De staat is geen geluksmachine. De VVD vindt dat mensen hun eigen keuzes mogen maken. Waar de staat groter wordt, neemt de bemoeienis van de overheid in het leven van mensen toe.
De staat bepaalt wat gewenst gedrag is. Zo mag u sinds juli geen sigaret meer opsteken in een café of restaurant. Dit is het type overheidsbemoeienis waar de VVD zich tegen verzet, de staat is geen geluksmachine.
Op 1 juli is het rookverbod voor de horeca ingevoerd. Van alle partijen in de Tweede Kamer heeft vooral de VVD zich hiertegen verzet.
Een rookverbod klinkt sympathiek, maar het opsteken van een sigaret is volgens de VVD niet iets waarmee de overheid zich hoort te bemoeien. Het rookverbod is ingevoerd om werknemers het recht op een rookvrije werkplek te geven. Het klinkt sympathiek om werknemers te willen beschermen, maar de proportionaliteit en de effectiviteit zijn in de praktijk volledig weg. Een voorbeeld hiervan is de situatie in Etten-Leur. Hier is goed te zien welke desastreuze effecten het rookverbod heeft. Kroegbazen die een derde van hun omzet kwijt zijn. Het legendarische café de Klomp dreigt carnaval niet meer te halen. Als het zo doorgaat, zullen de bewoners binnenkort helemaal geen kroeg meer kunnen bezoeken.
Ik pleit voor een kleine en krachtige staat. De overheid groeit op dit moment buitensporig en pretendeert een geluksmachine te zijn. De staat geeft de norm aan waaraan de burger geacht wordt te voldoen. U mag niet roken, moet gezond eten, matig drinken, veilig vrijen en veel bewegen. In hoeverre mag een mens nog zondig zijn? Waar ligt de grens van de overheidsbemoeienis? Krijgen we straks nog te maken met boetes op ongezond gedrag? Gaan we dat ook controleren? Dat is een beklemmende samenleving waarvan de VVD niets moet hebben.
Dit is precies de kern waarom de VVD tegen dit overheidsingrijpen is. Een sympathiek klinkende maatregel pakt in de praktijk vreselijk slecht uit. Europese regels geven een werknemer het recht op een rookvrije werkplek, maar in Nederland hebben we hier een plicht van gemaakt. Dit betekent dat het verboden is als een werknemer zelf wil roken.
In de transportwereld leidt dit tot een absurde situatie. Een vrachtwagenchauffeur mag in zijn eigen truck roken, maar niet als hij in de truck van zijn baas rondrijdt. De reden is dat na hem een andere chauffeur in de cabine zou kunnen zitten. Zo is het ook merkwaardig dat een kroegbaas zonder personeel in zijn eigen café niet mag roken. Zelfs niet als zijn klanten allemaal willen roken.
In Duitsland is het rookverbod onwettig verklaard door verschillende deelstaten, omdat het rookverbod kleine ondernemers buitenproportioneel raakt. Wat de VVD betreft, is de balans volledig zoek. Als de niet-roker beschermd moet worden tegen de roker, zijn er andere en betere manieren om dat te doen. De VVD bestrijdt niet het recht van werknemers op een rookvrije werkplek, maar wel de regeldrift van een overheid om er een plicht van te maken. Zo lang niemand er last van heeft, hoeft de overheid toch niet te bepalen of een roker zijn sigaret opsteekt?