quote:Op donderdag 16 augustus 2012 13:08 schreef Lavenderr het volgende:
Mooi topic Mousy
DE WITTE WIEVEN VAN LOCHEM
in een diepe kuil, even ten zuidwesten van Lochem, hebben vele jaren drie witte wieven gewoond. Overdag lagen zij in het zand en waren daarvan niet te onderscheiden. Eerst des avonds stegen zij omhoog en vlogen als nevelen over de vlakte. Herbert en zijn zusje waren niet bang voor de witte wieven. Als kinderen gingen zij 's avonds vaak langs de kuil om nog een boodschap voor moeder te doen. Wanneer ze dan in de verte de nevelen zagen rijzen en dalen, wezen de kleine vingertjes er zonder vrees naar. Soms zelfs daalden zij in de kuil en plukten er bloemen. Dan gleed meermalen de oudste der witte wieven spiedend langs hen heen, de klauwen uitgestrekt als een kat, die aangevallen wordt. Doch wanneer zij de kinderen dan onder elkaar hoorde lachen, toog ze weer geruisloos verder. Daarom kende Herbert, ook toen hij ouder geworden was, geen vrees voor de witte wieven. Zijn buurmeisje Johanna, de dochter van Scholte Lodink, waarschuwde echter op zekere dag: "Ga niet weer in de kuil, Herbert, want van de witte wieven is nog nooit iets goeds gekomen". Sindsdien daalde Herbert niet meer naar beneden. Wanneer hij des avonds de kuil voorbij kwam, liep hij snel door naar huis. 't Was of hij Johanna's stem zacht hoorde zeggen: "Nee - nee, Herbert." Er was een eigenaardig warm gevoel in hem, dat hij nog niet eerder had gekend. Herbert's ouders en ook Scholte Lodink en zijn vrouw merkten dit alles zeer wel op. Glimlachend bekenden zij elkaar, dat Herbert en Johanna wel eens een paar zouden kunnen worden. "Als dat eens waar was", zei Scholte Lodink vrolijk, "dan zou er in heel Lochem geen tweede paar gevonden worden met meer rijkdom. Maar", voegde hij er aan toe, "ze moeten niet gedwongen worden. Al zou mijn dochter willen trouwen met een keuterboer, dan zou ze evengoed mijn toestemming krijgen." Zijn vrouw antwoordde hierop niet, maar ze dacht: "t Is maar goed, dat Herbert en Johanna bij elkaar zijn, want mijn dochter zal niet met een arme jongen trouwen." Enige jaren later kon Scholte Lodink zijn woorden waar maken. Herbert's ouders hadden buiten hun schuld alle spaarpenningen verloren. Toen waren de gedachten van Johanna 's moeder vol zorg over de toekomst. Moest de dochter van Scholte Lodink nu rouwen met zulk een armoezaaier, die alleen met de handen zijn brood kon verdienen? Ze ging voor de haard zitten en peinsde. Wat haar inviel was niet gelukkig voor Herbert en Johanna. Zij ontdekte een andere vrijer voor haar dochter, die alles had, wat je van een huwelijkskandidaat verwachten kon Albrecht. Albrecht was een kloekgebouwd man en hij was rijker dan wie ook in de Achterhoek. Hoe zou ze beiden bij elkaar kunnen brengen, zonder dat Johanna haar sluwe opzet gemerkte? Het toeval hielp haar, want korte tijd later ontmoette zij Albrecht. "Je moest eens een avond je bij ons komen praten", nodigde zij uit. De list gelukte prachtig, want Albrecht nam de uitnodiging aan en begaf zich op een avond naar het erf van Scholte Lodink. Natuurlijk was toen ook Johanna thuis, daar had haar moeder wel voor gezorgd. Het gesprek verliep echter anders dan zij gehoopt had, want Scholte Lodink wist iets bijzonders over Herbert te verhalen. Herbert was op een avond te paard uit Lochem gekomen. Hij reed op een smalle weg, toen plotseling een vogel met luid geschreeuw opvloog. Het paard schrok en sloeg op hol in de richting van de witte wieven kuil. Ongetwijfeld zou Herbert omlaag gestort zijn, als niet de oudste der witte wieven hem te hulp gekomen was. Ze sprong op en greep met haar klauwen het paard in de manen. Even nog trilde het angstige dier, voordat het, nog juist op tijd, tot stilstand kwam. Herbert klopte het bemoedigend tegen de nek en deed het rustig keren. Op het ogenblik dat hij gevaar liep verpletterd te worden. zag Herbert zich nog kans om een blik in de kuil te werpen. Hij zag daar een vuurtje, waarboven een vogel hing, net geplukt of het door mensenhanden was gedaan. Zij braadden 't vlees, de witte wieven. 't Was maar goed, dat Herbert zijn ogen zo goed de kost gegeven had, want daardoor was hij in staat dit later te bewijzen. Thuis gekomen, vertelde hij wat er gebeurd was. Hij vroeg aan zijn zuster of zij een driekoningenkoek wilde bakken, bruin van korst en zoet van binnen. Hij wilde die voor zonsondergang naar de witte wieven brengen. Zijn zuster wilde dit met plezier voor hem doen, onder voorwaarde, dat ze met hem mee mocht naar de kuil. Herbert wilde daar eerst niet van weten, maar moest tenslotte toch toegeven. Toen bakte zijn zuster een driekoningenkoek. Ze legde haar op een aarden schotel en omstak het gebak met een krans van groen klimopbladeren. Terwijl Herbert de schotel naar beneden bracht, wachtte zijn zuster boven aan de rand van de groeve. Wel klopte haar hart van angst, maar zij hield zich moedig. De volgende dag ging Herbert nog eens naar de kuil. In de diepte zag hij de schotel liggen, met de klimopbladeren er naast. Na dit verhaal wilde het gesprek tussen Johanna en Albrecht niet best meer vlotten. Johanna trok een gezicht alsof zij engelenmuziek had gehoord. Wat was Herbert toch goed en moedig van harte. Zelfs in de witte wieven kuil was hij gedeald om zijn dankbaarheid te bewijzen. Albrecht zat naast haar en 't woord "Herbert" was in zijn bewustzijn gelijk een vloek, terwijl hij het mooie meisje aankeek. Was hij eigenlijk minder dan Herbert? Diep in hem brandde de wraaklust. Hij zou trachten Herbert als dagloner te krijgen, zodat hij hem kon laten slaven. Herbert was knecht en hij de meester, dat zou hij Johanna duidelijk maken. Zijn plannen stonden vast toen hij afscheid nam. Die avond nog had de arme Scholte Lodink meer van zijn vrouw te verdragen dan tijdens zijn gehele huwelijk daarvoor. Of hij zich soms verbeeldde, dat zij haar toestemming zou geven tot een huwelijk tussen Herbert en haar dochter? Wist hij dan niet, wat Albrecht bezat en wat hij zou erven? Wat deed het ertoe of iemand in de witte wieven kuil daalde, dat durfde Albrecht ook, als 't daarom te doen was. Of er in het leven niet nog heel wat anders kwam kijken. Wel twee uur ratelde ze zo door. Eindelijk lukte het Scholte Lodink haar stop te zetten: Was Albrecht even moedig als Herbert? Dat had hij te bewijzen. Boven het geld stond mannenmoed. Scholte Lodink kwam met een plan voor de dag. Dit zou hij van de beide minnaars eisen: Te middernacht zouden zij naar de witte wieven kuil rijden, Herbert naar de west rand, Albrecht naar de zuidrand. Gelijktijdig moesten ze dan een haarspit (d.i. een ijzeren pin, waarop de zeis geslepen werd) in de kuil werpen om niet in de macht van de witte wieven te vallen. Toch wilde Herbert voor Johanna alles volbrengen en rustig reed hij op de vastgestelde avond naar de westrand van de kuil. In de verte hoorde hij de hoefslagen van Albrechts paard. Hij dreef de bles met een kort woord aan, tot hij kort voor de groeve stond. Albrecht was er nog niet. Hij wierp het haarspit met kracht naar beneden en riep met forse stem: "Wit-wit-wit, hier komt een ijzeren spit". Woest ijlde de bles de berg af. Uit de kuil steeg één van de witte wieven omhoog, haar klauwen uitgespreid en de mond wijd geopend. Onmiddellijk was ze achter de ruiter. De stormwind stak op en de takken van de bomen kraakten. De witte wieve kwam zo dicht bij Herbert, dat hij haar adem voelde. Hij zette het paard tot meerdere drift aan. "Hahaha" gierde de witte wieve. "Herbert, je kunt me niet ontkomen. Voor het huis van de Scholte zullen mijn klauwen je hebben. Sta maar stil met je paard, dat is te oud voor zulk een wedloop. Albrecht, die een vurig ros heeft gekocht, heeft het zelfs niet gewaagd met mij te wedijveren. Halverwege is hij omgekeerd." Als de witte wieve geloofde, dat zij Herbert met deze woorden zou tegenhouden, vergiste zij zich. In de ruiter was moed en in het dier angst. Vooruit hij voelde al even haar klauwen langs de nek, toen hij 't erf van Lodink opreed. Een hard voorwerp suisde hem na. De witte wieve haastte zich terug. "Hoezee" riep de Scholte, "over een paar dagen zal er bruiloft zijn." Johanna viel de kranige ruiter om de hals. "Heeft ze je niet geraakt?" vroeg ze bezorgd. Herbert stelde haar gerust, maar vertelde ook dat ze hem nog iets na gegooid had. Ze zochten op het erf. Herbert begon plotseling te lachen. "Ze wil ook niets houden", zei hij, "het is een stok van de schotel, die wij haar gegeven hebben". Scholte Lodink raapte de scherf op en bekeek hem thuis onder de lamp. Een juichkreet ontsnapte zijn keel: de schotel was van goud. Het was een huwelijksgeschenk van de witte wieven.
Sorryquote:Op donderdag 16 augustus 2012 16:37 schreef theguyver het volgende:
[..]das erg lang geleden dat ik dat verhaal gehoord heb/gelezen...
word weer slecht slapen vanacht
maakt niet uit ik woonde vroeger er niet ver vandaan. ben er mee opgegroeidquote:
Heb jij weleens witte wieven gezien?quote:Op donderdag 16 augustus 2012 16:53 schreef theguyver het volgende:
[..]
maakt niet uit ik woonde vroeger er niet ver vandaan. ben er mee opgegroeid
vriendin van mij komt nooit buiten en is dus spier wit.quote:Op donderdag 16 augustus 2012 16:54 schreef Lavenderr het volgende:
[..]
Heb jij weleens witte wieven gezien?
nee grapje ik heb helaas niet gezien.quote:Op donderdag 16 augustus 2012 16:54 schreef Lavenderr het volgende:
[..]
Heb jij weleens witte wieven gezien?
bronquote:DE HÉMANNEKES VAN HET AAMSVEEN
Ten zuiden van het kerkdorp Glanerbrug in de gemeente Enschede bevindt zich het Aamsveen. Een veengebied op de Nederlandse - Duitse grens. Het landelijke gebied aan de Nederlandse zijde wordt oudsher de Enschedeër Es genoemd. Hier staan vele oude boeren hoeven.
De boeren gingen vaak naar het Aamsveen om turf te steken en kwamen daar vaak nabij de veenplassen de hémannekes tegen; vurige vlammetjes onder het voortdurende geroep van hé, hé, hé. Aan de oever van de veenplassen zat dan een witte vrouw op haar spinnewiel te spinnen; rrrt, rrrt, rrrt.
Op een van de boerenhoeven was een knecht werkzaam uit Holland en deze was voor de duivel niet bang en trok zich daarom ook niets aan van de vele geesten die in het Aamsveen rondhingen. Toen deze op een goede dag aan het turfsteken was begonnen de hémannekes weer hé, hé, hé te roepen. Niemand zou de geesten durven te beproeven, maar de knecht had er lak aan en begon deze in dezelfde bewoordingen uitdagend terug te roepen.
Een van de hémannekes nam dit niet en begon niet alleen steeds geestdrifter te roepen, maar kwam ook naderbij. Plots was hij zo nabij dat er geen weg meer terug was. De blauwe vlam kroop uit de kuil en besprong de knecht in zijn nek. Wild begon hij om zich heen slaan, rolde over de grond en sprong de kuil uit. Niets hielp, het hémanneke liet zich niet wegsturen en bleef zitten waar het zat. Vervolgens zette hij het op een lopen naar de boerderij, maar ze konden hem niet helpen.
Aangedaan trok de knecht door de deel om zich in de keuken te verschuilen. Het hémanneke bleef maar vlammen in zijn nek.
Pas toen de boerin met een gewijde kaars kwam sloeg het hémanneke op de vlucht. Het zweefde langs de binten en hield zich schuil achter een zeef aan de wand. Toen de deur open ging maakte de zeef zich los van de wand en zweefde met het hémanneke terug naar het Aamsveen. Later werd het hier terug gevonden en nog tot op de dag van vandaag wordt de zeef gebruikt voor het wannen van de rogge.
Was dat met Ryan en Staal?quote:Op donderdag 16 augustus 2012 18:06 schreef Natalie het volgende:
Ik ben - lang geleden - eens met ee TRU-meeting naar het Solse Gat geweest. Ligt bij Putten.
Weet alleen zo even niet meer wat het ook alweer precies was... Iets met een kathedraal die onder het oppervlak was gezonken ofzo. Nachtje in het bos gezeten
Dat zou kunnen. Al kan ik me niets legendarisch herinneren. Geloof dat men vaker naar dat Solse Gat is geweest.quote:Op donderdag 16 augustus 2012 18:08 schreef Lavenderr het volgende:
[..]
Was dat met Ryan en Staal?
Legendarische meet toch?
Het is een in de grond verzonken klooster inclusief nu nog rondspokende monniken... Maar in werkelijkheid is het Solse Gat een oude leemput (steenbakkerij).quote:Op donderdag 16 augustus 2012 18:06 schreef Natalie het volgende:
Ik ben - lang geleden - eens met ee TRU-meeting naar het Solse Gat geweest. Ligt bij Putten.
Weet alleen zo even niet meer wat het ook alweer precies was... Iets met een kathedraal die onder het oppervlak was gezonken ofzo. Nachtje in het bos gezeten
Die sneed later een de strot door om te kunnen ontsnappen (dacht ik).quote:Ook zou er een vrouw geweest zijn die voor hen schoonmaakte.
Het galgenveld stond op de plaats waar nu "Park Manresa" in Venlo Oost zich bevindt.quote:Het Zigeunermeisje aan de galg.
In de buurt van Venlo was rond 1750 een groep zigeuners al dagenlang aan het kamperen. Ze waren ook al in de stad gezien. Op de markt hadden ze hun waren aangeboden en ze waren de huizen langsgegaan als scharensliep. Over zigeuners deed het verhaal de ronde dat ze zich, naast de handel en oude ambachten, ook bezighielden met criminele activiteiten. De inwoners van Venlo waren dan ook extra op hun hoede.
Een boerin, van een hoeve naast de stad, in de buurt van het kampement, kwam in die tijd terug van de stad, waar ze wat eieren en knollen had verkocht. Toen ze de hoeve naderde, zag ze dat de deur openstond. Ze wist zeker dat haar man op het land was en dat ze zelf de deur had dichtgedaan, dus voorzichtig benaderde ze het huis. Ze keek eerst om een hoekje van de deur, maar zag nog niks. In het huis ging ze van kamer naar kamer, tot ze in de slaapkamer kwam. Daar zag ze een meisje van een jaar of acht een ring uit haar linnenkast pakken en in haar zak stoppen. Geschrokken haalde ze haar man erbij. De boer haalde er een stadswachter bij, die het meisje beetpakte en meenam naar de stad. Onderweg stopte hij even en keek het meisje aan. Zijn vinger maakte een gebaar langs zijn keel. Het meisje besefte welk lot haar te wachten stond.
Een paar dagen later wordt het meisje uit haar cel gehaald en naar de kamer van de rechter gebracht. De rechter had bedacht dat volwassen booswichten aan de galg horen en geen meisjes van acht. Hij wil een proef doen met het meisje. Hij laat een appel en een goudstuk brengen, omdat hij denkt dat zo'n jong meisje misschien nog niet de waarde kent van de dingen en dus niet wist wat ze deed. Wat de rechter niet wist is dat kinderen van zigeuners al vroeg de waarde van goud leerden kennen. Als het meisje goud thuisbracht, kreeg ze geen slaag. Ze wist dat ze voor het goudstuk appels kon kopen, zoveel als ze maar kon dragen. Toen de rechter vroeg welke van de twee het meisje wilde hebben, pakte het meisje zonder aarzelen de munt.
"Zij heeft haar eigen vonnis geveld," sprak de rechter. "Zij weet wat waarde heeft en wat niet, als een volwassen vrouw." De beul pakte het zigeunermeisje en bracht haar naar de galg op het galgenveld.
Nog lang nadat het meisje was opgehangen, hoorden voorbijgangers op het galgenveld een klagende kinderstem "moeder, moeder" roepen. En misschien, als je goed luistert, hoor je het vandaag de dag nog steeds.
Het mooie van dit verhaal is dat alle locaties die genoemd worden nog daadwerkelijk bestaan. Een paar zelfs op een steenworp afstand waar ik woon.quote:De vuurwagen van "'t Venn"
Op een julidag in het jaar 1778 trok Jan van den "Besjeshôf", een hoeve ongeveer een half uur van Venlo gelegen, met zijn knecht Helmes, een jongen uit Velden, naar de Hêringsche heide, om strooisel te hakken. Daar het die dag zo schroeiend heet was, gingen zij eerst om vijf uur in de namiddag van de hoeve weg, met het voornemen, laat door te werken. Het was al heel laat in de avond, toen beiden terugkeerden.
Aan de helling van de berg gekomen, bleven ze even rusten, want uit de verte klonk het klokje van de heremijt, die het Angelus luidde; het liep tegen middernacht. Daarna daalden zij de helling af door de holle weg, die leidt naar de dijk, waarlangs de Arenborg en Genraoi gelegen zijn.
Doodmoe van het zware, vervelende werk, stapten de "Besjes" lui voort. Zij konden de laatstgenoemde plaats nauwelijks achter de rug hebben, toen Helmes een gedruis in de lucht meende te horen. Hij greep de Besjesboer bij de arm en riep; "Baas, baas, kijk eens naar boven! Een vurige wagen met vier paarden ervoor en een mens erin, die lammenteert!"
"Jongen", zei Jan, "maak een kruis en bidt een Onze Vader, opdat ons geen kwaad overkomen. Ik weet, wie het is."
Door angst gedreven en tot in de ziel geroerd door het lijden van de ongelukkige, die hen was verschenen, spoedden zij zich de dijk over naar de Oude Straalseweg, op de hielen gezeten, zo meende ze door allerlei vreemde geesten en ander kwaad gespuis, waartegen het scherpste wapen en de grootste moed niets vermogen. Niet voor zij de kruin van de hoge linde van Besjeshof in het zicht kregen, viel hen de schrik van het lijf en durfde Helmes aan zijn baas te vragen, wie zij dan wel gezien hadden. " Zou het de man met zijn wagen zijn, waarvan Hoeberts Drik nog zo lang niet geleden vertelde?" vroeg hij. "Juist jongen", antwoordde Jan, " hij was het, Hazenpoot, de schelm, die de lonen van de werklieden achterhield. Nu is het te laat, maar zondag hebben wij tijd, dan zal ik je die geschiedenis wel eens vertellen, want ik ken ze goed".
En 's zondags vertelde Jan:
In de eerste jaren van 1600 waren deze landen Spaans en werden zij bestuurd door een aartshertogin, die haar zetel te Brussel had; als ze niet Bilke Clör of Eusenie heette, dan ben ik haar naam kwijt. Om de Hollanders, haar vijanden, die een winstgevende handel met Duitsland dreven, afbreuk te doen en de handel en de scheepvaart op haar eigen gebied wat op te beuren, besloot zij een kanaal te doen graven van Rheinberg naar Venlo, om daarmee de Rijn te verbinden met de Maas. In 1626 werd de eerste spade in de grond gestoken en het werk met ijver en moed op verschillende punten tegelijk begonnen.
Over het graven van het kanaal op Venlo's en Straals grondgebied stond een vreemde vent met een rode baard en een krom been als aannemer en opzichter. Hij werd in de wandeling Hazenpoot genoemd. Hij was er op uit om onder alle mogelijke voorwendsels het loon van de werklieden in te houden tot profijt van zijn eigen zak. De dagloner, die daar tegen op kwam en zijn rechtmatig loon eiste, werd door de wacht van het werk, die helemaal op de hand van Hazenpoot was, gegrepen en voor een dag op water en brood gezet. De mensen moesten zwaar werken en stonden dikwijls tot aan de knieën in de modder en in het water. Zij, die ziek werden en de koorts kregen, stuurde hij zonder hulp weg en werden aan de barmhartigheid van de goede mensen overgelaten. Zulk een handelwijze riep wraak voor Onze Lieve Heer. Maar luister ook, wat er gebeurde. Beladen met de algemene verachting, moest Hazenpoot zich uit de voeten maken en vluchtte hij naar Brabant.
Verscheidene jaren later keerde een troep mensen uit Venlo op Kerstnacht naar huis terug. Zij hadden de nachtdienst bij de bruine paters bijgewoond en waren daartoe, door de bemoeiingen van de Scholtes aan de Helpoort uit en ingelaten. Ter hoogte van het kanaal gekomen, sloeg hen opeens een warme gloed over het hoofd en toen zij naar boven keken, zagen zij een gloeiende wagen, met een man erin, die zij dadelijk herkenden als Hazenpoot en die de armen naar hen uitstak om ontferming. Die mensen waren zeer beangstigd en spoedden zich biddende naar huis.
Korte tijd daarna hoorde men vertellen, dat Hazenpoot na verloop van vijftien jaar en na zich te hebben bekeerd en al zijn geld en goed aan de armen te hebben gegeven, te Leuven gestorven was. Dus helemaal zal hij wel niet verloren zijn gegaan, maar dat is zeker, ik en Helmes hebben het gezien, zijn straf is nog niet uit. Hij zweeft nog altijd met zijn gloeiende wagen door de lucht en wordt geschroeid en geblakerd tot hij zal hebben voldaan aan de Hemelse gerechtigheid, als een waarschuwing voor ieder, die het zou durven bestaan, zijn voorbeeld na te volgen.
quote:De "Wannevleegers"
De Venlonaren danken hun scheldnaam aan een Uilenspiegelarij van een hunner stadgenoten.
ln oude tijden had een Venlonaar laten rondbellen, dat hij zou gaan vliegen. Op het bepaalde uur stonden de Venlonaren, die daar voor hadden betaald, met honderden op de Markt te gapen naar de vlieger, die zich aan iedere arm een kleine korenwan had bevestigd. Hij stond juist gereed om de lucht in te gaan en had het kijkgeld al in zijn zak, toen hem inviel, dat hij nog een kleinigheid had vergeten, zonder kon hij niet vliegen. Hij verontschuldigde zich dus met te zeggen, dat hij die kleinigheid nog even moest halen en beloofde de toeschouwers te zullen draven en direct terug te keren.
Hij zette het ook op een draf, maar draafde zo lang, tot hij voor goed weg was en nog steeds weg is. Intussen hadden de Venlonaren hun scheldnaam Wannevliegers gekregen, wat nu juist niet als een compliment voor genialiteit door hen wordt opgenomen.
Ik weet het (maar welke onbenul die bril er dan bij heeft bedacht..quote:Op donderdag 16 augustus 2012 22:52 schreef mousy31 het volgende:
@Nemephis
Doordat verhalen vroeger van mond tot mond gingen, papier was er niet zijn er verschillende versies van de sagen en legenden ontstaan.
Het zelfde krijg je als je op een rijtje zit met een aantal mensen en een zin doorfluisterd, er zit altijd verschil tussen t begin en t eind.
Ja dat weet k ook nietquote:Op donderdag 16 augustus 2012 23:13 schreef Nemephis het volgende:
[..]
Ik weet het (maar welke onbenul die bril er dan bij heeft bedacht..).
Sagen hebben meestal meer een schriftelijke traditie dan een mondelinge. Het zijn de zogenaamde "overschrijvers" en hun volksverhalenboeken die er steeds een eigen draai aan geven. De oudst bekende versie van Ellert en Brammert is beschreven door dominee Johan Picardt in zijn Annales Drenthiae uit 1660. Toen waren het nog rovers en geen reuzen. Dat veranderde later pas...quote:Op donderdag 16 augustus 2012 22:52 schreef mousy31 het volgende:
@Nemephis
Doordat verhalen vroeger van mond tot mond gingen, papier was er niet zijn er verschillende versies van de sagen en legenden ontstaan.
Het zelfde krijg je als je op een rijtje zit met een aantal mensen en een zin doorfluisterd, er zit altijd verschil tussen t begin en t eind.
quote:Wie denkt dat Nederland niet rijk is aan sagen, legenden en volksverhalen heeft het mis. In dit boekwerk worden alle provincies behandeld (inclusief Flevoland) met verhalen die over steden, dorpen en streken gaan. Moderne en traditionele volksverhaalthema´s wisselen elkaar af. Heksen, geesten, graancirkels, sjamanen, de Smileybende, satanisten, weerwolven, zeemeerminnen, noem het maar op, alles passeert de revue.
Iedereen die geïnteresseerd is in de rijke Nederlandse folklore (vertelcultuur, volksgeloof etc.) moet dit standaardwerk in z´n bezit hebben. Een aanrader!
Dat wist k niet echt, wel weet ik dat het gewone volk vroeger haast geen tot geen papier had en verhalen die van mond tot mond gingen veranderden. Mijn moeder is in de 70 en die vertelde me wel eens dat ze als kind heel blij was met een stukje papier dat al ergens voor gebruikt was. Dan kon ze tekenen met een klein oud potloodje die ze van dr vader had gekregen.quote:Op vrijdag 17 augustus 2012 06:34 schreef Joel13 het volgende:
[..]
Sagen hebben meestal meer een schriftelijke traditie dan een mondelinge. Het zijn de zogenaamde "overschrijvers" en hun volksverhalenboeken die er steeds een eigen draai aan geven.
Ziet er interessant uit.quote:De oudst bekende versie van Ellert en Brammert is beschreven door dominee Johan Picardt in zijn Annales Drenthiae uit 1660. Toen waren het nog rovers en geen reuzen. Dat veranderde later pas...
Interessant boekje hierover is deze: Ellert en Brammert : Een reuzenclaim van een 'Drents' roversverhaal.' [ afbeelding ]
Ik heb er niet ingekeken maar wel de recenties gelezen en mij lijkt het een heel mooi boek.quote:Dat boek 'Verhalen van stad en streek' is wat prijzig, maar elke cent waard!
Het is echt een soort sagen-bijbel en staat bomvol prachtige verhalen, ingedeeld per provincie.
Had je al het inkijkexemplaar via Bol bekeken?
Review:
[..]
Dit is mijn favoriete Grote Pier-sage: Op een dag kwamen vijf sterke mannen Grutte Pier opzoeken om met hem te vechten, omdat ze van hem hadden gehoord en wilden weten of hij echt zo sterk was. Dus vroegen ze aan een boer die aan het ploegen was, of hij wist waar Grutte Pier woonde. De boer pakte de ploeg bij het handvat, tilde hem op en wees naar een boerderij. "Daar woont hij en hier staat hij", want het was Grote Pier zelf die daar ploegde. De vijf sterke mannen waren zo verbaasd, dat Pier de ploegstok pakte en ze tegen de grond sloeg. Tegen iedere man zei hij: "Val" en daarom heet deze plek nog steeds Fivefal (Vijfval).quote:Op vrijdag 17 augustus 2012 10:27 schreef theguyver het volgende:
heel toevallig las ik laast nog een leuk berichtje tussen de games op frontpage dat er een game gemaakt gaat worden van Grutte Pier. deze friese volksheld waar veel legendes en sages en volksverhalen van bekend zijn kjrijgt een eigen playstation 3 spel genaamd de the The Cross of the Dutchman. http://nl.wikipedia.org/wiki/Pier_Gerlofs_Donia
Ja uiteraard werden de verhalen onder het volk zelf ook verteld. Maar lang niet zo uitgebreid. Toen in de jaren '60-'70 een groep verzamelaars er op uitgestuurd werden om sagen op te tekenen gingen die voornamelijk over plaatselijke hekserij (toverij), spokerij en vormen van volksgeloof als voortekens, (on)gelukstekens en volksgeneeskunde/volksweerkunde. Dat werd nog in geloofd of de mensen konden de verhalen nog uit hun jeugd en werd door bivoorbeeld hun ouders geloofd. Kijk, tegenwoordig gelooft men niet meer in weerwolven, dwaallichtjes, verenkransen in kussens, huilende honden die een sterfgeval aankondigen, witte wieven en wat nog meer. Daarentegen gelooft men nu in zaken als ufo's, orbs, illuminati, poltergeists, tv-mediums, wicca en graancirkels.quote:Op vrijdag 17 augustus 2012 10:49 schreef mousy31 het volgende:
[..]
Dat wist k niet echt, wel weet ik dat het gewone volk vroeger haast geen tot geen papier had en verhalen die van mond tot mond gingen veranderden. Mijn moeder is in de 70 en die vertelde me wel eens dat ze als kind heel blij was met een stukje papier dat al ergens voor gebruikt was. Dan kon ze tekenen met een klein oud potloodje die ze van dr vader had gekregen.
[..]
Ziet er interessant uit.
[..]
Ik heb er niet ingekeken maar wel de recenties gelezen en mij lijkt het een heel mooi boek.
Maar ik heb niet zomaar even 35euro over dus moet eerst even kijken wat k overhoud nadat ik mn rekeningen heb betaald. Misschien dat ik maar eens naar Appelscha ga naar de kamelen markt kijken of ze daar boeken hebben met sagen en legenden. Dat is dus een rommelmarkt , weet eigenlijk niet eens of ie nog bestaat, ik kwam er vroeger elke week, k ben dol op oude boeken nl.
Was sagen sie?quote:Op donderdag 16 augustus 2012 23:13 schreef Nemephis het volgende:
[..]
Ik weet het (maar welke onbenul die bril er dan bij heeft bedacht..).
Dan zijn dit misschien wel een paar leuke boekentips:quote:
quote:De legende van Zwarte Kaat
Het verhaal van Zwarte Kaat, een streeklegende uit de Kempen.
400 jaar geleden, op Driekoningenavond 1596, zaten in een klein armoedig huisje Bruno, een grote sterke kerel met vuurrood haar en zijn vrouw Zwarte Kaat, een vrouw met lang zwart haar, dunne lippen en een grote haviksneus. Ze waren leiders van een roversbende die de Brabantse Kempen vaak onveilig maakte. Hun roversnest werd Hellenend genoemd.
Opeens werd er op de deur geklopt. Drie lange en drie korte tikken, dat betekende goed volk. Daar stapte een ander bendelid genaamd Terus binnen. Hij ging bij het haardvuur zitten en vertelde dat op de Hoeve Ten Vorsel een baby geboren was. De heer Ten Vorsel had al zijn knechten eropuit gestuurd om het blijde nieuws te gaan vertellen, dus de hoeve was nu zo goed als onbeschermd. Dit was het moment om de Hoeve te overvallen.
De hoeve lag ten zuiden van Bladel midden in de bossen. Hier woonden Dirk ten Vorsel, zijn vrouw Elizabeth en hun zevenjarig zoontje Floris. De Hoeve was nu in diepe rust en zo goed als verlaten.
Bruno trommelde nog 2 leden van de bende op. Het waren de één meter hoge dwergen Quintje de Bult en Bortje met de scheve nek. Ze maakten hun gezichten zwart met een verbrande kurk en gingen op pad. Zwarte Kaat wilde het kind meenemen want ze dacht dat een kind geboren in de Driekoningennacht een wonderkind zou zijn. Dat moest wel geluk brengen. De andere bendeleden wilden geld en sieraden.
Ze stormden de Hoeve binnen en gristen van alles mee. Toen Dirk zijn gezin wilde beschermen kreeg hij een slag met de beruchte knuppel van Bruno en Elizabeth moest tot haar ontsteltenis aanzien dat haar pasgeboren baby uit de wieg werd gehaald en meegenomen. De bende vluchtte in de richting van Postel.
Zwarte Kaat hield het kind stevig tegen zich aan. Ze gingen op weg naar de Abdij van Postel want als dit kind zijn geheimzinnige krachten wilde behouden, dan moest het snel gedoopt worden.
Na veel gebonk deed Pater Bernardus open. Deze werd gedwongen het kind te dopen. Het jongetje kreeg de naam Thomas. Het viel de pater op dat het kindje een gouden medaillon droeg en hij vroeg de helft van het medaillon als aandenken. Bruno, die allang blij was dat de pater had meegewerkt, brak zonder pardon het medaillon doormidden en gaf de helft aan de pater.
Intussen waren de knechten van Ten Vorsel een zoekactie begonnen maar moesten moedeloos terugkeren, want ze hadden geen spoor van de bende gevonden. Dirk had door de slag met de knuppel een flinke hoofdwond opgelopen en veel bloed verloren. Vastgebonden hadden zijn vrouw Elizabeth en Floris moeten toezien hoe de bende Dirk voor dood hadden achtergelaten. Floris zat zo vol haat dat hij zich plechtig had voorgenomen dit alles op een goede dag te wreken.
De pater kreeg al gauw daarna door welk kind hij had gedoopt, maar kon dit niet meer terugdraaien. De bende viel na de overval uit elkaar. Quintje en Botje gingen met hun deel van de buit feestvieren in Antwerpen. Bruno, Kaat en Terus trokken al plunderend naar Duitsland waar ze ook berucht werden.
In de jaren na de overval bleef het ongeluk de familie Ten Vorsel achtervolgen: een felle brand legde een groot deel van de stallen in as, de oogst mislukte jaren achterelkaar en de Hoeve verarmde. Floris ging op zijn 18e varen op zee om zo aan de kost te komen. Zijn ouders gingen in een klein arbeidershuisje wonen omdat ze de Hoeve niet meer konden onderhouden.
Thomas groeide voorspoedig op en na een aantal jaren keerde de bende terug naar Bladel. Ze wilden Dirk ten Vorsel uit de weg ruimen. Ze dachten dat hij de slag op zijn kop niet overleefd had, maar dat was wel het geval. Kaat bedacht een duivels plan; ze ging namelijk rondbazuinen dat Dirk zijn vrouw mishandelde en opsloot (zijn zoon Floris zou hij het huis uitgejaagd hebben). Ze eiste een straf: hij moest “in de ploeg”.
Uiteindelijk gingen de dorpelingen hierop in en Dirk ten Vorsel werd in de ploeg gezet. Hij trok hem voort door zweepsagen en stokslagen gedwongen. Na een tijdje zakte hij in elkaar van vermoeidheid. Kaat sprong op hem toe en speelde overtuigend een gemeen spel. Ze riep dat de dorpelingen Dirk vermoord hadden. Het volk vluchtte in paniek. Niemand zag dat Kaat en haar bende achterbleven om Dirk te doden. Bruno gaf hem een genadeslag met zijn knuppel en Terus stootte zijn mes in de borst van de arme Dirk.
Thomas had zich de hele avond een beetje verdekt opgesteld en alles gezien!
Hij wist waar Bruno en z’n maatjes toe in staat waren, maar hij had het nog nooit van zo dichtbij meegemaakt. Hij ging naar het lijk toe, pakte het mes en staarde peinzend voor zich uit. Hij voelde zich verdrietig en verraden.
Zo werd hij door de veldwachter en zijn helpers gevonden en natuurlijk voor de dader aangezien. Hij werd opgesloten in de kerker onder het raadhuis.
In Hellenend hoorde Kaat wat er gebeurd was met Thomas. Ze wilde hem bevrijden, want anders zou hij de bende natuurlijk verraden!. Zo gezegd, zo gedaan; Thomas werd bevrijd maar wilde niets meer met Kaat en haar trawanten te maken hebben. Kaat besloot uit angst hem te vermoorden. Hij werd door Terus in de borst geschoten en viel neer, de bende vluchtte.
Na een uur kwam Thomas bij en strompelde naar de kerk. Daar werd hij hevig bloedend gevonden. Hij werd geopereerd en verzorgd en knapte gelukkig weer wat op. Om verder te herstellen werd hij naar de Abdij van Postel gebracht…
Intussen waren de 2 dwergen teruggekeerd naar Hellenend. Terus had een duivels plan voor een laatste grote slag. Ze zouden de Abdij overvallen!
Het was traditie dat de paters van Postel twee keer per jaar 2 volle karren proviand aan de armen gaven. Kaat en Bruno wilden deze karren onderscheppen en leegroven. De karren zouden dan leeg in het dorp aankomen en de bevolking zou woedend naar de Abdij trekken. Van de verwarring die dan zou ontstaan zou de bende dan gebruikmaken om de Abdij binnen te gaan. Bruno wist in een van de torenkamers nog een kist met geld te staan.
Alles leek volgens plan te gaan, alleen had een eenzame ruiter de overval gezien en deze was snel naar de Abdij gereden om de paters te waarschuwen. Hij bleek nog tien helpers te hebben. Deze reden met hem mee nadat ze in het dorp hadden vernomen dat het volk (opgehitst door Kaat en haar maatjes) op weg ging naar Postel.
De vreemdeling werd argwanend ontvangen in de Abdij, maar al gauw bleek dat deze groep mannen het beste met de paters voorhad.
De vreemdeling stelde zich voor: Floris Ten Vorsel.
De abt, Vader Colebrant, was verbaasd. Floris was toch immers op zee? En Thomas schrok bij het horen van die naam.
Floris vertelde dat hij ontslag had genomen en was teruggekeerd naar de Kempen. Onderweg was hij Quintje en Bortje, de twee dwergen, tegengekomen en had ze direct herkend. Hij bleef ze volgen om later eventueel wraak te kunnen nemen!
Iedereen was nog maar net van z’n verbazing bekomen of ze hoorden de menigte joelende mensen aankomen. De poort werd afgesloten, maar toch slaagden ze erin binnen te dringen. Een hevige strijd ontstond en de bende klom naar de torenkamer terwijl het volk op de binnenplaats vocht. In de torenkamer was het stikdonker, maar toen de vijf bendeleden binnenkwamen staken de tien helpers van Floris tien toortsen aan. De bende schrok en er ontstond een wild gevecht. Floris werd door Terus in de schouder gestoken en viel. Toen Terus weer wilde toesteken ging de deur open en kwam Thomas binnen. Kaat krijste het uit van verbijstering. Thomas tilde Floris op en ging naar beneden, legde hem over zijn paard en vluchtte.
De bende vocht en raakte zo gewond dat ze niet meer konden vluchten, behalve Zwarte Kaat.
De volgende ochtend kwam een inmiddels gewaarschuwd garnizoen soldaten naar de Abdij. Ze arresteerden de vier bendeleden en de abt begon de leeggeplunderde Abdij weer op orde te brengen.
Bruno, Terus, Quintje en Bortje werden voor al hun misdaden ter dood veroordeeld en de volgende ochtend opgehangen. Van Zwarte Kaat was op dat moment geen spoor te bekennen. Op Hellenend was zij in ieder geval niet!
Thomas had Floris naar de Hoeve Ten Vorsel gebracht waar zijn wonden konden genezen. Elizabeth was dolblij haar zoon Floris weer terug te hebben en was Thomas erg dankbaar. Hij mocht op de Hoeve blijven zo lang hij maar wilden. Van het geld dat Floris op zee verdiend had werd de grote Hoeve weer opgeknapt.
Thomas leerde op de Hoeve van pater Bernardus (die hem vroeger gedoopt had) lezen en schrijven. Hij zag dat de pater met een medaillon zat te spelen en kreeg het verhaal van de beruchte Driekoningennacht te horen.
Hij griezelde van overvallen omdat zijn “ouders” Kaat en Bruno ook overvallers waren en hij schaamde zich voor hen. Hij had nog nooit iemand verteld dat zij zijn ouders waren. Thomas was bang dat als hij dat deed hij dan niet meer op de Hoeve zou ogen blijven.
Op een dag liepen Thomas, pater Bernardus, Floris en Elizabeth door de prachtig opgeknapte tuin. Op een grasveld gingen ze uitgebreid picknicken. Toen Thomas daar zat werd het hem allemaal teveel. Hij barstte in snikken uit en vertelde alles; hij verdiende het niet om daar te zijn! Hierna bleef het even doodstil, iedereen was geschokt.
Plotseling klonk er luid gekrijs en sprong er een oud, vies en lelijk wijf in een zwarte mantel uit de bosjes: Zwarte Kaat! Ze schreeuwde dat Thomas helemaal niet haar zoon was en dat ze hem als baby ontvoerd had uit de Hoeve. Ze gooide de andere helft van het medaillon tussen het groepje als bewijs dat ze niet loog! Ze gilde dat Thomas de bende geluk had moeten brengen, maar in plaats daarvan was er alleen maar kommer en kwel geweest. Ze sprong naar voren en trok een mes om Thomas aan te vallen. Floris greep in en dook op Kaat af zodat het mes viel en Kaat in de greppel belandde. Ze krabbelde overeind en vluchtte de bossen in.
Op de Hoeve was het die avond groot feest omdat de doodgewaande Thomas terug was. Hij zou voortaan Dirk heten, naar zijn vader genoemd.
Kaat werd de volgende dag na een lange zoektocht gevonden en gevangengenomen. Voor alles wat ze de mensen had aangedaan werd ze ter dood veroordeeld en de volgende ochtend al werd ze op het schavot krijsend onthoofd. Omdat haar lichaam niet in gewijde grond, in het dorp, begraven mocht worden, werd ze een eind de hei opgesleept en daar begraven. Omdat er op haar graf ook geen kruis mocht komen is er ter herkenning een heester op geplant. Omdat deze heester nooit normaal heeft kunnen groeien is deze nu uitgegroeid tot een boom die iedereen op Ten Vorsel en in de wijde omgeving nog steeds kent als de Heksenboom.
quote:Op vrijdag 17 augustus 2012 13:36 schreef lezzer het volgende:
Uit de streek waar ik vandaan kom:
[..]
Ik heb het altijd voor waarheid aangenomen eigenlijk. Ik woonde vroeger vlakbij het Helleneind, en Hoeve Ten Vorsel is er ook gewoon nogquote:Op vrijdag 17 augustus 2012 13:46 schreef theguyver het volgende:
[..]mooi verhaal, zou ook nog eens echt waar kunnen zijn
Misschien was het toch de serie "Nederlandse Legendes" van de VPRO?quote:Op vrijdag 17 augustus 2012 14:53 schreef theguyver het volgende:
vroeger was geloof ik een serie op .. ik geloof vila achterwerk die sommige sage's en legendes tot een kleine film maakte. kan er alleen niet opkomen hoe die heet.
Die laatste heb ik. Veel interessante mooie verhalen over diverse Limburgse plaatsen. En een aantal doodenge toen ik het boek voor het eerst als mannetje van 8 las.quote:Op vrijdag 17 augustus 2012 21:57 schreef Joel13 het volgende:
Nog een paar mooie boeken met/over sagen en legenden:
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
Bovennatuurlijke wezens spelen een rol in dit soort verhalen, dus past het wat mij betreft ook heel goedl in TRU.quote:Op vrijdag 17 augustus 2012 21:59 schreef Nemephis het volgende:
Dit topic mag van mij trouwens ook wel naar C&H, daar lijkt het me meer op z'n plek dan in TRU.
Volgens mij was/is een soortgelijk project aan de gang, maar dan met opgenomen verhalen die dan terug te luisteren zijn via een website. Ben alleen de naam kwijt.quote:Op vrijdag 17 augustus 2012 06:54 schreef Nemephis het volgende:
Er is zelfs een website met een databank met Nederlandsche verhalen, de NL Volksverhalenbank.
ah dat was m inderdaad, ik dacht dat het op vila achterwerk was.quote:Op vrijdag 17 augustus 2012 16:26 schreef Joel13 het volgende:
[..]
Misschien was het toch de serie "Nederlandse Legendes" van de VPRO?
Bedankt!quote:Op maandag 20 augustus 2012 13:41 schreef Natalie het volgende:
Joel13, wat leuk ook met al die foto's erbij
Dit is een speelfilm waard, denk ik.quote:The Temple of Celestial Harmony
There is a legend of a monastery deep in the mountains of Nepal wherein dwell an order of monks which never see evil or ugliness. Their monastery is in a sheltered vale and protected by mountain passes. The monks come to the monastery as infants and never leave their entire life, everywhere around them is nothing but beauty, serenity and peace. There is no sickness here. Death, when it comes, usually at an age of around 110 years or more, sometimes a great deal more, is treated as a joyous occasion and there is no mourning. They raise their own crops and make a soothing drink called “tansgoma”. It is said to allow men to dream while waking. They are said to be capable of shape shifting, often into birds, to travel to the heavenly realm at will and to see long distances while in meditation. They never leave but travelers in the summer of 1922 claimed they have an uncanny knowledge of the outside world including, so the village elders told them, knowledge of the then recent World War in Europe.
The people in the surrounding village are not permitted to enter the sanctuary but trade spices and other goods from a basket which is lowered from the walls at sunrise and again at sunset. Here, there is no greed, no lust, no envy. All belongs to all. There is no hierarchy all are equal. Marco Polo heard of the Temple and these legends came down to us as the legend of Prester John and the lost city of Shangri-la Four times in a thousand years enemies, each in their turn, have made their way to the walled monastery. The Mongols, the Rajputs, the Mughals and the Chinese. Each lured by tales of golden idols, with eyes of ruby each the size of a melon. Each army was devastated, destroyed almost to the man by a raging plague which was borne upon the very air they breathed but which the monks and surrounding villagers are immune.
No Westerner has ever so much as touched the sacred walls of the temple compound. It is told that the great Alexander himself made it to the first pass but turned back when he discovered the bloated and blackened bodies of his advance force. He went no further east in his conquests, his men threatening to mutiny, these battle hardened veterans had seen something in that valley which frightened them more than all the Armies of the east, and after turning westward back toward Macedon, Alexander was himself dead within the year. Near the opening of this pass lies the broken form of a 1970s era Russian jet fighter. The bodies of its two pilots still rotting in their harness. No effort has ever been made to recover their bodies. The Nepalese Army now guards the pass. They deny the existence of the temple and will shoot any person regardless of nationality who tries to enter. In 1992 a Japanese film crew consisting of expert mountaineers with modern gear, including oxygen and satellite communications, attempted to avoid the guarded pass by going over the mountain to the west of the temple. They were “lost” in the mountains no trace having ever been found.
It is said that the monks are waiting for something, but nobody knows why they wait. Very little has come out of the valley since the 1920s. The mystery only deepens with each passing year.
Je zou er een hele slechte kung fu-film van kunnen maken, ofzo...quote:Op dinsdag 9 oktober 2012 16:44 schreef Gray het volgende:
Een boeddhistische legende:
[..]
Dit is een speelfilm waard, denk ik.
Zou wel eens een 'drone' door die pas willen sturenquote:Op dinsdag 9 oktober 2012 16:44 schreef Gray het volgende:
Een boeddhistische legende:
Dit is een speelfilm waard, denk ik.
Interessant, heb je dit ergens gelezen of gehoord?quote:Op dinsdag 22 januari 2013 20:17 schreef fluxxie het volgende:
Het meest bizarre is dat vandaag de dag er nog steeds melding wordt gemaakt door wandelaars in het zogenoemde Beiersbosje van een jongetje met een dode baby in de draagdoek op zijn buik.
Probeer het hier eens: C&H / Genealogie Topic #9quote:Op dinsdag 22 januari 2013 20:17 schreef fluxxie het volgende:
[...]
Graag zou ik in contact komen met Stali of iemand anders die mij meer kan vertellen over de bron van dit verhaal.
Ik kan er nergens anders iets over vinden.
De Beijers van Voxdale uit het verhaal is namelijk een directe voorouder van mij en ik zou heel graag meer willen weten.
quote:Op dinsdag 1 januari 2013 14:17 schreef Dance99Vv het volgende:
dag van Vandaag:
Nieuwjaar is de dag waarop het begin van het nieuwe jaar wordt gevierd. In de westerse wereld is dit op 1 januari, in andere culturen vaak op andere data. Bij deze viering zijn wederzijdse gelukwensen en goede voornemens gebruikelijk.
Geschiedenis
Lang geleden begon het nieuwe jaar bij het begin van de lente, als de natuur weer tot leven kwam, of begin januari, als de dagen beginnen te lengen. Bij de invoering van het christendom wilde de Kerk een eind maken aan de heidense gewoonten rond deze nieuwjaarsviering, en riep 1 januari uit tot bid- en boetedag om de besnijdenis van Jezus (8 dagen na de geboorte) te vieren. Maar ook daarna vierde men het nieuwe jaar nog rond de oude heidense data, maar ook op Sint Maarten (11 november); de eerste adventsdag; de zonnewende (rond 21 december); of Maria Boodschap (25 maart). De Spaanse landvoogd Requesens besloot in 1575 dat het nieuwe jaar officieel op 1 januari begon.
De Babyloniërs brachten rond 2600 v.Chr. een koningsoffer. Ze meenden dat op nieuwjaarsdag de koning het mikpunt van de goden zou zijn, dus vervingen ze de koning tijdelijk door een slaaf of een ter dood veroordeelde, reden hem als koning rond en offerden hem ten slotte. Zo werd het kwaad een jaar afgewend.
De oude Germaanse oud-en-nieuwviering werd in de winter gevierd, duurde 12 dagen en nachten en heette 'Joelfeest'. Het Joelfeest begon op 25 december, als de dagen gingen lengen, en duurde tot 6 januari, het huidige Driekoningen. Rond de 8e dag, ofwel 1 januari, was het hoogtepunt met grote vuren, dierenoffers en veel eten en drinken. In hedendaagse paganistische religies (o.a. Wicca) wordt Yule gevierd rond 21 december.
Bij de Romeinen begon het nieuwe jaar op 1 maart, totdat Julius Caesar in 44 v.Chr. de juliaanse kalender invoerde, vanaf die tijd was Nieuwjaar op 1 januari.
De Romeinen offerden sindsdien op die dag aan de god Janus (waarnaar januari is genoemd) om hem mild te stemmen voor het aankomende jaar.
Dit begin van het jaar in maart komt nog tot uiting in de namen van onze maanden september ("zevende maand"), oktober ("achtste maand"), november ("negende maand") en december ("tiende maand"), en in de schrikkeldag, die voorkomt aan het eind van de laatste maand van het jaar: februari.
Gebruiken en Tradities
Men ziet de periode van Kerst tot Driekoningen (de heidense twaalf nachten) tegenwoordig nog steeds als feestelijke periode. In deze periode vallen (verplichte) snipperdagen en schoolvakanties, en veel bedrijven zijn gesloten. Veel mensen laten de kerstboom tot na Driekoningen staan. De tradities van onze heidense voorouders hebben dus nog steeds invloed.
De nieuwjaarsvuren zijn terug te vinden in de traditionele kerstboomverbrandingen die in sommige plaatsen nog steeds worden georganiseerd. De oude vuren werden destijds gedoofd, en nieuwe vuren werden ontstoken om het oude jaar te vernietigen en de komst van het licht en het nieuwe te onderstrepen.
Ook moesten de geesten van de overledenen en de demonen worden verjaagd, die juist rond deze tijd konden opspelen. Dit verjagen gebeurde met veel lawaai, wat we nog terugvinden in het gebruik om rond de jaarwisseling vuurwerk en klokgelui te gebruiken.
Deze geesten moesten echter ook gunstig gestemd worden. Zij konden namelijk de mensen en het vee vruchtbaar maken en het gewas doen groeien. Men bracht ze daarom ook offers, die men na het ritueel zelf opat en -dronk. Dit vinden we terug in onze eigentijdse kerst en oud-en-nieuwgerechten terug, zoals kerststollen, duivekaters, wafels, knieperties, spekdikken, oliebollen en de traditie om uitgebreide maaltijden aan te richten met veel alcoholische drank.
Het geven van cadeautjes en nieuwjaarsgiften aan familie en personeel was al onder de Romeinen gebruikelijk. Het vindt in Frankrijk plaats op nieuwjaarsdag, in Italië op Driekoningen, in het Verenigd Koninkrijk op Eerste kerstdag, in Duitsland op Kerstavond en in Nederland op Sinterklaas (5-6 december) en met kerst. In 1535 schafte Maarten Luther Sinterklaas af; het Kerstkind werd de brenger van geschenken.
Op 1 januari wensen we iedereen het beste, zodat we die wensen ook terug ontvangen. Vroeger werd vooral geld gegeven. In de 19e eeuw liep dat uit de hand, toen men wildvreemde voorbijgangers geld probeerde af te bedelen met berijmde nieuwjaarswensen en -prenten. Schoorsteenvegers, vuilnisophalers, straatvegers, nachtwakers en lantaarnaanstekers verkochten hun beste wensen; tegenwoordig zijn het de tijdschrift- en krantenbezorgers die ons zo hun beste wensen overbrengen, en zien we dit gebruik nog terug in het sturen van kerst- en nieuwjaarskaarten, het geven en bezoeken van nieuwjaarsrecepties, en de gewoonte iedereen die men ontmoet het beste te wensen voor het nieuwe jaar.
Nieuwjaarsduik te Scheveningen.
In de laatste jaren is het gebruikelijk geworden zich massaal in het open en dus koude water te storten, meestal in, soms zonder zwemkleding, maar ook in allerlei fantasie-uitmonsteringen, dit gebruik staat bekend als de Nieuwjaarsduik. De traditionele Nieuwjaarsduik die op 89 locaties in Nederland werd georganiseerd, trok op 1 januari 2012 een recordaantal deelnemers. In Scheveningen namen deze keer 36.000 mensen een duik. Dit is mede te danken aan het record-warme zachte weer (13 graden C) en en het relatief warme zeewater van deze Nieuwjaarsdag.
Ook op 1 januari vindt het traditionele Nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker plaats, een jaarlijks concert op nieuwjaarsdag in de Wiener Musikverein, het concertgebouw van Wenen. Dit concert wordt internationaal rechtstreeks uitgezonden op televisie.
Tevens is er een wedstrijd van het schansspringen, het Vierschansentoernooi, dat begint in Oberstdorf, Garmisch-Partenkirchen, Innsbruck en Bischofshofen. Dit wordt ook rechtstreeks uitgezonden op televisie.
Later in de maand vinden er vele nieuwjaarsrecepties in bedrijven, verenigingen en gemeenten in Nederland plaats.
zo weten we weer waar het vandaan komt en wat we vieren vandaag
http://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwjaarsdag
quote:Op woensdag 18 september 2013 08:53 schreef Joel13 het volgende:
Prachtboek, aanrader! --> http://depot.knaw.nl/9774/1/VerhalenVan_Stad_EnStreek.pdf
Zometeen eens even kijken!quote:Op woensdag 18 september 2013 08:53 schreef Joel13 het volgende:
Prachtboek, aanrader! --> http://depot.knaw.nl/9774/1/VerhalenVan_Stad_EnStreek.pdf
Ik zweer bij de soep waarin de Profeet zijn baard liet hangen en bij alle vellen van de ui,quote:Op donderdag 31 oktober 2013 09:42 schreef Dance99Vv het volgende:
Het is vandaag 31 oktober en na zonsondergang begint halloween. gezocht naar wat verhaaltjes.
hier het resultaat.
De pompoen
Er was eens een bejaarde vrouw, die Allah haar hele leven vruchteloos had gesmeekt haar een kind te geven. "Ik verlang er zo naar," zei ze tegen haar man, "dat ik het lief zou hebben en als een moeder zou koesteren - al zou het er uitzien als een pompoen."
En zowaar, op zekere dag toen ze de buitendeur opende om de morgenzon binnen te laten, rolde een kleine ronde pompoen de drempel over en de kamer binnen. Maar daarbij bleef het niet. De pompoen begon de oude vrouw om de voeten te buitelen. Even later begon hij te schreien als een pasgeboren kind. Hij schreide zo verdrietig, dat de oude vrouw hem in haar armen nam en begon te wiegen, net alsof ze een echte zuigeling suste. Tot haar verbazing werd de kleine pompoen al gauw stil en het geluid van zijn zachte ademhaling was duidelijk in de kamer te horen.
"Hij slaapt, mijn kleine schat," zei de oude vrouw vertederd en ze legde de pompoen in een zachte wieg.
Het duurde niet lang of de oude vrouw was de pompoen als een eigen kind gaan beschouwen, mijn dochter, zei ze. Dagelijks bracht ze de wieg naar buiten in de zon, ze suste de pompoen als ze huilde, baadde haar in geurig water en droogde behoedzaam de schil met een schone witte baddoek.
De oude vrouw en haar kind konden uren aaneen in de tuin spelen en het liefst speelden ze krijgertje. De pompoen wist verbazend vlug weg te komen en de oude vrouw riep dan: "Denk je dat ik je niet kan pakken, jij kleine ondeugd? Wacht maar eens!"
Door al haar goede zorgen werd de pompoen voortdurend groter; de schil ging over in prachtig goudgeel met strepen en de oude vrouw had het zo druk met haar kind, dat de dag te kort leek. Toen haar pompoendochter ten slotte zo levenslustig en ondeugend werd dat de oude vrouw de drukte niet meer aankon, leek het haar tijd te worden het kind naar school te sturen. Daar zou de ongebreidelde kinderaard wel getemd worden door de strenge tucht van de onderwijzer.
De school stond dicht bij het paleis van de padisjah en de zoon van de padisjah ontvluchtte dikwijls zijn leermeester om uit het raam te kijken; de jongen was zo afgunstig op de kinderen van zijn vaders onderdanen, die gezellig met elkaar speelden en stoeiden op het schoolplein.
Toen hij weer eens voor het raam stond, ontdekte hij tussen de schoolkinderen die naar buiten stroomden en naar huis gingen, een prachtige goudgele pompoen, die de anderen narolde.
De zoon van de padisjah kon zijn ogen niet geloven en de volgende dag zorgde hij op dezelfde tijd weer voor het raam te staan om nog eens te kijken. Wat hij te zien kreeg was nog vreemder dan wat hij de dag tevoren had gezien - hij kon zijn ogen niet geloven. Terwijl hij stond toe te kijken, begon de pompoen bij het naderen van de wijngaard steeds langzamer te rollen, liet alle kinderen voorbijgaan en bleef liggen. Plotseling barstte de schil open als een oesterschelp en er stapte een beeldschoon meisje uit, een meisje mooier dan de maan.
Hij zag het meisje in een van de staken klimmen, waarlangs de wingerdranken zich omhoog slingerden; ze plukte een forse tros sappige druiven, die ze gretig opat. Nadat de laatste druif tussen twee rijen parelende tanden was verdwenen, liet het meisje zich omlaag glijden, stapte weer in de pompoen en rolde snel weg.
De rest van de dag en ook de daarop volgende nacht kon de prins alleen aan het meisje in de pompoen denken en hij werd zo verliefd op haar als een jonge prins maar kan zijn.
Weer werd het morgen en zijn leermeester wachtte tevergeefs op hem. Bevend van verlangen en ongeduld lag de jonge prins te wachten op het dak van de hut in de wijngaard in de hoop, dat het beeldschone meisje nog eens zou komen.
Toen ze dat eindelijk deed, was hij buiten zichzelf van blijdschap. Ze was nog niet uit de pompoen gestapt en langs een staak naar boven geklommen, of de prins boog zich over de dakrand en schoof haar zijn eigen kostbare ring aan de vinger, eer ze besefte wat er gebeurde. De ring was evenwel te ruim voor haar ringvinger en daarom schoof de prins hem om haar middelvinger, waaraan hij precies paste. Daarna nam hij de ring terug. Nadat hij dit had gedaan, sprong de jongeman van het dak en rende regelrecht naar het paleis en de kamer van zijn moeder. Hij knielde voor haar neer en zei: "Lieve moeder, ik zou willen gaan trouwen, maar alleen met het meisje dat mijn ring aan haar middelvinger kan dragen. Hier is de ring."
De moeder van de prins die grote genegenheid voor haar zoon koesterde, gaf de ring aan haar oudste hofdame en zond haar met een groot gezelschap dienaren uit om de omliggende streek te doorzoeken en het meisje op te sporen, dat de ring aan haar middelvinger kon dragen.
De hofdame liep dagen aaneen van huis tot huis, maar ontdekte geen spoor van een meisje, dat de ring van de prins aan haar middelvinger kon dragen. Eindelijk kwam ze ook bij het huis ver buiten de stad, waar de oude vrouw woonde met haar pompoendochter. De dienaren bonsden op de deur en riepen luid, zoals ze dat al dagen aaneen hadden gedaan: "Woont er een meisje in dit huis?"
"Hou me niet voor de gek," zei de oude vrouw, die opendeed. "Mijn hele leven heb ik Allah gesmeekt om een kind, maar hij zond me een pompoen. Allah is almachtig en weet wat hij doet. Ik ben van die pompoen gaan houden alsof het mijn eigen dochter was en geloof maar dat ze een bron van trots en vreugde voor me is, thuis zowel als op de school, waar ze elke morgen heen rolt."
De hofdame en de dienaren schaterden van het lachen, toen ze dit hoorden en wilden beslist die bijzondere pompoen zien. De oude vrouw nodigde hen binnen en zodra ze met eigen ogen de mooie pompoen aanschouwden, die er zo doodgewoon uitzag, moesten ze zich vasthouden van het lachen en de tranen stroomden hun over de wangen. Zodra ze weer op adem waren, deelden ze de oude vrouw mee wat het doel van hun komst was en vertelden erbij, dat ze nog geen meisje hadden gevonden wie de ring paste.
Het was nog niet gezegd of er werd plotseling een tengere meisjeshand uit de pompoen naar buiten gestoken en iedereen verstarde. De hofdame was de eerste die tot zichzelf kwam. "De hand is er," zei ze. "Laten we de ring aan de middelvinger schuiven." En met verbazing zagen allen, dat de ring precies paste.
Onverwijld repte de hofdame zich naar de prins en stelde hem op de hoogte van hun verbijsterende ervaring. Nadat hij haar had aangehoord, gaf de prins bevel de pompoen ogenblikkelijk naar het paleis te halen en zodra dit was gebeurd, zei hij: "Dit is degene met wie ik zal trouwen, ik wil geen andere."
Vruchteloos smeekte zijn vorstelijke moeder hem van zijn dwaze voornemen af te zien, de prins hield voet bij stuk. En er zat niets anders op dan voorbereidingen voor de trouwpartij te treffen. Na de plechtigheid, toen het bruiloftsfeest op het hoogtepunt was, stond de kamerheer op, trok zijn zwaard en riep luid: "Kom nu uit de pompoen te voorschijn!"
Hij had het nog niet gezegd of de pompoen barstte open, zoals dat tevoren in de wijngaard was gebeurd, en er stapte een meisje uit zo verblindend schoon, dat alle aanwezigen de adem in de keel stokte. De padisjah en zijn gemalin waren met stomheid geslagen. Dezelfde avond nog werd de oude vrouw ontboden en toen ze verscheen en met eigen ogen zag hoe liefelijk het meisje was, dat in haar huis was opgegroeid en nu de bruid was van een koningszoon, voelde ze zich innig gelukkig.
Hierna bezocht de bejaarde vrouw haar dochter op gezette tijden en ze zag niet op tegen de vermoeienissen van de langdurige en veelvuldige wandelingen en die twee toonden elkaar de genegenheid, die alleen tussen ouders en kinderen kan bestaan.
Op zekere dag toen ze als gewoonlijk op weg was naar haar dochter en nog een flink eind te lopen had, zag ze zich de weg versperd door een leeuw, die haar te kennen gaf dat hij haar wilde verscheuren, want het was zo ongeveer etenstijd voor hem.
"Zoek vandaag dan iets anders te eten, beste leeuw, als je zo vriendelijk wilt zijn," smeekte de oude vrouw. "Ik ben op weg naar mijn getrouwde dochter. Laat me haar nog eenmaal zien. Als ik terugkom, doe je maar met me wat je wilt."
De leeuw bedacht dat hij altijd een nobel dier was geweest, hij was ten slotte de koning van de dieren, en hij voldeed aan het verzoek.
De oude vrouw vervolgde haar weg, maar ver kwam ze niet. Terwijl ze langs een dichte begroeiing van struiken kwam, sprong er een wolf op haar af en zijn ogen waren van de honger met bloed doorlopen en zijn slagtanden waren bloot. De blaffende stem waarmee hij haar begroette was het enige verschil tussen hem en de leeuw, want wat hij wilde kwam op hetzelfde neer. Evenals de leeuw liet evenwel ook de broodmagere wolf met zijn hol staande ogen zich overhalen zijn maaltijd uit te stellen tot de vrouw een bezoek aan haar dochter zou hebben gebracht.
En ze liep door, maar veel verder kwam ze niet. Terwijl ze om een groot brok steen heenliep dat haar pad versperde, veranderde het rotsblok plotseling in een gruwelijke verschijning, die niemand minder was dan de woestijnduivel. Zijn wrede lach was nog angstaanjagender dan de scherpe tanden van de wolf en hij luisterde vol wantrouwen, terwijl de vrouw nog eens smeekte door te mogen lopen. Ze moest lange tijd aanhouden, eer hij haar eindelijk toestond verder te gaan.
Zo bereikte de oude vrouw dan toch haar bestemming. Drie dagen bleef ze bij haar dochter. Toen was het ogenblik aangebroken waarop ze afscheid moest nemen en de gemalin van de prins merkte, dat haar moeder gekweld werd door een zware zorg.
"Wat is er aan de hand, lieve moeder?" vroeg ze en de oude vrouw vertelde haar met een stem die trilde van angst, wat er op de heenweg was gebeurd en wat haar op de terugweg wachtte.
"Zet die angst nu maar van u af, ik zal u helpen," zei de prinses. En ze ging de pompoen halen. "Kijk - stap er maar in en rol naar huis."
Dat deed de oude vrouw en ze rolde terug langs het pad waarlangs ze was gekomen, maar ze werd op zeker ogenblik tegengehouden door de gespleten hoef van de boze geest.
"Zeg eens, ronde streepjespompoen, heb je onderweg soms een oud wijf gezien?"
"Nee, ik niet," zei de pompoen. "Ik zweer bij de soep waarin de Profeet zijn baard liet hangen en bij alle vellen van de ui, dat ik onderweg geen enkel menselijk wezen, laat staan een oud wijf heb gezien. En zou je me nu een zetje willen geven? Ik moet verder, ik heb nog een lange weg voor de boeg."
En de boze geest gaf haar een zetje met de punt van zijn gespleten hoef en de pompoen rolde dapper verder en bleef rollen tot hij werd tegengehouden door de wolf. En omdat de wolf dezelfde vraag stelde als de boze geest, lag het voor de hand dat hij hetzelfde antwoord kreeg. En ook hij gaf de pompoen een zetje met zijn bek en de pompoen rolde maar verder, pardoes in de klauwen van de leeuw. De leeuw vroeg hetzelfde als de twee anderen voor hem en de pompoen gaf hem hetzelfde antwoord.
En dat was jammer - ditmaal had de oude vrouw beter over haar antwoord moeten nadenken.
De manen van de leeuw kwamen overeind van woede bij de gedachte, dat een doodgewone pompoen hem een dienst had durven vragen. En hij had reden tot woede, want was hij niet de koning van de dieren? En in plaats van het zetje te geven, waarom de pompoen hem had verzocht, greep hij de pompoen, hief hem hoog op en smeet hem tegen een rots. De schil sprong open en o schrik, wat eruit sprong was de oude vrouw, die hem in een eindeloze woordenstroom begon uit te schelden.
De leeuw vergat zijn woede en in zijn plotselinge angst en verbijstering drong het niet eens tot hem door dat dit de oude vrouw was, waarmee hij zijn maal had willen doen. Met de staart tussen de achterpoten sprong hij weg, op de vlucht voor die scheldende stem. Hij verdween in het hoge gras langs de weg.
En de oude vrouw kwam veilig thuis en toen zij haar dochter weer bezocht, lachten de twee vrouwen hartelijk om wat haar was overkomen.
* * *
Toelichting
Vgl. het aanpassen van de ring met het aanpassen van de glazen muiltjes van Assepoester.
Bron
"Perzische sprookjes" bewerkt door Margot Bakker. Uitgeverij N. Kluwer N.V., Deventer, 1972. ISBN: 9020200151
Feest/viering:
Halloween
sssstquote:Op donderdag 31 oktober 2013 10:32 schreef theguyver het volgende:
[..]
Ik zweer bij de soep waarin de Profeet zijn baard liet hangen en bij alle vellen van de ui,
Ok? lol dit mag wel?
Leuk verhaaltje btw
quote:
De verhalen zijn ook niet nieuw, ze komen van beleven.orgquote:Op donderdag 31 oktober 2013 10:48 schreef theguyver het volgende:
[..]ok sorry.
BTW dat verhaaltje Het verhaal van de soepsteendat ken ik nog van de basis school,pak weg 23 jaar geleden
thnx ; nee ; meer : waar komt de blauwbaard sage (verhaal) vandaan ? en wanneer dook het op ?quote:Op donderdag 31 oktober 2013 11:19 schreef theguyver het volgende:
[..]
http://shipoffools.wikia.com/wiki/Edward_Baldridge
Maar dat is vast niet wat je bedoeld
Is wel een sprookje van.quote:
Die had ik gezien, dat verhaal van Gilles de Rais (http://nl.wikipedia.org/wiki/Gilles_de_Rais) ; dat schijnt het meest vroege verhaal tot nu toe te zijn, meer verhaal dan mythe : als het waar is, is het historie, en dat lijkt ook zo, geschiedenis dus ;quote:Op donderdag 31 oktober 2013 11:30 schreef theguyver het volgende:
[..]
Is wel een sprookje van.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Blauwbaard
btw gewoon google hit 1
De Franse vrouwenmoordenaar Henri-Désiré Landru (1922) kreeg de bijnaam "Blauwbaard".
Hendrik VIII (1547), Mede door zijn vele huwelijken en talrijke executies van vrouwen die hij in zijn naam heeft laten uitvoeren kreeg hij de bijnaam Koning Blauwbaard.
Baron Gilles de Rais (1440), een middeleeuwse Franse seriemoordenaar die diverse kinderen in zijn kasteel zou hebben verkracht en vermoord. De bekentenissen werden afgelegd na marteling en een conflict met een bisschop.
hoe bedoel je met overeenkomsten?quote:Op donderdag 31 oktober 2013 11:41 schreef quirigua het volgende:
[..]
Die had ik gezien, dat verhaal van Gilles de Rais (http://nl.wikipedia.org/wiki/Gilles_de_Rais) ; dat schijnt het meest vroege verhaal tot nu toe te zijn, meer verhaal dan mythe : als het waar is, is het historie, en dat lijkt ook zo, geschiedenis dus ;
Die Gilles was kennelijk een soort Dutroux![]()
de vraag is eigenlijk meer deze :
zijn er overeenkomstige sages/verhalen uit andere culturen dan de franse ?
Vleerkens vogel (uit Vlaanderen) is iets dergelijks, daar wordt van gezegd dat het de vlaamse versie is van het franse verhaal.
Weet iemand meer ? Zijn er dergelijke verhalen elders, bijvoorbeeld Oosgt Europa, Rusland, Islamitische culturen, China of India ?
Vraag daarbij : hoe zie jij het verband van Blauwbaard met de Vliegende Hollander ?quote:Op donderdag 31 oktober 2013 11:45 schreef theguyver het volgende:
[..]
hoe bedoel je met overeenkomsten?
Ik weet wel dat een wereldwijd bekend voorbeeld De Vliegende Hollander is.
De naam is bekend , alleen in verschillende landen word er gesproken over een andere kapitein.
ik denk niet dat ik je helemaal begrijp, ik refereerde hier na.quote:Op donderdag 31 oktober 2013 12:12 schreef quirigua het volgende:
[..]
Vraag daarbij : hoe zie jij het verband van Blauwbaard met de Vliegende Hollander ?
Thnx, referentie begrepen. Er zijn natuurlijk tal van andere themas in allerlei culturen - voorbeeld (je noemt het) Vliegende Hollander.quote:Op donderdag 31 oktober 2013 12:30 schreef theguyver het volgende:
[..]
ik denk niet dat ik je helemaal begrijp, ik refereerde hier na.
Zijn er in andere culturen sagen legendes die ook in andere culturen bekend zijn.
de vraag is eigenlijk meer deze :
zijn er overeenkomstige sages/verhalen uit andere culturen dan de franse ?
Aha, sorry begreep je inderdaad wat verkeerd.quote:Op donderdag 31 oktober 2013 12:51 schreef quirigua het volgende:
[..]
Thnx, referentie begrepen. Er zijn natuurlijk tal van andere themas in allerlei culturen - voorbeeld (je noemt het) Vliegende Hollander.
Het verschil met Vliegende Hollander (VH) is dat de laatste over de wereldzeeën reist, daar gezien wordt als dwalend. Ik kan me voorstellen dat de VH en de Witte Wieven gelijksoortige beelden zijn, zelfde soort oorsprong, tenminste de beelden : schim, verschijning, nevel.
Blauwbaard (B) daarentegen wordt geprofileerd, uiteindelijk, als moordenaar van kinderen (als wat de kerkelijke Inquisitie zegt inderdaad klopt). In ieder geval ontleent het B verhaal zijn essentie aan die moorden.
Nu vindt daar een eigenaardige transformatrie plaats : de nadruk op kindermoord (bij Gilles de Rais, jaartal 1440, historie) verschuift naar moord op vrouwen (Perrault, 1697, "sprookje", geen kindersprookje natuurlijk).
Vanaf dat moment tot in onze tijd toe gaat het Blauwbaard verhaal onveranderlijk over volwassen vrouwen, niet over kinderen. Wat is daar typisch aan ? Freud heeft geprobeerd dat te verklaren, die verklaring is heel eenzijdig.
Er zouden archetypische varianten (over Blauwbaard) kunnen bestaan die een beter licht op de situatie werpen.
De vraag is dus : waar zijn die te vinden ? In andere culturen ?
Een verslag over een volksverhaal of achtergrondinformatie daarover, hoeft op zich niet verkeerd te zijn, maar een compleet volksverhaal is natuurlijk wel leuker. Het verhaal samen met wat achtergrondinfo zou hardstikke gaaf zijn.quote:Op maandag 4 november 2013 14:16 schreef Joel13 het volgende:
Tsja, vervelend voor jou dat je dat niet van mij gewend bent...
Elk filmpje is gelinkt aan een volksverhaal of vorm van volksgeloof.
Sagen zijn verhalen gebaseerd op het geloof in het bovennatuurlijke, dus spoken...
Ik verzamel hier al die filmpjes samen, misschien dat iemand hierdoor verder gaat zoeken als iets hem of haar aanspreekt.
Denk dat het weinig kwaad kan, je hoeft de linkjes niet te bekijken hoor.
En met alle respect, we kunnen wel lappen tekst gaan kopiëren, die iedereen ook gewoon op die verhalensites kan vinden. Want de kans is OOK groot dat geen hond dat leest...
Dat is dan nog wel een aardige insteek.. Heb je het dan over verhalen die moeilijk te vinden zijn? Anders zou je het desbetreffende verhaal er ook gewoon bij kunnen zetten.quote:Op maandag 4 november 2013 17:07 schreef Joel13 het volgende:
Helaas is er uiteindelijk bitter weinig over dit soort zaken (in Nederland) te vinden op YouTube. Ik denk altijd maar zo, alle beetjes helpen. Als ik bijvoorbeeld een filmpje plaats over "Spoken in Mokum", hoop ik dat dat uitnodigt om eens verder te zoeken naar wat er voor Amsterdamse spookverhalen (= sagen) bestaan. Bezoek die 'ghostwalk' eens of probeer het boekje "Spookhuizen van Amsterdam" te bemachtigen.
Eén van de verhalen vind je terug op pagina 4 onder de titel De schreierstoren (Amsterdam)quote:Op maandag 4 november 2013 17:13 schreef Enneacanthus_Obesus het volgende:
[..]
Dat is dan nog wel een aardige insteek.. Heb je het dan over verhalen die moeilijk te vinden zijn? Anders zou je het desbetreffende verhaal er ook gewoon bij kunnen zetten.
quote:Op maandag 4 november 2013 17:25 schreef Joel13 het volgende:
[..]
Eén van de verhalen vind je terug op pagina 4 onder de titel De schreierstoren (Amsterdam)
quote:Op maandag 18 november 2013 17:15 schreef El_Thijs het volgende:
Ik kom even off-topic binnenvallen, maar was er niet ooit sprake van een meet?
Die daarnaquote:Op maandag 18 november 2013 17:24 schreef R0N1N het volgende:
[..]8 Mei 2011
![]()
... of bedoel je al die vruchteloze pogingen die daarna zijn gedaan?
Kan me ook zo iets herinneren ja.quote:Op maandag 18 november 2013 17:30 schreef El_Thijs het volgende:
Die daarna
Volgens mij meen ik ergens gelezen te hebben dat we met een groep op spokenjacht gingen zelfs
Dat klinkt erg bekend helaas.quote:Op maandag 18 november 2013 17:34 schreef R0N1N het volgende:
[..]
Kan me ook zo iets herinneren ja.
Meets lopen hier vrijwel altijd vast op het prikken van een datum ...
De eerste kwam me bekend voor.quote:
Wat ontzettend gaaf!quote:Op woensdag 7 januari 2015 10:47 schreef Domnivoor het volgende:
Hee leuk topic
Ik heb onlangs een topic geopend om de sage van de Buntmansberg eens helemaal uit te zoeken.
BNW / De Buntmansberg
Het staat in BNW omdat het aansluit bij een ander BNW-topic. Iemand schreef toen: 'Het is meer iets voor THRU.' Ik ben eens in TRU gaan kijken en vond dit topic. Veel leesvoer hier.
Het boek 'Verhalen van stad en streek' wordt hier genoemd. Wisten jullie dat daarin twee keer naar FOK! wordt verwezen? (p.211 en 254)
Waarom is hier al een jaar niet meer gepost? Iedereen uitgelezen?
Ben je Groninger?quote:Op woensdag 7 januari 2015 20:15 schreef Enneacanthus_Obesus het volgende:
[..]
Wat ontzettend gaaf!
Ik ben een boekje aan het lezen 'Maank spouken en spenelmboardjes'.. Lokale spookverhalen van het Groningse platteland. Echt heel leuk.
Je moet alleen wel Gronings kunnen lezen, maar ja..
Woar hest dat bouk kocht mien jong?quote:Op woensdag 7 januari 2015 20:15 schreef Enneacanthus_Obesus het volgende:
[..]
Wat ontzettend gaaf!
Ik ben een boekje aan het lezen 'Maank spouken en spenelmboardjes'.. Lokale spookverhalen van het Groningse platteland. Echt heel leuk.
Je moet alleen wel Gronings kunnen lezen, maar ja..
De titel betekent 'Van spoken tot kabouters' (letterlijk: tussen spoken en kabouters)quote:Op donderdag 8 januari 2015 00:35 schreef Domnivoor het volgende:
[..]
Ben je Groninger?
Ik kan geen Gronings lezen. Wat betekent die titel? Vertaal eens een leuk spookverhaal uit dat boek
Ik heb net het Nederlands Sagenboek van Jacques Sinninghe uitgelezen.
Allemaal korte verhalen, meestal zonder logische opbouw. Bijvoorbeeld: Ergens staat een huis. 100 jaar geleden woonde daar X. 200 jaar geleden woonde daar Y. 300 jaar geleden woonde daar Z. Je verwacht dat de verhaallijnen van X, Y en Z daarna samen komen, en dat gebeurt dan niet
Dat maakt het ook wel weer grappig.
Ik het van mien moeke laint.quote:Op donderdag 8 januari 2015 00:46 schreef Nemephis het volgende:
[..]
Woar hest dat bouk kocht mien jong?
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |