Wel nauwkeurig formuleren: kennelijk bedoel je dat zijde AB van je koordenvierhoek een middellijn is van de cirkel waarop de hoekpunten van de koordenvierhoek liggen.quote:Op zondag 10 juni 2012 16:44 schreef Aardappel2610 het volgende:
Ik heb (wederom) een vraagje over meetkunde (en nu wel in het goede topic).
De volgende koordenvierhoek is gegeven (tegen de klok in met punt A - D). De bogen BC, CD en DA zijn in de verhoudingen 1:3:5. De lijn AB ligt op het midden van de cirkel en bevat punt M.
[ afbeelding ]
Nu is het de bedoeling dat ik de hoeken uitrekenen van de koordenvierhoek. Maar ik kom niet verder aangezien ik niet weet waar ik moet beginnen/ik heb geen referentie.
Uiteraard schiet dat wél op. Kijk nog eens naar je figuur. Gegeven is (tegen de klok in) dat:quote:Op zondag 10 juni 2012 16:58 schreef Aardappel2610 het volgende:
Ja die stelling ben ik bekend mee. Ik heb al zitten kijken of ik daar iets mee kon, maar dat schoot niet op.
Ach zo, nu snap ik het.quote:Op zondag 10 juni 2012 14:18 schreef Riparius het volgende:
[..]
Vergeet even die hoek waarover punt A om het centrum O is geroteerd op een tijdstip t > 0. Maak een tekening van een gelijkzijdige driehoek ABC met centrum O. Deze tekening kun je beschouwen als een momentopname van de positie van de punten A,B,C op een gegeven tijdstip. Nu weet je dat A in de richting van B beweegt, dus de snelheidsvector v (met aangrijppunt A) ligt langs AB. Teken ook deze vector. De lengte van v in je tekening is niet belangrijk, maar omwille van de overzichtelijkheid van je tekening kun je het best de lengte van v in je tekening kleiner nemen dan de helft van de lengte van AB. Nu ontbind je deze vector in twee onderling loodrechte componenten. De radiale component vr ligt langs de radius OA en de transversale component vθ staat daar loodrecht op. Bereken nu (exact) de lengtes van vr en vθ. Dit kun je doen omdat de lengte |v| = 2 van de snelheidvector v bekend is. De lengte |vr| van de radiale component vr vertelt je nu hoe snel de afstand van punt A tot het centrum O afneemt. En aangezien je al uit had gerekend dat OA = (5/3)∙√3 op tijdstip t = 0 kun je dan ook uitrekenen op welk tijdstip zou moeten gelden dat OA = 0.
Die zag ik niet, maar nu zie ik het wel en is het me gelukt. Bedankt!quote:Op zondag 10 juni 2012 17:06 schreef Riparius het volgende:
[..]
Uiteraard schiet dat wél op. Kijk nog eens naar je figuur. Gegeven is (tegen de klok in) dat:
bg(BC) : bg(CD) : bg(DA) = 1 : 3 : 5
Nu hebben we ook nog (weer tegen de klok in) bg(AB), en dat is een halve cirkel, oftewel 180 graden, want AB is een middellijn van de cirkel. Maar die drie andere bogen die zich verhouden als 1 : 3 : 5 zijn samen ook 180 graden, want die vormen samen de andere helft van de cirkel. Nu kun je dus gemakkelijk uitrekenen hoe groot bg(BC), bg(CD) en bg(DA) zijn.
In eerste instantie heb ik het vraagstuk opgelost [link] door meetkundig af te leiden dat dr/dt = -√3, aangezien je dan geen vergelijking in poolcoördinaten hoeft op te stellen: als je eenmaal weet dat de afstand OA = r lineair afneemt met de tijd en je weet dat OA = (5/3)∙√3 voor t = 0 dan volgt direct dat OA = 0 voor t = 5/3 sec. Later [link] heb ik een afleiding gegeven voor een vergelijking in poolcoördinaten van de baan die punt A beschrijft. Je zou dan met behulp van integraalrekening de totale lengte van de (logaritmische) spiraal vanaf het startpunt van A uit kunnen rekenen, en dan moet je uiteraard op 10/3 uitkomen. De totale baanlengte wordt dan gegeven door:quote:Op zondag 10 juni 2012 17:30 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ach zo, nu snap ik het.
De hoek tussen v en vr is uiteraard 30 graden, dus:
1/2∙√3 = vr/v
v = 2 eenheden per seconde, cos(30°) is een getal zonder eenheid. Hieruit volgt direct dat vr ook de eenheid eenheden per seconde heeft.
Maargoed, oplossen geeft vr = √3
Een eenvoudige deling levert op dat het 5/3 seconden zal duren.
Maargoed, dit is een (inmiddels duidelijke) aanpak. Ik blijf echter wel zitten met de vraag hoe ik het dan via poolcoördinaten op had kunnen lossen (met r = r(θ))
OK. Als je het goed hebt gedaan moet je uitkomen op α = 40°, β = 80°, en dan uiteraard γ = 140° en δ = 100°, aangezien α + γ = β + δ = 180°.quote:Op zondag 10 juni 2012 17:52 schreef Aardappel2610 het volgende:
[..]
Die zag ik niet, maar nu zie ik het wel en is het me gelukt. Bedankt!
Deze opmerking begrijp ik niet, ik heb immers bewezen dat dr/dt = -√3.quote:Op zondag 10 juni 2012 18:35 schreef Amoeba het volgende:
Wat ik wel verbazend vind is dat hij in een rechte lijn er ongeveer 1,44 seconden over doet, en via deze weg 5/3 seconden. Dat is 'slechts' 15% langer.
Riparius:
"Het is heel eenvoudig om hiermee via
infinitesimalen een betrekking te vinden
tussen de hoek waarover punt A op een
gegeven moment is geroteerd vanaf het
beginpunt en de daarbij behorende straal."
En ik zocht me hier maar een ongeluk naar.
Wat ik me wel afvraag is of je zomaar mag stellen dat de radius lineair afneemt in de tijd, zonder dit toe te lichten.
Aardig om nog even te vermelden is dat de rectificatie (lengtebepaling) van de logaritmische spiraal voor het eerst werd gevonden door Torricelli (1608-1647), zonder gebruik van infinitesimaalrekening, aangezien die toen nog niet bestond. De methode die Torricelli gebruikte was equivalent met de vectormethode die je nu hebt gezien, alleen kende Torricelli het begrip vector nog niet. Iets later werden logaritmische oftewel equiangulaire spiralen uitvoerig bestudeerd door Jacob Bernoulli (1654-1705), die daarbij ook het begrip poolcoördinaten introduceerde. Bernoulli was zo gefascineerd door de eigenschappen van deze spiraal, dat hij in zijn testament vast had laten leggen dat er een logaritmische spiraal op zijn grafmonument moest komen, met als motto eadem mutata resurgo. Helaas wist de steenhouwer niet wat nou eigenlijk een logaritmische spiraal was, want de spiraal op het monument leek veel meer op een archimedische spiraal. De steen bestaat nog steeds en is te zien in Basel (foto).quote:× Alhoewel dit misschien wel duidelijk is aangezien v constant is en de driehoek altijd gelijkzijdig blijft. Je bent wel leerzaam trouwens, die anekdotes over de geschiedenis van de wiskunde zijn zeer interessant.
quote:Op zondag 10 juni 2012 18:54 schreef Riparius het volgende:
[..]
Deze opmerking begrijp ik niet, ik heb immers bewezen dat dr/dt = -√3.Maar in mijn oplossing is dat niet bewezen. Daarmee heb ik dus het idee dat mijn berekening (die uiteraard niet helemaal van mij is) niet waterdicht is.SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Fervent tegenstander van het korps lasergamers.
Toch wel. Gegeven is namelijk dat |v| = 2 constant is, en aangezien v langs AB ligt en ∠OAB = 30° ook constant is volgt dat de lengte |vr| van de radiale component vr langs OA eveneens constant is, en wel |vr| = √3.quote:Op zondag 10 juni 2012 18:58 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Maar in mijn oplossing is dat niet bewezen. Daarmee heb ik dus het idee dat mijn berekening (die uiteraard niet helemaal van mij is) niet waterdicht is.
Je doet het fout. In je tweede stap vereenvoudig je het linkerlid en vermenigvuldig je daar met a, maar vermenigvuldig je het rechterlid plotseling met R, en dat deugt natuurlijk niet. Als je links met een bepaalde factor vermenigvuldigt of door een bepaalde factor deelt, dan moet je dat rechts ook doen.quote:Op zondag 10 juni 2012 19:13 schreef superky het volgende:
Hallo,
Graag wil ik een vraag stellen over het isoleren van een variabele. Het gaat dan over een opdracht en die luidt: maak uit de volgende vergelijking a vrij.
Voor hem is die knop dan juist weer overbodigquote:Op zondag 10 juni 2012 19:19 schreef thenxero het volgende:
Had ik ook maar een knopje zodat ik domme posts van mezelf kon verwijderen, net als Glowmouse
Hij maakte er net gebruik van, maar dat is dus niet meer te achterhalenquote:Op zondag 10 juni 2012 19:28 schreef -J-D- het volgende:
[..]
Voor hem is die knop dan juist weer overbodig
Achja, uiteraard. Mijn excuses.quote:Op zondag 10 juni 2012 19:09 schreef Riparius het volgende:
[..]
Toch wel. Gegeven is namelijk dat |v| = 2 constant is, en aangezien v langs AB ligt en ∠OAB = 30° ook constant is volgt dat de lengte |vr| van de radiale component vr langs OA eveneens constant is, en wel |vr| = √3.
Je zou ze kunnen bewerken naar een ., maar dan kunnen moderators je originele reactie nog zien.quote:Op zondag 10 juni 2012 19:19 schreef thenxero het volgende:
Had ik ook maar een knopje zodat ik domme posts van mezelf kon verwijderen, net als Glowmouse
Je moet weten dat:quote:Op zondag 10 juni 2012 19:13 schreef superky het volgende:
Hallo,
Graag wil ik een vraag stellen over het isoleren van een variabele. Het gaat dan over een opdracht en die luidt: maak uit de volgende vergelijking a vrij.
Nou had ik het antwoord wel goed maar toch zit ik te twijfelen of mijn berekening goed is. Ik laat nu zien hoe ik het stapsgewijs heb aangepakt.
Mijn vraag is: hoe kan ik in de enelaatste stap weten dat PS een noemer wordt en R een teller en niet andersom? Verder wil ik graag vragen of ik mijn berekeningen op de juiste manier heb berekend, omdat ik dit soort wiskunde nooit heb gekregen.
Graag wacht ik op uw reactie. Alvast bedankt voor uw antwoord.
Groet,
superky
En als je niet meer weet hoe het zat, kun je het altijd nog beredeneren aan de hand van een cijfervoorbeeld. Bijvoorbeeld: 6/2=3 --> 2=6/3, en 6 = 2*3quote:
Ja ik had ook een cijfervoorbeeld gebruikt maar toch kom ik er nog steeds niet uit. Wilt u of iemand anders dan de juiste werkwijze stapsgewijs uitleggen? U mag het zeggen, want ik weet het echt nog steeds niet. Ik ben vandaag ongeveer vanaf 09:30 hiermee bezig. Niet alleen met deze vergelijking maar ook met andere vergelijkingen die er anders uit zien. En die ik moet isoleren.quote:Op zondag 10 juni 2012 19:55 schreef Unsub het volgende:
[..]
En als je niet meer weet hoe het zat, kun je het altijd nog beredeneren aan de hand van een cijfervoorbeeld. Bijvoorbeeld: 6/2=3 --> 2=6/3, en 6 = 2*3
R/(aS) = Pquote:Op zondag 10 juni 2012 20:12 schreef superky het volgende:
[..]
Ja ik had ook een cijfervoorbeeld gebruikt maar toch kom ik er nog steeds niet uit. Wilt u of iemand anders dan de juiste werkwijze stapsgewijs uitleggen? U mag het zeggen, want ik weet het echt nog steeds niet. Ik ben vandaag ongeveer vanaf 09:30 hiermee bezig. Niet alleen met deze vergelijking maar ook met andere vergelijkingen die er anders uit zien. En die ik moet isoleren.
Daarom wil ik ook er maar één vergelijking hier laten zien anders wordt het denk ik te veel? Graag wacht ik op uw reactie. Alvast bedankt voor uw antwoord.
Groet,
superky
Ik zie trouwens niet in waarom je die stelling zou gebruiken.quote:Op zondag 10 juni 2012 16:54 schreef Riparius het volgende:
[..]
Wel nauwkeurig formuleren: kennelijk bedoel je dat zijde AB van je koordenvierhoek een middellijn is van de cirkel waarop de hoekpunten van de koordenvierhoek liggen.
Ken je de stelling dat een omtrekshoek op een cirkelboog gelijk is aan de helft van de middelpuntshoek op diezelfde cirkelboog?
Ja. Je maakt namelijk impliciet gebruik van de stelling dat een omtrekshoek en een middelpuntshoek op dezelfde cirkelboog een vaste verhouding tot elkaar hebben om tot de conclusie te kunnen komen dat α : γ = 4 : 14. Je maakt alleen geen gebruik van het feit dat die verhouding 1 : 2 bedraagt maar gebruikt in plaats daarvan dat α + γ = 180° om te kunnen concluderen dat α = 40° en γ = 140°.quote:Op zondag 10 juni 2012 22:29 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ik zie trouwens niet in waarom je die stelling zou gebruiken.
We weten allemaal dat bij een bepaalde hoek een bepaalde booglengte hoort. De verhouding tussen de 3 bogen is gegeven. ∠A hoort dan bij bg(BC)+bg(CD) = 4x
(Trouwens een halve cirkel staat tot 9x, levert een simpele som op)
∠C staat op bg(AB)+bg(AD) = 14x
14x + 4x = 180° (koordenvierhoek)
x = 10°
Hieruit volgt dat ∠A = 40° (en dus ∠C = 140°)
Op dezelfde wijze vallen hoeken ∠B en ∠D te berekenen.
Of maak ik hier nu een idiote fout?
Ik lees nu inderdaad op Wikipedia dat mijn stelling "bij gelijke hoeken horen gelijke bogen" een afgeleide stelling is van de stelling die ik wilde omzeilen. Mijn bewijs is dus niet fout, toch?quote:Op maandag 11 juni 2012 02:07 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ja. Je maakt namelijk impliciet gebruik van de stelling dat een omtrekshoek en een middelpuntshoek op dezelfde cirkelboog een vaste verhouding tot elkaar hebben om tot de conclusie te kunnen komen dat α : γ = 4 : 14. Je maakt alleen geen gebruik van het feit dat die verhouding 1 : 2 bedraagt maar gebruikt in plaats daarvan dat α + γ = 180° om te kunnen concluderen dat α = 40° en γ = 140°.
Dat lijkt me niet.quote:Op maandag 11 juni 2012 02:45 schreef Muiroe het volgende:
[..]
Ik lees nu inderdaad op Wikipedia dat mijn stelling "bij gelijke hoeken horen gelijke bogen" een afgeleide stelling is van de stelling die ik wilde omzeilen.
Geef eens een linkje. Ik heb namelijk het idee dat je nu omtrekshoeken en middelpuntshoeken door elkaar haalt. Zie ook hier.quote:Mijn bewijs is dus niet fout, toch?
Je maakt nog steeds een denkfout. Het simpele feit dat gelijke omtrekshoeken op gelijke bogen staan impliceert namelijk eo ipso niet dat de grootte van een omtrekshoek ook recht evenredig is met de grootte van de boog waarop die omtrekshoek staat. Maar van dat laatste ging je wél uit.quote:Op maandag 11 juni 2012 04:03 schreef Muiroe het volgende:
Daar was ik al geweest. Het ging me om deze passage:
Ik zie trouwens ook in dat die passage niet helemaal strookt met wat ik gebruikte voor stelling. Leesfoutje.
deze wiki
[ afbeelding ]
Omtrekshoeken op dezelfde boog
Omtrekshoeken die op dezelfde boog staan, zijn even groot.
Bewijs:
Uit de hoofdeigenschap volgt: θ = 2α en θ = 2β en θ = 2ε zodat α = β = ε
Q.E.D.
(dit wordt dus bewezen met de stelling dat een omtrekshoek 2x zo klein is als een middelpuntshoek).
Of heb ik nu mis dat als een omtrekshoek gelijk is aan een andere omtrekshoek (op een andere boog) dat deze bogen dan even lang zijn? Dat is namelijk het idee van waaruit ik handel. En dat als een hoek 2x zo groot wordt een boog 2x zo groot wordt. Dat is namelijk makkelijk aan te tonen als mijn eerste 'stelling' klopt.
Ja, het is wel zo dat omtrekshoeken evenredig zijn met de bogen waarop ze staan, maar dat volgt niet uit het simpele feit dat gelijke omtrekshoeken op gelijke bogen staan. Dat is een non sequitur. Je kunt bijvoorbeeld ook zeggen dat cirkels met gelijke stralen gelijke oppervlakte hebben, maar daar volgt niet uit dat de oppervlakte van een cirkel evenredig is met de straal van die cirkel.quote:
Ja, ik volg je redenering. Waaruit volgt dit dan wel?quote:Op maandag 11 juni 2012 05:00 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ja, het is wel zo dat omtrekshoeken evenredig zijn met de bogen waarop ze staan, maar dat volgt niet uit het simpele feit dat gelijke omtrekshoeken op gelijke bogen staan. Dat is een non sequitur. Je kunt bijvoorbeeld ook zeggen dat cirkels met gelijke stralen gelijke oppervlakte hebben, maar daar volgt niet uit dat de oppervlakte van een cirkel evenredig is met de straal van die cirkel.
De evenredigheid volgt uit de bekende stelling dat een omtrekshoek op een cirkelboog gelijk is aan de helft van de middelpuntshoek op dezelfde cirkelboog. En dat is precies de stelling die jij impliciet ook gebruikte.quote:Op maandag 11 juni 2012 05:15 schreef Muiroe het volgende:
[..]
Ja, ik volg je redenering. Waaruit volgt dit dan wel?
quote:Op maandag 11 juni 2012 10:32 schreef Aardappel2610 het volgende:
Ik wil de volgende formule herleiden naar ⅙(4-a)³ :
(2 - ⅓(4-a) - ½a)(4-a)²
Echter lukt me dit niet helemaal. Heeft iemand een aanwijzing voor mij?
Ah, ik zie al wat ik fout deed. Ik maakte de vertaalslag terug naar de vorm niet.quote:Op maandag 11 juni 2012 10:37 schreef M.rak het volgende:
[..]
Vermenigvuldig dat met en je krijgt je antwoord .
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Nu nog de wiskundigen:
De Moivre
Euler
Pythagoras
Freudenthal
Viète
Ik moet er dus 12 hebben. Het liefst natuurlijk wiskundigen die bij de keuze van mijn onderwerp aansluiten!
Andere misschien nog gave ideeën?
[ Bericht 21% gewijzigd door Muiroe op 12-06-2012 21:16:41 ]
[LaTeX #7] TeXnologen voor de zetTeXniekquote:Op dinsdag 12 juni 2012 16:35 schreef Muiroe het volgende:
Weet iemand hoe ik in TeX een derdemachtswortel maak? Ik heb dit nodig voor een project voor mijn mondeling examen wiskunde B.
En ook e^(πi)
quote:Op dinsdag 12 juni 2012 16:35 schreef Muiroe het volgende:
Voor diegenen die geïnteresseerd zijn:
Voor mijn mondeling examen wiskunde B moet ik een keuze onderwerp presenteren. Mijn keuze onderwerp is De Voortgezette Integraalrekening Nagenoeg iedereen bij mij op school presenteert aan de hand van een aantal A4'tjes op een groot vel karton. Ik wil (vooral voor wiskunde B) origineel zijn en heb dus 12 wiskundige vergelijking opgesteld, met als uitkomst 1 t/m 12. Je raadt het vast al, ik ga een klok bewerken. Dus ik op de fiets naar de Action, klokje gehaald. Nu wil ik met afbeeldingen van historisch succesvolle wiskundigen hun portretten plus een wiskundige functie (die als uitkomst een heel uur heeft) op de plek van de cijfers plaatsen.
De vergelijkingen:Sowieso Gauss er nog bij die een stelling heeft bedacht waarmee je een volume-integraal kan omschrijven naar een oppervlakte-integraal.SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Nu nog de wiskundigen:
De Moivre
Euler
Pythagoras
Freudenthal
Viète
Ik moet er dus 12 hebben. Het liefst natuurlijk wiskundigen die bij de keuze van mijn onderwerp aansluiten!
Andere misschien nog gave ideeën?
http://nl.wikipedia.org/wiki/Stelling_van_Gauss
Edit: Ah, hij is dus door meerdere personen bedacht. Heb je er gelijk 3.quote:Dit theorema werd het eerst ontdekt door Joseph-Louis Lagrange in 1762, en later onafhankelijk opnieuw ontdekt door Carl Friedrich Gauss in 1813, door George Green in 1825 en in 1831 door Mikhail Vasilievich Ostrogradsky, die ook het eerste bewijs leverde. Variaties op de divergentiestelling werden dan ook naar hen genoemd.gr gr
quote:Op dinsdag 12 juni 2012 16:35 schreef Muiroe het volgende:
Voor diegenen die geïnteresseerd zijn:
Voor mijn mondeling examen wiskunde B moet ik een keuze onderwerp presenteren. Mijn keuze onderwerp is De Voortgezette Integraalrekening Nagenoeg iedereen bij mij op school presenteert aan de hand van een aantal A4'tjes op een groot vel karton. Ik wil (vooral voor wiskunde B) origineel zijn en heb dus 12 wiskundige vergelijking opgesteld, met als uitkomst 1 t/m 12. Je raadt het vast al, ik ga een klok bewerken. Dus ik op de fiets naar de Action, klokje gehaald. Nu wil ik met afbeeldingen van historisch succesvolle wiskundigen hun portretten plus een wiskundige functie (die als uitkomst een heel uur heeft) op de plek van de cijfers plaatsen.
De vergelijkingen:Stieltjes, Lebesgue, Riemann, Green, Stokes, Fourier, CauchySPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Nu nog de wiskundigen:
De Moivre
Euler
Pythagoras
Freudenthal
Viète
Ik moet er dus 12 hebben. Het liefst natuurlijk wiskundigen die bij de keuze van mijn onderwerp aansluiten!
Andere misschien nog gave ideeën?
Het idee van een wiskundige klok is niet zo origineel als je misschien denkt. Maar al je dit toch gaat gebruiken zou ik wel wat mooiere c.q. fundamentelere resultaten zoeken om te presenteren. En 'voortgezette integraalrekening', wat mogen we ons daarbij voorstellen?quote:Op dinsdag 12 juni 2012 16:35 schreef Muiroe het volgende:
Voor diegenen die geïnteresseerd zijn:
Voor mijn mondeling examen wiskunde B moet ik een keuze onderwerp presenteren. Mijn keuze onderwerp is De Voortgezette Integraalrekening Nagenoeg iedereen bij mij op school presenteert aan de hand van een aantal A4'tjes op een groot vel karton. Ik wil (vooral voor wiskunde B) origineel zijn en heb dus 12 wiskundige vergelijking opgesteld, met als uitkomst 1 t/m 12. Je raadt het vast al, ik ga een klok bewerken.
Nouja, het idee van die klok komt van een klok die lijkt het op je eerste zoekresultaat. De voortgezette integraalrekening is een hoofdstuk dat voortborduurt op hoofdstuk 10 van wiskunde B, de integraalrekening. Daar leer je de beginselen, Riemannsom, ln(x) primitiveren enzulks. De voortgezette integraalrekening behandelt vier onderdelen, cyclometrische functies (arctan/arcsin), breuksplitsen, partieel integreren en de substitutiemethode. Allemaal niet zo heel spannend op het vwo.quote:Op dinsdag 12 juni 2012 18:48 schreef Riparius het volgende:
[..]
Het idee van een wiskundige klok is niet zo origineel als je misschien denkt. Maar al je dit toch gaat gebruiken zou ik wel wat mooiere/fundamentelere resultaten zoeken om te presenteren. En 'voortgezette integraalrekening', wat mogen we ons daarbij voorstellen?
quote:Op dinsdag 12 juni 2012 16:35 schreef Muiroe het volgende:
Voor diegenen die geïnteresseerd zijn:
Voor mijn mondeling examen wiskunde B moet ik een keuze onderwerp presenteren. Mijn keuze onderwerp is De Voortgezette Integraalrekening Nagenoeg iedereen bij mij op school presenteert aan de hand van een aantal A4'tjes op een groot vel karton. Ik wil (vooral voor wiskunde B) origineel zijn en heb dus 12 wiskundige vergelijking opgesteld, met als uitkomst 1 t/m 12. Je raadt het vast al, ik ga een klok bewerken. Dus ik op de fiets naar de Action, klokje gehaald. Nu wil ik met afbeeldingen van historisch succesvolle wiskundigen hun portretten plus een wiskundige functie (die als uitkomst een heel uur heeft) op de plek van de cijfers plaatsen.
De vergelijkingen:SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Nu nog de wiskundigen:
De Moivre
Euler
Pythagoras
Freudenthal
Viète
Ik moet er dus 12 hebben. Het liefst natuurlijk wiskundigen die bij de keuze van mijn onderwerp aansluiten!
Andere misschien nog gave ideeën?
[ Bericht 0% gewijzigd door Muiroe op 12-06-2012 21:12:21 ]
Ik zou geloof ik eerder voor een bepaald (klassiek) probleem kiezen waarbij je het geleerde kunt toepassen en het ook nog een beetje spannend kunt maken door net een paar stapjes verder te gaan en iets te laten zien wat niet aan bod is gekomen in de stof. Denk aan iets als de rectificatie van een paraboolsegment waarbij je verschillende substitutiemethoden (goniometrisch, hyperbolisch, algebraïsch) kunt demonstreren om √(1 + x2) te primitiveren, of vertel (heel toepasselijk dit jaar) iets over de Mercatorprojectie en behandel het probleem van het primitiveren van 1/cos x, waarbij je wellicht ook nog iets over de Weierstraß-substitutie en de Gudermann functie kunt vertellen.quote:Op dinsdag 12 juni 2012 18:52 schreef Muiroe het volgende:
[..]
Nouja, het idee van die klok komt van een klok die lijkt het op je eerste zoekresultaat. De voortgezette integraalrekening is een hoofdstuk dat voortborduurt op hoofdstuk 10 van wiskunde B, de integraalrekening. Daar leer je de beginselen, Riemannsom, ln(x) primitiveren enzulks. De voortgezette integraalrekening behandelt vier onderdelen, cyclometrische functies (arctan/arcsin), breuksplitsen, partieel integreren en de substitutiemethode. Allemaal niet zo heel spannend op het vwo.
Maargoed, ik moet dus met opgaven komen die daarop ingaan, en dat is niet altijd even makkelijk. Vooruit, er zitten wel een paar 'bonusuren' bij.
Ik zal er eens naar kijken. Vooralsnog heb ik nu dit 'werkstuk' bijna af. Wel stom dat ik sin(1,5π) voor 1 aanzag, terwijl dit uiteraard -1 is. Zag het staan en dacht gelijk: "Wat dom "quote:Op dinsdag 12 juni 2012 20:11 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik zou geloof ik eerder voor een bepaald (klassiek) probleem kiezen waarbij je het geleerde kunt toepassen en het ook nog een beetje spannend kunt maken door net een paar stapjes verder te gaan en iets te laten zien wat niet aan bod is gekomen in de stof. Denk aan iets als de rectificatie van een paraboolsegment waarbij je verschillende substitutiemethoden (goniometrisch, hyperbolisch, algebraïsch) kunt demonstreren om √(1 + x2) te primitiveren, of vertel (heel toepasselijk dit jaar) iets over de Mercatorprojectie en behandel het probleem van het primitiveren van 1/cos x, waarbij je wellicht ook nog iets over de Weierstraß-substitutie en de Gudermann functie kunt vertellen.
"cyclometrische functies (arctan/arcsin), breuksplitsen, partieel integreren en de substitutiemethode."quote:En 'voortgezette integraalrekening', wat mogen we ons daarbij voorstellen?
Dat was wiskunde B1,2. Nu wordt er ook een hoop behandeld in wiskunde D, zoals limieten en complexe getallen. Enfin, ik doe m'n best om een hoop bij te leren voordat ik naar de TU ga.quote:Op dinsdag 12 juni 2012 20:30 schreef Bram_van_Loon het volgende:
[..]
"cyclometrische functies (arctan/arcsin), breuksplitsen, partieel integreren en de substitutiemethode."
Dus wat basale integratietechnieken die niet lang geleden nog een onderdeel waren van de Wiskunde-B-stof en die nu een keuze-onderdeel zijn geworden bij wiskunde B. Jammer, bij calculus op de universiteit moeten ze nu nogmaals die onderdelen behandelen waardoor andere onderdelen niet behandeld kunnen worden.
Wel een gelukje. Het getal 6 had ik nou net uitgeprint, geplastificeerd en uitgeknipt. Mis ik de /pi, kudt.quote:Op dinsdag 12 juni 2012 21:55 schreef thenxero het volgende:
6 keer de pdf van de standaardnormale verdeling geïntegreerd over de reële getallen (ook wel Gaussverdeling)
Een mondeling examen wiskunde B, wie heeft dat verzonnen?quote:Op dinsdag 12 juni 2012 22:13 schreef thenxero het volgende:
jaja harde struggles op de middelbare school
Ja, moet hij natuurlijk wél kunnen vertellen hoe je dit aan kunt tonen. Daar zijn een hoop manieren voor die minder afgezaagd zijn dan de bekende conversie naar een dubbelintegraal en dan transformatie naar poolcoördinaten. Misschien is dit artikel aardig om mee te beginnen.quote:Op dinsdag 12 juni 2012 21:55 schreef thenxero het volgende:
6 keer de pdf van de standaardnormale verdeling geïntegreerd over de reële getallen (ook wel Gaussverdeling)
Daar wilde ik me nog in gaan verdiepen.quote:Op dinsdag 12 juni 2012 22:33 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ja, moet hij natuurlijk wél kunnen vertellen hoe je dit aan kunt tonen. Daar zijn een hoop manieren voor die minder afgezaagd zijn dan de bekende conversie naar een dubbelintegraal en dan transformatie naar poolcoördinaten. Misschien is dit artikel aardig om mee te beginnen.
Het lijkt me vrij duidelijk dat Riparius wiskunde gestudeerd heeft.quote:Op dinsdag 12 juni 2012 22:44 schreef Muiroe het volgende:
[..]
Ik blijf benieuwd naar wat jij allemaal gestudeerd hebt (ook al wil je het niet zeggen.)
Ik las toevallig zijn post in een topic wat ging over Nederlands (hexameters meende ik). Toevallig legde ik dit uit zuivere interesse voor aan mijn docente Nederlands, die moest volgens mij heel diep teruggraven voordat ze het me uit kon leggen. En niet iedere wiskundige heeft wiskunde gestudeerd. Dit volgt wel uit Riparius zijn voorbeeld over Argand, wiens publicatie over de complexe getallen in zijn eigen boekhandeltje te vinden was. (als ik het goed begrepen heb)quote:Op dinsdag 12 juni 2012 22:48 schreef thenxero het volgende:
[..]
Het lijkt me vrij duidelijk dat Riparius wiskunde gestudeerd heeft.
Volgens mij ben je een post te laat.quote:
Die heeft de docent bij infi A ook een keer voorgedaan, eens kijken of ik er nog iets van snap.quote:Op dinsdag 12 juni 2012 22:33 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ja, moet hij natuurlijk wél kunnen vertellen hoe je dit aan kunt tonen. Daar zijn een hoop manieren voor die minder afgezaagd zijn dan de bekende conversie naar een dubbelintegraal en dan transformatie naar poolcoördinaten. Misschien is dit artikel aardig om mee te beginnen.
Prof. Hogendijk?quote:Op dinsdag 12 juni 2012 23:54 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Die heeft de docent bij infi A ook een keer voorgedaan, eens kijken of ik er nog iets van snap.
Een loxodroom is een koerslijn (in het engels ook rhumb line), oftewel een lijn op het aardoppervlak die alle meridianen onder een gelijke hoek snijdt. Als je een stereografische kaartprojectie maakt dan is de projectie van een loxodroom een logaritmische spiraal (!) met de noordpool of de zuidpool als centrum. Om nu te bereiken dat deze koerslijnen oftewel loxodromen op je kaartprojectie als rechte lijnen verschijnen (zodat je een zeekaart kunt maken waarop koersen als rechte lijnen zijn uit te zetten) heb je dus een hoekgetrouwe (conforme) projectie nodig waarbij tevens de meridianen als parallelle lijnen worden weergegeven. Lees ook het hoofdstuk A Mapmaker's Paradise uit het boekje van Maor en dit Wikipedia artikel, dan zal alles je wel duidelijker worden.quote:Op woensdag 13 juni 2012 12:14 schreef Muiroe het volgende:
Goed, ik ben dat artikel over de Secant aan het lezen. Het stuk wat ik niet begrijp komt meteen na figuur 1, ofwel het bovenste stukje. Wat is een loxodrome precies, en wat heeft secθ hiermee te maken?
Heel eenvoudig, je kent toch wel de volgende rekenregel voor machten:quote:Op woensdag 13 juni 2012 15:42 schreef MrBaas het volgende:
Vraagje, 4VWO:
(1/2)^-x+2 + 2^x+3 = 4 1/8
(2^-1)^-x+2 + 2^x+3 = 4 1/8
2^x-2 + 2^x+3 = 4 1/8
2^x-2 + 2^x-2 * 2^5 = 4 1/8
Het vetgedrukte begrijp ik niet
Hoezo wordt 2^x+3 vervangen voor 2^x-2 * 2^5
Begrijp het nog steeds niet.quote:Op woensdag 13 juni 2012 16:27 schreef Riparius het volgende:
[..]
Heel eenvoudig, je kent toch wel de volgende rekenregel voor machten:
ap+q = ap∙aq
Gebruik trouwens superscript voor je exponenten, dat is er niet voor niets.
De clou is hier dat je 2x+3 herschrijft als het product 2x-2∙25 omdat je dan in het linkerlid van je vergelijking een factor 2x-2 buiten haakjes kunt halen. En je ziet toch hopelijk wel in dat x + 3 = (x - 2) + 5.quote:
Metquote:Op woensdag 13 juni 2012 19:03 schreef MrBaas het volgende:
Waarom is:
5x-1
hetzelfde als:
5x-2 * 51
Ik snap het nogsteeds niet helemaal. Hoe doe je dit nou ?
Snap je de regel wel?quote:Op woensdag 13 juni 2012 19:03 schreef MrBaas het volgende:
Waarom is:
5x-1
hetzelfde als:
5x-2 * 51
Ik snap het nogsteeds niet helemaal. Hoe doe je dit nou ?
Haha, wel uniek ja. Eigenlijk moeten ze hem een keer een gong geven om aan te geven wanneer het college begint.quote:Op woensdag 13 juni 2012 16:14 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Ja. Wat een baas is dat trouwens, met zijn klankschaal [ afbeelding ].
Je begrijpt dat we een hoekgetrouwe (conforme) projectie nodig hebben waarbij bovendien de meridianen als parallelle lijnen worden afgebeeld om te bewerkstelligen dat loxodromen (koerslijnen) als rechte lijnen zullen worden afgebeeld op de kaartprojectie.quote:Op woensdag 13 juni 2012 23:39 schreef Muiroe het volgende:
Ik snap nu wat het probleem was vroeger, wat de reeds bestaande mogelijkheden waren, wat een loxodrome en een grootcirkel / orthodrome is. Verder snap ik het verband tussen de straal van een breedtegraad en de afstand tot de evenaar. Ik snap alleen niet precies waar de integraal over de secans nu voor dient. Nu duurt een mondeling examen maar 40 minuten, waarvan ik misschien 5 minuten krijg om te presenteren, dus ik weet niet of ik ook nog toekom aan de Gudermann functie..
Ziet er keurig uit voor boeken van bijna 90 jaar oud, daar bof je maar mee (mijn exemplaar is een stuk minder).quote:
Het is wel 'professioneel gerestaureerd'. Het is uiteraard niet puntgaaf, maar enfin. En er is veel in de kantlijn geschreven met potlood. f(x) = f{a+(x-a)} dit soort dingen (Taylorreeks)quote:Op donderdag 14 juni 2012 13:44 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ziet er keurig uit voor boeken van bijna 90 jaar oud, daar bof je maar mee (mijn exemplaar is een stuk minder).
Jazeker, maar dat zit al verdisconteerd in formule (1). Als je een punt op aarde hebt met geografische coördinaten (λ;φ), dan heeft de breedtecirkel die door dat punt loopt een radius R∙cos φ, zodat de werkelijke afstand van dat punt op aarde tot de nulmeridiaan gemeten langs de breedtecirkel (afgezien van het teken) R∙cos φ∙λ bedraagt. Op de kaart zou dat dus een horizontale coördinaat x = s0∙R∙cos φ∙λ opleveren als we de afbeelding niet in horizontale richting zouden rekken met een factor 1/cos φ = sec φ. Maar omdat we wel rekken in horizontale richting met een factor sec φ wordt de horizontale coördinaat dus x = s0∙R∙cos φ∙λ∙sec φ = s0∙R∙λ.quote:Op donderdag 14 juni 2012 17:08 schreef Muiroe het volgende:
Goed, ik snap je tekst, op 2 kleine stukjes na.
(1): Bij de horizontale afstand krijg je omwille van de rek toch ook een vermenigvuldiging met sec(φ)?
Ik neem aan dat het nu wel duidelijk is.quote:En daarmee begrijp ik waarschijnlijk de vergelijking tussen (1) en (8) ook niet. (Ofwel het laatste stukje)
x is een variabele, p wordt als een bekende constante beschouwd, evenals q.quote:Op donderdag 14 juni 2012 19:11 schreef superky het volgende:
Hallo,
Graag wil ik een vraagje stellen over de formule: y=a(x-p)^2+q
Mijn vraag is wat is x? Ik had al gegoogled maar ik kon het antwoord nog niet vinden. Alvast bedankt voor uw antwoord .
Groet,
superky
Dat wordt waarschijnlijk bedoeld, maar in principe kan y een functie zijn van p,q en/of x, zolang je dat niet aangeeft met haakjes.quote:Op donderdag 14 juni 2012 19:20 schreef Muiroe het volgende:
[..]
x is een variabele, p wordt als een bekende constante beschouwd, evenals q.
Om x te kunnen berekenen hebben we wel wat meer informatie nodig. Het uitwerken van de haakjes levert op:
x2 - 2px + p2 + q
Bepaal de functie van de parabool als de parabool de x-as snijdt voor x=0 en x=3quote:Op donderdag 14 juni 2012 19:20 schreef Muiroe het volgende:
[..]
x is een variabele, p wordt als een bekende constante beschouwd, evenals q.
Om x te kunnen berekenen hebben we wel wat meer informatie nodig. Het uitwerken van de haakjes levert op:
x2 - 2px + p2 + q
Je vraag is strict genomen niet te beantwoorden, je formule geeft alleen aan hoe een grootheid y is gerelateerd aan de grootheden a, p, q en x. Maar doorgaans worden x en y voor variabelen of onbekende grootheden gebruikt en letters als a, p en q voor constanten of bekende grootheden. In een cartesisch assenstelsel met een x-as en een y-as stelt deze formule voor a ongelijk aan nul de vergelijking voor van een parabool met als top het punt met de coördinaten (p;q). Als a > 0 dan is het een dalparabool en als a < 0 een bergparabool. Begrijp je dit?quote:Op donderdag 14 juni 2012 19:11 schreef superky het volgende:
Hallo,
Graag wil ik een vraagje stellen over de formule: y = a(x-p)2+q
Mijn vraag is wat is x? Ik had al gegoogled maar ik kon het antwoord nog niet vinden. Alvast bedankt voor uw antwoord .
Groet,
superky
Bedenk eerst eens dat de snijpunten van de parabool met de x-as symmetrisch liggen t.o.v. de (verticale) symmetrie-as van de parabool, en dat de top van de parabool op de symmetrie-as ligt. Wat zijn dus de coördinaten van de top van de parabool?quote:Op donderdag 14 juni 2012 19:26 schreef superky het volgende:
[..]
Bepaal het functievoorschrift van de parabool als de parabool de x-as snijdt voor x=0 en x=3
en als verder nog gegeven is dat de top op de lijn y=-7 ligt.
f(x)=...
(3/2, -7)quote:Op donderdag 14 juni 2012 19:37 schreef Riparius het volgende:
[..]
Bedenk eerst eens dat de snijpunten van de parabool met de x-as symmetrisch liggen t.o.v. de (verticale) symmetrie-as van de parabool, en dat de top van de parabool op de symmetrie-as ligt. Wat zijn dus de coördinaten van de top van de parabool?
Dat is correct. Het functievoorschrift waarvan de grafiek een parabool is met top (p;q) is in het algemeen:quote:
Hoi, sorry dat ik nu een beetje laat reageer maar a=63/4quote:Op donderdag 14 juni 2012 19:49 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dat is correct. Het functievoorschrift waarvan de grafiek een parabool is met top (p;q) is in het algemeen:
f(x) = a(x - p)2 + q
Nu weten we al dat p = 3/2 en q = -7, dus hebben we:
f(x) = a(x - 3/2)2 - 7
Nu moeten we de waarde van a nog bepalen. Je weet dat x = 0 en x = 3 de nulpunten zijn van deze functie, dus f(0) = f(3) = 0. Als je dus (bijvoorbeeld) x = 0 invult in het functievoorschift dat we nu hebben, dan moet de uitkomst nul zijn. Gebruik dit om de waarde van a te bepalen.
Thanks je hebt het correct.quote:Op donderdag 14 juni 2012 21:53 schreef Amoeba het volgende:
met
Misschien moet je je berekening eens bekijken.
Je moet weten dat:
Ik heb geen idee hoe je aan die 100a komt, maar als je zowel de x als de y invult krijg je dit:quote:Op zaterdag 16 juni 2012 11:11 schreef superky het volgende:
Ik laat jullie ook mijn berekeningen zien dan is het duidelijk wat ik heb gedaan.
Door het punt (2,-1)
Oh ik had zomaar 2*-5 gedaan :S. Maar harstikke bedankt ik ga nu beter mijn ogen open houden xD.quote:Op zaterdag 16 juni 2012 11:30 schreef PizzaGeit het volgende:
[..]
Ik heb geen idee hoe je aan die 100a komt, maar als je zowel de x als de y invult krijg je dit:
Oke dus beide antwoorden zijn dus goed? Die computer zei dat mijn antwoord fout was :S.quote:Op zaterdag 16 juni 2012 13:15 schreef PizzaGeit het volgende:
x-0 is hetzelfde als x
Dus je hebt het gewoon goed gedaan
Dat is dus ook de reden waarom ze meestal computers niet laten nakijkenquote:Op zaterdag 16 juni 2012 13:24 schreef superky het volgende:
[..]
Oke dus beide antwoorden zijn dus goed? Die computer zei dat mijn antwoord fout was :S.
En 1a is toch hetzelfde als a of niet? Nog dankjewel voor je antwoord
Zeker als er "vereenvoudig je antwoord zoveel mogelijk" o.i.d. staat.quote:Op zaterdag 16 juni 2012 14:04 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Trouwens, als je een beetje strenge leraar hebt zou die dingen als x-0 niet vereenvoudigen ook nog wel fout kunnen rekenen.
Een computer zegt helemaal niets, hooguit een computerprogramma. Wat zegt datzelfde programma als je f(x) = 5 - 5x2 of f(x) = 5(1 - x2) als antwoord zou geven?quote:Op zaterdag 16 juni 2012 13:24 schreef superky het volgende:
[..]
Oke dus beide antwoorden zijn dus goed? Die computer zei dat mijn antwoord fout was :S.
En 1a is toch hetzelfde als a of niet? Nog dankjewel voor je antwoord
Ik had wel opgeschreven wat de computer als antwoord gaf, het waren er twee:quote:Op zaterdag 16 juni 2012 18:04 schreef Riparius het volgende:
[..]
Een computer zegt helemaal niets, hooguit een computerprogramma. Wat zegt datzelfde programma als je f(x) = 5 - 5x2 of f(x) = 5(1 - x2) als antwoord zou geven?
Overigens zou het helpen als je eens vertelt wat je precies moet bestuderen voor dat toelatingsexamen dat je kennelijk wil gaan afleggen, en welk boek of welke cursus je daarvoor gebruikt. Ik heb het idee dat je steeds stukloopt op zaken die nog stukken elementairder zijn dan de stof die je geacht wordt te bestuderen, wat dus betekent dat je het examen zo in ieder geval niet gaat halen.
Je begrijpt dat je de wiskunde achter een vraagstuk moet snappen alvorens je een vraagstuk volledig kan begrijpen? Mensen die wiskunde proberen op te lossen aan de hand van vaste regeltjes komen over het algemeen niet ver, wiskunde is begrijpen. Klinkt een beetje hard, maar als je vast blijft lopen op deze opgaven heb je duidelijk niet begrepen hoe een functievoorschrift van een parabool in elkaar zit.quote:Op zaterdag 16 juni 2012 18:30 schreef superky het volgende:
[..]
Ik had wel opgeschreven wat de computer als antwoord gaf, het waren er twee:
Of
De computer genereert telkens een andere vraag en die vraag heb ik niet meer voor mijn neus. Maar ik zal wel de manier waarop je je antwoorden hebt geschreven eens gaan gebruiken als ik weer zo'n vraag krijg.
Het is een zomercursus van de HvA en ik heb ook een boek HTO basisvaardigheden wiskunde (2e herziene druk ISBN: 978-90-01-76438-8) van Noordhoff Uitgevers. Maar ik leer niet uit het boek, ik oefen, nadat de docent uitleg heeft gegeven, op de computer omdat die vragen ook worden gesteld tijdens de toets.
Oke kan hem dus verwaarlozen. Zou je het misschien in woorden kunnen uitleggen. Ik heb die big-O notatie nooit begrepen en hoe zit het met ?quote:
Even kijken... Heb het nog ergens staan:quote:Op zondag 17 juni 2012 22:06 schreef Dale. het volgende:
[..]
Oke kan hem dus verwaarlozen. Zou je het misschien in woorden kunnen uitleggen. Ik heb die big-O notatie nooit begrepen en hoe zit het met ?
Je moet een particuliere oplossing vinden en de homogene vgl oplossen. Algemene oplossing is dan particulier + homogeen. En bedoel je daar een lambda?quote:Op maandag 18 juni 2012 12:58 schreef GoodGawd het volgende:
Vraagje, als ik de differntial equation heb:
y'' - 2y'- 3y = 3e2t
En ze vragen de general solution moet ik dit dan met dmv particular solution methode oplossen. Want dit is een niet homogene equation right.
Bij een homogene bijv:
y'' - 2y'- 3y = 0
kan ik gewoon de y subtitueren met (omgekeerde gamma, hoe heet dat tekentje ook alweer lol .... ) en dan verder oplossen spreek voor zich.
Heb je al bedacht wat je voor je mondelinge presentatie gaat doen? Ik ontdekte vandaag dat je lang geleden een vraag hebt gesteld die relevant is voor de meetkundige interpretatie van de Weierstraß substitutie, maar dat je toen niets met mijn hint hebt gedaan.quote:Op maandag 18 juni 2012 21:23 schreef Amoeba het volgende:
Q1 en Q3 liggen ieder op een kwart van de getallenverzameling. Ze heten ook wel kwartielen.
Ik heb de Mercatorprojectie voorbereid, toevallig dat ik vandaag tijdens Nederlands me aan het inlezen was over bovengenoemde persoon, maar van die poging kwam niet veel terecht. Ik heb een felle discussie met mijn docenten wiskunde B gehad, misschien dat jij het antwoord weet?quote:Op maandag 18 juni 2012 21:30 schreef Riparius het volgende:
[..]
Heb je al bedacht wat je voor je mondelinge presentatie gaat doen? Ik ontdekte vandaag dat je lang geleden een vraag hebt gesteld die relevant is voor de meetkundige interpretatie van de Weierstraß substitutie, maar dat je toen niets met mijn hint hebt gedaan.
Tja, dat is niet zozeer een wiskundige vraag, maar meer dat je advies wil hebben. Ik begrijp wel dat de eerste docent(e) het afraadt om nog iets over de Mercatorprojectie te vertellen als je toch al de klok gaat doen (is dat soms een idee van hem/haar?) omdat het dan bij elkaar gewoon te veel wordt. De tijd gaat altijd veel sneller voorbij dan je denkt als je een presentatie doet waar het erg op de details aankomt.quote:Op maandag 18 juni 2012 21:38 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ik heb de Mercatorprojectie voorbereid, toevallig dat ik vandaag tijdens Nederlands me aan het inlezen was over bovengenoemde persoon, maar van die poging kwam niet veel terecht. Ik heb een felle discussie met mijn docenten wiskunde B gehad, misschien dat jij het antwoord weet?
Ik heb als keuzeonderwerp de voortgezette integraalrekening, een K(euze)-onderwerp in deel 3 van Getal en Ruimte. Mijn ene docent motiveerde mij om die klok te maken, en raadde het af daarnaast een aanvullende presentatie over de Mercatorprojectie te geven, mijn andere docent was juist niet gecharmeerd van die klok, maar vond dat stukje verdieping wel een goed idee. Wat vinden de examinatoren nou goed?
Ik doelde op een post van lang geleden, uit oktober 2011 om precies te zijn. Ben je waarschijnlijk al lang weer vergeten, maar ik niet, omdat ik het zo'n gemiste kans vond.quote:Ik kan me die post met 3 linkjes nog heel goed herinneren. (Gudermann functie zat er ook bij)
Hoeveel tijd krijg je voor je presentatie? En zijn je klasgenoten er dan ook bij als je je verhaal houdt, of gebeurt dat in besloten kring met alleen de examinatoren?quote:Maar zo'n examen duurt 40 minuten, waarin een casus, een keuzeonderwerp en de rest behandeld moet worden..
Waarschijnlijk snapt die ene docent geen bal van projecties.quote:Op maandag 18 juni 2012 21:59 schreef Amoeba het volgende:
Ter verduidelijking, ik doe staatsexamen. Ik moet voor ieder vak slechts een schriftelijk en mondeling examen afleggen, schoolexamens doen we niet aan. M.u.v. bepaalde examens, zo zijn wiskunde D en maatschappijleer enkel mondeling.
Het betreft dus een onderonsje tussen mij en 2 examinatoren. Ik hoop voor die presentatie 10 minuten te krijgen. Ik wil ook niet zoveel met die klok doen, maar direct toestemming vragen om die presentatie te houden. Maar ik moest een werkstuk daarover maken, dus het is aan de gratie van mijn examinatoren.
Maargoed, J. is mijn docent, hij kwam met het idee v/d klok, inderdaad. Toen ik dat hier neerzette kwam jij met dat stukje verdieping, waar J. niet zo van gecharmeerd was, maar M., een eerstegraads docent wel.
En een quote van die post zou gewenst zijn.
Ah zo. Die andere docent is misschien bang dat hij het zelf niet meer gemakkelijk kan volgen, of alleen na er zelf extra moeite voor te hebben gedaan waar hij wellicht geen zin in heeft? Of denkt die docent wellicht dat je het niet goed aankunt? Je neemt natuurlijk wel een zeker risico als je iets gaat presenteren wat voor jezelf ook nieuw is. Je moet dan wel sterk in je schoenen staan en je onderwerp goed beheersen, zodat je geen onzekere indruk maakt tijdens het examen en eventuele 'lastige' vragen ook goed kunt beantwoorden.quote:Op maandag 18 juni 2012 21:59 schreef Amoeba het volgende:
Ter verduidelijking, ik doe staatsexamen. Ik moet voor ieder vak slechts een schriftelijk en mondeling examen afleggen, schoolexamens doen we niet aan. M.u.v. bepaalde examens, zo zijn wiskunde D en maatschappijleer enkel mondeling.
Het betreft dus een onderonsje tussen mij en 2 examinatoren. Ik hoop voor die presentatie 10 minuten te krijgen. Ik wil ook niet zoveel met die klok doen, maar direct toestemming vragen om die presentatie te houden. Maar ik moest een werkstuk daarover maken, dus het is aan de gratie van mijn examinatoren.
Maargoed, J. is mijn docent, hij kwam met het idee v/d klok, inderdaad. Toen ik dat hier neerzette kwam jij met dat stukje verdieping, waar J. niet zo van gecharmeerd was, maar M., een eerstegraads docent wel.
Ik doelde op deze post. Wellicht vraag je je nu af wat dit met de Weierstraß substitutie te maken kan hebben, maar om dat te begrijpen zou je dit en dit eens door kunnen nemen. Ik gaf destijds pythagoreïsche tripletten als hint, maar daar reageerde niemand op. Het verband is uiteraard dat de Weierstraß substitutie een rationale parametrisatie van de eenheidscirkel geeft en dat er oneindig veel punten met rationale coördinaten op de eenheidscirkel liggen die corresponderen met pythagoreïsche tripletten (a,b,c), aangezien uit a2 + b2 = c2 volgt dat (a/c)2 + (b/c)2 = 1, zodat de punten (a/c;b/c), (-a/c;b/c), (-a/c;-b/c), (a/c;-b/c) met rationale coördinaten op de eenheidscirkel liggen. Als je meer wil weten over dit laatste zou je p. 152-155 van dit boek eens door kunnen nemen.quote:En een quote van die post zou gewenst zijn.
Als ik me even beperk tot de wiskundige aspecten (dus niet de historische of nautische aspecten) dan zou je bijvoorbeeld als vraag kunnen krijgen hoe je ½∙ln((1 + sin φ)/(1 - sin φ)) (met -½π < φ < ½π) goniometrisch herleidt tot ln(sec φ + tan φ) of tot ln(tan(π/4 + φ/2)).quote:Op maandag 18 juni 2012 22:37 schreef Amoeba het volgende:
Wat zouden een paar lastige vragen dan kunnen zijn? Ik verwacht dat de presentatie niet zo moeilijk zal zijn.
Ik kan de integraal over de secans uitschrijven en herleiden tot ln(secx + tanx) Vermenigvuldigen met 1 + sin phi, het kwadraat wegwerken (lnx^2 = 2lnx) en je bent al bijna klaar. Verder had ik dit in mijn presentatie sowieso al herleid, maargoed.quote:Op maandag 18 juni 2012 23:03 schreef Riparius het volgende:
[..]
Als ik me even beperk tot de wiskundige aspecten (dus niet de historische of nautische aspecten) dan zou je bijvoorbeeld als vraag kunnen krijgen hoe je ½∙ln((1 + sin φ)/(1 - sin φ)) (met -½π < φ < ½π) goniometrisch herleidt tot ln(sec φ + tan φ) of tot ln(tan(π/4 + φ/2)).
Waarschijnlijk heeft die lerarenopleiding gedaan op het hbo. Dan schijn je echt niet meer te leren dan de standaard vwo stof. Echt slecht eigenlijk, want dan sta je niet/nauwelijks boven de stof. Maarja beter één leraar dan geen leraar....quote:Op maandag 18 juni 2012 22:25 schreef Amoeba het volgende:
Ik moet wel toegeven dat zodra ik buiten de stof van het vwo treed hij me nauwelijks kan volgen.
Hij is begonnen op de universiteit, maar is afgevallen naar een lerarenopleiding op het HBO inderdaad. Nou was zijn motivatie bij aanvang v/h schooljaar nog uitstekend, nu is het weinig meer waard.quote:Op maandag 18 juni 2012 23:25 schreef thenxero het volgende:
[..]
Waarschijnlijk heeft die lerarenopleiding gedaan op het hbo. Dan schijn je echt niet meer te leren dan de standaard vwo stof. Echt slecht eigenlijk, want dan sta je niet/nauwelijks boven de stof. Maarja beter één leraar dan geen leraar....
Dan zal het geen toppertje geweest zijn . Is hij net begonnen met lesgeven?quote:Op maandag 18 juni 2012 23:28 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Hij is begonnen op de universiteit, maar is afgevallen naar een lerarenopleiding op het HBO inderdaad. Nou was zijn motivatie bij aanvang v/h schooljaar nog uitstekend, nu is het weinig meer waard.
Wiskunde B niet meer, misschien wiskunde D.quote:Op maandag 18 juni 2012 23:35 schreef thenxero het volgende:
Dat is toch ook gewoon standaard vwo stof?
Pff, en dat moet dan lesgeven . Hopelijk op het vmbo of zo, alhoewel ze daar ook gewoon sin en cos krijgen (tan slaan ze denk ik over).quote:Op maandag 18 juni 2012 23:36 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Wiskunde B niet meer, misschien wiskunde D.
Ik denk dat Riparius op een uitzonderlijk lange verklarende post broedt
Maargoed, ik heb ooit een docente gehad die ik de tangens uit kon gaan leggen, dus het niveau is gestegen.
Daar heb ik eigenlijk even geen tijd voor. Ik vond nog wel twee artikelen waar je misschien wat aan hebt, hier en hier.quote:Op maandag 18 juni 2012 23:36 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Wiskunde B niet meer, misschien wiskunde D.
Ik denk dat Riparius op een uitzonderlijk lange verklarende post broedt
Dat moet een zij-instromer zijn.quote:Maargoed, ik heb ooit een docente gehad die ik de tangens uit kon gaan leggen, dus het niveau is gestegen.
Het is te zot voor woorden. De stof van wiskunde B op VWO-niveau kan gemakkelijk in een half jaar worden gedoceerd (half jaar alleen dat) op HBO-niveau. Het is niet meer dan wat calculus en een klein beetje meetkunde. Hoe kan het dat bij een vierjarige HBO-opleiding voor leraar wiskunde nog geen 1/8ste wordt besteed aan het vak zelf. Natuurlijk is er ook wat pedagogie nodig maar die pedagogie moet relatief gezien de bijzaak zijn, de wiskunde de hoofdzaak. Verhoudingsgewijs zou minstens 3 jaar aan de wiskunde worden besteed en maximaal 1 jaar aan de pedagogie.quote:Waarschijnlijk heeft die lerarenopleiding gedaan op het hbo. Dan schijn je echt niet meer te leren dan de standaard vwo stof. Echt slecht eigenlijk, want dan sta je niet/nauwelijks boven de stof. Maarja beter één leraar dan geen leraar....
Misschien nuttig om nog even op te merken dat je 1/cos φ op verschillende manieren in breuken kunt splitsen die zich eenvoudig laten primitiveren. Behalve de methode van Barrow, die neerkomt op:quote:Op dinsdag 19 juni 2012 06:19 schreef Amoeba het volgende:
Het valt allemaal wel mee als je het eenmaal begrijpt. Als je Riparius zijn uitleg leest is het je voor 9/10de duidelijk, althans voor mij. Voor het mondeling examen moet je een onderwerp voorbereiden uit een lijstje, daarin staan o.a. de voortgezette integraalrekening (mijn keuze), complexe getallen, perspectief en nog wat onzin. Als presentatie van mijn keuzeonderwerp heb ik dus de Mercatorprojectie ( Het probleem van 1/cosφ primitiveren sluit daarbij aan (substitutiemethode & breuksplitsen)) voorbereid, maar de kans zit er ook in dat de examinatoren het niet eens aan willen horen..
@ Riparius:
Quite Easily Done
Dat zie je direct als je in de vergelijking met de twee breuken, die twee breuken bij elkaar optelt (noemers gelijk maken, etc).quote:Op woensdag 20 juni 2012 12:01 schreef Amoeba het volgende:
(cos(x))/((1-sin(x)) (1+sin(x)))
Waarom is dit gelijk aan ½ cosx/(1+sinx) + ½cosx/(1-sinx)?
In het algemeen heb je:quote:
Dat dacht ik in eerste instantie ook, maar dan zou het antwoord wat de docent heeft gegeven niet kloppen, Het plaatje klopt nu exact met wat de docent heeft gegeven.quote:Op woensdag 20 juni 2012 15:44 schreef thenxero het volgende:
Oke, in dat geval is de notatie vreemd en heb je geen kettingregel nodig. Je kan gewoon direct gebruiken dat de afgeleide naar x van x² gelijk is aan 2x.
En die x^dot is dan gewoon 1 ( dx/dx = 1)
Jaquote:Op woensdag 20 juni 2012 15:48 schreef thenxero het volgende:
Waarschijnlijk zit er toch een variabele verborgen in je vergelijking, anders is je docent wel raar als hij de afgeleide zo opschrijft. Betekent die dot misschien afgeleide naar de tijd?
Aha. In dat geval zal x een functie van t zijn.quote:
Heel erg bedankt, Ik heb het even bij andere opgaven toegepast en ik snap hetquote:Op woensdag 20 juni 2012 15:55 schreef thenxero het volgende:
[..]
Aha. In dat geval zal x een functie van t zijn.
Dus je kan schrijven V(x,t) = ½ J (x(t))². Er geldt dan
Een directe toepassing van de kettingregel dus. Misschien herken je het niet omdat de functie x(t) niet expliciet gegeven is. Maar stel dat je (sin(t))^2 moest differentiëren naar t, dan zul je dat op dezelfde manier doen alleen kan je wel berekenen wat d/dt sin(t) is.
Als je je uiteindelijke versie op schrift hebt staan, wil ik het (als je daar tenminste prijs op stelt) wel even doorkijken om te zien of er geen rare dingen of onjuistheden in staan.quote:Op woensdag 20 juni 2012 14:06 schreef Amoeba het volgende:
Goed, het stukje over de integraal zit er goed in. Nu moet ik nog de inleiding (orthodroom-/loxodroomnavigatie), ofwel de probleemstelling. Dan schrap ik omwille van de hoeveelheid tijd het hele stuk over de cartesische en geografische coördinaten, maar ga ik direct door op de integraal. Breuksplitsen, cyclometrische functies en substitutiemethode. Mooie samenvatting.
Dit is Riparius.quote:Op woensdag 20 juni 2012 19:37 schreef thenxero het volgende:
Ik ken iemand die in real life een QED handtekening hanteert
Tja, dat ■ van Halmos vind ik niks. Maar misschien schrijf ik de volgende keer wel ΟΕΔ voor ὅπερ ἔδει δεῖξαι, dan denken mensen in ieder geval niet dat het Engels is.quote:
Persoonlijk vind ik het Latijn toch mooier dan het Grieks.quote:Op woensdag 20 juni 2012 20:21 schreef Riparius het volgende:
[..]
Tja, dat ■ van Halmos vind ik niks. Maar misschien schrijf ik de volgende keer wel ΟΕΔ voor ὅπερ ἔδει δεῖξαι, dan denken mensen in ieder geval niet dat het Engels is.
Dan ben je er al bijna. Schrijf maar op wat je met De Morgan krijgt.quote:Op woensdag 20 juni 2012 20:54 schreef Juicyhil het volgende:
[ afbeelding ]
Dit is er bijvoorbeeld eentje. Je moet bij deze aantonen dat het een tautologie is d.m.v. het herschrijven.
Ik zou hier dan bijvoorbeeld De Morgan gebruiken gezien de dubbele negatie. Maar verder kom ik gewoon echt niet.
Je past De Morgan niet goed toe, je conjunctie/disjunctie-teken klapt dan om.quote:
Neequote:Op woensdag 20 juni 2012 21:08 schreef Amoeba het volgende:
Is dan niet:
-q = p
p = p
Dus een tautologie? Dan ben je toch klaar?
Verder heb ik er niet zoveel verstand van, maar -q v p = p klinkt een beetje dubbel.
Ik zag die strepen en dacht aan geconjugeerde letters. Maargoed, ik probeerde mee te denkenquote:Op woensdag 20 juni 2012 21:09 schreef thenxero het volgende:
[..]
Je past De Morgan niet goed toe, je conjunctie/disjunctie-teken klapt dan om.
[..]
Nee
Als je deze wiki leest: http://en.wikipedia.org/wiki/De_Morgan%27s_laws , dan zie je waar het over gaat.quote:Op woensdag 20 juni 2012 21:10 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ik zag die strepen en dacht aan geconjugeerde letters. Maargoed, ik probeerde mee te denken
Klopt wel volgens mij.quote:Op woensdag 20 juni 2012 21:46 schreef -Strawberry- het volgende:
Het is geen beta wiskunde, maar ik wist niet waar ik het anders het beste kon vragen...
[ afbeelding ]
Hier klopt toch niks van, of ligt dat nu aan mij? Volgens mij wordt er alleen de kans berekent dat je de eerste keer alleen een prijs wint en de kans dat je de tweede keer een prijs wint. Maar niet de kans dat je zowel de eerste als de tweede keer een prijs wint. En dat moet wel, aangezien er wordt gevraagd naar de kans op minstens 1 prijs.
Of ik kijk ergens over heen, kan ook. Mijn hersenen zijn een beetje moe. Maar ik snap niet hoe ze op die uitkomst komen.
Toen ik het eerst zelf had gedaan, had ik: 5/100 x 4/99 (de kans op twee prijzen) + 95/100 x 5/99 (de kans op A2) + 5/100 x 95/99 (de kans op A1).quote:Op woensdag 20 juni 2012 22:15 schreef thenxero het volgende:
[..]
Klopt wel volgens mij.
De kans dat je twee prijzen hebt zit in {prijs en A1} (je mag nog best ook A2 hebben).
Okay, dan snap ik het dus gewoon niet.quote:Op woensdag 20 juni 2012 21:50 schreef GlowMouse het volgende:
En het antwoord klopt wel. Je mag me vertellen welke rekenregel of welke gelijkheid niet zou kloppen.
Kan ook, is hetzelfde antwoord.quote:Op woensdag 20 juni 2012 23:03 schreef -Strawberry- het volgende:
[..]
Toen ik het eerst zelf had gedaan, had ik: 5/100 x 4/99 (de kans op twee prijzen) + 95/100 x 5/99 (de kans op A2) + 5/100 x 95/99 (de kans op A1).
Ik zou het ook op jouw manier doen, ligt veel meer voor de hand. Maar snap die andere methode nu ook?quote:
Nee, dat is een beetje een probleem. Ik snap niet hoe je op bijvoorbeeld die 1 komt. Maar ik denk dat ik de theorie van voorwaardelijke kansen nog maar een keer goed door moet nemen.quote:Op donderdag 21 juni 2012 00:22 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ik zou het ook op jouw manier doen, ligt veel meer voor de hand. Maar snap die andere methode nu ook?
De eerste observatie die je moet maken is dat de gebeurtenis "je wint een prijs" op te delen is in twee stukken: "je wint minstens één prijs, waaronder A1" (equivalent met je wint A1 of je wint A1 en A2) of "je wint minstens één prijs, maar niet A1" (equivalent met je wint A2). Samengevat staat er dus weer gewoon "je wint alleen A1, of je wint alleen A2, of je wint A1 en A2".quote:Op donderdag 21 juni 2012 00:34 schreef -Strawberry- het volgende:
[..]
Nee, dat is een beetje een probleem. Ik snap niet hoe je op bijvoorbeeld die 1 komt. Maar ik denk dat ik de theorie van voorwaardelijke kansen nog maar een keer goed door moet nemen.
Je kunt het ook lezen alsquote:Op donderdag 21 juni 2012 00:34 schreef -Strawberry- het volgende:
[..]
Nee, dat is een beetje een probleem. Ik snap niet hoe je op bijvoorbeeld die 1 komt. Maar ik denk dat ik de theorie van voorwaardelijke kansen nog maar een keer goed door moet nemen.
quote:Op donderdag 21 juni 2012 00:51 schreef thenxero het volgende:
[..]
De eerste observatie die je moet maken is dat de gebeurtenis "je wint een prijs" op te delen is in twee stukken: "je wint minstens één prijs, waaronder A1" (equivalent met je wint A1 of je wint A1 en A2) of "je wint minstens één prijs, maar niet A1" (equivalent met je wint A2). Samengevat staat er dus weer gewoon "je wint alleen A1, of je wint alleen A2, of je wint A1 en A2".
Omdat niet beide stukken tegelijkertijd kunnen voorkomen (dan zou je wel A1 winnen en niet A1 winnen), kan je de regel P(A of B) = P(A) + P(B) gebruiken. Dat is wat ze in de eerste regel doen.
De tweede regel is gewoon de definitie van geconditioneerde kansen toepassen.
Bedankt allebei.quote:Op donderdag 21 juni 2012 16:43 schreef Mathemaat het volgende:
[..]
Je kunt het ook lezen als
Omdat in de tweede term gegeven is dat de kans binnen A_1 nul is:
Omdat in de eerste term gegeven is dat de kans buiten A_1 nul is:
Duidelijk?
Welkom in de echte wereld, die in handen is van de faalhazenquote:Op donderdag 21 juni 2012 20:30 schreef Amoeba het volgende:
Ik vind het verdomme een schande dat niemand op mijn school nog even door dat werkstuk heen wil kijken dat ik (met dank aan Riparius) had gemaakt. Van die docent wiskunde kreeg ik juist het dringende advies de Mercatorprojectie buiten beschouwing te laten. Terwijl die eerstegraads docent (die tevens examinator is volgende week) het juist wel een goed idee vond. Rampzalige school.
Ik heb snel door de topic gekeken en ik moet zeggen dat je werkstuk wel voorbij vwo wiskunde gaat. Vwo wiskunde stopt namelijk bij de methode van Cavalieri, waarmee je de inhoud van een bol bepaalt. Wel jammer dat het onderwijs in Nederland ook niet goed is gericht op leerlingen die meer kunnen hebben.quote:Op donderdag 21 juni 2012 20:36 schreef Amoeba het volgende:
En waar kan ik naar toe met een klacht. Ik heb zero voorbereiding voor wiskunde B gekregen op het mondeling examen. Er is bij ons geen rector, enkel een kutkop die zichzelf afdelingscoördinator noemt en zij persoonlijke interne begeleiders. Die leggen die klacht naast zich neer. En als ik hem er direct op aanspreek begint hij over ongemotiveerde havistjes te zeuren die een 4,6 gemiddeld staan in de derde klas.
Meer willen hebben. De kwaliteit van de docenten is sowieso bedroevend. Maar misschien komt dat wel omdat ik geen regulier onderwijs meer volg vanwege een diagnose in het autistisch spectrum.quote:Op donderdag 21 juni 2012 21:07 schreef Mathemaat het volgende:
[..]
Ik heb snel door de topic gekeken en ik moet zeggen dat je werkstuk wel voorbij vwo wiskunde gaat. Vwo wiskunde stopt namelijk bij de methode van Cavalieri, waarmee je de inhoud van een bol bepaalt. Wel jammer dat het onderwijs in Nederland ook niet goed is gericht op leerlingen die meer kunnen hebben.
Dat lijkt me nogal meevallen. Elke goede VWO leerling die die zogeheten 'voortgezette integraalrekening' heeft gevolgd is bekend met zaken als breuksplitsing en de substitutiemethode en zou dus, met wat hulp, in staat moeten worden geacht iets als 1/cos φ te primitiveren.quote:Op donderdag 21 juni 2012 21:07 schreef Mathemaat het volgende:
[..]
Ik heb snel door het topic gekeken en ik moet zeggen dat je werkstuk wel voorbij vwo wiskunde gaat.
Dit is gewoon niet waar, en dat weet je zelf ook wel. Cavalieri leefde in een tijd waarin er van differentiaal- en integraalrekening nog geen sprake was, en op het VWO programma staat in ieder geval de berekening van het volume van een omwentelingslichaam met behulp van integraalrekening.quote:Vwo wiskunde stopt namelijk bij de methode van Cavalieri, waarmee je de inhoud van een bol bepaalt. Wel jammer dat het onderwijs in Nederland ook niet goed is gericht op leerlingen die meer kunnen hebben.
Ja, hij is lastig, maar toch te doen met de aangereikte methoden. Ik weet eigenlijk niet of dit vroeger aan bod kwam in de hoogste klassen in het Nederlandse of Vlaamse middelbaar onderwijs, moet ik eens proberen te achterhalen.quote:Op vrijdag 22 juni 2012 20:18 schreef Amoeba het volgende:
Strakjes even dit puike stukje historie lezen, altijd leuk.
Verder:
Het primitiveren van de secans met behulp van de voortgezette integraalrekening is inderdaad mogelijk. Echter is het een vele malen ingewikkeldere primitieve om tot te komen dan alle opgaven (zoals: primitiveer f(x) = ln(x)) die in Getal & Ruimte staan beschreven.
Vroeger schreef je onderwijs met hoofdletters, nu niet meer. Overigens zie ik bijvoorbeeld op dit correctievoorschrift uit 2009 (nota bene voor het vak Nederlands) toch echt VWO staan.quote:Niet om lullig te doen, maar vwo spel je dus enkel met kleine letters.
Dat klopt, maar het gaat wel voorbij wiskunde B.quote:Op vrijdag 22 juni 2012 19:33 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dat lijkt me nogal meevallen. Elke goede VWO leerling die die zogeheten 'voortgezette integraalrekening' heeft gevolgd is bekend met zaken als breuksplitsing en de substitutiemethode en zou dus, met wat hulp, in staat moeten worden geacht iets als 1/cos φ te primitiveren.
Oké, je hebt ook nog de differentiaal- en integraalrekening. Mijn fout.quote:[..]
Dit is gewoon niet waar, en dat weet je zelf ook wel. Cavalieri leefde in een tijd waarin er van differentiaal- en integraalrekening nog geen sprake was,
Mij werd aangeleerd (tijdens het vak Nederlands) dat het vwo is. Misschien zijn die voorbladen al 80 jaar hetzelfde en past niemand het aan.quote:Op vrijdag 22 juni 2012 20:49 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ja, hij is lastig, maar toch te doen met de aangereikte methoden. Ik weet eigenlijk niet of dit vroeger aan bod kwam in de hoogste klassen in het Nederlandse of Vlaamse middelbaar onderwijs, moet ik eens proberen te achterhalen.
[..]
Vroeger schreef je onderwijs met hoofdletters, nu niet meer. Overigens zie ik bijvoorbeeld op dit correctievoorschrift uit 2009 (nota bene voor het vak Nederlands) toch echt VWO staan.
Naar mijn mening is het hoofdstuk goniometrie en meetkunde in wiskunde B vele malen moeilijker dan de integraalrekening. De differentiaalrekening is uiteraard appeltje eitje (op vwo niveau dan, om even te nuanceren).quote:Op vrijdag 22 juni 2012 20:53 schreef Mathemaat het volgende:
[..]
Dat klopt, maar het gaat wel voorbij wiskunde B.
[..]
Oké, je hebt ook nog de differentiaal- en integraalrekening. Mijn fout.
Het schijnt tegenwoordig (sinds een spellingswijziging van enkele jaren geleden) inderdaad opeens met kleine letters te moeten. De 'regels' (voor zover je daarvan kunt spreken) voor het schrijven van zogeheten letterwoorden zijn sowieso krankzinnig en tegenstrijdig, zodat het onmogelijk is deze regels te volgen. Zo is er een principe dat zegt dat je kleine letters moet gebruiken als het als één woord is uit te spreken, en dan zou je dus wel havo maar geen vwo moeten hebben. En toch heb je dan weer pvc naast DDT. Weer een andere regel zegt dat 'vreemde' letterwoorden eerst met hoofdletters moeten worden geschreven, maar later, als ze zijn ingeburgerd (wie bepaalt dat?), met kleine letters. Zo heb je dus eerst ADSL maar nu adsl, waarmee weer volkomen wordt voorbij gegaan aan het feit dat adsl niet strookt met de foneemdistributie in Nederlandse woorden. Ziekten zijn ook heel leuk: die moeten met hoofdletters, waarbij plotseling de mogelijk vreemdtalige herkomst opeens geen rol meer speelt: MKZ, BSE. Maar als ziekten zijn 'ingeburgerd' (jawel) dan worden het weer kleine letters, zoals aids en tbc. En dan is nog een regel die zegt dat letterwoorden van niet meer dan drie letters met hoofdletters moeten geschreven (ondanks pvc, tbc en vwo). Je begrijpt: niemand kan dit nog volgen en ik weiger mee te doen aan dergelijke idioterie en houd het dus gewoon op VWO.quote:Op vrijdag 22 juni 2012 21:03 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Mij werd aangeleerd (tijdens het vak Nederlands) dat het vwo is. Misschien zijn die voorbladen al 80 jaar hetzelfde en past niemand het aan.
Het primitiveren van de secans. Ik bedacht trouwens nog dat je ∫ dφ/√(1 - sin2φ) kunt schrijven (voor |φ| < ½π), en substitutie t = sin φ geeft dan ∫ dt/(1 - t2) en deze laatste integraal is wel zo'n beetje het meest basale voorbeeld dat je kunt bedenken van een integraal die je met breuksplitsing kunt behandelen. Is dus prima te doen.quote:En wat bedoel je nu, de voortgezette integraalrekening of het primitiveren van de secans?
Vele malen moeilijker? Ik weet dat veel leerlingen tegenwoordig hun goniometrische identiteiten niet meer kennen en ook al niks meer bakken van een eenvoudige bewijsopgave uit de vlakke meetkunde, maar waarom zou vlakke meetkunde of goniometrie moeilijker zijn dan integraalrekening? Soms omdat integreren is verworden tot het gebruik van een formulekaart met een paar standaard primitieven en verder maar gewoon een beetje pielen met de GR als de functie in kwestie toevallig niet op de kaart staat?quote:[..]
Naar mijn mening is het hoofdstuk goniometrie en meetkunde in wiskunde B vele malen moeilijker dan de integraalrekening. De differentiaalrekening is uiteraard appeltje eitje (op vwo niveau dan, om even te nuanceren).
Aangenomen dat dit allemaal klopt geef ik je gelijk.quote:Op vrijdag 22 juni 2012 21:58 schreef Riparius het volgende:
[..]
Het schijnt tegenwoordig (sinds een spellingswijziging van enkele jaren geleden) inderdaad opeens met kleine letters te moeten. De 'regels' (voor zover je daarvan kunt spreken) voor het schrijven van zogeheten letterwoorden zijn sowieso krankzinnig en tegenstrijdig, zodat het onmogelijk is deze regels te volgen. Zo is er een principe dat zegt dat je kleine letters moet gebruiken als het als één woord is uit te spreken, en dan zou je dus wel havo maar geen vwo moeten hebben. En toch heb je dan weer pvc naast DDT. Weer een andere regel zegt dat 'vreemde' letterwoorden eerst met hoofdletters moeten worden geschreven, maar later, als ze zijn ingeburgerd (wie bepaalt dat?), met kleine letters. Zo heb je dus eerst ADSL maar nu adsl, waarmee weer volkomen wordt voorbij gegaan aan het feit dat adsl niet strookt met de foneemdistributie in Nederlandse woorden. Ziekten zijn ook heel leuk: die moeten met hoofdletters, waarbij plotseling de mogelijk vreemdtalige herkomst opeens geen rol meer speelt: MKZ, BSE. Maar als ziekten zijn 'ingeburgerd' (jawel) dan worden het weer kleine letters, zoals aids en tbc. En dan is nog een regel die zegt dat letterwoorden van niet meer dan drie letters met hoofdletters moeten geschreven (ondanks pvc, tbc en vwo). Je begrijpt: niemand kan dit nog volgen en ik weiger mee te doen aan dergelijke idioterie en houd het dus gewoon op VWO
Dit is wel ongelijk aan het behandelen van de secans. Nu behandel je juist het kwadraat van de secans, wat uiteraard stukken eenvoudiger ligt. Maar dit is inderdaad een vrij eenvoudige breuksplitsing.quote:Het primitiveren van de secans. Ik bedacht trouwens nog dat je ∫ dφ/√(1 - sin2φ) kunt schrijven (voor |φ| < ½π), en substitutie t = sin φ geeft dan ∫ dt/(1 - t2) en deze laatste integraal is wel zo'n beetje het meest basale voorbeeld dat je kunt bedenken van een integraal die je met breuksplitsing kunt behandelen. Is dus prima te doen.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik altijd schuldig was aan het niet kennen van de dubbele hoek formules en dergelijke, (inmiddels wel). Echter moet ik wel altijd nadenken over de gegeven identiteiten voor de tangens, cosinus en sinus. 1/4π Nadenken, niet de GR pakken bedoel ik dan.quote:Vele malen moeilijker? Ik weet dat veel leerlingen tegenwoordig hun goniometrische identiteiten niet meer kennen en ook al niks meer bakken van een eenvoudige bewijsopgave uit de vlakke meetkunde, maar waarom zou vlakke meetkunde of goniometrie moeilijker zijn dan integraalrekening? Soms omdat integreren is verworden tot het gebruik van een formulekaart met een paar standaard primitieven en verder maar gewoon een beetje pielen met de GR als de functie in kwestie toevallig niet op de kaart staat?
Klopt, op de vwo toetsen werden bij differentiëren en integreren bijna alleen maar standaardintegralen en -afgeleiden gevraagd. Bij goniometrie moet je opeens ook echt bewijzen gaan formuleren, wat de meeste mensen tot dan toe nog nooit gedaan hebben (inclusief mezelf, ik had erg veel moeite met dat hoofdstuk). Daarom lijkt goniometrie natuurlijk veel moeilijker, maar dat komt natuurlijk door de methode waarop het behandeld wordt.quote:Op vrijdag 22 juni 2012 21:58 schreef Riparius het volgende:
Vele malen moeilijker? Ik weet dat veel leerlingen tegenwoordig hun goniometrische identiteiten niet meer kennen en ook al niks meer bakken van een eenvoudige bewijsopgave uit de vlakke meetkunde, maar waarom zou vlakke meetkunde of goniometrie moeilijker zijn dan integraalrekening? Soms omdat integreren is verworden tot het gebruik van een formulekaart met een paar standaard primitieven en verder maar gewoon een beetje pielen met de GR als de functie in kwestie toevallig niet op de kaart staat?
Nee hoor: ∫ sec φ∙dφ = ∫ dφ/√(1 - sin2φ)quote:Op vrijdag 22 juni 2012 22:12 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Dit is wel ongelijk aan het behandelen van de secans. Nu behandel je juist het kwadraat van de secans, wat uiteraard stukken eenvoudiger ligt.
Precies.quote:Maar dit is inderdaad een vrij eenvoudige breuksplitsing.
Je bedoelt cos(π/4) = sin(π/4) = ½√2 en zo? Of sin(¼π - φ) = cos(¼π + φ) of tan(¼π - φ)∙tan(¼π + φ) = 1 (nee, die staan vast niet op je formulekaart).quote:[..]
Ik moet eerlijk bekennen dat ik altijd schuldig was aan het niet kennen van de dubbele hoek formules en dergelijke, (inmiddels wel). Echter moet ik wel altijd nadenken over de gegeven identiteiten voor de tangens, cosinus en sinus. 1/4π
Als je wiskunde wil gaan studeren lijkt me een goed meetkundig inzicht toch ook wel belangrijk. Meetkunde heeft in vroeger tijden ook heel lang de hoofdmoot gevormd van het wiskunde onderwijs vanwege de streng axiomatische opbouw en de oefening die dat gaf in het opstellen van strict deductieve redeneringen (bewijzen dus). Oudere generaties herinneren het zich nog: Gegeven: ..., Te bewijzen: ..., Bewijs: ... Sterker nog, wiskunde wás meetkunde in vroeger tijden, en een wiskundige werd toen ook een geometer genoemd (het woord geometrie betekent eigenlijk landmeetkunde en verwijst dus naar de praktische oorsprong).quote:Nadenken, niet de GR pakken bedoel ik dan.
Maar goed, over de meetkundige bewijzen. Ik vond het altijd geweldig leuk om Q.E.D. achter mijn redenatie te zetten, maar ik moet eerlijk bekennen dat als ik een examen meetkunde zou krijgen, dat ik er voor zou zakken. En niet omdat ik de gegeven stellingen niet ken die ik dien toe te passen. Goniometrie was wel vrij eenvoudig, maar ik vond het wel moeilijker dan de integraalrekening.
Mooi. Sowieso wel handig om dat soort dingen te snappen, het is gewoon basislogica die je gewoon in het dagelijks leven kan toepassen. Als je die regels snapt merk je ook sneller redeneerfouten op van anderen. Wat studeer je eigenlijk?quote:Op vrijdag 22 juni 2012 21:19 schreef Juicyhil het volgende:
Ik wilde trouwens even zeggen dat m'n tentamen goed was gegaan. Deze herkansing was vele malen makkelijker dan het eerste tentamen. Dus een voldoende moet er zeker in gaan zitten
Alleen jammer dan dat ze niets vroegen over herschrijven van expressies
Geldt ook voor mij. Eigenlijk alles van wiskunde B ging me makkelijk af, behalve goniometrie. Ik heb uiteindelijk geloof ik nog steeds geen voldoende voor die toets gehaald . Maar het inzicht komt inderdaad ook wel met oefenen, gelukkig. Ik moet zeggen, ik heb nog niet veel moeilijke goniometrie gehad bij mijn studie wiskunde (bij lineaire algebra en infinitesimaalrekening/calculus een beetje). Maar ik volg dan ook geen concrete meetkunde, wat volgens mij nog wel vrij veel op goniometrie lijkt.quote:Op vrijdag 22 juni 2012 23:02 schreef Amoeba het volgende:
Och verrek, met jouw unicode had ik dat wortelteken helemaal niet gezien. Pas in vierde instantie.
Ik heb er wel veel op zitten oefenen. Het lukte me ook beter en beter, maar aangezien het examen zo verrekte lang was heb ik die maar uitgesteld tot het laatste waardoor ik er 2 niet af had. Beetje jammer.
Je verwisselt ook nog de dphi met dt.quote:Op vrijdag 22 juni 2012 23:06 schreef Amoeba het volgende:
Ik bedacht trouwens nog dat je ∫ dφ/√(1 - sin2φ) kunt schrijven (voor |φ| < ½π), en substitutie t = sin φ geeft dan ∫ dt/(1 - t2)
- Riparius
Kun je even uitleggen waarom je nu ineens wel dat wortelteken weglaat ná je substitutie?
Ik weet nog dat ik goniometrie ook lastig vond, met name het bewijzen van goniometrische identiteiten. Sinds de middelbare school heb ik er niks aan gedaan, maar nu vind ik die sommetjes juist heel erg eenvoudig. Volgens mij was het probleem vooral dat ik niet in één keer kon zien dat een bepaalde identiteit gold, waardoor je direct dacht van "ik snap het niet". Terwijl, als je gewoon domweg wat identiteiten toepast kom je er bij die sommen zo'n beetje automatisch.quote:Op vrijdag 22 juni 2012 23:53 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Geldt ook voor mij. Eigenlijk alles van wiskunde B ging me makkelijk af, behalve goniometrie. Ik heb uiteindelijk geloof ik nog steeds geen voldoende voor die toets gehaald . Maar het inzicht komt inderdaad ook wel met oefenen, gelukkig. Ik moet zeggen, ik heb nog niet veel moeilijke goniometrie gehad bij mijn studie wiskunde (bij lineaire algebra en infinitesimaalrekening/calculus een beetje). Maar ik volg dan ook geen concrete meetkunde, wat volgens mij nog wel vrij veel op goniometrie lijkt.
Inderdaad, ik word niet vrolijk van wat ik van de huidige lesmethoden heb gezien, en het is geen wonder dat het met het inzicht vaak niet best is gesteld. In Vlaanderen gaat dat beter, daar wordt nog (enigszins) ouderwets onderwijs gegeven. Een tijd geleden stond er op de site beteronderwijsnederland.nl een aardig overzicht van een zomercursus van de KU Leuven die je als opfrisser zou kunnen doornemen. De link is helaas verdwenen, maar gelukkig wel gearchiveerd door archive.org en hier nog te zien.quote:Op vrijdag 22 juni 2012 22:47 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Klopt, op de vwo toetsen werden bij differentiëren en integreren bijna alleen maar standaardintegralen en -afgeleiden gevraagd. Bij goniometrie moet je opeens ook echt bewijzen gaan formuleren, wat de meeste mensen tot dan toe nog nooit gedaan hebben (inclusief mezelf, ik had erg veel moeite met dat hoofdstuk). Daarom lijkt goniometrie natuurlijk veel moeilijker, maar dat komt natuurlijk door de methode waarop het behandeld wordt.
Ik heb ze nooit echt uit het hoofd geleerd, en dat zou ik je ook niet aanraden. Maar ik ben wel gezegend met een goed geheugen, en ik ken ze gewoon al van jongs af aan (en dat is echt heel lang geleden). Belangrijk is vooral dat je inzicht hebt (of krijgt) in de reden waarom die identiteiten zijn zoals ze zijn. Bijvoorbeeld, bijquote:Trouwens, ik heb nog een vraag aan jou. Het is duidelijk dat je vrij veel goniometrische identiteiten kent, heb je nog een tip om die te leren? Heb je gewoon een lijst opgezocht en uit je hoofd geleerd, bewijzen bestudeerd, of misschien zelf een bewijs gezocht voor sommige gevallen?
Ik merkte dat die identiteiten inderdaad vaak wel van pas komen, maar ik ken bijna geen goniometrische identiteiten.
Het probleem zal eerder de zwakke beheersing van de 'algebraïsche' fundamenten zijn. Dat heb ik gemerkt bij een ingangstest/instaptoets of hoe je het ook wil noemen. De meeste vragen testten slechts 1 fundament, je wil niet weten hoeveel personen een onvoldoende behaalden. Bij calculus bleek eveneens dat studenten vastliepen doordat ze de fundamenten niet beheersten. Nu waren niet al deze studenten goede VWO-leerlingen maar ook een aanzienlijk deel van de studenten die dat wel waren hadden hier problemen mee.quote:Dat lijkt me nogal meevallen. Elke goede VWO leerling die die zogeheten 'voortgezette integraalrekening' heeft gevolgd is bekend met zaken als breuksplitsing en de substitutiemethode en zou dus, met wat hulp, in staat moeten worden geacht iets als 1/cos φ te primitiveren.
Dat is herkenbaar.quote:Ik weet nog dat ik goniometrie ook lastig vond, met name het bewijzen van goniometrische identiteiten. Sinds de middelbare school heb ik er niks aan gedaan, maar nu vind ik die sommetjes juist heel erg eenvoudig. Volgens mij was het probleem vooral dat ik niet in één keer kon zien dat een bepaalde identiteit gold, waardoor je direct dacht van "ik snap het niet". Terwijl, als je gewoon domweg wat identiteiten toepast kom je er bij die sommen zo'n beetje automatisch.
Ja en nee. Die koordenvierhoeken en congruentie zijn stof voor de eerste paar jaar van het VWO (congruentie was vroeger trouwens ook MAVO-stof). De meetkunde die bij wiskunde D wordt gegeven zou daarentegen juist wel bij wiskunde B moeten worden gegeven.quote:Maar goed, gonio en meetkunde is allemaal leuk en aardig om mee te oefenen, maar wel een beetje overrated op de middelbare school naar mijn mening.
Het is te merken dat je geheugen goed is. Ik vind het nu wel jammer dat ik pas sedert vorig schooljaar me wat meer op wiskunde ben gaan focussen, op het vwo (of VWO) was ik er altijd al goed in, zonder ook maar enige verdieping te zoeken tot dit schooljaar.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 10:47 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik heb ze nooit echt uit het hoofd geleerd, en dat zou ik je ook niet aanraden. Maar ik ben wel gezegend met een goed geheugen, en ik ken ze gewoon al van jongs af aan (en dat is echt heel lang geleden). Belangrijk is vooral dat je inzicht hebt (of krijgt) in de reden waarom die identiteiten zijn zoals ze zijn.
1 | [tex] [/tex] |
Thanks. Ge-edit. Ja algebraisch inderdaad, want combinatorisch heb ik dus eigenlijk al.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 15:14 schreef thenxero het volgende:
LaTeX kan wel, dan moet je het tussen
[ code verwijderd ]
zetten. Dan zal het al een stuk leesbaarder zijn.
Als ik het goed begrijp vraag je om een algebraïsch bewijs?
Hulde! Die post over Euler's formule had ik al opgeslagen inderdaad, die komt inderdaad erg goed van pas bij goniometrische identiteiten!quote:
Een jaartje posts opsparen en je kan een hele bundel op de markt brengenquote:Op zaterdag 23 juni 2012 16:39 schreef Amoeba het volgende:
Sowieso print ik wel meer posts van Rip uit om in een mapje te stoppen.
Die post over de Mercatorprojectie op pagina 3 of 4 ligt al ergens boven.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 16:42 schreef thenxero het volgende:
[..]
Een jaartje posts opsparen en je kan een hele bundel op de markt brengen
Waar kan ik pre-orderen?quote:Op zaterdag 23 juni 2012 16:42 schreef thenxero het volgende:
[..]
Een jaartje posts opsparen en je kan een hele bundel op de markt brengen
Ik wil ook graag pre-orderen, maar de site werkt niet mee...quote:
Ik heb nog een jaar de tijd om het op te zetten. Maar uiteraard moet ik dan wel een contract met onze auteur aangaan, die gaarne een centje mee wil pakken (mag ik hopen voor hem).quote:Op zaterdag 23 juni 2012 16:51 schreef Unsub het volgende:
[..]
Ik wil ook graag pre-orderen, maar de site werkt niet mee...
quote:Op zaterdag 23 juni 2012 16:54 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ik heb nog een jaar de tijd om het op te zetten. Maar uiteraard moet ik dan wel een contract met onze auteur aangaan, die gaarne een centje mee wil pakken (mag ik hopen voor hem).
En oja, het is trouwens onwaarschijnlijk dat we elkaar volgend schooljaar ontmoeten. De TU/e heeft geen ruimte voor een 6 vwo'er die reeds wiskunde B heeft afgesloten en gemotiveerd is om aan een aantal vakken te beginnen. kutzooi zeg.
Ik wil prestuderen. Ik wil sowieso met een vwo diploma van school gaan, mocht ik onverhoopt de TU/e niet halen (als ik direct fulltime ga studeren, wat ik ook sowieso nog niet moet doen) dan heb ik nog iets om op terug te vallen. Een N&T vwo diploma geeft recht op toegang tot veel studies, dus altijd handig om op zak te hebben.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 17:07 schreef Unsub het volgende:
[..]
O, dat is saai! En dat terwijl er maar 44 mensen ingeschreven staan voor TW dit jaar.. Wat was de reden van de TU/e om je niet aan te nemen? Is een diploma verplicht? Of moet je alle bètavakken afgerond hebben?
Ach, als goed is, zit ik er volgend jaar ook nog
Gewoon aanschuiven bij de hoorcolleges. Niemand die het doorheeft dat je niet officieel staat ingeschreven .quote:Op zaterdag 23 juni 2012 16:54 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ik heb nog een jaar de tijd om het op te zetten. Maar uiteraard moet ik dan wel een contract met onze auteur aangaan, die gaarne een centje mee wil pakken (mag ik hopen voor hem).
En oja, het is trouwens onwaarschijnlijk dat we elkaar volgend schooljaar ontmoeten. De TU/e heeft geen ruimte voor een 6 vwo'er die reeds wiskunde B heeft afgesloten en gemotiveerd is om aan een aantal vakken te beginnen. kutzooi zeg.
Dan moet ik wel een roostervrije dag krijgen. Voor Technische Wiskunde, is daar veel natuurkunde voor nodig? Ik zuig namelijk best wel hard in natuurkunde.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 17:13 schreef thenxero het volgende:
[..]
Gewoon aanschuiven bij de hoorcolleges. Niemand die het doorheeft dat je niet officieel staat ingeschreven .
Het lijkt mij dat eerste jaars TW gewoon calculus en lineaire algebra omvat. Daar kan je mee beginnen en dat vereist geen natuurkundekennis. (misschien dat ze hier en daar een toepassing zullen noemen als uitstapje)quote:Op zaterdag 23 juni 2012 17:19 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Dan moet ik wel een roostervrije dag krijgen. Voor Technische Wiskunde, is daar veel natuurkunde voor nodig? Ik zuig namelijk best wel hard in natuurkunde.
Je zou anders e kunnen weghalen uit T en uv eraan kunnen toevoegen. Dan heb je een ST die minimaler is dan T.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 16:56 schreef Physics het volgende:
Gegeven een samenhangende (lijn) gewogen graaf G(V,E) die 1 MST T(V,F) bevat.
Bewijs dat voor een lijn uv uit G-F geldt dat g(uv)>g(e) voor elke lijn e in het u,v-pad in T.
--------
Aangezien een lijn e op het u,v-pad in T ligt is e een element van F en E. Hieruit volgt dat e geen element is van de verzameling E \ F. Een willekeurige lijn uv uit G - F is per assumptie geen element van F, en ligt daardoor ook niet op het u,v-pad in T.
g(uv)>g(e) geldt in deze situatie altijd, aangezien e onderdeel is van de MST en uv niet, alleen hoe bewijs ik dat accuraat en volledig in de algemeenheid?
SPOILER: ToelichtingOm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt."Social order at the expense of liberty is hardly a bargain."
Als g(e)=g(uv) voor een bepaalde e, dan krijg je twee MST's, een die uv bevat, en een die e bevat.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 17:27 schreef thabit het volgende:
[..]
Je zou anders e kunnen weghalen uit T en uv eraan kunnen toevoegen. Dan heb je een ST die minimaler is dan T.
Maak je niet druk. Je kan gewoon alvast wat boeken kopen of downloaden die ze daar of aan een andere universiteit gebruiken. Grotendeels zal je het toch zelf moeten doen, ook als je daar gaat studeren.quote:En oja, het is trouwens onwaarschijnlijk dat we elkaar volgend schooljaar ontmoeten. De TU/e heeft geen ruimte voor een 6 vwo'er die reeds wiskunde B heeft afgesloten en gemotiveerd is om aan een aantal vakken te beginnen. kutzooi zeg.
Waarom technische wiskunde? Je kunt ook theoretische doen .quote:Op zaterdag 23 juni 2012 17:19 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Dan moet ik wel een roostervrije dag krijgen. Voor Technische Wiskunde, is daar veel natuurkunde voor nodig? Ik zuig namelijk best wel hard in natuurkunde.
Je hebt ook heel veel gratis dictaten die gewoon op de internet staan.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 18:32 schreef Bram_van_Loon het volgende:
[..]
Maak je niet druk. Je kan gewoon alvast wat boeken kopen of downloaden die ze daar of aan een andere universiteit gebruiken. Grotendeels zal je het toch zelf moeten doen, ook als je daar gaat studeren.
Dat ook ja. De universiteit Leiden heeft bijv. wat dictaten die daar voor algebra worden gebruikt.quote:Je hebt ook heel veel gratis dictaten die gewoon op de internet staan.
Tja, bij technische wiskunde mis je denk ik wel pareltjes als topologie en maattheorie.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 18:56 schreef Mathemaat het volgende:
[..]
Waarom technische wiskunde? Je kunt ook theoretische doen .
Jij studeert theoretische wiskunde?quote:Op zaterdag 23 juni 2012 19:21 schreef thenxero het volgende:
[..]
Tja, bij technische wiskunde mis je denk ik wel pareltjes als topologie en maattheorie.
Je brengt me toch wel erg aan het twijfelen. Maar met een studie theoretische wiskunde het bedrijfsleven ingaan is ook makkelijk?quote:
Bij TW (op de TU/e) volg je alleen Mechanica I als natuurkundevak. Geen moeilijk vak (in principe alleen herhaling van vwo-stof), maar toch hadden veel wiskundestudenten er moeite mee.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 17:19 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Dan moet ik wel een roostervrije dag krijgen. Voor Technische Wiskunde, is daar veel natuurkunde voor nodig? Ik zuig namelijk best wel hard in natuurkunde.
Ah, maattheorie wordt ook netjes gegeven aan de TU/e.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 19:32 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Je brengt me toch wel erg aan het twijfelen. Maar met een studie theoretische wiskunde het bedrijfsleven ingaan is ook makkelijk?
Je vergeet Groepen-, Ringen-, Galois- en Getaltheorie.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 19:21 schreef thenxero het volgende:
[..]
Tja, bij technische wiskunde mis je denk ik wel pareltjes als topologie en maattheorie.
Klopt, die vind je niet terug in het keuzepakket van TU/e. (ik was ze niet vergeten maar het waren niet mijn favorieten, laat ik het zo zeggen)quote:Op zaterdag 23 juni 2012 19:49 schreef Mathemaat het volgende:
[..]
Je vergeet Groepen-, Ringen- , Galois- en Getaltheorie.
De wiskunde an sich boeit mij, ofwel het theoretische gedeelte. Maar om later toch een mooi baantje te krijgen zal men er toch ook wat mee moeten kunnen, daarom overwoog ik Technische Wiskunde.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 19:42 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ah, maattheorie wordt ook netjes gegeven aan de TU/e.
Zie hier , bij Keuzepakket Voortgezette Stochastiek (15 sp). "Topologie en meetkunde" en "getaltheorie" zit in keuzepakket Utrecht, dus dan sprokkel je ook nog wat theoretische vakken mee. Degelijke analyse en functionaalanalyse kan je ook nog kiezen aan de TU zie ik. En aan toegepaste vakken kan je zo'n beetje alles doen wat je maar kan bedenken.
TW lijkt me dus zeker geen slechte keuze. Uiteindelijk zal het niet zoveel uitmaken wat voor bachelor je doet, de overlap is erg groot. Het lijkt me wel aan te raden dat je met zoveel mogelijk wiskunde vakgebieden in aanraking komt in je bachelor, dan merk je vanzelf wat je het leukste vindt zodat je de juiste master kan kiezen.
Oh, en theoretische vakken doe je eigenlijk alleen maar omdat het mooi is of omdat het duidelijk de fundamenten neerlegt die je bij toegepaste vakken alleen maar gebruikt (en niet direct voor een baan in het bedrijfsleven). Maar als daar echt je passie in zit (wat ik me bij jou nog wel kan voorstellen als ik je posts zo zie) en er goed in bent, kan je natuurlijk nog wel die kant op in de academische wereld (Phd, postdoc, professor, etc ).
Oh oke, puur voor de baan hoef je het niet te doen. Uiteindelijk zal je (denk ik) toch een master doen. Het is veel meer van belang wat je dan gaat uitspoken. Er zijn zat toegepaste vakken te kiezen, en je kan in je master ook ruim een half jaar stage lopen bij een bedrijf (bij theoretische wiskunde). Dan heb je je dosis praktijk ook wel gehad.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 19:52 schreef Amoeba het volgende:
[..]
De wiskunde an sich boeit mij, ofwel het theoretische gedeelte. Maar om later toch een mooi baantje te krijgen zal men er toch ook wat mee moeten kunnen, daarom overwoog ik Technische Wiskunde.
Waarom? Print de post maar even uit, lijkt me duidelijk. En ja, zeg maar tegen die docent dat hij z'n goniometrische identiteiten moet kennen.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 20:09 schreef Amoeba het volgende:
Super, misschien zou je het aan mijn wiskunde docent uit willen leggen?
Dat is niet correct. Controleer maar even in WolframAlpha.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 20:16 schreef Amoeba het volgende:
Was een geintje.. Ik doelde er eigenlijk op dat het niet mijn vraag was aangezien ik het via de reductie formule had gedaan, maar zijn vraag.
Alhoewel ik op een vorm van:
uitkwam.
Ik denk dat je ervan uit mag/moet gaan dat zijn snelheid lineair stijgt, anders kan je het niet echt uitrekenen. Weet je wat over integralen/afgeleiden? Die heb je namelijk nodig.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 20:29 schreef superky het volgende:
Graag wil ik nog één vraagje stellen over het volgende:
Het wereldrecord op de 100 m hardlopen is kort geleden gebracht op 9,79 s. Heeft de atleet op enig moment gedurende zijn race met een snelheid groter dan 40 km per uur gelopen?
Ik weet al dat een snelheid van 1 meter per seconde overeen komt met een snelheid van 3,6 kilometer per uur. Maar hoe ik het daarna moet aanpakken weet ik niet . Ik kom nog intelligentie tekort... Kan iemand me weer helpen? Alvast bedankt voor uw antwoord
Ja ik zag net ook al een foutje op papier staan. Mijn excuses.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 20:32 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dat is niet correct. Controleer maar even in WolframAlpha.
40 km/h = 40/3,6 = 11,11 m/s * 9,79 is ongeveer 108,78. Dat schiet dus ook niet op.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 20:33 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Ik denk dat je ervan uit mag/moet gaan dat zijn snelheid lineair stijgt, anders kan je het niet echt uitrekenen. Weet je wat over integralen/afgeleiden? Die heb je namelijk nodig.
Het ligt eraan wat je het meest trekt. Beide programma's zijn prima, en er is veel overlap zoals ik al zei... bij technische wiskunde wat meer nadruk op modelleren (wel nuttig want dat zal je in banen vaak gebruiken, maar wiskundig gezien misschien wat minder interessant), bij wiskunde wat meer nadruk op theorie (leuk maar vaak niet direct "nuttig").quote:Op zaterdag 23 juni 2012 20:01 schreef Amoeba het volgende:
Dus je raadt mij aan toch theoretische wiskunde te proberen?
Dat lijkt me onrealistisch. Bovendien is dat niet uit de vraagstelling af te leiden. Gegeven is dat hij 9,79 sec. deed over 100 m zodat de gemiddelde snelheid dus ((100/9,79)*3600)/1000 km/h bedroeg, wat neerkomt op ca. 36,77 km/h. De vraag of hij op enig moment harder heeft gelopen dan 40 km/h is niet te beantwoorden.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 20:33 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Ik denk dat je ervan uit mag/moet gaan dat zijn snelheid lineair stijgt, anders kan je het niet echt uitrekenen. Weet je wat over integralen/afgeleiden? Die heb je namelijk nodig.
Nee, dat laatste klopt niet.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 20:43 schreef Amoeba het volgende:
=
Ergo
Ik primitiveerde net sin2(x) met partieel integreren, toen kwam ik op:
uit, klopt dit?
Ah zo. Ik dacht dat je de integraal zelf via partieel integreren probeerde op te lossen, en niet met een kant en klare recursieve formule.quote:
Zo praten we een beetje langs elkaar heen. Toen ik hierboven zei dat je primitieve van sin2x niet klopte doelde ik op de uitdrukking die je daar geeft, en die is gewoon fout.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 21:03 schreef Amoeba het volgende:
Wat is daar fout aan? Ik kom weer op hetzelfde antwoord uit.
Ja, wel een beetje een rare notatie zo met die d'tjes.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 21:18 schreef Amoeba het volgende:
[ afbeelding ]
goeien foto van een Galaxy S3
Correct, mag ik hopen?
Wát?quote:Op zaterdag 23 juni 2012 21:20 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ja, wel een beetje een rare notatie zo met die d'tjes.
Mij werd eigenlijk altijd aangeleerd dat het voor *de afgeleide van stond. Maar is het dan per definitie fout?quote:
Nee, je eigen notatie gebruiken is nooit fout, hooguit onhandig voor andere lezers (alhoewel het hier wel duidelijk is). d/dx of een accentje is standaard.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 21:27 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Mij werd eigenlijk altijd aangeleerd dat het voor *de afgeleide van stond. Maar is het dan per definitie fout?
jaquote:Op zaterdag 23 juni 2012 21:12 schreef Riparius het volgende:
[..]
Zo praten we een beetje langs elkaar heen. Toen ik hierboven zei dat je primitieve van sin2x niet klopte doelde ik op de uitdrukking die je daar geeft, en die is gewoon fout.
Je moet wel je haakjes correct gebruiken. En eigen notaties zijn niet altijd een goed idee, vooral niet als je niet consequent bent. De regel voor partieel integreren luidt symbolisch:quote:Op zaterdag 23 juni 2012 21:27 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Mij werd eigenlijk altijd aangeleerd dat het voor *de afgeleide van stond. Maar is het dan per definitie fout?
Fck it, ik geef je gelijk. Ik zal er op letten.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 21:41 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je moet wel je haakjes correct gebruiken. En eigen notaties zijn niet altijd een goed idee, vooral niet als je niet consequent bent. De regel voor partieel integreren luidt symbolisch:
∫ u∙dv = u∙v - ∫ v∙du
Welnu, in jouw geval heb je u = sin(x), dv = sin(x)∙dx, en dus du = cos(x)∙dx, v = -cos(x). Dit geeft:
∫ sin(x)∙d(-cos(x)) = -sin(x)∙cos(x) - ∫ -cos(x)∙d(sin(x))
Afgeleiden ken ik en ook de regels (bijv. productregel, kettingregel, quotiëntregel etc.) Maar hoe pak ik het aan? Wat moet ik als eerst doen en wat daarna?quote:Op zaterdag 23 juni 2012 20:33 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Ik denk dat je ervan uit mag/moet gaan dat zijn snelheid lineair stijgt, anders kan je het niet echt uitrekenen. Weet je wat over integralen/afgeleiden? Die heb je namelijk nodig.
Ik zou zeggenquote:Op zaterdag 23 juni 2012 21:41 schreef Riparius het volgende:
[..]
∫ sin(x)∙d(-cos(x)) = -sin(x)∙cos(x) - ∫ -cos(x)∙d(sin(x))
Moeilijk zo te zeggen... geef eens een voorbeeld waar je twijfelt over de volgorde.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 21:49 schreef superky het volgende:
[..]
Afgeleiden ken ik en ook de regels (bijv. productregel, kettingregel, quotiëntregel etc.) Maar hoe pak ik het aan? Wat moet ik als eerst doen en wat daarna?
Heb je mijn opmerking hierboven niet gelezen? De vraag of de loper op enig moment sneller dan 40 km/h heeft gelopen is met de gegevens die je verstrekt niet te beantwoorden.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 21:49 schreef superky het volgende:
[..]
Afgeleiden ken ik en ook de regels (bijv. productregel, kettingregel, quotiëntregel etc.) Maar hoe pak ik het aan? Wat moet ik als eerst doen en wat daarna?
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |