans.
Na een 10e plaats in
1972, stuurde Spanje in
1973 wat vermoedelijk voor altijd hun grootste meesterwerk zal zijn. Mocedades was intern geselecteerd met
Eres Tú. Deze groep uit Bilbao kende verschillende samenstellingen (en is tegenwoordig nog steeds actief), met in totaal 25 verschillende leden door de jaren heen. De bekendste zes waren degenen die naar Luxemburg afreisden om Spanje te vertegenwoordigen op het ESF.
Het was een bloeiperiode voor het Songfestival en ook dit jaar was goed bezet. Cliff Richard deed nog eens mee namens UK (en hij trok een recordpubliek van 21,5 miljoen Britse kijkers) en Anne-Marie David nam de honneurs waar namens het gastland. Nederland en België vielen wel wat uit de toon met Ben Cramer en Nicole & Hugo. Het publiek met genodigden uit de muziekindustrie gedroeg zich keuriger dan ooit. Het was kort na de aanslagen tijdens de Olympische Spelen in München het debuutjaar van Israël, en Luxemburgse militairen stonden aan de zijkanten klaar met getrokken geweer om in te grijpen bij verdachte bewegingen. Opstaan bij het juichen behoorde hier ook toe, dus iedereen bleef netjes stil zitten, aangezien een staande ovatie immers zou kunnen leiden tot een bloedbad.
Bij de puntentelling werd het weer eens ouderwets nagelbijten. Nederland en België gaven de hoogste score aan Spanje, maar vooral door enkele lage scores uit Scandinavië greep Mocedades naast de overwinning. Luxemburg won met vier punten voorsprong op Spanje en zes punten op UK.
De jaren ‘70 en ‘80 waren de hoogtijdagen van het Franstalige lied op het ESF en dat leidde tot deze toch wat geflatteerde zege van achteraf beschouwd de minst sterke inzending van de Top 3.
Het missen van de eerste plaats maakte voor het hitsucces van
Eres Tú weinig uit. Het nummer werd een Top 10-hit in een groot deel van Europa en zelfs in de VS. Latere hitsuccessen beperkten zich tot Spanje en Latijns-Amerika, maar ook op die manier scoorde Mocedades nog vele internationale hits.
Na Mocedades was de Spaanse glorietijd voorbij. In de tien volgende pogingen werd de Top 5 maar één keer gehaald. Dat was in
1979. Betty Missiego zong
Su Canción vanaf de laatste startpositie naar de 2e plaats. De zangeres uit Peru speelde nogal in op het sentiment, door vier kinderen op de achtergrond mee te laten zingen en bordjes met ‘bedankt’ in diverse talen te tonen aan het einde van het opreden. De puntentelling was, zoals blijkbaar altijd als Spanje meestrijdt om de zege, weer zeer spannend.
Hallelujah van Israël had na zes jury’s al 35 punten voorsprong op Spanje, maar bij de voorlaatste jury had Spanje dit weten om te draaien naar een voorsprong van 1 punt. Alleen toen moest de Spaanse jury dus zelf nog hun punten geven. Daarbij waren er 10 voor Israël, dus werd dat de winnaar met 9 punten verschil. Hoewel er dat jaar sowieso nogal verdeeld werd gestemd, viel het vooral op dat Portugal 12 punten gaf aan Israël en helemaal niets aan Spanje.
De jaren ‘80 kenden één duidelijk Spaans hoogtepunt, toen Bravo in
1984 3e werd met het nu erg gedateerd klinkende
Lady, Lady. Dat was een opvallende opleving in een periode met mindere resultaten. Een jaar eerder was Remedios Amaya, gekleed in haar pyjama, nog met nul punten geëindigd. Het ABBA-achtige gezelschap met twee dames en twee heren viel meer in de smaak, en behaalde dus als enige Spaanse inzending ooit de bronzen medaille, overigens wel op ruime afstand achter de Herreys.
Remedios Amaya.In
1989 begon een goede episode van drie goede inzendingen na elkaar.
Nacida Para Amar van Nina was hiervan de eerste. Deze gevoelige ballad eindigde als 6e en had misschien nog wel wat meer verdiend.
In
1990 ging het nog iets beter en eindigde
Bandido van Azúcar Morenoals 5e. Het lied is vooral blijven hangen doordat het optreden wegens een technische fout opnieuw moest. Op het ESF in Joegoslavië, dat geteisterd werd door regie-blunders, vergat de technicus om de geluidsband van de zangeressen aan te zetten, waardoor zij demonstratief het podium verlieten en later nog eens hun hele act opnieuw mochten doen. Het is in de ESF-historie maar drie keer voorgekomen dat een optreden wegens technische problemen opnieuw moest. In een grijs verleden overkwam het ook
Volare na een stroomstoring en meer recent toevallig ook een andere Spanjaard Daniel Diges in 2010, toen een idioot het podium bestormde. Ondanks alles bleek het ESF voor de Roemeens-Spaanse dames van Azúcar Moreno de opstap naar een mooie carrière.
In
1991 kwam de overwinning nog iets dichterbij. Sergio Dalma, vermoedelijk liefhebber van zware shag, zong op gevoelige wijze
Bailar Pegados naar de 4e plek. Hoewel het liedje in onze contreien niet veel deed, betekende het voor hem een grote hit op het hele Amerikaanse continent. Ondertussen is Sergio nog altijd actief en al acht Nummer 1-albums verder.
Daarna werden Top 10-resultaten geleidelijk steeds schaarser, al had Spanje dat in
1993 wellicht wel verdiend. Eva Santamaría, een musicalzangeres uit Cadiz, bleef met
Hombres echter steken op de 11e plaats. Na deze teleurstellende uitslag kreeg ze ook nog ruzie met haar manager en verdween ze vrij vlot uit de showbizzwereld, om zich in het theater toe te leggen op de Coplamuziek.
Spanje zou nog één keer in de buurt van de overwinning komen. In
1995, in een periode waarin het ESF gedomineerd werd door saaie Ierse ballads, zong Annabel Conde haar lied
Vuelve Conmigo naar een verdienstelijke 2e plaats, 29 punten achter het Noorse Secret Garden. Hoewel Annabel daarna, mede door een conflict met haar platenmaatschappij, snel uit beeld verdween, is er in haar woonplaats Fuengirola wel een plein naar haar vernoemd.
Plaza Anabel Conda. Vakantieman, gezellig hè.De Spanjaarden konden dit succes geen passend vervolg geven. Er volgden meerdere slaapverwekkende inzendingen, waarbij Marcos Llunas toch nog 6e werd en Lydia de leukste outfit had (maar wel laatste werd met 1 punt).
LydiaNa nog een mislukking viel de peseta dat de televoters niet geïnteresseerd waren in dit soort saaie geluiden. Met uptempo liedjes werden er begin deze eeuw dan ook weer wat behoorlijke successen geboekt, namelijk vier Top 10-klasseringen op rij. David Civera was de eerste. In
2001 werd hij 6e met het vrolijke en onschuldige
Dile Que La Quiero. Niet echt een liedje voor de eeuwigheid, maar de concurrentie op dit ESF was ook belabberd.
In
2002 was Rosa de nummer 7 met
Europe's Living A Celebration. Dit liedje is ook niet echt een meesterwerk, maar toch wel een soort van ESF-klassieker geworden. Vooraf werd ook verwacht dat Spanje mee zou strijden om de winst, en voor de verandering niet alleen in Spanje zelf, maar ondanks 12 punten uit België, Frankrijk en Zwitserland bleek dat een brug te ver.
Zangeres van dienst Rosa López komt uit de buurt van Granada. Al op jonge leeftijd wilde ze haar brood verdienen als zangeres en op bruiloften, communies, doopplechtigheden en festiviteiten waren de Lópezjes in te huren voor de muzikale omlijsting. Rosa deed de zang, haar broer speelde piano en Vader López galmde mee als tweede stem. Later deed ze mee aan Operación Triunfo, en dat betekende haar doorbraak voor het grote publiek. Haar ESF-liedje werd een mooie nummer 1-hit en zou het startsein vormen van een mooie carrière als zangeres en presentatrice.
In
2003 zong Beth het meest tijdloze lied uit de sterke serie, namelijk
Dime. Het werd ook een enorme hit in eigen land voor Beth, die sindsdien wel wat in de vergetelheid geraakt is.
De succesreeks werd afgesloten met een 10e plaats voor Ramon in
2004. En toen was het opeens over voor Spanje. Na Beth's 8e plaats in 2003 zouden de Spanjaarden er niet meer in slagen om nog eens een ééncijferige eindpositie te bereiken. In
2005 werd Son de Sol gestuurd, met
Brujeria, een lied dat heel duidelijke invloeden had van Asereje van Las Ketchup, dat een paar jaar eerder een wereldhit was geweest. Het werd 21e. Een jaar later ging Las Ketchup zelf, met het bizar saaie
Bloody Mary, dat ook 21e werd. In
2007 werd boyband D'Nash 20e met een uptempo inzending. Maar Europa bleek hier opeens op uitgekeken. Net als ze de Franse ballads niet meer wilden of de gedateerde popdeuntjes van Nederland. En ook Spanje had hier geen oplossing voor en zou zelfs nog meerdere malen in dezelfde valkuil trappen in de jaren erna.
Het moet wel gezegd worden dat de inzendingen van
2010 en
2012 heel behoorlijk waren, maar nogal weinig kregen. In
2010 werd de Spaanse musicalster Daniel Diges met
Algo Pequenito 15e. Dit liedje had toch nog wel iets meer verdiend dan de 20e plaats van de vakjury's. Bij het publiek werd het 12e, mede dankzij het tweede optreden aan het eind van de show, aangezien een mafketel het podium bestormde tijdens zijn eerste optreden. In
2012 zong Pastora Soler de sterren van de hemel met
Quedate Conmigo. Dit was een ietwat gedateerde ballad, die door de zangeres echter op indrukwekkende wijze naar een hoger niveau getild werd. Daarmee maakte ze vooral indruk op de jury, waar ze 5e werd, deze keer waren de televoters de spelbrekers, want daar werd ze 18e en gecombineerd 10e. Die televote-score was echt onterecht, want Pastora was vocaal briljant.
Ook talentenjachtster Ruth Lorenzo zou nog eens een 10e plaats scoren in
2014 met
Dancing In The Rain. Ruth was populair geworden in de Britse X-Factor en schreef zelf ook muziek, voor onder meer Dannii Minogue. Ook trad ze ooit binnen 12 uur op in 8 verschillende Spaanse steden in een recordpoging voor het goede doel.
Sindsdien heeft Spanje zelfs de Top 20 niet meer gehaald. In
2015 werd Edurne 21e met het voor haar wat te hoog gegrepen
Amanecer. Het liedje zelf was overigens niet onaardig. In
2016 zong Barei
Say Yay! De fans thuis voor de buis verwachtten een geweldige score voor dit vrolijke deuntje, maar in bookmakerskringen werd de titel al op voorhand veranderd in
Say Lay! (
Oftewel: zet je geld op een slechte uitslag). Zij werd ondanks een nepvalpartij op het podium dan ook 22e, met de enige volledig Engelse inzending uit Spanje.
2017 was een voorlopig dieptepunt. Manel Navarro kreeg voor
Do It For Your Lover slechts 5 punten van de Portugese televoters, en werd daarmee ondanks de act van Hans Pannecoucke 26e en laatste. Dit moet toch wel hoog scoren in de ranglijst van meest onbenullige inzendingen ooit op het Songfestival.
In
2018 gingen Amaia y Alfred met
Tu Cancion. Het was een jong en verliefd koppel dat met een bijzonder zoetsappig lied de voorronde won. Ten tijde van het ESF leek de liefde al enigszins bekoeld, en niet lang erna was de relatie zelfs helemaal voorbij.
Het zat ook niet echt mee op het festival. Spanje lootte de eerste starthelft, en die werd gedomineerd door rustige liedjes. Toppers als Oostenrijk (Cesár Sampson), Duitsland (Michael Schulte) en Frankrijk (Madame Monsieur) kwamen eerder in aanmerking voor een goede startpositie en gastland Portugal had al als 8e geloot, eveneens met een rustige plaat. Ook Litouwen, Estland en Albanië moesten nog worden ingepast met niet de meest swingende liedjes, waarop de EBU besloot Spanje onder de bus te gooien en de tweede startpositie te geven. Het resultaat was een 23e plaats.
In
2019 leek Spanje eindelijk weer eens op weg naar een meer acceptabele eindpositie. Niet meteen de winst, maar in elk geval eens weg van de onderste regionen. Miki Núñez is een jonge zanger uit het Catalaanse Terrassa, en het ESF was zijn internationale doorbraak voor het grote publiek. Hij won de voorronde met
La Venda. Dat is een bijzonder vermakelijk feestnummer. In zijn optreden wist hij de vrolijke sfeer goed over te brengen, door tijdens het optreden door het publiek te rennen en zich te vergezellen van een stel leuke meisjes met muziekinstrumenten op de achtergrond.
Miki.Richting het ESF leek dit nummer bij uitstek de kandidaat om te gaan scoren in het party-genre, waarin al een paar jaar allerlei landen goed wisten te scoren. Het ESF is een feestje en Spanje zorgde daarin voor de gewenste vrolijke noot. Het was wel de vraag hoe Miki dat in Tel Aviv in beeld ging brengen. Een beetje rondrennen met wat huppelkutjes om je heen werkt leuk in een TV-studio, maar op het grote ESF-podium was toch iets meer nodig. Fokas Evangelinos, de Griekse expert die al vele pareltjes uit Griekenland en Oost-Europa naar de top werkte, werd aangesteld voor deze functie.
Op het ESF was het resultaat te zien als laatste van de avond in de startvolgorde. En dat viel niet echt mee. Er was een soort poppenhuis gebouwd, waarbij een aantal mensen in verschillende kamers dansten. Hoewel ze later wel samenkwamen, is
La Venda toch juist een liedje om gezamenlijk in te haken, en die sfeer werd te weinig overgebracht. Daardoor werd de eindklassering toch weer een drama, zeker bij de vakjury’s, die welgeteld 1 punt overhadden voor Spanje. Bij het publiek ging het iets beter, met 53 punten, vooral uit West- en Mediterraan Europa, maar het werd toch gewoon weer een plek bij de onderste 5 met een 22e plaats.
Zo speelt Spanje dus al geruime tijd tweede viool op het ESF. Hopelijk heeft het succes van het tot voor kort nog veel slechter presterende Portugal een motiverende werking op de Spanjaarden en toont het aan dat om indruk te maken het niet voldoende is om goedkope zomerse deuntjes te sturen.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hier is een net overzicht van alle Spaanse inzendingen en hun resultaten te vinden of kijk naar het filmpje hieronder of klik anders op de spoiler:
SPOILER
De Sahara is zonder meer erg droog.