ZWEDEN Waar kennen we de Zweden van? Volvo, IKEA, knäckebrød, bossen, vrolijke muziek, muggen, gehaktballetjes, H&M, spitsen van Feyenoord, Midzomer/winterfeest, wintersporten en natuurlijk als de ster van het ESF!
Hoe doen ze het op het ESF? Zweden is momenteel de absolute grootmacht op het ESF. In het voorbije decennium wist het land twee keer te winnen en bereikte 70% van de inzendingen de Top 5 in de einduitslag. Daarnaast heeft het land veel invloed op de uitvoering van de show. Dit via mensen als Christer Björkman en Jon Ola Sand, uit het bevriende Noorwegen en binnenkort zijn Zweedse opvolger Martin Osterdahl, en ook doen veel landen mee met liedjes die zijn gemaakt door Zweden, waar de muziek van nature een groot exportproduct is.
Op de medaillespiegel moet Zweden met zes overwinningen alleen Ierland nog voor zich dulden. Dat land pakte de trofee al zeven keer. Achter Zweden volgen Frankrijk, Luxemburg, Nederland en UK met vijf zeges. Het voornaamste verschil met al die andere landen is dat die een groot deel van de prijzen pakten toen het ESF nog in zwart-wit werd uitgezonden. Zo heeft Ierland al sinds 1997 de Top 5 niet meer gehaald. Zweden pakte het grootste deel van de overwinningen en een overvloed aan hoge uitslagen juist in de recente tijd, toen er veel meer landen gingen meedoen, en het niveau in de finale flink omhoogging, vanwege de voorselectie in de halve finales.
Het is moeilijk voor te stellen, maar in de eerste 22 deelnames tussen 1958 en 1982 wist Zweden maar twee keer in de Top 3 te eindigen. Het land was jarenlang een typische middenmoter, die weliswaar twee keer laatste werd, maar verder vooral een abonnement had op een eindpositie rond de 10e plaats, in een tijd dat er zo’n 15-20 landen deelnamen. Het is sinds ABBA dat het festival echt is gaan leven in Zweden. Zij boekten in 1974 de eerste en wellicht meest spectaculaire Zweedse overwinning met
Waterloo. Daarmee groeide de populariteit van het ESF, maar de matigheid van de inzendingen zou nog wel enige tijd blijven.
Pas bij Carola’s eerste deelname begonnen de scores en het niveau te stijgen naar het niveau waar we Zweden tegenwoordig van kennen. Veel goede uitslagen en memorabele inzendingen zouden volgen. Naast de overwinningen die nog kwamen, is de kwaliteit ook af te meten aan het feit dat Zweden eind jaren ’90 en begin jaren ’00 elk jaar mee mocht doen. De EBU had voorafgaand aan de halve finales enige tijd de regel dat alleen de toplanden van het jaar ervoor mee mochten doen aan het festival een jaar later. Nederland greep door toedoen van Willeke en Michelle twee keer mis, maar Kroatië, Malta en Zweden waren er altijd bij. Na een iets mindere fase in de tweede helft van de jaren ’00 volgde het al genoemde succesvolle decennium van de jaren ’10.
Ook de voorronde is door de jaren heen gegroeid tot een instituut op zich.
Melodifestivalen is de naam van het jaarlijkse festival, waarin na enkele voorronden in de finale wordt bepaald welk lied naar het ESF mag. Het niveau van deze finale ligt bijzonder hoog, en trekt dan ook zeer hoge binnenlandse kijkcijfers, terwijl er ook vele internationale fans meekijken. Daardoor zijn er ook genoeg acts die nog nooit hebben gewonnen, maar die wel zeer populair zijn geworden met hun deelnemende liedjes, en daardoor toch een succesvolle carričre hebben.
Zweden wint vaak. En als je wint, heb je vrienden, rijen dik, echte vrienden, nooit meer eenzaam, zolang je wint. Toch is er in recente jaren wat meer kritiek richting Zweden op het ESF waar te nemen. Er is steeds vaker een grotere discrepantie waar te nemen tussen de uitslag bij de jury en de uitslag bij het publiek. De jury beloont Zweden rijkelijk voor de goed uitgevoerde popliedjes. Bij het publiek is het enthousiasme hierover tegenwoordig een stuk minder, en het lijkt erop dat zij het telkens vergelijkbare geluid wel een beetje gehoord hebben.
“Zou dit ook gescoord hebben als het niet door Zweden was gestuurd” is een vraag die eigenlijk al enige decennia rondwaart in de ESF-community. Bij de Zweedse schlagers van rond de eeuwwisseling konden ze nog zeggen dat ze er echt patent op hadden, en dat als Malta of Estland dat probeerde te kopiëren, het vanzelf minder werd. Aan de huidige inzendingen zit echter veel minder een uniek Zweeds geluid. Ook is er kritiek op de rol van Christer Björkman, die geregeld verantwoordelijk was voor de startvolgorde. Niet geheel verrassend kreeg Zweden zelden een ongunstige startpositie, terwijl heel veel andere landen weleens een subtoppositie in de semi gevolgd zagen worden door een waardeloze startpositie bij de eerste 5 in de finale.
Zweden had sinds de door de producers bepaalde startvolgorde in 2013 begon de volgende startposities in de finale. Er zijn twee starthelften van 13 nummers te verdelen, waarbij met name in de eerste starthelft een latere positie wenselijk is. De winnaar van het jaar ervoor wordt door loting op een plek gezet:
Startposities sinds 2013:
16 (loting)-13-10-09 (loting)-24-20-09 Ook de eindklassering bij de jury en en het publiek begint geleidelijk meer en meer af te wijken:
Uitslagen per jaar voor Jury (J), Publiek (P) en Totaal (T):
2011: J: 09, P: 02, T:
03 (Eric Saade)
2012: J: 01, P: 01, T:
01 (Loreen)
2013: J: 03, P: 18, T:
14 (Robin Stjernberg)
2014: J: 02, P: 04, T:
03 (Sanna Nielsen)
2015: J: 01, P: 03, T:
01 (Måns Zelmerlöw)
2016: J: 09, P: 06, T:
05 (Frans)
2017: J: 03, P: 08, T:
05 (Robin Bengtsson)
2018: J: 02, P: 23, T:
07 (Benjamin Ingrosso)
2019: J: 02, P: 09, T:
05 (John Lundvik)
Bij de puntenverdeling is Zweden de grote draaischijf van het Scandi-block, waarbij de omringende landen bovenmatig geliefd zijn en ook veel teruggeven. Door de consistent goede prestaties is Zweden wel een land dat ook in veel landen verder van huis bovengemiddeld veel ontvangt.
Nederland en Zweden geven elkaar regelmatig punten, al is het geen enorme wederzijdse puntenstroom. Hoewel ABBA in Nederland geliefd is, geeft ons land eigenlijk nauwelijks punten aan dat soort inzendingen, zelfs ABBA zelf had het moeilijk. Andersom heeft Nederland ook vrij veel gestuurd wat sowieso niet echt in aanmerking kwam voor topscores.
Bijzonder populair namens Zweden waren Family Four (1971, 9), Herrey’s (10), Tommy Körberg (8), One More Time (8), Charlotte Nilsson (8),Eric Saade (10), Loreen (12), Sanna Nielsen (8), Måns Zelmerlöw (10), Frans (10 (j) + 2 (p)), Benjamin Ingrosso (8 (j)) en John Lundvik (12 (j) + 8 (p)).
Andersom was er veel interesse voor: Teach-In (12), Maxine & Franklin Brown (8), Edsilia Rombley (8), Anouk (8), Common Linnets (10) en Duncan Laurence (12 (j) + 6 (p)).
Hoe ging het door de jaren heen? Zweden deed voor het eerst mee in
1958. Alice Babs was de eerste deelneemster, en de enige die niet werd gekozen via Melodifestivalen. Zij was in eigen land vooral bekend als actrice en tieneridool. Alice speelde meestal in zoetsappige films, maar bracht met haar charmante voorkomen menig jonge Zweed het hoofd op hol. Dat was uiteraard tegen het zere been van het gezag van die tijd. Zo noemde een pastoor Alice “de mond- en klauwzeer van het culturele leven.” Toch wel één van de meest vermakelijke beledigingen die we in deze reeks zijn tegengekomen.
Lilla Stjärna eindigde op het ESF vlak achter
Volare als 4e.
Het zou een tijd duren voor die prestatie benaderd werd. Zweden begon een nogal matige reeks, hoewel er soms best leuke liedjes gestuurd werden. In
1961 mocht Lill-Babs het proberen met het schattige
April, April. Het liedje was eigenlijk bedoeld voor Siw Malmkvist, die in
1960 10e was geworden. Maar zij kon haar lachen niet inhouden tijdens het fluitgedeelte, en hoewel dat ongetwijfeld een hilarisch optreden had opgeleverd, was dat niet helemaal zoals de organisatie het in gedachten had. Daarom nam Lill-Babs de honneurs waar. Het liedje paste haar als een warme jas, want
April, April beschrijft de ontwikkeling van de natuur aan het eind van de winter als het weer lente wordt. Lill-Babs is zelf dol op de natuur, en dat onderstreepte ze door in haar leven in alle Zweedse stadsparken op te treden. Dat zijn er bijna 1000, dus dat is niet mis. In Zweden was ze ook echt een grote naam. Zo groot dat de Beatles ooit in haar voorprogramma optraden en ABBA de achtergrondzang op één van haar albums deed. Naast het uitbrengen van platen was het wisselen van partner ook een hobby. Iets waar ze ooit in de Zweedse versie van
In De Hoofdrol op pijnlijke wijze mee geconfronteerd werd. Haar liedje werd op het ESF overigens 14e, met alleen 2 punten van Frankrijk.
In
1963 werd de in eigen land legendarische jazzzangeres Monica Zetterlund puntloos laatste, logischerwijs het slechtste Zweedse resultaat ooit. In
1964 bleef Zweden weer puntloos, maar dat was omdat ze dat jaar niet meededen door een staking onder Zweedse muzikanten. In
1965 waren ze terug en hadden ze zelfs een primeur. Ingvar Wixell deed mee met
Absent Friend, en dat betekende het eerste Engelstalige liedje uit een niet Engelssprekend land op het Songfestival. Dat was niet de bedoeling van de EBU en leidde tot het instellen van de taalregel.
De inzending van
1966 was dus weer in het Zweeds en werd vertolkt door Lill Lindfors & Svante Thuresson. Hun lied
Nygammal Vals had verrassend veel succes, want het eindigde op een knappe 2e plaats. Het moet wel gezegd worden dat er destijds een andere puntentelling was, waarbij alle landenjury's in totaal 10 punten kregen om naar eigen inzichten te verdelen over de landen. Noorwegen, Finland en Denemarken besloten voor het gemak om maar de helft daarvan aan Zweden te geven. Om het in (statistisch niet helemaal verantwoord) perspectief te plaatsen: Met de huidige telling betekent dat drie maal 29 punten van de buurlanden. Dat schiet dus lekker op in een veld van 18 landen. Omdat de rest van Europa maar 1 punt overhad voor Zweden, kwam de overwinning nooit in beeld. En hoewel dit kwalitatief wel iets beter was dan de andere Zweeds inzendingen in die jaren, zou het toch wel opmerkelijk zijn geweest als dit bij een eventuele afwezigheid van
Merci, Chérie de hoofdprijs had gekregen. Lill en Svante waren ten tijde van het ESF nog vrij jong, waardoor nog een lange carričre volgde, vooral voor Lill dan. Zij maakte de meeste internationale indruk als presentatrice van het ESF van 1985, waarbij ze zogenaamd uit haar jurk scheurde. Svante zagen we nog terug onder meer op het Melodifestivalen van 2007.
In
1971 en
1972 werd Zweden vertegenwoordigd door Family Four, een groep van twee dames en twee heren, wat later een buitengewoon succesvolle samenstelling zou blijken te zijn. Ze werden achtereenvolgens 6e en 13e met
Vita Vidder en
Härliga Sommerdag, waarbij die tweede poging, ondanks het mindere resultaat, de tand des tijds toch wat beter doorstaan heeft. Eén van de groepsleden was Marie Bergman, die in 1994 nog eens terug zou keren op het ESF, om samen met Roger Pontare weer 13e te worden.
Toen de taalregel tijdelijk werd afgeschaft, ging het eindelijk beter. In
1973 scoorden Nova & The Dolls een 5e plaats. De band heette eigenlijk Malta, maar dat moesten ze aanpassen, want de EBU wilde voorkomen dat punten bij de verkeerde Malta zouden komen. Bij Dustin The Turkey gingen ze er later blijkbaar op voorhand al vanuit dat die toch geen punten zou krijgen...
In de nationale voorronde pakte het gezelschap bijna vijf keer zo veel punten als de band Agnetha, Anni-Frid, Björn & Benny, wiens
Ring Ring toch niet helemaal van het niveau was wat de Zweden nastreefden. Dit nummer werd echter wel een internationale hit, en dat gold niet voor
You’re Summer. Hoewel dat toch zeker niet onaardig was, en uiteindelijk nog 5e werd.
Maar in
1974 stond er in de voorronde toch echt geen maat op ABBA. Hun
Waterloo boekte een ruime overwinning en mocht naar Brighton, waar het ESF werd gehouden, omdat Luxemburg de kosten van een tweede organisatie op rij niet kon dragen. Over zowel ABBA als
Waterloo is niet zo heel veel nieuws meer te melden. Een paar leuke weetjes zijn dat de originele werktitel van
Waterloo eigenlijk
Honey Pie was. Dit werd later aangepast, naar de naam van een dorpje even onder Brussel. Daar is op verzoek van onze Koning Willem I een berg gebouwd, die dient als monument voor de plek waar een Europees leger de Franse keizer Napoleon ten val bracht. Niet letterlijk overigens, want Napoleon kon die dag niet op zijn paard rijden, vanwege hevige aambeien. Een ander feitje over het lied
Waterloo, is dat het de derde grootste hit voor ABBA in de VS werd, na
Dancing Queen en
Take A Chance On Me. Het werd een Top 10-hit in onder meer Nederland, Frankrijk, Nieuw-Zeeland, Canada en Zimbabwe. En uiteraard kunnen we niet vaak genoeg benadrukken hoe belangrijk het lied is geweest voor de ontwikkeling van het ESF.
ABBA won uiteraard, maar mede door de sterke bezetting van het ESF van dat jaar, werd het nog best een spannende puntentelling. Gigliola Cinquetti, Mouth & MacNeal en Olivia Newton-John waren topconcurrenten, die verslagen werden. Dat was vooral te danken aan Zwitserland, dat naar het einde van de puntentelling de maximale score van 5 punten aan Zweden gaf en die andere drie niets. Dat verklaart grotendeels het gat van 6 punten tussen de
Waterloo en
Si. Of Frankrijk punten zou willen geven aan een plaat met zo’n pijnlijke titel zullen we nooit weten. Door het plotselinge overlijden van President Pompidou vlak voor het ESF trokken zij zich op de valreep terug. ABBA zou nog jarenlang bekend blijven en hun muziek dient nog altijd als inspiratiebron voor velen, zeker in eigen land.
In eigen huis werd Zweden, vooral dankzij de organisatorsbonus, in
1975 8e met
Jennie, Jennie. Waar ABBA hun tijd tien jaar vooruit was, hobbelde dit juist decennia achter de feiten aan. De organisatie van het festival kostte ook veel te duur, qua financieel geld. Mede daardoor deed Zweden in
1976 helemaal niet mee. Er was een flinke verontwaardiging ontstaan in het land over dit belastinggeld verslindende circus, vandaar die keuze.
In
1977 waren ze terug, maar het had er alle schijn van dat er voor de zekerheid iets werd gestuurd dat zeker niet ging winnen. De groep Forbes bracht een ode aan de
Beatles. Het is te hopen dat de heren uit Liverpool zelf niet keken die avond, want hier werd niemand blij van. Ze werden laatste, met alleen 2 punten uit Duitsland.
Met het ingaan van de jaren ’80 werden de inzendingen beter en moderner. In
1980 werd Tomas Ledin 10e met
Just Nu. Dat was een uptempo rocknummer, waar Zweden er door de jaren heen niet zo heel veel van gestuurd heeft. Een jaar later volgde nog een 10e plaats, maar Björn Skifs zal toch vooral herinnerd worden vanwege zijn idiote outfit met grijze handschoenen en een paars pak in
1981. In
1982 volgde het duo Chips, met zang van Kikki Danielsson en Lasse Holm, dat met
Dag Efter Dag 8e werd.
Björn Skifs. In
1983 volgde een memorabele inzending van Zweden. De winnares van de Melodifestivalenfinale van dat jaar was Carola Häggkvist, en deze toen nog maar 16-jarige zangeres zou razendsnel populair worden.
Främling was de titel van haar ESF-inzending en haar CD, waarvan er meer dan een miljoen werden verkocht in haar eigen land. Op het ESF was Zweden ondanks de 4e startpositie één van de favorieten, en 84% van de Zweedse bevolking zat die avond nagelbijtend op de bank. Het is een record dat nooit meer overtroffen zou worden. Helaas voor al die mensen won Carola niet. De winnaar van het festival werd het oubollige
Si La Vie Est Cadeau uit Luxemburg, waarmee de jury’s onderstreepten dat ze in de jaren ’80 geen smaak hadden. Zweden werd achter het Israëlische
Hi uiteindelijk derde.
Het betekende wel de internationale doorbraak van Carola, en haar lied werd in veel vertalingen een hit. Ook in het Nederlands bereikte ze in ons land de Top 10 met de versie
Je Ogen Hebben Geen Geheimen Voor Mij.
Ondanks de teleurstelling over het missen van de overwinning, was dit wel de start van de enorme populariteit van het Songfestival in Zweden, zoals we die tot op de dag van vandaag kennen. Ook het jaar erna keek men weer massaal, en dat kwam mooi uit, want in
1984 zou de tweede Zweedse overwinning volgen. De Herreys deden mee. Dit zijn drie broertjes Per, Richard en Louis Herrey, en zij zongen
Diggi-Loo, Diggi-Ley. Dat is een vrolijk liedje in het Zweeds, maar in het verlengde van winnaars als
Ding-A-Dong en
A-Bi-Ni-Bi had het een fantasietitel, en de plaat zit ook vol mama appelsapjes. In eigen land kreeg het trio als bijnaam de
Dancing Deodorants mee, het is niet duidelijk of ze daar erg blij mee waren. In hun eigentijdse outfits met gouden schoenen, zongen ze dit vrolijke deuntje als opening van de avond op het ESF. In het jaar van
Terminal 3 en
I Treni Di Tozeur hadden ze stevige concurrentie, zeker met deze startpositie, maar na een aarzelende start namen ze de leiding bij de puntentelling, om die niet meer af te staan.
In
1985 volgde weer een succes, toen Kikki Danielsson met
Bra Vibrationer weer een bronzen medaille haalde. Dat was van dit trio succesinzendingen wel duidelijk de minste, maar dit ESF was in het geheel niet zo bijzonder. Op dit tweede festival op Zweedse bodem was het overigens voor het eerst mogelijk om als fan een kaartje te kopen. Tot die tijd was het festival alleen toegankelijk voor genodigden in het publiek. In
1986 was ook de andere helft van Chips terug op het festival, toen Lasse Holm in duet met Monica Törnell 5e werd.
Lotte Engberg was in
1987 de eerste Zweedse in dit decennium die er niet in slaagde de Top 10 te bereiken. Ze werd 12e met
Boogaloo. Dat was een vrolijk zomers deuntje, dat vooral is blijven hangen doordat de oorspronkelijke titel verboden werd. Reclame-uitingen mogen niet van de EBU, en de titel
Fyra Bugg Och En Coca Cola maakte reclame voor de kauwgom van Bugg en de limonade van Coca Cola.
Nadat Tommy Körberg in
1988 voor de tweede keer meedeed, en na een 9e plaats in
1969 weer enigszins teleurstelde met een 12e plaats, deed een andere Tommy het beter in
1989. Tommy Nilsson pakte een fraaie 4e plaats met
En Dag. Het intro van dit lied werd later de begintune van
De Schreeuw Van De Leeuw.
In
1991 mocht een oude bekende het nog eens proberen. Carola was terug en deze keer ging ze voor goud. Dat deed ze met het nummer
Fångad Av En Stormvind. Carola had zichzelf met het volwassen worden een iets stoerdere stijl aangemeten, en dit nummer was eigenlijk de bekroning van de Scandipop die vanaf het midden van de jaren ’80 al populair was op het ESF.
Het was vermoedelijk de spannendste puntentelling allertijden. Niemand slaagde erin om een echte voorsprong te pakken. Nadat alle landen behalve Italië hadden gestemd, stond Zweden bovenaan, met 7 punten voorsprong op Israël en 12 punten voorsprong op Frankrijk. Italië gaf vervolgens zo ongeveer de hele wereld punten, maar na de 1 t/m 10 had de Top 3 nog niets ontvangen. Vervolgens kreeg Frankrijk de 12 punten en eindigden Zweden en Frankrijk exact gelijk. Ze behaalden ook nog even vaak douze points, maar Zweden kreeg meer tienen en won daardoor de strijd. Met de regels van nu zou Frankrijk wel hebben gewonnen, omdat het van meer verschillende landen punten kreeg. Omdat het ESF op 4 mei van dat jaar werd gehouden, deed Nederland niet mee. Nederland gaf zeker in die tijd vaak vrij veel punten aan Frankrijk, dus dat had de geschiedenis ook nog flink kunnen veranderen. Maar Carola pakte de beker, en dat voelt ook wel als een verdiende prijs voor haar drie sterke inzendingen (in 2005 zou ze nog eens meedoen).
In
1992 was het ESF dus weer in Zweden, en er deed een bekende naam mee. Christer Björkman, die tegenwoordig belangrijk is bij de MF- en ESF-organisatie, werd als uitvoerende op het podium slechts 22e. Zijn talenten liggen blijkbaar meer aan de andere kant van de camera.
In
1995 en
1996 stuurde Zweden twee jaar na elkaar een bijzonder mooie rustige inzending, en in beide gevallen resulteerde dat in een 3e plaats met precies 100 punten. En ook twee keer was dat zeker niet geflatteerd, want het waren sterke liedjes, die als ze in het Engels waren gebracht, wellicht nog wel iets verder waren gekomen. De eerste bronzen medaille ging naar Jan Johansen met
Se På Mig (NL:
Kijk naar mij). Jan is een Zweed met Noorse ouders. Mede daardoor werd hij een succesvolle artiest in zowel Zweden als Noorwegen. Zijn eerste Melodifestivalendeelname, die meteen resulteerde in de overwinning, was zijn doorbraak voor het grote publiek. Hij probeerde het daarna nog drie keer, maar het lukte (net) niet meer. Op het ESF ontving Zweden dat jaar drie keer de maximumscore, maar het Noorse
Nocturne bleek met grote marge de winnaar.
Een jaar later was het de beurt aan de groep One More Time. Deze groep had als bekendste lid Nanne Grönvall, die ook solo buitengewoon succesvol was. Ze zong samen met haar man Peter Grönvall, de zoon van Benny van ABBA. Het derde lid was Maria Rådsten. Ze braken snel door met
Highland, wat in Vlaanderen zelfs een nummer één-hit werd. Er volgden nog enige nationale successen, zoals
Det Vackraste, waarmee ze op het MF van 1995 tweede werden. Een jaar later lukte het wel met
Den Vilda. Dat was een lied in Enya-stijl, dat vooraf favoriet werd voor de zege. In de besloten kwalificatieronde van dat jaar won het ook daadwerkelijk. Op de grote avond ging de jury echter massaal voor Ierland, niet ongebruikelijk in die tijd, en ook organisator Noorwegen wipte nog over Zweden heen.
Na een missertje met een 14e plaats voor de boyband Blond in
1997, gaf Jill Johnson in
1998 het startschot voor een reeks van zeven Top 10-klasseringen op rij met
Karleken Är. Dat was weer een rustige inzending die in de smaak viel. Het was ook de laatste Zweedstalige inzending uit Zweden op het ESF. Een jaar later verdween de taalregel en was de introductie van de televoting ook nagenoeg compleet.
Het betekende voor Zweden dat men overstapte naar het Engels en van jury-vriendelijke inzendingen naar luchtigere muziek. Het leidde direct naar een nieuwe overwinning voor Charlotte Nilsson. Ze werd geboren in het jaar van ABBA, en maakte op het moment van haar doorbraak voor het nationale en internationale publiek op het MF en ESF gebruik van twee goed uitgebouwde pluspunten aan haar voorgevel.
Maar het zou onverdiend zijn om haar lied
Take Me To Your Heaven niet op waarde te schatten. Dit is een onvervalste klassieker gebleken, die er bij de fans na al die jaren nog altijd ingaat als koek. Toch was het niet Zweden, maar IJsland, dat op het ESF van dat jaar de grote favoriet was. Selma’s
All Out Of Luck was eveneens een topinzending en de Cypriotische Marlain was de derde favoriet voor de winst. In de show bepaalde het lot dat IJsland, Cyprus en Zweden precies na elkaar moesten, ongeveer halverwege de avond. Cyprus werd door het geweld aan beide kanten overvleugeld en zou maar 2 punten ontvangen. Zweden en IJsland hadden een lange nek-aan-nekrace, die uiteindelijk in het voordeel van Charlotte werd beslecht. Hoewel dat bij een uitslag andersom wellicht wat minder uitgesproken was geweest, lijkt
Take Me To Your Heaven toch wel de grotere klassieker, in vergelijking met
All Out Of Luck.
Na het ESF-succes groeide Charlotte uit tot een nationale ster. Ze bleef betrokken bij het MF, voor de presentatie, intervalacts en nog meerdere nieuwe deelnames. Haar naam op het affiche was, ondanks het feit dat ze door de jaren heen geleidelijk steeds minder vertoonbaar werd, voor de Zweedse omroep toch een garantie voor goede kijkcijfers. Ze trouwde met Nicola Ingrosso, waardoor ze de tante werd van muzikanten Sebastian en Benjamin Ingrosso. Na een familievete veranderde het stel hun achternaam in Perrelli. En na een gezinsvete gingen Charlotte en Nicola helemaal uit elkaar. Ze wilde iets anders, en het werd Anders Jensen, met wie ze ondertussen enthousiast aan nageslacht werkt. Er dartelen ondertussen vier kinderen van het koppel rond.
Het nieuwe millennium begon met een Songfestival op Zweedse bodem, iets wat geen zeldzaamheid zou blijken. Op het eerste MF won een oude bekende van het ESF van 1993, Roger Pontare met de Zweedse versie van
When Spirits Are Calling My Name. Hij versloeg met ruime marge de gedeelde nummers 2 Barbados en Friends, die we nog vaker in de voorronde zouden tegenkomen. Het lied van Roger gaat over hoe inheemse volkeren hun eigen waarden en tradities beschermen in deze moderne tijd. Hij behoort zelf ook tot de Sami-minderheid uit Lapland. Op het ESF ging het lied vergezeld van een flinke verkleedpartij en het nodige vuurwerk, en dat resulteerde in een verdienstelijke 7e plaats.
In
2001 waren zowel Friends als Barbados terug op het MF om iets aan hun tweede plaats van een jaar eerder te doen. Friends slaagde daar het beste in, want zij wisten nu te winnen, terwijl Barbados weer 2e werd. Andere bekende namen Sanna Nielsen en Jan Johansen werden daarachter 3e en 4e. De nummer 1 Friends was een groep die werd samengesteld in een TV-programma, enigszins vergelijkbaar met Starmaker. Van de 6 leden waren de leadzangeressen Kim en Nina degenen die de aandacht naar zich toetrokken.
Het was een omstreden inzending van Zweden, want al snel waren er beschuldigingen van plagiaat.
Listen To Your Heartbeat zou wel heel veel lijken op het Belgische
Liefde Is Een Kaartspel van Lisa del Bo, dat had meegedaan aan het ESF van 1996. Die claim werd toegewezen, voor het eerst in de ESF-historie, en er vloeide een onbekend geldbedrag naar de makers van het origineel. Voor het ESF zelf werd het lied overigens niet gediskwalificeerd, en ondanks het feit dat de kijkers deze muziek al eens eerder hadden gehoord, scoorde het met een 5e plaats een stuk beter dan de 16e plaats van Lisa del Bo.
Kijk en vergelijk. Dit is de Zweedse versie:
En dit is de Belgische versie:
En vooruit, dit is een Japanse anime-versie:
In
2002 deden Friends en Barbados weer mee aan het MF, maar deze keer deden ze niet mee om de prijzen. Afro-Dite, een groep van drie dames met een Afrikaanse achtergrond won vrij eenvoudig. Hun liedje
Never Let It Go was ondanks hun roots zo Zweeds als het maar kan, en werd na een wat minder ESF-optreden nog 8e.
In
2003 werd het MF opgevrolijkt door tal van oude en nieuwe bekenden. Jan Johansen was terug, deze keer met Pernilla Wahlgren (nu de ex-schoonzus van Charlotte) en zij werden 2e met het vrolijke
Let Your Spirit Fly. Alcazar werd 3e met
Not A Sinner, Nor A Saint en Jill Johnson, Sanna Nielsen, Afro-Dite en het onvermijdelijke Barbados deden ook mee aan de finale. De winst daarin ging naar de groep Fame. Dat zijn fotomodel Jessica en piloot Magnus, die een duo vormden na het programma Fame Factory. Ze wonnen met
Give Me Your Love, een ietwat plastic deuntje, maar wel één die na een halve minuut al moeiteloos mee te zingen is. Mede daardoor werd het een 5e plaats op het ESF. Een jaar later zouden ze zonder succes nog eens terugkeren op het MF, waarna beide leden een solo-carričre begonnen. Hierin zouden ze ook nog meermaals op het MF opduiken.
In
2004 kwam er eindelijk een droom uit voor de toen 38-jarige Lena Philipsson. Deze razend populaire zangeres had al drie keer deelgenomen aan het MF, maar was daarin niet verder gekomen dan twee tweede plaatsen. En ze wilde zo dolgraag eens naar het ESF. Sterker nog, ze acteerde zelfs in een film dat ze een zangeres was die droomde van een ESF-deelname. Ze had die ambitie al bijna opgegeven, maar het haar aangeboden lied
Det Gör Önt was zo sterk dat ze toch nog eens meedeed, 16 jaar na haar vorige deelname aan het MF. En deze keer was er wel succes. 38 jaar en ze heeft hem, die MF-beker! In een finale met vooral minder bekende namen, boekte ze een eclatante overwinning. Vol goede moed deed ze mee aan het ESF, waar ze één van de outsiders was. Op een sterk bezet festival, kreeg ze vier keer 12 punten voor
It Hurts, wat leidde naar een 5e plaats.
Vanaf dat moment kwam Zweden in een duidelijk mindere fase. Een aantal keer werd dat veroorzaakt doordat een sterke editie van Melodifestivalen resulteerde in niet noodzakelijkerwijs de meest geschikte winnaar. In
2005 won Martin Stenmarck het MF met
Las Vegas. Hij versloeg onder meer Alcazar, Sanna Nielsen, Linda Bengtzing en Nanne Grönvall. Dat was vooral teleurstellend voor Nanne, want zij werd door toedoen van de jury 2e, terwijl ze de publieksstemming wel had gewonnen.
Las Vegas is echt een niemendalletje, waarbij het voornaamste compliment kan zijn dat het zo lekker internationaal klinkt. Maar als een buitenlands radiostation dit soort muziek draait, en je hoort het langskomen in de auto, dan zoek je toch echt een andere zender. En dat gebeurde ook met de televoters op het ESF, want Zweden werd 19e.
Op het ESF van
2006 waren de zorgen weer even vergeten, want Carola was terug voor een nieuw succes met
Invincible. Ze versloeg in de MF-finale onder meer BWO, Andreas Johnson, Rednex en Linda Bengtzing.
Invincible is echt een inzending die past bij het geluid van Carola. Met de onvermijdelijke windmachine op volle kracht, zong ze de sterren van de hemel en vulde ze het podium met haar charisma. Dat was niet genoeg om ook maar één keer 12 punten te krijgen, mede doordat de eigen regio vooral voor Lordi ging. Ze kreeg echter wel van heel veel landen punten (niet van Nederland overigens) en daardoor werd ze na een 3e en een 1e plaats deze keer 5e. Geen nieuwe podiumplek, maar Carola had haar status wel duidelijk herbevestigd.
In
2007 bleek dat Zweden toch even in een dalletje zat. In de jaren na Lordi zat het hele ESF in een soort identiteitscrisis. En het antwoord in veel landen was niet om dan maar een goed liedje te sturen en op die manier mee te strijden om de winst, maar eerder om mee te gaan in de malaise. Zweden koos voor The Ark. Dat is een band die naar awards gerekend in Zweden de meest succesvolle band is sinds ABBA. Dat was niet echt te merken aan hun ESF-inzending
The Worrying Kind. In de niet zo sterke voorronde won het wel redelijk makkelijk van Andreas Johnson's
A Little Bit Of Love, die na een 3e plek een jaar eerder nu 2e werd en Måns Zelmerlöw, die 3e werd met
Cara Mia, wat wellicht de MF-inzending was geweest met het meeste ESF-potentieel. Op dat ESF in buurland Finland, en waar West-Europa zich collectief blameerde in de uitslag, deden meerdere vrolijke rockbandjes mee, die allemaal flopten. The Ark werd 18e.
In
2008 werd het ESF weer een teleurstelling voor Zweden, maar dat lag niet meteen aan de hoogstaande voorronde. Het verkeerde liedje won. Sanna Nielsen probeerde het voor de zoveelste keer, maar greep weer mis.
Empty Room was de favoriet van het publiek, maar niet van de jury, dus werd ze 2e. BWO was ook terug en
Lay Your Love On Me was één van hun beste platen. Ze werden er 3e mee. De matig behaarde heren van Rongedal werden 4e met het zeldzaam vrolijke
Just A Minute, dat nogal in het verlengde lag van de Scissor Sisters. Linda Bengtzing was er ook weer bij, en haar
Hur Svårt Kan Det Va werd 5e. Eigenlijk waren dat allemaal liedjes die hadden kunnen scoren. Maar de winnares pakte de winst vooral op haar naam.
Dat was namelijk Charlotte Perrelli, die negen jaar na haar winst terug was om weer een gooi te doen naar de prijzen, met het nummer
Hero. Dat was toch wel het B-kantje van haar eerdere inzending. Daarbij speelde het probleem dat Charlotte vocaal niet zo geweldig was tijdens haar ESF-optreden. Om aandacht te trekken had de regisseur bedacht dat de eerste seconden van het Zweedse optreden in zwart-wit werden uitgezonden. Heel Europa dacht inderdaad dat er iets mis was met hun TV, maar dan wel vanwege het geluid. Charlotte klonk alsof ze vanuit het toilet zong. Dat zorgde voor een 12e plaats in de halve finale. Normaliter zou het feest dan voorbij zijn, maar in dit jaar had de vakjury het recht om de 10e finalist te bepalen. En jury’s –hartje- Zweden, dus
Hero kreeg die plek ten koste het Macedonische
Let Me Love You (op zichzelf geen groot gemis). In de finale deed ze logischerwijs voor spek en bonen mee en volgde een 18e plaats.
In
2009 kon het nog iets minder, en wederom was er best iets te kiezen in de voorselectie. Måns Zelmerlöw, Alcazar, Emilia en Agnes hadden echter niet echt sterke inzendingen, en deden dan ook niet mee voor de winst. EMD, een boyband met onder meer de nimmer bescheiden Danny Saucedo, werd 3e met
Baby Goodbye. De onbekende Caroline af Ugglas werd 2e en de winst ging naar Malena Ernman met
La Voix.
Malena is een ervaren operazangeres, die vooral succesvol is in het Zweedse variété-circuit. Ze trad ook in de rest van Europa al veelvuldig op. Verder kennen we haar vooral als de moeder van Greta Thunberg. Zij was toen helaas nog te jong om de televoters bestraffend toe te spreken. Want die pakten niet bepaald massaal de telefoon om voor
La Voix te stemmen. Het werd vooral dankzij wat punten uit de regio 21e. Het voornaamste probleem was dat in de live-versie Malena niet echt lekker wist te dealen met de overgang tussen de hoge en de lage tonen, waardoor het geheel niet overtuigend genoeg overkwam.
Moeder en dochter. En zo werd het
2010. Het jaar van een nationaal Zweeds trauma. Want na een aantal mindere resultaten volgde het absolute dieptepunt. Het zou het enige jaar in de historie worden waarin Zweden onvrijwillig niet meedeed aan de finale. Vooral dankzij een sterke publieksscore wist Anna Bergendahl zich via het MF te kwalificeren voor het ESF in Oslo. Daar leek er eigenlijk geen vuiltje aan de lucht. Zweden zat in de tweede halve finale, met concurrenten als Sieneke, het Bulgaarse
Angel Si Ti en het Zwitserse
Il Pleut De L’(o)or. Overigens ook met de nodige sterke liedjes, maar dat uiteindelijk landen als Ierland en Cyprus niet te pakken bleken door Zweden, kwam toch wel als een schok. Anna, die tijdens haar optreden al als een bang hertje in de camera had gekeken, liet na afloop haar tranen de vrije loop, omdat ze zich ook wel realiseerde wat voor schade ze in haar thuisland had aangericht. Gelukkig is ze ondertussen vergeven, en later zou ze ook terug op het MF opduiken.
Er moest iets gebeuren, en vanaf dit moment is er op het MF toch wel een ontwikkeling van een brede finale met veel favorieten, naar een deelnemersveld met één of enkele toppers, waar alle tijd en moeite in wordt gestoken, en voor de rest vooral opvulmateriaal. Dat vergrootte de kans op een echte topinzending en verkleinde de kans op het kiezen van de verkeerde inzending door het publiek. Zweden had op dit moment met vier inzendingen op rij de Top 10 gemist. Dat was sinds hun debuut in 1958 nog nooit voorgekomen, en boven alles moest voorkomen worden dat dit record nog scherper gesteld zou worden.
Het MF van
2011 was ondanks alles wel bijzonder spannend. Na de jury-stemmen leidde Eric Saade met
Popular met een minimale voorsprong op Danny Saucedo’s
In The Club en Sanna Nielsen’s
I’m In Love. Het publiek bevestigde de jurykeuze, en dus mocht Eric naar Düsseldorf.
Eric is een half-Zweedse, half-Libanese zanger, die doorbrak in de boyband What’s Up, waar hij samen met onder meer Robin Stjernberg deel van uitmaakte. Later ging hij solo, en zijn eerste echte topper was
Manboy, dat in 2010 echter niet goed genoeg was op het MF. Een jaar later was hij terug met het duidelijk betere
Popular. Het is spijtig dat ook dit nummer eigenlijk net niet goed genoeg was om een breed publiek aan te spreken. Op het zwakke ESF van 2011 was er zeker wel wat te halen en vanaf de matige 7e startpositie naderde hij de winnaar Azerbeidzjan bij de televoting tot op 2 punten. En we weten hoe Azerbeidzjan die publiekspunten vergaarde. De goede publieksscore kwam vooral door de spectaculaire act, waarin Eric een glasplaat brak. De jury lette uiteraard meer op het liedje zelf, en daar werd hij slechts 9e. Gecombineerd werd het een 3e plaats, waar op alle fronten eigenlijk iets meer ingezeten had.
Dat smaakte naar meer en er kwam ook meer. Wat heet, er kwam veel meer. In
2012 deed Zweden mee met vermoedelijk het beste ESF-lied van het decennium. Het gaat natuurlijk om
Euphoria van Loreen. Zij won het MF van dat jaar. Hoewel Danny Saucedo nog hevig tegensputterde met
Amazing, deed de rest al op voorhand voor niets mee.
Euphoria had een kleine voorsprong na de landenjury’s en maakte het grote verschil bij het publiek. Het is hierbij op zich wel opmerkelijk dat Sandra Kim namens de Belgische jury Euphoria slechts het 4e beste lied van de avond vond, maar daar gaat het nu niet om. Danny Saucedo was een slechte verliezer (en ook geen beste ESF-kenner). Hij gaf na de show aan dat zijn lied meer geschikt was geweest als inzending en dat hij verwachtte dat
Euphoria weinig ging doen op het festival. Arme jongen.
Loreen Talhaoui groeide op als dochter van Marokkaanse immigranten in Västerås, even ten westen van Stockholm. Ondanks haar talent, lagen er op de weg naar haar historische ESF-prestatie niet zo heel veel hoogtepunten. Ze werd bekend bij het publiek in 2004, door 4e te worden in de Zweedse Idols. Behoudens wat kleine TV-klusjes bleef ze in de jaren erna nogal op de achtergrond. In 2011 deed ze mee aan de Melodifestivalenvoorronde, maar bereikte ze de finale niet met
My Heart Is Refusing Me. Een jaar later was ze terug met
Euphoria, en mocht ze afreizen naar het ESF in Baku. Dat ze naar Azerbeidzjan zou afreizen, had Loreen een jaar eerder waarschijnlijk ook niet gedacht.
Voorafgaand aan dit ESF was Zweden al de huizenhoge favoriet om te winnen. Niemand twijfelde er eigenlijk aan dat
Euphoria een geweldig lied was. Er zat alleen wel één addertje onder het gras. Het was in de breedte niet zo’n geweldig jaar, en de voornaamste concurrenten, de Russisiche Oma’s (televoting) en de Servische Zeljko Joksimovic (eigen regio en diaspora voting) spraken wel een dusdanig breed publiek aan dat ze een hoge score zouden kunnen neerzetten.
Maar niemand maakte zich zorgen over Loreen. Heel Zweden keek al uit naar een nieuw succes. Totdat de jury-repetitie kwam. Loreen deed haar act prima. Ze was alleen op het podium, en de camera week geen seconde van haar zijde. Er waren geen wide shots van het publiek die voor afleiding zouden zorgen. Het was puur en alleen de Loreen-show, met naar het einde toe nog wel een overbodige danser ernaast. En toen ging het opeens mis. Halverwege het optreden vielen er papieren sneeuwvlokjes naar beneden, en Loreen slikte er daarvan per ongeluk één door. Midden in haar optreden moest ze hoesten, en ook de rest van Zweden moest even naar adem happen, want zouden de jury’s haar afstraffen voor deze hoestbui in haar optreden?
Het hoestmoment op 2'15. Het antwoord is duidelijk, dat deden ze niet, Zweden had bij de jurystemmen meer dan 100 punten voorsprong op Servië en zelfs meer dan 200 punten voorsprong op Rusland. Dat was belangrijk, want Rusland kwam bij de televoting nog tot op 11 punten achter Zweden. Maar in de gecombineerde score pakte ze liefst 18 keer 12 punten, en van alle landen behalve Italië sowieso punten, en was er van spanning geen sprake.
Na het ESF leek de weg open voor een glansrijke carričre. Iedereen was onder de indruk van Loreens capaciteiten en
Euphoria is een dusdanige evergreen geworden dat die nog steeds in de Nederlandse Top 2000 staat. Dat gebeurde echter niet. Net als voor haar ESF-winst bleek Loreen er niet zo handig in om in beeld te blijven bij het grote publiek. Zelfs in Zweden zou ze de Top 10 van de hitlijsten niet meer halen en haar voornaamste activiteit was een mislukte MF-rentree met
Statements in 2017. Het is toch erg spijtig dat ze er niet in geslaagd is om iets meer uit de ESF-winst te halen.
In
2013 was het ESF terug in Zweden. Op het matige MF won dat jaar Robin Stjernberg met
You. Hij kreeg bijna 100.000 televotes minder dan publiekslieveling Yohio, maar bij de landenjury’s had hij al genoeg voorsprong genomen. Op het ESF bleek
You ook een stuk geliefder bij de jury (3e) dan bij het publiek (18e), en volgde een 14e plaats.
In
2014 werd het ein-de-lijk het jaar van Sanna Nielsen. Ze nam al voor de zevende keer mee aan het Melodifestivalen en na meerdere mooie uitslagen, wist ze nu eindelijk nummer één te worden. Ze deed dat ook nog in een sterk jaar. Ace Wilder met
Busy Doin’ Nothin’ was de grote favoriet en ook Alcazar was er weer bij, met
Blame It On The Disco, net als oud-ESF-winnares Helena Paparizou met
Survivor. Deze inzendingen zouden de Top 4 vormen, maar de strijd om de winst werd ongekend spannend. Sanna leek de beste papieren te hebben bij de jury’s, maar Ace Wilder kreeg 7 punten meer in deze stemronde. Zij leek dan ook te winnen, maar het publiek besliste anders. Sanna pakte hier iets meer stemmen, wat resulteerde in een voordelige marge van 2 punten. Ze kon het zelf amper geloven, maar het was echt gelukt.
En hoewel
Busy Doin’ Nothin’ een aanstekelijk deuntje is, kunnen we er toch niet omheen dat
Undo voor het brede publiek wel echt de meer geschikte ESF-inzending was. Dat bleek ook tijdens de puntentelling, waar 15 landen Zweden in de Top 3 hadden. Conchita was dat jaar een klasse apart en won zowel bij de jury als de televoters. Maar met een 2e plaats bij de jury en een 4e plaats bij de mensen thuis, werd Zweden achter Nederland 3e in de einduitslag.
Hoewel het in dat jaar misschien nog niet zo opviel, waren we in de periode beland waarin Zweden ging heersen op het festival. Drie jaar na Euphoria, en dus maar twee jaar nadat het ESF op Zweedse bodem was, ging de hoofdprijs voor de zesde keer naar Zweden. Måns Zelmerlöw declasseerde alle tegenstand op het MF, en ontving van het publiek meer dan een kwart miljoen sms’jes meer dan de nummer 2 Jon Henrik Fjällgren.
Måns komt uit de stad Lund, in de provincie Scania. Dat is in het uiterste zuiden van Zweden. Hij is waarschijnlijk niet de domste ESF-winnaar ooit, want hij heeft de genen van zijn moeder, een professor aan de plaatselijke universiteit en zijn vader, een chirurg. Hij werd bekend door Idols, Let’s Dance en de musical Grease. Mede door de twee al eerder genoemde deelnames aan het MF waarmee hij het net niet redde, ging hij al snel tot het meubilair van de Zweedse showbizzwereld behoren.
In
2015 had Måns met
Heroes wel het juiste liedje om zijn land te vertegenwoordigen op het Songfestival. Hij was vooraf de grote favoriet, en dat was knap, want hij had hevige concurrentie. 2015 was een sterk jaar, met klassiekers als
A Million Voices (RUS),
Grande Amore (ITA),
Rhythm Inside (BEL),
Tonight Again (debuut AUS),
Love Injected (LET) en
Goodbye To Yesterday (EST). Maar er was een reden waarom Zweden topfavoriet was. Måns bracht namelijk een bijzondere act mee, waarbij cartoonplaatjes op het achtergrondscherm en Måns op de voorgrond één geheel vormden. Dat gecombineerd met het geweldige lied moest wel miljoenen televoters over de streep trekken.
Zweden zou ook ruim gaan winnen, maar toch verliep het iets anders dan gepland. Måns had pech met zijn startpositie in de eerste starthelft, terwijl Rusland en Italië een startpositie bij de laatste drie van de avond kregen. Ook had de act minder dan verwacht het beoogde effect op de televoters. Zij gingen voor Italië en Rusland en daarna pas voor Zweden. Juist de jury was onder de indruk, en bij hen boekte Zweden een dusdanig grote overwinning, dat er voor de anderen weinig meer aan te doen was. Hoewel
Heroes een vermakelijk popdeuntje is, mag het toch wel opmerkelijk genoemd worden dat juist de jury hier in zulke groten getale voor ging. De vraag blijft toch of het zonder act en als het niet Zweden was gekomen ook overeind was gebleven. In totaal kreeg het lied echter 12x12 punten en sowieso van alle landen punten. Het werd ook een mooie hit, en Måns kan sindsdien niet meer stuk in de Eurovisiewereld.
Zo kwam het ESF in
2016 terug in Zweden. Dat weerhield de organisatie er niet van een MF samen te stellen met voor elk wat wils. De favoriet Frans pakte vooral dankzij het publiek de winst. Hij liet jurywinnaar Oscar Zia achter zich, net als Ace Wilder, Wiktoria en Robin Bengtsson. Zijn lied
If I Were Sorry werd al snel populair en steeg naar de eerste plaats bij de bookmakers. Zou Zweden erin kunnen slagen het festival op eigen bodem te winnen, voor het eerst deze eeuw?
De Frans waar het om draait is Frans Jeppsson Wall. En zo veel mensen met een achternaam met twee keer dezelfde medeklinker achter elkaar zijn er volgens mij niet, dus wat dat betreft was het al een wonderkind. En dat gold ook voor zijn muziek, want al op zijn zevende scoorde Frans een enorme hit met een ode aan Zlatan Ibrahimovic. Zoals wel vaker met kindsterren verdween hij uit beeld toen hij wat ouder werd, maar hij nam in elk geval zijn bekendheid van toen mee naar het MF, waar hij dus wist te winnen.
Op het ESF moest Frans al redelijk vroeg aantreden, met de als gastland gelote 9e startpositie. Maar dat is niet de reden dat hij niet won. Hoewel hij vijf keer 12 punten kreeg, ging het dit jaar tussen Rusland, Oekraīne en Australië en daarachter volgden Bulgarije en Zweden op gepaste afstand in de uitslag. Hoewel
If I Were Sorry vrij modern klonk, heeft Frans er nog niet echt een vervolg aan kunnen geven en zijn verdere hits ook in eigen land uitgebleven.
In
2017 had de jury een flinke vinger in de pap op het MF. Dat kwam door een nieuw stemsysteem, dat een jaar eerder al was geīntroduceerd. Via de app kon het publiek niet op één liedje stemmen, maar zijn stemmen uitsmeren over meerdere favorieten. Bij Frans maakte dat niet zo veel uit, want die was de grote favoriet. Een jaar later was het publiek veel meer verdeeld. Omdat de jury wel een duidelijke favoriet had in Robin Bengtsson, was het na de landenjury's eigenlijk al beslist. Hij had aan de 3e plaats bij het publiek ruim voldoende voor de overwinning. Sterker nog, publiekslieveling Nano kreeg niet eens het dubbele aantal stemmen als de nummer laatst Lisa Ajax.
De grotere voorkeur van de jury dan het publiek voor winnaar
I Can’t Go On was een redelijke indicator voor het echte ESF. Het was een liedje waar niet zo veel op aan te merken was, maar wat toch net even het speciale miste om echt mee te doen voor de prijzen. Wel had de act een leuke gimmick waarin Robin en zijn dansers zogenaamd van achter de coulissen het podium betraden aan het begin van het optreden. Bij de televoting werd hij 8e, en dat voelt ook wel als een correcte uitslag. Dankzij een 3e plaats bij de jury’s werd het overall wederom een 5e plaats.
In
2018 won Benjamin Ingrosso een nogal matig MF bij zowel jury als publiek met
Dance You Off. Benjamin komt uit een bijzonder muzikale familie, en in tegenstelling tot zijn moeder Pernilla Wahlgren slaagde hij er wel in om naar het ESF te gaan. En dat terwijl Pernilla toch veel leukere liedjes instuurde. Zo oneerlijk is de wereld soms.
Nog meer dan een jaar eerder was
Dance You Off een competente, maar nogal kille en emotieloze inzending. Vanwege zijn nationale populariteit viel dat niet zo op in de voorronde, maar op het ESF zelf is het toch wel noodzakelijk een emotionele klik te maken met de televoters, die je als uitvoerende niet kennen. Dat lukte niet, en zou uiteindelijk leiden naar een zeldzame discrepantie tussen de jury- en de publieksscore. Na de jury’s was Zweden 2e, achter het verrassende Oostenrijk, en lag het op koers voor de overwinning. Bij het publiek ging het helemaal fout met een 23e plaats en slechts 21 punten. In totaal werd Zweden 7e. Zo’n groot verschil was uiteraard niet echt te voorzien, maar de boodschap van de televoters was duidelijk, zij wensten meer dan alleen een gelikte act en dito inzending. Het moet wel gezegd worden dat Benjamin sportief omging met zijn resultaat, wat in elk geval voor hem pleitte. Ook heeft zijn nationale carričre er niet onder geleden, want hij is momenteel populairder dan ooit.
![DdJ8M8xWsAIqJSJ.jpg]()
In
2019 werd dat probleem gedeeltelijk opgelost. De aimabele John Lundvik won met twee vingers in de neus in een wederom matig MF-jaar.
Too Late For Love was echter wel een inzending die vooral gemaakt leek voor de West-Europese markt. Maar bij gebrek aan favorieten achter het ongenaakbare Nederland deed Zweden het vooraf goed bij de bookmakers. En John verkocht zijn lied ook op de best mogelijke manier. Toch werd hij met name bij het publiek voorbijgestreefd door andere mannelijke solo-inzendingen. Daardoor deed hij na een 2e plaats bij de jury, en door een fout van de EBU op dat moment zelfs gerapporteerd als een 1e plaats, lang mee om de prijzen, maar werd het uiteindelijk een 5e plaats. Afijn, we weten wel ongeveer hoe dat ging.
![784pQqX.gif]()
Zo rijgt Zweden de topscores aan elkaar en lijkt een nieuwe overwinning een kwestie van tijd. Wel moeten de inzendingen dan ook weer voldoende televoters aanspreken.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Vanwege de lengte van de OP is het deel onder de streep
hier te vinden (in post 32).
[ Bericht 7% gewijzigd door Fred_B op 08-03-2022 11:43:18 ]