Dit staat gewoon in je boek bij de uitleg.quote:Op woensdag 11 april 2007 16:35 schreef Slammers het volgende:
Uhm.. Kan je het misschien iets specifieker uitleggen? :$ We snappen het bijna :p
De afgeleide in 0 is waardeloos hier.quote:Op woensdag 11 april 2007 16:37 schreef --Christiaan-- het volgende:
[..]
Dit staat gewoon in je boek bij de uitleg.
Bereken f'(x) bij f', en dan daar nul voor pakken, dus f'(0), hier komt 1 uit en bereken dan f(1).
quote:Op woensdag 11 april 2007 16:35 schreef Slammers het volgende:
ABC-formule is overkill. De laatste is het makkelijkst: je ziet direct dat x-1 = 9 of x-1 = -9.quote:Uhm.. Kan je het misschien iets specifieker uitleggen?We snappen het bijna
![]()
En vergelijkingen oplossen snappen we ook al niet. Eigenlijk snappen we er niets van maar dat is niet zo heel gek. Aantal vergelijkingen:
x²-6x+8 = 0
x²+21=10x
½x²-2x+3=0
(x-1)² = 81
Ah oke, zou je die laatste stap naar u/beta*gamma-alpha kunnen uitschrijven?quote:Op maandag 16 april 2007 17:33 schreef teigan het volgende:
Wat ze doen is alles met xevenwicht naar 1 kant brengen.
daarna werken ze bij het stuk tussen de rechte haken de haakjes weg: 1-1+alpha-beta-beta-gammabeta = alpha- gamma*beta.
Dan heb je dus [alpha - gamma*beta]*xevenwicht = u
En daaruit haal je dus de laatste stukje
De laatste stap krijg je nu door beide kanten te delen door [gamma*beta-alpha]. Links valt die term dus weg, en houd je xevenwicht over, rechts krijg je dan dus u/(gamma*beta - alpha)quote:Op maandag 16 april 2007 17:33 schreef teigan het volgende:
Wat ze doen is alles met xevenwicht naar 1 kant brengen.
daarna werken ze bij het stuk tussen de rechte haken de haakjes weg: 1-1-alpha+beta-beta+gamma*beta = - alpha + gamma*beta, schrijf je ook wel als gamma*beta - alpha.
Dan heb je dus [gamma*beta- alpha]*xevenwicht = u
En daaruit haal je dus de laatste stukje.
Snelle reactie, dank je!quote:Op maandag 16 april 2007 22:42 schreef teigan het volgende:
Ik zie dat ik een foutje in mijn eerste uitleg heb gemaakt, ik pas hem even aan...
Ja, helemaal topquote:Op maandag 16 april 2007 22:47 schreef teigan het volgende:
ik was toevallig in de buurt
Is het nu duidelijk?
Nee, dit is in het algemeen zeker niet waar. Voor delers die priemmachten zijn is het wel altijd waar (Sylow), maar in jouw voorbeeld heeft D6 al geen elementen van orde 12, anders zou hij cyclisch zijn en dat is-ie zeker niet.quote:Op maandag 16 april 2007 20:26 schreef teletubbies het volgende:
Heey:)
Als G een eindige groep is en H een ondergroep van G dan geldt #H | #G.
Bestaat er voor iedere positieve deler van #G een ondergroep?
Beide kanten vermenigvuldigen met A, en dan delen door R => A = p(rho) * L/Rquote:Op dinsdag 17 april 2007 22:27 schreef MaxC het volgende:
Ik zit steeds te kloten met de formule R=p(rho) * L/A
Hoe schrijf je hem op als je A wilt berekenen, en hoe doe je dat over het algemeen deze formule omdraaien?
Gebruiken ze potdikkie wikipedia als bronquote:Uitzending Weekend Millionairs 14 april 2007
From: RTL
Sent:Tuesday, April 17, 2007 10:47:04 AM
To: VrAnKiE
Geachte heer VrAnKiE,
Hartelijk dank voor uw reactie op een vraag in ons programma Lotto Weekend Miljonairs van 14 april jl.
De vraag waarover u een opmerking had, luidde letterlijk:
Hoe heet een mengsel van een metaal met één of meer andere elementen?
A) Legering
B) Alchemie
C) Metallurgie
D) Cohesie
Laten we beginnen met de opmerking dat we altijd dankbaar zijn voor oplettende kijkers. Zij houden ons scherp en zorgen er daarmee ook voor dat Lotto Weekend Miljonairs een kwalitatief hoogstaand programma is en blijft. Nu is het zo dat elke vraag bij Weekend Miljonairs door de redacteur wordt voorzien van minimaal twee betrouwbare bronnen. Daarna wordt een en ander gecheckt door meerdere eindredacteuren van het programma. Dit alles om te voorkomen dat er fouten worden gemaakt.
U stelt dat een legering een mengsel is van meerdere metalen en niet van een metaal met een ander element. Dit baseert u op de Van Dale. Wat hierin vermeld staat, is echter niet compleet. Wij hebben juist voor bovenstaande, uitgebreidere formulering gekozen om de vraag volledig waterdicht te maken. De bronnen die wij hiervoor geraadpleegd hebben, spreken voor zich:
In de Encarta (de online Winkler Prins Encyclopedie) staat letterlijk het volgende:
legering (v. Lat. legare = binden) of alliage, een vaste oplossing van een metaal met andere metalen en/of elementen. (…) Zo is het gewone staal een legering van ijzer [chemie] en koolstof.
Zie: http://nl.encarta.msn.com/encyclopedia_1021524194/legering.html
Zoals u wellicht weet, is koolstof een chemisch element.
Daarnaast vermelden zowel de Nederlandse als de Engelse versie van Wikipedia dat een legering een mengsel van een of meerdere elementen (veelal metalen) is.
Zie: http://en.wikipedia.org/wiki/Alloy en http://nl.wikipedia.org/wiki/Legering
Wellicht ten overvloede nog een laatste bron:
http://www.online-jewelry-fashion.com/legeringen.html
De vraag en het bijbehorende antwoord kloppen dus wel degelijk.
Desondanks danken wij u hartelijk voor uw reactie en hopen wij dat u ons programma ook in de toekomst kritisch wilt blijven volgen.
Met vriendelijke groet,
r Lotto Weekend Miljonairs
-----Oorspronkelijk bericht-----
Van: vrankie
Verzonden: za 14-04-07 22:21
Aan: Info
Onderwerp: Uitzending Weekend Millionairs 14 april 2007
Geachte Heer/Mevrouw,
Bij deze wil ik U erop attenderen dat in de uitzending van Weekend Millionairs van 14 april 2007 een grove fout werd gemaakt in een vraag over legeringen. De betreffende vraag was gesteld in de strekking van 'Hoe noemt men een verbinding van een metaal met een of m'e'er andere elementen'. De antwoorden waren A) Legering B) Alchemie C) Metaallurgie en D) Cohesie. Hier staat echter het correcte antwoord niet bij. Tot mijn verbazing werd antwoord A goedgeteld, terwijl de Van Dale hierover zegt:
le·ge·ring1 (de ~ (v.), ~en)
1 door legeren verkregen metaalmengsel => alligatie, metaallegering
le·ge·ring2 (de ~ (v.), ~en)
1 het gelegerd worden of zijn
Verder zeggen de lesboeken die ik er op na heb getrokken dat het bij een legering een mengsel van metalen (en dus niet een of meer andere elementen) betreft. Stel nu dat de persoon die deze vraag voorgeschoteld kreeg meer had geweten van scheikunde, had zij simpelweg geen correct antwoord kunnen geven. Dit vind ik zeer kwalijk. Ik stuur deze mail omdat ik hoop dat er beter gelet wordt op de vraagstelling danwel vragen die bij Weekend Millionairs gesteld worden.
Hoogachtend,
Vrankie
P(A) is natuurlijk 30/36quote:One throws with two fair dice denoted d1 and d2. Let A be the event that the number of eyes thrown with d1 is different from that thrown with d2. Let B be the event that the total numver of eyes is more than 10. The probability P(A U B) equals:30/36 31/36 32/36 33/36
http://www.statistics.com/resources/statsymbols.pdfquote:Op donderdag 19 april 2007 15:01 schreef Schuifpui het volgende:
Verder de vraag waar ik de betekenis van de symbolen van kansrekeningen kan vinden, zoals U, ∩ en zo'n U 90 graden gedraaid (krijg het hier niet ingevoegd)
De voorwaardelijke kans noteer je met P(A|B) (kans op A gegeven B). P(A∩B) is de kans dat zowel A als B optreden. De regel die je nu geeft is trouwens eenvoudig in te zien door een Venn-diagram te tekenen.quote:Op donderdag 19 april 2007 15:29 schreef -J-D- het volgende:
P(A U B) = P(A) + P(B) - P(A∩B)
P(A∩B) = De kans op B terwijl A gegeven is.
Ik zit dit te lezen, maar vind het een heel vreemde uitleg. Je interpreteert de notatie verkeerd, gaat vervolgens met een voor die interpretatie verkeerde manier rekenen, en komt dan toch op een antwoord dat strookt met de notatie. De voorwaardelijke kans bereken je namelijk anders. Zou je weten dat beide aantallen ogen verschillend zijn, heb je nog 30 situaties over. In precies 2 van die situaties heb je een ogensom groter dan 10, dus zou de voorwaardelijke kans 2/30 zijn.quote:P(A∩B) = De kans op B terwijl A gegeven is. Oftewel de kans op meer dan 10 ogen, terwijl je weet dat beide aantallen ogen verschillend zijn. (A) Dus 6+6 vervalt dan, en dus alleen 5+6 en 6+5 en dus 2/36
Ik heb hier dus al geen idee hoe ik moet beginnen, en met dat boek kom ik ook al niet echt verder. Ik gok zo dat het de oppervlakte is van het deel dat de normaal verdelings-grafieken elkaar overlappen? Hoe doe ik dit?quote:Two aircraft fly at the same lateral position, but at different altitutes. The altitude of aircraft 1 is normally distributed with mean 7.0 km and standard deviation of 150m. The altitude of aircraft 2 is also normally distributed and h2 is independent of h1. The mean height of aircraft 2 is 8.0km and its standard deviation is again 150m. Find the probability that the two aircraft are within the adistance of 500m.
Dank voor de opmerking.quote:Op donderdag 19 april 2007 15:48 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
De voorwaardelijke kans noteer je met P(A|B) (kans op A gegeven B). P(A∩B) is de kans dat zowel A als B optreden. De regel die je nu geeft is trouwens eenvoudig in te zien door een Venn-diagram te tekenen.
Om deze opgave iets gestructureerder aan te pakken, zie de berekening van -J-D-, maar lees die P(A∩B) als 'zowel A als B treden op'. Dat is in precies 2 situaties: 5/6 en 6/5 ogen.
En kansrekenen is leuk![]()
[..]
Ik zit dit te lezen, maar vind het een heel vreemde uitleg. Je interpreteert de notatie verkeerd, gaat vervolgens met een voor die interpretatie verkeerde manier rekenen, en komt dan toch op een antwoord dat strookt met de notatie. De voorwaardelijke kans bereken je namelijk anders. Zou je weten dat beide aantallen ogen verschillend zijn, heb je nog 30 situaties over. In precies 2 van die situaties heb je een ogensom groter dan 10, dus zou de voorwaardelijke kans 2/30 zijn.
Ehm ik geloof dat ik het nog niet echt snap. Het probleem is dat ik geen idee heb wat ik concreet moet berekenen. Over momentgenerende functies staat wel wat in het boek. Ik ben echt heel slecht in kansrekenen, geef mij maar mechanica vakken, veel leuker dan dit soort abstract gedoe.quote:Op donderdag 19 april 2007 16:21 schreef GlowMouse het volgende:
Dit is gelijk een vraag van heel andere orde. Je hebt feitelijk twee stochasten: X ~ N(7000, 150²) en Y ~ N(8000, 150²) (parameters zijn de verwachting en variantie). De vraag is nu: wanneer is |X-Y|<500. Wanneer je de kansverdeling weet van X-Y, kun je de vraag dus beantwoorden. Lukt het zo? Mocht het niet lukken, geef dan even aan of je momentgenererende functies kent; dat zou uitleg begrijpelijker maken.
Wowquote:Op donderdag 19 april 2007 17:21 schreef GlowMouse het volgende:
Stelling: de kansverdeling van X-Y is normaal met verwachting -1000 en variantie 2 * 150².
Bewijs:
Definieer Z = -Y ~ N(-8000, 150²) (verdeling volgt uit substitutie in de pdf)
Eet(X-Y) (mgf van X-Y)
= Eet(X+Z)
= EetX*Ee-tZ (onafhankelijkheid)
= e7000t + 150²t²/2 * e-8000t+150²t²/2 (invullen mgf van normale verdeling)
= e-1000t + 150²t² (exponenten samennemen)
Dit is precies de mgf van de gezochte normale verdeling. Omdat de mgf een verdeling vastlegt, moet het dus wel gaan om de gezochte verdeling.
Nu de kansverdeling van X-Y bekend is, kun je bepalen wanneer X-Y tussen -500 en 500 ligt:
-500 < X-Y < 500
-1500 < X-Y-1000 < -500
-1500/sqrt(2*150²) < (X-Y-1000)/sqrt(2*150²) < -500/sqrt(2*150²)
-1500/sqrt(2*150²) < Z < -500/sqrt(2*150²) (Z is de standaardnormaal verdeelde stochast, anders dan in het bewijs hierboven).
Het antwoord is dus FZ(-500/sqrt(2*150²)) - FZ(-1500/sqrt(2*150²)) (met F de cdf). Hier komt ongeveer 0,0092 uit.
Ik was een - vergeten, maar door symmetrie maakte dat niet uit voor het antwoord.quote:Op donderdag 19 april 2007 17:38 schreef Schuifpui het volgende:
[..]
Wowhelemaal goed, thanks.
![]()
![]()
Eerst even eten en straks maar weer verder. Thanks again.![]()
Dat central limit theorem houdt dus in dat de PDF kan worden benaderd met een normaal verdeling. Volgens mij moet ik die normaal verdeling dan integreren van -∞ tot 99, klopt dat? Het probleem is dat ik niet weet hoe ik de variatie omzet. De variatie voor een enkel stuk pijp is (9.25-10.25)2/12 = 1/48 toch? Maar hoe zet ik dat om?quote:A production line produces sections for a well pipe. The length of each section i is modeled by a random variable xi, which is uniformly distributed between 9.75 m en 10.25 m. A well pipe is made of 10 of these sections, the length of which is represented by the random variable z = ∑(i=1..10) xi. Assuming that the variable xi i = 1..10, are independent, the probability that the length of the well pipe is shorter than 99 m is:
[hint: use the central limit thearem for identically distributed random variables.]
Hmm deze zie ik niet echt. Ik vind je notatie eerlijk gezegd vrij ingewikkeld. Zou je het misschien in iets meer woorden kunnen uitleggen? Of wat preciezer de stappen beschrijven die ik moet doen om op het antwoord te komen? Sorry, ben er overduidelijk geen ster in.quote:Op donderdag 19 april 2007 23:07 schreef GlowMouse het volgende:
De CLT zegt dat sqrt(n) * (x-streep - verwachting x) / stddev(x) -->d N(0,1).
Invullen: sqrt(10) * (lengte pijp/10 - 10) / sqrt(1/48) = sqrt(4,8) (lengte pijp - 100) ~ N(0,1)
Nu delen door sqrt(4,8) zodat de variantie 4,8 keer kleiner wordt:
lengte pijp - 100 ~ N(0,1/4.8)
zodat lengte pijp ~ N(100,1/4.8)
Zodra je die N(..,..) gebruikt, is dat de normalcdf oid?quote:Op donderdag 19 april 2007 23:27 schreef GlowMouse het volgende:
waar haak je af?
Ja dat had ik door, op die heb ik ook nog wel even moeten puzzelen voordat ik hem zag. Een momentje, probeer het even op een rijtje te krijgen.quote:Op donderdag 19 april 2007 23:30 schreef GlowMouse het volgende:
Dat is de verdeling. X~N(mu,sigma²) wil zeggen dat de stochast X normaal verdeeld is met de gegeven parameters. Dezelfde notatie gebruikte ik om 17:21.
Uitleggen is ook vaak best leerzaam. Als ik wat uitleg heb ik bij bepaalde kleine puntjes in mijn uitleg soms wat twijfel, die zoek je dan nog even na en soms blijkt dan dat de zaak toch net wat anders zit dan je altijd dacht. Het gaat meestal om kleine nuances maar ook die zijn belangrijk.quote:Op donderdag 19 april 2007 23:49 schreef Schuifpui het volgende:
Eigenlijk zou je hiervoor een vergoeding moeten vragen, dan was je allang rijk geweest.![]()
![]()
Wat is de orde van x in (Z/pZ)*?quote:Op maandag 23 april 2007 16:56 schreef teletubbies het volgende:
Zij x een geheel getal en n = x²+1.
Toon aan dat voor oneven priemdeler p van n geldt : p = 1 mod 4.
Ik zoek een hint om te beginnen, al mijn pogingen waren min of meer hopeloos!
alvast thanx
Als G en H eindige orde hebben is de opgave wel erg triviaal; het interessante is nu juist dat dit ook geldt voor G en H met oneindige orde.quote:Op donderdag 26 april 2007 19:26 schreef teletubbies het volgende:
Zij G een groep en H een ondergroep met eindige index in G. dus [G:H] > 1.
Bewijs dat G een normaaldeler N van eindige index [G:N] > 1 bevat.
Ik weet dat de grootste normaaldeler die in H is bevat is N' = doorsnede van alle xHx-1 (voor alle x in G). Ik kan niet de stelling van lagrange gebruiken omdat ik nog niet zeker weet dat index van N (of N') in G eindig is. Moeten G en H eindige orde hebben?!
Weer alvat bedankt!
(x+1)*(2x-5) lijkt me veel logischer alleszins, en die vind je snel met Horner (ik neem aan dat je vertrouwd bent met die methode).Ik denk er eens over alleszins, maar ben zelf eerst even bezig met eigen schoolwerk..quote:Op dinsdag 1 mei 2007 15:28 schreef SuperRogier het volgende:
Stomme vraag misschien, maar ik kom er ff niet uit
Hoe kom je van 2X^2 -3X -5 naar (2X +2)(X - 2,5) ?
Het klopt trouwens wel, maar ik snap niet hoe je die stap moet zetten..
(x+1)*(2x-5) klopt inderdaad ook. Methode van Horner ben ik totaal niet mee bekend, en staat verder ook in geeneen boekquote:Op dinsdag 1 mei 2007 18:04 schreef Masanga het volgende:
[..]
(x+1)*(2x-5) lijkt me veel logischer alleszins, en die vind je snel met Horner (ik neem aan dat je vertrouwd bent met die methode).Ik denk er eens over alleszins, maar ben zelf eerst even bezig met eigen schoolwerk..
b1 en b2 zijn dempers.. de veer is gewoon: F=k*x(t)quote:Op zaterdag 5 mei 2007 20:32 schreef GlowMouse het volgende:
Ik weet niet wat b1 en b2 zijn, maar als daar geen krachten worden uitgeoefend ziet je eerste dv er al goed uit; de tweede zou m2*d²x2(t)/dt² = k1*x1(t) + k2*x2(t) - k1*x2(t) worden. Denk ik met mijn middelbareschoolkennis.
hm wacht even, toch wat editen
Dat wist ik alquote:Op zaterdag 5 mei 2007 20:43 schreef Schuifpui het volgende:
De x met een puntje er boven is overigens de eerste afgeleide en met twee puntjes de tweede afgeleide naar de tijd.![]()
thanxquote:Op zondag 6 mei 2007 16:13 schreef teigan het volgende:
Je hebt de verschillende stoffen, en hun pH, dat zijn die nummertjes..
Wat je nu denk ik nog moet doen is een schaal van 1-14 maken, en daar dus je stoffen bij de juiste pH zetten.
Als het goed is zag je ook kleurverschillen bij de rodekoolsap. Die zou ik er dan ook nog bijzetten. Bij een lage pH is hij rood, en bij een hoge pH blauw, en onderweg van laag naar hoog is ie paars. Verwerk dat er ook in, en dan denk ik dat je een heel eind bent..
Ik ga er even vanuit dat je de MGF bedoelt, en niet de FMGF.quote:Op zondag 6 mei 2007 19:45 schreef teletubbies het volgende:
Heey:)
Ik heb een vraagje over genererende functies in kansrekening.
Stel:
GX(s)=1/3+1/3s+1/3s2
Bepaal de genererende functies van U=X+1, V=3X en W=X2
De tweede V=3X is makkelijk, het antwoord moet zijn (GX(s)) 3 want V=X+X+X en ik hoef alleen de regels gebruiken.
Maar ik begrijp niet goed hoe ik de rest moet doen.....
MGF is moment generating functions? Ik bedoel de gewone generende functies en niet die waarbij je s=e^t moet subsitueren. Trouwens voor V=3X ik had het totaal fout.quote:Op zondag 6 mei 2007 21:29 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Ik ga er even vanuit dat je de MGF bedoelt, en niet de FMGF.
U=X+1 is ook makkelijk: GU(s) = Ee^(sU) = Ee^(s(X+1)) = e^s * Ee^(sX) = e^s * GX(s)
W = X2 zou je moeten kunnen bepalen, een MGF legt immers de verdeling vast, maar ik zie zo 1-2-3 niet hoe.
Weet je zeker dat het goed is? Ik zou demiwater neutraal verwachten, en citroensap zuurder.quote:Op zondag 6 mei 2007 22:01 schreef hello_moto1992 het volgende:
zo heb ik het nu: [afbeelding]
Zou dit goed zijn?
Kansen kunnen niet uitkomen, dus ik ga ervanuit dat je gebeurtenissen bedoelt. Je hebt 13 gebeurtenissen met daarop de kansen, en je wilt weten wanneer precies n van die gebeurtenissen optreden. Om hier wat zinnigs over te zeggen, is het allereerst van belang hoe de gebeurtenissen samenhangen. Zijn het bijvoorbeeld gebeurtenissen die optreden bij van elkaar onafhankelijke experimenten? Daarnaast is het voor de eenvoud van uitrekenen wel van belang of alle gebeurtenissen met dezelfde kans optreden.quote:Op dinsdag 8 mei 2007 14:12 schreef Alfje het volgende:
Het is dan wel niet voor een schoolopdracht maar ik denk dat ik hier de meeste kans heb dat ik iemand tref die er verstand van heeft. Ik heb een vraag over kansberekening, niet mijn sterkste punt.
De vraag is ik heb een aantal kansen (in dit geval 13, maar dat is denk ik niet van belang) en ik wil weten hoe groot de kans is dat precies 'n' van die kansen uitkomen. (n is in mijn geval 3 4 of 5, maar wederom lijkt me dat niet van belang).
Sja dat is het nouw, dat kon ik wel bedenken maar de rest volgde nietquote:Op dinsdag 8 mei 2007 21:54 schreef Merkie het volgende:
2pi = 360 graden.
pi = 180 graden.
Rest kan je zelf ook wel bedenken.
Hum van radialen naar graden is het radialen / (2π / 360 ) maar de rest klopt welquote:Op dinsdag 8 mei 2007 21:55 schreef -J-D- het volgende:
* radialen = graden * (2π / 360)
* graden = radialen * (360 / 2π)
Ja deze! Ik vind het soms lastig om te werken met stochasten (overgaan van de ene naar de andere variabele).quote:Op maandag 7 mei 2007 22:42 schreef thabit het volgende:
Het zal wel voor een stochast gedefinieerd zijn die waarden aanneemt in Z>-N voor een N en dan gelijk zijn aan som P(X=n)s^n. Dan is G3X(s) natuurlijk gewoon GX(s3).
Dat is toch hetzelfdequote:Op dinsdag 8 mei 2007 22:12 schreef SuperRogier het volgende:
[..]
Hum van radialen naar graden is het radialen / (2π / 360 ) maar de rest klopt wel
edit: typo
Jaquote:
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |