FOK!forum / School, Studie en Onderwijs / [Bèta wiskunde] Huiswerk- en vragentopic
Iblismaandag 19 oktober 2009 @ 17:50


Vorige deel: [Bèta wiskunde] Huiswerk- en vragentopic

Post hier weer al je vragen, passies, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de wiskunde.

Van MBO tot WO, hier is het topic waar je een antwoord kunt krijgen op je vragen. Vragen over stochastiek in het algemeen en stochastische processen & analyse in het bijzonder worden door sommigen extra op prijs gesteld!

Links:

Opmaak:
  • http://betahw.mine.nu/index.php: site van GlowMouse om formules te kunnen gebruiken in je posts (op basis van Latexcode wordt een plaatje gegenereerd dat je vervolgens via het aangegeven linkje kunt opnemen).
    Een uitleg over LaTeX-code kun je hier vinden

    Wiskundig inhoudelijk:
  • http://integrals.wolfram.com/index.jsp: site van Wolfram, makers van Mathematica, om online symbolische integratie uit te voeren.
  • http://mathworld.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg korte wiki-achtige artikelen over wiskundige concepten en onderwerpen, incl. search.
  • http://functions.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg identiteiten, gerangschikt per soort functie.
  • http://scholar.google.com/: Google scholar, zoek naar trefwoorden specifiek in (wetenschappelijke) artikelen. Vaak worden er meerdere versies van hetzelfde artikel gevonden, waarvan één of meer van de website van een journaal en (dus) niet vrij toegankelijk, maar vaak ook een versie die wel vrij van de website van de auteur te halen is.

    OP
  • Q.E.D.maandag 19 oktober 2009 @ 17:51
    thabitmaandag 19 oktober 2009 @ 17:53
    Antwoord op laatste vraag in vorige topic: inductie.
    -J-D-maandag 19 oktober 2009 @ 18:34
    quote:
    Op maandag 19 oktober 2009 17:53 schreef thabit het volgende:
    Antwoord op laatste vraag in vorige topic: inductie.
    Volledig
    Iblismaandag 19 oktober 2009 @ 18:34
    quote:
    Op maandag 19 oktober 2009 17:51 schreef Q.E.D. het volgende:
    Sobald du dir vertraust, sobald weißt du zu leben. – Omdat Goethe niet in het Engels schreef.
    GlowMousemaandag 19 oktober 2009 @ 18:35
    nieuw topic
    Q.E.D.maandag 19 oktober 2009 @ 18:38
    quote:
    Op maandag 19 oktober 2009 18:34 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Sobald du dir vertraust, sobald weißt du zu leben. – Omdat Goethe niet in het Engels schreef.
    Dat is zo, maar niet iedereen kan Duits.

    & Minister Rouvoet heeft alle melk opgedroken
    Borizzzmaandag 19 oktober 2009 @ 19:00
    Hoeveelste deel van die topic is dit eigenlijk?
    verkapte tvp
    Burakiusmaandag 19 oktober 2009 @ 20:38
    Ja de hoeveelste? (Tvp)
    GlowMousemaandag 19 oktober 2009 @ 20:53
    Sowieso de 30ste al.
    IHVKmaandag 19 oktober 2009 @ 21:56
    Kan iemand mij een beetje op weg helpen met deze formule.

    Hij moet zo ver mogelijk vereenvoudigd worden.

    61/2n x 12n+1 x 27-1/2n / 321/2n

    [ Bericht 0% gewijzigd door IHVK op 19-10-2009 22:26:30 ]
    Ripariusmaandag 19 oktober 2009 @ 22:17
    quote:
    Op maandag 19 oktober 2009 21:56 schreef IHVK het volgende:
    Kan iemand mij een beetje op weg helpen met deze formule.

    Hij moet zo ver mogelijk vereenvoudigd worden.

    61/2n x 12n+1 x 27-1/2n / 321/2n
    Begin eens met te bedenken dat (ab)k = akbk en apaq = ap+q. De getallen 6, 12 en 27 hebben een GGD van 3, dus ...
    Iblismaandag 19 oktober 2009 @ 22:21
    quote:
    Op maandag 19 oktober 2009 22:17 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Begin eens met te bedenken dat (ab)k = akbk en apaq = ap+q. De getallen 6, 12 en 27 hebben een GGD van 3, dus ...
    En verder dat je die negatieve exponent naar de noemer kunt verplaatsen.
    IHVKmaandag 19 oktober 2009 @ 22:36
    Hm ik kom uit op 11.5n+1
    ...................................12n

    Kan dat kloppen?

    Stappen: (haakje=macht)

    6(0.5n) x 12(n+1)
    -----------------------
    32 (0.5n) x 27 (0.5n)


    72(1.5n+1)
    ---------
    864(n)


    / 72 teller en noemer

    =antwoord
    GlowMousemaandag 19 oktober 2009 @ 22:41
    Nee dat gaat mis. Sowieso mag je niet stellen dat 6(0.5n) x 12(n+1) = 72(1.5n+1). 'Delen' door 72 mag ook niet. Gebruik de rekenregels van Riparius.
    IHVKmaandag 19 oktober 2009 @ 22:45
    Ik heb een tussenjaar gehad dus de regels zijn echt weggeëbd.

    Ik mag niet door 72 'delen' omdat ze een ander soort exponent hebben?

    En die rekenregels heb ik al lang en breed genoteerd, alleen de uitvoering gaat dus niet zo best.
    GlowMousemaandag 19 oktober 2009 @ 22:46
    'Delen door 72': is 72^2 / 73 gelijk aan 1^2 / 1?
    GlowMousemaandag 19 oktober 2009 @ 22:47
    Hoe het wel moet: 12^4 * 4^9 = (3*4)^4 * 4^9 = 3^4 * 4^4 * 4^9 = 3^4 * 4^13.
    Iblismaandag 19 oktober 2009 @ 22:48
    Je mag dus zeggen:

    2a·3a = 6a, óf:

    2a·2b = 2a+b, maar niet 2a·3b=6a+b.

    Ga maar na: 23 = 2·2·2 en 33 = 3·3·3 en natuurlijk 2·2·2·3·3·3=6·6·6. (En natuurlijk 22 · 23 = 2·2·2·2·2 = 25.) Maar 22 · 33 = 4 · 27 en dat is natuurlijk heel wat anders dan 65, wat jij doet.

    [ Bericht 0% gewijzigd door Iblis op 19-10-2009 22:55:12 ]
    IHVKmaandag 19 oktober 2009 @ 22:54
    quote:
    Op maandag 19 oktober 2009 22:48 schreef Iblis het volgende:
    Je mag dus zeggen:

    2a·3a = 6a, óf:

    2a·2b = 6a+b,
    maar niet 2a·3b=6a+b.

    Ga maar na: 23 = 2·2·2 en 33 = 3·3·3 en natuurlijk 2·2·2·3·3·3=6·6·6. (En natuurlijk 22 · 23 = 2·2·2·2·2 = 25.) Maar 22 · 33 = 4 · 27 en dat is natuurlijk heel wat anders dan 65, wat jij doet.
    Deze volg ik alleen niet.
    Iblismaandag 19 oktober 2009 @ 22:55
    quote:
    Op maandag 19 oktober 2009 22:54 schreef IHVK het volgende:

    [..]

    Deze volg ik alleen niet.
    Terecht, want die was ook onzin. Nu staat het er beter.
    IHVKmaandag 19 oktober 2009 @ 22:59
    Ok thx, maar ik ga nog wel even nog een noob vraag stellen dan.

    Omdat ik de negatieve exponent in de noemer tip (van Iblis) opvolg, want dat lijkt me logisch.

    Krijg ik dit

    6(0.5n) x 12 (n+1)
    _____________
    32 (0.5n) x 27 (0.5n)


    In principe kan ik nu de onderste met elkaar vermenigvuldigen en zeggen dat ik klaar ben, maar iets zeg me dat ik een andere richting op moet met die (0.5n) en dat het verder vereenvoudigd kan worden.

    Ja toch?
    Iblismaandag 19 oktober 2009 @ 23:04
    Jups. Sowieso:



    En dan kun al eens proberen of je nu een 6n/2 kunt krijgen in de noemer.
    IHVKmaandag 19 oktober 2009 @ 23:24
    quote:
    Op maandag 19 oktober 2009 23:04 schreef Iblis het volgende:
    Jups. Sowieso:

    [ afbeelding ]

    En dan kun al eens proberen of je nu een 6n/2 kunt krijgen in de noemer.
    6(0.5n) x 12 (n+1)
    -------------
    6(0.5n) x 144 (0.5n)


    12(n+1)
    -------------
    144 (1/2n)


    Ik hoop en denk dat dit klopt.
    En anders hoor ik het morgen wel.

    Thx.
    Iblismaandag 19 oktober 2009 @ 23:40
    Die 144 = 122 en (122)1/2n = 12n. Dus het eind-antwoord is ‘12’.
    ErictheSwiftdinsdag 20 oktober 2009 @ 15:20
    quote:
    Op maandag 19 oktober 2009 22:48 schreef Iblis het volgende:
    Je mag dus zeggen:

    2a·3a = 6a, óf:

    2a·2b = 2a+b, maar niet 2a·3b=6a+b.

    Ga maar na: 23 = 2·2·2 en 33 = 3·3·3 en natuurlijk 2·2·2·3·3·3=6·6·6. (En natuurlijk 22 · 23 = 2·2·2·2·2 = 25.) Maar 22 · 33 = 4 · 27 en dat is natuurlijk heel wat anders dan 65, wat jij doet.
    vergeet ax*bx = (ab)x niet
    Haushoferdinsdag 20 oktober 2009 @ 20:02
    Ik heb het vast gemist, maar de latexcode doet het nog steeds niet goed. Is de link niet meer goed ofzo?
    GlowMousedinsdag 20 oktober 2009 @ 20:04
    Ik moet het nog een keer fixen. Als iemand anders een vhost kan opzetten op zijn webserver wil ik de dns daarnaartoe wel aanpassen.
    IHVKdinsdag 20 oktober 2009 @ 20:05
    Hm, ik snap het nu na enige hulp.

    Wel een leuke manier om '12' te noteren.
    Burakiusdinsdag 20 oktober 2009 @ 20:22
    Heey genialen,

    Vrienden en ik kwamen niet uit deze som. (uitwerking is perongeluk boven i.p.v. beneden). Hoe kom je nou op die onderste term ^3( dus welk truukje wordt er nou uitgehaald bij de eerste bewerking). Help ons uit de brand.

    GlowMousedinsdag 20 oktober 2009 @ 20:27
    Lukt dat niet makkelijk met De Moivre?
    Burakiusdinsdag 20 oktober 2009 @ 20:28
    quote:
    Op dinsdag 20 oktober 2009 20:27 schreef GlowMouse het volgende:
    Lukt dat niet makkelijk met Euler?
    is dat niet iets met e^iy = cos x nog wat?

    Was voor je edit:

    Even kijken naar Moivre
    thabitdinsdag 20 oktober 2009 @ 20:52
    Teken de getallen in een plaatje, zou ik zeggen. Dan zie je gelijk wat eruitkomt.
    Burakiusdinsdag 20 oktober 2009 @ 21:07
    Nou ik kom er echt niet uit:

    Ik blijf steken bij:

    Eerst schrijf ik de bovenste term naar polaire vorm:

    r = ((-1)^2 + 1^2) = wortel(2)

    z = wortel(2) (cos pi/4 + i sin pi/4 )

    -1/wortel(2) + i/wortel(2) --> ((wortel(2)/wortel(2) (cos(pi/4) + i sin(pi/4) )^1001

    --> 1 * ( cos(1001pi/4) + i sin (1001pi/4) )

    ---> aangezien 2pi een rondje is. 1000/2 = 500. Hou je 1 pi over?? Dus dan:

    ---> ( cos(5pi/4) + i sin (5 pi/4) ) en daarna raakt het een beetje in de soep.
    GlowMousedinsdag 20 oktober 2009 @ 21:09
    Welk getal doe je nou? Want r=1 voor beide getallen.

    En de hoek bij -1 + i is niet pi/4.
    Burakiusdinsdag 20 oktober 2009 @ 21:26
    quote:
    Op dinsdag 20 oktober 2009 21:09 schreef GlowMouse het volgende:
    Welk getal doe je nou? Want r=1 voor beide getallen.

    En de hoek bij -1 + i is niet pi/4.
    r = 1??? ehh... ik pak zeg maar -1 + 1*i voor de bovenste term.....

    Edit: en die hoek is natuurlijk 3/4 pi.

    Maar als ik naar polaire vorm schrijf, dan wordt die -1+1i toch z = wortel ( 1 +1 ) ??
    GlowMousedinsdag 20 oktober 2009 @ 21:30
    waar komt -1+i vandaan dan?
    Burakiusdinsdag 20 oktober 2009 @ 21:41
    quote:
    Op dinsdag 20 oktober 2009 21:30 schreef GlowMouse het volgende:
    waar komt -1+i vandaan dan?

    van die boventerm : ( -1/wortel2 + i 1/wortel 2 )

    In het boek zag ik dat ze hetzelfde doen met : 1/2 + 1/2 i gebruikten ze 1+i .. dus vandaar..
    GlowMousedinsdag 20 oktober 2009 @ 21:42
    Het is toch makkelijker om -1/wortel2 + i 1/wortel 2 te schrijven als cos(3pi/4) + i sin(3pi/4)?
    Burakiusdinsdag 20 oktober 2009 @ 21:46
    quote:
    Op dinsdag 20 oktober 2009 21:42 schreef GlowMouse het volgende:
    Het is toch makkelijker om -1/wortel2 + i 1/wortel 2 te schrijven als cos(3pi/4) + i sin(3pi/4)?
    ff denken.... -1 wortel 2 = 5/4 pi + pi 1/4 --> ja idd dat wordt op de éénheidscirkel 3/4 pi. Ik ga even een paint maken om het te verduidelijken. kijken of ik het goed doe.
    ErictheSwiftdinsdag 20 oktober 2009 @ 21:50
    quote:
    Op dinsdag 20 oktober 2009 20:22 schreef Burakius het volgende:
    Heey genialen,

    Vrienden en ik kwamen niet uit deze som. (uitwerking is perongeluk boven i.p.v. beneden). Hoe kom je nou op die onderste term ^3( dus welk truukje wordt er nou uitgehaald bij de eerste bewerking). Help ons uit de brand.

    [ afbeelding ]
    Schrijf eens de breuk als 1 e-macht, zoiets als et/en = et-n, en kijk wat de rest wordt als je de resulterende exponent modulo 2pi neemt.
    Burakiusdinsdag 20 oktober 2009 @ 21:52
    btw. Even mijn totale noob plaatje:



    Het is echt lang geleden, ik moet me maar eens totaal inlezen.
    GlowMousedinsdag 20 oktober 2009 @ 21:53
    i / wortel2 ligt op de 'y-as' en -1/wortel2 ligt op de x-as
    thabitdinsdag 20 oktober 2009 @ 22:08
    quote:
    Op dinsdag 20 oktober 2009 21:52 schreef Burakius het volgende:
    btw. Even mijn totale noob plaatje:

    [ afbeelding ]

    Het is echt lang geleden, ik moet me maar eens totaal inlezen.
    Goed, het nemen van machten staat gelijk aan het doorcirkelen van dat ding op de eenheidsschijf. De vierde macht van dat ding is daarbij duidelijk 1. De 1000ste macht is dan ook 1, aangezien 1000 een veelvoud van 4 is. De 1001ste macht is dus gelijk aan het getal zelf.
    Ripariuswoensdag 21 oktober 2009 @ 00:22
    quote:
    Op dinsdag 20 oktober 2009 22:08 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Goed, het nemen van machten staat gelijk aan het doorcirkelen van dat ding op de eenheidsschijf. De vierde macht van dat ding is daarbij duidelijk 1. De 1000ste macht is dan ook 1, aangezien 1000 een veelvoud van 4 is. De 1001ste macht is dus gelijk aan het getal zelf.
    Ik begrijp het niet helemaal. De vierde macht van zowel cos ¾π + i∙sin ¾π als cos(-¼π) + i∙sin(-¼π) is -1, dus je kunt de machten van zowel teller als noemer mod 8 nemen. Niet dat daardoor iets verandert aan de uitwerking natuurlijk.
    Haushoferwoensdag 21 oktober 2009 @ 09:38
    quote:
    Op dinsdag 20 oktober 2009 20:22 schreef Burakius het volgende:
    Heey genialen,

    Vrienden en ik kwamen niet uit deze som. (uitwerking is perongeluk boven i.p.v. beneden). Hoe kom je nou op die onderste term ^3( dus welk truukje wordt er nou uitgehaald bij de eerste bewerking). Help ons uit de brand.

    [ afbeelding ]
    Bij dit soort sommen schrijf ik altijd de zaak even om naar exponenten. In het meest algemene geval heb je iets als

    (a+bi)n

    Nu ga je (a+bi) omschrijven in de vorm (a+bi)=reix, want dan kun je makkelijk uitrekenen dat

    (a+bi)n = (reix)n = rneinx

    In het algemeen geldt (teken het plaatje maar) dat

    r = [a2+b2]1/2

    en

    tan(x) = b/a --> b/a=tan-1(x)

    Hieruit kun je x en r oplossen in termen van a en b. Vervolgens schrijf je

    rneinx

    op. Dit doe je met de teller, en hetzelfde doe je met de noemer, en wat je overhoudt is een uitdrukking in de vorm

    rneinx/[smeimx] = [rn/sm]ei(n-m)x.

    Maar je kunt natuurlijk ook de plaatjes tekenen zoals werd aangegeven
    thabitwoensdag 21 oktober 2009 @ 10:09
    quote:
    Op woensdag 21 oktober 2009 00:22 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Ik begrijp het niet helemaal. De vierde macht van zowel cos ¾π + i∙sin ¾π als cos(-¼π) + i∙sin(-¼π) is -1, dus je kunt de machten van zowel teller als noemer mod 8 nemen. Niet dat daardoor iets verandert aan de uitwerking natuurlijk.
    Okee, ja, vergissinkje.
    Haushoferwoensdag 21 oktober 2009 @ 10:28
    quote:
    Op woensdag 21 oktober 2009 10:09 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Okee, ja, vergissinkje.
    Burakiuswoensdag 21 oktober 2009 @ 18:52
    Is dit toegestaan:

    (1) (- 1/wortel(2) + i/wortel(2)) herschrijven tot 1/wortel(2) ( -1 + i ) ?
    (2) modulus is wortel(2) en danzou het argument tan 1 zijn en dat is pi/4 , en dan klap ik het natuurlijk om door die -1 en dan wordt het 3/4 pi.

    correct?
    GlowMousewoensdag 21 oktober 2009 @ 19:08
    1 ja
    2 tan(x) = -1 dus x=3/4 pi (of x=-pi/4 maar die is het niet), niks 'klap ik het natuurlijk om', gewoon in 1x goed doen
    Ripariuswoensdag 21 oktober 2009 @ 19:15
    quote:
    Op woensdag 21 oktober 2009 18:52 schreef Burakius het volgende:
    Is dit toegestaan:

    (1) (- 1/wortel(2) + i/wortel(2)) herschrijven tot 1/wortel(2) ( -1 + i ) ?
    Dat is correct, maar ik zou beginnen om wortels in de noemer weg te werken. Je hebt immers:

    1/√2 = ½√2
    quote:
    (2) modulus is wortel(2) en danzou het argument tan 1 zijn en dat is pi/4 , en dan klap ik het natuurlijk om door die -1 en dan wordt het 3/4 pi.

    correct?
    Lijkt me op zijn minst onnodig verwarrend om het zo te doen. Je moet het gewoon even visualiseren in het complexe vlak. Het beeldpunt van -1 + i ligt in het tweede kwadrant, dan zie je meteen dat het argument ¾π (mod 2π) is.
    Burakiuswoensdag 21 oktober 2009 @ 19:35
    Ja maar ik schrijf het eerst om naar een driehoek met a= 1 b = 1 en r = wortel(2).

    Want ik heb dus een tabel tot mijn beschikking die ik uit mijn hoofd ken. Daarin komt tan-1 niet voor, mar bij tan 1 weet ik wel dat het pi/4 is. En dan "klap ik het om" .
    Burakiuswoensdag 21 oktober 2009 @ 19:36
    quote:
    Op woensdag 21 oktober 2009 19:15 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Dat is correct, maar ik zou beginnen om wortels in de noemer weg te werken. Je hebt immers:

    1/√2 = ½√2
    [..]

    Lijkt me op zijn minst onnodig verwarrend om het zo te doen. Je moet het gewoon even visualiseren in het complexe vlak. Het beeldpunt van -1 + i ligt in het tweede kwadrant, dan zie je meteen dat het argument ¾π (mod 2π) is.
    Ja bij deze wel, maar bij pi/6 en pi/3 etc. vind ik het al moeilijker om te zien. Het liefst doe ik het dan op de langzame officiele wijze. Maar in een geval van pi/4 zou ik het wel zien natuurlijk. pi/2 trouwens ook.
    thabitwoensdag 21 oktober 2009 @ 19:47
    quote:
    Op woensdag 21 oktober 2009 10:28 schreef Haushofer het volgende:

    [..]

    Tja, het is natuurlijk ook niet goed dat pi de verhouding tussen de omtrek en de middellijn van een cirkel aanduidt, in plaats van de verhouding tussen omtrek en straal. Het is op de een of andere manier historisch zo gegroeid natuurlijk, maar handig is anders omdat je je heel makkelijk in factoren 2 vergist. Maar goed, zo zijn er wel meer voorbeelden van slechte notatie te vinden die we toch nog dagelijks blijven gebruiken.
    Burakiuswoensdag 21 oktober 2009 @ 19:51
    Leg ees beter uit thabit . Ik kom nog wel eens in de war met dat rad gedoe. Ik haat het.
    thabitwoensdag 21 oktober 2009 @ 19:54
    In de meeste formules en stellingen waar pi in voorkomt, komt eigenlijk 2*pi voor. Zo is de omtrek van de eenheidscirkel gelijk aan 2*pi. En als gevolg daarvan de periode van de sinus en cosinus gelijk aan 2*pi. Als je een hoek van pi hebt gemaakt dan ben je nog maar halverwege het hele rondje, etc.
    Burakiuswoensdag 21 oktober 2009 @ 20:46
    Oke jongens nog eentje.Deze is wat simpeler.



    Nou snap ik de notatie van de domein(en?) niet helemaal. Maar wat ik iig wel kan is: (als hij dus invers is) is natuurlijk:

    f(x)=sin x ---> y=sinx ---> arcsiny=x -----> arcsinx= y is de inverse.

    MAAarr... daarna komt het antwoord met arcsin(x + pi ) . En dat zal wel te maken hebben met die domein(en). Kan het even niet zien.


    p.s.

    wij hanteren het domein pi tot -pi ... als dat hiermee te maken heeft
    Ripariuswoensdag 21 oktober 2009 @ 20:51
    quote:
    Op woensdag 21 oktober 2009 19:54 schreef thabit het volgende:
    In de meeste formules en stellingen waar pi in voorkomt, komt eigenlijk 2*pi voor. Zo is de omtrek van de eenheidscirkel gelijk aan 2*pi. En als gevolg daarvan de periode van de sinus en cosinus gelijk aan 2*pi. Als je een hoek van pi hebt gemaakt dan ben je nog maar halverwege het hele rondje, etc.
    Het oudst bekende gebruik van de letter π in de 'moderne' betekenis komt voor bij William Jones, Synopsis palmariorum matheseos (London, 1706) p. 263, maar de notatie lijkt mede te zijn geïnspireerd door het gebruik van de letters π en δ voor respectievelijk de omtrek (periferie) en diameter van een cirkel bij Oughtred, Clauis mathematicae (1652) p. 66. De notatie π voor de verhouding van de omtrek tot de middellijn van een cirkel is populair geworden doordat Euler deze consequent gebruikte in zijn invloedrijke Introductio in analysin inifinitorum (1748). Opmerkelijk is echter dat Euler in een brief aan d'Alembert gedateerd 15 april 1747 schrijft: soit π la circonférence d'un cercle dont le rayon = 1, en daarmee definieert hij π dan weer op de manier die jij graag zou willen, wat wel opmerkelijk mag heten omdat Euler het manuscript voor de Introductio al medio 1745 had voltooid.

    [ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 21-10-2009 21:04:32 ]
    Ibliswoensdag 21 oktober 2009 @ 20:51
    quote:
    Op woensdag 21 oktober 2009 20:46 schreef Burakius het volgende:
    Oke jongens nog eentje.Deze is wat simpeler.

    [ afbeelding ]

    Nou snap ik de notatie van de domein(en?) niet helemaal. Maar wat ik iig wel kan is: (als hij dus invers is) is natuurlijk:

    f(x)=sin x ---> y=sinx ---> arcsiny=x -----> arcsinx= y is de inverse.

    MAAarr... daarna komt het antwoord met arcsin(x + pi ) . En dat zal wel te maken hebben met die domein(en). Kan het even niet zien.


    p.s.

    wij hanteren het domein pi tot -pi ... als dat hiermee te maken heeft
    Heb je sin(x) al getekend van π/2 tot 3/2π?
    Ripariuswoensdag 21 oktober 2009 @ 21:52
    quote:
    Op woensdag 21 oktober 2009 20:46 schreef Burakius het volgende:
    Oke jongens nog eentje.Deze is wat simpeler.

    [ afbeelding ]

    Nou snap ik de notatie van de domein(en?) niet helemaal. Maar wat ik iig wel kan is: (als hij dus invers is) is natuurlijk:

    f(x)=sin x ---> y=sinx ---> arcsiny=x -----> arcsinx= y is de inverse.

    MAAarr... daarna komt het antwoord met arcsin(x + pi ) . En dat zal wel te maken hebben met die domein(en). Kan het even niet zien.


    p.s.

    wij hanteren het domein pi tot -pi ... als dat hiermee te maken heeft
    Ik weet niet wie die vraag heeft gemaakt, maar geen van de vier gegeven antwoorden is juist als je althans de gangbare definitie van arcsin x hanteert.
    Burakiusdonderdag 22 oktober 2009 @ 00:15
    quote:
    Op woensdag 21 oktober 2009 20:51 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Heb je sin(x) al getekend van π/2 tot 3/2π?
    Heb het getekend, alhoewel ik het niet vanuit de oorsprong laat gaan...

    Dus ik heb de gewone sinus grafiek (die begint in 0,0) getekend. En daarna domeinen gesteld bij pi/2 en 3pi/2 ...

    Maar uberhaupt snap ik dat [pi/2 , 3pi/2] --> [-1,1] gedoe niet. Wat wil dat zeggen.

    Een grafiek is toch invers als dezelfde waarde y niet voor de tweede keer voorkomt...
    synthesixdonderdag 22 oktober 2009 @ 01:12
    Kan iemand mij uitleggen wat de definitie\restricties van een lineair programmeringsprobleem zijn?
    Ik moet morgen op mn tentamen lp's formuleren adhv een verhaal, maar ik weet niet exact waar het aan moet voldoen.

    Ik heb het idee dat in je uiteindelijke probleem alle vergelijkingen aan de volgende voorwaarden moet voldoen
    :
    - Elke kant is steeds of een losse Beslissingsvariabele/Constante of een som waarvan de termen maximaal uit 1 Beslissingsvariabele bestaan.
    - Je mag dus niet Xi/Yj = Zj doen
    - Je mag ook niet Lj = A(j-1) + B(j-1) doen

    Die laatste 2 zouden mijn leven namelijk zóooo veel makkelijker maken
    Ripariusdonderdag 22 oktober 2009 @ 01:17
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 00:15 schreef Burakius het volgende:

    [..]

    Heb het getekend, alhoewel ik het niet vanuit de oorsprong laat gaan...

    Dus ik heb de gewone sinus grafiek (die begint in 0,0) getekend. En daarna domeinen gesteld bij pi/2 en 3pi/2 ...

    Maar uberhaupt snap ik dat [pi/2 , 3pi/2] --> [-1,1] gedoe niet. Wat wil dat zeggen.
    Een compacte notatie van domein en codomein van de functie.
    quote:
    Een grafiek is toch invers als dezelfde waarde y niet voor de tweede keer voorkomt...
    Je moet niet grafiek en functie met elkaar identificeren.

    Lees nog even na wat men onder domein en bereik verstaat en bekijk de gehanteerde notaties, ook in de artikelen waarnaar wordt verwezen.
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 01:18
    Zie het voorbeeld: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lineair_programmeren

    >> Elke kant is steeds of een losse Beslissingsvariabele/Constante of een som waarvan de termen maximaal uit 1 Beslissingsvariabele bestaan.
    Bijna goed, maar het valt altijd om te schrijven naar wat jij zegt. 3x=2y kun je bv omschrijven naar 3x-2y=0.

    >> - Je mag dus niet Xi/Yj = Zj doen
    klopt, dit is een kwadratische constraint

    >> - Je mag ook niet Lj = A(j-1) + B(j-1) doen
    Waarom niet? Valt om te schrijven naar A+B-L = 0 dus gewoon toegestaan (ook zonder om te schrijven).
    synthesixdonderdag 22 oktober 2009 @ 01:34
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 01:18 schreef GlowMouse het volgende:
    Zie het voorbeeld: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lineair_programmeren

    >> Elke kant is steeds of een losse Beslissingsvariabele/Constante of een som waarvan de termen maximaal uit 1 Beslissingsvariabele bestaan.
    Bijna goed, maar het valt altijd om te schrijven naar wat jij zegt. 3x=2y kun je bv omschrijven naar 3x-2y=0.

    >> - Je mag dus niet Xi/Yj = Zj doen
    klopt, dit is een kwadratische constraint

    >> - Je mag ook niet Lj = A(j-1) + B(j-1) doen
    Waarom niet? Valt om te schrijven naar A+B-L = 0 dus gewoon toegestaan (ook zonder om te schrijven).
    Ok meer specifiek hoe ik bij dat laatste kwam, ik zit met productieproces waarbij er elke maand een overschot op voorraad kan blijven, hier betaal je dan geld voor.
    Mijn omslachtige idee was: definieer overschot aan begin van elke maand als een beslissingvariabele en voeg een constraint toe die stelt dat overschot gelijk moet zijn aan ' productie + overschot - verkoop ' van vorige maand:

    Oj = Pj-1 + Oj-1 - Vj-1

    Het lijkt me niet dat dit mag maar het ziet er wel aannemelijk uit als je het opschrijft dus ik twijfelde.
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 01:39
    Dat mag.
    Burakiusdonderdag 22 oktober 2009 @ 01:46
    Sorry! Had injectief en invers door elkaar gehaald
    Matthijs-donderdag 22 oktober 2009 @ 15:25
    Hoe was die regel ook weer?

    Als f(x) = e2x - 4 dan is f '(x) = -4e2x - 4 ?
    Haushoferdonderdag 22 oktober 2009 @ 15:28
    Als f(x) = eg(x), dan geldt volgens de kettingregel dat

    f(x)' = g(x)'eg(x).

    In jouw geval dus
    f(x)' = 2e2x-4

    aangezien (2x-4)'=2.
    Iblisdonderdag 22 oktober 2009 @ 15:33
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 15:25 schreef Matthijs- het volgende:
    Hoe was die regel ook weer?

    Als f(x) = e2x - 4 dan is f '(x) = -4e2x - 4 ?
    Nee, kettingregel gebruiken, Leibniz’ notatie:



    Dus, in dit geval y=2x - 4, dus dan krijg je:

    Matthijs-donderdag 22 oktober 2009 @ 16:20
    Bedankt. Nog eentje:

    De relatie tussen de prijs p en de vraaghoeveelheid q is gegeven door q = 10-0.02p+2
    a) Voor welke waarden van p is de vraag q groter dan 10?

    Ik begon:

    10-0.02p+2 > 101

    -0.02p + 2 > 1

    -0.02 p > -1

    p > 50


    Maar het antwoord moet volgens het antwoordenblad p < 50 zijn, net andersom dus. Waarom? Als je aan beide kanten een minteken hebt hoef je het pijltje toch niet om te keren?
    Iblisdonderdag 22 oktober 2009 @ 16:24
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 16:20 schreef Matthijs- het volgende:
    Bedankt. Nog eentje:

    De relatie tussen de prijs p en de vraaghoeveelheid q is gegeven door q = 10-0.02p+2
    a) Voor welke waarden van p is de vraag q groter dan 10?

    Ik begon:

    10-0.02p+2 > 101

    -0.02p + 2 > 1

    -0.02 p > -1

    p > 50


    Maar het antwoord moet volgens het antwoordenblad p < 50 zijn, net andersom dus. Waarom? Als je aan beide kanten een minteken hebt hoef je het pijltje toch niet om te keren?
    Wel. Als je deelt door een negatief getal (en dat doe jij, door -0,02) dan klapt het minteken om. Het maakt niet uit of er aan beide zijden een positief of negatief getal staat, als je deelt door een negatief getal, dan klapt het om, b.v.:

    Voorbeeld 1: -1 < 1
    Deel door -1: 1 > -1.

    Voorbeeld 2: -2 < -1:
    Deel door -1: 2 > 1.

    Voorbeeld 3: 3 < 4
    Deel door -1: -3 > -4

    Voorbeeld 4: 1 > -1:
    Deel door -1: -1 < 1.

    Dit is geen bewijs, maar je ziet: het maakt niet uit of er positieve of negatieve getallen staan, als je deelt door een negatief getal dán klapt het om.
    Matthijs-donderdag 22 oktober 2009 @ 16:27
    Ah oke, dank je. Scheelt toch weer 2 punten op het tentamen!

    [ Bericht 43% gewijzigd door Matthijs- op 22-10-2009 16:35:57 ]
    Matthijs-donderdag 22 oktober 2009 @ 16:35
    Edit: Ik vermenigvuldigde in mijn hoofd overigens met -50 ipv door -0,02 te delen (wat natuurlijk op hetzelfde neerkomt). Denk dat ik daardoor in de war ben geraakt.
    Ripariusdonderdag 22 oktober 2009 @ 17:08
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 16:35 schreef Matthijs- het volgende:
    Edit: Ik vermenigvuldigde in mijn hoofd overigens met -50 ipv door -0,02 te delen (wat natuurlijk op hetzelfde neerkomt). Denk dat ik daardoor in de war ben geraakt.
    Dat maakt niet uit: als je beide leden van een ongelijkheid met een negatief getal vermenigvuldigt dien je het teken ook om te klappen. En een beetje gezond verstand kan geen kwaad. Je kunt zo wel bedenken dat de vraag niet zal toenemen als de prijs almaar stijgt.

    [ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 22-10-2009 18:12:06 ]
    Matthijs-donderdag 22 oktober 2009 @ 18:26
    En we gaan vrolijk verder.

    Als f (x, y) = 4x3 + 4(x - y)3 - 60x + 12y

    Dan zou f'y = 12(x - y)2 + 12 moeten zijn volgens mij. Het goede antwoord volgens het antwoordmodel is echter f'y = -12(x - y)2 + 12. Weer dat minteken dus!

    Waarom zit ik er dit maal naast? Thanks.
    Burakiusdonderdag 22 oktober 2009 @ 18:29
    Je moet wat er tussen de haakjes staat ook nog diferentieren --> -y = -
    Ripariusdonderdag 22 oktober 2009 @ 19:01
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 18:26 schreef Matthijs- het volgende:
    En we gaan vrolijk verder.

    Als f (x, y) = 4x3 + 4(x - y)3 - 60x + 12y

    Dan zou f'y = 12(x - y)2 + 12 moeten zijn volgens mij. Het goede antwoord volgens het antwoordmodel is echter f'y = -12(x - y)2 + 12. Weer dat minteken dus!

    Waarom zit ik er dit maal naast? Thanks.
    Je paste de kettingregel niet correct toe.
    Burakiusdonderdag 22 oktober 2009 @ 19:03
    Oftewel
    f(x) = a( g(x) )^n

    f '(x)= a*n( g(x) )^n-1 * g '(x)
    Hanneke12345donderdag 22 oktober 2009 @ 19:37


    Ik snap niet goed wat er bedoeld wordt. Ik dacht a: L=1-labda en L=2+labda, maar ik denk dat ik hier al de fout in ga? Zo nee, hoe moet ik c dan doen?

    Edit: Of moet ik het zien als twee punten (1,-1labda) en (2,1labda) en daar een y=ax+b formule voor opstellen?
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 19:59
    >> Edit: Of moet ik het zien als twee punten (1,-1labda) en (2,1labda) en daar een y=ax+b formule voor opstellen?

    Dat denk ik ja.


    Ik kwam trouwens een echt gemene vraag tegen: voor welke p heeft px²+p = (x-1)² twee oplossingen?
    Hanneke12345donderdag 22 oktober 2009 @ 20:14
    Dan zou ik dus krijgen y=-(4/3)labda*x-(1/3)labda? Beetje kut dat hiervan de antwoorden niet online staan ;o


    Met die p, ik zou denk gewoon haakjes uitwerken en dan de abc-formule, als 4(p-1)^2>4 is er iig geen antwoord, als 4(p-1)^2=4 is er één antwoord?
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 20:17
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 20:14 schreef Hanneke12345 het volgende:
    Dan zou ik dus krijgen y=-(4/3)labda*x-(1/3)labda? Beetje kut dat hiervan de antwoorden niet online staan ;o
    je moet iets in de vorm c1 x1 + c2 x2 = c3 krijgen.
    quote:
    Met die p, ik zou denk gewoon haakjes uitwerken en dan de abc-formule, als 4(p-1)^2>4 is er iig geen antwoord, als 4(p-1)^2=4 is er één antwoord?
    juist, maar dat is de vraag niet.
    thabitdonderdag 22 oktober 2009 @ 20:21
    Het eerste wat je bij zo'n vraag moet bekijken zijn de gedegenereerde gevallen natuurlijk: wanneer is het een eerstegraadsvergelijking?
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 20:24
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 20:21 schreef thabit het volgende:
    Het eerste wat je bij zo'n vraag moet bekijken zijn de gedegenereerde gevallen natuurlijk: wanneer is het een eerstegraadsvergelijking?
    Ja inderdaad. Deze komt uit een tentamen voor eerstejaars economiestudenten en de docent had hem in eerste instantie zelf ook fout
    Hanneke12345donderdag 22 oktober 2009 @ 20:29
    ?
    ErictheSwiftdonderdag 22 oktober 2009 @ 20:30
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 19:59 schreef GlowMouse het volgende:
    >> Edit: Of moet ik het zien als twee punten (1,-1labda) en (2,1labda) en daar een y=ax+b formule voor opstellen?

    Dat denk ik ja.

    Ik kwam trouwens een echt gemene vraag tegen: voor welke p heeft px²+p = (x-1)² twee oplossingen?
    Dr zal vast een Huysse-se Instinker inzitten, maar toch maar eerst de standaardmethode erop loslaten.

    px2 + p = x2 - 2x + 1

    px2 + p - x2 + 2x - 1 = 0

    (p-1)x2 + 2x + p-1 = 0

    ABC-formule

    A = (p-1)
    B = 2
    C = (p-1)
    D = B2 - 4AC = 4 - 4*(p-1)*(p-1) = 4 - 4p2 + 8p - 4 = 4p(2-p)

    voor 2 oplossingen moet 4p(2-p) > 0 zijn; dan geldt voor het interval <0,2>, dus bij inpluggen zou deze moeten kloppen. Maar als we bijv 1 invullen in de originele vgl dat blijkt deze strijdig te zijn.
    Hanneke12345donderdag 22 oktober 2009 @ 20:31
    Maar ook als het een tweedegraadsvergelijking is zijn er niet altijd twee oplossingen, toch?
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 20:32
    je antwoord mag natuurlijk niet van lambda afhangen.
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 20:32
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 20:30 schreef ErictheSwift het volgende:

    [..]

    Dr zal vast een Huyssense Instinker inzitten, maar toch maar eerst de standaardmethode erop loslaten.

    px2 + p = x2 - 2x + 1

    px2 + p - x2 + 2x - 1 = 0

    (p-1)x2 + 2x + p-1 = 0

    ABC-formule

    A = (p-1)
    B = 2
    C = (p-1)
    D = B2 - 4AC = 4 - 4*(p-1)*(p-1) = 4 - 4p2 + 8p - 4 = 4p(2-p)

    voor 2 oplossingen moet 4p(2-p) > 0 zijn; dan geldt voor het interval <0,2>, dus bij inpluggen zou deze moeten kloppen. Maar als we bijv 1 invullen in de originele vgl dat blijkt deze strijdig te zijn.
    Correct, dus we zoeken (0,2)\{1}.
    ErictheSwiftdonderdag 22 oktober 2009 @ 20:42
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 20:32 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Correct, dus we zoeken (0,2)\{1}.
    want voor p=1 reduceert de resulterende vgl. tot 2x=0, en dâkannie

    idd, een Huysse-se Instinker van het zuiverste water, enne...

    <mierenneukmodus>
    de pipo in kwestie had bij jouw ook wel de rode pen gehanteerd vanwege de verkeerde notatie voor een open interval; daar worden nl. deze <x,y> haken gebruikt
    <mierenneukmodus>

    [ Bericht 29% gewijzigd door ErictheSwift op 22-10-2009 20:48:14 ]
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 20:43
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 20:42 schreef ErictheSwift het volgende:

    [..]

    want voor p=1 reduceert de resulterende vgl. tot 2x=0, en dâkannie heeftmaareenoplossing
    Hanneke12345donderdag 22 oktober 2009 @ 20:47
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 20:32 schreef GlowMouse het volgende:
    je antwoord mag natuurlijk niet van lambda afhangen.
    Oh, wacht, je kan er een basis van maken met
    Dus dan heb je ?

    Klopt iig met dat het geen deelruimte is, want 0-0=/=-2/3

    En c zou dan inplaatsvan -2/3 achter de = 0?
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 20:50
    Je basis en het resultaat kloppen niet. Sowieso, als je een basis hebt dan heb je een lineaire deelruimte.
    ErictheSwiftdonderdag 22 oktober 2009 @ 20:53
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 20:43 schreef GlowMouse het volgende:
    want voor p=1 reduceert de resulterende vgl. tot 2x=0, en dâkannie heeftmaareenoplossing 1 oplossing die niet voldoet aan de voorwaarden voor 2 oplossingen van deze specifieke ABC-formule en daarmee afvalt .
    Hanneke12345donderdag 22 oktober 2009 @ 20:58
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 20:50 schreef GlowMouse het volgende:
    Je basis en het resultaat kloppen niet. Sowieso, als je een basis hebt dan heb je een lineaire deelruimte.
    Damn, kloppen niet met elkaar bedoel je, dus de basis los klopt wel of wat? En is een rechte lijn in R2 niet een lineaire deelruimte? Ik dacht het te snappen, maar dat valt tegen. ;x
    Borizzzdonderdag 22 oktober 2009 @ 21:04
    Nog eens legendre symbolen
    x2 +7x+13 = 0 mod 17 oplossen.
    Dit wilde ik doen met kwadraat afsplitsen, dus als k2 = c (mod 17) schrijven.
    maar 7 is oneven. Hoe kan ik dit doen? Vermenigvuldigen met inverse van 7 (mod 17)? Of een ander handigheidje?
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 21:16
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 20:58 schreef Hanneke12345 het volgende:

    [..]

    Damn, kloppen niet met elkaar bedoel je, dus de basis los klopt wel of wat? En is een rechte lijn in R2 niet een lineaire deelruimte? Ik dacht het te snappen, maar dat valt tegen. ;x
    x1 = 1-l
    x2 = 2+l
    je kunt het omschrijven naar bv. x2 = (1-l)+1+2l = x1+1+2l maar als je l dan invult dan heb je helemaal geen garantie meer dat x1=1-l want voor x1 kun je dan nog alles kiezen.
    De juiste methode is om l helemaal kwijt te raken. Dat lukt bv. door beide vergelijkingen op te tellen.
    Ripariusdonderdag 22 oktober 2009 @ 21:23
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 21:04 schreef Borizzz het volgende:
    Nog eens legendre symbolen
    x2 +7x+13 = 0 mod 17 oplossen.
    Dit wilde ik doen met kwadraat afsplitsen, dus als k2 = c (mod 17) schrijven.
    maar 7 is oneven. Hoe kan ik dit doen? Vermenigvuldigen met inverse van 7 (mod 17)? Of een ander handigheidje?
    4(x2 + 7x + 13) = 4x2 + 28x + 52 = (2x + 7)2 + 3.
    Borizzzdonderdag 22 oktober 2009 @ 21:31
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 21:23 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    4(x2 + 7x + 13) = 4x2 + 28x + 52 = (2x + 7)2 + 3.
    Volgens mijn docent moet ik b=2*k schrijven en dan b maal de inverse van 2 (mod 17) schrijven. Maar dit zie ik nog niet zo gebeuren...
    Borizzzdonderdag 22 oktober 2009 @ 21:32
    edit (iets te enthousiast)
    thabitdonderdag 22 oktober 2009 @ 21:32
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 21:04 schreef Borizzz het volgende:
    Nog eens legendre symbolen
    x2 +7x+13 = 0 mod 17 oplossen.
    Dit wilde ik doen met kwadraat afsplitsen, dus als k2 = c (mod 17) schrijven.
    maar 7 is oneven. Hoe kan ik dit doen? Vermenigvuldigen met inverse van 7 (mod 17)? Of een ander handigheidje?
    Modulo 17 bestaat er geen even of oneven, 2 is immers inverteerbaar. Delen door 2 is ofwel 2n=1 mod 17 oplossen (bijvoorbeeld met Euclides als) ofwel direct zien dat 9 een inverse van 2 is en dus met 9 vermenigvuldigen.
    Hanneke12345donderdag 22 oktober 2009 @ 21:34
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 21:16 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    x1 = 1-l
    x2 = 2+l
    je kunt het omschrijven naar bv. x2 = (1-l)+1+2l = x1+1+2l maar als je l dan invult dan heb je helemaal geen garantie meer dat x1=1-l want voor x1 kun je dan nog alles kiezen.
    De juiste methode is om l helemaal kwijt te raken. Dat lukt bv. door beide vergelijkingen op te tellen.
    Oh, zo oké. Dus x1+x2=3 dan.
    Matthijs-donderdag 22 oktober 2009 @ 21:58
    Laatste keer vanavond dat ik stoor:

    Klopt het dat wanneer f(x) = 5 . ewortel[6x], dan is f'(x) = 5 . ewortel[6x] . 3x-1/2 ?

    Heb dan de kettingregel en de productregel gebruikt.
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 22:00
    De afgeleide van wortel[6x] is 3*(6x)^(-0.5)
    Ripariusdonderdag 22 oktober 2009 @ 22:01
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 21:58 schreef Matthijs- het volgende:
    Laatste keer vanavond dat ik stoor:

    Klopt het dat wanneer f(x) = 5 . ewortel[6x], dan is f'(x) = 5 . ewortel[6x] . 3x-1/2 ?

    Heb dan de kettingregel en de productregel gebruikt.
    Nee, klopt niet.
    Matthijs-donderdag 22 oktober 2009 @ 22:12
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 22:00 schreef GlowMouse het volgende:
    De afgeleide van wortel[6x] is 3*(6x)^(-0.5)
    Hoe herschrijf je wortel[6x] dan GM? Ik had het herschreven als 6x-1/2, wat waarschijnlijk de foute differentiatie opleverde.

    Ik en wiskunde
    -J-D-donderdag 22 oktober 2009 @ 22:13
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 22:12 schreef Matthijs- het volgende:

    [..]

    Hoe herschrijf je wortel[6x] dan GM? Ik had het herschreven als 6x-1/2, wat waarschijnlijk de foute differentiatie opleverde.

    Ik en wiskunde
    Doe maar (6x)1/2
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 22:13
    In het algemeen geldt (ab)^c = a^c * b^c.
    Matthijs-donderdag 22 oktober 2009 @ 22:15
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 22:13 schreef -J-D- het volgende:

    [..]

    Doe maar (6x)-1/2
    Maar waarom is de afgeleide daarvan dan 18x-1/2?
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 22:18
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 22:15 schreef Matthijs- het volgende:

    [..]

    Maar waarom is de afgeleide daarvan dan 18x-1/2?
    Dat is het niet.
    Hanneke12345donderdag 22 oktober 2009 @ 22:22
    S (rondje) T is dat nou T(S(x)) of S(T(x))?
    GlowMousedonderdag 22 oktober 2009 @ 22:24
    Rondje spreek je uit als 'na'. S na T Dus eerst T dan S: S(T(x)).
    Optimistic1vrijdag 23 oktober 2009 @ 12:41
    Ik heb een vraagje over elliptische krommen.
    Gegeven een rationaal punt (a,b) op de kromme gedefinieerd door de vergelijking y2=-x4+ c (met c een rationaal getal ongelijk aan 0) wil ik deze vergelijking transformeren tot de weierstrass vgl y'2 =(polynoom van graad 3).
    Enig idee hoe dat werkte?
    thabitvrijdag 23 oktober 2009 @ 14:27
    quote:
    Op vrijdag 23 oktober 2009 12:41 schreef Optimistic1 het volgende:
    Ik heb een vraagje over elliptische krommen.
    Gegeven een rationaal punt (a,b) op de kromme gedefinieerd door de vergelijking y2=-x4+ c (met c een rationaal getal ongelijk aan 0) wil ik deze vergelijking transformeren tot de weierstrass vgl y'2 =(polynoom van graad 3).
    Enig idee hoe dat werkte?
    Ken je Riemann-Roch?
    Hondenbrokkenvrijdag 23 oktober 2009 @ 17:17
    Calculus 17.1 vraag 21:
    y'' + 16y = 0
    y(pi/4) = -3
    y'(pi/4) = 4

    Ik heb bij die opgave moeite met het begrijpen van een tussenstap die ik op een uitwerking vond. (Toen ik het op mezelf probeerde kwam ik niet van de dubbele paren sinus en cosinus af.
    1
    2
    y = c_1 * e ^ {4ix} + c_2 * e ^ {-4ix}
    y = c_1 cos(4x) + c_2 sin(4x)


    Hier is mijn poging:
    1
    2
    3
    4
    5
    y = c_1 * e ^ {4ix} + c_2 * e ^ {-4ix} \\
    y = c_1 * e ^ 4 (cos x - i sin x) + c_2 * e ^ 4 (cos x - i sin x) \\
    y = (c_1 + c_2) * e ^ 4 (cos x - i sin x) \\
    how? \\
    y = c_1 cos(4x) + c_2 sin(4x) \\


    Als afbeelding:
    Ripariusvrijdag 23 oktober 2009 @ 17:25
    quote:
    Op vrijdag 23 oktober 2009 17:17 schreef Hondenbrokken het volgende:
    Calculus 17.1 vraag 21:
    y'' + 16y = 0
    y(pi/4) = -3
    y'(pi/4) = 4

    Ik heb bij die opgave moeite met het begrijpen van een tussenstap die ik op een uitwerking vond. (Toen ik het op mezelf probeerde kwam ik niet van de dubbele paren sinus en cosinus af.
    [ code verwijderd ]

    Hier is mijn poging:
    [ code verwijderd ]

    Als afbeelding:
    [ afbeelding ]
    Klopt geen hout van, je respecteert om te beginnen de elementaire rekenregels voor machten al niet. Je kunt niet zomaar die e-macht (met een reële exponent) buiten haakjes halen. Oftewel, apq is niet hetzelfde als het product van ap en aq.

    [ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 23-10-2009 17:40:51 ]
    Hondenbrokkenvrijdag 23 oktober 2009 @ 19:37
    Je hebt gelijk. Die exponenten worden vermenigvuldigd in plaats van opgeteld.

    Dan krijg ik:
    1
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    y = c_1 * e ^ {4ix} + c_2 * e ^ {-4ix} \\
    y = c_1 * (cos 4x - i sin 4x) + c_2 * (cos -4x - i sin -4x) \\
    y = c_1 * (cos 4x - i sin 4x) + c_2 * (cos 4x + i sin 4x) \\
    y = (c_1 + c_2) * (cos 4x) + (c_2 - c_1) * sin(4x) \\
    \\
    Subs: d_1 = (c_1 + c_2) en d_2 = (c_2 - c_1) \\
    y = d_1 * (cos 4x) + d_2 * sin(4x) \\


    En het maakt natuurlijk niet uit hoe je de constanten noemt.
    Ripariusvrijdag 23 oktober 2009 @ 19:41
    quote:
    Op vrijdag 23 oktober 2009 19:37 schreef Hondenbrokken het volgende:
    Je hebt gelijk. Die exponenten worden vermenigvuldigd in plaats van opgeteld.

    Dan krijg ik:
    [ code verwijderd ]

    En het maakt natuurlijk niet uit hoe je de constanten noemt.
    Dit is nog steeds niet goed. Je kent toch wel de formule van Euler:

    e = cos φ + i∙sin φ

    En waar blijft in jouw uitwerking die i bij je sinustermen?
    Hondenbrokkenvrijdag 23 oktober 2009 @ 20:27
    1
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    y = c_1 * e ^ {4ix} + c_2 * e ^ {-4ix} \\
    y = c_1 * (\cos 4x + i \sin 4x) + c_2 * (\cos -4x + i \sin -4x) \\
    y = c_1 * (\cos 4x + i \sin 4x) + c_2 * (\cos 4x - i \sin 4x) \\
    y = (c_1 + c_2) * (\cos 4x) + (c_1 - c_2) * i \sin(4x) \\
    \\
    Subs: d_1 = (c_1 + c_2) ; d_2 = (c_1 - c_2) \\
    y = d_1 * (\cos 4x) + d_2 * i \sin(4x) \\


    Maar dan snap ik alsnog niet hoe ik van die i af moet komen.

    Ripariusvrijdag 23 oktober 2009 @ 20:55
    quote:
    Op vrijdag 23 oktober 2009 20:27 schreef Hondenbrokken het volgende:

    [ code verwijderd ]

    Maar dan snap ik alsnog niet hoe ik van die i af moet komen.
    Nou, niet door de i te verdonkeremanen natuurlijk. Je hebt:

    d1 = c1 + c2

    d2 = i∙(c1 - c2)

    Dan zijn de oplossingen van de DV te schrijven als:

    y = d1∙cos 4x + d2∙sin 4x

    Wat is nu het probleem?
    Optimistic1zaterdag 24 oktober 2009 @ 13:01
    quote:
    Op vrijdag 23 oktober 2009 14:27 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Ken je Riemann-Roch?
    Ik ken de stelling zoals het in Silverman staat. Die stelling 'geeft' geen algortime om gegeven een rationaal punt op 'y^2= (irri. polynoom van graad 4) om dit te transformeren tot een elliptische kromme. In het boek van Cassels is er wel een algortime dat een aantal transformaties gebruikt. Ik geloof dat Riemann-Roch kan helpen uitleggen hoe men op het idee komt dit soort transformaties te doen maar bij mijn ontbreekt het inzicht.
    Optimistic1zaterdag 24 oktober 2009 @ 13:31
    Bestaat er een programma dat dat doet? ik zie dat dat agloritme veel prutswerk is.
    thabitzaterdag 24 oktober 2009 @ 13:49
    quote:
    Op zaterdag 24 oktober 2009 13:01 schreef Optimistic1 het volgende:

    [..]

    Ik ken de stelling zoals het in Silverman staat. Die stelling 'geeft' geen algortime om gegeven een rationaal punt op 'y^2= (irri. polynoom van graad 4) om dit te transformeren tot een elliptische kromme. In het boek van Cassels is er wel een algortime dat een aantal transformaties gebruikt. Ik geloof dat Riemann-Roch kan helpen uitleggen hoe men op het idee komt dit soort transformaties te doen maar bij mijn ontbreekt het inzicht.
    Klopt, er zijn inderdaad een aantal boeken die met formules goochelen. Dat zijn van die methoden die je nooit kunt onthouden. Zou je zoiets willen toepassen, moet je elke keer weer dat boek erbij pakken.

    Met Riemann-Roch heb je een methode die in je hoofd past. Misschien dat die methode wat meer stappen vergt, maar je begrijpt in elk geval wat je aan het doen bent.

    Goed, R-R dus. Zij C je kromme en P een rationaal punt op C. We gaan ervan uit dat C compleet en niet-singulier is. Voor gehele n heb je de ruimte L(nP) van rationale functies op C die in P een pool van orde hooguit n hebben en buiten P regulier zijn. De ruimte L(nP) is eindig-dimensionaal en R-R zegt iets over de dimensie ervan. In het geval van krommen van geslacht 1 kun je op die manier zelfs precies de dimensie bepalen. Er komt dan het volgende uit:
    dim L(nP) = 0 als n<0 (niet-constante functies hebben evenveel nulpunten als polen, geteld met multipliciteit),
    dim L(nP) = 1 als n=0 of n=1 (je hebt dan alleen constante functies),
    dim L(nP) = n als n>1 (dus als je n groter maakt krijg je altijd functies die je nog niet eerder had).
    Hieruit volgt dat L(2P) een niet-constante functie x bevat en L(3P) een y bevat die niet al in L(2P) ligt.
    Nu zitten x3, x2, x, 1, y2, xy, y allemaal in L(6P). Dit zijn 7 elementen van een 6-dimensionale ruimte, dus er is een relatie tussen. Die relatie geeft je een Weierstrassvgl.

    Nu geeft het bovenstaande nog niet een manier om de x en de y ook te vinden. Dat gaan we ook pas doen als je eerst goed begrijpt wat ik zojuist ingetikt heb. .
    thabitzaterdag 24 oktober 2009 @ 13:52
    quote:
    Op zaterdag 24 oktober 2009 13:31 schreef Optimistic1 het volgende:
    Bestaat er een programma dat dat doet? ik zie dat dat algoritme veel prutswerk is.
    Magma kan het. Maar dat is geen gratis programma dus dan moet je maar hopen dat je universiteit het heeft.
    Burakiuszaterdag 24 oktober 2009 @ 17:14
    Ik heb een coole site gevonden. Je kunt er van alles en nog wat berekenen! Ik dacht ik deel het met jullie:

    http://www.martindalecenter.com/Calculators.html
    Skazminkozaterdag 24 oktober 2009 @ 20:51
    Hoi S&S:



    Ik heb een vraag over de normaalkromme. Wat ik weet:
    De kans om in het rode gebied te vallen is 68%. (1 Sigma buiten het gemiddelde, zo zeg je dat toch?)
    De kans om in het groene gebied te vallen is 27% (2 sigma buiten het gemiddelde)
    De kans om buiten de groene en rode gebieden te vallen is 5%.

    Mijn vraag: Weet iemand wat de exacte kans zijn om in het gebied van 3 sigma, 4 sigma en 5 sigma te vallen. Ik weet dat die kansen zeer klein zijn, maar ik kan ze nergens vinden op internet en ben vergeten of je dat ook zelf kan berekenen.
    GlowMousezaterdag 24 oktober 2009 @ 20:57
    hier heb je het lijstje:
    1
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    9
    10
    11
    >> i=-[0:5]';
    >> 2*(normcdf( i)-normcdf(i-1))

    ans =

       0.68268949213709
       0.27181024396656
       0.04280046783310
       0.00263645357959
       0.00006276918052
       0.00000057132997
    Skazminkozaterdag 24 oktober 2009 @ 20:58
    quote:
    Op zaterdag 24 oktober 2009 20:57 schreef GlowMouse het volgende:
    hier heb je het lijstje:
    [ code verwijderd ]


    Dankjewel.
    Burakiuszaterdag 24 oktober 2009 @ 21:26
    Kan iemand hier mij grafisch tonen hoe het nou zit met codomein. Gewoon een voorbeeld in een grafiek ofzo, wat nou precies het codomein is. Jipjanneke stijl. Want codomein is ook bereik toch? Echt een epic fail ben ik
    Ripariuszaterdag 24 oktober 2009 @ 21:49
    quote:
    Op zaterdag 24 oktober 2009 21:26 schreef Burakius het volgende:
    Kan iemand hier mij grafisch tonen hoe het nou zit met codomein. Gewoon een voorbeeld in een grafiek ofzo, wat nou precies het codomein is. Jipjanneke stijl. Want codomein is ook bereik toch? Echt een epic fail ben ik
    Kijk even naar het plaatje bij dit artikel. Bereik en codomein zijn niet hetzelfde begrip. Het is wel zo dat het bereik altijd een deelverzameling van het codomein is, dus bereik en codomein kunnen wel samenvallen.
    Burakiuszaterdag 24 oktober 2009 @ 22:16
    Ja die had ik al bekeken en snapte er vrij weinig van. Is het niet mogelijk een grafiekje te tekenen ofzo waarin ze staan aangegeven?
    Ripariuszaterdag 24 oktober 2009 @ 22:32
    quote:
    Op zaterdag 24 oktober 2009 22:16 schreef Burakius het volgende:
    Ja die had ik al bekeken en snapte er vrij weinig van. Is het niet mogelijk een grafiekje te tekenen ofzo waarin ze staan aangegeven?
    Er is verder weinig aan te tekenen. Neem als voorbeeld de functie

    f: ℝ ↦ ℝ,

    gedefinieerd door f(x) = x2, of zoals het (in een soort hybride notatie) ook wel wordt geschreven:

    f: x ↦ x2

    Dan is de verzameling ℝ van de reële getallen het domein van de functie en tevens het codomein, maar het bereik bestaat uit de niet-negatieve reële getallen, want het kwadraat van een reëel getal is immers nooit negatief.
    Ibliszaterdag 24 oktober 2009 @ 22:41
    Bij een (formele) definitie van een functie geef je ook het domein en het codomein, b.v.:

    f(x): , x ex.

    De definitie zegt: het domein (in rood) is ℝ en het codomein (in blauw) is óók ℝ. Dus je kijkt gewoon naar de functiedefinitie om domein en codomein af te lezen.

    Het bereik hangt echter (formeel) gezien af van de waarden die daadwerkelijk optreden, in het geval van ex zijn dit alleen positieve getallen, kortom het bereik van die functie is ℝ+. En dat is ook wat dat plaatje laat zien:


    Bron: Wikipedia. Maker: Damien Karras. Publiek Domein.

    Het domein is rood, het codomein is blauw, en het bereik is gelig. Dit omdat het bereik niet hoeft samen te vallen met het codomein. Soms is dit wel het geval, heb je b.v.:

    f(x): ℝ → ℝ, x 2x dan is zowel codomein als bereik ℝ.
    Burakiuszaterdag 24 oktober 2009 @ 22:44
    Oke dus als ik het goed begrijp, is het "domein" de getallen die je kunt invullen voor een functie waarbij deze geldig is. En de codomein is het resultaat van het invullen van die reële getallen. Zoals bij het voorbeeld is dan bij het invullen van x^2 nooit een negatief getal mogelijk. Waardoor het bereik alle positieve getallen van R is.


    Ik snap het begrip bereik dan. Maar het begrip codomein is mij dan nog een beetje vaag. Is er een voorbeeld te geven waarbij domein en codomein verschillend zijn?
    Ibliszaterdag 24 oktober 2009 @ 22:56
    Codomein is gewoon een definitiekwestie, als iemand zegt:

    f(x): ℝ → , x x2, dan is het codomein dus alle niet-negatieve getallen.

    Of neem b.v. | | voor 2-dimensionale vectoren:

    |v|: ℝ2 → ℝ, v √(v1² + v2²).

    Domein is ℝ², codomein ℝ (volgt gewoon uit de definitie), maar het bereik is natuurlijk alleen de positieve getallen, want een vector heeft geen negatieve lengte.
    Burakiuszaterdag 24 oktober 2009 @ 23:00
    Oke nou het is me eindelijk duidelijk. Nu ga ik Fermat oplossen (of spel ik die dude zijn achternaam nog steeds verkeerd )
    Ibliszaterdag 24 oktober 2009 @ 23:07
    Ik kan je de Kleine stelling van Fermat dan aanraden om mee te beginnen.
    Burakiuszaterdag 24 oktober 2009 @ 23:12
    quote:
    Op zaterdag 24 oktober 2009 23:07 schreef Iblis het volgende:
    Ik kan je de Kleine stelling van Fermat dan aanraden om mee te beginnen.
    Laat ik eerst me pre-master + master halen Daarna heb ik een jaar werkvrij . Wie weet dan.
    Hondenbrokkenzondag 25 oktober 2009 @ 10:31
    Zoals ik het begrijp is codomein het domein van de inverse.

    Alleen als f(x) = x^2 dan heeft f(x): R -> R geen zin, want de inverse f{^-1}(x) = sqrt(x) geeft als x < 0 complexe resultaten en die vallen buiten R, dus hebben die dan geen oplossing, dus dan kan R helemaal geen codomein van f zijn.

    Dus ik snap het eigenlijk nog steeds niet.
    GlowMousezondag 25 oktober 2009 @ 11:33
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 10:31 schreef Hondenbrokken het volgende:
    Zoals ik het begrijp is codomein het domein van de inverse.

    Alleen als f(x) = x^2 dan heeft f(x): R -> R geen zin, want de inverse f{^-1}(x) = sqrt(x) geeft als x < 0 complexe resultaten en die vallen buiten R, dus hebben die dan geen oplossing, dus dan kan R helemaal geen codomein van f zijn.
    Nee, dat is het bereik (mits f inverteerbaar is). Lees de posts hierboven; Riparius legt het prima uit.
    RenRen-zondag 25 oktober 2009 @ 13:43
    Ik heb een vraag over een som invoeren in excell.

    De som is



    Hoe doe ik die met haakjes en dakjes invoeren dat hij niet denkt dat die -3 geen deel meer is van het verband?
    GlowMousezondag 25 oktober 2009 @ 13:44
    wat bedoel je met 'geen deel van het verband'?
    RenRen-zondag 25 oktober 2009 @ 13:48
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 @ 13:44 schreef GlowMouse het volgende:
    wat bedoel je met 'geen deel van het verband'?
    Ik weet het ook niet helemaal meer Maar dat hij denkt dat. ^x-3 is, dat de x nog klein is maar de -3 een normaal getal.

    Volgens mij maak ik het alleen maar moeilijker om te begrijpen
    GlowMousezondag 25 oktober 2009 @ 13:49
    Zoals hij daar staat wil je =2^(x-3).
    RenRen-zondag 25 oktober 2009 @ 13:50
    Dankjewel! Even kijken watvoor grafiek eruit komt.
    RenRen-zondag 25 oktober 2009 @ 14:06
    Ziet er goed uit, bedankt
    RenRen-zondag 25 oktober 2009 @ 14:48
    Nog een vraag (Lekker bezig )
    Nu moet ik een exponentiele functie doen.
    Die lopen vloeiend enzo.




    Hoe kán dit de uitkomst zijn? Ik heb alleen geprobeerd om (-2)^x te doen, en -2^x, maar allebei heeft dezelfde uitkomst. Ik ben niet wiskundig, maar wat er uit deze berekening komt is géén exponentiele functie.
    Wat heb ik verkeerd gedaan?
    GlowMousezondag 25 oktober 2009 @ 14:54
    Je hebt nu f(x) = a*b^t met a=1 en b=-2. En dat is geen exponentiële functie want dan moet b positief zijn.

    -2^x zou wel een andere grafiek moeten geven (dan a=-1 en b=2).
    RenRen-zondag 25 oktober 2009 @ 14:59
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 @ 14:54 schreef GlowMouse het volgende:
    Je hebt nu f(x) = a*b^t met a=1 en b=-2. En dat is geen exponentiële functie want dan moet b positief zijn.

    -2^x zou wel een andere grafiek moeten geven (dan a=-1 en b=2).
    -2^x geeft juist die tabel, even kijken wat er gebeurt met haakjes bij alles

    Edit, met haakjes is het hetzelfde
    GlowMousezondag 25 oktober 2009 @ 15:01
    Lelijk van Excel, dan moet je haakjes gebruiken.
    RenRen-zondag 25 oktober 2009 @ 15:12
    Maar hoe dan? Als ik -2 tussen haakjes zet, krijg ik dus dezelfde uitkomst als zonder haakjes Daarom ben ik zo in de war.
    GlowMousezondag 25 oktober 2009 @ 15:13
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 15:12 schreef RenRen- het volgende:
    Maar hoe dan? Als ik -2 tussen haakjes zet, krijg ik dus dezelfde uitkomst als zonder haakjes Daarom ben ik zo in de war.
    Wat wil je eerst doen? -2 uitrekenen of eerst 2^x uitrekenen?
    RenRen-zondag 25 oktober 2009 @ 15:15
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 @ 15:13 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Wat wil je eerst doen? -2 uitrekenen of eerst 2^x uitrekenen?
    Ik weet het niet In mijn reader staat dus.
    -2^x
    En aangezien ik dan een of ander puntig ding krijg als grafiek, is dat zekerweten fout. En als ik de -2 tussen haakjes zet. Heb ik nogsteeds een puntig ding
    GlowMousezondag 25 oktober 2009 @ 15:17
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 15:15 schreef RenRen- het volgende:

    [..]

    Ik weet het niet In mijn reader staat dus.
    -2^x
    En aangezien ik dan een of ander puntig ding krijg als grafiek, is dat zekerweten fout. En als ik de -2 tussen haakjes zet. Heb ik nogsteeds een puntig ding
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Bewerkingsvolgorde
    RenRen-zondag 25 oktober 2009 @ 15:18
    quote:
    Ja, dat weet ik allemaal, maar nog snap ik niet wat ik verkeerd doe. Omdat haakjes eerst verwerkt worden, zou ik -2 eerst tussen haakjes moeten zetten, toch? Omdat anders de min genegerd wordt en gelijk naar de ^ gekeken wordt, toch?
    GlowMousezondag 25 oktober 2009 @ 15:20
    Als je -2x hebt, moet je eerst 2x uitrekenen. Excel doet dat blijkbaar niet. Hoe los je dat op.
    RenRen-zondag 25 oktober 2009 @ 15:21
    Ik heb geen idee, mijn hoofd blokkeert alles op het moment Moet 2^x tussen haakjes dan?
    koffiegastzondag 25 oktober 2009 @ 17:15
    Om heel eerlijk te zijn gaat het volgende om een opdracht die ik moet maken.
    Maar ik ben zelf helemaal geen wiskundige, althans ik ben bij lange na niet zo diep de wiskunde ingegaan als voor mijn idee deze vraag eist.


    Ultrametric Trees

    Definition 1: ultrametric tree
    Let D be a symmetric n x n matrix of real numbers. An ultrametric tree T is a tree with the following properties:
    * T contains n leaves and each leave is labeled by one row/column of D;
    * Each internal node of T is labeled by a value of D and has at least two children;
    * For each path from a leaf to the root, the values on the nodes are given in increasing order;
    * For each pair (i,j) of leaves the following holds: The last common ancestor of i and j in T is labeled using the value D(i,j).

    Definition 2: Ultrametric Distance
    A symmetric Matrix D of real numbers defines an ultrametric Distance if and only if for each triple of indices i,j,k holds:
    The maximum of the three distances D(i,j), D(i,k) and D(j,k) is not unique; or in other words, two of the distances are equal while a third is smaller (or equal as well).

    Exercise
    Prove the following statement:
    A symmetric Matrix D corresponds to an ultrametric tree T if and only if D defines an ultrametric distance.


    Ik vraag niet om een direct antwoord, maar of iemand mij kan uitleggen hoe ik nou eigenlijk een ultrametric tree maak. En als tweede hoe ik een vector k kan hebben als ik enkel i & j heb? Of moet ik soms voor een willekeurige vector k nagaan dat de definitie van ultrametric distance klopt wanneer mijn matrix symmetrisch is? Ik heb me al een ongeluk gezocht naar websites die het me uitleggen, maar ze lijken elkaar zelfs tegen te spreken? De ene geeft als 4e conditie d(x,y) =< d(x,z)+d(y,z) en de andere d(x,y) =< max(d(x,z),d(y,z))...

    Het ergste nog wel is dat het vak tot nu toe helemaal niet echt gaat over dit soort wiskunde bewijzen (het is juist biologie...) en in geen van de slides wordt ook maar een stap richting 'trees' gemaakt. Het is dus hopeloos zoeken en proberen te begrijpen tot je een ons weegt.
    koffiegastzondag 25 oktober 2009 @ 17:20
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 15:21 schreef RenRen- het volgende:
    Ik heb geen idee, mijn hoofd blokkeert alles op het moment Moet 2^x tussen haakjes dan?
    is het niet zo dat bij -2^x dat je een positief getal krijgt bij een x dat even is en een negatief getal bij oneven?
    -2^2 -> -2*-2 = 4, -2^3 -> -2*-2*-2 = -8. In dat geval zou je gewoon 2^x doen en zeggen dat als even -> positief, en oneven zet er een - voor.

    (-2)^x is voor mijn idee doorgaans hetzelfde als -2^x.
    Als je enkel negatief wilt moet je iets als -(2)^x doen... iets als -1 * 2^x.

    Mogelijk is de - voor de 2^x gewoon als een aanduiding als in:
    - je hebt zus
    - je hebt zo

    [ Bericht 23% gewijzigd door koffiegast op 25-10-2009 17:25:52 ]
    Ibliszondag 25 oktober 2009 @ 17:24
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 17:20 schreef koffiegast het volgende:

    [..]

    is het niet zo dat bij -2^x dat je een positief getal krijgt bij een x dat even is en een negatief getal bij oneven?
    -2^2 -> -2*-2 = 4, -2^3 -> -2*-2*-2 = -8
    Nee, normaliter heeft machtsverheffen prioriteit. Dus -2x is -(2x), en als je wilt wat jij wilt doe je (-2)x. Excel interpreteert -2x echter blijkbaar als (-2)x en niet als -(2x).
    GlowMousezondag 25 oktober 2009 @ 17:25
    typo
    Ibliszondag 25 oktober 2009 @ 17:26
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 17:25 schreef GlowMouse het volgende:
    typo
    Ja, al verholpen voordat ik jouw bericht las. Je zit er ook bovenop!
    RenRen-zondag 25 oktober 2009 @ 18:01
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 @ 17:24 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Nee, normaliter heeft machtsverheffen prioriteit. Dus -2x is -(2x), en als je wilt wat jij wilt doe je (-2)x. Excel interpreteert -2x echter blijkbaar als (-2)x en niet als -(2x).
    Ja, dát werkte dus.
    Daarom raakte ik zo in de war.
    Heel erg bedankt
    Gratauzondag 25 oktober 2009 @ 18:08
    kan iemand mij helpen met deze formule: N = 480x2(kwadraat) - 40x3(kwadraat).
    de formule snap ik wel enzo, maar ik krijg het maar niet op m'n grafische rekenmachine. welke waarden moet ik hebben om de grafiek te plotten?
    GlowMousezondag 25 oktober 2009 @ 18:15
    N = 480x² - 40x³ ?
    Kun je toch zo invullen op een grafische rekenmachine?
    koffiegastzondag 25 oktober 2009 @ 18:15
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 18:08 schreef Gratau het volgende:
    kan iemand mij helpen met deze formule: N = 480x2(kwadraat) - 40x3(kwadraat).
    de formule snap ik wel enzo, maar ik krijg het maar niet op m'n grafische rekenmachine. welke waarden moet ik hebben om de grafiek te plotten?
    y1 = (480*X^2) - (40*X^3)

    doe ik dan, de ( ) is wellicht niet eens nodig, maar doe ik voor de zekerheid.
    GlowMousezondag 25 oktober 2009 @ 18:16
    * gaat voor -, de haakjes zijn dus niet nodig.
    Ripariuszondag 25 oktober 2009 @ 18:17
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 18:08 schreef Gratau het volgende:
    kan iemand mij helpen met deze formule: N = 480x2(kwadraat) - 40x3(kwadraat).
    de formule snap ik wel enzo, maar ik krijg het maar niet op m'n grafische rekenmachine. welke waarden moet ik hebben om de grafiek te plotten?
    Schijf die formule om te beginnen eens wat begrijpelijker op. Je kunt hier gebruik maken van subscript en superscript, dus doe dat dan ook.
    Gratauzondag 25 oktober 2009 @ 18:17
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 18:15 schreef GlowMouse het volgende:
    N = 480x² - 40x³ ?
    Kun je toch zo invullen op een grafische rekenmachine?
    ja, maar dan zie ik hem niet of heel klein ofzo. ik kan de juiste waarden niet vinden voor de X en Y min/max
    GlowMousezondag 25 oktober 2009 @ 18:18
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 18:17 schreef Gratau het volgende:

    [..]

    ja, maar dan zie ik hem niet of heel klein ofzo. ik kan de juiste waarden niet vinden voor de X en Y min/max
    window aanpassen, eerst je x kiezen en dan bedenken welke y daarbij horen.
    Gratauzondag 25 oktober 2009 @ 18:23
    heb het al
    thabitzondag 25 oktober 2009 @ 22:44
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 17:15 schreef koffiegast het volgende:
    Om heel eerlijk te zijn gaat het volgende om een opdracht die ik moet maken.
    Maar ik ben zelf helemaal geen wiskundige, althans ik ben bij lange na niet zo diep de wiskunde ingegaan als voor mijn idee deze vraag eist.


    Ultrametric Trees

    Definition 1: ultrametric tree
    Let D be a symmetric n x n matrix of real numbers. An ultrametric tree T is a tree with the following properties:
    * T contains n leaves and each leave is labeled by one row/column of D;
    * Each internal node of T is labeled by a value of D and has at least two children;
    * For each path from a leaf to the root, the values on the nodes are given in increasing order;
    * For each pair (i,j) of leaves the following holds: The last common ancestor of i and j in T is labeled using the value D(i,j).

    Definition 2: Ultrametric Distance
    A symmetric Matrix D of real numbers defines an ultrametric Distance if and only if for each triple of indices i,j,k holds:
    The maximum of the three distances D(i,j), D(i,k) and D(j,k) is not unique; or in other words, two of the distances are equal while a third is smaller (or equal as well).

    Exercise
    Prove the following statement:
    A symmetric Matrix D corresponds to an ultrametric tree T if and only if D defines an ultrametric distance.


    Ik vraag niet om een direct antwoord, maar of iemand mij kan uitleggen hoe ik nou eigenlijk een ultrametric tree maak. En als tweede hoe ik een vector k kan hebben als ik enkel i & j heb? Of moet ik soms voor een willekeurige vector k nagaan dat de definitie van ultrametric distance klopt wanneer mijn matrix symmetrisch is? Ik heb me al een ongeluk gezocht naar websites die het me uitleggen, maar ze lijken elkaar zelfs tegen te spreken? De ene geeft als 4e conditie d(x,y) =< d(x,z)+d(y,z) en de andere d(x,y) =< max(d(x,z),d(y,z))...

    Het ergste nog wel is dat het vak tot nu toe helemaal niet echt gaat over dit soort wiskunde bewijzen (het is juist biologie...) en in geen van de slides wordt ook maar een stap richting 'trees' gemaakt. Het is dus hopeloos zoeken en proberen te begrijpen tot je een ons weegt.
    Je moet twee implicaties bewijzen: boom => matrix en matrix => boom. Ik zou beginnen met die eerste als ik jou was. Daarna kan het handig zijn om wat simpele voorbeeldjes uit te werken voor de ander implicatie, zodat je ziet wat er gebeurt.

    En i, j en k zijn geen vectoren maar indices, D(i, j) is dan het getal dat in de matrix op plek (i, j) staat, etc. Je moet het zo zien: je hebt n punten, en daartussen staan afstanden gedefinieerd, je indices komen met die punten overeen. De afstand tussen i en j staat dus op plek (i, j). Een afstand moet normaliter voldoen aan de driehoeksongelijkheid, dat wil zeggen D(i, j) + D(j, k) <= D(i, k) voor elk drietal punten i, j, k. Zo'n afstand heet ultrametrisch als-ie aan de sterkere vorm van de driehoeksongelijkheid voldoet die jij boven beschreven hebt.
    koffiegastzondag 25 oktober 2009 @ 22:58
    maar wat is dan k? Dat kan ik dus niet echt terugvinden in een symmetrische matrix van i en j enkel, het lijkt me verder stug k willekeurig te doen, ik bedoel dus: is er iets waarvan ik het kan afleiden? Verder zit ik nog beetje vast met hoe ik zo'n boom precies maak.
    thabitzondag 25 oktober 2009 @ 23:12
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 22:58 schreef koffiegast het volgende:
    maar wat is dan k? Dat kan ik dus niet echt terugvinden in een symmetrische matrix van i en j enkel, het lijkt me verder stug k willekeurig te doen, ik bedoel dus: is er iets waarvan ik het kan afleiden? Verder zit ik nog beetje vast met hoe ik zo'n boom precies maak.
    k is net als i en j gewoon een index, dus een element van {1, ..., n}.
    koffiegastzondag 25 oktober 2009 @ 23:14
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 23:12 schreef thabit het volgende:

    [..]

    k is net als i en j gewoon een index, dus een element van {1, ..., n}.
    Maar dat is mijn probleem, als ik slechts 2 strings heb met elk een eigen index, van wat is dan index k? Ik bekijk het zeker compleet verkeerd ofzo
    thabitzondag 25 oktober 2009 @ 23:15
    quote:
    Op zondag 25 oktober 2009 23:14 schreef koffiegast het volgende:

    [..]

    Maar dat is mijn probleem, als ik slechts 2 strings heb met elk een eigen index, van wat is dan index k? Ik bekijk het zeker compleet verkeerd ofzo
    In de driehoeksongelijkheid heb je er 3 nodig. Je relateert dan immers de 3 onderlinge afstanden tussen 3 punten met elkaar.
    netolkmaandag 26 oktober 2009 @ 18:16
    Hoi ik heb morgen een wiskunde B toets en ik snap niet hoe ik het volgend kan uitreken
    1.5^x = .5log(x)

    ik moet x weten

    iemand suggesties??
    thabitmaandag 26 oktober 2009 @ 18:18
    quote:
    Op maandag 26 oktober 2009 18:16 schreef netolk het volgende:
    Hoi ik heb morgen een wiskunde B toets en ik snap niet hoe ik het volgend kan uitreken
    1.5^x = .5log(x)

    ik moet x weten

    iemand suggesties??
    In het algemeen kun je zulke vergelijkingen niet symbolisch oplossen. Probeer nu eerst maar eens na te gaan of de vergelijking überhaupt wel oplossingen heeft; het linkerdeel van de vergelijking lijkt een stuk groter dan het rechterdeel.
    netolkmaandag 26 oktober 2009 @ 18:21
    quote:
    Op maandag 26 oktober 2009 18:18 schreef thabit het volgende:

    [..]

    In het algemeen kun je zulke vergelijkingen niet symbolisch oplossen. Probeer nu eerst maar eens na te gaan of de vergelijking überhaupt wel oplossingen heeft; het linkerdeel van de vergelijking lijkt een stuk groter dan het rechterdeel.
    Hij is op te lossen ik heb hem geplot en toen had ik x is bij benadering 0,44 maar ik moet x dus exact weten
    thabitmaandag 26 oktober 2009 @ 18:23
    Als x ongeveer 0,44 is, zal 1.5x groter dan 0 zijn en log(x) kleiner dan 0 (want x<1). Dus ik denk dat je iets fout hebt gedaan.
    netolkmaandag 26 oktober 2009 @ 18:26
    dit heb ik zo uit mijn boek overgenomen en als je hem plot en intersect komt er uit x = .43711598 en y = 1.193912
    thabitmaandag 26 oktober 2009 @ 18:29
    In dat geval heb je de som hier verkeerd overgetikt.
    netolkmaandag 26 oktober 2009 @ 18:31
    nee hoor

    y1 = 1.5^x
    y2 = .5log(x)

    en dan plotten
    en ik had 1.5^x = .5log(x) hier neer gezet
    thabitmaandag 26 oktober 2009 @ 18:38
    Als dat echt de vgl is die je moet oplossen, dan heb je het fout gedaan in je plotprogramma. Die vergelijking van jou heeft geen oplossingen met x<1 (en waarschijnlijk zelfs helemaal geen oplossingen maar dat mag je zelf uitwerken).
    GlowMousemaandag 26 oktober 2009 @ 18:41
    Hij heeft geen oplossing in R maar wel een in C

    Maak maar een screenshot/foto van je plotding, want er gaat iets fout.
    netolkmaandag 26 oktober 2009 @ 18:43
    nee, moet ongeveer 0.44 zijn maar ik kan die zooi dus niet met algebra oplossen. Had deze som van een klasgenootje gekregen en die komt er nu pas mee dat het niet exact hoefde...

    Toch harstike bedankt thabit
    thabitmaandag 26 oktober 2009 @ 18:44
    quote:
    Op maandag 26 oktober 2009 18:41 schreef GlowMouse het volgende:
    Hij heeft geen oplossing in R maar wel een in C
    log(x) is niet gedefinieerd op C.
    GlowMousemaandag 26 oktober 2009 @ 18:46
    Ik twijfelde al toen ik het postte. Waar staat een goed overzichtje van al die standaardfuncties met hun domein?
    thabitmaandag 26 oktober 2009 @ 18:52
    quote:
    Op maandag 26 oktober 2009 18:46 schreef GlowMouse het volgende:
    Ik twijfelde al toen ik het postte. Waar staat een goed overzichtje van al die standaardfuncties met hun domein?
    Vast wel op Wikipedia. .

    Het handigst is natuurlijk om gewoon een keer een vak complexe functietheorie gevolgd te hebben, dan zit het gelijk goed in je hoofd.

    log(z) is niet eenduidig gedefinieerd want als exp(z+2*pi*i) = exp(z). De waarde ligt dus altijd vast op een veelvoud van 2*pi*i na. Een holomorfe functie log(z) (dwz inverse van exp(z)) kun je definieren op een open deel U van C-{0} waarin geen gesloten pad bestaat dat om het punt 0 heen draait, dus bijvoorbeeld op C - (-oneindig, 0].
    Iblismaandag 26 oktober 2009 @ 18:59
    quote:
    Op maandag 26 oktober 2009 18:43 schreef netolk het volgende:
    nee, moet ongeveer 0.44 zijn maar ik kan die zooi dus niet met algebra oplossen. Had deze som van een klasgenootje gekregen en die komt er nu pas mee dat het niet exact hoefde...

    Toch harstike bedankt thabit
    Het kán geen 0,44 zijn. Hier heb je een grafiekje tussen 0 en 1.



    Rood is 1.5x, groen is .5log(x). Zie je hoe ze nooit snijden?
    Haushofermaandag 26 oktober 2009 @ 19:02
    Morgen tentamen "wiskundesommen correct overtikken op je GR"
    Q.E.D.maandag 26 oktober 2009 @ 19:04
    quote:
    Op maandag 26 oktober 2009 18:26 schreef netolk het volgende:
    dit heb ik zo uit mijn boek overgenomen en als je hem plot en intersect komt er uit x = .43711598 en y = 1.193912
    Ik snap het al, het heeft geen oplossingen.

    Wellicht bedoel je 1.5^x = .5logx/logx

    Probeer ipv intersect ook eens de gewone solver in het hoofdmenu.

    Meer info: http://world.casio.com/ed(...)d/f07_01f/f07_01.pdf

    [ Bericht 12% gewijzigd door Q.E.D. op 26-10-2009 20:43:01 ]
    Burakiusmaandag 26 oktober 2009 @ 22:15



    Wat is de volgende pivot. Die 1 of die 3. En ja dit is noob.
    GlowMousemaandag 26 oktober 2009 @ 22:16
    Die 3, en daarom moet je ook de derde en vierde rij omwisselen.
    Burakiusmaandag 26 oktober 2009 @ 22:17
    quote:
    Op maandag 26 oktober 2009 22:16 schreef GlowMouse het volgende:
    Die 3, en daarom moet je ook de derde en vierde rij omwisselen.
    Die regel helemaal vergeten ja.
    ErictheSwiftdinsdag 27 oktober 2009 @ 03:29
    quote:
    Op maandag 26 oktober 2009 18:59 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Het kán geen 0,44 zijn. Hier heb je een grafiekje tussen 0 en 1.

    [ afbeelding ]

    Rood is 1.5x, groen is .5log(x). Zie je hoe ze nooit snijden?
    Ik denk dat Netolk de vgl (1.5)x = 0.5log(x) bedoelt.
    Ripariusdinsdag 27 oktober 2009 @ 06:24
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 03:29 schreef ErictheSwift het volgende:

    [..]

    Ik denk dat Netolk de vgl (1.5)x = 0.5log(x) bedoelt.
    Inderdaad. Numeriek oplossen levert dan x = 0,4371159833 ...

    Als Netolk nu even de moeite had genomen 0,5 te superscripten dan had dat een hoop nutteloze discussie gescheeld. Laat maar weer eens zien hoe belangrijk een goede notatie is.
    Haushoferdinsdag 27 oktober 2009 @ 11:31
    quote:
    Op maandag 26 oktober 2009 22:15 schreef Burakius het volgende:
    [ afbeelding ]
    En ja dit is noob.
    Ja, hou potdomme es op met die noobvragen hiero
    Thijedinsdag 27 oktober 2009 @ 14:35
    Ik heb een pagina ingescand van mijn "rekenboek" Mijn kennis van kansverdelingen is echt gebaseerd op dit boek. Maar ik moet zeggen dat het boek niet echt duidelijk is voor mij.

    http://img9.imageshack.us/img9/2681/img342u.jpg

    Zo heb ik bij vraag 1 al de eerste vraagtekens. 1a, kan ik nog gewoon beantwoorden. (gewoon uit de tekst links halen) maar 1b en 1c zijn voor mij een raadsel. Zouden jullie mij een beetje op weg kunnen helpen? Het is voor mij nog veel te vaag. (ook die zogenaamde diagram waar ik net niets vanaf kan lezen..)

    p.s. de antwoorden volgens het antwoordenboek zijn: 1a. ruim 68% 1b. 95,4% en c. 2,3%

    Bedankt voor jullie hulp!

    p.p.s. als ik dit snap, dan ga ik naar de volgende vragen, en heb ik jullie hulp wellicht weer nodig
    Iblisdinsdag 27 oktober 2009 @ 14:40
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 14:35 schreef Thije het volgende:
    Ik heb een pagina ingescand van mijn "rekenboek" Mijn kennis van kansverdelingen is echt gebaseerd op dit boek. Maar ik moet zeggen dat het boek niet echt duidelijk is voor mij.

    http://img9.imageshack.us/img9/2681/img342u.jpg

    Zo heb ik bij vraag 1 al de eerste vraagtekens. 1a, kan ik nog gewoon beantwoorden. (gewoon uit de tekst links halen) maar 1b en 1c zijn voor mij een raadsel. Zouden jullie mij een beetje op weg kunnen helpen? Het is voor mij nog veel te vaag. (ook die zogenaamde diagram waar ik net niets vanaf kan lezen..)

    p.s. de antwoorden volgens het antwoordenboek zijn: 1a. ruim 68% 1b. 95,4% en c. 2,3%

    Bedankt voor jullie hulp!

    p.p.s. als ik dit snap, dan ga ik naar de volgende vragen, en heb ik jullie hulp wellicht weer nodig
    Je moet die opmerking onder op de linkerpagina gebruiken onder het kopje ‘Kenmerken Normale Verdeling’.
    Hondenbrokkendinsdag 27 oktober 2009 @ 14:55
    Los op: y'' + 2y' + y = x e ^ {-x}

    Complementaire oplossing:
    y'' + 2y' + y = 0
    r2 + 2r + 1 = 0
    (r + 1)2 = 0
    r = -1
    y_c = c_1 e ^ {-x} + c_2 x e ^{-x}

    Particuliere oplossing:
    y_p = (Ax + B) e ^ {-x}
    y_p' = (-Ax - B + A) e ^ {-x}
    y_p'' = (Ax + B - 2A) e ^ {-x}
    Als ik dit nu substitueer dan kom ik uit op:
    ((Ax + B - 2A) + 2(-Ax - B + A) + (Ax + B)) e ^ {-x} = x e^{-x}
    Vereenvoudigen geeft:
    0 = x e^{-x}

    Dus welke waarden moet ik nu voor A en B invullen of heb ik wat fout gedaan?
    thabitdinsdag 27 oktober 2009 @ 15:09
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 14:55 schreef Hondenbrokken het volgende:
    Los op: y'' + 2y' + y = x e ^ {-x}

    Complementaire oplossing:
    y'' + 2y' + y = 0
    r2 + 2r + 1 = 0
    (r + 1)2 = 0
    r = -1
    y_c = c_1 e ^ {-x} + c_2 x e ^{-x}

    Particuliere oplossing:
    y_p = (Ax + B) e ^ {-x}
    y_p' = (-Ax - B + A) e ^ {-x}
    y_p'' = (Ax + B - 2A) e ^ {-x}
    Als ik dit nu substitueer dan kom ik uit op:
    ((Ax + B - 2A) + 2(-Ax - B + A) + (Ax + B)) e ^ {-x} = x e^{-x}
    Vereenvoudigen geeft:
    0 = x e^{-x}

    Dus welke waarden moet ik nu voor A en B invullen of heb ik wat fout gedaan?
    Blijkbaar werkt het voor geen waarden van A en B. Je zult dus een ander soort functie moeten zoeken als particuliere oplossing.
    Hondenbrokkendinsdag 27 oktober 2009 @ 15:11
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 15:09 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Blijkbaar werkt het voor geen waarden van A en B. Je zult dus een ander soort functie moeten zoeken als particuliere oplossing.
    Wat voor soort moet ik dan hebben?
    thabitdinsdag 27 oktober 2009 @ 15:14
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 15:11 schreef Hondenbrokken het volgende:

    [..]

    Wat voor soort moet ik dan hebben?
    Je zou misschien iets als x2e-x kunnen proberen of zo.
    Thijedinsdag 27 oktober 2009 @ 15:22
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 14:40 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Je moet die opmerking onder op de linkerpagina gebruiken onder het kopje ‘Kenmerken Normale Verdeling’.
    1b. snap ik dan ook. Ik heb (u-1o) (u+1o) 14 centimer is 2x de standaarddeviattie. Dus: 95,4%. (u-2o) (u+2o)
    1c. Na lang denken snap ik hem. Eerst dacht ik 100%-95,4= 4,6%??? Dus dat is de rest! Maar de rest zit natuurlijk ook onder 180-14. Dus!! 4,6% / 2 = 2,3% (ik heb wel het gevoel dat mijn manier de onorthodoxe manier is. Klopt dat)

    (u en o gebruik ik even als die wiskundige tekentjes)
    Iblisdinsdag 27 oktober 2009 @ 15:33
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 15:22 schreef Thije het volgende:

    [..]

    1b. snap ik dan ook. Ik heb (u-1o) (u+1o) 14 centimer is 2x de standaarddeviattie. Dus: 95,4%. (u-2o) (u+2o)
    1c. Na lang denken snap ik hem. Eerst dacht ik 100%-95,4= 4,6%??? Dus dat is de rest! Maar de rest zit natuurlijk ook onder 180-14. Dus!! 4,6% / 2 = 2,3% (ik heb wel het gevoel dat mijn manier de onorthodoxe manier is. Klopt dat)

    (u en o gebruik ik even als die wiskundige tekentjes)
    Ik vind je manier van opschrijven wat verwarrend. Bij 1b heb je dus een verdeling met μ = 180cm, en de vraag is nu naar tussen (180 - 14) en (180 + 14), omdat σ = 7, is dit dus (μ - 2σ) en (μ + 2σ) – wat jij nog met (μ - 1σ) en (μ + 1σ) doet bij 1b) is me niet duidelijk.

    Maar goed, 1c. Je aanpak en antwoord is in principe goed, en ook wel orthodox, maar ik zal dan even toelichten waarom dat zo is. Er staat bovenaan de linker bladzijde opgemerkt dat de kromme symmetrisch is. Dus dat betekent dat inderdaad de helft van de rest onder 180 - 14 moet zitten, zoals jij het zegt, en de andere helft erboven, anders zou het niet symmetrisch zijn. Vandaar dat je dus 4,6%/2 = 2,3% krijgt.
    Hondenbrokkendinsdag 27 oktober 2009 @ 15:41
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 15:14 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Je zou misschien iets als x2e-x kunnen proberen of zo.
    Ik probeerde y_p = (Ax^2 + BX) e ^ {-x}
    Dat kwam uit op:
    (-2Ax + 2A) e ^ {-x} = x e {-x}
    -2A = 1 en 2A = 0
    Een dergelijke waarde van A bestaat niet.

    Ik heb nog steeds hulp nodig.
    Thijedinsdag 27 oktober 2009 @ 15:43
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 15:33 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Ik vind je manier van opschrijven wat verwarrend. Bij 1b heb je dus een verdeling met μ = 180cm, en de vraag is nu naar tussen (180 - 14) en (180 + 14), omdat σ = 7, is dit dus (μ - 2σ) en (μ + 2σ) – wat jij nog met (μ - 1σ) en (μ + 1σ) doet bij 1b) is me niet duidelijk.

    Maar goed, 1c. Je aanpak en antwoord is in principe goed, en ook wel orthodox, maar ik zal dan even toelichten waarom dat zo is. Er staat bovenaan de linker bladzijde opgemerkt dat de kromme symmetrisch is. Dus dat betekent dat inderdaad de helft van de rest onder 180 - 14 moet zitten, zoals jij het zegt, en de andere helft erboven, anders zou het niet symmetrisch zijn. Vandaar dat je dus 4,6%/2 = 2,3% krijgt.
    Ok dankjewel, maar in dit geval weet ik dus (gelukkig) dat die eerste met standaarddeviatie 68% is. (dat staat gegeven) kan ik daar zonder die 68% ook zelf achter komen door bijv. de grafiek af te lezen? (formule?) Of heb ik daar in dit geval te weinig informatie voor en moet ik het maar "aannemen"?
    Iblisdinsdag 27 oktober 2009 @ 15:49
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 15:43 schreef Thije het volgende:

    [..]

    Ok dankjewel, maar in dit geval weet ik dus (gelukkig) dat die eerste met standaarddeviatie 68% is. (dat staat gegeven) kan ik daar zonder die 68% ook zelf achter komen door bijv. de grafiek af te lezen? (formule?) Of heb ik daar in dit geval te weinig informatie voor en moet ik het maar "aannemen"?
    Er geldt altijd (voor een Normale Verdeling) dat tussen (μ - 1σ) en (μ + 1σ) 68,3% van de waarnemingen ligt. Als dat niet zo is, dan is het geen Normale Verdeling, idem m.b.t. 95,4% voor (μ - 2σ) t/m (μ + 2σ) en 99,7% voor (μ - 3σ) t/m (μ + 3σ). Maar dat zijn getallen die inderdaad gegeven moeten zijn.

    Ze zijn natuurlijk wel uit te rekenen (b.v. ook wel wat tussen (μ - 1.5σ) en (μ + 2,3σ) moet liggen), maar de formule daarvoor is niet iets wat je eenvoudig kunt uitdrukken. Grafische rekenmachines hebben die tabel wel tot hun beschikking, maar dat komt vast later in het hoofdstuk hoe je daarbij kunt komen.

    Voor nu is het vooral belangrijk dat je die kenmerken van die Normale Verdeling nog even goed onthoudt.

    Stel b.v. dat iemand zegt ik heb een normale verdeling over flessen cola met μ = 1 liter en σ = 1 deciliter dan kun je op grond van die gegevens al zeggen dat 68,3% van de flessen tussen de 0,9 liter en 1,1 liter bevat. Dat vanwege de kenmerken van die normale verdeling.
    Thijedinsdag 27 oktober 2009 @ 15:57
    ah top! Vraag 2 en 3 heb ik nu ook kunnen beantwoorden. Op naar het volgende hoofdstuk: "standaardnormale verdeling"
    Ripariusdinsdag 27 oktober 2009 @ 17:27
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 14:35 schreef Thije het volgende:
    Ik heb een pagina ingescand van mijn "rekenboek" Mijn kennis van kansverdelingen is echt gebaseerd op dit boek. Maar ik moet zeggen dat het boek niet echt duidelijk is voor mij.

    http://img9.imageshack.us/img9/2681/img342u.jpg

    Zo heb ik bij vraag 1 al de eerste vraagtekens. 1a, kan ik nog gewoon beantwoorden. (gewoon uit de tekst links halen) maar 1b en 1c zijn voor mij een raadsel. Zouden jullie mij een beetje op weg kunnen helpen? Het is voor mij nog veel te vaag. (ook die zogenaamde diagram waar ik net niets vanaf kan lezen..)

    p.s. de antwoorden volgens het antwoordenboek zijn: 1a. ruim 68% 1b. 95,4% en c. 2,3%

    Bedankt voor jullie hulp!

    p.p.s. als ik dit snap, dan ga ik naar de volgende vragen, en heb ik jullie hulp wellicht weer nodig
    Kijk eens wat er onderaan je linker bladzijde staat ... De antwoorden op 1b en 1c krijg je ook (bijna) kado. Welk niveau is dit als ik vragen mag?
    Ripariusdinsdag 27 oktober 2009 @ 17:45
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 15:41 schreef Hondenbrokken het volgende:

    [..]

    Ik probeerde y_p = (Ax^2 + BX) e ^ {-x}
    Dat kwam uit op:
    (-2Ax + 2A) e ^ {-x} = x e {-x}
    -2A = 1 en 2A = 0
    Een dergelijke waarde van A bestaat niet.

    Ik heb nog steeds hulp nodig.
    Je aanpak is niet generiek genoeg. Als y (de gezochte functie) een product is van een kwadratisch polynoom in x en e-x, dan zullen de eerste afgeleide y' en de tweede afgeleide y'' dat ook zijn (waarom?). En het rechterlid van je DV is ook zo op te vatten, zij het dat de coëfficient van x2 hier nul is. Ik zou dus uitgaan van:

    y = (Ax2 + Bx + C)e-x

    Door differentiëren, invullen in de DV, herleiden van het linkerlid op een product van een kwadratisch polynoom en e-x en gelijkstellen van de coëfficienten van het kwadratisch polynoom in linker en rechter lid krijg je dan een stelsel van drie lineaire vergelijkingen in de drie onbekenden A,B,C. Dan zou het moeten lukken.

    [ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 27-10-2009 17:50:33 ]
    thabitdinsdag 27 oktober 2009 @ 18:21
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 17:45 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Je aanpak is niet generiek genoeg. Als y (de gezochte functie) een product is van een kwadratisch polynoom in x en e-x, dan zullen de eerste afgeleide y' en de tweede afgeleide y'' dat ook zijn (waarom?). En het rechterlid van je DV is ook zo op te vatten, zij het dat de coëfficient van x2 hier nul is. Ik zou dus uitgaan van:

    y = (Ax2 + Bx + C)e-x

    Door differentiëren, invullen in de DV, herleiden van het linkerlid op een product van een kwadratisch polynoom en e-x en gelijkstellen van de coëfficienten van het kwadratisch polynoom in linker en rechter lid krijg je dan een stelsel van drie lineaire vergelijkingen in de drie onbekenden A,B,C. Dan zou het moeten lukken.
    Met lineaire en constante termen in het polynoom zal het niet gaan werken, die worden toch naar 0 gestuurd door de differentiaaloperator (het lineaire stelsel waarnaar je verwijst zal gegarandeerd strijdig zijn). Maar je zou natuurlijk nog een graadje verder kunnen gaan of gewoon in het algemeen xne-x invullen en kijken wat er gebeurt. Als zoiets niet werkt, dan weet ik het ook niet zo gauw maar het lijkt me dat het wel moet werken.
    Hondenbrokkendinsdag 27 oktober 2009 @ 18:32
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 17:45 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Je aanpak is niet generiek genoeg. Als y (de gezochte functie) een product is van een kwadratisch polynoom in x en e-x, dan zullen de eerste afgeleide y' en de tweede afgeleide y'' dat ook zijn (waarom?). En het rechterlid van je DV is ook zo op te vatten, zij het dat de coëfficient van x2 hier nul is. Ik zou dus uitgaan van:

    y = (Ax2 + Bx + C)e-x

    Door differentiëren, invullen in de DV, herleiden van het linkerlid op een product van een kwadratisch polynoom en e-x en gelijkstellen van de coëfficienten van het kwadratisch polynoom in linker en rechter lid krijg je dan een stelsel van drie lineaire vergelijkingen in de drie onbekenden A,B,C. Dan zou het moeten lukken.
    Werkt niet.

    y_p = (Ax^2 + Bx + C) e {-x}
    y'_p = (-Ax^2 + (2A-B)x + (B - C)) e {-x}
    y''_p = (Ax^2 + (B-4A)x + (2A - 2B + C) e {-x}

    Invullen in y'' + 2y' + y = x e ^ {-x}
    (A - 2A + A) x^2 + (B - 4A +4A -2B + B)x + (2A - 2B + C +2B -2C + C) e ^ {-x} = e^{-x}

    Vereenvoudigen
    2A e^{-x} = e^{-x}
    Ripariusdinsdag 27 oktober 2009 @ 18:41
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 18:32 schreef Hondenbrokken het volgende:

    [..]

    Werkt niet.

    y_p = (Ax^2 + Bx + C) e {-x}
    y'_p = (-Ax^2 + (2A-B)x + (B - C)) e {-x}
    y''_p = (Ax^2 + (B-4A)x + (2A - 2B + C) e {-x}

    Invullen in y'' + 2y' + y = x e ^ {-x}
    (A - 2A + A) x^2 + (B - 4A +4A -2B + B)x + (2A - 2B + C +2B -2C + C) e ^ {-x} = e^{-x}

    Vereenvoudigen
    2A e^{-x} = e^{-x}
    Ah, ik zie het. Probeer de eerste suggestie van Thabit nog even uit (een derdegraads polynoom). Anders zou ik het zo gauw ook niet weten. Heb nu geen tijd om er echt in te duiken.
    Hondenbrokkendinsdag 27 oktober 2009 @ 20:23
    Deze heb ik iets sneller en slordiger uitgerekend, maar weer geen oplossing.

    y_p = (Dx^3 + Ax^2 + Bx + C) e^{-x}
    y'_p = (-Dx^3 + (3D - A)x^2 + (2A-B)x + (B - C)) e^{-x}
    y''_p = (Dx^3 + (A - 3D)x^2 + (B-4A + 6D)x + (2A - 2B + C) e^{-x}

    Invullen in y'' + 2y' + y = x e ^ {-x}
    (D -2D +D) x^3 (A - 2A + A + 6D - 3D) x^2 + (B - 4A +4A -2B + B + 6D)x + (2A - 2B + C +2B -2C + C) e ^ {-x} = e^{-x}

    Vereenvoudigen
    (3Dx^2 + 6Dx + 2A) e^{-x} = x e^{-x}

    3D = 0
    6D = 1
    2A = 0

    Boven de vraag staat dat je het op moet lossen middels "the method of undetermined constants".
    Ik heb ook gehad dat als de oplossingen gelijk zijn aan de complementaire functie je dan alle termen met x moest vermeningvuldigen, maar dat heb ik al 2 keer geprobeerd. Hoe je dit zou moeten doen met een onbepaald aantal coefficiënten weet ik niet en vraag me af of dat dan wel een oplossing oplevert.

    [ Bericht 0% gewijzigd door Hondenbrokken op 27-10-2009 21:31:42 ]
    thabitdinsdag 27 oktober 2009 @ 20:28
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 20:23 schreef Hondenbrokken het volgende:
    Deze heb ik iets sneller en slordiger uitgerekend, maar weer geen oplossing.
    Misschien moet je dan proberen om het langzamer en nauwkeuriger uit te rekenen want volgens mij komt er namelijk wel wat uit.
    Ripariusdinsdag 27 oktober 2009 @ 21:42
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 20:23 schreef Hondenbrokken het volgende:

    Boven de vraag staat dat je het op moet lossen middels "the method of undetermined constants".
    Ik heb ook gehad dat als de oplossingen gelijk zijn aan de complementaire functie je dan alle termen met x moest vermeningvuldigen, maar dat heb ik al 2 keer geprobeerd. Hoe je dit zou moeten doen met een onbepaald aantal coefficiënten weet ik niet en vraag me af of dat dan wel een oplossing oplevert.
    Je hebt van doen met een tweede orde lineaire inhomogene DV met constante coëfficienten. De algemene aanpak is dat je een particuliere oplossing yp(x) vindt van deze DV en de algemene oplossing yh(x) van de corresponderende homogene DV. De algemene oplossing van de inhomogene DV wordt dan gegeven door y(x) = yp(x) + yh(x).

    Nu lees ik hier dat als het rechterlid van je inhomogene DV van de gedaante Pnekx is, waarbij Pn een polynoom van graad n is, dat er dan een particuliere oplossing van de inhomogene DV van de gedaante yp(x) = Qnekx is, waarbij Qn eveneens een polynoom van graad n is. Maar dat lijkt hier niet te werken?

    [ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 27-10-2009 21:49:11 ]
    Dankkydinsdag 27 oktober 2009 @ 22:31
    Ik vroeg me af of iemand me met mijn sommen kan helpen? We hebben hier geen boek bij, alleen hoorcollege materiaal (waar niet voldoende instaat om dit te antwoorden)



    Wat bedoelen ze met die X ~ N(8,16)? Het doet me wat denken aan een normale verdeling (die wel voorkwam in het materiaal wat we hebben) maar ik kan hier verder niks mee.

    Moet ik het zien als de mogelijkheid dat X de tussen 8 en 16 kan zitten? Zo niet zou de kans dan niet iets rondom een 0.5 liggen?
    GlowMousedinsdag 27 oktober 2009 @ 22:32
    X is normaal verdeeld met mu=8 en sigma² = 16.
    Dankkydinsdag 27 oktober 2009 @ 23:09
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 22:32 schreef GlowMouse het volgende:
    X is normaal verdeeld met mu=8 en sigma² = 16.
    Ik denk dat ik het begrijp. Normaliter zou ik zoiets op de GR doen, met in geval van vraag 2A, (12, 1099,8,16) om zo de kans van boven de 12 uit te rekenen. GR is alleen niet toegestaan
    En nu ik zo naar die 12 kijk, klopt dat volgens mij ook net, greater than 12 lijkt mij dus te berekenen als je het vlak van 13 tot en met 16 neemt?
    GlowMousedinsdag 27 oktober 2009 @ 23:11
    13 t/m 16?

    a kun je nog wel schatten met vuistregels; heb je geen tabel met z-waarden die je erbij mag houden?
    Q.E.D.dinsdag 27 oktober 2009 @ 23:13
    GM
    GlowMousedinsdag 27 oktober 2009 @ 23:13
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 23:13 schreef Q.E.D. het volgende:
    GM
    ja het is alweer snel kerst
    Ripariuswoensdag 28 oktober 2009 @ 06:14
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 20:23 schreef Hondenbrokken het volgende:
    Deze heb ik iets sneller en slordiger uitgerekend, maar weer geen oplossing.

    y_p = (Dx^3 + Ax^2 + Bx + C) e^{-x}
    y'_p = (-Dx^3 + (3D - A)x^2 + (2A-B)x + (B - C)) e^{-x}
    y''_p = (Dx^3 + (A - 3D)x^2 + (B-4A + 6D)x + (2A - 2B + C) e^{-x}

    Invullen in y'' + 2y' + y = x e ^ {-x}
    (D -2D +D) x^3 (A - 2A + A + 6D - 3D) x^2 + (B - 4A +4A -2B + B + 6D)x + (2A - 2B + C +2B -2C + C) e ^ {-x} = e^{-x}

    Vereenvoudigen
    (3Dx^2 + 6Dx + 2A) e^{-x} = x e^{-x}

    3D = 0
    6D = 1
    2A = 0

    Boven de vraag staat dat je het op moet lossen middels "the method of undetermined constants".
    Ik heb ook gehad dat als de oplossingen gelijk zijn aan de complementaire functie je dan alle termen met x moest vermeningvuldigen, maar dat heb ik al 2 keer geprobeerd. Hoe je dit zou moeten doen met een onbepaald aantal coefficiënten weet ik niet en vraag me af of dat dan wel een oplossing oplevert.
    Er zit om te beginnen een fout in je uitdrukking voor y''. De coëfficiënt van x2 moet (A-6D) zijn. Uitwerken levert dan:

    (1) y'' + 2y' + y = (6Dx + 2A)∙e-x,

    Zodat je vindt:

    (2) D = 1/6 en A = 0

    (B en C vallen weg). En inderdaad is

    (3) y = (1/6)∙x3∙e-x

    een particuliere oplossing van je inhomogene DV.

    De methode van de onbepaalde coëfficiënten voor het vinden van een particuliere oplossing van een inhomogene lineaire DV met constante coëfficienten houdt in dat je een particuliere oplossing zoekt die is te schrijven als een lineaire combinatie van het rechterlid g(x) en de eerste k afgeleiden van g(x), dus:

    (4) yp(x) = c0∙g(x) + c1∙g'(x) + ... + ck∙g(k)(x)

    Dit is mogelijk als elke afgeleide van g(x) hoger dan g(k)(x) is te schrijven als een lineaire combinatie van g(x), g'(x) ... g(k)(x).

    In de DV die je moet oplossen is g(x) = x∙e-x en dus g'(x) = (-x+1)∙e-x, zodat het duidelijk is dat je elke hogere afgeleide kunt schrijven als een lineaire combinatie van g(x) en g'(x), i.e. we hebben hier k = 1. We zouden dus in eerste instantie denken dat we moeten zoeken naar een particuliere oplossing van de gedaante:

    (5) yp(x) = c0∙x∙e-x + c1∙(-x+1)∙e-x

    Nemen we

    (6) A = c0 - c1 en B = c1,

    dan is dit eenvoudiger te schrijven als:

    (7) yp(x) = (Ax + B)∙e-x

    Maar dit is nog niet voldoende om de methode van de onbepaalde coëfficiënten voor het vinden van een particuliere oplossing van de inhomogene DV te kunnen gebruiken. Het moet namelijk ook nog zo zijn dat geen van de functies g(x), g'(x) ... g(k)(x) een oplossing is van de corresponderende homogene DV. En aan die voorwaarde is hier niet voldaan, omdat (zoals je eenvoudig na kunt gaan) g(x) = x∙e-x en g'(x) = (-x+1)∙e-x beide oplossingen zijn van y'' + 2y + y = 0, zodat ook elke lineaire combinatie van g(x) en g'(x) een oplossing is van deze homogene DV. Dit verklaart meteen waarom de methode van de onbepaalde coëfficiënten voor het vinden van een particuliere oplossing van de inhomogene DV mislukt als we uitgaan van een particuliere oplossing van de gedaante (5) ofwel (7). Immers, als elke functie van de gedaante (7) voldoet aan y'' + 2y' + y = 0, dan kan geen enkele functie van deze gedaante voldoen aan y" + 2y' + y = x∙e-x.

    De remedie is dan om het rechterlid van (5) resp. (7) te vermenigvuldigen met een voldoend hoge macht van x zodanig dat yp(x), yp'(x), yp''(x) lineair onafhankelijk is van g(x), g'(x). Vermenigvuldigen met x is hier niet voldoende omdat yp''(x) + 2yp'(x) + yp(x) dan reduceert tot e-x maal een constante en dus niet gelijk kan zijn aan x∙e-x. We vermenigvuldigen het rechterlid van (7) daarom met x2, zodat we krijgen:

    (8) yp(x) = (Ax3 + Bx2)∙e-x

    Substitutie in de inhomogene DV en gelijkstellen van de coëfficiënten levert dan A = 1/6, B = 0, en daarmee zijn we weer terug bij (3) als particuliere oplossing van de inhomogene DV.
    Thijewoensdag 28 oktober 2009 @ 09:53
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 17:27 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Kijk eens wat er onderaan je linker bladzijde staat ... De antwoorden op 1b en 1c krijg je ook (bijna) kado. Welk niveau is dit als ik vragen mag?
    Beginnersniveau
    Thijewoensdag 28 oktober 2009 @ 10:08
    http://img2.imageshack.us/img2/5572/img343.jpg

    Bij 1b. hebben ze het over een tabel. Ik kan die tabel niet vinden? Moet ik die zelf maken en met welke formule?
    Thijewoensdag 28 oktober 2009 @ 10:10
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 10:08 schreef Thije het volgende:
    http://img2.imageshack.us/img2/5572/img343.jpg

    Bij 1b. hebben ze het over een tabel. Ik kan die tabel niet vinden? Moet ik die zelf maken en met welke formule?
    Ah, tabel op andere pagina. (sorry voor de spam)
    Thijewoensdag 28 oktober 2009 @ 10:20
    (ik heb dinsdag tentamen, dus ik wil het snappen)

    Vraag 1c. vraagt om het percentage wat langer brandt dan 2500. Wat kan ik dan met die 0,9772 en wat betekent die 0.9772?
    GlowMousewoensdag 28 oktober 2009 @ 10:27
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 10:20 schreef Thije het volgende:
    (ik heb dinsdag tentamen, dus ik wil het snappen)

    Vraag 1c. vraagt om het percentage wat langer brandt dan 2500. Wat kan ik dan met die 0,9772 en wat betekent die 0.9772?
    Die 0.9772 is de kans dat de levensduur minder dan 2z is.
    Optimistic1woensdag 28 oktober 2009 @ 10:55
    quote:
    Op zaterdag 24 oktober 2009 13:49 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Klopt, er zijn inderdaad een aantal boeken die met formules goochelen. Dat zijn van die methoden die je nooit kunt onthouden. Zou je zoiets willen toepassen, moet je elke keer weer dat boek erbij pakken.

    Met Riemann-Roch heb je een methode die in je hoofd past. Misschien dat die methode wat meer stappen vergt, maar je begrijpt in elk geval wat je aan het doen bent.

    Goed, R-R dus. Zij C je kromme en P een rationaal punt op C. We gaan ervan uit dat C compleet en niet-singulier is. Voor gehele n heb je de ruimte L(nP) van rationale functies op C die in P een pool van orde hooguit n hebben en buiten P regulier zijn. De ruimte L(nP) is eindig-dimensionaal en R-R zegt iets over de dimensie ervan. In het geval van krommen van geslacht 1 kun je op die manier zelfs precies de dimensie bepalen. Er komt dan het volgende uit:
    dim L(nP) = 0 als n<0 (niet-constante functies hebben evenveel nulpunten als polen, geteld met multipliciteit),
    dim L(nP) = 1 als n=0 of n=1 (je hebt dan alleen constante functies),
    dim L(nP) = n als n>1 (dus als je n groter maakt krijg je altijd functies die je nog niet eerder had).
    Hieruit volgt dat L(2P) een niet-constante functie x bevat en L(3P) een y bevat die niet al in L(2P) ligt.
    Nu zitten x3, x2, x, 1, y2, xy, y allemaal in L(6P). Dit zijn 7 elementen van een 6-dimensionale ruimte, dus er is een relatie tussen. Die relatie geeft je een Weierstrassvgl.

    Nu geeft het bovenstaande nog niet een manier om de x en de y ook te vinden. Dat gaan we ook pas doen als je eerst goed begrijpt wat ik zojuist ingetikt heb. .
    Ik moest het woordje ' compleet' opzoeken. In hartshorne stond wat het betekent . Ik heb ook een bewijsje opgezocht voor " niet-constante functies hebben evenveel nulpunten als polen".
    In Silverman wordt steeds gewerkt met Poo het punt op oneindig. Het gaat toch prima als je een ander rationaal punt op C neemt?

    By the way, gegeven dat op een elliptische kromme C: y2=x3+Ax+B een rationaal punt ligt (a,b) met a,b ongelijk aan 0. Verder is gegeven dat a of b een kwadraat is. Kun je hiermee nieuwe punten genereren die op C liggen en waarvan beide coordinaten niet nul zijn en een van de coordinaten is een kwadraat? Is er iets bekend over het bestaan van zulke punten en hoeveel er zijn als ze bestaan?
    thabitwoensdag 28 oktober 2009 @ 11:58
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 10:55 schreef Optimistic1 het volgende:

    [..]

    Ik moest het woordje ' compleet' opzoeken. In hartshorne stond wat het betekent . Ik heb ook een bewijsje opgezocht voor " niet-constante functies hebben evenveel nulpunten als polen".
    In Silverman wordt steeds gewerkt met Poo het punt op oneindig. Het gaat toch prima als je een ander rationaal punt op C neemt?
    Je kan elk rationaal punt op C hier nemen. Voorwaarde is natuurlijk wel dat je er een moet kennen. Zo'n vierdegraads C hoeft geen rationaal punt te hebben en zelfs als-ie er wel een heeft dan is het nog maar de vraag of je zo'n punt ook makkelijk kunt vinden. Het punt op oneindig mag je hier niet zomaar nemen want dat is singulier. In een niet-singulier model valt het punt in 2 punten uiteen, en die hoeven dan weer niet rationaal te zijn.
    thabitwoensdag 28 oktober 2009 @ 12:08
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 10:55 schreef Optimistic1 het volgende:

    [..]

    By the way, gegeven dat op een elliptische kromme C: y2=x3+Ax+B een rationaal punt ligt (a,b) met a,b ongelijk aan 0. Verder is gegeven dat a of b een kwadraat is. Kun je hiermee nieuwe punten genereren die op C liggen en waarvan beide coordinaten niet nul zijn en een van de coordinaten is een kwadraat? Is er iets bekend over het bestaan van zulke punten en hoeveel er zijn als ze bestaan?
    Dat zullen er altijd eindig veel zijn. Je zoekt namelijk eigenlijk naar rationale punten op andere krommen: ofwel y4=x3+Ax+B ofwel y2 = x6+Ax2+B. Dit zijn krommen van hoger geslacht (3 in het eerste geval en 2 in het tweede geval). De stelling van Faltings zegt dat er altijd eindig veel rationale punten op een kromme van geslacht >= 2 liggen. Hoe je die punten vervolgens moet vinden, is weer een hele andere tak van sport en in de meeste gevallen gewoon onbekend, hoewel je in dit geval misschien nog wat kan doen met het gegeven dat de beide krommen een niet-constante afbeelding naar een elliptische kromme toelaten.
    Hondenbrokkenwoensdag 28 oktober 2009 @ 14:08
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 06:14 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Er zit om te beginnen een fout in je uitdrukking voor y''. De coëfficiënt van x2 moet (A-6D) zijn. Uitwerken levert dan:

    (1) y'' + 2y' + y = (6Dx + 2A)∙e-x,

    Zodat je vindt:

    (2) D = 1/6 en A = 0
    Dat merkte ik ook toen ik het later nog eens op papier probeerde. Ik dacht alleen dat ik hem weer fout had gedaan omdat B en C weggevallen waren uit de vergelijking(hier kom ik op terug) en had het eigenlijk al opgegeven.
    Dat je ineens meer coëfficienten nodig hebt dan er in het rechterlid voorkomen is waarschijnlijk de strik in deze vraag en is er denk ik tussengestopt om je wakker te houden.
    quote:
    (B en C vallen weg). En inderdaad is

    (3) y = (1/6)∙x3∙e-x

    een particuliere oplossing van je inhomogene DV.
    Als B en C wegvallen uit de vergelijking, is het dan niet zo dat je voor deze variabelen elke mogelijke waarde in kan vullen en B en C moet laten staan om de meest generale oplossing te krijgen?
    (Ik weet niet of ik het in dit topic erbij gezet heb, maar de opgave was oorspronkelijk een 'initial value problem')

    De laatste methode die je beschreef heb ik nog niet gehad, maar heb ik doorgelezen (en snap eigenlijk niet alles), maar zal ik bewaren voor als iets dergelijks nog aan bod komt.
    thabitwoensdag 28 oktober 2009 @ 14:36
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 14:08 schreef Hondenbrokken het volgende:
    [..]

    Als B en C wegvallen uit de vergelijking, is het dan niet zo dat je voor deze variabelen elke mogelijke waarde in kan vullen en B en C moet laten staan om de meest generale oplossing te krijgen?
    Dat zijn dan dus ook precies de oplossingen van de homogene vergelijking.
    Thijewoensdag 28 oktober 2009 @ 16:09
    http://img94.imageshack.us/img94/625/img344.jpg

    1a. en 1b. heb ik makkelijk opgelost. Door de 'z' uit te rekenen.
    Nu moet ik bij 1c. de formule omdraaien.

    Dat heb ik gedaan door uit de standaardnormale tabel het getal te pakken dat het dichtst bij de 10% komt. 1,28 is dat in mijn optiek (1 - 0.8997 = 0,01003 =10,03%) Als ik dan de formule invul: ..... - 6000 / 500 = 1,28 Komt het ontbrekende getal uit op 6640 branduren. Dit zijn volgens het antwoordenboek echter 5 uren te kort. Wat doe ik fout?
    GoodGawdwoensdag 28 oktober 2009 @ 16:13
    Integreren:


    4t


    zou kunnen zijn:


    2t2


    maar ook

    t4


    Maar toch is het wat anders hoe kan dat nou.
    thabitwoensdag 28 oktober 2009 @ 16:15
    10,03 is geen 10.
    -J-D-woensdag 28 oktober 2009 @ 16:15
    t4 kan het nooit zijn. De afgeleide daarvan is namelijk 4t3
    2t2 is het wel want de afgeleide daarvan is 4t. (+ evt. constante)

    Ken je de regel:
    f(x) = xn
    f'(x) = n*xn-1
    GoodGawdwoensdag 28 oktober 2009 @ 16:19
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 16:15 schreef -J-D- het volgende:
    t4 kan het nooit zijn. De afgeleide daarvan is namelijk 4t3
    2t2 is het wel want de afgeleide daarvan is 4t. (+ evt. constante)

    Ken je de regel:
    f(x) = xn
    f'(x) = n*xn-1

    Okay het is tijd voor een pauze denk ik, ik zit nu al moeilijk te doen om de simpelste dingen
    Thijewoensdag 28 oktober 2009 @ 16:20
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 16:15 schreef thabit het volgende:
    10,03 is geen 10.
    Nee, maar 1,29 > 0,9015 is ook geen 10.... toch?

    100%- 90,15 % = 9,85 %

    Dus 6645 hoort bij de beste 9,85% lampen?
    Ibliswoensdag 28 oktober 2009 @ 16:20
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 16:09 schreef Thije het volgende:
    http://img94.imageshack.us/img94/625/img344.jpg

    1a. en 1b. heb ik makkelijk opgelost. Door de 'z' uit te rekenen.
    Nu moet ik bij 1c. de formule omdraaien.

    Dat heb ik gedaan door uit de standaardnormale tabel het getal te pakken dat het dichtst bij de 10% komt. 1,28 is dat in mijn optiek (1 - 0.8997 = 0,01003 =10,03%) Als ik dan de formule invul: ..... - 6000 / 500 = 1,28 Komt het ontbrekende getal uit op 6640 branduren. Dit zijn volgens het antwoordenboek echter 5 uren te kort. Wat doe ik fout?
    Als zij op 6645 uitkomen hebben ze dus (6645 - 6000)/500 = 1,29 gekozen… ik weet de precieze reden daar niet voor.

    Jouw antwoord is natuurlijk net iets te laag, maar 1,29 is duidelijk te hoog. Misschien dat zij als redenatie hebben ‘1,28 is nog te laag, want het moet minder dan 10% zijn, dus daarom pakken we 1,29’.
    SPOILER
    Normaal gesproken zou je doen: 1,28 = 10,03%, 1,29 = 9,85%, dus het goede getal zit daar tussenin, en wel op 1,2817 als je het afschat, als je dat gebruikt kom je op 6640,8 uur. Wat beter lijkt. Dat hoef je echter denk ik (nog) niet te kunnen.
    Thijewoensdag 28 oktober 2009 @ 16:21
    p.s. jullie helpen me wel ontzettend! Het ene na het andere kwartje valt!
    Thijewoensdag 28 oktober 2009 @ 16:35
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 16:20 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Als zij op 6645 uitkomen hebben ze dus (6645 - 6000)/500 = 1,29 gekozen… ik weet de precieze reden daar niet voor.

    Jouw antwoord is natuurlijk net iets te laag, maar 1,29 is duidelijk te hoog. Misschien dat zij als redenatie hebben ‘1,28 is nog te laag, want het moet minder dan 10% zijn, dus daarom pakken we 1,29’.
    SPOILER
    Normaal gesproken zou je doen: 1,28 = 10,03%, 1,29 = 9,85%, dus het goede getal zit daar tussenin, en wel op 1,2817 als je het afschat, als je dat gebruikt kom je op 6640,8 uur. Wat beter lijkt. Dat hoef je echter denk ik (nog) niet te kunnen.
    Duidelijk ja
    Thijewoensdag 28 oktober 2009 @ 16:52
    Hoe los ik vraag 3a. en 3b. op?

    Het draait en kraakt bij me
    Ibliswoensdag 28 oktober 2009 @ 16:55
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 16:52 schreef Thije het volgende:
    Hoe los ik vraag 3a. en 3b. op?

    Het draait en kraakt bij me
    Wat heb je al gedaan?
    Thijewoensdag 28 oktober 2009 @ 20:43
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 16:55 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Wat heb je al gedaan?
    52-56 / 2.2 = -1,82 = 0.0344

    en

    56-56 / 2,2 = 0 = 0.50

    Maarja, ik weet het eigenlijk niet
    Optimistic1woensdag 28 oktober 2009 @ 20:45
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 12:08 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Dat zullen er altijd eindig veel zijn. Je zoekt namelijk eigenlijk naar rationale punten op andere krommen: ofwel y4=x3+Ax+B ofwel y2 = x6+Ax2+B. Dit zijn krommen van hoger geslacht (3 in het eerste geval en 2 in het tweede geval). De stelling van Faltings zegt dat er altijd eindig veel rationale punten op een kromme van geslacht >= 2 liggen. Hoe je die punten vervolgens moet vinden, is weer een hele andere tak van sport en in de meeste gevallen gewoon onbekend, hoewel je in dit geval misschien nog wat kan doen met het gegeven dat de beide krommen een niet-constante afbeelding naar een elliptische kromme toelaten.
    Is er een leesbare bron (boek, site,..) over rationale punten op krommen van de vorm y4=x3+Ax+B of y2 = x6+Ax2+B of de meer eigenschappen/technieken die gebruik maken van die niet constante afbeelding van die krommen naar een elliptische kromme? Het lijkt me leuk om hier over te lezen.
    thabitwoensdag 28 oktober 2009 @ 20:53
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 20:45 schreef Optimistic1 het volgende:

    [..]

    Is er een leesbare bron (boek, site,..) over rationale punten op krommen van de vorm y4=x3+Ax+B of y2 = x6+Ax2+B of de meer eigenschappen/technieken die gebruik maken van die niet constante afbeelding van die krommen naar een elliptische kromme? Het lijkt me leuk om hier over te lezen.
    Ik weet niet of er bronnen zijn die dit van A tot Z behandelen, maar je zou kunnen zoeken op: Chabauty method.
    Thijedonderdag 29 oktober 2009 @ 15:36
    http://img522.imageshack.us/img522/3449/img345c.jpg

    1a. en 1b. zijn makkelijk. 1c en 1d. vragen mij om de formules te gebruiken. Hoe dat moet is mij onduidelijk, hebben jullie wat tips?
    Iblisdonderdag 29 oktober 2009 @ 15:43
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 20:43 schreef Thije het volgende:

    [..]

    52-56 / 2.2 = -1,82 = 0.0344

    en

    56-56 / 2,2 = 0 = 0.50

    Maarja, ik weet het eigenlijk niet
    Deze had ik over het hoofd gezien, ben je daar inmiddels al uit?
    Iblisdonderdag 29 oktober 2009 @ 15:46
    quote:
    Op donderdag 29 oktober 2009 15:36 schreef Thije het volgende:
    http://img522.imageshack.us/img522/3449/img345c.jpg

    1a. en 1b. zijn makkelijk. 1c en 1d. vragen mij om de formules te gebruiken. Hoe dat moet is mij onduidelijk, hebben jullie wat tips?
    Je hebt dus deze formule gekregen:



    Nu moet je P(3) uitrekenen, dat betekent dus voor k het getal 3 invullen in die formule. Ik neem aan dat je de notatie dus weet uit te rekenen (en het staat ook op de linkerbladzijde die je geeft).

    [ Bericht 1% gewijzigd door Iblis op 29-10-2009 15:53:06 ]
    Thijedonderdag 29 oktober 2009 @ 16:10
    quote:
    Op donderdag 29 oktober 2009 15:43 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Deze had ik over het hoofd gezien, ben je daar inmiddels al uit?
    Nee eigenlijk niet... Maar ik ben alvast doorgegaan naar het volgende hoofdstuk. Ik zie je uitleg graag tegemoet!
    Iblisdonderdag 29 oktober 2009 @ 16:27
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 20:43 schreef Thije het volgende:
    52-56 / 2.2 = -1,82 = 0.0344
    Oké, eerst deze, je vult inderdaad de berekening voor de z-waarde juist in, alhoewel je eigenlijk haakjes moet gebruiken: (52 - 56)/2,2 = -1,82.

    Wat je echter absoluut niet mag zeggen is: -1,82 = 0,0344 – dat is gewoon onzin. -1,82 is geen 0,0344. Je bedoelt: Φ(-1,82) = 0,0344, of eventueel als je de Φ niet kunt typen schrijf je van mijn part Phi(-1,82).

    Als je nog eens naar de uitleg kijkt bovenaan de linkerpagina, dan zie je dat de interpretatie moet zijn dat 3,4% van de hoofden 52 cm of kleiner is.

    Het gaat nu om de 80% meestvoorkomende schedelafmetingen, en daar zit het niet bij, iedereen die immers een schedelafmeting heeft die bij de kleinste 10% of grootste 10% hoort, zit niet bij die 80%, kortom, geen hoed voor die man.
    quote:
    56-56 / 2,2 = 0 = 0.50
    Wat je hiermee wilt is me niet duidelijk, aangezien dat weinig betrekking heeft op de vraag.

    Vraag b) kun je in feite, als je gebruik maakt van de symmetrie van die kromme direct beantwoorden. 4 cm (of meer) boven het gemiddelde komt net zo vaak voor als 4 cm eronder, dus ook in 3,8% van de gevallen, kortom, ook geen hoed. Je kunt het ook uitrekenen.
    Maarja, ik weet het eigenlijk niet
    [/quote]
    Iblisdonderdag 29 oktober 2009 @ 16:27
    quote:
    Op donderdag 29 oktober 2009 16:10 schreef Thije het volgende:

    [..]

    Nee eigenlijk niet... Maar ik ben alvast doorgegaan naar het volgende hoofdstuk. Ik zie je uitleg graag tegemoet!
    En lukt die nieuwe vraag met wat ik aangeef?
    Optimistic1donderdag 29 oktober 2009 @ 18:50
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 20:53 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Ik weet niet of er bronnen zijn die dit van A tot Z behandelen, maar je zou kunnen zoeken op: Chabauty method.
    Na Riemann-Roch, hoe ging het weer met complete niet-sing. krommen van geslacht 1 transformeren naar een Weierstrass vorm?
    thabitdonderdag 29 oktober 2009 @ 19:42
    quote:
    Op donderdag 29 oktober 2009 18:50 schreef Optimistic1 het volgende:

    [..]

    Na Riemann-Roch, hoe ging het weer met complete niet-sing. krommen van geslacht 1 transformeren naar een Weierstrass vorm?
    Ik zou zeggen, scroll naar de post waar ik het beschreef en vertel me waar je precies vastloopt. Dan kunnen we daarover wat meer uitwijden. Heb je misschien een concreet voorbeeld van een kromme waarop je het toepassen wilt?
    Thijedonderdag 29 oktober 2009 @ 21:28
    quote:
    Op donderdag 29 oktober 2009 15:46 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Je hebt dus deze formule gekregen:

    [ afbeelding ]

    Nu moet je P(3) uitrekenen, dat betekent dus voor k het getal 3 invullen in die formule. Ik neem aan dat je de notatie [ afbeelding ] dus weet uit te rekenen (en het staat ook op de linkerbladzijde die je geeft).
    Ok zo ver kom ik : (let niet teveel op de notatie, ik denk dat het een doorn in je oog is, maar ik heb geen idee hoe ik het anders kan neerzetten in 'plain' tekst)

    P (3) = ⎛6⎞* 0.25² * 0,75³ = en dan snap ik niet hoe ik die getallen in grote haakjes moet uitschrijven en
    ............... (3)

    hoe ik bepaal met welke hoeveelheden ik moet toevoegen: met wat gokken kwam ik op 6*5*4 / 3*2*1 en dat bleek nog goed te zijn ook :S

    Kun je aangeven hoe ik dat moet zien?
    Ripariusdonderdag 29 oktober 2009 @ 21:35
    quote:
    Op donderdag 29 oktober 2009 21:28 schreef Thije het volgende:

    [..]

    hoe ik bepaal met welke hoeveelheden ik moet toevoegen: met wat gokken kwam ik op 6*5*4 / 3*2*1 en dat bleek nog goed te zijn ook :S

    Kun je aangeven hoe ik dat moet zien?
    Wiskunde is geen gokspelletje (hoewel je gokken weer prima wiskundig kunt analyseren). Die notatie met de langgerekte haakjes (6 over 3) geeft aan op hoeveel manieren je 3 objecten kunt kiezen uit een verzameling van 6. Dus, er liggen zes verschillende bonbons op een schaal en je mag er drie nemen. Hoeveel verschillende combinaties van drie bonbons kun je dan kiezen?
    Iblisdonderdag 29 oktober 2009 @ 21:42
    Ik denk dat je 0,253·0,753 bedoelt, en dat die exponent van 0,25 een typefoutje is. Wat ‘die grote haken’ betreft: in je boek staat:



    Als je dat invult voor n = 6 en k = 3 dan krijg je dus (n - k + 1 = 4):

    .

    Maar goed, nu heb ik het gewoon ingevuld, en dat is eigenlijk niet zo nuttig, het is nuttiger om te begrijpen wat het betekent, en dat heb ik laatst al uitgetypt, en dat zal ik eens opzoeken.
    Iblisdonderdag 29 oktober 2009 @ 21:49
    quote:
    Op donderdag 29 oktober 2009 21:42 schreef Iblis het volgende:

    Maar goed, nu heb ik het gewoon ingevuld, en dat is eigenlijk niet zo nuttig, het is nuttiger om te begrijpen wat het betekent, en dat heb ik laatst al uitgetypt, en dat zal ik eens opzoeken.
    Dat was ook voor jou! Dus ik denk dat het niet zo nuttig was omdat ik wat moeilijk termen heb gebruikt.

    Welk niveau is je opleiding? (HAVO/VWO/MBO schat ik het?). Dan weet ik iets beter wat ik wel en niet moet zeggen, het schiet ook niet op om mensen te verwarren met begrippen.
    Thijevrijdag 30 oktober 2009 @ 14:29
    quote:
    Op donderdag 29 oktober 2009 21:49 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Dat was ook voor jou! Dus ik denk dat het niet zo nuttig was omdat ik wat moeilijk termen heb gebruikt.

    Welk niveau is je opleiding? (HAVO/VWO/MBO schat ik het?). Dan weet ik iets beter wat ik wel en niet moet zeggen, het schiet ook niet op om mensen te verwarren met begrippen.
    Laat ik het zo zeggen. Ik heb nooit wiskunde A of B gehad op de middelbare school. (MAVO/ MBO welzijn studie en nu Communicatie waarbij ik een basis van economie moet kennen)
    Iblisvrijdag 30 oktober 2009 @ 14:47
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 14:29 schreef Thije het volgende:

    [..]

    Laat ik het zo zeggen. Ik heb nooit wiskunde A of B gehad op de middelbare school. (MAVO/ MBO welzijn studie en nu Communicatie waarbij ik een basis van economie moet kennen)
    Oké, maar lukt al?
    Thijevrijdag 30 oktober 2009 @ 15:55
    Als ik het voorbeeld met P(4) neem:

    Is hetgeen mij in verwarring brengt die puntjes in: 6*5*... (6-k+1) en daaronder k(k-1)... 3*2
    Zeggen de (6-k+1) en de (k-1) hoeveel getallen je daar moet gebruiken? En wat zegt het eigenlijk nog meer?

    En waarom je nou specifiek de getallen: 6*5*4*3 moet gebruiken en daaronder 4*3*2..?
    hetismijrobbertvrijdag 30 oktober 2009 @ 15:56
    iemand hier verstand van randomized response?
    GlowMousevrijdag 30 oktober 2009 @ 15:57
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 15:56 schreef hetismijrobbert het volgende:
    iemand hier verstand van randomized response?
    iets specifieker?
    hetismijrobbertvrijdag 30 oktober 2009 @ 16:04
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 15:57 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    iets specifieker?
    ja eh hoe moet ik dat zeggen...ik snap het hele principe niet.

    Dit staat er in mijn boek: Bij een even aantal ogen antwoord je 'ja', bij een oneven aantal geef je eerlijk antwoord. 70% van de respondenten heeft ja geantwoord, dan is de schatting van het percentage mensen dat hun partner slaat 40%. Van de 70% 'ja' antwoorden is immers 50% naar verwachting 'ja' omdat zij een even aantal gooide en dus wel ja moesten antwoorden. De resterende 20% gaat boven die verwachte 50% uit en kunnen we dus toeschrijven aan daadwerkelijk daderschap.


    Hoe komen ze dan aan 40%???
    Ripariusvrijdag 30 oktober 2009 @ 16:09
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 16:04 schreef hetismijrobbert het volgende:

    [..]

    ja eh hoe moet ik dat zeggen...ik snap het hele principe niet.

    Dit staat er in mijn boek: Bij een even aantal ogen antwoord je 'ja', bij een oneven aantal geef je eerlijk antwoord. 70% van de respondenten heeft ja geantwoord, dan is de schatting van het percentage mensen dat hun partner slaat 40%. Van de 70% 'ja' antwoorden is immers 50% naar verwachting 'ja' omdat zij een even aantal gooide en dus wel ja moesten antwoorden. De resterende 20% gaat boven die verwachte 50% uit en kunnen we dus toeschrijven aan daadwerkelijk daderschap.


    Hoe komen ze dan aan 40%???
    Bij de mensen die een even aantal ogen gooiden en (dus) ja antwoordden zaten evengoed mensen die de waarheid spraken natuurlijk als bij de mensen die een oneven aantal ogen gooiden. Wat dacht je daarvan?
    Iblisvrijdag 30 oktober 2009 @ 16:11
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 15:55 schreef Thije het volgende:
    Als ik het voorbeeld met P(4) neem:

    Is hetgeen mij in verwarring brengt die puntjes in: 6*5*... (6-k+1) en daaronder k(k-1)... 3*2
    Zeggen de (6-k+1) en de (k-1) hoeveel getallen je daar moet gebruiken? En wat zegt het eigenlijk nog meer?

    En waarom je nou specifiek de getallen: 6*5*4*3 moet gebruiken en daaronder 4*3*2..?
    Die puntjes staan voor ‘hier is een boel weggelaten’. Dus: 1 + 2 + 3 + ··· + 10 = 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 6 + 7 + 8 + 9 + 10. En evenzo 1·2·3···6 = 1·2·3·4·5·6.

    Als nu:



    Neemt en je vult n = 6 en k = 4 in krijg je dus:



    En dat is gelijk aan:



    Als we nou de puntjes invullen zie je dat er bovenin niets meer in te vullen is, dat wordt gewoon 6·5·4·3 en onderin mist alleen de 2. Dus je krijgt uiteindelijk als je wegstreept (6·5)/(2·1) = 15.


    Maar goed, soms kan het dus wat gekke situaties opleveren als je het al te letterlijk invult, want als je neemt k = 1 krijg je bovenin 6·5·4···(6 - 1 + 1), maar goed, dat is gewoon ‘6’. Die (n - 1)(n - 2) zijn vooral om aan te geven dat elke factor eentje kleiner wordt totdat je bij de eindfactor (n -k + 1) komt, maar soms kan de beginfactor al gelijk zijn aan de eindfactor.
    GlowMousevrijdag 30 oktober 2009 @ 16:11
    Van de 70% 'ja' antwoorden is 50% naar verwachting 'ja' omdat zij een even aantal gooide en dus wel ja moesten antwoorden. De resterende 20% gaat boven die verwachte 50% uit en kunnen we dus toeschrijven aan daadwerkelijk daderschap. Maar die 20% is ten opzichte van het totaal en we kijken nu naar de 50% die de waarheid spreekt. 20/50 = 40%.
    hetismijrobbertvrijdag 30 oktober 2009 @ 16:20
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 16:11 schreef GlowMouse het volgende:
    Van de 70% 'ja' antwoorden is 50% naar verwachting 'ja' omdat zij een even aantal gooide en dus wel ja moesten antwoorden. De resterende 20% gaat boven die verwachte 50% uit en kunnen we dus toeschrijven aan daadwerkelijk daderschap. Maar die 20% is ten opzichte van het totaal en we kijken nu naar de 50% die de waarheid spreekt. 20/50 = 40%.
    Muchos gracias !!!!
    Agiathvrijdag 30 oktober 2009 @ 17:33
    Ik loop even vast

    Vind de vergelijking van het raakvlak op het gegeven punt

    z = y*cos(x-y) op (2,2,2) ( = (x0,y0,z0) )

    De formule is volgens Stewart

    z - z0 = fx(x0,y0)(x-x0) + fy(x0,y0)(y-y0)

    Maar de partiële afgeleiden zijn dan toch sowieso

    fx = -y*sin(x-y)*1 en fy = -y*sin(x-y)*-1

    Maar vul je daar x=2 en y=2 in krijg je in beide gevallen sin(0) = 0. Dus is de vergelijking

    z =2

    Het antwoord is echter z = y. Dus ergens bij mijn partiële afgeleide ga ik de fout in, wat doe ik fout?

    [ Bericht 31% gewijzigd door Agiath op 30-10-2009 17:47:57 ]
    GlowMousevrijdag 30 oktober 2009 @ 17:35
    Als je gewoon tekst typt, kun je dat beter gewoon hier doen. Tex heeft anders geen voordeel.
    Agiathvrijdag 30 oktober 2009 @ 17:39
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 17:35 schreef GlowMouse het volgende:
    Als je gewoon tekst typt, kun je dat beter gewoon hier doen. Tex heeft anders geen voordeel.
    Het is wel wat duidelijker vind ik. Maar je hebt op zich gelijk
    Ripariusvrijdag 30 oktober 2009 @ 17:41
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 17:39 schreef Agiath het volgende:

    [..]

    Het is wel wat duidelijker vind ik. Maar je hebt op zich gelijk
    Ik vind het hardstikke onduidelijk, ik kan namelijk je plaatjes helemaal niet zien, alleen een rood gekleurde foutmelding.
    Agiathvrijdag 30 oktober 2009 @ 17:45
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 17:41 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Ik vind het hardstikke onduidelijk, ik kan namelijk je plaatjes helemaal niet zien, alleen een rood gekleurde foutmelding.
    Oh ik zie het ook na een ctrl+F5, ik zal het even maken
    GlowMousevrijdag 30 oktober 2009 @ 17:47
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 17:45 schreef Agiath het volgende:

    [..]

    Oh ik zie het ook na een ctrl+F5, ik zal het even maken
    daar doelde ik niet op; doe nog maar eens ctrl-f5

    wel op vs

    [ Bericht 14% gewijzigd door motorbloempje op 01-09-2013 21:30:39 ]
    Agiathvrijdag 30 oktober 2009 @ 17:48
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 17:47 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    daar doelde ik niet op; doe nog maar eens ctrl-f5

    wel op [ afbeelding ] vs [ afbeelding ]
    Ik kreeg trouwens net wel de notering zoals ik dat wou (dat tweede plaatje)

    iig het is nu plain tekst
    GlowMousevrijdag 30 oktober 2009 @ 17:50
    ik snap al niks van z - z0 = fx(x0,y0)(x-x0) + fy(x0,y0)(y-y0)
    Ripariusvrijdag 30 oktober 2009 @ 17:52
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 17:48 schreef Agiath het volgende:

    [..]

    Ik kreeg trouwens net wel de notering zoals ik dat wou (dat tweede plaatje)

    iig het is nu plain tekst
    Plain text works for me.

    Je partiële afgeleide naar y is fout, y is dan immers je variabele, dus moet je hier (ook) de productregel toepassen. Dat heb je niet gedaan.
    Agiathvrijdag 30 oktober 2009 @ 17:55
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 17:52 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Plain text works for me.

    Je partiële afgeleide naar y is fout, y is dan immers je variabele, dus moet je hier (ook) de productregel toepassen. Dat heb je niet gedaan.
    Ah, je hebt gelijk, dan krijg je waarschijnlijk wel

    z - 2 = y -2 --> z = y

    Bedankt
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 17:50 schreef GlowMouse het volgende:
    ik snap al niks van z - z0 = fx(x0,y0)(x-x0) + fy(x0,y0)(y-y0)
    fx(x0,y0) is dus de waarde van de partiele afgeleide naar x voor x=2 en y=2
    Ripariusvrijdag 30 oktober 2009 @ 17:58
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 17:50 schreef GlowMouse het volgende:
    ik snap al niks van z - z0 = fx(x0,y0)(x-x0) + fy(x0,y0)(y-y0)
    Dat is gewoon de vergelijking van het raakvlak in het punt (x0,y0,z0) van het gekromde vlak gegeven door z = f(x,y).

    Vergelijk het maar met het tweedimensionale analogon: de vergelijking van de raaklijn aan de grafiek van y = f(x) in het punt (x0,y0) wordt gegeven door y - y0 = f'(x0)(x - x0).
    GlowMousevrijdag 30 oktober 2009 @ 18:01
    Dan mis ik al een functie f om te beginnen. Verder is het dan wel te volgen, productregel inderdaad.
    Matrvrijdag 30 oktober 2009 @ 20:26
    Ik heb een aantal vragen over matrices waar ik niet uitkom. Hoop dat iemand ze kan uitleggen.

    1. (som van matrices)
    Laat zien dat A - AT is niet symmetrisch voor een 2 x 2 matrix A.

    2. (matrix-matrix product)

    A = [ 1 2 ]
    [ 3 4 ]

    B = [ 0 -2 ] [ 1 3 ]
    [ 1 8 ] [- 4 -1]

    Antwoord = [ -54 -8 ]
    [ -100 -14]

    3. De volgende matrices zijn er:

    A = [ 2 0 0 ]
    [1 2 0 ]
    [ 1 1 2 ]

    B = [ 0 0 1 ]
    [ 0 1 0 ]
    [ 1 0 0 ]

    Bepaal ABAT ik kom er niet uit om dus 3 matrices te vermenigvuldigen..

    Antwoord =
    [ 0 0 4 ]
    [ 0 4 4 ]
    [ 4 4 5 ]
    GlowMousevrijdag 30 oktober 2009 @ 20:30
    Leuke nick

    1. probeer eens een A. Overigens is de uitspraak niet waar voor alle A, je zult toch makkelijk eentje moeten kunnen vinden.
    2. reken eerst B uit
    3. bereken eerst AB (of eerst BAT)
    Iblisvrijdag 30 oktober 2009 @ 20:31
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 20:26 schreef Matr het volgende:
    Ik heb een aantal vragen over matrices waar ik niet uitkom. Hoop dat iemand ze kan uitleggen.

    1. (som van matrices)
    Laat zien dat A - AT is niet symmetrisch voor een 2 x 2 matrix A.
    Heb je al iets geprobeerd?
    quote:
    2. (matrix-matrix product)

    A = [ 1 2 ]
    [ 3 4 ]

    B = [ 0 -2 ] [ 1 3 ]
    [ 1 8 ] [- 4 -1]

    Antwoord = [ -54 -8 ]
    [ -100 -14]
    Wat lukt hier niet?
    quote:
    3. De volgende matrices zijn er:

    A = [ 2 0 0 ]
    [1 2 0 ]
    [ 1 1 2 ]

    B = [ 0 0 1 ]
    [ 0 1 0 ]
    [ 1 0 0 ]

    Bepaal ABAT ik kom er niet uit om dus 3 matrices te vermenigvuldigen..
    Lukt twee wel?
    Hanneke12345vrijdag 30 oktober 2009 @ 23:02
    (Logica, hoort ook wel in dit topic, toch? ;x )
    Toon aan dat voor elke formule phi het aantal subformules van phi kleiner of gelijk is aan de lengte van phi.


    Met volledige inductie naar L(φ)
    E(n): voor alle φ zo dat L(φ) = n geldt dat |sfor(φ) ≤ L(φ)
    E(0): Er is geen φ met L(φ) = 0, dus hiervoor klopt E(n)
    E(1): Als L(φ)=1, dan is φ een propositieletter, dus |sfor(φ)| = 1, hiervoor klopt E(n) ook.

    Stel E(n) is bewezen voor alle n.
    Dan geldt voor E(n+1):
    Neem een φ met L(φ) = n+1
    Twee mogelijkheden:
    • φ = ¬ψ: sfor(φ) = sfor(¬ψ) = {¬ψ} ∪ sfor(ψ)
    |sfor(φ)| = |sfor(ψ)|+1, dus L(φ) = n+1
    Bewezen voor unaire connectief
    • φ = ψ^χ: sfor(φ) = sfor(ψ^χ ) = {ψ^χ} ∪ sfor(ψ) ∪ sfor(χ)
    |sfor(ψ)|+|sfor(χ)|≤ |sfor(φ)|-1
    Dus |sfor(φ)|≤ L(n+1)
    Bewezen voor binaire connectieven


    Ik weet bij de laatste stap niet goed hoe ik het moet bewijzen. Het klopt trouwens niet eens, want sfor(\phi) kunnen ook dubbeltellingen al uitgehaald zijn. Ik weet echt niet goed hoe ik deze stap wel moet doen.

    Is het verder wel een goed en vooral volledig bewijs?
    Agiathzaterdag 31 oktober 2009 @ 02:55
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 18:01 schreef GlowMouse het volgende:
    Dan mis ik al een functie f om te beginnen. Verder is het dan wel te volgen, productregel inderdaad.
    fx en fy zijn de partiële afgeleide van z naar x en z naar y
    thabitzaterdag 31 oktober 2009 @ 10:55
    quote:
    Op vrijdag 30 oktober 2009 23:02 schreef Hanneke12345 het volgende:
    (Logica, hoort ook wel in dit topic, toch? ;x )
    Toon aan dat voor elke formule phi het aantal subformules van phi kleiner of gelijk is aan de lengte van phi.


    Met volledige inductie naar L(φ)
    E(n): voor alle φ zo dat L(φ) = n geldt dat |sfor(φ) ≤ L(φ)
    E(0): Er is geen φ met L(φ) = 0, dus hiervoor klopt E(n)
    E(1): Als L(φ)=1, dan is φ een propositieletter, dus |sfor(φ)| = 1, hiervoor klopt E(n) ook.

    Stel E(n) is bewezen voor alle n.
    Dan geldt voor E(n+1):
    Neem een φ met L(φ) = n+1
    Twee mogelijkheden:
    • φ = ¬ψ: sfor(φ) = sfor(¬ψ) = {¬ψ} ∪ sfor(ψ)
    |sfor(φ)| = |sfor(ψ)|+1, dus L(φ) = n+1
    Bewezen voor unaire connectief
    • φ = ψ^χ: sfor(φ) = sfor(ψ^χ ) = {ψ^χ} ∪ sfor(ψ) ∪ sfor(χ)
    |sfor(ψ)|+|sfor(χ)|≤ |sfor(φ)|-1
    Dus |sfor(φ)|≤ L(n+1)
    Bewezen voor binaire connectieven


    Ik weet bij de laatste stap niet goed hoe ik het moet bewijzen. Het klopt trouwens niet eens, want sfor(\phi) kunnen ook dubbeltellingen al uitgehaald zijn. Ik weet echt niet goed hoe ik deze stap wel moet doen.

    Is het verder wel een goed en vooral volledig bewijs?
    Logica is m.i. meer een onderdeel van de filosofie dan van de wiskunde, maar dat terzijde.

    Ik neem aan, dat L(phi * psi) = L(phi) + L(psi) + 1? Dus i.h.b. hebben phi en psi kleinere lengte dan phi * psi zodat we de inductiehypothese kunnen toepassen. Dan heb je toch dat #sfor(phi * psi) = #(sfor(phi) U sfor(psi) U {phi * psi}) <= #sfor(phi) + #sfor(psi) + 1 <= L(phi) + L(psi) + 1 = L(phi * psi), of zie ik dat verkeerd (ik ben immers geen filosoof)?

    [ Bericht 1% gewijzigd door thabit op 31-10-2009 11:03:36 ]
    Ibliszaterdag 31 oktober 2009 @ 11:21
    quote:
    Op zaterdag 31 oktober 2009 10:55 schreef thabit het volgende:
    Logica is m.i. meer een onderdeel van de filosofie dan van de wiskunde, maar dat terzijde.
    Filosofen gebruiken het vaak om een zweempje formaliteit aan hun werk te geven, maar zodra er een kwantor bij komt kijken geven ze zich meestal gewonnen.

    Ik denk dat de meeste logica-research nu echter bij informatica zit, alhoewel het vaak wel tegen wiskunde aanhangt. Veel manieren om over computerprogramma’s en protocollen te redeneren zijn op logica gebaseerd, en maken gebruik van Markov-keten-achtige modellen, waarop je dan met probabilistische kwantoren kunt stellen dat P<0.01(systeem belandt in een deadlock) o.i.d. Maar om zulke soort logica’s rigoureus te maken moet je natuurlijk wel een maat definiëren waarmee je die P betekenis geeft. Ook in geautomatiseerde taalverwerking wordt logica veel gebruikt. En dat is ook echt geen pakkie-an van filosofen.
    quote:
    Ik neem aan, dat L(phi * psi) = L(phi) + L(psi) + 1? Dus i.h.b. hebben phi en psi kleinere lengte dan phi * psi zodat we de inductiehypothese kunnen toepassen. Dan heb je toch dat #sfor(phi * psi) = #(sfor(phi) U sfor(psi) U {phi * psi}) <= #sfor(phi) + #sfor(psi) + 1 <= L(phi) + L(psi) + 1 = L(phi * psi), of zie ik dat verkeerd (ik ben immers geen filosoof)?
    Ja, dat lijkt me de goede kijk op de zaken.
    Hanneke12345zaterdag 31 oktober 2009 @ 20:46
    quote:
    Op zaterdag 31 oktober 2009 10:55 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Logica is m.i. meer een onderdeel van de filosofie dan van de wiskunde, maar dat terzijde.

    Ik neem aan, dat L(phi * psi) = L(phi) + L(psi) + 1? Dus i.h.b. hebben phi en psi kleinere lengte dan phi * psi zodat we de inductiehypothese kunnen toepassen. Dan heb je toch dat #sfor(phi * psi) = #(sfor(phi) U sfor(psi) U {phi * psi}) <= #sfor(phi) + #sfor(psi) + 1 <= L(phi) + L(psi) + 1 = L(phi * psi), of zie ik dat verkeerd (ik ben immers geen filosoof)?
    Mwah, ben ik niet helemaal met je eens. Hoewel het onderdeel is van filosofie vind ik het met dit soort dingen (inductiebewijzen alles) toch meer wiskunde lijken.

    Maar oké, eigenlijk heel voor de hand liggend, ja. Kwam er niet op gister.


    Verder; "Gegeven j ∈{1,2,3} laat Lj: R^2-->R^2 de lineaire afbeelding zijn waarvan de matrix ten opzichte van de standaard bases gelijk is aan Aj met: [insert drie matrices]

    Bepaal de eigenwaarden en eigenvectoren van de afbeelding Lj "

    Dan moet ik gewoon de eigenwaarden en -vectoren van de matrices Aj bepalen, toch?
    thabitzaterdag 31 oktober 2009 @ 23:00
    Ja.
    Hanneke12345zondag 1 november 2009 @ 02:05
    Oké, dacht ik al. Maar het is ook weer zo jammer als ik iets totaal verkeerds doe. ;x
    Verder, ik ben even een avondje bezig geweest. ;o

    1. Vraag b bij vorige vraag; "geef voor iedere j ∈{1,2,3} een basis Bj van R^2 ten opzichte waarvan de matrix Lj een diagonaalsmatrix is.

    Dus moet ik een basis V vinden zodat V-1AV=D en D is diagonaalsmatrix. Ik heb het geprobeerd met

    Maar dan kwam ik uiteindelijk op

    En daar kon ik het niet mee oplossen.


    2. Is het een probleem als de eigenvector 0 is, volgens mij wel toch?

    3.
    Klopt het dat ik hier krijg als eigenwaarde l1,2 = 5 +/- sqrt(100-4*14399)/2 en dus een negatieve wortel / complexe eigenwaarde? Ik denk eigenlijk dat die 14399 niet klopt, want zo'n hoog getal.

    4. Laat v ∈ R^2 een vector zijn van lengte één, dus ||v|| = 1. Definieer de matrix A door A=vvT
    a. Bepaal kern en beeld (=bereik?) van A
    - wat is A? ik heb echt geen idee eigenlijk.


    Veel vragen, maar volgens mij kan ik als ik deze dingen weet/snap wel alles maken.
    GlowMousezondag 1 november 2009 @ 12:03
    1. denk aan diagonaliseren
    2. een eigenvector is per definitie een nonzero vector
    3. je krijgt drie reële eigenwaarden
    4. A is een 2x2 matrix. Beeld kunnen ze niet over spreken want er is geen functie gedefinieerd, maar ze bedoelen kolomruimte. Probeer eens wat vectoren v om een idee te krijgen.
    Hanneke12345zondag 1 november 2009 @ 14:10
    Diagonaliseren heb ik nog nooit gehad. Is er een andere manier om het te beredeneren of door het met die D die ik gevonden heb (geen idee of die klopt, best kans dat er rekenfouten inzitten) op te lossen, of kan ik beter diagonaliseren even googelen?

    2 en 3, ik heb een dingetje gevonden die de eigenwaardes en -vectoren kan vinden van matrices en daar bleek inderdaad dat ik ergens rekenfouten moet hebben gemaakt, daar ga ik zo nog eens naar kijkenl
    GlowMousezondag 1 november 2009 @ 14:11
    diagonaliseren zoeken ja
    Hanneke12345zondag 1 november 2009 @ 15:33
    Eigenwaarde is 5-sqrt(24), ik probeer bijbehorende vectoren te vinden, maar ergens gaat iets fout. Ik kom op deze manier op de nulvector uit

    GlowMousezondag 1 november 2009 @ 15:35
    Je zegt 5-sqrt(24) maar gebruikt 5+sqrt(24).
    5+sqrt(24) is een eigenwaarde als A-(5+sqrt(24))I singulier zou zijn. A-(5+sqrt(24))I is niet singulier, dus is 5+sqrt(24) geen eigenwaarde.
    5-sqrt(24) is overigens ook geen eigenwaarde. Hoe ben je daarop gekomen?
    Hanneke12345zondag 1 november 2009 @ 15:58

    Dus (5-L)^2=6*4
    5-L=+/-sqrt(24)
    L=5+/-sqrt(24)


    Want det=0
    GlowMousezondag 1 november 2009 @ 16:04
    Ah sorry, zat nog met die oude matrix, die lijkt er erg op.
    Dus (1-L)((5-L)^2 - 24) = 0
    Dus L = 1 of L = 5+sqrt(24) of L = 5-sqrt(24)


    Ik snap niet wat er gebeurt in de laatste matrix; de tweede rij is een veelvoud van de eerste rij in de derde matrix