quote:Op woensdag 19 april 2006 10:39 schreef Metalmeis het volgende:
*zucht*
Ik ben vandaag begonnen met mijn examenbundel voor wi-b1 door te nemen en loop nu al vast.
Ten eerste:
1/4e*x + b is de raaklijn van grafiek f(x). In (e, 1/2) zit een raakpunt.
Als 1/2 = 1/4e * e + b , waarom dan b=1/4 ?
Ten tweede:
Als f(x)= (lnx)^1/2 , waarom is de primitieve dan F(x) = x * ln x * x ??
Kan iemand me op weg helpen?
Waarschijnlijk staat ergens wat code verkeerd bij de pagina's. Wat is de URL?quote:Hey, ik heb een website gemaakt met frames enzo. Vrijwel alles goed gaat, behalve bij 1 of 2 pagina's, opeens komt de gevraagde pagina twee keer voor..
Ik heb gebruik gemaakt van javascript... kent iemand dat?
Wat raar... Zo staat het toch echt in de antwoorden van mijn examenbundel.quote:Op woensdag 19 april 2006 11:37 schreef nlmark het volgende:
1) b is niet 1/4 maar 1/4 (2 - e^2)
2) klopt niet... de primitieve van ln(x)^(1/2) is erg lastig en valt buiten middelbare-schoolwiskunde. En de afgeleide van van F(x) = x^2 ln(x) is F'(x) = x + 2x ln(x)
Als f(x)= (lnx)^1/2 , waarom is de primitieve dan F(x) = x * ln x * x ??quote:Op woensdag 19 april 2006 12:51 schreef Metalmeis het volgende:
[..]
Wat raar... Zo staat het toch echt in de antwoorden van mijn examenbundel.
Bovendien valt het niet buiten de middelbareschoolwiskunde, ik moet het echt kunnen.![]()
Naja, dankjewel voor je hulp!
1 2 | <frame name="head" src="home.htm" target="_self" scrolling="auto" noresize> |
Vwo B wiskunde examenbundel 2005/2006.quote:Op woensdag 19 april 2006 13:18 schreef GlowMouse het volgende:
Om welk examen (jaartal+tijdvak) en welke vraag gaat het?
Die zijn ook niet foutloos.quote:Op woensdag 19 april 2006 12:51 schreef Metalmeis het volgende:
[..]
Wat raar... Zo staat het toch echt in de antwoorden van mijn examenbundel.
Bedankt voor de reactie, maar inmiddels heb ik het probleem opgelost denk ik. Ik ging er bij de Hannan-Rissanen procedure vanuit dat de absolute waarde van de AIC en SC zo klein mogelijk moesten zijn. Ik vermoed dat daar de fout zat en dat het dus gewoon om de 'echte' waarden gaat. Nu kom ik namelijk keurig op een ARMA(1,1) en een ARMA(1,0) model uit.quote:Op dinsdag 18 april 2006 21:39 schreef mrbombastic het volgende:
De methode van Hannan Rissanen ken ik niet, maar een ARIMA (7,1,8) model lijkt mij niet erg waarschijnlijk.
Edit: ik zit even in de helpfunctie van Eviews te kijken bij AIC en zie dat Eviews de AIC op een andere manier berekent dan dat ik gewend ben. Eviews gebruikt -2(l/T) +2(k/T) met l de loglikelihood, T het aantal waarnemingen en k het aantal parameters. Als je dus veel waarnemingen hebt, maakt het vrij weinig uit of je een extra parameter toevoegt.
De AIC die ik heb geleerd is -2*l +2(p+q+1) voor een ARMA(p,q) proces.
Als alternatief kun je kijken naar de AIC Corrected welke berekend wordt door -2*l+2n(p+q+1)/(n-p-q-2)
Bedoel je: ln[x^(1/2)] of (ln[x])^(1/2) ??quote:Op donderdag 20 april 2006 10:45 schreef Metalmeis het volgende:
Nog 1 keertje.. Wie kan me helpen met de primitieve van ln(x)^(1/2)?
![]()
hoe bewijs je dat eigenlijk???quote:Op donderdag 20 april 2006 14:39 schreef Bioman_1 het volgende:
[..]
Bedoel je: ln[x^(1/2)] of (ln[x])^(1/2) ??
De eerste is namelijk niet zo moelijk (primiteve is (1/2)*(x*ln[x] - x) ), maar die tweede is inderdaad niet uit te schrijven in elementaire functies (zoals thabit zegt)
Oke, dan de primitieve van ln(x)... Is die wel te berekenen?quote:Op donderdag 20 april 2006 14:39 schreef Bioman_1 het volgende:
[..]
Bedoel je: ln[x^(1/2)] of (ln[x])^(1/2) ??
De eerste is namelijk niet zo moelijk (primiteve is (1/2)*(x*ln[x] - x) ), maar die tweede is inderdaad niet uit te schrijven in elementaire functies (zoals thabit zegt)
Je bedoelt poolcoordinaten? Bijvoorbeeld om de normaalkromme te integreren. Vooral cirkels zijn handig om via poolcoordinaten te integreren, bij een hoekige vorm als een driehoek lijkt het me vooral onhandig.quote:Weet iemand wat het nut is van poolvoorstellingen? Waar wordt het in de praktijk voor gebruikt? En weet iemand ook de formule bij een poolvoorstelling voor een driehoek? Daar kom ik ook maar niet uit.
Ja dat bedoel ik, bedankt. In mijn boek het heet trouwens poolvoorstellingen. Dus vandaar.quote:Op donderdag 20 april 2006 17:58 schreef GlowMouse het volgende:
Dat is x(ln x-1) (differentieer maar). Maar ook dat valt buiten de vwo-stof. Alles wat je voor vwo moet kunnen aan differentieren en integreren staat op de formulekaart.
[..]
Je bedoelt poolcoordinaten? Bijvoorbeeld om de normaalkromme te integreren. Vooral cirkels zijn handig om via poolcoordinaten te integreren, bij een hoekige vorm als een driehoek lijkt het me vooral onhandig.
Volgens mij klopt dit niet, in zo'n (oneigenlijke) integraal hoeven de grenzen niet symmetrisch te lopen. De integraal van de oneven functie f(x) = x van -oneindig tot oneindig is dan ook niet gelijk aan 0. Dat geldt wel voor de zogenaamde 'hoofdwaarde', als je de grenzen dus symmetrisch laat lopen (bvb van -k tot k, dan de limiet voor k naar oneindig).quote:Op donderdag 20 april 2006 18:55 schreef thabit het volgende:
Nee, maar als je een oneven functie integreert van -oneindig naar +oneindig dan valt het negatieve stuk tegen het positieve stuk weg.
De integraal in die opgave convergeert absoluut, dus daar heb je dit soort problemen niet.quote:Op zaterdag 22 april 2006 18:33 schreef TomD het volgende:
[..]
Volgens mij klopt dit niet, in zo'n (oneigenlijke) integraal hoeven de grenzen niet symmetrisch te lopen. De integraal van de oneven functie f(x) = x van -oneindig tot oneindig is dan ook niet gelijk aan 0. Dat geldt wel voor de zogenaamde 'hoofdwaarde', als je de grenzen dus symmetrisch laat lopen (bvb van -k tot k, dan de limiet voor k naar oneindig).
Hoe krijg je die formules eigenlijk zo mooi in je post?quote:Op donderdag 20 april 2006 18:48 schreef pfaf het volgende:
Wiskundevraagje:
De functie:
f(x) = 1-x : 0 <= x <= 1
en 0: elders
moest bij a) dmv Fouriertransformatie getransformeerd worden, dit is me gelukt en het volgende antwoord kwam er uit:
[afbeelding]
Nu moet bij b) dmv de omkeerformule
[afbeelding]
bepaald worden.
Dat dit bepaald wordt door
[afbeelding]
kan ik ook nog wel volgen, maar nu geeft de uitwerking dat het eerste gedeelte even is en het 2e oneven ( cos en sin resp. ) en dat daardoor
[afbeelding]
vrij simpel opgelost kan worden.
Nu is mijn vraag: waarom wordt het oneven gedeelte weggelaten? De functie f(x) is niet even, noch oneven?
bvd.
Bij wiskunde speelt significantie geen rol. In de wiskunde geeft 3 exact dezelfde informatie als 3,00000 (in tegenstelling tot de natuur- en scheikunde, waar met 3 een getal tussen de 2,5 en 3,5 bedoeld wordt). Vaak moet je iets exact beantwoorden, wortel(3) kan dan bijvoorbeeld een antwoord zijn, terwijl dat bij natuur- en scheikunde altijd fout is. Wanneer je mag afronden staat dat in de vraag. In plaats van algebraïsch mag je het dan ook met je rekenmachine uitrekenen (zolang je de stapjes opschrijft).quote:Op zondag 23 april 2006 13:14 schreef Metalmeis het volgende:
Gaat er bij de eindexamens wiskunde eigenlijk gelet worden op significantie?
Weten jullie dat?
Ok. Dat scheelt weer!quote:Op zondag 23 april 2006 13:18 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Bij wiskunde speelt significantie geen rol. In de wiskunde geeft 3 exact dezelfde informatie als 3,00000 (in tegenstelling tot de natuur- en scheikunde, waar met 3 een getal tussen de 2,5 en 3,5 bedoeld wordt). Vaak moet je iets exact beantwoorden, wortel(3) kan dan bijvoorbeeld een antwoord zijn, terwijl dat bij natuur- en scheikunde altijd fout is. Wanneer je mag afronden staat dat in de vraag. In plaats van algebraïsch mag je het dan ook met je rekenmachine uitrekenen (zolang je de stapjes opschrijft).
Daarvoor kijk je naar de determinanten van iedere principale deelmatrix. De getallen op de diagonaal van een covariantiematrix stellen varianties voor, dus die zijn zeker niet-negatief. Verder kun je gebruiken dat de matrix symmetrisch is.quote:Ik moet bewijzen dat f(w) >= 0, dus ik moet bewijzen dat Q positief semi definiet is.
op zich moet mij dit wel lukken (denk ik)quote:Praktische Opdracht Klas 1
Moderne Wiskunde (7ed)
Hoofdstuk 7 Ruimtelijk bekeken
Platonische lichamen (Platonic solids) zijn regelmatige veelvlakken waarvan de zijvlakken regelmatig en onderling allemaal precies hetzelfde zijn (allemaal dezelfde driehoeken vierkanten of vijfhoeken. Er bestaan slechts 5 verschillende Platonische lichamen, namelijk het regelmatig viervlak, zesvlak (kubus), achtvlak twaalfvlak en twintig vlak.
Als je van een Platonisch lichaam er delen afzaagt, zodat de nieuwe zijvlakken die ontstaan alle weer regelmatig zijn dan krijg je een soort halfregelmatig veelvlak, die ook wel Archimedische lichamen (Archimedien Solid) worden genoemd. Er mogen in zo’n figuur dus best verschillende zijvlakken voorkomen, zolang ze maar regelmatig zijn.
Van alle Platonische lichamen (5) en Archimedische lichamen (13) kun je een afbeelding vinden op http://www.scienceu.com/geometry/facts/solids/handson.html
Met de muis kun je de lichamen draaien zodat je ziet dat ze van alle kanten bekeken er hetzelfde uitzien (in elk hoekpunt komen steeds op dezelfde manier de vlakken samen). Je kan ook van elk lichaams details opvragen zoals aantal vlakken, ribben en hoekpunten.
Op http://www.korthalsaltes.com/index.html kun je ook bouwplaten vinden.
OPDRACHT
Kies 1 van de 13 Archimedische lichamen uit en lever daarover het volgende in :
- de naam van het lichaam
- bouwplaat (2 keer, ml 1 ongevouwen en 1 in elkaar gezet)
- het aantal vlakken, ribben en hoekpunten waarbij je laat zien dat de regel van Euler klopt.
- De berekening waarmee je het aantal hoekpunten en ribben kan uitrekenen als je vorm en aantal van de vlakken weet.
- BONUS het bijbehorende Platonische lichaam in elkaar gezet, met daarop de zaaglijntjes getekend waarlangs je moet zagen om jouw Archimedisch lichaam te krijgen.
Andere links.
http://www.mathconsult.ch/showroom/unipoly/list-graph.html (nog meer ? alle 80)
http://www.wisfaq.nl/frame.htm?url=http://www.wisfaq.nl/pagina.asp?nummer=1365 (faq)
Woordenlijst
Polyhedra = veelvlakken
Solids = Lichamen (ruimtelijke figuren)
Faces = vlakken
Edges = ribben
Vertices = hoekpunten
Neem een convexe polyeder (bijvoorbeeld een kubus) en laat het de regel van Euler controleren (zie formule op je gevonden website). Het bewijs zou ik in dit geval achterwege laten.quote:- het aantal vlakken, ribben en hoekpunten waarbij je laat zien dat de regel van Euler klopt.
- De berekening waarmee je het aantal hoekpunten en ribben kan uitrekenen als je vorm en aantal van de vlakken weet
quote:- De berekening waarmee je het aantal hoekpunten en ribben kan uitrekenen als je vorm en aantal van de vlakken weet.
Dat klopt allemaal wel, maar volgens mij kan je niet aantonen dat een willekeurige covariantiematrix positief definiet is, dat is namelijk gewoon niet zo bij mijn weten.quote:Op dinsdag 25 april 2006 13:03 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Daarvoor kijk je naar de determinanten van iedere principale deelmatrix. De getallen op de diagonaal van een covariantiematrix stellen varianties voor, dus die zijn zeker niet-negatief. Verder kun je gebruiken dat de matrix symmetrisch is.
Ik zou zeggen dat een enquete over 100 mensen niet representatief is en dus niets zinnigs kan zeggen over wie er wel of geen gelijk heeftquote:Op dinsdag 25 april 2006 16:43 schreef vdo28 het volgende:
Hallo allemaal.
Ik heb een beetje veel moeite met het vak wiskunde (Ik ben er een tijd tussenuit geweest) en was benieuwd of iemand van jullie me zou kunnen helpen met het volgende:
Morgen heb ik een tentamen, o.a een onderwerp is `hypothese toetsen`.
De volgende dingen heb ik echter geen kaas van gegeten, ik weet alleen in heel lichte mate hoe je het toe moet passen:
1 Binomiale verdeling.
2 Standaardverdeling.
3 Standaardafwijking.
4 Variantie.
5 Etc.
Een vraag:
De kijkdichtheid van een televisiequiz bedraagt volgens de presentator 50%.
De voorzitter van de omroep beweert dat de kijkdichtheid 30% is.
Men onderzoekt dit en vind in een steekproef dat van de 100 mensen, 57 mensen de quiz nooit heeft gezien.
Het significantieniveau is 5%.
Is er op basis van de enquete-uitslag nog steeds voldoende reden om de presentator in het gelijk te stellen?
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Antwoord:
Ik heb zelf H0, en H1 al gemaakt.
H0= 0,5
H1= 0,3
En nu weet ik het al niet meer???
Iemand die wel een idee heeft?
(Tip: we hebben wel een GR!)
Ik ben nu al erg dankbaar voor mogelijke antwoord
Maar dat moet dus welquote:Op dinsdag 25 april 2006 16:56 schreef JedaiNait het volgende:
[..]
Ik zou zeggen dat een enquete over 100 mensen niet representatief is en dus niets zinnigs kan zeggen over wie er wel of geen gelijk heeft
Tel het aantal zijden van alle zijvlakken bij elkaar op. Omdat elke ribbe aan twee zijvlakken grenst, heb je op die manier tweemaal het aantal ribben. Delen door 2 levert dus het aantal ribben. Daarna pas je Euler toe om het aantal hoekpunten te bepalen.quote:Op dinsdag 25 april 2006 17:02 schreef Racing_X-Ray het volgende:
- De berekening waarmee je het aantal hoekpunten en ribben kan uitrekenen als je vorm en aantal van de vlakken weet.
dit is de enige die ik niet echt weet kan iemand mij daar mee helpen?
Ja.quote:ik heb even snel een vraag.
in een elktrolyse reactie kan water ook als reductor of oxidator optreden.
moet water dan wel de sterktse reductor of oxidator zijn?
Wat is er 0,5 en 0,5?quote:Ik heb zelf H0, en H1 al gemaakt.
H0= 0,5
H1= 0,3
Zolang het aantal respondenten maar groot genoeg is, zal de normale verdeling een goede benadering geven. Aan de hand van je steekproefdata kun je vervolgens een betrouwbaarheidsinterval bepalen waarin het gemiddeld aantal studenten dat iets invult zal liggen. Bij het bepalen gebruik je onder andere de variantie, die bij een grote steekproef kleiner is.quote:Wat ik wil bereiken is de kans een betrouwbaarheidspercentage geven afhankelijk van het aantal respondenten. Ik neig om de normaal verdeling te gebruiken. Ik snap alleen niks meer van de theorie die ik tien jaar geleden ooit eens op school heb geleerd.
Bedankt! Heb je hier misschien ook een voorbeeld bij?quote:[b]Op dinsdag 25 april 2006 22:42
...
Zolang het aantal respondenten maar groot genoeg is, zal de normale verdeling een goede benadering geven. Aan de hand van je steekproefdata kun je vervolgens een betrouwbaarheidsinterval bepalen waarin het gemiddeld aantal studenten dat iets invult zal liggen. Bij het bepalen gebruik je onder andere de variantie, die bij een grote steekproef kleiner is.
d/dx tan(x) = 1 + tan2x.quote:Op woensdag 26 april 2006 00:01 schreef vliegtuigje het volgende:
Hier ook een wiskundevraagje.
Ik ben net begonnen met integratie en ik heb het allemaal nog niet zo goed door.
Eén oefening lukt me echt niet:
ik moet de onbepaalde integraal berekenen van
tan2(4x)dx
(ik weet even niet hoe ik het helder kan voorstellen inclusief integraaltekentje enzo, sorry)
Ik heb hierbij twee mogelijkheden. Ik kan die tan2(4x) herschrijven, of de substitutiemethode toepassen (enige methodes die ik tot nu toe gezien heb).
Iemand enig idee hoe ik deze integraal moet oplossen?
hoooi!quote:Public Class Form1
Private Sub Button1_Click(ByVal sender As System.Object, ByVal e As System.EventArgs) Handles Button1.Click
Dim a, b, c, s As Double
opp(a, b, c)
End Sub
Private Function opp(ByVal a As Double, ByVal b As Double, ByVal c As Double)
Dim s As Double = (a + b + c) / 2
a = CDbl(TextBox1.Text)
b = CDbl(TextBox2.Text)
c = CDbl(TextBox3.Text)
Dim oppervlakte As Double
If a + b > c ora + c > b or a + c > b Then
oppervlakte = Math.Sqrt(s * (s - a) * (s - b) * (s - c))
Label1.Text = oppervlakte
Else
Throw New ArithmeticException("Er is een fout opgetreden")
End If
Return oppervlakte
End Function
End Class
Als a de langste zijde is kan er geen driehoek zijn als: a>b+c .quote:Op woensdag 26 april 2006 20:34 schreef teletubbies het volgende:
[..]
hoooi!
nu ben ik bezig met een klein programma, de gebruiker voert in de lengtes van de zijden van de a,b,c en het programma rekent de oppervlakte van de driehoek.
Nu moet het een toepasselijke excpetion opgooien (en een foutmelding geven) wanneer de drie lengten geen driehoek kunnen vormen.
Ik moet ernaat ook een aanroepende methode schrijven die de exception opvangt..
Kan iemand me helpen?
Ik heb al iets zitten te typen maar.. er klopt niets van..
Als a niet de langste zijde is ook nietquote:Op woensdag 26 april 2006 21:13 schreef Wackyduck het volgende:
[..]
Als a de langste zijde is kan er geen driehoek zijn als: a>b+c .
Ik denk dat er een spatie tussen "or" en "a" moet. Waarom zijn if en then eigenlijk met hoofdletters en or niet?quote:If a + b > c ora + c > b or a + c > b Then
aftrekken bestaat officieel niet eens dus daar hoef je ook niet over na te denken.quote:Op donderdag 27 april 2006 13:05 schreef m021 het volgende:
Vraagje over rekenregels.
Ik weet dat volgens nieuwe internationale regels dit ezelsbruggetje niet meer geldig is, maar waar stond 'Meneer Van Dale Wacht Op Antwoord' oorspronkelijk voor?
Mij is het volgens mij altijd geleerd als:
- optellen en aftrekken zijn gelijkwaardig (gewoon op volgorde zoals ze er staan uitrekenen)
als je je wortelteken goed opschrijft is het duidelijk wat je eerst moet doen.quote:- machtsverheffen en worteltrekken zijn niet gelijkwaardig
quote:- vermenigvuldigen en delen zijn niet gelijkwaardig
Volgens de nieuwe regels zijn ook vermenigvuldigen en delen gelijkwaardig, en nu lees ik steeds meer over mensen die beweren dat dat met de 'meneer Van Dale' regel óók al zo was. Hoe zit het nu? In dit topic zijn de meningen ongeveer 50-50 verdeeld.
Ja, volgens de nieuwe regels wel. Maar was dat met MVDWOA ook al zo, is mijn vraag.quote:Op donderdag 27 april 2006 13:23 schreef thabit het volgende:
Vermenigvuldigen en delen zijn gelijkwaardig.
Op die manier kan je ook wel zeggen dat delen niet bestaat. Immers,quote:Op donderdag 27 april 2006 13:40 schreef McCarthy het volgende:
aftrekken bestaat officieel niet eens dus daar hoef je ook niet over na te denken.
Hmm. En met een verbranding krijg je altijd CO2 en H2O?quote:Op donderdag 27 april 2006 15:19 schreef thabit het volgende:
Gewoon tellen, het aantal C'tjes, H'tjes en O'tjes links van de pijl moet hetzelfde zijn als rechts van de pijl.
Ja, het enige dat je moet onthouden is dat een verbranding een reactie met zuurstof (O2) is en dat het reactieproductie van C, altijd CO2 is en dat van H altijd H2Oquote:Op donderdag 27 april 2006 15:24 schreef Nesle het volgende:
[..]
Hmm. En met een verbranding krijg je altijd CO2 en H2O?
Dus dan plant ik eerst de vergelijking (ofwathetookis) links en dan die CO2 en H2O aan de rechterkant.
En dan optellen?![]()
C4 zijn dan 4 C's en met CO2 heb ik maar 1 C?
En met koolwaterstoffen (CxHx of CxHxOx) in het algemeen krijg je ook altijd CO2 en H2O.quote:Op donderdag 27 april 2006 19:11 schreef Molluck het volgende:
Ja, het enige dat je moet onthouden is dat een verbranding een reactie met zuurstof (O2) is en dat het reactieproductie van C, altijd CO2 is en dat van H altijd H2O
quote:geschreven kunnen worden in termen van een eindige verzameling continu parameters.
Overkomt me wel vaker, maar waar, en wat was er fout?quote:@ GlowMouse
je zat er helemaal naast
Het is mischien ook een beetje slecht geformuleerdquote:Op vrijdag 28 april 2006 16:00 schreef thabit het volgende:
Ik snap je vraag niet, Pietjuh. Kun je definieren wat je bedoelt met
De formulevergelijking was fout ingevuldquote:Op vrijdag 28 april 2006 17:51 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Overkomt me wel vaker, maar waar, en wat was er fout?
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |