FOK!forum / School, Studie en Onderwijs / [Bèta wiskunde] Huiswerk- en vragentopic.
Amoebazondag 11 januari 2015 @ 13:45
Post hier weer al je vragen, passies, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de wiskunde.

Van MBO tot WO, hier is het topic waar je een antwoord kunt krijgen op je vragen. Vragen over stochastiek in het algemeen en stochastische processen & analyse in het bijzonder worden door sommigen extra op prijs gesteld!

Opmaak:
• met de [tex]-tag kun je Latexcode in je post opnemen om formules er mooier uit te laten zien (uitleg).

Links:
http://integrals.wolfram.com/index.jsp: site van Wolfram, makers van Mathematica, om online symbolische integratie uit te voeren.
http://mathworld.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg korte wiki-achtige artikelen over wiskundige concepten en onderwerpen, incl. search.
http://functions.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg identiteiten, gerangschikt per soort functie.
http://scholar.google.com/: Google scholar, zoek naar trefwoorden specifiek in (wetenschappelijke) artikelen. Vaak worden er meerdere versies van hetzelfde artikel gevonden, waarvan één of meer van de website van een journaal en (dus) niet vrij toegankelijk, maar vaak ook een versie die wel vrij van de website van de auteur te halen is.
http://www.wolframalpha.com Meest geavanceerde rekenmachine van het internet. Handig voor het berekenen van integralen, afgeleides, etc...

OP

Handig:
Riparius heeft ooit een PDF geschreven over goniometrische identiteiten. Deze kun je hier downloaden:
www.mediafire.com/view/?2b214qltc7m3v0d
Amoebazondag 11 januari 2015 @ 13:46
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 13:42 schreef Super-B het volgende:

[..]

Het is overigens een bepaalde integraal, dus ik zou eerst overal 2 moeten invullen en vervolgens 0 en dat van elkaar moeten aftrekken, dus dan zou het weg moeten vallen.. (als ik overal 0 invul, blijft C over).
Dat is niet het antwoord op zijn vraag. Als je een constante Riemann integreert komt daaruit:

 \int C dx = C\cdot x + c, c \in \mathbb{R}
Alrac4zondag 11 januari 2015 @ 13:47
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 13:40 schreef Super-B het volgende:

[..]

Dat wordt dan Cx.
Precies. Dus als je dan je grenzen invult krijg je 2*C + 0*C = 2*C
Super-Bzondag 11 januari 2015 @ 13:47
quote:
2s.gif Op zondag 11 januari 2015 13:46 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Dat is niet het antwoord op zijn vraag. Als je een constante Riemann integreert komt daaruit:

 \int C dx = C\cdot x + c, c \in \mathbb{R}
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 13:47 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Precies. Dus als je dan je grenzen invult krijg je 2*C + 0*C = 2*C
Stom! Ik keek over de x heen...!

Thanks jongens! ^O^
Super-Bzondag 11 januari 2015 @ 13:58
Is er trouwens een truucje om te integreren zonder het integraal uit te schrijven?:

ʃ (x² + 2)² dx...

Als ik het eerst uitschrijf en vervolgens integreer, kom ik bijna altijd goed uit. Echter vraag ik mij af of ik het in één keer kan integreren?

Ik had dit (zonder uit te schrijven):

ʃ (x² + 2)² dx = 1/6x (x² + 2)³ --> want als je dit differentieert d.m.v. kettingregel, zou je uit meoten komen op (x² + 2)². Tóch doe ik iets verkeerds als ik de getallen (b = 1 en a = 0 ) invul van het bepaalde integraal, want dan kom ik uit op 27/6. Als ik het uitschrijf kom ik echter uit op 83/15 uit, wat juist is.

[ Bericht 5% gewijzigd door Super-B op 11-01-2015 14:48:58 ]
whoyoulovezondag 11 januari 2015 @ 14:06
Oke dit is vast een hele makkelijke vraag maar weet niet wat ik nou precies moet doen :P

Ik moet een boxplot maken maar als ik dan op het antwoord kom staat bijv. Q1 = 6.5, Mediaan is 4,5, Q3 is 6.5. Ik heb alles gewoon goed ingevuld in L1 en L2 maar ik kom steeds 0,5 tekort.
In het uitwerkingboek staat dus dat Q1 7 moet zijn, Mediaan 5 en Q3 7. Hoe zorg ik ervoor dat dat eruit komt? Wat moet ik veranderen op mijn rekenmachine?
Janneke141zondag 11 januari 2015 @ 14:09
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 13:58 schreef Super-B het volgende:
ʃ (x² + 2)² dx = 1/6x (x² + 2)³ --> want als je dit differentieert d.m.v. kettingregel, zou je uit meoten komen op (x² + 2)².
Daar gaat iets mis. Immers
\frac{(x^2+2)^3}{6x}
differentiëren levert ongetwijfeld iets op met 36x2 in de noemer. Dus die doet het niet. Het is ongetwijfeld mogelijk om een functie als deze in een keer te integreren, maar de kans op fouten is waarschijnlijk groter dan via uitschrijven (zoals je hier al ziet).
Super-Bzondag 11 januari 2015 @ 14:12
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 14:09 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Daar gaat iets mis. Immers
\frac{(x^2+2)^3}{6x}
differentiëren levert ongetwijfeld iets op met 36x2 in de noemer. Dus die doet het niet. Het is ongetwijfeld mogelijk om een functie als deze in een keer te integreren, maar de kans op fouten is waarschijnlijk groter dan via uitschrijven (zoals je hier al ziet).
Ik deed het als volgt:

(x² + 2)³ differentiëren levert buiten de haakjes sowieso 3 * 2x = 6x op.. Dus er moet iets buiten de haakjes staan wat er voor zorgt dat 6x * ... = 1..

Dus 1/ 6x (x²+2)³ * 6x = [6x/6x] * (x²+2)² = (x²+2)² dacht ik. :P
Janneke141zondag 11 januari 2015 @ 14:14
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 14:06 schreef whoyoulove het volgende:
Oke dit is vast een hele makkelijke vraag maar weet niet wat ik nou precies moet doen :P

Ik moet een boxplot maken maar als ik dan op het antwoord kom staat bijv. Q1 = 6.5, Mediaan is 4,5, Q3 is 6.5. Ik heb alles gewoon goed ingevuld in L1 en L2 maar ik kom steeds 0,5 tekort.
In het uitwerkingboek staat dus dat Q1 7 moet zijn, Mediaan 5 en Q3 7. Hoe zorg ik ervoor dat dat eruit komt? Wat moet ik veranderen op mijn rekenmachine?
Voor het maken van een boxplot heb je 5 waarden nodig, in volgorde: minimum-Q1-mediaan(=Q2)-Q3-maximum. Let op dat altijd Q1<mediaan, wat in jouw voorbeeld al niet klopt.

Als je er telkens 0,5 naast zit kan er het volgende aan de hand zijn. Bekijk eens de volgende rij getallen:
1-2-3-4-5-6-7-8
Dit zijn 8 waarden, er is dus niet precies één middelste getal dat de mediaan is. De mediaan is in dit geval 4,5, omdat dit precies in het midden van 4 en 5 zit.
Heb je de rij
1-2-3-4-5-6-7
Dan is er wel een middelste getal, namelijk 4, en is de mediaan 4.

Voor het bepalen van Q1 en Q3 gebruik je de mediaan van respectievelijk de laagste en hoogste helft van de getallen die je over houdt.
In de rij
1-2-3-4-5-6-7-8-9
Is de mediaan 5, Q1 is de mediaan van 1-2-3-4, dus 2,5 en Q3=7,5.
Janneke141zondag 11 januari 2015 @ 14:16
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 14:12 schreef Super-B het volgende:

[..]

Ik deed het als volgt:

(x² + 2)³ differentiëren levert buiten de haakjes sowieso 3 * 2x = 6x op.. Dus er moet iets buiten de haakjes staan wat er voor zorgt dat 6x * ... = 1..

Dus 1/ 6x (x²+2)³ * 6x = [6x/6x] * (x²+2)² = (x²+2)² dacht ik. :P
Ja, ik snap wel wat je gedaan hebt, maar ik hoopte dat je, met de produktregel in het achterhoofd, zou weten dat dat niet kan. Immers, jij wil nu fg gaan differentiëren met f = 1/6x en g = (x²+2)3, en dat wordt f'g+fg'. Dan moet je nu echt zien dat ergens de afgeleide van 1/6x een rol gaat spelen.
Super-Bzondag 11 januari 2015 @ 14:17
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 14:16 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Ja, ik snap wel wat je gedaan hebt, maar ik hoopte dat je, met de produktregel in het achterhoofd, zou weten dat dat niet kan. Immers, jij wil nu fg gaan differentiëren met f = 1/6x en g = (x²+2)3, en dat wordt f'g+fg'. Dan moet je nu echt zien dat ergens de afgeleide van 1/6x een rol gaat spelen.
Top dankje. Ik had al in mijn achterhoofd dat uitschrijven beter is, maar ik had gehoopt dat er een truucje ervoor zou zijn... Helaas is het niet zo makkelijk dat het een truucje is. :P
Super-Bzondag 11 januari 2015 @ 14:48
Weet iemand het integraal van e^-x² dx? Ik had:

e^-x² /-2x. Volgens Wolfram Alpha hartstikke fout. _O-
thabitzondag 11 januari 2015 @ 14:52
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 14:48 schreef Super-B het volgende:
Weet iemand het integraal van e^-x² dx? Ik had:

e^-x² /-2x. Volgens Wolfram Alpha hartstikke fout. _O-
Die integraal kun je niet expliciet in elementaire functies uitdrukken. Zoektip: error function.
Super-Bzondag 11 januari 2015 @ 14:54
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 14:52 schreef thabit het volgende:

[..]

Die integraal kun je niet expliciet in elementaire functies uitdrukken. Zoektip: error function.
Heb het al. Thanks.
Super-Bzondag 11 januari 2015 @ 15:25
Kan iemand mij met het volgende vraagstuk helpen?:

''Vind de oppervlakte tussen de twee parabolen gedefinieerd bij de functies y+1 = (x-1)² en 3x = y².

Allereerst heb ik uitgerekend wat x is.

3x = y²
x= y² / 3

Vervolgens weet ik dat ik erachter moet komen welke twee coördinaten de functies elkaar snijden om zo de oppervlakte tussen de twee coördinaten te kunnen berekenen. Tenslotte moet ik dan nog het bepaalde integraal berekenen van een functie. Echter heb ik geen idee hoe ik dit in de praktijk moet brengen. :')
Novermarszondag 11 januari 2015 @ 15:37
Maak een schets.
Janneke141zondag 11 januari 2015 @ 15:55
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 15:25 schreef Super-B het volgende:
Kan iemand mij met het volgende vraagstuk helpen?:

''Vind de oppervlakte tussen de twee parabolen gedefinieerd bij de functies y+1 = (x-1)² en 3x = y².

Allereerst heb ik uitgerekend wat x is.

3x = y²
x= y² / 3

Vervolgens weet ik dat ik erachter moet komen welke twee coördinaten de functies elkaar snijden om zo de oppervlakte tussen de twee coördinaten te kunnen berekenen. Tenslotte moet ik dan nog het bepaalde integraal berekenen van een functie. Echter heb ik geen idee hoe ik dit in de praktijk moet brengen. :')
Zoals hierboven al gezegd: maak een schets.
En schrijf beide parabolen in de vorm y=, dat maakt het wat makkelijker om te gaan integreren. De ene is y=(x-1)2-1, en de andere bestaat uit y=√(3x) en y=-√(3x)
Super-Bzondag 11 januari 2015 @ 16:56
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 15:55 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Zoals hierboven al gezegd: maak een schets.
En schrijf beide parabolen in de vorm y=, dat maakt het wat makkelijker om te gaan integreren. De ene is y=(x-1)2-1, en de andere bestaat uit y=√(3x) en y=-√(3x)
Maar dan heb ik twee functies.... Integreren doe je meestal toch met 1 functie met en boven- en een ondergrens?
netchipzondag 11 januari 2015 @ 16:58
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 16:56 schreef Super-B het volgende:

[..]

Maar dan heb ik twee functies.... Integreren doe je meestal toch met 1 functie met en boven- en een ondergrens?
Ja... Iets met snijpunten... En twee oppervlaktes...
Super-Bzondag 11 januari 2015 @ 17:00
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 16:58 schreef netchip het volgende:

[..]

Ja... Iets met snijpunten... En twee oppervlaktes...
Ja dat zei ik in een voorgaande post. Het is volgens mij één oppervlakte binnen de twee snijpunten i.p.v. twee.
Generalsupremozondag 11 januari 2015 @ 17:02
Beste fokkers,

Dinsdag heb ik een wiskunde A toets op vwo 6 niveau. Ik heb een probleem omtrent optimaliseren. Leraar heeft het niet goed uitgelegd. Als ik de vraag lees, snap ik totaal niet wat ik moet doen. Ook niet met de antwoorden(staan online op www.wiskunde-uitwerkingen.nl).

Zou iemand mij kunnen helpen met deze opgaven? Het gaat om opgaves 38, 40 en de ''voorbeeldopgave'' op de tweede foto.

Ik weet totaal niet hoe ik dit moet aanpakken. Super bedankt voor diegene die mij wil helpen.

38,40:
SPOILER
u6wCcR0.jpg?1
38 staat iets van K = x * x * 0.25+4 enz, dat snap ik totaal niet.

40 snap ik niet hoe zij uberhaupt beginnen ermee.

Voorbeeldopgave:
SPOILER
PIMDI6H.jpg?1
Hier staan de uitwerkingen: http://www.wiskunde-uitwe(...)20Differentieren.pdf
netchipzondag 11 januari 2015 @ 17:05
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 17:00 schreef Super-B het volgende:

[..]

Ja dat zei ik in een voorgaande post. Het is volgens mij één oppervlakte binnen de twee snijpunten i.p.v. twee.
Denk nog maar eens goed na over die snijpunten, een onder- en bovengrens, en twee oppervlaktes.
Janneke141zondag 11 januari 2015 @ 17:18
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 17:02 schreef Generalsupremo het volgende:
Beste fokkers,

Dinsdag heb ik een wiskunde A toets op vwo 6 niveau. Ik heb een probleem omtrent optimaliseren. Leraar heeft het niet goed uitgelegd. Als ik de vraag lees, snap ik totaal niet wat ik moet doen. Ook niet met de antwoorden(staan online op www.wiskunde-uitwerkingen.nl).

Zou iemand mij kunnen helpen met deze opgaven? Het gaat om opgaves 38, 40 en de ''voorbeeldopgave'' op de tweede foto.

Ik weet totaal niet hoe ik dit moet aanpakken. Super bedankt voor diegene die mij wil helpen.

38,40:
SPOILER
38 staat iets van K = x * x * 0.25+4 enz, dat snap ik totaal niet.

40 snap ik niet hoe zij uberhaupt beginnen ermee.

Voorbeeldopgave:
SPOILER
Hier staan de uitwerkingen: http://www.wiskunde-uitwe(...)20Differentieren.pdf
Dat je iets niet begrijpt, is niet altijd het gevolg van de docent die het niet goed uitlegt.

Maar goed, over de opgaven: Je kunt je vast wel voorstellen hoe zo'n doosje eruit ziet: in totaal heb je voor zes zijkanten materiaal nodig. Boven, onder en vier zijkanten. Je begint met voor iedere zijkant op te schrijven, hoe groot die is. Hiervoor kun je nog geen getal geven, maar je kan het wel uitdrukken in een onbekende.
Bij opgave 38 heeft de bodem bijvoorbeeld oppervlakte x2, en een zijkant xh (iedere zijkant?)
Nu kun je met de materiaalkosten per soort wel uitrekenen hoeveel het materiaal kost, uitgedrukt in x en h. De laatste stap die je zet, is (volgens opgave) alles uitdrukken in x. Wat weet je over x in relatie tot h?

En welke techniek ga je gebruiken als je een extreme waarde (minimum) van een bepaalde functie wil berekenen?
Sucukzondag 11 januari 2015 @ 17:22
Dag mede-FOK!ers:

Ik heb een vraagje en hopelijk kan iemand mij hierbij helpen. Ik weet totaal niet hoe ik dit moet aanpakken. Super bedankt voor diegene die mij wil helpen.

De vraag uit mijn boek:

1. Assume that the rate of extraction u(t) from an oil well decreases exponentially over time, with
u(t) = u*e-at

where u* and a are positive constants. Given the initial stock x(0) = K, find an expression x(t) for the remaining amount of oil at time t. Under what condition will the well never be exhausted?


Ik snap er eerlijk gezegd geen ruk van..
Generalsupremozondag 11 januari 2015 @ 17:26
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 17:18 schreef Janneke141 het volgende:
Dat je iets niet begrijpt, is niet altijd het gevolg van de docent die het niet goed uitlegt.
Ik hou van mijn docent, hij is een van de beste wiskunde leraren die ik ooit heb gehad. Helaas heeft hij mij het optimaliseren net niet genoeg uitgelegd, hij heeft het mij alleen uitgelegd bij oppervlakte, waar hoogte dus niet speelde. Ik snap 't met betrekking tot inhoud niet echt goed.

quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 17:18 schreef Janneke141 het volgende:
Bij opgave 38 heeft de bodem bijvoorbeeld oppervlakte x2, en een zijkant xh (iedere zijkant?)
Nu kun je met de materiaalkosten per soort wel uitrekenen hoeveel het materiaal kost, uitgedrukt in x en h. De laatste stap die je zet, is (volgens opgave) alles uitdrukken in x. Wat weet je over x in relatie tot h?
Vergeef me, maar ik snap niet wat je hiermee bedoelt.
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 17:18 schreef Janneke141 het volgende:
En welke techniek ga je gebruiken als je een extreme waarde (minimum) van een bepaalde functie wil berekenen?
Dat is makkelijk, gewoon de afgeleide bepalen en dan gelijk stellen aan 0.
Alrac4zondag 11 januari 2015 @ 17:30
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 17:22 schreef Sucuk het volgende:
Dag mede-FOK!ers:

Ik heb een vraagje en hopelijk kan iemand mij hierbij helpen. Ik weet totaal niet hoe ik dit moet aanpakken. Super bedankt voor diegene die mij wil helpen.

De vraag uit mijn boek:

1. Assume that the rate of extraction u(t) from an oil well decreases exponentially over time, with
u(t) = u*e-at

where u* and a are positive constants. Given the initial stock x(0) = K, find an expression x(t) for the remaining amount of oil at time t. Under what condition will the well never be exhausted?


Ik snap er eerlijk gezegd geen ruk van..
u is de snelheid waarmee de olie uit de grond wordt gehaald. Dit is dus de afgeleide van de hoeveelheid olie x(t). In dit geval neemt de hoeveelheid olie af, dus u = - dx/dt. Je moet deze differentiaalvergelijking oplossen voor x. Dat klinkt misschien heel eng, maar in dit geval valt het heel erg mee. (Dan ga ik nu de wiskundigen heel kwaad maken) Je kunt hier namelijk de 'dt' naar de andere kant halen en dan aan beide kanten integreren:
\int{udt} = \int{dx}
Dan moet je alleen nog even naar de integratie grenzen kijken. Probeer dit eerst zelf maar eens uit te vogelen.
Sucukzondag 11 januari 2015 @ 17:32
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 17:30 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

u is de snelheid waarmee de olie uit de grond wordt gehaald. Dit is dus de afgeleide van de hoeveelheid olie x(t). In dit geval neemt de hoeveelheid olie af, dus u = - dx/dt. Je moet deze differentiaalvergelijking oplossen voor x. Dat klinkt misschien heel eng, maar in dit geval valt het heel erg mee. (Dan ga ik nu de wiskundigen heel kwaad maken) Je kunt hier namelijk de 'dt' naar de andere kant halen en dan aan beide kanten integreren:
\int{udt} = \int{dx}
Dan moet je alleen nog even naar de integratie grenzen kijken. Probeer dit eerst zelf maar eens uit te vogelen.
Ik ga ernaar kijken. Ik laat het nog weten hoe het verlopen is.

Één vraagje nog. Waarvoor dienen onbepaalde integralen en waarvoor dienen bepaalde integralen in jip en janneke taal? Wat kun je er mee zeg maar..? Kun je met bepaalde integralen alleen maar oppervlakten berekenen?
Janneke141zondag 11 januari 2015 @ 17:37
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 17:26 schreef Generalsupremo het volgende:

[..]

Ik hou van mijn docent, hij is een van de beste wiskunde leraren die ik ooit heb gehad. Helaas heeft hij mij het optimaliseren net niet genoeg uitgelegd, hij heeft het mij alleen uitgelegd bij oppervlakte, waar hoogte dus niet speelde. Ik snap 't met betrekking tot inhoud niet echt goed.

[..]
Dat maakt in principe niet uit, dus laat je daar ook niet door in de war brengen. Kern van het verhaal is dat je een minimum van een functie kan bepalen als je die differentieert en gelijk aan nul stelt. Of die functie over oppervlakte, inhoud of het aantal koeien gaat maakt niet zoveel uit.
quote:
Vergeef me, maar ik snap niet wat je hiermee bedoelt.
De materiaalkosten van dat doosje zijn niet afhankelijk van de inhoud, maar van de oppervlakte van de buitenkanten.
In de opgave staat dat de bodem van het doosje vierkant is, en dat je de lengte van de zijkant x moet noemen. De oppervlakte van de bodem is dus x*x = x2. En de oppervlakte van het deksel natuurlijk ook.
De hoogte van het doosje moet je h noemen. De oppervlakte van een zijkant is dan x*h, en het doosje heeft 4 zijkanten.
De totale materiaalkosten zijn nu (kosten bodem) + (kosten deksel) + 4 * (kosten zijkant). Die mag je zelf even uitschrijven.
Nu heb je je totale materiaalkosten uitgedrukt in x en h. Wil je een minimum kunnen berekenen, dan moet je het gaan uitdrukken in één variabele. Gelukkig hebben we nog een gegeven over dat we niet hebben gebruikt: de inhoud van het doosje is 12 dm3. Wat hebben x, h en 12 met elkaar te maken?
quote:
[..]

Dat is makkelijk, gewoon de afgeleide bepalen en dan gelijk stellen aan 0.
Juist.
Nelvalhilzondag 11 januari 2015 @ 18:05
Hoe-o-hoe werk je haakjes weg?

5d22eb48bbfa33c99c05fc538848132ad2ba88cd.png

Het is omdat hier 3 x'en tussen haakjes staan, met twee is het wel gewoon simpel.

Nadat de haakjes zijn weggewerkt moet ik de afgeleide berekenen, maar dat is allemaal vrij simpel =)
Janneke141zondag 11 januari 2015 @ 18:13
quote:
99s.gif Op zondag 11 januari 2015 18:05 schreef Nelvalhil het volgende:
Hoe-o-hoe werk je haakjes weg?

[ afbeelding ]

Het is omdat hier 3 x'en tussen haakjes staan, met twee is het wel gewoon simpel.

Nadat de haakjes zijn weggewerkt moet ik de afgeleide berekenen, maar dat is allemaal vrij simpel =)
Het kan in twee stappen: eerst de eerste twee termen uitwerken, en daarna de derde erbij nemen.

Je kan er ook anders naar kijken: iets van de vorm (x+a)(x+b)(x+c) levert uitgewerkt het volgende op:
x3+px2+qx+r, waarbij
p = a+b+c en q = ab+ac+bc en r = abc.
Generalsupremozondag 11 januari 2015 @ 19:17
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 17:37 schreef Janneke141 het volgende:
De materiaalkosten van dat doosje zijn niet afhankelijk van de inhoud, maar van de oppervlakte van de buitenkanten.
In de opgave staat dat de bodem van het doosje vierkant is, en dat je de lengte van de zijkant x moet noemen. De oppervlakte van de bodem is dus x*x = x2. En de oppervlakte van het deksel natuurlijk ook.
De hoogte van het doosje moet je h noemen. De oppervlakte van een zijkant is dan x*h, en het doosje heeft 4 zijkanten.
De totale materiaalkosten zijn nu (kosten bodem) + (kosten deksel) + 4 * (kosten zijkant). Die mag je zelf even uitschrijven.
Nu heb je je totale materiaalkosten uitgedrukt in x en h. Wil je een minimum kunnen berekenen, dan moet je het gaan uitdrukken in één variabele. Gelukkig hebben we nog een gegeven over dat we niet hebben gebruikt: de inhoud van het doosje is 12 dm3. Wat hebben x, h en 12 met elkaar te maken?
Ah, dus wat ik zou moeten doen is: Lengte x breedte x hoogte, dus x^2 * 0.25 + 4h*0.25 + x^2 *0.5 = Inhoud, ben ik goed aan het redeneren?

Trouwens, even over vraag 40: in het antwoordenboek staat dat je ook de hoogte moet gebruiken bij het berekenen van de oppervlakte, maar de oppervlakte is toch juist lengte x breedte en heeft niks te maken met hoogte?

jnhs6NL.png

Super bedankt trouwens voor je uitleg.
Janneke141zondag 11 januari 2015 @ 19:23
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 19:17 schreef Generalsupremo het volgende:

[..]

Ah, dus wat ik zou moeten doen is: Lengte x breedte x hoogte, dus x^2 * 0.25 + 4h*0.25 + x^2 *0.5 = Inhoud, ben ik goed aan het redeneren?

Trouwens, even over vraag 40: in het antwoordenboek staat dat je ook de hoogte moet gebruiken bij het berekenen van de oppervlakte, maar de oppervlakte is toch juist lengte x breedte en heeft niks te maken met hoogte?

[ afbeelding ]

Super bedankt trouwens voor je uitleg.
Je maakt twee keer dezelfde denkfout, waarbij je in de war raakt met oppervlakte en inhoud. De oppervlakte van de zijkant van een doosje is wel degelijk afhankelijk van de hoogte van het doosje.

In de eerste regel van je post ben je in het dikgedrukte stukje dus een x vergeten. Als je die toevoegt, is wat je gevonden hebt een uitdrukking voor de totale materiaalkosten van het doosje. En dus helemaal niet gelijk aan de inhoud, want dat is lengte x breedte x hoogte.
GeschiktXzondag 11 januari 2015 @ 19:33
Hoe moet ik:

Als p(t) = 1 + 1/(t+1) en g(t) = t³ - 20t² + 100t

Hoe moet ik het integraal nemen van p(t)g(t) dt

Moet ik dan eerst de twee functies vermenigvuldigen met elkaar?
GeschiktXzondag 11 januari 2015 @ 19:40
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 19:33 schreef GeschiktX het volgende:
Hoe moet ik:

Als p(t) = 1 + 1/(t+1) en g(t) = t³ - 20t² + 100t

Hoe moet ik het integraal nemen van p(t)g(t) dt

Moet ik dan eerst de twee functies vermenigvuldigen met elkaar?
Ik moet uitkomen op

integraal: -t³ + 9t² + 11t - 11 + 11/(t+1) dt

maar ik heb dat dus niet.. Ik kwam uit op:

integraal: 10t² + 10t - 2t³ dt
thabitzondag 11 januari 2015 @ 20:02
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 19:33 schreef GeschiktX het volgende:
Hoe moet ik:

Als p(t) = 1 + 1/(t+1) en g(t) = t³ - 20t² + 100t

Hoe moet ik het integraal nemen van p(t)g(t) dt

Moet ik dan eerst de twee functies vermenigvuldigen met elkaar?
Ik zou een staartdeling toepassen.
GeschiktXzondag 11 januari 2015 @ 20:09
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 20:02 schreef thabit het volgende:

[..]

Ik zou een staartdeling toepassen.
Snap het niet... wat je bedoelt..
Novermarszondag 11 januari 2015 @ 20:17
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 20:09 schreef GeschiktX het volgende:

[..]

Snap het niet... wat je bedoelt..
Polynomial Long Division, google maar.
GeschiktXzondag 11 januari 2015 @ 20:25
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 20:17 schreef Novermars het volgende:

[..]

Polynomial Long Division, google maar.
Ohja.. duidelijk. Moet ik g(t) en p(t) eerst met elkaar vermenigvuldigen en er een breuk van maken? Ik ga ervan uit dat het 1 + (1/(t+1)) is..

Of is het 2/(t+1) ?

Ik snap de beginstap niet. Eerst g(t) vermenigvuldigen met 1 en daarna met 1/t+1 ? Zo ja, wat daarna..?
Janneke141zondag 11 januari 2015 @ 21:07
quote:
1s.gif Op zondag 11 januari 2015 20:25 schreef GeschiktX het volgende:
Ik snap de beginstap niet. Eerst g(t) vermenigvuldigen met 1
ja
quote:
en daarna met 1/t+1 ? Zo ja, wat daarna..?
Ja, en dus moet je een staartdeling maken van g(t)/(t+1).
spacer730zondag 11 januari 2015 @ 21:50
quote:
0s.gif Op donderdag 8 januari 2015 22:21 schreef spacer730 het volgende:
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
Iemand die me kan helpen met het parametriseren van het oppervlak S? (gebied op de bol met als rand K U K') Ik dacht dat het invoeren van bolcoördinaten handig zou zijn, want dan zou theta gewoon van 0 tot pi/2 lopen alleen heb ik geen idee hoe ik phi moet laten lopen. Waarschijnlijk als ondergrens een functie van theta tot pi/2, maar hoe vind ik de functie? Overigens gebruik de wiskundige conventie van theta en phi bij bolcoördinaten.
Iemand?
Sucukzondag 11 januari 2015 @ 22:25
Waarvoor dienen onbepaalde integralen en waarvoor dienen bepaalde integralen in jip en janneke taal? Wat kun je er mee zeg maar..? Kun je met bepaalde integralen alleen maar oppervlakten berekenen?
Ripariusmaandag 12 januari 2015 @ 03:02
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 22:25 schreef Sucuk het volgende:
Waarvoor dienen onbepaalde integralen en waarvoor dienen bepaalde integralen in jip en janneke taal?
Begin maar even met dit artikel in Wikipedia. Verwacht niet dat iemand je eventjes alles kan uitleggen in jip-en-janneketaal en dat je het dan ook begrijpt, daarvoor zul je echt zelf moeite moeten doen.

Een onbepaalde integraal is in wezen niet meer dan een notatie voor de verzameling van alle primitieven van een gegeven functie. Een primitieve van een functie is een functie die de gegeven functie als afgeleide functie heeft. Omdat de afgeleide van een constante functie identiek gelijk is aan nul en de afgeleide van een som gelijk is aan de som van de afgeleiden, is het duidelijk dat een functie niet één primitieve heeft, maar oneindig veel primitieven, waarbij elk tweetal primitieven een constante van elkaar verschilt. Daarom mag je ook niet spreken van de primitieve van een functie maar moet je altijd spreken van de primitieven (meervoud) van een functie of van een primitieve van een functie.

Een bepaalde integraal daarentegen is iets heel anders en in wezen een notatie voor een limiet van een zekere som van producten. Dit (bepaalde) integraalbegrip is ontstaan uit de gedachte dat je de oppervlakte van een vlakdeel begrensd door een kromme lijn kunt benaderen door het vlakdeel te verdelen in smalle reepjes die je elk bij benadering als een rechthoek kunt opvatten. De oppervlakte van een rechthoek is eenvoudig te bepalen door lengte en breedte met elkaar te vermenigvuldigen, en door al die producten op te tellen krijg je dan een benadering van de oppervlakte van het vlakdeel. Deze benadering wordt beter naarmate je de reepjes smaller maakt, en zo kun je dus inzien dat je voor de exacte bepaling van de oppervlakte van het vlakdeel eigenlijk een limiet moet bepalen van de som van al die producten als je de breedte van de individuele reepjes tot nul laat naderen.

Het interessante is nu echter dat je zo'n limiet niet daadwerkelijk hoeft te bepalen omdat de zogeheten hoofdstelling van de integraalrekening een verband geeft tussen die limiet van een som van producten en een afgeleide, die je op kunt vatten als een limiet van een quotiënt van verschillen. Voor een eenvoudige uitleg van de hoofdstelling van de integraalrekening alsmede voor de origine van onze notaties voor onbepaalde en bepaalde integralen kan ik je aanbevelen deze post van mij eens goed te bestuderen.
quote:
Wat kun je er mee zeg maar..? Kun je met bepaalde integralen alleen maar oppervlakten berekenen?
De integraalrekening is ontstaan uit vraagstukken met betrekking tot de bepaling van oppervlaktes en volumes alsmede bepalingen van de lengte van (delen van) curves, maar dit is zeker niet het enige toepassingsgebied.
Amoebamaandag 12 januari 2015 @ 03:08
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 22:25 schreef Sucuk het volgende:
Waarvoor dienen onbepaalde integralen en waarvoor dienen bepaalde integralen in jip en janneke taal? Wat kun je er mee zeg maar..? Kun je met bepaalde integralen alleen maar oppervlakten berekenen?
Nee. Je kunt ook andere opvattingen over integreerbaarheid introduceren. Riparius spreekt hierboven over de zogeheten Riemann integreerbaarheid. Niet alle functies zijn Riemann integreerbaarheid, dat wil zeggen dat een primitieve als een eindige som van elementaire (ofwel: eenvoudige) functies is uit te drukken.

Binnen de analyse is daarom het begrip Lebesgue integreerbaar ingevoerd. Hiermee kun je een groter aantal functies integreerbaar noemen. Er geldt dat iedere Riemann integreerbare functie ook Lebesgue integreerbaar is zdd dat de integralen overeenstemmen.

Integraalrekening wordt daarnaast veel toegepast binnen de kansrekening. Eigenschappen van continue toevalsvariabelen zijn veelal gedefinieerd adhv integralen.

[ Bericht 19% gewijzigd door Amoeba op 12-01-2015 03:16:14 ]
Mathemaatmaandag 12 januari 2015 @ 12:48
quote:
0s.gif Op zondag 11 januari 2015 22:25 schreef Sucuk het volgende:
Waarvoor dienen onbepaalde integralen en waarvoor dienen bepaalde integralen in jip en janneke taal? Wat kun je er mee zeg maar..? Kun je met bepaalde integralen alleen maar oppervlakten berekenen?
:|W

Oké, ik zal het in jip-en-janneke-natuurkunde-taal uitleggen.

a= \frac{dv}{dt},
\int a\, dt= v +\text{constante}.

Hetzelfde gaat ook op voor snelheid v en afstand s uitgedrukt in tijd t.
Andijvie_maandag 12 januari 2015 @ 13:14
Hoi wiskundigen, ik zit met de gebakken peren en hoop hier hulp te krijgen van jullie:

Het vraagstuk luidt:

922be7da94.png

Klopt het dat het dan om dit gebied gaat wat ik moet uitrekenen?
3b7aca04d0.png

Zo ja...; waarom zou ik dit verschil dan moeten nemen? Dan trek ik beide gearceerde oppervlakten van elkaar af.. Terwijl ik het totaal moet weten.... (dus allebei samen..)

Tenslotte:

WAAROM moet ik dit doen?:

7dfaaf39d9.png

5a5098b9b0.png
Janneke141maandag 12 januari 2015 @ 13:23
quote:
0s.gif Op maandag 12 januari 2015 13:14 schreef Andijvie_ het volgende:
Hoi wiskundigen, ik zit met de gebakken peren en hoop hier hulp te krijgen van jullie:

Het vraagstuk luidt:

[ afbeelding ]

Klopt het dat het dan om dit gebied gaat wat ik moet uitrekenen?
[ afbeelding ]

Zo ja...; waarom zou ik dit verschil dan moeten nemen? Dan trek ik beide gearceerde oppervlakten van elkaar af.. Terwijl ik het totaal moet weten.... (dus allebei samen..)

Tenslotte:

WAAROM moet ik dit doen?:

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]
Je schets klopt - je wil inderdaad de oppervlakte van het rode gebied weten. Als je de integraal uitrekent over het gedeelte onder de x-as, krijg je een negatief getal als uitkomst terwijl we voor een oppervlakte in de regel toch echt een positieve waarde gebruiken. Het gevolg hiervan is dat je je integraal in twee gedeeltes moet uitrekenen. Waarom? Nou, de integraal op het hele interval 'telt' het oppervlak van het gedeelte boven de x-as als positief, en daarna het gedeelte onder de x-as als negatief. De uitkomst van de integraal op het interval [0,3] is dus het verschil van die twee oppervlaktes, en dat wil je niet.

Je moet dus twee integralen uitrekenen, zodat je de oppervlaktes van beide stukjes weet en bij elkaar op kan tellen. (Over optellen of aftrekken: de tweede integraal levert een negatieve uitkomst, omdat het gebied onder de x-as ligt. Vandaar de verwarring over som en verschil, maar daar kom je intuïtief wel uit).

Dus bereken het snijpunt (makkelijk te zien, trouwens), vind een primitieve en reken daarna op de twee gevonden intervallen de integraal uit.
Andijvie_maandag 12 januari 2015 @ 13:48
quote:
0s.gif Op maandag 12 januari 2015 13:23 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Je schets klopt - je wil inderdaad de oppervlakte van het rode gebied weten. Als je de integraal uitrekent over het gedeelte onder de x-as, krijg je een negatief getal als uitkomst terwijl we voor een oppervlakte in de regel toch echt een positieve waarde gebruiken. Het gevolg hiervan is dat je je integraal in twee gedeeltes moet uitrekenen. Waarom? Nou, de integraal op het hele interval 'telt' het oppervlak van het gedeelte boven de x-as als positief, en daarna het gedeelte onder de x-as als negatief. De uitkomst van de integraal op het interval [0,3] is dus het verschil van die twee oppervlaktes, en dat wil je niet.

Je moet dus twee integralen uitrekenen, zodat je de oppervlaktes van beide stukjes weet en bij elkaar op kan tellen. (Over optellen of aftrekken: de tweede integraal levert een negatieve uitkomst, omdat het gebied onder de x-as ligt. Vandaar de verwarring over som en verschil, maar daar kom je intuïtief wel uit).

Dus bereken het snijpunt (makkelijk te zien, trouwens), vind een primitieve en reken daarna op de twee gevonden intervallen de integraal uit.
Enorm bedankt.

Ik was vergeten om dit toe te voegen:

0e82c0ac2b.png

Dus die - is ervoor om het weer positief te krijgen?
Janneke141maandag 12 januari 2015 @ 13:49
quote:
0s.gif Op maandag 12 januari 2015 13:48 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Enorm bedankt.

Ik was vergeten om dit toe te voegen:

[ afbeelding ]

Dus die - is ervoor om het weer positief te krijgen?
Ja, inderdaad.
Nelvalhilmaandag 12 januari 2015 @ 17:57
Een snel, eenvoudig sommetje;

SPOILER
3*4^x+2 = 6

:3

4^x+2 = 2

2^x+2+2 = 2^1

x+2+2 = 1

x+3 = 0

x=-3
Als ik dit dan weer in de oorspronkelijke functie invul komt er geen 6 uit, hoe dat zo? :P Wat doe ik hier fout? :)
Janneke141maandag 12 januari 2015 @ 17:58
quote:
99s.gif Op maandag 12 januari 2015 17:57 schreef Nelvalhil het volgende:
3*4^x+2 = 6

:3

4^x+2 = 2

2^x+2+2 = 2^1

x+2+2 = 1

x+3 = 0

x=-3
Onder andere.
Janneke141maandag 12 januari 2015 @ 18:05
quote:
99s.gif Op maandag 12 januari 2015 17:57 schreef Nelvalhil het volgende:
Een snel, eenvoudig sommetje;

3*4^x+2 = 6

:3

4^x+2 = 2

2^x+2+2 = 2^1

x+2+2 = 1

x+3 = 0

x=-3

Als ik dit dan weer in de oorspronkelijke functie invul komt er geen 6 uit, hoe dat zo? :P Wat doe ik hier fout? :)
Oh wacht, we moeten natuurlijk zelf verzinnen dat er haakjes in moeten. Nou, dan doen we dat:
3*4^(x+2) = 6
4^(x+2) = 2
2^[2(x+2)] = 2^1
2(x+2) = 1
x = -1½

Controle:
3 * 4 ^(-1½+2) = 3 * 4^½ = 3 * 2 = 6. Check.

Je fout zit in de dikgedrukte regel.
Nelvalhilmaandag 12 januari 2015 @ 18:12
quote:
0s.gif Op maandag 12 januari 2015 18:05 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Oh wacht, we moeten natuurlijk zelf verzinnen dat er haakjes in moeten. Nou, dan doen we dat:
3*4^(x+2) = 6
4^(x+2) = 2
2^[2(x+2)] = 2^1
2(x+2) = 1
x = -1½

Controle:
3 * 4 ^(-1½+2) = 3 * 4^½ = 3 * 2 = 6. Check.

Je fout zit in de dikgedrukte regel.
:') Natuurlijk! Bedankt dat je er even naar wilde kijken :)
whoyoulovemaandag 12 januari 2015 @ 19:41
Iemand die mij het volgende kan uitleggen?

x / (3,00 - x) = 1,8

x blijkt 1,9 te zijn, maar hoe?!
Alrac4maandag 12 januari 2015 @ 19:45
quote:
0s.gif Op maandag 12 januari 2015 19:41 schreef whoyoulove het volgende:
Iemand die mij het volgende kan uitleggen?

x / (3,00 - x) = 1,8

x blijkt 1,9 te zijn, maar hoe?!
Probeer allebei de kanten van de vergelijking eens met (3,00 - x) te vermenigvuldigen
Ripariusmaandag 12 januari 2015 @ 19:48
quote:
0s.gif Op maandag 12 januari 2015 19:41 schreef whoyoulove het volgende:
Iemand die mij het volgende kan uitleggen?

x / (3,00 - x) = 1,8

x blijkt 1,9 te zijn, maar hoe?!
Nee, de juiste oplossing is x = 27/14 en dat is niet hetzelfde als 1,9.

Tip: vermenigvuldig beide leden van je vergelijking met (3 − x), dan heb je een lineaire vergelijking die je zeker op moet kunnen lossen.
whoyoulovemaandag 12 januari 2015 @ 19:52
Het is niet 1,9? Fijn zo'n antwoordenboek waar je niks mee kan :")
Maar even kijken, dankjulliewel!
Alrac4maandag 12 januari 2015 @ 20:14
quote:
0s.gif Op maandag 12 januari 2015 19:52 schreef whoyoulove het volgende:
Het is niet 1,9? Fijn zo'n antwoordenboek waar je niks mee kan :")
Maar even kijken, dankjulliewel!
Het antwoord is niet precies 1,9. Het exacte antwoord is zoals Riparius al zegt 27/14. Dit getal heeft echter oneindig veel decimalen, het is daarom in je antwoordenboek afgerond op een decimaal. Dan krijg je wel 1,9. Het zou wel netter zijn om het antwoord als 27/14 te noteren, dat is namelijk het exacte antwoord terwijl 1,9 niet exact is.
Andijvie_dinsdag 13 januari 2015 @ 13:44
Goedemiddag,

Weet iemand waarom 'du' (laatste regel) opeens wegvalt?

48cd93ab62.jpg
Alrac4dinsdag 13 januari 2015 @ 13:48
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 13:44 schreef Andijvie_ het volgende:
Goedemiddag,

Weet iemand waarom 'du' (laatste regel) opeens wegvalt?

[ afbeelding ]
Wat is de integraal van exdx?
Andijvie_dinsdag 13 januari 2015 @ 13:50
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 13:48 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Wat is de integraal van exdx?
e^x
Alrac4dinsdag 13 januari 2015 @ 13:55
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 13:50 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

e^x
Inderdaad, dus die integraal over u in de laatste regel is gewoon eu
Andijvie_dinsdag 13 januari 2015 @ 14:00
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 13:55 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Inderdaad, dus die integraal over u in de laatste regel is gewoon eu
Dank u.
Andijvie_dinsdag 13 januari 2015 @ 14:46
592258b25f.jpg

Moet dit niet - zijn ipv + ? Want de integraal is sowieso negatief, maar - + wordt -.. dus ik snap niet hoe ze op een + komen bij het berekenen van de oppervlakte.

Tenslotte:

Wat gebeurt er als b = oneindig... -e^oneindig... in principe

6930481234.jpg

Bij voorbaat dank.
Janneke141dinsdag 13 januari 2015 @ 14:50
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 14:46 schreef Andijvie_ het volgende:
[ afbeelding ]

Moet dit niet - zijn ipv + ? Want de integraal is sowieso negatief, maar - + wordt -.. dus ik snap niet hoe ze op een + komen bij het berekenen van de oppervlakte.

Bij voorbaat dank.
Het hangt nogal van λ af of die integraal sowieso negatief is.

Het minteken tussen de [ ]-haken komt rechtstreeks voort uit het bepalen van de primitieve en heeft niets met de oppervlakte te maken.
De afgeleide van -e-λx is namelijk -e-λx*-λ =λe-λx
Andijvie_dinsdag 13 januari 2015 @ 15:18
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 14:50 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Het hangt nogal van λ af of die integraal sowieso negatief is.

Het minteken tussen de [ ]-haken komt rechtstreeks voort uit het bepalen van de primitieve en heeft niets met de oppervlakte te maken.
De afgeleide van -e-λx is namelijk -e-λx*-λ =λe-λx
Het voorbeeld gaat over het berekenen van de oppervlakte.. Ik snap niet hoe ze op een + komen en wat er gebeurt als b = oneindig is .. want dan heb je e^oneindig in principe.. en wat voor getal wordt dat dan?

5133aefdac.jpg
Andijvie_dinsdag 13 januari 2015 @ 15:19
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 14:50 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Het hangt nogal van λ af of die integraal sowieso negatief is.

Het minteken tussen de [ ]-haken komt rechtstreeks voort uit het bepalen van de primitieve en heeft niets met de oppervlakte te maken.
De afgeleide van -e-λx is namelijk -e-λx*-λ =λe-λx
Ik bedoel overigens het plusteken van de berekening van de oppervlakte:

e4ead89a7c.jpg
Alrac4dinsdag 13 januari 2015 @ 15:28
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 15:18 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Het voorbeeld gaat over het berekenen van de oppervlakte.. Ik snap niet hoe ze op een + komen en wat er gebeurt als b = oneindig is .. want dan heb je e^oneindig in principe.. en wat voor getal wordt dat dan?

[ afbeelding ]
Als je een integraal uitrekent tussen twee grenzen gebruik je:
 \int_a^b{f(x)dx} = [F(x)]_a^b = F(b) - F(a)
Als je functie F(x) al een minteken heeft (F(x) = - G(x) ) krijg je dus als uitkomst: -G(b) + G(a)

Dan moet je b = oneindig invullen. Je hebt een formule van de vorm e-cb. Vul in wolframalpha.com eens in: 'plot e^(-x)' en kijk naar de grafiek. Welke waarde heeft e-x voor x gaat naar oneindig?
Andijvie_dinsdag 13 januari 2015 @ 15:46
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 15:28 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Als je een integraal uitrekent tussen twee grenzen gebruik je:
 \int_a^b{f(x)dx} = [F(x)]_a^b = F(b) - F(a)
Als je functie F(x) al een minteken heeft (F(x) = - G(x) ) krijg je dus als uitkomst: -G(b) + G(a)

Dan moet je b = oneindig invullen. Je hebt een formule van de vorm e-cb. Vul in wolframalpha.com eens in: 'plot e^(-x)' en kijk naar de grafiek. Welke waarde heeft e-x voor x gaat naar oneindig?
0, althans hij grenst aan 0 (asymptoot/limiet).
Alrac4dinsdag 13 januari 2015 @ 17:43
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 15:46 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

0, althans hij grenst aan 0 (asymptoot/limiet).
Inderdaad. Wat je eigenlijk doet is de limiet nemen voor x gaat naar oneindig. Waar het op neerkomt is dat je e-macht 0 is. Je houdt dan alleen de term e-λB over
Andijvie_dinsdag 13 januari 2015 @ 18:11
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 17:43 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Inderdaad. Wat je eigenlijk doet is de limiet nemen voor x gaat naar oneindig. Waar het op neerkomt is dat je e-macht 0 is. Je houdt dan alleen de term e-λB over
Toppie! Thank you.

Heb nog een vraag hoor :P

bovengrens vd integraal: x
ondergrens vd integraal: 3

Solve the equation ʃ (2t - 2) / (t² - 2t) dt = ln [(2/x)x - 1] for values of x statisfying x > 2.

Snappen jullie dit? :P


Tenslotte:

Kan het eindantwoord (zie hieronder) ook geschreven worden als -1/70 ipv 1/70 en een - voor het integraalteken?

b6d552458c.png

[ Bericht 5% gewijzigd door Andijvie_ op 13-01-2015 18:18:07 ]
Ripariusdinsdag 13 januari 2015 @ 18:24
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 18:11 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Toppie! Thank you.

Heb nog een vraag hoor :P

bovengrens vd integraal: x
ondergrens vd integraal: 3

Solve the equation ʃ (2t - 2) / (t² - 2t) dt = ln [(2/x)x - 1] for values of x statisfying x > 2.

Snappen jullie dit? :P
Ga eerst maar eens een primitieve bepalen van de integrand (2t − 2) / (t² − 2t) zodat je het linkerlid van je vergelijking kunt herschrijven als een uitdrukking in x.
quote:
Tenslotte:

Kan het eindantwoord (zie hieronder) ook geschreven worden als -1/70 ipv 1/70 en een - voor het integraalteken?

[ afbeelding ]
Als de uitkomst 1/70 is dan kan de uitkomst niet −1/70 zijn, dus wat wil je nu?
Andijvie_dinsdag 13 januari 2015 @ 18:39
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 18:24 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ga eerst maar eens een primitieve bepalen van de integrand (2t − 2) / (t² − 2t) zodat je het linkerlid van je vergelijking kunt herschrijven als een uitdrukking in x.

[..]

Als de uitkomst 1/70 is dan kan de uitkomst niet −1/70 zijn, dus wat wil je nu?
Voor het integraalteken staat er wel een - teken.. Dus ik dacht wellicht kan het gewoon -1/70 zijn en dan dat de min voor het integraalteken wegvalt.. Want ik kom gewoon op 1/70 uit..
RustCohledinsdag 13 januari 2015 @ 18:44
Hoi hoi,

Kan iemand nagaan of dit klopt?

2c6a905220.png

Ik zou moeten uitkomen (volgens het antwoordenboek) op:
e40768803f.png
Ripariusdinsdag 13 januari 2015 @ 18:47
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 18:39 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Voor het integraalteken staat er wel een - teken.. Dus ik dacht wellicht kan het gewoon -1/70 zijn en dan dat de min voor het integraalteken wegvalt.. Want ik kom gewoon op 1/70 uit..
Nee, er valt nooit iets zomaar weg. Wat je uiteraard wel kunt doen is dat minteken vóór de integraal binnen de integraal brengen, want dit is in feite een factor −1 en je hebt

c \cdot \int_a^b f(x)\mathrm{d}x\,=\,\int_a^b c \cdot f(x)\mathrm{d}x

voor een willekeurige constante c, zie hier.
Janneke141dinsdag 13 januari 2015 @ 18:48
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 18:47 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee, er valt nooit iets zomaar weg. Wat je uiteraard wel kunt doen is dat minteken vóór de integraal binnen de integraal brengen, want dit is in feite een factor −1 en je hebt

c \cdot \int_a^b f(x)\mathrm{d}x\,=\,\int_a^b c \cdot f(x)\mathrm{d}x

voor een willekeurige constante c, zie hier.
(Vraag uit belangstelling) Heb jij nou een register aangelegd van je inhoudelijke fokposts, of gebruik je telkens de zoekfunctie?
Ripariusdinsdag 13 januari 2015 @ 18:52
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 18:48 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

(Vraag uit belangstelling) Heb jij nou een register aangelegd van je inhoudelijke fokposts, of gebruik je telkens de zoekfunctie?
Ik heb een database van (nagenoeg) al mijn FOK posts die ik kan doorzoeken op door mijzelf toegevoegde trefwoorden. Zo kan ik (bijna) altijd moeiteloos mijn eigen oude posts terugvinden, ook al zijn ze jaren oud.
Janneke141dinsdag 13 januari 2015 @ 18:55
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 18:52 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ik heb een database van (nagenoeg) al mijn FOK posts die ik kan doorzoeken op door mijzelf toegevoegde trefwoorden. Zo kan ik (bijna) altijd moeiteloos mijn eigen oude posts terugvinden, ook al zijn ze jaren oud.
Mijn petje af voor het werk dat je in dit topic steekt.
Alrac4dinsdag 13 januari 2015 @ 19:08
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 18:44 schreef RustCohle het volgende:
Hoi hoi,

Kan iemand nagaan of dit klopt?

[ afbeelding ]

Ik zou moeten uitkomen (volgens het antwoordenboek) op:
[ afbeelding ]
Als je dx vervangt door du, krijg je een factor ex^(1/2) onder de deelstreep. Die zorgt ervoor dat je diezelfde factor boven de deelstreep kunt wegstrepen, die hoef je dus niet meer naar u-1 om te schrijven. Dan kom je volgens mij wel goed uit.
Hanzel_lanedinsdag 13 januari 2015 @ 19:13
een bus kost 6000euro. de kasstromen ervan zijn 1000 per jaar, gedurende 5 jaar. De bus wordt dan verkocht voor 4500. Disconteringsvoet is 10%. Wat is de equivalente jaarlijkse annuiteit?
RustCohledinsdag 13 januari 2015 @ 19:15
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 19:08 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Als je dx vervangt door du, krijg je een factor ex^(1/2) onder de deelstreep. Die zorgt ervoor dat je diezelfde factor boven de deelstreep kunt wegstrepen, die hoef je dus niet meer naar u-1 om te schrijven. Dan kom je volgens mij wel goed uit.
Heb het niet begrepen, sorry. :P
Ripariusdinsdag 13 januari 2015 @ 19:32
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 19:15 schreef RustCohle het volgende:

[..]

Heb het niet begrepen, sorry. :P
Het gaat fout bij de laatste regel van je scan hierboven. Je substitutie is

u \,=\,1\,+\,e^{\sqrt x}

Differentiëren naar x geeft

\frac{\mathrm{d}u}{\mathrm{d}x}\,=\,\frac{e^{\sqrt x}}{2\sqrt x}

zodat

\mathrm{d}x\,=\,\frac{2\sqrt x}{e^{\sqrt x}}\cdot\mathrm{d}u

en we dus inderdaad krijgen

\int \frac{2}{u}\cdot\mathrm{d}u
Alrac4dinsdag 13 januari 2015 @ 19:46
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 19:15 schreef RustCohle het volgende:

[..]

Heb het niet begrepen, sorry. :P
Je zegt correct dat:
 du = \frac{1}{2\sqrt{x}}e^{\sqrt{x}} dx
Dus:
 dx = 2\sqrt{x}e^{-\sqrt{x}}du
Als je dit invult in je integraal krijg je:
 \int{\frac{e^{\sqrt{x}}dx}{\sqrt{x}(1+e^{\sqrt{x}})}} = \int{\frac{e^{\sqrt{x}}dx}{\sqrt{x}(1+e^{\sqrt{x}})}*2\sqrt{x}e^{-\sqrt{x}}du} = \int{\frac{2du}{(1+e^{\sqrt{x}})}} = \int{\frac{2du}{u}}
t4rt4rusdinsdag 13 januari 2015 @ 21:34
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 19:13 schreef Hanzel_lane het volgende:
een bus kost 6000euro. de kasstromen ervan zijn 1000 per jaar, gedurende 5 jaar. De bus wordt dan verkocht voor 4500. Disconteringsvoet is 10%. Wat is de equivalente jaarlijkse annuiteit?
Bedankt voor het kopiëren en plakken van een vraag.
Verwacht je er dan serieus een antwoord op te krijgen?

Daarnaast moet je wiskunde gebruiken om het op te lossen maar dit is een economie vraag.
Of je moet hem wiskundig vragen en er wat liefs bij zetten.
Hanzel_lanedinsdag 13 januari 2015 @ 21:47
quote:
1s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 21:34 schreef t4rt4rus het volgende:

[..]

Bedankt voor het kopiëren en plakken van een vraag.
Verwacht je er dan serieus een antwoord op te krijgen?

Daarnaast moet je wiskunde gebruiken om het op te lossen maar dit is een economie vraag.
Of je moet hem wiskundig vragen en er wat liefs bij zetten.
Sorry. Het is een vraag waar ik niet uitkom. Het is inderdaad een economische vraag, maar die is op te lossen met een wiskundige formule. Mij lukt het alleen niet... Hopelijk kan iemand me hier helpen.

Alvast bedankt, je bent lief!
t4rt4ruswoensdag 14 januari 2015 @ 10:16
quote:
1s.gif Op dinsdag 13 januari 2015 21:47 schreef Hanzel_lane het volgende:

[..]

Sorry. Het is een vraag waar ik niet uitkom. Het is inderdaad een economische vraag, maar die is op te lossen met een wiskundige formule. Mij lukt het alleen niet... Hopelijk kan iemand me hier helpen.

Alvast bedankt, je bent lief!
Leg ons eens uit wat die begrippen zijn.
En wat heb je al geprobeerd?
Knuck-leswoensdag 14 januari 2015 @ 16:30
Ik snap niet hoe ik aan deze opgave moet beginnen:

Laat V = R3 met daarop het standaard inproduct (dot-product). Laat a¤V een vector
=/ 0 zijn en de nieer T : V -> V door

T(x) = x - 2((x*a)/(a*a))*a

Nu moet ik laten zien dat T orthogonaal is. Hoe doe ik dit? Het enige wat in mij opkomt is dat twee vectoren orthogonaal zijn wanneer het inproduct gelijk is aan 0, maar dat is geloof ik niet wat ze zoeken. Naar welke stelling moet ik op zoek?
Alrac4woensdag 14 januari 2015 @ 16:36
quote:
0s.gif Op woensdag 14 januari 2015 16:30 schreef Knuck-les het volgende:
Ik snap niet hoe ik aan deze opgave moet beginnen:

Laat V = R3 met daarop het standaard inproduct (dot-product). Laat a¤V een vector
=/ 0 zijn en de nieer T : V -> V door

T(x) = x - 2((x*a)/(a*a))*a

Nu moet ik laten zien dat T orthogonaal is. Hoe doe ik dit? Het enige wat in mij opkomt is dat twee vectoren orthogonaal zijn wanneer het inproduct gelijk is aan 0, maar dat is geloof ik niet wat ze zoeken. Naar welke stelling moet ik op zoek?
Wat je volgens mij moet laten zien is dat als x en y orthogonaal zijn, dat T(x) en T(y) dan ook orthogonaal zijn. Dit doe je inderdaad door te laten zien dat het inproduct nul is.
Mathemaatwoensdag 14 januari 2015 @ 18:05
quote:
0s.gif Op woensdag 14 januari 2015 16:30 schreef Knuck-les het volgende:
Ik snap niet hoe ik aan deze opgave moet beginnen:

Laat V = R3 met daarop het standaard inproduct (dot-product). Laat a¤V een vector
=/ 0 zijn en de nieer T : V -> V door

T(x) = x - 2((x*a)/(a*a))*a

Nu moet ik laten zien dat T orthogonaal is. Hoe doe ik dit? Het enige wat in mij opkomt is dat twee vectoren orthogonaal zijn wanneer het inproduct gelijk is aan 0, maar dat is geloof ik niet wat ze zoeken. Naar welke stelling moet ik op zoek?
Ze willen dat je laat zien dat T(x)*T(y)=x*y, zie definitie orthogonale afbeelding.
Dale.donderdag 15 januari 2015 @ 13:50
Vraagje... hoe zouden jullie het volgende wiskundig opschrijven?

De set van vectors waarin maar 1 element 1 is en de rest nul.

v \in \{\(a_1,\ldots,a_n) | \exists! i \in [1,n] (a_i = 1)\}

of iets :$?

[ Bericht 4% gewijzigd door Dale. op 15-01-2015 15:29:48 ]
whoyoulovedonderdag 15 januari 2015 @ 15:16
Hoe ga ik van lijst 3 naar lijst 1 in mijn grafische rekenmachine (ti 84+)? Er staat standaard Lijst 3 maar ik heb lijst 1 nodig?
whoyoulovedonderdag 15 januari 2015 @ 15:19
gevonden
Mathemaatdonderdag 15 januari 2015 @ 15:25
quote:
7s.gif Op donderdag 15 januari 2015 13:50 schreef Dale. het volgende:
Vraagje... hoe zouden jullie het volgende wiskundig opschrijven?

De set van vectors waarin maar 1 element 1 is en de rest nul.

v \in \{\operatorname{diag}(a_1,\ldots,a_n) | \exists! i \in [1,n] (a_i = 1)\}

of iets :$?
Zij A de standaardbasis van de reële vectorruimte V.
Wouterw17donderdag 15 januari 2015 @ 15:29
Wie kan mij uitleggen hoe je de functie sqrt(1-e^2*sin(x)^2) integreert met behulp van een binomiale Taylorreeks?
De integraal loopt trouwens van 0 tot pi/2.
Andijvie_donderdag 15 januari 2015 @ 17:24
Hoi, kan iemand mij helpen met het volgende:

a > 0

af558f3316.png

Is dit goed?

Vervolgens a invullen en 0 invullen. A invullen levert 0 op.. Dus als ik 0 invul krijg ik:

-1/3 * (a²)3/2 = -a³ / 3
Super-Bdonderdag 15 januari 2015 @ 17:34
Hallo,

Vraagje alweer... hoe zou ik dit moeten oplossen:

Define f for all x by f(x) = 1/(b-a) for x is a element of [a,b], and f(x) = 0 for x is not a element of [a,b], where b > a. (In statistiscs , f is the density function of the uniform (or rectangular) distribution on the interval [a,b].) Find the following:

Integral of: f(x) dx (bovengrens +oneindig, ondergrens -oneindig).

Het probleem zit hem meer in het oplossen van de integraal omdat ik de bedoeling niet snap (zonder x)..
Alrac4donderdag 15 januari 2015 @ 17:56
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 17:34 schreef Super-B het volgende:
Hallo,

Vraagje alweer... hoe zou ik dit moeten oplossen:

Define f for all x by f(x) = 1/(b-a) for x is a element of [a,b], and f(x) = 0 for x is not a element of [a,b], where b > a. (In statistiscs , f is the density function of the uniform (or rectangular) distribution on the interval [a,b].) Find the following:

Integral of: f(x) dx (bovengrens +oneindig, ondergrens -oneindig).

Het probleem zit hem meer in het oplossen van de integraal omdat ik de bedoeling niet snap (zonder x)..
Stel [a,b] = [0,4], hoe ziet je grafiek er dan uit?
Super-Bdonderdag 15 januari 2015 @ 17:59
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 17:56 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Stel [a,b] = [0,4], hoe ziet je grafiek er dan uit?
'
Hetzelfde als 1/x volgens mij?
Amoebadonderdag 15 januari 2015 @ 18:01
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 17:34 schreef Super-B het volgende:
Hallo,

Vraagje alweer... hoe zou ik dit moeten oplossen:

Define f for all x by f(x) = 1/(b-a) for x is a element of [a,b], and f(x) = 0 for x is not a element of [a,b], where b > a. (In statistiscs , f is the density function of the uniform (or rectangular) distribution on the interval [a,b].) Find the following:

Integral of: f(x) dx (bovengrens +oneindig, ondergrens -oneindig).

Het probleem zit hem meer in het oplossen van de integraal omdat ik de bedoeling niet snap (zonder x)..
Het antwoord is 1. Waarom? Nu, er geldt per definitie dat een integraal over een kansdichtheidsfunctie van -inf tot +inf 1 moet zijn, anders is het geen kansdichtheidsfunctie.
Alrac4donderdag 15 januari 2015 @ 18:03
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 17:59 schreef Super-B het volgende:

[..]

'
Hetzelfde als 1/x volgens mij?
Nee, dat staat er niet. Er staat:
Als x een element van [0,4] is, dan is f(x) = 1/(b-a) = 1/(4-0) = 1/4
Als x geen element van [0,4] is, dan is f(x) = 0.
thenxerodonderdag 15 januari 2015 @ 18:37
quote:
14s.gif Op donderdag 15 januari 2015 18:01 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Het antwoord is 1. Waarom? Nu, er geldt per definitie dat een integraal over een kansdichtheidsfunctie van -inf tot +inf 1 moet zijn, anders is het geen kansdichtheidsfunctie.
De bedoeling is integreren. Als de functie 0 is op een interval dan is de integraal op dat interval ook 0. Dus je hoeft alleen maar 1/(b-a) te integreren van a tot b, want daarbuiten is die 0.

\int_a^b \frac{1}{b-a}\;dx = ?
Amoebadonderdag 15 januari 2015 @ 18:38
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 18:37 schreef thenxero het volgende:

[..]

De bedoeling is integreren. Als de functie 0 is op een interval dan is de integraal op dat interval ook 0. Dus je hoeft alleen maar 1/(b-a) te integreren van a tot b, want daarbuiten is die 0.

\int_a^b \frac{1}{b-a}\;dx = ?
Ik heb een hekel aan integreren.
Janneke141donderdag 15 januari 2015 @ 18:38
quote:
14s.gif Op donderdag 15 januari 2015 18:38 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Ik heb een hekel aan integreren.
Daar hebben in dit land wel meer mensen last van.
thenxerodonderdag 15 januari 2015 @ 18:39
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 17:59 schreef Super-B het volgende:

[..]

'
Hetzelfde als 1/x volgens mij?
Nee. 1/(a-b) is geen functie van x. Het is een constante.
Ripariusdonderdag 15 januari 2015 @ 19:12
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 17:24 schreef Andijvie_ het volgende:
Hoi, kan iemand mij helpen met het volgende:

a > 0

[ afbeelding ]

Is dit goed?

Nee, het is fout. Je gebruikt een geschikte substitutie, maar je uitwerking klopt niet, want √(a²−x²) staat immers in de noemer van je integrand. En je moet je uitwerking ook netter opschrijven. Je mag niet opeens het integraalteken weglaten nadat je de substitutie hebt uitgevoerd.
GeorgeArArMartindonderdag 15 januari 2015 @ 20:38
Is er misschien een handige manier om alle goniometrische identiteiten en de afgeleiden/primitieven te herkennen/leren? Ik ben verschrikkelijk slecht in stampen, zelfs als ik ze nu onthou, ontglippen ze me enkele weken later alsnog.
Ripariusdonderdag 15 januari 2015 @ 20:50
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 20:38 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
Is er misschien een handige manier om alle goniometrische identiteiten en de afgeleiden/primitieven te herkennen/leren? Ik ben verschrikkelijk slecht in stampen, zelfs als ik ze nu onthou, ontglippen ze me enkele weken later alsnog.
Wat die goniometrische identiteiten betreft: begin eens even met mijn overzichtje. Download deze PDF en eventueel ook deze PDF en print deze uit om ze vanaf papier te bestuderen. Als je begrijpt waarom goniometrische identiteiten zijn zoals ze zijn, dan zul je ook geen moeite meer hebben om ze te onthouden en ze een leven lang niet meer vergeten, en datzelfde geldt voor de afgeleiden van bijvoorbeeld goniometrische functies.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 15-01-2015 20:56:51 ]
GeorgeArArMartindonderdag 15 januari 2015 @ 21:13
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 20:50 schreef Riparius het volgende:

[..]

Wat die goniometrische identiteiten betreft: begin eens even met mijn overzichtje. Download deze PDF en eventueel ook deze PDF en print deze uit om ze vanaf papier te bestuderen. Als je begrijpt waarom goniometrische identiteiten zijn zoals ze zijn, dan zul je ook geen moeite meer hebben om ze te onthouden en ze een leven lang niet meer vergeten, en datzelfde geldt voor de afgeleiden van bijvoorbeeld goniometrische functies.
Bedankt!
Super-Bdonderdag 15 januari 2015 @ 22:02
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 18:37 schreef thenxero het volgende:

[..]

De bedoeling is integreren. Als de functie 0 is op een interval dan is de integraal op dat interval ook 0. Dus je hoeft alleen maar 1/(b-a) te integreren van a tot b, want daarbuiten is die 0.

\int_a^b \frac{1}{b-a}\;dx = ?
Dan zou ik toch moeten erachter moeten komen wat x is, aangezien die onbekend is en ik moet integreren naar x. A en B zijn constanten.. Dus ik heb geen flauw idee wat ik ervan zou moeten maken.
Janneke141donderdag 15 januari 2015 @ 22:07
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 22:02 schreef Super-B het volgende:

[..]

Dan zou ik toch moeten erachter moeten komen wat x is, aangezien die onbekend is en ik moet integreren naar x. A en B zijn constanten.. Dus ik heb geen flauw idee wat ik ervan zou moeten maken.
Hoe ziet de primitieve van een constante eruit?
thenxerodonderdag 15 januari 2015 @ 22:19
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 22:02 schreef Super-B het volgende:

[..]

Dan zou ik toch moeten erachter moeten komen wat x is, aangezien die onbekend is en ik moet integreren naar x. A en B zijn constanten.. Dus ik heb geen flauw idee wat ik ervan zou moeten maken.
Stel dat b=1 en a=0. Kan je dit dan wel uitrekenen?

 \int_0^1 1 \;dx
Ripariusdonderdag 15 januari 2015 @ 22:22
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 22:02 schreef Super-B het volgende:

[..]

Dan zou ik toch moeten erachter moeten komen wat x is, aangezien die onbekend is en ik moet integreren naar x. a en b zijn constanten.
Nee, dit is een misvatting. De x is je integratievariabele en die doorloopt hier het interval [a,b]. Meer informatie heb je niet en heb je ook niet nodig.
quote:
Dus ik heb geen flauw idee wat ik ervan zou moeten maken.
Je hebt eerder gezien dat je een constante factor voor het integraalteken kunt brengen en 1/(b−a) is een constante want a en b zijn immers constantes. Stel nu eens dat je hebt

\int_a^b \mathrm{d}x

Kun je deze integraal wel bepalen? Wat is hier de integrand?
whoyoulovezaterdag 17 januari 2015 @ 12:49
Oke hoe kom je in godsnaam van
(-2/1728)a3+ (1/576)a3 uit op (1/1728)a3 ???

[ Bericht 1% gewijzigd door whoyoulove op 17-01-2015 12:56:24 ]
Anoonumoszaterdag 17 januari 2015 @ 12:58
quote:
0s.gif Op zaterdag 17 januari 2015 12:49 schreef whoyoulove het volgende:
Oke hoe kom je in godsnaam van
(-2/1728)a3+ (1/576)a3 uit op (1/1728)a3 ???
1728 = 3*576 dus 1/576 = 3/1728
Andijvie_zaterdag 17 januari 2015 @ 15:57
Kan iemand nagaan wat ik fout doe?

60d1a5e8b6.png

Het antwoord moet zijn: (1/3)* ln(6/5)
Alrac4zaterdag 17 januari 2015 @ 16:05
quote:
0s.gif Op zaterdag 17 januari 2015 15:57 schreef Andijvie_ het volgende:
Kan iemand nagaan wat ik fout doe?

[ afbeelding ]

Het antwoord moet zijn: (1/3)* ln(6/5)
Je zegt eerst (correct) dat dx = 3e3zdz, maar dit vul je vervolgens niet in in je integraal.
Je moet dus dz vervangen door dx/(3e3z)
Mathemaatzaterdag 17 januari 2015 @ 16:08
quote:
0s.gif Op zaterdag 17 januari 2015 15:57 schreef Andijvie_ het volgende:
Kan iemand nagaan wat ik fout doe?

[ afbeelding ]

Het antwoord moet zijn: (1/3)* ln(6/5)
\int_{-\infty}^0 \frac{e^{3z}}{e^{3z}+5} dz=\int_{5}^6 \frac{1}{3x} dx
aniihakobyanzaterdag 17 januari 2015 @ 19:26
Het is waarschijnlijk een stomme vraag, maar:

In de volgende situaties betekent de klasse 70-76 steeds iets anders.

a. de administratie van een theater telt van een voorstelling het aantal verkochte kaartjes. welke aantallen zitten in de klasse 70-76?

Nou dat is 70, 71, 72, 73, 74, 75 en 76.

b. welke data kkomen bij het meten van gewichten in kg van mensen in de klasse 70-76 terecht?

Het antwoordenboekje geeft aan 69,5 tot 76,5. Waarom is het hier wel zo vanaf -0,5 minder en niet gewoon vanaf 70? is het gewoon puur omdat het om kg gaat of? :')
Janneke141zaterdag 17 januari 2015 @ 19:30
quote:
0s.gif Op zaterdag 17 januari 2015 19:26 schreef aniihakobyan het volgende:
Het is waarschijnlijk een stomme vraag, maar:

In de volgende situaties betekent de klasse 70-76 steeds iets anders.

a. de administratie van een theater telt van een voorstelling het aantal verkochte kaartjes. welke aantallen zitten in de klasse 70-76?

Nou dat is 70, 71, 72, 73, 74, 75 en 76.

b. welke data kkomen bij het meten van gewichten in kg van mensen in de klasse 70-76 terecht?

Het antwoordenboekje geeft aan 69,5 tot 76,5. Waarom is het hier wel zo vanaf -0,5 minder en niet gewoon vanaf 70? is het gewoon puur omdat het om kg gaat of? :')
Het verschil tussen situaties a en b is dat er in het ene geval kan/moet worden afgerond, en in het andere geval niet. Iemand kan 69,8 kilo wegen, maar er kunnen geen 69,8 mensen in het theater plaatsnemen.
aniihakobyanzaterdag 17 januari 2015 @ 19:47
quote:
0s.gif Op zaterdag 17 januari 2015 19:30 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Het verschil tussen situaties a en b is dat er in het ene geval kan/moet worden afgerond, en in het andere geval niet. Iemand kan 69,8 kilo wegen, maar er kunnen geen 69,8 mensen in het theater plaatsnemen.
ah bedankt, dat is duidelijk.

en er is bijvoorbeeld een klasse 3,50-4,50 waarbij 4,50 bij het eerste getal bij de volgende klasse hoort. Wanneer is dit het geval en wanneer niet?
thenxerozondag 18 januari 2015 @ 01:34
quote:
0s.gif Op zaterdag 17 januari 2015 19:30 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Het verschil tussen situaties a en b is dat er in het ene geval kan/moet worden afgerond, en in het andere geval niet. Iemand kan 69,8 kilo wegen, maar er kunnen geen 69,8 mensen in het theater plaatsnemen.
Ja oke, maar 69.8<70, dus waarom zou je dan in 70-76 horen en niet in 64-70 bijvoorbeeld? Zonder verdere informatie kan je gewoon geen antwoord geven op dat soort vragen. Als je eerst iemand meet, dan zijn gewicht afrond op een geheel getal, en dan kijkt in welke klasse die valt, dan komt 69.8 wel in 70-76 terecht. Maar dan moet dat ook blijken uit de vraagstelling, en dat is hier niet het geval. Naar mijn mening dus een slecht geformuleerde vraag.
Janneke141zondag 18 januari 2015 @ 01:39
quote:
0s.gif Op zondag 18 januari 2015 01:34 schreef thenxero het volgende:

[..]

Ja oke, maar 69.8<70, dus waarom zou je dan in 70-76 horen en niet in 64-70 bijvoorbeeld? Zonder verdere informatie kan je gewoon geen antwoord geven op dat soort vragen. Als je eerst iemand meet, dan zijn gewicht afrond op een geheel getal, en dan kijkt in welke klasse die valt, dan komt 69.8 wel in 70-76 terecht. Maar dan moet dat ook blijken uit de vraagstelling, en dat is hier niet het geval. Naar mijn mening dus een slecht geformuleerde vraag.
Daar heb je zonder meer gelijk in, maar ik leid de niet-gegeven informatie dan maar af uit de wijze waarop TS de vraag stelt. Ik gok -zonder dat ik de benodigde informatie daarvoor heb- dat het hier gaat om klassen begrensd door gehele getallen, dus 70-76, geflankeerd door 63-69 en 77-83 ofzo. Geheel uit de lucht gegrepen inderdaad, maar het lijkt voor de hand liggend op basis van de vraagstelling.

Ik mag ook hopen dat de vraagstukken van anii* beter geformuleerd zijn, zodat blijkt wanneer welke grenzen logisch zijn. Het is niet de eerste keer dat iemand in dit topic een vraag stelt waarbij allerlei relevante informatie ontbreekt - en de vraag boven jouw post is eigenlijk niet te beantwoorden.

[ Bericht 0% gewijzigd door Janneke141 op 18-01-2015 01:47:08 ]
Super-Bzondag 18 januari 2015 @ 20:48
quote:
0s.gif Op donderdag 15 januari 2015 22:22 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee, dit is een misvatting. De x is je integratievariabele en die doorloopt hier het interval [a,b]. Meer informatie heb je niet en heb je ook niet nodig.

[..]

Je hebt eerder gezien dat je een constante factor voor het integraalteken kunt brengen en 1/(b−a) is een constante want a en b zijn immers constantes. Stel nu eens dat je hebt

\int_a^b \mathrm{d}x

Kun je deze integraal wel bepalen? Wat is hier de integrand?
Integrand van dit:

\int_a^b \mathrm{d}x

Zou gewoon C moeten zijn (ofwel een constante).
Ripariuszondag 18 januari 2015 @ 20:50
quote:
0s.gif Op zondag 18 januari 2015 20:48 schreef Super-B het volgende:

[..]

Integrand van dit:

\int_a^b \mathrm{d}x

Zou gewoon C moeten zijn (ofwel een constante).
Dat is niet nauwkeurig genoeg. De integrand is inderdaad een constante functie, maar welke constante functie?
Super-Bzondag 18 januari 2015 @ 20:53
quote:
0s.gif Op zondag 18 januari 2015 20:50 schreef Riparius het volgende:

[..]

Dat is niet nauwkeurig genoeg. De integrand is inderdaad een constante functie, maar welke constante functie?
Ik zou denken aan een constante functie tussen de boven- en ondergrens, maar dit laatste gok ik.
Ripariuszondag 18 januari 2015 @ 20:55
quote:
0s.gif Op zondag 18 januari 2015 20:53 schreef Super-B het volgende:

[..]

Ik zou denken aan een constante functie tussen de boven- en ondergrens, maar dit laatste gok ik.
Nee. Je begrijpt het duidelijk niet. De integrand is hier de constante functie f(x) = 1, en een primitieve daarvan is F(x) = x. Dus, wat is nu de waarde van de integraal?
Super-Bzondag 18 januari 2015 @ 21:01
quote:
0s.gif Op zondag 18 januari 2015 20:55 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee. Je begrijpt het duidelijk niet. De integrand is hier de constante functie f(x) = 1, en een primitieve daarvan is F(x) = x. Dus, wat is nu de waarde van de integraal?
F(b) - F(a)
Ripariuszondag 18 januari 2015 @ 21:02
quote:
0s.gif Op zondag 18 januari 2015 21:01 schreef Super-B het volgende:

[..]

F(b) - F(a)
Ja, en als F(x) = x, wat krijg je dan?
Super-Bzondag 18 januari 2015 @ 21:02
quote:
0s.gif Op zondag 18 januari 2015 21:02 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ja, en als F(x) = x, wat krijg je dan?
b - a
Ripariuszondag 18 januari 2015 @ 21:09
quote:
0s.gif Op zondag 18 januari 2015 21:02 schreef Super-B het volgende:

[..]

b - a
Inderdaad. En als je nu hebt

\int_a^b \mathrm{d}x\,=\,[x]_a^b\,=\,b\,-\,a

wat is dan

\int_a^b \frac{1}{b\,-\,a}\mathrm{d}x

?
thenxerozondag 18 januari 2015 @ 22:28
quote:
0s.gif Op zondag 18 januari 2015 20:48 schreef Super-B het volgende:

[..]

Integrand van dit:

\int_a^b \mathrm{d}x

Zou gewoon C moeten zijn (ofwel een constante).
\int_a^b \mathrm{d}x = \int_a^b 1 \mathrm{d}x

De integraal stelt de oppervlakte voor onder de grafiek f(x)=1 waarbij x tussen a en b zit (teken dit eens op papier). De oppervlakte is een constante, maar die kan je natuurlijk makkelijk uitrekenen (uitgedrukt in a en b). De hoogte is 1, en de breedte is b-a. Dus zo zie je direct dat er b-a uit de integraal komt.
Goldenrushmaandag 19 januari 2015 @ 21:29
Waarom komt bij F(x)=0 geeft x2-3x+c=0 niet c=0 (abc-formule) maar c=2,25?
En hoezo raakt de grafiek bij F'(x)=0 de x-as?
netchipmaandag 19 januari 2015 @ 22:54
quote:
0s.gif Op maandag 19 januari 2015 21:29 schreef Goldenrush het volgende:
Waarom komt bij F(x)=0 geeft x2-3x+c=0 niet c=0 (abc-formule) maar c=2,25?
En hoezo raakt de grafiek bij F'(x)=0 de x-as?
Je eerste vraag is onvolledig.

Het antwoord op je tweede vraag is dat op de top van een grafiek de helling van de grafiek gelijk aan nul is.
Ripariusmaandag 19 januari 2015 @ 23:12
quote:
0s.gif Op maandag 19 januari 2015 21:29 schreef Goldenrush het volgende:
Waarom komt bij F(x)=0 geeft x2-3x+c=0 niet c=0 (abc-formule) maar c=2,25?
En hoezo raakt de grafiek bij F'(x)=0 de x-as?
Geef eens de originele en complete opgave, dit lijkt nergens op.

Het is kennelijk de bedoeling dat je bij een kwadratische functie

f(x) = x2 − 3x + c

de waarde van c moet bepalen zodanig dat de grafiek van deze functie de x-as raakt. Dat is het geval als f(x) = 0 voor precies één waarde van x, zodat de vierkantsvergelijking

x2 − 3x + c = 0

precies één oplossing moet hebben, en dat is het geval als de discriminant van de kwadratische veelterm in het linkerlid van deze vergelijking gelijk is aan nul, zodat we als voorwaarde krijgen

(−3)2 − 4c = 0

en dus

c = 9/4

oftewel c = 2,25. De grafiek van de functie

f(x) = x2 − 3x + 9/4

raakt de x-as in het punt met de coördinaten (3/2; 0). Merk op dat we het functievoorschrift ook kunnen schrijven als

f(x) = (x − 3/2)2

Een andere manier om de waarde van c te bepalen waarvoor de grafiek van

f(x) = x2 − 3x + c

de x-as raakt maakt gebruik van differentiaalrekening. De waarde van de afgeleide f'(x) is niets anders dan de steilheid van de raaklijn aan de grafiek van de functie in het punt (x; f(x)), zodat voor een zekere waarde van x niet alleen f(x) maar tevens f'(x) gelijk moet zijn aan nul als de grafiek van de functie de x-as raakt. Welnu, we hebben

f'(x) = 2x − 3

en de voorwaarde f'(x) = 0 geeft aldus

2x − 3 = 0

en daarmee

x = 3/2

Maar nu moet voor deze waarde van x ook f(x) gelijk zijn aan nul, zodat we dus als tweede voorwaarde hebben

f(3/2) = 0

en dus

(3/2)2 −3·(3/2) + c = 0

en dit levert weer op

c = 9/4

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 20-01-2015 01:35:00 ]
Amoebadinsdag 20 januari 2015 @ 00:17
Goochelaar, uit die bullshit kon ik niks opmaken.
Goldenrushdinsdag 20 januari 2015 @ 16:36
quote:
0s.gif Op maandag 19 januari 2015 23:12 schreef Riparius het volgende:

[..]

Geef eens de originele en complete opgave, dit lijkt nergens op.

Het is kennelijk de bedoeling dat je bij een kwadratische functie

f(x) = x2 − 3x + c

de waarde van c moet bepalen zodanig dat de grafiek van deze functie de x-as raakt. Dat is het geval als f(x) = 0 voor precies één waarde van x, zodat de vierkantsvergelijking

x2 − 3x + c = 0

precies één oplossing moet hebben, en dat is het geval als de discriminant van de kwadratische veelterm in het linkerlid van deze vergelijking gelijk is aan nul, zodat we als voorwaarde krijgen

(−3)2 − 4c = 0

en dus

c = 9/4

oftewel c = 2,25. De grafiek van de functie

f(x) = x2 − 3x + 9/4

raakt de x-as in het punt met de coördinaten (3/2; 0). Merk op dat we het functievoorschrift ook kunnen schrijven als

f(x) = (x − 3/2)2

Een andere manier om de waarde van c te bepalen waarvoor de grafiek van

f(x) = x2 − 3x + c

de x-as raakt maakt gebruik van differentiaalrekening. De waarde van de afgeleide f'(x) is niets anders dan de steilheid van de raaklijn aan de grafiek van de functie in het punt (x; f(x)), zodat voor een zekere waarde van x niet alleen f(x) maar tevens f'(x) gelijk moet zijn aan nul als de grafiek van de functie de x-as raakt. Welnu, we hebben

f'(x) = 2x − 3

en de voorwaarde f'(x) = 0 geeft aldus

2x − 3 = 0

en daarmee

x = 3/2

Maar nu moet voor deze waarde van x ook f(x) gelijk zijn aan nul, zodat we dus als tweede voorwaarde hebben

f(3/2) = 0

en dus

(3/2)2 −3·(3/2) + c = 0

en dit levert weer op

c = 9/4
Juist, sorry, dat was de vraag. Bedankt! :D :D
Ripariusdinsdag 20 januari 2015 @ 16:41
quote:
11s.gif Op dinsdag 20 januari 2015 16:36 schreef Goldenrush het volgende:

[..]

Juist, sorry, dat was de vraag. Bedankt! :D :D
Begrijp je de uitwerking nu ook volledig? Wat was precies je probleem met dit vraagstuk?
Goldenrushdinsdag 20 januari 2015 @ 16:53
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 januari 2015 16:41 schreef Riparius het volgende:

[..]

Begrijp je de uitwerking nu ook volledig? Wat was precies je probleem met dit vraagstuk?
Ja. Je uitleg, ook met woorden, is helder. Het probleem was dat er in mijn uitwerkingenboek gebruik werd gemaakt van de notatie F(x)=0 ^ F'(x)=0, met de daarbij volgende uitwerkingen

x2-3x+c=0
(3/2)2 - 3*3/2 + c=0
c=2,25

en

F'(x)=0
2x-3=0
x=3/2

Hierbij snapte ik niet waarom zij gebruik maakten van 3/2, nu overigens wel, ze gebruiken jouw tweede methode, dus F'(x)=0 berekenen en dat vervolgens projecteren op de formule f(x), zodat je c kan vinden.
Ripariusdinsdag 20 januari 2015 @ 16:59
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 januari 2015 16:53 schreef Goldenrush het volgende:

[..]

Ja. Je uitleg, ook met woorden, is helder. Het probleem was dat er in mijn uitwerkingenboek gebruik werd gemaakt van de notatie F(x)=0 ^ F'(x)=0, met de daarbij volgende uitwerkingen

x2-3x+c=0
(3/2)2 - 3*3/2 + c=0
c=2,25

en

F'(x)=0
2x-3=0
x=3/2

Hierbij snapte ik niet waarom zij gebruik maakten van 3/2, nu overigens wel, ze gebruiken jouw tweede methode, dus F'(x)=0 berekenen en dat vervolgens projecteren op de formule f(x), zodat je c kan vinden.
Het teken ∧ betekent en tevens. Schrijf wel consequent f(x) en niet F(x), want de hoofdletter F wordt vaak gebruikt om een primitieve van een gegeven functie f aan te duiden.
PausNicolaaswoensdag 21 januari 2015 @ 18:46
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 januari 2015 16:59 schreef Riparius het volgende:

Jij bent een meester, verlicht mij!
Ik heb laatst gefaald op een wiskunde tentamen over (grotendeels) integralen en primitieven.

Inmiddels ben ik aan het voorbereiden voor een hertentamen. "Wiskunde is logica." werd altijd gezegd door mijn vroegere wiskunde docenten. Ik heb mijn kop weer zitten breken op de integralen, maar ondertussen zit ik me hard af te vragen waar de logica bij dit onderdeel zit. :(

Steeds als ik een som probeer op te lossen, heb ik hem regelmatig bijna goed, maar nèt niet. Als ik dan de antwoorden bekijk lijkt het alsof er steeds maar dingetjes random bijgevoegd of weggelaten worden 'zodat het klopt'. :{

Maar goed: waar is de logica? Waarom zijn er geen regeltjes die ik kan volgen, en moet ik naar mijn gevoel 'maar wat doen' om tot een oplossing te komen...?


SPOILER
Partieel, breuksplitsen, substitutie; ik snap het principe heel goed en kan simpele sommen goed oplossen. Wordt het echter 'lastiger', met LN vormen, breuken, meerdere letters en weet ik veel wat, dan ga ik dood.
Mathemaatwoensdag 21 januari 2015 @ 19:03
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 18:46 schreef PausNicolaas het volgende:

[..]

Ik heb laatst gefaald op een wiskunde tentamen over (grotendeels) integralen en primitieven.

Inmiddels ben ik aan het voorbereiden voor een hertentamen. "Wiskunde is logica." werd altijd gezegd door mijn vroegere wiskunde docenten. Ik heb mijn kop weer zitten breken op de integralen, maar ondertussen zit ik me hard af te vragen waar de logica bij dit onderdeel zit. :(

Steeds als ik een som probeer op te lossen, heb ik hem regelmatig bijna goed, maar nèt niet. Als ik dan de antwoorden bekijk lijkt het alsof er steeds maar dingetjes random bijgevoegd of weggelaten worden 'zodat het klopt'. :{

Maar goed: waar is de logica? Waarom zijn er geen regeltjes die ik kan volgen, en moet ik naar mijn gevoel 'maar wat doen' om tot een oplossing te komen...?
Integreren is één van de makkelijkere onderwerpen. Je moet nog leren 'leren' (leren van je fouten), als ik het zo bekijk.
PausNicolaaswoensdag 21 januari 2015 @ 19:07
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 19:03 schreef Mathemaat het volgende:

[..]

Integreren is één van de makkelijkere onderwerpen. Je moet nog leren 'leren' (leren van je fouten), als ik het zo bekijk.
Ik heb al 6 jaar wiskunde gehad, en moet met deze studie blijkbaar nog meer wiskunde hebben.

Maar goed, zou jij deze kunnen :P:
---------------------------
ln(x)
_______________
(x+1)2
---------------------------

Het is een integraal he (dus zo'n kringetje ernaast).
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 19:43
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 19:07 schreef PausNicolaas het volgende:

[..]

Ik heb al 6 jaar wiskunde gehad, en moet met deze studie blijkbaar nog meer wiskunde hebben.

Maar goed, zou jij deze kunnen :P:
---------------------------
ln(x)
_______________
(x+1)2
---------------------------

Het is een integraal he (dus zo'n kringetje ernaast).
Hmm; bedoel je de functie f(x)=(ln(x)) / ((x+1)2 om te primitiveren?
PausNicolaaswoensdag 21 januari 2015 @ 19:53
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 19:43 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Hmm; bedoel je de functie f(x)=(ln(x)) / ((x+1)2 om te primitiveren?
Yessss.

Substitutie: werkt niet want er is geen normaal stuk om te substitueren.

Breuksplitsen: kan niet, want de teller bestaat uit ln(x), en de onderste kan je ook niet in twee verschillende stukken opdelen

Partieel: het is geen 'a*b' constructie
Andijvie_woensdag 21 januari 2015 @ 20:03
575d32c615.png

Ik deed schreef het eerst volledig uit en vervolgens deed ik het volgende:

2000x19 - 14000x9 = u

du = ( 38000x18 - 126000x8 ) dx

Integraal van u99 du = (1/100)u100


Klopt dit?
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 20:04
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 19:53 schreef PausNicolaas het volgende:

[..]

Yessss.

Substitutie: werkt niet want er is geen normaal stuk om te substitueren.

Breuksplitsen: kan niet, want de teller bestaat uit ln(x), en de onderste kan je ook niet in twee verschillende stukken opdelen

Partieel: het is geen 'a*b' constructie
Bij partieel; je kunt die breuk "gewoon" als een product schrijven. Immers a/b = a*b-1.
PausNicolaaswoensdag 21 januari 2015 @ 20:07
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:04 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Bij partieel; je kunt die breuk "gewoon" als een product schrijven. Immers a/b = a*b-1.
Yes, dat had ik gezien.

f * g' = f * g - (f ' *g)

Zoals ik dat probeerde, kreeg ik een enorm lange functie waar ik uiteindelijk niks mee op schoot.
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 20:11
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:07 schreef PausNicolaas het volgende:

[..]

Yes, dat had ik gezien.

f * g' = f * g - (f ' *g)

Zoals ik dat probeerde, kreeg ik een enorm lange functie waar ik uiteindelijk niks mee op schoot.
Zet jouw uitwerking eens hier neer.
En heb je het in WolframAlpha gezet?
Andijvie_woensdag 21 januari 2015 @ 20:12
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:03 schreef Andijvie_ het volgende:
[ afbeelding ]

Ik deed schreef het eerst volledig uit en vervolgens deed ik het volgende:

2000x19 - 14000x9 = u

du = ( 38000x18 - 126000x8 ) dx

Integraal van u99 du = (1/100)u100

Klopt dit?
Edit: Verder dan dit kom ik iig niet. :P
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 20:13
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:03 schreef Andijvie_ het volgende:
[ afbeelding ]

Ik deed schreef het eerst volledig uit en vervolgens deed ik het volgende:

2000x19 - 14000x9 = u

du = ( 38000x18 - 126000x8 ) dx

Integraal van u99 du = (1/100)u100

Klopt dit?
Hoe heb jij (x10-7)99 volledig uitgewerkt?
Andijvie_woensdag 21 januari 2015 @ 20:17
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:13 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Hoe heb jij (x10-7)99 volledig uitgewerkt?
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:13 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Hoe heb jij (x10-7)99 volledig uitgewerkt?
Nou ik heb zeg maar dat stuk van 2000x^9 vermenigvuldigt met wat er tussen de haakjes staan en dan zou ik uit moeten komen op

2000x^19 - 14000x^9 en vervolgens was er nog een macht van 99, dus

(2000x^19 - 14000x^9)^99
PausNicolaaswoensdag 21 januari 2015 @ 20:18
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:12 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Edit: Verder dan dit kom ik iig niet. :P
Hee, een ander integraal kneusje. :'( :W

quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:11 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Zet jouw uitwerking eens hier neer.
En heb je het in WolframAlpha gezet?
( (x+1)2 ) -1 * (x ln(x) - x) + ((x+1)2 ) -2 * (x ln(x) - x)

waarbij het laatste deel -((x+1)2 ) -2 * (x ln(x) - x) nog een keer geprimitiveerd moet worden.

Zie je, hier kom ik niks mee verder! :P
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 20:22
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:17 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

[..]

Nou ik heb zeg maar dat stuk van 2000x^9 vermenigvuldigt met wat er tussen de haakjes staan en dan zou ik uit moeten komen op

2000x^19 - 14000x^9 en vervolgens was er nog een macht van 99, dus

(2000x^19 - 14000x^9)^99
Kijk eerst een goed naar hoe je haakjes wegwerkt. Hier en hier.

Overigens een goede website om de basics te leren.
Andijvie_woensdag 21 januari 2015 @ 20:23
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:22 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Kijk eerst een goed naar hoe je haakjes wegwerkt. Hier en hier.

Overigens een goede website om de basics te leren.
Was het tot dusverre fout dan?
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 20:27
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:23 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Was het tot dusverre fout dan?
Je hebt de haakjes niet goed weggewerkt waardoor het inderdaad fout gaat.
Ik zou je overigens niet willen aanraden om (x10-5)99 met de hand uit te werken.

Je ziet jouw fout nog niet in; die zit niet eens in het primitiveren (daar heb ik nog niet opgelet omdat je eerder al een fout maakt).

vereenvoudig de opgave eens: hoe werk jij bijvoorbeeld 2x(x+10)2 uit?
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 20:30
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:18 schreef PausNicolaas het volgende:

[..]

Hee, een ander integraal kneusje. :'( :W

[..]

( (x+1)2 ) -1 * (x ln(x) - x) + ((x+1)2 ) -2 * (x ln(x) - x)

waarbij het laatste deel -((x+1)2 ) -2 * (x ln(x) - x) nog een keer geprimitiveerd moet worden.

Zie je, hier kom ik niks mee verder! :P
(x+1)^2^-1 is toch gewoon (x+1)-2?
Andijvie_woensdag 21 januari 2015 @ 20:31
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:27 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Je hebt de haakjes niet goed weggewerkt waardoor het inderdaad fout gaat.
Ik zou je overigens niet willen aanraden om (x10-5)99 met de hand uit te werken.

Je ziet jouw fout nog niet in; die zit niet eens in het primitiveren (daar heb ik nog niet opgelet omdat je eerder al een fout maakt).

vereenvoudig de opgave eens: hoe werk jij bijvoorbeeld 2x(x+10)2 uit?
Het is niet -7 en geen -5 :P

2x(x+10)² werk ik als volgt uit:

(2x² + 20x)² = ( 2x² + 20x) ( 2x² + 20x)
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 20:32
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:31 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Het is niet -7 en geen -5 :P

2x(x+10)² werk ik als volgt uit:

(2x² + 20x)² = ( 2x² + 20x) ( 2x² + 20x)
Ik vereenvoudigde de opgave; -7 of -5 maakt dan weinig verschil.

Hier gaat het al mis. Eerst kwadrateren en dan vermenigvuldigen. Probeer het nogmaals.
Alrac4woensdag 21 januari 2015 @ 20:33
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:18 schreef PausNicolaas het volgende:

[..]

Hee, een ander integraal kneusje. :'( :W

[..]

( (x+1)2 ) -1 * (x ln(x) - x) + ((x+1)2 ) -2 * (x ln(x) - x)

waarbij het laatste deel -((x+1)2 ) -2 * (x ln(x) - x) nog een keer geprimitiveerd moet worden.

Zie je, hier kom ik niks mee verder! :P
Heb je het al andersom geprobeerd ( ln(x) differentieren en (x+1)-2 integreren)?
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 20:34
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:33 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Heb je het al andersom geprobeerd ( ln(x) differentieren en (x+1)-2 integreren)?
Inderdaad, in de basis zijn er twee mogelijkheden. Een van beide zal wel werken; anders moeten je het met contourintegralen proberen, en dat lijkt mij in deze niet van toepassing.
Andijvie_woensdag 21 januari 2015 @ 20:34
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:32 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Ik vereenvoudigde de opgave; -7 of -5 maakt dan weinig verschil.

Hier gaat het al mis. Eerst kwadrateren en dan vermenigvuldigen. Probeer het nogmaals.
2x(x² + 10²) = 2x³ + 20x³
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 20:37
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:34 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

2x(x² + 10²) = 2x³ + 20x³
Je hebt het kwadraat per ongeluk binnen de haakjes geplaatst. Werk nauwkeurig.
Alrac4woensdag 21 januari 2015 @ 20:38
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:34 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Inderdaad, in de basis zijn er twee mogelijkheden. Een van beide zal wel werken; anders moeten je het met contourintegralen proberen, en dat lijkt mij in deze niet van toepassing.
In dit geval is het vrij makkelijk in te zien dat je ln(x) wil differentieren. Je krijgt dan namelijk een 1/x die je over het algemeen veel liever wil integreren dan een x*ln(x) - x. Verder lijkt contourintegratie me hier niet de oplossing nee :P
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 20:40
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:38 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

In dit geval is het vrij makkelijk in te zien dat je ln(x) wil differentieren. Je krijgt dan namelijk een 1/x die je over het algemeen veel liever wil integreren dan een x*ln(x) - x. Verder lijkt contourintegratie me hier niet de oplossing nee :P
Klopt. En contourintegtralen gebruik ik enkel als ik niet anders kan.
Andijvie_woensdag 21 januari 2015 @ 20:42
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:37 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Je hebt het kwadraat per ongeluk binnen de haakjes geplaatst. Werk nauwkeurig.
huh nu raak ik in de war.. Wat moet ik dan doen.. eerst (x + 10) (x + 10) ? Dat kan ik niet bij die macht van 99 doen..
PausNicolaaswoensdag 21 januari 2015 @ 20:43
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:33 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Heb je het al andersom geprobeerd ( ln(x) differentieren en (x+1)-2 integreren)?
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:34 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Inderdaad, in de basis zijn er twee mogelijkheden. Een van beide zal wel werken; anders moeten je het met contourintegralen proberen, en dat lijkt mij in deze niet van toepassing.
Waarom moet ik nou ineens een deel integreren en een ander deel afleiden?

Het klopt gewoon niet wat ik daar doe.

Het antwoord in het antwoordenboekje luidt:

(- 1 / (x+1) ) * ln(x) + ln(x) - ln(x+1) + C
RustCohlewoensdag 21 januari 2015 @ 20:48
Hoi allemaal,

Ik heb weer eens een vraag en hoop weer voor de zoveelste keer uit de brand geholpen te worden:

Hoe kan ik de volgende integralen degelijk opschrijven om het te kunnen integreren?:

a60d07f721.png

2ca4868786.png
Alrac4woensdag 21 januari 2015 @ 20:49
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:43 schreef PausNicolaas het volgende:

[..]

[..]

Waarom moet ik nou ineens een deel integreren en een ander deel afleiden?

Het klopt gewoon niet wat ik daar doe.

Het antwoord in het antwoordenboekje luidt:

(- 1 / (x+1) ) * ln(x) + ln(x) - ln(x+1) + C
Het is niet fout wat je doet, het brengt je alleen niet dichter bij de oplossing. Op jouw manier krijg je een nog lastigere integraal om uit te rekenen.

Stel je hebt de volgende integraal, hoe zou jij dan partieel integreren?
 \int f'(x)\cdot g(x)dx
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 20:50
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:42 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

huh nu raak ik in de war.. Wat moet ik dan doen.. eerst (x + 10) (x + 10) ? Dat kan ik niet bij die macht van 99 doen..
Dat ja. (x+10)^2=(x+10)(x+10)=x^2+20x+100.

Dus bij 2000x^9(x^10-7)^99 mag je niet zomaar de 2000x^9 met x^10 en -7 vermenigvuldigen. Je zult eerst (x^10-7)^99 moeten uitwerken voordat je dat mag doen.

Daarom gaat je integraal ook fout. Anders aanpakken dus. Enig idee hoe?
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 20:52
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:48 schreef RustCohle het volgende:
Hoi allemaal,

Ik heb weer eens een vraag en hoop weer voor de zoveelste keer uit de brand geholpen te worden:

Hoe kan ik de volgende integralen degelijk opschrijven om het te kunnen integreren?:

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]
Breuksplitsen lijkt mij.
Alrac4woensdag 21 januari 2015 @ 20:55
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:48 schreef RustCohle het volgende:
Hoi allemaal,

Ik heb weer eens een vraag en hoop weer voor de zoveelste keer uit de brand geholpen te worden:

Hoe kan ik de volgende integralen degelijk opschrijven om het te kunnen integreren?:

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:52 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Breuksplitsen lijkt mij.
Dit. Het lijkt op het eerste gezicht heel veel werk, maar dan besef je je (bij de eerste opgave) dat je een factor x er helemaal uit kunt delen en dat je in de noemer een factor x3 buiten haakjes kunt halen.
PausNicolaaswoensdag 21 januari 2015 @ 20:56
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:49 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Het is niet fout wat je doet, het brengt je alleen niet dichter bij de oplossing. Op jouw manier krijg je een nog lastigere integraal om uit te rekenen.

Stel je hebt de volgende integraal, hoe zou jij dan partieel integreren?
 \int f'(x)\cdot g(x)dx
Hoe doen jullie dat allemaal zo mooi? Ik zit maar te rommelen met mijn * / ^ :P

In die functie staat helemaal niks, maar de algemene formule voor partieel integreren is:
f * g' = f * g - (f ' *g)

In dit geval is dan de ( f '(x) ) de f, en ( g (x) ) de g '
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 20:58
Dat is de Latex-code. Moet ik mij ook nog eens in gaan verdiepen als ik tijd heb.
Paus: volgens mij pas jij de theorie van partieel integreren gewoon niet goed toe. Op hhofstede.nl en math4all.nl wordt dat wel uitgelegd :)
CapnIzzywoensdag 21 januari 2015 @ 21:00
Hoi,

kort vraagje tussendoor: ik kan mijzelf niet meer herinneren hoe je ln weg werkt in een vergelijking :'( .

11.64 = ln(4*I)

Hoe krijg ik hier I vrij?
Andijvie_woensdag 21 januari 2015 @ 21:00
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:50 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Dat ja. (x+10)^2=(x+10)(x+10)=x^2+20x+100.

Dus bij 2000x^9(x^10-7)^99 mag je niet zomaar de 2000x^9 met x^10 en -7 vermenigvuldigen. Je zult eerst (x^10-7)^99 moeten uitwerken voordat je dat mag doen.

Daarom gaat je integraal ook fout. Anders aanpakken dus. Enig idee hoe?
Nee geen idee..
Borizzzwoensdag 21 januari 2015 @ 21:02
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 21:00 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Nee geen idee..
Helpt partieel integreren ook jou niet verder?
Alrac4woensdag 21 januari 2015 @ 21:02
quote:
10s.gif Op woensdag 21 januari 2015 21:00 schreef CapnIzzy het volgende:
Hoi,

kort vraagje tussendoor: ik kan mijzelf niet meer herinneren hoe je ln weg werkt in een vergelijking :'( .

11.64 = ln(4*I)

Hoe krijg ik hier I vrij?
Weet je nog wat je krijgt als je eln(x) berekent?
CapnIzzywoensdag 21 januari 2015 @ 21:03
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 21:02 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Weet je nog wat je krijgt als je eln(x) berekent?
O ja, thanks _O_ . Deed telkens maal e :'), moet inderdaad e^ zijn
PausNicolaaswoensdag 21 januari 2015 @ 21:06
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:58 schreef Borizzz het volgende:
Dat is de Latex-code. Moet ik mij ook nog eens in gaan verdiepen als ik tijd heb.
Paus: volgens mij pas jij de theorie van partieel integreren gewoon niet goed toe. Op hhofstede.nl en math4all.nl wordt dat wel uitgelegd :)
Volgens mij doe ik het perfect.
Dat werd net hierboven ook al gezegd.

En de formule komt rechtstreeks uit mijn boek. :P
Ripariuswoensdag 21 januari 2015 @ 21:09
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:07 schreef PausNicolaas het volgende:

[..]

Yes, dat had ik gezien.

f * g' = f * g - (f ' *g)

Zoals ik dat probeerde, kreeg ik een enorm lange functie waar ik uiteindelijk niks mee op schoot.
Bij partieel integreren is het altijd zaak dat je de integrand op een geschikte en handige manier schrijft als het product van een functie en een afgeleide van een andere functie. De regel voor partieel integreren bij onbepaalde integralen luidt

\int f(x)g'(x){\rm d}x \,=\, f(x)g(x) \,-\, \int f'(x)g(x){\rm d}x

Zie ook hier.

Gevraagd wordt nu

\int \frac{\ln\,x}{(x\,+\,1)^2}\mathrm{d}x

te bepalen. We kunnen hier kiezen

f(x)\,=\,\ln\,x

zodat

f'(x)\,=\,\frac{1}{x}

en

g'(x)\,=\,\frac{1}{(x\,+\,1)^2}

zodat we kunnen nemen

g(x)\,=\,-\,\frac{1}{x\,+\,1}

We krijgen dan

\int \frac{\ln\,x}{(x\,+\,1)^2}\mathrm{d}x\,=\,-\,\frac{\ln\,x}{x\,+\,1}\,-\,\int -\,\frac{1}{x(x\,+\,1)}\mathrm{d}x\,=\,-\,\frac{\ln\,x}{x\,+\,1}\,+\,\int \frac{1}{x(x\,+\,1)}\mathrm{d}x

Nu moeten we de integraal in het rechterlid nog bepalen. Dat kunnen we doen door de integrand op te splitsen in partiële breuken. We willen hebben

\frac{1}{x(x\,+\,1)}\,=\,\frac{A}{x}\,+\,\frac{B}{x\,+\,1}

waarbij we dan A en B moeten bepalen. Dit doen we door beide leden van deze gelijkheid te vermenigvuldigen met x(x+1), dan krijgen we

1\,=\,A(x\,+\,1)\,+\,Bx

oftewel

1\,=\,(A\,+\,B)x\,+\, A

waaruit we af kunnen lezen dat A + B = 0 en A = 1 moet zijn, en waaruit volgt dat B = −1. Zo hebben we dus

\frac{1}{x(x\,+\,1)}\,=\,\frac{1}{x}\,-\,\frac{1}{x\,+\,1}

en daarmee

\int \frac{1}{x(x\,+\,1)}\mathrm{d}x\,=\,\int \left(\frac{1}{x}\,-\,\frac{1}{x\,+\,1}\right)\mathrm{d}x\,=\,\ln\, x \,-\, \ln(x\,+\,1)\,+\,C

Invullen hiervan in bovenstaande betrekking voor de integraal van ln(x)/(x+1)² geeft dan

\int \frac{\ln\,x}{(x\,+\,1)^2}\mathrm{d}x\,=\,-\,\frac{\ln\,x}{x\,+\,1}\,+\,\ln\,x\,-\,\ln(x\,+\,1)\,+\,C

Nu kunnen we dit nog vereenvoudigen, want we hebben immers

-\,\frac{\ln\,x}{x\,+\,1}\,+\,\ln\,x\,=\,-\,\frac{\ln\,x}{x\,+\,1}\,+\,\frac{(x\,+\,1)\ln\,x}{x\,+\,1}\,=\,\frac{x\ln\,x}{x\,+\,1}

zodat we uiteindelijk krijgen

\int \frac{\ln\,x}{(x\,+\,1)^2}\mathrm{d}x\,=\,\frac{x\ln\,x}{x\,+\,1}\,-\,\ln(x\,+\,1)\,+\,C

That's all.
Mathemaatwoensdag 21 januari 2015 @ 21:10
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 19:07 schreef PausNicolaas het volgende:

[..]

Ik heb al 6 jaar wiskunde gehad, en moet met deze studie blijkbaar nog meer wiskunde hebben.

Maar goed, zou jij deze kunnen :P:
---------------------------
ln(x)
_______________
(x+1)2
---------------------------

Het is een integraal he (dus zo'n kringetje ernaast).
\int \frac{\log(x)}{(x+1)^2} dx = -\frac{\log(x)}{x+1} +\int \frac{1}{x(x+1)} dx= -\frac{\log(x)}{x+1} +\int \frac{1}{x} dx -  \int \frac{1}{x+1} dx = -\frac{\log(x)}{x+1} + \log(x)-\log(x+1) + \text{constante}
PausNicolaaswoensdag 21 januari 2015 @ 21:16
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 21:09 schreef Riparius het volgende:

[..]

Bij partieel integreren is het altijd zaak dat je de integrand op een geschikte en handige manier schrijft als het product van een functie en een afgeleide van een andere functie. De regel voor partieel integreren bij onbepaalde integralen luidt

\int f(x)g'(x){\rm d}x \,=\, f(x)g(x) \,-\, \int f'(x)g(x){\rm d}x

Zie ook hier.

Gevraagd wordt nu

\int \frac{\ln\,x}{(x\,+\,1)^2}\mathrm{d}x

te bepalen. We kunnen hier kiezen

f(x)\,=\,\ln\,x

zodat

f'(x)\,=\,\frac{1}{x}

en

g'(x)\,=\,\frac{1}{(x\,+\,1)^2}

zodat we kunnen nemen

g(x)\,=\,-\,\frac{1}{x\,+\,1}

We krijgen dan

\int \frac{\ln\,x}{(x\,+\,1)^2}\mathrm{d}x\,=\,-\,\frac{\ln\,x}{x\,+\,1}\,-\,\int -\,\frac{1}{x(x\,+\,1)}\mathrm{d}x\,=\,-\,\frac{\ln\,x}{x\,+\,1}\,+\,\int \frac{1}{x(x\,+\,1)}\mathrm{d}x

Nu moeten we de integraal in het rechterlid nog bepalen. Dat kunnen we doen door de integrand op te splitsen in partiële breuken. We willen hebben

\frac{1}{x(x\,+\,1)}\,=\,\frac{A}{x}\,+\,\frac{B}{x\,+\,1}

waarbij we dan A en B moeten bepalen. Dit doen we door beide leden van deze gelijkheid te vermenigvuldigen met x(x+1), dan krijgen we

1\,=\,A(x\,+\,1)\,+\,Bx

oftewel

1\,=\,(A\,+\,B)x\,+\, A

waaruit we af kunnen lezen dat A + B = 0 en A = 1 moet zijn, en waaruit volgt dat B = −1. Zo hebben we dus

\frac{1}{x(x\,+\,1)}\,=\,\frac{1}{x}\,-\,\frac{1}{x\,+\,1}

en daarmee

\int \frac{1}{x(x\,+\,1)}\mathrm{d}x\,=\,\int \left(\frac{1}{x}\,-\,\frac{1}{x\,+\,1}\right)\mathrm{d}x\,=\,\ln\, x \,-\, \ln(x\,+\,1)\,+\,C

Invullen hiervan in bovenstaande betrekking voor de integraal van ln(x)/(x+1)² geeft dan

\int \frac{\ln\,x}{(x\,+\,1)^2}\mathrm{d}x\,=\,-\,\frac{\ln\,x}{x\,+\,1}\,+\,\ln\,x\,-\,\ln(x\,+\,1)\,+\,C

Nu kunnen we dit nog vereenvoudigen, want we hebben immers

-\,\frac{\ln\,x}{x\,+\,1}\,+\,\ln\,x\,=\,-\,\frac{\ln\,x}{x\,+\,1}\,+\,\frac{(x\,+\,1)\ln\,x}{x\,+\,1}\,=\,\frac{x\ln\,x}{x\,+\,1}

zodat we uiteindelijk krijgen

\int \frac{\ln\,x}{(x\,+\,1)^2}\mathrm{d}x\,=\,\frac{x\ln\,x}{x\,+\,1}\,-\,\ln(x\,+\,1)\,+\,C

That's all.
The master himself!

Precies wat ik nodig had _O_
Duidelijker kan het niet :D
Andijvie_woensdag 21 januari 2015 @ 21:16
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 21:02 schreef Borizzz het volgende:

[..]

Helpt partieel integreren ook jou niet verder?
Nee begrijp er geen ruk van. Heb een blackout.. desondanks overmorgen een toets.
Super-Bwoensdag 21 januari 2015 @ 22:04
Goedenavond wiskundigen,

Ik heb aanstaande vrijdag een wiskunde toets en op dit moment ben ik wat oude toetsen aan het oefenen. Echter ben ik een vraag tegengekomen waar ik niet uitkom en hopelijk kan iemand mij hierbij helpen. Het onderwerp betreft: lineair programmeren.

aafb3a122d.png

Ik heb de grafiek getekend en ik kom tot de conclusie dat x − y ≤ 2 rechts van de doelfunctie ligt, −4x + 2y ≤ 2 links van de doelfunctie en −x + y ≤ 3 de doelfunctie snijdt op x=3, y=6.
Ripariuswoensdag 21 januari 2015 @ 22:08
quote:
Deze integraal kun je gemakkelijk behandelen met een impliciete substitutie. Bedenk dat je hebt

\frac{\mathrm{d}(x^{10}\,-\,7)}{\mathrm{d}x}\,=\,10x^9

en dus

\mathrm{d}(x^{10}\,-\,7)\,=\,10x^9\mathrm{d}x

en dus

200\cdot\mathrm{d}(x^{10}\,-\,7)\,=\,2000x^9\mathrm{d}x

zodat

\int 2000x^9(x^{10}\,-\,7)^{99}\mathrm{d}x\,=\,\int 200(x^{10}\,-\,7)^{99}\mathrm{d}(x^{10}\,-\,7)\,=\,200\cdot\frac{1}{100}(x^{10}\,-\,7)^{100}\,+\,C\,=\,2\cdot(x^{10}\,-\,7)^{100}\,+\,C

Als de techniek van een substitutie en een impliciete substitutie bij de integraalrekening je nog niet duidelijk is, dan kan ik je aanbevelen dit eens goed door te nemen.
Andijvie_woensdag 21 januari 2015 @ 22:11
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 22:08 schreef Riparius het volgende:

[..]

Deze integraal kun je gemakkelijk behandelen met een impliciete substitutie. Bedenk dat je hebt

\frac{\mathrm{d}(x^{10}\,-\,7)}{\mathrm{d}x}\,=\,10x^9

en dus

\mathrm{d}(x^{10}\,-\,7)\,=\,10x^9\mathrm{d}x

en dus

200\cdot\mathrm{d}(x^{10}\,-\,7)\,=\,2000x^9\mathrm{d}x

zodat

\int 2000x^9(x^{10}\,-\,7)^{99}\mathrm{d}x\,=\,\int 200(x^{10}\,-\,7)^{99}\mathrm{d}(x^{10}\,-\,7)\,=\,200\cdot\frac{1}{100}(x^{10}\,-\,7)^{100}\,+\,C\,=\,2\cdot(x^{10}\,-\,7)^{100}\,+\,C

Als de techniek van een substitutie en een impliciete substitutie bij de integraalrekening je nog niet duidelijk is, dan kan ik je aanbevelen dit eens goed door te nemen.
De meester, Riparius. Hoe zou je het doen zonder impliciete substitutie, maar met u en du?
Ripariuswoensdag 21 januari 2015 @ 22:37
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 22:11 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

De meester, Riparius. Hoe zou je het doen zonder impliciete substitutie, maar met u en du?
Eigenlijk hetzelfde. Je substitueert

u\,=\,x^{10}\,-\,7

zodat

\frac{\mathrm{d}u}{\mathrm{d}x}\,=\,10x^9

en dus

\mathrm{d}u\,=\,10x^9\mathrm{d}x

en daarmee

200\cdot\mathrm{d}u\,=\,2000x^9\mathrm{d}x

zodat we krijgen

\int 2000x^9(x^{10}\,-\,7)^{99}\mathrm{d}x\,=\,\int 200u^{99}\mathrm{d}u\,=\,200\cdot\frac{1}{100}u^{100}\,+\,C\,=\,2u^{100}\,+\,C\,=\,2(x^{10}\,-\,7)^{100}\,+\,C
Janneke141woensdag 21 januari 2015 @ 22:39
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 22:04 schreef Super-B het volgende:
Goedenavond wiskundigen,

Ik heb aanstaande vrijdag een wiskunde toets en op dit moment ben ik wat oude toetsen aan het oefenen. Echter ben ik een vraag tegengekomen waar ik niet uitkom en hopelijk kan iemand mij hierbij helpen. Het onderwerp betreft: lineair programmeren.

[ afbeelding ]

Ik heb de grafiek getekend en ik kom tot de conclusie dat x − y ≤ 2 rechts van de doelfunctie ligt, −4x + 2y ≤ 2 links van de doelfunctie en −x + y ≤ 3 de doelfunctie snijdt op x=3, y=6.
Hoe teken je de doelfunctie?
Super-Bwoensdag 21 januari 2015 @ 22:58
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 22:39 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Hoe teken je de doelfunctie?
Met stippellijnen. De budgetconstraint teken ik als een doorgetrokken streep. Overigens schrijf ik zowel de doelfuncties als de budgetconstraint om naar y =.... en dan begin ik met tekenen.
Ripariuswoensdag 21 januari 2015 @ 23:05
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 20:48 schreef RustCohle het volgende:
Hoi allemaal,

Ik heb weer eens een vraag en hoop weer voor de zoveelste keer uit de brand geholpen te worden:

Hoe kan ik de volgende integralen degelijk opschrijven om het te kunnen integreren?:

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]
Je moet eens goed nakijken of je de opgaven wel correct hebt overgenomen. Bij de eerste integraal moet je een vrij lastige breuksplitsing uitvoeren en je derde integraal convergeert niet.

Bij de integrand van je eerste integraal kun je in de teller een factor x en in de noemer een factor 2x4 buiten haakjes halen, en aangezien x2 + 2x + 1 = (x + 1)2 wordt de integrand dan

\frac{3x\,+\,2}{2x^3(x\,+\,1)^2}\,=\,\frac{1}{x^3}\,-\,\frac{1}{2x^2}\,+\,\frac{1}{2(x\,+\,1)^2}

Bij de integrand van de tweede integraal kun je bedenken dat 2x2 + 4x − 6 = 2(x + 3)(x − 1) zodat de integrand eenvoudig wordt

2x\,+\,6

althans voor x ≠ 1. Je hebt hier dus een oneigenlijke integraal, aangezien je integreert over het interval [−1, 1].

De derde integraal zou je kunnen behandelen met een substitutie u = ln x, maar zoals gezegd convergeert deze integraal niet.
Janneke141woensdag 21 januari 2015 @ 23:06
quote:
1s.gif Op woensdag 21 januari 2015 22:58 schreef Super-B het volgende:

[..]

Met stippellijnen. De budgetconstraint teken ik als een doorgetrokken streep. Overigens schrijf ik zowel de doelfuncties als de budgetconstraint om naar y =.... en dan begin ik met tekenen.
Wat ik bedoel is dat je je doelfunctie helemaal niet kan tekenen, omdat je daarmee zo moet 'schuiven' dat deze een maximale waarde bereikt.

2qjk5l2.png

Het lichtpaarse gebied is het gebied dat omsloten wordt door de voorwaarden. De groene lijn hoort bij 4x-2y=16, de rode lijn hoort bij 4x-2y=24. Omdat het paarse gebied naar rechts niet begrensd wordt, kun je de lijn horend bij de doelfunctie zo ver naar rechts schuiven als je zelf wil; 4x-2y kan oneindig groot worden zonder buiten het gebied te komen.

Ter vergelijking een plaatje bij een wel-oplosbaar lineair programmeren-probleem: het gebied in het onderstaande plaatje is wel begrensd. De stippellijnen horen bij de doelfunctie; deze wordt zo verschoven zodat deze op een hoekje van het gebied terecht komt, en heeft daar zijn maximum binnen de voorwaarden. Dat kan in jouw voorbeeld niet, omdat het toegestane gebied niet eindig is.
730-10-02.gif
Super-Bwoensdag 21 januari 2015 @ 23:46
quote:
0s.gif Op woensdag 21 januari 2015 23:06 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Wat ik bedoel is dat je je doelfunctie helemaal niet kan tekenen, omdat je daarmee zo moet 'schuiven' dat deze een maximale waarde bereikt.

[ afbeelding ]

Het lichtpaarse gebied is het gebied dat omsloten wordt door de voorwaarden. De groene lijn hoort bij 4x-2y=16, de rode lijn hoort bij 4x-2y=24. Omdat het paarse gebied naar rechts niet begrensd wordt, kun je de lijn horend bij de doelfunctie zo ver naar rechts schuiven als je zelf wil; 4x-2y kan oneindig groot worden zonder buiten het gebied te komen.

Ter vergelijking een plaatje bij een wel-oplosbaar lineair programmeren-probleem: het gebied in het onderstaande plaatje is wel begrensd. De stippellijnen horen bij de doelfunctie; deze wordt zo verschoven zodat deze op een hoekje van het gebied terecht komt, en heeft daar zijn maximum binnen de voorwaarden. Dat kan in jouw voorbeeld niet, omdat het toegestane gebied niet eindig is.
[ afbeelding ]
Hartstikke bedankt! Veel duidelijker dan het antwoordenmodel! Enige vraag dat, vanuit mijn kant, rest is het volgende:

Waarom zit het paarse gebied tussen de twee budgetconstraints en nietrechts van de laatste budgetconstraint(meest rechtse)? Want dat paarse gebied staat nu boven de meest rechtse budgetconstraint.

[ Bericht 0% gewijzigd door Super-B op 22-01-2015 00:15:01 ]
netchipdonderdag 22 januari 2015 @ 21:17
Zijn integratie door substitutie, partiële integratie en integratie door breuksplitsing onderdeel van het VWO Wiskunde B programma? Ik zou mij hier namelijk graag in verdiepen, maar voordat ik dubbelwerk doe, zou ik dit graag willen weten. :)

Heeft iemand een goed boek hierover, trouwens? Misschien moeten we een boekenlijst in de OP plaatsen.
Novermarsvrijdag 23 januari 2015 @ 00:01
quote:
0s.gif Op donderdag 22 januari 2015 21:17 schreef netchip het volgende:
Zijn integratie door substitutie, partiële integratie en integratie door breuksplitsing onderdeel van het VWO Wiskunde B programma? Ik zou mij hier namelijk graag in verdiepen, maar voordat ik dubbelwerk doe, zou ik dit graag willen weten. :)

Heeft iemand een goed boek hierover, trouwens? Misschien moeten we een boekenlijst in de OP plaatsen.
Nee, enkel een keuze-onderwerp. En elk elementair calculusboek.
mary1995vrijdag 23 januari 2015 @ 11:19
Van het gewicht van schoolboeken van een school in Friesland is bekend: het gemiddelde is 103 g met een standaarddeviatie van 22 g. De verdeling is bij benadering 'normaal', hetgeen inhoudt dat bepaalde vuistregels opgaan. Er wordt een steekproef van 1869 schoolboeken genomen.
Bij hoeveel % van de schoolboeken zal volgens de vuistregels het gewicht tussen 81 en 125 g liggen?

Hint: ga na hoeveel standaarddeviaties 81 en 125 van het gemiddelde liggen.

Antwoord is 68%

Ik heb alleen geen flauw idee hoe ze hierop komen. Ik heb ook geen idee hoe ik moet beginnen. Zouden jullie mij hiermee willen helpen? dat zou heel fijn zijn!
Anoonumosvrijdag 23 januari 2015 @ 11:27
quote:
0s.gif Op vrijdag 23 januari 2015 11:19 schreef mary1995 het volgende:
Van het gewicht van schoolboeken van een school in Friesland is bekend: het gemiddelde is 103 g met een standaarddeviatie van 22 g. De verdeling is bij benadering 'normaal', hetgeen inhoudt dat bepaalde vuistregels opgaan. Er wordt een steekproef van 1869 schoolboeken genomen.
Bij hoeveel % van de schoolboeken zal volgens de vuistregels het gewicht tussen 81 en 125 g liggen?

Hint: ga na hoeveel standaarddeviaties 81 en 125 van het gemiddelde liggen.

Antwoord is 68%

Ik heb alleen geen flauw idee hoe ze hierop komen. Ik heb ook geen idee hoe ik moet beginnen. Zouden jullie mij hiermee willen helpen? dat zou heel fijn zijn!
Gemiddelde is 103
Standaarddeviatie is 22

103 + 22 = 125
103 - 22 = 81

En één van die vuistregels van de normaalverdeling is dat 68% van de gemeten waardes een standaarddeviatie of minder van het gemiddelde afwijken.
CapnIzzyvrijdag 23 januari 2015 @ 11:45


[ Bericht 100% gewijzigd door CapnIzzy op 23-01-2015 11:49:18 ]
CapnIzzyvrijdag 23 januari 2015 @ 11:50
quote:
0s.gif Op vrijdag 23 januari 2015 11:19 schreef mary1995 het volgende:
Van het gewicht van schoolboeken van een school in Friesland is bekend: het gemiddelde is 103 g met een standaarddeviatie van 22 g. De verdeling is bij benadering 'normaal', hetgeen inhoudt dat bepaalde vuistregels opgaan. Er wordt een steekproef van 1869 schoolboeken genomen.
Bij hoeveel % van de schoolboeken zal volgens de vuistregels het gewicht tussen 81 en 125 g liggen?

Hint: ga na hoeveel standaarddeviaties 81 en 125 van het gemiddelde liggen.

Antwoord is 68%

Ik heb alleen geen flauw idee hoe ze hierop komen. Ik heb ook geen idee hoe ik moet beginnen. Zouden jullie mij hiermee willen helpen? dat zou heel fijn zijn!
Misschien dat dit helpt:

Empirical_Rule.PNG
defineazvrijdag 23 januari 2015 @ 13:06
In mijn kansrekening boek wordt de convolutie van F en G gedefinieerd als
(F * G)(a) = ∫ F(a - y) dG(y)

wat voor continue F en G overeenkomt met
(F * G)(a) = ∫ F(a - y) g(y) dy

met g(y) = G'(y)

Dit is natuurlijk niet de normale definitie van convolutie (zoals ik hem bij andere vakken heb geleerd):
(F * G)(a) = ∫ F(a - y) G(y) dy

in de definitie uit het boek wordt dus van G de afgeleide genomen (wat normaal niet het geval is)

(wat context: er wordt gesteld dat als X en Y twee onafhankelijke random variabelen zijn met distributies F en G, de distributie van de som F * G is. het boek gebruikt vaak de distribution F ipv de probablility density function. als je de pdf's f en g zou gebruiken zou je volgens mij wel hebben dat de pdf van X + Y gelijk is aan f * g, als je dus de standaard definitie van convolutie gebruikt)

Is deze definitie van convolutie gebruikelijk in de kansrekening? Ik kan er zo snel geen andere voorbeelden van vinden.
mary1995vrijdag 23 januari 2015 @ 13:10
quote:
0s.gif Op vrijdag 23 januari 2015 11:27 schreef Anoonumos het volgende:

[..]

Gemiddelde is 103
Standaarddeviatie is 22

103 + 22 = 125
103 - 22 = 81

En één van die vuistregels van de normaalverdeling is dat 68% van de gemeten waardes een standaarddeviatie of minder van het gemiddelde afwijken.
quote:
14s.gif Op vrijdag 23 januari 2015 11:50 schreef CapnIzzy het volgende:

[..]

Misschien dat dit helpt:

[ afbeelding ]
Ik begrijp hem! Beide bedankt voor de hulp! Is toch simpeler dan ik dacht :P
thenxerovrijdag 23 januari 2015 @ 17:59
quote:
0s.gif Op vrijdag 23 januari 2015 13:06 schreef defineaz het volgende:
In mijn kansrekening boek wordt de convolutie van F en G gedefinieerd als
(F * G)(a) = ∫ F(a - y) dG(y)

wat voor continue F en G overeenkomt met
(F * G)(a) = ∫ F(a - y) g(y) dy

met g(y) = G'(y)

Dit is natuurlijk niet de normale definitie van convolutie (zoals ik hem bij andere vakken heb geleerd):
(F * G)(a) = ∫ F(a - y) G(y) dy

in de definitie uit het boek wordt dus van G de afgeleide genomen (wat normaal niet het geval is)

(wat context: er wordt gesteld dat als X en Y twee onafhankelijke random variabelen zijn met distributies F en G, de distributie van de som F * G is. het boek gebruikt vaak de distribution F ipv de probablility density function. als je de pdf's f en g zou gebruiken zou je volgens mij wel hebben dat de pdf van X + Y gelijk is aan f * g, als je dus de standaard definitie van convolutie gebruikt)

Is deze definitie van convolutie gebruikelijk in de kansrekening? Ik kan er zo snel geen andere voorbeelden van vinden.
(F * G)(a) = ∫ F(a - y) dG(y) is de standaard definitie van convolutie in de kansrekening. De integraal is een Stieltjes integraal. Als G absoluut continu is (dat is wat anders dan 'gewoon' continu) dan kan je gebruikten dat dG(y) = g(y)dy om het als gewone Riemann/Lebesgue integraal te schrijven (dit is in feite de Radon-Nikodym stelling). Maar soms heb je geen absolute continuïteit, en dus geen pdf's, en dan moet je het wel opschrijven op de Stieltjes manier. Vandaar dat deze definitie gangbaar is in de kansrekening.
Medevilvrijdag 23 januari 2015 @ 22:08
Ik heb ook een vraag hier:

Vader wilt graag voor zijn zoon 30.000 sparen. Hij ontvangt 5% rente aan het einde van het jaar. Hoeveel geld moet hij jaarlijks op zijn rekening storten als hij slechts 3 jaar rente ontvangt?

30.000 = ((a1,05 +a)1,05 + a)1,05
30.000 = a1,053 +a1,052 +a1,05
30.000 = a(1,053 +1,052 +1,05)
30.000/ (1,05(1,052 +1,05 +1)) = a
a = 9063

Nu wil ik dit veralgemeniseren naar een formule, maar ik kom er niet uit:

P = ((((xi +x)i +x)i +x)i ... +x)i
P = xi+ xi1 ... +xin
P -Pi = xi+ xi1 ... +xin -(xi2 ... +xin+1)
P-Pi = xi -xin+1
P-Pi = x(i -in+1)
P(1-i) /(i -in+1) = x
P(1-i) / i(1 -in) = x

(30.000(1-0,05)) /0,05(1-0,053) = 569928.75
Weet iemand waar ik de fout maak?
Ripariusvrijdag 23 januari 2015 @ 22:36
quote:
0s.gif Op vrijdag 23 januari 2015 22:08 schreef Medevil het volgende:

Weet iemand waar ik de fout maak?
Ja. Je rekent ten onrechte met i = 0,05 terwijl je i = 1,05 moet gebruiken, vergelijk je eerdere berekening. Check.
defineazvrijdag 23 januari 2015 @ 22:56
quote:
0s.gif Op vrijdag 23 januari 2015 17:59 schreef thenxero het volgende:

[..]

(F * G)(a) = ∫ F(a - y) dG(y) is de standaard definitie van convolutie in de kansrekening. De integraal is een Stieltjes integraal. Als G absoluut continu is (dat is wat anders dan 'gewoon' continu) dan kan je gebruikten dat dG(y) = g(y)dy om het als gewone Riemann/Lebesgue integraal te schrijven (dit is in feite de Radon-Nikodym stelling). Maar soms heb je geen absolute continuïteit, en dus geen pdf's, en dan moet je het wel opschrijven op de Stieltjes manier. Vandaar dat deze definitie gangbaar is in de kansrekening.
Dank, dat klinkt logisch!

In het boek wat we gebruiken slaan ze zulke issues helaas helemaal over, en wordt bijvoorbeeld gedefinieerd:
E[X] =∫ x dF(x) =
∫ xf(x) dx als X continu is
Σx xP[X = x] als X discreet is

wat ik zelf een beetje triest vond :')
mary1995zaterdag 24 januari 2015 @ 11:36
2qjvwo7.jpg

Het groen gemarkeerde zijn de antwoorden. Ik weet alleen niet hoe ze hierop komen.

Zelf had ik het volgende:

Omdat er vier steden zijn dacht ik dus: 100/4=25
0.25*0.36=0.09

etc. Maar dat klopt dus niet. Iemand een idee hoe het wel moet?
Ensemblezaterdag 24 januari 2015 @ 11:42
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 11:36 schreef mary1995 het volgende:
[ afbeelding ]

Het groen gemarkeerde zijn de antwoorden. Ik weet alleen niet hoe ze hierop komen.

Zelf had ik het volgende:

Omdat er vier steden zijn dacht ik dus: 100/4=25
0.25*0.36=0.09

etc. Maar dat klopt dus niet. Iemand een idee hoe het wel moet?
Ik doe er wel eentje voor. De rest gaat op dezelfde manier.

De kans dat iemand in stad A woont is 0.36. En de kans dat iemand gewoon is is 0.31.

Doordat welstand onafhankelijk is van de stad waar je in woont geldt:

P(woont in stad A en is gewoon) = P(woont in stad A) * P(is gewoon) = 0.36 * 0.31 = 0.1116.
Alrac4zaterdag 24 januari 2015 @ 11:43
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 11:36 schreef mary1995 het volgende:
[ afbeelding ]

Het groen gemarkeerde zijn de antwoorden. Ik weet alleen niet hoe ze hierop komen.

Zelf had ik het volgende:

Omdat er vier steden zijn dacht ik dus: 100/4=25
0.25*0.36=0.09

etc. Maar dat klopt dus niet. Iemand een idee hoe het wel moet?
De aanname is dat welstand onafhankelijk is van de stad waarin je woont. Dit betekent dat voor iedere stad geldt dat 31% 'gewoon' is (het getal rechts). Dan moet dus voor iedere stad gelden dat 31% van de inwoners 'gewoon' is. Stad A heeft maar 36% van de totale inwoners. 31% hiervan is 11.16%. Zo kun je ook de andere steden oplossen
mary1995zaterdag 24 januari 2015 @ 11:50
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 11:42 schreef Ensemble het volgende:

[..]

Ik doe er wel eentje voor. De rest gaat op dezelfde manier.

De kans dat iemand in stad A woont is 0.36. En de kans dat iemand gewoon is is 0.31.

Doordat welstand onafhankelijk is van de stad waar je in woont geldt:

P(woont in stad A en is gewoon) = P(woont in stad A) * P(is gewoon) = 0.36 * 0.31 = 0.1116.
quote:
14s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 11:43 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

De aanname is dat welstand onafhankelijk is van de stad waarin je woont. Dit betekent dat voor iedere stad geldt dat 31% 'gewoon' is (het getal rechts). Dan moet dus voor iedere stad gelden dat 31% van de inwoners 'gewoon' is. Stad A heeft maar 36% van de totale inwoners. 31% hiervan is 11.16%. Zo kun je ook de andere steden oplossen
Beide bedankt!! Waarom denk ik altijd te moeilijk XD terwijl het zo simpel is :)
thenxerozaterdag 24 januari 2015 @ 11:58
quote:
14s.gif Op vrijdag 23 januari 2015 22:56 schreef defineaz het volgende:

[..]

Dank, dat klinkt logisch!

In het boek wat we gebruiken slaan ze zulke issues helaas helemaal over, en wordt bijvoorbeeld gedefinieerd:
E[X] =∫ x dF(x) =
∫ xf(x) dx als X continu is
Σx xP[X = x] als X discreet is

wat ik zelf een beetje triest vond :')
Dat is uiteindelijk wat je meestal in de praktijk doet, maar dat is dus niet het hele verhaal. Meestal wordt het in een introductie in de kansrekening op die manier uitgelegd om zo de onderliggende maattheorie te vermijden. Dat is namelijk een abstract en fundamenteel gebied in de wiskunde die de kansrekening strikt opbouwt vanaf een aantal axioma's. Dat is een beetje zwaar om mee te beginnen. Vanuit didactisch oogpunt is het daarom wel logisch om eerst maattheorie over te slaan, maar soms dus ook een beetje verwarrend. Dat ligt dus niet aan jou ;) .
netchipzaterdag 24 januari 2015 @ 12:24
Klopt het dat de som van twee polynomen die de x-as snijden ook de x-as snijdt?

Ik had namelijk zo beredeneerd:
a = c
b = c
a + b = 2c
c = 0 (want snijpunt met x-as)
a + b = 0
Anoonumoszaterdag 24 januari 2015 @ 12:42
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 12:24 schreef netchip het volgende:
Klopt het dat de som van twee polynomen die de x-as snijden ook de x-as snijdt?

Ik had namelijk zo beredeneerd:
a = c
b = c
a + b = 2c
c = 0 (want snijpunt met x-as)
a + b = 0
Ja natuurlijk .. maar die redenering is lelijk opgeschreven.

f(a) = 0
g(a) = 0
(f + g)(a) = f(a) + g(a) = 0

Maar goed waar hebben we het over :') 0 + 0 = 0
netchipzaterdag 24 januari 2015 @ 13:14
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 12:42 schreef Anoonumos het volgende:

[..]

Ja natuurlijk .. maar die redenering is lelijk opgeschreven.

f(a) = 0
g(a) = 0
(f + g)(a) = f(a) + g(a) = 0

Maar goed waar hebben we het over :') 0 + 0 = 0
Dit kwam gewoon in me op. :P Het is idd niet het meest zinvolle, maar ja.
Hahatsjoezaterdag 24 januari 2015 @ 13:35
Dan ga je er dus wel vanuit dat de polynomen de x-as snijden in hetzelfde punt.
Mag je deze aanname maken?
Medevilzaterdag 24 januari 2015 @ 14:25
quote:
0s.gif Op vrijdag 23 januari 2015 22:36 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ja. Je rekent ten onrechte met i = 0,05 terwijl je i = 1,05 moet gebruiken, vergelijk je eerdere berekening. Check.
Oh... Kan je me nog helpen met 1 vraag?

Vader leent voor zijn huis 3.000. Hij betaalt 5% rente over zijn 3-jarige hypotheek. Jaarlijks betaalt hij een vast bedrag aan de bank en tegelijkertijd lost hij een gedeeltelijk af met dat bedrag. Aan het einde van het derde jaar is zijn restschuld 0.

Bereken het vaste bedrag en geef de jaarlijkse aflossingen.

aflossing = d
het vaste bedrag = x
b = 3.000; b2 = b- (x-bi); b3 = b2 -(x-bi3)
i = 1,05
n = 3

3.000 +ib +ib2 +ib3 = (d+ib) +(d2 +ib2) +(d3 + ib3)

(d+ib) = (d2 +ib2) = (d3 + ib3) = x

3.000 +150 +1,05b2 +1,05b3 =3x

b2 = 3.000- (x-150)

3.000 +150 +1,05 *3.000- (x-150) +1,05b3 =3x

Alleen kan ik b3 niet invullen zonder een onbekende over te houden zodat ik x kan uitrekenen.

Weet iemand hoe ik deze som kan oplossen? Volgens mij klopt mijn linkerlid niet: 3.000 +ib +ib2 +ib3
defineazzaterdag 24 januari 2015 @ 14:34
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 11:58 schreef thenxero het volgende:

[..]

Dat is uiteindelijk wat je meestal in de praktijk doet, maar dat is dus niet het hele verhaal. Meestal wordt het in een introductie in de kansrekening op die manier uitgelegd om zo de onderliggende maattheorie te vermijden. Dat is namelijk een abstract en fundamenteel gebied in de wiskunde die de kansrekening strikt opbouwt vanaf een aantal axioma's. Dat is een beetje zwaar om mee te beginnen. Vanuit didactisch oogpunt is het daarom wel logisch om eerst maattheorie over te slaan, maar soms dus ook een beetje verwarrend. Dat ligt dus niet aan jou ;) .
Nouja, in principe zijn ook random variabelen mogelijk die 'een combinatie van discreet en continu' zijn. (Ik zet het tussen aanhalingstekens, want ik denk dat je dat strikt genomen zou moeten zeggen dat ze continu zijn) Als je bijvoorbeeld een variabele X definieert die 50% kans heeft om 1 te zijn, en 50% kans heeft om (bijvoorbeeld) een exponentiele distributie te hebben. Voor zulke dingen moeten je wel iets meer weten over de Stieltjesintegraal (hoewel je er met een beetje intuitie en logisch nadenken ook wel uit moet komen).

Ik heb wel een vak maattheorie gevolgd, maar daar is de Stieltjesintegraal niet aan de orde geweest. Ik denk dat dat aan de TU Delft in de bachelorfase wordt gegeven, waardoor ik een beetje tussen wal en schip val (waar ik overigens wel vaker last van heb, qua voorkennis).
Ripariuszaterdag 24 januari 2015 @ 19:21
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 14:25 schreef Medevil het volgende:

[..]

Oh... Kan je me nog helpen met 1 vraag?

Vader leent voor zijn huis 3.000. Hij betaalt 5% rente over zijn 3-jarige hypotheek. Jaarlijks betaalt hij een vast bedrag aan de bank en tegelijkertijd lost hij een gedeeltelijk af met dat bedrag. Aan het einde van het derde jaar is zijn restschuld 0.

Bereken het vaste bedrag en geef de jaarlijkse aflossingen.

Er klopt geen hout van wat je doet, maar ik heb even geen zin om te proberen je kromme gedachten te reconstrueren. Je moet niet zomaar allerlei variabelen invoeren, want dan raak je het overzicht kwijt en dan krijg je dit soort ellende. Ik zou het als volgt doen.

Gevraagd wordt naar het vaste bedrag dat hij moet betalen en de (drie) jaarlijkse aflossingen, dus dit zijn de vier onbekenden. Laten we het vaste bedrag dat hij jaarlijks aan het einde van het jaar moet betalen b noemen en de aflossingen aan het einde van het eerste, tweede en derde jaar resp. a1, a2 en a3. Dan hebben we

(1) a1 = b − 3000·0,05

(2) a2 = b − (3000 − a1)·0,05

(3) a3 = b − (3000 − a1 − a2)·0,05

en aangezien de restschuld aan het einde van het derde jaar 0 bedraagt hebben we dan ook nog

(4) a1 + a2 + a3 = 3000

Je ziet dat we nu een stelsel hebben van vier (lineaire) vergelijkingen in de vier onbekenden a1, a2, a3 en b, en dit stelsel kun je oplossen.
Ripariuszaterdag 24 januari 2015 @ 20:04
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 13:35 schreef Hahatsjoe het volgende:
Dan ga je er dus wel vanuit dat de polynomen de x-as snijden in hetzelfde punt.
Mag je deze aanname maken?
Je moet deze aanname maken, anders is de bewering onjuist. Neem bijvoorbeeld f(x) = x2 en g(x) = 2x + 2, dan hebben f(x) en g(x) beide een (reëel) nulpunt, terwijl h(x) = f(x) + g(x) geen (reële) nulpunten heeft, daar h(x) ≥ 1 voor elke x ∈ R.
Hahatsjoezaterdag 24 januari 2015 @ 20:32
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 20:04 schreef Riparius het volgende:

[..]

Je moet deze aanname maken, anders is de bewering onjuist. Neem bijvoorbeeld f(x) = x2 en g(x) = 2x + 2, dan hebben f(x) en g(x) beide een (reëel) nulpunt, terwijl h(x) = f(x) + g(x) geen (reële) nulpunten heeft, daar h(x) ≥ 1 voor elke x ∈ R.
Dat weet ik, het was ook een vraag gericht aan netchip om te bevestigen dat hij deze voorwaarde ook begreep.
netchipzaterdag 24 januari 2015 @ 23:18
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 13:35 schreef Hahatsjoe het volgende:
Dan ga je er dus wel vanuit dat de polynomen de x-as snijden in hetzelfde punt.
Mag je deze aanname maken?
Waarom zou je deze aanname moeten maken?
Tochjozaterdag 24 januari 2015 @ 23:36
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 23:18 schreef netchip het volgende:

[..]

Waarom zou je deze aanname moeten maken?
Zie het bericht van Riparius twee berichten boven dat van jou :P
netchipzaterdag 24 januari 2015 @ 23:41
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 23:36 schreef Tochjo het volgende:

[..]

Zie het bericht van Riparius twee berichten boven dat van jou :P
Uhu, maar dat is een voorbeeld... Ik snap nu de waarom nog steeds niet. ;)
Ripariuszaterdag 24 januari 2015 @ 23:56
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 23:41 schreef netchip het volgende:

[..]

Uhu, maar dat is een voorbeeld... Ik snap nu de het waarom nog steeds niet. ;)
Je begrijpt dat één tegenvoorbeeld voldoende is om de algemene geldigheid van een bewering te weerleggen?
netchipzaterdag 24 januari 2015 @ 23:57
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 23:56 schreef Riparius het volgende:

[..]

Je begrijpt dat één tegenvoorbeeld voldoende is om de algemene geldigheid van een bewering te weerleggen?
Dat snap ik. :) Maar hoe is nu aangetoond dat mijn bewering alleen geldt als de twee polynomen dezelfde snijpunten met de x-as hebben?
Ripariuszondag 25 januari 2015 @ 00:01
quote:
0s.gif Op zaterdag 24 januari 2015 23:57 schreef netchip het volgende:

[..]

Dat snap ik. :) Maar hoe is nu aangetoond dat mijn bewering alleen geldt als de grafieken van de twee polynomen dezelfde snijpunten met de x-as hebben?
Dat is niet aangetoond en trouwens evenmin juist. Wat wel is aangetoond is dat de bewering dat h(x) = f(x) + g(x) een (reëel) nulpunt zou hebben als f(x) en g(x) elk een reëel nulpunt hebben in zijn algemeenheid niet juist is.
netchipzondag 25 januari 2015 @ 00:04
quote:
0s.gif Op zondag 25 januari 2015 00:01 schreef Riparius het volgende:

[..]

Dat is niet aangetoond en trouwens evenmin juist. Wat wel is aangetoond is dat de bewering dat h(x) = f(x) + g(x) een (reëel) nulpunt zou hebben als f(x) en g(x) elk een reëel nulpunt hebben in zijn algemeenheid niet juist is.
Ah, oké, dank je voor de verheldering! :)
Ripariuszondag 25 januari 2015 @ 00:10
quote:
0s.gif Op zondag 25 januari 2015 00:04 schreef netchip het volgende:

[..]

Ah, oké, dank je voor de verheldering! :)
Graag gedaan. Maar waarom was je zo geïnteresseerd in dit triviale vraagstukje?
netchipzondag 25 januari 2015 @ 00:15
quote:
0s.gif Op zondag 25 januari 2015 00:10 schreef Riparius het volgende:

[..]

Graag gedaan. Maar waarom was je zo geïnteresseerd in dit triviale vraagstukje?
Ik lag vanochtend na te denken of de som van twee polynomen met reële nulpunten ook per definitie reële nulpunten heeft. Ik bedacht toen dat 'bewijs' dat dus fout blijkt te zijn, en ik wilde graag weten of die klopte. :)
Anoonumoszondag 25 januari 2015 @ 00:18
Oh op die manier
Ripariuszondag 25 januari 2015 @ 00:24
quote:
0s.gif Op zondag 25 januari 2015 00:15 schreef netchip het volgende:

[..]

Ik lag vanochtend na te denken of de som van twee polynomen met reële nulpunten ook per definitie reële nulpunten heeft. Ik bedacht toen dat 'bewijs' dat dus fout blijkt te zijn, en ik wilde graag weten of die klopte. :)
Als jouw bewering juist zou zijn geweest dan zou elk polynoom van een reële variabele een reëel nulpunt hebben, maar je weet heel goed dat dit niet klopt omdat een kwadratische functie als grafiek een parabool heeft, en die kan geheel onder of geheel boven de x-as liggen, en dan zijn er geen reële nulpunten.

Het is overigens wél zo dat elk reëel polynoom van oneven graad tenminste één reëel nulpunt heeft. Probeer dat maar eens te bewijzen.

[ Bericht 1% gewijzigd door Riparius op 25-01-2015 03:15:52 ]
Amoebazondag 25 januari 2015 @ 03:21
quote:
0s.gif Op zondag 25 januari 2015 00:24 schreef Riparius het volgende:

[..]

Als jouw bewering juist zou zijn geweest dan zou elk polynoom van een reële variabele een reëel nulpunt hebben, maar je weet heel goed dat dit niet klopt omdat een kwadratische functie als grafiek een parabool heeft, en die kan geheel onder of geheel boven de x-as liggen, en dan zijn er geen reële nulpunten.

Het is overigens wél zo dat elk reëel polynoom van oneven graad tenminste één reëel nulpunt heeft. Probeer dat maar eens te bewijzen.
Jij keurde mijn bewijs toen af, ik toonde aan dat f in limiet naar zowel positief als negatief oneindig ging om me vervolgens te beroepen op de tussenwaardestelling voor continue functies. Heb je nog ooit uitgelegd waarom dat fout was?
Ripariuszondag 25 januari 2015 @ 06:30
quote:
10s.gif Op zondag 25 januari 2015 03:21 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Jij keurde mijn bewijs toen af, ik toonde aan dat f in limiet naar zowel positief als negatief oneindig ging om me vervolgens te beroepen op de tussenwaardestelling voor continue functies. Heb je nog ooit uitgelegd waarom dat fout was?
Ja, dat heb ik destijds aangegeven. Het probleem was uiteraard niet dat je je op de tussenwaardestelling beriep, maar de manier waarop je meende aan te kunnen tonen dat een reëel polynoom P(x) van oneven graad van teken wisselt, in casu dat er een X0 > 0 bestaat zodanig dat voor een willekeurige r > X0 het teken van P(r) en P(-r) tegengesteld is. In eerste instantie begreep je kennelijk niet dat je daarvoor de driehoeksongelijkheid moest gebruiken, en vervolgens trok je een conclusie die je niet kunt trekken zoals ik ook heb aangegeven alvorens de uitwerking te geven die ik in gedachten had.
Andijvie_maandag 26 januari 2015 @ 11:37
Hallo,

Ik heb tweetal vragen:

Wat wordt er bedoeld met convergeren en divergeren en hoe kun je dat weten/berekenen, evenals het feit dat 1/x kleiner moet zijn dan 1 en x groter moet zijn dan 1? Daarnaast... waarom klapt het ongelijkheidsteken om, het is toch geen deling met een negatief getal?

137bd74693.png

Dezelfde vraag hier:

f804f90b04.png


Waarom zou | x² | < 1 moeten zijn zodat het convergeert?

[ Bericht 5% gewijzigd door Andijvie_ op 26-01-2015 12:37:12 ]
Andijvie_maandag 26 januari 2015 @ 12:27
Nog een paar voorbeelden:

-2 + 6 - 18 + 54... --> waarbij startgetal = -2 en quotient = -3 en n = oneindig --> divergent (waarom?!!? ) je komt toch op convergentie uit? want --> -2/(1+3) = -2/4 --> formule: a/(1-k)

En :

21/3 + 1 + 2-1/3 + 2-2/3 + ...

a = 21/3
k = 2-1/3
n = oneindig

[ Bericht 0% gewijzigd door Andijvie_ op 26-01-2015 12:36:41 ]
Ripariusmaandag 26 januari 2015 @ 18:28
quote:
0s.gif Op maandag 26 januari 2015 11:37 schreef Andijvie_ het volgende:
Hallo,

Ik heb tweetal vragen:

Wat wordt er bedoeld met convergeren en divergeren en hoe kun je dat weten/berekenen, evenals het feit dat 1/x kleiner moet zijn dan 1 en x groter moet zijn dan 1? Daarnaast... waarom klapt het ongelijkheidsteken om, het is toch geen deling met een negatief getal?

[ afbeelding ]

Dezelfde vraag hier:

[ afbeelding ]

Waarom zou | x² | < 1 moeten zijn zodat het convergeert?

Het probleem is dat je kennelijk niet weet hoe je een meetkundige reeks met een eindig aantal termen sommeert, en als gevolg daarvan begrijp je kennelijk ook niet dat een oneindige meetkundige reeks convergeert dan en slechts dan als de absolute waarde van de reden van de meetkundige reeks kleiner is dan 1.

Trek nu eerst wat tijd uit om deze post van mij eens goed te bestuderen, zodat je begrijpt hoe je de som bepaalt van een meetkundige reeks met een eindig aantal termen. Ga pas verder met het bestuderen van onderstaande tekst nadat je mijn oude post hebt doorgenomen.

Hebben we een meetkundige reeks met als eerste term a en als reden r ≠ 1, dan is de som Sn van de eerste n termen:

S_n\,=\,a\cdot\frac{1\,-\,r^n}{1\,-\,r}

Is nu de absolute waarde van de reden r van de reeks kleiner dan 1, dus |r| < 1, dan zal rn in bovenstaande uitdrukking voor Sn steeds dichter tot nul naderen als we n steeds groter maken, dus als we steeds meer termen nemen en deze sommeren. Dat wil dus zeggen dat Sn dan steeds dichter zal naderen tot a/(1-r), oftewel, Sn nadert voor n → ∞ dan tot een limiet die we aan kunnen duiden met S, in formulevorm:

S\,=\,\lim_{n \to \infty}S_n\,=\,\lim_{n \to \infty}a\cdot\frac{1\,-\,r^n}{1\,-\,r}\,=\,a\cdot\frac{1\,-\,0}{1\,-\,r}\,=\,\frac{a}{1\,-\,r}

We kunnen dan zeggen dat de meetkundige reeks convergeert en dat S de som is van deze oneindige meetkundige reeks met eerste term a en reden r, mits |r| < 1.

Een eenvoudig voorbeeld is de meetkundige reeks die je krijgt door a = 1 te nemen als eerste term en r = ½ als reden:

1\,+\,\frac{1}{2}\,+\,\frac{1}{4}\,+\,\frac{1}{8}\,+\, ...

Als je de som bepaalt van steeds meer termen van deze reeks dan zie je gemakkelijk dat je steeds dichter in de buurt van 2 komt, omdat immers de nog resterende afstand van de som van een aantal termen tot 2 steeds halveert wanneer je de eerstvolgende term erbij neemt. De som van een eindig aantal termen van deze reeks wordt nooit exact 2, maar we kunnen wel willekeurig dicht in de buurt van 2 komen als we maar voldoende termen nemen. De limiet van de deelsom Sn van de eerste n termen is dus 2 voor n → ∞ en we kunnen dit ook kortweg uitdrukken door te zeggen dat deze reeks convergeert en dat de som van deze oneindige reeks gelijk is aan 2. We noemen dit ook een convergente reeks. Als je in bovenstaande formule S = a/(1-r) voor de som van een convergente oneindige meetkundige reeks a = 1 en r = ½ invult, dan vind je uiteraard ook S = 1/(1-½) = 2.

Is de absolute waarde van de reden r daarentegen groter dan 1, dan zal rn niet tot een bepaalde waarde naderen als we n steeds groter laten worden, en dan zal de som Sn van de eerste n termen van de reeks dus ook niet tot een bepaalde waarde naderen als we het aantal termen n dat we optellen steeds groter laten worden. We zeggen dan dat de reeks divergeert. Een heel eenvoudig voorbeeld krijgen we door weer als eerste term a = 1 te nemen, maar nu als reden r = 2, dan hebben we:

1\,+ \,2\,+\,4\,+\,8\,+\, ...

Het is duidelijk dat de som van een aantal termen van deze reeks steeds groter wordt en bovendien onbeperkt toeneemt als we het aantal termen onbeperkt toe laten nemen: we kunnen de som groter laten worden dan ieder willekeurig gekozen getal als we maar voldoende termen nemen. Het is dus duidelijk dat de som van de termen van deze meetkundige reeks niet nadert tot een bepaalde waarde als we het aantal termen waarvan we de som nemen onbeperkt toe laten nemen. We zeggen dan dat deze reeks divergeert oftewel dat we hier te maken hebben met een divergente reeks.

Het zal nu hopelijk duidelijk zijn dat de reeks uit je eerste voorbeeld convergeert dan en slechts dan als

\left|\frac{1}{x}\right|\,\lt\,1

Vermenigvuldigen we beide leden van deze ongelijkheid met |x|, dan hebben we

1\,\lt\,|x|

en dit is weer equivalent met

|x|\,\gt\,1

De meetkundige reeks uit je tweede voorbeeld heeft als reden x², en deze reeks is dus convergent dan en slechts dan als

|x^2|\,\lt\,1

en deze voorwaarde is equivalent met

|x|\,\lt\,1

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 27-01-2015 18:25:17 ]
RustCohledinsdag 27 januari 2015 @ 14:42
Hoi, kan iemand mij uit de brand helpen met een matrix multiplicatie?;

5bee752e55.png

Ik snap de multiplicatie, maar ik snap niet hoe je de matrix kan opschrijven als een functie..? Op het einde staat overigens dat het een 1 x 1 matrix is, maar het is toch een 3x3 matrix (kijkend naar de matrix vóór het = teken van de functie)?
CapnIzzydinsdag 27 januari 2015 @ 14:47
quote:
0s.gif Op dinsdag 27 januari 2015 14:42 schreef RustCohle het volgende:
Hoi, kan iemand mij uit de brand helpen met een matrix multiplicatie?;

[ afbeelding ]

Ik snap de multiplicatie, maar ik snap niet hoe je de matrix kan opschrijven als een functie..? Op het einde staat overigens dat het een 1 x 1 matrix is, maar het is toch een 3x3 matrix (kijkend naar de matrix vóór het = teken van de functie)?
Kan me niet voorstellen dat dit niet gewoon duidelijk staat uitgelegd op de hoorcollegeslides/verplichte literatuur. Als je geen zin hebt om te lezen, kijk dan die webcasts.
RustCohledinsdag 27 januari 2015 @ 15:13
quote:
0s.gif Op dinsdag 27 januari 2015 14:47 schreef CapnIzzy het volgende:

[..]

Kan me niet voorstellen dat dit niet gewoon duidelijk staat uitgelegd op de hoorcollegeslides/verplichte literatuur. Als je geen zin hebt om te lezen, kijk dan die webcasts.
Nee in de hoorcollegeslides worden, voor mij, de makkelijkste dingen behandeld (waaronder matrix multiplicatie, geen omschrijving van matrix --> functie en andersom). In de literatuur wordt er zijlangs erover gesproken. In de webcast wordt er eveneens niet over gesproken!
Alrac4dinsdag 27 januari 2015 @ 15:15
quote:
0s.gif Op dinsdag 27 januari 2015 15:13 schreef RustCohle het volgende:

[..]

Nee in de hoorcollegeslides worden, voor mij, de makkelijkste dingen behandeld (waaronder matrix multiplicatie, geen omschrijving van matrix --> functie en andersom). In de literatuur wordt er zijlangs erover gesproken. In de webcast wordt er eveneens niet over gesproken!
Ik snap niet waar jij een functie ziet. Wat hier staat is: matrix * kolomvector1 = kolomvector2
rijvector1 * kolomvector2 = getal. Alle letters a t/m f en x, y en z zijn gewoon getallen.
RustCohledinsdag 27 januari 2015 @ 15:22
quote:
0s.gif Op dinsdag 27 januari 2015 15:15 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Ik snap niet waar jij een functie ziet. Wat hier staat is: matrix * kolomvector1 = kolomvector2
rijvector1 * kolomvector2 = getal. Alle letters a t/m f en x, y en z zijn gewoon getallen.
Hoe kom je op dit:

76ce7d286e.png

EDIT: laat maar! Ik zag die x,y,z niet.

2b196f7867.png

75531c11e6.png
Aardappeltaartdinsdag 27 januari 2015 @ 17:53
Als er ineens letters worden gebruikt in plaats van getallen moet je in gedachte houden wat je zou doen als er getallen zouden staan. Het ziet er misschien ingewikkelder uit, maar de vermenigvuldiging werkt hetzelfde. En je moet een plus en een lege ruimte (dus nieuwe kolom) niet verwarren.
Bram_van_Loondinsdag 27 januari 2015 @ 20:17
Vraagje, waarom geldt de volgende gelijkheid? pi/2 - arctan(x) = arctan(1/x)

Mijn eerste gedachte is om de goniometrische gelijkheden te gebruiken maar ik heb de indruk dat ik een simpelere verklaring over het hoofd zie.
Bram_van_Loondinsdag 27 januari 2015 @ 20:22
quote:
0s.gif Op dinsdag 27 januari 2015 17:53 schreef Aardappeltaart het volgende:
Als er ineens letters worden gebruikt in plaats van getallen moet je in gedachte houden wat je zou doen als er getallen zouden staan. Het ziet er misschien ingewikkelder uit, maar de vermenigvuldiging werkt hetzelfde. En je moet een plus en een lege ruimte (dus nieuwe kolom) niet verwarren.
Ik denk dat ik zijn probleem begrijp. Een 1*3 matrix wordt vermenigvuldigd met een 3*3 matrix. Dan krijg je dus een 1*3 matrix als resultaat. Echter telt die docent getallen vanuit verschillende kolommen bij elkaar op en maakt hij er een 1*1 matrix van. Dat komt op mij ook wat raar over.
Janneke141dinsdag 27 januari 2015 @ 20:25
quote:
0s.gif Op dinsdag 27 januari 2015 20:17 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Vraagje, waarom geldt de volgende gelijkheid? pi/2 - arctan(x) = arctan(1/x)

Mijn eerste gedachte is om de goniometrische gelijkheden te gebruiken maar ik heb de indruk dat ik een simpelere verklaring over het hoofd zie.
Probeer 'm eens met de definitie van de tangens in een driehoek, dan zie je 'm waarschijnlijk meteen.
Ensembledinsdag 27 januari 2015 @ 20:28
quote:
0s.gif Op dinsdag 27 januari 2015 20:22 schreef Bram_van_Loon het volgende:

[..]

Ik denk dat ik zijn probleem begrijp. Een 1*3 matrix wordt vermenigvuldigd met een 3*3 matrix. Dan krijg je dus een 1*3 matrix als resultaat. Echter telt die docent getallen vanuit verschillende kolommen bij elkaar op en maakt hij er een 1*1 matrix van. Dat komt op mij ook wat raar over.
Er komt in zijn post nergens een 1x3 matrix keer een 3x3 matrix voor.
Ripariusdinsdag 27 januari 2015 @ 20:34
quote:
0s.gif Op dinsdag 27 januari 2015 20:17 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Vraagje, waarom geldt de volgende gelijkheid? pi/2 - arctan(x) = arctan(1/x)

Mijn eerste gedachte is om de goniometrische gelijkheden te gebruiken maar ik heb de indruk dat ik een simpelere verklaring over het hoofd zie.
De tangens en de cotangens van eenzelfde hoek zijn elkaars inverse en tevens is de cotangens van een hoek gelijk aan de tangens van het complement van die hoek. Wat denk je daarvan?

Merk overigens op dat je identiteit niet geldt voor x < 0, dan zijn arctan(x) en arctan(1/x) beide negatief en is de som dus niet gelijk aan π/2.

[ Bericht 9% gewijzigd door Riparius op 27-01-2015 21:12:07 ]
Mathemaatdinsdag 27 januari 2015 @ 21:27
quote:
0s.gif Op dinsdag 27 januari 2015 20:17 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Vraagje, waarom geldt de volgende gelijkheid? pi/2 - arctan(x) = arctan(1/x)

Mijn eerste gedachte is om de goniometrische gelijkheden te gebruiken maar ik heb de indruk dat ik een simpelere verklaring over het hoofd zie.
\frac{d}{dx}(\arctan(x)+\arctan(\frac{1}{x}))=\frac{1}{1+x^2}-\frac{1}{1+x^2}=0, \forall x\neq0.
Dus
\text{constant}=\arctan(x)+\arctan(\frac{1}{x})=\arctan(1)+\arctan(\frac{1}{1})=\pi/2, \forall x>0.

[ Bericht 0% gewijzigd door Mathemaat op 27-01-2015 21:36:56 ]
ronaldoo12zaterdag 31 januari 2015 @ 20:53
Kan iemand mij aub met deze vraag helpen:
2dsq16o.jpg

Ik ben tot hier gekomen maar kom er niet uit :

2uhspcj.jpg

Het goeie antwoord moet zijn 3/2 pi
thabitzaterdag 31 januari 2015 @ 21:13
Edit: laat maar, antwoord is al gegeven.
ronaldoo12zaterdag 31 januari 2015 @ 21:16
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 21:13 schreef thabit het volgende:
Edit: laat maar, antwoord is al gegeven.
wat bedoel je ?
Anoonumoszaterdag 31 januari 2015 @ 21:38
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 20:53 schreef ronaldoo12 het volgende:
Kan iemand mij aub met deze vraag helpen:
[ afbeelding ]

Ik ben tot hier gekomen maar kom er niet uit :

[ afbeelding ]

Het goeie antwoord moet zijn 3/2 pi
x = r cos θ + 1
y = r sin θ
ronaldoo12zaterdag 31 januari 2015 @ 21:59
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 21:38 schreef Anoonumos het volgende:

[..]

x = r cos θ + 1
y = r sin θ
waarom +1 ?
Ripariuszaterdag 31 januari 2015 @ 22:03
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 20:53 schreef ronaldoo12 het volgende:
Kan iemand mij aub met deze vraag helpen:
[ afbeelding ]

Ik ben tot hier gekomen maar kom er niet uit :

[ afbeelding ]

Het goeie antwoord moet zijn 3/2 pi
Je maakt een domme rekenfout. Wat is de vierde macht van 2·cos θ ?
ronaldoo12zaterdag 31 januari 2015 @ 22:11
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 22:03 schreef Riparius het volgende:

[..]

Je maakt een domme rekenfout. Wat is de vierde macht van 2·cos θ ?
16 cos fi ^4 ?
Ripariuszaterdag 31 januari 2015 @ 22:13
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 22:11 schreef ronaldoo12 het volgende:

[..]

16 cos fi ^4 ?
De letter θ heet theta, niet phi. En inderdaad krijg je dan dit.
ronaldoo12zaterdag 31 januari 2015 @ 22:27
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 22:13 schreef Riparius het volgende:

[..]

De letter θ heet theta, niet phi. En inderdaad krijg je dan dit.
Kan je me misschien uitleggen hoe ze het integreren?
ik dacht aan dit:

vdkcjr.jpg
Ripariuszaterdag 31 januari 2015 @ 22:36
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 22:27 schreef ronaldoo12 het volgende:

[..]

Kan je me misschien uitleggen hoe ze het integreren?

Wat jij doet om cos4θ te primitiveren klopt uiteraard ook niet, maar ik heb alleen aangegeven waar je je eerste fout maakte.

Om cos4θ te primitiveren maak je gebruik van de identiteit

cos2α = ½(1 + cos 2α)

Zie ook mijn overzichtje over goniometrische identiteiten, waar ik opmerk dat deze identiteit van pas komt bij de integraalrekening. Nu heb je dus

cos4θ = (½(1 + cos 2θ))2

Werk het rechterlid van deze identiteit uit en pas dan nogmaals bovenstaande identiteit voor cos2α toe. Dan heb je cos4θ herleid tot een uitdrukking die je gemakkelijk kunt primitiveren.

[ Bericht 2% gewijzigd door Riparius op 31-01-2015 22:58:13 ]
ronaldoo12zaterdag 31 januari 2015 @ 23:52
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 22:36 schreef Riparius het volgende:

[..]

Wat jij doet om cos4θ te primitiveren klopt uiteraard ook niet, maar ik heb alleen aangegeven waar je je eerste fout maakte.

Om cos4θ te primitiveren maak je gebruik van de identiteit

cos2α = ½(1 + cos 2α)

Zie ook mijn overzichtje over goniometrische identiteiten, waar ik opmerk dat deze identiteit van pas komt bij de integraalrekening. Nu heb je dus

cos4θ = (½(1 + cos 2θ))2

Werk het rechterlid van deze identiteit uit en pas dan nogmaals bovenstaande identiteit voor cos2α toe. Dan heb je cos4θ herleid tot een uitdrukking die je gemakkelijk kunt primitiveren.
Op deze manier bedoel je toch? De tweede integraal doe ik trouwens niks mee.. was foutje

2mp0p5y.jpg

ik kom nog steeds niet goed uit :?
Ripariuszondag 1 februari 2015 @ 00:05
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 23:52 schreef ronaldoo12 het volgende:

[..]

Op deze manier bedoel je toch? De tweede integraal doe ik trouwens niks mee.. was foutje

Ik kom nog steeds niet goed uit :?
Nee, je uitwerking van de identiteit klopt dan ook niet. Ik zie dat je je merkwaardige producten niet kent. Dat is echt brugklasalgebra:

(a + b)2 = a2 + 2ab + b2

We hebben:

cos4θ = (½(1 + cos 2θ))2

en dus ook:

4·cos4θ = (1 + cos 2θ)2

Werk dit eerst fatsoenlijk uit.
ronaldoo12zondag 1 februari 2015 @ 00:26
quote:
0s.gif Op zondag 1 februari 2015 00:05 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee, je uitwerking van de identiteit klopt dan ook niet. Ik zie dat je je merkwaardige producten niet kent. Dat is echt brugklasalgebra:

(a + b)2 = a2 + 2ab + b2

We hebben:

cos4θ = (½(1 + cos 2θ))2

en dus ook:

4·cos4θ = (1 + cos 2θ)2

Werk dit eerst fatsoenlijk uit.
Hey ik kwam net trouwens wel goed uit, ik ben vergeten keer 4 te doen. Maar bedankt voor je hulp, ik weet nu hoe die moet ;)
Ripariuszondag 1 februari 2015 @ 03:30
quote:
0s.gif Op zondag 1 februari 2015 00:26 schreef ronaldoo12 het volgende:

[..]

Hey ik kwam net trouwens wel goed uit, ik ben vergeten keer 4 te doen. Maar bedankt voor je hulp, ik weet nu hoe die moet ;)
Nee, kennelijk weet je het nog steeds niet. Het was niet alleen die factor 4 die je was vergeten. Je denkt ten onrechte dat je het goed hebt gedaan omdat je op het juiste antwoord uitkwam, maar dat impliceert niet dat je uitwerking correct is, je primitieve van cos4θ is namelijk nog steeds fout.

We hebben

4\cdot\cos^4\theta\,=\,(1\,+\,\cos\,2\theta)^2\,=\,1\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,cos^2\,2\theta\,=\,1\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,\frac{1}{2}(1\,+\,\cos\,4\theta)

en dus

4\cdot\cos^4\theta\,=\,\frac{3}{2}\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,\frac{1}{2}\cdot\cos\,4\theta

zodat we krijgen

\int_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}4\cdot\cos^4\theta\mathrm{d}\theta\,=\,\int_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}(\frac{3}{2}\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,\frac{1}{2}\cdot\cos\,4\theta)\mathrm{d}\theta

en dit geeft

\int_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}4\cdot\cos^4\theta\mathrm{d}\theta\,=\,[\frac{3}{2}\theta\,+\,\sin\,2\theta\,+\,\frac{1}{8}\cdot\sin\,4\theta]_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}\,=\,\frac{3}{4}\pi\,-\,(-\,\frac{3}{4}\pi)\,=\,\frac{3}{2}\pi

aangezien de sinus van elk geheel veelvoud van π gelijk is aan nul.
Ripariuszondag 1 februari 2015 @ 05:45
quote:
0s.gif Op zaterdag 31 januari 2015 21:59 schreef ronaldoo12 het volgende:

[..]

waarom +1 ?
Tja, waarom niet? Er zijn meer wegen die naar Rome leiden, en met de substitutie x = r·cos θ + 1, y = r·sin θ die Anoonumos voorstelt krijg je een integrand die er iets ingewikkelder uitziet, maar daar staat tegenover dat je zowel r als θ over een vast interval kunt laten lopen, je hebt dan immers 0 ≤ r ≤ 1 en bijvoorbeeld 0 ≤ θ ≤ 2π voor je gebied G. Nu is

x^2\,+\,y^2\,=\,r^2\,+\,1\,+\,2r\cdot\cos\,\theta

en de jacobiaan blijft hetzelfde als bij de substitutie x = r·cos θ, y = r·sin θ, zodat de integraal dus wordt

\int_{0}^{2\pi}\int_{0}^{1}(r^3\,+\,r\,+\,2r^2\cdot\cos\,\theta)\mathrm{d}r\mathrm{d}\theta

en dit geeft

\int_{0}^{2\pi}[\frac{1}{4}r^4\,+\,\frac{1}{2}r^2\,+\,\frac{2}{3}r^3\cdot\cos\,\theta]_{0}^{1}\mathrm{d}\theta

en dus

\int_{0}^{2\pi}(\frac{3}{4}\,+\,\frac{2}{3}\cdot\cos\,\theta)\mathrm{d}\theta\,=\,[\frac{3}{4}\theta\,+\,\frac{2}{3}\cdot\sin\,\theta]_{0}^{2\pi}\,=\,\frac{3}{2}\pi

Zo kan het dus ook.
ronaldoo12zondag 1 februari 2015 @ 09:43
quote:
0s.gif Op zondag 1 februari 2015 03:30 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee, kennelijk weet je het nog steeds niet. Het was niet alleen die factor 4 die je was vergeten. Je denkt ten onrechte dat je het goed hebt gedaan omdat je op het juiste antwoord uitkwam, maar dat impliceert niet dat je uitwerking correct is, je primitieve van cos4θ is namelijk nog steeds fout.

We hebben

4\cdot\cos^4\theta\,=\,(1\,+\,\cos\,2\theta)^2\,=\,1\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,cos^2\,2\theta\,=\,1\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,\frac{1}{2}(1\,+\,\cos\,4\theta)

en dus

4\cdot\cos^4\theta\,=\,\frac{3}{2}\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,\frac{1}{2}\cdot\cos\,4\theta

zodat we krijgen

\int_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}4\cdot\cos^4\theta\mathrm{d}\theta\,=\,\int_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}(\frac{3}{2}\,+\,2\cdot\cos\,2\theta\,+\,\frac{1}{2}\cdot\cos\,4\theta)\mathrm{d}\theta

en dit geeft

\int_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}4\cdot\cos^4\theta\mathrm{d}\theta\,=\,[\frac{3}{2}\theta\,+\,\sin\,2\theta\,+\,\frac{1}{8}\cdot\sin\,4\theta]_{-\,\frac{1}{2}\pi}^{\frac{1}{2}\pi}\,=\,\frac{3}{4}\pi\,-\,(-\,\frac{3}{4}\pi)\,=\,\frac{3}{2}\pi

aangezien de sinus van elk geheel veelvoud van π gelijk is aan nul.
Ooh ja wel toevallig dat ik op het goeie antwoord uitkwam haha, maar ik begreep hem daarnaast ookal met de uitleg die je hiervoor had gegeven.Bedankt voor de moeite ! ;)
Wouterw17zondag 8 februari 2015 @ 17:35
Kan iemand me helpen met het volgende probleem: Bewijs voor matrices X dat dsp(X'X) = 2sp(X'dX).
Even voor de duidelijkheid: de X' staat voor X transpose.
Ensemblezondag 8 februari 2015 @ 18:01
quote:
0s.gif Op zondag 8 februari 2015 17:35 schreef Wouterw17 het volgende:
Kan iemand me helpen met het volgende probleem: Bewijs voor matrices X dat dsp(X'X) = 2sp(X'dX).
Even voor de duidelijkheid: de X' staat voor X transpose.
Wat regels met betrekking tot het spoor van een matrix:
dsp(A) = sp(d(A))
sp(A) = sp(A')
sp(A+B) = sp(A) + sp(B)

En d(X'X) = d(X')X + X'dX volgens de kettingregel.

Dit combineren geeft:

dsp(X'X) = sp(d(X'X)) = sp(d(X')X + X'dX) = sp(d(X')X) + sp(X'dX) = sp((d(X')X)') + sp(X'dX) = 2sp(X'dX)
Awsomzondag 8 februari 2015 @ 18:58
Ik doe over een paar maand WiB examen via CCVW omdat ik WiB nodig heb voor m'n studie.. heb momenteel alleen een VWO WiA diploma. Ik zal de komende tijd wel vaker in dit topic te vinden zijn. :P

Nu ben ik me door de eerste boeken van WiB VWO aan het spitten om de boel weer een beetje op de frissen, maar ik loop tegen het volgende aan:

Bereken exact de oplossingen van 4x6 + 35 = 24x3

Dit staat in het antwoordmodel.

4x6 +35 = 24x3
4x6 - 24x3 + 35 = 0
Stel x3 = p
4p2 - 24p + 35 = 0
D = 24² - 4*4*35 = 16
p = 2,5 of p = 3,5

x³ = 2,5 of x³ = 3,5

x = 3e machtwortel (2,5) of x = 3e machtswortel (3,5) ..

Ik kom er echter niet uit hoe ze bij het dikgedrukte komen... 4x6 - x³ is volgensmij nog altijd 4x³ en niet 4x² ...

Oh wacht, als x³ = p , dan is 4x6 dus p² omdat x6/x³ = 2 ?

[ Bericht 33% gewijzigd door Awsom op 08-02-2015 19:40:32 ]
GeorgeArArMartinzondag 8 februari 2015 @ 20:10
quote:
99s.gif Op zondag 8 februari 2015 18:58 schreef Awsom het volgende:
Oh wacht, als x³ = p , dan is 4x6 dus p² omdat x6/x³ = 2 ?
Nee.

(xa)b = xa*b

xa * xb = xa+b

Dus x6/x3 = x6-3 = x3
Ripariuszondag 8 februari 2015 @ 20:15
quote:
99s.gif Op zondag 8 februari 2015 18:58 schreef Awsom het volgende:
Ik doe over een paar maanden WiB examen via CCVW omdat ik WiB nodig heb voor m'n studie.. heb momenteel alleen een VWO WiA diploma. Ik zal de komende tijd wel vaker in dit topic te vinden zijn. :P

Nu ben ik me door de eerste boeken van WiB VWO aan het spitten om de boel weer een beetje op te frissen, maar ik loop tegen het volgende aan:

Bereken exact de oplossingen van 4x6 + 35 = 24x3

Dit staat in het antwoordmodel.

4x6 +35 = 24x3
4x6 - 24x3 + 35 = 0
Stel x3 = p
4p2 - 24p + 35 = 0
D = 24² - 4*4*35 = 16
p = 2,5 of p = 3,5

x³ = 2,5 of x³ = 3,5

x = 3e machtwortel (2,5) of x = 3e machtswortel (3,5) ..

Ik kom er echter niet uit hoe ze bij het dikgedrukte komen... 4x6 - x³ is volgens mij nog altijd 4x³ en niet 4x² ...
Nee, hoe kom je hierbij?
quote:
Oh wacht, als x³ = p , dan is 4x6 dus p² omdat x6/x³ = 2 ?
Nee. Als x3 = p dan is 4x6 = 4p2 omdat x6 = (x3)2 = p2.

Je kunt de resulterende vierkantsvergelijking

4p2 − 24p + 35 = 0

trouwens ook oplossen door het linkerlid te ontbinden in factoren. Zoek twee (gehele) getallen waarvan het product gelijk is aan 4·35 = 140 terwijl de som gelijk is aan −24. Die getallen zijn −10 en −14. Splits nu de lineaire term − 24p op in − 10p − 14p, dan hebben we

4p2 − 10p − 14p + 35 = 0
2p(2p − 5) − 7(2p − 5) = 0
(2p − 5)(2p − 7) = 0
2p − 5 = 0 ∨ 2p − 7 = 0
p = 5/2 ∨ p = 7/2

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 09-02-2015 00:47:25 ]
Awsomzondag 8 februari 2015 @ 20:25
quote:
0s.gif Op zondag 8 februari 2015 20:15 schreef Riparius het volgende:
Nee. Als x3 = p dan is 4x6 = 4p2 omdat x6 = (x3)2 = p2.
Dat bedoel ik, ik schrijf het alleen wat ongelukkig op. :'(

quote:
Je kunt de resulterende vierkantsvergelijking

4p2 − 24p + 35 = 0

trouwens ook oplossen door het linkerlid te ontbinden in factoren. Zoek twee (gehele) getallen waarvan het product gelijk is aan 4·35 = 140 terwijl de som gelijk is aan −24. Die getallen zijn −10 en −14. Splits nu de lineaire term − 24p op in −10p − 14p, dan hebben we

Die manier heb ik nog niet eerder gezien, ziet er wel goed uit, maar je moet dan wel 'geluk' hebben dat je snel zulke getallen gaat vinden.. Bij de volgende vergelijking is dat al een stuk lastiger volgensmij (ik zie het zo snel niet iig)

64x6 - 224x3 + 27 = 0


Hm, fuck .. ik snap het toch nog niet echt. :P

x5 - x2 * Wortel (x) -2 = 0
Stel x2 * Wortel (x) = p
p2 - p - 2 = 0

Hoe kom je daar nou opeens weer op p2 :{ ?

[ Bericht 13% gewijzigd door Awsom op 08-02-2015 20:39:15 ]
Ripariuszondag 8 februari 2015 @ 20:43
quote:
99s.gif Op zondag 8 februari 2015 20:25 schreef Awsom het volgende:

[..]

Dat bedoel ik, ik schrijf het alleen wat ongelukkig op. :'(

[..]

Die manier heb ik nog niet eerder gezien, ziet er wel goed uit, maar je moet dan wel 'geluk' hebben dat je snel zulke getallen gaat vinden.. Bij de volgende vergelijking is dat al een stuk lastiger volgens mij (ik zie het zo snel niet iig)

64x6 - 224x3 + 27 = 0
Het is niet een kwestie van geluk. In dit geval heb je 64·27 = 26·33 zodat je dus zes priemfactoren 2 en drie priemfactoren 3 moet verdelen over de twee getallen. De som moet even zijn, maar is geen drievoud, zodat de beide te vinden getallen niet beide een drievoud kunnen zijn, want dan zou de som ook een drievoud zijn, quod non. Alle drie de priemfactoren 3 zitten dus in één van de beide gezochte getallen. De gezochte getallen kunnen niet beide oneven zijn en moeten daarom beide even zijn, zodat elk getal tenminste één priemfactor 2 bevat. Het is echter ook niet mogelijk dat één van beide getallen minder dan drie priemfactoren 2 bevat, want dan zou slechts één van beide getallen een achtvoud zijn, en dat is niet mogelijk aangezien de som een achtvoud is. Dus moet elk van beide getallen precies drie priemfactoren 2 bevatten, waaruit volgt dat −23 = −8 en −23·33 = −216 de gezochte getallen zijn.

Andere methode: aangezien 64x6 = 26·x6 = (2x)6 en 224/23 = 224/8 = 28 kun je de vergelijking schrijven als

(2x)6 − 28·(2x)3 + 27 = 0

Substitueren we nu

z = 2x

dan hebben we

z6 − 28z3 + 27 = 0

Twee (gehele) getallen waarvan het product 27 is en de som −28 zijn gemakkelijk te vinden, die getallen zijn −1 en −27. Dus krijgen we

(z3 − 1)(z3 − 27) = 0
z3 = 1 ∨ z3 = 27

Aangenomen dat uitsluitend reële oplossingen worden gevraagd krijgen we dus

z = 1 ∨ z = 3

en aangezien z = 2x vinden we dus

x = 1/2 ∨ x = 3/2

[ Bericht 4% gewijzigd door Riparius op 09-02-2015 23:23:15 ]
Ripariuszondag 8 februari 2015 @ 20:51
quote:
99s.gif Op zondag 8 februari 2015 20:25 schreef Awsom het volgende:

x5 - x2·√x − 2 = 0
Stel x2·√x = p
p2 - p - 2 = 0

Hoe kom je daar nou opeens weer op p2 :{ ?
Bedenk dat √x = x1/2, dus als x2·√x = p oftewel x5/2 = p dan is x5 = (x5/2)2 = p2.

Los de vergelijking nu zelf verder op en bedenk dat √x binnen de reële getallen niet is gedefinieerd voor x < 0.
Awsomzondag 8 februari 2015 @ 21:16
quote:
0s.gif Op zondag 8 februari 2015 20:51 schreef Riparius het volgende:

[..]

Bedenk dat √x = x1/2, dus als x2·√x = p oftewel x5/2 = p dan is x5 = (x5/2)2 = p2.

Los de vergelijking nu zelf verder op en bedenk dat √x binnen de reële getallen niet is gedefinieerd voor x < 0.
Ah, ik merk in ieder geval dat ik de rekenregels er nog even in moet stampen.. :P

x5 - x2 * Wortel (x) -2 = 0
Stel x2 * Wortel (x) = p
p2 - p - 2 = 0
(p-2)(p+1) = 0
p = 2 of p= -1

x2√x = -1
kan niet, want -1 is een negatief getal

x2√x = 2
x2*x1/2 = 2
alles kwadrateren
(x2)2*(√x)2 = 22
x4*x = 4
x5 = 4
x = 5 machtswortel (4)

en de laatste controle stap is dan kijken kijken of je op het juiste antwoord komt als je het invult bij x2√x = 2

Bedankt voor de hulp :)
Wouterw17zondag 8 februari 2015 @ 21:21
quote:
0s.gif Op zondag 8 februari 2015 18:01 schreef Ensemble het volgende:

[..]

Wat regels met betrekking tot het spoor van een matrix:
dsp(A) = sp(d(A))
sp(A) = sp(A')
sp(A+B) = sp(A) + sp(B)

En d(X'X) = d(X')X + X'dX volgens de kettingregel.

Dit combineren geeft:

dsp(X'X) = sp(d(X'X)) = sp(d(X')X + X'dX) = sp(d(X')X) + sp(X'dX) = sp((d(X')X)') + sp(X'dX) = 2sp(X'dX)
Oke ik heb hem door. Dank je!
netchipmaandag 9 februari 2015 @ 20:51
Hoe moet ik dit doen? Ik snap de notatie eigenlijk niet...

gmU8Zd5.png

Toevoeging: Bi = {i, i + 1} for i = 1, 2, ..., 10.

[ Bericht 7% gewijzigd door netchip op 09-02-2015 21:58:10 ]
Awsommaandag 9 februari 2015 @ 21:01


[ Bericht 54% gewijzigd door Awsom op 09-02-2015 21:03:15 ]
Awsommaandag 9 februari 2015 @ 21:03
Wordt het over het algemeen netjes en gewenst beschouwd door

x² * √x = 2

op te schrijven als

x5 = 4

en dus

x = 5e machtwortel uit 4

?
thenxeromaandag 9 februari 2015 @ 22:47
quote:
0s.gif Op maandag 9 februari 2015 20:51 schreef netchip het volgende:
Hoe moet ik dit doen? Ik snap de notatie eigenlijk niet...

[ afbeelding ]

Toevoeging: Bi = {i, i + 1} for i = 1, 2, ..., 10.
Het is de vereniging
 B_j \cup B_{j+1} \cup\dots\cup B_k

Nu jij.
thenxeromaandag 9 februari 2015 @ 22:48
quote:
99s.gif Op maandag 9 februari 2015 21:03 schreef Awsom het volgende:
Wordt het over het algemeen netjes en gewenst beschouwd door

x² * √x = 2

op te schrijven als

x5 = 4

en dus

x = 5e machtwortel uit 4

?
Meestal wel, omdat je dan nog maar één x hebt.
netchipmaandag 9 februari 2015 @ 23:03
quote:
0s.gif Op maandag 9 februari 2015 22:47 schreef thenxero het volgende:

[..]

Het is de vereniging
 B_j \cup B_{j+1} \cup\dots\cup B_k

Nu jij.
Ik snap de i = j en de k niet. Gaat i eerst naar k en dan j naar k?
thenxeromaandag 9 februari 2015 @ 23:05
quote:
0s.gif Op maandag 9 februari 2015 23:03 schreef netchip het volgende:

[..]

Ik snap de i = j en de k niet. Gaat i eerst naar k en dan j naar k?
Je vult j in voor i, daarna j+1, j+2,... tot en met k. En dan verenig je al die verzamelingen. Het werkt net zoals de sigma-notatie voor sommen. Doe anders alsof j=3 en k=6 of zo, dan wordt het wat minder abstract.
netchipmaandag 9 februari 2015 @ 23:11
quote:
0s.gif Op maandag 9 februari 2015 23:05 schreef thenxero het volgende:

[..]

Je vult j in voor i, daarna j+1, j+2,... tot en met k. En dan verenig je al die verzamelingen. Het werkt net zoals de sigma-notatie voor sommen. Doe anders alsof j=3 en k=6 of zo, dan wordt het wat minder abstract.
Dan wordt B = { 3, 4, 5, 6, 7 }
thenxeromaandag 9 februari 2015 @ 23:20
quote:
0s.gif Op maandag 9 februari 2015 23:11 schreef netchip het volgende:

[..]

Dan wordt B = { 3, 4, 5, 6, 7 }
Precies. Nu voor algemene j,k en je bent er al ;) .
netchipmaandag 9 februari 2015 @ 23:23
quote:
14s.gif Op maandag 9 februari 2015 23:20 schreef thenxero het volgende:

[..]

Precies. Nu voor algemene j,k en je bent er al ;) .
B = { j, ..., k + 1 }?
thenxeromaandag 9 februari 2015 @ 23:23
quote:
0s.gif Op maandag 9 februari 2015 23:23 schreef netchip het volgende:

[..]

B = { j, ..., k + 1 }?
Jep
netchipmaandag 9 februari 2015 @ 23:25
quote:
14s.gif Op maandag 9 februari 2015 23:23 schreef thenxero het volgende:

[..]

Jep
Yay. Thx voor de hulp. :)
Holographdinsdag 10 februari 2015 @ 14:17
Ik heb een vraag over lineaire algebra. Ik moet h zó bepalen dat de matrix consistent is. Het antwoordenboek zegt:
Vraag_17.png

Intuïtief zie ik inderdaad dat h alle waarden kan aannemen, maar ik snap de uitleg erbij niet zo goed. Zou iemand mij kunnen uitleggen waarom 'the augmented column' geen 'pivot column' kan zijn?
[Laat maar, ik had een stelling over het hoofd gezien]

[ Bericht 3% gewijzigd door Holograph op 10-02-2015 19:17:26 ]
Telateswoensdag 11 februari 2015 @ 00:56
quote:
0s.gif Op dinsdag 10 februari 2015 14:17 schreef Holograph het volgende:
Ik heb een vraag over lineaire algebra. Ik moet h zó bepalen dat de matrix consistent is. Het antwoordenboek zegt:
[ afbeelding ]

Intuïtief zie ik inderdaad dat h alle waarden kan aannemen, maar ik snap de uitleg erbij niet zo goed. Zou iemand mij kunnen uitleggen waarom 'the augmented column' geen 'pivot column' kan zijn?
[Laat maar, ik had een stelling over het hoofd gezien]
Heb je ook de opgave erbij?
RustCohlezaterdag 14 februari 2015 @ 22:20
Hoi, is iemand bekend met het spinnenwebmodel..? Zo ja, zou diegene mij uit de brand kunnen helpen?

8a99ba3bab.jpg

Ik vraag mij af, hoe ze op de volgende formule komen en waarom?

1395a8a8a0.png
Ripariuszondag 15 februari 2015 @ 00:23
quote:
0s.gif Op zaterdag 14 februari 2015 22:20 schreef RustCohle het volgende:
Hoi, is iemand bekend met het spinnenwebmodel..? Zo ja, zou diegene mij uit de brand kunnen helpen?

[ afbeelding ]

Ik vraag mij af, hoe ze op de volgende formule komen en waarom?

[ afbeelding ]
Ik weet niets van een spinnenwebmodel, maar uit je betrekkingen (1) en (2) alsmede de voorwaarde (3) volgt

P_{t}\,=\,-\,\frac{\delta}{\beta}\cdot P_{t-1}\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta}

en dus ook, als we t door t+1 vervangen,

P_{t+1}\,=\,-\,\frac{\delta}{\beta}\cdot P_{t}\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta}

Als je vooralsnog aanneemt dat t geheel is, dan heb je hier een eerste orde lineaire inhomogene recurrente betrekking met constante coëfficiënten, en de bedoeling is nu een gesloten (niet-recursieve) uitdrukking voor Pt te bepalen. We spreken dan van het oplossen van de recursie. Dit kun je doen door eerst de corresponderende homogene recurrente betrekking

P_{t}\,=\,-\,\frac{\delta}{\beta}\cdot P_{t-1}

op te lossen. De algemene oplossing van de inhomogene recurrente betrekking bestaat dan uit de som van de algemene oplossing van de homogene recurrente betrekking en een particuliere oplossing van de inhomogene recurrente betrekking.

Welnu, de oplossing van de homogene recurrente betrekking

P_{t}\,=\,-\,\frac{\delta}{\beta}\cdot P_{t-1}

is eenvoudig, want elke term Pt wordt verkregen door de voorafgaande term Pt−1 met de constante factor −δ/β te vermenigvuldigen, zodat de termen Pt (voor gehele waarden van t) dus een meetkundige rij vormen met als reden −δ/β. Aldus hebben we voor onze homogene recurrente betrekking

P_{t}\,=\,K\cdot\left(-\,\frac{\delta}{\beta}\right)^{t}

waarin K een constante is. Maar nu moeten we nog een particuliere oplossing vinden van onze inhomogene recurrente betrekking

P_{t}\,=\,-\,\frac{\delta}{\beta}\cdot P_{t-1}\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta}

Dit lijkt misschien lastig, maar is het niet, want het is eenvoudig in te zien dat er een constante waarde van Pt is (i.e. een waarde van Pt onafhankelijk van t) die aan deze betrekking voldoet. Vervangen we immers Pt en Pt−1 beide door x, dan hebben we

x\,=\,-\,\frac{\delta}{\beta}\cdot x\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta}

en oplossen voor x geeft dan

x\,=\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}

zodat

P_{t}\,=\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}

dus een particuliere oplossing is van de inhomogene recurrente betrekking. De algemene oplossing van de inhomogene recurrente betrekking wordt nu zoals gezegd verkregen door de som te nemen van de algemene oplossing van de corresponderende homogene recurrente betrekking en een particuliere oplossing van de inhomogene recurrente betrekking, zodat we als algemene oplossing van de inhomogene recurrente betrekking dus krijgen

P_{t}\,=\,K\cdot\left(-\,\frac{\delta}{\beta}\right)^{t}\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}

Nu willen we de waarde van de constante K nog bepalen voor een gegeven waarde van P0. Dit kunnen we doen door t = 0 in te vullen in bovenstaande algemene oplossing. Aangezien (−δ/β)0 = 1 krijgen we dan

P_{0}\,=\,K\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}

zodat

K\,=\,P_{0}\,-\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}

en substitutie hiervan in bovenstaande algemene oplossing van de inhomogene recurrente betrekking levert dan inderdaad

P_{t}\,=\,\left(P_{0}\,-\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}\right)\cdot\left(-\,\frac{\delta}{\beta\right)^{t}\,+\,\frac{\alpha+\gamma}{\beta+\delta}

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 15-02-2015 02:51:14 ]
Andijvie_zondag 15 februari 2015 @ 19:37
Aloha, kan iemand mij helpen met een opgave over differentievergelijkingen?

eae0ce7354.png

Ik snap niet waarom het in die vorm geschreven moet worden? De methode met zo'n C (2t) is voor mij onbekend. Ook weet ik niet hoe ze q berekenen en al die letters t wegvallen..


De volgende methode is voor mij wel bekend en ook simpel:

03a0e28888.jpg
Ripariuszondag 15 februari 2015 @ 22:01
quote:
0s.gif Op zondag 15 februari 2015 19:37 schreef Andijvie_ het volgende:
Aloha, kan iemand mij helpen met een opgave over differentievergelijkingen?

[ afbeelding ]

Ik snap niet waarom het in die vorm geschreven moet worden? De methode met zo'n C (2t) is voor mij onbekend.
Wat hier een differentievergelijking wordt genoemd is niets anders dan wat ik in mijn post hierboven een recurrente betrekking noem. Lees die post om te beginnen ook eens door.

Bij een inhomogene lineaire differentievergelijking met constante coëfficiënten gaat het erom een particuliere oplossing te vinden en tevens de algemene oplossing van de corresponderende homogene lineaire differentievergelijking. De algemene oplossing van de inhomogene differentievergelijking is dan de som van de algemene oplossing van de corresponderende homogene lineaire differentievergelijking en een particuliere oplossing van de inhomogene lineaire differentievergelijking. Om een particuliere oplossing te vinden gebruik je een zogeheten Ansatz, zie ook hier.
quote:
Ook weet ik niet hoe ze q berekenen en al die letters t wegvallen..
Dat is elementaire algebra.
quote:
De volgende methode is voor mij wel bekend en ook simpel:
[ afbeelding ]
In wezen is dit dezelfde methode als bij je eerste voorbeeld. Het rechterlid van de lineaire differentievergelijking met constante coëfficiënten is hier een kwadratische veelterm en dan kiezen we als Ansatz voor onze particuliere oplossing ook een kwadratische veelterm.
Andijvie_maandag 16 februari 2015 @ 12:08
quote:
0s.gif Op zondag 15 februari 2015 22:01 schreef Riparius het volgende:

[..]

Wat hier een differentievergelijking wordt genoemd is niets anders dan wat ik in mijn post hierboven een recurrente betrekking noem. Lees die post om te beginnen ook eens door.

Bij een inhomogene lineaire differentievergelijking met constante coëfficiënten gaat het erom een particuliere oplossing te vinden en tevens de algemene oplossing van de corresponderende homogene lineaire differentievergelijking. De algemene oplossing van de inhomogene differentievergelijking is dan de som van de algemene oplossing van de corresponderende homogene lineaire differentievergelijking en een particuliere oplossing van de inhomogene lineaire differentievergelijking. Om een particuliere oplossing te vinden gebruik je een zogeheten Ansatz, zie ook hier.

[..]

Dat is elementaire algebra.

[..]

In wezen is dit dezelfde methode als bij je eerste voorbeeld. Het rechterlid van de lineaire differentievergelijking met constante coëfficiënten is hier een kwadratische veelterm en dan kiezen we als Ansatz voor onze particuliere oplossing ook een kwadratische veelterm.
Bekeken, maar snap het alsnog niet. Het ligt aan het feit dat er in de macht een letter staat.
Sucukmaandag 16 februari 2015 @ 13:22
Ik heb een vraag over algebra. Ik moet K oplossen. De vergelijking ziet er als volgt uit:

8c61bca481.png

Het antwoord moet zijn:[img] http://puu.sh/fZo7s/6a93f81746.png[/img]

Mijn berekening:

fe0522c294.png
Anoonumosmaandag 16 februari 2015 @ 13:33
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 13:22 schreef Sucuk het volgende:
Ik heb een vraag over algebra. Ik moet K oplossen. De vergelijking ziet er als volgt uit:

[ afbeelding ]

Het antwoord moet zijn:[ [url= http://puu.sh/fZo7s/6a93f81746.png]afbeelding[/url] ]

Mijn berekening:

[ afbeelding ]
70000 * 0.04 = 2800 niet 28000
Ripariusmaandag 16 februari 2015 @ 14:48
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 12:08 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Bekeken, maar snap het alsnog niet. Het ligt aan het feit dat er in de macht een letter staat.
Je begrijpt kennelijk de rekenregels voor het werken met machten niet, dus ga die eerst eens bestuderen. Echt, dit is algebra voor de laagste klassen van de middelbare school. Hint: 2t kan niet gelijk zijn aan nul, en dus is het toegestaan beide leden van een gelijkheid te delen door 2t. En als je 2t+1 deelt door 2t, wat krijg je dan?
CapnIzzymaandag 16 februari 2015 @ 15:32
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 13:22 schreef Sucuk het volgende:
Ik heb een vraag over algebra. Ik moet K oplossen. De vergelijking ziet er als volgt uit:

[ afbeelding ]

Het antwoord moet zijn:[ [url= http://puu.sh/fZo7s/6a93f81746.png]afbeelding[/url] ]

Mijn berekening:

[ afbeelding ]
Waarom isoleer je niet eerst K en ga je dan pas alles uitrekenen/invullen? Een stuk netter en gemakkelijker lijkt me.
Sucukmaandag 16 februari 2015 @ 15:58
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 15:32 schreef CapnIzzy het volgende:

[..]

Waarom isoleer je niet eerst K en ga je dan pas alles uitrekenen/invullen? Een stuk netter en gemakkelijker lijkt me.
Ben er uit! Enorm bedankt. Isoleren hielp..

Nog één vraag:

a03e1d6918.png

Als a = 1, klopt het dat er oneindige oplossingen zijn? Daarnaast wat is de oplossing voor x = .... ?

In mijn boek staat het volgende namelijk:

x = 3z - 4

Maar ik kom toch echt uit op: x = -y - 2z
Ripariusmaandag 16 februari 2015 @ 16:14
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 15:58 schreef Sucuk het volgende:

[..]

Ben er uit! Enorm bedankt. Isoleren hielp..

Nog één vraag:

[ afbeelding ]

Als a = 1, klopt het dat er oneindige oplossingen zijn?
Nee, er zijn dan oneindig veel oplossingen.
quote:
Daarnaast wat is de oplossing voor x = .... ?

In mijn boek staat het volgende namelijk:

x = 3z - 4

Maar ik kom toch echt uit op: x = -y - 2z
Je eerste twee vergelijkingen zijn

x + ay + 2z = 0
ay + 5z = 4

Trek nu de leden van de tweede vergelijking af van de leden van de eerste vergelijking, dan heb je

x + ay + 2z − ay − 5z = 0 − 4

en dus

x − 3z = −4

Bedenk nu zelf hoe je het stelsel verder oplost voor a ≠ 1.
Sucukmaandag 16 februari 2015 @ 16:46
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 16:14 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee, er zijn dan oneindig veel oplossingen.

[..]

Je eerste twee vergelijkingen zijn

x + ay + 2z = 0
ay + 5z = 4

Trek nu de leden van de tweede vergelijking af van de leden van de eerste vergelijking, dan heb je

x + ay + 2z − ay − 5z = 0 − 4

en dus

x − 3z = −4

Bedenk nu zelf hoe je het stelsel verder oplost voor a ≠ 1.
Wat is de reden dat je die tweede vergelijking moet aftrekken van de eerste?
Ripariusmaandag 16 februari 2015 @ 17:03
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 16:46 schreef Sucuk het volgende:

[..]

Wat is de reden dat je die tweede vergelijking moet aftrekken van de eerste?
Dat moet niet, maar het is hier handig om te doen omdat de eerste en de tweede vergelijking in het linkerlid beide een term ay hebben. Door dus het verschil te nemen van de leden van de beide vergelijkingen krijgen we zo een betrekking tussen x en z waarin y niet meer voorkomt. Je mag dit doen, want als A = B en tevens C = D dan moet immers ook gelden A − C = B − D.
Sucukmaandag 16 februari 2015 @ 18:40
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 17:03 schreef Riparius het volgende:

[..]

Dat moet niet, maar het is hier handig om te doen omdat de eerste en de tweede vergelijking in het linkerlid beide een term ay hebben. Door dus het verschil te nemen van de leden van de beide vergelijkingen krijgen we zo een betrekking tussen x en z waarin y niet meer voorkomt. Je mag dit doen, want als A = B en tevens C = D dan moet immers ook gelden A − C = B − D.
Was de mijne ook goed of is dat gewoon echt fout en moet ik op die

x - 3z = 4 uitkomen?
Ripariusmaandag 16 februari 2015 @ 19:50
quote:
0s.gif Op maandag 16 februari 2015 18:40 schreef Sucuk het volgende:

[..]

Was de mijne ook goed of is dat gewoon echt fout en moet ik op die

x - 3z = 4 uitkomen?
Nee, ik liet zien hoe je uitkomt op

x − 3z = −4

dus je hebt het fout overgenomen. Je moet echt zorgvuldiger werken. Nieuwe hint: kijk nu eerst eens wat je met de derde vergelijking van je stelsel kunt doen voor a ≠ 1.
RustCohlemaandag 16 februari 2015 @ 20:50
Hoi, kan iemand dit verklaren?

81f99b302d.png