Weet het verder ook niet helaasquote:Op woensdag 3 juni 2015 19:40 schreef Holograph het volgende:
Nog een vraagje over kansrekening.
Zij een continue stochast. Zij U een uniform verdeelde stochast op , onafhankelijk van T. Wat is de verdeling van . Ik zie hem alleen totaal niet. moet nog wel lukken, maar hoe ik die laatste moet doen is mij niet duidelijk. Zou iemand mij een hint kunnen geven?
Regel van Bayesquote:Op donderdag 4 juni 2015 21:43 schreef Trias19 het volgende:
Dag iedereen,
Kan er iemand mij aub helpen met deze oefening? Het gaat over de voorwaardelijke kans en het lukt mij maar niet om dit op te lossen. Kan ik het ook oplossen met een boomdiagram?
Een psychotherapeut behandelt mensen met neurotische stoornissen meestal
(80%) met gesprekstherapie, terwijl voor psychotische stoornissen vaker een
combinatie van gedragstherapie en medicatie (70%) wordt toegepast. Indien
voor een bepaalde stoornis niet wordt gekozen voor de ene therapie, dan wordt
de andere toegepast. Stel dat 60% van de cliënten van deze psychotherapeut
worden behandeld voor een neurotische stoornis en 40% voor een psychotische
stoornis.
a) Als je nu weet dat de therapeut gesprekstherapie geeft aan een bepaalde cliënt,
hoe groot is dan de kans dat die lijdt aan een psychotische stoornis?
b) Stel dat je van 3 cliënten weet dat die gesprekstherapie krijgen, hoe groot is dan
de kans dat ze alle drie aan een psychose lijden?
Hier heb ik de gegevens opgesomt:
NS gespreksth =80%
PS gedragst & Med = 70%
NS = 60%
PS = 40%
Waar je 0.8 het moet 0.3 staan (2 keer) en waar je 0.3 hebt moet 0.8 staanquote:Op vrijdag 5 juni 2015 22:41 schreef Trias19 het volgende:
Wilt er aub iemand mij zeggen of ik het juist oplos?
GT=gesprekstherapie, PS= psychotische stoornissen, NS = neurotische stoornis
Oplossing voor de eerste vraag : P(PS\GT) = (0,8* 0,4) / (0.8*0.4) + (0.3*0.6) = 0,64
Nee, dit had je gemakkelijk zelf kunnen inzien door jouw vermeende primitieve functie te differentiëren.quote:Op zaterdag 6 juni 2015 13:22 schreef rareziekte het volgende:
de primitieve van 2(1-x)^-(1/2) geeft -4(1-x)^(1/2) + c
is het niet 4?
Door juist te primitiveren. Tip: merk op dat er een coëfficiënt -1 voor x staat en ga dan nadenken over de kettingregel der differentiaalrekening.quote:
Ok, had die -x over het hoofd gezien, dankquote:Op zaterdag 6 juni 2015 14:16 schreef jungiaan het volgende:
[..]
Nee, dit had je gemakkelijk zelf kunnen inzien door jouw vermeende primitieve functie te differentiëren.
[..]
Door juist te primitiveren. Tip: merk op dat er een coëfficiënt -1 voor x staat en ga dan nadenken over de kettingregel der differentiaalrekening.
Bedankt, nu snap ik wat ik fout deed...quote:Op vrijdag 5 juni 2015 22:58 schreef Anoonumos het volgende:
[..]
Waar je 0.8 het moet 0.3 staan (2 keer) en waar je 0.3 hebt moet 0.8 staan
P (PS | GT) = P (GT | PS) P (PS) / (P (GT | PS) P (PS) + P (GT | NS) P (NS)) = 0.3 * 0.4 / (0.3 * 0.4 + 0.8 * 0.6) = 0.2
Antwoord op B is dan het product van 3 keer de kans van antwoord A dus 0.23 = 0.008
cos^2(t) + sin^2(t) = 1 (eenheidscirkel en Pythagoras)quote:Op dinsdag 9 juni 2015 17:04 schreef rareziekte het volgende:
Ik probeer te bewijzen f(x)=1/sqrt(1-x2) geeft F(x)=arcsin(x)
Substitutie van x=sin(x) in f(x)dx geeft
1/sqrt(1-sin^2(t))dsin(t) = cos(t)/sqrt(1-sin^2(t))dt
Het boek neemt de noemer als sqrt cos^2(t)
Hoezo is 1-sin^(t)=cos^2(t) ? Met de verdubbelingsformules kom ik er niet uit
Ah, dank. Stom. Jup, dat bedoelde ikquote:Op dinsdag 9 juni 2015 17:20 schreef Arthos het volgende:
[..]
cos^2(t) + sin^2(t) = 1 (eenheidscirkel en Pythagoras)
Dus het volgt direct dat 1 - sin^2(t)=cos^2(t).
Aangenomen dat je dat bedoelt (de typo).
k ranged over alle gehele getallen. In die context, is -kpi hetzelfde als +kpi.quote:Op dinsdag 9 juni 2015 19:10 schreef rareziekte het volgende:
[..]
Ah, dank. Stom. Jup, dat bedoelde ik
Bij het berekenen van de oplossingen van een functie f(x) kom ik uiteindelijk uit op
-2x=-(1/2)pi + k2pi v 6x=-(1/2)pi+k2pi
Vervolgens geeft het boek
x= (1/4)pi + kpi v x=-(1/12)pi+k(1/3)pi
Waarom is het niet (1/4)pi - kpi?
Als je vervolgens de oplossingen van die functie op domein [0,3pi] wilt geven neem je dusquote:Op dinsdag 9 juni 2015 19:29 schreef Arthos het volgende:
[..]
k ranged over alle gehele getallen. In die context, is -kpi hetzelfde als +kpi.
Immers, als x= (1/4)pi + kpi voor k=n, dan x= (1/4)pi - kpi voor k=-n. Als n een geheel getal is, is -n ook een geheel getal.
EDIT: Wauw, ik wist niet dat je kon TeXen hier. Maakt het leven makkelijker. Dus:
Ik heb het idee dat je het nog niet begrijpt. Om te beginnen heeft een functie geen oplossingen. Je bedoelt waarschijnlijk de nulpunten van een functie f: [0, 3π] → R oftewel de oplossingen van een vergelijking f(x) = 0 op het interval [0, 3π]. Maar dan zijn er meer dan twee nulpunten van je functie f resp. oplossingen van je vergelijking f(x) = 0 op het interval [0, 3π].quote:Op woensdag 10 juni 2015 10:37 schreef rareziekte het volgende:
[..]
Als je vervolgens de oplossingen van die functie op domein [0,3pi] wilt geven neem je dus
x=1/4 pi v x= (1/4pi) - -2*pi= 2 (1/4)pi ? Dan snap ik dat -kpi hier gelijk is aan +kpi
Bedankt.
Sorry, ik bedoel een vergelijking in de vorm van cos(A)=cos(B), dat is geen functie idd. Er zijn dan twee oplossingen, maar ik wilde eigenlijk alleen zeker weten of bovenstaande oplossingen goed waren.quote:Op woensdag 10 juni 2015 17:17 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik heb het idee dat je het nog niet begrijpt. Om te beginnen heeft een functie geen oplossingen. Je bedoelt waarschijnlijk de nulpunten van een functie f: [0, 3π] → R oftewel de oplossingen van een vergelijking f(x) = 0 op het interval [0, 3π]. Maar dan zijn er meer dan twee nulpunten van je functie f resp. oplossingen van je vergelijking f(x) = 0 op het interval [0, 3π].
Als je wil weten of een bepaalde uitwerking of oplossing correct is, dan moet je wel het volledige vraagstuk posten, anders is je vraag onmogelijk te beantwoorden.quote:Op woensdag 10 juni 2015 20:33 schreef rareziekte het volgende:
[..]
Sorry, ik bedoel een vergelijking in de vorm van cos(A)=cos(B), dat is geen functie idd. Er zijn dan twee oplossingen, maar ik wilde eigenlijk alleen zeker weten of bovenstaande oplossingen goed waren.
Als je geen chi-squared verdeling hebt gehad wordt het lastig ben ik bangquote:Op donderdag 11 juni 2015 17:00 schreef Aardappeltaart het volgende:
Overigens is de tweede vraag ondertussen gelukt. Die met die som van kwadraten van normale verdeling helaas niet. Kan iemand helpen? Heel erg bedankt!!
Het verschil is idd of je het over een element hebt of over een deelverzameling.quote:Op donderdag 11 juni 2015 18:27 schreef topdeck het volgende:
Klopt dit qua conventies?:
• Als a = onsplitsbaar/atomair/geen verzameling (bijv a = integer 5), dan schrijf je a ∊ b
• Als a = (deel)verzameling (bijv. a = {2,4,9}), dan schrijf je a ⊆ b
Om te beginnen: ik ben tegen het gebruik van de notaties sin−1 en cos−1 voor arcsin resp. arccos, dus zal ik deze laatste notaties gebruiken. Als je wil weten waarom, dan moet je dit maar eens lezen.quote:Op donderdag 11 juni 2015 13:38 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
[ afbeelding ]
Hoe kun je een dergelijke omschrijving uitvoeren?
Het is eenvoudiger om dit te onthouden als je de hoeken in graden uitdrukt, namelijk 0, 30, 45, 60 en 90 graden. Uiteraard moet je dan ook nog weten dat een gestrekte hoek, oftewel 180 graden, overeenkomt met π radialen. Een eenvoudig ezelsbruggetje: de sinus van de genoemde hoeken is nu achtereenvolgensquote:Op donderdag 11 juni 2015 22:07 schreef netchip het volgende:
Wat is een handig geheigensteuntje om te onthouden:
sin(0π) = 0
sin(⅙π) = ½√1 = ½
sin(¼π) = ½√2
sin(⅓π) = ½√3
Schets even een eenheidscirkel in een cartesisch assenstelsel en geef op de eenheidscirkel het punt aan dat je krijgt door het startpunt met coördinaten (1; 0) om de oorsprong te roteren over een hoek van +⅔π rad (positieve zin, dus tegen de klok in) en geef op de eenheidscirkel tevens het punt aan dat je krijgt door het startpunt met coördinaten (1; 0) om de oorsprong te roteren over een hoek van -⅔π rad (negatieve zin, dus met de klok mee).quote:En nog een vraag: hoe kan je gemakkelijk inzien dat x = k*2π, x = ⅔π + k*2π, en x = -⅔π + k*2π herleid kunnen worden tot x = k*⅔π?
Dat is inderdaad handig! Zo lukt het me wel om het te onthouden.quote:Op donderdag 11 juni 2015 22:32 schreef Riparius het volgende:
[..]
Het is eenvoudiger om dit te onthouden als je de hoeken in graden uitdrukt, namelijk 0, 30, 45, 60 en 90 graden. Uiteraard moet je dan ook nog weten dat een gestrekte hoek, oftewel 180 graden, overeenkomt met π radialen. Een eenvoudig ezelsbruggetje: de sinus van de genoemde hoeken is nu achtereenvolgens
½√0, ½√1, ½√2, ½√3, ½√4
en dus
0, ½, ½√2, ½√3, 1
en de cosinus van de genoemde hoeken krijg je achtereenvolgens door hetzelfde rijtje van rechts naar links op te schrijven.
Ja, dat zag ik later ook in mijn schets, maar dat moet je dan wel even net zien. Is er ook een manier om dit af te leiden uit de vergelijkingen voor x?quote:[..]
Schets even een eenheidscirkel in een cartesisch assenstelsel en geef op de eenheidscirkel het punt aan dat je krijgt door het startpunt met coördinaten (1; 0) om de oorsprong te roteren over een hoek van +⅔π rad (positieve zin, dus tegen de klok in) en geef op de eenheidscirkel tevens het punt aan dat je krijgt door het startpunt met coördinaten (1; 0) om de oorsprong te roteren over een hoek van -⅔π rad (negatieve zin, dus met de klok mee).
Je zou kunnen bedenken dat 3 · ⅔π = 2π, dan ben je er ook. De beeldpunten die we krijgen door het punt met coördinaten (1; 0) om de oorsprong te roteren over een hoek van +⅔π rad en over een hoek −⅔π rad hebben resp. de coördinaten (−½; ½√3) en (−½; −½√3). Los de vergelijking z3 = 1 maar eens op in C, zie je het verband?quote:Op donderdag 11 juni 2015 22:35 schreef netchip het volgende:
[..]
Dat is inderdaad handig! Zo lukt het me wel om het te onthouden.
[..]
Ja, dat zag ik later ook in mijn schets, maar dat moet je dan wel even net zien. Is er ook een manier om dit af te leiden uit de vergelijkingen voor x?
Het oplossen van vergelijkingen in C behandelen we aankomend jaar met wiskunde D, maar ik ga hier morgen zeker even naar kijken. Dan zie ik het verband misschien.quote:Op donderdag 11 juni 2015 22:43 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je zou kunnen bedenken dat 3 · ⅔π = 2π, dan ben je er ook. De beeldpunten die we krijgen door het punt met coördinaten (1; 0) om de oorsprong te roteren over een hoek van +⅔π rad en over een hoek −⅔π rad hebben resp. de coördinaten (−½; ½√3) en (−½; −½√3). Los de vergelijking z3 = 1 maar eens op in C, zie je het verband?
Ik kan je in ieder geval het Prisma Compendium Analytische meetkunde van C. van der Linden uit 1964 aanraden, waarin de vroegere stof van het middelbaar wordt behandeld. Dit boekje is niet meer nieuw te koop maar antiquarisch nog goed te vinden, bijvoorbeeld hier. Verder bijvoorbeeld dit Amerikaanse schoolboek van bijna een eeuw geleden. Oud, maar nog uitstekend leesbaar.quote:Op zaterdag 13 juni 2015 14:55 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
Kent iemand een handig boek/pdf voor kegelsneden en analytische meetkunde? Ik heb het erg lang geleden gehad, maar het grootste deel is inmiddels weggezakt en ik vond het best een leuk onderdeel.
Dat oude schoolboek, mooi! Die sla ik even op. Kegelsneden waren al geen examenstof meer toen ik examen deed, maar mijn docent was er nogal dol op dus deed er nog wel wat mee. Interessant.quote:Op zaterdag 13 juni 2015 20:02 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik kan je in ieder geval het Prisma Compendium Analytische meetkunde van C. van der Linden uit 1964 aanraden, waarin de vroegere stof van het middelbaar wordt behandeld. Dit boekje is niet meer nieuw te koop maar antiquarisch nog goed te vinden, bijvoorbeeld hier. Verder bijvoorbeeld dit Amerikaanse schoolboek van bijna een eeuw geleden. Oud, maar nog uitstekend leesbaar.
Thanks! Ik probeer eerst het Amerikaans schoolboek uit, als ik het niveau aardig beheers zal ik het andere boek bestellen.quote:Op zaterdag 13 juni 2015 20:02 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik kan je in ieder geval het Prisma Compendium Analytische meetkunde van C. van der Linden uit 1964 aanraden, waarin de vroegere stof van het middelbaar wordt behandeld. Dit boekje is niet meer nieuw te koop maar antiquarisch nog goed te vinden, bijvoorbeeld hier. Verder bijvoorbeeld dit Amerikaanse schoolboek van bijna een eeuw geleden. Oud, maar nog uitstekend leesbaar.
Het komt ook voor in de D boeken van Getal en Ruimte, maar die moet ik binnenkort inleveren en als ik heel eerlijk ben, gaan ze er naar mijn mening niet diep genoeg op in.quote:Op zaterdag 13 juni 2015 20:09 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Dat oude schoolboek, mooi! Die sla ik even op. Kegelsneden waren al geen examenstof meer toen ik examen deed, maar mijn docent was er nogal dol op dus deed er nog wel wat mee. Interessant.
