abonnement bol.com Unibet Coolblue
pi_132756192
quote:
0s.gif Op donderdag 31 oktober 2013 12:30 schreef theguyver het volgende:

[..]

ik denk niet dat ik je helemaal begrijp, ik refereerde hier na.
Zijn er in andere culturen sagen legendes die ook in andere culturen bekend zijn.

de vraag is eigenlijk meer deze :
zijn er overeenkomstige sages/verhalen uit andere culturen dan de franse ?
Thnx, referentie begrepen. Er zijn natuurlijk tal van andere themas in allerlei culturen - voorbeeld (je noemt het) Vliegende Hollander.

Het verschil met Vliegende Hollander (VH) is dat de laatste over de wereldzeeën reist, daar gezien wordt als dwalend. Ik kan me voorstellen dat de VH en de Witte Wieven gelijksoortige beelden zijn, zelfde soort oorsprong, tenminste de beelden : schim, verschijning, nevel.

Blauwbaard (B) daarentegen wordt geprofileerd, uiteindelijk, als moordenaar van kinderen (als wat de kerkelijke Inquisitie zegt inderdaad klopt). In ieder geval ontleent het B verhaal zijn essentie aan die moorden.

Nu vindt daar een eigenaardige transformatrie plaats : de nadruk op kindermoord (bij Gilles de Rais, jaartal 1440, historie) verschuift naar moord op vrouwen (Perrault, 1697, "sprookje", geen kindersprookje natuurlijk).

Vanaf dat moment tot in onze tijd toe gaat het Blauwbaard verhaal onveranderlijk over volwassen vrouwen, niet over kinderen. Wat is daar typisch aan ? Freud heeft geprobeerd dat te verklaren, die verklaring is heel eenzijdig.

Er zouden archetypische varianten (over Blauwbaard) kunnen bestaan die een beter licht op de situatie werpen.
De vraag is dus : waar zijn die te vinden ? In andere culturen ?

[ Bericht 0% gewijzigd door quirigua op 31-10-2013 12:57:13 ]
  donderdag 31 oktober 2013 @ 13:13:08 #127
279682 theguyver
Sidekick van A tuin-hek!
pi_132756733
quote:
0s.gif Op donderdag 31 oktober 2013 12:51 schreef quirigua het volgende:

[..]

Thnx, referentie begrepen. Er zijn natuurlijk tal van andere themas in allerlei culturen - voorbeeld (je noemt het) Vliegende Hollander.

Het verschil met Vliegende Hollander (VH) is dat de laatste over de wereldzeeën reist, daar gezien wordt als dwalend. Ik kan me voorstellen dat de VH en de Witte Wieven gelijksoortige beelden zijn, zelfde soort oorsprong, tenminste de beelden : schim, verschijning, nevel.

Blauwbaard (B) daarentegen wordt geprofileerd, uiteindelijk, als moordenaar van kinderen (als wat de kerkelijke Inquisitie zegt inderdaad klopt). In ieder geval ontleent het B verhaal zijn essentie aan die moorden.

Nu vindt daar een eigenaardige transformatrie plaats : de nadruk op kindermoord (bij Gilles de Rais, jaartal 1440, historie) verschuift naar moord op vrouwen (Perrault, 1697, "sprookje", geen kindersprookje natuurlijk).

Vanaf dat moment tot in onze tijd toe gaat het Blauwbaard verhaal onveranderlijk over volwassen vrouwen, niet over kinderen. Wat is daar typisch aan ? Freud heeft geprobeerd dat te verklaren, die verklaring is heel eenzijdig.

Er zouden archetypische varianten (over Blauwbaard) kunnen bestaan die een beter licht op de situatie werpen.
De vraag is dus : waar zijn die te vinden ? In andere culturen ?
Aha, sorry begreep je inderdaad wat verkeerd.
Zal zo eens onderzoek doen, klinkt interessant.
Er staat nog een vraag voor u open!!
  vrijdag 1 november 2013 @ 14:35:46 #128
334494 Dance99Vv
Praise Bastet
pi_132793684
Vandaag Allerheiligen.
En daar hoort natuurlijk een verhaal bij.

De heiligen van Arles-sur-Tech

In heel oude tijden - ik kan niet precies zeggen wanneer - werden de omstreken van Arles-sur-Tech onveilig gemaakt door een ontelbare massa wilde beesten: leeuwen, draken, beren enz; die zowel mensen als vee verscheurden. Tot overmaat van ramp richtte ook nog de pest grote verwoestingen aan in het land. Diep begaan met zoveel ellende, besloot een heilig man, Arnulf genaamd, een Heilige Relikwie uit Rome te gaan halen; want alleen zo'n relikwie zou een einde kunnen maken aan deze treurige toestand.

Te Rome aangekomen, beschreef hij de Kerkvorst het lijden en de voortdurende angst van zijn medeburgers, en smeekte hem om zijn bijstand. De paus stond hem toe één van de te Rome bewaarde Heilige Relikwieën mee te nemen naar Arles, met uitzondering van het gebeente van Sint Pieter en enige andere heiligen die in Rome dienden te blijven. Er waren ondertussen nog een massa andere relikwieën, waaruit Arnulf een keuze mocht doen; maar het was voor hem buitengewoon moeilijk een besluit te nemen in deze gewichtige zaak.

Ten slotte knielde hij neer voor het altaar en bleef daar een hele dag liggen, de goede God smekend om voorlichting bij zijn keuze. Met een verlicht hart zocht hij die avond zijn bed op en - zie! - in een droom verschenen hem twee schone jongelingen die tot hem spraken: "Wij zijn de heiligen Abdon en Sennen. Bij ons leven waren we vorsten, en Perzië is ons vaderland. Wij stierven de marteldood te Rome en onze lichamen zijn op die en die plaats begraven. Ga heen, graaf ze op, en neem ze mee naar uw land. De adem van hun heiligheid zal alle wilde dieren en boze ziekten als met een toverslag doen verdwijnen."

De volgende ochtend toog Arnulf, gevolgd door een grote volksmenigte en een paar werklieden met spaden, naar de aangeduide plek. En zie, daar werden werkelijk de volmaakt geconserveerde lichamen van twee jonge mannen gevonden, en dat het heiligen waren, bleek al dadelijk uit de lieflijke geur, die uit hun graf opsteeg.

Voorzichtig en met grote plechtigheid werden nu de lichamen opgegraven en Arnulf begon ijverig na te denken over de beste manier, om ze naar zijn vaderland te vervoeren. Hij begreep, dat hij zijn maatregelen zou moeten nemen, opdat zijn kostbare relikwieën hem niet konden worden ontstolen. Want in die barbaarse tijd ontzagen vele roofridders zich zelfs niet, dode heiligen te stelen - vooral dezulke, wier wonderkracht bekend was geworden! Wat te doen om hun begerigheid niet op te wekken? Arnulf dacht er lang over na en het resultaat van deze overpeinzingen was, dat hij zijn beide heiligen in een ton liet kuipen, die hij daarna binnen in een nog grotere, verder met water aangevulde ton liet plaatsen, welke laatste ton zorgvuldig werd dichtgemaakt.

Hij had zich nog maar net ingescheept met zijn kostbare lading, of de matrozen van het schip maakten in de nacht een gaatje in het grote vat, niet anders denkend, dan dat het met wijn moest zijn gevuld. Maar hun teleurstelling was groot, toen ze merkten dat er gewoon, helder water uitliep. Vlug smeerden ze het gaatje weer dicht met pek, en zagen verder niet om naar de zonderlinge passagier.

Met zo'n wonderdadige vracht aan boord, kon het wel niet anders of de reis moest voorspoedig verlopen en Arnulf stapte dan ook weldra aan land te Cap de Creus waar op datzelfde ogenblik alle klokken feestelijk begonnen te luiden, tot grote verbazing van de inwoners. Arnulf was de enige, die de reden hiervan begreep; maar hij wachtte zich wel, het geheim van zijn dubbel ingekuipte heiligen te verraden!

De weg van Cap de Creus naar Arles verkeerde toentertijd in zo'n slechte toestand dat die alleen voor muildieren begaanbaar was. Het vat werd dus op een muilezel geladen en Arnulf begaf zich op weg onder geleide van een drijver die de muilezel leidde. Deze beweerde de weg precies te kennen, maar hij bleek een ruwe kerel te zijn. Op een punt gekomen, waar het glibberige pad langs de rand van een afgrond liep, stiet hij plotseling een godslasterlijke vloek uit, zich verbeeldende de moed van de muilezel daardoor te zullen aanwakkeren.

Maar in plaats daarvan, verdween op hetzelfde ogenblik het dier met zijn last in de diepe afgrond! Arnulf was wanhopig! Wat nu te doen? De muilezel terugvinden in de afgrond was onmogelijk en evenmin kon hij nog eens bij de paus terugkomen en om een tweede relikwie vragen. Er zat niets anders op, dan dat hij zijn weg maar vervolgde - en dat deed hij dan ook met lome schreden.

Maar wat beschrijft zijn verbazing toen hij, de poort van Arles-sur-Tech binnenkomend, verwelkomd werd door een feestelijk klokgelui en de bewoners op het marktplein verenigd vond, vol eerbied knielend voor de muilezel met de ton, die door een onbegrijpelijk wonder veilig in de stad was aangekomen. Bovendien had de zuiverende invloed van de beide heiligen - terwijl hun lichamen nog in de binnenste ton verborgen waren - alle pestlijders doen genezen en alle wilde dieren en draken op de vlucht gedreven.

Plechtig werden nu de ongeschonden bewaard gebleven lichamen van Abdon en Sennen uit de binnenste ton te voorschijn gehaald en aan het dankbare volk vertoond. Het water, dat de buitenste ton vulde, werd - om het maar spoedig kwijt te zijn - uitgegoten in een leeg graf. Een ongelukkige melaatse echter, die zijn ellendig leven moe was, sprong er in en... kwam er geheel genezen uit te voorschijn! Ogenblikkelijk kwamen nu ook andere zieken toegelopen om zich eveneens door het wonderwater te laten genezen.

Maar de monniken, die dit zagen, schepten het vlug weer in de lege ton, bewaarden het zorgvuldig in hun klooster en verkochten het bij kleine beetjes. Nog tegenwoordig kan men er een klein flesje van kopen voor één franc; maar niet voor iedereen is het te krijgen. Alleen aan hen, die er in het Catalaans om vragen, wordt het uitgereikt.

* * *

Toelichting

Arles-sur-Tech is een gemeente in het Franse departement Pyrénées-Orientales (regio Languedoc-Roussillon) en telt 2700 inwoners (1999). De plaats maakt deel uit van het arrondissement Céret.

In de tuin van een abdij in het plaatsje staat een marmeren sarcofaag, waarin zich volgens de overlevering de stoffelijke resten van de heilige Abdon en de heilige Sennen bevinden. Uit die sarcofaag worden al eeuwenlang aanzienlijke hoeveelheden water getapt.

Sint Abdon en Sint Sennen hebben hun feestdag op 30 juli. De heilige Abdon en de heilige Sennen zijn Iraanse heiligen. De twee werden door de leeuwen opgevreten in het Romeinse Colloseum in het jaar 254. Het feest van hun dood werd vroeger algemeen gevierd in de katholieke kerk.


Bron

"Oud-Fransche sagen, volksoverleveringen en sprookjes" bijeengebracht door S. Troelstra-Bokma de Boer. W.J. Thieme & Cie, Zutphen, 1930, p. 32-35.


Feest/viering:
Allerheiligen
There is only one religion
  vrijdag 1 november 2013 @ 14:40:38 #129
279682 theguyver
Sidekick van A tuin-hek!
pi_132793813
In de tuin van een abdij in het plaatsje staat een marmeren sarcofaag, waarin zich volgens de overlevering de stoffelijke resten van de heilige Abdon en de heilige Sennen bevinden. Uit die sarcofaag worden al eeuwenlang aanzienlijke hoeveelheden water getapt.

eh... fris?
Er staat nog een vraag voor u open!!
  vrijdag 1 november 2013 @ 14:48:54 #130
334494 Dance99Vv
Praise Bastet
pi_132794088
Zomaar een heilige.(Lidwina van Schiedam)

Lidwina werd in 1380 te Schiedam geboren. Ten gevolge van een noodlottige val op het ijs brak zij haar heup en was gedurende 38 jaar bedlegerig. Te midden van haar vreselijk lijden was zij een voorbeeld van heldhaftig geduld en van uitzonderlijke liefde tot God en haar medemensen. Op 14 april 1433 werd zij uit haar voortdurende beschouwing van Christus' passie opgeroepen tot het aanschouwen van zijn heerlijkheid. De verering die haar na haar dood ten deel viel, werd in 1890 officieel erkend, toen paus Leo XIII haar liturgische viering goedkeurde. Tevoren was een deel van haar relieken, die in 1615 om veiligheidsredenen naar Brussel waren gebracht, op 14 juni 1871 naar haar geboortestad teruggebracht.

Een andere bron vertelt wat meer:

In 1425 doet Filips de Goede van Bourgondie Schiedam aan, om evenals in andere steden van Holland als regent te worden ontvangen. 's Avonds kwamen een aantal van zijn soldaten, Picardiers genaamd, naar de woning van Lidwina. Ze hadden de pastoor van Schiedam, Jan Engel, zo ver gekregen dat hij met ze meeging. Ze begonnen 'seer onsedelic in haer camer te roepen ende haer te quellen'.

De pastoor probeerde hen daarvan te weerhouden, maar toen riepen de Picardiers dat Lidwina zijn bijzit was. Ze gingen naar binnen, staken een kaars aan en haalden de gordijnen van de bedstee op en trokken het dek weg, zodat Lidwina naakt lag. Haar nichtje Pieternel kwam tussenbeide, maar het kind werd zo ruw opzij geworpen, dat ze haar heup bezeerde en tot haar dood zou blijven hinken.

De Picardiers begonnen de latere heilige voor slet uit te schelden en te zeggen dat ze 's nachts wellustig de hoer uit hing, dat ze al 14 kinderen had, enz. Vooral de man die de kaars vasthield ging grof tegen haar te keer. Daarna bezoedelde de Picardiers Lidwina's lichaam zeer ruw met hun handen, zo ruw dat het op drie plaatsen ging bloeden. De Picardiers gingen weg om het bloed van hun handen te wassen, maar ze kwamen terug om haar opnieuw uit te schelden.

Hertog Filips voer verder naar Rotterdam. De heren van het Schiedamse gerecht, die van de behandeling der Picardiers vernamen, wilden een aanklacht indienen, maar Lidwina wilde dit niet. De wraak Gods zou de schurken spoedig achterhalen.

De eerste Picardier werd in de haven van Rotterdam plotseling van de ene reling naar de andere geslingerd, sloeg overboord en verdronk. Hij werd op het kerkhof begraven.

De tweede werd in Brouwershaven tijdens een gevecht doodgeslagen.

De derde kwam tot Zierikzee. Daar werd hij door razernij aangetast, zodat men hem overbood zette in een bootje. Hij is kort daarna krankzinnig gestorven.

De vierde werd te Sluis door een beroerte getroffen zodat hij zijn spraak verloor. Zijn knecht vroeg of hij degene was die de maagd van Schiedam zo onheus had behandeld. De man knikte, gaf een teken van berouw en stierf.

In 1426 is Filips van Bourgondie opnieuw in Schiedam. Een ridder uit zijn gevolg gaf bij die gelegenheid zes van zijn mannen de opdracht Lidwina dag en nacht te bewaken. Filips vertrekt spoedig naar Vlaanderen en Lidwina wordt verder met rust gelaten.

Op 14 april 1433 sterft Lidwina van Schiedam. Talloze pelgrims zullen haar graf bezoeken, totdat in 1615 haar gebeente wordt opgegraven om als relikwie naar de Zuidelijke Nederlanden te worden gebracht.

* * *

Feest/viering:
Allerheiligen
There is only one religion
  vrijdag 1 november 2013 @ 14:56:55 #131
279682 theguyver
Sidekick van A tuin-hek!
pi_132794331
Het blauwe licht

Een soldaat is zijn koning altijd trouw geweest en heeft vele verwondingen opgelopen in de oorlog, maar de koning stuurt hem na de oorlog naar huis en zegt dat mensen alleen geld krijgen als ze diensten verlenen. De soldaat komt in een bos en komt bij het huis van een heks. De heks laat hem binnen en wil dat de soldaat haar tuin omspit. 's Avonds heeft hij het nog niet klaar en hij mag een nacht blijven als hij de volgende dag een bos hout voor haar hakt. De soldaat mag nog een nacht blijven als hij de volgende dag haar lamp uit een oude put zonder water haalt. De lamp geeft blauw licht en dooft nooit.

De volgende dag laat de heks de soldaat in een mand naar beneden zakken en hij vindt het blauwe licht, waarna hij weer omhoog wordt gehesen. Als de heks de lamp wil aanpakken, houdt hij hem vast omdat hij vermoedt dat ze hem vallen laat zodra de lamp in haar bezit is. De heks laat de mand toch vallen en de soldaat bezeert zich niet. Het blauwe licht blijft branden en hij vindt zijn tabakspijp in zijn zak. Met het blauwe licht steekt hij hem aan en begint te roken. Als de rook de ruimte gevuld heeft, verschijnt een klein zwart mannetje en deze vraagt wat de meester beveelt.

De soldaat is verbaasd en hoort dat het mannetje alles moet doen wat hij wenst. Het mannetje neemt hem mee door een onderaardse gang en wijst de schatten van de heks aan. De soldaat pakt zoveel goud als hij dragen kan en laat het mannetje de oude heks vastbinden. Ze wordt voor de rechter gesleept en als het mannetje terug komt, vertelt hij dat ze aan de galg hangt. De soldaat stuurt het mannetje naar huis, maar wil wel dat hij helpt als hij hem nodig heeft. Het mannetje antwoord dat hij slechts zijn pijp hoeft aan te steken met het blauwe licht.

De soldaat gaat terug naar de stad en laat mooie kleren maken, kiest de beste herberg en roept het mannetje dan op. Hij wil wraak nemen op de koning. De koningsdochter moet slapend naar de herberg gebracht worden en wordt de dienstmeid van de soldaat. Als de klok twaalf slaat, komt het mannetje binnen met de koningsdochter. De soldaat laat haar schoonmaken en ze moet zijn laarzen uittrekken. Ze doet alles wat hij eist en als de haan kraait, brengt het mannetje haar terug naar het paleis. De koningsdochter vertelt haar vader over de wonderbaarlijke droom en hij raadt haar aan haar zakken met erwten te vullen. Zo kan ze een spoor achterlaten, maar het mannetje staat er onzichtbaar bij en hoort alles.

Het mannetje strooit in alle straten erwten, zodat niemand het spoor kan volgen. De arme kinderen van de stad rapen de erwten op, als de mannen van de koning het spoor gaan zoeken. De koning raadt zijn dochter dan aan om één van haar schoenen te verstoppen, het mannetje hoort het en waarschuwt zijn meester. Maar toch wil de soldaat dat de koningsdochter als meid komt werken en het mannetje haalt haar op. Ze verstopt een schoen onder het bed van de soldaat en de volgende dag laat de koning alle huizen doorzoeken. De soldaat wordt in de gevangenis gegooid en heeft het blauwe licht en het goud nog bij zich.

Hij kijkt uit het raam en ziet een oude makker langslopen, hij vraagt zijn bundeltje uit de herberg te halen voor een dukaat. De kameraad doet wat gevraagd wordt en de soldaat steekt zijn pijp aan. Het zwarte mannetje komt en vertelt dat de soldaat zich gewoon moet laten brengen naar de plek waar hij gebracht zal worden. De volgende dag wordt de soldaat terechtgesteld en de rechter veroordeelt hem tot de dood. Hij vraagt een laatste wens te mogen doen en dit is zijn pijp te mogen roken. De soldaat steekt met het blauwe licht zijn pijp aan en het mannetje slaat de rechter met zijn knuppel. Ook de gerechtsdienaren en de koning worden niet gespaard en de soldaat krijgt het rijk en de koningsdochter als vrouw.
Er staat nog een vraag voor u open!!
  vrijdag 1 november 2013 @ 15:05:04 #132
334494 Dance99Vv
Praise Bastet
pi_132794582
De heilige Jozef in het bos

Er was eens een moeder die drie dochters had. De oudste was ondeugend en slecht; de tweede was heel wat beter, al had ze ook haar fouten; maar de jongste was een goed, vroom kind. Maar nu was het zo wonderlijk van de moeder, dat ze juist de oudste dochter het liefst had, en helemaal niet van de jongste hield. Daarom stuurde ze het arme kind dikwijls weg naar een groot bos, om haar maar kwijt te raken, want ze hoopte dat ze dan verdwalen zou en nooit meer terugkomen. Maar de beschermengel - die elk vroom kind heeft - verliet haar niet, maar bracht haar altijd weer thuis.

Alleen éénmaal deed het engeltje alsof het er niet was, en het kind kon de weg uit het bos niet meer terugvinden. Ze liep steeds maar door tot het avond werd, en toen zag ze in de verte een lichtje branden, en ze liep er op af en kwam bij een klein hutje. Ze klopte aan, open ging de deur, en ze kwam bij een tweede deur, en ook daar klopte ze aan.

Een oude man, die een sneeuwwitte baard had en er heel eerbiedwaardig uitzag, deed open, en dat was niemand anders dan de heilige Jozef. Hij sprak heel vriendelijk: "Kom, lief kind, ga maar bij het vuur zitten op mijn stoeltje, warm je, en ik zal heerlijk fris water halen, als je dorst hebt, maar ik heb hier in het bos niets voor je te eten dan een paar worteltjes en die moet je eerst nog schrappen en koken."

Toen gaf de heilige Jozef haar de wortels: het meisje maakte ze keurig schoon, dan pakte ze een stuk pannenkoek en het brood, dat haar moeder haar had meegegeven, en dat deed ze allemaal bij elkaar in een keteltje boven het vuur en kookte daar haar maaltje van.

Toen het klaar was, zei de heilige Jozef: "Ik heb zo'n honger, geef me wat van jouw eten." Het meisje was daartoe bereid en gaf hem het grootste deel; maar Gods zegen rustte erop en ze had toch genoeg.

Toen ze gegeten hadden, zei de heilige Jozef: "Nu zullen we gaan slapen. Maar ik heb maar één bed, ga jij daar maar in, ik zal op het stro gaan liggen op de grond." - "Nee," antwoordde zij, "blijft u maar in uw bed, voor mij is dat stro zacht genoeg." Maar de heilige Jozef nam het kind op de arm en droeg haar naar bed, en toen deed ze haar gebedje en sliep in.

Toen ze de volgende morgen wakker werd, wilde ze de heilige Jozef goedemorgen wensen, maar ze zag hem niet. Toen stond ze op om hem te zoeken, maar ze kon hem in geen enkel hoekje vinden. Eindelijk ontdekte ze achter de deur een zak vol geld, zo zwaar dat zij hem maar net kon dragen; en daar stond op geschreven dat die zak voor het kind was dat hier vannacht geslapen had. Ze nam de zak, liep ermee weg en kwam weer gelukkig bij moeder thuis, en omdat ze al het geld aan haar gaf, kon die niet anders dan over haar tevreden zijn.

De volgende dag kreeg de tweede dochter ook zin om het bos in te gaan. De moeder gaf haar een veel groter stuk pannenkoek met brood mee. Het ging met haar net als met het eerste meisje. 's Avonds kwam ze bij het huisje van Sint Jozef, en hij gaf haar wortels om te koken. En toen 't klaar was, zei hij net zo tegen haar: "Ik heb zo'n honger, geef mij wat van je maal." Toen antwoordde het meisje: "Eet maar mee." En toen daarna de heilige Jozef haar zijn bed wilde afstaan en zelf op het stro wou liggen, antwoordde zij: "Nee, ga ook maar in het bed, er is plaats genoeg voor ons tweeën." De heilige Jozef nam haar op de arm, legde haar op bed en ging zelf in het stro liggen.

's Morgens, toen ze wakker werd en naar de heilige Jozef zocht, was hij verdwenen, maar achter de deur vond ze een zakje met geld, zo breed als een hand, en daar stond op: het was voor het meisje dat die nacht daar had geslapen. Toen nam ze het zakje mee en liep ermee naar huis en bracht het geld voor moeder mee, maar ze had er stilletjes een paar geldstukken uitgenomen voor zichzelf.

Nu was de oudste dochter nieuwsgierig geworden en wou de volgende morgen ook weg, het bos in. De moeder gaf haar zoveel pannenkoeken mee als ze hebben wou en brood en ook nog kaas. 's Avonds vond ze de heilige Jozef in zijn hutje, precies zo, als de twee anderen hem gevonden hadden.

Toen het eten klaar was en de heilige Jozef zei: "Ik heb zo'n honger, geef me ook wat van je maal," antwoordde het meisje: "Wacht maar tot ik genoeg heb, en wat er overblijft, mag je hebben." Maar ze at haastig alles op en wat over was, dat moest de heilige Jozef uit het schaaltje schrapen. De goede oude man bood haar daarop zijn eigen bed aan en wilde zelf op stro liggen. Zij maakte geen enkele tegenwerping, ging in het bed liggen en ze liet de grijsaard op het harde stro liggen.

Toen ze de volgende morgen wakker werd, was de heilige Jozef weer niet te vinden, maar daar bekommerde ze zich helemaal niet om: ze ging de geldzak zoeken achter de deur. Het leek wel of er iets op de grond lag, maar omdat ze niet goed onderscheiden kon wat het was, bukte ze zich en stootte er haar neus aan. Maar het bleef aan haar neus vastzitten en toen ze zich weer oprichtte, zag ze tot haar schrik dat het nog een tweede neus was, die aan haar eigen neus hing.

Toen begon ze te huilen en te gillen, maar dat hielp niets: ze moest voortdurend op haar neus kijken omdat die zo ver uitstak. Toen liep ze gillend weg, tot ze de heilige Jozef tegenkwam, en ze viel hem voor zijn voeten en ze bad en smeekte zo lang, tot hij haar uit medelijden de tweede neus weer afnam en haar nog twee centen gaf.

Toen ze thuis kwam, stond haar moeder al voor de deur naar haar uit te kijken en riep: "Wat heb je gekregen?" Toen loog ze: "Een grote zak geld, maar ik heb hem onderweg verloren." - "Verloren?" riep de moeder, "dan zullen we hem wel weer vinden," en ze nam haar bij de hand en wilde mee gaan zoeken. Eerst begon zij te schreien en wilde niet meegaan; toen zij dat tenslotte toch deed, kwamen er onderweg zóveel hagedissen en slangen op hen af, dat ze er niet aan konden ontkomen; en die staken het akelige kind dood, en de moeder beten ze in haar been, omdat ze het meisje niet beter had opgevoed.

* * *

Toelichting

Een van de kinderlegendes van de gebroeders Grimm. Uit de streek van Paderborn en verzameld door de familie Haxthausen. Eigenlijk is het een Moeder Aarde sprookje, sterk verwant met De drie mannetjes in het bos en Vrouw Holle, maar doordat Jozef de hoofdpersoon is, krijgt het een legende-achtige sfeer.

Leuk is de uitdrukking 'op je neus kijken'. In de meeste verhalen gaat de oudste eerst en dan de jongste. Hier is de volgorde omgekeerd.


Bron

"De sprookjes van Grimm; volledige uitgave" vertaald door M.M. de Vries-Vogel. Unieboek BV - Van Holkema & Warendorf, Weesp, 1984.


Oorspronkelijke titel
Der heilige Joseph im Walde

Engelse titel
St. Joseph in the Woods

Feest/viering:
Allerheiligen
There is only one religion
  zaterdag 2 november 2013 @ 14:27:07 #133
334494 Dance99Vv
Praise Bastet
pi_132822685
De dwaallichtjes

Toen er nog geen dominees waren, alleen maar pastoors, werden die vaak 's nachts geroepen om zieken bij te staan in hun sterfuur. Er waren maar weinig goede wegen en de pastoors moesten vaak ver gaan om de mensen te helpen. Omdat het moeilijk was om overal te voet te komen, reden ze soms te paard naar de afgelegen huizen.

Zo reed een oude pastoor eens in de nacht langs een eenzame weg. Hij kwam van een zieke, wie hij het laatste oliesel had toegediend en droeg wijwater met zich mee. Toen hij daar zo door de hoge heide reed langs een oude weg die bijna niet meer werd gebruikt, kwam er een klein lichtje te voorschijn, dat voorzichtig omhoog rees en bij hem op het paard klom.

Heeroom keek er naar en glimlachte: "Och jij klein lichtje, wou je mijn weg beschijnen en mij helpen om gemakkelijk verder te komen? Ga gerust weer weg. Ik ben onbevreesd en zal ook in het donker mijn pad wel vinden. Straks kom ik in een dorp en daar zal ik de nacht verder doorbrengen." Het lichtje bleef vóór hem zitten en het scheen wel of het naar hem opklimmen wilde. De pastoor keek er naar en dacht: "Het zal toch geen boze geest wezen, die mij op dwaalwegen voert?"

Hij opende het wijwaterkruikje en enige druppels in de hand nemend, sprenkelde hij ze op het lichtje. Een boze geest zou de vlucht nemen, zo dacht hij, en hem voor slechte gevolgen behoeden. Het lichtje flikkerde blij op en liet zich langzaam van het paard glijden. Dan spoedde 't zich weg en was in een oogwenk verdwenen.

Langzaam reed de priester door, maar hij was nauwelijks enkele meters verder gekomen, of tal van lichtjes kwamen in de heide opduiken en bij tientallen zweefden ze omhoog om zich voor hem neer te vlijen. Met verwondering keek hij naar al die lichtjes, die hij nu overal in 't rond waarde. Bij honderden doken ze op, voor en achter z'n paard, langs z'n zijden; waar hij zijn ogen wendde, overal zag hij lichtjes flikkeren en recht op hem aankomend, steeg het een na het ander op zijn paard. Eensklaps bedacht hij zich: hij nam wijwater in zijn hand en sprenkelde dit op de kleine lichtjes. Het een na het ander verdween en maakte plaats voor een nieuwe hoeveelheid. Steeds maar ging de priester door met wijwater op de lichtjes te laten druppen en telkens nieuwe lichtjes schenen om het heilige water te vragen. Langzaam reed hij verder tot er geen nieuwe lichtjes meer kwamen als de oude verdwenen.

Na korte tijd bereikte hij het dorp, waar hij verder de nacht wilde doorbrengen. Hij vertelde zijn wedervaren aan zijn gastheer, die hem mededeelde, dat volgens overlevering daar in de buurt een begraafplaats moest zijn, waar ongedoopte en doodgeboren kinderen ter ruste werden gelegd. "Heeroom," zei de man, "het waren de zieltjes van al die kinderen die niet konden rusten."

Toen de geestelijke hem aankeek, vervolgde hij met eerbied in zijn stem: "Het wijwater, dat Heeroom er op gesprenkeld heeft, was voor die arme dolende kinderzieltjes zoveel als de doop. De een vertelde het aan de ander en zij kwamen allen, om van Heeroom de eeuwige rust te ontvangen."

* * *

Toelichting

Door J.H. Bergman-Beins.


Bron

"Witte Wieven. De meest bekende volksverhalen uit Drenthe" samengesteld door Emmy Wijnholds-Schuster. Het Drentse Boek, Zuidwolde, 1997. ISBN: 90-6509-137-8


Feest/viering:
Allerzielen
There is only one religion
  zaterdag 2 november 2013 @ 14:46:10 #134
334494 Dance99Vv
Praise Bastet
pi_132823193
Ophelia's schaduwspel

In een oud stadje woonde een oud juffrouwtje dat Ophelia heette. Toen ze geboren werd - en dat was al lang geleden - hadden haar ouders gezegd: "Ons kind moet later een groot, gevierd toneelspeelster worden." Daarom hadden ze haar naar een beroemde figuur uit een toneelstuk genoemd.

De kleine juffrouw Ophelia had van haar ouders wel de bewondering voor de taal van de grote dichters geërfd, maar verder niets. En een beroemd toneelspeelster kon ze ook niet worden. Daar was haar stem te zacht voor. Maar ze wilde toch de kunst dienen, al was het op een heel bescheiden manier.

In het oude stadje stond een mooie schouwburg. Helemaal vooraan op de rand van het toneel bevond zich een hokje dat vanuit de zaal niet te zien was. Juffrouw Ophelia zat daar elke avond in en fluisterde de toneelspelers hun tekst toe zodat ze niet bleven steken. Haar zachte stem was daar natuurlijk precies goed voor, want het publiek mocht haar niet horen.

Haar leven lang had juffrouw Ophelia dat beroep uitgeoefend en zich er gelukkig bij gevoeld. Langzamerhand kende ze alle grote blij- en treurspelen van de wereld uit haar hoofd en hoefde ze niet meer in een boek te kijken.

Zo was juffrouw Ophelia oud geworden en de tijden waren veranderd. Er kwamen steeds minder mensen in de stadsschouwburg naar de stukken kijken, want je had nu film en televisie en ander amusement. De meeste mensen hadden een auto en als ze toch een keer naar de schouwburg wilden, reden ze liever vlug naar de dichtstbijzijnde grote stad. Daar waren veel beroemdere toneelspelers te zien en het was er ook meer de moeite waard om je zelf te laten zien.

Zo kwam het dat de schouwburg in het oude stadje gesloten werd. De toneelspelers vertrokken en ook de kleine oude juffrouw Ophelia werd ontslagen.

Toen de laatste voorstelling afgelopen was en het doek voor de laatste keer was gevallen, bleef ze nog een poosje helemaal alleen in de schouwburg. Ze zat in haar hokje en dacht terug aan haar leven.

Opeens zag ze een schaduw die over de coulissen heen en weer gleed en nu eens groter, dan weer kleiner werd. Maar er was niemand van wie hij afkomstig was.

"Hallo!" zei juffrouw Ophelia met haar zachte stem. "Wie is daar?"

De schaduw schrok zichtbaar en kromp in elkaar, hij had toch al geen vaste vorm, maar toen kalmeerde hij en werd weer groter. "Neem me niet kwalijk," zei hij, "ik wist niet dat er nog iemand was. Ik wilde u niet aan het schrikken maken. Ik heb hier alleen een schuilplaats gezocht omdat ik niet weet waar ik moet blijven. Jaag me alstublieft niet weg."

"Ben je een schaduw?" vroeg Ophelia. De schaduw knikte. "Maar een schaduw hoort toch bij iemand," vervolgde ze.

"Nee," zei de schaduw, "niet allemaal. Er zijn een paar schaduwen te veel op de wereld. Die horen bij niemand en er is niemand die ze wil hebben. Ik ben er zo een. Ik heet Schaduwschelm."

"O," zei juffrouw Ophelia, "en is het niet triest om bij niemand te horen?"

"Heel triest," verzekerde de schaduw en zuchtte zachtjes. "Maar wat doe je eraan?"

"Wil je bij mij komen?" vroeg de oude juffrouw. "Ik heb ook niemand bij wie ik hoor."

"Graag," antwoordde de schaduw, "dat zou geweldig zijn. Maar dan moet ik aan u vastgroeien en u hebt al een eigen schaduw."

"Jullie zullen best met elkaar overweg kunnen," zei juffrouw Ophelia. Haar eigen schaduw knikte.

Vanaf dat moment had juffrouw Ophelia twee schaduwen. Er waren maar weinig mensen die dat merkten, maar die verbaasden zich erover en vonden het een beetje vreemd. Juffrouw Ophelia wilde niet dat er over haar gekletst werd. Daarom vroeg ze overdag steeds aan een van beide schaduwen om zich heel klein te maken en in haar handtasje te kruipen. Schaduwen passen overal in.

Op een dag zat juffrouw Ophelia in de kerk een beetje met Onze Lieve Heer te praten. Ze hoopte dat hij ondanks haar zachte stem naar haar luisterde, maar ze wist het niet helemaal zeker. Toen zag ze op de witte muur opeens een vage schaduw, die een heel magere indruk maakte en vragend een hand uitstak. "Ben jij ook een schaduw die bij niemand hoort?" vroeg ze.

"Ja," zei de schaduw, "maar er wordt bij ons rondverteld dat er iemand is die ons opneemt. Ben jij dat?"

"Ik heb er al twee," antwoordde juffrouw Ophelia.

"Dan maakt eentje meer toch niet uit," zei de schaduw smekend. Kun je mij ook niet nemen? Het is zo triest en eenzaam om niemand te hebben."

"Hoe heet je?" vroeg de oude juffrouw vriendelijk.

"Mijn naam is Bang-in-donker," fluisterde de schaduw.

"Nou, kom dan maar," zei juffrouw Ophelia. Toen had ze dus al drie schaduwen.

En vanaf dat moment kwamen er bijna elke dag nieuwe zwerfschaduwen bij haar, want er zijn er veel op de wereld. De vierde heette Een-Alleen. De vijfde heette Nachtziek. De zesde heette Nimmermeer. De zevende heette Lichtgewicht.

En zo ging het maar door. De oude juffrouw Ophelia was arm, maar die schaduwen hoefden gelukkig niets te eten en hadden ook geen kleren nodig om zich warm te houden.

Alleen haar kamertje was soms wel erg donker en vol door al die schaduwen die bij haar bleven omdat niemand anders ze wilde hebben Juffrouw Ophelia kon het niet over haar hart verkrijgen om ze weg sturen. En er kwamen er nog steeds meer bij.

Het ergst was het als de schaduwen begonnen te kibbelen. Ze maakten ruzie om de beste plaats en vochten vaak met elkaar. Soms was er echt schaduwboksen aan de gang. In zulke nachten kon de kleine oude juffrouw Ophelia niet slapen. Dan lag ze met open ogen in bed en probeerde met haar zachte stem de schaduwen te sussen. Maar dat hielp niet veel.

Juffrouw Ophelia hield niet van ruzie, behalve als die in de taal van grote dichters op het toneel werd uitgevochten. Dan was het wat anders. En zo kreeg ze op een dag een goed idee.

"Luister," zei ze tegen de schaduwen, "als jullie bij me willen blijven, moeten jullie iets leren." De schaduwen hielden op met kibbelen en keken haar uit alle hoeken van het kamertje nieuwsgierig aan. Toen zei ze hun de woorden van de grote dichters voor, die ze allemaal uit haar hoofd kende. Ze herhaalde sommige stukken heel langzaam, vroeg aan de schaduwen of ze de zinnen na wilden zeggen. De schaduwen deden hard hun best en waren heel vlug van begrip.

Zo leerden ze van de oude kleine juffrouw Ophelia langzamerhand alle grote blij- en treurspelen van de wereld. Dat was natuurlijk een heel ander leven dan tot nog toe, want schaduwen kunnen uitbeelden wat ze maar willen. Ze kunnen eruitzien als een dwerg of een reus, als een mens of een vogel of zelfs als een boom een tafel.

Vaak speelden ze de hele nacht de prachtigste toneelstukken voor juffrouw Ophelia. En zij fluisterde hun de woorden toe zodat ze niet bleven steken.

Maar overdag woonden ze allemaal - behalve die van haarzelf natuurlijk - in juffrouw Ophelia's handtasje. Ja, schaduwen kunnen zich ongelooflijk klein maken als ze willen.

De mensen kregen al die schaduwen van juffrouw Ophelia dus nooit te zien, maar ze merkten toch dat er iets ongewoons aan de hand was. En de mensen houden niet van ongewone dingen.

"De oude juffrouw doet zo vreemd," zeiden sommigen achter haar rug. "Ze kan beter naar een tehuis gebracht worden, waar ze voor haar zorgen." En anderen zeiden: "Misschien is ze wel gek. Wie weet wat ze op een dag nog aanricht." En ze gingen haar allemaal uit de weg.

Ten slotte kwam de eigenaar van het huis waar juffrouw Ophelia een kamertje had en zei: "Het spijt me, maar u moet voortaan twee keer zoveel huur betalen." Dat kon juffrouw Ophelia niet. "Dan kunt u maar beter vertrekken, hoezeer het me ook spijt," zei de huisbaas.

Juffrouw Ophelia pakte het weinige dat ze bezat in een koffer en ging weg. Ze kocht een kaartje, stapte in de trein en ging de wijde wereld in. Ze wist zelf niet waar naartoe.

Toen ze ver genoeg gereden had, stapte ze uit en ging te voet verder. In haar ene hand droeg ze haar koffer en in de andere haar handtasje met alle schaduwen. Het was een heel lange weg.

Op het laatst kwam Ophelia bij de zee, toen kon ze niet meer verder. Ze ging zitten om een beetje uit te rusten en viel in slaap. Al haar schaduwen kwamen uit haar handtasje, gingen om haar heen staan en overlegden wat er nu moest gebeuren.

"Eigenlijk komt het door ons dat juffrouw Ophelia nu in moeilijkheden zit," zeiden ze. "Zij heeft ons geholpen en nu moeten wij haar proberen te helpen. We hebben allemaal iets van haar geleerd, misschien lukt het wel om daarmee voor haar te zorgen." En toen juffrouw Ophelia wakker werd, vertelden ze haar wat voor plan ze hadden bedacht. "Oh," zei juffrouw Ophelia, "dat is nog eens aardig van jullie."

Toen ze in een klein dorpje kwamen, pakte ze een wit laken uit haar koffer en hing het over een kloplat. Onmiddellijk begonnen de schaduwen op het laken de toneelstukken op te voeren die ze van juffrouw Ophelia geleerd hadden. En zijzelf zat erachter en fluisterde hun de woorden van de grote dichters toe, zodat ze niet bleven steken. Eerst keken alleen een paar kinderen verbaasd toe, maar tegen de avond kwamen er ook enkele volwassenen. En iedereen betaalde na afloop een kleinigheid voor de interessante voorstelling.

Zo trok juffrouw Ophelia van dorp naar dorp en van stad naar stad. En haar schaduwen veranderden in koningen en narren, in edele jonkvrouwen en vurige hengsten, in tovenaars en bloemen, net hoe het uitkwam.

De mensen kwamen kijken en moesten lachen en huilen. Algauw was juffrouw Ophelia beroemd en als ze ergens aankwam, werd ze al opgewacht, want zoiets hadden de mensen nog nooit gezien. Het publiek applaudisseerde en iedereen betaalde iets, de één meer, de ander minder.

Na een tijdje had juffrouw Ophelia genoeg geld gespaard om een oud autootje te kunnen kopen. Ze liet het door een kunstenaar in mooie kleuren beschilderen en aan de zijkanten stond met grote letters:
OPHELIA'S SCHADUWSPEL
Daarmee reed ze de hele wereld door en haar schaduwen reden mee.

Hier zou het verhaal eigenlijk kunnen eindigen, maar het is nog niet uit. Toen juffrouw Ophelia op een dag namelijk met haar auto in een sneeuwstorm bleef steken, stond er plotseling een reusachtige schaduw voor haar, die nog veel donkerder was dan alle andere.

"Ben jij ook zo'n schaduw die niemand wil?" vroeg ze.

"Ja," zei hij langzaam, "ik geloof wel dat je dat zo kunt zeggen."

"Wil je ook bij mij komen?" vroeg juffrouw Ophelia.

"Wil je mij er dan nog bij hebben?" informeerde de grote schaduw terwijl hij dichterbij kwam.

"Ik heb er al wel meer dan genoeg, maar ergens moet je toch blijven," zei de oude juffrouw.

"Wil je niet eerst mijn naam weten?" vroeg hij.

"Hoe heet je dan?"

"Ze noemen me de Dood."

Daarna was het een hele tijd stil.

"Wil je me toch nemen?" vroeg hij ten slotte zacht.

"Ja," zei juffrouw Ophelia, "kom maar."

De grote koude schaduw omhulde haar en de wereld om haar heen werd donker. Maar meteen daarna zag ze alles met heel andere ogen, ogen die jong en helder waren en niet meer oud en bijziend. En ze had nu geen bril meer nodig om te zien waar ze was. Ze stond voor de hemelpoort en om haar heen stonden allemaal prachtige gedaanten in kleurrijke gewaden. Ze lachten tegen haar.

"Wie zijn jullie?" vroeg juffrouw Ophelia.

"Ken je ons niet meer?" zeiden ze. "Wij zijn de schaduwen die je bij je hebt genomen. Nu zijn we verlost en hoeven we niet meer rond te dwalen."

De hemelpoort ging open en de lichte gedaanten gingen naar binnen, met in hun midden de kleine oude juffrouw Ophelia. Ze namen haar mee naar een prachtig paleis. Dat bleek de mooiste en schitterendste schouwburg te zijn die je je maar kunt voorstellen.

Boven de ingang stond met grote gouden letters:
OPHELIA'S
LICHTSPEL
En daar spelen ze nu voor de engelen de lotgevallen van de mensen in de taal van de grote dichters, die ook de engelen verstaan. En die leren daarvan hoe ellendig en geweldig, hoe treurig en grappig het is om een mens te zijn en op aarde te wonen.

En juffrouw Ophelia fluistert haar spelers de woorden toe, zodat ze niet blijven steken. Er wordt trouwens gezegd dat ook Onze Lieve Heer af en toe komt luisteren. Maar dat weet niemand helemaal zeker.

* * *

Toelichting

Michael Ende (12 november 1929 - 28 augustus 1995) is geboren in Garmisch-Partenkirchen, Duitsland. Hij was de enige zoon van Edgar Ende, een surrealistische schilder, wie het schilderen later verboden werd door de Nazi's.

Op zijn zesde verhuisde hij naar München, waar hij het gymnasium volgde. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog is hij ondergedoken om de dienstplicht te ontduiken. Na de oorlog voltooide hij zijn opleiding en ging studeren aan de kleinkunstacademie. Via verschillende baantjes als acteur, radiopresentator werd Michael Ende uiteindelijk auteur, en schreef proza, toneelstukken, liedjes, filmscripts en kritieken.

Bij het schrijven van kinderboeken was hij terecht gekomen door een vriend, die hem vroeg de tekst te schrijven bij een boek dat de vriend illustreerde. Dit was het eerste kinderboek van Michael Ende: ‘Jim Knoop en Lucas de machinist’ (1960). In 1971 verhuisde hij met zijn vrouw naar Italië, en keerde pas in 1985, na haar dood, terug. In 1989 trouwde hij met de Japanse vertaalster van ‘Het oneindige verhaal’. Hij stierf zes jaar later aan maagkanker.


Bron

"Verhalen en sprookjes op de grens van leven en dood" samengesteld door Bert Voorhoeve. Christofoor, Zeist, 1999. ISBN: 90-6238-637-7


Feest/viering:
Allerzielen
There is only one religion
  maandag 4 november 2013 @ 14:00:40 #136
334494 Dance99Vv
Praise Bastet
pi_132887673
@ Joel 13 , sorry dat ik het moet zeggen maar vele filmpjes die je geplaatst hebt zijn aanroeringen en geen voledige verhalen, wat ik dan eigenlijk niet hier vindt thuishoren, daarnaast zijn een aantal verhalen al voorbijgekomen en zijn dan dubbel.
lijkt nu meer een dumpplaats voor wat op youtube te vinden is , terwijl ik toch van jouw wat beters gewent ben.

Sagen twente is een half verhaal!
spoken in mokum, een toer door oud mokum, geen verhaal!
duivelsrooster borger , verklaring voor het rooster maar geen verhaal!
RTV utrecht , promo voor boek!
Nelle, de heks is een intro maar geen verhaal!
Snap je wat ik bedoel ?

[ Bericht 14% gewijzigd door Dance99Vv op 04-11-2013 14:17:05 ]
There is only one religion
pi_132888204
Tsja, vervelend voor jou dat je dat niet van mij gewend bent...

Elk filmpje is gelinkt aan een volksverhaal of vorm van volksgeloof.
Sagen zijn verhalen gebaseerd op het geloof in het bovennatuurlijke, dus spoken...
Ik verzamel hier al die filmpjes samen, misschien dat iemand hierdoor verder gaat zoeken als iets hem of haar aanspreekt.
Denk dat het weinig kwaad kan, je hoeft de linkjes niet te bekijken hoor.

En met alle respect, we kunnen wel lappen tekst gaan kopiëren, die iedereen ook gewoon op die verhalensites kan vinden. Want de kans is OOK groot dat geen hond dat leest...
pi_132892546
Nou vooruit, omdat ik zo 'fucking lui' ben...

Stem uit het water

In Swalmen lag (of ligt nog) een kasteel, waarvan de naam me niet te binnen schiet (“de Spiek” of “Waterloo”?). Uit een daarlangs stromende beek hoorde men vroeger een geheimzinnig rumoer opstijgen. De plek werd doorgaans ’s avonds door de mensen gemeden. De bewoners van het kasteel vonden het zo angstwekkend, dat ze het kasteel verlieten, en leeg lieten liggen.
Op zekere avond kwam een herdersjongen, die van de prins geen kwaad wist, langs, en hoorde uit het water een stem vragen: “Waar ga je heen?” De knaap antwoordde: “Naar moeder, de sokken laten stoppen.” De stem: “Kom eens even hier, dan krijg je zoveel, dat je nooit geen sokken meer hoeft te laten stoppen, en alles, wat je maar wenst.” De jongen: “Neen, dat doe ik niet. Moeder verwacht mij.” De stem: “Nu dan, wil je echt niet? Dit heb ik nog nooit iemand gepresenteerd. Dit is de laatste kans. Wil je niet, dan zal ik het nooit meer iemand aanbieden.” Er volgde een zware plons, als van iemand, die in het water viel, en het werd stil. Er is sindsdien nooit meer iets gehoord.


De Heggemoeder

De heggemoeder is een bovennatuurlijk wezen uit de Nederlandse folklore.

Volgens sommige bronnen is het een vrouwelijke demon of nachtspook en wordt zij ook wel heksenmoeder genoemd. Zij bewoont dichte hagen of heggen van hazelaarsstruiken. Het wezen veroorzaakt ziekten en kwalen bij mensen. Vooral kraamvrouwen zijn een geliefd slachtoffer. Men kon zich beveiligen tegen de heggemoeder door de kousen aan te houden bij het naar bed gaan, één goed en één omgekeerd, schoenen met de hielen naar het bed te keren en de onderrok binnenste buiten over het ledikant uitspreiden.




De haring in de emmer

Toen de Dollard er nog niet was, stond in de buurt van Termunten een grote boerderij.
Op een dag schepte de boer 's morgens voor zijn koeien water uit de put.
Tot zijn verbazing zag hij een haring in de emmer zwemmen. Hij peinsde zich suf, en kwam tot de slotsom dat de vis onder de grond door in de put terecht moest zijn gekomen. Dat betekende, dat het land door de zee was ondermijnd en bij de eerste de beste najaarsstorm een prooi van de golven zou worden.
De hele zomer liep hij rond met zijn geheim. Het lachen was hem vergaan. Een grauw en een snauw was alles wat hij voor zijn omgeving over had.
De hoeve werd verkocht; de boer verhuisde naar een andere plaats op hogere grond. Maar rust kende hij niet meer. 's Nachts kon hij de slaap niet vatten en overdag zat hij uren in de hof voor zich uit te staren.
Bij de eerste najaarsstorm gebeurde het onvermijdelijke.
Diezelfde stormnacht vond men de boer dood op de deel.




De witte dame van Nemerlaer

Op kasteel Nemerlaer wordt regelmatig een witte dame gesignaleerd. De nevel vormt een zwangere vrouw. Soms is de dame gesluierd. Soms draagt ze haar hoofd onder haar arm of ze heeft helemaal geen hoofd. Maar altijd beweegt ze in de richting van kasteel Nemerlaer. Dat doet de jonkvrouw al eeuwen sinds de kasteelheer haar in drie stukken hakte omdat ze terug wilde naar haar ouders in Frankrijk. De vrouw spookt al eeuwen door de kasteellanen en bij het ven, waar haar lichaamsdelen ooit zijn gedumpt. Eén van de later slotbewoners bouwde op het terrein zelfs een flijnke grafkelder met levensgrote beelden om de geest van de jonge vrouw in te laten rusten. Tevergeefs. De vrouw zoekt nog steeds naar haar moordenaar.
Jonkheer Donatus van de Boogaerde van Terbrugge liet vlak voor zijn dood in 1895 per testament vastleggen dat geen van zijn erfgenamen op Nemerlaer mocht wonen of de inboedel mocht verkopen, totdat de jongste (destijds 12 jaar) 80 jaar werd. Men vermoedde dat Donatus de familie voor het spook wilde behoeden. Nemerlaer bleef hierdoor jarenlang leeg en verlaten. Alleen als de witte dame rondwaarde klonk er nog wat geluid, want dan begon de kasteelklok uit zichzelf te luiden. In 1964 verliep de in het testament vastgestelde termijn. Na een restauratie brak in 1969 brand uit op de zolder, waardoor het kasteel ernstige schade opliep. Tijdens de brand zou op een foto de rusteloze geest te zien zijn. Achter de ramen was een zwangere vrouw zichtbaar.
Het kasteel werd wederom opgeknapt door Anton van Oirschot, zijn vrouw Carole Vos en hun vrienden.
Een paar jaar terug is op het kasteelterrein een schedel gevonden, wellicht van de vrouw.


pi_132893045
Oh wow... Ik ga zsm er eens voor zitten om alle verhalen te lezen dan wel te luisteren :)
pi_132893432
quote:
0s.gif Op maandag 4 november 2013 14:16 schreef Joel13 het volgende:
Tsja, vervelend voor jou dat je dat niet van mij gewend bent...

Elk filmpje is gelinkt aan een volksverhaal of vorm van volksgeloof.
Sagen zijn verhalen gebaseerd op het geloof in het bovennatuurlijke, dus spoken...
Ik verzamel hier al die filmpjes samen, misschien dat iemand hierdoor verder gaat zoeken als iets hem of haar aanspreekt.
Denk dat het weinig kwaad kan, je hoeft de linkjes niet te bekijken hoor.

En met alle respect, we kunnen wel lappen tekst gaan kopiëren, die iedereen ook gewoon op die verhalensites kan vinden. Want de kans is OOK groot dat geen hond dat leest...
Een verslag over een volksverhaal of achtergrondinformatie daarover, hoeft op zich niet verkeerd te zijn, maar een compleet volksverhaal is natuurlijk wel leuker. Het verhaal samen met wat achtergrondinfo zou hardstikke gaaf zijn. :P
pi_132894018
Helaas is er uiteindelijk bitter weinig over dit soort zaken (in Nederland) te vinden op YouTube. Ik denk altijd maar zo, alle beetjes helpen. Als ik bijvoorbeeld een filmpje plaats over "Spoken in Mokum", hoop ik dat dat uitnodigt om eens verder te zoeken naar wat er voor Amsterdamse spookverhalen (= sagen) bestaan. Bezoek die 'ghostwalk' eens of probeer het boekje "Spookhuizen van Amsterdam" te bemachtigen.
pi_132894206
quote:
0s.gif Op maandag 4 november 2013 17:07 schreef Joel13 het volgende:
Helaas is er uiteindelijk bitter weinig over dit soort zaken (in Nederland) te vinden op YouTube. Ik denk altijd maar zo, alle beetjes helpen. Als ik bijvoorbeeld een filmpje plaats over "Spoken in Mokum", hoop ik dat dat uitnodigt om eens verder te zoeken naar wat er voor Amsterdamse spookverhalen (= sagen) bestaan. Bezoek die 'ghostwalk' eens of probeer het boekje "Spookhuizen van Amsterdam" te bemachtigen.
Dat is dan nog wel een aardige insteek.. Heb je het dan over verhalen die moeilijk te vinden zijn? Anders zou je het desbetreffende verhaal er ook gewoon bij kunnen zetten.
pi_132894580
quote:
0s.gif Op maandag 4 november 2013 17:13 schreef Enneacanthus_Obesus het volgende:

[..]

Dat is dan nog wel een aardige insteek.. Heb je het dan over verhalen die moeilijk te vinden zijn? Anders zou je het desbetreffende verhaal er ook gewoon bij kunnen zetten.
Eén van de verhalen vind je terug op pagina 4 onder de titel De schreierstoren (Amsterdam) ;)
pi_132901802
Ok, jouw benadering is idd zo gek nog niet. :)
quote:
0s.gif Op maandag 4 november 2013 17:25 schreef Joel13 het volgende:

[..]

Eén van de verhalen vind je terug op pagina 4 onder de titel De schreierstoren (Amsterdam) ;)
pi_132929182
Kritiek op elkaars bijdragen is idd niet bevorderlijk voor het topic, vooral omdat er natuurlijk niets anders wordt van terugverwijten.
Ik heb het iets opgeschoond, graag verder ontopic en, indien mogelijk, even erbij vermelden aan welk verhaal precies gerefereerd wordt en even checken of het desbetreffende verhaal al voorbij is gekomen.
pi_133380591
Ik kom even off-topic binnenvallen, maar was er niet ooit sprake van een meet? :@
"They are rage. Brutal, without mercy. But you.... You will be worse. Rip and tear, until it is done!"
"Omae wa mou shindeiru."
"All we know is... he's called The Stig!"
  maandag 18 november 2013 @ 17:24:44 #147
241970 R0N1N
Live free or die trying
pi_133380855
quote:
0s.gif Op maandag 18 november 2013 17:15 schreef El_Thijs het volgende:
Ik kom even off-topic binnenvallen, maar was er niet ooit sprake van een meet? :@
:Y 8 Mei 2011 :+
... of bedoel je al die vruchteloze pogingen die daarna zijn gedaan?
The truth may be out there, but the lies are in your head.
pi_133381004
quote:
0s.gif Op maandag 18 november 2013 17:24 schreef R0N1N het volgende:

[..]

:Y 8 Mei 2011 :+
... of bedoel je al die vruchteloze pogingen die daarna zijn gedaan?
Die daarna :P

Volgens mij meen ik ergens gelezen te hebben dat we met een groep op spokenjacht gingen zelfs :)
"They are rage. Brutal, without mercy. But you.... You will be worse. Rip and tear, until it is done!"
"Omae wa mou shindeiru."
"All we know is... he's called The Stig!"
  maandag 18 november 2013 @ 17:34:22 #149
241970 R0N1N
Live free or die trying
pi_133381123
quote:
0s.gif Op maandag 18 november 2013 17:30 schreef El_Thijs het volgende:
Die daarna :P

Volgens mij meen ik ergens gelezen te hebben dat we met een groep op spokenjacht gingen zelfs :)
Kan me ook zo iets herinneren ja.
Meets lopen hier vrijwel altijd vast op het prikken van een datum ...
The truth may be out there, but the lies are in your head.
pi_133381182
quote:
0s.gif Op maandag 18 november 2013 17:34 schreef R0N1N het volgende:

[..]

Kan me ook zo iets herinneren ja.
Meets lopen hier vrijwel altijd vast op het prikken van een datum ...
Dat klinkt erg bekend helaas.

Misschien eens polsen of er animo voor is.
"They are rage. Brutal, without mercy. But you.... You will be worse. Rip and tear, until it is done!"
"Omae wa mou shindeiru."
"All we know is... he's called The Stig!"
abonnement bol.com Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')