De Boet slaagde er niet in om zijn droom als topwielrenner te verwezenlijken, terwijl hij het allemaal in zich had om een vedette te worden. Een snelle jongen werd hij genoemd.
Gespierd en klein van stuk, daarom het postuur van een klimmer. Maar als alle renners allang boven op de berg zijn, dan martelt Jos De Boet nog altijd tegen de zwaartekracht om zich bij hen te scharen. Als excuus voor zijn falen, vertelt de zwaar besnorde renner altijd dat hij last heeft van hoogtevrees. Aan zijn afdalen is dat niet te merken, want hij werpt zich op zijn smalle zadel naar beneden gelijk een kamikazepiloot op zijn laatste missie.
Aan De Boet zou iedere jonge renner zich willen spiegelen. Een jongen van eenvoudige afkomst die nochtans de mooiste vrouwen om zich heen geschaard weet en soms met twee meisjes tegelijk een afspraakje maakte! Eens verzocht hij mij met hem mee te gaan naar zijn dubbele afspraak. Om de tweede viool te spelen, zoals hij dat gniffelend opmerkte. Hoopvol had ik hem gevolgd, maar het meisje bleek alleen in De Boet geïnteresseerd. Dus droop ik teleurgesteld af.
Overal waar De Boet aanwezig is, gebeurt er wel iets. Neemt hij het woord, dan trekt hij volle zalen en meestal eindigt het in een doldwaze act waarin hij zijn blouse losknoopt en vol trots zijn opgepompte body aan de dames toont. Snelle jongen, die Boet!
De boet woont op stand, draagt kleding van haute couture, verplaatst zich in een glimmende cabriolet en zijn fiets van Italiaanse makelij behoort tot de duurste die er te verkrijgen is. Met zijn haarimplantaat en krulsnor blijft de glamourboy Boet moeiteloos bij de tijd op de zonnige boulevards.
Het meest in zijn element is De Boet als hij zich tussen grote wielervedetten weet te nestelen. Wanneer hij naast ze rijdt stijgt zijn ego tot grote hoogte. Dan hoort hij er helemaal bij. Eddy Merckx, Jo de Roo, Jan Janssen of Johan Museeuw gingen grif met hem op de foto en bij het afscheid nemen, begroetten ze hem amicaal met een armzwaai.
Maar dan, in de luwte van al het feestgedruis valt Jos stil en verzinkt hij in melancholie. Dan wordt de snelle jongen weer het Jossie uit de jaren toen we nog samen op onze tweedehandse racefiets naar de vakschool raasden. Hij op zijn Joco en ik op mijn kanariegele Aandewiel.
Als De Boet zijn leven over mocht doen, werd hij wéér wielrenner.
Hoopvol zou ik hem daarin volgen.
janneman