Ik heb tussendoor even gegoogeld en ben er achter dat binas werkt met de Boltzmannconstante en in mijn lessen werken ze met de constante van Avagardo en ik denk dat daar het probleem bij mij zit omdat ik niet zie hoe ik die 6*1023 in het geheel moet invullenquote:Op dinsdag 10 april 2007 09:18 schreef teigan het volgende:
8,31 is de gasconstante, ik heb hem voor deze berekening even afgerond op 2 decimalen, in mijn BINAS staat hij als 8.3145. Als je erop googled kan je er wel meer informatie over vinden denk ik.
Het kan zijn dat ze flink afronden bij jouw opgaven, als ik deze gebruik kom ik op 7483 liter uit.
Dus het zou wat kunnen verschillen..
Ik ben er intussen uit. Je wil (1-z) in de noemer wegwerken, dus kun je het best die of het kwadraat daarvan in de teller toevoegen en dan hetgeen dat al in de teller om schrijven zodat er hetzelfde in de teller blijft staan. Dan kun je uiteindelijk die (1-z) in de noemer wegstrepen.quote:Op dinsdag 10 april 2007 10:55 schreef GlowMouse het volgende:
Ik zou het zelf iets anders aanpakken: (1-z³)² = 1-2z³+z6 = (1-z)(1+z+z²-z³-z4-z5). Dit kun je zelf ook eenvoudig construeren met een staartdeling. Verdere stappen zijn dan triviaal.
De gaswet kun je op twee manieren formuleren: pV=nrT (zoals teigan) en als pV=NkT (zoals bij jouw lessen denk ik). Gebruik je in jouw lessen inderdaad de tweede formule, dan ziet de berekening er zo uit:quote:Op dinsdag 10 april 2007 09:47 schreef druide10 het volgende:
[..]
Ik heb tussendoor even gegoogeld en ben er achter dat binas werkt met de Boltzmannconstante en in mijn lessen werken ze met de constante van Avagardo en ik denk dat daar het probleem bij mij zit omdat ik niet zie hoe ik die 6*1023 in het geheel moet invullen
Kijk, dat is voor mij ook wel even handig om te weten, ik kende de tweede namelijk niet eerlijk gezegd. Ikquote:Op dinsdag 10 april 2007 16:12 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
De gaswet kun je op twee manieren formuleren: pV=nrT (zoals teigan) en als pV=NkT (zoals bij jouw lessen denk ik). Gebruik je in jouw lessen inderdaad de tweede formule, dan ziet de berekening er zo uit:
pV = NkT (met N het aantal moleculen en k de Boltzmannconstante)
100000*V = [300*6,022*1023] * [1,38*10-23] * [300] (haakjes om N, k en T duidelijk te scheiden)
Je ziet dat je om van mol naar aantal moleculen te gaan, je het getal van Avogadro nodig hebt. Je mag de haakjes ook iets anders schrijven:
100000*V = [300] *[6,022*1023*1,38*10-23] * [300] (haakjes om n, R en T)
Je ziet dat je het getal van Avogadro en de Boltzmannconstante samen kunt trekken om een nieuwe constante te vormen: de gasconstante. Er geldt inderdaad dat de gasconstante het product is van het getal van Avogadro en de Boltzmannconstante. Je kunt dan direct rekenen met het aantal mol gas in plaats van het aantal moleculen. Het getal van Avogadro zit impliciet wel in de berekening verwerkt via de gasconstante.
Ook bedankt, dus als ik het goed begrijp kan ik zowel de Avogdro of de Boltzmannconstante gebruiken. Om eerlijk te zijn vind ik die 8,31 wel makkelijker te onthoudenquote:Op dinsdag 10 april 2007 16:12 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
De gaswet kun je op twee manieren formuleren: pV=nrT (zoals teigan) en als pV=NkT (zoals bij jouw lessen denk ik). Gebruik je in jouw lessen inderdaad de tweede formule, dan ziet de berekening er zo uit:
pV = NkT (met N het aantal moleculen en k de Boltzmannconstante)
100000*V = [300*6,022*1023] * [1,38*10-23] * [300] (haakjes om N, k en T duidelijk te scheiden)
Je ziet dat je om van mol naar aantal moleculen te gaan, je het getal van Avogadro nodig hebt. Je mag de haakjes ook iets anders schrijven:
100000*V = [300] *[6,022*1023*1,38*10-23] * [300] (haakjes om n, r en T)
Je ziet dat je het getal van Avogadro en de Boltzmannconstante samen kunt trekken om een nieuwe constante te vormen: de gasconstante. Er geldt inderdaad dat de gasconstante het product is van het getal van Avogadro en de Boltzmannconstante. Je kunt dan direct rekenen met het aantal mol gas in plaats van het aantal moleculen. Het getal van Avogadro zit impliciet wel in de berekening verwerkt via de gasconstante.
Nee, ik denk dat je een beetje in de war zit. Ik denk dat jij nu zegt: -3dB * 20 = -60dB. Maar je vergeet dan dat je in dB werkt en dus met een logaritmische schaal. Bovendien als je naar -60 zou gaat heb je een verzwakking en geen versterking.quote:Op dinsdag 10 april 2007 20:27 schreef vliegtuigje het volgende:
Nou, daar ben ik helaas alweer.
Ik moet een aantal bodeplots tekenen. Bijvoorbeeld een amplitude bodeplot van een versterker (20x) en eerste orde laagdoorlaat met cut-off op 1kHz. (Dit is dus één systeem)
Nou weet ik wel hoe ik een bodeplot kan tekenen van een laagdoorlaat met een cut-off op 1kHz, maar wat is het effect van die versterker precies in het bodeplot? Wordt de standaard -3dB die je vindt bij de cut-off (Kantelfrequentie) dan opeens -60 dB?
Ook zou ik graag weten of ik de kantelfrequentie van een systeem met een spoel en een weerstand in serie geschakeld kan berekenen mbv 1/(RL) .
Wat ik juist opmerk met deze schakeling kan je natuurlijk nooit een versterking hebben, enkel een verzwakking. Na een beetje opzoekwerk. De gewone LR-schakeling heeft een cutt-off frequentie: R/(2*Pi*L). Hier heb je natuurlijk wel nog altijd geen versterking. Denk niet dat dat mogelijk is met 1 spoel en 1 weerstand. Als je er een opamp inplaatst is dat natuurlijk wel allemaal mogelijk. Maar dat is al wat ingewikkelder dan.quote:Op woensdag 11 april 2007 10:16 schreef furious_rage het volgende:
[..]
Nee, ik denk dat je een beetje in de war zit. Ik denk dat jij nu zegt: -3dB * 20 = -60dB. Maar je vergeet dan dat je in dB werkt en dus met een logaritmische schaal. Bovendien als je naar -60 zou gaat heb je een verzwakking en geen versterking.
Dus 20 maal versterking in dB is 20 * log(versterking)=20*log(20)=26dB.
Logaritmen moet je optellen ipv vermenigvuldigen (je 2de fout). Dus je afsnijfrequentie wordt -3db + 26dB = 23dB.
Nu krijg natuurlijk wel nog een boel versterking na je cutoff, want je blijft nog meer als een ordegrootte boven de 0 dB hangen.
Voor je 2de vraag. Er is wel een laagdoorlaatsysteem met een spoel en 2 weerstanden. Zoiets ongeveer:
-----L-------R1----
| |
Vin R2 (Vout over R2)
| |
Je krijgt dan de volgende overdrachtsfunctie: Av = Av0 * 1/(1+j*f/fp) met Av0= R2/(R1+R2) , je versterking bij lage frequenties en fp= R1+R2/(2*Pi*L) , je cutt-off frequentie
Das dus een eerste orde systeem zoals je ziet en als je R2,R1 en L juist kiest dan kan je je versterking van 20 bekomen en je cutt-off van 1kHz. (Als dat de bedoeling is)
Hopelijk helpt dit een beetje
Hartstikke bedanktquote:Op woensdag 11 april 2007 10:16 schreef furious_rage het volgende:
[..]
Nee, ik denk dat je een beetje in de war zit. Ik denk dat jij nu zegt: -3dB * 20 = -60dB. Maar je vergeet dan dat je in dB werkt en dus met een logaritmische schaal. Bovendien als je naar -60 zou gaat heb je een verzwakking en geen versterking.
Dus 20 maal versterking in dB is 20 * log(versterking)=20*log(20)=26dB.
Logaritmen moet je optellen ipv vermenigvuldigen (je 2de fout). Dus je afsnijfrequentie wordt -3db + 26dB = 23dB.
Nu krijg natuurlijk wel nog een boel versterking na je cutoff, want je blijft nog meer als een ordegrootte boven de 0 dB hangen.
Voor je 2de vraag. Er is wel een laagdoorlaatsysteem met een spoel en 2 weerstanden. Zoiets ongeveer:
----------L-------R1----
| |
Vin R2 (Vout over R2)
| |
Je krijgt dan de volgende overdrachtsfunctie: Av = Av0 * 1/(1+j*f/fp) met Av0= R2/(R1+R2) , je versterking bij lage frequenties en fp= R1+R2/(2*Pi*L) , je cutt-off frequentie
Das dus een eerste orde systeem zoals je ziet en als je R2,R1 en L juist kiest dan kan je je versterking van 20 bekomen en je cutt-off van 1kHz. (Als dat de bedoeling is)
Hopelijk helpt dit een beetje
Dit staat gewoon in je boek bij de uitleg.quote:Op woensdag 11 april 2007 16:35 schreef Slammers het volgende:
Uhm.. Kan je het misschien iets specifieker uitleggen? :$ We snappen het bijna :p
De afgeleide in 0 is waardeloos hier.quote:Op woensdag 11 april 2007 16:37 schreef --Christiaan-- het volgende:
[..]
Dit staat gewoon in je boek bij de uitleg.
Bereken f'(x) bij f', en dan daar nul voor pakken, dus f'(0), hier komt 1 uit en bereken dan f(1).
quote:Op woensdag 11 april 2007 16:35 schreef Slammers het volgende:
ABC-formule is overkill. De laatste is het makkelijkst: je ziet direct dat x-1 = 9 of x-1 = -9.quote:Uhm.. Kan je het misschien iets specifieker uitleggen?We snappen het bijna
![]()
En vergelijkingen oplossen snappen we ook al niet. Eigenlijk snappen we er niets van maar dat is niet zo heel gek. Aantal vergelijkingen:
x²-6x+8 = 0
x²+21=10x
½x²-2x+3=0
(x-1)² = 81
Ah oke, zou je die laatste stap naar u/beta*gamma-alpha kunnen uitschrijven?quote:Op maandag 16 april 2007 17:33 schreef teigan het volgende:
Wat ze doen is alles met xevenwicht naar 1 kant brengen.
daarna werken ze bij het stuk tussen de rechte haken de haakjes weg: 1-1+alpha-beta-beta-gammabeta = alpha- gamma*beta.
Dan heb je dus [alpha - gamma*beta]*xevenwicht = u
En daaruit haal je dus de laatste stukje
De laatste stap krijg je nu door beide kanten te delen door [gamma*beta-alpha]. Links valt die term dus weg, en houd je xevenwicht over, rechts krijg je dan dus u/(gamma*beta - alpha)quote:Op maandag 16 april 2007 17:33 schreef teigan het volgende:
Wat ze doen is alles met xevenwicht naar 1 kant brengen.
daarna werken ze bij het stuk tussen de rechte haken de haakjes weg: 1-1-alpha+beta-beta+gamma*beta = - alpha + gamma*beta, schrijf je ook wel als gamma*beta - alpha.
Dan heb je dus [gamma*beta- alpha]*xevenwicht = u
En daaruit haal je dus de laatste stukje.
Snelle reactie, dank je!quote:Op maandag 16 april 2007 22:42 schreef teigan het volgende:
Ik zie dat ik een foutje in mijn eerste uitleg heb gemaakt, ik pas hem even aan...
Ja, helemaal topquote:Op maandag 16 april 2007 22:47 schreef teigan het volgende:
ik was toevallig in de buurt
Is het nu duidelijk?
Nee, dit is in het algemeen zeker niet waar. Voor delers die priemmachten zijn is het wel altijd waar (Sylow), maar in jouw voorbeeld heeft D6 al geen elementen van orde 12, anders zou hij cyclisch zijn en dat is-ie zeker niet.quote:Op maandag 16 april 2007 20:26 schreef teletubbies het volgende:
Heey:)
Als G een eindige groep is en H een ondergroep van G dan geldt #H | #G.
Bestaat er voor iedere positieve deler van #G een ondergroep?
Beide kanten vermenigvuldigen met A, en dan delen door R => A = p(rho) * L/Rquote:Op dinsdag 17 april 2007 22:27 schreef MaxC het volgende:
Ik zit steeds te kloten met de formule R=p(rho) * L/A
Hoe schrijf je hem op als je A wilt berekenen, en hoe doe je dat over het algemeen deze formule omdraaien?
Gebruiken ze potdikkie wikipedia als bronquote:Uitzending Weekend Millionairs 14 april 2007
From: RTL
Sent:Tuesday, April 17, 2007 10:47:04 AM
To: VrAnKiE
Geachte heer VrAnKiE,
Hartelijk dank voor uw reactie op een vraag in ons programma Lotto Weekend Miljonairs van 14 april jl.
De vraag waarover u een opmerking had, luidde letterlijk:
Hoe heet een mengsel van een metaal met één of meer andere elementen?
A) Legering
B) Alchemie
C) Metallurgie
D) Cohesie
Laten we beginnen met de opmerking dat we altijd dankbaar zijn voor oplettende kijkers. Zij houden ons scherp en zorgen er daarmee ook voor dat Lotto Weekend Miljonairs een kwalitatief hoogstaand programma is en blijft. Nu is het zo dat elke vraag bij Weekend Miljonairs door de redacteur wordt voorzien van minimaal twee betrouwbare bronnen. Daarna wordt een en ander gecheckt door meerdere eindredacteuren van het programma. Dit alles om te voorkomen dat er fouten worden gemaakt.
U stelt dat een legering een mengsel is van meerdere metalen en niet van een metaal met een ander element. Dit baseert u op de Van Dale. Wat hierin vermeld staat, is echter niet compleet. Wij hebben juist voor bovenstaande, uitgebreidere formulering gekozen om de vraag volledig waterdicht te maken. De bronnen die wij hiervoor geraadpleegd hebben, spreken voor zich:
In de Encarta (de online Winkler Prins Encyclopedie) staat letterlijk het volgende:
legering (v. Lat. legare = binden) of alliage, een vaste oplossing van een metaal met andere metalen en/of elementen. (…) Zo is het gewone staal een legering van ijzer [chemie] en koolstof.
Zie: http://nl.encarta.msn.com/encyclopedia_1021524194/legering.html
Zoals u wellicht weet, is koolstof een chemisch element.
Daarnaast vermelden zowel de Nederlandse als de Engelse versie van Wikipedia dat een legering een mengsel van een of meerdere elementen (veelal metalen) is.
Zie: http://en.wikipedia.org/wiki/Alloy en http://nl.wikipedia.org/wiki/Legering
Wellicht ten overvloede nog een laatste bron:
http://www.online-jewelry-fashion.com/legeringen.html
De vraag en het bijbehorende antwoord kloppen dus wel degelijk.
Desondanks danken wij u hartelijk voor uw reactie en hopen wij dat u ons programma ook in de toekomst kritisch wilt blijven volgen.
Met vriendelijke groet,
r Lotto Weekend Miljonairs
-----Oorspronkelijk bericht-----
Van: vrankie
Verzonden: za 14-04-07 22:21
Aan: Info
Onderwerp: Uitzending Weekend Millionairs 14 april 2007
Geachte Heer/Mevrouw,
Bij deze wil ik U erop attenderen dat in de uitzending van Weekend Millionairs van 14 april 2007 een grove fout werd gemaakt in een vraag over legeringen. De betreffende vraag was gesteld in de strekking van 'Hoe noemt men een verbinding van een metaal met een of m'e'er andere elementen'. De antwoorden waren A) Legering B) Alchemie C) Metaallurgie en D) Cohesie. Hier staat echter het correcte antwoord niet bij. Tot mijn verbazing werd antwoord A goedgeteld, terwijl de Van Dale hierover zegt:
le·ge·ring1 (de ~ (v.), ~en)
1 door legeren verkregen metaalmengsel => alligatie, metaallegering
le·ge·ring2 (de ~ (v.), ~en)
1 het gelegerd worden of zijn
Verder zeggen de lesboeken die ik er op na heb getrokken dat het bij een legering een mengsel van metalen (en dus niet een of meer andere elementen) betreft. Stel nu dat de persoon die deze vraag voorgeschoteld kreeg meer had geweten van scheikunde, had zij simpelweg geen correct antwoord kunnen geven. Dit vind ik zeer kwalijk. Ik stuur deze mail omdat ik hoop dat er beter gelet wordt op de vraagstelling danwel vragen die bij Weekend Millionairs gesteld worden.
Hoogachtend,
Vrankie
P(A) is natuurlijk 30/36quote:One throws with two fair dice denoted d1 and d2. Let A be the event that the number of eyes thrown with d1 is different from that thrown with d2. Let B be the event that the total numver of eyes is more than 10. The probability P(A U B) equals:30/36 31/36 32/36 33/36
| Forum Opties | |
|---|---|
| Forumhop: | |
| Hop naar: | |