IJSLAND Waar kennen we de IJslanders van?Van de geisers en vulkanen natuurlijk. IJsland ligt op de breuklijn van het Amerikaanse en Euraziatische continent en dat zorgt voor een spectaculair landschap. Verder van Reykjavik, de noordelijkste hoofdstad ter wereld, van Björk, van de voetballers die ons uitschakelden voor het EK, Wie Is De Mol, van omvallende banken, van de strategische ligging tussen diverse militaire grootmachten, van achternamen die eindigen op -son of -dottir, van Sigur Rós en natuurlijk van de (wal)vissen.
Hoe doen ze het op het ESF?Voor een land met maar 300.000 inwoners heeft IJsland bijzonder veel bereikt op het ESF. Zeker als je bedenkt dat ze, in tegenstelling tot veel andere kleine landen, altijd nationale artiesten sturen. Toch is de status van IJsland wellicht iets groter dan de werkelijke prestaties. In 32 deelnames werd de Top 10 maar zes keer gehaald. Daar staat tegenover dat het ook twee keer 2e werd en de finale vanaf 2008 zeven keer op rij werd bereikt. Veel traditionele Songfestivallanden kunnen daar niet aan tippen en het maakt IJsland na Malta het meest succesvolle ESF-land dat nog nooit wist te winnen.
Het is ook wel opvallend dat IJsland er bijna altijd in slaagt om een voorronde te organiseren met een redelijk niveau, waarin nog wat te kiezen valt. Deze nationale selectie wordt
Söngvakeppnin genoemd. Logischerwijs is het wel meermaals voorgekomen dat artiesten na hun deelname nog eens terugkeerden of dat een familielid dat deed.
Hoewel IJsland nogal excentrisch ligt, heeft het een culturele relatie met Scandinavië en dat leidt tot punten over en weer. IJsland is hierbij net als Estland en Finland wel enigszins ondergeschikt aan Zweden, Noorwegen en Denemarken.
Tussen IJsland en Nederland is er historisch gezien niet zo’n sterke band. De beste scores waren voor ICY (5), Inga (7), Selma (7), Birgitta (6), Yohanna (7), Pollapönk (6) en Hatari (7 (p)). Andersom gingen de hogere scores naar Ruth Jacott (6), Marlayne (6), Anouk (8), Common Linnets (12), Douwe Bob (12 (j) + 6 (p)) en Duncan Laurence (7 (j) + 5 (p)).
Hoe ging het door de jaren heen? Het land debuteerde op het ESF in
1986. In de nationale voorronde werd het winnende liedje gevonden en later werden de deelnemers bepaald. Dat werd namens IJsland een groep met de ietwat jeuk-opwekkende naam ICY. Het werd niet echt een spectaculaire binnenkomer, want ze werden slechts 16e. Die prestatie wisten de IJslanders in de twee jaren erna telkens te herhalen. Daarmee hebben ze vermoedelijk wel een record in handen, van het grootste aantal 16e plaatsen op rij. Ierland werd ooit drie keer achter elkaar 1e. UK pakte drie maal na elkaar de 2e plaats. Maar voor drie keer 16e moet je toch echt wat kunnen.
In
1989 werd nog een record gevestigd. De zanger Daniel Agust, een klein mannetje in een rare hoge broek, werd laatste, en deed dat zelfs met nul punten. Het was de vierde goedbedoelde poging, in een periode dat het ESF echt niet overliep van kwaliteit, en IJsland leek niet bepaald een aanwinst voor het deelnemersveld. In
1990 bleek dat dit wat al te snel geconcludeerd was. Het duo Stjornin deed mee met het lied
Eitt Lag Enn. Een uptempo plaatje waar de ABBA-achtige vrolijkheid vanaf spatte. De punten stroomden binnen, waaronder 12 van Portugal en UK, en nog diverse tienen en achten (en helaas nul uit Nederland) en dat leidde tot een fraaie 4e plaats, 25 punten achter winnaar Italië.
Dat smaakte naar meer, en in
1992 kwam dit duo terug naar het ESF, samen met nog twee andere enthousiastelingen, die samen de groep Heart 2 Heart vormden.
Nei eða já was de titel van andermaal drie minuten vrolijkheid, en deze keer werd het een 7e plaats, met weer 12 punten van de Britse jury. Hiermee was de naam van IJsland op het ESF in elk geval gevestigd en het land werd vanaf dan ook serieus genomen als deelnemer.
In
1991 had IJsland overigens ook wel meegedaan. Eyjólfur Kristjánsson & Stefán Hilmarsson waren de twee heren die het land vertegenwoordigden. De enige reden om hen zo veel jaar later nog aandacht te schenken, waren de ronduit spuuglelijke colbertjes die ze tijdens hun optreden hadden gekozen:
Hun liedje eindigde in de middenmoot, en in de daarop volgende jaren had IJsland een abonnement op die middenmoot, meestal met liedjes die erg makkelijk te vergeten waren. Hoewel de kwaliteit van de nummers best nog een zekere afwisseling vertoonde, strandden alle pogingen halverwege het scorebord. Een voorbeeld is de 15e plaats in
1995 van Bo Halldórsson, de vader van Svala, die later nog eens met
Paper ging. We moeten naar
1997 voor weer een memorabele IJslandse inzending. Toen ging de zanger Paul Oscar, en hij had voor de gezelligheid vier schaars geklede dames meegenomen. Zijn liedje was iedereen direct vergeten, ondanks de laatste startpositie, maar de act was een voor het ESF vrij ongebruikelijke vertoning in die tijd. Dit was het eerste jaar waarin er met televoting werd geëxperimenteerd. Niet geheel toevallig kreeg IJsland 16 van de 18 punten uit het handjevol landen dat aan deze proef meedeed. De Zweden en Britten vonden deze act zelfs Top 5-materiaal.
Bij de jury's had alleen Estland 2 punten over voor deze onzin, en daarom moest IJsland in
1998 verplicht een jaar thuisblijven. Dat viel de IJslanders zwaar, want het ESF was ondertussen gegroeid in populariteit en in
1999 werd dan ook alles uit de kast getrokken om deze schande niet nog eens te laten voorkomen, en om een topprestatie te leveren. Dat moest gebeuren met de zangeres Selma en het nummer
All Out Of Luck. En eigenlijk twijfelde voorafgaand aan het ESF nauwelijks nog iemand aan het feit dat zij een grote zege zou gaan boeken in Jeruzalem. Het was het eerste jaar met televoting, en dit uptempo liedje had alles waaraan een popliedje van die tijd moest voldoen. De voornaamste vraag was vooral hoe Reykjavik een invasie van Songfestivalfans ging organiseren.
Selma was dus de topfavoriete, en daarnaast werden de bookmakers ook wild van Charlotte uit Zweden en Marlain uit Cyprus. En van Precious uit Engeland, maar daar werd om gelachen. Door een wonderlijke speling van het lot, bepaalde de startvolgorde dat IJsland als 13e moest, Cyprus als 14e en Zweden als 15e. Niet de meest wenselijke volgorde voor de EBU, maar in elk geval had geen enkele favoriet een al te groot voordeel en waren de drie toppers goed te vergelijken. Heel vaak in dit soort situaties valt er minimaal 1 van die liedjes in zo'n situatie door de mand, en dat bleek in dit geval Cyprus te zijn. Het liedje van Marlain bleef niet overeind, zo gesandwicht tussen twee andere inzendingen van de buitencategorie.
Daarmee werd het dus een strijd tussen Zweden en IJsland. Charlotte had hierbij tiet-technisch twee duidelijke bonuspunten in vergelijking met Selma, maar die was juist weer de ideale girl-next-door, die tijdens haar optreden de sfeer van het liedje prima kon overbrengen. Tijdens de puntenverdeling werd het een zenuwslopende nek-aan-nekrace. IJsland pakte snel 10 punten voorsprong, maar zag Zweden inlopen, en mede dankzij 10 IJslandse punten de koppositie overnemen. Daarna kreeg Selma achter elkaar 12 punten van Cyprus en Zweden (dat zelf dus even niets kreeg) en nam zij weer het heft in handen met 7 punten verschil. Ook dat gat werd weer gedicht, en met nog 6 jury's te gaan hadden beide koplopers 111 punten. Zweden pakte hierna een minimale marge, die bij de voorlaatste jury uit Bosnië was opgelopen tot 3 punten. Zij gaven tot aan hun favoriet geen punten aan zowel Charlotte als Selma, maar toen sprak het Bosnische jurylid de verlossende woorden “
Sweden twelve points” en was de strijd beslist. In punten werd het 163-146.
Er restte dus een 2e plaats voor IJsland. Nog altijd een schitterende prestatie, en
All Out Of Luck is zeker goed blijven hangen bij de fans. Misschien iets minder dan
Take Me To Your Heaven, en in dat opzicht is de uitslag wel de juiste afspiegeling van de voorkeur van de televoters. Toch had het kwartje ook zomaar goed kunnen vallen. Selma scoorde bij 12 landen Top 3, terwijl Charlotte daar maar 10 keer in slaagde. Het voornaamste verschil werd gemaakt bij de Ex-Joegoslavische deelnemers, waar Selma geen enkel punt kreeg. Kroatië gaf Charlotte opmerkelijkerwijs ook niets, maar Slovenië gaf wel 7 punten en Bosnië dus 12, waarmee het gat gemaakt is. Toch is deze 2e plaats het absolute hoogtepunt in de IJslandse ESF-historie.
Voor een klein land als IJsland is het natuurlijk niet zo makkelijk om structureel succes te boeken. Er zijn immers vrij weinig mensen beschikbaar, dus de kans op een topartiest met een topnummer is niet zo groot. Na een 12e plaats in
2000 voor August & Telma, volgde een laatste plaats voor het gezelschap Two Tricky in
2001. Hun
Angel pakte maar 3 punten, wat een verplichte rustpauze in
2002 betekende.
Net als na de eerdere afwezigheid kwam IJsland in
2003 sterk terug. De zangeres Birgitta bracht het lied
Open Your Heart, zonder twijfel een van de betere inzendingen. Haar dramatische performance was de ideale opening van het ESF, wat haar naar de 8e plaats leidde, met onder meer 12 punten uit Malta en Noorwegen. Later probeerde ze nog drie keer via Söngvakeppnin het ESF te bereiken, maar haar latere werk sloeg minder aan.
Nadat Jonsi in
2004 had gefaald met
Heaven, besloot men Selma intern aan te wijzen voor een rentree op het ESF van
2005.
If I Had Your Love was haar tweede poging tot een ESF-zege en voorafgaand aan het ESF werd dáár misschien niet meteen op gerekend, maar een goede uitslag lag wel in lijn der verwachtingen. Selma trad in de halve finale als 10e op, direct na Glennis Grace en voor de Belgische Nuno Resende en eindigde 1 punt achter Glennis op de 16e plaats, op grote achterstand van de kwalificerende Top 10. Dat was een verrassende non-qualifier. Het liedje was zo slecht niet, de act was echter wel duidelijk minder overtuigend dan 6 jaar eerder. De graatmagere Selma werd geflankeerd door vier achtergronddanseressen, en het geheel was in het goud aangekleed, waardoor het een tikkie goedkope girlband-uitstraling kreeg. Achteraf beschouwd is Selma's tweede plaats in
1999 een grote uitschieter gebleken, in een verder enigszins teleurstellende carrière, waar zelfs in eigen land de hitparadesuccessen al snel na
All Out of Luck verdwenen. Toch wordt ze voor die prestatie uiteraard nog alom gerespecteerd, en is ze nog regelmatig actief in het IJslandse televisiewereldje.
In
2006 was er sprake van een inzending die tegenwoordig zou leiden tot
#ophefoptwitter. Er werd gekozen voor Silvia Night, zeg maar de IJslandse Loes Luca, maar dan in een ordinaire versie. Ze probeerde op nogal vermoeiende wijze de aandacht te trekken in aanloop naar de halve finale rond de repetities en persconferenties, voornamelijk door allerlei anderen te beledigen in de hoop daarmee een rel te schoppen. Daar is in ESF-kringen een zeker publiek voor, en ook journalisten vinden het een dankbaar onderwerp om over te schrijven. Maar in die tijd was de voorbeschouwing meestal weinig meer dan een achtergrondartikel op pagina 16 van de krant. Velen zagen
Congratulations pas op de avond zelf voor het eerst, en kenden de voorgeschiedenis niet. Wat resteerde was een gênant zwak optreden, wellicht het slechtste ooit op een ESF, dat onbegrepen bleef, en zelfs vanaf de laatste startpositie nog faalde om zich te kwalificeren. Blijkbaar hebben veel ESF-landen het nodig om een keer hard onderuit te gaan met een schijtlollige act. Een heel enkele keer slaagt dat, zoals LT United, maar meestal wordt het land in kwestie vooral zelf enorm voor schut gezet.
Ter compensatie stuurde IJsland in
2007 Eirikur Hauksson met een zeer onopvallende rockballad. Het enige bijzondere kenmerk, de taal, werd ook nog ingeruild voor een clichématige tekst in het Engels. Ondanks liefst 52 punten van de Scandinavische vrienden bleef kwalificatie uit.
De slechte reeks werd in
2008 ingeruild voor een zeer succesvolle serie. De gelegenheidsgroep Eurobandið bracht de sound van rond de eeuwwisseling terug naar het ESF, met het lied
This Is My Life. Het nummer werd mede geschreven door Paul Oscar, de deelnemer van
1997, die ook nu weer een neusje voor televotingsucces had. In de finale werd het lied uiteindelijk 14e.
In
2009 werd de lat nog wat hoger gelegd. Het was de beurt aan Jóhanna Guðrún Jónsdóttir, kortweg Yohanna. Deze jonge zangeres uit Hafnarfjörður (dit zou de 1 miljoen euro-vraag kunnen zijn bij Weekend Miljonairs, en u als lezer weet het dan alvast) nam deel met
Is It True. In tegenstelling tot de pogingen van Selma werd hier niet echt gerekend op al te groot succes. Wel op kwalificatie, maar het bleef vooraf een wat onopvallende ballad en in Scandinavië was de concurrentie voor onderlinge punten groot, vooral van topfavoriet Alexander Rybak, en het Estse Urban Symhony werd ook als een outsider beschouwd.
Op het ESF-podium bleek de IJslandse inzending echter uitstekend te werken. Omgeven door mist en wolken en in een opvallende blauwe jurk zong Yohanna de sterren van de hemel, en stroomden de 12 punten (7x) in de halve finale binnen, wat leidde tot een verrassende overwinning. Ook in de finale was deze inzending zeer geliefd en plaatsten 14 landen het in de Top 3. Helaas stond er geen maat op
Fairytale die avond, en bleek al snel dat een tweede plaats het maximaal haalbare was. Een keurige evenaring van de beste prestatie ooit.
Ook in
2010 kwalificeerde IJsland zich voor de finale. Hera Björk was een bijzondere verschijning. In tegenstelling tot Selma had zij in elk geval geen last van ondergewicht. En omdat mooi rood niet lelijk is, verscheen ze met lange rode lokken en in een bijpassende rode galajurk op het podium. Ze zong het nummer
Je Ne Sais Quoi, een Franse titel voor een verder Engelse plaat. Zo opgeschreven klinkt het nog niet als een kandidaat voor kwalificatie, maar in de eerste halve finale mocht ze als laatste optreden. HET DAK GING ER VANAF. Met een 3e plaats swingde Hera zich de finale in (bij de televoters zelfs 2e, 2 punten achter Griekenland). Daar in de finale kwam ze halverwege de show langs, en bleef het dak er gewoon op zitten, en resteerde een 19e plaats. Maar wel met een soort van ESF-klassieker en Hera zelf heeft aan het ESF ook al meerdere bezigheden te danken. Denk aan achtergrondzangeres, deelname aan de Deense voorronde, presentatieklussen en diverse Europese optredens. Een keer bij Mevrouw Björk op de koffie gaan, is tegenwoordig wel lastig. Ze woont sinds enkele jaren in Chili.
De inzending van
2011 is er een met een nogal heftig verhaal. De zanger Sjonni Brink zou deelnemen aan de voorronde, maar overleed vlak ervoor aan een beroerte. Hij werd slechts 36 jaar oud. In overleg met familie werd besloten dat als een eerbetoon aan hem, zijn vrienden zouden deelnemen aan Söngvakeppnin met het al geschreven liedje. En het kon natuurlijk niet mooier, Sjonni's Friends wonnen de voorronde met
Coming Home. Een mooier gebaar van zowel vrienden als het land was nauwelijks mogelijk. Zelfs nu dat betekende dat er een liedje werd gestuurd dat eigenlijk kansloos was voor succes op het ESF. Maar dat viel nog reuze mee. Ook veelal zonder de voorgeschiedenis te kennen, stemde Europa dit lied verrassend de finale in, waar het 20e zou worden.
In
2012 was alleen het liedje zelf voorzien van veel drama. Greta Salóme & Jónsi, twee artiesten die ook solo de weg naar het ESF wisten te vinden, en nog veel vaker naar de voorronde, zongen
Never Forget. Ook zij werden 20e in de finale, en dat was deze keer een stuk teleurstellender. In
2013 werd deze routine min of meer gekopieerd. De langharige Eyþór Ingi Gunnlaugsson verdiende echter waardering voor het feit dat hij in het IJslands zong en toch de finale haalde.
Ég á líf werd daarin 17e, en het plaatje werd in de eigen taal zelfs een klein hitje in Nederland. De ogenschijnlijk eindeloze reeks kwalificatiesuccessen werd in
2014 afgesloten door één van de meest vermakelijke inzendingen uit IJsland. De groep Pollapönk zong
No Prejudice. Een liedje waar weinig over te zeggen valt. Gewoon vrolijk swingen en dat bij voorkeur in felgekleurde pakken. De positieve tekst, die ongetwijfeld de televoters weinig boeide, zorgde voor de nodige juryliefde en daarmee was kwalificatie uiteindelijk totaal geen probleem. In de finale werd het 15e. Leuk gegeven is dat de groep bestaat uit normaal zeer burgerlijke heren, die allemaal getrouwd zijn en kinderen hebben, en daarnaast ook allemaal 'goede' banen. Zo is er één voorzitter van de lerarenvakbond en een ander lid van het IJslands parlement.
En daarmee was de IJslandse koek voorlopig even op. Sinds
2015 greep het zo succesvolle ESF-land opeens vier keer heel ruim naast kwalificatie. Eerst faalde Maria Olafs. Ze zong in een roze jurk en beschenen door het Noorderlicht een keer of 100
one step at a time, een liedje dat eigenlijk
Unbroken heet, en slechts 14 punten verzamelde. In
2016 was de vroegtijdige uitschakeling verrassender.
Hear Them Calling van de ervaren Greta Salóme was een algemeen verwachte qualifier, maar werd vanaf een late startpositie slechts 14e. De act met een interactieve achtergrond leek te veel geïnspireerd door de winnaar van het jaar ervoor, Zweden, en was ook nogal donker en somber.
2017 week enigszins af van de twee andere missers, doordat er nu een inzending werd gestuurd die eigenlijk vanaf het begin al hopeloos was. Het lied
Paper werd gebracht door zangeres Svala, die onder de tattoos zat en een genre koos dat buiten Noordwest-Europa doorgaans maar heel matig aanslaat. Ze werd 15e van de 18 in de eerste halve finale.
De IJslandse gifbeker was daarmee nog niet leeg, want het dieptepunt moest nog komen. Ari Ólafsson, een protegé van Selma, won de voorronde in
2018 met
Our Choice. Het is flauw om met de titel te spelen, maar hoe had dit ooit in IJsland hun keuze kunnen worden? Ari is ongetwijfeld de liefste deelnemer die het ESF ooit heeft gehad (na Ronnie Tober), maar dit liedje was zo kleurloos dat kijkers tijdens de show hun TV gingen bijstellen. Ari kon de laatste plaats eigenlijk niet ontgaan, en mede doordat de EBU hem de 2e startpositie gaf, gebeurde dat ook. Bij de televoters bleef de teller zelfs op 0 punten steken.
Hatari.In
2019 trok de IJslandse inzending wederom de aandacht, maar deze keer in elk geval onder meer om commerciële redenen. De band Hatari bracht een uniek geluid naar het ESF, met hun inzending
Hatrið Mun Sigra. Het was een aanstekelijke bak herrie die, als het dan toch ergens mee moest worden vergeleken, enigszins in het verlengde lag van het Hongaarse AWS, dat een jaar eerder voor veruit de meest luidruchtige inzending had gezorgd.
Bij gebrek aan sterke tegenstand op het matige ESF van 2019 werd het zelfs een schaduwfavoriet voor de overwinning. Dat was vrij onwaarschijnlijk met meestemmende vakjury’s, maar Hatari was er niet vies van om wat ophef te creëren. Voorafgaand aan de show probeerden ze de Israëlische organisatie meermaals te provoceren met Pro-Palestijnse uitspraken. Dit ging tot het punt dat Jon Ola Sand dreigde met diskwalificatie, indien ze ook het podium zouden gebruiken voor politieke statements. Dat bleef uit, al zwaaiden ze na het ontvangen van de punten wel met Palestijnse vlaggen. Dat was uiteindelijk een beetje laf protest, zoals eigenlijk in het hele verhaal gold dat Hatari zelf meer aan het gedoe had dan de Palestijnen. In een wedstrijdje wie het kinderachtigst was, plaatste de Israëlische vliegmaatschappij El Al de bandleden op hun terugvlucht verspreid over het vliegtuig in oncomfortabele middenstoelen. In de uitslag werd IJsland overigens 10e.
Zo gaat het momenteel wat moeizaam met IJsland. Het is te hopen dat ze na de recentste Top 10-score weer een goede reeks kunnen neerzetten.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hier is een net overzicht van alle IJslandse inzendingen en hun resultaten te vinden of kijk naar het filmpje hieronder of klik anders op de spoiler:
SPOILER
De Sahara is zonder meer erg droog.