Shrek the Third (Chris Miller, 2007)
Beetje plichtmatig vervolg op de eerste twee succesvolle films. De film voelt erg als een herhalingsoefening en biedt derhalve weinig nieuws. De grappen zijn minder origineel en ook de verwijzingen naar andere sprookjes die de eerste twee films nog best leuk maakten voelen nogal geforceerd aan. **½
Surf's Up (Ash Brannon & Chris Buck, 2007)
Leuk dat er ook eens wat anders geprobeerd wordt bij de CGI-animatie films. De documentaire aanpak werkt verfrissend tussen alle andere animatie-films die allemaal hetzelfde stramien volgen. De surfscenes zijn erg overtuigend geanimeerd. De golven en het water zien er erg goed uit. Verder is het verhaal best aardig en zitten er ook genoeg grappige momenten in. Vooral de drie jonge pinguins zijn leuk en Chicken Joe. ***
Stardust (Matthew Vaughn, 2007)
Erg lekker sprookje. Vol met typische Britse humor, grote acteurs in leuke bijrollen en magie dendert de film met een prettige vaart door de avonturen heen. Dit alles met een charme die van bijvoorbeeld
The Princess Bride ook een geslaagd sprookje maakten. Geen overdreven actiescenes, maar een fijne, originele fantasy-wereld, die niet een samenraapsel lijkt van alle eerdere films in het genre, waarin je je lekker mee kunt laten slepen in een charmant liefdesverhaal. ****
(
#674)
Splendor in the Grass (Elia Kazan, 1961)
De kracht van de film zit hem in volwassen wijze waarop hij met de thema's van de film omgaat. De worsteling die de jongeren doormaken als ze opgroeien worden erg goed uitgedrukt. Naar welke adviezen moet ik luisteren? Dit komt voor een deel door het sterke acteerwerk. De debuterende Warren Beatty doet het prima, maar het is vooral Natalie Wood die schittert in haar rol. Het is echter het script wat terecht een Oscar opstreek. De meest voor de hand liggende cliches worden ontweken en we krijgen een liefdesverhaal voorgeschoteld met veel diepgang. ****
One Hundred and One Dalmatians (Reitherman, Geronimi & Luske, 1961)
Best aardige Disney-klassieker, maar zeker niet één van hun beste films. De film is een beetje mat. Hij vertelt zijn verhaal en verder zit er niet heel veel omheen. Geen grappige side-kicks, geen kleurrijke animaties, maar een puur avontuurlijk verhaal. Dat vermaakt op zich wel, zeker gezien zijn korte speelduur, maar is ook weer snel vergeten. ***
Allegro (Christopher Boe, 2005)
Net als zijn debuut
Reconstruction is zijn tweede film weer een sfeervolle, mysterieuze film geworden. Dankzij effectief gebruik van het licht en minimale, maar effectieve muziek wordt een fijne sfeer gecreëerd. Toch is het niet allemaal even pakkend als bij zijn debuut. Daarvoor is het misschien allemaal net wat te klinisch. Het blijft echter wel een interessante regisseur die gebruik maakt van de vrijheden die het medium cinema biedt. ****
Live! (Bill Guttentag, 2007)
Irritante film over een revolutionaire reality-tv-show wat Russisch roulette live laat zien op tv. Het eerste uur is een aanschakeling van vervelende gladde verkooppraatjes van Eva Mendes om het programma in de lucht te krijgen en veel van de spanning van de show zelf was al enigszins gespoild voor mij door de trailer. Het is bedoeld als satire neem ik aan, maar ik vond dat moeilijk uit de film zelf te halen. Pas nadat ik zag dat de schrijver/regisseur een gerespecteerd documentaire maker is, werd ik er van overtuigd dat het allemaal bedoeld was om het huidige medialandschap te kijk te zetten. Een erg vervelend stukje film. *½
(
#862)
Il posto (Ermanno Olmi, 1961)
Eén van de beste neo-realistische film die ik tot nu toe gezien heb. De omstandigheden van de hoofdpersonen in de film zijn over het algemeen wat minder mistroostig dan de beide de meeste van zijn soortgenoten het geval is. De film geeft wel een mooi beeld van de opbouwende bureaucratie in het na-oorlogse Italië. Domenico is een prachtig hoofdpersonage. Een beetje schuchter, maar wel oplettend. Je ziet aan hem dat hij z'n best doet. Maar voor wat? Dat is vooral wat hij zich lijkt af te vragen in de prachtige laatste scene. De film bevat ook een aantal mooie intieme scenes tussen hem en Antonietta. ****½
One-Eyed Jacks (Marlon Brando, 1961)
Nadat Stanley Kubrick ontslagen werd, nam Marlon Brando het roer over van deze western. Zijn eerste versie duurde vijf uur. Uiteraard vond de productiemaatschappij dit veel te lang en de film is toen ingekort naar bijna twee-en-een-half uur, maar dat heeft de film niet veel goed gedaan. Af en toe is te duidelijk dat er scenes missen. Zo ontmoet Brando twee bandieten in een bar en spreken samen af een bank te gaan overvallen. In het volgende shot zien we ze met z'n vieren richting het stadje rijden. Hoe die vierde persoon erbij komt wordt nergens uitgelegd en later in de film wordt ons verteld dat hij en Brando veel meegemaakt hebben, maar wat blijft achterwege. Mede vanwege zulke storende factoren viel me de film wat tegen. Pina Pellicer is trouwens een lichtpuntje in de film. Zij zet een overtuigende rol neer. ***