quote:Op woensdag 19 april 2006 10:39 schreef Metalmeis het volgende:
*zucht*
Ik ben vandaag begonnen met mijn examenbundel voor wi-b1 door te nemen en loop nu al vast.
Ten eerste:
1/4e*x + b is de raaklijn van grafiek f(x). In (e, 1/2) zit een raakpunt.
Als 1/2 = 1/4e * e + b , waarom dan b=1/4 ?
Ten tweede:
Als f(x)= (lnx)^1/2 , waarom is de primitieve dan F(x) = x * ln x * x ??
Kan iemand me op weg helpen?
Waarschijnlijk staat ergens wat code verkeerd bij de pagina's. Wat is de URL?quote:Hey, ik heb een website gemaakt met frames enzo. Vrijwel alles goed gaat, behalve bij 1 of 2 pagina's, opeens komt de gevraagde pagina twee keer voor..
Ik heb gebruik gemaakt van javascript... kent iemand dat?
Wat raar... Zo staat het toch echt in de antwoorden van mijn examenbundel.quote:Op woensdag 19 april 2006 11:37 schreef nlmark het volgende:
1) b is niet 1/4 maar 1/4 (2 - e^2)
2) klopt niet... de primitieve van ln(x)^(1/2) is erg lastig en valt buiten middelbare-schoolwiskunde. En de afgeleide van van F(x) = x^2 ln(x) is F'(x) = x + 2x ln(x)
Als f(x)= (lnx)^1/2 , waarom is de primitieve dan F(x) = x * ln x * x ??quote:Op woensdag 19 april 2006 12:51 schreef Metalmeis het volgende:
[..]
Wat raar... Zo staat het toch echt in de antwoorden van mijn examenbundel.
Bovendien valt het niet buiten de middelbareschoolwiskunde, ik moet het echt kunnen.![]()
Naja, dankjewel voor je hulp!
1 2 | <frame name="head" src="home.htm" target="_self" scrolling="auto" noresize> |
Vwo B wiskunde examenbundel 2005/2006.quote:Op woensdag 19 april 2006 13:18 schreef GlowMouse het volgende:
Om welk examen (jaartal+tijdvak) en welke vraag gaat het?
Die zijn ook niet foutloos.quote:Op woensdag 19 april 2006 12:51 schreef Metalmeis het volgende:
[..]
Wat raar... Zo staat het toch echt in de antwoorden van mijn examenbundel.
Bedankt voor de reactie, maar inmiddels heb ik het probleem opgelost denk ik. Ik ging er bij de Hannan-Rissanen procedure vanuit dat de absolute waarde van de AIC en SC zo klein mogelijk moesten zijn. Ik vermoed dat daar de fout zat en dat het dus gewoon om de 'echte' waarden gaat. Nu kom ik namelijk keurig op een ARMA(1,1) en een ARMA(1,0) model uit.quote:Op dinsdag 18 april 2006 21:39 schreef mrbombastic het volgende:
De methode van Hannan Rissanen ken ik niet, maar een ARIMA (7,1,8) model lijkt mij niet erg waarschijnlijk.
Edit: ik zit even in de helpfunctie van Eviews te kijken bij AIC en zie dat Eviews de AIC op een andere manier berekent dan dat ik gewend ben. Eviews gebruikt -2(l/T) +2(k/T) met l de loglikelihood, T het aantal waarnemingen en k het aantal parameters. Als je dus veel waarnemingen hebt, maakt het vrij weinig uit of je een extra parameter toevoegt.
De AIC die ik heb geleerd is -2*l +2(p+q+1) voor een ARMA(p,q) proces.
Als alternatief kun je kijken naar de AIC Corrected welke berekend wordt door -2*l+2n(p+q+1)/(n-p-q-2)
Bedoel je: ln[x^(1/2)] of (ln[x])^(1/2) ??quote:Op donderdag 20 april 2006 10:45 schreef Metalmeis het volgende:
Nog 1 keertje.. Wie kan me helpen met de primitieve van ln(x)^(1/2)?
![]()
hoe bewijs je dat eigenlijk???quote:Op donderdag 20 april 2006 14:39 schreef Bioman_1 het volgende:
[..]
Bedoel je: ln[x^(1/2)] of (ln[x])^(1/2) ??
De eerste is namelijk niet zo moelijk (primiteve is (1/2)*(x*ln[x] - x) ), maar die tweede is inderdaad niet uit te schrijven in elementaire functies (zoals thabit zegt)
Oke, dan de primitieve van ln(x)... Is die wel te berekenen?quote:Op donderdag 20 april 2006 14:39 schreef Bioman_1 het volgende:
[..]
Bedoel je: ln[x^(1/2)] of (ln[x])^(1/2) ??
De eerste is namelijk niet zo moelijk (primiteve is (1/2)*(x*ln[x] - x) ), maar die tweede is inderdaad niet uit te schrijven in elementaire functies (zoals thabit zegt)
Je bedoelt poolcoordinaten? Bijvoorbeeld om de normaalkromme te integreren. Vooral cirkels zijn handig om via poolcoordinaten te integreren, bij een hoekige vorm als een driehoek lijkt het me vooral onhandig.quote:Weet iemand wat het nut is van poolvoorstellingen? Waar wordt het in de praktijk voor gebruikt? En weet iemand ook de formule bij een poolvoorstelling voor een driehoek? Daar kom ik ook maar niet uit.
Ja dat bedoel ik, bedankt. In mijn boek het heet trouwens poolvoorstellingen. Dus vandaar.quote:Op donderdag 20 april 2006 17:58 schreef GlowMouse het volgende:
Dat is x(ln x-1) (differentieer maar). Maar ook dat valt buiten de vwo-stof. Alles wat je voor vwo moet kunnen aan differentieren en integreren staat op de formulekaart.
[..]
Je bedoelt poolcoordinaten? Bijvoorbeeld om de normaalkromme te integreren. Vooral cirkels zijn handig om via poolcoordinaten te integreren, bij een hoekige vorm als een driehoek lijkt het me vooral onhandig.
Volgens mij klopt dit niet, in zo'n (oneigenlijke) integraal hoeven de grenzen niet symmetrisch te lopen. De integraal van de oneven functie f(x) = x van -oneindig tot oneindig is dan ook niet gelijk aan 0. Dat geldt wel voor de zogenaamde 'hoofdwaarde', als je de grenzen dus symmetrisch laat lopen (bvb van -k tot k, dan de limiet voor k naar oneindig).quote:Op donderdag 20 april 2006 18:55 schreef thabit het volgende:
Nee, maar als je een oneven functie integreert van -oneindig naar +oneindig dan valt het negatieve stuk tegen het positieve stuk weg.
De integraal in die opgave convergeert absoluut, dus daar heb je dit soort problemen niet.quote:Op zaterdag 22 april 2006 18:33 schreef TomD het volgende:
[..]
Volgens mij klopt dit niet, in zo'n (oneigenlijke) integraal hoeven de grenzen niet symmetrisch te lopen. De integraal van de oneven functie f(x) = x van -oneindig tot oneindig is dan ook niet gelijk aan 0. Dat geldt wel voor de zogenaamde 'hoofdwaarde', als je de grenzen dus symmetrisch laat lopen (bvb van -k tot k, dan de limiet voor k naar oneindig).
Hoe krijg je die formules eigenlijk zo mooi in je post?quote:Op donderdag 20 april 2006 18:48 schreef pfaf het volgende:
Wiskundevraagje:
De functie:
f(x) = 1-x : 0 <= x <= 1
en 0: elders
moest bij a) dmv Fouriertransformatie getransformeerd worden, dit is me gelukt en het volgende antwoord kwam er uit:
[afbeelding]
Nu moet bij b) dmv de omkeerformule
[afbeelding]
bepaald worden.
Dat dit bepaald wordt door
[afbeelding]
kan ik ook nog wel volgen, maar nu geeft de uitwerking dat het eerste gedeelte even is en het 2e oneven ( cos en sin resp. ) en dat daardoor
[afbeelding]
vrij simpel opgelost kan worden.
Nu is mijn vraag: waarom wordt het oneven gedeelte weggelaten? De functie f(x) is niet even, noch oneven?
bvd.
Bij wiskunde speelt significantie geen rol. In de wiskunde geeft 3 exact dezelfde informatie als 3,00000 (in tegenstelling tot de natuur- en scheikunde, waar met 3 een getal tussen de 2,5 en 3,5 bedoeld wordt). Vaak moet je iets exact beantwoorden, wortel(3) kan dan bijvoorbeeld een antwoord zijn, terwijl dat bij natuur- en scheikunde altijd fout is. Wanneer je mag afronden staat dat in de vraag. In plaats van algebraïsch mag je het dan ook met je rekenmachine uitrekenen (zolang je de stapjes opschrijft).quote:Op zondag 23 april 2006 13:14 schreef Metalmeis het volgende:
Gaat er bij de eindexamens wiskunde eigenlijk gelet worden op significantie?
Weten jullie dat?
Ok. Dat scheelt weer!quote:Op zondag 23 april 2006 13:18 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Bij wiskunde speelt significantie geen rol. In de wiskunde geeft 3 exact dezelfde informatie als 3,00000 (in tegenstelling tot de natuur- en scheikunde, waar met 3 een getal tussen de 2,5 en 3,5 bedoeld wordt). Vaak moet je iets exact beantwoorden, wortel(3) kan dan bijvoorbeeld een antwoord zijn, terwijl dat bij natuur- en scheikunde altijd fout is. Wanneer je mag afronden staat dat in de vraag. In plaats van algebraïsch mag je het dan ook met je rekenmachine uitrekenen (zolang je de stapjes opschrijft).
Daarvoor kijk je naar de determinanten van iedere principale deelmatrix. De getallen op de diagonaal van een covariantiematrix stellen varianties voor, dus die zijn zeker niet-negatief. Verder kun je gebruiken dat de matrix symmetrisch is.quote:Ik moet bewijzen dat f(w) >= 0, dus ik moet bewijzen dat Q positief semi definiet is.
op zich moet mij dit wel lukken (denk ik)quote:Praktische Opdracht Klas 1
Moderne Wiskunde (7ed)
Hoofdstuk 7 Ruimtelijk bekeken
Platonische lichamen (Platonic solids) zijn regelmatige veelvlakken waarvan de zijvlakken regelmatig en onderling allemaal precies hetzelfde zijn (allemaal dezelfde driehoeken vierkanten of vijfhoeken. Er bestaan slechts 5 verschillende Platonische lichamen, namelijk het regelmatig viervlak, zesvlak (kubus), achtvlak twaalfvlak en twintig vlak.
Als je van een Platonisch lichaam er delen afzaagt, zodat de nieuwe zijvlakken die ontstaan alle weer regelmatig zijn dan krijg je een soort halfregelmatig veelvlak, die ook wel Archimedische lichamen (Archimedien Solid) worden genoemd. Er mogen in zo’n figuur dus best verschillende zijvlakken voorkomen, zolang ze maar regelmatig zijn.
Van alle Platonische lichamen (5) en Archimedische lichamen (13) kun je een afbeelding vinden op http://www.scienceu.com/geometry/facts/solids/handson.html
Met de muis kun je de lichamen draaien zodat je ziet dat ze van alle kanten bekeken er hetzelfde uitzien (in elk hoekpunt komen steeds op dezelfde manier de vlakken samen). Je kan ook van elk lichaams details opvragen zoals aantal vlakken, ribben en hoekpunten.
Op http://www.korthalsaltes.com/index.html kun je ook bouwplaten vinden.
OPDRACHT
Kies 1 van de 13 Archimedische lichamen uit en lever daarover het volgende in :
- de naam van het lichaam
- bouwplaat (2 keer, ml 1 ongevouwen en 1 in elkaar gezet)
- het aantal vlakken, ribben en hoekpunten waarbij je laat zien dat de regel van Euler klopt.
- De berekening waarmee je het aantal hoekpunten en ribben kan uitrekenen als je vorm en aantal van de vlakken weet.
- BONUS het bijbehorende Platonische lichaam in elkaar gezet, met daarop de zaaglijntjes getekend waarlangs je moet zagen om jouw Archimedisch lichaam te krijgen.
Andere links.
http://www.mathconsult.ch/showroom/unipoly/list-graph.html (nog meer ? alle 80)
http://www.wisfaq.nl/frame.htm?url=http://www.wisfaq.nl/pagina.asp?nummer=1365 (faq)
Woordenlijst
Polyhedra = veelvlakken
Solids = Lichamen (ruimtelijke figuren)
Faces = vlakken
Edges = ribben
Vertices = hoekpunten
Neem een convexe polyeder (bijvoorbeeld een kubus) en laat het de regel van Euler controleren (zie formule op je gevonden website). Het bewijs zou ik in dit geval achterwege laten.quote:- het aantal vlakken, ribben en hoekpunten waarbij je laat zien dat de regel van Euler klopt.
- De berekening waarmee je het aantal hoekpunten en ribben kan uitrekenen als je vorm en aantal van de vlakken weet
quote:- De berekening waarmee je het aantal hoekpunten en ribben kan uitrekenen als je vorm en aantal van de vlakken weet.
Dat klopt allemaal wel, maar volgens mij kan je niet aantonen dat een willekeurige covariantiematrix positief definiet is, dat is namelijk gewoon niet zo bij mijn weten.quote:Op dinsdag 25 april 2006 13:03 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Daarvoor kijk je naar de determinanten van iedere principale deelmatrix. De getallen op de diagonaal van een covariantiematrix stellen varianties voor, dus die zijn zeker niet-negatief. Verder kun je gebruiken dat de matrix symmetrisch is.
Ik zou zeggen dat een enquete over 100 mensen niet representatief is en dus niets zinnigs kan zeggen over wie er wel of geen gelijk heeftquote:Op dinsdag 25 april 2006 16:43 schreef vdo28 het volgende:
Hallo allemaal.
Ik heb een beetje veel moeite met het vak wiskunde (Ik ben er een tijd tussenuit geweest) en was benieuwd of iemand van jullie me zou kunnen helpen met het volgende:
Morgen heb ik een tentamen, o.a een onderwerp is `hypothese toetsen`.
De volgende dingen heb ik echter geen kaas van gegeten, ik weet alleen in heel lichte mate hoe je het toe moet passen:
1 Binomiale verdeling.
2 Standaardverdeling.
3 Standaardafwijking.
4 Variantie.
5 Etc.
Een vraag:
De kijkdichtheid van een televisiequiz bedraagt volgens de presentator 50%.
De voorzitter van de omroep beweert dat de kijkdichtheid 30% is.
Men onderzoekt dit en vind in een steekproef dat van de 100 mensen, 57 mensen de quiz nooit heeft gezien.
Het significantieniveau is 5%.
Is er op basis van de enquete-uitslag nog steeds voldoende reden om de presentator in het gelijk te stellen?
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Antwoord:
Ik heb zelf H0, en H1 al gemaakt.
H0= 0,5
H1= 0,3
En nu weet ik het al niet meer???
Iemand die wel een idee heeft?
(Tip: we hebben wel een GR!)
Ik ben nu al erg dankbaar voor mogelijke antwoord
Maar dat moet dus welquote:Op dinsdag 25 april 2006 16:56 schreef JedaiNait het volgende:
[..]
Ik zou zeggen dat een enquete over 100 mensen niet representatief is en dus niets zinnigs kan zeggen over wie er wel of geen gelijk heeft
Tel het aantal zijden van alle zijvlakken bij elkaar op. Omdat elke ribbe aan twee zijvlakken grenst, heb je op die manier tweemaal het aantal ribben. Delen door 2 levert dus het aantal ribben. Daarna pas je Euler toe om het aantal hoekpunten te bepalen.quote:Op dinsdag 25 april 2006 17:02 schreef Racing_X-Ray het volgende:
- De berekening waarmee je het aantal hoekpunten en ribben kan uitrekenen als je vorm en aantal van de vlakken weet.
dit is de enige die ik niet echt weet kan iemand mij daar mee helpen?
Ja.quote:ik heb even snel een vraag.
in een elktrolyse reactie kan water ook als reductor of oxidator optreden.
moet water dan wel de sterktse reductor of oxidator zijn?
Wat is er 0,5 en 0,5?quote:Ik heb zelf H0, en H1 al gemaakt.
H0= 0,5
H1= 0,3
Zolang het aantal respondenten maar groot genoeg is, zal de normale verdeling een goede benadering geven. Aan de hand van je steekproefdata kun je vervolgens een betrouwbaarheidsinterval bepalen waarin het gemiddeld aantal studenten dat iets invult zal liggen. Bij het bepalen gebruik je onder andere de variantie, die bij een grote steekproef kleiner is.quote:Wat ik wil bereiken is de kans een betrouwbaarheidspercentage geven afhankelijk van het aantal respondenten. Ik neig om de normaal verdeling te gebruiken. Ik snap alleen niks meer van de theorie die ik tien jaar geleden ooit eens op school heb geleerd.
Bedankt! Heb je hier misschien ook een voorbeeld bij?quote:[b]Op dinsdag 25 april 2006 22:42
...
Zolang het aantal respondenten maar groot genoeg is, zal de normale verdeling een goede benadering geven. Aan de hand van je steekproefdata kun je vervolgens een betrouwbaarheidsinterval bepalen waarin het gemiddeld aantal studenten dat iets invult zal liggen. Bij het bepalen gebruik je onder andere de variantie, die bij een grote steekproef kleiner is.
d/dx tan(x) = 1 + tan2x.quote:Op woensdag 26 april 2006 00:01 schreef vliegtuigje het volgende:
Hier ook een wiskundevraagje.
Ik ben net begonnen met integratie en ik heb het allemaal nog niet zo goed door.
Eén oefening lukt me echt niet:
ik moet de onbepaalde integraal berekenen van
tan2(4x)dx
(ik weet even niet hoe ik het helder kan voorstellen inclusief integraaltekentje enzo, sorry)
Ik heb hierbij twee mogelijkheden. Ik kan die tan2(4x) herschrijven, of de substitutiemethode toepassen (enige methodes die ik tot nu toe gezien heb).
Iemand enig idee hoe ik deze integraal moet oplossen?
hoooi!quote:Public Class Form1
Private Sub Button1_Click(ByVal sender As System.Object, ByVal e As System.EventArgs) Handles Button1.Click
Dim a, b, c, s As Double
opp(a, b, c)
End Sub
Private Function opp(ByVal a As Double, ByVal b As Double, ByVal c As Double)
Dim s As Double = (a + b + c) / 2
a = CDbl(TextBox1.Text)
b = CDbl(TextBox2.Text)
c = CDbl(TextBox3.Text)
Dim oppervlakte As Double
If a + b > c ora + c > b or a + c > b Then
oppervlakte = Math.Sqrt(s * (s - a) * (s - b) * (s - c))
Label1.Text = oppervlakte
Else
Throw New ArithmeticException("Er is een fout opgetreden")
End If
Return oppervlakte
End Function
End Class
Als a de langste zijde is kan er geen driehoek zijn als: a>b+c .quote:Op woensdag 26 april 2006 20:34 schreef teletubbies het volgende:
[..]
hoooi!
nu ben ik bezig met een klein programma, de gebruiker voert in de lengtes van de zijden van de a,b,c en het programma rekent de oppervlakte van de driehoek.
Nu moet het een toepasselijke excpetion opgooien (en een foutmelding geven) wanneer de drie lengten geen driehoek kunnen vormen.
Ik moet ernaat ook een aanroepende methode schrijven die de exception opvangt..
Kan iemand me helpen?
Ik heb al iets zitten te typen maar.. er klopt niets van..
Als a niet de langste zijde is ook nietquote:Op woensdag 26 april 2006 21:13 schreef Wackyduck het volgende:
[..]
Als a de langste zijde is kan er geen driehoek zijn als: a>b+c .
Ik denk dat er een spatie tussen "or" en "a" moet. Waarom zijn if en then eigenlijk met hoofdletters en or niet?quote:If a + b > c ora + c > b or a + c > b Then
aftrekken bestaat officieel niet eens dus daar hoef je ook niet over na te denken.quote:Op donderdag 27 april 2006 13:05 schreef m021 het volgende:
Vraagje over rekenregels.
Ik weet dat volgens nieuwe internationale regels dit ezelsbruggetje niet meer geldig is, maar waar stond 'Meneer Van Dale Wacht Op Antwoord' oorspronkelijk voor?
Mij is het volgens mij altijd geleerd als:
- optellen en aftrekken zijn gelijkwaardig (gewoon op volgorde zoals ze er staan uitrekenen)
als je je wortelteken goed opschrijft is het duidelijk wat je eerst moet doen.quote:- machtsverheffen en worteltrekken zijn niet gelijkwaardig
quote:- vermenigvuldigen en delen zijn niet gelijkwaardig
Volgens de nieuwe regels zijn ook vermenigvuldigen en delen gelijkwaardig, en nu lees ik steeds meer over mensen die beweren dat dat met de 'meneer Van Dale' regel óók al zo was. Hoe zit het nu? In dit topic zijn de meningen ongeveer 50-50 verdeeld.
Ja, volgens de nieuwe regels wel. Maar was dat met MVDWOA ook al zo, is mijn vraag.quote:Op donderdag 27 april 2006 13:23 schreef thabit het volgende:
Vermenigvuldigen en delen zijn gelijkwaardig.
Op die manier kan je ook wel zeggen dat delen niet bestaat. Immers,quote:Op donderdag 27 april 2006 13:40 schreef McCarthy het volgende:
aftrekken bestaat officieel niet eens dus daar hoef je ook niet over na te denken.
Hmm. En met een verbranding krijg je altijd CO2 en H2O?quote:Op donderdag 27 april 2006 15:19 schreef thabit het volgende:
Gewoon tellen, het aantal C'tjes, H'tjes en O'tjes links van de pijl moet hetzelfde zijn als rechts van de pijl.
Ja, het enige dat je moet onthouden is dat een verbranding een reactie met zuurstof (O2) is en dat het reactieproductie van C, altijd CO2 is en dat van H altijd H2Oquote:Op donderdag 27 april 2006 15:24 schreef Nesle het volgende:
[..]
Hmm. En met een verbranding krijg je altijd CO2 en H2O?
Dus dan plant ik eerst de vergelijking (ofwathetookis) links en dan die CO2 en H2O aan de rechterkant.
En dan optellen?![]()
C4 zijn dan 4 C's en met CO2 heb ik maar 1 C?
En met koolwaterstoffen (CxHx of CxHxOx) in het algemeen krijg je ook altijd CO2 en H2O.quote:Op donderdag 27 april 2006 19:11 schreef Molluck het volgende:
Ja, het enige dat je moet onthouden is dat een verbranding een reactie met zuurstof (O2) is en dat het reactieproductie van C, altijd CO2 is en dat van H altijd H2O
quote:geschreven kunnen worden in termen van een eindige verzameling continu parameters.
Overkomt me wel vaker, maar waar, en wat was er fout?quote:@ GlowMouse
je zat er helemaal naast
Het is mischien ook een beetje slecht geformuleerdquote:Op vrijdag 28 april 2006 16:00 schreef thabit het volgende:
Ik snap je vraag niet, Pietjuh. Kun je definieren wat je bedoelt met
De formulevergelijking was fout ingevuldquote:Op vrijdag 28 april 2006 17:51 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Overkomt me wel vaker, maar waar, en wat was er fout?
Het gaat om het aantal parameters om de ondergroep te beschrijven. Bijvoorbeeld voor SO(3) kun je de rotaties om de z-as beschouwen. Deze vormen een ondergroep van SO(3), en zijn duidelijk met 1 parameter te beschrijven (namelijk de hoek waarover je roteert).quote:Op zaterdag 29 april 2006 00:00 schreef Pietjuh het volgende:
Er is ook een kleine verwarring met het begrip eenparameter-ondergroep. Is deze parameter een scalaire waarde of kan het ook een vector zijn? Want in het geval van SO(3) heb je duidelijk 3 parameters.
De elementen die in een 1-parameterondergroep liggen zijn precies de elementen exp(v) met v in TeG.quote:Op zaterdag 29 april 2006 00:00 schreef Pietjuh het volgende:
Ok, dat is mooi om te weten
Er is ook een kleine verwarring met het begrip eenparameter-ondergroep. Is deze parameter een scalaire waarde of kan het ook een vector zijn? Want in het geval van SO(3) heb je duidelijk 3 parameters.
Alvast bedankt :-)quote:void vul (int rij=0, int kol=0)
{
if (bord[AantalCijfers-1][AantalCijfers-1] != 0) // klaar! alle vakjes zijn ingevuld
toon (cout);
else if (bord[rij][kol] != 0) // het te bekijken hokje is niet 'leeg'
{
// dat betekent dat in dit hokje een getal staat dat al voorgegeven is
// doe daar niks mee, maar ga verder met het volgende hokje
// als je een hele rij hebt bekeken, begin aan nieuwe rij
// anders ga verder op dezelfde rij met het volgende hokje
if (kol == AantalCijfers-1)
{
vul (rij+1, 0);
}
else
{
vul (rij, kol+1);
}
}
else if (bord[rij][kol] == 0) // nog niet klaar en hokje is 'leeg'
{
for (int i=1; i <= AantalCijfers; i++)
{
// kijk voor elk cijfer of het in dat hokje past
if (past(i, rij, kol))
{
// zo ja, vul het getal in in dat hokje
bord[rij][kol]=i;
// ga verder met het volgende hokje
// als je een hele rij hebt bekeken, begin aan nieuwe rij
// anders ga verder op dezelfde rij met het volgende hokje
if (kol == AantalCijfers-1)
vul (rij+1, 0);
else
vul (rij, kol+1);
// haal het getal weer weg en probeer een ander getal
bord[rij][kol]=0;
}
}
}
}
Misschien dat ook hier try...throw...catch werkt. Maar het beste lijkt het me om wat efficienter te programmeren, bijvoorbeeld in elk vakje bijhouden welke cijfers er nog kunnen.quote:Op maandag 1 mei 2006 14:48 schreef CMONYALL het volgende:
Ik weet het, ik weet het, het is vakantie... Maar soms is het zelfs in de vakantie nodig om huiswerk te maken. Zoals ook vandaag.
Ik zit met een probleempje met C++ recursie: Hoe kan ik een recursie stoppen? Voor een opdracht moeten we een progje maken dat Sudoku's oplost met recursie. Het stukje code dat ik nu heb, doet dat heel aardig, maar doet er 'te lang' over omdat het álle mogelijkheden afloopt. Het hoeft echter maar tot aan de (enige) juiste oplossing, en dan mag de recursie stoppen om tijd en rekenwerk te besparen.
Ik heb op google al gezocht naar manieren om recursie te stoppen, maar niets dat ik kan toepassen op mijn code. Iemand en idee?
Dit is de recursieve functie:
[..]
Alvast bedankt :-)
(a) Dat is de kans op de vereniging van de gebeurtenissen 'allemaal linkerschoenen' en 'allemaal rechterschoenen'. Omdat de doorsnede leeg is, kun je de kansen op de afzonderlijke gebeurtenissen optellen.quote:Op dinsdag 2 mei 2006 14:00 schreef Bioman_1 het volgende:
Dag allemaal.
Ik ben bezig met wat kansrekening opgaven, maar dat is allemaal wel heel erg ver weggezakt :S
Zouden jullie mij kunnen helpen bij de volgende opgave:
Consider n pair of shoes. Suppose we taker 2r of these without looking, where 2r<n.
(a) What is the probability that there is no pair of shoes among these 2r shoes?
(b) Can you also compute the probability that among these 2r shoes, there is exactly one pair?
3 * 0,5^X = 24, dus 0,5^X = 8. Merk op dat 2^(-1) = 0,5. En 2^3 = 8. Dus:quote:Op dinsdag 2 mei 2006 16:12 schreef HomerJ het volgende:
Kan iemand exact 3 * 0,5^X = 24 berekenen.
Bedankt! Hier kan ik voorlopig wel even verder mee.quote:
c en d moet ik even op passenquote:Op woensdag 3 mei 2006 14:44 schreef Bioman_1 het volgende:
Zoek alle oplossingen van
x2 + 1 = 0
in
(a) De reele getallen
(b) De complexe getallen
(c) De gehele getallen modulo 30
(d) De gehele getallen modulo 65
(e) De 2x2-matrices met reele coefficienten (waarbij je 1 als de eenheidsmatrix en 0 als de nulmatrix opvat)
(e) Geen enkel idee wat ik hier moet doen ?????? (of wat de vraag nou eigenlijk is)
jaaquote:Op woensdag 3 mei 2006 09:31 schreef spinor het volgende:
Heb je het volledige pad ingevoerd? Heb je geprobeerd de bestandsnaam hard in de code te zetten ipv uit te lezen en werkt het dan wel?
Een kwadraat van een geheel getal is 0 of 1 modulo 3.quote:Op woensdag 3 mei 2006 15:33 schreef Bioman_1 het volgende:
@ Thabit:
Waarom zijn er bij (c) geen oplossingen?
65 = 5 * 13. Er zijn 2 oplossingen modulo 5 en 2 oplossingen modulo 13. Deze kun je op 2 * 2 = 4 manieren combineren tot een oplossing modulo 65.quote:En bij (d) vier oplossingen?
Van de matrix die in het kwadraat -I moet zijn.quote:En wat bedoel je met "kijk naar de eigenwaarden"? Van welke matrix?
Dus de oplossingsmethode die ik gebruik is niet goed (of levert iig niet alle oplossingen)?quote:Op woensdag 3 mei 2006 15:38 schreef thabit het volgende:
65 = 5 * 13. Er zijn 2 oplossingen modulo 5 en 2 oplossingen modulo 13. Deze kun je op 2 * 2 = 4 manieren combineren tot een oplossing modulo 65.
Inderdaad. 64 is niet het enige kwadraat dat -1 modulo 65 is.quote:Op woensdag 3 mei 2006 15:44 schreef Bioman_1 het volgende:
[..]
Dus de oplossingsmethode die ik gebruik is niet goed (of levert iig niet alle oplossingen)?
off topic: http://www.luukvanderg.nl/dump/Sign%20In.htmquote:Op donderdag 4 mei 2006 17:04 schreef Lukaso het volgende:
hier verder
[afbeelding]
[VWO][WB] wiskundig probleem
Hier een uitleg over afgeleides, en hier eentje over integreren. Dit gebied van de wiskunde heet trouwens Calculus in het Engels, en analyse in het Nederlands. Als je googled op "inleiding analyse" of introduction to calculus, kun je meer vinden.quote:Op donderdag 4 mei 2006 16:55 schreef thomzor het volgende:
ik heb een èh.. 'vraagje'
ik zit nu zo voor mijn eindexamen, alles goed en wel - integralen en afgeleides snap ik. ik ken de regeltjes ik kan ermee omgaan ik kan ze opstellen etcetera, maar ik vind het jammer dat ze niet uitleggen 'waarom' het zo is.
de afgeleide van x2 is 2x, "duh" - en ik kan ook nog wel begrijpen waarom 2x dan de helling aangeeft enzo, ik kan dan ook nog wel beredeneren waarom bijvoorbeeld x2 de oppervlakte 'berekent' van de functie 2x (bijvoorbeeld op '5' is de oppervlakte onder 2x 5*10*0.5 =25 (het is een driehoek), en 5^2 - 0^2 is ook 25. maar zogauw de functies complexer worden gaat het me al snel de pet te boven zegmaar.
heeft iemand een site met mooie uitleg ofzo?
mn moeder trapte er ook nog in ookquote:Op donderdag 4 mei 2006 17:10 schreef thomzor het volgende:
[..]
off topic: http://www.luukvanderg.nl/dump/Sign%20In.htm
kleine deugniet![]()
Ik snap de vraagstelling niet helemaal... Wat is nou precies h en wat is nou l?quote:Op donderdag 4 mei 2006 17:04 schreef Lukaso het volgende:
hier verder
[afbeelding]
[VWO][WB] wiskundig probleem
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.ik weet het overigens niet helemaal zeker....
[ Bericht 36% gewijzigd door Lukaso op 05-05-2006 12:53:37 ]
Ja oké, maar wat is h dan?quote:Op donderdag 4 mei 2006 17:35 schreef Lukaso het volgende:
neenee, L staat toch gewoon op het plaatje? het linkeronder hoekpunt zegmaar?
opgelost btw...
Oh oké.quote:Op donderdag 4 mei 2006 17:47 schreef Lukaso het volgende:
de hoogte van de vloeistofspiegel t.o.v. L.
Dus een rechte lijn vanuit L omhoog tot aan de vloeistofspiegel...
Moet je het deel tussen [] nog integreren?quote:Op zondag 7 mei 2006 15:08 schreef icecreamfarmer_NL het volgende:
ik heb een ontzettend simpele vraag maar waar ik ergens een fout maak en ik kom er niet uit wat ik fout doe.
het gaat om deze som
1/pi * [0.5-0.5*cos(2x)]0pi
Ik krijg hier 0 terwijl het antwoord 0.5 is.
[] is een integraal
nee wat tussen [..] staat is al geprimitiveerd en klopt ook. (komt van sin(x)2quote:Op zondag 7 mei 2006 15:22 schreef Wackyduck het volgende:
[..]
Moet je het deel tussen [] nog integreren?
Zo ja, doe dat dan.
Zo nee, de integraal van 0.5 is 0.5*x gaat waarschijnlijk fout.![]()
zo staat het iop het lijstje van standaart integralen en ook in de uitwerkingen.quote:Op zondag 7 mei 2006 16:50 schreef GlowMouse het volgende:
d/dx 0.5-0.5*cos(2x) = sin(2x). Dus je hebt niet de primitieve van sin²(x) maar van sin(2x). Waarom zou je trouwens een term '0.5' opnemen in je primitieve?
ja en daar gaat het dus fout.quote:Op zondag 7 mei 2006 17:36 schreef Wackyduck het volgende:
sin2 x = 1/2 - 1/2 cos(2x)
Daarna moet je nog integreren.
Vandaag mijn cijfer teruggekregen, en het is een 7,6 geworden!quote:Op donderdag 27 april 2006 21:09 schreef Nesle het volgende:
Bedankt allemaal!
Ik ga morgen mijn proefwerk hopelijk goed maken
Cijfer volgt!
niet aan gedacht.. wel een leuk trucje!quote:Op maandag 8 mei 2006 14:26 schreef Wackyduck het volgende:
Neem in die formule als f(x) = sin x, en deel de benadering dan door x.
Dan moet je nog wel een term erbij hebben in je Taylor benaderingquote:Op maandag 8 mei 2006 17:09 schreef teletubbies het volgende:
[..]
niet aan gedacht.. wel een leuk trucje!
bedankt ...!
nee, maar ik las ook dat andere soort sommen erop geklapt mochten worden, een mooie uitdaging dacht ikquote:Op woensdag 10 mei 2006 14:36 schreef Lukaso het volgende:
noem je dat bèta?
f'(x) = 3x2 + 2x - 16x3quote:[b]Op [url=http://forum.fok.nl/topic/845977/4/50#37724282]woensdag 10 mei 2006 23:50
net werd gezegd dat de afgeleide iets met 16 moet zijn maar wil je dat ff uitleggen... ?
F(X)= -4X^4 + X^3 + X^2 - 10quote:Op woensdag 10 mei 2006 23:50 schreef minias het volgende:
k heb een fuctie F
F(X)= X^3+X^2-4x^4-10
F'(X)= 3X^2+2X-4X^3
dit moet opgelost worden met de newton rhapson metode heeft iemand enig idee hoeveel X er uit komt ik zit nu al op X 10 en weet niet wanneer het stopt
Verder maak ik het wel zelf dus blijft het huiswerk
net werd gezegd dat de afgeleide iets met 16 moet zijn maar wil je dat ff uitleggen... ?
Waaruit zou die gelijkheid volgen?quote:F(X)= X^3+X^2-4x^4-10 = X^3 + X^2 -26
Hij zoekt de nulpunten.quote:Op donderdag 11 mei 2006 00:03 schreef GlowMouse het volgende:
Wat moer er trouwens 'opgelost' worden?
Op het hoogste punt is de afgelegde lijn van het dartpijltje héél even horizontaal, op de "top" van de kromme booglijn dus. Op dat punt maakt het pijltje dus héél even een puur horizontale beweging.quote:Op zaterdag 13 mei 2006 15:44 schreef Coldplaya het volgende:
Mijn vragen:
-snelheid pijltje op hoogste punt baan en hoe kom je eraan?
De pijl zal omhoog willen bewegen doordat deze in een hoek gegooid wordt, deze omhoog gaande afstand noem ik somhoogquote:-zal de pijl het dartbord bereiken?
Had ik al uitgerekendquote:-hoeveel tijd heeft de pijl nodig om de afstand van 2.35m in horizontale richting af te leggen en hoe groot is de snelheid dan?
1,73 - 1,65 = 0,08 mquote:-onder welke hoek moet de pijl gegooid worden om de roos te bereiken
Mooi werk. Bedankt. Mooi ook die schets erbij, je doet dat met een programma'tje neem ik aan?quote:
Is het btw niet zo dat voor het hoogste punt geldt dat omdat voor hoogste punt vy=0 v=vx=vx0?quote:Op zaterdag 13 mei 2006 18:11 schreef Ixnay het volgende:
Ik weet niet zeker of deze methode goed is.
Omdat je eerst vraagt of hij het bord raakt, en daarna pas wat de de snelheid en tijd is.
Terwijl je die snelheid en tijd (volgens mij) nodig hebt om te weten of je het bord raakt.
Ik had AutoCAD niet bij de hand dus ff snel wat met paint gebouwd.quote:Op zaterdag 13 mei 2006 18:21 schreef Coldplaya het volgende:
[..]
Mooi werk. Bedankt. Mooi ook die schets erbij, je doet dat met een programma'tje neem ik aan?
Op het hoogste punt is de verticale snelheid 0, dus de horizontale snelheid is de snelheid van de pijl in de richting van de pijl.quote:Op zaterdag 13 mei 2006 18:23 schreef Coldplaya het volgende:
[..]
Is het btw niet zo dat voor het hoogste punt geldt dat omdat voor hoogste punt vy=0 v=vx=vx0?
Zij x het bedrag dat je aan het begin van de maand in legt, en p = (1.04)^{1/12}. Dan heb je na 5 jaar in totaal: x.p^60+x.p^59+..+xp = xp(p^60 - 1)/(p-1). Dit bedrag moet dan gelijk zijn aan 20000. Hieruit kun je dus makkelijk x halen.quote:Op maandag 15 mei 2006 16:45 schreef uberbert het volgende:
Ik heb een vraagje dat een beetje tussen een wiskundig en economisch probleem inligt.
Vraag:
Over 5 jaar wil je een huis kopen van 100.000 euro. Op het moment dat je het huis koopt moet je een eerste betaling doen van 20%. ( Dus 20.000 euro).
Om die 20.000 euro te kunnen betalen wil je iedere maand een bepaald bedrag op je rekening zetten. De rente die je dan PER JAAR krijgt is 4%.
Hoeveel moet je PER MAAND inleggen om na 5 jaar 20.000 euro over te houden om je huis te kunnen kopen?
Ik zou je grafische rekenmachine kapot stampen! Het stomme ding doet het niet meerquote:Op maandag 15 mei 2006 20:34 schreef isos het volgende:
Ik moet f'(0) bepalen (de afgeleide op x = 0), kom handmatig op 1 uit, maar m'n GR beweert iets anders. Ben al 15 minuten bezig ermee, dus vraag ik het hier maar. (kan het een bug zijn?)
f(x) = (1 + (1/1999) * sin(1999x)) * cos(x)
Als ik dit onder Y1 zet, en vervolgens nDeriv(Y1,x,0) komt er .45... uit, terwijl de afgeleide toch echt 1 moet zijn. Instellingen kloppen, geen typfouten.
Volgensmij is hetgene wat jij hebt berekend , alleen geldig voor als je aan het begin van elk jaar een bepaald bedrag stort.quote:
1 2 3 | --- + --- + ---------- 8a 6b 12a^2b |
Nooit op vertrouwen dus.quote:En ik snap dus alles, maar m'n GR geeft iets verkeerd bij het bepalen van de afgeleide van de x-parameter.
Bij een breuk mag je steeds de teller en noemer met hetzelfde getal vermenigvuldigen zonder dat de breuk veranderd. Vermenigvuldig bijvoorbeeld de teller en noemer van breuk 1 met 6b, en die van de tweede breuk met 8a, en je kunt de eerste twee breuken al optellen.quote:Op dinsdag 16 mei 2006 09:29 schreef I-1 het volgende:
Hoi,
Ik heb ook even een vraag...
Ik wil graag deze breuken optellen:
[ code verwijderd ]
Ik weet dat ik de noemer gelijkmatig moet maken maar ik weet niet waar ik moet beginnen.
Zou iemand mij op weg kunnen helpen?
Dank je wel...
1 2 3 | --- + --- + ---------- 8a 6b 12a^2b |
1 2 3 | ---------- + ---------- = ------- + -------- 8a * 6b 6b * 8a 48ab 48ab |
quote:Hoe ga ik nu verder ?
De noemer is nu gelijknamig, dus dan kun je de tellers optellen. (voorbeeld: 4/5 + 2/3 = 12/15 + 10/15 = 22/15).quote:Ik weet dat ik de noemer gelijkmatig moet maken
Google geeft vrij veel resultaten terug. Het ziet ernaar uit dat je in VBA moet werken.quote:
hee!
ik heb een vraag over excel.
Ik heb een aantal cellen met geel 'gekleurd' maar ik wil dat Excel zelf telt hoeveel er gekleurd zijn.
Ik dacht misschien kan ik dat doen met Aantal.Als(..) opdracht, maar dat gaat denk ik niet..
Dus er moet iets gedaan worden met Macro's.. maar hoe?
1 2 3 | ---------- + ---------- = ------- + -------- = --------- 8a * 6b 6b * 8a 48ab 48ab 48ab |
1 2 3 | + ---------- 12a^2b |
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 | ---------- + ---------- = ------- + ------ = ----------- + -------- = 8a * 6b 6b * 8a 48b 48ab 48(a*b) 48(b) 30(b) 8a (30*48)*b ------- = - ---------- = ---------------- = - 8a 48(a*b) 48b 48b * 48a 30*b ---------------- = - 8a 48*a 30*b = - 48*8*a*a b = -(48*8)/30 * a^2 b = - 12.8a^2 |
1 2 3 | ------- + ------- = --- + ---- = ------- + ----- 8a * 6b 6b * 8a 48b 48ab 48(a*b) 48(b) |
Je bent in de integraal rechtsonder vergeten te vermenigvuldigen met e^t, denk dat daar de fout zitquote:Op vrijdag 19 mei 2006 16:08 schreef Greus het volgende:
Hey!
Ik moet de integraal A (zie hieronder) oplossen. Logisch is, lijkt me, Integration By Parts te gebruiken (zoals ik hieronder heb gedaan)
Toch gaat er in de berekening hieronder iets fout, ik zie echter niet WAT![]()
Kan iemand me dat vertellen? De onderste vorm kan ik namelijk wél netjes oplossen...
De integraal:
[afbeelding]
Waar?quote:Op vrijdag 19 mei 2006 17:35 schreef Enigmatic het volgende:
[..]
Je bent in de integraal rechtsonder vergeten te vermenigvuldigen met e^t, denk dat daar de fout zit
In de eerste situatie doet de volgorde ertoe: (rood, groen, paars) is een andere vlag dan (paars, rood, groen). Dit is een permutatie.quote:Op vrijdag 19 mei 2006 17:30 schreef anuszwam het volgende:
Ik ben bezig met kansrekenen, en ik raak steeds in de war want ik weet niet welke berekening ik wanneer moet uitvoer. Hier zijn twee vragen:
De drie banen (nlse vlag) moeten verschillend worden gekleur. Op hoeveel manieren kan dat als je de beschikking hebt over zeven kleuren?
Antwoord: 7!/4!=210 manieren
Een havoscholiere volgt het N&T-profiel. Dat profiel wil zij echter uitbreiden met een paar extra vakken. Daarvan zijn er tien. Op hoeveel manieren kan de scholiere drie extra vakken kiezen?
Antwoord: (10 3)= 120
(10 3 staat verticaal zegmaar)
Nu kan ik de berekeningen wel uitvoeren, maar ik zie geen verschil tussen de twee vragen. Wanneer moet ik het op de eerste manier berekenen, en wanneer op de tweede manier?
1 2 3 | ( ) = ------- = ---- * --- (3) 4! * 3! 4! 3! |
Ik zie het echt even niet meerquote:Uit een vaas met r rode ballen en w witte ballen wordt eerst 1 bal getrokken. Vervolgens wordt de bal teruggelegd plus nog een bal van dezelfde kleur erbij. Dan trek je nog een keer..
A is de gebeurtenis dat de eerste bal wit is, B is de gebeurtenis dat de tweede bal wit is..
Nu zit ik met de volgende vragen: Wat is P(B) en wat is P(A|B)?
Ligt er een beetje aan hoe handig je bent. Wat ideeen:quote:Op maandag 22 mei 2006 14:10 schreef teletubbies het volgende:
hee een vraagje,
voor visual basic moeten we een programmetje schrijven, een spel ofzo..
iets van ...zeg maar 30 uur werk.
Ik heb geen idee wat voor spel of programma ik ga maken... heeft iemand wat ideen?
1 |
Een lijn wordt altijd gegeven door de vergelijking y = ax + b, waarbij a de helling is van de lijn en b de hoogte bij x=0. In deze opgave moet je dus a en b bepalen. Dit kan je doen door ten eerste de definitie van de helling te gebruiken, namelijk a = dy / dx, waar dy het verschil in de y waarden van de 2 punten is en dx het verschil in de x waarden. b kan je nu makkelijk bepalen door gewoon een punt in te vullen.quote:Op dinsdag 23 mei 2006 12:13 schreef I-1 het volgende:
Hoi,
heeft iemand enig idee hoe ik dit bereken?
[ code verwijderd ]
Ik snap niet precies wat hiermee bedoeld word...
Een lijn heeft de forumle y=ax+b.quote:Op dinsdag 23 mei 2006 12:13 schreef I-1 het volgende:
Hoi,
heeft iemand enig idee hoe ik dit bereken?
[ code verwijderd ]
Ik snap niet precies wat hiermee bedoeld word...
1 2 3 | Los op 3^x = -------- sqr 3 |
Dank je wel voor het antwoord ...maar ik snap niet zo goed hoe je eraan gekomen bent ....quote:3^x = 27/sqr(3)
3^x = (3^3)/(3^1/2)
3^x = 3^2.5
x = 2.5
Een andere mogeljkheid is om direct de 3log te nemen.quote:a^p/a^q = a^(p-q)
Deze snap ik nuquote:a^p/a^q = a^p-q
Isomorf als wat? Vectorruimten? In dat geval gaat het argument niet werken, je moet echt aantonen dat ze isomorf zijn als moduul over de Lie-algebra. Ik heb wel een boekje waar zo ongeveer een bewijs / algemene aanpak in staat, maar dit ziet er allemaal niet zo eenvoudig uit.quote:Op dinsdag 23 mei 2006 12:33 schreef Pietjuh het volgende:
Hier een vraagje over de irreps van sl_2(C). Ik heb al aangetoond dat de n-de symmetrische macht van de fundamentele representatie irreducibel is. Nu wil ik ook aantonen dat als V een irrep is van sl_2(C) dat V = Sym^n C^2. Hierbij is n dan dim(V) - 1. Maar kan ik dit niet gewoon doen door te zeggen dat Sym^{dimV -1}C^2 isomorf is met V en dat daarom de representaties ook equivalent zijn? Of moet ik ook nog laten zien dat V precies dezelfde decompositie heeft in eigenruimten als Sym^n C^2?
Alvast bedankt
Ja ik bedacht me iets later ook dat dat niet kon gaan werken, omdat ik zo heel de moduulstructuur buiten beschouwing laat.quote:Op dinsdag 23 mei 2006 22:29 schreef thabit het volgende:
Isomorf als wat? Vectorruimten? In dat geval gaat het argument niet werken, je moet echt aantonen dat ze isomorf zijn als moduul over de Lie-algebra. Ik heb wel een boekje waar zo ongeveer een bewijs / algemene aanpak in staat, maar dit ziet er allemaal niet zo eenvoudig uit.
Ok, laat ik eerst maar eens de metriek op een diff. varieteit wat rigoreuzer definerenquote:Op donderdag 25 mei 2006 18:44 schreef Haushofer het volgende:
Pietjuh, ik heb 2 korte vraagjes. (Thabit struikelt waarschijnlijk weer over mijn fysische manier van wiskunde bedrijven)
Ten eerste over de metriek van een manifold. De metriek wordt gedefinieerd als volgt:
gab = ea*eb
Dus als "normaal" inproduct (*) van de basisvectoren die je gebruikt; termsgewijs vermenigvuldigen en dan optellen. Maar ik heb hier een beetje moeite mee. Want zo'n metriek definieer je weer om een inproduct op het manifold te definieren... heeft zo'n "normaal inproduct" dan nog wel enige betekenis?
Je moet je denk ik allereerst goed realiseren wat nu precies coordinaten zijn op een manifold. Zoals je weet (mischien ook niet want dit wordt ws niet echt uitgelegd in natuurkunde colleges) is een coordinaten systeem voor natuurkundigen een kaart voor wiskundigen. Een kaart is in feite in tripel (U, h, U') waarbij U een open verzameling is in je manifold, U' een open verz in R^n en h een homeomorfisme van U naar U'. Dit homeomorfisme kan je in feite opsplitsen in de n componentsfuncties h_i : U' -> R voor i = 1.. n. Wat je nu de coordinaten noemt van een punt p op een manifold is eigenlijk het punt (h_1(p), ..., h_n (p) ) in R^n. We hebben dus eigenlijk een soort van dubbele betekenis als we over coordinaten (x_1, .. ,x_n) spreken op een manifold, namelijk als functies x_i: U -> R en als de coordinaten in R^n.quote:En ik heb ook wat moeite met het feit dat een coordinatenbasis bestaat uit differentiaaloperatoren. Ik snap dat differentiaaloperatoren voldoen aan de rekenregels van vectoren ( lineairiteit enzo ) maar ik kan me er weinig bij voorstellen; zo'n operator heeft toch niet echt een richting, zoals een basisvector heeft? Het krijgt toch pas betekenis als je zo'n operator op een functie loslaat?
Rekenkundig snap ik het wel, nu nog mijn intuitie overhalen
Mmm, ok, maar ik zie in veel boeken over algemene relativiteit het volgende idee: een inproduct tussen 2 vectoren a en b wordt dan bekeken als ( e is dan een basisvector )quote:Op donderdag 25 mei 2006 23:54 schreef Pietjuh het volgende:
[..]
Ok, laat ik eerst maar eens de metriek op een diff. varieteit wat rigoreuzer defineren
Laat M een n-dimensionale manifold zijn. Een Riemannse metriek op M is een familie g = { g_p | p in M } met de volgende eigenschappen: Voor elke p in M is de afbeelding g_p : T_p M x T_p M -> R een inproduct en voor elke differentieerbare kaart (U, h, U' ) van M met coordinaten (x1, ..., xn ) in U' zijn de functies gij: U -> R met gij(p) = g_p ( d/dx_i (p), d/dx_j (p) ) differentieerbaar.
Wat betekent dit nu in wat meer simpele termen. Een metriek is dus een verzameling functies g_p, die allen een inprodukt zijn op de raakruimte in het punt p, en die allen mooi differentieerbaar aan elkaar gelinked zijn. Je gebruikt dus geen ander "normaal" inprodukt op je raakruimten om de metriek te defineren, je definieert je metriek zo dat het een inprodukt wordt op je raakruimten!
[..]
Niet echt gehad in colleges ART oid, maar ik ben zeker bekend met dit conceptquote:Je moet je denk ik allereerst goed realiseren wat nu precies coordinaten zijn op een manifold. Zoals je weet (mischien ook niet want dit wordt ws niet echt uitgelegd in natuurkunde colleges) is een coordinaten systeem voor natuurkundigen een kaart voor wiskundigen. Een kaart is in feite in tripel (U, h, U') waarbij U een open verzameling is in je manifold, U' een open verz in R^n en h een homeomorfisme van U naar U'. Dit homeomorfisme kan je in feite opsplitsen in de n componentsfuncties h_i : U' -> R voor i = 1.. n. Wat je nu de coordinaten noemt van een punt p op een manifold is eigenlijk het punt (h_1(p), ..., h_n (p) ) in R^n. We hebben dus eigenlijk een soort van dubbele betekenis als we over coordinaten (x_1, .. ,x_n) spreken op een manifold, namelijk als functies x_i: U -> R en als de coordinaten in R^n.
Ok, hiermee ben ik ook bekend, maar nu een concreet voorbeeld: poolcoordinaten, met r als straal en theta als hoek. De basis in poolcoordinaten wordt uitgedrukt mbv de cartesische basis.quote:Wat we nu eigenlijk willen doen is een basis voor T_p M vastleggen door het isomorfisme T_p M -> R^n wat de basisvectoren in T_p M afbeeld op de standaard basis {e_1, ...., e_n} van R^n. We kunnen nu d/dx_i nu interpreteren als de operator die losgelaten op een kaart (U, h, U') van M, de i-de eenheidsvector aan die kaart toekent. Aan de andere kant kan je het ook opvatten als 'snelheidsvector' van de i-de coordinaatkromme in M door p. Dus de d/dx_i differentiaaloperator losgelaten op een kromme door een punt p, geeft je de raakvector langs de i-de coordinaatkromme van je kromme door p. Wat technischer, d/dx_i is de kromme door p gedefinieerd door t -> h-1( h(p) + t e_i ). (de raakruimte aan een punt p kan gedefinieerd worden als de verz van equivalentieklassen van krommen door p, waarbij 2 krommen equivalent zijn als de afgeleide onder toepassing van de kaart hetzelfde is).
Ik weet de formule wel die ik zou moeten gebruiken voor een Poisson verdeling, maar hoe ik hem precies in moet vullen, ik zie het niet..quote:Het aantal kinderen van een gezin zij Poisson-verdeeld met parameter lambda. Jongens en meisjes zijn even waarschijnlijk. Bepaal de verdeling van het aantal jongens in het gezin..
Dat is alleen bij benadering van een binomiale verdeling. In dit geval is het gewoon de parameter van de poissonverdeling, die zowel de verwachting als de variantie aangeeft.quote:Op vrijdag 26 mei 2006 16:33 schreef teigan het volgende:
lambda is n*pn
Nou ik ging hem dus makenquote:26. Gegeven zijn de volgende drie kwadratische functies.
I: y = 1/3(x - 2)² - 3
II: 3x² + 12x + 9
III: -(x + 3)(x - 5)
a) Bereken van elke functie de nulpunten.
b) Bereken van elke functie de coördinaten van de top van de grafiek. Probeer dat telkens op twee manieren te doen.
quote:De eerste twee integralen kun je berekenen met behulp van Integraal( xn) = xn+1/n+1, indien n <> -1. Als n = -1, dan is de integraal gelijk aan ln(x).
deze zie ik echt even niet....., hoe kom je ineens op EX=2 uit?quote:Op zondag 28 mei 2006 15:03 schreef GlowMouse het volgende:
EY = E(X-1) = EX-1 = 2-1 = 1
heb je misschien tips voor boeken waarin dit allemaal een beetje duidelijk en begrijpelijk staat uitgelegd, ik heb nu het boek van Kahlma en Dehling, maar ik kom er daar niet uit...quote:Op zondag 28 mei 2006 16:24 schreef GlowMouse het volgende:
Nee, (1-p)/p²
dat is dus ook de formule die ik in mijn boek terugvind dan...quote:Op zondag 28 mei 2006 16:54 schreef GlowMouse het volgende:
Overigens zie ik nu dat q/p = (1-p)/p = 1/p - 1. Dit zou direct de verwachting van het aantal meisjes geven. Toch zou ik dit niet gebruiken, omdat je in deze situatie beter een bestaande verdeling kunt gebruiken voor de overzichtelijkheid. Je ziet ook direct dat het fout gaat: zodra je stochasten niet duidelijk definieert, ontstaat verwarring waarover je het precies hebt.
Nee, ik sluit je topic omdat de centrale topics er niet voor niks zijn. Omdat ik het lullig vind om gewoon topics dicht te pleuren en niet meer om te kijken probeer ik even met je mee te denken hier, ik heb er alleen niet genoeg verstand van om je een constructief antwoord te geven. Ik opper gewoon wat, ik kan niet aan je zien of je überhaupt google al hebt gebruikt.quote:Op woensdag 31 mei 2006 14:36 schreef qwox het volgende:
@Litso
Eerst me topic sluiten omdat die hier hoort en nu een nutteloos antwoord geven, vind je leuk of nie
De directe som is gewoon de directe som V+W met actie g(v,w) = (gv,gw).quote:Op woensdag 31 mei 2006 11:04 schreef Pietjuh het volgende:
Weer simpel vraagje. Ik weet dat voor lie algebra's de tensor product representatie van 2 representaties r en r' op resp. de vectorruimten V enW gedefinieerd is als (r x r' )(g)(v x w) = r(g) x w + v x r'(g). Nu vroeg ik me af of hetzelfde ook geldt voor de directe som van 2 representaties? Of is dat gewoon precies hetzelfde als in het geval van normale groepen?
Overdracht is gelijk aan Uin/Uuit. Btw Uuit moet je even een ground aan tekenen, anders zweeft het.quote:Op woensdag 31 mei 2006 14:30 schreef qwox het volgende:
Voor de studie bestuderen we een metaal detector
het kan via
[afbeelding]
Als er metaal in de beurt komt van de spoel veranderd de L en daardoor de weerstand enzo
Nu kregen de vraag wat de overdrachtsfunctie is.
Het enige dat we hebben is dat H=Uuit/Uin
Maar wat er nou bedoeld wordt met overdrachtsfunctie is ons niet echt bekend.
Is hier iemand die in simpele bewoording zou kunnen uitleggen wat het is.
Alvast bedankt,
Maarten Otten
Heb de oplossing al gevonden. Wegens de ijkconditie kan je laten zien dat hmn,n = 2hm0,0 en je kan laten zien dat die gelijk aan 0 is door naar de transverse traceless gauge te gaanquote:Op donderdag 1 juni 2006 16:22 schreef Pietjuh het volgende:
Klein vraagje over relativeitstheorie. Mischien kan je wel helpen Haushofer
Gaat zeg maar over zwaartekrachtsgolven in de zwakke veld benadering.
Ik moet bewijzen dat de divergentie tensor van de energy-momentum tensor 0 is door gebruik te maken van de vacuum-einstein vergelijkingen en de lorentz ijk conditie. Dit wilde ik bereiken door gewoonweg de divergentie van de einsteinvergelijking te nemen. Dit draait erop uit dat ik moet laten zien dat hmn,n = 0 (de ijkconditie) impliceert dat hmn,n = 0. Maar ik weet niet echt hoe je dat kan doen
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |