Litso | woensdag 15 februari 2006 @ 18:27 | |||||||||||
Post hier al je vragen met betrekking tot de vakken: Hierboven staan de vakken zoals ze op de middelbare school gegeven worden. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat er hier geen ruimte is voor vragen van MBO, HBO of WO-niveau. Alle vragen die binnen het gebied van 'Bèta' vallen, kun je hier posten. Heb je een vraag die niet binnen het gebied 'Bèta' valt? Neem eens een kijkje in één van de volgende topics: [Centraal] Gamma 'huiswerk en vragen topic' [Centraal] Alfa 'huiswerk en vragen topic' [ Bericht 0% gewijzigd door Rene op 24-02-2006 20:04:52 ] | ||||||||||||
-J-D- | woensdag 15 februari 2006 @ 22:17 | |||||||||||
tvp | ||||||||||||
FritsFluitketel | vrijdag 17 februari 2006 @ 18:21 | |||||||||||
tvp | ||||||||||||
teletubbies | vrijdag 17 februari 2006 @ 19:59 | |||||||||||
hoi een klein vraagje: het is geen opdracht ofzo.. mara ik heb het over de Polya oplossingstrategien of probleemoplossen-heuristiken (ik weet niet hoe je dat nog spelt) In ieder geval. mijn vraag is of ze wel nuttig zijn als je die toepast? Ik ben ze pas dit jaar (dit blok) tegengekomen..: de methode is als volgt 1) probleem begrijpen 2)plan ontwerpen 3)plan uitvoeren 4)evalueren.. | ||||||||||||
teletubbies | vrijdag 17 februari 2006 @ 20:05 | |||||||||||
zoiets leer je toch onbewust tijdens het oplossen van opgaven.. waarom ga je dat dan bewust aanleren? ..zal dat dan wel helpen? heeft dat wel ooit geholpen? | ||||||||||||
Litso | vrijdag 17 februari 2006 @ 20:08 | |||||||||||
quote:Lang niet iedereen leert dit zo vanzelfsprekend. Nog steeds kom ik er op school vaak achter dat mensen helemaal geen idee hebben hoe ze een probleemstelling aan moeten pakken en wat ze allemaal zouden kunnen en/of moeten doen om een oplossing te vinden. Het ligt er maar net aan op wat voor manier jij denkt, leert, opgevoed bent en hoe ze op school met zulke dingen om zijn gegaan. | ||||||||||||
Wackyduck | vrijdag 17 februari 2006 @ 20:28 | |||||||||||
quote:De meeste opgaven die je maakt volgen direct op een klein stukje theorie en de oplossing van die opgave is na de theorie, met eventuele voorbeelden, bijna triviaal. Je wordt dan meestal met problemen geconfronteerd waarvan de oplossingmethode duidelijk is. Voor een aantal problemen zijn er standaardtrucjes waarmee je redelijk eenvoudig tot een oplossing komt. Als je echter een echt probleem tegenkomt is de oplossing niet altijd voor de hand liggend. En dan moet je echt dieper over het plan van aanpak nadenken, zeker als de uitvoering maanden zou duren is het van te voren handig om te kijken of die aanpak nut heeft. | ||||||||||||
thabit | vrijdag 17 februari 2006 @ 22:52 | |||||||||||
quote:Er is maar 1 manier waarop je problemen leert oplossen en dat is HEEL VEEL, maar dan ook echt HEEL VEEL oefenen en zorgen dat je alles wat je tijdens dat oefenen ziet ook NIET MEER VERGEET. | ||||||||||||
teletubbies | vrijdag 17 februari 2006 @ 23:03 | |||||||||||
onthouden en oefenen.. maar ik mis dan een stukje ..een heel klein stukje creativiteit..:s het lijkt mere op reproduceren | ||||||||||||
thabit | vrijdag 17 februari 2006 @ 23:08 | |||||||||||
Tja, het is 10% inspiratie en 90% transpriratie. Mis je die 10% inspiratie, dan kom je er inderdaad ook niet. | ||||||||||||
McCarthy | zaterdag 18 februari 2006 @ 00:59 | |||||||||||
stel dat het echt werkte zoals polya beschrijft. Kunnen ze eindelijk die hbo opleiding wiskunde beginnen ![]() [ Bericht 2% gewijzigd door McCarthy op 18-02-2006 01:09:47 ] | ||||||||||||
zquing | zaterdag 18 februari 2006 @ 10:40 | |||||||||||
voor scheikunde willen we meten hoeveel energie vrijkomt/ontstaat bij endo/exogene reacties. Maar nu vragen we ons af hoe we dat 't makkelijkst meten kan. Wat wij dachten is we doen de reactie in een bekerglas met water en dan meten hoeveel graden het water verandert is en dan kunnen we de vrijgekomen/ontrokken energie meten. Maar dit lijkt ons niet echt een nauwkeurige manier, weet iemand een betere? | ||||||||||||
Market_Garden | zaterdag 18 februari 2006 @ 13:48 | |||||||||||
Hallooo! Ik heb 2 gonioformules, die heb ik nodig om een aantal berekeningen te kunnen maken, en wil ook weten waarom deze 2 vergelijkingen zo zijn. Ik ben echter al een hele tijd bezig, en ik kom er niet uit. Het gaat om de volgende 2: Sin(x) = 2 * Sin(x/2) * Cos (x/2) en Cos (x) = 2 Cos²(x/2) -1 Kunnen jullie me helpen? ![]() | ||||||||||||
spinor | zaterdag 18 februari 2006 @ 14:38 | |||||||||||
quote:Die zijn makkelijk af te leiden met de bekende formules: sin(x+y) = sin(x)·cos(y) + cos(x)·sin(y) cos(x+y) = cos(x)·cos(y) - sin(x)·sin(y) sin2(x) + cos2(x) = 1 Probeer het maar eens. Of als je daar geen zin hebt: SPOILER | ||||||||||||
Market_Garden | zaterdag 18 februari 2006 @ 14:51 | |||||||||||
Ah, dankjewel... *heb toch stiekem in de spoiler gekeken* | ||||||||||||
teigan | zondag 19 februari 2006 @ 11:30 | |||||||||||
Je zou het inderdaad met water kunnen doen, maar dan in een redelijk goed geisoleerde omgeving, bv., het in een thermoskan uitvoeren... Daarmee maak je de boel al een stuk nauwkeuriger, net zoals als je bv. een digitale thermometer gebruikt... | ||||||||||||
Bioman_1 | zondag 19 februari 2006 @ 15:19 | |||||||||||
Ben bezig met een vak differentiaalvergelijkingen en moet wat opgaven maken, maar het wel echt niet lukken ![]() Het gaat om de DV: dy/dx = -2 y/x + xy2, waarbij y(1) =0 als voorwaarde We moeten dit oplossen mbv "de methode van variatie van constanten van Lagrange". Nu staat in het boek uitgelegd hoe dit in zijn werking gaat voor een een inhomogene lineaire DV, dus dy/dx = a(x) y + b(x) en de opgaven in die vorm lukken ook wel, maar ik krijg de bovenstaande DV niet in deze vorm (wat waarschijnlijk te maken heeft met het feit dat deze DV volgens mij niet lineair is). Dus nu is mn vraag: hoe los ik dit dan wel op (mbv "de methode van variatie van constanten van Lagrange") ??? Toevoeging: mocht het helpen, ik weet dat de oplossing is: y(x) = -1/(x2 * (Log(x) - 1)) | ||||||||||||
Nuna | zondag 19 februari 2006 @ 16:17 | |||||||||||
TVP ![]() | ||||||||||||
McCarthy | zondag 19 februari 2006 @ 18:42 | |||||||||||
quote:als je nou nog eens een keer de afgeleide naar y neemt of anders substitueert of zo. y ^2 = u bijvoorbeeld. deze richting moet je uit. Zal er zelf ook nog eens wat beter naar kijken. of een nieuwe functie introduceren: f(x) = y(x) * x [ Bericht 2% gewijzigd door McCarthy op 19-02-2006 19:17:25 ] | ||||||||||||
Extend | zondag 19 februari 2006 @ 19:52 | |||||||||||
schaamteloze tvp | ||||||||||||
Crazykill | maandag 20 februari 2006 @ 17:28 | |||||||||||
quote: ![]() | ||||||||||||
TomD | maandag 20 februari 2006 @ 17:36 | |||||||||||
quote:Deze vergelijking is inderdaad niet lineair, het is echter een DV van Bernouilli. Een substitutie z = 1/y zorgt ervoor dat de vergelijking wél lineair wordt (met z(x) en y(x), uiteraard. Vergeet ook y'(x) niet te substitueren in functie van z(x) en x). Daarna bekom je zoals ik al zei een lineaire DV die je dan kan oplossen, achteraf terug substitueren (hetgeen zal neerkomen op omkeren van de oplossing). mvg, TD | ||||||||||||
Bioman_1 | maandag 20 februari 2006 @ 18:01 | |||||||||||
ben er uit gekomen. Bedankt voor de tips ! | ||||||||||||
GotenSSJ | maandag 20 februari 2006 @ 20:53 | |||||||||||
Heeft iemand hier een goed idee om een DNA structuur te maken voor Biologie ? http://www.miniscience.com/kits/DNAmodel/DNA_model5.jpg http://www.open.ac.uk/science/biosci/images/research/DNA.jpg Zijn 2 voorbeelden, maar ik heb geen idee hoe ik dit in elkaar ga krijgen ![]() | ||||||||||||
FritsFluitketel | maandag 20 februari 2006 @ 22:32 | |||||||||||
quote:Als tekening of als "kunstwerk"? ![]() | ||||||||||||
GotenSSJ | maandag 20 februari 2006 @ 23:06 | |||||||||||
quote:Kunstwerk ![]() | ||||||||||||
Bioman_1 | dinsdag 21 februari 2006 @ 00:28 | |||||||||||
Ik heb een vraag over LaTex. Had deze vraag ook in DIG kunnen plaatsen, maar hier zijn vast wel wat beta's die ook LaTeX gebruiken. Het gaat over het invoeren van figuren. Wat ik wil is het volgende: ____________ ____________ |____________| |____________| ____________ ____________ |____________| |____________| Onderschrift Oftewel. Ik heb 4 (.eps) figuren, die ik in LaTeX wil zetten als één figuur. Kan dit ??? Of moet ik echt met Paint (of iets dergelijks) gaan knippen en plakken en er zelf één figuur van maken??? | ||||||||||||
FritsFluitketel | dinsdag 21 februari 2006 @ 14:37 | |||||||||||
quote:IJzerdraad en piepschuim? Of bedoel je niet zoiets? ![]() | ||||||||||||
TomD | dinsdag 21 februari 2006 @ 17:36 | |||||||||||
quote:Als je een beetje een fatsoenlijk grafisch programma (photoshop, fireworks) hebt, dan lijkt me dat het handigst. Het zal ook wel rechtstreeks in LaTeX kunnen, maar precieze lay-out bepalen is daar gewoonlijk nogal wat geknutsel. Voor dit probleem ken ik de syntax niet uit men hoofd (kan je het niet in een array doen?), maar zoek eens op google: er zijn veel gratis LaTeX manuals te vinden. | ||||||||||||
teletubbies | donderdag 23 februari 2006 @ 09:52 | |||||||||||
HOI! ik heb een vraag over de vergelijking van Pell. ALs je een oplossing vindt, dan zijn de andere oplossingen niet moeilijk te generen. Dat kan bijv. met lineaire algebra(het kan oko met kettingbreuken): matrices, diagonalisering etc. Heeft iemand hier een site over?Zou iemand een voorbeeld willen geven? alvast bedankt | ||||||||||||
thabit | donderdag 23 februari 2006 @ 10:34 | |||||||||||
Hmm, meestal is de wiki-pagina over een bepaald onderwerp wel goed maar over de vergelijking van Pell is het wat magertjes. Laten we beginnen met kettingbreuken. Zij a0, a1,... een rij gehele getallen met ai>0 voor i>0. De n'de kettingbreuk die bij deze rij hoort is de uitdrukking a0+1/(a1+1/(a2+1/(...)..)) (beetje lastig om het mooi op te schrijven). Dit convergeert naar een bepaalde waarde in R. Het mooie is dat je ook andersom voor elk reeel getal een kettingbreuk kunt opschrijven. Er is zelfs een methode voor. Begin met i := 0 en voer vervolgens ai := [x], x := 1/(x-[x]), i := i+1 ([x] is hier de entier van x). herhaaldelijk achterelkaar uit. Mocht x per ongeluk rationaal zijn dan stopt dit na een bepaald aantal stappen omdat x dan op een gegeven moment gelijk is aan [x]. Als je de kettingbreuk nu uitrekent behorende bij a0 t/m an voor een bepaalde n, dan komt daar een rationaal getal p/q uit dat een hele goede benadering is voor x (altijd is het zo dat |x-p/q|<1/q2 maar vaak nog wat beter). Lees dit eerst maar even door, dan ga ik er straks wat meer over vertellen in connectie met Pellvergelijkingen. | ||||||||||||
teletubbies | donderdag 23 februari 2006 @ 10:40 | |||||||||||
oh, okeey bedankt.. Ondertussen een vraagje: heeft iedere pellvergelijking een oplossing?(hoe kan je zien of er geen oplo. bestaat)? tot laters | ||||||||||||
thabit | donderdag 23 februari 2006 @ 10:45 | |||||||||||
Als n kwadraatvrij is heeft x2-ny2=1 altijd een oplossing. | ||||||||||||
thabit | donderdag 23 februari 2006 @ 11:14 | |||||||||||
quote:Laten we een eenvoudig voorbeeld geven met n=2. Voor een oplossing van x2-2y2=1 geldt dat x/y een goede benadering van w=wortel(2) is. Laten we de kettingbreuk voor 2 eens opschrijven: x=w, a0=[x]=1, x:=1/(w-1)=w+1. a1=[x']=2. x:=1/(w-1)=w+1, s2=2. En dit blijft zo herhalen: 1,2,2,2,... zijn de kettingbreuk coefficienten. In het algemeen heeft de kettingbreuk voor wortel(n) een herhalend deel. Laten we eens kijken wat voor convergenten we hebben. 1, 1+1/2=3/2, 1+1/(2+1/2)=7/5, etc. Om een oplossing voor de Pell te pakken moet je geloof ik ofwel tot de helft van het herhalende stuk gaan ofwel het hele ding pakken. In dit geval je zie dat (3,2) wel een oplossing is maar (7,5) niet. Als we nu de kleinste oplossing gevonden hebben kunnen we ze ook allemaal vinden: werk (in ons geval) (3+2w)n uit tot a+bw, dan is (a,b) een oplossing en zo krijgen we ook alle oplossingen. Voorbeeld (3+2w)2=9+12w+8=17+12w en (17,12) is een oplossing. [ Bericht 1% gewijzigd door thabit op 23-02-2006 11:22:06 ] | ||||||||||||
maniack28 | donderdag 23 februari 2006 @ 14:38 | |||||||||||
Mechanicavraagje: Twee even lange studenten gooien een bal naar elkaar in een hal van een groot gebouw. De initiele snelheid van de bal is V0. De hoogte van het plafond is H en elke bal wordt geworpen en gevangen (onder een zekere hoek theta) op schouderhoogte h van beide studenten. Vraag 1: stel de bewegingsvergelijking op (=>- g = d2z/dt2) Vraag 2: los op (=> z(t) = -1/2 g t 2+ v0t sin (theta) + h Vraag 3: Laat d de maximale afstand zijn tussen de studenten zodat de bal het plafond niet raakt.. Toon aan dat : d= 4 Sqrt [ (H-h) (v02/2g - (H-h)) ] Die laatste vraag zorgt voor een probleem... wie helpt? (en controleerd of het antwoord bij 1 en 2 goed is ![]() | ||||||||||||
thabit | donderdag 23 februari 2006 @ 15:23 | |||||||||||
quote:Dit lijkt me flauwekul. Als H heel groot is staat er namelijk iets negatiefs binnen de wortel. | ||||||||||||
Haushofer | donderdag 23 februari 2006 @ 15:28 | |||||||||||
Je weet in ieder geval: x = v0*t*cos(a) y=-1/2*g*t2 + v0*t*sin(a)+h Het handigste is om gewoon bij x'' en y'' te beginnen, en dan 2 maal naar t te integreren. Dus x''=0, x'=v0cos(a), en y''=-g, y'=-g*t+v0sin(a). Dan weet je r via r2=x2+y2 en v2=(x')2+(y')2. Bedenk eerst even dat allebei studenten even lang zijn, dus je kunt die h wel weglaten naar mijn idee; je trekt het hele systeem gewoon h naar beneden. Hiervoor compenseer je door in plaats van H, H-h te nemen. Het probleem is ook nog es symmetrisch rond R=1/2, ( met R de totale afgelegde weg in de x-richting )dus je weet dat op de helft van de x-waarde geldt dat y=maximaal. De afgelegde weg in de x-richting krijg je door y=0 op te lossen voor t ongelijk aan 0. y=0--> t[v0*sin(a)-1/2*g*t]=0, en je hebt je t. Noem deze even T. Dan geldt dus dat de afgelegde weg in de x-richting gelijk is aan x(T), noem die ff R. Dus R=x(T). Nou weet je ook dat y maximaal is op R/2. Dan kom je een heel end, lijkt me ![]() -edit: ben ff in de war, die gonioregel kun je gebruiken om het bereik leuk uit te drukken. Wat jij natuurlijk nodig hebt is dat y(T/2)=H-h en x(T)=d. Dit kun je doen door de symmetrie en omdat x lineair is in t. [ Bericht 2% gewijzigd door Haushofer op 23-02-2006 15:48:40 ] | ||||||||||||
maniack28 | donderdag 23 februari 2006 @ 16:48 | |||||||||||
ik zal het eens proberen, bedankt ![]() | ||||||||||||
Mark-AjaxFan | donderdag 23 februari 2006 @ 19:07 | |||||||||||
Ik hoop dat iemand me kan helpen. Ik weet zeker dat ik het ergens wel eens gehad heb (of het nu 5v was, of het 2e jaar uni), maar nu heb ik het ook echt nodig. MIjn boeken bieden me niet geen inzicht (of ik zoek verkeerd) Ik zit met een vraag (demand) naar een product die normaal verdeeld is met een gemiddelde van 100 en een standaardafwijking (sigma) van 50 per maand. Het is alleen praktischer als ik kan rekenen met weken, omdat ik dat daarna ook moet doen. Het gemiddelde per week is eenvoudig: 100 / 4.33 (we gaan in deze casus uit van 4.33 weken per maand). Nu zegt mijn vermoeden me dat de standaardafwijking, geen 50 blijft, maar ook geen (50 / 4.33). Mijn vermoeden zegt dat het (50 / (wortel(4.33))) moet worden, maar ik kan geen bewijs vinden en weet het ook niet 100% zeker. Kan iemand me uit de brand helpen. Dan zoek ik ondertussen mijn statistiekboek nog maar eens door. Ik begin toch weer te twijfelen ![]() | ||||||||||||
McCarthy | donderdag 23 februari 2006 @ 19:10 | |||||||||||
var(aX + b) = a2var(X) omdat de var een kwadraat is van je eenheid (bijvoorbeeld meters) is de sigma de wortel van de variantie, je wil de sigma in meters, niet in meters kwadraat. dus Var(X) = 502 = sigma2 dus Var(X/4.33) = Var(X) / 4.332 = 502/4.332 dus je nieuwe sigma = 50/4.33 | ||||||||||||
teletubbies | donderdag 23 februari 2006 @ 20:18 | |||||||||||
harstikke bedankt.. nu kan ik ff een stapje verder | ||||||||||||
spinor | vrijdag 24 februari 2006 @ 20:30 | |||||||||||
Wat algebra vraagjes: Is een 'subgroup' hetgene dat men in het nederlands een 'ondergroep' noemt? Zo ja, waarom heet het niet gewoon een 'deelgroep' dan? ![]() Ik ben wat opgaven aan 't maken en er zijn er een paar waar ik een beetje van in de war raak. Zo is er een opgave: "In Z6, the group of integers modulo 6, find the order of each element". Er staat echter niet bij of ze nu de additieve groep of de multiplicatieve groep bedoelen. Is er iets dat ik verkeerd of niet begrijp en zou ik moeten weten wat er precies bedoelt wordt of zou die vraag inderdaad duidelijker gesteld kunnen worden? edit: oh wacht, nu realiseer ik me ineens dat Z6 onder de vermenigvuldiging helemaal geen groep is (maar een monoïde?). En een willekeurige opgave waar ik niet uit kwam: "If G is a finite abelian group, show that G has an element g such that |g| is the least common multiple of { |a| : a is an element of G }. [ Bericht 6% gewijzigd door spinor op 24-02-2006 20:44:05 ] | ||||||||||||
thabit | zaterdag 25 februari 2006 @ 01:13 | |||||||||||
Deelgroep klinkt nogal Vlaams. Maar ja subgroup is ondergroep. Z6 is een kutnotatie, beter is Z/6Z. (de indexnotatie wordt gebruikt voor p-adische getallen). Ze bedoelen de additive groep. Z/6Z is immers geen groep onder vermenigvuldiging: 0 heeft bijvoorbeeld geen inverse. Ken je de structuurstelling voor eindige abelse groepen? | ||||||||||||
spinor | zaterdag 25 februari 2006 @ 12:37 | |||||||||||
Ah ok, bedankt. Bij al mijn andere colleges wordt inderdaad ook altijd Z/6Z gebruikt. De structuurstelling voor abelse groepen ken ik nog niet, even opzoeken dan maar. | ||||||||||||
thabit | zaterdag 25 februari 2006 @ 18:53 | |||||||||||
Structuurstelling voor eindige abelse groepen (of iets algemener, eindig voortgebrachte abelse groepen), niet voor abelse groepen in het algemeen. | ||||||||||||
Paaul | zondag 26 februari 2006 @ 23:01 | |||||||||||
TVP, niet verkapt. | ||||||||||||
Litso | maandag 27 februari 2006 @ 14:39 | |||||||||||
Hier komt Dr. als het goed is zo een antwoord zoeken op zijn vraag over gas. En daarom geef ik hem vast de volgende informatie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Explosie http://nl.wikipedia.org/wiki/gas | ||||||||||||
Dr. | maandag 27 februari 2006 @ 14:43 | |||||||||||
mijn topic word overal geblokt maar ja iemand die wt hoe je gas tot ontploffing kan brengen en niet gelijk gaan doordenke en domme reacties plaatsen | ||||||||||||
Litso | maandag 27 februari 2006 @ 14:47 | |||||||||||
quote:Kijk eens naar de reactie boven je, misschien heb je daar wat aan? Voor de rest kan ik je weinig helpen, misschien dat anderen er wat meer over kunnen zeggen ![]() | ||||||||||||
Dr. | maandag 27 februari 2006 @ 15:00 | |||||||||||
nee ik heb er nix aan iemand anders die wat info kan geven? | ||||||||||||
Litso | maandag 27 februari 2006 @ 15:05 | |||||||||||
Waarom wil je het eigenlijk weten? Wat ben je met de info van plan? Is het huiswerk of gewoon interesse, enzovoorts ![]() | ||||||||||||
Dr. | maandag 27 februari 2006 @ 15:07 | |||||||||||
huiswerk | ||||||||||||
Nekto | maandag 27 februari 2006 @ 15:40 | |||||||||||
quote: Aan de late kant: Gebruik subfigure of maak een figure omgeving met daarin minipages waar je de figuren in plaatst. | ||||||||||||
Bioman_1 | maandag 27 februari 2006 @ 17:00 | |||||||||||
quote:Iig bedankt. Ik heb inmiddels ook al een andere manier gevonden. Ik gebruike het epsfig-package om figuren te includen, maar dat schijnt nogal ouderwets te zijn. Tegenwoordig gebruikt iedereen includegraphics ipv epsfig. En in deze omgeving kan je gewoon een array maken van je figuren. En daarbij hoeven je figuren ook niet meer .eps te zijn maar werken .pdf figuren ook gewoon. | ||||||||||||
badgirl18 | maandag 27 februari 2006 @ 17:08 | |||||||||||
Het komt niet echt in de richting nou ja beetje scheikunde is het wel, maar mijn vraag was of is. Met wat voor vorm van blussen (denk aan poeder etc) kun je een brandje bij de tv blussen??q | ||||||||||||
Et-Cetera | maandag 27 februari 2006 @ 17:51 | |||||||||||
Niet met water in ieder geval! * Et-Cetera denkt aan elektrocutie | ||||||||||||
badgirl18 | maandag 27 februari 2006 @ 21:06 | |||||||||||
Dat wist ik nou ook nog wel;) | ||||||||||||
teigan | woensdag 1 maart 2006 @ 11:31 | |||||||||||
Ik zou zeggen met een poederblusser, zand zou je ook kunnen doen, maar iig geen water dus.. In brandblussers zit ook vast vast CO2 | ||||||||||||
thabit | woensdag 1 maart 2006 @ 11:54 | |||||||||||
quote:Dit antwoord komt een beetje laat vrees ik. Na 2 dagen zal de tv toch wel helemaal uitgefikt zijn. | ||||||||||||
badgirl18 | woensdag 1 maart 2006 @ 12:02 | |||||||||||
quote: ![]() | ||||||||||||
teletubbies | donderdag 2 maart 2006 @ 10:57 | |||||||||||
De pentomino´s zijn de figuren die uit 5 vierkantjes kunnen worden gemaakt (gespiegelde en gedraaide figuren niet meegerekend). Hoeveel pentomino’s kan je vormen? (Afspraak: pentomino’s die je spiegelt of roteert leveren geen nieuwe pentomino’s op). het antwoord is : 12 de oplossing: gewoon tekenen. En de geroteerde of gespiegelde pentomino's doorstrepen. Ik vroeg me af hoe het anders kan: met algebra ofzo?! Enig idee hoe het moet? alvast bedankt | ||||||||||||
thabit | donderdag 2 maart 2006 @ 11:20 | |||||||||||
Hier staan wat referenties: http://www.research.att.com/~njas/sequences/A000105 | ||||||||||||
teletubbies | donderdag 2 maart 2006 @ 18:03 | |||||||||||
dankje, leuke site trouwens | ||||||||||||
_superboer_ | vrijdag 3 maart 2006 @ 14:17 | |||||||||||
Onderstaande grafiek geeft de emissiegraad (E), de reflectiegraad (P) en de transmissiegraad (T) aan van glas bij verschillende golflengtes. ![]() Kan iemand mij kort uitleggen wat deze 3 dingen inhouden en wat ik nu uit de grafiek kan afleiden? | ||||||||||||
Wackyduck | vrijdag 3 maart 2006 @ 19:12 | |||||||||||
Reflectie is terugkaatsing, dus het percentage dat teruggekaatst wordt. Transmissie is doorlating dus het percentage dat doorgelaten wordt. Emissie is wat het uitzendt, maar dat kan ik niet echt plaatsen, mischien licht dat op een andere golflengte wordt uitgezonden dan dat het ontvangen wordt. | ||||||||||||
Haushofer | vrijdag 3 maart 2006 @ 19:18 | |||||||||||
Hoi, een aardig analysevraagje waar ik niet helemaal uitkom: De volgende uitspraken zijn equivalent: Waarom is dat ? Wie kan er een lichtje over laten schijnen? ![]() | ||||||||||||
thabit | zaterdag 4 maart 2006 @ 23:33 | |||||||||||
Die vraag is verkeerd gesteld. De eerste uitspraak is namelijk waar en de tweede en de derde zijn onzin want je veronderstelt daar niets over S. De vraag moet waarschijnlijk luiden: Zij S een deelverzameling van de complexe getallen. Bewijs dat de volgende uitspraken equivalent zijn. Morgen tik ik het antwoord wel in, want ik ben nu te moe. Welke implicaties heb je trouwens al? | ||||||||||||
the_jasper | zondag 5 maart 2006 @ 15:12 | |||||||||||
Hoi mijn post opniew, ik dacht dat dit alleen middelbare school wiskunde was. ik was bezig iets uit te zoeken over public key encrypton ik laat mijn eigen voorbeeld zien van RSA n = p * q 7 * 13 = 91 φ(n) = (p – 1) * (q – 1) 6 * 12 = 72 Dit is Eulers totient functie. φ(n) = φ(p) * φ(q) omdat 7 en 13 beide priemgetallen zijn. Dus het aantal relatieve priemgetallen voor 7 is 6 want dat zijn namelijk 1,2,3,4,5,6 Nu moet ik e kiezen. e moet relatief priem zijn met 72 en kleiner zijn dan 72. Is 15 dan een goed antwoord of doe ik iets fout? de factoren van 72 zijn 6 en 12 en die van 15 5 en 3? bij 15 werkt de berekening niet goed van 5 weet ik dat die wel goed is maar waarom? ![]() [ Bericht 12% gewijzigd door the_jasper op 05-03-2006 15:29:18 ] | ||||||||||||
thabit | zondag 5 maart 2006 @ 16:25 | |||||||||||
(2)=>(3), (3)=>(4) en (4)=>(2) zijn triviaal, zie je dat? (1)=>(3). Stel we hebben een oneindige deelverzameling Z van S die geen verdichtingspunt in S heeft. In het bijzonder is S dan zelf oneindig. Ook geldt voor elk punt van S dat we een open omgeving hebben die geen enkel element van Z bevat, behalve misschien dat punt zelf. Zo verkrijgen we een open overdekking van S. Deze open overdekking heeft geen eindige deel overdekking: de open delen om de punten in Z kunnen we niet weghalen omdat elk punt in Z slechts in 1 open deel ligt. (2)=>(1). Zij S gegeven, tezamen met een oneindige open overdekking. We gaan nu de stelling gebruiken dat deze overdekking een aftelbare deeloverdekking heeft. Dit volgt uit het feit dat C een aftelbare basis heeft: we kunnen de open overdekking zien als verzameling open delen van C. Bij elk basiselement U kijken we of er een open deel in onze overdekking zit waarin U bevat is. Zo ja, dan nemen dit deel mee in de deeloverdekking. Zo nee, dan niet. Onze aftelbare overdekking gaan we schrijven als een rij U1,U2,... . Als S niet compact is dan is er voor elke n een sn in S die niet in de vereniging van U1 t/m Un zit. De elementen s1,s2,... vormen nu ook weer een rij. Deze rij heeft per veronderstelling een verdichtingspunt s in S. Omdat de rij open delen nog altijd een overdekking is, zit s in een Un. Per constructie van onze rij geldt echter dat de open omgeving Un van s slechts eindig veel punten, geteld met multipliciteit, van de rij kan bevatten. Dit is in tegenspraak met het feit dat s een verdichtingspunt is. | ||||||||||||
thabit | zondag 5 maart 2006 @ 16:26 | |||||||||||
quote:72=3*24. | ||||||||||||
the_jasper | zondag 5 maart 2006 @ 17:02 | |||||||||||
quote:sorry die snap ik niet helemaal ik probeer dit voor een werkstuk te doen ( 6 vwo) en het werkt al wel helemaal en ik snap het verder ook wel (denk ik ![]() kan je het plz een beetje meer uitleggen? ![]() | ||||||||||||
Wolfje | zondag 5 maart 2006 @ 17:14 | |||||||||||
quote:Zowel 15 als 72 zijn deelbaar door 3, dus ze niet relatief priem ![]() | ||||||||||||
the_jasper | zondag 5 maart 2006 @ 18:20 | |||||||||||
aaah bedankt ![]() ik begrijp het | ||||||||||||
WyBo | zondag 5 maart 2006 @ 22:43 | |||||||||||
Even een algemeen vraagje. Voor Biologie moet ik een praktische opdracht doen. Die bestaat uit een theoretisch gedeelte, en uit, jawel, een praktisch gedeelte. Ik moet kiezen uit 4 onderwerpen: suikerziekte, longcollaps, caissonziekte of uit insuline. Van 1 van die 4 onderwerpen moet ik informatie zoeken en dan een hypothese verzinnen en die dan vervolgens bewijzen met een proefje. Hebben jullie misschien een idee over een proefje dat ik zou kunnen doen? Ik vraag dit niet op deze manier uit gemakzucht, want ik heb echt geen flauw idee. | ||||||||||||
the_jasper | zondag 5 maart 2006 @ 23:07 | |||||||||||
je mag ten eerste niks uitvoeren op memsenlijke proefpersonen als ik die testen zo zie (:P) misschien kan je cassionziekte simuleren door bepaalde beesten onder een drukpomp te leggen? kijken welke beesten er wel en niet tegen kunnen (en nee ik bedeol geen formaat kat beesten ofzo) | ||||||||||||
bankrupcy | maandag 6 maart 2006 @ 01:27 | |||||||||||
(1+x/100)y is ongeveer 2 voor x*y =72 Kan iemand mij meer vertellen over dit type vergelijking? Stel dat ik als resultaat 3 wil hebben, is dan te voorspellen wat x*y moet zijn? | ||||||||||||
Wolfje | maandag 6 maart 2006 @ 08:23 | |||||||||||
quote:Zij a = x*y. Substitueer x=a/y in je vergelijking, dan krijg je: (1+a/(100*y))y=((1+a/(100*y))100*y/a)a/100 Schrijf nu z=y*100/a, dan staat er ((1+1/z)z)a/100 Dat ding in z heeft als limiet e als z naar oneindig gaat. Dus als je a zodanig kiest dat a/100 > ln( 3 ) dan weet je zeker dat er x en y zijn die aan jouw vergelijking voldoen. | ||||||||||||
Litso | maandag 6 maart 2006 @ 11:44 | |||||||||||
Vanaf vandaag is dit een officieel centraal topic. Zie Nieuw topictype voor uitleg ![]() | ||||||||||||
the_jasper | maandag 6 maart 2006 @ 12:36 | |||||||||||
ja ik zag al zo'n rondje staan @ WyBo : al iets bedacht? | ||||||||||||
WyBo | maandag 6 maart 2006 @ 15:02 | |||||||||||
quote:mja, vaag. Insuline wordt aangetast door maagsap, vandaar dat het wordt ingespoten en niet door de mond. Misschien dat ik insuline en een zuur met dezelfde pH als maagsap bij elkaar zou kunnen doen, alleen hoe kan ik dan bewijzen dat het insuline is aangetast? Door pH te meten ofzo? Of door papierchromotografie? (dat zei mijn sk leraar maar zelf snap ik dat niet) | ||||||||||||
bankrupcy | maandag 6 maart 2006 @ 15:03 | |||||||||||
Thx Wolfje. | ||||||||||||
the_jasper | maandag 6 maart 2006 @ 15:20 | |||||||||||
quote:als zuur kan je iig zoutzuur nemen dat zit ook in je maag. dat over insuline weet ik niet precies is er wel een indicator voor insuline? mss moet je kijken of er een is voor de reactie producten die ontstaan | ||||||||||||
teigan | maandag 6 maart 2006 @ 15:22 | |||||||||||
Met papierchromatografie laat je denk ik de insuline lopen naast de insuline die dus in een pH"bad" is geweest.... Iedere stof heeft zijn eigen looptijd.... | ||||||||||||
WyBo | maandag 6 maart 2006 @ 15:24 | |||||||||||
quote:is dat zo? Maar toon je dan ook werkelijk aan dat het is aangetast? | ||||||||||||
-Mzraki- | maandag 6 maart 2006 @ 18:47 | |||||||||||
Ander topic nog geen reacties, dus misschien dat hier iemand is die mij antwoord kan geven: Mijn vraag gaat over kernfysica, ik ben bezig met een profielwerkstuk over onder andere kernsplijting en kernfusie. Ik ben echter nog niet helemaal zeker over het onderwerp bindingsenergie. Het is me bekend dat de som van de massa's van de nucleonen die een kern opbouwen groter is dan de massa van de kern zelf. In een kern is dus een deel van die massa van die nucleonen omgezet in energie. Nu wat ik niet snap: waar komt die massa vandaan? Leveren de nucleonen allemaal massa in, en zo ja, hoe is die verdeling, en hoe zit dat op quark niveau? Ten tweede, wat gebeurd er met die energie die vrijkomt? Hier zijn bronnen niet allemaal even duidelijk over, de één zegt dat deze energie gebruikt wordt om de nucleonen te binden, dat ze de sterke kernkracht vormen die de kern bij elkaar houdt, die de onderlinge afstoting van de protonen tegen gaat. Of wordt deze energie afgestaan door de kern aan zijn omgeving, zo ja, hoe, doormiddel van fotonen met bepaalde kinetische energie? Dan het kernsplijting/fusie verhaal. Ik ben bekend met de grafiek waar de bindingsenergie per nucleon uit wordt gezet tegen het massagetal. Wanneer de typische U-235 kern gespleten wordt ontstaan er twee dochterkernen die meer bindingsenergie per nucleon bevatten. Volgens mij is het zo dat het aantal nucleonen (grofweg) gelijk blijft en dat dus de opgetelde bindingsenergie toeneemt. Maar aan de andere kant, er komen ook drie neutronen in de reactie vrij, waardoor het totaal aantal nucleonen in de dochterkernen kleiner is dan in de moederkern, ik weet dat dit netto maar een verschil van twee neutronen is, maar is dit een verwaarloosbaar verschil? En daarbij weer de vraag over de bindingsenergie, waar komt die energie precies vandaan, en wat gebeurd er met die energie? Dezelfde vraag is van toepassing op het kernfusie verhaal, idee dat twee lichtere kernen een zwaardere kern vormen die dus een hogere bindingsenergie per nucleon heeft, enz. Ik begrijp het geloof ik allemaal wel in grote lijnen, maar er zijn nog genoeg punten waar ik nog erg onzeker over ben, en hoewel ik wel een aantal schoolboeken en (oude) universiteitsboeken heb, staat het er nergens duidelijk in. Zou iemand hier met enige zekerheid antwoord op kunnen geven? | ||||||||||||
-jos- | maandag 6 maart 2006 @ 22:04 | |||||||||||
Even mijn reactie op het gesloten topic van die kansberekening: Erhm, mijn broertje vertelde vanmiddag dus precies hetzelfde vraagstuk aan mij, had ie vandaag gehoord op school, jij ook misschien? | ||||||||||||
Nekto | maandag 6 maart 2006 @ 22:06 | |||||||||||
quote:Ik kan er geen touw aan vastknopen. | ||||||||||||
elby1988 | maandag 6 maart 2006 @ 22:08 | |||||||||||
Het is beter om naar 9 over te schakelen en wel om de volgende reden, Wanneer hij op het begin 4 kiest, is er 10% kans dat hij in 4 zit, en 90% kan dat hij in de rest zit.. Wanneer er op het laatste dus alles 4 en 9 over zijn, is het dus een veel grotere kans dat hij in 9 zit dan in 4 ![]() Dat was vroeger ook met zo quizmaster met een auto op 1 van de drie plaatsen, je mocht dan altijd op het laatste nog kiezen of je wilde ruilen, nadat er 1 geopend was waar geen auto in zat... ik weet niet waarbij het was, maar ik ben dan ook pas 17 ![]() [ Bericht 16% gewijzigd door elby1988 op 06-03-2006 22:15:23 ] | ||||||||||||
-jos- | maandag 6 maart 2006 @ 22:10 | |||||||||||
quote:vraagje kansbereking Ik vind het wel frappant want ik zeg dus dan mijn broertje vandaag precies hetzelfde vraagstuk op school heeft gehoord | ||||||||||||
Nekto | maandag 6 maart 2006 @ 22:14 | |||||||||||
Het is een klassiek vraagstuk. De makkelijkste manier, denk ik, om jezelf te overtuigen is om het eens uit te tekenen. Begin echter eens met wat minder deuren, dat gaat makkelijker. Drie of zo. | ||||||||||||
Extend | maandag 6 maart 2006 @ 22:29 | |||||||||||
Wisselen | ||||||||||||
Barbaaf | maandag 6 maart 2006 @ 22:29 | |||||||||||
In het kort komt het hierop uit geloof ik: Start: Kans op goed geraden (#4 is prijs (#4P)) = 10% Kans op #9P (maar dus niet geraden) = 10% Kans op een van de acht andere kluizen = 80% Na het openen van de acht lege kluizen is de kans op #4P nog steeds gelijk aan #9p alleen nu 50%. Het openen van de lege kluizen heeft de kans dat de oorspronkelijke keus goed was groter gemaakt maar helemaal niets veranderd aan de verhouding tussen de nog niet geopende kluizen, er is van de inhoud van die kluizen geen informatie gegeven. | ||||||||||||
_superboer_ | maandag 6 maart 2006 @ 22:53 | |||||||||||
quote:Wat is dan het verschil met het Monty Hall Probleem a.k.a. 3 deuren probleem? | ||||||||||||
Barbaaf | dinsdag 7 maart 2006 @ 00:09 | |||||||||||
quote:In ieder geval dat in het geval van de TS de 8 deuren geopend zijn door de kandidaat, die niet weet of die kluis ook leeg zou zijn (wat gebeurt als de kandidaat een volle kiest vermeldt het verhaal niet). Bij het 3-deuren probleem is het anders: je hebt initieel 2/3 kans dat je het fout hebt. Als je het fout hebt is, na het openen van de bekende lege deur, de alternatieve zeker gevuld. Als je het goed had, met een kans van 1/3, moet je niet switchen maar die kans is dus kleiner. ... nu ik er meer over nadenk denk ik dat je met die 10 deuren ook moet switchen, aan de andere kant, bekijk het zo: Je moet 10 kluizen openen, ééntje heeft inhoud en die mag je pas op het laatst openen, open je hem eerder ben je af. Als je er dan 8 gehad hebt, maakt het dan uit welke kluis je in eerste instantie in gedachten had? | ||||||||||||
WyBo | dinsdag 7 maart 2006 @ 08:57 | |||||||||||
quote:Iemand? | ||||||||||||
Haushofer | dinsdag 7 maart 2006 @ 09:43 | |||||||||||
quote:Nou, ik heb niet echt een idee hoe dit aan te moeten tonen. Het stond in het Complexe Analyse boek van Serge Lang, en ik was er dit weekend weer even mee bezig. Nou is het niet heel belangrijk ofzo, maar ik vroeg het me gewoon af. | ||||||||||||
Haushofer | dinsdag 7 maart 2006 @ 09:51 | |||||||||||
quote:Als je drie afzonderlijke massa's hebt, en die bind je tot een deeltje, dan is de totale gebonden massa iets minder dan de som van de massa's. De rest wordt in bindingsenergie omgezet, via E=mc2. Hoe dat zit op quarkniveau is iets subtieler; je kunt niet een losse quark nemen en daar de massa van meten. Ze zitten namelijk opgesloten in een systeem, het zogeheten "confinement problem". De sterke kernkracht tussen 2 deeltjes heeft een erg kort bereik, maar ze neemt wel toe als de afstand tussen de quarks toeneemt ! Dat is dus het tegenovergestelde van de andere krachten. quote:Wat bedoel je precies met "de energie die vrijkomt"? Die bindingsenergie? Die wordt veroorzaakt door de sterke kernkracht. Die wordt voortgezet door zogenaamde pionen, tenminste, dat nam men aan. Nou blijken die pionen ook weer uit 2 quarks te bestaan, dus dat is niet helemaal juist. Die quarks worden echter weer bijmekaar gehouden door gluonen, en deze worden dan gezien als de ware overbrengers van de sterke kernkracht. quote:Ik weet niet of je de term al kent, maar google eens even op Liquid Drop model Een heel simpel model waarbij de kern wordt gezien als een heel stevig druppeltje vloeistof. Dit model wordt in heel veel takken van de kernfysica gebruikt. De bindingsenergie per nucleon blijkt eerst toe te nemen, daarna heel langzaam te stijgen totdat Z=60, en daarna weer af te nemen. Het is dus energetisch economischer om elementen met Z<60 te fuseren, en om elementen met Z>60 te splitsen ( fisseren ). Je moet bij zo'n splitsing dus kijken wat de totale energie voor en na is, en daarbij kun je zeker geen 3 neutronen gaan verwaarlozen. | ||||||||||||
-Mzraki- | dinsdag 7 maart 2006 @ 10:47 | |||||||||||
quote:Er wordt tijdens de reactie dus massa omgezet, dat begrijp ik, maar hoe moet ik dat dan precies zien? Wat voor massa verdwijnt er? Ik neem aan dat het niet zo is dat alle nucleonen een bepaald deel van hun massa inleveren en dat die dan om wordt gezet in energie, puur alleen al omdat nucleonen blijkbaar weer uit quarks bestaan, en je daar niet zomaar een deel van af kan schaven. Maar hoe valt dan het verschil in massa te verklaren? Heeft het te maken met het verschil tussen de rustmassa (waar ik bij mijn berekeningen van uitga) en een bewegingsmassa? quote:Inderdaad, die bindingsenergie die gevormd wordt uit de omzetting van massa. Wordt die opgeslagen in de vorm van potentiële energie? Aangezien in een kern de afstotende coulombkracht is overwonnen kan ik me voorstellen dat de nucleonen een aanzienlijke potentiële energie bezitten. Maar aan de andere kant, ze zitten wat sterke kernkracht betreft al in een energie gunstige positie, want, hoe verder de nucleonen van elkaar afzitten, hoe sterker de sterke kernkracht wordt (Of gaat dit alleen voor quarks op?). Is dat het geval dan zou het dus energie kosten om de nucleonen van elkaar te trekken, en is er dus geen potentiële energie. Waar is die bindingsenergie dan heen? quote:Liquid Drop ken ik nog niet, ik zal daar ook nog even naar zoeken. Gisteravond heb ik ook nog wat berekeningen gedaan aan de splijting van een uranium-235 kern, nadat ik een site had gevonden waar ze het volgende deden: quote:http://www.einstein-online.info/en/spotlights/binding_energy/ Hier nemen ze de drie neutronen dus niet mee in de vergelijking, laat een beetje zien wat ik bedoelde met dat verwaarlozen van die drie neutronen. Daarna heb ik naar de exacte massa's voor en na de reactie gekeken, om zo het massadefect te bepalen, daarin heb ik natuurlijk wel die drie neutronen meegenomen. Ik heb voor het gemak dezelfde splijtingsreactie gebruikt: quote:Opvallend verschil, zij zeggen 166 MeV, ik zeg 266 MeV, ik denk dat dat vooral te wijten is aan de onnauwkeurige bepaling van de bindingsenergie per nucleon die zij gebruikt hebben, of niet? | ||||||||||||
Robin__ | dinsdag 7 maart 2006 @ 16:24 | |||||||||||
Sorry dat ik zo kom binnenvallen.. maar ik heb ook een vraag Afgelopen vrijdag een toets van mn wiskunde bijles (om zonder achterstand naar het hbo te kunnen na het mbo) redelijk verkloot, ik dacht dat ik het snapte, niet dus, extra opdrachten gevraagd maar nu zit ik dus vast. De vraag: bekijk de vergelijking x^2 + 5x = 6 allereerst merk je op dat terugrekenen niet gaat (de eerdere sommen was simpel weg alle x-en naar 1 kant schuiven) dus moet je wel wat andres verzinnen je gaat de vergelijking eerst de vorm ... =0 geven door aan beide kanten 6 af te trekken: x^2 + 5x -6 = 0 vervolgens ga je in het linkerdeel haakjes inbrengen. met behulp van ontbinden in factoren: x^2 + 5x - 6 = (x-6)(x+1) Je vergelijking is daardoor (x-6)(x+1)=0 Dat betekent: x - 6 = 0 of x + 1 = 0 En dus zijn de oplossingen x=6 en x=-1 'controleer ze maar' Ik snap er werkelijk NIETS van.. waar haalt ze die 6 en 1 vandaan en waar is mn x^2 gebleven ![]() | ||||||||||||
McCarthy | dinsdag 7 maart 2006 @ 16:34 | |||||||||||
x = -6 en x = +1 | ||||||||||||
Robin__ | dinsdag 7 maart 2006 @ 16:42 | |||||||||||
Als dat zo is dan klopt er dus geen hout van (ook fijn) Mare, werk dat eens uit dan, vanaf het begin?? hier heb ik natuurlijk geen reed aan he | ||||||||||||
Nekto | dinsdag 7 maart 2006 @ 16:43 | |||||||||||
quote:Je vergelijking is daardoor echter (x + 6)(x - 1) = 0. Wat zij zegt is onzin, maar als je het had gesnapt was dat het probleem niet geweest. Echter, een (lange) uitleg, maar wel met de goede vergelijking. De uitleg komt eerst, die is ook voor het snappen, dan komt het stukje Truuk, die vooral de truuk uitlegt. We bekijken x^2 + 5x = 6. Merk op dat x^2 natuurlijk gewoon hetzelfde is als x * x. En 5x is 5 * x. (Dat als allereerste). Ik neem aan dat je bekend bent met haakjes wegwerken. Dat wil zeggen, als er x*(3 + 5x) staat, dan is dit hetzelfde als x*3 + x*5x. Je vermenigvuldigt die x met alle termen die binnen de haakjes staan. Merk dan op dat je na dat vermenigvuldigen in elke term termen zijn overigens de naam voor de losse 'dingen' in een optelling, dus 3 + 5 + 9 heeft termen 3, 5 en 9, en 3x + 5 heeft termen 3x en 5 dezelfde factorfactor is een onderdeel van een vermenigvuldiging, dus 3x heeft factoren 3 en x aantreft, namelijk 'x'. Die factor kun je zogezegd weer buiten haakjes halen. Dat is ook wel logisch, want als x(3 + 5x) gelijk is aan 3x + 5x^2, dan moet natuurlijk 3x + 5x^2 ook gelijk zijn aan x(3 + 5x). En inderdaad, door driftig uitschrijven kun je dat oefenen. Ik hoop dat je bijvoorbeeld inziet dat x(5 + 8x) = 5x + 8x^2, en ook omgekeerd, of dat x^2(6 + 9x) = 6x^2 + 9x^3. En dat je net zogoed in plaats van 4x + 8x^2 ook 4x(1 + 2x) kunt schrijven (die is al wat gemener, want we halen de factor 4x eruit). In jouw voorbeeld halen ze ook buiten haakjes. De eerste stap begint met: x^2 + 5x = 6 om te zetten in x^2 +5x - 6 = 0 (dat levert geen problemen). Nu moeten er echter die haakjes gevonden worden. Ik denk dat je wel ziet dat als je (x + 6)(x - 1) uitschrijft, je weer op x^2 + 5x - 6 uitkomt, immers: (x + 6)(x - 1) = (x + 6)*x + (x + 6)*1 = x*x + 6*x - 1*x - 6 = x^2 +(6 - 1)*x - 6 = x^2 +5x - 6. Merk op dat we bij die laatste stap in feite weer factoren binnen haakjes brengen, want er zijn twee termen die een 'x' gemeen hebben, dus die kunnen we samenvoegen. Truuk De truuk is nu (en dat is het belangrijkste) hoe te herkennen wat je moet doen als je een kwadratische vergelijking hebt, en je die als product van twee sommen (x + a)(x + b) wilt schrijven. Welnu, laten we eerst de som (x + a)(x + b) uitschrijven, dat geeft: (x + a)(x + b) = (x + a)x + (x + a)b = x^2 + a*x + x*b + a*b = x^2 + (a + b)*x + a*b Merk weer hoe we haakjes inbrengen om de twee termen die elk een factor x hebben samen te nemen. Nu komt de truuk, als je een willekeurige vergelijking x^2 + c*x + d hebt, vindt dan twee getallen a en b zodat c = a + b en d = a * b. Daar moet je wellicht even op broeden, maar dat is eigenlijk wat hierboven in die formule staat. En als we dat dan nu gaan toepassen op jouw formule: x^2 + 5x -6 = 0. We zien dat c = 5, en d = -6. Nu wordt het gewoon wat proberen om a en b te vinden meestal, Zeg a = 2, b = 3. Dan a + b = 5, dat klopt, maar a * b = 6, dus dat kan niet kloppen. Sterker nog, we zien aan de -6 dat of a of b wel negatief moet zijn. (Goede truuk om te onthouden, is d negatief, dan is een van a of b ook negatief). Dus, zeg a = -2, dan moet b wel 3 zijn, maar -2 + 3 = 1, dus dat kan ook niet. Enfin, om een al lang verhaal toch iets korter te maken: a = 6 en b = -1. Dit klopt precies, immers 6 *- 1 = -6 en 6 + (-1) = 5. Dus, je vult nu de linkerkant van die hele vergelijking in, en je krijgt dat in dit geval: (x + a)(x + b) moet zijn: (x + 6)(x - 1). Nou, hopelijk is dat na een tijdje oefenen duidelijk genoeg. [ Bericht 0% gewijzigd door Nekto op 07-03-2006 16:57:14 ] | ||||||||||||
Robin__ | dinsdag 7 maart 2006 @ 16:45 | |||||||||||
Ik ga even rustig lezen, alvast bedankt ![]() | ||||||||||||
Robin__ | dinsdag 7 maart 2006 @ 16:52 | |||||||||||
quote:Sorry maar hier gaat het al mis.. 6 punt x^2???? | ||||||||||||
McCarthy | dinsdag 7 maart 2006 @ 16:54 | |||||||||||
stap 1: x2 + 5x - 6 = 0 snap je dat? | ||||||||||||
Nekto | dinsdag 7 maart 2006 @ 16:55 | |||||||||||
quote:Die punt is een zins-einde teken daar. | ||||||||||||
McCarthy | dinsdag 7 maart 2006 @ 16:58 | |||||||||||
in brief 0 = x2 + 5x - 6 = (x + a)(x + b) = x2 + (a + b)x + ab dus ab = -6 en a + b = 5 Rara wat zijn a en b | ||||||||||||
Litso | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:02 | |||||||||||
quote:Nee hoor, als (x-6)(x+1) = 0 dan geldt voor x=6 of x=-1 en Robin__, ik ben waarschijnlijk niet de geschiktste om het uit te leggen maar ik zal het proberen. Ik neem aan dat je bekent bent met het buiten haakjes stellen als je deze sommen voor je krijgt. Dus bij een formule 3 (x-2) kan je ook zeggen 3x - 6 (eerst de x maal de 3 die er voor staat, dan de -2 maal de 3 die er voor staat. Bij een som als (x+3)(x-2) geldt eerst de eerste x maal de tweede x: x2 Dan de eerste x maal de -2: -2x Dan de +3 maal de eerste x: +3x Dan de +3 maal de -2: -6. Bij elkaar is dit x2 - 2x + 3x - 6 oftewel x2 +x -6 Deze methode noemen ze ook wel de papegaaienbek. De lijntjes tussen de elementen die je moet vermenigvuldigen maken een vorm van een soort pagegaaienbek ![]() ![]() Andersom kan het ook. De formule die jij hebt gekregen, x2 +5x -6 is ook te schrijven als (x-6)(x+1). Reken maar na op dezelfde manier als hierboven. Beide formules komen op het zelfde neer. En nu kan je dus zeggen (x-6)(x+1) = 0. Als a maal b 0 is, betekent dat dat óf a, óf b 0 is. In dit geval is dus óf (x-6) = 0, óf (x+1) = 0. En als (x-6) = 0 dan is x dus 6. Als (x+1) = 0 dan is x -1. Duidelijk? | ||||||||||||
McCarthy | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:04 | |||||||||||
wellesquote: | ||||||||||||
Nekto | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:07 | |||||||||||
quote:Ja, maar, in zijn voorbeeld wordt niet juist ontbonden. Als de vergelijking x^2 + 5x - 6 is, dan is de ontbinding niet (x - 6)(x + 1), maar (x + 6)(x - 1). Als de ontbinding (x - 6)(x + 1) is, dan is de vergelijking echter x^2 -5x -6. | ||||||||||||
Litso | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:08 | |||||||||||
quote:Ah, overheen gezien ![]() | ||||||||||||
McCarthy | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:09 | |||||||||||
Kijk nou eens goed naar de bold gemaakte vergl modje van me | ||||||||||||
McCarthy | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:10 | |||||||||||
quote:zal ik het maar overnemen want dit gaat didactisch gezien helemaal fout | ||||||||||||
Litso | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:11 | |||||||||||
quote:Jaja, ik heb het al gezien, maar de rest van wat ik vertel klopt toch aardig of niet? | ||||||||||||
Nekto | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:14 | |||||||||||
Als ze maar ook weten dat de 'papegaaiebek' normaliter 'ontbinden in factoren' wordt genoemd, dan vind ik het best. Ik heb mensen gezien die je glazig aankeken als je ze vroeg naar de afgeleide van f(x), en alleen f-accent snapten. ![]() | ||||||||||||
McCarthy | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:15 | |||||||||||
quote:ik zei alleen dat het didactisch gezien niet echt handig is | ||||||||||||
Litso | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:16 | |||||||||||
quote:Ach, als je maar weet hoe het werkt ![]() Als je er in geïnteresseerd bent of van plan er verder mee te werken is het wel zo handig als je dat weet inderdaad, maar ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die liefst na hun examen niks meer met wiskunde te maken willen hebben ![]() | ||||||||||||
Litso | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:16 | |||||||||||
quote:Want? | ||||||||||||
McCarthy | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:16 | |||||||||||
quote:omfg anders onthouden ze het niet of zo? dat het eigenlijk de regel x(y + z) = xy + xz is wordt ze ook al niet verteld ![]() onderwijs in NEderland ![]() allemaal de schuld van de PvdA | ||||||||||||
Nekto | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:16 | |||||||||||
quote:Tussen droom en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren. | ||||||||||||
McCarthy | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:16 | |||||||||||
quote:papagaaienregels en zo da's niks ![]() | ||||||||||||
McCarthy | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:17 | |||||||||||
die van mijquote:versus die van jou quote: | ||||||||||||
Litso | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:18 | |||||||||||
quote:Voor iemand die van deze som al geen hout snapt en zich afvraagt waar zijn kwadraat heen is kan ik me voorstellen dat diegene ook niet al teveel aan jouw post heeft. | ||||||||||||
Litso | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:20 | |||||||||||
quote:Begrijp me niet verkeerd, ik heb niks tegen wiskunde, ik ben zelf meer een bètamens dan wat anders. Ik zie ook wel degelijk het nut in van wiskunde, ook voor later. Maar als iemand het ontbinden in factoren nou eenmaal makkelijker begrijpt door de naam papegaaienbek te gebruiken denk ik dat je beter gelukkig kan zijn dat hij weet hoe hij het toe moet passen dan zeuren dat hij de goede naam niet gebruikt ![]() | ||||||||||||
McCarthy | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:21 | |||||||||||
quote:ik stel voor dat we dan thabit op hem af sturen ![]() enes kijken hoe dat uitpakt. | ||||||||||||
McCarthy | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:22 | |||||||||||
quote:toch lijkt me dit makkelijker x(y + z) = xy + xz | ||||||||||||
Litso | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:25 | |||||||||||
quote:Makkelijker, wiskundig sowieso veel verantwoorder, maar ik pretendeer dan ook niet dat ik beter wiskunde kan dan jij (integendeel, ik ben bang dat mijn kennis het snel af laat weten). Maar misschien is wat extra uitleg eromheen wel handig. Misschien ook niet. We merken het wel als hij nog reageert ![]() | ||||||||||||
Robin__ | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:32 | |||||||||||
quote: ![]() ![]() En wow wat een reacties verder ![]() ![]() Even een check, ik ben al aan de volgende som begonnen en wil even weten of ik goed onderweg ben Los op: x^2 + x = 4x + 28 x^2 + x = 4x + 28 (-4x) x^2 -3x = 28 (-28) x^2 -3x - 28 = 0 Dan uit nekto's verhaal het a+b=c en a*b=d a+b = c (-3) axb = d (-28) wat dan word (x a)(x b) = 0 En dan vervolgens het antwoord maar dat is een eitje Klopt dit tot zo ver? En er is dus geen andere manier, behalve een beetje puzzelen, om A en B te vinden? | ||||||||||||
Litso | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:42 | |||||||||||
Ik had die lange reply van Nekto helemaal gemist ![]() ![]() Maar mooi dat het nu wil lukken ![]() | ||||||||||||
Litso | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:44 | |||||||||||
quote:Beetje puzzelen kom je er wel. Als het beide een negatief getal weet je wel dat van a en b eentje negatief is, en eentje positief. In dit geval is het -7 en 4. | ||||||||||||
teigan | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:45 | |||||||||||
Als je het linkerdeel tussen haakjes gaat zetten, wil je 2 getallen hebben op zo'n manier, dat als je ze optelt, je het getal wat voor de x staat hebt, en vermenigvuldigt, het enkele getal... Dus in dit geval wil je 2 getallen hebben die: opgeteld 5 en vermenigvuldigt -6 zijn... dus -1 en 6 zijn geschikt... Werk (x-6)(x+1) maar eens uit, haal de haakjes maar weer weg, en je hebt (als het goed is) je eerste vergelijking weer | ||||||||||||
Robin__ | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:45 | |||||||||||
quote:Ik ben goed voor een aardige discussie zie ik ![]() Ik ben wel bekend met het papagaaienbek verhaal (vorig jaar ergens) en mn natuurkunde leraar heeft ooit tussen neus en lippen door gemeld dat dat hetzelfde is als 'x(y + z) = xy + xz' ![]() ![]() | ||||||||||||
Nekto | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:56 | |||||||||||
De meesten denken dat het ze niet duidelijker wordt als ze de toepassing van het distributiviteitsaxioma x(y + z) = x*y + x*z wordt uitgelegd. Maar dat komt eigenlijk vooral door de naam en de onwil. Want feitelijk is het dat gewoon. En distributiviteit komt op allerhande plekken terug in de wiskunde. | ||||||||||||
McCarthy | dinsdag 7 maart 2006 @ 17:59 | |||||||||||
quote:wat studeer je dan? | ||||||||||||
Robin__ | dinsdag 7 maart 2006 @ 18:11 | |||||||||||
quote:Dat woord uitgesproken door mijn wiskunde lerares lijkt me zwaar humor ![]() Ik blijf dit topic zeker volgen, misschien steek ik er nog wat van op, of kan ik zelf eens iemand helpen, al gaan de meeste vragen hier mij voorlopig zwaar de pet te boven. Ik volg trouwens een opleiding werktuigbouwkunde, mbo, niv 4, 3e jaar. Dit jaar alleen maar een of ander competentie gestuurd bullshit project en sporadisch een les pneumatiek of autocad. Op vrijdag middag dus 2 uur natuurkunde en 2 uur wiskunde voor hbo doorstroom.. en schijnbaar is de tijd dat ik lekker achterover kan leunen en toch goede cijvers halen nu toch voorbij (ben er zowaar een beetje blij om ![]() Thanks voor de uitleg ![]() | ||||||||||||
Litso | dinsdag 7 maart 2006 @ 18:17 | |||||||||||
quote:Digitale Communicatie. Ik vind wiskunde wel interessant maar ik ben er niet super goed in. | ||||||||||||
bankrupcy | woensdag 8 maart 2006 @ 13:23 | |||||||||||
quote:Omdat de vermenigvuldiging ' x ' teveel lijkt op de variabele x, vriendelijk doch dringend het verzoek het de vermenigvuldigings ' x ' niet te gebruiken. axb betekent a vermenigvuldigd met x vermenigvuldigd met b. Jij bedoelt ab. quote:Wat bedoel je met ' (x a)(x b) = 0 '. Het lijkt allemaal onbelangrijk, maar netjes werken in de wiskunde is erg belangrijk. Alles heeft een betekenis, dus wees precies. quote:abc-formule: x1,2=(-b±SQR(b2-4ac))/2a Uitgaande van x2 -3x - 28 = 0 geeft dit a=1 b=-3 c=-28 Invullen levert dan x1,2=(3±SQR(9-(-112)))/2 x1,2=(3±11)/2 x1=(3-11)/2=-4 en x2=(3+11)/2=7 | ||||||||||||
Nekto | woensdag 8 maart 2006 @ 14:20 | |||||||||||
De abc- of wortelformule leidt vaak tot dom toepassen. (En is zeker niet altijd sneller.) Ik heb vaak wel esthetische voorkeuren voor ontbinden, en daar zie je ook sneller dat het goed is. | ||||||||||||
Market_Garden | woensdag 8 maart 2006 @ 15:16 | |||||||||||
x^2 + 5x - 6 = (x-6)(x+1) Je gebruikt hier de volgende regel, die alleen bij tweedegraads vergelijkingen werkt. Je hebt de vorm x^2 + Qx - P Nu moet je 2 getallen vinden, die opgeteld Q zijn, en vermenigvuldigd P. Als het goed is, is dit de regel. Waarom het zo is, vraag het me niet, dat is gewoon zo :p Dus bij jou moet je 2 getallen vinden, die opgeteld 5 zijn, en vermenigvuldigd -6. Beetje puzzelen, en dan kom je op -1 en 6 -1 * 6 = -6 -1 + 6 = 5 Je vergelijking is daardoor (x-6)(x+1)=0 Hier vermenigvuldig je 2 getallen met elkaar, die dan 0 zijn. Dat kan alleen maar als 1 van die 2 getallen nul is. Dus x - 6 = 0 of x + 1 = 0 x is dus 6 of -1. En dat klopt, dat zie je ook als je 'm plot in je rekenmachine... Ik hoop dat je een beetje geholpen bent ![]() __ Zoo, dan had ik zelf ook nog een vraag Ik ben aan het bewijs bezig dat Pi irrationaal is. Ik ben al een aardig eind gekomen, maar er zijn nog veel stappen waar ik geen kaas van kan maken Heeft iemand hier een goede bron voor, waar het bewijs goed staat beschreven? Google geeft weinig ![]() | ||||||||||||
thabit | woensdag 8 maart 2006 @ 15:30 | |||||||||||
quote: ![]() Erg goed boek. Goed leesbaar voor leken, tevens zeer interessant voor vakmensen. | ||||||||||||
Nekto | woensdag 8 maart 2006 @ 15:33 | |||||||||||
quote: ![]() quote:Ik neem aan dat je dit bewijs van Ivan Niven hebt gevonden. Dat is een elegant bewijs, ik heb het ooit gesnapt (was volgens mij ook niet zo moeilijk), maar het helemaal uittypen, dat wordt me te veel werk, dus zeg waar je vastloopt. Let op de notatie f<sup>(2)</sup> betekent de tweede afgeleide van f, etc. (De rest lijkt me wel duidelijk). Onderstaand boek bevat ook een goed volgbaar bewijs van de irrationaliteit van Pi (en nog andere elegante bewijzen): ![]() [ Bericht 11% gewijzigd door Nekto op 08-03-2006 15:43:15 ] | ||||||||||||
Floriz87 | woensdag 8 maart 2006 @ 18:55 | |||||||||||
Wiskunde - primitiveren: Omdat ik de oppervlakte moet uitrekenen van een bepaald gedeelte onder een grafiek, heb ik een integraal opgesteld. Om die integraal op te lossen moet ik de volgende functie primitiveren: f(x) = 100 * 0,998x Iemand enig idee hoe ik dit moet oplossen en wat de uitkomst is? Ik heb zelf wel wat zitten klungelen, maar op het goede antwoord kwam ik niet. Bedankt alvast ![]() | ||||||||||||
-Mzraki- | woensdag 8 maart 2006 @ 19:06 | |||||||||||
quote:Als je een exponent differentieert met als grondgetal ongelijk aan e krijg je: f(x) = g^x -> f'(x) = ln(g).g^x Vang die ln(g) op en je hebt je primitieve. | ||||||||||||
Floriz87 | woensdag 8 maart 2006 @ 19:10 | |||||||||||
Haha, sorry, maar khad echt een hele domme fout gemaakt. Ik had de primitieve wel goed, de fout zat ergens anders. Mijn excuses ![]() De primitieve is btw: F(x) = ( 100 / ln0,998 ) * 0,998^x ![]() Bedankt iig! | ||||||||||||
WyBo | woensdag 8 maart 2006 @ 19:57 | |||||||||||
Nog even over mijn experiment met insuline. Ik heb dus insuline, 3 ml geregeld. Die gaan we onder andere samenvoegen met pepsine en dan gaan we bij de drie stoffen die we dan hebben kijken hoe ze uitlopen bij papierchromotografie. Ik wil dus gaan aantonen dan insuline wordt aangetast door het maagsap. Dus 1x bij insuline, 1x bij pepsine en HCL en 1x bij insuline met pepsine en HCL. Ik zit alleen met 2 vraagjes. Ik heb 3 ml, dat is voor insuline best veel, maar kan ik daar wel papierchromotografie mee doen? Of moet ik het dan eerst verdunnen? En welke loopvloeistof moet ik nemen? Alvast erg bedankt ![]() [ Bericht 7% gewijzigd door WyBo op 08-03-2006 20:37:50 ] | ||||||||||||
bankrupcy | woensdag 8 maart 2006 @ 21:02 | |||||||||||
quote:In de praktijk zijn de oplossingen zeer zelden gehele getallen. Formules gebruik je juist om dom toe te passen. Je moet nadenken over welke formule je moet toepassen. | ||||||||||||
WyBo | donderdag 9 maart 2006 @ 10:40 | |||||||||||
quote:Niemand die mij kan of wil helpen? ![]() ![]() | ||||||||||||
teigan | donderdag 9 maart 2006 @ 11:14 | |||||||||||
Pfff, ik zit even te denken, misschien dat je op chemieforum.nl meer respons krijgt, ik weet hier verder ook niet zoveel vanaf.. | ||||||||||||
Floriz87 | donderdag 9 maart 2006 @ 15:54 | |||||||||||
Iemand enig idee hoe ik dit vereenvoudig? http://img417.imageshack.us/my.php?image=sommetje4uu.jpg Ben echt in n00b-bui vandaag. Weet niet hoe ik met computers en wiskunde om moet gaan. | ||||||||||||
Litso | donderdag 9 maart 2006 @ 16:39 | |||||||||||
quote:Een noob-bui? Jij komt hier met de huiswerkvraag, dus is het logisch dat je er zelf ook even wat energie in steekt. Ik snap de vraag nu iig niet, dus misschien is het verstandig dat je zelf even uitzoekt hoe je dit wat beter kan formuleren? | ||||||||||||
Nekto | donderdag 9 maart 2006 @ 16:41 | |||||||||||
quote: Dus, zorg eerst dat je in de noemer van de grote breuk eens één breuk in plaats van een som krijgt, en deel dan. | ||||||||||||
Floriz87 | donderdag 9 maart 2006 @ 17:29 | |||||||||||
quote:Ik bedoel te zeggen dat ik het inzicht vandaag ff mis. Zit er nu al tijd mee, maar krijg hem niet opgelost. Duidelijker geformuleerd krijg ik hem denk ik niet. Misschien als ik hem uitteken en vervolgens inscan ![]() Maar reactie op de post hiervoor: Inderdaad zag ik dat nu net dus ook. Maar ik krijg er niet eens een normale breuk van. Je kan die 1 toch niet zomaar bij die teller optellen? Want wil je breuken op kunnen tellen, dan moet wel de noemer gelijk zijn. En kheb geen idee hoe ik die gelijk moet krijgen. | ||||||||||||
Nekto | donderdag 9 maart 2006 @ 17:32 | |||||||||||
Teller en noemer vermenigvuldigen met hetzelfde. En 1 = 1/1 = a/a = (b+q)/(b+q) = patat/patat. | ||||||||||||
GlowMouse | donderdag 9 maart 2006 @ 19:03 | |||||||||||
quote:Snap niet hoe je met die hints wat kunt doen hier. Het makkelijkste is denk ik het eenheidselement gebruiken: x*1 = x. Als je met 1 vermenigvuldigt, verandert de breuk niet. Vermenigvuldig met (1+x)/(1+x). Dat doe je door zowel teller als noemer ermee te vermenigvuldigen. Pas distributiviteit goed toe in de noemer, en je bent klaar. | ||||||||||||
Extend | donderdag 9 maart 2006 @ 19:14 | |||||||||||
quote:Werd toch net ook gezegd? | ||||||||||||
GlowMouse | donderdag 9 maart 2006 @ 19:19 | |||||||||||
quote:Waar precies? "En 1 = 1/1 = a/a = (b+q)/(b+q) = patat/patat." komt erg uit de lucht vallen. | ||||||||||||
Nekto | donderdag 9 maart 2006 @ 19:41 | |||||||||||
Eendere methode komt (vrijwel) op hetzelfde neer. Doch, als hij de ene uitleg wel snapt, maar de andere niet, dan kan dat alleen maar baatzaam zijn. | ||||||||||||
Floriz87 | donderdag 9 maart 2006 @ 22:25 | |||||||||||
Nee, de hints zijn iets te ingewikkeld. Ik zal het morgen wel even aan mijn wiskundeleraar vragen, het is wat moeilijk alles uit te schrijven zoals ik het gedaan heb. Anders hadden jullie even aan kunnen wijzen waar het fout ging. Bedankt iig, kheb weer wat inzichten opgedaan ![]() | ||||||||||||
Nekto | donderdag 9 maart 2006 @ 22:49 | |||||||||||
Goed, er zijn verschillende mogelijkheden… ik zal eens een ASCII-art oplossing aanreiken.
De ‘noemer’ onder een noemer brengen:
Wat gelijk is aan:
Delen door een breuk, vermenigvuldigen met het omgekeerde:
Dus: 1/(2+x) Anders:
Breng van de noemer van de teller (i.e. 1/1+x bovenin) direct in de noemer:
Is ook 1/(2+x) | ||||||||||||
Floriz87 | donderdag 9 maart 2006 @ 23:54 | |||||||||||
Je wordt bedankt! Erg overzichtelijk! Nu weet ik gelijk hoe voortaan formules kan 'digitaliseren'. Bovendien snap ik de vereenvoudiging ook nog eens ![]() | ||||||||||||
zquing | donderdag 9 maart 2006 @ 23:58 | |||||||||||
quote:Is de inhoud een beetje goed van dit stukje tekst, of staat er echt grote fouten in. Jullie hoeven niet te kijken naar spelfouten e.d. | ||||||||||||
Haushofer | vrijdag 10 maart 2006 @ 20:43 | |||||||||||
" Zeg maar hoe groter de ruimte tussen de moleculen hoe groter de entropie." ? Da's toch echt niet waar. De entropie is gedefinieerd als S=k*log(O), waarbij O je vertelt op hoeveel manieren je de verzameling kunt rangschikken. Een evenwicht komt dan overeen met een maximale entropie. Ik weet trouwens niet waar het stukje voor bedoelt is, maar je schrijfstijl laat nogal te wensen over, voor het geval je het hebt geschreven om anderen het uit te leggen ![]() | ||||||||||||
Crazykill | zaterdag 11 maart 2006 @ 23:55 | |||||||||||
Ik moet voor Scheikude P.O. een practicum doen. We moeten dus een Ester maken.. De stof die ik moet maken is 2-propylmethanoaat. Dit geeft toch deze reactie... propanol + methaanzuur >>> 2-propylmethanoaat + water (evenwichtsreactie) Klopt dit? ![]() | ||||||||||||
Doderok | zondag 12 maart 2006 @ 03:42 | |||||||||||
quote:tvp, antwoord volgt ![]() | ||||||||||||
GlowMouse | zondag 12 maart 2006 @ 13:04 | |||||||||||
quote:Bij propanol weet je niet waar de alcoholgroep zit, de naam is dus niet volledig. Verder ziet het er goed uit. | ||||||||||||
Crazykill | zondag 12 maart 2006 @ 14:50 | |||||||||||
quote:Hoe bedoel je ![]() ![]() Oja, hoe kan ik berekenen hoeveel propanol en methaanzuur ik nodig heb om 2mL ester (2-propylmethanoaat) te krijgen? | ||||||||||||
GlowMouse | zondag 12 maart 2006 @ 15:02 | |||||||||||
quote:De alcoholgroep kan zowel aan een de middelste C (2-propanol) als aan een C aan de zijkant (1-propanol) zitten. In dit geval wil je methanoaat aan de middelste C hebben, dus kies je voor 2-propanol. quote:Weet je zeker dat de ester vloeibaar is, dat je hem in mL meet? Zoja, dan heb je de dichtheid nodig om naar massa te gaan. Via massa kun je via molaire massa naar aantal mol. Als het om een ester in oplossing gaat, heb je de gewenste molariteit nodig om bij mol te komen. Als je het aantal mol 2-propylmethanoaat weet, neem ik aan dat je de rest zelf weer kunt ![]() | ||||||||||||
Crazykill | zondag 12 maart 2006 @ 15:47 | |||||||||||
quote:Uhmm ja, dat zei de leraar wel ![]() C4H8O2 dichtheid = 0.904 Volume = 2 ML M = 2*0,904 = 1,808 gram Mol. massa = 88.106 aantal mol = 1,808 / 88.106 =0.020 mol C3H8O+HCOOH >>> C4H8O2+H2O mol massa: C3H8O = 60.09 HCOOH = 46.02 Uhmm hier zit ik dus vast, ik snap niet zo goed hoe je dan die 2mL kunt krijgen.. (ik begrijp deze onderwerp niet zo goed ![]() (Je hoeft die berekening niet te doen voor me hoor ![]() ![]() | ||||||||||||
GlowMouse | zondag 12 maart 2006 @ 15:53 | |||||||||||
Hier en daar missen wat eenheden, maar ik ga er even vanuit dat al je berekeningen tot nu toe kloppen. Je zei al dat het om een evenwichtsreactie ging. De volgende stap is daarom het opstellen van de evenwichtsvoorwaarde. Je hebt daarbij de evenwichtsconstante nodig. Daarna is het een kwestie van oplossen. | ||||||||||||
Crazykill | zondag 12 maart 2006 @ 16:09 | |||||||||||
Is er geen andere manier om het te berekenen, want ik heb de evenwichtsconstante niet. ![]() Edit: De Kz van HCOOH staat wel in Binas, maar kan ik die ook gebruiken? [ Bericht 17% gewijzigd door Crazykill op 12-03-2006 16:20:32 ] | ||||||||||||
GlowMouse | zondag 12 maart 2006 @ 16:23 | |||||||||||
quote:In enkele gevallen wel, maar hier lijkt me het lastig. Je kunt alleen aan evenwichten rekenen als je de evenwichtsconstante hebt. Zonder die constante kun je er wel aan rekenen, maar dan moet je het evenwicht verstoren door een beginstof weg te nemen. Omdat je C4H8O2 over wilt houden, zou dat water zijn. Een andere manier is om dmv de temperatuur de evenwichtsreactie toch zoveel mogelijk naar rechts te laten verlopen, maar je weet dan niet of de reactie voor 5 of voor 99% verloopt. quote:Nee. | ||||||||||||
Crazykill | zondag 12 maart 2006 @ 16:43 | |||||||||||
quote:Ja inderdaad, we moeten zoutzuur toevoegen waardoor water word ontrokken. Dus de evenwicht gaat naar rechts waardoor we de ester overhouden. Maar ik dacht dus... De verhouding is 1:1 C3H8O + HCOOH >>>> C4H8O2 + H2O 0,020 mol C4H8O2 had ik nodig Dus C3H8O en HCOOH moeten ook 0,020 mol zijn. Als ik dan uitreken hoeveel gram 0,020 mol C3H8O en HCOOH zijn, dan weet ik toch hoeveel ik nodig heb? Of klopt dit niet? | ||||||||||||
GlowMouse | zondag 12 maart 2006 @ 17:10 | |||||||||||
Dat klopt. | ||||||||||||
Crazykill | zondag 12 maart 2006 @ 18:05 | |||||||||||
quote:Thnx voor je hulp/moeite ! ![]() ![]() ![]() ![]() | ||||||||||||
Bioman_1 | maandag 13 maart 2006 @ 14:44 | |||||||||||
![]() Ik heb ff een klein vraagje waar ik niet helemaal uitkom. We laten een bal op de tafel vallen, waarvandaan deze wordt teruggekaatst. De tijd tot de volgende impact is dan: t = (2 v) / g, met v de snelheid en g de gravitatieversnelling. Stellen we nu g=1/2, dan kunnen we de stuiterende bal modelleren dmv de volgende afbeelding: t -> t + v v -> a v, waarbij a een parameter is met 0 < a < 1. Dit is de beginsituatie en dit is mij volkomen duidelijk. Heb hier al wat aan gerekend (dekpunten enzo) en dat lukt allemaal wel. Maar nu verandert er het volgende aan de situatie. Nu laten we de bal vallen op een oppervlak dat periodiek aangedreven wordt. Het tafelblad blijft loodrecht op de verticale as, maar beweegt nu op en neer volgens -B*sin(t). Stel nu c = (1+a)*B. Laat nu zien dat deze nieuwe situatie gemodelleerd kan worden door de afbeelding: t -> t + v v -> av - c*cos(t+v) Volgens mij is dit niet zo moelijk, maar ik zie gewoonweg niet waarom dit zo is. Wie helpt me uit de brand? | ||||||||||||
teletubbies | maandag 13 maart 2006 @ 19:04 | |||||||||||
hier een vraagje: {a1,a2,a3,...,an} en {b1,2,b3,..bn} two sets of real numbers. Find a necessary and (a) sufficient condition for {a1,a2,a3,...,an} and {b1,2,b3,..bn} such that there are real numbers A and B with (a1x+b1)²+(a2x+b2)²+...+(anx+bn)² =(Ax+B)² voor all values of x. Het lijkt me sterk dat deze vraag veel te maken heeft met de vraag: toon aan dat: a²+b²+c²+d²=ab+bc+cd+ad slechts en slechts als a=b=c=d deze vraag is niet moeilijk te beantwoorden: a²+b²+c²+d²=ab+bc+cd+ad ==> 2(a²+b²+c²+d²)=2(ab+bc+cd+ad) dan krijg je iets van (a-b)²+(b-c)²...=0 dan is a=b, b=c,c=d,d=a dus a=b=c=d. De 2e vraag is een geval van de algemene vraag1. | ||||||||||||
teletubbies | maandag 13 maart 2006 @ 19:05 | |||||||||||
hoe kan hiermee beginnen. | ||||||||||||
thabit | maandag 13 maart 2006 @ 19:08 | |||||||||||
Haakjes uitwerken is een vrij directe manier die hier wel werkt. Een andere manier is opmerken dat (Ax+B)2 een nulpunt in R heeft mits A niet nul is. [ Bericht 79% gewijzigd door thabit op 13-03-2006 19:17:38 ] | ||||||||||||
thabit | maandag 13 maart 2006 @ 19:10 | |||||||||||
De vraag is wel slecht geformuleerd trouwens. In een verzameling staan de elementen namelijk niet op een bepaalde volgorde terwijl dat hier wel wordt gebruikt. | ||||||||||||
icecreamfarmer_NL | maandag 13 maart 2006 @ 20:53 | |||||||||||
Ik heb een breuk probleem ik moet een breuksplitsen namenlijk x − 5 ------------ x^3 − x^2 − 2x nu ben ik tot hier gekomen
maar ik kan nu niet verder want ik zit met drie variabelen? hoe los ik dit op | ||||||||||||
Wolfje | maandag 13 maart 2006 @ 21:51 | |||||||||||
quote:Je moet die breuken met A, B en C onder een noemer brengen. Dan krijg je in de teller A (x + 1)(x - 2) + B x(x - 2) + C x(x + 1). De haakjes moet je zelf even uitwerken. Het moet dan gelijk zijn aan x-5 voor zekere waarden van A, B en C. Je moet ze dus zodanig kiezen dat de coefficient van (A+B+C)x^2 gelijk is aan 0, ofwel A+B+C=0. Ditzelfde moet je doen voor de coefficient van x en de constante term. Dan krijg je drie lineaire vergelijkingen in 3 onbekenden die je wel kunt oplossen. | ||||||||||||
thabit | maandag 13 maart 2006 @ 21:53 | |||||||||||
Je kunt hier A bepalen door links en rechts met x te vermenigvuldigen: A + Bx/(x+1) + Cx/(x-2) = x(x-5)/(x^3-x^2-2x) = (x-5)/(x+1)(x-2). Daarna vul je simpelweg x=0 in en voila: A + 0 + 0 = 5/2. Dezelfde truuk kun je gebruiken om B en C te bepalen. Bij B moet je dan dus met x+1 vermenigvuldigen en x=-1 invullen. | ||||||||||||
icecreamfarmer_NL | dinsdag 14 maart 2006 @ 10:32 | |||||||||||
quote:ik heb dezelfde methode gebruikt. maar ik zie nu wat ik fout deed ik ben de x bij C vergeten en dan krijg je dat A=B wat dus niet met het antwoordt overeenkomt en ik kom er dan nog niet uit dat A= 5/2 heb je zo daarna doe ik 0=A+B+C -5/2=B+C B=-C-5/2 -5/2=-C-5/2+C 0=-C+C 0=0 maar daar kan ik zo weinig mee ![]() [ Bericht 7% gewijzigd door icecreamfarmer_NL op 14-03-2006 11:04:11 ] | ||||||||||||
el-Fenomeno | dinsdag 14 maart 2006 @ 12:54 | |||||||||||
Ik moet het maximum weten van de formule: Q= -20A + 12A^2 - A^3. Ik wil graag gebruik maken van de ABC formule, maar ik heb geen idee hoe ik dat doe. Kan iemand me helpen? ![]() | ||||||||||||
thabit | dinsdag 14 maart 2006 @ 13:02 | |||||||||||
quote:Daarom moet je ook de methode gebruiken die ik gepost heb, minder kans op rekenfouten. | ||||||||||||
teigan | dinsdag 14 maart 2006 @ 13:40 | |||||||||||
quote:Je wil het maximum van Q weten, dus met andere woorden, de waarde waarbij de afgeleide van Q nul is(dan heb je nl. een (plaatselijk) minimum of maximum... De afgeleide van Q is wel een functie waarop je de ABC formule kan toepassen.. Nu moet het vast wel lukken.. | ||||||||||||
Doderok | dinsdag 14 maart 2006 @ 13:53 | |||||||||||
quote:Een maximum (of minimum) vind je door de afgeleide te berekenen en de nulpunten ervan te bepalen. -20+24A-3A2=0 Bepalen van die nulpunten doe je met de ABC formule. Je bepaalt de nulpunten, vult deze in in de oorspronkelijke formule en berekent de waarde Q Dan krijg je het lokaal maximum en minimum. Als A naar -oneindig gaat wordt het maximum natuurlijk +oneindig en omgekeerd voor a gaande naar +oneindig wordt het minimum -oneindig | ||||||||||||
el-Fenomeno | dinsdag 14 maart 2006 @ 14:08 | |||||||||||
quote:Dat snap ik, maar hoe moet je dat precies invullen in de ABC formule. Je moet toch wat doen met de formules: ax^2+bx+c=0, x=(-b+wortel D)/2a, x=(-b-wortel D)/2a en D=b^2-4ac? Hoe moet ik dat precies invullen? | ||||||||||||
Doderok | dinsdag 14 maart 2006 @ 14:39 | |||||||||||
quote:-20+24A-3A2=0 of -3A2+24A-20=0 dan is a=-3 b=24 c=-20 D=242-4*60=336 x1=(-24+wortel 336)/(-6)=0.94495.. x2=(-24-wortel 336)/(-6)=7.05505.. Invullen geeft voor Q1=-9.0276.. Q2=105.0276.. | ||||||||||||
el-Fenomeno | dinsdag 14 maart 2006 @ 15:00 | |||||||||||
quote:Thnx, ik snap het. Wat gebeurt er als je de formule f(x) = x^3-3x-4 hebt? De afgeleide is dan 3x^2-3, maar de b van de ABC formule ontbreekt en daardoor kun je de D niet uitrekenen. | ||||||||||||
Doderok | dinsdag 14 maart 2006 @ 15:14 | |||||||||||
quote:b ontbreekt niet, b=0 ![]() dus D=36 etc. maar dat los je eenvoudiger op: 3x2-3=0 3x2=3 x2=1 dus x=1 of x=-1 | ||||||||||||
BaklapRR | dinsdag 14 maart 2006 @ 20:26 | |||||||||||
Ik heb hier een probleem. Ik moet de formule van Cardano afleiden, maar ik zou echt niet weten waar of hoe ik moet beginnen. Heeft iemand tips? | ||||||||||||
mrbombastic | woensdag 15 maart 2006 @ 12:45 | |||||||||||
http://www.hhofstede.nl/bewijzen/cardano.htm | ||||||||||||
Doderok | woensdag 15 maart 2006 @ 13:47 | |||||||||||
quote:Een complexe wortel ![]() ![]() | ||||||||||||
superhero87 | woensdag 15 maart 2006 @ 15:08 | |||||||||||
Hooi ik heb een klein vraagje. Ben bezig met een opdracht voor informatica... Op dit moment ben ik bezig met het programma SPSS. Hierbij snap ik de volgende opdracht niet: In een stad zijn 660 mensen gevraagd met welk vervoermiddel zij dagelijks van hun huis naar hun werk reizen. Het resultaat van dit onderzoek staat vermeld in onderstaande tabel: Vervoermiddel Aantal Mensen Openbaar vervoer 160 Auto 350 (brom)fiets/te voet 150 Voer deze gegevens in in SPSS en presenteer ze in een staafdiagram (vermeld de aantalllen in de staven) | ||||||||||||
Litso | woensdag 15 maart 2006 @ 16:39 | |||||||||||
Wat snap je er niet aan dan? | ||||||||||||
Litso | donderdag 16 maart 2006 @ 13:54 | |||||||||||
Uit scheikunde wasmiddelen :Squote:Hoe komt het dat dat je zo'n opdracht moet doen je geen idee hebt hoe je het aan moet pakken? Hadden jullie dit moeten weten? Kan de leraar of het lesboek geen uitleg bieden? Ik kan me niet voorstellen dat je zomaar zo'n opdracht in je schoot krijgt geworpen zonder uitleg eromheen. | ||||||||||||
gpg18 | donderdag 16 maart 2006 @ 15:27 | |||||||||||
Hoi, ik moet een presentatie doen voor wiskunde over chaos en orde, met sommen als voorbeeld, maar ik weet nog niet echt wat chaos is. bijvoorbeeld op deze site: http://www.vuiksvertier.nl/wetenschap/chaos-maken.htm staan 5 grafieken, vanaf welke is het nou chaos? want bij de eerste 4 zit een patroon, kan chaos een patroon hebben? elke info is welkom, bedankt, groeten Gian. | ||||||||||||
SNArky | donderdag 16 maart 2006 @ 15:49 | |||||||||||
Ik denk dat dit wel een goede intro is (mits je niet al te veel moeite hebt met Engels): http://en.wikipedia.org/wiki/Chaos_theory | ||||||||||||
bierglas | donderdag 16 maart 2006 @ 19:03 | |||||||||||
Snap ff iets niet van een sinus te integreren. Het gaat om de gemiddelde waarde bepalen ervan. 100sinωt dt is de functie die ik moet integreren. In het boek maken ze er dan: -100/ω cos ωt van als die functie geprimitiveerd is. Die -cos snap ik wel, maar waarom -100 delen door ω ?? Ik zou zeggen ω * 100 omdat constanten naar voren worden gehaald volgens mij wiskunde leraar. Of is het eigenlijk 1/ω wat dan naar voor gaat, en waarom? | ||||||||||||
thabit | donderdag 16 maart 2006 @ 19:15 | |||||||||||
Omdat bij differentieren w naar voren gaat, moet bij primitiveren 1/w naar voren. | ||||||||||||
bergkampf | donderdag 16 maart 2006 @ 19:16 | |||||||||||
Voor school moet ik een presentatie geven over de komst van computers (ICT) binnen het basis onderwijs. Hoe het vroeger was. Toen je nog op de basischool zat in welk jaar ongeveer kwam er bij jou een of meerdere computer(s) in de klas? Wat kon je ermee? wat vond je er leuk of juist niet leuk aan, wat miste je in die tijd? Wat zijn de dingen die je zijn bij gebleven van die computers, wat vind je een grote uitvinding op ict gebied wat handig is binnen het basisonderwijs.? Wat zijn de voordelen en nadelen van informatica (ict) in het basisonderwijs) Heb je een praktijk voorbeeld vertel die hier ook graag ![]() Alle info is welkom, nog verwijzingen naar websites met handige info zijn ook zeer welkom. THX | ||||||||||||
bierglas | donderdag 16 maart 2006 @ 20:23 | |||||||||||
quote:Ok, maar waarom? Bij differentieren moet het omdat de kettingregel dat zegt ![]() | ||||||||||||
thabit | donderdag 16 maart 2006 @ 20:25 | |||||||||||
Er is wel een regel, die heet partieel integreren. Maar hier hoef je dat niet te doen: differentieer die primitieve maar eens, dan zie je zelf waarom het zo is. | ||||||||||||
205_Lacoste | vrijdag 17 maart 2006 @ 10:38 | |||||||||||
Hallo, Ik krijg van iemand die ik zo nu en dan help met wiskunde een vraag voorgelegd waar ik zo 123 het antwoord niet op weet. Het is 5e jaars VWO, maar vrees dat ik al wat te lang uit de running ben om al die trucjes te onthouden. a * b = 11a + 4b + 97 Als het goed is moeten er 4 positieve oplossingen in hele getallen. | ||||||||||||
thabit | vrijdag 17 maart 2006 @ 11:02 | |||||||||||
Ontbinden als (a-4)(b-11)=nog iets. | ||||||||||||
Haushofer | vrijdag 17 maart 2006 @ 11:22 | |||||||||||
quote:Dat is omdat differentieren het tegenovergestelde is van integreren. Dus als je bij differentieren een factor w krijgt, krijg je bij integreren een factor 1/w, zodat als je het geintegreerde weer differentieert je dezelfde functie terugkrijgt. | ||||||||||||
205_Lacoste | vrijdag 17 maart 2006 @ 11:27 | |||||||||||
quote:Het is weer zo'n vrijdagmorgen ![]() (a-4)(b-11)=141 Ik kan in ieder geval zeggen dat a géén 4 moet zijn en b geen 11... still stuck dus | ||||||||||||
thabit | vrijdag 17 maart 2006 @ 11:33 | |||||||||||
141 ontbinden in priemfactoren en zo alle delers vinden. | ||||||||||||
205_Lacoste | vrijdag 17 maart 2006 @ 11:38 | |||||||||||
quote:Ah, zo ging dat inderdaad! Daar moet ik verder mee kunnen, bedankt Thabit. | ||||||||||||
teletubbies | vrijdag 17 maart 2006 @ 20:11 | |||||||||||
Je merkte op als A niet gelijk is aan nul. dan heeft (Ax+B)² een nulpunt. dat nulpunt is x=-B/A Dan moet links ook gelijk zijn aan 0. subsitueren links levert : (-a1B/A+b1)²+(-a2B/A+b2)²+...+(anB/A+bn)²=0 ieder kwadraat moet gelijk zijn aan 0. dus: -a1B/A+b1=0 dus b1/a1=B/A en en in het algemeen: b1/a1=b2/a2=...=bn/an met (a1,a2,..an) ongelijk aan nul ben ik op de goede weg? of al klaar? Trouwens, als een bepaalde functie continu is op een bepaald interval, is de inverse d'r van ook continu? waarom is lnx continu op (0,-->)? | ||||||||||||
thabit | vrijdag 17 maart 2006 @ 21:07 | |||||||||||
Bijna klaar, er zouden ai'tjes nul kunnen zijn en delen door nul dat doet alleen een sul. | ||||||||||||
thabit | vrijdag 17 maart 2006 @ 21:28 | |||||||||||
Een inverse hoeft niet te bestaan. Maar als dit bestaat op een interval is het wel continu. | ||||||||||||
Oscar_de_Grouch | zaterdag 18 maart 2006 @ 11:07 | |||||||||||
Toon aan dat de limiet van sqrt(n^4 + 100)/4n bij n -> oneindig, gelijk is aan oneindig. Ik denk dat ik iets moet substitueren, maar ik zie niet wat. | ||||||||||||
Drive-r | zaterdag 18 maart 2006 @ 11:17 | |||||||||||
quote:De logische oplossing: (n^4+100) < n^4 als n gaat naar oneindig De limiet van sqrt(n^4)/4n = n^2/4n = n/4 is dus kleiner dan de limiet die jij zoekt. Deze limiet n/4 gaat natuurlijk naar oneindig als n naar oneindig gaat. Jouw limiet is groter dan deze limiet en groter dan oneindig is.... oneindig.... | ||||||||||||
Oscar_de_Grouch | zaterdag 18 maart 2006 @ 11:36 | |||||||||||
quote:Ik snap. Ook al denk ik dat dikgedrukte een typo is..? | ||||||||||||
Drive-r | zaterdag 18 maart 2006 @ 11:46 | |||||||||||
Ja, moet natuurlijk andersom zijn.... (n^4+100) > n^4 | ||||||||||||
thabit | zaterdag 18 maart 2006 @ 11:53 | |||||||||||
. [ Bericht 90% gewijzigd door thabit op 18-03-2006 11:54:01 ] | ||||||||||||
Oscar_de_Grouch | zaterdag 18 maart 2006 @ 12:00 | |||||||||||
Limiet van (pi^(2n) + 3)/(10^n + 3), als n --> oneindig. Antwoord 0. Reden: (pi^2) < 10 dus noemer gaat sneller naar oneindig dan de teller. Voldoet dit..? | ||||||||||||
thabit | zaterdag 18 maart 2006 @ 12:09 | |||||||||||
Voor zo'n oplossing zou ik zelf niet het volle puntenaantal geven. | ||||||||||||
Oscar_de_Grouch | zaterdag 18 maart 2006 @ 12:12 | |||||||||||
quote:Help me 'es dan? | ||||||||||||
thabit | zaterdag 18 maart 2006 @ 12:15 | |||||||||||
pi^(2n)+3 < 2pi^(2n). 10^n+3 > 10^n. | ||||||||||||
Drive-r | zaterdag 18 maart 2006 @ 12:17 | |||||||||||
quote:Ik zou het iets uitgebreider doen: (pi^(2n) + 3)/(10^n + 3)=(pi^(2n)/(10^n + 3) + ( 3)/(10^n + 3) Die laatste breuk gaat naar nul voor n gaat naar oneindig. Vervolgens wederom (pi^(2n)/(10^n + 3) < (pi^(2n))/(10^n) (pi^(2n))/(10^n) = pi^n/10, en dit gaat naar nul voor oneindig. De gezocht limiet is nog kleiner en gaat dus ook naar nul. | ||||||||||||
Oscar_de_Grouch | zaterdag 18 maart 2006 @ 12:19 | |||||||||||
quote:Eens, maar hoe bewijst dat het? Waarom haal je er 2pi^(2n) bij? | ||||||||||||
thabit | zaterdag 18 maart 2006 @ 12:24 | |||||||||||
Het vereenvoudigt de uitdrukking. Die 2 is natuurlijk omdat de ongelijkheid anders niet geldt. | ||||||||||||
thabit | zaterdag 18 maart 2006 @ 12:25 | |||||||||||
Ah, natuurlijk moet je wel opmerken dat teller en noemer positief zijn. | ||||||||||||
Oscar_de_Grouch | zaterdag 18 maart 2006 @ 12:27 | |||||||||||
quote:Hm? Dat zie ik niet... En dat die tweede uitdrukking naar nul gaat al helemaal niet. | ||||||||||||
Oscar_de_Grouch | zaterdag 18 maart 2006 @ 13:20 | |||||||||||
Ook hier weet ik niet hoe ik het aan moet pakken: Limiet van [sqrt(n^2 + n) - n] bij n -> oneindig. | ||||||||||||
GlowMouse | zaterdag 18 maart 2006 @ 14:18 | |||||||||||
quote:Het belangrijkste is dat je de wortel herkent. Ook weet je dat (a-b)(a+b) = a²-b². Vermenigvuldig teller en noemer (de noemer is 1) met wortel(n²+n)+n. Dat geeft n/(wortel(n²+n)+n). Deel daarna teller en noemer door n en je krijgt: 1/(wortel(1+1/n)+1). Hiervan is het eenvoudig in te zien dat dit naar 1/2 gaat. | ||||||||||||
Oscar_de_Grouch | zaterdag 18 maart 2006 @ 14:58 | |||||||||||
quote:Super ![]() Overige limieten ook gelukt. | ||||||||||||
Equinix | zaterdag 18 maart 2006 @ 15:53 | |||||||||||
Argh ik zit al een tijdje de volgende som te bestuderen maar ik kom er niet uit. ( ik doe een klein ding fout of het antwoord van de leraar klopt niet ) Bereken het differentiequotiënt van f(x) op het interval L,. Δf(x) / Δx = f(x+Δx) - f(x) / Δx } f(x)= -2x^2+5x L= [x,x+Δx] Ik heb het nu zo gedaan! ![]() Maar het antwoord moet zijn -4x + 5 + Δx | ||||||||||||
GlowMouse | zaterdag 18 maart 2006 @ 16:07 | |||||||||||
quote:Dat is voor zover ik zie de enige regel die fout gaat omdat haakjes ontbreken, maar verder doe je het wel goed. Het verschil zit hem in de Δx. Aangezien een term bΔx in het antwoord alleen kan ontstaan door in de teller van het differentiequotient een term bΔx² te hebben, en die alleen kan onstaan door -2(x+Δx)², lijkt mij zijn antwoord fout. | ||||||||||||
alyel | zondag 19 maart 2006 @ 16:54 | |||||||||||
ik vraag me af of iemand weet hoe ik dit moet berekenen..: In een vaas zitten 16 rode en 9 witte knikkers. Wouter pakt in één greep twee knikkers uit de vaas. Wouter voert dit experiment 15 keer uit. Uiteraard doet hij elke keer de twee getrokken knikkers terug in de vaas. Bereken de kans dat Wouter; a)minstens dertien keer minstens één witte knikker pakt b)precies twee keer twee witte knikkers pakt | ||||||||||||
Nekto | zondag 19 maart 2006 @ 17:01 | |||||||||||
Voor a) Wat is de kans dat hij bij één trekking een of twee knikkers pakt? Zijn de trekkingen onderling onafhankelijk? Wat is dan de kans dat hij 13/14/15 keer succes heeft (d.w.z. een of twee knikkers)? b) Wat is de kans op twee knikkers? Definieer dat als je succes, en iets anders als niet succes. Doe 15 pogingen, bereken wat de kans is op precies twee keer succes. | ||||||||||||
Doderok | zondag 19 maart 2006 @ 17:14 | |||||||||||
quote:Kans op twee rode is: (16/25) * (15/24) [kans dat eerste bal rood is maal de kans dat volgende bal rood is, met 1 rode bal minder in de vaas]= 6/15 Daaruit volgt: kans dat er minstens 1 wit is: 1-(6/15)= 9/15=3/5 Kans dat op 15 beurten minstens dertien keer een witte verschijnt: We hebben drie mogelijke gevallen: 15 maal wit, 14 maal wit en 13 maal wit. De totale kans is de som van de kansen in deze drie gevallen. kans op 15 maal wit: (3/5)15 kans op 14 maal wit: (3/5)14 * (2/5) * 15 [eerst 14 keer wit , dan één keer niet: geeft (3/5)14 * (2/5); Maar de éne keer geen wit kan ook gebeuren bij de eerste beurt, bij de tweede, etc.. dus in totaal op 15 verschillende wijzen] kans op 13 maal wit: (3/5)13 * (2/5)2 * (15 * 14 / 2) Als je deze waarden berekent en optelt krijg je: 0.027114001 (of je brengt alles op gelijke noemer zodat je de kans krijgt uitgedrukt als breuk) Geval b): precies twee keer twee witte ballen. De kans om twee witte ballen te nemen is: (9/25) * (8/24)=3/25 Dus kans dat het niet gebeurt is 22/25 Precies twee keer in 15 beurten: (22/25)13 * (3/25)2 * (15 * 14 / 2) Uitwerken, klaar ![]() Ben niet helemaal nuchter, dus je kan het beter nakijken op domme fouten ![]() [ Bericht 9% gewijzigd door Doderok op 19-03-2006 17:49:59 ] | ||||||||||||
alyel | maandag 20 maart 2006 @ 12:37 | |||||||||||
geweldig bedankt!! ![]() en ehm hier nog een probleem waar ik niet uitkom; Van de Nederlandse vakantiegangers naar Spanje gaat 45% met het vliegtuig, 30% met de auto, 20% met de bus en 5% met de trein. Bij een onderzoek worden 13 vakantiegangers naar Spanje ondervraagd. Bereken de kans dat tussen de 10% en 30% met de bus gaat. | ||||||||||||
Nekto | maandag 20 maart 2006 @ 13:15 | |||||||||||
Tussen 10% en 30% komt dus gewoon neer op 1.3–3.9, ofwel 2 of 3 vakantiegangers. De succeskans is 0.2, je doet 13 trekkingen, kans op 2 vakantiegangers + kans op 3 vakantiegangers die met de bus gaan. | ||||||||||||
leejow | maandag 20 maart 2006 @ 16:52 | |||||||||||
Hoe primitiveer ik x * sin(x²) zonder gebruik te maken van de productfunctie? Ik heb het antwoord wel, maar ik wordt echt niet wijzer over hoe.. | ||||||||||||
SNArky | maandag 20 maart 2006 @ 17:00 | |||||||||||
Je moet de substitutieregel gebruiken. Je stelt u = x², dan is du = (du/dx) dx = 2 x dx, dus: 1/2 du = x dx. Dan heb je dus de integraal 1/2 sin (u) du, dat levert -1/2cos(u)+C op, terugsubstitueren geeft -1/2cos(x²)+C en klaar is kees ![]() Je kan het controleren door wat uit de integraal komt weer te primitiveren. | ||||||||||||
leejow | maandag 20 maart 2006 @ 17:05 | |||||||||||
quote:Zo ver kwam ik ook, maar wat doe je met de X die je bij x * sin (x²) gebruikt? | ||||||||||||
SNArky | maandag 20 maart 2006 @ 17:07 | |||||||||||
Die "verdwijnt" als je die differentiaal neemt. Je krijgt 1/2 du = x dx, en daar verdwijnt die x toch mee? | ||||||||||||
leejow | maandag 20 maart 2006 @ 17:09 | |||||||||||
quote:Je bent daar toch met de substitutie van de x² bezig die in sin(x²) staat? Heeft dacht ik weinig met de x te maken uit x*sin(x²) | ||||||||||||
SNArky | maandag 20 maart 2006 @ 17:12 | |||||||||||
Ja, maar weet je hoe de substitutieregel werkt? Je kan dx niet zomaar in du veranderen als je over een andere variabele integreert, de differentialen zijn met elkaar verbonden door middel van du = (du/dx)*dx. | ||||||||||||
SNArky | maandag 20 maart 2006 @ 17:16 | |||||||||||
Welke opleiding doe je en welk boek heb je? In mijn Stewart Calculus 5E staat het in paragraaf 5.5: If u = g(x) is a differentiable function whose range is an interval I and f is continous on I, then: int( f(g(x)) g'(x)) dx = int( f(u)) du Hierin is dus g(x) = x² , dus g'(x) = 2x en f(u) = 1/2 sin u. (Moeilijk om integralen op te schrijven ![]() | ||||||||||||
leejow | maandag 20 maart 2006 @ 17:23 | |||||||||||
Ik snap het al, bedankt voor je uitleg ![]() ![]() | ||||||||||||
SNArky | maandag 20 maart 2006 @ 17:25 | |||||||||||
Edit: gefeliciteerd ![]() | ||||||||||||
GlowMouse | maandag 20 maart 2006 @ 19:02 | |||||||||||
De substitutieregel heeft me, voordat ik hem snapte, wel wat hoofdbrekens gekost. Uiteindelijk snapte ik hem zo: x * sin(x²) neem u = x², du/dx = 2x, dus dx = 1/(2x) du invullen (zowel x² als dx vervangen): x * sin(u) 1/(2x) du = 1/2 sin(u) du. Een docent gebruikte een iets andere manier van noteren, die ik nog wel graag wil snappen. Hij veranderde dx op het eind door wat hij ging substitueren, dan lijkt het hierop: x*sin(x²)dx = x*sin(x²) dx². Heeft iemand meer informatie over deze manier van noteren? | ||||||||||||
Wackyduck | maandag 20 maart 2006 @ 19:09 | |||||||||||
quote:Gebruik dan dx2 =2 x dx Dan: x sin(x2) dx = 1/2 sin(x2) dx2 En dan naar x2 integreren, als dit te abstract is kun je nog altijd u = x2 gebruiken. | ||||||||||||
BrauN | dinsdag 21 maart 2006 @ 11:57 | |||||||||||
12 - 6x^2 - 6x = 0 Hoe reken ik 'x' uit? ![]() | ||||||||||||
Litso | dinsdag 21 maart 2006 @ 12:01 | |||||||||||
quote:Even omzetten naar de wat duidelijkere (standaard) notatie -6x2 - 6x + 12 = 0 delen door -6 x2 + x - 2 = 0 ontbinden in factoren: (x - 1) (x + 2) = 0 x = 1 of x = -2 | ||||||||||||
Nekto | dinsdag 21 maart 2006 @ 12:12 | |||||||||||
Zie ook eerder in deze topic, daar wordt de hele methode incl. papegaaienbek uit de doeken gedaan. | ||||||||||||
BrauN | dinsdag 21 maart 2006 @ 12:29 | |||||||||||
quote:Bedankt! Nét toen ik het postte bedacht ik dat ik het effe moest herschrijven. Ik heb het trouwens met de ABC-formule opgelost, want na al die jaren kan ik nog steeds niet ontbinden in factoren. ![]() Kijk... ik snap niet hoe je van: delen door -6 x2 + x - 2 = 0 Dít maakt... ontbinden in factoren: (x - 1) (x + 2) = 0 Hoe je dat 'ziet' of 'verzint' zeg maar... Die -1 en die +2 dan met name. | ||||||||||||
Nekto | dinsdag 21 maart 2006 @ 12:33 | |||||||||||
Het staat ook eerder uitgelegd, maar als je: (x + a)(x + b) uitschrijft, dan krijg je: x^2 + (a+b)x a*b. Hopelijk zie je dat. Je moet dus twee getallen vinden die, bij jouw som, opgeteld 1 zijn en vermenigvuldigd -2. Aan de -2 kun je zien dat een van beide getallen negatief moet zijn. Voor de hand ligt dus +2 en -1. En 2 - 1 = 1, dus dat klopt als een zwerende vinger. | ||||||||||||
Litso | dinsdag 21 maart 2006 @ 12:38 | |||||||||||
quote:ABC formule werkt ook, maar ontbinden is makkelijker voor uit je hoofd. En dat -1 en +2... Je moet twee getallen krijgen die bij elkaar +1 zijn (van de +x) en met elkaar vermenigvuldigd -2. Bij mij meestal een kwestie van snel hoofdrekenen, geen idee of daar ook ezelsbruggetjes voor zijn ![]() | ||||||||||||
superbient | dinsdag 21 maart 2006 @ 14:49 | |||||||||||
Naar aanleiding van deze discussie wil ik wat experts te hulp roepen.... Het Grote PokerTopique 40: Bad Beat Central dit is de vraag: Je zit aan een full-ring 10 handed table. Je ziet KK verschijnen, hoe groot is dan de kans dat 1 vd overige 9 spelers AA heeft? dus 10 personen, eentje heeft KK wat is de kans dat iemand anders AA heeft? mijn berekening was als volgt: Jij ziet KK dan blijft er over, 9 spelers en 50 kaarten. Kans dat iemand AA dan krijgt is (4 boven 2)/(50 boven 2) = 12/(50*49) = 12/2450 = 1/204 dus je wilt weten de kans dat van die 9 man eentje of meer AA krijgt = 1 - P(niemand van de overige 9 AA) dit is weer gelijk aan 1 - (1-1/204)^9 = 1 - (203/204)^9 = 4.3% dus 1 op 23 zelfs ongeveer Wie kan ons uit de brand helpen en het juiste antwoord geven??? | ||||||||||||
thabit | dinsdag 21 maart 2006 @ 15:07 | |||||||||||
quote:Dit is fout, want de kaarten die de tweede speler heeft hebben weer invloed op de kansverdeling van de derde, etc. | ||||||||||||
superbient | dinsdag 21 maart 2006 @ 15:27 | |||||||||||
quote:maar je ziet alleen je eigen kaarten, kan jij een betere berekening geven? | ||||||||||||
thabit | dinsdag 21 maart 2006 @ 15:44 | |||||||||||
quote:Jazeker. Ik vind dit probleem alleen niet interessant genoeg om dat ook echt te gaan doen. | ||||||||||||
Knakker | dinsdag 21 maart 2006 @ 17:42 | |||||||||||
Ik ben bezig met de allerallerlaatste wijziging van mijn scriptie; de wiskundige formalisatie van een probleem dat indirect gebruikt is in de heuristieken die ik gemaakt c.q. getest heb. Het gaat om het Patching Problem; gegeven twee cycles, het verwijderen van twee arcs en het toevoegen van twee nieuwe arcs zodanig dat de twee cycles tot één 'gepatched' worden. Ik vind dit erg lastig te formaliseren... ik heb al iets in elkaar gedraaid wat wel redelijk is, alleen zie ik volgens mij iets cruciaals over het hoofd. Als een wiskundige onder jullie hier een korte blik op zou willen schijnen, graag ![]() Tis een pdf-je van 1 A4: klik hier voor de PDF. | ||||||||||||
Wolfje | dinsdag 21 maart 2006 @ 23:15 | |||||||||||
Knakker, Ik heb je pdf-je bekeken en heb een aantal opmerkingen. Ik hoop dat je er wat aan hebt! ![]() | ||||||||||||
mariekesmulders | woensdag 22 maart 2006 @ 10:10 | |||||||||||
Hoi Litso. Wij moesten zelf een practische opdracht uit een heel assortment kiezen, maar we hoefden eerst niet die werking van de wasmiddelen te weten. Nu blijkt dat we dan toch de werking van de zuurstof in " oxi" middelen moeten weten. Het heeft iets met actieve zuurstof te maken :S | ||||||||||||
mariekesmulders | woensdag 22 maart 2006 @ 10:11 | |||||||||||
Zijn er scheikundigen in de zaal? Want: Wij moeten voor scheikunde een opdracht doen met wasmiddelen als Vanish, Tricel,Sil,...Allemaal producten die bij oplossen zorgen voor zuurstofproductie. We hebben allemaal proefjes gedaan, waardoor blijkt dat niet alle vlekken waarvan wordt beweerd dat ze eruit gaan met deze " wondermiddelen" er ook werkelijk uitgaan. Motor-olievlekken en markkerstif blijken bijvoorbeeld niet uit kleding te gaan door de stukken stof, net als in de reclame, in een warm sopje te hangen. Slaolie, rode wijn en grasvlekken gaan w'el redelijk tot goed uit de kleding. Wij moeten nu verklaren wat de invloed van het vrijkomen van zuustof op het verwijderen van vlekken is. We hoeven dus niet de hele werking van de zeep te verklaren, omdat dat te moeilijk was voor ons (redoxreacties ) Iemand die kan helpen? Dit wordt een ramp zonder hulp van iemand die ons kan duidelijk maken hoe het precies zit!! dus::::: HELP!!!!! Groetjes, Kim en Marieke | ||||||||||||
Knakker | woensdag 22 maart 2006 @ 16:26 | |||||||||||
quote:Super, erg helpvol! Ik weet dat dit nauwelijks een 'probleem' te noemen is, het is eigenlijk heel triviaal. Ik heb een experimentele studie gedaan, waarin ik upper & lower tolerances met betrekking tot de oplossing van dit probleem heb gebruikt. Bij het doorlezen kwam ik er alleen achter dat ik het probleem en zn optimale oplossing nooit geformaliseerd heb, dus vandaar. En zoals je op heb kunnen maken uit mijn PDFje is theoretische wiskunde nooit mijn favoriet geweest ![]() Daar een cycle een begrip is wat iedereen (die dit leest) wel kent, kan ik beter gewoon refereren naar een goed standaard werk over graph theory voor formele definities. De rest (mbt tot het PP) zal ik zéker verwerken. Bedankt ![]() | ||||||||||||
thabit | woensdag 22 maart 2006 @ 16:43 | |||||||||||
quote:Dat lijkt me niet zo verstandig. Er zijn verschillende definities van het begrip cykel in omloop, dus het is wel handig om de lezer mede te delen welke jij hanteert. | ||||||||||||
Knakker | donderdag 23 maart 2006 @ 13:05 | |||||||||||
quote:Goed punt, zal hem dan maar toevoegen. | ||||||||||||
MrBean | donderdag 23 maart 2006 @ 16:27 | |||||||||||
Hoe kunnen biologen eigenlijk zien of een bewegende bacterie aan scotophobotaxis (bang voor donker) doet of phototaxis (geilt op licht)? | ||||||||||||
SNArky | donderdag 23 maart 2006 @ 17:42 | |||||||||||
Met een infraroodcamera? | ||||||||||||
Angel_of_Dth | donderdag 23 maart 2006 @ 18:13 | |||||||||||
Hoi. Volgens mij hoort mijn vraag hier thuis. Aangezien het over financiele rekenkunde gaat, wiskunde dus eigenlijk, maar dan met een economisch verhaaltje erbij. Wat het geval is: Iemand stort elke 2 jaar, te beginnen op 1/1/2003, 25.000 op een spaarrekening. Hij stort 11 keer. Interestpercentage is 9% per jaar. Gevraagd: De eindwaarde op 1/1/2024. Met behulp van een meetkundige reeks zou dit opgelost moeten kunnen worden. Dit lukt me wel bij een jaarlijkse storting en jaarlijks rentepercentage, maar in dit geval wordt er dus maar eens in de 2 jaar gestort. De formule die ik gebruik bij jaarlijkse rente en storting is E = K * (1+i) * ((1+i)^n) / i. Hierbij is E het eindkapitaal. K het startkapitaal (de eerste storting). i de rente op jaarbasis en n de looptijd in jaren. Iemand enig idee hoe ik de formule moet aanpassen om bovenstaande vraag te beantwoorden? | ||||||||||||
GlowMouse | donderdag 23 maart 2006 @ 18:57 | |||||||||||
quote:Dat is het nadeel van formules leren zonder te weten wat erachter zit. De elfde storting blijft 1 jaar staan De tiende storting blijft 3 jaar staan De negende storting blijft 5 jaar staan ... De eerste storting blijft 21 jaar staan E = K*1,09^1 + K*1,09^3 + K*1,09^5+...+K*1,09^21 Daar heb je weer een meetkundige rij met reden 1,09^2. De som daarvan ([opvolger laatste term]-[eerste term]) / (r-1). | ||||||||||||
Angel_of_Dth | donderdag 23 maart 2006 @ 19:04 | |||||||||||
Ik snap wel wat erachter zit. En heb ook zoiets gedaan volgens mij. Ik zal het nog eens narekenen. ![]() | ||||||||||||
Angel_of_Dth | donderdag 23 maart 2006 @ 19:25 | |||||||||||
Ok, de som van de eerste n getallen van de meetkundige rij wordt berekend met de formule: S = a * (r^n-1) / r-1 Dat wordt dan dus: S = 1,08^1 * ((1,08^2)^21-1) / (1,08^2)-1. Correct? Want als ik de uitkomst daarvan vermenigvuldig met 25000 kom ik enkele tonnen lager uit dan wat als antwoord in de syllabus staat. | ||||||||||||
GlowMouse | donderdag 23 maart 2006 @ 19:33 | |||||||||||
quote:Die tonnen zijn verdwenen door een te lage rente. Ik kom uit op ongeveer quote:De formule klopt wel, je vult hem alleen verkeerd in: S = a * (r^n-1) / r-1 = 1,09 * ((1,09²)^11 - 1) / (1,09²-1) [ Bericht 33% gewijzigd door GlowMouse op 23-03-2006 20:03:01 ] | ||||||||||||
Angel_of_Dth | donderdag 23 maart 2006 @ 19:49 | |||||||||||
Hm, de formule klopt dus niet. Het antwoord, 819.760,03 klopt. | ||||||||||||
Angel_of_Dth | donderdag 23 maart 2006 @ 20:13 | |||||||||||
Verdomd, die klopt. Dat ik 1,08 invul in plaats van 1,09 is gewoon dom, duidelijk. Maar waarom neem je n=11? Is n altijd het aantal investeringen? In andere opgaven was de looptijd in jaren gelijk aan het aantal investeringen en in de opgaven ervoor is n altijd de looptijd in jaren geweest. Vandaar dat ik 21 invulde. | ||||||||||||
Angel_of_Dth | donderdag 23 maart 2006 @ 20:16 | |||||||||||
Oh, wacht, ik snap het al, volgens mij. Ik ga even naar de volgende opgaven kijken, die zullen nu wel lukken. Dank je voor de hulp. ![]() | ||||||||||||
Angel_of_Dth | donderdag 23 maart 2006 @ 22:40 | |||||||||||
Ja, het lukt inmiddels vrij goed. Morgen nog even naar annuïteit kijken. Dan heb ik financiele rekenkunde af en hoef ik alleen nog een beetje belastingrecht en statistiek. ![]() | ||||||||||||
Thrilled | maandag 27 maart 2006 @ 18:13 | |||||||||||
Hallo, ik heb problemen met de volgende vraag die gaat over het OSI-model (datacommunicatie):quote: | ||||||||||||
Doderok | maandag 27 maart 2006 @ 18:23 | |||||||||||
quote:Euh, de onderste lagen zijn ouder? (min of meer geïnspireerd door telefonie...) Edit: toen het OSI model gedefinieerd werd, bestond TCP/IP al. Verder steunt elke laag op de voorgaande, als de fysieke lagen niet met elkaar kunnen communiceren, dan heeft het weinig zin om protocollen voor de datalink laag op te stellen... Hoe hoger men gaat, hoe meer verscheideinheid van toepassingen men tegenkomt. (als je toekomst ervan afhangt zou ik wel betere bronnen raadplegen) ![]() [ Bericht 40% gewijzigd door Doderok op 27-03-2006 18:39:00 ] | ||||||||||||
Thrilled | maandag 27 maart 2006 @ 19:08 | |||||||||||
quote:Nee dit is gewoon een huiswerkopgave, hij heeft 20 vragen gegeven en dit was de enige die ik nog niet had, dank je wel ![]() | ||||||||||||
bierglas | maandag 27 maart 2006 @ 19:42 | |||||||||||
Hoe zit het nu met absolute waardes? In mijn boek staat dat het altijd positief is. Logisch ook wel, want bijv. de absolute waarde van |-5| is 5. Maar eronder staat als defenitie: |g| = g als g >- 0 en -g als g < 0 En daar snap ik het dus ff niet, eerst zeggen ze dat de absolut waarde altijd positief is, en dan komt bij de defenitie -g te staan, wat voor mij toch echt een negatief getal oplevert. Hoe zit het nu? Kan iemand mij misschien wat meer info daarover vertellen ![]() | ||||||||||||
Doderok | maandag 27 maart 2006 @ 19:49 | |||||||||||
quote:als g negatief is, dan is -g positief ... | ||||||||||||
bierglas | maandag 27 maart 2006 @ 19:53 | |||||||||||
quote:ow dat moet ik dan zien als -(-g) ? dan is het wel duidelijk ja.. | ||||||||||||
Wackyduck | maandag 27 maart 2006 @ 20:51 | |||||||||||
quote:Neem g = -a, met a positief. Dan |g| = a = - (-a) = -g. Teken anders de grafieken van y = |x|, y = x en y = -x, dan wordt het wel duidelijk. ![]() | ||||||||||||
GlowMouse | maandag 27 maart 2006 @ 22:18 | |||||||||||
quote:Dat is dan fout, een absolute waarde is altijd niet-negatief. quote:Jij wilt g hier zo graag zien als een positief getal, zodat -(-g) ook positief is. Maar |g| = -g als g<0. Neem bijvoorbeeld g = -3, dan zie je al direct dat |g| = 3. Maar |g| != -(-g) want -(-g) is -(-(-3)) = -3. | ||||||||||||
-Mzraki- | maandag 27 maart 2006 @ 22:19 | |||||||||||
Hoi, wat is een alkylgroep? | ||||||||||||
Odin83 | maandag 27 maart 2006 @ 22:21 | |||||||||||
Het volgende kom ik met mijn boek niet uit: Alle atomen die geen edelgas zijn streven naar een edelgasconfiguratie. Waarom kan kalium zijn schillen dan niet op de volgende manier indelen: 2+8+1+8 ? (ipv 2+8+8+1) Want ik zie dat Xenon ook binnen zijn eigen schillen ermee schuift: 2+8+18+18+8. De derde schil kan namelijk 32 elektronen bevatten dus als alle schillen zo vol mogelijk zouden moeten zitten had Xenon er als volgt uit gezien: 2+8+18+25+1. Wat zie ik over het hoofd? Alvast bedankt voor de moeite! | ||||||||||||
SNArky | maandag 27 maart 2006 @ 22:36 | |||||||||||
In de eerste plaats lijkt het me erg sterk dat een gevulde schil een oneven aantal elektronen bevat (heeft te maken met Pauli-principe en spin). Kalium heeft de volgende elektronenconfiguratie: 1s22s22p63s23p64s1. Dat heeft ermee te maken dat een physisch systeem er naar streeft in een zo laag mogelijke energie te zitten. De hierboven beschreven configuratie is de meest energetisch gunstige en daarom heeft kalium ook die configuratie (als het atoom in de grondtoestand is uiteraard). | ||||||||||||
GlowMouse | maandag 27 maart 2006 @ 22:40 | |||||||||||
quote:ziehier quote:De edelgasconfiguratie gaat voor veel elementen op, maar voor andere kun je beter een ander model gebruiken. In dit wikipedia artikel staat een iets uitgebreider model. Van wat ik me ervan kan herinneren is de standaard configuratie energetisch het best haalbare is. Hoi SNArky ![]() | ||||||||||||
SNArky | maandag 27 maart 2006 @ 22:43 | |||||||||||
Uhh, ken ik jou? | ||||||||||||
Doderok | maandag 27 maart 2006 @ 22:48 | |||||||||||
quote:Een alkaan waar één H+ atoom ontbreekt. | ||||||||||||
Doderok | maandag 27 maart 2006 @ 22:56 | |||||||||||
quote:Hier staat een applet waarmee je kan zien in welke volgorde de schillen opgevuld worden. http://www.webelements.com/webelements/elements/text/K/econ.html Als men zegt "streeft naar een edelgasconfiguratie" dan heeft men het over de meest stabiele verbindingen die het atoom vormt, niet over hoe het z'n eigen elektronen over de schillen verdeelt. | ||||||||||||
-Mzraki- | maandag 27 maart 2006 @ 22:57 | |||||||||||
quote:Ja, maar in het scheikundeboek hebben ze nooit gezegd dat bijvoorbeeld een methyl een methaanradicaal is, ze smijten heel eenvoudig met jaa een alkylgroep ![]() Beetje vreemd, maar ok, ik snap het, bedankt. Nog een; primitieve van log(500/x)? ![]() | ||||||||||||
-Mzraki- | maandag 27 maart 2006 @ 23:03 | |||||||||||
quote:hmm, log(500/x) = log500 - log x wordt: (log500)x - (x logx - x) ? | ||||||||||||
SNArky | maandag 27 maart 2006 @ 23:06 | |||||||||||
Wat is het grondtal van jouw logaritme? | ||||||||||||
-Mzraki- | maandag 27 maart 2006 @ 23:07 | |||||||||||
quote:sorry, 10logx schrijf ik gewoon als logx ![]() Maar volgens mij heb ik hem met (log500)x - (x*logx - x), is het niet? | ||||||||||||
SNArky | maandag 27 maart 2006 @ 23:19 | |||||||||||
Volgens maple is het: 1/ln(10)*ln(500/x)*x+1/ln(10)*x en ik heb nu geen zin om dat terug te rekenen ![]() | ||||||||||||
-Mzraki- | maandag 27 maart 2006 @ 23:23 | |||||||||||
quote:Ik ook niet, volgens mij heb je als begingrafiek f = log(500/x) ingevuld of niet? probeer dan liever f = log(500) - log(x), volgens mij krijg je dan hetzelfde als ik ![]() Of nee, afgeleide log(x) is niet 1/x ? dan moet het zijn: F = log(500)x - (x*ln(x) - x) Opdracht is: toon aan of de somrij van de rij un = log(500/n) convergeert ja of nee, volgens mij niet dus. [ Bericht 8% gewijzigd door -Mzraki- op 27-03-2006 23:28:39 ] | ||||||||||||
SNArky | maandag 27 maart 2006 @ 23:28 | |||||||||||
Dan zou je ook het majorantenkenmerk kunnen gebruiken. | ||||||||||||
GlowMouse | maandag 27 maart 2006 @ 23:30 | |||||||||||
quote:Als een rij sommeerbaar is, dan convergeert de rij naar 0. | ||||||||||||
SNArky | maandag 27 maart 2006 @ 23:32 | |||||||||||
Ow ja, tuurlijk, log(500/n) convergeert duidelijk niet naar 0. Het wordt volgens mij tijd om te gaan slapen...:P | ||||||||||||
Doderok | maandag 27 maart 2006 @ 23:32 | |||||||||||
quote:Somrij? bedoel je de rij van Si=u1 + u2 + ... ui ? Die kan toch niet convergeren aangezien un niet naar nul gaat voor n gaande naar oneindig... ? Edit: wat hij zegt ![]() |