abonnement Unibet Coolblue
pi_153261757
Post hier weer al je vragen, passies, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de wiskunde.

Van MBO tot WO, hier is het topic waar je een antwoord kunt krijgen op je vragen. Vragen over stochastiek in het algemeen en stochastische processen & analyse in het bijzonder worden door sommigen extra op prijs gesteld!

Opmaak:
• met de [tex]-tag kun je Latexcode in je post opnemen om formules er mooier uit te laten zien (uitleg).

Links:
http://integrals.wolfram.com/index.jsp: site van Wolfram, makers van Mathematica, om online symbolische integratie uit te voeren.
http://mathworld.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg korte wiki-achtige artikelen over wiskundige concepten en onderwerpen, incl. search.
http://functions.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg identiteiten, gerangschikt per soort functie.
http://scholar.google.com/: Google scholar, zoek naar trefwoorden specifiek in (wetenschappelijke) artikelen. Vaak worden er meerdere versies van hetzelfde artikel gevonden, waarvan één of meer van de website van een journaal en (dus) niet vrij toegankelijk, maar vaak ook een versie die wel vrij van de website van de auteur te halen is.
http://www.wolframalpha.com Meest geavanceerde rekenmachine van het internet. Handig voor het berekenen van integralen, afgeleides, etc...

OP

Handig:
Riparius heeft ooit een PDF geschreven over goniometrische identiteiten. Deze kun je hier downloaden:
www.mediafire.com/view/?2b214qltc7m3v0d
pi_153261785
quote:
0s.gif Op woensdag 3 juni 2015 19:40 schreef Holograph het volgende:
Nog een vraagje over kansrekening.
Zij f_{T}(t)=t \cdot e^{-t}, t>0 een continue stochast. Zij U een uniform verdeelde stochast op [0,1], onafhankelijk van T. Wat is de verdeling van U(T),(1-U)(T). Ik zie hem alleen totaal niet. U(T) moet nog wel lukken, maar hoe ik die laatste moet doen is mij niet duidelijk. Zou iemand mij een hint kunnen geven?
Weet het verder ook niet helaas

quote:
0s.gif Op donderdag 4 juni 2015 21:43 schreef Trias19 het volgende:
Dag iedereen,

Kan er iemand mij aub helpen met deze oefening? Het gaat over de voorwaardelijke kans en het lukt mij maar niet om dit op te lossen. Kan ik het ook oplossen met een boomdiagram?

Een psychotherapeut behandelt mensen met neurotische stoornissen meestal
(80%) met gesprekstherapie, terwijl voor psychotische stoornissen vaker een
combinatie van gedragstherapie en medicatie (70%) wordt toegepast. Indien
voor een bepaalde stoornis niet wordt gekozen voor de ene therapie, dan wordt
de andere toegepast. Stel dat 60% van de cliënten van deze psychotherapeut
worden behandeld voor een neurotische stoornis en 40% voor een psychotische
stoornis.
a) Als je nu weet dat de therapeut gesprekstherapie geeft aan een bepaalde cliënt,
hoe groot is dan de kans dat die lijdt aan een psychotische stoornis?

b) Stel dat je van 3 cliënten weet dat die gesprekstherapie krijgen, hoe groot is dan
de kans dat ze alle drie aan een psychose lijden?

Hier heb ik de gegevens opgesomt:
NS gespreksth =80%
PS gedragst & Med = 70%
NS = 60%
PS = 40%
Regel van Bayes

[ Bericht 1% gewijzigd door Anoonumos op 04-06-2015 23:52:00 ]
pi_153289408
Wilt er aub iemand mij zeggen of ik het juist oplos?

GT=gesprekstherapie, PS= psychotische stoornissen, NS = neurotische stoornis

Oplossing voor de eerste vraag : P(PS\GT) = (0,8* 0,4) / (0.8*0.4) + (0.3*0.6) = 0,64

Stoornissen:
NS= 0.6%
-GT =0.8%
-Niet GT = 0.2%

PS= 0.4%
-Gedrags & Med = 0.7%
- Niet Gedrags & Med = 0.3%

Hoe kan ik bij de vraag 2 die 3 cliënten selecteren? Hoe moet ik het opschrijven? P(..)
pi_153289937
quote:
0s.gif Op vrijdag 5 juni 2015 22:41 schreef Trias19 het volgende:
Wilt er aub iemand mij zeggen of ik het juist oplos?

GT=gesprekstherapie, PS= psychotische stoornissen, NS = neurotische stoornis

Oplossing voor de eerste vraag : P(PS\GT) = (0,8* 0,4) / (0.8*0.4) + (0.3*0.6) = 0,64
Waar je 0.8 het moet 0.3 staan (2 keer) en waar je 0.3 hebt moet 0.8 staan

P (PS | GT) = P (GT | PS) P (PS) / (P (GT | PS) P (PS) + P (GT | NS) P (NS)) = 0.3 * 0.4 / (0.3 * 0.4 + 0.8 * 0.6) = 0.2

Antwoord op B is dan het product van 3 keer de kans van antwoord A dus 0.23 = 0.008
pi_153299049
de primitieve van 2(1-x)^-(1/2) geeft -4(1-x)^(1/2)

is het niet 4? waar komt die -4 vandaan?
pi_153300076
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 juni 2015 13:22 schreef rareziekte het volgende:
de primitieve van 2(1-x)^-(1/2) geeft -4(1-x)^(1/2) + c

is het niet 4?
Nee, dit had je gemakkelijk zelf kunnen inzien door jouw vermeende primitieve functie te differentiëren.
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 juni 2015 13:22 schreef rareziekte het volgende:
waar komt die -4 vandaan?
Door juist te primitiveren. Tip: merk op dat er een coëfficiënt -1 voor x staat en ga dan nadenken over de kettingregel der differentiaalrekening.
pi_153300376
quote:
0s.gif Op zaterdag 6 juni 2015 14:16 schreef jungiaan het volgende:

[..]

Nee, dit had je gemakkelijk zelf kunnen inzien door jouw vermeende primitieve functie te differentiëren.

[..]

Door juist te primitiveren. Tip: merk op dat er een coëfficiënt -1 voor x staat en ga dan nadenken over de kettingregel der differentiaalrekening.
Ok, had die -x over het hoofd gezien, dank
pi_153312361
quote:
0s.gif Op vrijdag 5 juni 2015 22:58 schreef Anoonumos het volgende:

[..]

Waar je 0.8 het moet 0.3 staan (2 keer) en waar je 0.3 hebt moet 0.8 staan

P (PS | GT) = P (GT | PS) P (PS) / (P (GT | PS) P (PS) + P (GT | NS) P (NS)) = 0.3 * 0.4 / (0.3 * 0.4 + 0.8 * 0.6) = 0.2

Antwoord op B is dan het product van 3 keer de kans van antwoord A dus 0.23 = 0.008
Bedankt, nu snap ik wat ik fout deed...
pi_153385865
Ik probeer te bewijzen f(x)=1/sqrt(1-x2) geeft F(x)=arcsin(x)

Substitutie van x=sin(x) in f(x)dx geeft

1/sqrt(1-sin^2(t))dsin(t) = cos(t)/sqrt(1-sin^2(t))dt

Het boek neemt de noemer als sqrt cos^2(t)

Hoezo is 1-sin^2(t)=cos^2(t) ? Met de verdubbelingsformules kom ik er niet uit

[ Bericht 0% gewijzigd door rareziekte op 09-06-2015 19:00:31 ]
pi_153386265
quote:
0s.gif Op dinsdag 9 juni 2015 17:04 schreef rareziekte het volgende:
Ik probeer te bewijzen f(x)=1/sqrt(1-x2) geeft F(x)=arcsin(x)

Substitutie van x=sin(x) in f(x)dx geeft

1/sqrt(1-sin^2(t))dsin(t) = cos(t)/sqrt(1-sin^2(t))dt

Het boek neemt de noemer als sqrt cos^2(t)

Hoezo is 1-sin^(t)=cos^2(t) ? Met de verdubbelingsformules kom ik er niet uit
cos^2(t) + sin^2(t) = 1 (eenheidscirkel en Pythagoras)

Dus het volgt direct dat 1 - sin^2(t)=cos^2(t).

Aangenomen dat je dat bedoelt (de typo).
pi_153388885
quote:
0s.gif Op dinsdag 9 juni 2015 17:20 schreef Arthos het volgende:

[..]

cos^2(t) + sin^2(t) = 1 (eenheidscirkel en Pythagoras)

Dus het volgt direct dat 1 - sin^2(t)=cos^2(t).

Aangenomen dat je dat bedoelt (de typo).
Ah, dank. Stom. Jup, dat bedoelde ik

Bij het berekenen van de oplossingen van een functie f(x) kom ik uiteindelijk uit op

-2x=-(1/2)pi + k2pi v 6x=-(1/2)pi+k2pi

Vervolgens geeft het boek

x= (1/4)pi + kpi v x=-(1/12)pi+k(1/3)pi

Waarom is het niet (1/4)pi - kpi?
pi_153389708
quote:
0s.gif Op dinsdag 9 juni 2015 19:10 schreef rareziekte het volgende:

[..]

Ah, dank. Stom. Jup, dat bedoelde ik

Bij het berekenen van de oplossingen van een functie f(x) kom ik uiteindelijk uit op

-2x=-(1/2)pi + k2pi v 6x=-(1/2)pi+k2pi

Vervolgens geeft het boek

x= (1/4)pi + kpi v x=-(1/12)pi+k(1/3)pi

Waarom is het niet (1/4)pi - kpi?
k ranged over alle gehele getallen. In die context, is -kpi hetzelfde als +kpi.

Immers, als x= (1/4)pi + kpi voor k=n, dan x= (1/4)pi - kpi voor k=-n. Als n een geheel getal is, is -n ook een geheel getal.

EDIT: Wauw, ik wist niet dat je kon TeXen hier. Maakt het leven makkelijker. Dus:

x = \frac{1}{4}\pi + k\pi\text{ voor }k=n \quad \Rightarrow \quad x = \frac{1}{4}\pi - k\pi\text{ voor }k=-n

[ Bericht 8% gewijzigd door Arthos op 09-06-2015 21:58:48 ]
pi_153404279
quote:
0s.gif Op dinsdag 9 juni 2015 19:29 schreef Arthos het volgende:

[..]

k ranged over alle gehele getallen. In die context, is -kpi hetzelfde als +kpi.

Immers, als x= (1/4)pi + kpi voor k=n, dan x= (1/4)pi - kpi voor k=-n. Als n een geheel getal is, is -n ook een geheel getal.

EDIT: Wauw, ik wist niet dat je kon TeXen hier. Maakt het leven makkelijker. Dus:

x = \frac{1}{4}\pi + k\pi\text{ voor }k=n \quad \Rightarrow \quad x = \frac{1}{4}\pi - k\pi\text{ voor }k=-n
Als je vervolgens de oplossingen van die functie op domein [0,3pi] wilt geven neem je dus

x=1/4 pi v x= (1/4pi) - -2*pi= 2 (1/4)pi ? Dan snap ik dat -kpi hier gelijk is aan +kpi

Bedankt.
pi_153414886
quote:
0s.gif Op woensdag 10 juni 2015 10:37 schreef rareziekte het volgende:

[..]

Als je vervolgens de oplossingen van die functie op domein [0,3pi] wilt geven neem je dus

x=1/4 pi v x= (1/4pi) - -2*pi= 2 (1/4)pi ? Dan snap ik dat -kpi hier gelijk is aan +kpi

Bedankt.
Ik heb het idee dat je het nog niet begrijpt. Om te beginnen heeft een functie geen oplossingen. Je bedoelt waarschijnlijk de nulpunten van een functie f: [0, 3π] → R oftewel de oplossingen van een vergelijking f(x) = 0 op het interval [0, 3π]. Maar dan zijn er meer dan twee nulpunten van je functie f resp. oplossingen van je vergelijking f(x) = 0 op het interval [0, 3π].
pi_153415783
Kan iemand me helpen met de volgende opgave? X,Y onafhankelijk en standaard normaal verdeeld (dus gemiddelde 0, standaarddeviatie 1). We zoeken de kansdichtheid van  Z = \frac12(X^2 + Y^2) .

Als ik erop Google vind ik dingen over dat dit Chikwadraat verdeeld is ofzoiets, maar dat hebben we nog niet gehad. Hoe bepaal ik de kansdichtheid van Z? Alvast bedankt.

Verder loop ik vast op de marginale kansdichtheid fx van X bepalen, als X en Y gemeenschappelijk verdeeld zijn met:
 f_{X,Y}(x,y) := \frac{1}{2\pi \sqrt{1-\rho^2}} \cdot \exp\left[ - \frac{1}{2(1-\rho^2)}\left( x^2 + y^2 - 2\rho xy \right) \right]

Dit komt neer op dit integreren over alle y. Ik krijg de volgende substitutie als hint:
 z := \frac{1}{\sqrt{1-\rho^2}}\cdot \left( y - \rho x\right)

Als iemand me kan helpen met beide vragen, heel erg bedankt! Ik ben zo klaar met deze inleveropgave dat die integraal me niet lukt en bij die normale verdeling heb ik niet echt een idee hoe 't moet, vooral niet hoe ik moet beginnen.

[ Bericht 67% gewijzigd door Aardappeltaart op 10-06-2015 19:37:34 ]
pi_153420770
quote:
0s.gif Op woensdag 10 juni 2015 17:17 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ik heb het idee dat je het nog niet begrijpt. Om te beginnen heeft een functie geen oplossingen. Je bedoelt waarschijnlijk de nulpunten van een functie f: [0, 3π] → R oftewel de oplossingen van een vergelijking f(x) = 0 op het interval [0, 3π]. Maar dan zijn er meer dan twee nulpunten van je functie f resp. oplossingen van je vergelijking f(x) = 0 op het interval [0, 3π].
Sorry, ik bedoel een vergelijking in de vorm van cos(A)=cos(B), dat is geen functie idd. Er zijn dan twee oplossingen, maar ik wilde eigenlijk alleen zeker weten of bovenstaande oplossingen goed waren.
pi_153430869
quote:
0s.gif Op woensdag 10 juni 2015 20:33 schreef rareziekte het volgende:

[..]

Sorry, ik bedoel een vergelijking in de vorm van cos(A)=cos(B), dat is geen functie idd. Er zijn dan twee oplossingen, maar ik wilde eigenlijk alleen zeker weten of bovenstaande oplossingen goed waren.
Als je wil weten of een bepaalde uitwerking of oplossing correct is, dan moet je wel het volledige vraagstuk posten, anders is je vraag onmogelijk te beantwoorden.

Het is ook niet juist dat een vergelijking van de gedaante cos(A) = cos(B), waarin A en of B dan uitdrukkingen zijn in een onbekende, steeds twee oplossingen zou hebben. In het algemeen geldt wel het volgende:

Twee cosinussen zijn gelijk als de (rotatie)hoeken óf gelijk zijn óf tegengesteld, afgezien van een geheel veelvoud van 2π, dus

cos α = cos β ⇔ α = β + k·2π ∨ α = −β + k·2π, k ∈ Z

En ook geldt:

Twee sinussen zijn gelijk als de (rotatie)hoeken óf gelijk zijn óf supplementair, afgezien van een geheel veelvoud van 2π, dus

sin α = sin β ⇔ α = β + k·2π ∨ α = π − β + k·2π, k ∈ Z
pi_153438531


Hoe kun je een dergelijke omschrijving uitvoeren?
pi_153443918
Overigens is de tweede vraag ondertussen gelukt. Die met die som van kwadraten van normale verdeling helaas niet. Kan iemand helpen? Heel erg bedankt!!
pi_153445232
quote:
0s.gif Op donderdag 11 juni 2015 17:00 schreef Aardappeltaart het volgende:
Overigens is de tweede vraag ondertussen gelukt. Die met die som van kwadraten van normale verdeling helaas niet. Kan iemand helpen? Heel erg bedankt!!
Als je geen chi-squared verdeling hebt gehad wordt het lastig ben ik bang :D
Ze zullen niet verwachten dat je het zelf kan afleiden
pi_153446005
Klopt dit qua conventies?:

• Als a = onsplitsbaar/atomair/geen verzameling (bijv a = integer 5), dan schrijf je a ∊ b

• Als a = (deel)verzameling (bijv. a = {2,4,9}), dan schrijf je a ⊆ b
pi_153448242
quote:
0s.gif Op donderdag 11 juni 2015 18:27 schreef topdeck het volgende:
Klopt dit qua conventies?:

• Als a = onsplitsbaar/atomair/geen verzameling (bijv a = integer 5), dan schrijf je a ∊ b

• Als a = (deel)verzameling (bijv. a = {2,4,9}), dan schrijf je a ⊆ b
Het verschil is idd of je het over een element hebt of over een deelverzameling.

Als

S = \{a,b\}

schrijven we:

a,b \in S

en

\emptyset,\{a\},\{b\},\{a,b\} \subseteq S
pi_153451812
quote:
0s.gif Op donderdag 11 juni 2015 13:38 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
[ afbeelding ]

Hoe kun je een dergelijke omschrijving uitvoeren?
Om te beginnen: ik ben tegen het gebruik van de notaties sin−1 en cos−1 voor arcsin resp. arccos, dus zal ik deze laatste notaties gebruiken. Als je wil weten waarom, dan moet je dit maar eens lezen.

Laten we zeggen dat

(1)\quad \arcsin(\frac{4}{5})\,=\,\alpha

Dit impliceert dat

(2)\quad\sin\,\alpha\,=\,\frac{4}{5}

waarbij

(3)\quad 0\,\le\,\alpha\,\le\,\frac{1}{2}\pi

Laten we tevens zeggen dat

(4)\quad \arccos(\frac{12}{13})\,=\,\beta

Dit impliceert dat

(5)\quad\cos\,\beta\,=\,\frac{12}{13}

waarbij

(6)\quad 0\,\le\,\beta\,\le\,\frac{1}{2}\pi

Goed, nu hebben we dus

(7)\quad\arcsin(\frac{4}{5})\,-\,\arccos(\frac{12}{13})\,=\,\alpha\,-\,\beta

waarbij uit (3) 0 ≤ α ≤ ½π en tevens (6) 0 ≤ β ≤ ½π volgt dat

(8)\quad -\frac{1}{2}\pi\,\le\,\alpha\,-\,\beta\,\le\,\frac{1}{2}\pi

Aangezien het domein van de arccos functie het interval [−1, 1] is en het bereik het interval [0, π] en deze functie strict monotoon dalend is, betekent dit dat er een unieke x ∈ [−1, 1] is zodanig dat

(9)\quad\alpha\,-\,\beta\,=\,\arccos(x)

mits α ≥ β zodat α − β ≥ 0. Dan is ook

(10)\quad\cos(\alpha\,-\,\beta)\,=\,x

Om nu cos(α − β) en daarmee x te bepalen, maken we gebruik van de identiteit

(11)\quad\cos(\alpha\,-\,\beta)\,=\,\cos\,\alpha\,\cdot\,\cos\,\beta\,+\,sin\,\alpha\,\cdot\,\sin\,\beta

Welnu, (2) sin α = 4/5 en (5) cos β = 12/13 kennen we al, dus nu moeten we alleen cos α en sin β nog bepalen. Dit is eenvoudig met behulp van de identiteit

(12)\quad\cos^2\varphi\,+\,sin^2\varphi\,=\,1

Aangezien (3) 0 ≤ α ≤ ½π en tevens (6) 0 ≤ β ≤ ½π weten we dat cos α en sin β beiden niet negatief moeten zijn, en met behulp van (12) vinden we dan

(13)\quad\cos\,\alpha\,=\,\frac{3}{5}

en

(14)\quad\sin\,\beta\,=\,\frac{5}{13}

Merk nu op dat sin α > sin β zodat inderdaad α > β waarmee α − β op het interval [0, ½π] ligt en daarmee binnen het bereik van de arccos functie.

Invullen van (2), (5), (13) en (14) in (11) geeft nu

(15)\quad\cos(\alpha\,-\,\beta)\,=\,\frac{3}{5}\cdot\frac{12}{13}\,+\,\frac{4}{5}\cdot\frac{5}{13}\,=\,\frac{36}{65}\,+\,\frac{20}{65}\,=\,\frac{56}{65}

en dus hebben we

(16)\quad\alpha\,-\,\beta\,=\,\arccos(\frac{56}{65})

zodat uit (7) en (16) inderdaad volgt dat

(17)\quad\arcsin(\frac{4}{5})\,-\,\arccos(\frac{12}{13})\,=\,\arccos(\frac{56}{65})

QED

Toegift: in de waarden cos α = 3/5, sin α = 4/5 en cos β = 12/13, sin β = 5/13 herkennen we de Pythagoreïsche tripletten (3, 4, 5) en (5, 12, 13). Nu is het zo dat het product van twee sommen van twee kwadraten van twee positieve gehele getallen steeds weer is te schrijven als een som van twee kwadraten van twee positieve gehele getallen, en wel op twee verschillende manieren, want we hebben

\begin{array}{rcl}(18)&\quad (a^2\,+\,b^2)(c^2\,+\,d^2)\,=\,(ac&-&bd)^2\,+\,&(ad&+&bc)^2\\(19)&\quad (a^2\,+\,b^2)(c^2\,+\,d^2)\,=\,(ac&+&bd)^2\,+\,&(ad&-&bc)^2\end{array}

Vullen we nu in (18) en (19) a = 3, b = 4, c = 5, d = 12 in, dan krijgen we uit de Pythagoreïsche tripletten (3, 4, 5) en (5, 12, 13) twee nieuwe Pythagoreïsche tripletten (33, 56, 65) en (16, 63, 65), en nu herken je in het eerste van deze nieuwe tripletten de teller 56 en de noemer 65 van het quotiënt 56/65 in (17). De verklaring is dat de beide scherpe hoeken van een rechthoekige driehoek waarvan de zijden zich verhouden als (33, 56, 65) elk gelijk zijn aan een som resp. een verschil van twee scherpe hoeken van de rechthoekige driehoeken waarvan de zijden zich verhouden als (3, 4, 5) en (5, 12, 13), en datzelfde geldt voor een rechthoekige driehoek waarvan de zijden zich verhouden als (16, 63, 65).

Merk nog op dat we bij bovenstaande herleiding wegens (8) −½π ≤ α − β ≤ ½π ook hadden kunnen kiezen voor een herleiding tot een arcus sinus zonder daarbij te hoeven nagaan of werd voldaan aan α − β ≥ 0 aangezien de arcsin functie het interval [−½π, ½π] als bereik heeft. Daarvoor maken we gebruik van de identiteit voor sin(α − β) en dan vinden we sin(α − β) = 33/65 en dus

(20)\quad\arcsin(\frac{4}{5})\,-\,\arccos(\frac{12}{13})\,=\,\arcsin(\frac{33}{65})

Hier zie je in de teller van het quotiënt 33/65 het getal 33 uit het Pythagoreïsche triplet (33, 56, 65) tevoorschijn komen, en dat is ook begrijpelijk, want uit (12) cos2φ + sin2φ = 1 volgt voor 0 ≤ φ ≤ ½π en als we cos φ = x stellen dat sin φ = √(1 − x2) en daarmee arccos(x) = arcsin(√(1 − x2)) voor 0 ≤ x ≤ 1. Zodoende is dus arccos(56/65) = arcsin(33/65) aangezien (56/65)2 + (33/65)2 = 1.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 12-06-2015 05:18:06 ]
pi_153452504
Wat is een handig geheugensteuntje om te onthouden:
sin(0π) = 0
sin(⅙π) = ½√1 = ½
sin(¼π) = ½√2
sin(⅓π) = ½√3

En nog een vraag: hoe kan je gemakkelijk inzien dat x = k*2π, x = ⅔π + k*2π, en x = -⅔π + k*2π herleid kunnen worden tot x = k*⅔π?

[ Bericht 0% gewijzigd door netchip op 11-06-2015 22:36:15 (typo) ]
pi_153453420
quote:
0s.gif Op donderdag 11 juni 2015 22:07 schreef netchip het volgende:
Wat is een handig geheigensteuntje om te onthouden:
sin(0π) = 0
sin(⅙π) = ½√1 = ½
sin(¼π) = ½√2
sin(⅓π) = ½√3
Het is eenvoudiger om dit te onthouden als je de hoeken in graden uitdrukt, namelijk 0, 30, 45, 60 en 90 graden. Uiteraard moet je dan ook nog weten dat een gestrekte hoek, oftewel 180 graden, overeenkomt met π radialen. Een eenvoudig ezelsbruggetje: de sinus van de genoemde hoeken is nu achtereenvolgens

½√0, ½√1, ½√2, ½√3, ½√4

en dus

0, ½, ½√2, ½√3, 1

en de cosinus van de genoemde hoeken krijg je achtereenvolgens door hetzelfde rijtje van rechts naar links op te schrijven.
quote:
En nog een vraag: hoe kan je gemakkelijk inzien dat x = k*2π, x = ⅔π + k*2π, en x = -⅔π + k*2π herleid kunnen worden tot x = k*⅔π?
Schets even een eenheidscirkel in een cartesisch assenstelsel en geef op de eenheidscirkel het punt aan dat je krijgt door het startpunt met coördinaten (1; 0) om de oorsprong te roteren over een hoek van +⅔π rad (positieve zin, dus tegen de klok in) en geef op de eenheidscirkel tevens het punt aan dat je krijgt door het startpunt met coördinaten (1; 0) om de oorsprong te roteren over een hoek van -⅔π rad (negatieve zin, dus met de klok mee).
pi_153453547
quote:
0s.gif Op donderdag 11 juni 2015 22:32 schreef Riparius het volgende:

[..]

Het is eenvoudiger om dit te onthouden als je de hoeken in graden uitdrukt, namelijk 0, 30, 45, 60 en 90 graden. Uiteraard moet je dan ook nog weten dat een gestrekte hoek, oftewel 180 graden, overeenkomt met π radialen. Een eenvoudig ezelsbruggetje: de sinus van de genoemde hoeken is nu achtereenvolgens

½√0, ½√1, ½√2, ½√3, ½√4

en dus

0, ½, ½√2, ½√3, 1

en de cosinus van de genoemde hoeken krijg je achtereenvolgens door hetzelfde rijtje van rechts naar links op te schrijven.
Dat is inderdaad handig! Zo lukt het me wel om het te onthouden. :)
quote:
[..]

Schets even een eenheidscirkel in een cartesisch assenstelsel en geef op de eenheidscirkel het punt aan dat je krijgt door het startpunt met coördinaten (1; 0) om de oorsprong te roteren over een hoek van +⅔π rad (positieve zin, dus tegen de klok in) en geef op de eenheidscirkel tevens het punt aan dat je krijgt door het startpunt met coördinaten (1; 0) om de oorsprong te roteren over een hoek van -⅔π rad (negatieve zin, dus met de klok mee).
Ja, dat zag ik later ook in mijn schets, maar dat moet je dan wel even net zien. Is er ook een manier om dit af te leiden uit de vergelijkingen voor x?
pi_153453854
quote:
0s.gif Op donderdag 11 juni 2015 22:35 schreef netchip het volgende:

[..]

Dat is inderdaad handig! Zo lukt het me wel om het te onthouden. :)

[..]

Ja, dat zag ik later ook in mijn schets, maar dat moet je dan wel even net zien. Is er ook een manier om dit af te leiden uit de vergelijkingen voor x?
Je zou kunnen bedenken dat 3 · ⅔π = 2π, dan ben je er ook. De beeldpunten die we krijgen door het punt met coördinaten (1; 0) om de oorsprong te roteren over een hoek van +⅔π rad en over een hoek −⅔π rad hebben resp. de coördinaten (−½; ½√3) en (−½; −½√3). Los de vergelijking z3 = 1 maar eens op in C, zie je het verband?
pi_153455089
quote:
0s.gif Op donderdag 11 juni 2015 22:43 schreef Riparius het volgende:

[..]

Je zou kunnen bedenken dat 3 · ⅔π = 2π, dan ben je er ook. De beeldpunten die we krijgen door het punt met coördinaten (1; 0) om de oorsprong te roteren over een hoek van +⅔π rad en over een hoek −⅔π rad hebben resp. de coördinaten (−½; ½√3) en (−½; −½√3). Los de vergelijking z3 = 1 maar eens op in C, zie je het verband?
Het oplossen van vergelijkingen in C behandelen we aankomend jaar met wiskunde D, maar ik ga hier morgen zeker even naar kijken. Dan zie ik het verband misschien. :)
pi_153497495
Kent iemand een handig boek/pdf voor kegelsneden en analytische meetkunde? Ik heb het erg lang geleden gehad, maar het grootste deel is inmiddels weggezakt en ik vond het best een leuk onderdeel.
pi_153504690
quote:
0s.gif Op zaterdag 13 juni 2015 14:55 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
Kent iemand een handig boek/pdf voor kegelsneden en analytische meetkunde? Ik heb het erg lang geleden gehad, maar het grootste deel is inmiddels weggezakt en ik vond het best een leuk onderdeel.
Ik kan je in ieder geval het Prisma Compendium Analytische meetkunde van C. van der Linden uit 1964 aanraden, waarin de vroegere stof van het middelbaar wordt behandeld. Dit boekje is niet meer nieuw te koop maar antiquarisch nog goed te vinden, bijvoorbeeld hier. Verder bijvoorbeeld dit Amerikaanse schoolboek van bijna een eeuw geleden. Oud, maar nog uitstekend leesbaar.
  zaterdag 13 juni 2015 @ 20:09:37 #31
346939 Janneke141
Green, green grass of home
pi_153504831
quote:
0s.gif Op zaterdag 13 juni 2015 20:02 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ik kan je in ieder geval het Prisma Compendium Analytische meetkunde van C. van der Linden uit 1964 aanraden, waarin de vroegere stof van het middelbaar wordt behandeld. Dit boekje is niet meer nieuw te koop maar antiquarisch nog goed te vinden, bijvoorbeeld hier. Verder bijvoorbeeld dit Amerikaanse schoolboek van bijna een eeuw geleden. Oud, maar nog uitstekend leesbaar.
^O^ Dat oude schoolboek, mooi! Die sla ik even op. Kegelsneden waren al geen examenstof meer toen ik examen deed, maar mijn docent was er nogal dol op dus deed er nog wel wat mee. Interessant.
Opinion is the medium between knowledge and ignorance (Plato)
pi_153505401
Kan iemand een goed boek/dictaat voor probability theory aanraden? Ik wil een beetje zelfstudie doen aangezien ik hier nooit vakken in heb gevolgd maar het zijdelings (uiteraard) wel tegenkom. Kan wel een dictaatje van een bachelorvak gebruiken, maar misschien hebben jullie een leuke tip?
pi_153505525
quote:
0s.gif Op zaterdag 13 juni 2015 20:02 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ik kan je in ieder geval het Prisma Compendium Analytische meetkunde van C. van der Linden uit 1964 aanraden, waarin de vroegere stof van het middelbaar wordt behandeld. Dit boekje is niet meer nieuw te koop maar antiquarisch nog goed te vinden, bijvoorbeeld hier. Verder bijvoorbeeld dit Amerikaanse schoolboek van bijna een eeuw geleden. Oud, maar nog uitstekend leesbaar.
Thanks! Ik probeer eerst het Amerikaans schoolboek uit, als ik het niveau aardig beheers zal ik het andere boek bestellen.

quote:
0s.gif Op zaterdag 13 juni 2015 20:09 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

^O^ Dat oude schoolboek, mooi! Die sla ik even op. Kegelsneden waren al geen examenstof meer toen ik examen deed, maar mijn docent was er nogal dol op dus deed er nog wel wat mee. Interessant.
Het komt ook voor in de D boeken van Getal en Ruimte, maar die moet ik binnenkort inleveren en als ik heel eerlijk ben, gaan ze er naar mijn mening niet diep genoeg op in.
pi_153586080
Ik kwam laatst deze integraal tegen: \int \frac{\ln^2 x}{sqrt{x}} dx
Ik dacht eraan om deze op te lossen d.m.v. partiële integratie.
u = ln2x
v' = 1/√x => v = 2√x
\int \frac{\ln^2 x}{sqrt{x}} dx = uv - \int v \cdot \frac{du}{dx} dx = \ln^2 x \cdot 2\sqrt{x} -4 \int \sqrt{x} \cdot \frac{\ln x}{x} dx = \ln^2 x \cdot 2\sqrt{x} -4\cdot (2\sqrt{x}\ln x -4\sqrt{x})

\ln^2 x \cdot 2\sqrt{x} -4\cdot (2\sqrt{x}\ln x -4\sqrt{x}) = \ln^2 x \cdot 2\sqrt{x} -8\sqrt{x}\ln x + 16\sqrt{x} = 2\sqrt{x}(\ln^2 x - 4\ln x + 8) + C

Klopt dit?

Ben ik zo op de goede weg? Ik zie niet helemaal hoe ik die laatste integraal zou moeten bepalen...

Edit: ik kan die √x en 1/x natuurlijk vereenvoudigen. Stom.

[ Bericht 6% gewijzigd door netchip op 16-06-2015 16:50:18 ]
pi_153613951
Weet iemand waar ik in de settings in m'n grafische rekenmachine kan uitzetten dat m'n rekenmachine op 0 decimalen afrond, nu rondt hij dus gewoon op hele getallen af. Erg hinderlijk, zelf al een kwartier gezocht maar kan 't niet vinden ;( Het gaat om een CASIO fx-9860GII
1 op de 6 mensen heeft 5 anderen om zich heen
-Harry Jekkers
pi_153620246
quote:
99s.gif Op woensdag 17 juni 2015 16:21 schreef Nelvalhil het volgende:
Weet iemand waar ik in de settings in m'n grafische rekenmachine kan uitzetten dat m'n rekenmachine op 0 decimalen afrond, nu rondt hij dus gewoon op hele getallen af. Erg hinderlijk, zelf al een kwartier gezocht maar kan 't niet vinden ;( Het gaat om een CASIO fx-9860GII
Je kan 'm ook gewoon volledig resetten.
pi_153620453
quote:
99s.gif Op woensdag 17 juni 2015 16:21 schreef Nelvalhil het volgende:
Weet iemand waar ik in de settings in m'n grafische rekenmachine kan uitzetten dat m'n rekenmachine op 0 decimalen afrond, nu rondt hij dus gewoon op hele getallen af. Erg hinderlijk, zelf al een kwartier gezocht maar kan 't niet vinden ;( Het gaat om een CASIO fx-9860GII
Het voordeel van een niet-grafisch rekenmachientje, de bediening is veel eenvoudiger. ;)
ING en ABN investeerden honderden miljoenen euro in DAPL.
#NoDAPL
pi_153620862
quote:
99s.gif Op woensdag 17 juni 2015 16:21 schreef Nelvalhil het volgende:
Weet iemand waar ik in de settings in m'n grafische rekenmachine kan uitzetten dat m'n rekenmachine op 0 decimalen afrond, nu rondt hij dus gewoon op hele getallen af. Erg hinderlijk, zelf al een kwartier gezocht maar kan 't niet vinden ;( Het gaat om een CASIO fx-9860GII
Option --> NUM --> RND uit mijn hoofd.
Daar moet die instelling staan.
I asked God for a bike, but I know God doesn't work that way.
So I stole a bike and asked for forgiveness.
pi_153717310
Wat wordt er bedoeld met het monotoon gedrag bij een differentiaalvergelijking? Ik dacht altijd dat een functie dan een bepaald punt bereikt als x -> oneindig en begrensd wordt door een evenwichtsoplossing. Dus y(t) = a (dit is een evenwichtsoplossing) wanneer t-> oneindig, dan vertoont y(t) monotoon gedrag.
pi_153751789
Wat is de beste manier om je voor te bereiden op een WO finance studie met weinig wiskundige voorkennis? Of afwachten tot ik de vakken heb en dan hard leren?
pi_153756250
Heb het een tijd niet meer gedaan, dus het is een beetje weg. Het is een simpele:

wat nou bijv

0.05X + 0.02Y=0.03

Hoe bereken je X en Y uit?

Ik dacht eerst .03 naar links doen maar daarna ben ik het gewoon kwijt.
  maandag 22 juni 2015 @ 21:20:13 #42
376125 CapnIzzy
Geef aye voor de kapitein
pi_153757349
quote:
0s.gif Op maandag 22 juni 2015 18:02 schreef dennis606 het volgende:
Wat is de beste manier om je voor te bereiden op een WO finance studie met weinig wiskundige voorkennis? Of afwachten tot ik de vakken heb en dan hard leren?
Deze wordt altijd wel aangeraden voor wiskunde deficiënties weg te werken:
https://staff.fnwi.uva.nl/j.vandecraats/BasisboekWiskunde2HP.pdf

quote:
14s.gif Op maandag 22 juni 2015 20:47 schreef Doublepain het volgende:
Heb het een tijd niet meer gedaan, dus het is een beetje weg. Het is een simpele:

wat nou bijv

0.05X + 0.02Y=0.03

Hoe bereken je X en Y uit?

Ik dacht eerst .03 naar links doen maar daarna ben ik het gewoon kwijt.
Volgens mij, als je twee onbekenden wilt oplossen heb je twee vergelijkingen nodig. Nu kan je weinig zinnigs zeggen over x en y. Misschien dat ik er naast zit hoor, want mijn wiskunde niveau is ook niet om over naar huis te schrijven.
Onoverwinnelijk/Rotterdam/Zeerover
https://www.playgwent.com/en/ - Official beta of Gwent: The Witcher Gard Game
pi_153758172
quote:
14s.gif Op maandag 22 juni 2015 20:47 schreef Doublepain het volgende:
Heb het een tijd niet meer gedaan, dus het is een beetje weg. Het is een simpele:

wat nou bijv

0.05X + 0.02Y=0.03

Hoe bereken je X en Y uit?

Ik dacht eerst .03 naar links doen maar daarna ben ik het gewoon kwijt.
Je kan X en Y niet uitrekenen uit één vergelijking, hiervoor heb je een (onafhankelijk) stelsel nodig. Je kan wel X uitdrukken in Y en andersom. Riparius of janneke zal wel een duidelijkere uitleg geven. Gaat het om een specifieke opgave?
  maandag 22 juni 2015 @ 21:47:50 #44
410413 RRuben
Kwaliteitsuser
pi_153758179
quote:
14s.gif Op maandag 22 juni 2015 20:47 schreef Doublepain het volgende:
Heb het een tijd niet meer gedaan, dus het is een beetje weg. Het is een simpele:

wat nou bijv

0.05X + 0.02Y=0.03

Hoe bereken je X en Y uit?

Ik dacht eerst .03 naar links doen maar daarna ben ik het gewoon kwijt.
je hebt inderdaad 2 vergelijkingen nodig om dat op te lossen. Nu zijn er oneindig veel antwoorden.
leef de leven
pi_153758937
quote:
14s.gif Op maandag 22 juni 2015 21:20 schreef CapnIzzy het volgende:

[..]

Deze wordt altijd wel aangeraden voor wiskunde deficiënties weg te werken:
https://staff.fnwi.uva.nl/j.vandecraats/BasisboekWiskunde2HP.pdf

[..]

Volgens mij, als je twee onbekenden wilt oplossen heb je twee vergelijkingen nodig. Nu kan je weinig zinnigs zeggen over x en y. Misschien dat ik er naast zit hoor, want mijn wiskunde niveau is ook niet om over naar huis te schrijven.
Bedankt! ik ga er mee aan de slag :)
pi_153759190
quote:
14s.gif Op maandag 22 juni 2015 21:20 schreef CapnIzzy het volgende:

[..]

Deze wordt altijd wel aangeraden voor wiskunde deficiënties weg te werken:
https://staff.fnwi.uva.nl/j.vandecraats/BasisboekWiskunde2HP.pdf

[..]

Volgens mij, als je twee onbekenden wilt oplossen heb je twee vergelijkingen nodig. Nu kan je weinig zinnigs zeggen over x en y. Misschien dat ik er naast zit hoor, want mijn wiskunde niveau is ook niet om over naar huis te schrijven.
quote:
0s.gif Op maandag 22 juni 2015 21:47 schreef GeorgeArArMartin het volgende:

[..]

Je kan X en Y niet uitrekenen uit één vergelijking, hiervoor heb je een (onafhankelijk) stelsel nodig. Je kan wel X uitdrukken in Y en andersom. Riparius of janneke zal wel een duidelijkere uitleg geven. Gaat het om een specifieke opgave?
quote:
1s.gif Op maandag 22 juni 2015 21:47 schreef RRuben het volgende:

[..]

je hebt inderdaad 2 vergelijkingen nodig om dat op te lossen. Nu zijn er oneindig veel antwoorden.
thx voor jullie reacties, Ik kom er alleen niet uit, ;(

Het gaat om dit:

Ze vragen hoeveel liter zoutoplossing X en Y( in X zit 5% zout en Y 2% zout.) je nodig moet hebben om een bepaald aantal concentratie te krijgen, wat hier gaat om 3%,

Om 3% te krijgen heb je vergelijking 0.05X + 0.02Y nodig...
  maandag 22 juni 2015 @ 23:25:44 #47
346939 Janneke141
Green, green grass of home
pi_153761687
quote:
14s.gif Op maandag 22 juni 2015 22:17 schreef Doublepain het volgende:

[..]

[..]

[..]

thx voor jullie reacties, Ik kom er alleen niet uit, ;(

Het gaat om dit:

Ze vragen hoeveel liter zoutoplossing X en Y( in X zit 5% zout en Y 2% zout.) je nodig moet hebben om een bepaald aantal concentratie te krijgen, wat hier gaat om 3%,

Om 3% te krijgen heb je vergelijking 0.05X + 0.02Y nodig...
Is er gegeven hoeveel liter je van die 3%-oplossing moet krijgen? Want dan moet daar je tweede vergelijking uit komen.

Laten we voor het gemak even zeggen dat dit 1 liter is.

Dan geldt dat

X + Y = 1 (immers, de 2 oplossingen samen worden een liter)

en

0,05X + 0,02Y = 0,03 (let op; als je A liter oplossing wil krijgen, dan moet je het rechterlid nog met A vermenigvuldigen. Maar 3% van 1 liter is 0,03 liter voor het zout)

Omdat uit de eerste vergelijking volgt dat X = 1-Y, en we dat in de tweede kunnen substitueren, kom je uit op

0,05 (1-Y) + 0,02Y = 0,03

0,05 - 0,05Y + 0,02Y = 0,03

-0,03Y + 0,05 = 0,03

-0,03Y = -0,02

Y = 2/3

Je hebt dus 2/3 liter van oplossing Y nodig en 1/3 van oplossing X om tot de gewenste zoutoplossing te komen.

[ Bericht 5% gewijzigd door Janneke141 op 22-06-2015 23:43:59 ]
Opinion is the medium between knowledge and ignorance (Plato)
pi_153776393
ff kort vraagje: Gaan bij matrices vermenigvuldigen, delen, etc. vóór optellen/aftrekken net als bij normale sommen? En kun je überhaupt matrices delen door een getal of door een ander matrix?
pi_153776763
quote:
0s.gif Op dinsdag 23 juni 2015 15:36 schreef topdeck het volgende:
ff kort vraagje: Gaan bij matrices vermenigvuldigen, delen, etc. vóór optellen/aftrekken net als bij normale sommen? En kun je überhaupt matrices delen door een getal of door een ander matrix?
Volgens mij is de volgorde inderdaad hetzelfde.

En delen door een getal is hetzelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde van dat getal. Laat A een matrix zijn en b een getal. Dan A/b=A*(1/b). Een matrix vermenigvuldigen met zo'n getal (scalair) is gewoon gedefinieerd.

Matrix delen is een goede vraag. Als we ook B en C matrices noemen, kan je de deling A/B=C definiëren als de unieke oplossing van A=BC. Hoe je die vindt en wanneer dit goed gaat is dan weer een andere vraag. Ik heb dit in ieder geval nog nooit gezien of hoeven doen.

Kom anders met wat voorbeelden over waar je over twijfelt?

[ Bericht 0% gewijzigd door Aardappeltaart op 23-06-2015 16:54:21 ]
pi_153778699
quote:
0s.gif Op dinsdag 23 juni 2015 15:46 schreef Aardappeltaart het volgende:

[..]

Volgens mij is de volgorde inderdaad hetzelfde.

En delen door een getal is hetzelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde van dat getal. Laat A een matrix zijn en b een getal. Dan A/b=A*(1/b). Een matrix vermenigvuldigen met zo'n getal (scalair) is gewoon gedefinieerd.

Matrix delen is een goede vraag. Als we ook C en D matrices noemen, kan je de deling A/B=C definiëren als de unieke oplossing van A=BC. Hoe je die vindt en wanneer dit goed gaat is dan weer een andere vraag. Ik heb dit in ieder geval nog nooit gezien of hoeven doen.

Kom anders met wat voorbeelden over waar je over twijfelt?
thx ik loop nu niet vast met een som gelukkig. Ik heb het ook nagecheckt met een som en het klopt ook wat je zei over * / komt voor +-

Over dat delen met andere matrices is niet zo belangrijk nu voor me, ik vroeg het me gewoon af :P

thx!
  dinsdag 23 juni 2015 @ 17:06:40 #51
346939 Janneke141
Green, green grass of home
pi_153779461
quote:
0s.gif Op dinsdag 23 juni 2015 15:46 schreef Aardappeltaart het volgende:
Matrix delen is een goede vraag. Als we ook B en C matrices noemen, kan je de deling A/B=C definiëren als de unieke oplossing van A=BC. Hoe je die vindt en wanneer dit goed gaat is dan weer een andere vraag. Ik heb dit in ieder geval nog nooit gezien of hoeven doen.

Weet je hoe je de inverse van een matrix bepaalt?
Opinion is the medium between knowledge and ignorance (Plato)
pi_153780028
quote:
0s.gif Op dinsdag 23 juni 2015 17:06 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Weet je hoe je de inverse van een matrix bepaalt?
Ja, hoezo? Ah wacht, A/B opvatten als A*Binv. Nee, dan heb ik al best veel 'matrixdelingen' uitgevoerd.
pi_153805500
We nemen 3 ballen zonder teruglegging
De kans op 2 zwarte en 1 witte bal is

In totaal zijn er 14 ballen waarvan 8 zwart en 6 wit. Hoe kan ik deze bewerking uitvoeren op mijn TI-83?
Man is de baas, vrouw kent haar plaats.
  woensdag 24 juni 2015 @ 15:24:01 #54
410413 RRuben
Kwaliteitsuser
pi_153805619
quote:
7s.gif Op woensdag 24 juni 2015 15:19 schreef phpmystyle het volgende:
We nemen 3 ballen zonder teruglegging
De kans op 2 zwarte en 1 witte bal is

In totaal zijn er 14 ballen waarvan 8 zwart en 6 wit. Hoe kan ik deze bewerking uitvoeren op mijn TI-83?
volgens mij kan je het niet helemaal in je rekenmachine zetten.
leef de leven
pi_153806853
quote:
7s.gif Op woensdag 24 juni 2015 15:19 schreef phpmystyle het volgende:
We nemen 3 ballen zonder teruglegging
De kans op 2 zwarte en 1 witte bal is

In totaal zijn er 14 ballen waarvan 8 zwart en 6 wit. Hoe kan ik deze bewerking uitvoeren op mijn TI-83?
P(ZZW) = 8/14 * 7/13 * 6/12 * 3 = 4/7 * 7/13 * 1/2 * 3.

Volgens mij. Weet 't niet zeker.

[ Bericht 1% gewijzigd door netchip op 24-06-2015 16:23:15 ]
pi_153807743
quote:
7s.gif Op woensdag 24 juni 2015 15:19 schreef phpmystyle het volgende:
We nemen 3 ballen zonder teruglegging
De kans op 2 zwarte en 1 witte bal is

In totaal zijn er 14 ballen waarvan 8 zwart en 6 wit. Hoe kan ik deze bewerking uitvoeren op mijn TI-83?
Je gebruikt combinaties en de productregel. P(zzw) = (8 nCr 2 * 6 nCr 1)/14 nCr 3 ≈ 0,461.
pi_153807887
quote:
0s.gif Op woensdag 24 juni 2015 16:47 schreef GeorgeArArMartin het volgende:

[..]

Je gebruikt combinaties en de productregel. P(zzw) = (8 nCr 2 * 6 nCr 1)/14 nCr 3 ≈ 0,461.
De manier die ik hierboven heb gepost, werkt ook. :)
pi_153807968
quote:
0s.gif Op woensdag 24 juni 2015 16:52 schreef netchip het volgende:

[..]

De manier die ik hierboven heb gepost, werkt ook. :)
Het is dan ook hetzelfde principe. :P

Edit: Ik zie zojuist dat ik helemaal niet heb laten zien hoe ik aan het antwoord kom, wat minstens even belangrijk is.

OP, de kans op een gebeurtenis P(gebeurtenis) = P(G) = N(aantal gunstige uitkomsten)/N(totaal aantal uitkomsten); N is een ehm... telfunctie (ik weet niet of dat de juiste benaming is).

In dit geval gaat het op 2 gebeurtenissen, sleutelwoord: en. Hierom P(G1 en G2) = P(G1) * P(G2). Er zijn 8 zwarte knikkers, dus de kans dat je er exact 2 pakt is 8 nCr 2 / 14 nCr 2 omdat 14 nCr 2 het totaal aantal mogelijkheden is om 2 knikkers te pakken (rangschikking buiten beschouwing gelaten, anders gaat het om permutaties en dus nPr).

Maar je pakt nu 3 knikkers in totaal, dus N(totaal) = 14 nCr 3

Gunstige uitkomsten zijn 8 nCr 2 * 6 nCr 1. Delen op elkaar levert de uitkomst van mijn vorige post.

[ Bericht 38% gewijzigd door GeorgeArArMartin op 24-06-2015 18:16:51 ]
pi_153810276
quote:
0s.gif Op woensdag 24 juni 2015 16:55 schreef GeorgeArArMartin het volgende:

[..]

Het is dan ook hetzelfde principe. :P

Edit: Ik zie zojuist dat ik helemaal niet heb laten zien hoe ik aan het antwoord kom, wat minstens even belangrijk is.

OP, de kans op een gebeurtenis P(gebeurtenis) = P(G) = N(aantal gunstige uitkomsten)/N(totaal aantal uitkomsten); N is een ehm... telfunctie (ik weet niet of dat de juiste benaming is).

In dit geval gaat het op 2 gebeurtenissen, sleutelwoord: en. Hierom P(G1 en G2) = P(G1) * P(G2). Er zijn 8 zwarte knikkers, dus de kans dat je er exact 2 pakt is 8 nCr 2 / 14 nCr 2 omdat 14 nCr 2 het totaal aantal mogelijkheden is om 2 knikkers te pakken (rangschikking buiten beschouwing gelaten, anders gaat het om permutaties en dus nPr).

Maar je pakt nu 3 knikkers in totaal, dus N(totaal) = 14 nCr 3

Gunstige uitkomsten zijn 8 nCr 2 * 6 nCr 1. Delen op elkaar levert de uitkomst van mijn vorige post.
Thanks voor de duidelijk uitleg, als het goed is begrijp ik het nu :)

Nog een vraagje dan :D

BinomCdf werkt niet op mijn grafische rekenmachine.

Ik toets op mijn Gr eerst N,kans,onderwaarde,bovenwaarde. Maar ik krijg vervolgens een error ipv een antwoord. Enig idee?
Man is de baas, vrouw kent haar plaats.
pi_153810644
Bij gebruik van Binomcdf voer jij een ondergrens en een bovengrens in. Bij de rekenmachines die ik ken kun je alleen een bovengrens invoeren en wordt de kans cumulatief vanaf 0 successen uitgerekend.
Het is afhankelijk van het type GR welke gegevens je moet invoeren.
I asked God for a bike, but I know God doesn't work that way.
So I stole a bike and asked for forgiveness.
pi_153810715
quote:
0s.gif Op woensdag 24 juni 2015 19:02 schreef -J-D- het volgende:
Bij gebruik van Binomcdf voer jij een ondergrens en een bovengrens in. Bij de rekenmachines die ik ken kun je alleen een bovengrens invoeren en wordt de kans cumulatief vanaf 0 successen uitgerekend.
Het is afhankelijk van het type GR welke gegevens je moet invoeren.
Heb een oude TI83

Ik kan dus alleen maar N, P, bovengrens invoeren. Ipv N,P,ondergrens, bovengrens?
Man is de baas, vrouw kent haar plaats.
pi_153811346
quote:
7s.gif Op woensdag 24 juni 2015 19:04 schreef phpmystyle het volgende:

[..]

Heb een oude TI83

Ik kan dus alleen maar N, P, bovengrens invoeren. Ipv N,P,ondergrens, bovengrens?
http://www.josgeerlings.n(...)0op%20de%20TI-83.doc
I asked God for a bike, but I know God doesn't work that way.
So I stole a bike and asked for forgiveness.
pi_153813675
quote:
Thanks, heb'm doorgelezen en ik kan nu alles uitvoeren zolang er in het verhaal ''hoogstens'' gevraagd wordt. Echter als er een vraag komt zoals deze;

Bereken de kans dat er minstens 7 en hoogstens 10 huishoudens van de 20 zijn die een
vaatwasser hebben.
a. 0,4556
b. 0,7353
c. 0,5304

N=2, P=0,50 Hoe kan ik dit nu berekenen met binomcdf?
Man is de baas, vrouw kent haar plaats.
  woensdag 24 juni 2015 @ 21:03:08 #64
346939 Janneke141
Green, green grass of home
pi_153813801
quote:
7s.gif Op woensdag 24 juni 2015 21:00 schreef phpmystyle het volgende:

[..]

Thanks, heb'm doorgelezen en ik kan nu alles uitvoeren zolang er in het verhaal ''hoogstens'' gevraagd wordt. Echter als er een vraag komt zoals deze;

Bereken de kans dat er minstens 7 en hoogstens 10 huishoudens van de 20 zijn die een
vaatwasser hebben.
a. 0,4556
b. 0,7353
c. 0,5304

N=2, P=0,50 Hoe kan ik dit nu berekenen met binomcdf?
Hoe je het met de GR doet weet ik ook niet (of ik weiger erover na te denken, dat zou ook kunnen), maar het is natuurlijk de kans op hoogstens 10 minus de kans op hoogstens 6.
Opinion is the medium between knowledge and ignorance (Plato)
pi_153814246
quote:
0s.gif Op woensdag 24 juni 2015 21:03 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Hoe je het met de GR doet weet ik ook niet (of ik weiger erover na te denken, dat zou ook kunnen), maar het is natuurlijk de kans op hoogstens 10 minus de kans op hoogstens 6.
N=20 overigens.

Maar ik heb het gedaan en het werkt. Dit soort geintjes krijg je meer op het tentamen, vaak even kwestie van combinaties proberen.
Man is de baas, vrouw kent haar plaats.
  woensdag 24 juni 2015 @ 21:23:57 #66
302030 Amoeba
Floydiaan.
pi_153814574
Echt 0 inzicht leg je op de mat
Fervent tegenstander van het korps lasergamers.
pi_153815044
quote:
13s.gif Op woensdag 24 juni 2015 21:23 schreef Amoeba het volgende:
Echt 0 inzicht leg je op de mat
En hoezo dit nu weer? Ben net begonnen met het leren van deze gekkigheid. Ik heb een oude TI-83 waar je geen ondergrens en bovengrens hebt bij binomcdf. dus als ik iets wil berekenen kan ik dat alleen op de oude manier doen. Dat ik daar vragen bij heb is logisch.
Man is de baas, vrouw kent haar plaats.
pi_153817946
Nog één vraagje als het mag :@

In een vaas zitten 7 blauwe knikkers, 8 rooie, en 5 groene.

Hoe groot is de kans dat ik 2 blauwe, 1 rooie en 1 groene pak?
Man is de baas, vrouw kent haar plaats.
  woensdag 24 juni 2015 @ 23:15:56 #69
410413 RRuben
Kwaliteitsuser
pi_153818156
quote:
7s.gif Op woensdag 24 juni 2015 23:10 schreef phpmystyle het volgende:
Nog één vraagje als het mag :@

In een vaas zitten 7 blauwe knikkers, 8 rooie, en 5 groene.

Hoe groot is de kans dat ik 2 blauwe, 1 rooie en 1 groene pak?
met of zonder teruglegging? En wat heb je al geprobeerd?
leef de leven
pi_153818210
quote:
1s.gif Op woensdag 24 juni 2015 23:15 schreef RRuben het volgende:

[..]

met of zonder teruglegging? En wat heb je al geprobeerd?
zonder;

Ik zou zeggen 7 boven 2 * 8 boven 1 * 5 boven 1/ 20 boven 4. Verder loop ik vast :')
Man is de baas, vrouw kent haar plaats.
pi_153823219
quote:
7s.gif Op woensdag 24 juni 2015 23:10 schreef phpmystyle het volgende:
Nog één vraagje als het mag :@

In een vaas zitten 7 blauwe knikkers, 8 rooie, en 5 groene.

Hoe groot is de kans dat ik 2 blauwe, 1 rooie en 1 groene pak?
Je gebruikt gewoon exact dezelfde methode als netflix en ik hierboven hebben gebruikt.

P(bbrg) = 7 nCr 2 * 8 nCr 1 * 5 nCr 1/20 nCr 4

Edit: Waar loop je precies vast dan? Dit geeft namelijk gewoon de kans weer.
pi_153867221
Gegeven is de parabool y2 = 2p(x-a)

De lijn 3x + y = 12 is de poollijn van het punt P(-2,2) t.o.v. de parabool.

Bereken a en p.

Ik dacht aan yPy = px + pxP
Dit levert 2y = p(x-a) + -2p; maar in het antwoordenboek staat 2y = p(x-a) + p(-2-a). Wat zie ik over het hoofd?
pi_153875655
quote:
0s.gif Op vrijdag 26 juni 2015 21:19 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
Gegeven is de parabool y2 = 2p(x-a)

De lijn 3x + y = 12 is de poollijn van het punt P(-2,2) t.o.v. de parabool.

Bereken a en p.

Ik dacht aan yPy = px + pxP
Dit levert 2y = p(x-a) + -2p; maar in het antwoordenboek staat 2y = p(x-a) + p(-2-a). Wat zie ik over het hoofd?
Laten we eerst eens kijken naar de vergelijking van de poollijn van een punt P(xP; yP) ten opzichte van de parabool met vergelijking

(1) y2 = 2px



Vanuit een punt P buiten de parabool kunnen we twee raaklijnen k en l trekken aan de parabool, die de parabool raken in resp.de punten A en B. De rechte door de raakpunten A en B heet nu de poollijn van punt P ten opzichte van de parabool. Om de vergelijking van deze rechte door A en B te bepalen kunnen we als volgt te werk gaan.

De vergelijking van een rechte door punt P(xP; yP) met richtingscoëfficiënt m is te schrijven als

(2) y − yP = m(x − xP)

Als nu een rechte door punt P met richtingscoëfficiënt m een raaklijn is aan de parabool, dan is m gelijk aan het differentiaalquotiënt dy/dx = y' voor (1) in één van beide raakpunten. Impliciet differentiëren van beide leden van (1) naar x geeft

(3) 2yy' = 2p

en dus

(4) y' = p/y

als althans y ≠ 0. Merk op dat (1) een parabool voorstelt met de x-as als symmetrie-as en met de top in de oorsprong, zodat de y-as de raaklijn is aan de top van de parabool en y' dus inderdaad niet is gedefinieerd voor y = 0. Als (2) een raaklijn voorstelt aan de parabool met vergelijking (1) dan is m = y' = p/y en hebben we dus voor de coördinaten (x; y) van het raakpunt

(5) y − yP = (p/y)·(x − xP)

en daarmee

(6) y2 − yPy = p(x − xP)

Maar nu voldoen de coördinaten (x; y) van elk van beide raakpunten niet alleen aan (6) maar ook aan (1) aangezien de raakpunten immers op de parabool liggen, en door substitutie van (1) in (6) volgt dus dat voor de coördinaten (x; y) van elk van beide raakpunten geldt

(7) 2px − yPy = p(x − xP)

oftewel

(8) yPy = px + pxP

en aangezien een rechte is bepaald door twee punten is (8) dus inderdaad de gezochte vergelijking van de poollijn van het punt P(xP; yP) ten opzichte van de parabool met vergelijking y2 = 2px.

Nu de vergelijking van de poollijn van een punt P(xP; yP) ten opzichte van een parabool met vergelijking

(9) y2 = 2p(x − a)

De parabool met vergelijking (9) ligt a eenheden naar rechts (dat is: in de richting van de positieve x-as) verschoven ten opzichte van de parabool met vergelijking (1) omdat we in (9) immers de x-waarden steeds a eenheden groter moeten nemen om op dezelfde y-waarden uit te komen als in (1).

Laten we nu het geheel bestaande uit de parabool met vergelijking (9) en het punt P(xP; yP) eens a eenheden naar links (dat is: in de richting van de negatieve x-as) verschuiven. Dan gaat de parabool met vergelijking (9) over in de parabool met vergelijking (1) en gaat het punt P(xP; yP) over in een punt P'(xP − a; yP). Laten we nu verder de raaklijnen vanuit punt P' aan de parabool met vergelijking (1) k' en l' noemen en laten deze raaklijnen de parabool met vergelijking (1) raken in resp. de punten A' en B'. Dan is de rechte door A' en B' de poollijn van punt P'(xP − a; yP) ten opzichte van de parabool met vergelijking (1) en deze poollijn door A' en B' heeft dan in overeenstemming met (8) als vergelijking

(10) yPy = px + p(xP − a)

Verschuiven we nu het geheel bestaande uit de parabool met vergelijking (1), het punt P'(xP − a; yP) en de beide raaklijnen k' en l' vanuit P' aan de parabool met vergelijking (1) weer a eenheden naar rechts, dan gaat punt P' weer over in punt P en gaat de parabool met vergelijking (1) weer over in de parabool met vergelijking (9). Ook gaan de beide raaklijnen k' en l' vanuit punt P' daarbij over in raaklijnen k en l vanuit punt P aan de parabool met vergelijking (9) en de beide raakpunten A' en B' van de raaklijnen k' resp. l' aan de parabool met vergelijking (1) gaan daarbij over in raakpunten A resp. B van de raaklijnen k resp. l aan de parabool met vergelijking (9). Maar dat betekent dus niets anders dan dat bij deze verschuiving ook de poollijn van punt P' ten opzichte van de parabool met vergelijking (1) overgaat in de poollijn van punt P ten opzichte van de parabool met vergelijking (9).

Nu hebben we al de vergelijking (10) van de poollijn van P' ten opzichte van de parabool met vergelijking (1) en als we de lijn met vergelijking (10) a eenheden naar rechts verschuiven, dan moeten de x-waarden steeds a eenheden groter zijn om op dezelfde y-waarden uit te komen, zodat we dus een lijn krijgen met als vergelijking

(11) yPy = p(x − a) + p(xP − a)

en daarmee hebben we dan de gevraagde vergelijking van de poollijn van een punt P(xP; yP) ten opzichte van een parabool met als vergelijking y2 = 2p(x − a) gevonden.

Nu is de opgave uiteraard niet moeilijk meer. Substitutie van xP = −2 en yP = 2 in (11) geeft als vergelijking voor de poollijn van het punt (−2; 2) ten opzichte van de parabool met vergelijking (9) na wat herleiding

(12) −½px + y = −pa − p

en aangezien is gegeven dat de vergelijking van deze poollijn is

(13) 3x + y = 12

vinden we dat moet gelden

(14) −½p = 3

en tevens

(15) −pa − p = 12

waaruit volgt

(16) p = −6

en

(17) a = 1
pi_153879539
Bedankt voor de uitgebreide uitleg, het is een stuk duidelijker nu. Ik merk dat dit soort dingetjes elke keer weer wegzakken. Het probleem is waarschijnlijk dat ik de "formules" heb geleerd in plaats van de afleiding ervan.
pi_153953545
Oeps, dit moet in het statistiek topic!

[ Bericht 17% gewijzigd door Super-B op 30-06-2015 16:53:30 ]
pi_153992675
Zou iemand aan mij kunnen uitleggen hoe ik zo'n vraagstuk moet oplossen? Ik weet wel wat Z-hoeken zijn, maar ik weet niet wat dit met gelijkvormige figuren te maken hebben. Hierdoor weet ik niet waarom de conclusie getrokken kan worden dat driehoek ABS ~ driehoek EDS. Verder snap ik wel waarom zijde AS en ES zich verhouden als 4 : 1, maar snap ik niet waarom zijde AS 4/5e deel is van zijde AE.

  donderdag 2 juli 2015 @ 00:21:14 #77
410413 RRuben
Kwaliteitsuser
pi_153993219
quote:
0s.gif Op donderdag 2 juli 2015 00:01 schreef BrokenBoy het volgende:
Zou iemand aan mij kunnen uitleggen hoe ik zo'n vraagstuk moet oplossen? Ik weet wel wat Z-hoeken zijn, maar ik weet niet wat dit met gelijkvormige figuren te maken hebben. Hierdoor weet ik niet waarom de conclusie getrokken kan worden dat driehoek ABS ~ driehoek EDS. Verder snap ik wel waarom zijde AS en ES zich verhouden als 4 : 1, maar snap ik niet waarom zijde AS 4/5e deel is van zijde AE.

[ afbeelding ]
met Z-hoeken kom je erachter dat:
hoek SBA = hoek SDE
hoek SAB = hoek SED

Als twee driehoeken twee dezelfde hoeken hebben, dan zijn die twee driehoeken gelijkvormig, dus driehoek ABS ~ driehoek EDS. (Er zijn een paar gevallen waarbij 2 driehoeken gelijkvormig zijn, en die moet je gewoon leren)

Als AS:ES = 4:1 dan bestaat AE eigenlijk uit 5 keer ES. AS bestaat uit 4 keer ES (die verhouding). Dus AS is 4/5 van AE.
leef de leven
pi_153993330
quote:
1s.gif Op donderdag 2 juli 2015 00:21 schreef RRuben het volgende:

[..]

met Z-hoeken kom je erachter dat:
hoek SBA = hoek SDE
hoek SAB = hoek SED

Als twee driehoeken twee dezelfde hoeken hebben, dan zijn die twee driehoeken gelijkvormig, dus driehoek ABS ~ driehoek EDS. (Er zijn een paar gevallen waarbij 2 driehoeken gelijkvormig zijn, en die moet je gewoon leren)

Als AS:ES = 4:1 dan bestaat AE eigenlijk uit 5 keer ES. AS bestaat uit 4 keer ES (die verhouding). Dus AS is 4/5 van AE.
Hartstikke bedankt voor je reactie :D! Ik begrijp het nu helemaal. Die gelijkvormige situaties moet ik inderdaad goed leren, nu ken ik ze nog niet zo goed.
pi_154078074
Kan iemand mij het volgende uitleggen:

6 knikkers: 3 rode, 2 witte en 1 blauwe.

De knikkers worden steeds teruggelegd. In totaal worden 7 knikkers gepakt.

Wat is de kans op precies 2 rode knikkers:

P(rr r r r r r) = (3/6)2 * (3/6)5

Waarom moet dit nog vermenigvuldigd worden met 7 nCr 2 om tot het juiste antwoord te komen?

En

Wat is de kans op precies 5 rode knikkers en 2 witte knikkers?

P(rrrrr ww) = (3/6)5 * (2/6)2

Dit wordt vermenigvuldigd met 7 nCr 5, maar niet met 7 nCr 2. Waarom niet?

[ Bericht 1% gewijzigd door GeorgeArArMartin op 05-07-2015 09:47:34 ]
pi_154081364
quote:
0s.gif Op zondag 5 juli 2015 09:34 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
Kan iemand mij het volgende uitleggen:

6 knikkers: 3 rode, 2 witte en 1 blauwe.

De knikkers worden steeds teruggelegd. In totaal worden 7 knikkers gepakt.

Wat is de kans op precies 2 rode knikkers:

P(rr r r r r r) = (3/6)2 * (3/6)5

Waarom moet dit nog vermenigvuldigd worden met 7 nCr 2 om tot het juiste antwoord te komen?

En

Wat is de kans op precies 5 rode knikkers en 2 witte knikkers?

P(rrrrr ww) = (3/6)5 * (2/6)2

Dit wordt vermenigvuldigd met 7 nCr 5, maar niet met 7 nCr 2. Waarom niet?
Sowieso,  \binom{n}{k} = \frac{n!}{(n-k)!k!} = \binom{n}{n-k} , dus  \binom{7}{2} = \binom{7}{5} .

Je moet nog extra vermenigvuldigen omdat de volgorde waarin je die rode knikkers pakt er niet toe doet. Jij hebt nu de waarschijnlijkheid bepaald van de reeks RR?????. Echter, de reeks ?????RR heeft dezelfde waarschijnlijkheid, bijv. En er zijn

 \binom{7}{2} van deze reeksen.
pi_154082495
quote:
0s.gif Op zondag 5 juli 2015 12:39 schreef Arthos het volgende:

[..]

Sowieso,  \binom{n}{k} = \frac{n!}{(n-k)!k!} = \binom{n}{n-k} , dus  \binom{7}{2} = \binom{7}{5} .

Je moet nog extra vermenigvuldigen omdat de volgorde waarin je die rode knikkers pakt er niet toe doet. Jij hebt nu de waarschijnlijkheid bepaald van de reeks RR?????. Echter, de reeks ?????RR heeft dezelfde waarschijnlijkheid, bijv. En er zijn

 \binom{7}{2} van deze reeksen.
Ah dat zag ik dus over het hoofd. Bedankt!
pi_154115002
Weet iemand hoe ik de standaarddeviatie kan berekenen aan de hand van de volgende gegevens en vervolgens de volgende vragen kan beantwoorden?:

''Een bedrijf heeft geruime tijd de duur van telefoongesprekken van haar werknemers bijgehouden. Uit die gegevens bleek dat de gespreksduur van de telefoongesprekken een normale verdeling volgt waarbij de helft van de gesprekken langer dan 4 minuten duurden. Ook bleek dat slechts 6.68% van de gesprekken korter dan 3 minuten duurden''

1) Wat is de standaarddeviatie van de duur van telefoongesprekken?

2) Wat is de kans dat de totale duur van 4 aselekt getrokken telefoongesprekken korter is dan
12 minuten?
pi_154142473
Met een TI-83 of hoger: Je weet dat het gemiddelde=modus=mediaan is 4 (minuten), want het is een normale verdeling, en die 4 wordt gegeven (de helft van de gesprekken ...)

Je vult in het formulescherm in
y1= normcdf(-10^99, 3, 4, x)
y2=0,0668

Je stelt je window in op [0 ; 0,8] en [0 ; 0,1] en zoekt met Trace, intersect het snijpunt, zo vind je de standaardeviatie.

Vier gesprekken achter elkaar, dan wordt het gemiddelde 4 x 4 minuten, en voor de standaarddeviatie pas je de wortel-n-wet toe, dus je vermenigvuldigt je gevonden standaarddeviatie met 2. Je zoekt uit met normcdf(-10^ 99, 12, 16, 2 * standaarddeviatie) wat de kans is op 4 gesprekken korter dan 12 minuten.
Met de Texas hoef je geen afgeronde standaarddeviatie in te voeren, want als je in het formulescherm x [enter] geeft, zie je dat de Texas voor x het getal van het gevonden snijpunt voor je vasthoudt, je kan die x dus ook in je formule gebruiken, want x blijft op die waarde staan tot je in het grafiekscherm een ander snijpunt zoekt, of iets anders met Trace doet.
pi_154148198
Hallo,

Ik heb een vraag over een vraagstuk met betrekking tot Wiskunde A (kansrekenen):

Het vraagstuk, welke beantwoord moet worden met juist/onjuist (onder de opgave):

Dit is een kansboom:







Ik heb het volgende:

A = Deskundige voorspelt hoge index
B = Index is hoog

P(A | B) = 0,72
P(Ac | B c)
P(B) = 0,5
P(Bc) = 0,5
P(A) = 0,6
P(Ac) = 0,4
P(A | Bc) = 0,48
P(Ac | B) = 0,28






Wat doe ik fout? Het antwoord is ONJUIST, maar aangezien ik in mijn ingevulde kansboom uitkom op tweemaal 1000 (bij wel advies: 1000 en bij niet advies 1000), lijkt het mij niet meer dan logisch dat Frank niet bereid is om te betalen voor advies.. Maar ik doe dus iets fouts..

[ Bericht 10% gewijzigd door GeschiktX op 07-07-2015 18:24:43 ]
  dinsdag 7 juli 2015 @ 22:59:46 #85
120139 freiss
Hertog Jan :9~
pi_154157151
quote:
0s.gif Op dinsdag 7 juli 2015 18:18 schreef GeschiktX het volgende:
Hallo,

Ik heb een vraag over een vraagstuk met betrekking tot Wiskunde A (kansrekenen):

Het vraagstuk, welke beantwoord moet worden met juist/onjuist (onder de opgave):

Dit is een kansboom:

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

Ik heb het volgende:

A = Deskundige voorspelt hoge index
B = Index is hoog

P(A | B) = 0,72
P(Ac | B c)
P(B) = 0,5
P(Bc) = 0,5
P(A) = 0,6
P(Ac) = 0,4
P(A | Bc) = 0,48
P(Ac | B) = 0,28

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

Wat doe ik fout? Het antwoord is ONJUIST, maar aangezien ik in mijn ingevulde kansboom uitkom op tweemaal 1000 (bij wel advies: 1000 en bij niet advies 1000), lijkt het mij niet meer dan logisch dat Frank niet bereid is om te betalen voor advies.. Maar ik doe dus iets fouts..
Je vermenigvuldigt met de verkeerde bedragen bij het speculeren: als de index hoger is win je 4000 euro, en als de index lager is verlies je 2000 euro bij een inzet van 2000 euro. Nu reken je met 2000 winst bij hoge index en geen verlies bij lage index.
HJ 14-punt-gift.
Lijst met rukmateriaal!
pi_154177378
Stel dat

dy/dt = t2 - ty + 0,25y2 - 0,25

Dan zoek ik de oplossingen, ik ga er eerst van uit dat de oplossing een lineaire functie is.

Stel dan dat de oplossing y = at + b geldt
dan is dy/dt = a

Dit substitueren we in dy/dt = t2 - ty + 0,25y2 - 0,25

Dit levert

a = t2 - t(at+b) + 0,25(at+b)2 - 0,25

a = t2 - at2 - bt + 0,25a2t2 + 0,5abt + 0,25b2 - 0,25

termen bij elkaar zoeken en binnen haakjes brengen

a = (1-a+0,25a2)t2 + (-b+0,5ab)t + 0,25b2 - 0,25

Deze vergelijking moet gelden voor elke waarde van t, maar hoe volgt daar het volgende uit:

1 - a + 0,25a2 = 0 ∧ -b + 0,5ab = 0 ∧ a = 0,25b2 - 0,25

Is het omdat ik y=at+b substitueer in de differentiaalvergelijking er dus een y=0 (assnede) moet bestaan?

Het komt nogal verwarrend over en ik heb erg veel moeite met dit visualiseren...

SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
pi_154177513
quote:
a = (1-a+0,25a2)t2 + (-b+0,5ab)t + 0,25b2 - 0,25
Het linkerlid is constant, dus moet het rechterlid ook constant zijn. Voor elke waarde van t moet er rechts dus hetzelfde staan. Dat kan alleen als de coëfficiënten van t en t2 gelijk zijn aan 0. Dan is (1-a+0,25a2)t2 + (-b+0,5ab)t = 0 + 0 = 0 en houd je over a = 0,25b2 - 0,25.
pi_154177666
quote:
0s.gif Op woensdag 8 juli 2015 18:43 schreef Tochjo het volgende:

[..]

Het linkerlid is constant, dus moet het rechterlid ook constant zijn. Voor elke waarde van t moet er rechts dus hetzelfde staan. Dat kan alleen als de coëfficiënten van t en t2 gelijk zijn aan 0. Dan is (1-a+0,25a2)t2 + (-b+0,5ab)t = 0 + 0 = 0 en houd je over a = 0,25b2 - 0,25.
O ja, totaal over het hoofd gezien. Bedankt!
pi_154178462
quote:
0s.gif Op dinsdag 7 juli 2015 18:18 schreef GeschiktX het volgende:
Hallo,

Ik heb een vraag over een vraagstuk met betrekking tot Wiskunde A (kansrekenen):

Het vraagstuk, welke beantwoord moet worden met juist/onjuist (onder de opgave):

Dit is een kansboom:

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

Ik heb het volgende:

A = Deskundige voorspelt hoge index
B = Index is hoog

P(A | B) = 0,72
P(Ac | B c)
P(B) = 0,5
P(Bc) = 0,5
P(A) = 0,6
P(Ac) = 0,4
P(A | Bc) = 0,48
P(Ac | B) = 0,28

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

Wat doe ik fout? Het antwoord is ONJUIST, maar aangezien ik in mijn ingevulde kansboom uitkom op tweemaal 1000 (bij wel advies: 1000 en bij niet advies 1000), lijkt het mij niet meer dan logisch dat Frank niet bereid is om te betalen voor advies.. Maar ik doe dus iets fouts..
quote:
14s.gif Op dinsdag 7 juli 2015 22:59 schreef freiss het volgende:

[..]

Je vermenigvuldigt met de verkeerde bedragen bij het speculeren: als de index hoger is win je 4000 euro, en als de index lager is verlies je 2000 euro bij een inzet van 2000 euro. Nu reken je met 2000 winst bij hoge index en geen verlies bij lage index.
Moet ik dan niet naar de pay-off kijken? Ik deed namelijk hoge index (4000) - investeringsbedrag (2000) = 2000

Bij lage index (2000) - investering (2000) = 0
  donderdag 9 juli 2015 @ 11:10:59 #90
120139 freiss
Hertog Jan :9~
pi_154193518
quote:
0s.gif Op woensdag 8 juli 2015 19:21 schreef GeschiktX het volgende:

[..]

[..]

Moet ik dan niet naar de pay-off kijken? Ik deed namelijk hoge index (4000) - investeringsbedrag (2000) = 2000

Bij lage index (2000) - investering (2000) = 0
Ik ben niet zo bekend met de precieze methode, maar ik denk dat de opgave even beter moet lezen :s). Winnen met speculeren leidt tot verdrievoudiging van de inzet, en verliezen met speculeren raak je de inzet kwijt.

hoge index (6000) - investeringsbedrag (2000) = 4000
lage index (0) - investeringsbedrag (2000) = -2000
HJ 14-punt-gift.
Lijst met rukmateriaal!
  vrijdag 10 juli 2015 @ 16:14:37 #91
410413 RRuben
Kwaliteitsuser
pi_154224754
Hoi ,

ik ben aan het oefenen voor mijn mondeling morgen en ik snap deze opdracht niet uit het examen van 2011-1 (VWO Wiskunde B):

Dit staat bij de antwoorden:

Ik snap alles behalve punt 3. Waarom staat daar k⋅π en niet k⋅2π?
leef de leven
  vrijdag 10 juli 2015 @ 16:17:39 #92
346939 Janneke141
Green, green grass of home
pi_154224829
quote:
19s.gif Op vrijdag 10 juli 2015 16:14 schreef RRuben het volgende:
Ik snap alles behalve punt 3. Waarom staat daar k⋅π en niet k⋅2π?
Omdat sin x een nulpunt heeft bij ieder geheel veelvoud van π?
Opinion is the medium between knowledge and ignorance (Plato)
  vrijdag 10 juli 2015 @ 16:27:10 #93
410413 RRuben
Kwaliteitsuser
pi_154225057
quote:
0s.gif Op vrijdag 10 juli 2015 16:17 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Omdat sin x een nulpunt heeft bij ieder geheel veelvoud van π?
Ohja! Hoe kan ik dat nou weer niet snappen, haha. Bedankt he!
leef de leven
pi_154225243
quote:
0s.gif Op vrijdag 10 juli 2015 16:17 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Omdat sin x een nulpunt heeft bij ieder geheel veelvoud van π?
Om hierop aan te sluiten, de periode van sin(ax) is gelijk aan 2π/a.Veel succes! Vergeet de dingetjes van de eenheidscirkel niet, mogelijk is het niet de bedoeling dat je die steeds op je GR intypt.
pi_154225432
quote:
19s.gif Op vrijdag 10 juli 2015 16:27 schreef RRuben het volgende:

[..]

Ohja! Hoe kan ik dat nou weer niet snappen, haha. Bedankt he!
Denk aan de definities van de cosinus en de sinus aan de hand van de eenheidscirkel, dan zie je direct dat je het startpunt (1; 0) over een geheel aantal halve slagen om de oorsprong moet roteren om weer uit te komen op een punt waarvan de y-coördinaat nul is, zodat sin θ = 0 voor θ = kπ, k ∈ ℤ.

Je kunt hier trouwens ook gebruik maken van de identiteit voor de sinus van de dubbele hoek, dan krijg je

sin x (1 + 2·cos x) = 0
sin x = 0 ∨ cos x = −½
x = kπ ∨ x = ⅔π + 2kπ ∨ x = −⅔π + 2kπ, k ∈ ℤ
  vrijdag 10 juli 2015 @ 16:41:32 #96
410413 RRuben
Kwaliteitsuser
pi_154225437
quote:
0s.gif Op vrijdag 10 juli 2015 16:33 schreef GeorgeArArMartin het volgende:

[..]

Om hierop aan te sluiten, de periode van sin(ax) is gelijk aan 2π/a.Veel succes! Vergeet de dingetjes van de eenheidscirkel niet, mogelijk is het niet de bedoeling dat je die steeds op je GR intypt.
ja thanks! Die tabel voor ainus en cosinus ken ik wel goed dus dat is het probleem niet.
leef de leven
  vrijdag 10 juli 2015 @ 20:33:14 #97
410413 RRuben
Kwaliteitsuser
pi_154230964
quote:
0s.gif Op vrijdag 10 juli 2015 16:41 schreef Riparius het volgende:

[..]

Denk aan de definities van de cosinus en de sinus aan de hand van de eenheidscirkel, dan zie je direct dat je het startpunt (1; 0) over een geheel aantal halve slagen om de oorsprong moet roteren om weer uit te komen op een punt waarvan de y-coördinaat nul is, zodat sin θ = 0 voor θ = kπ, k ∈ ℤ.

Je kunt hier trouwens ook gebruik maken van de identiteit voor de sinus van de dubbele hoek, dan krijg je

sin x (1 + 2·cos x) = 0
sin x = 0 ∨ cos x = −½
x = kπ ∨ x = ⅔π + 2kπ ∨ x = −⅔π + 2kπ, k ∈ ℤ
ja ik snap het nu ^O^
leef de leven
pi_154247078
f(x) = cos(x)/(sin2(x) + 1)

Hoe kan ik F(x) bepalen? Ik weet wel dat als f(x) = 1/(x2+1), F(x) = arctan(x) + C ; maar wat doe ik met cos(x) in de teller?
pi_154247357
quote:
0s.gif Op zaterdag 11 juli 2015 14:33 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
f(x) = cos(x)/(sin2(x) + 1)

Hoe kan ik F(x) bepalen? Ik weet wel dat als f(x) = 1/(x2+1), F(x) = arctan(x) + C ; maar wat doe ik met cos(x) in de teller?
cos(x) is de afgeleide van sin(x)
kettingregel en zo
pi_154248228
quote:
0s.gif Op zaterdag 11 juli 2015 14:48 schreef Anoonumos het volgende:

[..]

cos(x) is de afgeleide van sin(x)
kettingregel en zo
Thanks!
pi_154249868
quote:
0s.gif Op zaterdag 11 juli 2015 14:33 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
f(x) = cos(x)/(sin2(x) + 1)

Hoe kan ik F(x) bepalen? Ik weet wel dat als f(x) = 1/(x2+1), F(x) = arctan(x) + C ; maar wat doe ik met cos(x) in de teller?
Substitutieregel gebruiken met u = sin(x) zodat du/dx = cos(x) en dus du = cos(x)dx. Dat kan ook impliciet met d(sin(x)) = cos(x)dx zodat je direct krijgt

\int \frac{\cos\,x}{1\,+\,\sin^2x}\mathrm{d}x\,=\,\int \frac{\mathrm{d}(\sin\,x)}{1\,+\,\sin^2x}\,=\,\arctan(\sin\,x)\,+\,C

Het wordt juist een stuk lastiger als de teller van de integrand geen factor cos(x) zou hebben gehad. Probeer

\int \frac{\mathrm{d}x}{1\,+\,sin^2x}

maar eens te bepalen.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 11-07-2015 23:00:37 ]
pi_154264865
quote:
0s.gif Op zaterdag 11 juli 2015 17:03 schreef Riparius het volgende:

[..]

Substitutieregel gebruiken met u = sin(x) zodat du/dx = cos(x) en dus du = cos(x)dx. Dat kan ook impliciet met d(sin(x)) = cos(x)dx zodat je direct krijgt

\int \frac{\cos\,x}{1\,+\,\sin^2x}\mathrm{d}x\,=\,\int \frac{\mathrm{d}(\sin\,x)}{1\,+\,\sin^2x}\,=\,\arctan(\sin\,x)\,+\,C

Het wordt juist een stuk lastiger als de teller van de integrand geen factor cos(x) zou hebben gehad. Probeer

\int \frac{\mathrm{d}x}{1\,+\,sin^2x}

maar eens te bepalen.
Ik had niet helemaal door dat de u/du-substitutie gebruikt moest worden in dit geval :@. Hoe dan ook, bedankt.

Klopt het qua notatie als in de volgende oplossing:

∫6x2/(3x3+6) dx

u = 3x3 + 6, dus du= 9x2dx

∫6x2/(3x3+6) dx= ∫2/3u du = d(2/3 * ln(u/3)) = d(2/3 * ln(x3+2)) = ln(x3+2) + C

Het gaat hier om het dikgedrukt deel. Ik benoem u en du, maar mag ik dat zomaar achter een "="-teken plaatsen?
pi_154268989
quote:
0s.gif Op zondag 12 juli 2015 11:04 schreef GeorgeArArMartin het volgende:

[..]

Ik had niet helemaal door dat de u/du-substitutie gebruikt moest worden in dit geval :@. Hoe dan ook, bedankt.

Klopt het qua notatie als in de volgende oplossing:

∫6x2/(3x3+6) dx

u = 3x3 + 6, dus du= 9x2dx

∫6x2/(3x3+6) dx= ∫2/3u du = d(2/3 * ln(u/3)) = d(2/3 * ln(x3+2)) = ln(x3+2) + C

Het gaat hier om het dikgedrukt deel. Ik benoem u en du, maar mag ik dat zomaar achter een "="-teken plaatsen?
Je notatie is niet helemaal correct, want je laat in de derde en vierde stap ten onrechte het integraalteken weg. Maar het dikgedrukte deel is wel in orde. Het doet inderdaad wat vreemd aan dat je bij onbepaalde integralen die immers zijn op te vatten als een notatie voor de verzameling van alle primitieven van een gegeven functie overgaat op een andere variabele maar dit is wel de gebruikelijke manier van opschrijven. We substitueren hier

u\,=\,3x^3\,+\,6

en dan is

\frac{\mathrm{d}u}{\mathrm{d}x}\,=\,9x^2

en dus

\mathrm{d}u\,=\,9x^2\mathrm{d}x

en daarmee ook

\frac{2}{3}\mathrm{d}u\,=\,6x^2\mathrm{d}x

en dus

\int \frac{6x^2}{3x^3\,+\,6}\mathrm{d}x\,=\,\int \frac{2\mathrm{d}u}{3u}\,=\,\frac{2}{3}\cdot\int \frac{\mathrm{d}u}{u}\,=\,\frac{2}{3}\cdot\ln u\,+\, C \,=\,\frac{2}{3}\cdot\ln(3x^3\,+\,6)\,+\,C

Als je met bepaalde (definiete) integralen werkt, dan moet je bedenken dat bij een substitutie ook de grenzen van het interval waarover je integreert in de nieuwe variabele worden uitgedrukt en die grenzen dus over het algemeen zullen veranderen. Dit probleem heb je niet als je een impliciete substitutie uitvoert.

Substitutie van

u\,=\,3x^3\,+\,6

in

\frac{2}{3}\mathrm{d}u\,=\,6x^2\mathrm{d}x

geeft

\frac{2}{3}\mathrm{d}(3x^3\,+\,6)\,=\,6x^2\mathrm{d}x

zodat we dus ook kunnen schrijven

\int \frac{6x^2}{3x^3\,+\,6}\mathrm{d}x\,=\,\int \frac{2\mathrm{d}(3x^3\,+\,6)}{3(3x^3\,+\,6)}\,=\,\frac{2}{3}\cdot\int \frac{\mathrm{d}(3x^3\,+\,6)}{(3x^3\,+\,6)}\,=\,\frac{2}{3}\cdot\ln (3x^3\,+\,6)\,+\, C

Zie ook mijn uitleg hier over het gebruik van de substitutieregel en impliciete substituties bij onbepaalde en bij bepaalde integralen.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 12-07-2015 15:03:15 ]
pi_154274930
Ik dacht dat de d voor de formule het integraalteken verving. Is de uitkomst trouwens niet 2ln(u/3)/3 ? Volgens WolframAlpha wel: http://www.wolframalpha.com/input/?i=6x%5E2%2F%283x%5E3+%2B+6%29
pi_154275794
quote:
0s.gif Op zondag 12 juli 2015 18:00 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
Ik dacht dat de d voor de formule het integraalteken verving.
Nee, de d en de ∫ zijn juist operatoren die - afgezien van de integratieconstante - elkaars inverse zijn. Deze notaties zijn ingevoerd door Leibniz en stonden oorspronkelijk voor resp. differentia en summa. Zie ook hier en hier. In het algemeen heb je

\frac{\mathrm{d}(f(x))}{\mathrm{d}x}\,=\,f'(x)

en dus omgekeerd ook

\int f'(x)\mathrm{d}x\,=\,f(x)\,+\,C

waarvoor we ook kunnen schrijven

\int \frac{\mathrm{d}(f(x))}{\mathrm{d}x}\mathrm{d}x\,=\,f(x)\,+\,C

oftewel

\int \mathrm{d}(f(x))\,=\,f(x)\,+\,C

aangezien

\mathrm{d}(f(x))\,=\,f'(x)\mathrm{d}x
quote:
Is de uitkomst trouwens niet 2ln(u/3)/3 ? Volgens WolframAlpha wel: http://www.wolframalpha.com/input/?i=6x%5E2%2F%283x%5E3+%2B+6%29
Aangezien

3x^3\,+\,6 = 3(x^3\,+\,2)

heb je ook

\ln(3x^3\,+\,6)\,=\,\ln 3\,+\,\ln(x^3\,+\,2)

zodat

\frac{2}{3}\cdot\ln(3x^3\,+\,6)\,+\,C

en

\frac{2}{3}\cdot\ln(x^3\,+\,2)\,+\,C

slechts een constante van elkaar verschillen, namelijk ⅔·ln 3. De uitkomst die WolframAlpha geeft is dus equivalent met de uitkomst die ik hierboven geef. Ken je die grap over de twee professoren en de blonde serveerster?

[ Bericht 2% gewijzigd door Riparius op 12-07-2015 18:40:18 ]
pi_154276355
Bedankt voor de uitleg. Ik vond de notatie altijd nogal verwarrend in tekstboeken. De exacte definitie van de notaties heb ik hiervoor niet voorbij zien komen op school.

De grap over de constante van integratie? Die heb ik al eens van m'n wiskundedocent gehoord.
pi_154301826
Zou iemand mij kunnen helpen met het integreren van bepaalde sinusoïden? Ik heb een f(x) bedacht die niet in het boek staat, maar die ik (denk ik) wel moet kunnen primitiveren. Moet een 5 vwo'er (dit hoofdstuk komt uit het boek van 5 vwo) in staat zijn om deze functie te kunnen primitiveren? Over deze functie heb ik het:



Deze functievoorschrift staat in het boek, maar ik weet niet hoe ik dit moet primitiveren (vraag f):



Deze 2 functievoorschriften heb ik moeten primitiveren (komt uit het boek), maar ik weet niet of ik het goed heb gedaan. Kan iemand bevestigen dat ik dit op de juiste manier doe en zo niet, zou iemand mij kunnen verbeteren?:




Ik zie trouwens dat ik steeds de constante ben vergeten op te schrijven (+C achter iedere F(x)), maar goed, dat moet er natuurlijk ook steeds achter staan.
pi_154302447
quote:
0s.gif Op maandag 13 juli 2015 16:14 schreef BrokenBoy het volgende:
Zou iemand mij kunnen helpen met het integreren van bepaalde sinusoïden?
Het kunnen primitiveren van de functie f(x) = x·sin2(x) hoort niet tot de stof van wiskunde B. Je zou hiervoor de identiteit sin2(x) = ½ − ½·cos(2x) kunnen gebruiken om de integrand te schrijven als x − x·cos(2x) en vervolgens partiële integratie kunnen toepassen, maar dat laatste hoort dus niet tot de examenstof.

Bij het primitiveren van h(x) = x·sin(x2) ben je een minteken vergeten. Begrijp je waarom? Inderdaad is L(x) = ⅓·sin(x3) een primitieve van ℓ(x) = x2·cos(x3). Het primitiveren van m(x) = 2·sin(x)·cos(x) gaat vrij eenvoudig als je herkent dat 2·sin(x)·cos(x) = sin(2x).

[ Bericht 8% gewijzigd door Tochjo op 13-07-2015 16:41:32 ]
pi_154303325
quote:
0s.gif Op maandag 13 juli 2015 16:14 schreef BrokenBoy het volgende:
Zou iemand mij kunnen helpen met het integreren van bepaalde sinusoïden? Ik heb een f(x) bedacht die niet in het boek staat, maar die ik (denk ik) wel moet kunnen primitiveren. Moet een 5 vwo'er (dit hoofdstuk komt uit het boek van 5 vwo) in staat zijn om deze functie te kunnen primitiveren? Over deze functie heb ik het:

[ afbeelding ]
Ik vind in ieder geval dat je in staat moet zijn deze functie te primitiveren, en dat dit ook van een 5VWO leerling verwacht mag worden.

De clou bij goniometrische functies is dat je kunt beschikken over een heel arsenaal aan goniometrische identiteiten die van pas komen om dergelijke functies in een vorm te brengen waarin ze eenvoudig zijn te primitiveren. Het kwadraat van een sinus of een cosinus kun je herschrijven met behulp van de cosinus van de dubbele hoek en dat is wat je hier moet doen.

Je hebt voor de cosinus van de dubbele hoek de volgende drie identiteiten (er zijn er meer, maar deze drie moet je echt kennen):

(1) cos 2α = cos2α − sin2α
(2) cos 2α = 2·cos2α − 1
(3) cos 2α = 1 − 2·sin2α

De tweede en de derde van deze identiteiten kun je overigens gemakkelijk uit de eerste afleiden met behulp van de identiteit

(4) cos2α + sin2α = 1

Hieruit volgt immers sin2α = 1 − cos2α en cos2α = 1 − sin2α, en door dit te substitueren in (1) krijg je resp. (2) en (3).

Welnu, uit (3) volgt

(5) sin2α = ½(1 − cos 2α)

en dus heb je

(6) f(x) = ½ − ½·cos 2x

en de primitieven hiervan zijn uiteraard

(7) F(x) = ½x − ¼·sin 2x + C

Zie je?
quote:
Deze Dit functievoorschrift staat in het boek, maar ik weet niet hoe ik dit moet primitiveren (vraag f):

[ afbeelding ]
Als je even denkt aan de identiteit voor de sinus van de dubbele hoek

(8) sin 2α = 2·sinα·cos α

dan zie je direct dat we hebben

(9) m(x) = sin 2x

en de primitieven hiervan zijn dus

(10) M(x) = −½·cos 2x + C
quote:
Deze 2 functievoorschriften heb ik moeten primitiveren (komt uit het boek), maar ik weet niet of ik het goed heb gedaan. Kan iemand bevestigen dat ik dit op de juiste manier doe en zo niet, zou iemand mij kunnen verbeteren?:
De methode die je hier toepast is fout, want uit je uitwerking maak ik op dat je denkt dat je een primitieve van een product van twee functies kunt verkrijgen door het product te nemen van primitieven van elk van beide functies, maar dat is niet zo. Je kunt gemakkelijk inzien dat dit niet zo werkt: als F en G primitieven zijn van twee functies f en g, dan is de afgeleide van het product FG gelijk aan F'G + FG' = fG + Fg en dus niet fg. Verder lijkt het alsof je denkt dat (1/x2)·cos(x2) een primitieve is van sin(x2) maar ook dat klopt niet. Ga dit zelf maar na door je uitdrukking te differentiëren.

Om dit soort functies op de juiste manier te primitiveren moet je gebruik maken van de substitutieregel uit de integraalrekening voor onbepaalde integralen. Als je even terugscrolt in dit topic dan vind je een paar posts van mij die precies over dit onderwerp gaan. Bestudeer deze posts eerst en probeer dan de opgaven correct op te lossen.
quote:
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]

Ik zie trouwens dat ik steeds de constante ben vergeten op te schrijven (+C achter iedere F(x)), maar goed, dat moet er natuurlijk ook steeds achter staan.
Edit: ik zie nu dat je in je eerste foto de functie f(x) = x·sin2x hebt, en niet f(x) = sin2x zoals ik hierboven aanneem. Helaas zijn foto's hier niet eenvoudig te zien als ik een bericht beantwoord, vandaar de vergissing. Zoals Tochjo opmerkt moet je hier inderdaad partiële integratie gebruiken.

[ Bericht 2% gewijzigd door Riparius op 13-07-2015 17:13:58 ]
pi_154303427
Bedankt voor je reactie, Tochjo :)!

quote:
0s.gif Op maandag 13 juli 2015 16:32 schreef Tochjo het volgende:

[..]

Het kunnen primitiveren van de functie f(x) = x·sin2(x) hoort niet tot de stof van wiskunde B. Je zou hiervoor de identiteit sin2(x) = ½ − ½·cos(2x) kunnen gebruiken om de integrand te schrijven als x − x·cos(2x) en vervolgens partiële integratie kunnen toepassen, maar dat laatste hoort dus niet tot de examenstof.
Gelukkig hoort dit niet tot de examenstof van vwo Wiskunde B.

quote:
0s.gif Op maandag 13 juli 2015 16:32 schreef Tochjo het volgende:

[..]

Bij het primitiveren van h(x) = x·sin(x2) ben je een minteken vergeten. Begrijp je waarom? Inderdaad is L(x) = ⅓·sin(x3) een primitieve van ℓ(x) = x2·cos(x3). Het primitiveren van m(x) = 2·sin(x)·cos(x) gaat vrij eenvoudig als je herkent dat 2·sin(x)·cos(x) = sin(2x).
Ik zie nu inderdaad dat ik de minteken ben vergeten. Dit was slordig van mij, omdat ik weet dat je een minteken moet zetten als je een sinusfunctie primitiveert. Dat van m(x) begrijp ik niet, waarom is 2·sin(x)·cos(x) = sin(2x)?
pi_154303781
quote:
0s.gif Op maandag 13 juli 2015 17:01 schreef BrokenBoy het volgende:
Bedankt voor je reactie, Tochjo :)!

[..]

Gelukkig hoort dit niet tot de examenstof van vwo Wiskunde B.
Vroeger wel hoor. En in Vlaanderen leert men dit gewoon op school, dus waarom hier niet?
quote:
[..]
Dat van m(x) begrijp ik niet, waarom is 2·sin(x)·cos(x) = sin(2x)?
Lees mijn post hierboven. Je hebt toch hopelijk wel eens van goniometrische identiteiten gehoord?
pi_154305000
Ik kom bij de volgende vraag uit op 0,51, klopt dit? Kan iemand dit bevestigen of ontkennen?



Ten slotte:

Weet iemand hoe ik vraag 19 kan berekenen?



[ Bericht 31% gewijzigd door GeschiktX op 13-07-2015 18:14:15 ]
pi_154306278
quote:
0s.gif Op maandag 13 juli 2015 17:58 schreef GeschiktX het volgende:
Ik kom bij de volgende vraag uit op 0,51, klopt dit? Kan iemand dit bevestigen of ontkennen?

[ afbeelding ]

Ten slotte:

Weet iemand hoe ik vraag 19 kan berekenen?

[ afbeelding ]
Het antwoord is niet boeiend. De weg naar het antwoord wel.
Wat heb je bij beide al berekend?
I asked God for a bike, but I know God doesn't work that way.
So I stole a bike and asked for forgiveness.
pi_154307125
quote:
1s.gif Op maandag 13 juli 2015 18:46 schreef -J-D- het volgende:

[..]

Het antwoord is niet boeiend. De weg naar het antwoord wel.
Wat heb je bij beide al berekend?
Bij vraag 19 heb ik niks berekend, omdat ik het niet snap. Ik weet wel dat om de correlatiecoefficient te berekenen (r) de formule als volgt luidt:

b1 = r * sy/sx , waarbij b1 de richtingscoëfficient is van de regressieformule, sy de standaarddeviatie van y is en sx de standaarddeviatie is van x.

In dit geval is de formule voor r --> r = (sy/sx) / b1


Vraag 16:


A = slagen voor de test, B= succesvol


P(B) = 0,60 , P(Bc) = 0,40 --> c = complement

P(A|B) = 0,85 , P(Ac | B ) = 0,15
P(Ac | Bc) = 0,90
P(A | Bc) = 0,10

P(A and B ) = 0,85 * 0,60 = 0,51
pi_154307207
quote:
0s.gif Op maandag 13 juli 2015 17:11 schreef Riparius het volgende:

[..]

Vroeger wel hoor. En in Vlaanderen leert men dit gewoon op school, dus waarom hier niet?

[..]

Lees mijn post hierboven. Je hebt toch hopelijk wel eens van goniometrische identiteiten gehoord?
Ik had hierna (en nu) niet genoeg tijd om je post goed door te nemen. Hartstikke bedankt voor je uitgebreide reactie, ik ga er vanavond goed naar kijken.

Ik heb nooit van goniometrische identiteiten gehoord (ik doe wis B er zelf naast, dus heb geen les met klasgenoten gehad). Misschien weet ik wel wat het is a.d.h.v voorbeelden, maar nu zegt het begrip mij niks.
pi_154308383
quote:
1s.gif Op maandag 13 juli 2015 19:11 schreef BrokenBoy het volgende:

[..]

Ik had hierna (en nu) niet genoeg tijd om je post goed door te nemen. Hartstikke bedankt voor je uitgebreide reactie, ik ga er vanavond goed naar kijken.

Ik heb nooit van goniometrische identiteiten gehoord (ik doe wis B er zelf naast, dus heb geen les met klasgenoten gehad). Misschien weet ik wel wat het is a.d.h.v voorbeelden, maar nu zegt het begrip mij niks.
Kijk even hier. Je kunt ook mijn overzichtje downloaden maar dat gaat wel verder dan de stof van de middelbare school.
pi_154311016
quote:
0s.gif Op maandag 13 juli 2015 19:09 schreef GeschiktX het volgende:

[..]

Vraag 16:

A = slagen voor de test, B= succesvol

P(B) = 0,60 , P(Bc) = 0,40 --> c = complement

P(A|B) = 0,85 , P(Ac | B ) = 0,15
P(Ac | Bc) = 0,90
P(A | Bc) = 0,10

P(A and B ) = 0,85 * 0,60 = 0,51
In orde.
Met de andere vraag kan ik je niet helpen, bemerk ik.
I asked God for a bike, but I know God doesn't work that way.
So I stole a bike and asked for forgiveness.
pi_154325777
quote:
0s.gif Op maandag 13 juli 2015 17:58 schreef GeschiktX het volgende:
Ik kom bij de volgende vraag uit op 0,51, klopt dit? Kan iemand dit bevestigen of ontkennen?

[ afbeelding ]

Ten slotte:

Weet iemand hoe ik vraag 19 kan berekenen?

[ afbeelding ]
"Kleinste kwadraten" wil zeggen dat in y^ = ax + b, a en b zo zijn gekozen dat
f(a,b) = \sum (y_i - (ax_i + b))^2
minimaal is. Maar dat betekent dat de afgeleiden naar a en b van f gelijk aan 0 moeten zijn. Werk dit uit, ook voor de andere regressielijn, en je krijgt alle formules die je nodig hebt.
pi_154352198
Beste fokkers, ik weet niet helemaal of het in dit topic hoort of in werk geldzaken en recht, maar ik denk dat jullie er meer verstand van weten.

Als ik een lening opstel van 15.000 eur voor over 60 maanden en ik betaal 18.000 terug in totaal, hoeveel procent rente is dat per maand? of wat is hier de rekensom van?
Ik snap namelijk niet echt hoe ik dit uit moet gaan rekenen.

Alvast bedankt :)
Just me
pi_154352285
quote:
0s.gif Op woensdag 15 juli 2015 09:22 schreef Drumkitje het volgende:
Als ik een lening opstel van 15.000 eur voor over 60 maanden en ik betaal 18.000 terug in totaal, hoeveel procent rente is dat per maand? of wat is hier de rekensom van?
Over een periode van vijf jaar wordt (18000 − 15000) : 15000 x 100% = 20% rente gerekend. Daarbij hoort een groeifactor van 1,2. De groeifactor per maand is 1,21/60 ≈ 1,0030, dus ongeveer 0,30% rente per maand.
pi_154441825
Kan iemand mij op m'n fout wijzen in het onderstaande?

Ik zoek de primitieve van f(x)

f(x) = 6x-4/(x2+8x+24)

Dan neem ik u=x2+8x+24, zodat we du = (2x+8) dx hebben en dan herschrijf ik f(x) zodat we du erin terugvinden:

f(x) = 6x+8-12/(x2+8x+24)

f(x) = 6x+8/(x2+8x+24) - 12/(x2+8x+24)

6x+8/(x2+8x+24) dx= 3/u du = d(3ln(u)) = d(3ln(x2+8x+24))

12/(x2+8x+24) = 1.5/((x+4/√8)2 +1)

1.5/((x+4/√8)2 +1) dx = 1.5√8 * arctan(x+4/√8) + C = 3√2 arctan(x+4/2√2) + C

Dus dat geeft F(x) = 3ln(x2+8x+24 + 3√2 arctan(x+4/2√2) + C

Maar volgens Wolframalpha is het iets anders: http://www.wolframalpha.c(...)x%5E2+%2B8x+%2B24%29

7√2 ipv 3√2 voor arctan.
pi_154442158
quote:
0s.gif Op zaterdag 18 juli 2015 18:08 schreef GeorgeArArMartin het volgende:
Kan iemand mij op m'n fout wijzen in het onderstaande?

Ik zoek de primitieve van f(x)

f(x) = 6x-4/(x2+8x+24)

Dan neem ik u=x2+8x+24, zodat we du = (2x+8) dx hebben en dan herschrijf ik f(x) zodat we du erin terugvinden:

f(x) = 6x+8-12/(x2+8x+24)

f(x) = 6x+8/(x2+8x+24) - 12/(x2+8x+24)

Deze herleiding is fout. Je moet in de teller van de eerste breuk een veelvoud van 2x + 8 krijgen en je hebt

f(x)\,=\,\frac{3(2x+8)}{x^2+8x+24}\,-\,\frac{28}{x^2+8x+24}

aangezien 3·8 − 28 = 24 − 28 = −4.
pi_154443047
quote:
0s.gif Op zaterdag 18 juli 2015 18:22 schreef Riparius het volgende:

[..]

Deze herleiding is fout. Je moet in de teller van de eerste breuk een veelvoud van 2x + 8 krijgen en je hebt

f(x)\,=\,\frac{3(2x+8)}{x^2+8x+24}\,-\,\frac{28}{x^2+8x+24}

aangezien 3·8 − 28 = 24 − 28 = −4.
Ah natuurlijk. Bedankt!
pi_154657994
ook een vraagje



iemand die weet hoe je deze moet oplossen? Krijg het niet voor elkaar met de geleerde regels :(
'If you really think that the environment is less important than the economy try holding your breath while you count your money'
  zondag 26 juli 2015 @ 21:04:49 #125
346939 Janneke141
Green, green grass of home
pi_154658187
quote:
0s.gif Op zondag 26 juli 2015 20:59 schreef poker4lifee het volgende:
ook een vraagje

[ afbeelding ]

iemand die weet hoe je deze moet oplossen? Krijg het niet voor elkaar met de geleerde regels :(
Bedenk eerst dat, als een produkt van twee factoren nul is, één van beide factoren nul moet zijn.
Bedenk daarna dat één van beide factoren in dit geval helemaal geen nul kan worden
En bedenk daarna dat wat je overhoudt alleen maar nul is als 1 - ... = 0 ?
Opinion is the medium between knowledge and ignorance (Plato)
pi_154659145
quote:
0s.gif Op zondag 26 juli 2015 21:04 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Bedenk eerst dat, als een produkt van twee factoren nul is, één van beide factoren nul moet zijn.
Bedenk daarna dat één van beide factoren in dit geval helemaal geen nul kan worden
En bedenk daarna dat wat je overhoudt alleen maar nul is als 1 - ... = 0 ?
snap je maar deels denk ik :P Dus dat of 4/x=0 of andere=0 en 4/x=0 kan niet
dus dan hou je over (1-(ln(x))^3)=0?

ohww en dan dus 1-iets=0 moet 1 zijn en eloge=1 dus antwoord dan e.

Thanks :)
'If you really think that the environment is less important than the economy try holding your breath while you count your money'
pi_154660355
quote:
0s.gif Op zondag 26 juli 2015 21:26 schreef poker4lifee het volgende:

[..]

snap je maar deels denk ik :P Dus dat of 4/x=0 of andere=0 en 4/x=0 kan niet
dus dan hou je over (1-(ln(x))^3)=0?

ohww en dan dus 1-iets=0 moet 1 zijn en eloge=1 dus antwoord dan e.

Thanks :)
Je maakt het jezelf alleen maar moeilijk door dingen als "iets" en "andere" te gebruiken.
En het wordt super onduidelijk voor anderen.

Zeg gewoon
(log x)^3 = 1 ipv iets is 1
log x = 1
x = e ipv dus antwoord is e
pi_154660586
quote:
1s.gif Op zondag 26 juli 2015 21:52 schreef t4rt4rus het volgende:

[..]

Je maakt het jezelf alleen maar moeilijk door dingen als "iets" en "andere" te gebruiken.
En het wordt super onduidelijk voor anderen.

Zeg gewoon
(log x)^3 = 1 ipv iets is 1
log x = 1
x = e ipv dus antwoord is e
will do :P thx
'If you really think that the environment is less important than the economy try holding your breath while you count your money'
pi_155151885
Voor jullie een makkelijke, ik loop vast!
Veel van de middelbare school wiskunde ben ik kwijt, dus ik ben met Khan Academy begonnen om weer bij te spijkeren voor de fun.
Nu ben ik bij Algebra en het basisprincipe zit er nog niet helemaal in, maar ik kom wel een eindje op weg.



Ik schrijf de sommen helemaal uit, om het ook daadwerkelijk te snappen.
De linkerkant van de som heb ik met bovenstaande gegevens wel gevonden met ouderwets helemaal uitschrijven:
y+2 = -3(1-4) --> -3*(-3)
y+2 = 9 --> -2 = y en 9-2 = 7
y = 7

Goed, dan tijd om x te berekenen
y+2 = -3(x-4)
-2+2 = -3(x-4)
0 = -3(x-4)

Zover kwam ik nog. Maar bij de hints (omdat ik er niet uit kwam) doet hij opeens dit (rode vierkantje)


Waarom die stap? Ik kan me oprecht die stap niet voorstellen. Iemand die mij dit vrij basic kan uitleggen waarom die stap wordt gemaakt?
Want die -3 staat er nog toch?

[ Bericht 1% gewijzigd door #ANONIEM op 12-08-2015 16:32:40 ]
  woensdag 12 augustus 2015 @ 16:33:22 #130
203089 Scuidward
Vleugje cynisme, vol verstand
pi_155151934
Daar staat eigenlijk -3 maal hetgeen tussen haakjes.

Dus ze delen beiden zijden door -3.

0 blijft 0, en hetgeen binnen de haakjes komt buiten de haakjes.
pi_155152061
quote:
0s.gif Op woensdag 12 augustus 2015 16:33 schreef Scuidward het volgende:
Daar staat eigenlijk -3 maal hetgeen tussen haakjes.

Dus ze delen beiden zijden door -3.

0 blijft 0, en hetgeen binnen de haakjes komt buiten de haakjes.
Dus om die -3 weg te halen, deelt hij dus door 0. Ah, het lichtje begint te branden. Vond het oprecht vreemd omdat het getal binnen de haakjes een apart getal was voor de berekening.
Ik ga er eens mee spelen met andere sommen van dit principe.
Bedankt!
  woensdag 12 augustus 2015 @ 16:40:33 #132
203089 Scuidward
Vleugje cynisme, vol verstand
pi_155152115
quote:
14s.gif Op woensdag 12 augustus 2015 16:38 schreef Monopoly het volgende:

[..]

Dus om die -3 weg te halen, deelt hij dus door 0. Ah, het lichtje begint te branden. Vond het oprecht vreemd omdat het getal binnen de haakjes een apart getal was voor de berekening.
Ik ga er eens mee spelen met andere sommen van dit principe.
Bedankt!
Nee, hij deelt niet door 0.

Hij deelt het allebei door -3.

0 delen door -3 blijft 0.

-3 (x - 4) delen door -3 geeft x-4, net als -3(3), dus eigenlijk -9, gedeeld door -3, ook weer 3 is, wat tussen haakjes stond.

Edit: Misschien is het handig om te weten dat als getallen 'tegen elkaar aan staan', zoals (3)(4) normaal gesproken vermenigvuldigt dienen te worden, dus (3)(4) = 12, en 3(x) = 3x, en 3(x+2) = 3x + 6.
pi_155152901
quote:
0s.gif Op woensdag 12 augustus 2015 16:40 schreef Scuidward het volgende:

[..]

Nee, hij deelt niet door 0.

Hij deelt het allebei door -3.

0 delen door -3 blijft 0.

-3 (x - 4) delen door -3 geeft x-4, net als -3(3), dus eigenlijk -9, gedeeld door -3, ook weer 3 is, wat tussen haakjes stond.

Edit: Misschien is het handig om te weten dat als getallen 'tegen elkaar aan staan', zoals (3)(4) normaal gesproken vermenigvuldigt dienen te worden, dus (3)(4) = 12, en 3(x) = 3x, en 3(x+2) = 3x + 6.
Ja natuurlijk! Wat stom dat ik dat niet door had.
pi_155242879
Een aardige videoreeks voor in de OP?
ING en ABN investeerden honderden miljoenen euro in DAPL.
#NoDAPL
pi_155368894
In een vaas zitten 4 rode ballen en 3 blauwe ballen. Er worden 3 ballen zonder teruglegging
uit de vaas genomen.
Hoe groot is de kans op minstens één blauwe bal?
a. 0,187
b.0,813
c. 0,886

Hoe kan ik dit berekenen met een grafische rekenmachine? Ik weet echter alleen precieze aantallen te berekenen, maar niet met minstens of hoogstens :'(
Man is de baas, vrouw kent haar plaats.
  donderdag 20 augustus 2015 @ 00:52:34 #136
346939 Janneke141
Green, green grass of home
pi_155369982
quote:
7s.gif Op donderdag 20 augustus 2015 00:05 schreef phpmystyle het volgende:
Hoe kan ik dit berekenen met een grafische rekenmachine?
Ik heb geen flauw idee, maar de kans op nul blauwe ballen is 4/7*3/6*2/5. De kans op minstens 1 blauwe is 1-dat.
Opinion is the medium between knowledge and ignorance (Plato)
pi_155371701
quote:
7s.gif Op donderdag 20 augustus 2015 00:05 schreef phpmystyle het volgende:
In een vaas zitten 4 rode ballen en 3 blauwe ballen. Er worden 3 ballen zonder teruglegging
uit de vaas genomen.
Hoe groot is de kans op minstens één blauwe bal?
a. 0,187
b.0,813
c. 0,886

Hoe kan ik dit berekenen met een grafische rekenmachine? Ik weet echter alleen precieze aantallen te berekenen, maar niet met minstens of hoogstens :'(
Je drukt op math, dan ga je naar PRB, staat rechts boven aan, en dan optie 3 nCr

1 - ( (4 nCr 3) / (7 nCr 3) ) = 1 - de kans op geen blauwe bal

Volgens mij is dat hem. Er komt 0.8857 uit bij mij.

Volgens mij was nCr voor dingen zonder terugleggen en nPr voor dingen met terugleggen maar het is al lang geleden dat ik deze dingen deed op het vwo.

[ Bericht 1% gewijzigd door ForzaMilan op 21-08-2015 14:49:15 ]
Rossoneri siamo noi.
pi_155371730


[ Bericht 100% gewijzigd door ForzaMilan op 20-08-2015 03:37:19 ]
Rossoneri siamo noi.
pi_155838305
Ik snap hier geen hol van:

De top van de grafiek van fp(x) = 0,5x2 + px + q ligt op de parabool y = x2 + x + 1 .
a) Druk q uit in p. ????????????

Ik heb van alles geprobeerd, maar ik kom er niet uit. Kan iemand mij helpen? _O_
pi_155839559
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2015 12:55 schreef BroodmetChocopasta het volgende:
Ik snap hier geen hol van:

De top van de grafiek van fp(x) = 0,5x2 + px + q ligt op de parabool y = x2 + x + 1 .
a) Druk q uit in p. ????????????

Ik heb van alles geprobeerd, maar ik kom er niet uit. Kan iemand mij helpen? _O_

Er is gegeven dat de top van grafiek op die parabool ligt. Dat wil dus zeggen dat de coordinaten (x-top, y-top) zowel op f(x) als op y(x) liggen.

Je weet als het goed is hoe je de coordinaten van de top moet bepalen. Dit kun je hier ook doen, met p en q als onbekende. Je vindt dan een uitdrukking voor de x-coordinaat van de top in termen van p. Je weet dat het punt (x-top, y-top) ook op y(x) ligt, dus je kunt zeggen: f(x-top) = y(x-top). Nu heb je een vergelijking met alleen p en q als onbekenden, en dus kun je q in p uitdrukken.
pi_155840357
quote:
7s.gif Op zaterdag 5 september 2015 13:51 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Er is gegeven dat de top van grafiek op die parabool ligt. Dat wil dus zeggen dat de coordinaten (x-top, y-top) zowel op f(x) als op y(x) liggen.

Je weet als het goed is hoe je de coordinaten van de top moet bepalen. Dit kun je hier ook doen, met p en q als onbekende. Je vindt dan een uitdrukking voor de x-coordinaat van de top in termen van p. Je weet dat het punt (x-top, y-top) ook op y(x) ligt, dus je kunt zeggen: f(x-top) = y(x-top). Nu heb je een vergelijking met alleen p en q als onbekenden, en dus kun je q in p uitdrukken.
Ik heb het geprobeerd, maar ik kom nog steeds niet uit. Wat is er fout aan mijn berekening?:
fp(x) = 0,5x2 + px + q
y = x2 + x + 1

f(x-top) = -b / 2a = - p
y(x-top) = -b / 2a = - 0,5

y= (-0,5)2 - 0,5 + 1
= 0,75
Snijpunt (S) : S(-0,5 ; 0,75)

fp(-p) = 0,75
0,75 = 0,5*(-p)2 + p * -p + q
0,75= 0,5p2 - p2 + q
0,75= -0,5p2 + q
q = 0,5p2 + 0,75

Maar het antwoordenboek zegt : q = 1,5p2 -p + 1
??????????????????????????????????????????????????????? :?
pi_155840582
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2015 14:31 schreef BroodmetChocopasta het volgende:

[..]

Ik heb het geprobeerd, maar ik kom nog steeds niet uit. Wat is er fout aan mijn berekening?:
fp(x) = 0,5x2 + px + q
y = x2 + x + 1

f(x-top) = -b / 2a = - p
y(x-top) = -b / 2a = - 0,5

y= (-0,5)2 - 0,5 + 1
= 0,75
Snijpunt (S) : S(-0,5 ; 0,75)

fp(-p) = 0,75
0,75 = 0,5*(-p)2 + p * -p + q
0,75= 0,5p2 - p2 + q
0,75= -0,5p2 + q
q = 0,5p2 + 0,75

Maar het antwoordenboek zegt : q = 1,5p2 -p + 1
??????????????????????????????????????????????????????? :?
De fout die je maakt is dat je de top van y(x) berekent. Er staat niet dat de top van f(x) ook de top van y(x) is, de top van f(x) ligt gewoon ergens op y(x). Je moet dus niet x-top van y(x) invullen in y(x), maar de x-top van f(x). Dat is namelijk de coordinaat die hetzelfde is voor beide functies.
  zaterdag 5 september 2015 @ 14:47:09 #143
346939 Janneke141
Green, green grass of home
pi_155840689
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2015 14:31 schreef BroodmetChocopasta het volgende:
Ik heb het geprobeerd, maar ik kom nog steeds niet uit. Wat is er fout aan mijn berekening?:
fp(x) = 0,5x2 + px + q
y = x2 + x + 1

f(x-top) = -b / 2a = - p
y(x-top) = -b / 2a = - 0,5
Hier gaat het mis.
De top van f ligt bij de x-coördinaat -p (dat klopt dus), maar de y-coördinaat van dat bewuste punt is f(-p).
Verder weet je dat het punt (-p;f(-p)) op y moet liggen. Dat levert je wel een uitdrukking in p en q op waar je mee verder kan.

-edit- Oh, iemand was me al voor.
Opinion is the medium between knowledge and ignorance (Plato)
pi_155840770
quote:
0s.gif Op donderdag 20 augustus 2015 03:28 schreef ForzaMilan het volgende:

[..]

Volgens mij was nCr voor dingen zonder terugleggen en nPr voor dingen met terugleggen maar het is al lang geleden dat ik deze dingen deed op het vwo.
Zo help je mensen dus van de wal in de sloot:

nCr berekent de combinatie, op hoeveel manieren kan je 3 knikkers uit een vaas van 10 trekken, terwijl de volgorde niet van belang is, bijvoorbeeld omdat je die knikkers in een kommetje (COMmetje) legt.

nPr berekent de permutatie, op hoeveel manieren kunnen in een wedstrijd met 10 personen goud, zilver en brons gewonnen worden, PRijsuitreikingen. De volgorde is van belang.
pi_155840791
quote:
7s.gif Op zaterdag 5 september 2015 14:42 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

De fout die je maakt is dat je de top van y(x) berekent. Er staat niet dat de top van f(x) ook de top van y(x) is, de top van f(x) ligt gewoon ergens op y(x). Je moet dus niet x-top van y(x) invullen in y(x), maar de x-top van f(x). Dat is namelijk de coordinaat die hetzelfde is voor beide functies.
Aah, dat deed ik dus de hele tijd verkeerd! Bedankt, ik ben er uitgekomen!
pi_155841364
Nieuwe opdracht:
De selectie van het eerste team van korfbalvereniging Avanti bestaat uit zes heren en zes dames.
Aan het begin van de competitie wordt een foto van de selectie gemaakt. De fotograaf zet de twaalf spelers op een rij.

Hoeveel rijen zijn mogelijk waarbij geen twee heren naast elkaar staan?

Ik dacht dus, dan krijg je man, vrouw, man, vrouw, etc. of vrouw, man, vrouw, man, etc.

de correcte berekening is 2 • 6 • 6 • 5 • 5 • 4 • 4 • 3 • 3 • 2 • 2 • 1 • 1, maar ik snap niet hoe ze hier op komen, want ik dacht zelf aan: 12 • 6 • 6 • 5 • 5 • 4 • 4 • 3 • 3 • 2 • 2 • 1 • 1.
Wat gaat er fout?
  zaterdag 5 september 2015 @ 15:29:59 #147
346939 Janneke141
Green, green grass of home
pi_155841589
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2015 15:19 schreef BroodmetChocopasta het volgende:
Nieuwe opdracht:
De selectie van het eerste team van korfbalvereniging Avanti bestaat uit zes heren en zes dames.
Aan het begin van de competitie wordt een foto van de selectie gemaakt. De fotograaf zet de twaalf spelers op een rij.

Hoeveel rijen zijn mogelijk waarbij geen twee heren naast elkaar staan?

Ik dacht dus, dan krijg je man, vrouw, man, vrouw, etc. of vrouw, man, vrouw, man, etc.

de correcte berekening is 2 • 6 • 6 • 5 • 5 • 4 • 4 • 3 • 3 • 2 • 2 • 1 • 1, maar ik snap niet hoe ze hier op komen, want ik dacht zelf aan: 12 • 6 • 6 • 5 • 5 • 4 • 4 • 3 • 3 • 2 • 2 • 1 • 1.
Wat gaat er fout?
Dat.

Volgens jouw denkwijze heb je voor de eerste plaats 12 kandidaten. Voor de volgende positie heb je er nog zes (een van de zes van het andere geslacht). Voor positie drie zijn er nog 5 (Er is er namelijk al eentje van het betreffende geslacht opgesteld). Etc.

Daarmee kom je op 12 • (6 • 5 • 5 • 4 • 4 • 3 • 3 • 2 • 2 • 1 • 1).

Dat is hetzelfde als het andere antwoord, want daar staat 2 • 6 • (6 • 5 • 5 • 4 • 4 • 3 • 3 • 2 • 2 • 1 • 1). Door de haakjes zie je meteen dat dat hetzelfde is. De gedachte in dat antwoord is dat je voor iedere positie 6, 6, 5, 5 etc. mogelijkheden hebt, en de eerste factor 2 komt doordat je kan beginnen met danwel een man, danwel een vrouw.

[ Bericht 0% gewijzigd door Janneke141 op 05-09-2015 15:37:50 ]
Opinion is the medium between knowledge and ignorance (Plato)
pi_155841971
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2015 15:29 schreef Janneke141 het volgende:

[..]

Dat.

Volgens jouw denkwijze heb je voor de eerste plaats 12 kandidaten. Voor de volgende positie heb je er nog zes (een van de zes van het andere geslacht). Voor positie drie zijn er nog 5 (Er is er namelijk al eentje van het betreffende geslacht opgesteld). Etc.

Daarmee kom je op 12 • (6 • 5 • 5 • 4 • 4 • 3 • 3 • 2 • 2 • 1 • 1).

Dat is hetzelfde als het andere antwoord, want daar staat 2 • 6 • (6 • 5 • 5 • 4 • 4 • 3 • 3 • 2 • 2 • 1 • 1). Door de haakjes zie je meteen dat dat hetzelfde is. De gedachte in dat antwoord is dat je voor iedere positie 6, 6, 5, 5 etc. mogelijkheden hebt, en de eerste factor 2 komt doordat je kan beginnen met danwel een man, danwel een vrouw.
top! helemaal duidelijk!
pi_155867099
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2015 14:50 schreef la_perle_rouge het volgende:

[..]

Zo help je mensen dus van de wal in de sloot:

nCr berekent de combinatie, op hoeveel manieren kan je 3 knikkers uit een vaas van 10 trekken, terwijl de volgorde niet van belang is, bijvoorbeeld omdat je die knikkers in een kommetje (COMmetje) legt.

nPr berekent de permutatie, op hoeveel manieren kunnen in een wedstrijd met 10 personen goud, zilver en brons gewonnen worden, PRijsuitreikingen. De volgorde is van belang.
Ik zeg toch ook volgens mij. :')
Rossoneri siamo noi.
pi_155892200
Goedemorgen,

Ik heb een vraag omtrent de 'inverse'. Zojuist heb ik de MPLc (marginal product of labor in cars) berekend. Er wordt beweerd dat als je de productie van auto's wilt uitbreiden met 1 unit, dat je dan de labor input met 1/MPLc uren moet verhogen.



Wat zegt de inverse van MPLc dan eigenlijk? Waarom neem je überhaupt 1/MPLc?


P.S; dit soort dingen tref ik overigens wel vaker:



Hierbij snap ik wiskunde technisch wel hoe je op 1/ ALc komt (ALc = labor requirement, w = wage, Pc= prijs van kaas). Ook snap ik dat als je het loon deelt door de prijs van kaas dat je weet hoeveel kaas je kunt kopen. Desondanks begrijp ik praktisch gezien niet (wiskundig wel) waarom je met 1/ALc hetzelfde kunt berekenen? Waarom die 1/..? 1/aantal labor? Weer zo'n inverse...

[ Bericht 5% gewijzigd door Super-B op 07-09-2015 11:48:06 ]
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')