5. Het vergroten van de mobiliteit van de huid middels huidverschuiven en huidplooien vindt hoofdzakelijk plaats in de diepe verschuivingslaag van de huid. Tussen welke weefsellagen bevindt zich de diepe verschuivingslaag en op welke diepte?
De diepe verschuivingslaag van de huid bevindt zich tussen
de................................................en
de................................................
De diepe verschuivingslaag ligt ....................... onder het huidoppervlak.
6. Huidmobiliserende technieken worden toegepast bij mensen waarbij de huid maar weinig ruimte geeft en ook bij oude vastzittende littekens. Verse littekens worden door de fysiotherapeut meestal niet behandeld. Het normale genezingsproces wordt afgewacht. Bij amputatiepatiënten wordt de wondgenezing vaak wel gevolgd, omdat bij een vastzittend litteken het gebruik van een prothese bemoeilijkt wordt.
Zoek uit en noteer welke huidmobiliserende technieken in de volgende gevallen kunnen worden toegepast en op welke wijze.
Een vastzittende stugge huid lumbaal.
Een twee jaar oud litteken, dat thoracaal strak op de ribben vastzit.
Een twee weken oud litteken op de bovenbeenstomp bij een amputatiepatiënt. De hechtingen zijn enkele dagen geleden verwijderd en er zijn geen open wondjes meer.
7. Zowel huid- als spierstrijkingen voldoen aan de volgende karakteristiek: Aangesloten verplaatsen van de handen over de huid, heen en terug, tijdens één fase wordt druk gegeven, de andere fase verloopt zonder druk (dl.2,I).
Beschrijf drie verschillen tussen huid- en spierstrijkingen.
-
-
-
8. De karakteristiek van vlak kneden is: het ritmisch uitoefenen van druk, waarbij het spierweefsel tussen de hand en de onderlaag ligt.
Beschrijf van drie spieren die op de rug liggen, waar deze spieren liggen en tegen welke onderlaag het spierweefsel kan worden uitgedrukt.
-
-
-
9. Beschrijf welke eisen er gesteld worden aan een correcte uitvoering van een vlakke kneding (dl. 2). Denk hierbij o.a. aan de wijze van verplaatsen, de drukrichting, de fasen in de kneding en gebruik van tussenstof.
10. Beschrijf een drietal variabelen, waarmee het mogelijk is de dosering van een vlakke kneding te veranderen (dl.1, IX en dl.2).
-
-
-
11. Teken een doorsnede van een wervellichaam van een lumbale wervel en schets de ligging van de m. erector spinae tussen de uitsteeksels in.
Geef met pijltjes aan hoe en waar de druk gegeven moet worden als het spierweefsel wordt uitgedrukt tegen de proc. transversi en hoe als de druk wordt gegeven richting proc. spinosi.
Lijstje: Daryll Ann - Weeps, Daryll Ann - Happy Traum, Maxïmo Park - Our Earthly Pleasures, The Fratellis - Costello Music, Moss - The Long Way Back, Kaiser Chiefs - Yours Truly, Angry Mob, Bette Serveert - Bare Stripped Naked