Je kan 'm ook gewoon volledig resetten.quote:Op woensdag 17 juni 2015 16:21 schreef Nelvalhil het volgende:
Weet iemand waar ik in de settings in m'n grafische rekenmachine kan uitzetten dat m'n rekenmachine op 0 decimalen afrond, nu rondt hij dus gewoon op hele getallen af. Erg hinderlijk, zelf al een kwartier gezocht maar kan 't niet vinden Het gaat om een CASIO fx-9860GII
Het voordeel van een niet-grafisch rekenmachientje, de bediening is veel eenvoudiger.quote:Op woensdag 17 juni 2015 16:21 schreef Nelvalhil het volgende:
Weet iemand waar ik in de settings in m'n grafische rekenmachine kan uitzetten dat m'n rekenmachine op 0 decimalen afrond, nu rondt hij dus gewoon op hele getallen af. Erg hinderlijk, zelf al een kwartier gezocht maar kan 't niet vinden Het gaat om een CASIO fx-9860GII
Option --> NUM --> RND uit mijn hoofd.quote:Op woensdag 17 juni 2015 16:21 schreef Nelvalhil het volgende:
Weet iemand waar ik in de settings in m'n grafische rekenmachine kan uitzetten dat m'n rekenmachine op 0 decimalen afrond, nu rondt hij dus gewoon op hele getallen af. Erg hinderlijk, zelf al een kwartier gezocht maar kan 't niet vinden Het gaat om een CASIO fx-9860GII
Deze wordt altijd wel aangeraden voor wiskunde deficiënties weg te werken:quote:Op maandag 22 juni 2015 18:02 schreef dennis606 het volgende:
Wat is de beste manier om je voor te bereiden op een WO finance studie met weinig wiskundige voorkennis? Of afwachten tot ik de vakken heb en dan hard leren?
Volgens mij, als je twee onbekenden wilt oplossen heb je twee vergelijkingen nodig. Nu kan je weinig zinnigs zeggen over x en y. Misschien dat ik er naast zit hoor, want mijn wiskunde niveau is ook niet om over naar huis te schrijven.quote:Op maandag 22 juni 2015 20:47 schreef Doublepain het volgende:
Heb het een tijd niet meer gedaan, dus het is een beetje weg. Het is een simpele:
wat nou bijv
0.05X + 0.02Y=0.03
Hoe bereken je X en Y uit?
Ik dacht eerst .03 naar links doen maar daarna ben ik het gewoon kwijt.
Je kan X en Y niet uitrekenen uit één vergelijking, hiervoor heb je een (onafhankelijk) stelsel nodig. Je kan wel X uitdrukken in Y en andersom. Riparius of janneke zal wel een duidelijkere uitleg geven. Gaat het om een specifieke opgave?quote:Op maandag 22 juni 2015 20:47 schreef Doublepain het volgende:
Heb het een tijd niet meer gedaan, dus het is een beetje weg. Het is een simpele:
wat nou bijv
0.05X + 0.02Y=0.03
Hoe bereken je X en Y uit?
Ik dacht eerst .03 naar links doen maar daarna ben ik het gewoon kwijt.
je hebt inderdaad 2 vergelijkingen nodig om dat op te lossen. Nu zijn er oneindig veel antwoorden.quote:Op maandag 22 juni 2015 20:47 schreef Doublepain het volgende:
Heb het een tijd niet meer gedaan, dus het is een beetje weg. Het is een simpele:
wat nou bijv
0.05X + 0.02Y=0.03
Hoe bereken je X en Y uit?
Ik dacht eerst .03 naar links doen maar daarna ben ik het gewoon kwijt.
Bedankt! ik ga er mee aan de slagquote:Op maandag 22 juni 2015 21:20 schreef CapnIzzy het volgende:
[..]
Deze wordt altijd wel aangeraden voor wiskunde deficiënties weg te werken:
https://staff.fnwi.uva.nl/j.vandecraats/BasisboekWiskunde2HP.pdf
[..]
Volgens mij, als je twee onbekenden wilt oplossen heb je twee vergelijkingen nodig. Nu kan je weinig zinnigs zeggen over x en y. Misschien dat ik er naast zit hoor, want mijn wiskunde niveau is ook niet om over naar huis te schrijven.
quote:Op maandag 22 juni 2015 21:20 schreef CapnIzzy het volgende:
[..]
Deze wordt altijd wel aangeraden voor wiskunde deficiënties weg te werken:
https://staff.fnwi.uva.nl/j.vandecraats/BasisboekWiskunde2HP.pdf
[..]
Volgens mij, als je twee onbekenden wilt oplossen heb je twee vergelijkingen nodig. Nu kan je weinig zinnigs zeggen over x en y. Misschien dat ik er naast zit hoor, want mijn wiskunde niveau is ook niet om over naar huis te schrijven.
quote:Op maandag 22 juni 2015 21:47 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
[..]
Je kan X en Y niet uitrekenen uit één vergelijking, hiervoor heb je een (onafhankelijk) stelsel nodig. Je kan wel X uitdrukken in Y en andersom. Riparius of janneke zal wel een duidelijkere uitleg geven. Gaat het om een specifieke opgave?
thx voor jullie reacties, Ik kom er alleen niet uit,quote:Op maandag 22 juni 2015 21:47 schreef RRuben het volgende:
[..]
je hebt inderdaad 2 vergelijkingen nodig om dat op te lossen. Nu zijn er oneindig veel antwoorden.
Is er gegeven hoeveel liter je van die 3%-oplossing moet krijgen? Want dan moet daar je tweede vergelijking uit komen.quote:Op maandag 22 juni 2015 22:17 schreef Doublepain het volgende:
[..]
[..]
[..]
thx voor jullie reacties, Ik kom er alleen niet uit,
Het gaat om dit:
Ze vragen hoeveel liter zoutoplossing X en Y( in X zit 5% zout en Y 2% zout.) je nodig moet hebben om een bepaald aantal concentratie te krijgen, wat hier gaat om 3%,
Om 3% te krijgen heb je vergelijking 0.05X + 0.02Y nodig...
Volgens mij is de volgorde inderdaad hetzelfde.quote:Op dinsdag 23 juni 2015 15:36 schreef topdeck het volgende:
ff kort vraagje: Gaan bij matrices vermenigvuldigen, delen, etc. vóór optellen/aftrekken net als bij normale sommen? En kun je überhaupt matrices delen door een getal of door een ander matrix?
thx ik loop nu niet vast met een som gelukkig. Ik heb het ook nagecheckt met een som en het klopt ook wat je zei over * / komt voor +-quote:Op dinsdag 23 juni 2015 15:46 schreef Aardappeltaart het volgende:
[..]
Volgens mij is de volgorde inderdaad hetzelfde.
En delen door een getal is hetzelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde van dat getal. Laat A een matrix zijn en b een getal. Dan A/b=A*(1/b). Een matrix vermenigvuldigen met zo'n getal (scalair) is gewoon gedefinieerd.
Matrix delen is een goede vraag. Als we ook C en D matrices noemen, kan je de deling A/B=C definiëren als de unieke oplossing van A=BC. Hoe je die vindt en wanneer dit goed gaat is dan weer een andere vraag. Ik heb dit in ieder geval nog nooit gezien of hoeven doen.
Kom anders met wat voorbeelden over waar je over twijfelt?
Weet je hoe je de inverse van een matrix bepaalt?quote:Op dinsdag 23 juni 2015 15:46 schreef Aardappeltaart het volgende:
Matrix delen is een goede vraag. Als we ook B en C matrices noemen, kan je de deling A/B=C definiëren als de unieke oplossing van A=BC. Hoe je die vindt en wanneer dit goed gaat is dan weer een andere vraag. Ik heb dit in ieder geval nog nooit gezien of hoeven doen.
Ja, hoezo? Ah wacht, A/B opvatten als A*Binv. Nee, dan heb ik al best veel 'matrixdelingen' uitgevoerd.quote:Op dinsdag 23 juni 2015 17:06 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Weet je hoe je de inverse van een matrix bepaalt?
volgens mij kan je het niet helemaal in je rekenmachine zetten.quote:Op woensdag 24 juni 2015 15:19 schreef phpmystyle het volgende:
We nemen 3 ballen zonder teruglegging
De kans op 2 zwarte en 1 witte bal is
In totaal zijn er 14 ballen waarvan 8 zwart en 6 wit. Hoe kan ik deze bewerking uitvoeren op mijn TI-83?
P(ZZW) = 8/14 * 7/13 * 6/12 * 3 = 4/7 * 7/13 * 1/2 * 3.quote:Op woensdag 24 juni 2015 15:19 schreef phpmystyle het volgende:
We nemen 3 ballen zonder teruglegging
De kans op 2 zwarte en 1 witte bal is
In totaal zijn er 14 ballen waarvan 8 zwart en 6 wit. Hoe kan ik deze bewerking uitvoeren op mijn TI-83?
Je gebruikt combinaties en de productregel. P(zzw) = (8 nCr 2 * 6 nCr 1)/14 nCr 3 ≈ 0,461.quote:Op woensdag 24 juni 2015 15:19 schreef phpmystyle het volgende:
We nemen 3 ballen zonder teruglegging
De kans op 2 zwarte en 1 witte bal is
In totaal zijn er 14 ballen waarvan 8 zwart en 6 wit. Hoe kan ik deze bewerking uitvoeren op mijn TI-83?
De manier die ik hierboven heb gepost, werkt ook.quote:Op woensdag 24 juni 2015 16:47 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
[..]
Je gebruikt combinaties en de productregel. P(zzw) = (8 nCr 2 * 6 nCr 1)/14 nCr 3 ≈ 0,461.
Het is dan ook hetzelfde principe.quote:Op woensdag 24 juni 2015 16:52 schreef netchip het volgende:
[..]
De manier die ik hierboven heb gepost, werkt ook.
Thanks voor de duidelijk uitleg, als het goed is begrijp ik het nuquote:Op woensdag 24 juni 2015 16:55 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
[..]
Het is dan ook hetzelfde principe.
Edit: Ik zie zojuist dat ik helemaal niet heb laten zien hoe ik aan het antwoord kom, wat minstens even belangrijk is.
OP, de kans op een gebeurtenis P(gebeurtenis) = P(G) = N(aantal gunstige uitkomsten)/N(totaal aantal uitkomsten); N is een ehm... telfunctie (ik weet niet of dat de juiste benaming is).
In dit geval gaat het op 2 gebeurtenissen, sleutelwoord: en. Hierom P(G1 en G2) = P(G1) * P(G2). Er zijn 8 zwarte knikkers, dus de kans dat je er exact 2 pakt is 8 nCr 2 / 14 nCr 2 omdat 14 nCr 2 het totaal aantal mogelijkheden is om 2 knikkers te pakken (rangschikking buiten beschouwing gelaten, anders gaat het om permutaties en dus nPr).
Maar je pakt nu 3 knikkers in totaal, dus N(totaal) = 14 nCr 3
Gunstige uitkomsten zijn 8 nCr 2 * 6 nCr 1. Delen op elkaar levert de uitkomst van mijn vorige post.
Heb een oude TI83quote:Op woensdag 24 juni 2015 19:02 schreef -J-D- het volgende:
Bij gebruik van Binomcdf voer jij een ondergrens en een bovengrens in. Bij de rekenmachines die ik ken kun je alleen een bovengrens invoeren en wordt de kans cumulatief vanaf 0 successen uitgerekend.
Het is afhankelijk van het type GR welke gegevens je moet invoeren.
http://www.josgeerlings.n(...)0op%20de%20TI-83.docquote:Op woensdag 24 juni 2015 19:04 schreef phpmystyle het volgende:
[..]
Heb een oude TI83
Ik kan dus alleen maar N, P, bovengrens invoeren. Ipv N,P,ondergrens, bovengrens?
Thanks, heb'm doorgelezen en ik kan nu alles uitvoeren zolang er in het verhaal ''hoogstens'' gevraagd wordt. Echter als er een vraag komt zoals deze;quote:Op woensdag 24 juni 2015 19:31 schreef -J-D- het volgende:
[..]
http://www.josgeerlings.n(...)0op%20de%20TI-83.doc
Hoe je het met de GR doet weet ik ook niet (of ik weiger erover na te denken, dat zou ook kunnen), maar het is natuurlijk de kans op hoogstens 10 minus de kans op hoogstens 6.quote:Op woensdag 24 juni 2015 21:00 schreef phpmystyle het volgende:
[..]
Thanks, heb'm doorgelezen en ik kan nu alles uitvoeren zolang er in het verhaal ''hoogstens'' gevraagd wordt. Echter als er een vraag komt zoals deze;
Bereken de kans dat er minstens 7 en hoogstens 10 huishoudens van de 20 zijn die een
vaatwasser hebben.
a. 0,4556
b. 0,7353
c. 0,5304
N=2, P=0,50 Hoe kan ik dit nu berekenen met binomcdf?
N=20 overigens.quote:Op woensdag 24 juni 2015 21:03 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Hoe je het met de GR doet weet ik ook niet (of ik weiger erover na te denken, dat zou ook kunnen), maar het is natuurlijk de kans op hoogstens 10 minus de kans op hoogstens 6.
En hoezo dit nu weer? Ben net begonnen met het leren van deze gekkigheid. Ik heb een oude TI-83 waar je geen ondergrens en bovengrens hebt bij binomcdf. dus als ik iets wil berekenen kan ik dat alleen op de oude manier doen. Dat ik daar vragen bij heb is logisch.quote:
met of zonder teruglegging? En wat heb je al geprobeerd?quote:Op woensdag 24 juni 2015 23:10 schreef phpmystyle het volgende:
Nog één vraagje als het mag
In een vaas zitten 7 blauwe knikkers, 8 rooie, en 5 groene.
Hoe groot is de kans dat ik 2 blauwe, 1 rooie en 1 groene pak?
zonder;quote:Op woensdag 24 juni 2015 23:15 schreef RRuben het volgende:
[..]
met of zonder teruglegging? En wat heb je al geprobeerd?
Je gebruikt gewoon exact dezelfde methode als netflix en ik hierboven hebben gebruikt.quote:Op woensdag 24 juni 2015 23:10 schreef phpmystyle het volgende:
Nog één vraagje als het mag
In een vaas zitten 7 blauwe knikkers, 8 rooie, en 5 groene.
Hoe groot is de kans dat ik 2 blauwe, 1 rooie en 1 groene pak?
Laten we eerst eens kijken naar de vergelijking van de poollijn van een punt P(xP; yP) ten opzichte van de parabool met vergelijkingquote:Op vrijdag 26 juni 2015 21:19 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
Gegeven is de parabool y2 = 2p(x-a)
De lijn 3x + y = 12 is de poollijn van het punt P(-2,2) t.o.v. de parabool.
Bereken a en p.
Ik dacht aan yPy = px + pxP
Dit levert 2y = p(x-a) + -2p; maar in het antwoordenboek staat 2y = p(x-a) + p(-2-a). Wat zie ik over het hoofd?
met Z-hoeken kom je erachter dat:quote:Op donderdag 2 juli 2015 00:01 schreef BrokenBoy het volgende:
Zou iemand aan mij kunnen uitleggen hoe ik zo'n vraagstuk moet oplossen? Ik weet wel wat Z-hoeken zijn, maar ik weet niet wat dit met gelijkvormige figuren te maken hebben. Hierdoor weet ik niet waarom de conclusie getrokken kan worden dat driehoek ABS ~ driehoek EDS. Verder snap ik wel waarom zijde AS en ES zich verhouden als 4 : 1, maar snap ik niet waarom zijde AS 4/5e deel is van zijde AE.
[ afbeelding ]
Hartstikke bedankt voor je reactie ! Ik begrijp het nu helemaal. Die gelijkvormige situaties moet ik inderdaad goed leren, nu ken ik ze nog niet zo goed.quote:Op donderdag 2 juli 2015 00:21 schreef RRuben het volgende:
[..]
met Z-hoeken kom je erachter dat:
hoek SBA = hoek SDE
hoek SAB = hoek SED
Als twee driehoeken twee dezelfde hoeken hebben, dan zijn die twee driehoeken gelijkvormig, dus driehoek ABS ~ driehoek EDS. (Er zijn een paar gevallen waarbij 2 driehoeken gelijkvormig zijn, en die moet je gewoon leren)
Als AS:ES = 4:1 dan bestaat AE eigenlijk uit 5 keer ES. AS bestaat uit 4 keer ES (die verhouding). Dus AS is 4/5 van AE.
Sowieso, , dus .quote:Op zondag 5 juli 2015 09:34 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
Kan iemand mij het volgende uitleggen:
6 knikkers: 3 rode, 2 witte en 1 blauwe.
De knikkers worden steeds teruggelegd. In totaal worden 7 knikkers gepakt.
Wat is de kans op precies 2 rode knikkers:
P(rr r r r r r) = (3/6)2 * (3/6)5
Waarom moet dit nog vermenigvuldigd worden met 7 nCr 2 om tot het juiste antwoord te komen?
En
Wat is de kans op precies 5 rode knikkers en 2 witte knikkers?
P(rrrrr ww) = (3/6)5 * (2/6)2
Dit wordt vermenigvuldigd met 7 nCr 5, maar niet met 7 nCr 2. Waarom niet?
Ah dat zag ik dus over het hoofd. Bedankt!quote:Op zondag 5 juli 2015 12:39 schreef Arthos het volgende:
[..]
Sowieso, , dus .
Je moet nog extra vermenigvuldigen omdat de volgorde waarin je die rode knikkers pakt er niet toe doet. Jij hebt nu de waarschijnlijkheid bepaald van de reeks RR?????. Echter, de reeks ?????RR heeft dezelfde waarschijnlijkheid, bijv. En er zijn
van deze reeksen.
Je vermenigvuldigt met de verkeerde bedragen bij het speculeren: als de index hoger is win je 4000 euro, en als de index lager is verlies je 2000 euro bij een inzet van 2000 euro. Nu reken je met 2000 winst bij hoge index en geen verlies bij lage index.quote:Op dinsdag 7 juli 2015 18:18 schreef GeschiktX het volgende:
Hallo,
Ik heb een vraag over een vraagstuk met betrekking tot Wiskunde A (kansrekenen):
Het vraagstuk, welke beantwoord moet worden met juist/onjuist (onder de opgave):
Dit is een kansboom:
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
Ik heb het volgende:
A = Deskundige voorspelt hoge index
B = Index is hoog
P(A | B) = 0,72
P(Ac | B c)
P(B) = 0,5
P(Bc) = 0,5
P(A) = 0,6
P(Ac) = 0,4
P(A | Bc) = 0,48
P(Ac | B) = 0,28
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
Wat doe ik fout? Het antwoord is ONJUIST, maar aangezien ik in mijn ingevulde kansboom uitkom op tweemaal 1000 (bij wel advies: 1000 en bij niet advies 1000), lijkt het mij niet meer dan logisch dat Frank niet bereid is om te betalen voor advies.. Maar ik doe dus iets fouts..
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Het linkerlid is constant, dus moet het rechterlid ook constant zijn. Voor elke waarde van t moet er rechts dus hetzelfde staan. Dat kan alleen als de coëfficiënten van t en t2 gelijk zijn aan 0. Dan is (1-a+0,25a2)t2 + (-b+0,5ab)t = 0 + 0 = 0 en houd je over a = 0,25b2 - 0,25.quote:a = (1-a+0,25a2)t2 + (-b+0,5ab)t + 0,25b2 - 0,25
O ja, totaal over het hoofd gezien. Bedankt!quote:Op woensdag 8 juli 2015 18:43 schreef Tochjo het volgende:
[..]
Het linkerlid is constant, dus moet het rechterlid ook constant zijn. Voor elke waarde van t moet er rechts dus hetzelfde staan. Dat kan alleen als de coëfficiënten van t en t2 gelijk zijn aan 0. Dan is (1-a+0,25a2)t2 + (-b+0,5ab)t = 0 + 0 = 0 en houd je over a = 0,25b2 - 0,25.
quote:Op dinsdag 7 juli 2015 18:18 schreef GeschiktX het volgende:
Hallo,
Ik heb een vraag over een vraagstuk met betrekking tot Wiskunde A (kansrekenen):
Het vraagstuk, welke beantwoord moet worden met juist/onjuist (onder de opgave):
Dit is een kansboom:
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
Ik heb het volgende:
A = Deskundige voorspelt hoge index
B = Index is hoog
P(A | B) = 0,72
P(Ac | B c)
P(B) = 0,5
P(Bc) = 0,5
P(A) = 0,6
P(Ac) = 0,4
P(A | Bc) = 0,48
P(Ac | B) = 0,28
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
Wat doe ik fout? Het antwoord is ONJUIST, maar aangezien ik in mijn ingevulde kansboom uitkom op tweemaal 1000 (bij wel advies: 1000 en bij niet advies 1000), lijkt het mij niet meer dan logisch dat Frank niet bereid is om te betalen voor advies.. Maar ik doe dus iets fouts..
Moet ik dan niet naar de pay-off kijken? Ik deed namelijk hoge index (4000) - investeringsbedrag (2000) = 2000quote:Op dinsdag 7 juli 2015 22:59 schreef freiss het volgende:
[..]
Je vermenigvuldigt met de verkeerde bedragen bij het speculeren: als de index hoger is win je 4000 euro, en als de index lager is verlies je 2000 euro bij een inzet van 2000 euro. Nu reken je met 2000 winst bij hoge index en geen verlies bij lage index.
Ik ben niet zo bekend met de precieze methode, maar ik denk dat de opgave even beter moet lezen . Winnen met speculeren leidt tot verdrievoudiging van de inzet, en verliezen met speculeren raak je de inzet kwijt.quote:Op woensdag 8 juli 2015 19:21 schreef GeschiktX het volgende:
[..]
[..]
Moet ik dan niet naar de pay-off kijken? Ik deed namelijk hoge index (4000) - investeringsbedrag (2000) = 2000
Bij lage index (2000) - investering (2000) = 0
Omdat sin x een nulpunt heeft bij ieder geheel veelvoud van π?quote:Op vrijdag 10 juli 2015 16:14 schreef RRuben het volgende:
Ik snap alles behalve punt 3. Waarom staat daar k⋅π en niet k⋅2π?
Ohja! Hoe kan ik dat nou weer niet snappen, haha. Bedankt he!quote:Op vrijdag 10 juli 2015 16:17 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Omdat sin x een nulpunt heeft bij ieder geheel veelvoud van π?
Om hierop aan te sluiten, de periode van sin(ax) is gelijk aan 2π/a.Veel succes! Vergeet de dingetjes van de eenheidscirkel niet, mogelijk is het niet de bedoeling dat je die steeds op je GR intypt.quote:Op vrijdag 10 juli 2015 16:17 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Omdat sin x een nulpunt heeft bij ieder geheel veelvoud van π?
Denk aan de definities van de cosinus en de sinus aan de hand van de eenheidscirkel, dan zie je direct dat je het startpunt (1; 0) over een geheel aantal halve slagen om de oorsprong moet roteren om weer uit te komen op een punt waarvan de y-coördinaat nul is, zodat sin θ = 0 voor θ = kπ, k ∈ ℤ.quote:Op vrijdag 10 juli 2015 16:27 schreef RRuben het volgende:
[..]
Ohja! Hoe kan ik dat nou weer niet snappen, haha. Bedankt he!
ja thanks! Die tabel voor ainus en cosinus ken ik wel goed dus dat is het probleem niet.quote:Op vrijdag 10 juli 2015 16:33 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
[..]
Om hierop aan te sluiten, de periode van sin(ax) is gelijk aan 2π/a.Veel succes! Vergeet de dingetjes van de eenheidscirkel niet, mogelijk is het niet de bedoeling dat je die steeds op je GR intypt.
ja ik snap het nuquote:Op vrijdag 10 juli 2015 16:41 schreef Riparius het volgende:
[..]
Denk aan de definities van de cosinus en de sinus aan de hand van de eenheidscirkel, dan zie je direct dat je het startpunt (1; 0) over een geheel aantal halve slagen om de oorsprong moet roteren om weer uit te komen op een punt waarvan de y-coördinaat nul is, zodat sin θ = 0 voor θ = kπ, k ∈ ℤ.
Je kunt hier trouwens ook gebruik maken van de identiteit voor de sinus van de dubbele hoek, dan krijg je
sin x (1 + 2·cos x) = 0
sin x = 0 ∨ cos x = −½
x = kπ ∨ x = ⅔π + 2kπ ∨ x = −⅔π + 2kπ, k ∈ ℤ
cos(x) is de afgeleide van sin(x)quote:Op zaterdag 11 juli 2015 14:33 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
f(x) = cos(x)/(sin2(x) + 1)
Hoe kan ik F(x) bepalen? Ik weet wel dat als f(x) = 1/(x2+1), F(x) = arctan(x) + C ; maar wat doe ik met cos(x) in de teller?
Thanks!quote:Op zaterdag 11 juli 2015 14:48 schreef Anoonumos het volgende:
[..]
cos(x) is de afgeleide van sin(x)
kettingregel en zo
Substitutieregel gebruiken met u = sin(x) zodat du/dx = cos(x) en dus du = cos(x)dx. Dat kan ook impliciet met d(sin(x)) = cos(x)dx zodat je direct krijgtquote:Op zaterdag 11 juli 2015 14:33 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
f(x) = cos(x)/(sin2(x) + 1)
Hoe kan ik F(x) bepalen? Ik weet wel dat als f(x) = 1/(x2+1), F(x) = arctan(x) + C ; maar wat doe ik met cos(x) in de teller?
Ik had niet helemaal door dat de u/du-substitutie gebruikt moest worden in dit geval . Hoe dan ook, bedankt.quote:Op zaterdag 11 juli 2015 17:03 schreef Riparius het volgende:
[..]
Substitutieregel gebruiken met u = sin(x) zodat du/dx = cos(x) en dus du = cos(x)dx. Dat kan ook impliciet met d(sin(x)) = cos(x)dx zodat je direct krijgt
Het wordt juist een stuk lastiger als de teller van de integrand geen factor cos(x) zou hebben gehad. Probeer
maar eens te bepalen.
Je notatie is niet helemaal correct, want je laat in de derde en vierde stap ten onrechte het integraalteken weg. Maar het dikgedrukte deel is wel in orde. Het doet inderdaad wat vreemd aan dat je bij onbepaalde integralen die immers zijn op te vatten als een notatie voor de verzameling van alle primitieven van een gegeven functie overgaat op een andere variabele maar dit is wel de gebruikelijke manier van opschrijven. We substitueren hierquote:Op zondag 12 juli 2015 11:04 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
[..]
Ik had niet helemaal door dat de u/du-substitutie gebruikt moest worden in dit geval . Hoe dan ook, bedankt.
Klopt het qua notatie als in de volgende oplossing:
∫6x2/(3x3+6) dx
u = 3x3 + 6, dus du= 9x2dx
∫6x2/(3x3+6) dx= ∫2/3u du = d(2/3 * ln(u/3)) = d(2/3 * ln(x3+2)) = ln(x3+2) + C
Het gaat hier om het dikgedrukt deel. Ik benoem u en du, maar mag ik dat zomaar achter een "="-teken plaatsen?
Nee, de d en de ∫ zijn juist operatoren die - afgezien van de integratieconstante - elkaars inverse zijn. Deze notaties zijn ingevoerd door Leibniz en stonden oorspronkelijk voor resp. differentia en summa. Zie ook hier en hier. In het algemeen heb jequote:Op zondag 12 juli 2015 18:00 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
Ik dacht dat de d voor de formule het integraalteken verving.
Aangezienquote:Is de uitkomst trouwens niet 2ln(u/3)/3 ? Volgens WolframAlpha wel: http://www.wolframalpha.com/input/?i=6x%5E2%2F%283x%5E3+%2B+6%29
Het kunnen primitiveren van de functie f(x) = x·sin2(x) hoort niet tot de stof van wiskunde B. Je zou hiervoor de identiteit sin2(x) = ½ − ½·cos(2x) kunnen gebruiken om de integrand te schrijven als x − x·cos(2x) en vervolgens partiële integratie kunnen toepassen, maar dat laatste hoort dus niet tot de examenstof.quote:Op maandag 13 juli 2015 16:14 schreef BrokenBoy het volgende:
Zou iemand mij kunnen helpen met het integreren van bepaalde sinusoïden?
Ik vind in ieder geval dat je in staat moet zijn deze functie te primitiveren, en dat dit ook van een 5VWO leerling verwacht mag worden.quote:Op maandag 13 juli 2015 16:14 schreef BrokenBoy het volgende:
Zou iemand mij kunnen helpen met het integreren van bepaalde sinusoïden? Ik heb een f(x) bedacht die niet in het boek staat, maar die ik (denk ik) wel moet kunnen primitiveren. Moet een 5 vwo'er (dit hoofdstuk komt uit het boek van 5 vwo) in staat zijn om deze functie te kunnen primitiveren? Over deze functie heb ik het:
[ afbeelding ]
Als je even denkt aan de identiteit voor de sinus van de dubbele hoekquote:Deze Dit functievoorschrift staat in het boek, maar ik weet niet hoe ik dit moet primitiveren (vraag f):
[ afbeelding ]
De methode die je hier toepast is fout, want uit je uitwerking maak ik op dat je denkt dat je een primitieve van een product van twee functies kunt verkrijgen door het product te nemen van primitieven van elk van beide functies, maar dat is niet zo. Je kunt gemakkelijk inzien dat dit niet zo werkt: als F en G primitieven zijn van twee functies f en g, dan is de afgeleide van het product FG gelijk aan F'G + FG' = fG + Fg en dus niet fg. Verder lijkt het alsof je denkt dat (1/x2)·cos(x2) een primitieve is van sin(x2) maar ook dat klopt niet. Ga dit zelf maar na door je uitdrukking te differentiëren.quote:Deze 2 functievoorschriften heb ik moeten primitiveren (komt uit het boek), maar ik weet niet of ik het goed heb gedaan. Kan iemand bevestigen dat ik dit op de juiste manier doe en zo niet, zou iemand mij kunnen verbeteren?:
Edit: ik zie nu dat je in je eerste foto de functie f(x) = x·sin2x hebt, en niet f(x) = sin2x zoals ik hierboven aanneem. Helaas zijn foto's hier niet eenvoudig te zien als ik een bericht beantwoord, vandaar de vergissing. Zoals Tochjo opmerkt moet je hier inderdaad partiële integratie gebruiken.quote:[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
Ik zie trouwens dat ik steeds de constante ben vergeten op te schrijven (+C achter iedere F(x)), maar goed, dat moet er natuurlijk ook steeds achter staan.
Gelukkig hoort dit niet tot de examenstof van vwo Wiskunde B.quote:Op maandag 13 juli 2015 16:32 schreef Tochjo het volgende:
[..]
Het kunnen primitiveren van de functie f(x) = x·sin2(x) hoort niet tot de stof van wiskunde B. Je zou hiervoor de identiteit sin2(x) = ½ − ½·cos(2x) kunnen gebruiken om de integrand te schrijven als x − x·cos(2x) en vervolgens partiële integratie kunnen toepassen, maar dat laatste hoort dus niet tot de examenstof.
Ik zie nu inderdaad dat ik de minteken ben vergeten. Dit was slordig van mij, omdat ik weet dat je een minteken moet zetten als je een sinusfunctie primitiveert. Dat van m(x) begrijp ik niet, waarom is 2·sin(x)·cos(x) = sin(2x)?quote:Op maandag 13 juli 2015 16:32 schreef Tochjo het volgende:
[..]
Bij het primitiveren van h(x) = x·sin(x2) ben je een minteken vergeten. Begrijp je waarom? Inderdaad is L(x) = ⅓·sin(x3) een primitieve van ℓ(x) = x2·cos(x3). Het primitiveren van m(x) = 2·sin(x)·cos(x) gaat vrij eenvoudig als je herkent dat 2·sin(x)·cos(x) = sin(2x).
Vroeger wel hoor. En in Vlaanderen leert men dit gewoon op school, dus waarom hier niet?quote:Op maandag 13 juli 2015 17:01 schreef BrokenBoy het volgende:
Bedankt voor je reactie, Tochjo !
[..]
Gelukkig hoort dit niet tot de examenstof van vwo Wiskunde B.
Lees mijn post hierboven. Je hebt toch hopelijk wel eens van goniometrische identiteiten gehoord?quote:[..]
Dat van m(x) begrijp ik niet, waarom is 2·sin(x)·cos(x) = sin(2x)?
Het antwoord is niet boeiend. De weg naar het antwoord wel.quote:Op maandag 13 juli 2015 17:58 schreef GeschiktX het volgende:
Ik kom bij de volgende vraag uit op 0,51, klopt dit? Kan iemand dit bevestigen of ontkennen?
[ afbeelding ]
Ten slotte:
Weet iemand hoe ik vraag 19 kan berekenen?
[ afbeelding ]
Bij vraag 19 heb ik niks berekend, omdat ik het niet snap. Ik weet wel dat om de correlatiecoefficient te berekenen (r) de formule als volgt luidt:quote:Op maandag 13 juli 2015 18:46 schreef -J-D- het volgende:
[..]
Het antwoord is niet boeiend. De weg naar het antwoord wel.
Wat heb je bij beide al berekend?
Ik had hierna (en nu) niet genoeg tijd om je post goed door te nemen. Hartstikke bedankt voor je uitgebreide reactie, ik ga er vanavond goed naar kijken.quote:Op maandag 13 juli 2015 17:11 schreef Riparius het volgende:
[..]
Vroeger wel hoor. En in Vlaanderen leert men dit gewoon op school, dus waarom hier niet?
[..]
Lees mijn post hierboven. Je hebt toch hopelijk wel eens van goniometrische identiteiten gehoord?
Kijk even hier. Je kunt ook mijn overzichtje downloaden maar dat gaat wel verder dan de stof van de middelbare school.quote:Op maandag 13 juli 2015 19:11 schreef BrokenBoy het volgende:
[..]
Ik had hierna (en nu) niet genoeg tijd om je post goed door te nemen. Hartstikke bedankt voor je uitgebreide reactie, ik ga er vanavond goed naar kijken.
Ik heb nooit van goniometrische identiteiten gehoord (ik doe wis B er zelf naast, dus heb geen les met klasgenoten gehad). Misschien weet ik wel wat het is a.d.h.v voorbeelden, maar nu zegt het begrip mij niks.
In orde.quote:Op maandag 13 juli 2015 19:09 schreef GeschiktX het volgende:
[..]
Vraag 16:
A = slagen voor de test, B= succesvol
P(B) = 0,60 , P(Bc) = 0,40 --> c = complement
P(A|B) = 0,85 , P(Ac | B ) = 0,15
P(Ac | Bc) = 0,90
P(A | Bc) = 0,10
P(A and B ) = 0,85 * 0,60 = 0,51
"Kleinste kwadraten" wil zeggen dat in y^ = ax + b, a en b zo zijn gekozen datquote:Op maandag 13 juli 2015 17:58 schreef GeschiktX het volgende:
Ik kom bij de volgende vraag uit op 0,51, klopt dit? Kan iemand dit bevestigen of ontkennen?
[ afbeelding ]
Ten slotte:
Weet iemand hoe ik vraag 19 kan berekenen?
[ afbeelding ]
Over een periode van vijf jaar wordt (18000 − 15000) : 15000 x 100% = 20% rente gerekend. Daarbij hoort een groeifactor van 1,2. De groeifactor per maand is 1,21/60 ≈ 1,0030, dus ongeveer 0,30% rente per maand.quote:Op woensdag 15 juli 2015 09:22 schreef Drumkitje het volgende:
Als ik een lening opstel van 15.000 eur voor over 60 maanden en ik betaal 18.000 terug in totaal, hoeveel procent rente is dat per maand? of wat is hier de rekensom van?
Deze herleiding is fout. Je moet in de teller van de eerste breuk een veelvoud van 2x + 8 krijgen en je hebtquote:Op zaterdag 18 juli 2015 18:08 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
Kan iemand mij op m'n fout wijzen in het onderstaande?
Ik zoek de primitieve van f(x)
f(x) = 6x-4/(x2+8x+24)
Dan neem ik u=x2+8x+24, zodat we du = (2x+8) dx hebben en dan herschrijf ik f(x) zodat we du erin terugvinden:
f(x) = 6x+8-12/(x2+8x+24)
f(x) = 6x+8/(x2+8x+24) - 12/(x2+8x+24)
Ah natuurlijk. Bedankt!quote:Op zaterdag 18 juli 2015 18:22 schreef Riparius het volgende:
[..]
Deze herleiding is fout. Je moet in de teller van de eerste breuk een veelvoud van 2x + 8 krijgen en je hebt
aangezien 3·8 − 28 = 24 − 28 = −4.
Bedenk eerst dat, als een produkt van twee factoren nul is, één van beide factoren nul moet zijn.quote:Op zondag 26 juli 2015 20:59 schreef poker4lifee het volgende:
ook een vraagje
[ afbeelding ]
iemand die weet hoe je deze moet oplossen? Krijg het niet voor elkaar met de geleerde regels
snap je maar deels denk ik Dus dat of 4/x=0 of andere=0 en 4/x=0 kan nietquote:Op zondag 26 juli 2015 21:04 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Bedenk eerst dat, als een produkt van twee factoren nul is, één van beide factoren nul moet zijn.
Bedenk daarna dat één van beide factoren in dit geval helemaal geen nul kan worden
En bedenk daarna dat wat je overhoudt alleen maar nul is als 1 - ... = 0 ?
Je maakt het jezelf alleen maar moeilijk door dingen als "iets" en "andere" te gebruiken.quote:Op zondag 26 juli 2015 21:26 schreef poker4lifee het volgende:
[..]
snap je maar deels denk ik Dus dat of 4/x=0 of andere=0 en 4/x=0 kan niet
dus dan hou je over (1-(ln(x))^3)=0?
ohww en dan dus 1-iets=0 moet 1 zijn en eloge=1 dus antwoord dan e.
Thanks
will do thxquote:Op zondag 26 juli 2015 21:52 schreef t4rt4rus het volgende:
[..]
Je maakt het jezelf alleen maar moeilijk door dingen als "iets" en "andere" te gebruiken.
En het wordt super onduidelijk voor anderen.
Zeg gewoon
(log x)^3 = 1 ipv iets is 1
log x = 1
x = e ipv dus antwoord is e
Dus om die -3 weg te halen, deelt hij dus door 0. Ah, het lichtje begint te branden. Vond het oprecht vreemd omdat het getal binnen de haakjes een apart getal was voor de berekening.quote:Op woensdag 12 augustus 2015 16:33 schreef Scuidward het volgende:
Daar staat eigenlijk -3 maal hetgeen tussen haakjes.
Dus ze delen beiden zijden door -3.
0 blijft 0, en hetgeen binnen de haakjes komt buiten de haakjes.
Nee, hij deelt niet door 0.quote:Op woensdag 12 augustus 2015 16:38 schreef Monopoly het volgende:
[..]
Dus om die -3 weg te halen, deelt hij dus door 0. Ah, het lichtje begint te branden. Vond het oprecht vreemd omdat het getal binnen de haakjes een apart getal was voor de berekening.
Ik ga er eens mee spelen met andere sommen van dit principe.
Bedankt!
Ja natuurlijk! Wat stom dat ik dat niet door had.quote:Op woensdag 12 augustus 2015 16:40 schreef Scuidward het volgende:
[..]
Nee, hij deelt niet door 0.
Hij deelt het allebei door -3.
0 delen door -3 blijft 0.
-3 (x - 4) delen door -3 geeft x-4, net als -3(3), dus eigenlijk -9, gedeeld door -3, ook weer 3 is, wat tussen haakjes stond.
Edit: Misschien is het handig om te weten dat als getallen 'tegen elkaar aan staan', zoals (3)(4) normaal gesproken vermenigvuldigt dienen te worden, dus (3)(4) = 12, en 3(x) = 3x, en 3(x+2) = 3x + 6.
Ik heb geen flauw idee, maar de kans op nul blauwe ballen is 4/7*3/6*2/5. De kans op minstens 1 blauwe is 1-dat.quote:Op donderdag 20 augustus 2015 00:05 schreef phpmystyle het volgende:
Hoe kan ik dit berekenen met een grafische rekenmachine?
Je drukt op math, dan ga je naar PRB, staat rechts boven aan, en dan optie 3 nCrquote:Op donderdag 20 augustus 2015 00:05 schreef phpmystyle het volgende:
In een vaas zitten 4 rode ballen en 3 blauwe ballen. Er worden 3 ballen zonder teruglegging
uit de vaas genomen.
Hoe groot is de kans op minstens één blauwe bal?
a. 0,187
b.0,813
c. 0,886
Hoe kan ik dit berekenen met een grafische rekenmachine? Ik weet echter alleen precieze aantallen te berekenen, maar niet met minstens of hoogstens
Er is gegeven dat de top van grafiek op die parabool ligt. Dat wil dus zeggen dat de coordinaten (x-top, y-top) zowel op f(x) als op y(x) liggen.quote:Op zaterdag 5 september 2015 12:55 schreef BroodmetChocopasta het volgende:
Ik snap hier geen hol van:
De top van de grafiek van fp(x) = 0,5x2 + px + q ligt op de parabool y = x2 + x + 1 .
a) Druk q uit in p. ????????????
Ik heb van alles geprobeerd, maar ik kom er niet uit. Kan iemand mij helpen?
Ik heb het geprobeerd, maar ik kom nog steeds niet uit. Wat is er fout aan mijn berekening?:quote:Op zaterdag 5 september 2015 13:51 schreef Alrac4 het volgende:
[..]
Er is gegeven dat de top van grafiek op die parabool ligt. Dat wil dus zeggen dat de coordinaten (x-top, y-top) zowel op f(x) als op y(x) liggen.
Je weet als het goed is hoe je de coordinaten van de top moet bepalen. Dit kun je hier ook doen, met p en q als onbekende. Je vindt dan een uitdrukking voor de x-coordinaat van de top in termen van p. Je weet dat het punt (x-top, y-top) ook op y(x) ligt, dus je kunt zeggen: f(x-top) = y(x-top). Nu heb je een vergelijking met alleen p en q als onbekenden, en dus kun je q in p uitdrukken.
De fout die je maakt is dat je de top van y(x) berekent. Er staat niet dat de top van f(x) ook de top van y(x) is, de top van f(x) ligt gewoon ergens op y(x). Je moet dus niet x-top van y(x) invullen in y(x), maar de x-top van f(x). Dat is namelijk de coordinaat die hetzelfde is voor beide functies.quote:Op zaterdag 5 september 2015 14:31 schreef BroodmetChocopasta het volgende:
[..]
Ik heb het geprobeerd, maar ik kom nog steeds niet uit. Wat is er fout aan mijn berekening?:
fp(x) = 0,5x2 + px + q
y = x2 + x + 1
f(x-top) = -b / 2a = - p
y(x-top) = -b / 2a = - 0,5
y= (-0,5)2 - 0,5 + 1
= 0,75
Snijpunt (S) : S(-0,5 ; 0,75)
fp(-p) = 0,75
0,75 = 0,5*(-p)2 + p * -p + q
0,75= 0,5p2 - p2 + q
0,75= -0,5p2 + q
q = 0,5p2 + 0,75
Maar het antwoordenboek zegt : q = 1,5p2 -p + 1
???????????????????????????????????????????????????????
Hier gaat het mis.quote:Op zaterdag 5 september 2015 14:31 schreef BroodmetChocopasta het volgende:
Ik heb het geprobeerd, maar ik kom nog steeds niet uit. Wat is er fout aan mijn berekening?:
fp(x) = 0,5x2 + px + q
y = x2 + x + 1
f(x-top) = -b / 2a = - p
y(x-top) = -b / 2a = - 0,5
Zo help je mensen dus van de wal in de sloot:quote:Op donderdag 20 augustus 2015 03:28 schreef ForzaMilan het volgende:
[..]
Volgens mij was nCr voor dingen zonder terugleggen en nPr voor dingen met terugleggen maar het is al lang geleden dat ik deze dingen deed op het vwo.
Aah, dat deed ik dus de hele tijd verkeerd! Bedankt, ik ben er uitgekomen!quote:Op zaterdag 5 september 2015 14:42 schreef Alrac4 het volgende:
[..]
De fout die je maakt is dat je de top van y(x) berekent. Er staat niet dat de top van f(x) ook de top van y(x) is, de top van f(x) ligt gewoon ergens op y(x). Je moet dus niet x-top van y(x) invullen in y(x), maar de x-top van f(x). Dat is namelijk de coordinaat die hetzelfde is voor beide functies.
Dat.quote:Op zaterdag 5 september 2015 15:19 schreef BroodmetChocopasta het volgende:
Nieuwe opdracht:
De selectie van het eerste team van korfbalvereniging Avanti bestaat uit zes heren en zes dames.
Aan het begin van de competitie wordt een foto van de selectie gemaakt. De fotograaf zet de twaalf spelers op een rij.
Hoeveel rijen zijn mogelijk waarbij geen twee heren naast elkaar staan?
Ik dacht dus, dan krijg je man, vrouw, man, vrouw, etc. of vrouw, man, vrouw, man, etc.
de correcte berekening is 2 • 6 • 6 • 5 • 5 • 4 • 4 • 3 • 3 • 2 • 2 • 1 • 1, maar ik snap niet hoe ze hier op komen, want ik dacht zelf aan: 12 • 6 • 6 • 5 • 5 • 4 • 4 • 3 • 3 • 2 • 2 • 1 • 1.
Wat gaat er fout?
top! helemaal duidelijk!quote:Op zaterdag 5 september 2015 15:29 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Dat.
Volgens jouw denkwijze heb je voor de eerste plaats 12 kandidaten. Voor de volgende positie heb je er nog zes (een van de zes van het andere geslacht). Voor positie drie zijn er nog 5 (Er is er namelijk al eentje van het betreffende geslacht opgesteld). Etc.
Daarmee kom je op 12 • (6 • 5 • 5 • 4 • 4 • 3 • 3 • 2 • 2 • 1 • 1).
Dat is hetzelfde als het andere antwoord, want daar staat 2 • 6 • (6 • 5 • 5 • 4 • 4 • 3 • 3 • 2 • 2 • 1 • 1). Door de haakjes zie je meteen dat dat hetzelfde is. De gedachte in dat antwoord is dat je voor iedere positie 6, 6, 5, 5 etc. mogelijkheden hebt, en de eerste factor 2 komt doordat je kan beginnen met danwel een man, danwel een vrouw.
Ik zeg toch ook volgens mij.quote:Op zaterdag 5 september 2015 14:50 schreef la_perle_rouge het volgende:
[..]
Zo help je mensen dus van de wal in de sloot:
nCr berekent de combinatie, op hoeveel manieren kan je 3 knikkers uit een vaas van 10 trekken, terwijl de volgorde niet van belang is, bijvoorbeeld omdat je die knikkers in een kommetje (COMmetje) legt.
nPr berekent de permutatie, op hoeveel manieren kunnen in een wedstrijd met 10 personen goud, zilver en brons gewonnen worden, PRijsuitreikingen. De volgorde is van belang.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |