FOK!forum / School, Studie en Onderwijs / [Centraal] Bèta huiswerk en vragen topic
GlowMousezondag 14 januari 2007 @ 22:15
Nieuw deeltje, vorige was vol.

Post hier weer al je vragen, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de vakken:

  • Wiskunde
  • Natuurkunde
  • Informatica
  • Scheikunde
  • Biologie
  • Algemene Natuurwetenschappen
  • Alles wat in de richting komt

    Van MBO tot WO, hier is het topic wat antwoord kan geven op je vragen

    Heb je een vraag die niet binnen het gebied 'Bèta' valt? Neem eens een kijkje in één van de volgende topics:
    [Centraal] Gamma 'huiswerk en vragen topic'
    [Centraal] Alfa 'huiswerk en vragen topic'

    Vorige deeltje Beta-huiswerkvragen
  • Sjoewezondag 14 januari 2007 @ 22:19
    En centraal
    -J-D-zondag 14 januari 2007 @ 22:34
    tvp
    Arjann87maandag 15 januari 2007 @ 00:35
    tvp
    Wolfjemaandag 15 januari 2007 @ 10:17
    In het vorige topic stond nog een onbeantwoorde vraag van Alxander over het binomium van Newton. Bij deze het antwoord .

    De vraag is om som(k=0 t/m n) (n kies k) uit te rekenen door a en b uit het binomium handig te kiezen. Bij dit probleem moet je a=b=1 nemen, dan krijg je als antwoord 2^n.
    Alxandermaandag 15 januari 2007 @ 19:45
    Vraag, tevens tvp:

    Ik werk nu een beetje met Basisboek Wiskunde maar het is erg vervelend dat er geen voorbeelden of uitwerkingen erbij zitten?
    Zijn er ook uitwerkingen of pagina's waar al deze stof wordt uitgelegd? Het is redelijk pittig om deze opgaven zonder al te veel voorkennis te maken.

    Alvast bedankt!

    Edit: Bedankt nog Wolfje trouwens!
    GlowMousemaandag 15 januari 2007 @ 20:16
    Het lijkt mij juist beter dat je er goed over nadenkt; uitwerkingen maken je maar lui. Als je ergens echt niet uitkomt vraag je het, maar anders is het erg goed als je ergens lang over nadenkt. Wiskunde is niet alleen het herhalen van kunstjes, maar ook het zelf proberen te verzinnen van die kunstjes. En dat leer je alleen door oefening.

    Oh en Wolfje, diezelfde tip gaf ik al in de post erna
    thabitmaandag 15 januari 2007 @ 21:04
    tvp
    Jopie_Pringlemaandag 15 januari 2007 @ 22:57
    Kan iemand mij misschien uitleggen hoe je bijvoorbeeld

    sin a = 1/5

    exact berekent (dus iets als 2/5sqrt6)
    Eenheidscirkel? Met behulp van een driehoekje? ....?

    Dank !
    GlowMousedinsdag 16 januari 2007 @ 00:07
    Voor zover mij bekend kun je zoiets vrijwel nooit exact berekenen. Slechts in een beperkt aantal gevallen is er een mooie uitkomst.
    most_wanteddinsdag 16 januari 2007 @ 14:50
    Hoe reken ik % uit



    Hiermee?
    GlowMousedinsdag 16 januari 2007 @ 15:05
    2% van iets is 0.02*iets. En vermenigvuldigen kan hij wel
    Alxanderdinsdag 16 januari 2007 @ 16:26
    quote:
    Op dinsdag 16 januari 2007 14:50 schreef most_wanted het volgende:
    Hoe reken ik % uit

    [afbeelding]

    Hiermee?
    Handleiding Casio fx-82ms in pdf
    Pagina 14
    teletubbiesdinsdag 16 januari 2007 @ 17:29
    Over het bestaan van een lege verzameling:
    dat volgt (denk ik) uit:
    Stelling:
    Iedere verzameling van kardinaalgetallen wordt door de standaard ordening welgeordend.

    de verzameling van kardinaalgetallen wordt welgeordend./gewelordend :S en heeft dus een kleinst element. Is dat voldoende om te zeggen dat de lege verzameling bestaat?
    hoe ging het alweer? Thanx
    thabitdinsdag 16 januari 2007 @ 18:21
    Nee, dat is geen bewijs. Kijk maar eens naar http://mathworld.wolfram.com/Zermelo-FraenkelAxioms.html
    Bioman_1dinsdag 16 januari 2007 @ 21:01
    Simpel vraagje (en schaam me ook een beetje dat ik er niet uitkom )

    We nemen aan dat er 24 satellieten regelmatig verdeeld zijn over een boloppervlak op 20.200 km van de aarde (straal aarde = 6374 km). Hoeveel satellieten zou je ongeveer kunnen verwachten te zien vanaf een willekeurige plek op de aarde ?

    Ik kan wel uitrekenen welk deel van het aardoppervlak vanuit een satelliet zichtbaar is. En volgens mij moet ik nu, zeg maar, precies het omgekeerde weten. Maar ik kom er niet uit...

    help.
    GlowMousedinsdag 16 januari 2007 @ 21:13
    Begin eens met het tekenen van een cirkel, en kijk welk deel van het vlak je kunt zien als je op de cirkel staat. Dat lijkt erg veel op een bol.
    teletubbiesdinsdag 16 januari 2007 @ 21:21
    oh okee, ik dacht dat het volgde uit een of andere axioma, maar blijkbaar is het bestaan van de lege verz. zelf een axioma...
    kanonieke afbeelding:S wat houdt dat in!?
    thabitwoensdag 17 januari 2007 @ 02:06
    quote:
    Op dinsdag 16 januari 2007 21:21 schreef teletubbies het volgende:
    oh okee, ik dacht dat het volgde uit een of andere axioma, maar blijkbaar is het bestaan van de lege verz. zelf een axioma...
    kanonieke afbeelding:S wat houdt dat in!?
    Je kunt het afleiden uit de axioma's, zoals op die pagina wordt aangegeven.

    Canoniek, dat is een mooi woord waarvan de betekenis nogal contextafhankelijk is. Het is niet echt een begrip dat goed gedefinieerd is maar dat wiskundigen vaak wel als toverwoord gebruiken. Als je twee structuren hebt, dan kan het zijn dat er een soort "obvious way" is om er een afbeelding tussen te definieren. Dat wordt dan de canonieke afbeelding tussen die twee structuren genoemd. Zo is de canonieke afbeelding van Z naar Z/nZ de afbeelding die een getal naar zijn restklasse modulo n stuurt, om maar een voorbeeld te noemen.
    BadKeukenTegelwoensdag 17 januari 2007 @ 17:00
    Kan iemand mij gedetailleerd uitleggen hoe ik de gecorrigeerde vervangingswaarde bereken?
    Schuifpuiwoensdag 17 januari 2007 @ 18:50
    Pff ik blijf hier maar terugkomen geloof ik
    Nog steeds differentiaal vergelijkingen.

    Ik kom regelmatig sinh, cosh, tanh, coth etc tegen, maar eigenlijk kan ik er totaal mee rekenen,omdat ik dat nooit eerder heb gehad. Is er iemand die een overzichtje heeft van deze functies uitgedrrukt in e-machten en eventueel een grafiekje erbij? Wat standaard waarden, cosh(0)=.. cosh(pi)=... zou me ook erg helpen. Heb zelf al proberen te zoeken, maar via google wil het niet erg werken en ik zou zo 1,2,3 niet weten hoe ik zoiets kan vinden.

    Edit, toevoeging:
    Misschien inclusief een lijstje met standaard afgeleiden en integralen erbij. Zit nu aan de cos2, maar zou eigenlijk niet weten hoe dat moet. Ik weet het ik vraag wel erg veel.

    [ Bericht 18% gewijzigd door Schuifpui op 17-01-2007 19:02:33 (toevoeging) ]
    thabitwoensdag 17 januari 2007 @ 19:03
    quote:
    Op woensdag 17 januari 2007 18:50 schreef Schuifpui het volgende:
    Pff ik blijf hier maar terugkomen geloof ik
    Nog steeds differentiaal vergelijkingen.

    Ik kom regelmatig sinh, cosh, tanh, coth etc tegen, maar eigenlijk kan ik er totaal mee rekenen,omdat ik dat nooit eerder heb gehad. Is er iemand die een overzichtje heeft van deze functies uitgedrrukt in e-machten en eventueel een grafiekje erbij? Wat standaard waarden, cosh(0)=.. cosh(pi)=... zou me ook erg helpen. Heb zelf al proberen te zoeken, maar via google wil het niet erg werken en ik zou zo 1,2,3 niet weten hoe ik zoiets kan vinden.
    Tik bij Google het volgende maar eens in, dan is het de eerste hit: sinh cosh wiki
    Schuifpuiwoensdag 17 januari 2007 @ 19:06
    Wist niet dat wiki dat soort dingen ook had. Bedankt! en sorry dat ik dat zelf niet gevonden had
    Innocencewoensdag 17 januari 2007 @ 21:19
    Hier nog één die zit te klooien met differentiaalvergelijkingen. Ben me er nu al zo lang op aan het blindstaren, dat ik zelfs de basis niet meer snap. Onduidelijk rotboek

    Dus een korte uitleg hoe ik bijvoorbeeld de oplossing van u' + (x-1) u = 0 vind zou zeer welkom zijn!
    GlowMousewoensdag 17 januari 2007 @ 21:39
    Als u inderdaad een functie is van x, dan kun je deze eerstegraads differentiaalvergelijking meestal mooi uitschrijven:
    u' + b(x)u = 0.
    u' = -b(x)u
    u' / u = -b(x)
    d/dx ln(u) = -b(x) (vanwege kettingregel)
    ln(u) = -B(x)+k1 (integreer links en rechts)
    u = k2exp(-B(x))
    Met B de primitieve van b.
    Timmehhhwoensdag 17 januari 2007 @ 22:17
    Hey weet iemand hoe je ook alweer iets absoluut moet maken in excel?

    Alvast bedankt!
    -J-D-woensdag 17 januari 2007 @ 22:20
    Doel je op de $-tekens?
    Timmehhhwoensdag 17 januari 2007 @ 22:46
    Ja dat, ik heb het gehad maar kan het me niet meer herinnerren hetzelfde geldt voor doelzoeken :s
    GlowMousewoensdag 17 januari 2007 @ 23:13
    Om beide te demonstreren:
    Vul in A1 en A2 de getallen 2 en 5 in. Vul in A6 =A$1 in, en sleep dat naar B10. Je ziet dat het element met het dollarteken ervoor niet gewijzigd is.
    Doelzoeken:
    Vul in A1 in: 1
    Vul in A2 in: =A1*1,03
    Sleep A2 door tot A10
    Vul in A11 in: =SOM(A1:A10)
    Menu extra, doelzoeken, cel A11, waarde 10 door wijzigen A1.
    Innocencedonderdag 18 januari 2007 @ 08:34
    quote:
    Op woensdag 17 januari 2007 21:39 schreef GlowMouse het volgende:

    u' / u = -b(x)
    d/dx ln(u) = -b(x) (vanwege kettingregel)
    Dankje, die stap miste ik even.
    _Nick_donderdag 18 januari 2007 @ 17:33
    Hoi allemaal,

    Ik wil de raakvector bereken voor de kromme waarvoor geldt:

    (x-L)^2+y^2=L^2 en z=L

    Ik heb echter geen idee hoe ik dit aan moet pakken. Veel websites laten wel zien hoe je dit doet voor een geparametriseerde kromme, maar deze kromme is dus niet geparametriseerd....kan iemand mij helpen?

    Alvast bedankt!
    Boondock_Saintvrijdag 19 januari 2007 @ 18:43
    Ik had hier al een topic over geopend, maar werd toen doorverwezen naar dit topic:

    Ik moet als opdracht voor school het volgende met de hand berekenen (dus geen programmeeropdracht, code voor de FFT kan ik zelf ook wel vinden ):

    Gegeven de coefficientvectoren a [1,2,3,4] en b[4,3,2,1], geef de convolutie vector c door gebruik te maken van het Fast Fourier Transform algoritme.

    So far so good, het is het algoritme van Cook en Tukey en ik ben het helemaal doorgelopen. dus:

    - Beide vectoren aangevuld met n=4 nullen.
    - Van beide de FFT berekend (er van uitgaande dat ik dit goed heb gedaan)

    Als w (lees: omega) heb ik e^0.25*PI*i (want n = 8), waarin i een complex getal is. De volgende stap is echter het per element vermenigvuldigen van die twee vectoren dus bijvoorbeeld: Z1 = X1 * Y1

    en nu komt het:

    X1 = w^0 + 2w + 3w^2 + 4w^3
    Y1 = 4w^0 + 3w + 2w^2 + w^3

    Mijn probleem hierbij is, dat dit toch eigenlijk ook gewoon het vermenigvuldigen van 2 polynomen is? Waarom zou dit dan sneller zijn dan Horner's rule toe te passen? En dat dan ook nog eens voor Z0 t/m Z7, ok toegegeven, ze zijn niet allemaal van deze graad, maar toch.
    Het gevolg hiervan is dat ik dus nu twijfel aan mezelf of ik die eerdere transformaties wel goed gedaan heb. Daarbij, mag ik alleen maar hopen dat de inverse FFT die primitve 8th roots of unity (Engels boek) weer weghaalt, want die mogen natuurlijk niet in de uiteindelijke convolutievector terecht komen.

    Na goed, misschien moet ik toch maar eens die code gaan doorlezen, want ik snap ook niet hoe ze zo'n root of unity representeren in een computer (het imaginaire deel dan).

    En dan stond er op Wikipedia dat:
    quote:
    The Danielson-Lanczos work predated widespread availability of computers and required hand calculation (possibly with mechanical aides such as adding machines); they reported a computation time of 140 minutes for a size-64 DFT operating on real inputs to 3-5 significant digits.
    http://en.wikipedia.org/w(...)The_radix-2_DIT_case

    Ik ben met 4 (dus 8) al 3 dagen bezig


    Mijn vraag: Kan een slimme Fokker mij misschien een beetje moed in praten? Of iig ff met m'n neus de goede richting op duwen. Is het tussenantwoord wat ik daar heb normaal (dus die X1 en Y1)?
    Mainportzaterdag 20 januari 2007 @ 17:41
    Hoe bereken je de inhoud van een trapezium met als grondvlak een veelhoek (variërend van 3, 4, 5, 6 en 8)? Er zijn twee series, eentje met hellingshoek van de zijvlakken 75 graden en de andere zestig.
    -J-D-zaterdag 20 januari 2007 @ 17:43
    Een trapezium is toch 2d? En niet 3d?
    Of begrijp ik je verkeerd?
    thabitzaterdag 20 januari 2007 @ 18:06
    quote:
    Op vrijdag 19 januari 2007 18:43 schreef Boondock_Saint het volgende:
    Ik had hier al een topic over geopend, maar werd toen doorverwezen naar dit topic:

    Ik moet als opdracht voor school het volgende met de hand berekenen (dus geen programmeeropdracht, code voor de FFT kan ik zelf ook wel vinden ):

    Gegeven de coefficientvectoren a [1,2,3,4] en b[4,3,2,1], geef de convolutie vector c door gebruik te maken van het Fast Fourier Transform algoritme.
    Tja, hier is je notatie al dubieus. Ten eerste noteren we vectoren met ronde haken. En ten tweede is het tekentje = uitgevonden voor gelijkheid. Dus a = (1,2,3,4) en b = (4,3,2,1).
    quote:
    So far so good, het is het algoritme van Cook en Tukey en ik ben het helemaal doorgelopen. dus:

    - Beide vectoren aangevuld met n=4 nullen.
    - Van beide de FFT berekend (er van uitgaande dat ik dit goed heb gedaan)

    Als w (lees: omega) heb ik e^0.25*PI*i (want n = 8), waarin i een complex getal is. De volgende stap is echter het per element vermenigvuldigen van die twee vectoren dus bijvoorbeeld: Z1 = X1 * Y1
    Waar ik de vorige fout in je notatie nog kon ontcijferen lukt het me hier toch echt totaal niet. Je hebt X1, Y1 noch Z1 gedefinieerd en dan ga je vragen of de formule die je ervoor geeft klopt.

    Helaas, als je wilt dat iemand je vraag beantwoordt zul je die vraag toch eerst op een fatsoenlijke manier moeten formuleren.
    Wackyduckzaterdag 20 januari 2007 @ 20:59
    quote:
    Op zaterdag 20 januari 2007 17:41 schreef Mainport het volgende:
    Hoe bereken je de inhoud van een trapezium met als grondvlak een veelhoek (variërend van 3, 4, 5, 6 en 8)? Er zijn twee series, eentje met hellingshoek van de zijvlakken 75 graden en de andere zestig.
    Een trapezium is 2D, maar wat je bedoelt is een ander figuur.
    Je kan het figuur opdelen in de een deel met de veelhoek als grondvlak met de hoogte als 3e richting en piramides die de rest van het volume zijn, daarvan kan je de inhoud makkelijk berekenen.
    Mainportzaterdag 20 januari 2007 @ 21:14
    In feite moet ik de inhoud van een afgeknotte piramide berekenen ja, maar ik vind dat niet echt makkelijk.

    Hier een plaatje:
    Dickbridezaterdag 20 januari 2007 @ 21:22
    quote:
    Op zaterdag 20 januari 2007 21:14 schreef Mainport het volgende:
    In feite moet ik de inhoud van een afgeknotte piramide berekenen ja, maar ik vind dat niet echt makkelijk.

    Hier een plaatje: [afbeelding]
    Ik ben lui: http://mathaware.org/mam/00/master/essays/B3D/2/egypt.html
    Wackyduckzaterdag 20 januari 2007 @ 22:20
    quote:
    Op zaterdag 20 januari 2007 21:14 schreef Mainport het volgende:
    In feite moet ik de inhoud van een afgeknotte piramide berekenen ja, maar ik vind dat niet echt makkelijk.

    Hier een plaatje: [afbeelding]
    Kan je wel de inhoud van een niet afgeknotte pyramide berekenen?
    Dan heb je er 2, je eigenlijke volume = de grote - afgehakte stukje
    Boondock_Saintzondag 21 januari 2007 @ 02:39
    quote:
    Op zaterdag 20 januari 2007 18:06 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Tja, hier is je notatie al dubieus. Ten eerste noteren we vectoren met ronde haken. En ten tweede is het tekentje = uitgevonden voor gelijkheid. Dus a = (1,2,3,4) en b = (4,3,2,1).
    [..]

    Waar ik de vorige fout in je notatie nog kon ontcijferen lukt het me hier toch echt totaal niet. Je hebt X1, Y1 noch Z1 gedefinieerd en dan ga je vragen of de formule die je ervoor geeft klopt.

    Helaas, als je wilt dat iemand je vraag beantwoordt zul je die vraag toch eerst op een fatsoenlijke manier moeten formuleren.
    Ja, sorry. Nu ik het zo terug lees is het allemaal een beetje onduidelijk. Ik was dan ook helemaal gaar. X1 en Y1 zijn de 2e elementen uit beide coefficienten vectoren na de FFT.
    En die notatie van de vectoren heb ik zo overgenomen uit het boek en die '=' tekentjes ben ik gewoon vergeten. Maar goed, dat zijn details.
    Ik hoefde ook eigenlijk geen berekening. Ik wilde alleen van iemand horen dat die uitkomst plausibel was na een FFT, want volgens mij ben ik zo echt niet O(n log n) bezig.
    Soldier2000zondag 21 januari 2007 @ 10:36
    Ik zit een beetje vast met een oefen tentamenvraag.

    Het gaat over de volgende vraag, ik loop bij A ram vast en kom er totaal niet uit, misschien dat iemand weet hoe je hem moet oplossen?

    Uc=Ub(1-e^-(t/r*c)
    Uc=12(1-e^-(0.2/500*100*10^-6)

    We weten bij een serie schakeling van een weerstand en een condensator dat Uv=12V R=500ohm C=100u

    Uv=R*C*Uc' + Uc

    A) Stel de DV op (differentiaalvergelijking)
    Koewamzondag 21 januari 2007 @ 11:43
    hoe bereken je de oppervlakte van een cirkel op een bol?
    Wackyduckzondag 21 januari 2007 @ 13:35
    quote:
    Op zondag 21 januari 2007 11:43 schreef Koewam het volgende:
    hoe bereken je de oppervlakte van een cirkel op een bol?
    Heb je een parameterisatie van de cirkel in bolcoördinaten, of is dat juist je probleem?
    Crazykillzondag 21 januari 2007 @ 13:40
    tvp
    Wackyduckzondag 21 januari 2007 @ 13:40
    quote:
    Op zondag 21 januari 2007 10:36 schreef Soldier2000 het volgende:
    Ik zit een beetje vast met een oefen tentamenvraag.

    Het gaat over de volgende vraag, ik loop bij A ram vast en kom er totaal niet uit, misschien dat iemand weet hoe je hem moet oplossen?

    Uc=Ub(1-e^-(t/r*c)
    Uc=12(1-e^-(0.2/500*100*10^-6)

    We weten bij een serie schakeling van een weerstand en een condensator dat Uv=12V R=500ohm C=100u

    Uv=R*C*Uc' + Uc

    A) Stel de DV op (differentiaalvergelijking)
    UC'= dUC/dt = Ub/(RC) * exp( -t/(RC) )
    UV = Ub * exp(-t/RC) + Ub ( 1- exp(-t/RC))
    Zoiets bedoel je?
    Koewamzondag 21 januari 2007 @ 13:42
    quote:
    Op zondag 21 januari 2007 13:35 schreef Wackyduck het volgende:

    [..]

    Heb je een parameterisatie van de cirkel in bolcoördinaten, of is dat juist je probleem?
    nee, heb ik niet.

    Bestaat er geen formule oid voor?
    teletubbieszondag 21 januari 2007 @ 13:53
    Let A be any set of 20 distinct integers chosen from the arithmetic
    progression 1,4,7,...,100. Prove that there must be two distinct integers in A whose sum is 104. [Actually, 20 can be replaced by 19.]

    ik denk dat dit opgelost kan worden mbv van 't postvakprincipe en ik gok dat het te maken heeft
    met modulo 3. KAn iemand een hint geven?
    Wackyduckzondag 21 januari 2007 @ 14:02
    quote:
    Op zondag 21 januari 2007 13:42 schreef Koewam het volgende:

    [..]

    nee, heb ik niet.

    Bestaat er geen formule oid voor?
    Je r is vast op je bol, als je het middelpunt van de cirkel op de z-as ligt dan is een van je hoeken (die t.o.v. de z-as, theta) vast voor je cirkelrand. Dan kan je over het oppervlak integreren met theta van 0 naar die hoek en phi van 0 naar 2 pi.
    GlowMousezondag 21 januari 2007 @ 14:04
    quote:
    Op zondag 21 januari 2007 13:53 schreef teletubbies het volgende:
    Let A be any set of 20 distinct integers chosen from the arithmetic
    progression 1,4,7,...,100. Prove that there must be two distinct integers in A whose sum is 104. [Actually, 20 can be replaced by 19.]

    ik denk dat dit opgelost kan worden mbv van 't postvakprincipe en ik gok dat het te maken heeft
    met modulo 3. KAn iemand een hint geven?
    Probeer de kastjes eens zo in te delen dat als er twee in één kastje zitten, je met dat kastje som 104 krijgt.
    SPOILER
    Ik denk dat het kan met kastjes waarbij een getal x in kastje i komt als |x-52| = i.
    Mainportzondag 21 januari 2007 @ 14:40
    Ik weet nu hoe ik de inhoud van een afgeknotte piramide kan berekenen als ik een hoogte of een zijde heb, maar in mijn geval heb ik niets meer dan het getal 75 graden.



    De formule is (h(b² + ab + a²)) / 3



    Iemand enig idee hoe ik met een beetje goniometrie deze getallen met een x kan benaderen?
    GlowMousezondag 21 januari 2007 @ 14:46
    Mainport: als de afgeknotte piramide iets hoger wordt, blijft die hoek 75 graden (F hoeken). Je hebt dus te weinig informatie.
    Mainportzondag 21 januari 2007 @ 14:48
    De opdracht luidt dat ik een zo klein mogelijke afgeknotte piramide moet maken met inhoud één liter. Mijn plan was dat ik de formule maak voor de totale oppervlakte en die invoer in de GR om daarna het minimum te bepalen, maar dan heb ik wel eerst de formule voor de inhoud nodig.
    GlowMousezondag 21 januari 2007 @ 14:56
    Wat is klein? De inhoud blijft een liter, dus het volume kun je niet kleiner krijgen. Eerder had je het over een minimale oppervlakte, maar wat zijn daarbij de restricties? Zonder restricties knot je hem natuurlijk slechts infinitesimaal weinig af.
    Mainportzondag 21 januari 2007 @ 14:59
    quote:
    Op zondag 21 januari 2007 14:56 schreef GlowMouse het volgende:
    Wat is klein? De inhoud blijft een liter, dus het volume kun je niet kleiner krijgen. Eerder had je het over een minimale oppervlakte, maar wat zijn daarbij de restricties? Zonder restricties knot je hem natuurlijk slechts infinitesimaal weinig af.
    Het volume kun je inderdaad niet kleiner krijgen. De oppervlakte wel, tot een bepaald punt. En dat punt moet ik hebben, maar daarvoor heb ik eerst de benadering voor de inhoud nodig.
    GlowMousezondag 21 januari 2007 @ 15:04
    Benadering voor de inhoud? Die is 1L dus daar valt weinig aan te benaderen.
    En voor een minimaal grondvlak neem je toch de niet afgeknotte piramide met grondvlak b*b en hoogte h. Er geldt b²h/3 = 1000 (b en h in cm) en 2h/b = tan(75), en dat is op te lossen.
    Mainportzondag 21 januari 2007 @ 15:09
    quote:
    Op zondag 21 januari 2007 15:04 schreef GlowMouse het volgende:
    Benadering voor de inhoud? Die is 1L dus daar valt weinig aan te benaderen.
    Op die manier kun je h toch in x uitdrukken? Dat is namelijk wat we nodig hebben.
    quote:
    En voor een minimaal grondvlak neem je toch de niet afgeknotte piramide met grondvlak b*b en hoogte h. Er geldt b²h/3 = 1000 (b en h in cm) en 2h/b = tan(75), en dat is op te lossen.
    Minimale oppervlakte, dus ook zijkanten erbij.
    Soldier2000zondag 21 januari 2007 @ 15:36
    quote:
    Op zondag 21 januari 2007 13:40 schreef Wackyduck het volgende:

    [..]

    UC'= dUC/dt = Ub/(RC) * exp( -t/(RC) )
    UV = Ub * exp(-t/RC) + Ub ( 1- exp(-t/RC))
    Zoiets bedoel je?
    Ja zoiets!!

    Heb je toevallig ook nog zin om de laten zien hoe je de algemene oplossing van deze DV berekent
    GlowMousezondag 21 januari 2007 @ 15:39
    Ahzo, nu snap ik wat je bedoelt. Als x het afgeknotte deel is, h de hoogte van de oorspronkelijke piramide (zodat h-x de hoogte is van het resultaat), en b de zijde van het vierkante grondvlak dan heb je de volgende relaties:
    b²h/3 - (b*x/h)²x/3 = 1000 (gebruikmakend van gelijkvormigheid)
    2h/b = tan(75)

    De eerste is om te schrijven tot (b/h)²(h³-x³)/3 = 1000, ofwel b = wortel(3000h² / (h³-x³)).

    De oppervlakte (onderkant, bovenkant, zijkanten (4 trapezia)) is b²+(bx/h)²+4*(wortel(h²+b²) * x/h)*(b+bx/h)/2.

    Het probleem is nu eigenlijk: minimaliseer door verandering van x de uitdrukking
    wortel(3000h² / (h³-x³))²+(wortel(3000h² / (h³-x³))x/h)²+4*(wortel(h²+wortel(3000h² / (h³-x³))²) * x/h)*(wortel(3000h² / (h³-x³))+wortel(3000h² / (h³-x³))x/h)/2
    onder de voorwaarde 2h/wortel(3000h² / (h³-x³)) = tan(75)
    en x,h >= 0.

    In deze vorm kan een computerpakket hem waarschijnlijk wel oplossen. Met Excel kom je denk ik ook een eind door een grote tabel te maken met mogelijke waarden voor x. Kijk het wel even na allemaal want ik werk niet feilloos.

    [ Bericht 0% gewijzigd door GlowMouse op 21-01-2007 16:13:36 ]
    Mainportzondag 21 januari 2007 @ 16:10
    Het probleem is nu eigenlijk: maximaliseer door verandering van x de uitdrukking
    GlowMousezondag 21 januari 2007 @ 16:12
    De uitdrukking die erna komt ja, die paste niet meer op de regel. Het is een soort van 'maximaliseer -(x-3)² onder de voorwaarde -10<=x<=10' (opl: x=3).
    Het moet trouwens minimaliseer zijn zie ik nu, de oppervlakte moet zo klein mogelijk.

    Kijk ook eens naar de stelling van Weierstrass.
    Mainportzondag 21 januari 2007 @ 16:18
    Hoe moet je iets minimaliseren met twee variabelen x en h?
    GlowMousezondag 21 januari 2007 @ 16:55
    Als je x kiest, ligt h vast (door de voorwaarde). Het is dus eigenlijk maar een probleem van één variabele. Je kunt dan gewoon weer met afgeleides werken, maar de uitdrukkingen worden te complex om lekker mee te werken.
    MeScottzondag 21 januari 2007 @ 21:59
    Paar probleempjes met scheikunde (zuren en basen):

    1. In het boek wordt een voorbeeld gegeven van hoe je te werk moet gaan bij het opstellen vaneen zuur-base-reactie:

    Vast calciumcarbonaat (CaCO3) wordt overgoten met zoutzuur:

    Voor de reactie:
    - H3O+ (aq)
    - H2O (l)
    - CaCO3(s)

    Reactievergelijking:
    2 H3O+ (aq) + CaCO3 (s) -> H2CO3 + 2 H2O + Ca2+

    Na de reactie:
    - H2CO3
    - H2O (l)
    - Ca2+
    - Cl-

    Hierover twee vragen: hoezo is er water aanwezig voor de reactie ? Dat wordt nergens gezegd
    En, hoe moet ik zelf bedenken dat die Ca[sup2+[/sup] zich in de reactievergelijking afsplitst van CaCO3 ?

    ---------
    Nog een paar vragen over de D-toets die we hadden gekregen:

    2. Men wil met behulp van het geleidingsvermogen bepalen of een vloeistof zuiver azijnzuur is of een azijnzuuroplossing. Is dit een geschikte methode ? Waarom ?

    A: Nee, want beide stoffen geleiden geen stroom
    B: Nee, want beide stoffen geleiden de stroom even goed
    C: Ja, want azijnzuur geleidt wel en de azijnzuuroplossing niet
    D: Ja, want de azijnzuuroplossing geleidt wel en azijnzuur niet

    D is goed, maar waarom ? Omdat azijnzuur te weinig H+-ionen heeft oid ?

    ---

    3. Een zuur noemt men een sterk zuur als het:

    A goed oplost in water
    B in water volledig in ionen splitst

    Lijkt niet lastig, maar ik werd in verwarring gebracht door een andere vraag:

    Welke van deze bewerkingen is juist ?
    1: Een zuur wordt een zwak zuur genoemd als het slecht oplost in water
    2: Een zuur wordt een zwak zuur genoemd als het in water gedeeltelijk in ionen splitst

    Alleen stelling 2 is goed (volgens het antwoordenblad). Maar zijn deze twee vragen en antwoorden dan niet tegenstrijdig

    ---

    4. Op één van deonderstaande stoffen druppelt men natronloog. Daardoor ontstaat een gas. De stof kan geweest zijn:

    A K2CO3
    B KNO3
    C K2SO4
    D NH4Cl


    Geen idee hoe op te lossen, hoe moet ik weten welke stof een gas veroorzaakt als het reageert met natronloog ?


    Ik hoop dat iemand de moeite wil nemen om m'n vragen te beantwoorden, in ieder geval bij voorbaat dank
    GlowMousezondag 21 januari 2007 @ 22:30
    quote:
    Op zondag 21 januari 2007 21:59 schreef MeScott het volgende:
    Hierover twee vragen: hoezo is er water aanwezig voor de reactie ? Dat wordt nergens gezegd
    En, hoe moet ik zelf bedenken dat die Ca[sup2+[/sup] zich in de reactievergelijking afsplitst van CaCO3 ?
    Zoutzuur is een oplossing van HCl in water. Water is dus aanwezig. Calciumcarbonaat lost op in water, wat de splitsing in ionen verklaart.
    quote:
    D is goed, maar waarom ? Omdat azijnzuur te weinig H+-ionen heeft oid
    Zolang azijnzuur niet opgelost is in water zijn er helemaal geen vrije ionen. Als iets zuur is, betekent dat slechts dat er een proton afgestaan kan worden, meer niet. Zonder ionen in oplossing is er geen geleiding mogelijk (metalen uitgezonderd).
    quote:
    Alleen stelling 2 is goed (volgens het antwoordenblad). Maar zijn deze twee vragen en antwoorden dan niet tegenstrijdig
    Een zuur is sterk wanneer het volledig in ionen splitst. Splitst het niet volledig in ionen, dan is het zuur zwak. Dat is toch consistent?
    quote:
    4. Op één van deonderstaande stoffen druppelt men natronloog. Daardoor ontstaat een gas. De stof kan geweest zijn:

    A K2CO3
    B KNO3
    C K2SO4
    D NH4Cl


    Geen idee hoe op te lossen, hoe moet ik weten welke stof een gas veroorzaakt als het reageert met natronloog ?
    Je kunt hier het beste per antwoord nagaan wat er gebeurt. Omdat dit over zuren/basen gaat ligt antwoord D voor de hand: het hydroxideion is een base, en opgelost in het water (natronloog is een oplossing van natriumhydroxide in water) kan het reageren met het ammoniumion. Een van de reactieproducten is ammoniak, een gas. Ammoniak lost wel goed op in water, dus of het in praktijk ook daadwerkelijk als gas ontsnapt weet ik niet zeker.

    [ Bericht 2% gewijzigd door GlowMouse op 21-01-2007 23:00:06 ]
    MeScottzondag 21 januari 2007 @ 23:04
    quote:
    Op zondag 21 januari 2007 22:30 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Zoutzuur is een oplossing van HCl in water. Water is dus aanwezig. Calciumcarbonaat lost op in water, wat de splitsing in ionen verklaart.
    Ohja, dat van dat water was niet zo slim Maar hoe moet ik weten dat calciumcarbonaat splitst in Ca en CO3 ? Puur omdat CaCO3 geen bestaande base is en CO3 wel ?
    quote:
    Zolang azijnzuur niet opgelost is in water zijn er helemaal geen vrije ionen. Als iets zuur is, betekent dat slechts dat er een proton afgestaan kan worden, meer niet. Zonder ionen in oplossing is er geen geleiding mogelijk (metalen uitgezonderd).
    OK, da's duidelijk
    quote:
    Een zuur is sterk wanneer het volledig in ionen splitst. Splitst het niet volledig in ionen, dan is het zuur zwak. Dat is toch consistent?
    Excuses, dat is inderdaad mijn aanname geweest. De stelling die volgens het antwoordenblad juist was, is stelling 1. Dus dat je spreekt over een zwak zuur als het zuur slecht oplost in water.
    quote:
    Je kunt hier het beste per antwoord nagaan wat er gebeurt. Omdat dit over zuren/basen gaat ligt antwoord D voor de hand: het hydroxideion is een base, en opgelost in het water (natronloog is een oplossing van natriumhydroxide in water) kan het reageren met het ammoniumion. Een van de reactieproducten is ammoniak, een gas.
    Dus als ik je goed begrijp kan natronloog reageren met het ammoniumion tot ammoniak ? Ik had juist geleerd dat ammoniak in water ammonium-ionen vormden.. Dan zou natronloog dus zorgen voor het vormen van ammoniak, en als je die ammoniak opvangt en met water mengt krijg je weer ammoniumionen ?
    GlowMousemaandag 22 januari 2007 @ 00:09
    quote:
    Op zondag 21 januari 2007 23:04 schreef MeScott het volgende:
    Ohja, dat van dat water was niet zo slim Maar hoe moet ik weten dat calciumcarbonaat splitst in Ca en CO3 ? Puur omdat CaCO3 geen bestaande base is en CO3 wel ?
    Het splitst in de ionen Ca2+ en CO32- omdat calciumcarbonaat een zout is.
    quote:
    Excuses, dat is inderdaad mijn aanname geweest. De stelling die volgens het antwoordenblad juist was, is stelling 1. Dus dat je spreekt over een zwak zuur als het zuur slecht oplost in water.
    Stelling 2 is zeker juist. Wat betreft stelling 1: een sterk zuur splitst geheel in ionen en is dus goed oplosbaar. Of andersom slechte oplosbaarheid een zwak zuur impliceert weet ik niet, want ik weet niet zeker of er zwakke zuren bestaan die niet oplossen.
    quote:
    Dus als ik je goed begrijp kan natronloog reageren met het ammoniumion tot ammoniak ? Ik had juist geleerd dat ammoniak in water ammonium-ionen vormden.. Dan zou natronloog dus zorgen voor het vormen van ammoniak, en als je die ammoniak opvangt en met water mengt krijg je weer ammoniumionen ?
    Daar twijfelde ik ook even aan, maar ik denk toch dat het klopt. Ammoniak is in evenwicht in water: NH3(aq) + H2O <=> NH4+(aq) + OH-(aq). Je voegt nu veel hydroxideionen toe, dus wanneer de oplossing verzadigd is met NH3, zal dit toch als gas ontsnappen. Ik ben geen chemicus, maar dit lijkt me het meest aannemelijk.

    [ Bericht 0% gewijzigd door GlowMouse op 22-01-2007 00:28:41 ]
    MeScottmaandag 22 januari 2007 @ 12:01
    quote:
    Op maandag 22 januari 2007 00:09 schreef GlowMouse het volgende:
    Het splitst in de ionen Ca2+ en CO32- omdat calciumcarbonaat een zout is.
    Ja, logisch natuurlijk
    quote:
    Stelling 2 is zeker juist. Wat betreft stelling 1: een sterk zuur splitst geheel in ionen en is dus goed oplosbaar. Of andersom slechte oplosbaarheid een zwak zuur impliceert weet ik niet, want ik weet niet zeker of er zwakke zuren bestaan die niet oplossen.
    Ok, dus het antwoordenblad zit hier fout ? Fijn, zit je dan een kwartier naar te kijken..
    quote:
    Daar twijfelde ik ook even aan, maar ik denk toch dat het klopt. Ammoniak is in evenwicht in water: NH3(aq) + H2O <=> NH4+(aq) + OH-(aq). Je voegt nu veel hydroxideionen toe, dus wanneer de oplossing verzadigd is met NH3, zal dit toch als gas ontsnappen. Ik ben geen chemicus, maar dit lijkt me het meest aannemelijk.
    Ok, ik begrijp hem!

    Heel erg bedankt voor 't beantwoorden, ik ben weer flink verder geholpen
    MaxCmaandag 22 januari 2007 @ 13:12
    Ik heb morgen toets voor Natuurkunde, o.a. over Geluid

    Maar ik heb geen idee hoe je deze vraagt oplost:

    Een mannenkoor van 40 mensen zingt, je meet een geluid van 80 dB. Even later stoppen een paar mannen en daarna meet je 74dB.

    Hoeveel koorleden zijn gestopt?
    Wackyduckmaandag 22 januari 2007 @ 13:31
    quote:
    Op maandag 22 januari 2007 13:12 schreef MaxC het volgende:
    Ik heb morgen toets voor Natuurkunde, o.a. over Geluid

    Maar ik heb geen idee hoe je deze vraagt oplost:

    Een mannenkoor van 40 mensen zingt, je meet een geluid van 80 dB. Even later stoppen een paar mannen en daarna meet je 74dB.

    Hoeveel koorleden zijn gestopt?
    De verandering is 6 dB.
    Je weet waarschijnlijk ook hoeveel dB een halvering is, en dan heb je je antwoord.
    MaxCmaandag 22 januari 2007 @ 15:46
    Bij 3 dB erbij wordt de geluidsintensiteit 2x zo groot.

    Dus de geluidsintensiteit in dit voorbeeld wordt 4x zo klein, dus er zijn 30 leden gestopt?
    Bioman_1maandag 22 januari 2007 @ 19:23
    Hoe kan ik laten zien dat voor iedere n x n -matrix A (n in N), de matrices A At en AtA symmetrisch zijn ?
    GlowMousemaandag 22 januari 2007 @ 19:34
    Schrijf voor element i,j van AAt uit hoe je hem berekent (als sommatie van elementjes van A), en doe hetzelfde voor element j,i. Zelfde voor de tweede matrix.
    Weet je de getransponeerde van AB, uitgedrukt zonder haakjes?
    Soldier2000maandag 22 januari 2007 @ 19:48
    Stel je hebt deze formule:

    ialg=6*(1-e^-133*t)
    Nu wil je weten ha hoeveel tijd, je op 1.5 zit
    1.5=6*(1-e^133*t)

    Hoe krijg je die t naar voren toe? ik heb al vanalles geprobeerd, maar ik kom steeds op andere antwoorden.
    GlowMousemaandag 22 januari 2007 @ 19:54
    - links en rechts delen door 6,
    - vervolgens links en rechts vermenigvuldigen met -1,
    - vervolgens links en rechts 1 bij optellen
    - vervolgens links en rechts de logaritme nemen
    - vervolgens links en rechts delen door 133
    teletubbiesmaandag 22 januari 2007 @ 22:55
    Hier een vraagje over permutaties en ordes.
    als ik bijv S11 heb en ik wil weten wat de maximale orde is van een element uit S11,
    hoe kan ik dit het meest efficient doen, zonder alle mogelijkheden uit te gaan schrijven?
    kan iemand het antwoord geven voor een willekeurige euu mmm Sn?
    alvast bedankt
    thabitmaandag 22 januari 2007 @ 23:09
    quote:
    Op maandag 22 januari 2007 22:55 schreef teletubbies het volgende:
    Hier een vraagje over permutaties en ordes.
    als ik bijv S11 heb en ik wil weten wat de maximale orde is van een element uit S11,
    hoe kan ik dit het meest efficient doen, zonder alle mogelijkheden uit te gaan schrijven?
    kan iemand het antwoord geven voor een willekeurige euu mmm Sn?
    alvast bedankt
    http://www.research.att.com/~njas/sequences/A000793
    teletubbiesdinsdag 23 januari 2007 @ 00:23
    oh ja dom..
    ik heb het een paar maanden geleden gevraagd, toen had ik dezelfde site gekregen..dacht ik.
    maar ik ben het gewoon vergeten en ik moet wel ff voorbereiden voor tentamens. zo een vraag komt best vaak voor vermoed ik. Maar nogmaals bedankt
    Wackyduckdinsdag 23 januari 2007 @ 09:59
    quote:
    Op zondag 21 januari 2007 15:36 schreef Soldier2000 het volgende:

    [..]

    Ja zoiets!!

    Heb je toevallig ook nog zin om de laten zien hoe je de algemene oplossing van deze DV berekent
    De e-machten vallen tegen elkaar weg en dan volgt UV=Ub.
    MaxCdinsdag 23 januari 2007 @ 18:19
    Ik heb 2 formules:

    I-rel = I
    --
    Io

    Waarbij Io = 10^-12 W*M^-2
    en je hebt:
    L = 10 * log I-rel

    Kan je deze formule dan ook schrijven als L=10* log (I) + 120 of moet het 10*log (I+120)
    GlowMousedinsdag 23 januari 2007 @ 19:13
    Staat er inderdaad Irel = I / I0?
    Dan L = 10*log(Irel) = 10*log(I / I0) = 10*log(I) + 10*log(1/I0) = 10*log(I) - 10*log(I0) = 10*log(I) + 120. Waar je 120 in de logaritme vandaan haalt, zie ik niet.
    MaxCdinsdag 23 januari 2007 @ 21:18
    Inderdaad Irel = I / I0

    Nee, dit klopt wel, zat even te twijfelen waar die 120 moest. Bedankt
    WyBowoensdag 24 januari 2007 @ 17:36
    Een kegel, met een grondcirkel met straal 4 en een hoogte van 12. Wat is de inhoud?

    Ik had een formule voor de straal gemaakt, -3x+12, maar dan kom ik er niet uit. Alvast bedankt voor de helpende hand.
    -J-D-woensdag 24 januari 2007 @ 17:43

    Bekend met die formule?
    GlowMousewoensdag 24 januari 2007 @ 18:54
    Anders kun je het ook berekenen middels een integraal. Heb je omwentelingslichamen al gehad? Wentel de grafiek f(x) = -3x+12 maar eens om de y-as op het interval [0,4].
    WyBowoensdag 24 januari 2007 @ 19:39
    was de bedoeling met een integraal Is gelukt nu, bedankt voor het meedenken.
    vogelgriepwoensdag 24 januari 2007 @ 19:52
    Iemand een idee hoe ik dit kan oplossen met een (eenvoudige) rekenmachine? (casio fx-82MS)

    In europa heeft 50% van alle huishoudens een dvd speler. Aan 10 willekeurige mensen wordt gevraagd of ze een dvd-speler hebben.

    -- Hoe groot is de kans dat minstens 7 huishoudens een dvd speler in bezit hebben?
    -- Hoe waarschijnlijk is het dat er meer dan 6, maar minder dan 9 huishoudens een dvd speler in bezit hebben?

    Iemand een idee hoe ik dit uit kan rekenen?
    Rejectedwoensdag 24 januari 2007 @ 20:23
    Ik weet niet precies of het beta of een alfa vraag is, but here it goes:
    Ik moet voor een opdracht een artikel lezen dat over zetelverdeling gaat.
    Er worden in dit artikel bepaalde methodes besproken om dit zo eerlijk mogelijk te doen zonder dat er problematieken ontstaan.
    Nu is de laatste vraag: Bedenk andere toepassingen waarin de problematiek vergelijkbaar is en dezelfde oplosmethoden kunnen worden gebruikt.

    Voor de geinteresseerden, het gaat om het artikel van M.L. Balinski en H.P. Young over de Quota Methode. De Huntington Hill, Jefferson, Webster en Hamilton methodes worden besproken.

    Bedankt!
    -Mzraki-woensdag 24 januari 2007 @ 21:02
    quote:
    Op woensdag 24 januari 2007 20:23 schreef Rejected het volgende:
    Ik weet niet precies of het beta of een alfa vraag is, but here it goes:
    Ik moet voor een opdracht een artikel lezen dat over zetelverdeling gaat.
    Er worden in dit artikel bepaalde methodes besproken om dit zo eerlijk mogelijk te doen zonder dat er problematieken ontstaan.
    Nu is de laatste vraag: Bedenk andere toepassingen waarin de problematiek vergelijkbaar is en dezelfde oplosmethoden kunnen worden gebruikt.

    Voor de geinteresseerden, het gaat om het artikel van M.L. Balinski en H.P. Young over de Quota Methode. De Huntington Hill, Jefferson, Webster en Hamilton methodes worden besproken.

    Bedankt!
    Toevallig heeft een aio die ik ken hier iets over geschreven, lees maar even, sowieso leuk om te lezen.
    http://www.kennislink.nl/web/show?id=133140&vensterid=811&cat=60360
    http://www.math.uu.nl/people/noort
    MaxCwoensdag 24 januari 2007 @ 21:48
    Hoe kan je bij de reactiesnelheid zien bij Scheikunde, of de reactie van de 1e of 2e orde is?

    Bijvoorbeeld: N2 + 2H2 -> 2NH3
    Rejectedwoensdag 24 januari 2007 @ 22:07
    quote:
    Op woensdag 24 januari 2007 21:02 schreef -Mzraki- het volgende:

    [..]

    Toevallig heeft een aio die ik ken hier iets over geschreven, lees maar even, sowieso leuk om te lezen.
    http://www.kennislink.nl/web/show?id=133140&vensterid=811&cat=60360
    http://www.math.uu.nl/people/noort
    Wel leuk om te lezen idd Ook veel leuke andere artikelen op zijn page.
    Maar verder heb ik er helaas niet heel veel aan.
    GlowMousewoensdag 24 januari 2007 @ 22:30
    vogelgriep: maak gebruik van de binomiale verdeling:
    MaxC: heb je de reactiesnelheidsvergelijking al?
    WyBowoensdag 24 januari 2007 @ 23:14
    quote:
    Op woensdag 24 januari 2007 21:48 schreef MaxC het volgende:
    Hoe kan je bij de reactiesnelheid zien bij Scheikunde, of de reactie van de 1e of 2e orde is?

    Bijvoorbeeld: N2 + 2H2 -> 2NH3
    Je kan de orde van een reactie alleen bepalen met een experiment. De orde van een reactie is de som van de coefficiënte van de snelheidsbepalende stap.
    WyBodonderdag 25 januari 2007 @ 20:40
    ff wat anders nu. Bij redoxreacties, staat dan in Binas tabel 48 de sterkste oxidator linksbovenin en de zwakste reductor rechtsonderin? of andersom?
    GlowMousedonderdag 25 januari 2007 @ 20:42
    Waar de sterkste oxidator links staat, staat de zwakste reductor rechts. De een kan dus niet boven staan en de ander onder.
    Rejectedzaterdag 27 januari 2007 @ 15:46
    Hoe vertaal ik House monotone naar het Nederlands?
    Het heeft iets te maken met monotoon stijgend óf monotoon dalend zijn als het goed is.
    Merkiezondag 28 januari 2007 @ 02:19


    Antwoord moet 2/3 zijn, ik kom op 0. Help? Wat doe ik fout? Heb het al 10x geprobeerd, 10x kom ik op wat anders en geen 2/3. Aargh, word er gek van .

    Wow, ik besteed mijn zaterdagavond echt op een gezellige manier.

    [ Bericht 21% gewijzigd door Merkie op 28-01-2007 02:49:09 ]
    Merkiezondag 28 januari 2007 @ 02:55
    Laat maar, blader ik door mijn boek, zie ik hem ineens uitgelegd staan. Voor de nieuwsgierigen:

    cos³ x = cos x * cos² x= cos x(1-sin²x). Substitutie u =sin x, du = cos x dx, integraal wordt (1-u²) du, dat is u - 1/3u³ = sin x - 1/3 sin x. sin(pi/2) - 1/3 sin(pi/2) = 1 - 1/3 = 2/3.

    [ Bericht 60% gewijzigd door Merkie op 28-01-2007 03:06:57 ]
    teletubbieszondag 28 januari 2007 @ 19:01
    In een smalle (maar hoge) tunnel ontmoeten twee karavanen met kamelen elkaar. De ene karavaan bestaat uit N bruine kamelen en de andere uit N grijze kamelen. De bruine kamelen komen van links en de grijze kamelen van rechts. Op het moment dat ze stoppen is er tussen beide karavanen nog juist één kameellengte vrij. De beginsituatie voor N = 4 kan bijvoorbeeld worden weergegeven als B B B B . G G G G.

    een kameel die door een kameel van de andere kleur wordt gescheiden van een lege plek kan over die andere heenspringen. Kamelen springen dus nooit over kamelen van de eigen kleur heen. De kamelen kunnen zich niet omdraaien of achteruit lopen/springen, dus de bruine kamelen bewegen alleen van links naar rechts en de grijze kamelen alleen van rechts naar links. De bedoeling is dat de rechtsgaande en de linksgaande karavaan van plaats verwisseld worden, zodat ze hun weg kunnen vervolgen
    Een kleine voorbeeldserie voor N = 3
    : B B B . G G G ==> B B . B G G G ==> B B G B . G G ==> B B G B G . G ==> B B G B G G . ; nu zijn geen bewegingen meer mogelijk.
    (( je hoeft ze niet om de beurt te bewegen, je kunt meerdere malen bewegingen laten uitvoeren door bijv een bru
    ine kameel))
    Okey..na deze lange inleiding komt mijn vraag:
    Ik moet een strategie bedenken zodat de rechtsgaande en de linksgaande karavaan van plaats verwisseld worden. Voor N=3 is het mij niet gelukt, voor N=2 of 4 is het wel gelukt.
    bijv:
    N=2
    BB.GG ==>
    B.BGG ==>
    BGB.G ==>
    BGBG. ==>
    BG.GB ==>
    .GBGB ==>
    G.BGB ==>
    GGB.B ==>
    GG.BB
    voor N=4 heb ik ook zoiets maar dan iets langer, kan iemand mij helpen voor N=3? Het lijkt alsof er alleen oplossing is voor N is even maar dat weet ik niet zo zeker...
    Alvast bedankt!
    Schuifpuizondag 28 januari 2007 @ 19:26
    Dit idee?

    Iedereen met een IQ boven de 100 zou dit moeten kunnen
    teletubbieszondag 28 januari 2007 @ 20:28
    oei :S ik was niet goed bezig, ik heb t inmiddelijks in minder dan 10 min:) opgelost..bedankt (F)
    dit hoort bij een programma dat nog gemaakt moet worden:
    quote:
    Het te schrijven C++-programma dient het volgende te doen. Voor een door de gebruiker in te voeren waarde van N moet een dubbelverbonden pointerlijst met 2N + 1 vakjes worden gemaakt. Ieder vakje bevat een char, met mogelijke waardes B, G of ., een pointer naar het er links van gelegen vakje (of NULL) en een pointer naar het er rechts van gelegen vakje (of NULL).
    Vervolgens verschijnt er een klein menu met als opties stoppen, toevoegen (er worden links en rechts een vakje met een kameel, links bruin en rechts grijs, toegevoegd; in feite wordt N met 1 opgehoogd), verwijderen (er worden links en rechts een vakje verwijderd, mits links een grijze en rechts een bruine kameel staat) en "zetten". In geval van een zet kiest de gebruiker een kleur (bruin of grijs) en een nummer tussen 1 en N, zeg j. Als de j-de kameel (gezien in de bewegingsrichting) van de gekozen kleur mag bewegen, wordt de zet gedaan — anders niet. De gebruiker kan ook een k-tal random zetten laten doen (gebruik de random-generator). Het programma stopt als er geen reguliere zetten meer mogelijk zijn, en laat na iedere zet (ook na tussenzetten) de posities van de kamelen zien. Als het juiste einddoel bereikt is, wordt dit meegedeeld.
    en daarna ook een winnende strategie maken.
    zodra ik vast zit...zal ik het gauuw laten horen!
    WyBomaandag 29 januari 2007 @ 15:24
    Kan iemand mij uitleggen wat gisten inhoudt bij de dissimilatie? En wat bepaald of je de alcoholgisting krijgt of de melkzuurgisting? Zie binas 68B. En wat gebeurt er precies bij de oxidatieve fosforylering? (binas 68D

    [ Bericht 8% gewijzigd door WyBo op 29-01-2007 16:36:04 ]
    Merkiemaandag 29 januari 2007 @ 22:09
    quote:
    Op maandag 29 januari 2007 15:24 schreef WyBo het volgende:
    Kan iemand mij uitleggen wat gisten inhoudt bij de dissimilatie? En wat bepaald of je de alcoholgisting krijgt of de melkzuurgisting? Zie binas 68B. En wat gebeurt er precies bij de oxidatieve fosforylering? (binas 68D
    Aanwezigheid van zuurstof als antwoord op je eerste vraag lijkt me. Kan je ook wel in je BINAS zien, verbanding van O² levert veel meer zuurstof op dan de melkzuurcyclus. En oxidatieve fosforylering weet ik echt niet meer, heb je geen boek ofzo ?
    MaxCdinsdag 30 januari 2007 @ 13:05
    Heeft iemand een leuk vraagstukje waar je de Cosinusregel of de Sinusregel moet gebruiken, even om te testen

    Bij een driekhoek zonder een rechte hoek kan je gewoon de Sinusregel gebruiken he?
    Sin alpha Sin Beta
    ---------- = -----------
    a b
    -Mzraki-dinsdag 30 januari 2007 @ 13:18
    quote:
    Op dinsdag 30 januari 2007 13:05 schreef MaxC het volgende:
    Heeft iemand een leuk vraagstukje waar je de Cosinusregel of de Sinusregel moet gebruiken, even om te testen

    Bij een driekhoek zonder een rechte hoek kan je gewoon de Sinusregel gebruiken he?
    Sin alpha Sin Beta
    ---------- = -----------
    a b
    Ja, anders zou je pythagoras wel kunnen gebruiken, dat kan niet, dus doe je de sinusregel.
    Ripariuswoensdag 31 januari 2007 @ 20:24
    quote:
    Op zondag 28 januari 2007 02:19 schreef Merkie het volgende:
    [afbeelding]

    Antwoord moet 2/3 zijn, ik kom op 0. Help? Wat doe ik fout? Heb het al 10x geprobeerd, 10x kom ik op wat anders en geen 2/3. Aargh, word er gek van .

    Wow, ik besteed mijn zaterdagavond echt op een gezellige manier.
    Precies dezelfde vraag had je maanden geleden ook al gesteld, hier. Heb je nu zo'n slecht geheugen of steek je er echt niets van op?
    -J-D-woensdag 31 januari 2007 @ 20:25
    Riparius: Jij hebt hoe dan ook een giga goed geheugen
    teletubbieswoensdag 31 januari 2007 @ 23:39
    ik heb nu dubbelverbonden pointerlijst die zo uitziet:
    NULL <-->a<-->b<-->c<-->NULL
    --> is een pointer naar rechts
    <-- is een pointer naar links..
    er zijn dus twee verschillende pointers tussen twee vakjes.
    nu moet ik dus bijv aan t begin en aan t einde van die lijst een vakje toevoegen.
    dus je krijgt
    NULL <-->a' <-->a<-->b<-->c<-->c'<-->NULL
    daarna moet ik ook een vakje aan begin én einde kunnen verwijderne zodat je weer krijgt:
    NULL <-->a<-->b<-->c<-->NULL

    het toevoegen lukt wel, het verwijderen ook, maar als kw eer toevoeg dan lijkt t alsof iets niet klopte bij de verwijdering..waardoor t programma nu niet meer kan toevoegen maar automatisch stopt!!

    kan iemand een voorbeeld code geven?
    ik heb een klasse aangemaakt:
    Class Vakje {
    Public:
    char k;
    vakje* volgende;
    vakje* vorige;
    };
    alvast bedankt!
    GlowMousewoensdag 31 januari 2007 @ 23:44
    Het lijkt me makkelijker om te schieten op de code die je al hebt
    Merkiedonderdag 1 februari 2007 @ 00:01
    quote:
    Op woensdag 31 januari 2007 20:24 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Precies dezelfde vraag had je maanden geleden ook al gesteld, hier. Heb je nu zo'n slecht geheugen of steek je er echt niets van op?
    Ja, ik moest hem herkansen maar toen snapte ik hem met jou uitleg ook niet. Ik vind jouw geheugen bizar goed overigens.

    Heb het tentamen weer niet gehaald overigens . Volgend jaar dan maar weer.

    [ Bericht 13% gewijzigd door Merkie op 01-02-2007 00:06:40 ]
    teletubbiesdonderdag 1 februari 2007 @ 00:20
    quote:
    Op woensdag 31 januari 2007 23:44 schreef GlowMouse het volgende:
    Het lijkt me makkelijker om te schieten op de code die je al hebt
    t is wel slordig en niet leuk om te volgen...
    maar eigenlijk .. heb je misschien de bedoeling van t programma gezien? ik moet vakjes aan begin en einde toevoegen die eigenlijk staan voor kamelen die Bruin of Grijs zijn.
    nou ik vond t niet leuk om aan t eind of begin te toevoegen, want het ging ieder keer mis.. dus ik heb gewoon een B toegevoegd aan het begin van de lijst en dan een G meteen na het '.'.
    dus als je eerst had
    NULL<--B<-->B<-->.<-->G<-->G-->NULL
    dan komt een B aan begin en een G meteen naar die punt
    NULL<--b<-->B<-->B<-->.<-->g<-->G<-->G-->NULL
    zodat ik niet veel hoef te spelen met de ingang en uitgang.. (1 callby reference)
    morgen zal ik t wel posten.. t is beetje laat nu ..en ben moe
    alvast bedankt
    GlowMousedonderdag 1 februari 2007 @ 00:32
    Waar het puntje voor is, zie ik niet. De syntaxis van Java ken ik niet precies, maar toevoegen aan het begin zou zo moeten gaan: maak nieuw vakje aan, zet de verwijzingen goed met het oude eerste vakje en verander het eerste vakje naar het nieuw aangemaakte vakje. Verwijderen gaat door van het vakje waar *eerstevakje.volgende naar verwijst als nieuw eerste vakje aan te maken, en daarna van het eerste vakje de vorige naar NULL te laten verwijzen.
    teletubbiesvrijdag 2 februari 2007 @ 11:58
    het is nu wel gelukt.. ik ben ook bezig met de rest van de opdracht..hopelijk lukt het ook, anders vraag ik wel ..
    Nu heb ik de volgende vraag:
    een van de gevolgen van keuze axioma is deze uitspraak: R heeft een Q-basis:(als ik me niet had vergist betekende het het volgende : )
    er is dus een deelverzameling B={b_1, b_2,...,b_n} uit R zdd als q1,q2,..,qn in Q zitten dan geldt
    q1b1+q2b2+..+qnbn = 0
    <===> q1=q2=...=qn=0
    DUS: door combinatie van eindig veel elementen uit R kun je alle elementen uit R 'maken'.
    weet iemand waar ik dat bewijs kan vinden ? Het had te maken met ketekens, lineaire ordening en het bestaan van een maximaal element.. maar ik kan het niet netjes opschrijven.
    thabitvrijdag 2 februari 2007 @ 12:18
    Nee, de een basis van R/Q is niet eindig.
    teletubbiesvrijdag 2 februari 2007 @ 21:19
    ik heb nu op internet gezocht.. ja blijkbaar is het zo , best frustrerend dat een leraar dat 2 of 3 keer voor de klas doet..:S:S
    maar goed, het ging meer om het bewijs, want daar had ik ook een twijfel over... hij beschouwde al die 'q-onafhankelijke' verzamelingen en daarna nam hij K de vereniging van alle ketens ( de ordening is de inclusie-ordening), hij bewees dat K zelf ook een onafhankelijke verzameling is en dat er dus een maximaal element bestaat. Hiermee bewees hij het bestaan van een q-onafhankelijke deelverzameling van R.
    Ik zou het goed vinden als ik het bewijs nog eens ergens kan lezen... ik denk dat het niet klopt, want misschien is er helemaaal geen q-onafhankelijjke verzameling, in dit geval is de vereniging K gewoon de lege verzameling etc..
    thabitvrijdag 2 februari 2007 @ 21:50
    Je neemt een maximale keten K in de verzameling van alle Q-onafhankelijke deelverzamelingen van R. Maximaal wil zeggen dat je er geen Q-onafhankelijke deelverzameling meer bij kunt stoppen als je ook nog wil dat het een keten blijft. Het bestaan van een maximale keten is een gevolg van het keuze-axioma. Nu definieer je B als de vereniging van alle elementen van K. Probeer nu zelf de volgende dingen te bewijzen:
    1) B is een Q-lineair onafhankelijke deelverzameling van R.
    2) B spant R op als Q-vectorruimte (hier heb je de maximaliteit van K nodig).
    teletubbiesvrijdag 2 februari 2007 @ 23:29
    okee, ...
    MaxCzaterdag 3 februari 2007 @ 11:54
    Weet iemand nog een leuk onderwerp voor een Wiskunde B1 PO?

    6 VWO zit ik
    billy-bobzondag 4 februari 2007 @ 00:35
    quote:
    Op zaterdag 3 februari 2007 11:54 schreef MaxC het volgende:
    Weet iemand nog een leuk onderwerp voor een Wiskunde B1 PO?

    6 VWO zit ik
    Ik weet niet wat een PO is maar de Mandelbrot reeks en de gulden snede vind ik persoonlijk 2 van
    de meest mysterieuze en intrigerende wiskunde onderwerpen
    Haushofermaandag 5 februari 2007 @ 12:48
    quote:
    Op zaterdag 3 februari 2007 11:54 schreef MaxC het volgende:
    Weet iemand nog een leuk onderwerp voor een Wiskunde B1 PO?

    6 VWO zit ik
    Complexe getallen, dat vind ik een heel mooi onderwerp, en het kent ontzettend veel toepassingen in bv de natuurkunde (oscillaties, quantumfysica, optica etc etc )
    Alxanderdonderdag 8 februari 2007 @ 19:21
    Kickje


    Ik loop een beetje vast bij deze, iemand een hint of een beetje uitleg?

    Alvast bedankt!
    teletubbiesdonderdag 8 februari 2007 @ 21:22
    schrijven als som of verschil... van twee hoeken dan integreren..
    of gebruik maken van..euu mmm productregel?
    u=cos3x en dv=cos2xdx ? ...
    alle twee kunnen..
    Merkiedonderdag 8 februari 2007 @ 21:51
    quote:
    Op donderdag 8 februari 2007 21:22 schreef teletubbies het volgende:
    schrijven als som of verschil... van twee hoeken dan integreren..
    of gebruik maken van..euu mmm productregel?
    u=cos3x en dv=cos2xdx ? ...
    alle twee kunnen..
    Da's volgens mij partiële integratie wat je nu zegt (dat met u en du). Met partiële integratie gaat niet werken, dan houd je volgens mij altijd de integraal van een product van een cosinus en/of sinus functie over, en zodoende kan je het niet als F(x) + C schrijven. Ik denk dat je hem eerst moet herschrijven op de één of andere manier. Of een sneaky substitutie . Maar goed, ik had ook maar een 3 voor mijn analyse tentamen dus ik houd mijn mond maar verder .
    teletubbiesdonderdag 8 februari 2007 @ 21:53
    1) B is een Q-lineair onafhankelijke deelverzameling van R.

    dit lijkt me niet moeilijk, ik weet al een paar stappen van het bewijs en ik ken ze zelf nog aanvullen..
    maar
    2)B spant R op als Q-vectorruimte (hier heb je de maximaliteit van K nodig).
    mmm dit kan ik niet zo goed volgen...hoe moet ik beginnen?
    bedankt!
    thabitvrijdag 9 februari 2007 @ 00:15
    quote:
    Op donderdag 8 februari 2007 21:53 schreef teletubbies het volgende:
    2)B spant R op als Q-vectorruimte (hier heb je de maximaliteit van K nodig).
    mmm dit kan ik niet zo goed volgen...hoe moet ik beginnen?
    Stel dat de Q-vectorruimte opgespannen door B niet heel R is. Dan is er dus een x in R die niet te schrijven is als Q-lineaire combinatie van elementen van B.

    Nu jij weer. .
    zquingzondag 11 februari 2007 @ 13:00
    ik ben nu bezig met een PO over de simplex methode,, maar er zijn een paar problemen. Ik kan ten eerste niet echt praktische toepassingen bedenken, behalve het optimaliseren van je toevoer en het optimaliseren van dingen met meerdere variablelen, maar dat is zo vaag.......

    Ten tweede snap ik maar gedeeltelijk hoe de simplex methode verband heeft met de grafentheorie, in de nederlandse wiki staat er bijna niets over, de engelse is een stuk uitgebrijder maar die snap ik niet echt. Als iemand mij een korte uitleg zou willen geven dan ga ik nu nog even de engelse wiki uitgebreid bestuderen
    GlowMousezondag 11 februari 2007 @ 13:27
    Simplex kent juist ontzettend veel toepassingen, hoewel in praktijk de vaak snellere inwendige punt methode (interior point method) gebruikt wordt. Je moet daarvoor eens kijken naar het gebied van de operations research and management science (besliskunde in het Nederlands).
    Het treinprobleem bij de NS is samen te vatten tot een probleem waar simplex uitkomst kan bieden (maar helaas zelfs de inwendige punt methode te langzaam is). Wat eenvoudiger, misschien te gebruiken als voorbeeld in je PO, is het voorbeeld van een frisdrankfabriek die bepaalde drankjes kan verkopen waarbij de hoeveelheid koolzuurgas en suiker een limiterende rol speelt. Drankje 1 kost 10kg suiker, 15 gram koolzuurgas en wordt verkocht voor 10 euro, drankje 2 kost 7kg suiker, 20 gram koolzuurgas en wordt verkocht voor 12 euro, drankje 3 kost 1kg suiker, 9 gram koolzuurgas en wordt verkocht voor 20 euro. Totaal heb je 1000kg suiker en 2kg koolzuurgas. Hoeveel van elk drankje produceer je, zodanig dat je totale winst maximaal is? (als het antwoord erg flauw blijkt, kun je de getallen wat aanpassen). Met drie drankjes kun je nog wat uitproberen, maar wat wanneer je binnen een minuut een beslissing moet nemen omtrent het aantal te produceren drankjes en keuze hebt uit honderden drankjes?
    Ook is er een kleine variant op simplex: transportation simplex. TS maakt gebruik van dezelfde denkwijze, maar is specifiek gericht op transportproblemen. Je hebt een fabriek, een handvol warenhuizen (met beperkte capaciteit) en tientallen winkels verspreid over het land, en je wilt goederen zo goedkoop mogelijk via een warenhuis in een winkel krijgen. Zonder (transportation) simplex een behoorlijk lastig probleem.

    In de Engelse wikipedia zie ik niets over grafen, maar ik denk dat ik weet wat je bedoelt. Een voorbeeld aan de hand van het eerder gegeven probleem maar dan slechts met drankje 1 en 2. Dit wordt gekarakteriseerd door het volgende LP probleem (lineair programmeringsprobleem):
    maximaliseer 10*x1+12*x2
    onder de voorwaarden:
    10*x1 + 1*x2 <= 1000 (suiker)
    15*x1 + 20*x2 <= 2000 (koolzuurgas)
    x1, x2 >= 0.
    Het toegelaten gebied kun je nu tekenen in een vlak. Probeer dat maar eens, als je het goed doet komt er een figuur uit met vier hoekpunten. Ieder hoekpunt correspondeert met één mogelijke oplossing van het probleem. Wanneer je nu het simplexalgoritme loslaat op bovenstaand probleem, dan loop je als het ware over de zijden van het toegelaten gebied. Je begint in (0,0), en na iedere iteratie loop je over precies één zijde die grenst aan het punt waar je je bevindt naar een nieuw punt.
    Je ziet nu ook misschien waarom de inwendige punt methode vaak sneller is: wanneer je heel veel voorwaarden hebt, krijg je ook heel veel zijden en hoekpunten, en bij simplex moet je dan vaak veel iteraties doen om bij het optimale punt te komen. Wanneer je niet over de zijden loopt maar door het gebied zelf, kun je sneller in het optimale punt terechtkomen.

    [ Bericht 0% gewijzigd door GlowMouse op 11-02-2007 13:34:47 ]
    zquingzondag 11 februari 2007 @ 14:05
    bedankt voor je uitleg,

    Als het goed is moet de simplex methode toch wel iets met grafen te maken hebben, dit omdat we het dit blok over graven hebben gehad en dat een andere opdracht van het PO het bedenken van een algoritme was om de afstand tussen punten in graven te bepalen.

    Wat ik uit de wiki haalde was dat "closed convex polytope" Dit betekent toch dat een simplex probleem kan vertalen tot een graaf(dit ook kijkend naar het plaatje)?

    Ook snap ik niet echt hoe je het plaatje moet uittekenen, maar hier ga ik zelf nog even over nadenken,

    ben nu nog even bezig met het uitwerken van het voorbeeld die je had gegeven.

    nogmaals bedankt voor je hulp
    Wolfjezondag 11 februari 2007 @ 14:13
    Heel veel lastige problemen kun je als een zogenaamd integer linear programming (ILP) probleem formuleren. Dat is hetzelfde als een gewoon LP probleem, maar met de extra eis dat de variabelen een geheel getal moeten zijn. Vanwege deze extra voorwaarde is het vaak niet mogelijk om zo'n probleem efficient op te lossen. Wat je kunt doen om toch een goede, maar niet noodzakelijkerwijs optimale, oplossing te vinden, is het tijdelijk laten vallen van deze voorwaarde (dit heet LP relaxation). Met, bijvoorbeeld, de simplex methode kun je dan een oplossing vinden die niet perse geheeltallig is. Als je nu een variabele x = 3.95 hebt, zou je kunnen vermoeden dat de optimale oplossing van het oorspronkelijke probleem x = 4 heeft. Voor zover ik weet is er bijna geen garantie te geven dat dit inderdaad ook zo is, maar het is wel een van de zinnigste dingen die je kunt.
    Wolfjezondag 11 februari 2007 @ 14:26
    quote:
    Op zondag 11 februari 2007 14:05 schreef zquing het volgende:
    bedankt voor je uitleg,

    Als het goed is moet de simplex methode toch wel iets met grafen te maken hebben, dit omdat we het dit blok over graven hebben gehad en dat een andere opdracht van het PO het bedenken van een algoritme was om de afstand tussen punten in graven te bepalen.
    Nee, kortste pad algoritmen hebben niets te maken met de simplex methode .
    quote:
    Wat ik uit de wiki haalde was dat "closed convex polytope" Dit betekent toch dat een simplex probleem kan vertalen tot een graaf(dit ook kijkend naar het plaatje)?

    Ook snap ik niet echt hoe je het plaatje moet uittekenen, maar hier ga ik zelf nog even over nadenken,
    De handigste manier om je het toegelaten gebied van een LP probleem (dat is die closed convex polytope) voor te stellen, is door te beginnen met de hele ruimte. Als je maar 2 variabelen hebt is dat dus het platte vlak en als je 20 variabelen hebt moet je je best doen om een 20-dimensionale ruimte voor te stellen . Elke vergelijking stelt de ruimte aan een kant van een hyper)vlak voor. Als je nu een voor een de vergelijkingen af gaat, snijd je in feite telkens een stuk van de oplossingsruimte af.
    zquingzondag 11 februari 2007 @ 16:06
    quote:
    Op zondag 11 februari 2007 14:26 schreef Wolfje het volgende:

    [..]

    Nee, kortste pad algoritmen hebben niets te maken met de simplex methode .
    [..]
    duidelijker dan dat krijg je het niet xD

    Maar dus nu heb ik voor mijn voorbeeld het frisdrank probleem genomen,
    met:

    Drankje1
    10 suiker
    15 koolzuur
    10 winst

    Drankje 2
    7 suiker
    20 zuur
    12 winst

    Drankje 3
    8 suiker
    11 zuur
    9 winst

    suiker>0<1000
    koolzuur>0<2000


    dan krijg je volgens mij
    G=10(X1) + 12(X2) + 9(X3)

    10(X1)+7(X2)+8(X3)=<1000
    15(X1)+20(X2)+11(X3)=<2000

    (hier heb ik een solver van het inet voor gebruikt)

    1
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    9
    10
    11
    12
    13
    14
    15
    16
    17
    18
    19
    20
    21
    Maximize p = 10x + 12y + 9w subject to
    10x + 7y + 8w <=1000
    15x + 20y + 11w <=2000

    Tableau #1
    x      y      w      s1     s2     p             
    10     7      8      1      0      0      1000   
    15     20     11     0      1      0      2000   
    -10    -12    -9     0      0      1      0      

    Tableau #2
    x      y      w      s1     s2     p             
    4.75   0      4.15   1      -0.35  0      300    
    0.75   1      0.55   0      0.05   0      100    
    -1     0      -2.4   0      0.6    1      1200   

    Tableau #3
    x          y          w          s1         s2         p                     
    1.14458    0          1          0.240964   -0.0843373 0          72.2892    
    0.120482   1          0          -0.13253   0.0963855  0          60.241     
    1.74699    0          0          0.578313   0.39759    1          1373.49    


    Optimal Solution: p = 1373.49; x = 0, y = 60.241, w = 72.2892

    ps: zouden jullie mischien als we klaar zijn nog even snel ons po kunnen doorlezen om echt groffe fouten eruit te halen?
    GlowMousezondag 11 februari 2007 @ 16:30
    Je ziet dat de oplossing niet geheeltallig is, dit kun je oplossen door bijvoorbeeld liters te nemen als hoeveelheidsmaat of af, wanneer je toch flessen als hoeveelheidsmaat gebruikt, af te ronden (met het risico op een niet-optimale oplossing).
    Aan dit eindtableau kun je trouwens veel aflezen, bijvoorbeeld hoeveel winst je maakt of hoeveel je bereid bent te betalen voor een extra beetje koolzuur (schaduwprijs / shadow price).
    quote:
    suiker>0<1000
    koolzuur>0<2000
    Daar staat dat suiker > 0 en dat 0 < 1000, en op de tweede regel iets soortgelijks. Ik zou dit net als de regels erboven in woorden omschrijven: Er is 1000 suiker en 2000 koolzuurgas beschikbaar. In de formulering eronder zou ik nog vermelden dat X1,X2,X3 >= 0.
    zquingzondag 11 februari 2007 @ 17:21
    dubbel
    zquingzondag 11 februari 2007 @ 17:22
    zou je de stap van Tableau #1 naar Tableau #2 kunnen uitleggen? Ik snap dat je dan 2000/20 moet nemen als "pivot", wat dan ook klopt met alle gegeven antwoorden, alleen hoe gaan ze van (in tableau1) van x=10 naar x=4.75(in tableau2) want dat geeft iets heel anders dan 8/4.15 en 1000/300

    Ook snap ik niet waarom de slackwaarden veranderen en waar dat vandaan komt(wel is het me opgevallen dat die nogsteeds 1 blijven)
    GlowMousezondag 11 februari 2007 @ 17:31
    Je ziet bij de tweede kolom -12 staan, dus door y in de basis te laten komen wordt je doelfunctie het beste geoptimaliseerd. Vervolgens kom je via de ratiotest bij de tweede rij uit. Op die ene positie wil je een 1 hebben, en verder nullen. Dat krijg je voor elkaar door in het starttableau de tweede rij 7/20 maal van de eerste rij af te halen, en de tweede rij -12/20 maal van de derde rij af te halen.
    Het idee is dat je alleen basisoperaties uit mag voeren. Voor simplex is hiervoor van belang: je mag een hele rij met een constante vermenigvuldigen (zoals in de eerste stap met de tweede rij gebeurd is), en je mag een rij bij een andere rij optellen.
    Na die stap zijn y en s1 je basisvariabelen. De waarden kun je in de laatste kolom aflezen. De waarden van de overige variabelen zijn 0.
    Wil je echt snappen hoe dit werkt, zul je je wat moeten verdiepen in de lineaire algebra. Dat gaat je alleen al wel gauw een tiental uurtjes kosten.
    Merkiezondag 11 februari 2007 @ 17:32
    De tweede rij *(-7/20) bij de eerste optellen. De eerste rij wordt dan:
    4,75 1 4,15 0 -0,35 0 300 (zoals in tabel #2 staat). Daarna pas wordt de pivot in de tweede rij op 1 gebracht.
    zquingzondag 11 februari 2007 @ 18:37
    ik begin 't een beetje te snappen. Ik denk dat ik dit ga inleveren voor mijn simplex deel, het moet nog een beetje bijgewerkt worden maar bedankt voor al jullie hulp
    GlowMousezondag 11 februari 2007 @ 19:10
    Er zitten nog ontzettend veel spelfouten in. Simplexmethode is één woord, en in je eerste alinea kom ik al de volgende fouten tegen: Air Force, algoritme, Russische, de Amerikaan, transportprobleem, met de simplexmethode, optimalisatieproblemen. De rest mag je zelf nog eens kritisch doorkijken.
    Inhoudelijk: de simplexmethode gaat niet om het oplossen van een vergelijking, maar om het optimaliseren onder voorwaarden.
    Transportationsimplex wordt niet gebruikt door de NS.
    Je argument dat er veel geld rondgaat in de economie slaat op hout. Beter is het op te merken dat de problemen die opgelost worden dagelijks gebruikt worden, dus een besparing van 10.000 per dag op jaarbasis in de papieren loopt.
    Blz 2 en verder kom ik later vanavond nog wel op terug.
    GlowMousezondag 11 februari 2007 @ 21:47
    Je kiest een pivotrij zonder eerst te vermelden welke kolom je kiest.
    Het eindpunt is bereikt wanneer er in de onderste rij geen negatieve waarden meer voorkomen.
    Wat bedoel je met 'de waarden waar geen 0 of 1 bij staat zijn niet optimaal en komen dus niet terug in je optimalisatie.'?
    mstrmaandag 12 februari 2007 @ 16:37
    quote:
    Op maandag 12 februari 2007 12:29 schreef mstr het volgende:
    Zou iemand mij even willen helpen met het beantwoorden van 2 vragen?

    Niet een topic die mensen van mij gewend zijn maarja, hier komen ze:

    Wat zijn driehoeks en vierhoeks getallen en hoe komen ze tevoorschijn?
    Bioman_1maandag 12 februari 2007 @ 16:55
    Hoi allemaal, ik heb een vraagje over het oplossen van een differentiaalvergelijking. Het gaat om het volgende beginwaardeprobleem:

    2x2 y'(x) = x2 + y 2, met y(2) = 4.

    Nu is het de bedoeling om dit op te lossen dmv een 'handige' substitutie (dit omdat we alleen nog maar geleerd hebben hoe we eerste orde DV's kunnen oplossen). Maar dat lukt me niet!

    Ik heb al geprobeerd:

    v = y2
    v = y2 / x2
    v = y / x
    v = x/y

    Maar daarmee lukt t me niet. Wie geeft mij de geschikte substitutie?

    En als bij-vraagje: Is er een handig 'ezelsbruggetje' om substituties te zoeken, of is het gewoon een kwestie van proberen (en ervaring uiteraard)?
    -J-D-maandag 12 februari 2007 @ 16:58
    quote:
    Op maandag 12 februari 2007 16:37 schreef mstr het volgende:

    [..]
    Driehoeksgetallen
    Vierhoeksgetallen
    GlowMousemaandag 12 februari 2007 @ 22:27
    Bioman: dat is toch gewoon een eerste orde DV?
    teletubbiesdinsdag 13 februari 2007 @ 11:17
    Ik heb twee ideeen:
    er is een element in R die niet te schrijven is als Q-lineaire combinatie van elementen van B.
    het is duidelijk dat x niet in B zit. Dus x zit in RB.
    1)
    beschouw BU{x}, deze is niet lineair onafhankelijk omdat B al een maximale keten bevatte.
    dus als geldt:
    a.x+SOm(biqi)=0
    dan is a niet gelijk aan 0:
    dus x= -1/a *SOm(biqi)
    maar ik weet niet wat dit precies impliceert.. 1/a is een element uit R ( misschien ook B!?)..
    in ieder geval.. als a uit B is dan volgt dan B hele x spant en dat is n tegenspraak


    het andere idee ga ik later typen..
    thabitdinsdag 13 februari 2007 @ 12:11
    Wat ik mis in je notatie, en waar je zelf uiteindelijk ook de kluts kwijtraakt, is dat je niet opschrijft waar alles vandaan komt. I.e. in welke verzamelingen zitten alle lettertjes die je opschrijft?
    WyBodinsdag 13 februari 2007 @ 16:28
    Wie weet hoe dit begrip ook wel in het Nederlands bekend staat?
    freissdinsdag 13 februari 2007 @ 16:32
    quote:
    Op dinsdag 13 februari 2007 16:28 schreef WyBo het volgende:
    Wie weet hoe dit begrip ook wel in het Nederlands bekend staat?
    massa/ladingverhouding oid?
    WyBodinsdag 13 februari 2007 @ 16:42
    quote:
    Op dinsdag 13 februari 2007 16:32 schreef freiss het volgende:

    [..]

    massa/ladingverhouding oid?
    ja oid Hoopte dat iemand mij het exact kon vertellen. Kon er in Binas ook al niks over vinden.
    freissdinsdag 13 februari 2007 @ 16:55
    quote:
    Op dinsdag 13 februari 2007 16:42 schreef WyBo het volgende:

    [..]

    ja oid Hoopte dat iemand mij het exact kon vertellen. Kon er in Binas ook al niks over vinden.
    In mijn natuurkundeboek (ik heb het even opgezocht) staat er wel iets over de lading/massaverhouding. Dit is hetzelfde, maar dan omgekeerd
    WyBodinsdag 13 februari 2007 @ 16:58
    quote:
    Op dinsdag 13 februari 2007 16:55 schreef freiss het volgende:

    [..]

    In mijn natuurkundeboek (ik heb het even opgezocht) staat er wel iets over de lading/massaverhouding. Dit is hetzelfde, maar dan omgekeerd
    Zal het morgen wel ff aan mn natuurkunde leraar vragen. Die is ook nog eens goed in Engels dus komt goed Is trouwens voor mijn PWS over doping
    teletubbiesdinsdag 13 februari 2007 @ 22:13
    quote:
    Op dinsdag 13 februari 2007 11:17 schreef teletubbies het volgende:
    Ik heb twee ideeen:
    er is een element in R die niet te schrijven is als Q-lineaire combinatie van elementen van B.
    het is duidelijk dat x niet in B zit. Dus x zit in RB.
    1)
    beschouw BU{x}, deze is niet lineair onafhankelijk omdat B al een maximale keten bevatte.
    dus als geldt:
    a.x+SOm(biqi)=0
    dan is a niet gelijk aan 0:
    dus x= -1/a *SOm(biqi)
    maar ik weet niet wat dit precies impliceert.. 1/a is een element uit R ( misschien ook B!?)..
    in ieder geval.. als a uit B is dan volgt dan B hele x spant en dat is n tegenspraak


    het andere idee ga ik later typen..
    oooh okeey:)
    x zit in R\B
    a is een element van R( het is sowieso R, maar wat kan ik hieruit concluderen ? )
    bi zitten in B
    qi zitten in Q

    thabitdinsdag 13 februari 2007 @ 23:34
    Kijk nog eens goed naar waar je a in kiest.
    Ripariuswoensdag 14 februari 2007 @ 01:58
    quote:
    Op maandag 12 februari 2007 16:55 schreef Bioman_1 het volgende:
    Hoi allemaal, ik heb een vraagje over het oplossen van een differentiaalvergelijking. Het gaat om het volgende beginwaardeprobleem:

    2x2 y'(x) = x2 + y 2, met y(2) = 4.

    Nu is het de bedoeling om dit op te lossen dmv een 'handige' substitutie (dit omdat we alleen nog maar geleerd hebben hoe we eerste orde DV's kunnen oplossen). Maar dat lukt me niet!

    Ik heb al geprobeerd:

    v = y2
    v = y2 / x2
    v = y / x
    v = x/y

    Maar daarmee lukt t me niet. Wie geeft mij de geschikte substitutie?
    Je kunt deze d.v. herleiden tot

    dy/dx = ½ + ½∙ (y/x)2

    Je substitutie v = y/x is dan de juiste keuze. Zie hier onder het kopje homogeneous equations hoe je dit verder aanpakt.
    quote:
    En als bij-vraagje: Is er een handig 'ezelsbruggetje' om substituties te zoeken, of is het gewoon een kwestie van proberen (en ervaring uiteraard)?
    Niet echt denk ik. Het gaat om het herleiden tot een standaard type en daar zijn wat (bekende) methoden voor. Toch ook ervaring dus.
    Ripariuswoensdag 14 februari 2007 @ 02:20
    quote:
    Op donderdag 8 februari 2007 19:21 schreef Alxander het volgende:
    Kickje

    [afbeelding]
    Ik loop een beetje vast bij deze, iemand een hint of een beetje uitleg?

    Alvast bedankt!
    Je moet het product cos(3x)∙cos(2x) omzetten in een som van twee goniometrische functies, die je dan apart kunt primitiveren. We hebben:

    cos(α+β) = cos α ∙ cos β - sin α ∙ sin β
    cos(α-β) = cos α ∙ cos β + sin α ∙ sin β

    Optellen van deze twee identiteiten leert dat geldt:

    cos α ∙ cos β = ½ ∙ cos(α+β) + ½ ∙ cos(α-β)

    Aldus hebben we:

    cos(3x)∙cos(2x) = ½ ∙ cos(5x) + ½ ∙ cos(x)

    Nu mag het geen moeilijkheden meer geven om een primitieve functie te bepalen.
    Tomekvrijdag 16 februari 2007 @ 14:04
    Ik ben bezig mijn wiskunde weer wat op te halen voor een toelatingsexamen. Nu kom ik niet uit de volgende opgave. Volgens mij valt het wel mee maar ik weet het ff niet meer. Wellicht dat iemand mij kan helpen

    Los op: 80x7 - 5x3 = 0

    Gegevens is dat één van de oplossingen 0 is. Vraag is om de andere oplossing te vinden.

    Wat al gezegd werd:
    quote:
    Op vrijdag 16 februari 2007 13:57 schreef -jos- het volgende:
    5x3(16x4-1)=0

    zo lijkt mij
    Ok, uhu duidelijk, maar hoe dan verder?
    GlowMousevrijdag 16 februari 2007 @ 14:06
    Een bekende stelling luidt dat als a*b = 0 dan a=0 of b=0. Dat is ook de reden dat je de linkerkant van de vergelijking als product wilt schrijven.
    Tomekvrijdag 16 februari 2007 @ 14:08
    quote:
    Op vrijdag 16 februari 2007 14:06 schreef GlowMouse het volgende:
    Een bekende stelling luidt dat als a*b = 0 dan a=0 of b=0. Dat is ook de reden dat je de linkerkant van de vergelijking als product wilt schrijven.
    Ja dat weet ik maar ik moet toch die derde en vierde macht er nu ook nog uitfilteren op de één of andere manier?
    GlowMousevrijdag 16 februari 2007 @ 14:14
    Je hebt nu dat 5x³ = 0 of 16x4 - 1 = 0. Verder weet je dat als ab=c dat a=c1/b. Een derdemacht is helemaal geen probleem.
    Tomekvrijdag 16 februari 2007 @ 14:26
    quote:
    Op vrijdag 16 februari 2007 14:14 schreef GlowMouse het volgende:
    Je hebt nu dat 5x³ = 0 of 16x4 - 1 = 0. Verder weet je dat als ab=c dat a=c1/b. Een derdemacht is helemaal geen probleem.
    Dus:
    5x3 = 0
    5x = 01/3

    lijkt me dat x hier 0 is??

    en 16x4 - 1 = 0
    16x4 = 1
    x4 = 1/16
    x = 0?

    OF

    16x4 = 1
    16x = 11/4
    x = 1,25 / 16
    x = 0,078125 ??
    GlowMousevrijdag 16 februari 2007 @ 14:29
    5x³ = 0 <-- delen door 5 ---> x³ = 0 <--> x = 01/3 = 0

    Je kunt alleen een hele kant tot een macht verheffen. In je laatste stukje vergeet je dat er 16x4 staat en niet (16x)4.
    Je tweede stukje klopt tot x4 = 1/16. De volgende stap is dat x = 1/161/4. Wanneer je dit in een rekenmachine invoert komt hier x=1/2 uit.
    Het vervelende van een even macht (4 is even) is dat je rekening moet houden met een tweede oplossing. Deze wordt gevormd door a=-c1/b.
    freissvrijdag 16 februari 2007 @ 14:30
    quote:
    Op vrijdag 16 februari 2007 14:26 schreef Tomek het volgende:

    [..]

    Dus:
    5x3 = 0
    5x = 01/3

    lijkt me dat x hier 0 is??

    en 16x4 - 1 = 0
    16x4 = 1
    x4 = 1/16
    x = 0?

    OF

    16x4 = 1
    16x = 11/4
    x = 1,25 / 16
    x = 0,078125 ??


    5x3 = 0
    x=0

    en 16x4 - 1 = 0
    16x4 = 1
    x4 = 1/16
    x = 1/2 of x=-1/2

    GlowMousevrijdag 16 februari 2007 @ 14:31
    quote:
    Op vrijdag 16 februari 2007 14:30 schreef freiss het volgende:

    [..]

    En dan de tweede oplossing vergeten
    freissvrijdag 16 februari 2007 @ 14:32
    quote:
    Op vrijdag 16 februari 2007 14:31 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    En dan de tweede oplossing vergeten
    Tomekvrijdag 16 februari 2007 @ 14:33
    dus x = 1/2 of -1/2 ?
    GlowMousevrijdag 16 februari 2007 @ 14:35
    quote:
    Op vrijdag 16 februari 2007 14:33 schreef Tomek het volgende:
    dus x = 1/2 of -1/2 ?
    Ja. Als je twijfelt of een oplossing goed is, kun je hem altijd weer invullen. 16x4 - 1 = 16 * (-1/2)4 - 1 = 16 * 1/16 - 1 = 0.
    Tomekvrijdag 16 februari 2007 @ 14:37
    Jep, nou ik heb de antwoorden wel, alleen de uitwerkingen niet...
    Het goede antwoord moest zijn tussen -1 en 0 en tussen 0 en 1

    Maar ik snap hem nu weer! Heel erg bedankt voor je hulp
    teletubbieszaterdag 17 februari 2007 @ 20:37
    quote:
    Kijk nog eens goed naar waar je a in kiest.
    Ik kies a uit B. dus x= -1/a *SOm(biqi
    nu zit x in R*B, dit is in tegenspraak met de veronderstelling dat x niet te schrijven was als lineaire combinatie van elementen uit B en Q...? (( kunt u het verband preciezer uitleggen?..Merci))
    thabitzaterdag 17 februari 2007 @ 21:00
    Als BU{x} niet lineair onafhankelijk over Q is, dan zijn er dus a1,...,an in Q en b1,...,bn in BU{x}, met ai ongelijk 0 voor alle i en a1b1 + ... + anbn = 0. Omdat B zelf wel lineair onafhankelijk is, kunnen de bi'tjes niet allemaal in B zitten, maw er is er een gelijk aan x, zvva bn=x. Dan geldt dus a1b1 + ... + an-1bn-1 + anx. Maar dan geldt
    x = - a1/anb1 - ... - an-1/an*bn-1, dus x is een Q-lineaire combinatie van elementen van B. Omdat x in R willekeurig gekozen is, geldt dus dat elk element van R een Q-lineaire combinatie van elementen van B is, maw B spant R op over Q.
    italiaan1987zondag 18 februari 2007 @ 21:42


    iemand een idee?
    Wolfjezondag 18 februari 2007 @ 21:58
    quote:
    Op zondag 18 februari 2007 21:42 schreef italiaan1987 het volgende:
    [afbeelding]

    iemand een idee?
    Ja, het zijn groene lijntjes met een 3, een 4 en een x!

    Zonder extra eigenschappen kan ik er echter niets over zeggen.
    Market_Gardenmaandag 19 februari 2007 @ 08:58
    quote:
    Op zondag 18 februari 2007 21:42 schreef italiaan1987 het volgende:
    [afbeelding]

    iemand een idee?
    Als je bedoeling is x uit te rekenen kan je volgens mij niks met alleen deze gegevens.. Zijn die hoeken die hier recht getekend zijn ook echt 90 graden? Is de rechterdriehoek gelijkbenig? Is de linkerdriehoek een driehoek met zijdes 4 en 1? Dan kom je met pythagoras al ergens, al zie ik niet hoe je dan verder moet zonder bekende hoeken... (sinus/cosinusregel?)
    TomDmaandag 19 februari 2007 @ 14:17
    http://www.wetenschapsforum.nl/viewtopic.php?p=274366#274366
    Innocencemaandag 19 februari 2007 @ 17:57
    Noem de breedte van de linkerdriehoek a, de ie van de rechter b.
    Geeft 3 vergelijkingen, met 3 onbekenden:

    x^2 = 4^2 + a^2
    x^2 = 3^2 + b^2
    x^2 = 1^2 + (a+b)^2


    Staat er gelijk onder op dat Wetenschapsforum zie ik nu
    da_rippahdonderdag 22 februari 2007 @ 11:58
    Ik heb een vraagje over faculteiten, en hoe je ze kan omschrijven...

    Kun je (n+1)! schrijven als (n+1)n! ?

    en hoe zit het dan met bijvoorbeeld (n+2)! of (n+3)!? Of in het algemeen (n+c)!?
    GlowMousedonderdag 22 februari 2007 @ 12:14
    (n+1)! = (n+1) * n * (n-1) * (n-2) * ... * 2 * 1
    Dus dit is (n+1) * n!
    (n+c)! is gelijk aan (n+c) * (n+c-1) * (n+c-2) * ... (n+2) * (n+1) * n!

    Wanneer je graag alles in faculteiten hebt, kun je het ook zo opschrijven: (n+c)! = (n+c)! * 1 = (n+c)! * n!/n!, dus (n+c)! = (n+c)! / n! * n!. Of je hier wat mee opschiet is de vraag.
    da_rippahdonderdag 22 februari 2007 @ 12:23
    Okay, ik weet nog niet zeker of ik het begrijp, maar is het volgende dan waar?

    (n+3)! = (n+3)(n+2)(n+1)n! ?
    Wolfjedonderdag 22 februari 2007 @ 12:24
    quote:
    Op donderdag 22 februari 2007 12:23 schreef da_rippah het volgende:
    Okay, ik weet nog niet zeker of ik het begrijp, maar is het volgende dan waar?

    (n+3)! = (n+3)(n+2)(n+1)n! ?
    Ja, dit is correct.
    da_rippahdonderdag 22 februari 2007 @ 12:28
    quote:
    Op donderdag 22 februari 2007 12:24 schreef Wolfje het volgende:

    [..]

    Ja, dit is correct.
    Ok, dan begrijp ik het denk ik. Het ging mij eigenlijk om deze opgave, die is mij nu ook duidelijk:

    http://img266.imageshack.us/img266/1517/exercise8117vb1.jpg

    [ Bericht 10% gewijzigd door da_rippah op 22-02-2007 13:03:28 ]
    Saarahdonderdag 22 februari 2007 @ 15:26
    Hoi,
    Op een toets kregen we het volgende vraagstuk. Ik kon het wel oplossen, maar ik heb dat gedaan door gewoon via sinus en cosinus de zijden te bereken en dan de oppervlakte. Zo kwam ik een kommagetal uit.
    Nu vroeg onze leerkracht om het ook eens via de methode te doen die er als tip bij staat, maar ik weet niet hoe ik er aan moet beginnen. Het is dus de bedoeling om geen kommagetal uit te komen.
    Ik hoop dat iemand me kan helpen! Alvast bedankt.


    GlowMousedonderdag 22 februari 2007 @ 15:36
    Omdat de schuine zijde 1 is, geldt dat de oppervlakte van de grootste gelijkbenige driehoek gelijk is aan sin18 * cos18 (tweemaal de oppervlakte van de driehoek, tweemaal de halve basis * hoogte).
    Bij de tweede driehoek is de schuine zijde precies de helft van de eerste driehoek. Dit werkt door in zowel de basis als de hoogte, zodat de oppervlakte 1/4de is van de oppervlakte van de grootste driehoek. Aldus krijg je voor de totale oppervlakte van alles: sin18 * cos18 * (1 + 1/4 + 1/16 + ....) = 4/3 * sin18 * cos18 = 2/3 * 2 * sin18 * cos18 = 2/3 * sin36

    [ Bericht 17% gewijzigd door GlowMouse op 22-02-2007 15:45:30 ]
    Boondock_Saintdonderdag 22 februari 2007 @ 23:02
    Ik zoek de integraal van: x ln | x + 1 |

    Ik heb de hele tijd het gevoel dat ik in cirkeltjes redeneer, want welke weg ik ook kies met partiele integratie, uiteindelijk komt er weer iets van de vorm x ln x terug
    Merkiedonderdag 22 februari 2007 @ 23:07
    Volgens mij was de integraal van x ln x wel bekend. Substitueer x+1.
    Boondock_Saintdonderdag 22 februari 2007 @ 23:15
    quote:
    Op donderdag 22 februari 2007 23:07 schreef Merkie het volgende:
    Volgens mij was de integraal van x ln x wel bekend. Substitueer x+1.
    Dan heb ik: (u - 1) ln u geeft: 0.5u^2 * ln u - int{ (0.5u^2 - u ) / u du }.

    Dat schiet niet echt op, want dan heb ik weer een breuk waarvan de teller van een grotere orde is dan de deler en ik dus ook geen partiele breuksplitsing kan toepassen. Als ik die laatste term echter weer partieel ga integreren, dan komt er weer iets als x ln x terug
    Merkiedonderdag 22 februari 2007 @ 23:26
    quote:
    Op donderdag 22 februari 2007 23:15 schreef Boondock_Saint het volgende:

    [..]

    Dan heb ik: (u - 1) ln u geeft: 0.5u^2 * ln u - int{ (0.5u^2 - u ) / u du }.

    Dat schiet niet echt op, want dan heb ik weer een breuk waarvan de teller van een grotere orde is dan de deler en ik dus ook geen partiele breuksplitsing kan toepassen. Als ik die laatste term echter weer partieel ga integreren, dan komt er weer iets als x ln x terug
    Ja, volgens mij doe je dat goed. (0.5u^2 - u ) / u kan je toch schrijven als 0,5u - 1? En daar kan je makkelijk een primitieve van vinden.
    Boondock_Saintdonderdag 22 februari 2007 @ 23:45
    quote:
    Op donderdag 22 februari 2007 23:26 schreef Merkie het volgende:

    [..]

    Ja, volgens mij doe je dat goed. (0.5u^2 - u ) / u kan je toch schrijven als 0,5u - 1? En daar kan je makkelijk een primitieve van vinden.


    * mompelt iets over bomen en bos enzo
    Merkiedonderdag 22 februari 2007 @ 23:54
    Ken het hoor. Heb voor dit vak een 3 gehaald, dus erg goed ben ik er niet in .
    Bioman_1vrijdag 23 februari 2007 @ 16:45
    Hier een vraagje mbt complexe analyse.

    Ik heb de volgende functie: h(z) = Cos(z) / (1 + 9z2)2.

    Deze functie heeft (onder andere) een singulariteit in z = i / 3 . Ik weet dus dat z = i / 3 een 'pole' is van orde 2.

    Nu wil ik hiervan graag het residu berekenen: Resi/3 h(z).

    Nu heb ik de volgende stelling tot mijn beschikking:

    Als z = z0 een pole is van orde k, dan geldt

    Limz -> z0 (z - z0)k * h(k-1)(z) = (k-1)! * Resz0 h(z).

    Maar hiermee lukt het me niet om het residu uit te rekenen, omdat de limiet naar oneindig gaat. En dat zou niet moeten, want Resi/3 h(z) heeft wel gewoon een waarde.


    Ik heb dit alles btw nodig voor het berekenen van de integraal van -oneindig naar +oneindig van
    Cos(x) / (1 + 9x2)2. En deze heb ik opgelost met Mathematica en ik weet dus dat moet gelden:

    Resi/3 h(z) = (e-1/3) / (9 i),

    maar daar kom ik dus niet op uit. Help.
    Bioman_1vrijdag 23 februari 2007 @ 19:03
    quote:
    Op vrijdag 23 februari 2007 16:45 schreef Bioman_1 het volgende:
    ...
    Ik heb em inmiddels opgelost. Blijkt dat onze docent de formule voor het uitrekenen van het residue verkeerd op het bord heeft gezet :S

    Het moet zijn:

    Limz -> z0 ((z - z0)k * h(z))(k-1) = (k-1)! * Resz0 h(z).

    (dus de k-1-ste afgeleide van (z - z0)k * h(z), en niet van h(z)). Deze limiet convergeert namelijk wel...
    Bioman_1vrijdag 23 februari 2007 @ 22:59
    Heb wel nog een hele andere vraag. Weet alleen niet helemaal hoe ik 'em moet formuleren, maar ik hoop dat het duidelijk is.

    Ik wil een soort van genererende functie maken voor de volgende rij:

    1, 5/3, 19/9, 65/27, 211/81, 665/243, 2059/729, ...

    Voor deze rij geldt:

    xi+1 = 2/3 * xi + 1

    Maar wat ik dus wil is een uitdrukking (bijv. in n) die mij voor n=5 direct 211/81 geeft, zonder dat ik eerst de vier voorgaande stappen moet uitrekenen. Oftewel: ik heb een of andere rn, die de waarden van deze rij aanneemt (dus r1 = 1, r2=5/3, enz...). En ik wil dus iets in de vorm van

    rn = ...

    Ik neem aan dat dit wel moet kunnen, maar ik zie niet hoe. Ben al een tijdje aant puzzelen, maar het komt allemaal niet uit... Ik moet namelijk laten zien dat deze rij convergeert naar 3...
    thabitvrijdag 23 februari 2007 @ 23:10
    Wat dacht je van 3(1-(2/3)^n)?
    Bioman_1zaterdag 24 februari 2007 @ 16:18
    Thank you! Als je ze ziet, zijn ze altijd zo makkelijk :S Kwam er gewoon niet op...
    GlowMousezaterdag 24 februari 2007 @ 16:43
    Thabit zegt hem wel zo makkelijk, maar je kunt hem ook vrij systematisch zelf vinden.
    Bekijk eerst het homogene stelsel: xt+1 = 2/3 * xt, een oplossing hiervan is xt = a * (2/3)t
    Daarna het particuliere stelsel: xt+1 = 2/3 * xt + 1. Omdat het inhomogene deel een constante is, probeer je voor een particuliere oplossing ook een constante: c = 2/3*c + 1, waaruit volgt dat c=3.
    Combineren levert xt = 3 + a * (2/3)t. Uit het gegeven x1 = 1 volgt a = -3.
    Market_Gardenzondag 25 februari 2007 @ 17:58
    Heehee mensen, ik ben bezig met het begrijpen van de groepentheorie. Opzich begrijp ik een groot deel van hoe het zit met bewerkingen en dingen, heb hier ook theorie voor gevonden en ben dat aan het doorwerken.
    Alleen zit ik vast bij de precieze definitie van een groep. Het staat wel genoemd in meerdere bronnen maar op een of andere manier heb ik zo niet de ingeving dat ik echt snap wat het precies is. Ik kan er op het moment dus wel redelijk wat mee, maar waar ik precies mee bezig ben daar schort het aan, kan iemand mij helpen?

    Een groep (G, * ) is een niet-lege verzameling G met een associatieve binaire bewerking , een voor de bewerking neutraal element e en bij elk element a een voor de bewerking invers element a - 1.

    Dit soort beschrijvingen vind ik wel, maar maakt het voor mij niet duidelijk..
    Wolfjezondag 25 februari 2007 @ 18:15
    quote:
    Op zondag 25 februari 2007 17:58 schreef Market_Garden het volgende:
    Heehee mensen, ik ben bezig met het begrijpen van de groepentheorie. Opzich begrijp ik een groot deel van hoe het zit met bewerkingen en dingen, heb hier ook theorie voor gevonden en ben dat aan het doorwerken.
    Alleen zit ik vast bij de precieze definitie van een groep. Het staat wel genoemd in meerdere bronnen maar op een of andere manier heb ik zo niet de ingeving dat ik echt snap wat het precies is. Ik kan er op het moment dus wel redelijk wat mee, maar waar ik precies mee bezig ben daar schort het aan, kan iemand mij helpen?

    Een groep (G, * ) is een niet-lege verzameling G met een associatieve binaire bewerking , een voor de bewerking neutraal element e en bij elk element a een voor de bewerking invers element a - 1.

    Dit soort beschrijvingen vind ik wel, maar maakt het voor mij niet duidelijk..
  • binair wil zeggen dat de vermenigvuldigings operator * twee elementen, zeg a en b, uit G als invoer heeft. In plaats van *(a,b) is het ook gebruikelijk om gewoon a*b te schrijven.
  • Associatief betekent dat de volgorde van vermenigvuldiging niets uitmaakt, dus a*(b*c) = (a*b)*c. Merk op dat je niet zomaar de volgorde van de elementen mag verwisselen, dus het is niet noodzakelijkerwijs zo dat a * b = b * a (dit is de commutatieve eigenschap)
  • Er is een eenheidselement e zodanig dat a*e=e*a=a, voor alle a in G.
  • Elk element a heeft een inverse, die meestal wordt aangeduid met a-, zodanig dat a*a-=e
  • Saarahzondag 25 februari 2007 @ 20:37
    quote:
    Op donderdag 22 februari 2007 15:36 schreef GlowMouse het volgende:
    Omdat de schuine zijde 1 is, geldt dat de oppervlakte van de grootste gelijkbenige driehoek gelijk is aan sin18 * cos18 (tweemaal de oppervlakte van de driehoek, tweemaal de halve basis * hoogte).
    Bij de tweede driehoek is de schuine zijde precies de helft van de eerste driehoek. Dit werkt door in zowel de basis als de hoogte, zodat de oppervlakte 1/4de is van de oppervlakte van de grootste driehoek. Aldus krijg je voor de totale oppervlakte van alles: sin18 * cos18 * (1 + 1/4 + 1/16 + ....) = 4/3 * sin18 * cos18 = 2/3 * 2 * sin18 * cos18 = 2/3 * sin36
    Bedankt
    teletubbieswoensdag 28 februari 2007 @ 21:11
    Zij G een eindige groep met : #G < 1000 . Laat zien dat G kan worden voortgebracht met minder dan 10 elementen.
    Ik dacht zo: Stel dat G MOET worden voortgebracht MINISTENS 10 elementen, ik noem S de verzameling van die 10 elementen ( neem dus de kleinste verz. die G voortbrengt).
    <S> is de kleinste ondergroep die S bevat.
    Het eenheidselement e zit niet S want neem bijv a uit S dan geldt a#G=e, wegens de minimaliteit zit e zelf dus niet in S.
    Dus er zijn 10 verschillende elementen waarvan ieder minstens orde 2 heeft.
    ieder element uit G kan gemaakt worden uit eindige producten van elementen uit SUS-1.
    waarbij ieder element wel of niet voorkomt in zo'n product: er zijn dus minimaal 2^10 = 1024 elementen en dat is groter dan #G. Tegenspraak..
    ik twijfel sterk hieraan..heeft iemand een idee of verbetering of een eleganter bewijs..?
    alvast bedankt

    [ Bericht 0% gewijzigd door teletubbies op 28-02-2007 21:20:20 ]
    thabitwoensdag 28 februari 2007 @ 21:25
    Dit bewijs van jou is niet correct. Wat je wel kunt doen is een rijtje s1,s2, ... maken met s1 een niet-triviaal element en telkens voor sn een element dat niet in de ondergroep voortgebracht door de elementen s1 t/m sn-1 zit. Als zo'n sn niet bestaat dan brengen s1 t/m sn-1 de hele groep voort. Op jouw manier kun je wel inzien dat de groep voortgebracht door s1 t/m sn minstens 2^n elementen heeft.
    teletubbiesdonderdag 1 maart 2007 @ 22:38
    okeey..
    een reeks subgroepen maken <s1>, <s1,s2> t/m <s1,s2,..,sn>. en kijken wat wel of niet wordt voortgebracht..daarna gebruik maken van 2^10=1024> #G.
    Dank je ..
    Nog een vraagje: Sel X is een oneindige verzameling.Ik zoek een injectie van de machtverzameling van X naar S(X). Deze afbeelding heb ik nodig om aan te tonen dat S(X) niet eindig voortgebracht kan worden.
    Maar ik weet dus niet hoe die afbeelding 'expliciet' uitziet...enig idee?
    thabitvrijdag 2 maart 2007 @ 00:40
    Tip: een oneindige verzameling X kun je bijectief afbeelden naar de disjuncte vereniging van twee kopieen van X.
    GlowMousevrijdag 2 maart 2007 @ 11:57
    Eerder had ik gevraagd hoe het kan dat de kleinste eigenwaarde van een hoofddeelmatrix van een symmetrische matrix tenminste zo groot is als de kleine eigenwaarde van die symmetrische matrix zelf. Met het redequotiënt van thabit was ik er toen uitgekomen, maar het kan op nog een andere manier die ik laatst hoorde.
    Als A een symmetrische matrix is met kleinste eigenwaarde λ, dan is A-λI positief semi-definiet. De hoofddeelmatrix van een psd-matrix is ook psd. Door bij de nieuwe psd-matrix weer λI op te tellen, krijg je een matrix die deelmatrix is van A, en met kleinste eigenwaarde tenminste zo groot als λ.
    HuHuvrijdag 2 maart 2007 @ 19:17
    Ik zit met een probleem waar ik maar niet uit weet te komen. Hopelijk heeft iemand hier een tip voor me.

    Ik heb de volgende 2 functies:
    u(Θ) = ½ cos(3Θ) + ½ cos(Θ) - acos²(Θ)
    v(Θ) = ½ cos(3(Θ+t)) + ½ cos(Θ+t) - acos²(Θ+t)

    Zoals je ziet, het enige verschil is de '+ t'. De afstand tussen u en v is te berekenen door 'u - v' te doen. Naarmate t nadert naar 0 wordt het verschil dus ook 0.

    Nu wil ik kunnen uitrekenen wanneer het verschil kleiner wordt dan een bepaalde waarde c. Alleen lukt het mij niet om de formule 'u - v <= c' om te schrijven naar een 't <= ...'

    Kan iemand mij helpen?

    [ Bericht 0% gewijzigd door HuHu op 02-03-2007 19:54:56 ]
    GlowMousevrijdag 2 maart 2007 @ 19:31
    Bedoel je dat je een formule voor t zoekt zodanig dat u-v<=c voor willekeurige c? Je gebruikt t nu namelijk tweemaal, terwijl uit je verhaal niet blijkt dat je dat zoekt.
    Ik ben bang dat je dit slechts numeriek op kunt lossen, maar misschien is er iemand die vaker met gonioformules werkt en wat mogelijkheden ziet.
    HuHuvrijdag 2 maart 2007 @ 19:37
    Excuses, het moest inderdaad zijn 'u - v <= c', ik heb het geëdit.

    't Is natuurlijk op te lossen door een computer de intersectie te laten berekenen. Maar ik heb hier helaas geen programma als Maple tot mijn beschikking, al kan m'n Grafische Rekenmachine het ook. Echter is nog 't probleem dat c afhangt van Θ, a en t. En met zoveel onbekenden gaat dat niet lukken met een GRM, waarbij ik dus Θ en a vast moet zetten.
    MaxCvrijdag 2 maart 2007 @ 21:28
    Ik zit een beetje te kloten met matrices. A moet gevormd worden naar B
    1
    2
    3
    A:                               B:
    [2    5]                    [1      0]
    [1    3]                    [0      1]


    Je mag 3 dingen doen:
    Rijen verwisselen
    Een veelvoud van een rij aftrekken van de ander
    Alle cijfers van een rij vemenigvuldigen met een getal

    Hoe kom je van A naar B?
    GlowMousevrijdag 2 maart 2007 @ 21:30
    1. eerste rij delen door 2
    2. de eerste rij van de tweede rij afhalen
    3. de tweede rij delen door 3
    de laatste stap mag je zelf verzinnen
    Merkievrijdag 2 maart 2007 @ 21:31
    Dat zijn de elemantaire rij-operaties, goed onthouden die dingen . Eerst: rij 1 en 2 omwisselen. Dan heb je dit:

    1 3
    2 5

    Dan alles onder de 1 (pivot) op nul brengen. Dus -2*rij 1 bij rij 2 optellen. Dan kom je op dit:

    1 3
    0 -1

    Dan de onderste rij *-1.

    1 3
    0 1

    Nu alles boven de pivots nogmaals op nul brengen. Dus het getal 3 moet 0 worden. Dat doe je door -3*rij 2 bij rij 1 op te tellen.

    1 0
    0 1

    Tada.
    Merkievrijdag 2 maart 2007 @ 21:31
    Hmm, GlowMouse gebruikt een stap minder, is nog wat sneller dus .
    GlowMousevrijdag 2 maart 2007 @ 21:34
    quote:
    Op vrijdag 2 maart 2007 21:31 schreef Merkie het volgende:
    Hmm, GlowMouse gebruikt een stap minder, is nog wat sneller dus .
    Nee, het aantal stapjes is gelijk. Maar om te vegen zijn er vaak veel verschillende mogelijkheden.
    MaxCvrijdag 2 maart 2007 @ 21:39
    Thanks! Eigenlijk was het best makkelijk
    Merkiezaterdag 3 maart 2007 @ 15:19
    quote:
    Op vrijdag 2 maart 2007 21:39 schreef MaxC het volgende:
    Thanks! Eigenlijk was het best makkelijk
    Ja, dat was 't zeker .
    Bioman_1maandag 5 maart 2007 @ 13:13
    Heb een vraagje over statistiek. De vraag luidt:

    Calculate for which n (the sample size) a correlation coefficient r=0.5 is significant at the 99% level.

    De vraag staat bij een stukje over de t-test, dus daar moet ik vast iets mee doen. Ik weet dat

    t = r * sqrt(n-2) / sqrt(1-r2) = sqrt( (n-2)/3 ).

    Maar heb geen idee wat nu verder te doen...
    GlowMousemaandag 5 maart 2007 @ 13:17
    Weet je het aantal vrijheidsgraden? Je kunt dan het 99ste percentiel berekenen en gelijkstellen aan sqrt((n-2)/3), ervanuitgaande dat die t-waarde betrekking heeft op de correlatiecoefficient.
    edit: het aantal vrijheidsgraden hangt ook weer van de sample-size af natuurlijk. Je kunt de T-verdeling benaderen met een standaardnormale verdeling, voor grote n werkt dat vrij aardig, en daarna kijken of er inderdaad een grote n uitkomt.

    [ Bericht 39% gewijzigd door GlowMouse op 05-03-2007 13:26:24 ]
    Bioman_1maandag 5 maart 2007 @ 15:16
    Ik zie niet helemaal hoe dit me helpt :S

    Ik kan wel uitrekenen voor welke z-waarde we op 99ste percentiel zitten, maar dat zegt toch niet zoveel over n?

    Statistiek is niet echt mn sterkste punt...
    GlowMousemaandag 5 maart 2007 @ 16:00
    Weet je wel hoe significantieniveau's in het algemeen werken?
    Is er trouwens een speciaal soort verdeling waar een steekproef uit wordt genomen? Normaalgesproken hangt de test statistic af van de data.
    Bioman_1maandag 5 maart 2007 @ 16:25
    Dat wel ja. Ik heb genoeg hypotheses getoetst om iig een beetje te weten hoe het allemaal werkt. Het probleem hier is dat we verder helemaal geen info hebben, behalve het feit dat r=0.5. En de vraag is, volgens mij, om te testen (mbv een t-test) of dit significant verschilt van 0.

    En of r=0.5 significant verschilt van r=0, hangt uiteraard af van het aantal vrijheidsgraden (en dus van de sample size)

    We hebben ook een voorbeeld (http://www.phys.uu.nl/%7Ewal/data/lecture3.pdf en dan slide 10), maar daar is het aantal vrijheidsgraden al bekend. In dat voorbeeld zien we bijv. dat r=0.49326 niet significant verschilt van r=0 (op 99% niveau) als we 20 vrijheidsgraden hebben.

    Maar in deze vraag wordt juist de sample size gezocht (en dus het aantal vrijheidsgraden).
    soul114maandag 5 maart 2007 @ 16:41
    Ik wil de volgede integraal uitrekenen:

    Int { exp(i*k*x)*sin(-q*x) } dx

    Met als grenzen x=0 tot x= oneidig

    Heb al een poging dmv sin als exponent te schrijven, maar dan krijg ik een niet convergente term:

    exp {i*x*(k+q)}

    Iemand tips?

    Of een andere manier om te laten zien dat de Fourier Transform (q variable in fourier domein) van (1/r)*exp{i*k*x} gelijk is aan (4 * pi)/(q^2-x^x)
    Bioman_1maandag 5 maart 2007 @ 20:46
    volgens mij convergeert die integraal niet...
    soul114maandag 5 maart 2007 @ 21:07
    quote:
    Op maandag 5 maart 2007 20:46 schreef Bioman_1 het volgende:
    volgens mij convergeert die integraal niet...
    Ja, dat is dus het probleem.

    Heb nu aangenomen dat k+q < 0 (en k-q<0 voor de andere term) dan komt het wel goed uit.
    Wackyduckmaandag 5 maart 2007 @ 21:11
    quote:
    Op maandag 5 maart 2007 16:41 schreef soul114 het volgende:
    Ik wil de volgede integraal uitrekenen:

    Int { exp(i*k*x)*sin(-q*x) } dx

    Met als grenzen x=0 tot x= oneidig

    Heb al een poging dmv sin als exponent te schrijven, maar dan krijg ik een niet convergente term:

    exp {i*x*(k+q)}

    Iemand tips?

    Of een andere manier om te laten zien dat de Fourier Transform (q variable in fourier domein) van (1/r)*exp{i*k*x} gelijk is aan (4 * pi)/(q^2-x^x)
    Er is wel een truc, vermenig met exp(-a*x) in de integraal, zodat die convergeert. Dus a>0.
    Neem daarna de limiet van a naar 0.
    Ik weet alleen niet of die ook voor dit specifieke geval werkt, maar probeer het eens.
    thabitmaandag 5 maart 2007 @ 21:21
    quote:
    Op maandag 5 maart 2007 16:41 schreef soul114 het volgende:
    De Fourier Transform (q variable in fourier domein) van (1/r)*exp{i*k*x} is gelijk aan (4 * pi)/(q^2-x^x)
    Ik weet niet waar je deze wijsheid vandaan haalt, maar dit is pertinente kolder.
    GlowMousemaandag 5 maart 2007 @ 22:06
    quote:
    Op maandag 5 maart 2007 16:25 schreef Bioman_1 het volgende:
    Dat wel ja. Ik heb genoeg hypotheses getoetst om iig een beetje te weten hoe het allemaal werkt. Het probleem hier is dat we verder helemaal geen info hebben, behalve het feit dat r=0.5. En de vraag is, volgens mij, om te testen (mbv een t-test) of dit significant verschilt van 0.

    En of r=0.5 significant verschilt van r=0, hangt uiteraard af van het aantal vrijheidsgraden (en dus van de sample size)

    We hebben ook een voorbeeld (http://www.phys.uu.nl/%7Ewal/data/lecture3.pdf en dan slide 10), maar daar is het aantal vrijheidsgraden al bekend. In dat voorbeeld zien we bijv. dat r=0.49326 niet significant verschilt van r=0 (op 99% niveau) als we 20 vrijheidsgraden hebben.

    Maar in deze vraag wordt juist de sample size gezocht (en dus het aantal vrijheidsgraden).
    Veel meer dan proberen kun je hier volgens mij niet doen. Je kunt eerst een normale verdeling gebruiken ter benadering van de t-verdeling om het 99-ste percentiel te vinden. Daarna kun je n oplossen, en kijken wat de t-verdeling precies doet met die n. Daarna kun je de n iets varieren als blijkt dat de benadering niet goed genoeg was.
    soul114maandag 5 maart 2007 @ 22:13
    quote:
    Op maandag 5 maart 2007 21:21 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Ik weet niet waar je deze wijsheid vandaan haalt, maar dit is pertinente kolder.
    Sorry!! Heb wat typo's gemaakt
    De Fourier Transform (q variable in fourier domein) van (1/x)*exp{i*k*x} is gelijk aan (4 * pi)/(q^2-k^2)
    thabitmaandag 5 maart 2007 @ 22:26
    quote:
    Op maandag 5 maart 2007 22:13 schreef soul114 het volgende:

    [..]

    Sorry!! Heb wat typo's gemaakt
    De Fourier Transform (q variable in fourier domein) van (1/x)*exp{i*k*x} is gelijk aan (4 * pi)/(q^2-k^2)
    Ah, in dat geval schrijf je sin(bla) als (exp(i*bla)-exp(-i*bla))/(2i). Zo schrijf je de integraal als een som van twee termen en elk van die termen behandel je met contourintegratie.
    soul114maandag 5 maart 2007 @ 22:54
    quote:
    Op maandag 5 maart 2007 22:26 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Ah, in dat geval schrijf je sin(bla) als (exp(i*bla)-exp(-i*bla))/(2i). Zo schrijf je de integraal als een som van twee termen en elk van die termen behandel je met contourintegratie.
    Ok, dat had ik dus al wel gedaan. Denk dat ik er wel uit ben!
    Bedankt!
    duncannnmaandag 5 maart 2007 @ 23:01
    Voor scheikunde heb ik een PO gemaakt en moet morge een verslag inleveren. Een vraag snap ik echter niet.
    quote:
    In een bekerglas krijg je een 20 mL natronloog-oplossing: Na+ ( aq ) + OH-(aq).
    De concentratie van de oplossing is 1,00 mol L-1, een deel van deze oplossing ga je 2x verdunnen met water.

    Zorg ervoor dat jullie 10,00 mL van de 2x verdunde natronloog-oplossing in de pipet hebben zitten.
    laat een hoeveelheid stof in een Aluminiumnitraat-oplossing leeglopen tot die verkleurt, lees op de pipet af hoeveel jullie hebben toegevoegd.
    En dan moet ik de concentratie van de Aluminiumnitraat-oplossing uitrekenen.
    formules die nodig zijn: C =N/ V en n= m * mm (sorry maar deze weet ik niet zeker )

    Als jullie me wel kunnen helpen maar ik per ongeluk iets misschien ben vergeten, meldt het dan even

    bedankt als jullie me kunnen helpen
    quote:
    Op maandag 5 maart 2007 22:43 schreef SuperRogier het volgende:
    Hmmz beetje vaag maargoed zoiets als dit vermoed ik:

    10 mL verdunnen van 1 M wordt 20mL dus 0,5M
    De oplossing die je gebruikt is dus 0,5 M
    Alimuminiumnitraatoplossing is Al(NO3)3 waarschijnlijk
    Verhouding Na+ : NO3- = 1 : 3

    Alvast een beginnetje.. maar geen idee hoe je die formules moet gebruiken, nooit gebruikt..
    Deetchmaandag 5 maart 2007 @ 23:16
    Wat heb je tot nu toe bedacht? Nog wat gehad aan je andere topic
    duncannnmaandag 5 maart 2007 @ 23:23
    alleen dat de concentratie van natronloog 0.5 is
    voor de rest snap ik het voor geen ene meter,
    oja en ook dat de verhouding 1:3 is maar da snap ik zelf niet
    duncannnmaandag 5 maart 2007 @ 23:28
    wie het antwoord+uitwerking ook kan geven ben ik eeuwen dankbaar maar nu ga ik het op m'n bed proberen (lukt tog niet ) en ben der morge ochtend weer
    Merkiemaandag 5 maart 2007 @ 23:30
    0,5 wat? Mol per liter? Maar goed, als de verhouding 1:3 is, dan is volgens mij je concentratie aluminiumnitraat 3M?

    Klopt niet. Je moet gewoon even kijken wat je nu in elke fase hebt.

    Aan het begin 1 molair natronloog, dus 1 mol per liter. Daarna verdunnen met een twee keer zo groot volume, dus de concentratie halveert tot 0,5M (0,5 mol per liter).

    Je hebt 10 mL (10*10-3 L) in je pipet zitten, dus het aantal mol 0,5 * 10*10-3 = 5*10-3 mol. Dus als je even je vergelijking ebrij pakt, betekent dat dat je op dat moment 5*10-3 mol OH- en Na+ hebt.

    Als het goed is heb je bij de titratie een indicator gebruikt, kijk waar het omslagpunt ligt van die indicator (dat is bij een bepaalde pH-waarde). Je pH = 14 - pOH = 14 - (-log [OH-]). Op die manier kan je bereken wat je OH--concentratie is als het mengsel gaat verkleuren. 10-pOH is je [OH]- concentratie. Op die manier kan je dan afleiden hoeveel [OH]- je hebt toegevoegd aan het mengsel, en in combinatie met die verhouding van 1:3 die je al hebt weet je met hoeveel aluminiumnitraat dat reageert. Dat aantal mol aluminiumnitraat deel je door het totale volume (dat is dus het volume van je aluminiumnitraat + wat je hebt toegevoegd) en dat is dan je concentratie.

    [ Bericht 53% gewijzigd door Merkie op 05-03-2007 23:43:35 ]
    crossovermaandag 5 maart 2007 @ 23:31
    Tip: Studieontwijkend Gedrag (SOG) #4
    Market_Gardendinsdag 6 maart 2007 @ 09:38
    Heej mensen, ik ben op zoek naar bewerkingen die wel associatief zijn maar niet communatief. Matrixrekenen is bijvoorbeeld wel associatief, maar niet communatief. Er moeten meer voorbeelden zijn, maar ik kom er niet uit...
    Market_Gardendinsdag 6 maart 2007 @ 09:38
    Dubbel :/
    thabitdinsdag 6 maart 2007 @ 10:01
    Permutaties samenstellen. Vermenigvuldiging van quaternionen.
    GlowMousedinsdag 6 maart 2007 @ 10:03
    Het is trouwens commutatief.
    Bioman_1dinsdag 6 maart 2007 @ 14:25
    quote:
    Op maandag 5 maart 2007 22:06 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Veel meer dan proberen kun je hier volgens mij niet doen. ...
    Dat is ook maar wat ik uiteindelijk gedaan heb. Ik heb gewoon gekeken wanneer de toetsings-grootheid groter was dan de waarde in de t-tabel. En dit blijkt zo te zijn als n >= 26. Ik hoor achteraf wel of dit nu was wat de docent bedoelde...


    Heb ik alleen nog een vraagje. Ik heb nog een dergelijke vraag als hierboven, maar daarvoor heb ik t-waarden nodig die niet in de tabel staan. Maar op zich moet dat niet zo'n probleem zijn, want die getallen kan je natuurlijk gewoon uitrekenen. Maar hoe???

    Ik kan in m'n statistiekboek nergens terugvinden hoe ze aan die getallen in de tabellen komen...

    [ Bericht 25% gewijzigd door Bioman_1 op 06-03-2007 14:38:42 ]
    GlowMousedinsdag 6 maart 2007 @ 16:27
    quote:
    Op dinsdag 6 maart 2007 14:25 schreef Bioman_1 het volgende:
    [..]
    Heb ik alleen nog een vraagje. Ik heb nog een dergelijke vraag als hierboven, maar daarvoor heb ik t-waarden nodig die niet in de tabel staan. Maar op zich moet dat niet zo'n probleem zijn, want die getallen kan je natuurlijk gewoon uitrekenen. Maar hoe???
    Staan ze niet in het boek omdat het aantal vrijheidsgraden te hoog is, of is er een andere reden?
    Bioman_1dinsdag 6 maart 2007 @ 16:35
    de tabel heeft gewoon standaard waarden. Die van mij heeft vrijheidsgraden 1 t/m 30, 40, 50, 60, 80, 120 en oneindig (=normale verdeling).

    En ik heb 37 vrijheidsgraden nodig. Maar ik kan dus nergens de formule vinden waarmee ze deze getallen uitrekenen.
    GlowMousedinsdag 6 maart 2007 @ 16:45
    Boven de 30 vrijheidsgraden zie je weinig verandering meer. Je kunt dus interpoleren als je de tabel graag wilt gebruiken. Verder kan ieder statistisch computerpakket, Matlab trouwens ook, werken met T-verdelingen met een willekeurig aantal vrijheidsgraden.
    Bioman_1dinsdag 6 maart 2007 @ 17:01
    Dat kan ook wel ja, maar ik was eigenlijk ook gewoon benieuwd naar die formule. Je zou toch denken dat die wel ergens te vinden moet zijn. Heb wat gegoogled en Wiki afgezocht, maar niets gevonden...
    GlowMousedinsdag 6 maart 2007 @ 17:05
    De kansdichtheid staat op wikipedia en daar kun je alle percentielen mee vinden. Je moet alleen niet verwachten je met pen en papier ver komt
    MaxCdinsdag 6 maart 2007 @ 22:09
    Een bekertje heeft de vorm van een afgeknotte kegel.

    De diameter aan de bovenkant is 6,7 cm
    Aan de onderkant 4,5 cm
    De hoogte is(schuin dus gemeten) 8.8

    Hoe kan ik nu de inhoud berekenen?
    GlowMousedinsdag 6 maart 2007 @ 22:25
    Met behulp van Pythagoras kun je de echte hoogte bepalen. Daarna kun je de hoek bepalen van de zijkant met de onderkant. Als je die weet, kun je weer berekenen hoe hoog de niet-afgeknotte kegel was. Ten slotte kun je de inhoud uitrekenen door van de inhoud van de niet-afgeknotte kegel de inhoud van het afgeknotte deel af te trekken.
    crossoverdinsdag 6 maart 2007 @ 22:27
    Wat jammer dat ik dat allemaal niet meer kan
    Merkiedinsdag 6 maart 2007 @ 22:33
    quote:
    Op dinsdag 6 maart 2007 22:09 schreef MaxC het volgende:
    Een bekertje heeft de vorm van een afgeknotte kegel.

    De diameter aan de bovenkant is 6,7 cm
    Aan de onderkant 4,5 cm
    De hoogte is(schuin dus gemeten) 8.8

    Hoe kan ik nu de inhoud berekenen?
    Je moet de straal van het bekertje op hoogte x in een formulevorm hebben en daarvan de integraal.

    ((6,7-4,5)/8,8) * x is die functie. Die ((6,7-4,5)/8,8) = 0,25 is de 'helling' waarmee je straal toeneemt als je hoogte 1 eenheid groter wordt. ((6,7-4,5)/8,8) = 0,25 dus je straal is 0,25x. Je inhoud is dan pi*(0,25x)².= pi*0,0625*x² Daar moet je de integraal van nemen.

    pi * int(0,0625x²) = pi*[*0,0625/3)x³] van 0 tot 8,8. Je inhoud is dan pi*( ((0,0625/3)*8,8³) - ((0,0625/3)*0³) ) = pi*(0,0625/3)*8,8³ = 44,60. Je inhoud is dus 44,60.

    [ Bericht 2% gewijzigd door Merkie op 06-03-2007 22:42:31 ]
    GlowMousedinsdag 6 maart 2007 @ 22:55
    Merkie: die 8,8 is de lengte van de schuine zijde, waardoor je integraal in de soep loopt. Verder zou de straal 2,25+0,25x zijn, omdat je nu een cilinder binnenin niet meetelt. Al met al hoort er ongeveer 217 uit te komen, rekenfouten voorbehouden
    Merkiedinsdag 6 maart 2007 @ 23:47
    quote:
    Op dinsdag 6 maart 2007 22:55 schreef GlowMouse het volgende:
    Merkie: die 8,8 is de lengte van de schuine zijde, waardoor je integraal in de soep loopt. Verder zou de straal 2,25+0,25x zijn, omdat je nu een cilinder binnenin niet meetelt. Al met al hoort er ongeveer 217 uit te komen, rekenfouten voorbehouden
    Ai, niet goed gelezen. Dan klopt het niet nee. En die 2,25 hoort er idd bij. En volgens mij zat ik ook diameters en stralen door elkaar te halen.
    The_Forcerdonderdag 8 maart 2007 @ 22:59
    Kan iemand mij uitleggen waarom 2 Wortel 4 + Wortel 9 = 7?
    Het is herleiden.
    GlowMousedonderdag 8 maart 2007 @ 23:07
    heb je wortel 4 en wortel 9 al uitgerekend?
    Eggvrijdag 9 maart 2007 @ 09:02
    Heey,

    Ik zit met een klein wiskundig probleempje. Ik heb hier een grafiek voor me ik moet daarbij de formule hebben en op de een of andere manier kom ik er niet uit. Ik hoop dat jullie me kunnen helpen...
    Hier de gegevens die zijn gegeven uit de formule:

    De fomule is een lineare formule met op het einde een rechte lijn naar beneden. Er zijn 3 punten bekend: bij (4, 240), (15, 60) en vanaf 60 loopt hij in een rechte verticale lijn naar beneden. Als je voor X >15 invult komt er dus altijd 0 uit… Nog even voor de duidelijkheid: vanaf (4, 240) loopt de lijn linear naar het punt (15, 60), vanaf dit punt loopt de ljn recht naar beneden tot hij op 0 uitkomt.

    Wie o wie kan mij de formule geven die hoort bij dit verhaal?

    Alvast bedankt,

    Egg

    [ Bericht 0% gewijzigd door Egg op 09-03-2007 10:28:11 ]
    GlowMousevrijdag 9 maart 2007 @ 10:02
    Punten geef je weer met coordinaten. Maar een tip: probeer een formule te vinden in de vorm X = ... Vanwege de verticale lijn kun je immers geen formule vinden in de vorm Y = .... Je hebt daarbij een gescheiden functievoorschrift nodig, bijvoorbeeld X = 5Y als 0<Y<5 en X=3 anders.
    Witte_Wolfvrijdag 9 maart 2007 @ 10:34
    De functie wordt: y(x)=(delta y / delta x)*x + c voor x < 15 en y(x)=0 voor x>=15
    (60-240)/(15-4)*x +c = -180/11*x + c
    Waarbij c = y(4) - 180/11*4 = 240 - 720/11= 1920/11 =174 + 6/11
    Deetchvrijdag 9 maart 2007 @ 12:03
    quote:
    Op donderdag 8 maart 2007 22:59 schreef The_Forcer het volgende:
    Kan iemand mij uitleggen waarom 2 Wortel 4 + Wortel 9 = 7?
    Het is herleiden.
    wortel 4 = 2
    wortel 9 = 3

    dan kun je de rest vast wel zelf
    Tomhoogvrijdag 9 maart 2007 @ 14:31
    Hoe ziet een v-ketel eruit volgens een P&ID schema?

    nu heb ik al best veel sites enzo maar kan iemand mij uitleggen welke buis naar het volgende punt loopt?

    1. aanvoer cv
    2 warm leiding water
    3. gas
    4.koud leiding water
    5.retour cv

    de aanvoer cv lijn loopt door vanalles heen voordat het bij de warmtewisselaar komt..
    wat uit de warmte wisselaar komt gaat door naar de volgende warmtewisselaar.
    koud leiding water komt bij de eerste wisselaar er ook bij. Via iets? retour cv leiding loop via een cvpomp naar de tweede wisselaar. Ook hier komt weer koud leiding water bij.
    bij de 2wisselaren komt gas.

    wat mis ik?
    spinorzaterdag 10 maart 2007 @ 18:41
    Stel p is een priem waarvoor geldt p = 2 (mod 3), E is de elliptische kromme y^2=x^3+1 over IFp2 en z is een oplossing van x^3-1=0 in IFp2.

    Nu schijnt het zo te zijn dat de afbeelding die (x,y) naar (zx,y) stuurt een automorfisme van de groep van punten op de kromme E is. Hoe kan ik inzien dat dat zo is?
    thabitzaterdag 10 maart 2007 @ 21:19
    quote:
    Op zaterdag 10 maart 2007 18:41 schreef spinor het volgende:
    Stel p is een priem waarvoor geldt p = 2 (mod 3), E is de elliptische kromme y^2=x^3+1 over IFp2 en z is een oplossing van x^3-1=0 in IFp2.

    Nu schijnt het zo te zijn dat de afbeelding die (x,y) naar (zx,y) stuurt een automorfisme van de groep van punten op de kromme E is. Hoe kan ik inzien dat dat zo is?
    Er is een stelling die zegt dat elk morfisme van elliptische krommen dat 0 naar 0 stuurt automatisch een homomorfisme is. Dus als zo'n morfisme inverteerbaar is, is het een automorfisme.

    Als we het in projectieve coordinaten uitschrijven, (X:Y:W) |-> (zX:Y:W), dan zien we direct dat 0 naar 0 wordt gestuurd (0 is immers (0:1:0)). Er moet dus nog aangetoond worden dat deze formule inderdaad een morfisme definieert, dat wil zeggen dat als (x,y) een punt op de kromme is, dat dan ook (zx,y) op de kromme ligt. Dat kun je gewoon inzien door invullen: (zx)^3+1 = z^3x^3 + 1 = x^3 + 1 = y^2.

    Dat de afbeelding inverteerbaar is is ook duidelijk: z heeft een multiplicatieve inverse z^2, dus (x,y) |-> (z^2x,y) is een inverse van onze afbeelding.
    MaxCzondag 11 maart 2007 @ 14:22
    Ik ben voor Natuurkunde nu bezig met singaalverwerking.

    Ik moet met een systeembord een lamp maken met 2 drukknoppen.
    Als je er 1 indrukt blijft de lamp aan, als je de andere indrukt blijft de lamp uit.

    Kan iemand helpen?
    GlowMousezondag 11 maart 2007 @ 14:38
    Gaat het alleen om een keer kort indrukken? Dan ben je met een geheugencel klaar.
    MaxCzondag 11 maart 2007 @ 22:22
    Ja, maar je hebt maar 1 geheugencel tot je beschikking. Dan moet je met EN-poorten gaan werken
    GlowMousezondag 11 maart 2007 @ 22:40
    Wat gaat er fout wanneer je één knop aan de set en één knop aan de reset hangt?
    MaxCmaandag 12 maart 2007 @ 12:01
    Dan blijft hij branden
    ThaMadEdmaandag 12 maart 2007 @ 18:33
    Ik kom niet uit de volgende sk opgave.

    In vier glazen bollen van elk 1,00 L doen we afzonderlijk de onderstaande hoeveelheden stof:

    1) 1 mol N02
    2) 0,5 mol N2O4
    3) 0,333 mol NO2 en 0,333 mol N2O4
    4) 0,8 mol NO2 en 0,1 mol N204

    De bollen worden in een thermostaat verwarmd tot 142 graden celcius. Nadat het evenwicht zich heeft ingesteld blijkt in alle vier de bollen 0,71 mol NO2 en 0,145 mol N2O4 aanwezig te zijn.

    a) bereken de waarde van de evenwichtsconstante van het evenwicht bij 142 graden celcius als de evenwichtsreactie is opgeschreven als: N2O4 --> <-- (die pijltjes moeten boven elkaar) 2NO2

    b) In een vijfde bol wordt er 0,4 mol NO2 en 0,6 mol N2O4 gedaan. Zelfde volume en zelfde opwarming. Is er dan ook dezelfde concentratie (0,71 mol NO2 en 0,145 mol N2O4) aanwezig. Motiveer het antwoord.

    c) Is de waarde van de evenwichtsconstante die je hebt berekend uit de evenwichtsconcentraties in de vijfde bol, groter dan geljik aan of kleiner dan K berekend uit de eerste vier experimenten? Motiveer je antwoord

    Als iemand mij zou kunnen helpen zou ik zeer dankbaar zijn
    freissmaandag 12 maart 2007 @ 19:48
    quote:
    Op maandag 12 maart 2007 18:33 schreef ThaMadEd het volgende:
    Ik kom niet uit de volgende sk opgave.

    In vier glazen bollen van elk 1,00 L doen we afzonderlijk de onderstaande hoeveelheden stof:

    1) 1 mol N02
    2) 0,5 mol N2O4
    3) 0,333 mol NO2 en 0,333 mol N2O4
    4) 0,8 mol NO2 en 0,1 mol N204

    De bollen worden in een thermostaat verwarmd tot 142 graden celcius. Nadat het evenwicht zich heeft ingesteld blijkt in alle vier de bollen 0,71 mol NO2 en 0,145 mol N2O4 aanwezig te zijn.

    a) bereken de waarde van de evenwichtsconstante van het evenwicht bij 142 graden celcius als de evenwichtsreactie is opgeschreven als: N2O4 --> <-- (die pijltjes moeten boven elkaar) 2NO2
    evenwichtsreactie: N2O4 <=> 2 NO2
    K = [NO2]2 / [N2O4] = 0,712/0,145 = 3,476
    quote:
    b) In een vijfde bol wordt er 0,4 mol NO2 en 0,6 mol N2O4 gedaan. Zelfde volume en zelfde opwarming. Is er dan ook dezelfde concentratie (0,71 mol NO2 en 0,145 mol N2O4) aanwezig. Motiveer het antwoord.
    Nee, want er zijn totaal meer N'en en O'tjes in bol 5 dan in de andere bollen.
    quote:
    c) Is de waarde van de evenwichtsconstante die je hebt berekend uit de evenwichtsconcentraties in de vijfde bol, groter dan geljik aan of kleiner dan K berekend uit de eerste vier experimenten? Motiveer je antwoord
    Gelijk, want de evenwichtsconstante is alleen afhankelijk van de temperatuur (geloof ik)
    quote:
    Als iemand mij zou kunnen helpen zou ik zeer dankbaar zijn
    ThaMadEdmaandag 12 maart 2007 @ 20:00
    quote:
    Op maandag 12 maart 2007 19:48 schreef freiss het volgende:

    [..]

    evenwichtsreactie: N2O4 <=> 2 NO2
    K = [NO2]2 / [N2O4] = 0,712/0,145 = 3,476
    [..]

    Nee, want er zijn totaal meer N'en en O'tjes in bol 5 dan in de andere bollen.
    [..]

    Gelijk, want de evenwichtsconstante is alleen afhankelijk van de temperatuur (geloof ik)
    [..]

    Eh je hebt gelijk. Ik heb vraag a trouwens niet goed gelezen denk ik, ik vond het al zo vreemd dat ik er niet uitkwam . Damn dat is echt een trekje van mij om vragen fout te lezen
    En de evenwichtsconstante is idd alleen afhankelijk van de temperatuur.

    Maare bedankt
    teletubbiesmaandag 12 maart 2007 @ 22:06
    heey:)
    weer een vraagje:
    stel je hebt een homomorfisme:S:S f:G-->G' en H is een ondergroep van G en H' is een ondergroep van G'.
    bewijs:
    het inverse beeld van H' is een ondergroep van G.

    ik heb aangetoond dat als H een ondergroep is van G dan is f[H] een ondergroep van G'.
    Maar nu het omgekeerde is iets lastiger, niet ieder element in H' hoeft een inverse te hebben...(het kan ook zijn dat een element meerdere orginelen heeft, maar dat is niet erg..)
    Enig idee hoe het moet?
    duncannnmaandag 12 maart 2007 @ 22:38
    http://xs313.xs.to/xs313/07111/dghdjghdg.jpg

    Wie kan opdr 2 b en heel opdr 3 msg uitleggen?

    sorry voor te groot of te klein beeld, en let maar niet op die potlood strepen in opdr 3
    GlowMousemaandag 12 maart 2007 @ 22:57
    2b: de component van F die zorgt voor de versnelling is 7,5*cos(37) = 6,0N.
    De versnelling is maar 3,0m/s², dus er geldt dat de nettokracht gelijk is aan F=ma=0,80*3,0=2,4N.
    De wrijvingskracht moet dus 3,6N bedragen.

    3a: tekenen, gewoon de pijltjes achter elkaar zetten
    3b: werk met coordinaten. F1 heeft coordinaten (40*cos(40), 40*sin(40)), F2 heeft coordinaten (-60,0), optellen levert (40*cos(40)-60, 40*sin(40)). De grootte van deze vector is (Pythagoras) 46; de hoek kun je met behulp van de tangens bepalen, en die is 41 graden met de horizontale lijn.
    3c: de arm loopt van S naar P. De arm van F1 is het deel loodrecht PS, dus het deel langs de Y-as. Dit is F1*sin(40) = 26N. Het moment is vervolgens M = F*d = 26*0,030 = 0,77Nm.
    antwoorden overigens onder voorbehoud, heb dit al tijden niet meer gedaan
    thabitmaandag 12 maart 2007 @ 23:18
    quote:
    Op maandag 12 maart 2007 22:06 schreef teletubbies het volgende:
    heey:)
    weer een vraagje:
    stel je hebt een homomorfisme:S:S f:G-->G' en H is een ondergroep van G en H' is een ondergroep van G'.
    bewijs:
    het inverse beeld van H' is een ondergroep van G.
    Dit is echt een kwestie van direct de definitie toepassen, zit niks dieps in.
    quote:
    ik heb aangetoond dat als H een ondergroep is van G dan is f[H] een ondergroep van G'.
    Tja, dat was niet de vraag.
    quote:
    Maar nu het omgekeerde is iets lastiger, niet ieder element in H' hoeft een inverse te hebben...
    Dat speelt in de oplossing verder geen rol.
    teletubbiesdinsdag 13 maart 2007 @ 07:34
    dan hoef ik alleen de eisen van ondergroepen na te gaan dan ben ik klaar.
    Bolkesteijndinsdag 13 maart 2007 @ 18:13
    Ik ben nu bezig met winstoptimalisaties en dergelijken. Maar mij is in al die jaren wiskunde nooit helemaal duidelijk geworden wat 'strikt' inhoudt. Dus bijvoorbeeld in de zin van een 'strikt lokaal maximum punt', en waarin verschilt het van een 'lokaal maximum punt'. Kan iemand mij het uitleggen?
    thabitdinsdag 13 maart 2007 @ 19:00
    Voorbeeld: a <= b is een ongelijkheid, a<b is een strikte ongelijkheid. Dus als er in elke omgeving van het lokale maximum P nog punten zijn met dezelfde functiewaarde als P, dan is het geen strikt lokaal maximum. Is er een omgeving waar niet van zulke punten zijn (behalve P zelf natuurlijk), dus waar alle punten echt een kleinere waarde hebben, dan is het wel een strikt lokaal maximum.
    Bolkesteijndinsdag 13 maart 2007 @ 21:20
    Ja ik vat hem, bedankt.
    Zrtlrncdinsdag 13 maart 2007 @ 21:26
    hoeft al niet meer

    [ Bericht 20% gewijzigd door Zrtlrnc op 14-03-2007 19:08:43 ]
    Zrtlrncwoensdag 14 maart 2007 @ 10:40
    Iemand?
    spinorwoensdag 14 maart 2007 @ 18:46
    quote:
    Op zaterdag 10 maart 2007 21:19 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Er is een stelling die zegt dat elk morfisme van elliptische krommen dat 0 naar 0 stuurt automatisch een homomorfisme is. Dus als zo'n morfisme inverteerbaar is, is het een automorfisme.

    Als we het in projectieve coordinaten uitschrijven, (X:Y:W) |-> (zX:Y:W), dan zien we direct dat 0 naar 0 wordt gestuurd (0 is immers (0:1:0)). Er moet dus nog aangetoond worden dat deze formule inderdaad een morfisme definieert, dat wil zeggen dat als (x,y) een punt op de kromme is, dat dan ook (zx,y) op de kromme ligt. Dat kun je gewoon inzien door invullen: (zx)^3+1 = z^3x^3 + 1 = x^3 + 1 = y^2.

    Dat de afbeelding inverteerbaar is is ook duidelijk: z heeft een multiplicatieve inverse z^2, dus (x,y) |-> (z^2x,y) is een inverse van onze afbeelding.
    Thanks!

    (was helemaal vergeten hier weer te kijken)
    samchestidomaandag 19 maart 2007 @ 18:58
    Ik moest ergens op mijn tentamen de volgende functie integreren:



    Ik heb als resultaat:



    Dit klopt toch? Of niet?
    weasel85maandag 19 maart 2007 @ 19:15
    quote:
    Op maandag 19 maart 2007 19:01 schreef weasel85 het volgende:
    Ja, ik krijg het even niet gevonden in de opdrachten boekje hoe ik deze som moet uitrekenen...

    Maar de vraag luidt:

    De heer Klaassen heeft zijn spaargeld ten bedrage van ¤4000 op een spaarrekening gestort. Na 225 dagen is dit bedrag aangegroeid tot ¤ 4.105. Stel het jaar op 360 dagen.

    Bereken de interest die hij over deze periode van 225 dagen van de bank ontvangen heeft...

    emm... waar moet ik beginnen
    quote:
    Op maandag 19 maart 2007 19:08 schreef crossover het volgende:

    [..]

    4105 - 4000 = 105. Simpel toch?
    Dit mag ook hierheen: [Centraal] Bèta huiswerk en vragen topic
    Klopt 105 wel?... want het gaat over 255 dagen
    crossovermaandag 19 maart 2007 @ 19:17
    quote:
    Op maandag 19 maart 2007 19:15 schreef weasel85 het volgende:

    [..]


    [..]

    Klopt 105 wel?... want het gaat over 255 dagen
    Whehe nee dat is vast te gemakkelijk. Ik weet niet meer hoe ik zoiets moet doen. Het is niet zo heel moeilijk, dus hier zal binnenkort wel een antwoord staan wat meer in de buurt komt.
    Merkiemaandag 19 maart 2007 @ 19:26
    quote:
    Op maandag 19 maart 2007 18:58 schreef samchestido het volgende:
    Ik moest ergens op mijn tentamen de volgende functie integreren:

    [afbeelding]

    Ik heb als resultaat:

    [afbeelding]

    Dit klopt toch? Of niet?
    Je vergeet een factor ½, als je jouw resultaat differentieert kom je uit op op 2pi * (1 / (2x + 1)).

    Overigens ben je geen student op het gymnasium en heb je ook geen tentamens maar gewoon repetities, proefwerken of toetsen.
    weasel85maandag 19 maart 2007 @ 19:43
    quote:
    Op maandag 19 maart 2007 19:15 schreef weasel85 het volgende:

    [..]


    [..]

    Klopt 105 wel?... want het gaat over 255 dagen
    volgens mij heb ik t gevonden

    4000 is huidig bedrag, na rente is dit 4105 geworden

    dus 4105 - 105 = 4000

    105 / 4000 = 0.026 x 100 = 2.6% ? en dan moet ik iets doen met die 255 dagen mmm

    EDIT

    4105 - 4000 = 105 / 4000 = 0.02625 * 100 = 2.6%

    4000*2.6*255 dagen
    ---------------------- ¤ 65
    36000

    Toch?

    [ Bericht 10% gewijzigd door weasel85 op 19-03-2007 20:18:23 ]
    samchestidomaandag 19 maart 2007 @ 20:53
    quote:
    Op maandag 19 maart 2007 19:26 schreef Merkie het volgende:

    Overigens ben je geen student op het gymnasium en heb je ook geen tentamens maar gewoon repetities, proefwerken of toetsen.
    Zeikerd Niks toetsen, repetites of proefwerken: het heet tegenwoordig PTA (programma toetsing en afsluiting)
    Merkiemaandag 19 maart 2007 @ 23:46
    quote:
    Op maandag 19 maart 2007 20:53 schreef samchestido het volgende:

    [..]

    Zeikerd Niks toetsen, repetites of proefwerken: het heet tegenwoordig PTA (programma toetsing en afsluiting)
    Bij ons was dat niet zo. De term PTA bestond wel, maar we hadden gewoon toetsen .
    Deetchdinsdag 20 maart 2007 @ 09:51
    quote:
    Op maandag 19 maart 2007 19:43 schreef weasel85 het volgende:

    [..]

    volgens mij heb ik t gevonden

    4000 is huidig bedrag, na rente is dit 4105 geworden

    dus 4105 - 105 = 4000

    105 / 4000 = 0.026 x 100 = 2.6% ? en dan moet ik iets doen met die 255 dagen mmm

    EDIT

    4105 - 4000 = 105 / 4000 = 0.02625 * 100 = 2.6%

    4000*2.6*255 dagen
    ---------------------- ¤ 65
    36000

    Toch?
    105 = 2.6% van 4000 over 255 dagen

    Na 360 dagen dus 360/255 * 2.6 = 3.7%

    3.7% van 4000 = 146.8

    eindbedrag: 4146.8
    mi3kdinsdag 20 maart 2007 @ 10:47
    Hoi!

    Wij moeten een pracktische opdracht maken voor wiskunde en komen er totaal niet uit! Zijn hier mensen die ons misschien kunnen helpen?
    Dit is de opdracht:

    In een piramide/kegel kun je een bak zetten. Deze balk heeft telkens een vierkant grondvlak. De balk raakt aan de bovenkant de piramide/kegel. Dit kan zijn aan een ribbe, maar ook aan een grensvlak. In deze opdracht word de vorm van het grondvlak van de piramide telkens veranderd. De hoogte van de priamide/kegel blijft in de hele opdracht hetzelfde. De lengte van de opstaande ribbe kan veranderen. Of dit gebeurd moet je zelf nagaan. We bekijken telkens de maximale inhoud van de balk.

    de eerste opdracht.
    Berekend de maximale inhoud van de balk die past in een priamide met als grondvlak een regelmatige achthoek. Deze achthoek word precies omsloten door een vierkant van 12 bij 12 cm. Teken het grondvlak op ware grootte.

    de tweede opdracht.
    Doet dit ook voor een balk in een piramide met als grondvlak een regelmatige 16hoek. Teken ook nu weer het grondvlak op ware grootte.

    We hopen zo snel mogelijk reactie te krijgen, want het moet a.s. vrijdag af zijn!!

    Groeten, Roos en Annemiek.
    GlowMousedinsdag 20 maart 2007 @ 18:32
    Staan al die taalfouten ook in de oorspronkelijke opdracht?
    Er staat dat de hoogte in de hele opdracht hetzelfde blijft; is die ook gegeven?
    Had je zelf al wat formules opgesteld?
    teletubbiesdonderdag 22 maart 2007 @ 22:06
    heey:)
    hoe kan ik de stelling van Green toepassen om deze opp. uit te rekenen:
    de opp van het gebied omgesloten door kromme:
    r(t)=cos³t.i+sin³t.j voor 0 <=t<=2pi.
    de stelling van Green gebruik je toch alleen bij vectorvelden?! Hier is geen vectorveld gegeven...hoe moet ik dit aanpakken?
    alvast bedankt.
    vliegtuigjedonderdag 22 maart 2007 @ 23:59
    Hey,
    ik heb de volgende gegevens:
    Uin(t) = 2sin(w0t) + 2sin(20w0t) + 3
    Dit ingangssignaal gaat door een systeem met overdrachtsfunctie waarbij zowel U in als Uuit 2.3 kV zijn.

    Nou schijnt het zo te zijn dat deze overdrachtsfunctie een hoogdoorlaatfilter te zijn omdat hij de gelijksspanningscomponent eruitfiltert.

    Ik zou graag willen weten hoe je zou moeten weten dat die 3 eruit gaat vallen met deze filter en ook zou ik graag weten of deze transferfunctie nou wel of niet frequentieafhankelijk is:)

    Alvast bedankt voor de hulp!
    thabitvrijdag 23 maart 2007 @ 00:59
    quote:
    Op donderdag 22 maart 2007 22:06 schreef teletubbies het volgende:
    heey:)
    hoe kan ik de stelling van Green toepassen om deze opp. uit te rekenen:
    de opp van het gebied omgesloten door kromme:
    r(t)=cos³t.i+sin³t.j voor 0 <=t<=2pi.
    de stelling van Green gebruik je toch alleen bij vectorvelden?! Hier is geen vectorveld gegeven...hoe moet ik dit aanpakken?
    alvast bedankt.
    Wat was de stelling van Green ook al weer? (inderdaad, na het afsluiten van dit vak kom je die hele stelling van Green nooit meer tegen)
    spinorvrijdag 23 maart 2007 @ 09:56
    quote:
    Op donderdag 22 maart 2007 22:06 schreef teletubbies het volgende:
    heey:)
    hoe kan ik de stelling van Green toepassen om deze opp. uit te rekenen:
    de opp van het gebied omgesloten door kromme:
    r(t)=cos³t.i+sin³t.j voor 0 <=t<=2pi.
    de stelling van Green gebruik je toch alleen bij vectorvelden?! Hier is geen vectorveld gegeven...hoe moet ik dit aanpakken?
    alvast bedankt.
    Stelling van Green (D een gebied, C de rand en @ als symbool voor de partiele afgeleide):
    int_C P*dx + Q*dy = int_D ((@Q/@x) - (@P/@y))dxdy

    Kies nu P(x,y) = -y en Q(x,y) = x:
    (1/2) * int_C x*dy - y*dx = (1/2) * int_D ((@x/@x) - (@-y/@y))dxdy = (1/2) * int_D (1 + 1)dxdy = oppervlakte D.
    teletubbiesvrijdag 23 maart 2007 @ 19:19
    http://mathworld.wolfram.com/GreensTheorem.html
    de '2e' gelijkheid. rechts staat SSDCurlF.dA
    volgens mij moet ik de '4e' gelijkheid gebruiken. ..
    een idee!?
    spinorvrijdag 23 maart 2007 @ 22:42
    Inderdaad. Je kunt het nu toch gewoon invullen?

    A = (1/2) integraal02pi (cos3 t )(3 sin2 t cos t) - (sin3 t )(-3 cos2 t sin t) dt = ...
    Merel1808zaterdag 24 maart 2007 @ 15:51
    Ik kom niet uit dit scheikundeproefje:
    Voeg aan 3cm van een oplossing van kaliumdichromaat 1cm zwavelzuur (1mol/L) toe. Voeg daarna 3cm natriumthiosulfaat toe en kwispel.
    Herhaal de proef maar laat nu het zwavelzuur weg.


    Van het eerste deel heb ik de reactievergelijkingen gemaakt, en de totale reactie, dat snap ik allemaal wel, maar in de totale reactievergelijking van het 1e deel staat (voor de pijl) H+, en dat is er niet bij het tweede deel van de reactie. Vindt er dan een reactie plaats? En zoja, wat voor dan?
    Merkiezaterdag 24 maart 2007 @ 15:52
    3cm?
    Merel1808zaterdag 24 maart 2007 @ 15:59
    quote:
    Op zaterdag 24 maart 2007 15:52 schreef Merkie het volgende:
    3cm?
    Ja, het ging er volgens mij meer om dat je niet je hele reageerbuis vol mikt
    Marinuszondag 25 maart 2007 @ 19:57
    De volgende integraal:
    (x+y)/(x^2+y^2)

    limieten: x: 0...2, y: 0...sqrt(1-(x-1)^2)

    Het gebied waarover de integraal gaat is dus een halve cirkel met straal 1, gecentreerd op x=1

    Als ik de boel omschrijf in poolcoordinaten krijg ik:

    (cos(t) + sin(t))/r als functie om te integreren
    en als limieten:
    t = 0...Pi
    r = 0...2 cos(t)

    Maar dan bestaat de integraal niet ( integraal 1/r --> ln(r), maar ln(0) is min oneindig).. Waar ga ik fout?

    [edit]

    laat maar, dA =dx dy != dr dt maar dA = dx dy = r dr dt

    [ Bericht 14% gewijzigd door Marinus op 25-03-2007 21:18:49 ]
    Agiathzondag 25 maart 2007 @ 20:07
    Ik kan het ook ff hier neerzetten

    2) Een natriumlamp heeft een elektrisch vermogen van 40 (W). De golflengte van het licht is 589 (nm). Het rendement van de lamp is 27 %. Bereken hoeveel fotonen de lamp per (s) uitzendt.

    oke, hoe?
    Marinuszondag 25 maart 2007 @ 20:11
    quote:
    Op zondag 25 maart 2007 20:07 schreef Agiath het volgende:
    Ik kan het ook ff hier neerzetten

    2) Een natriumlamp heeft een elektrisch vermogen van 40 (W). De golflengte van het licht is 589 (nm). Het rendement van de lamp is 27 %. Bereken hoeveel fotonen de lamp per (s) uitzendt.

    oke, hoe?
    Energie van een foton is E = hc / l
    h = constante van planck
    c = lichtsnelheid
    l = golflengte

    je hebt 40W per seconde met 27% effiency. Dus totaal wordt er 40 * 0,27 J energie per seconde omgezet in fotonen. Je weet van boven de energie per foton. Dus daar deel je de totale energie per seconde door en voila.

    [edit] Watt is al per seconde
    Merkiezondag 25 maart 2007 @ 20:34
    quote:
    Op zaterdag 24 maart 2007 15:59 schreef Merel1808 het volgende:

    [..]

    Ja, het ging er volgens mij meer om dat je niet je hele reageerbuis vol mikt
    Oh, ok . Laat eens zien wat je tot nu toe hebt dan, 't is alweer een jaar geleden voor mij dat ik voor het laatst met zulk soort dingen bezig was .
    Innocencedinsdag 27 maart 2007 @ 18:19
    Hoe los ik dit stelsel van 4 vergelijkingen met 4 onbekenden op? Maple wil het namelijk ook niet voor me doen.

    Eq1:=-(3/2)*A[1]*sin(theta[1])+A[2]*sin(theta[2]);
    Eq2:=-6*A[1]*sin(theta[1])+A[2]*sin(theta[2]);
    Eq3:=-(3/2)*w[1]*A[1]*sin(theta[1])+w[2]*A[2]*sin(theta[2]);
    Eq4:=-6*A[1]*w[1]*sin(theta[1])+A[2]*w[2]*sin(theta[2]);

    Vergelijking 1 en 2 zijn gelijk aan 0 en ik wil A[1],A[2],theta[1] en theta[2] eruit krijgen.
    Merkiedinsdag 27 maart 2007 @ 18:42
    In een matrix gooien. Ik neem aan dat al die vergelijkingen gelijk zijn aan 0? Anders is het niet op te lossen namelijk. Oh, wacht, zo simpel is het niet.
    thabitdinsdag 27 maart 2007 @ 19:03
    quote:
    Op dinsdag 27 maart 2007 18:19 schreef Innocence het volgende:
    Hoe los ik dit stelsel van 4 vergelijkingen met 4 onbekenden op? Maple wil het namelijk ook niet voor me doen.

    Eq1:=-(3/2)*A[1]*sin(theta[1])+A[2]*sin(theta[2]);
    Eq2:=-6*A[1]*sin(theta[1])+A[2]*sin(theta[2]);
    Eq3:=-(3/2)*w[1]*A[1]*sin(theta[1])+w[2]*A[2]*sin(theta[2]);
    Eq4:=-6*A[1]*w[1]*sin(theta[1])+A[2]*w[2]*sin(theta[2]);

    Vergelijking 1 en 2 zijn gelijk aan 0 en ik wil A[1],A[2],theta[1] en theta[2] eruit krijgen.
    edit: Substitueer B[i]=sin(theta[i]) en los het op voor A[1]*B[1] en A[2]*B[2]. Wat hier staat kun je niet volledig oplossen, daarvoor zijn te weinig gegevens.
    Innocencedinsdag 27 maart 2007 @ 19:07
    quote:
    Op dinsdag 27 maart 2007 19:03 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Substitueer B[i]=sin(theta[i]) en los het op voor A[1],A[2],B[1],B[2].
    Geweldig!


    Zulke dingen bedenk ik aan het einde van een dag leren niet meer

    [edit]
    Uit de eerste twee vergelijkingen volgt helaas direct dat 3/2 A[1] B[1] = A[2] B[2] = 6 A[1] B[1]
    Waardoor één of meerdere variabelen gelijk moeten zijn aan 0. Wordt nog niet veel duidelijk dus.

    Ik zal wel al eerder wat fout gedaan hebben.

    [ Bericht 10% gewijzigd door Innocence op 27-03-2007 19:16:47 ]
    crossoverdinsdag 27 maart 2007 @ 19:23
    Hier verder! [Centraal] Bèta huiswerk en vragen topic