Maar is het dan nog wel consistent?quote:Op zaterdag 31 maart 2007 13:53 schreef thabit het volgende:
Dit lijkt me een beetje een vreemd stelsel. Als je phi_1=phi_2=0 stelt, houd de 2 laatste vergelijkingen over, die zijn dan lineair in A_1 en A_2. Dat kun je dan zo oplossen.
Ja, de pH-waarde wil niets anders zeggen dan de negatieve logaritme van de H3O+-concentratie. Met de pOH geeft je dus de concentratie OH- aan.quote:Op zaterdag 31 maart 2007 14:30 schreef MeScott het volgende:
Scheikundevraag van mijn kant:
De pH van CH3COOH is 4,4. Nu heb ik geleerd dat als je 10-pH doet, dat je dan de concentratie berekent. Maar nu kwam ik een opgave tegen, en toen leek het er op dat op die manier de concentratie H3O+ berekent en dus niet de concentratie CH3COOH. Klopt dit ?
En datzelfde geldt dus voor de pOH, als je 10-pOH doet, dan krijg je de concentratie OH- in een oplossing ?
Danku(Y)quote:Op zaterdag 31 maart 2007 17:31 schreef Credence het volgende:
( 1* 0.7 * 1.4 * 1.7) ^(1/4)
(1,00*0,70*1,40*1,70)^(1/4)quote:Op zaterdag 31 maart 2007 17:35 schreef yup het volgende:
[..]
Danku(Y)
Hoe doe je het met een Ti83 Plus dan ? (= grafisch rekenmachine)
Topic gemerged.quote:Op zaterdag 31 maart 2007 17:30 schreef yup het volgende:
Ok alle slimme fokkers, hier een zeer moeilijke () vraag voor jullie :-)
Hoe bereken je dit?
V4 (worteteken met 4 erop) 1,00 x 0,70 x 1,40 x 1,70 = 1,1361057
Ik kan maar niet aan die uitkomst komen :/
Bedankt! Ik vergeet altijd een tvp in het bèta huiswerk topic te zetten. Vind 't best leuk om soms te antwoordenquote:
Ah ok, dus de berekeningen met de negatieve logaritmes hebben alleen zin als de beginstof (zuur danwel base) zwak is (maar niet zo zwak dat hij helemaal niet oplost) ?quote:Op zaterdag 31 maart 2007 14:52 schreef freiss het volgende:
[..]
Ja, de pH-waarde wil niets anders zeggen dan de negatieve logaritme van de H3O+-concentratie. Met de pOH geeft je dus de concentratie OH- aan.
Nu maakt het voor een sterk zuur als HCl niets uit, omdat een sterk zuur geheel oplost in water. Als je echter een zwak zuur als CH3COOH oplost in water, krijg je een evenwichtsreactie en dus is de H3O+-concentratie niet gelijk aan de CH3COOH-concentratie.
Voor jou juist als het zuur of de base sterk is. Maar in het algemeen hebben de berekeningen altijd zin. Bij een zwak zuur/base heb je de concentratie H3O+, waarna je via de evenwichtsreactie de concentratie van de beginstof uit kunt rekenen. Dat laatste moet je misschien nog leren, maar dan weet je nu alvast dat berekenen van de concentratie H3O+ nooit kwaad kan.quote:Op zaterdag 31 maart 2007 20:34 schreef MeScott het volgende:
[..]
Ah ok, dus de berekeningen met de negatieve logaritmes hebben alleen zin als de beginstof (zuur danwel base) zwak is (maar niet zo zwak dat hij helemaal niet oplost) ?
Als het fysisch gezien niet kan, dan zit er denk ik een fout in je stelsel.quote:Op zaterdag 31 maart 2007 14:11 schreef Schuifpui het volgende:
Ik vraag me af of het physisch gezien wel kan, dat die phi's 0 zijn. Het is vibratie opdracht van een two-degrees-of-freedom system, met een begin snelheid van een massa. En volgens mij als er een beginsnelheid is, heb je altijd een phaseshift en dus een phi.
Dat laatste heb ik wel geleerd (als ik je goed begrijp), maar bij een sterk zuur is er geen evenwichtsreactie (beginstof lost dan volledig op in water)... Dus als je daarvan de pH weet, is de concentratie heel makkelijk te berekenen (10-pH), terwijl als de beginstof zwak is, moet eerst de concentratie van de beginstof nog worden berekend. Dus heeft de echte berekening inderdaad altijd wel zin, maar ik bedoelde meer dat de berekening langer wordt omdat je eerst de concentratie H3O+ uit moet rekenen en dan dmv verhoudingen uit moet gaan zoeken wat de concentratie van de beginstof was.quote:Op zaterdag 31 maart 2007 21:39 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Voor jou juist als het zuur of de base sterk is. Maar in het algemeen hebben de berekeningen altijd zin. Bij een zwak zuur/base heb je de concentratie H3O+, waarna je via de evenwichtsreactie de concentratie van de beginstof uit kunt rekenen. Dat laatste moet je misschien nog leren, maar dan weet je nu alvast dat berekenen van de concentratie H3O+ nooit kwaad kan.
Mooi, bevestiging van dat ik het goed begrijpquote:
Meestal gaat het om vragen van vwo-niveau of over vrij eenvoudige wiskunde. Vwo heb ik zelf gedaan, dus dat is niet zo'n probleem. Momenteel doe ik econometrie (en een juridische studie), dus eenvoudige wiskundige vragen zijn ook wel te beantwoorden. Vwo-kennis zakt vrij snel weg wanneer je er niet mee bezig bent, en dat is voor mij ook wel belangrijk om hier zo nu en dan wat te antwoorden.quote:Op zaterdag 31 maart 2007 22:36 schreef MeScott het volgende:
[..]
Mooi, bevestiging van dat ik het goed begrijpBedankt voor de hulp wederom
Btw Glowmouse, ik zie dat je veel vragen beantwoordt hier. Wat voor opleiding/studie doe je of heb je gedaan, waardoor je vrijwel alles weet wat hier gevraagd wordt ?
Ik bedoelde dat die phi's niet 0 zouden moeten zijn, want in dat geval zit er wat fout. De formules komen direct uit het boek (Engineering Vibration) en zouden volgens mij moeten kloppen. De termen aan de linkerkant stellen de initial conditions van het two-degrees-of-freedom system. Dus twee massa aan elkaar verbonden dmv veren (althans, zo is dat gemodelleerd). Een van de massa's krijgt een impuls, de X3/M term, de rest van de initial conditions is nul, dus geen initiele verplaatsing van beide massa's en alleen massa 2 krijgt een snelheid. De oplossing van dit stelsel heb ik nodig om een plot van de functie van de plaats tegen de tijd te plotten voor beide massa's.quote:Op zaterdag 31 maart 2007 21:47 schreef thabit het volgende:
[..]
Als het fysisch gezien niet kan, dan zit er denk ik een fout in je stelsel.
Een kenmerk van een kansdichtheidsfunctie is dat de integraal van - oneindig tot oneindig gelijk moet zijn aan 1, dus in dit geval moet de integraal van 1 tot 9 van p/x2 gelijk zijn aan 1.quote:Op zondag 1 april 2007 20:02 schreef MaxC het volgende:
Een continue stochast X heeft de volgende kansdichtheidsfuncties
f(x) = p/x^2 als 1<(met = eronder) x <(met =) 9
f(x) = 0 elder
a)Bereken p
b) benader in 4 decimale de verwachting van deze stochast
Ik heb geeeen idee![]()
Dit ligt aan het feit dat er dus een - voor de haakjes staat. Als je -(2n+1) uitschrijft, wordt het -2n-2. Als je -(2n-1) uitschrijft krijg je wel het goede resultaat, namelijk -2n+1.quote:Op dinsdag 3 april 2007 15:59 schreef Merkie het volgende:
Help. Ik snap de volgende som niet: klik.
En dan voornamelijk de laatste regel. Het stukje (2n-1) moet toch (2n+1) zijn?
De reeks 2ncnxn van 0 tot oneindelijk is gelijk aan dezelfde reeks maar dan van 1 tot oneindig omdat de term voor n=0 gelijk is aan 0.quote:En waarom is de reeks 2ncnxn van 0 tot oneindelijk gelijk aan dezelfde reeks maar dan van 1 tot oneindig? Voor mijn gevoel gaat dat tegen alle logica in.
Och ja, inderdaad. Beetje domquote:Op dinsdag 3 april 2007 16:07 schreef freiss het volgende:
[..]
Dit ligt aan het feit dat er dus een - voor de haakjes staat. Als je -(2n+1) uitschrijft, wordt het -2n-2. Als je -(2n-1) uitschrijft krijg je wel het goede resultaat, namelijk -2n+1.
Hmm, dat klinkt ook wel logischquote:[..]
De reeks 2ncnxn van 0 tot oneindelijk is gelijk aan dezelfde reeks maar dan van 1 tot oneindig omdat de term voor n=0 gelijk is aan 0.
1 2 | X 2 4 7 10 14 18 23 28 34 40 47 54 62 70 79 88 98 108 119 |
0quote:Op woensdag 4 april 2007 10:02 schreef MichielPH het volgende:
Heb je ook de waarde X bij N = 0?
Niet echt.quote:Op woensdag 4 april 2007 10:14 schreef Marinus het volgende:
waarde bij N-1 + int( 1/2 N )
1 2 3 4 5 6 7 8 9 | TotalSP = 0 Level = cmbLevel.Text If Level > 1 Then For i = 2 To Level TotalSP = Int(TotalSP + ExtraSP) ExtraSP = ExtraSP + 0.5 Next End If |
X=121quote:Op woensdag 4 april 2007 20:26 schreef Mr-Sander het volgende:
√x-x=-110
Nou wil ik dus de waarde van x weten, kan iemand me helpen?
P.S. Die wortel geldt alleen voor de eerste x
Dank jequote:Op woensdag 4 april 2007 20:38 schreef -J-D- het volgende:
[afbeelding]
Bedenk wel: kwadreteren is controleren.
Oftewel: als je 2 oplossingen gevonden hebt, moet je ze nog even invullen om zeker te weten dat het oplossingen zijn. Die laatste oplossing komt dus te vervallen.
Ik zou de productregel gebruiken.quote:Op woensdag 4 april 2007 20:24 schreef Roolio het volgende:
Omdat alles flink is weggezakt deze vraag: ()
Is de afgeleide van 3x(5x^3(6x2-2x))
3(5x^3(6x2*2x))*(90x2-30x)x^12x2-4x ?
Of zit ik er compleeeet naast?
(wat ik nog wel zie gebeuren..)
Maar het klopt wel 100% zeker?quote:Op woensdag 4 april 2007 20:49 schreef -J-D- het volgende:
[..]
Ik zou de productregel gebruiken.
Het is te schrijven als f*g*h.
De afgeleide is dan f ' * g * h + f * g ' * h + f * g * h '
Dus:
3 (5x3(6x2-2x)) + 3x(15x2(6x2-2x)) + 3x(5x3(12x-2))
als ik het even snel doe.
quote:
1 2 3 | X= (2/5)sqrt(5)*N Y=(1/5)sqrt(5)*N |
1 / sqrt(5) = sqrt(1/5) = sqrt(5/25) = sqrt(5) / sqrt(25) = 1/5 * sqrt(5).quote:-->Oh ik had hem inmiddels al een tijdje opgelost kom ik achter. Geloofde niet dat 1/sqrt(5) hetzelfde is als 0,2*sqrt(5).
Gebruik de gaswet, pV= nRTquote:Op dinsdag 10 april 2007 08:20 schreef druide10 het volgende:
Hoi
Kan iemand mij op een hele simpele manier uitleggen hoe ik het volume kan uitrekenen van 300 mol waterstof bij een temperatuur van 27 graden celcius en een druk van 1000hPa. Ik doe namelijk een cursus VAPRO en ik loop hier op vast omdat dit niet duidelijk staat uitgelegd in het boek. Ik weet dat het te maken heeft met de wet van Avogadro, maar de berekening snap ik niet. Dus het zou mij een heel eind op weg helpen als iemand dit vraagstuk voor kan doen zodat ik de rest van de opgaven ook kan maken.
Kijk hier loop ik dus op vast, aller eerst heb ik geen BINAS ( weet niet wat dat is ) maar een tabellenboekquote:Op dinsdag 10 april 2007 08:35 schreef teigan het volgende:
[..]
Gebruik de gaswet, pV= nRT
T=temperatuur, druk je uit in Kelvin
p = druk, uitgedrukt in N m-2(oftewel in Pa)
n = aantal mol wat je hebt
R= constante, is in Binas terug te vinden en is 8.31 J mol-1 K-1
V = gevraagd..
Invullen geeft dus V, aangezien dat dan de enige onbekende is.
Bedankt, nu kan ik eens verder puzzelen, maar waar komt dat getal 8,31 vandaan, zelf kan ik dat nergens terug vinden in mijn tabellenboek. Ik heb gelukkig een antwoorden boekje erbij, en daar staat als oplossing 7500 l. Dus nu vermoed ik dat beide boeken ( BINAS/Tabellenboek ) toch wat verschillen van elkaarquote:Op dinsdag 10 april 2007 09:05 schreef teigan het volgende:
BINAS is een soort van tabellenboek, die gebruik je op de middelbare school bij de exacte vakken..
Je hebt dus pV = nRT
Die ga je invullen met wat je hebt, de p, de T, de n, en de R... De V weet je nog niet, dus die laat je gewoon even zo staan.
100000*V = 8.31*300*300
100000*V = 747900
Nu zie je dus dat V de enige is die je nog niet weet.
Als je beide kanten deelt door 100000, hou je links V over, en rechts de waarde van V zeg maar.
V = 7,479. V is altijd in m3, dus het volume is hier 7,479 m3
Ennuh, leeftijd zal het niet zijn hoor, dat je het niet zomaar ziet. Dit moet je gewoon een aantal keer oefenen, en er zo handigheid inkrijgen... Mijn leerlingen doen het de eerste keren echt niet veel beter hoor.
Bedankt, ik ga nu verder met de scheikunde. En ik zal daar a.s. donderdag wel eens vragen over gaan stellen als ik op school zit. Ik hou die 8,31 wel aan dan weet ik dat ik altijd in de buurt komt te zitten met de antwoordenquote:Op dinsdag 10 april 2007 09:18 schreef teigan het volgende:
8,31 is de gasconstante, ik heb hem voor deze berekening even afgerond op 2 decimalen, in mijn BINAS staat hij als 8.3145. Als je erop googled kan je er wel meer informatie over vinden denk ik.
Het kan zijn dat ze flink afronden bij jouw opgaven, als ik deze gebruik kom ik op 7483 liter uit.
Dus het zou wat kunnen verschillen..
Ik heb tussendoor even gegoogeld en ben er achter dat binas werkt met de Boltzmannconstante en in mijn lessen werken ze met de constante van Avagardo en ik denk dat daar het probleem bij mij zit omdat ik niet zie hoe ik die 6*1023 in het geheel moet invullenquote:Op dinsdag 10 april 2007 09:18 schreef teigan het volgende:
8,31 is de gasconstante, ik heb hem voor deze berekening even afgerond op 2 decimalen, in mijn BINAS staat hij als 8.3145. Als je erop googled kan je er wel meer informatie over vinden denk ik.
Het kan zijn dat ze flink afronden bij jouw opgaven, als ik deze gebruik kom ik op 7483 liter uit.
Dus het zou wat kunnen verschillen..
Ik ben er intussen uit. Je wil (1-z) in de noemer wegwerken, dus kun je het best die of het kwadraat daarvan in de teller toevoegen en dan hetgeen dat al in de teller om schrijven zodat er hetzelfde in de teller blijft staan. Dan kun je uiteindelijk die (1-z) in de noemer wegstrepen.quote:Op dinsdag 10 april 2007 10:55 schreef GlowMouse het volgende:
Ik zou het zelf iets anders aanpakken: (1-z³)² = 1-2z³+z6 = (1-z)(1+z+z²-z³-z4-z5). Dit kun je zelf ook eenvoudig construeren met een staartdeling. Verdere stappen zijn dan triviaal.
De gaswet kun je op twee manieren formuleren: pV=nrT (zoals teigan) en als pV=NkT (zoals bij jouw lessen denk ik). Gebruik je in jouw lessen inderdaad de tweede formule, dan ziet de berekening er zo uit:quote:Op dinsdag 10 april 2007 09:47 schreef druide10 het volgende:
[..]
Ik heb tussendoor even gegoogeld en ben er achter dat binas werkt met de Boltzmannconstante en in mijn lessen werken ze met de constante van Avagardo en ik denk dat daar het probleem bij mij zit omdat ik niet zie hoe ik die 6*1023 in het geheel moet invullen
Kijk, dat is voor mij ook wel even handig om te weten, ik kende de tweede namelijk niet eerlijk gezegd. Ikquote:Op dinsdag 10 april 2007 16:12 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
De gaswet kun je op twee manieren formuleren: pV=nrT (zoals teigan) en als pV=NkT (zoals bij jouw lessen denk ik). Gebruik je in jouw lessen inderdaad de tweede formule, dan ziet de berekening er zo uit:
pV = NkT (met N het aantal moleculen en k de Boltzmannconstante)
100000*V = [300*6,022*1023] * [1,38*10-23] * [300] (haakjes om N, k en T duidelijk te scheiden)
Je ziet dat je om van mol naar aantal moleculen te gaan, je het getal van Avogadro nodig hebt. Je mag de haakjes ook iets anders schrijven:
100000*V = [300] *[6,022*1023*1,38*10-23] * [300] (haakjes om n, R en T)
Je ziet dat je het getal van Avogadro en de Boltzmannconstante samen kunt trekken om een nieuwe constante te vormen: de gasconstante. Er geldt inderdaad dat de gasconstante het product is van het getal van Avogadro en de Boltzmannconstante. Je kunt dan direct rekenen met het aantal mol gas in plaats van het aantal moleculen. Het getal van Avogadro zit impliciet wel in de berekening verwerkt via de gasconstante.
Ook bedankt, dus als ik het goed begrijp kan ik zowel de Avogdro of de Boltzmannconstante gebruiken. Om eerlijk te zijn vind ik die 8,31 wel makkelijker te onthoudenquote:Op dinsdag 10 april 2007 16:12 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
De gaswet kun je op twee manieren formuleren: pV=nrT (zoals teigan) en als pV=NkT (zoals bij jouw lessen denk ik). Gebruik je in jouw lessen inderdaad de tweede formule, dan ziet de berekening er zo uit:
pV = NkT (met N het aantal moleculen en k de Boltzmannconstante)
100000*V = [300*6,022*1023] * [1,38*10-23] * [300] (haakjes om N, k en T duidelijk te scheiden)
Je ziet dat je om van mol naar aantal moleculen te gaan, je het getal van Avogadro nodig hebt. Je mag de haakjes ook iets anders schrijven:
100000*V = [300] *[6,022*1023*1,38*10-23] * [300] (haakjes om n, r en T)
Je ziet dat je het getal van Avogadro en de Boltzmannconstante samen kunt trekken om een nieuwe constante te vormen: de gasconstante. Er geldt inderdaad dat de gasconstante het product is van het getal van Avogadro en de Boltzmannconstante. Je kunt dan direct rekenen met het aantal mol gas in plaats van het aantal moleculen. Het getal van Avogadro zit impliciet wel in de berekening verwerkt via de gasconstante.
Nee, ik denk dat je een beetje in de war zit. Ik denk dat jij nu zegt: -3dB * 20 = -60dB. Maar je vergeet dan dat je in dB werkt en dus met een logaritmische schaal. Bovendien als je naar -60 zou gaat heb je een verzwakking en geen versterking.quote:Op dinsdag 10 april 2007 20:27 schreef vliegtuigje het volgende:
Nou, daar ben ik helaas alweer.
Ik moet een aantal bodeplots tekenen. Bijvoorbeeld een amplitude bodeplot van een versterker (20x) en eerste orde laagdoorlaat met cut-off op 1kHz. (Dit is dus één systeem)
Nou weet ik wel hoe ik een bodeplot kan tekenen van een laagdoorlaat met een cut-off op 1kHz, maar wat is het effect van die versterker precies in het bodeplot? Wordt de standaard -3dB die je vindt bij de cut-off (Kantelfrequentie) dan opeens -60 dB?
Ook zou ik graag weten of ik de kantelfrequentie van een systeem met een spoel en een weerstand in serie geschakeld kan berekenen mbv 1/(RL) .
Wat ik juist opmerk met deze schakeling kan je natuurlijk nooit een versterking hebben, enkel een verzwakking. Na een beetje opzoekwerk. De gewone LR-schakeling heeft een cutt-off frequentie: R/(2*Pi*L). Hier heb je natuurlijk wel nog altijd geen versterking. Denk niet dat dat mogelijk is met 1 spoel en 1 weerstand. Als je er een opamp inplaatst is dat natuurlijk wel allemaal mogelijk. Maar dat is al wat ingewikkelder dan.quote:Op woensdag 11 april 2007 10:16 schreef furious_rage het volgende:
[..]
Nee, ik denk dat je een beetje in de war zit. Ik denk dat jij nu zegt: -3dB * 20 = -60dB. Maar je vergeet dan dat je in dB werkt en dus met een logaritmische schaal. Bovendien als je naar -60 zou gaat heb je een verzwakking en geen versterking.
Dus 20 maal versterking in dB is 20 * log(versterking)=20*log(20)=26dB.
Logaritmen moet je optellen ipv vermenigvuldigen (je 2de fout). Dus je afsnijfrequentie wordt -3db + 26dB = 23dB.
Nu krijg natuurlijk wel nog een boel versterking na je cutoff, want je blijft nog meer als een ordegrootte boven de 0 dB hangen.
Voor je 2de vraag. Er is wel een laagdoorlaatsysteem met een spoel en 2 weerstanden. Zoiets ongeveer:
-----L-------R1----
| |
Vin R2 (Vout over R2)
| |
Je krijgt dan de volgende overdrachtsfunctie: Av = Av0 * 1/(1+j*f/fp) met Av0= R2/(R1+R2) , je versterking bij lage frequenties en fp= R1+R2/(2*Pi*L) , je cutt-off frequentie
Das dus een eerste orde systeem zoals je ziet en als je R2,R1 en L juist kiest dan kan je je versterking van 20 bekomen en je cutt-off van 1kHz. (Als dat de bedoeling is)
Hopelijk helpt dit een beetje
Hartstikke bedanktquote:Op woensdag 11 april 2007 10:16 schreef furious_rage het volgende:
[..]
Nee, ik denk dat je een beetje in de war zit. Ik denk dat jij nu zegt: -3dB * 20 = -60dB. Maar je vergeet dan dat je in dB werkt en dus met een logaritmische schaal. Bovendien als je naar -60 zou gaat heb je een verzwakking en geen versterking.
Dus 20 maal versterking in dB is 20 * log(versterking)=20*log(20)=26dB.
Logaritmen moet je optellen ipv vermenigvuldigen (je 2de fout). Dus je afsnijfrequentie wordt -3db + 26dB = 23dB.
Nu krijg natuurlijk wel nog een boel versterking na je cutoff, want je blijft nog meer als een ordegrootte boven de 0 dB hangen.
Voor je 2de vraag. Er is wel een laagdoorlaatsysteem met een spoel en 2 weerstanden. Zoiets ongeveer:
----------L-------R1----
| |
Vin R2 (Vout over R2)
| |
Je krijgt dan de volgende overdrachtsfunctie: Av = Av0 * 1/(1+j*f/fp) met Av0= R2/(R1+R2) , je versterking bij lage frequenties en fp= R1+R2/(2*Pi*L) , je cutt-off frequentie
Das dus een eerste orde systeem zoals je ziet en als je R2,R1 en L juist kiest dan kan je je versterking van 20 bekomen en je cutt-off van 1kHz. (Als dat de bedoeling is)
Hopelijk helpt dit een beetje
Dit staat gewoon in je boek bij de uitleg.quote:Op woensdag 11 april 2007 16:35 schreef Slammers het volgende:
Uhm.. Kan je het misschien iets specifieker uitleggen? :$ We snappen het bijna :p
De afgeleide in 0 is waardeloos hier.quote:Op woensdag 11 april 2007 16:37 schreef --Christiaan-- het volgende:
[..]
Dit staat gewoon in je boek bij de uitleg.
Bereken f'(x) bij f', en dan daar nul voor pakken, dus f'(0), hier komt 1 uit en bereken dan f(1).
quote:Op woensdag 11 april 2007 16:35 schreef Slammers het volgende:
ABC-formule is overkill. De laatste is het makkelijkst: je ziet direct dat x-1 = 9 of x-1 = -9.quote:Uhm.. Kan je het misschien iets specifieker uitleggen?We snappen het bijna
![]()
En vergelijkingen oplossen snappen we ook al niet. Eigenlijk snappen we er niets van maar dat is niet zo heel gek. Aantal vergelijkingen:
x²-6x+8 = 0
x²+21=10x
½x²-2x+3=0
(x-1)² = 81
Ah oke, zou je die laatste stap naar u/beta*gamma-alpha kunnen uitschrijven?quote:Op maandag 16 april 2007 17:33 schreef teigan het volgende:
Wat ze doen is alles met xevenwicht naar 1 kant brengen.
daarna werken ze bij het stuk tussen de rechte haken de haakjes weg: 1-1+alpha-beta-beta-gammabeta = alpha- gamma*beta.
Dan heb je dus [alpha - gamma*beta]*xevenwicht = u
En daaruit haal je dus de laatste stukje
De laatste stap krijg je nu door beide kanten te delen door [gamma*beta-alpha]. Links valt die term dus weg, en houd je xevenwicht over, rechts krijg je dan dus u/(gamma*beta - alpha)quote:Op maandag 16 april 2007 17:33 schreef teigan het volgende:
Wat ze doen is alles met xevenwicht naar 1 kant brengen.
daarna werken ze bij het stuk tussen de rechte haken de haakjes weg: 1-1-alpha+beta-beta+gamma*beta = - alpha + gamma*beta, schrijf je ook wel als gamma*beta - alpha.
Dan heb je dus [gamma*beta- alpha]*xevenwicht = u
En daaruit haal je dus de laatste stukje.
Snelle reactie, dank je!quote:Op maandag 16 april 2007 22:42 schreef teigan het volgende:
Ik zie dat ik een foutje in mijn eerste uitleg heb gemaakt, ik pas hem even aan...
Ja, helemaal topquote:Op maandag 16 april 2007 22:47 schreef teigan het volgende:
ik was toevallig in de buurt
Is het nu duidelijk?
Nee, dit is in het algemeen zeker niet waar. Voor delers die priemmachten zijn is het wel altijd waar (Sylow), maar in jouw voorbeeld heeft D6 al geen elementen van orde 12, anders zou hij cyclisch zijn en dat is-ie zeker niet.quote:Op maandag 16 april 2007 20:26 schreef teletubbies het volgende:
Heey:)
Als G een eindige groep is en H een ondergroep van G dan geldt #H | #G.
Bestaat er voor iedere positieve deler van #G een ondergroep?
Beide kanten vermenigvuldigen met A, en dan delen door R => A = p(rho) * L/Rquote:Op dinsdag 17 april 2007 22:27 schreef MaxC het volgende:
Ik zit steeds te kloten met de formule R=p(rho) * L/A
Hoe schrijf je hem op als je A wilt berekenen, en hoe doe je dat over het algemeen deze formule omdraaien?
Gebruiken ze potdikkie wikipedia als bronquote:Uitzending Weekend Millionairs 14 april 2007
From: RTL
Sent:Tuesday, April 17, 2007 10:47:04 AM
To: VrAnKiE
Geachte heer VrAnKiE,
Hartelijk dank voor uw reactie op een vraag in ons programma Lotto Weekend Miljonairs van 14 april jl.
De vraag waarover u een opmerking had, luidde letterlijk:
Hoe heet een mengsel van een metaal met één of meer andere elementen?
A) Legering
B) Alchemie
C) Metallurgie
D) Cohesie
Laten we beginnen met de opmerking dat we altijd dankbaar zijn voor oplettende kijkers. Zij houden ons scherp en zorgen er daarmee ook voor dat Lotto Weekend Miljonairs een kwalitatief hoogstaand programma is en blijft. Nu is het zo dat elke vraag bij Weekend Miljonairs door de redacteur wordt voorzien van minimaal twee betrouwbare bronnen. Daarna wordt een en ander gecheckt door meerdere eindredacteuren van het programma. Dit alles om te voorkomen dat er fouten worden gemaakt.
U stelt dat een legering een mengsel is van meerdere metalen en niet van een metaal met een ander element. Dit baseert u op de Van Dale. Wat hierin vermeld staat, is echter niet compleet. Wij hebben juist voor bovenstaande, uitgebreidere formulering gekozen om de vraag volledig waterdicht te maken. De bronnen die wij hiervoor geraadpleegd hebben, spreken voor zich:
In de Encarta (de online Winkler Prins Encyclopedie) staat letterlijk het volgende:
legering (v. Lat. legare = binden) of alliage, een vaste oplossing van een metaal met andere metalen en/of elementen. (…) Zo is het gewone staal een legering van ijzer [chemie] en koolstof.
Zie: http://nl.encarta.msn.com/encyclopedia_1021524194/legering.html
Zoals u wellicht weet, is koolstof een chemisch element.
Daarnaast vermelden zowel de Nederlandse als de Engelse versie van Wikipedia dat een legering een mengsel van een of meerdere elementen (veelal metalen) is.
Zie: http://en.wikipedia.org/wiki/Alloy en http://nl.wikipedia.org/wiki/Legering
Wellicht ten overvloede nog een laatste bron:
http://www.online-jewelry-fashion.com/legeringen.html
De vraag en het bijbehorende antwoord kloppen dus wel degelijk.
Desondanks danken wij u hartelijk voor uw reactie en hopen wij dat u ons programma ook in de toekomst kritisch wilt blijven volgen.
Met vriendelijke groet,
r Lotto Weekend Miljonairs
-----Oorspronkelijk bericht-----
Van: vrankie
Verzonden: za 14-04-07 22:21
Aan: Info
Onderwerp: Uitzending Weekend Millionairs 14 april 2007
Geachte Heer/Mevrouw,
Bij deze wil ik U erop attenderen dat in de uitzending van Weekend Millionairs van 14 april 2007 een grove fout werd gemaakt in een vraag over legeringen. De betreffende vraag was gesteld in de strekking van 'Hoe noemt men een verbinding van een metaal met een of m'e'er andere elementen'. De antwoorden waren A) Legering B) Alchemie C) Metaallurgie en D) Cohesie. Hier staat echter het correcte antwoord niet bij. Tot mijn verbazing werd antwoord A goedgeteld, terwijl de Van Dale hierover zegt:
le·ge·ring1 (de ~ (v.), ~en)
1 door legeren verkregen metaalmengsel => alligatie, metaallegering
le·ge·ring2 (de ~ (v.), ~en)
1 het gelegerd worden of zijn
Verder zeggen de lesboeken die ik er op na heb getrokken dat het bij een legering een mengsel van metalen (en dus niet een of meer andere elementen) betreft. Stel nu dat de persoon die deze vraag voorgeschoteld kreeg meer had geweten van scheikunde, had zij simpelweg geen correct antwoord kunnen geven. Dit vind ik zeer kwalijk. Ik stuur deze mail omdat ik hoop dat er beter gelet wordt op de vraagstelling danwel vragen die bij Weekend Millionairs gesteld worden.
Hoogachtend,
Vrankie
P(A) is natuurlijk 30/36quote:One throws with two fair dice denoted d1 and d2. Let A be the event that the number of eyes thrown with d1 is different from that thrown with d2. Let B be the event that the total numver of eyes is more than 10. The probability P(A U B) equals:30/36 31/36 32/36 33/36
http://www.statistics.com/resources/statsymbols.pdfquote:Op donderdag 19 april 2007 15:01 schreef Schuifpui het volgende:
Verder de vraag waar ik de betekenis van de symbolen van kansrekeningen kan vinden, zoals U, ∩ en zo'n U 90 graden gedraaid (krijg het hier niet ingevoegd)
De voorwaardelijke kans noteer je met P(A|B) (kans op A gegeven B). P(A∩B) is de kans dat zowel A als B optreden. De regel die je nu geeft is trouwens eenvoudig in te zien door een Venn-diagram te tekenen.quote:Op donderdag 19 april 2007 15:29 schreef -J-D- het volgende:
P(A U B) = P(A) + P(B) - P(A∩B)
P(A∩B) = De kans op B terwijl A gegeven is.
Ik zit dit te lezen, maar vind het een heel vreemde uitleg. Je interpreteert de notatie verkeerd, gaat vervolgens met een voor die interpretatie verkeerde manier rekenen, en komt dan toch op een antwoord dat strookt met de notatie. De voorwaardelijke kans bereken je namelijk anders. Zou je weten dat beide aantallen ogen verschillend zijn, heb je nog 30 situaties over. In precies 2 van die situaties heb je een ogensom groter dan 10, dus zou de voorwaardelijke kans 2/30 zijn.quote:P(A∩B) = De kans op B terwijl A gegeven is. Oftewel de kans op meer dan 10 ogen, terwijl je weet dat beide aantallen ogen verschillend zijn. (A) Dus 6+6 vervalt dan, en dus alleen 5+6 en 6+5 en dus 2/36
Ik heb hier dus al geen idee hoe ik moet beginnen, en met dat boek kom ik ook al niet echt verder. Ik gok zo dat het de oppervlakte is van het deel dat de normaal verdelings-grafieken elkaar overlappen? Hoe doe ik dit?quote:Two aircraft fly at the same lateral position, but at different altitutes. The altitude of aircraft 1 is normally distributed with mean 7.0 km and standard deviation of 150m. The altitude of aircraft 2 is also normally distributed and h2 is independent of h1. The mean height of aircraft 2 is 8.0km and its standard deviation is again 150m. Find the probability that the two aircraft are within the adistance of 500m.
Dank voor de opmerking.quote:Op donderdag 19 april 2007 15:48 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
De voorwaardelijke kans noteer je met P(A|B) (kans op A gegeven B). P(A∩B) is de kans dat zowel A als B optreden. De regel die je nu geeft is trouwens eenvoudig in te zien door een Venn-diagram te tekenen.
Om deze opgave iets gestructureerder aan te pakken, zie de berekening van -J-D-, maar lees die P(A∩B) als 'zowel A als B treden op'. Dat is in precies 2 situaties: 5/6 en 6/5 ogen.
En kansrekenen is leuk![]()
[..]
Ik zit dit te lezen, maar vind het een heel vreemde uitleg. Je interpreteert de notatie verkeerd, gaat vervolgens met een voor die interpretatie verkeerde manier rekenen, en komt dan toch op een antwoord dat strookt met de notatie. De voorwaardelijke kans bereken je namelijk anders. Zou je weten dat beide aantallen ogen verschillend zijn, heb je nog 30 situaties over. In precies 2 van die situaties heb je een ogensom groter dan 10, dus zou de voorwaardelijke kans 2/30 zijn.
Ehm ik geloof dat ik het nog niet echt snap. Het probleem is dat ik geen idee heb wat ik concreet moet berekenen. Over momentgenerende functies staat wel wat in het boek. Ik ben echt heel slecht in kansrekenen, geef mij maar mechanica vakken, veel leuker dan dit soort abstract gedoe.quote:Op donderdag 19 april 2007 16:21 schreef GlowMouse het volgende:
Dit is gelijk een vraag van heel andere orde. Je hebt feitelijk twee stochasten: X ~ N(7000, 150²) en Y ~ N(8000, 150²) (parameters zijn de verwachting en variantie). De vraag is nu: wanneer is |X-Y|<500. Wanneer je de kansverdeling weet van X-Y, kun je de vraag dus beantwoorden. Lukt het zo? Mocht het niet lukken, geef dan even aan of je momentgenererende functies kent; dat zou uitleg begrijpelijker maken.
Wowquote:Op donderdag 19 april 2007 17:21 schreef GlowMouse het volgende:
Stelling: de kansverdeling van X-Y is normaal met verwachting -1000 en variantie 2 * 150².
Bewijs:
Definieer Z = -Y ~ N(-8000, 150²) (verdeling volgt uit substitutie in de pdf)
Eet(X-Y) (mgf van X-Y)
= Eet(X+Z)
= EetX*Ee-tZ (onafhankelijkheid)
= e7000t + 150²t²/2 * e-8000t+150²t²/2 (invullen mgf van normale verdeling)
= e-1000t + 150²t² (exponenten samennemen)
Dit is precies de mgf van de gezochte normale verdeling. Omdat de mgf een verdeling vastlegt, moet het dus wel gaan om de gezochte verdeling.
Nu de kansverdeling van X-Y bekend is, kun je bepalen wanneer X-Y tussen -500 en 500 ligt:
-500 < X-Y < 500
-1500 < X-Y-1000 < -500
-1500/sqrt(2*150²) < (X-Y-1000)/sqrt(2*150²) < -500/sqrt(2*150²)
-1500/sqrt(2*150²) < Z < -500/sqrt(2*150²) (Z is de standaardnormaal verdeelde stochast, anders dan in het bewijs hierboven).
Het antwoord is dus FZ(-500/sqrt(2*150²)) - FZ(-1500/sqrt(2*150²)) (met F de cdf). Hier komt ongeveer 0,0092 uit.
Ik was een - vergeten, maar door symmetrie maakte dat niet uit voor het antwoord.quote:Op donderdag 19 april 2007 17:38 schreef Schuifpui het volgende:
[..]
Wowhelemaal goed, thanks.
![]()
![]()
Eerst even eten en straks maar weer verder. Thanks again.![]()
Dat central limit theorem houdt dus in dat de PDF kan worden benaderd met een normaal verdeling. Volgens mij moet ik die normaal verdeling dan integreren van -∞ tot 99, klopt dat? Het probleem is dat ik niet weet hoe ik de variatie omzet. De variatie voor een enkel stuk pijp is (9.25-10.25)2/12 = 1/48 toch? Maar hoe zet ik dat om?quote:A production line produces sections for a well pipe. The length of each section i is modeled by a random variable xi, which is uniformly distributed between 9.75 m en 10.25 m. A well pipe is made of 10 of these sections, the length of which is represented by the random variable z = ∑(i=1..10) xi. Assuming that the variable xi i = 1..10, are independent, the probability that the length of the well pipe is shorter than 99 m is:
[hint: use the central limit thearem for identically distributed random variables.]
Hmm deze zie ik niet echt. Ik vind je notatie eerlijk gezegd vrij ingewikkeld. Zou je het misschien in iets meer woorden kunnen uitleggen? Of wat preciezer de stappen beschrijven die ik moet doen om op het antwoord te komen? Sorry, ben er overduidelijk geen ster in.quote:Op donderdag 19 april 2007 23:07 schreef GlowMouse het volgende:
De CLT zegt dat sqrt(n) * (x-streep - verwachting x) / stddev(x) -->d N(0,1).
Invullen: sqrt(10) * (lengte pijp/10 - 10) / sqrt(1/48) = sqrt(4,8) (lengte pijp - 100) ~ N(0,1)
Nu delen door sqrt(4,8) zodat de variantie 4,8 keer kleiner wordt:
lengte pijp - 100 ~ N(0,1/4.8)
zodat lengte pijp ~ N(100,1/4.8)
Zodra je die N(..,..) gebruikt, is dat de normalcdf oid?quote:Op donderdag 19 april 2007 23:27 schreef GlowMouse het volgende:
waar haak je af?
Ja dat had ik door, op die heb ik ook nog wel even moeten puzzelen voordat ik hem zag. Een momentje, probeer het even op een rijtje te krijgen.quote:Op donderdag 19 april 2007 23:30 schreef GlowMouse het volgende:
Dat is de verdeling. X~N(mu,sigma²) wil zeggen dat de stochast X normaal verdeeld is met de gegeven parameters. Dezelfde notatie gebruikte ik om 17:21.
Uitleggen is ook vaak best leerzaam. Als ik wat uitleg heb ik bij bepaalde kleine puntjes in mijn uitleg soms wat twijfel, die zoek je dan nog even na en soms blijkt dan dat de zaak toch net wat anders zit dan je altijd dacht. Het gaat meestal om kleine nuances maar ook die zijn belangrijk.quote:Op donderdag 19 april 2007 23:49 schreef Schuifpui het volgende:
Eigenlijk zou je hiervoor een vergoeding moeten vragen, dan was je allang rijk geweest.![]()
![]()
Wat is de orde van x in (Z/pZ)*?quote:Op maandag 23 april 2007 16:56 schreef teletubbies het volgende:
Zij x een geheel getal en n = x²+1.
Toon aan dat voor oneven priemdeler p van n geldt : p = 1 mod 4.
Ik zoek een hint om te beginnen, al mijn pogingen waren min of meer hopeloos!
alvast thanx
Als G en H eindige orde hebben is de opgave wel erg triviaal; het interessante is nu juist dat dit ook geldt voor G en H met oneindige orde.quote:Op donderdag 26 april 2007 19:26 schreef teletubbies het volgende:
Zij G een groep en H een ondergroep met eindige index in G. dus [G:H] > 1.
Bewijs dat G een normaaldeler N van eindige index [G:N] > 1 bevat.
Ik weet dat de grootste normaaldeler die in H is bevat is N' = doorsnede van alle xHx-1 (voor alle x in G). Ik kan niet de stelling van lagrange gebruiken omdat ik nog niet zeker weet dat index van N (of N') in G eindig is. Moeten G en H eindige orde hebben?!
Weer alvat bedankt!
(x+1)*(2x-5) lijkt me veel logischer alleszins, en die vind je snel met Horner (ik neem aan dat je vertrouwd bent met die methode).Ik denk er eens over alleszins, maar ben zelf eerst even bezig met eigen schoolwerk..quote:Op dinsdag 1 mei 2007 15:28 schreef SuperRogier het volgende:
Stomme vraag misschien, maar ik kom er ff niet uit
Hoe kom je van 2X^2 -3X -5 naar (2X +2)(X - 2,5) ?
Het klopt trouwens wel, maar ik snap niet hoe je die stap moet zetten..
(x+1)*(2x-5) klopt inderdaad ook. Methode van Horner ben ik totaal niet mee bekend, en staat verder ook in geeneen boekquote:Op dinsdag 1 mei 2007 18:04 schreef Masanga het volgende:
[..]
(x+1)*(2x-5) lijkt me veel logischer alleszins, en die vind je snel met Horner (ik neem aan dat je vertrouwd bent met die methode).Ik denk er eens over alleszins, maar ben zelf eerst even bezig met eigen schoolwerk..
b1 en b2 zijn dempers.. de veer is gewoon: F=k*x(t)quote:Op zaterdag 5 mei 2007 20:32 schreef GlowMouse het volgende:
Ik weet niet wat b1 en b2 zijn, maar als daar geen krachten worden uitgeoefend ziet je eerste dv er al goed uit; de tweede zou m2*d²x2(t)/dt² = k1*x1(t) + k2*x2(t) - k1*x2(t) worden. Denk ik met mijn middelbareschoolkennis.
hm wacht even, toch wat editen
Dat wist ik alquote:Op zaterdag 5 mei 2007 20:43 schreef Schuifpui het volgende:
De x met een puntje er boven is overigens de eerste afgeleide en met twee puntjes de tweede afgeleide naar de tijd.![]()
thanxquote:Op zondag 6 mei 2007 16:13 schreef teigan het volgende:
Je hebt de verschillende stoffen, en hun pH, dat zijn die nummertjes..
Wat je nu denk ik nog moet doen is een schaal van 1-14 maken, en daar dus je stoffen bij de juiste pH zetten.
Als het goed is zag je ook kleurverschillen bij de rodekoolsap. Die zou ik er dan ook nog bijzetten. Bij een lage pH is hij rood, en bij een hoge pH blauw, en onderweg van laag naar hoog is ie paars. Verwerk dat er ook in, en dan denk ik dat je een heel eind bent..
Ik ga er even vanuit dat je de MGF bedoelt, en niet de FMGF.quote:Op zondag 6 mei 2007 19:45 schreef teletubbies het volgende:
Heey:)
Ik heb een vraagje over genererende functies in kansrekening.
Stel:
GX(s)=1/3+1/3s+1/3s2
Bepaal de genererende functies van U=X+1, V=3X en W=X2
De tweede V=3X is makkelijk, het antwoord moet zijn (GX(s)) 3 want V=X+X+X en ik hoef alleen de regels gebruiken.
Maar ik begrijp niet goed hoe ik de rest moet doen.....
MGF is moment generating functions? Ik bedoel de gewone generende functies en niet die waarbij je s=e^t moet subsitueren. Trouwens voor V=3X ik had het totaal fout.quote:Op zondag 6 mei 2007 21:29 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Ik ga er even vanuit dat je de MGF bedoelt, en niet de FMGF.
U=X+1 is ook makkelijk: GU(s) = Ee^(sU) = Ee^(s(X+1)) = e^s * Ee^(sX) = e^s * GX(s)
W = X2 zou je moeten kunnen bepalen, een MGF legt immers de verdeling vast, maar ik zie zo 1-2-3 niet hoe.
Weet je zeker dat het goed is? Ik zou demiwater neutraal verwachten, en citroensap zuurder.quote:Op zondag 6 mei 2007 22:01 schreef hello_moto1992 het volgende:
zo heb ik het nu: [afbeelding]
Zou dit goed zijn?
Kansen kunnen niet uitkomen, dus ik ga ervanuit dat je gebeurtenissen bedoelt. Je hebt 13 gebeurtenissen met daarop de kansen, en je wilt weten wanneer precies n van die gebeurtenissen optreden. Om hier wat zinnigs over te zeggen, is het allereerst van belang hoe de gebeurtenissen samenhangen. Zijn het bijvoorbeeld gebeurtenissen die optreden bij van elkaar onafhankelijke experimenten? Daarnaast is het voor de eenvoud van uitrekenen wel van belang of alle gebeurtenissen met dezelfde kans optreden.quote:Op dinsdag 8 mei 2007 14:12 schreef Alfje het volgende:
Het is dan wel niet voor een schoolopdracht maar ik denk dat ik hier de meeste kans heb dat ik iemand tref die er verstand van heeft. Ik heb een vraag over kansberekening, niet mijn sterkste punt.
De vraag is ik heb een aantal kansen (in dit geval 13, maar dat is denk ik niet van belang) en ik wil weten hoe groot de kans is dat precies 'n' van die kansen uitkomen. (n is in mijn geval 3 4 of 5, maar wederom lijkt me dat niet van belang).
Sja dat is het nouw, dat kon ik wel bedenken maar de rest volgde nietquote:Op dinsdag 8 mei 2007 21:54 schreef Merkie het volgende:
2pi = 360 graden.
pi = 180 graden.
Rest kan je zelf ook wel bedenken.
Hum van radialen naar graden is het radialen / (2π / 360 ) maar de rest klopt welquote:Op dinsdag 8 mei 2007 21:55 schreef -J-D- het volgende:
* radialen = graden * (2π / 360)
* graden = radialen * (360 / 2π)
Ja deze! Ik vind het soms lastig om te werken met stochasten (overgaan van de ene naar de andere variabele).quote:Op maandag 7 mei 2007 22:42 schreef thabit het volgende:
Het zal wel voor een stochast gedefinieerd zijn die waarden aanneemt in Z>-N voor een N en dan gelijk zijn aan som P(X=n)s^n. Dan is G3X(s) natuurlijk gewoon GX(s3).
Dat is toch hetzelfdequote:Op dinsdag 8 mei 2007 22:12 schreef SuperRogier het volgende:
[..]
Hum van radialen naar graden is het radialen / (2π / 360 ) maar de rest klopt wel
edit: typo
Jaquote:
3% is defect, en 8% is niet defect maar niet 100%. Zou je dus ook mee kunnen rekenen als defect, ik wist niet of dat ook nodig was dus ik dacht ik zet het er maar bij voor het geval dat..quote:Op maandag 14 mei 2007 11:55 schreef GlowMouse het volgende:
Wat bedoel je precies met "8% 2e keus verdeeld"?
Nee, om eerlijk te zijn niet. Ik had exact hetzelfde in gedachten, en deed " 0.89^22 + 0,89^23 + 0,89^24 + 0,89^25 " en daar komt als antwoord uit 0.26085quote:Op maandag 14 mei 2007 12:05 schreef GlowMouse het volgende:
De kans dat je een goed exemplaar treft is dus 0,89. Je hebt nu een binomiale verdeling nodig, want je herhaalt 25x een experiment waarbij de uitkomst steeds succes of niet succes is met dezelfde succeskans. Definieer X als een stochast die binomiaal verdeeld is met parameters n=25 en p=0,89.
Gevraagd is nu P(X=22)+P(X=23)+P(X=24)+P(X=25). Lukt het zo?
Okee, dat snap ik, maar de uitwerking wil nog steeds niet helemaal. Als je er 25 hebt en er zijn er 22 of meer goed, moet je dan ook gebruik maken van de 25 boven 22 oid?quote:Op maandag 14 mei 2007 12:19 schreef GlowMouse het volgende:
Je berekent de kansen verkeerd. Wanneer er 22 goed zijn, moeten er ook 3 fout zijn. Je moet daarom nog vermenigvuldigen met 0,11^3. Die drie fouten kunnen op meerdere posities zitten, zodat je nog een extra factor 25-boven-3 krijgt. Dit gebeurt bij allevier je kansen. Zie ook het wikipedia artikel over de binomiale verdeling.
Wat de uitwerking doet, is een tabel raadplegen van de binomiale verdeling. Dat kan ook, en levert natuurlijk hetzelfde antwoord op.
Het komt inderdaad zo uit, bedankt.quote:Op maandag 14 mei 2007 12:37 schreef GlowMouse het volgende:
P(X=22) = 25-boven-22 * 0,89^22 * 0,11^3
P(X=23) = 25-boven-23 * 0,89^23 * 0,11^2
etc.
Overigens zijn 25-boven-22 en 25-boven-3 hetzelfde.
Zo, dat gaat inderdaad een stuk sneller ja, als je het zo in je rekenmachine invoertquote:Op maandag 14 mei 2007 12:56 schreef GlowMouse het volgende:
De cumulatieve kans (P(X<=c)) is vaak in tabellen te vinden, en ook met sommige rekenmachines snel te berekenen (bv binomcdf(25,0.89,21) op een Texas Instruments).
Dat is omdat je met een GR makkelijk (op de TI-83 met binomcdf) binomiale kansen van P(X<22) kan uitrekenen.quote:Op maandag 14 mei 2007 12:50 schreef titaan het volgende:
[..]
Het komt inderdaad zo uit, bedankt.
Hoe het wordt "uitgewerkt" geeft het als antwoord dat de kans dat er 22 of meer goed zijn gelijk is aan 1- ( tot en met 21) goed. Ze berekenen van 1 tot en met 21, dan 1 - die kans is hetzelfde, maar hoe bereken je dan van 1 tot 21? Als dat ook zo gaat lijkt dat me een stuk omslachtiger.
Die x1 = 3 en x2 = 5 zijn overigens de verwachte waarden, de means dus.quote:Gegeven zijn twee stochastische variabelen x1 en x2 met x1 = 3 en x2 = 5. Verder is de standaardafwijking van x1 gelijk aan sqrt(2). De verwachte waarde van de stochastische variabele 3x12 - 2x2 is dan gegeven als: ...
Bedanktquote:In een theater zijn 69 rijen met zitplaatsen. Op de onderste rij zijn er 78 zitplaatsen en elke volgende rij heeft er twee meer dan de rij eronder. Dit gaat door tot en met de 45e rij. Vanaf rij 46 zijn er in totaal nog 3320 zitplaatsen.
De organisatie van een popconcert wil op een acond $ 100 000 incasseren. Wat betekend dit voor de prijs van een toegangskaatje?
ah ja bedanktquote:Op donderdag 17 mei 2007 16:54 schreef GlowMouse het volgende:
Voor het aantal stoelen in rij 1 t/m 45 gebruik je een rekenkundige rij. Formule invullen voor het aantal: 1/2 * 45 * (78 + (78+44*2)). Hierbij heb ik genomen:
n = 45 (45 rijen met stoelen)
t1 = 78 (op eerste rij 78 stoelen)
t45 = 78+44*2 (je hebt 44x 2 stoelen extra).
Voor het totaal aantal stoelen tel je er nog 3320 bij op, en daarna is de rest een eitje, aannemende dat alle kaartjes verkocht worden en je daar geen model voor op hoeft te stellen![]()
Zou je in stappen willen uitleggen hoe dit wordt toegepast op dit schema:quote:Op vrijdag 25 mei 2007 23:21 schreef GlowMouse het volgende:
Het zijn stapjes die je moet zetten om te zorgen dat je data nergens teveel opslaat, veel meer weet ik er ook niet van. Lukt er iets concreets niet?
Twee keer de standaarddeviatie denk ik, dus de 5% aan de rechterkant?quote:Op woensdag 30 mei 2007 18:56 schreef Koewam het volgende:
Hoi, waar zit "hooggemiddeld" op een normale verdeling?
Bijvoorbeeld bij IQ
Dan is het altijd nog 2.5%quote:Op woensdag 30 mei 2007 19:10 schreef crossover het volgende:
[..]
Twee keer de standaarddeviatie denk ik, dus de 5% aan de rechterkant?
Ojaquote:
Nee ik weet het niet zeker, maar ik zal het wat toelichten:quote:Op woensdag 30 mei 2007 20:16 schreef Koewam het volgende:
Ik geloof er niks van. Weet je het zeker?
Sja. Ik probeerde het te verklaren middels taal... gemiddeld is alles tot de eerste deviatie, en zal dus alles rechts van de rechterdeviatie wel hooggemiddeld liggen... maar je kunt ook stellen dat je alleen in het vak 'gemiddeld' kijkt (dus tot de eerste deviatie), en dat kleine beetje voor die deviatie als 'hooggemiddeld' bestempelt.quote:Op woensdag 30 mei 2007 20:22 schreef GlowMouse het volgende:
Lekkere vraag! Wat vind jij hooggemiddeld? Is dat alles boven het 99ste percentiel, of het 80ste percentiel al een goede grens?
Ik denk dat in de literatuur vast wel omschreven is over welke intervallen die categorieen gelden.quote:Op woensdag 30 mei 2007 21:03 schreef Koewam het volgende:
De reden hiervan is dat mijn psychiater mij als hooggemiddeld intelligent bestempelde, maar... ik kan geenzins geloven dat ik bij de top 2% behoor.
Dus vandaar. Als zijnde Technisch Natuurkundige kan ik zo'n vage term niet verkroppen
Hoe zal dit naar de praktijk vertaald worden?quote:
Hersendood ofzo.quote:Op woensdag 30 mei 2007 22:11 schreef crossover het volgende:
[..]
Hoe zal dit naar de praktijk vertaald worden?
Het is toch vanuit de reactie dat ik moet kijken welke de limiterende is, en kijkend naar de aantal mol, dan zou 1,5 toch de limiterende zijn. de molvgl toepassen geeft de 2,25 mol weer voor CCl2F2 en van daaruit werken. Ik snap niet hoe je eraan komt dat CCl4 de beperkende is.quote:Op vrijdag 1 juni 2007 23:33 schreef teigan het volgende:
Maar, als je 2,25 mol CCl2F2 zou krijgen, betekend dat ook dat jij 2,25 mol CCl4 zou hebben(kijk maar naar de verhoudingen). CCl4 is de beperkende factor, en als je daar 2 mol van hebt, heb je dus 1,33 mol SbF3 nodig. En dat kan wel. En als je hiermee verder rekent komt je wel op het juiste antwoord uit..
Dat snap ik, maar wat ik nu dus gedaan heb, is voor allebei de gegeven hoeveelheden kijken hoeveel je van de ander nodig hebt, om zo te kijken welke van de twee stoffen het eerste op is.quote:Op vrijdag 1 juni 2007 23:56 schreef ASSpirine het volgende:
kan je even kijken naar mijn redenering?
er staat bij de opgave alleen bij dat ik zoveel mol van dit en zoveel mol van dat heb, je moet het allebei gebruiken. Tis niet, ik heb 2 mol van dit en zien hoeveel dit geeft bij de andere.
Het is, ik heb 2 mol van dit, en 1,5 mol van dat. Hetgene wat het eerst op is, is op. Dus dat is limiterend.
Ik snap hoe je werkt. Nu ik de gevraagde lees, hoeveel kan men maximum verkrijgen. Denk dat het hier ook iets mee te maken heeft...quote:Op zaterdag 2 juni 2007 00:01 schreef teigan het volgende:
[..]
Dat snap ik, maar wat ik nu dus gedaan heb, is voor allebei de gegeven hoeveelheden kijken hoeveel je van de ander nodig hebt, om zo te kijken welke van de twee stoffen het eerste op is.
Ik denk niet dat je de gegeven hoeveelheden door coefficienten moet gaan delen om zo te beslissen welke de beperkende factor is. Dat lijkt mij niet helemaal de goede manier om het op te lossen.
Het handigste is volgens mij om dus voor allebei de gegeven hoeveelheden uit te rekenen hoeveel je van de ander nodig zou hebben, en dan te kijken welke van de twee "kan". Dan kun je daarmee verder rekenen..
Dus, stel als er 3 mol of 2,5 mol van CCl4 had gestaan, dan had ik wel verder moeten rekenen met 2,25 mol en zou dan de uitkomst wel die 272,25 gram zijn?quote:Op zaterdag 2 juni 2007 00:07 schreef teigan het volgende:
Precies, dat heeft er ook mee te maken... Juist doordat dat woordje er staat, weet je dus dat er een van beide over zal blijven.... Dit zijn altijd van die leuke puzzelvragen waar je leerlingen enorm mee in de war kan brengen..
Ja.quote:Op zaterdag 2 juni 2007 16:42 schreef vliegtuigje het volgende:
Hey,
ik worstel al een tijdje met deze vraag:
ik zou moeten achterhalen wat de maximale frequentie in een amplitude spectra gegenereerd door de fft zou zijn. Ik zíe dat het steeds de helft van de samplefrequentie van je signaal is, maar waarom is dat zo ? Heeft het iets met het nyquistcriterium te maken?
Ik begrijp dat je (meent) dat je geen hulp meer nodig hebt, maar ik ga er toch nog even op in omdat Glowmouse m.i. niet de juiste aanpak heeft aangegeven.quote:Op donderdag 31 mei 2007 21:40 schreef Otmed het volgende:
Ik moet mezelf zelfs dwingen niet met hoofdletters te typen.
Zucht. Ik ben echt kwaad aan het worden want ik snap helemaal niks van het volgende. Het moet morgen af zijn en telt 20% voor mijn examen, jippie.
Eerder beginnen met studeren, dan heb je ook meer tijd voor dit soort dingen.quote:Kunnen jullie me helpenHeel snel?
Dit is gewoon de formule van Cardano voor de oplossing van een derdemachtsvergelijking met één reële wortel.quote:4.
Een oplossing van de vergelijking x³ + ax² + bx + c = 0 is
x = -1/3a + (3e wortel: 1/2q + (wortel: q²/4 + p³/27)) + (3e wortel: 1/2q
- (wortel: q²/4 + p³/27))
Hierbij is p = b - 1/3a² en q = -2/27a³ + 1/3ab - c.
Je had er inderdaad wel even bij mogen zetten wat dan de manier van opgave 2 is. De eenvoudigste manier om aan te tonen dat de gegeven vergelijking geen andere reële wortels heeft is het ontbinden van de veelterm x3 + 3x2 + 5x + 6. Je weet immers dat er een nulpunt is voor x = -2, dus moet deze veelterm deelbaar zijn door (x+2). Door het uitvoeren van een staartdeling vind je dan dat geldt:quote:Zo krijg je bij x³ + 3x² + 5x + 6 = 0
p = 5 - 1/3 × 3² = 2 en q = -2/27 × 3³ + 1/3 × 3 × 5 - 6 = -3, dus
x = -1/3 × 3 + (3e wortel: 1/2 × -3 + (wortel: (-3)²/4 + 2³/27)) + (3e
wortel: 1/2 × -3 - (wortel: (-3)²/4 + 2³/27)) = -2.
* Laat op de manier van opgave 2 zien dat de vergelijking x³ + 3x² + 5x +
6 = 0 geen andere oplossingen heeft.
Nu snap je het hopelijk wel, al is het dan te laat ...quote:* Bedenk zelf enkele derdegraadsvergelijkingen van het type x³ + ax² + bx
+ c = 0 met b > 1/3a² en bereken een oplossing met behulp van de gegeven
formule.
Ja, het is inderdaad nogal een hoop ofzo, maar ik snap er helemaal niks van.
Tuurlijk. Maar dan moet je alsnog via de discriminant laten zien dat de afgeleide functie geen nulpunten heeft en dan is het geen elementaire algebra meer terwijl ik dacht dat het daarmee aangepakt moest worden. Maar zolang Otmed geen uitsluitsel geeft over wat nou die 'methode van vraag 2' was blijft dat gissen uiteraard.quote:Op maandag 4 juni 2007 15:50 schreef GlowMouse het volgende:
Ach, wat is de juiste aanpak. Wanneer je inziet dat de afgeleide naar x altijd positief is, heb je de oplossing sneller dan wanneer je eerst een polynoomdeling uitvoert.
Zou je dat nog kunnen toelichten? Ik ben bang dat ik er niet uitkom. Is er een direct verband tussen hoekverdraaiing en verplaatsing? Is de verplaatsing gewoon de overstaande zijde van een rechthoekige driehoek?quote:Op woensdag 6 juni 2007 19:39 schreef Schuifpui het volgende:
.... De verplaatsing in B is dus de hoekverdraaiing maal de lengte etc. Dus nu zou je het moeten kunnen oplossen.
Het grote voordeel van de CDF-manier is dat je hem minder makkelijk vergeet. Je moet alleen wel uitkijken dat wanneer je een kwadraat hebt, je ook rekening moet houden met negatieve getallen.quote:Op vrijdag 8 juni 2007 16:28 schreef Schuifpui het volgende:
Thanks dat is idd ook wel een makkelijke manier.![]()
Ik had het wel op tijd gelezen, maar was even vergeten erop te reageren. Thx dusquote:Op zaterdag 2 juni 2007 17:31 schreef Wackyduck het volgende:
[..]
Ja.
Bij hogere frequenties dan de helft van de samplefrequentie krijg je aliasing.
Je kan het samplen zien als de vermenigvuldiging van je signaal met een aantal delta-pieken achter elkaar. Als je in je frequentiedomein uitwerkt wat er dan gebeurt dan wordt het vanzelf duidelijk.![]()
Voor zover ik begreep is de fft in matlab een functie die inderdaad gewoon fast is als je een dataset van 2^n punten aanbied, maar verder gewoon een dft is als je dat niet doet...kan dat?quote:Op zaterdag 9 juni 2007 10:13 schreef Wackyduck het volgende:
In principe neem je daarom bij je meting 2n datapunten als het even kan. Want de FFT werkt juist vanwege het feit dat er 2n datapunten zijn.
Het toevoegen met nullen heeft natuurlijk wel invloed op je spectrum, maar voor grote datasets is de tijdwinst best wel groot.
Anders moet je een DFT nemen, dit is voor grote datasets alleen een stuk langzamer.
De functie zit zo te zien niet in Matlab, maar met help fft krijg je wel mooi de formule voor de dft uitgeschreven, die kan je dan zelf uit voeren.![]()
quote:Op zaterdag 9 juni 2007 14:49 schreef Wackyduck het volgende:
Dat zou kunnen, probeer het eens zou ik zeggen.![]()
Ik dacht dus: h=0.5*e-0.5x integreren naar x van 15 tot oneindig. Daar komt uit 5.530844E-4 en dat vermenigvuldigen met het aantal dagen, 365. Dat levert 0.202. Maar helaas, het antwoord moet 0.183 zijn. Wat doe ik fout?quote:Let the random variables x1, x2, . . . , x365 be the water level
of a river during the days of a year. Flooding occurs if the
level exceeds the height of the dikes. The random variables
x1, x2, . . . , x365 are all exponentially distributed with the
same parameter = 0.5 m−1 and may be considered independent.
The height of the dikes is 15 m. For this situation
one would like to predict the occurrence of flooding in the
future. The probability that the river floods during a year
is
a) 0.00055
b) 0.202
c) 0.183
d) 0.165
Je kunt gewoon gebruiken dat P(overstroming) = P (min. 1 van de stochasten moet een waarde van >= 15 hebben) = 1-P(alle stochasten hebben een waarde <= 15) = 1 - P(x1 <= 15)365.quote:Op zondag 10 juni 2007 13:31 schreef Schuifpui het volgende:
Gaan we weer, ik dacht toch echt dat ik het goed deed, maar het antwoord is fout.![]()
[..]
Ik dacht dus: h=0.5*e-0.5x integreren naar x van 15 tot oneindig. Daar komt uit 5.530844E-4 en dat vermenigvuldigen met het aantal dagen, 365. Dat levert 0.202. Maar helaas, het antwoord moet 0.183 zijn. Wat doe ik fout?
Nee dit heeft niets met een normale verdeling te maken. Je krijgt een Exp(n*l) verdeling. In dit geval dus een Exp(365*0.5) verdeling.quote:Op zondag 10 juni 2007 14:23 schreef Schuifpui het volgende:
Das waar idd, ben dus alleen kwijt welke verdeling ik dan moet gebruiken. En het boek is zo ingericht dat ik er ook helemaal niets in kan vinden.![]()
edit, ik zie het al een normal distribution. Moet ik dan als mean 1/0.5 gebruiken en variance 1/0.52?
Je moet je gewoon eerst eens rustig afvragen wat de filosofie achter kansrekening nou precies is, i.p.v. allerlei trucjes voor verschillende soorten sommen aan te leren. Dat laatste maakt het nl. erg lastig om het geheel te overzien en de juiste methode te gebruiken. In principe heb je echt maar een paar basisregels die je je eigen moet maken, als je die begrijpt en overziet kun je van daaruit verder werken.quote:Op zondag 10 juni 2007 14:43 schreef Schuifpui het volgende:
Thanks dat klopt idd.![]()
Vraag me inmiddels alleen af of het nog wel zin heeft om door te gaan. Ben al maanden zo aan het klungelen en kom toch niets verder. Schijtvak![]()
![]()
Het tentamen komt inmiddels wel erg dichtbij.![]()
Die krijg je door de som van exponentieel verdeelde stochasten te nemen, niet door het product.Hmm wacht, dat was de gamma-verdeling. Krijg je geen gamma(365, 0.5) verdeling?quote:Op zondag 10 juni 2007 14:44 schreef Marinus het volgende:
[..]
Je krijgt een Exp(n*l) verdeling. In dit geval dus een Exp(365*0.5) verdeling.
We gebruiken een dictaat van TU Delft, dus speciaal gemaakt voor dit vak. Het is ontzettend dik (350 pagina's) en in lettertype 8 geschreven.quote:Op zondag 10 juni 2007 14:44 schreef Marinus het volgende:
[..]
Nee dit heeft niets met een normale verdeling te maken. Je krijgt een Exp(n*l) verdeling. In dit geval dus een Exp(365*0.5) verdeling.
Welk boek gebruik je trouwens? Want in mijn boek was dit een voorbeeld (A Modern Introduction to probability and statistics, Dekking et al.)
Mja ik ben er zoals ik al eerder zei al maanden mee bezig, maar het ligt me totaal niet. Het is allemaal zo abstract e.d. Vakken als mechanica of analyse heb ik niet zo veel problemen mee, maar dit zie ik absoluut niet. En idd doe ik het nu door wat trucjes te leren, zodat ik bepaalde sommen op kan lossen. Niet de goede manier, dat besef ik ook, maar ik zie op dit moment niet een andere manier om het te halen.quote:Op zondag 10 juni 2007 14:49 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Je moet je gewoon eerst eens rustig afvragen wat de filosofie achter kansrekening nou precies is, i.p.v. allerlei trucjes voor verschillende soorten sommen aan te leren. Dat laatste maakt het nl. erg lastig om het geheel te overzien en de juiste methode te gebruiken. In principe heb je echt maar een paar basisregels die je je eigen moet maken, als je die begrijpt en overziet kun je van daaruit verder werken.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |