dat hoef je niet te vermelden aangezien je ook op het pijltje naast de topictitel kunt klikkenquote:Op dinsdag 22 mei 2012 21:10 schreef Amoeba het volgende:
Vorig topic:
[Bèta wiskunde] Huiswerk- en vragentopic
Thanks, dat wist ik niet. Nu je er toch bent: Ik wil graag weten hoe je die LaTeX code gebruikt, maar die URL werkt niet meer. Is er een handig tooltje om die 'integralen' en formules op te stellen? (Dus in een GUI vorm?)quote:Op dinsdag 22 mei 2012 21:11 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
dat hoef je niet te vermelden aangezien je ook op het pijltje naast de topictitel kunt klikken
En hoe zet ik dan die integraal (van a tot b) op?quote:Op dinsdag 22 mei 2012 21:21 schreef GlowMouse het volgende:
Je kunt de tex-tag gebruiken. Die werkt niet voor tekst, maar wel voor formules:
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Verder:
(substitutie)
Gaan we r uitrekenen:
Dus r is bekend:
Wat moet ik hier nu mee.SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
[ Bericht 26% gewijzigd door Amoeba op 22-05-2012 22:15:43 ]Fervent tegenstander van het korps lasergamers.
quote:Op dinsdag 22 mei 2012 21:56 schreef Amoeba het volgende:
Nou goed, dan gaan we verder met de functie:
Dan krijgen we dus de vergelijking:
Ik had D al uitgerekend, dat was kleiner dan 0. In de spoiler even de toevoeging!SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Verder:
(substitutie)
Gaan we r uitrekenen:
Dus r is bekend:
Wat moet ik hier nu mee.Edit: je vergeet inderdaad met 4 te vermenigvuldigen. Overigens zie je hier gemakkelijk dat x = -2 een oplossing is, dus kun je x3 - 5x - 2 door (x + 2) delen, en dat levert via een staartdeling x2 - 2x - 1 op, zodat de andere twee wortels dus 1 + √2 en 1 - √2 zijn. Controleer maar eens of je dat via de goniometrische methode ook vindt.SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
[ Bericht 9% gewijzigd door Riparius op 22-05-2012 22:45:36 ]
Ik gebruik zelf geen TeX, maar wel Unicode. Veel oude postings op FOK in het wiskunde topic zijn volkomen onleesbaar geworden omdat de server waarop TeX vroeger draaide niet meer werkt. En niemand kan garanderen dat dat niet weer gebeurt.quote:Op dinsdag 22 mei 2012 22:20 schreef Amoeba het volgende:
Er zat wel een foutje in, had niet met vier vermenigvuldigd.
Ach, dan komt er een arccos antwoord uit.
En het ging me niet om het rekenwerk, maar om die [tex] opmaak.
Maargoed, het is begrepen. Ik had alle 3 exacte antwoorden wel getypt, maar die rot TEX kan niet overweg met dat tekentje, en ik had geen zin meer om het aan te passen.
Welk tekentje bedoel je? Met TeX kun je vrijwel alles weergeven.quote:Op dinsdag 22 mei 2012 22:20 schreef Amoeba het volgende:
Er zat wel een foutje in, had niet met vier vermenigvuldigd.
Ach, dan komt er een arccos antwoord uit.
En het ging me niet om het rekenwerk, maar om die [tex] opmaak.
Maargoed, het is begrepen. Ik had alle 3 exacte antwoorden wel getypt, maar die rot TEX kan niet overweg met dat tekentje, en ik had geen zin meer om het aan te passen.
pi in unicode. πquote:Op dinsdag 22 mei 2012 23:19 schreef Riparius het volgende:
[..]
Welk tekentje bedoel je? Met TeX kun je vrijwel alles weergeven.
Ik zie nu overigens dat we via de goniometrische oplossing en de oplossing door te factoriseren tot de conclusie kunnen komen dat:
2∙√(5/3)∙cos((1/3)∙arccos((3/5)∙√(3/5))) = 1 + √2
Lijkt me wel een aardige uitdaging om dit via herleiding te bewijzen ...
Pi is in TeX gewoon \pi: .quote:
Nee hoor.quote:Op dinsdag 22 mei 2012 23:42 schreef Amoeba het volgende:
[..]
pi in unicode. π
knip
Waarom precies deel je door (x+2) Als x=-2 komt er een duivelse breuk uit
Dat blijkt. Heb je tóch nodig, gauw leren dus.quote:En ik beheers geen staartdeling.
Ik snapte er nog steeds geen zak van totdat ik de wiskundige regel zag. Helder. Ik heb m'n best gedaan om het te leren, maar met breuken uitdelen lukt het toch ook?quote:Op woensdag 23 mei 2012 00:06 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee hoor.
[..]
Dat blijkt. Heb je tóch nodig, gauw leren dus.
Als x = -2 een nulpunt is van een polynoom in x, dan is dat polynoom deelbaar door (x + 2). Je hebt:
x3 - 5x - 2 = (x + 2)(x2 - 2x - 1)
Controleer maar door de haakjes uit te werken. De twee andere wortels zijn dus de wortels van de vierkantsvergelijking x2 - 2x - 1 = 0, zijnde 1 + √2 en 1 - √2.
Kennelijk niet of niet zo goed, anders had je meteen gezien dat het klopte.quote:Op woensdag 23 mei 2012 00:13 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ik snapte er nog steeds geen zak van totdat ik de wiskundige regel zag. Helder. Ik heb m'n best gedaan om het te leren, maar met breuken uitdelen lukt het toch ook?
..quote:Op woensdag 23 mei 2012 00:18 schreef Riparius het volgende:
[..]
Kennelijk niet of niet zo goed, anders had je meteen gezien dat het klopte.
Ik had het al door.quote:Op woensdag 23 mei 2012 03:11 schreef VanishedEntity het volgende:
@Amoeba: aangezien Riparius al gezegd had dat x = -2 een oplossing is moet dus gelden dat de kubische vgl te schrijven is als een product van de lineaire factor (x+2) en een kwadratische factor (ax2 + bx + c)
Dus kunnen we gelijk met die (x+2) de polynoomstaartdeling uitwerken.
(x+2) | x3 - 5x - 2
....x2...| x3 + 2x2____-
...........|-2x2 -5x -2
..-2x....| -2x2-4x____-
...........|...........-x -2
...-1....|_____-x -2__-
.............................0
Wat dus uiteindelijk x3 - 5x - 2 = (x + 2)(x2 - 2x - 1) oplevert
In het Duits heet dit een Exponentielle Annäherungskurve, maar in het Nederlands (of in het Engels) is er dacht ik geen specifieke naam voor. Maar ja, in het Duits heeft zo ongeveer alles een naam. Zo is er bijvoorbeeld ook geen goed Engels equivalent voor Drehstreckung, zodat Engelse auteurs dan soms maar de Duitse term gebruiken. In dit laatste geval ligt de Nederlandse vertaling draaistrekking wel voor de hand, maar die term is nooit echt populair geworden.quote:Op donderdag 24 mei 2012 15:31 schreef Dale. het volgende:
Vraagje hoe heet een curve die sterk lijkt op B.V. http://www.wolframalpha.com/input/?i=1-exp%28-x%29+from+0+to+3? Halve s-curve? Of heeft het geen naam?
Oke thanks! Meende te herinneren dat er een woord voor was in het Engelsquote:Op donderdag 24 mei 2012 19:01 schreef Riparius het volgende:
[..]
In het Duits heet dit een Exponentielle Annäherungskurve, maar in het Nederlands (of in het Engels) is er dacht ik geen specifieke naam voor. Maar ja, in het Duits heeft zo ongeveer alles een naam. Zo is er bijvoorbeeld ook geen goed Engels equivalent voor Drehstreckung, zodat Engelse auteurs dan soms maar de Duitse term gebruiken. In dit laatste geval ligt de Nederlandse vertaling draaistrekking wel voor de hand, maar die term is nooit echt populair geworden.
Na een beetje googelen vind ik dat biologen en andere toegepaste wetenschappers wel de term asymptotic exponential curve gebruiken. Wiskundig onzinnig natuurlijk want andere exponentiële curves hebben evengoed een horizontale asymptoot, maar misschien is dat wat je zocht?quote:Op donderdag 24 mei 2012 20:34 schreef Dale. het volgende:
[..]
Oke thanks! Meende te herinneren dat er een woord voor was in het Engels
Lijkt me eenvoudig. Je hebt:quote:Op donderdag 24 mei 2012 23:18 schreef Quyxz_ het volgende:
Toch maar in het gewone wiskundetopic, want daar past het het best denk ik.
Ik heb dit probleem:
[ afbeelding ]
Ik ben al flink bezig geweest met omschrijven, maar ik kom niet uit op de onderste formule voor tau. Ik snap niet waar die pi nou vandaan komt. Iemand die het wel doorheeft?
Dat kan ik doen, maar ik kom dan nog steeds niet uit op die vergelijking voor tau.quote:Op donderdag 24 mei 2012 23:34 schreef Riparius het volgende:
[..]
Lijkt me eenvoudig. Je hebt:
F(x) + k∙x = 0,
dus:
m∙x''(t) + k∙x(t) = 0,
of:
x''(t) = -(k/m)∙x(t)
Dit is een tweede orde lineaire homogene differentiaalvergelijking. Los deze eens op de bekende manier op door te substitueren:
x(t) = C∙eλt
k en m worden als bekend beschouwd (je kan ze dus gewoon in je antwoord laten staan). Los eerst de differentiaalvergelijking eens op, zoals Riparius al suggereerde, en bedenk dan nog eens wat voor punt je precies zoekt.quote:Op vrijdag 25 mei 2012 11:01 schreef Quyxz_ het volgende:
[..]
Dat kan ik doen, maar ik kom dan nog steeds niet uit op die vergelijking voor tau.
En sowieso heb ik dan 4 onbekenden en maar 2 randvoorwaarden.
Ik heb het nu opgelost met een ietwat andere benadering. Geen idee of het geheel correct is, maar ik kom iig wel goed uit. Ik zal zo de berekening plaatsen.quote:Op vrijdag 25 mei 2012 11:31 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
k en m worden als bekend beschouwd (je kan ze dus gewoon in je antwoord laten staan). Los eerst de differentiaalvergelijking eens op, zoals Riparius al suggereerde, en bedenk dan nog eens wat voor punt je precies zoekt.
De oplossing die je uiteindelijk voor je differentiaalvergelijking vindt is goed, namelijk:quote:Op vrijdag 25 mei 2012 11:46 schreef Quyxz_ het volgende:
[..]
Ik heb het nu opgelost met een ietwat andere benadering. Geen idee of het geheel correct is, maar ik kom iig wel goed uit. Ik zal zo de berekening plaatsen.
Edit: Dit is mijn berekening. Wat is er allemaal fout?
[ afbeelding ]
Ik heb niet zoveel verstand van graaftheorie, maar in de definitie van de gerichte cykel wordt nog extra geëist dat alle tussenliggende punten verschillend zijn.quote:Op dinsdag 29 mei 2012 22:56 schreef Physics het volgende:
We hebben nu graaftheorie, maar ik vind die bewijsvragen behoorlijk lastig moet ik zeggen..
Zij D = (V, A) een gerichte graaf, en zij R een gesloten gerichte wandeling in
D. Bevat R een gerichte cykel? Zo ja, geef een bewijs. Zo nee, geef een
tegenvoorbeeld.
Een gerichte wandeling in een gerichte graaf van v0 naar vk is een rij v0,e1,v1,..,ek,vk van punten pijlen z.d.d ei een pijl is van vi-1 naar vi. Als de gerichte wandeling gesloten is dan is v0 gelijk aan vk. Dus R is een rij v0,e1,v1,..ek,v0.
Een gerichte cykel in een gerichte graaf is een gesloten gerichte wandeling waarin alle pijlen en alle punten (behalve begin- en eindpunt) verschillend zijn.
Ik denk zelf dat een gesloten gerichte wandeling R in een gerichte graaf D per definitie een gerichte cykel bevat met lengte kleiner dan of gelijk aan de lengte van R.
Alleen hoe bewijs ik zoiets nou perfect?
Nog bedankt hiervoor trouwens.quote:Op vrijdag 25 mei 2012 15:34 schreef Riparius het volgende:
[..]
De oplossing die je uiteindelijk voor je differentiaalvergelijking vindt is goed, namelijk:
x(t) = cos ωt,
met
ω = √(k/m)
Maar de manier waarop je dat opschrijft is niet correct. Je algemene oplossing is namelijk een lineaire combinatie niet van cos ωt en i∙sin ωt maar van eiωt en e-iωt. Uit
λ2 = -k/m
volgt immers (aangezien m en k positief zijn):
λ = i∙√(k/m) ∨ λ = -i∙√(k/m),
zodat:
x(t) = c1∙ei∙√(k/m)∙t + c2∙e-i∙√(k/m)∙t
de algemene oplossing is van de differentiaalvergelijking. Met behulp van de beginvoorwaarden x(0) = 1 en x'(0) = 0 vind je dan c1 + c2 = 1 en c1 - c2 = 0, zodat c1 = c2 = ½ en we dus krijgen:
x(t) = (ei∙√(k/m)∙t + e-i∙√(k/m)∙t)/2 = cos (√(k/m)∙t)
Hiervoor kunnen we schrijven x(t) = cos ωt met ω = √(k/m) waarbij ω (= 2πf) de cirkelfrequentie wordt genoemd. De periodeduur T (= 1/f) is nu het kleinste positieve getal zodanig dat voor elke t geldt:
x(t + T) = x(t)
Aangezien cos t een periode 2π heeft, heeft x(t) = cos ωt een periode
T = 2π/ω,
immers:
x(t + 2π/ω) = cos(ω(t + 2π/ω)) = cos(ωt + 2π) = cos ωt = x(t)
Verder had je al correct aangegeven dat:
τ = ¼T,
zodat we inderdaad krijgen:
τ = π/2ω
Het is ook een gerichte graaf, dus (1)<---->(2) is dan al niet mogelijk, alleen (1)-->(2) of (1)<--(2). Anders zou de stelling inderdaad niet gelden.quote:Op dinsdag 29 mei 2012 23:18 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ik heb niet zoveel verstand van graaftheorie, maar in de definitie van de gerichte cykel wordt nog extra geëist dat alle tussenliggende punten verschillend zijn.
Als je bijvoorbeeld de volgende graaf pakt:
(1) <--------> (2) <---------> (3)
Dan is R =[1,2,3,2,1] (met de juiste bijbehorende edges) een gesloten gerichte wandeling. Wordt er met 'R bevat een cykel' bedoeld dat er een deelrij is van R dat een een cykel vormt?
In dit geval is [1,2,1] een cykel bevat in R.
Het volgt in ieder geval niet direct uit de definitie.
Nee, in een gerichte graaf, heeft elke lijn tussen twee punten één richting. Als dat niet geld dan kan je een wandeling maken die heen en terug loopt tussen twee punten, dat is geen cykel.. (kan je met tegenvoorbeeld precies laten zien)quote:Op dinsdag 29 mei 2012 23:59 schreef thenxero het volgende:
In een gerichte graaf mogen pijlen toch gewoon 2 kanten op getekend worden?
En waarom geldt de stelling dan niet?
Ja maar je kan toch een lijn van a naar b tekenen en ook van b naar a? Anders hanteer je wel een aparte definitie van gerichte graaf. Je krijgt dan inderdaad wandelingen die geen cykel zijn.quote:Op woensdag 30 mei 2012 00:23 schreef Physics het volgende:
[..]
Nee, in een gerichte graaf, heeft elke lijn tussen twee punten één richting. Als dat niet geld dan kan je een wandeling maken die heen en terug loopt tussen twee punten, dat is geen cykel.. (kan je met tegenvoorbeeld precies laten zien)
Wat ik zelf nu heb:
Zij R een gerichte wandeling v_0,v_1,...,_v_n dan zijn er gehele getallen i,k met i<k zodanig dat v_i=v_k. k is dan het kleinste geheel getal waarvoor dit geldt, dus k is de eerste v_k waarvoor v_i=v_k. Hieruit ontstaat dan de deelgraaf v_i,_v_i+1,...,v_k, dit is een gerichte cykel.
Ja klopt, hij moet wel gesloten zijn! Was ik even vergeten te typen .quote:Op woensdag 30 mei 2012 00:33 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ja maar je kan toch een lijn van a naar b tekenen en ook van b naar a? Anders hanteer je wel een aparte definitie van gerichte graaf. Je krijgt dan inderdaad wandelingen die geen cykel zijn.
R moet wel gesloten zijn natuurlijk.
Dus of dit correct is hangt volledig af van je definitie van gerichte grafen... controleer dat maar eens in je boek.
Dus hier zeggen dat ze een richting aanwijzen van de pijl, dus normaliter zijn (x,y) en (y,x) toegestaan, hier is alleen (x,y) of (y,x), afhankelijk van de richting.quote:An orientation of a simple undirected graph is obtained by assigning a direction to each edge
Grafen waar je wel twee kanten op kan zijn "undirected" ofwel gewone grafen. Directed is een extra eigenschap die je aan de lijnen/edges toevoegt.quote:Op woensdag 30 mei 2012 00:43 schreef thenxero het volgende:
Waar zie je staan dat je niet (x,y) en (y,x) mag hebben als edges?
Of hoe noem je grafen waar je dan wel twee kanten op kan?
Kaliumsulfide, ijzer(III)nitride en tin(tetra/IV)jodide?quote:Op woensdag 30 mei 2012 18:25 schreef Wicky15 het volgende:
Weet ook iemand wat de naam is van K2S, FeN en SnI4?
Zat inderdaad verkeerd, sorry!quote:Op woensdag 30 mei 2012 18:54 schreef Don_Vanelli het volgende:
@wicky, dit is wiskunde he? Over de namen van de stoffen: kijk wat Fe is en wat N is. Staat allemaal keurig in de binas
Bedankt!quote:Op woensdag 30 mei 2012 19:13 schreef zoem het volgende:
[..]
Kaliumsulfide, ijzernitride en tin(tetra/IV)jodide?
Ik ben tegen het gebruik van de term conflictlijn (zie ook hier) omdat het een term is waarbij allerlei verschillende meetkundige begrippen op één hoop worden gegooid, wat het inzicht niet ten goede komt en daarmee didactisch helemaal fout is. De term wordt kennelijk ook alleen maar in Nederland gehanteerd (hoe typisch). Maar afgezien daarvan is je vraagstelling onduidelijk. Probeer een plaatje te maken dat je vraagstelling illustreert.quote:Op vrijdag 1 juni 2012 16:40 schreef Aardappel2610 het volgende:
Ik heb een vraag over conflictlijnen. Als je twee hoeken hebt die dezelfde kant op staan (dus: < <), is dan de middelloodlijn die op de bissectrice van de buitenste hoek ligt de conflictlijn? (Ik weet niet of het nou goed beschrijf, maar ik denk het wel...)
En zulke grafen dan?quote:Op woensdag 30 mei 2012 00:46 schreef Physics het volgende:
[..]
Grafen waar je wel twee kanten op kan zijn "undirected" ofwel gewone grafen. Directed is een extra eigenschap die je aan de lijnen/edges toevoegt.
In het Engels is er ook een woord voorquote:Op vrijdag 1 juni 2012 17:14 schreef Riparius het volgende:
[..]
De term wordt kennelijk ook alleen maar in Nederland gehanteerd (hoe typisch).
Nee, locus is de Engelse term voor wat vooral vroeger in het Nederlands een meetkundige plaats werd genoemd. Dat is een begrip uit de klassieke Euclidische meetkunde, in tegenstelling tot het modebegrip conflictlijn. Een ellips of een hyperbool bijvoorbeeld wordt als een meetkundige plaats gedefinieerd, niet als een conflictlijn. Het hele begrip conflictlijn is overbodig en schept alleen maar verwarring.quote:Op vrijdag 1 juni 2012 17:55 schreef twaalf het volgende:
[..]
In het Engels is er ook een woord voor
http://en.wikipedia.org/wiki/Locus_(mathematics)
Die heb ik nog ziet langskomen eigenlijk, volgens mij is dat niet gedefinieerd (maar durf ik niet met zekerheid te zeggen)?quote:Op vrijdag 1 juni 2012 17:30 schreef thenxero het volgende:
[..]
En zulke grafen dan?
(1) < --- > (2) ---> (3)
Omdat een ellips en een hyperbool niet worden gedefinieerd als een verzameling punten met gelijke afstanden tot twee andere punten of puntverzamelingen. Hetzelfde geldt uiteraard voor de cirkel.quote:Op vrijdag 1 juni 2012 18:26 schreef twaalf het volgende:
In het bericht waar je naar verwees staat dat een parabool wel een conflictlijn is. Waarom kun je hyperbool en ellips dan geen conflictlijn noemen?
Hihihi jij volgt het vak numerieke analyse op de TU/equote:Op donderdag 24 mei 2012 23:18 schreef Quyxz_ het volgende:
Toch maar in het gewone wiskundetopic, want daar past het het best denk ik.
Ik heb dit probleem:
[ afbeelding ]
Ik ben al flink bezig geweest met omschrijven, maar ik kom niet uit op de onderste formule voor tau. Ik snap niet waar die pi nou vandaan komt. Iemand die het wel doorheeft?
Dit is gecompliceerder dan je denkt. Aangenomen dat de beide hoeken recht zijn en de afstand van elk van de benen van hoek 1 tot de parallelle benen van hoek 2 gelijk is, is je conflictlijn binnen het vierkant dat wordt gevormd door de hoekpunten van beide hoeken en de voetpunten van de loodlijnen van het hoekpunt van hoek 1 op de benen van hoek 2 geen recht lijnstuk maar een paraboolsegment.quote:Op vrijdag 1 juni 2012 18:31 schreef Aardappel2610 het volgende:
[ afbeelding ]
Het gaat om de ruimte tussen 1 en 2.
Nee, er is niets onlogisch aan. Zodra je binnen het genoemde vierkant zit, geldt dat de minimale afstand tot hoek 1 altijd gelijk is aan de afstand tot het hoekpunt van hoek 1, immers alle andere punten op de beide benen van hoek 1 liggen dan verder weg. Voor de minimale afstand tot hoek 2 geldt binnen het genoemde vierkant dat je de lengte van de kortste van de twee loodlijnen op elk van de benen van hoek 2 moet nemen als 'de' kortste afstand tot hoek 2.quote:Op vrijdag 1 juni 2012 19:07 schreef Aardappel2610 het volgende:
Ik vermoedde al dat er iets met een parabool gedaan moest worden... Maar ergens lijkt dat heel onlogisch.
Nee. Ik begrijp trouwens niet wat je hiermee precies bedoelt. Je moet de definitie van de conflictlijn hanteren. Maar zoals je zelf ziet leidt dat al gauw tot verwarringen.quote:Ik heb het nu even uitgetekend en het resultaat is een kromme lijn in het hoekpunt. Als ik het goed begrijp moet zo'n hoek dus behandeld worden als een punt, i.p.v. twee lijnen die elkaar raken?
Wel.quote:Op vrijdag 1 juni 2012 18:37 schreef Riparius het volgende:
[..]
Omdat een ellips en een hyperbool niet worden gedefinieerd als een verzameling punten met gelijke afstanden tot twee andere punten of puntverzamelingen.
Ken je de definities van een een ellips of een hyperbool als meetkundige plaats aan de hand van twee brandpunten F1 en F2 of aan de hand van één brandpunt F en een richtlijn d (directrix) wel?quote:
De verzameling van alle punten met gelijke afstand tot een vast punt en een vaste cirkel heet een ellips als het punt binnen de cirkel ligt en een hyperbool als het punt buiten de cirkel ligt. In die zin zie ik niet waarom ellips en hyperbool geen conflictlijnen zijn en de parabool wel. Ik ken ook de definitie met brandpunten, maar die doet er hier niet toe.quote:Op vrijdag 1 juni 2012 20:26 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ken je de definities van een een ellips of een hyperbool als meetkundige plaats aan de hand van twee brandpunten F1 en F2 of aan de hand van één brandpunt F en een richtlijn d (directrix) wel?
Ja, zo kunnen ellips en hyperbool conflictlijnen zijn, maar zo worden ze niet gedefinieerd.quote:Op vrijdag 1 juni 2012 20:32 schreef twaalf het volgende:
[..]
De verzameling van alle punten met gelijke afstand tot een vast punt en een vaste cirkel heet een ellips als het punt binnen de cirkel ligt en een hyperbool als het punt buiten de cirkel ligt. In die zin zie ik niet waarom ellips en hyperbool geen conflictlijnen zijn en de parabool wel. Ik ken ook de definitie met brandpunten, maar die doet er hier niet toe.
Nee, er is niets zwaks aan mijn argumenten. Het lijkt erop alsof jij geen scherp onderscheid wenst te maken tussen definities en stellingen, terwijl dat onderscheid toch wezenlijk is voor de gehele wiskunde.quote:Op vrijdag 1 juni 2012 22:24 schreef twaalf het volgende:
Zwak argument, linksom of rechtsom is het een conflictlijn.
Ik zie het probleem niet.quote:De conflictlijn E van een punt P en de cirkel K heet een ellips
Ja, ik begrijp dat dat kan, als je twee equivalente definities A en B hebt dan kun je A of B kiezen als 'de' definitie, en de andere definitie tot een stelling maken door de equivalentie te bewijzen. Dick Klingens zit een beetje te schipperen in het PDFje waarnaar ik hierboven link, want hij zegt eerst (p. 6) "De conflictlijn E van het punt P en de cirkel K heet ellips" (mijn cursivering, Riparius), waarmee hij dus een definitie suggereert, maar even later geeft hij dan de bekende definitie van de ellips als meetkundige plaats van de punten waarvan de som van de afstanden tot twee vaste punten constant is. Maar goed, Klingens zit een beetje tussen twee vuren in als docent van de oude stempel en als lid van adviescommissies voor de vernieuwing van het wiskunde-onderwijs en dat verklaart wel waarom hij het zo doet.quote:Op zondag 3 juni 2012 17:26 schreef thenxero het volgende:
Twaalf bedoelt denk ik dat je een ellips kan definiëren als de conflictlijn tussen een punt en een cirkel als het punt in de cirkel ligt. Met die definitie werkte ik ook op de middelbare school.
En als je het even kwijt bent, kan je altijd een gelijkzijdige driehoek (voor de sinus en cosinus van 60 graden, of π/3 radialen) of een half vierkant dat is afgesneden via de diagonaal (voor de sinus en cosinus van 45 graden of π/2).quote:Op maandag 4 juni 2012 17:20 schreef Quyxz_ het volgende:
Middelbare school denk ik?
[ afbeelding ]
Dat riedeltje moesten wij uit ons hoofd leren. Is makkelijk te onthouden en als je een globaal beeld hebt hoe een (co)sinus eruit ziet al helemaal.
Je kunt dit eenvoudig meetkundig beredeneren. Teken een gelijkzijdige driehoek ABC, de hoeken van deze driehoek zijn dan elk 60 graden. Teken vanuit (bijvoorbeeld) hoekpunt C een hoogtelijn, het voetpunt D van deze hoogtelijn is dan het midden van zijde AB. Nu is driehoek ACD rechthoekig, en aangezien D het midden is van AB en dus AD = ½∙AB en ook AB = AC hebben we dus:quote:Op maandag 4 juni 2012 17:15 schreef Quir het volgende:
Snelle vraag,
sin (2/3) pi
Omdat mijn rekenmachinetje geen radialen pikt maar graden,
(2/3) * 180 = 120
sin 120 = 0,87
Het boek geeft het antwoord (1/2) * sqrt(3)
Ik zie dat het hetzelfde is, maar hoe komen zij daar?
Heel eenvoudig: als je een rechthoekige driehoek hebt met een hoek van 60 graden, dan is de andere scherpe hoek 30 graden. En uiteraard is de cosinus van een hoek de sinus van het complement, daarom heet het ook een cosinus (als afkorting van complementi sinus).quote:Op maandag 4 juni 2012 17:34 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
En als je het even kwijt bent, kan je altijd een gelijkzijdige driehoek (voor de sinus en cosinus van 60 graden, of π/3 radialen) of een half vierkant dat is afgesneden via de diagonaal (voor de sinus en cosinus van 45 graden of π/2).
Helaas weet ik niet zo snel een driehoek waarmee je de sinus en cosinus van π/6 kan vinden.
Basisboek Wiskunde, dus, in principe, ja.quote:Op maandag 4 juni 2012 17:20 schreef Quyxz_ het volgende:
Middelbare school denk ik?
[ afbeelding ]
Dat riedeltje moesten wij uit ons hoofd leren. Is makkelijk te onthouden en als je een globaal beeld hebt hoe een (co)sinus eruit ziet al helemaal.
Voor ik het vergeet, dit was wat ik moest hebben, dus.quote:Op maandag 4 juni 2012 18:06 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je kunt dit eenvoudig meetkundig beredeneren. Teken een gelijkzijdige driehoek ABC, de hoeken van deze driehoek zijn dan elk 60 graden. Teken vanuit (bijvoorbeeld) hoekpunt C een hoogtelijn, het voetpunt D van deze hoogtelijn is dan het midden van zijde AB. Nu is driehoek ACD rechthoekig, en aangezien D het midden is van AB en dus AD = ½∙AB en ook AB = AC hebben we dus:
AD = ½∙AC
En volgens Pythagoras hebben we ook:
AC2 = AD2 + CD2
En dus:
CD2 = AC2 - AD2 = AC2 - (½∙AC)2 = AC2 - ¼∙AC2 = ¾∙AC2
En dus:
CD = √(¾)∙AC = ½√3∙AC
Nu is in een rechthoekige driehoek de sinus van een scherpe hoek de verhouding tussen de overstaande rechthoekszijde en de schuine zijde, dus hebben we:
sin 60° = sin ∠DAC = CD : AC = ½√3∙AC : AC = ½√3
En aangezien supplementaire hoeken dezelfde sinus hebben, hebben we dus ook
sin 120° = sin(180° - 60°) = sin 60° = ½√3
Hoe bedoel je moeilijker? Je hebt (½)2 + (½∙√3)2 = 1.quote:Op maandag 4 juni 2012 18:54 schreef Quir het volgende:
Ik begrijp dit alles, maar was meer uit naar een effectieve manier om zonder rekenmachine te berekenen. Ik heb pythagoras gebruikt, logischerwijs, maar op een iets andere manier.
cos² [a] + sin² [a] = 1
Eenheidscirkel naar concept
x² + y² = 1
Levert getallen op die moeilijker zijn om mee te rekenen.
Logica k*tquote:Op maandag 4 juni 2012 19:03 schreef twaalf het volgende:
Natuurlijk, punt is een cirkel met straal 0 immers.
Beiden zijn dan nog niet bekend, wat maaktquote:Op maandag 4 juni 2012 19:05 schreef Riparius het volgende:
[..]
Hoe bedoel je moeilijker? Je hebt (½)2 + (½∙√3)2 = 1.
Het wordt pas lastig als je bijvoorbeeld wil afleiden dat sin 18° = ¼(√5 - 1).
Dit wordt allemaal duidelijk als je het PDF bestand van Dick Klingens waarnaar ik hierboven verwijs bestudeert. Hij bespreekt ook de conflictlijn van twee cirkels.quote:Op maandag 4 juni 2012 19:01 schreef Amoeba het volgende:
Riparius, nu je er toch bent.
Ik had vandaag wiskunde, zoals een echte baas, en ik was wat mee aan het lezen bij de discussie over conflictlijnen (ellips).
Nu zei mijn wiskundedocent dat een ellips juist de conflictlijn (stelling / definitie doet er in deze vraag even niet toe) is van een cirkel binnen een grotere cirkel. Door middel van een cirkel met straal r1 + r2 te tekenen kreeg je dus een "somcirkel". Aan de hand van deze cirkel was het mogelijk om de ellips te construeren (en te bewijzen, aangezien de afstand van beide brandpunten N en M tot de ellips opgeteld een constante vormen, namelijk de straal van de "somcirkel").
Maar is dan de conflictlijn van een punt binnen een cirkel ook een ellips, en zoja, hoe construeer ik deze?
Misschien moet je een niet-complex voorbeeld bedenken als je dan toch leuk wilt zijn..quote:Op maandag 4 juni 2012 19:12 schreef Quir het volgende:
[..]
Beiden zijn dan nog niet bekend, wat maakt
cos [a] = √( 1 - (4/9) * pi² )
quote:Op maandag 4 juni 2012 19:13 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dit wordt allemaal duidelijk als je het PDF bestand van Dick Klingens waarnaar ik hierboven verwijs bestudeert. Hij bespreekt ook de conflictlijn van twee cirkels.
Overigens, als je toe bent aan een nieuwe uitdaging, dan heb ik nog wel een (algebra)opgave voor je uit de oude doos. Eentje die goede H.B.S. B en Gymnasium β leerlingen uit de hogere klassen ruim een halve eeuw geleden nog konden oplossen.
Ik denk dat je een beetje in de war bent ...quote:Op maandag 4 juni 2012 19:12 schreef Quir het volgende:
[..]
Beiden zijn dan nog niet bekend, wat maakt
cos [a] = √( 1 - (4/9) * pi² )
Nog even over die conflictlijnen: die zijn geïntroduceerd door het Freudenthalinstituut. Op hun website kun je wel wat concept leerstofmodules inzien (link: 1 2). Ik ben er zelf niet enthousiast over, maar dat was denk ik al duidelijk.quote:Op maandag 4 juni 2012 19:17 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Kom maar op. Ik was vandaag nog op zoek naar de oude vwo wiskunde B1,2 boeken (Boek 6 boeide me, daarin stonden de betreffende conflictlijnen beschreven.)
Dat klopt. Want dat geeft een negatief getal. Daar kom ik nog op terug.quote:Op maandag 4 juni 2012 19:17 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik denk dat je een beetje in de war bent ...
Wat heb je dan liever? Dat mensen het kegelsneden gaan noemen en vervolgens nooit weten waar het voor dient?quote:Op maandag 4 juni 2012 19:23 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nog even over die conflictlijnen: die zijn geïntroduceerd door het Freudenthalinstituut. Op hun website kun je wel wat concept leerstofmodules inzien (link: 1 2). Ik ben er zelf niet enthousiast over, maar dat was denk ik al duidelijk.
Het is dat ik de methode ken om eenvoudige identiteiten te vinden voor Sin(nx), anders zou het inderdaad een hell of a job zijn.quote:Op maandag 4 juni 2012 19:05 schreef Riparius het volgende:
[..]
Hoe bedoel je moeilijker? Je hebt (½)2 + (½∙√3)2 = 1.
Het wordt pas lastig als je bijvoorbeeld wil afleiden dat sin 18° = ¼(√5 - 1).
Goed. Bedenk dat er destijds nog geen elektronische rekenhulpmiddelen beschikbaar waren. Het is dus mogelijk - en ook de bedoeling - de volgende opgave uitsluitend met gebruikmaking van pen en papier op te lossen. Als je een oplossing post, laat dan ook zien hoe je aan je oplossing bent gekomen. Hier is de opgave:quote:
Het hele woord kegelsnede komt in de conceptmodules van het Freudenthalinstituut niet voor en dat is om te beginnen al een grote misser, zeker omdat ze Apollonius wél noemen. Als leerlingen dan een vervolgopleiding gaan doen en ze lezen in een engels boek de term conic sections, dat zou het dus zo maar kunnen dat ze niet eens begrijpen waar het over gaat. Overigens komt in de Nederlandse versie van Cabri waar de samenstellers nogal mee dwepen dan weer wel het woord kegelsneden voor.quote:Op maandag 4 juni 2012 19:26 schreef twaalf het volgende:
[..]
Wat heb je dan liever? Dat mensen het kegelsneden gaan noemen en vervolgens nooit weten waar het voor dient?
Tuurlijk mag je voor jezelf een tekening maken, is ook aanbevolen. Maar zoals gezegd, gevraagd wordt een exact antwoord.quote:Op maandag 4 juni 2012 19:31 schreef Amoeba het volgende:
Begrepen!
Geen passer & geodriehoek/liniaal?
Gewoon een assenstelsel getekend, met een geodriehoek beetje uitgemeten. En nu de voorwaarden en vergelijkingen opstellen, en dan zien waar het schip strandt. Ik heb al een klein ideetje.quote:Op maandag 4 juni 2012 19:40 schreef Riparius het volgende:
[..]
Tuurlijk mag je voor jezelf een tekening maken, is ook aanbevolen. Maar zoals gezegd, gevraagd wordt een exact antwoord.
Ach, ik kan 't niet meer terugvinden in m'n kladderschrift. Zal wel hebben lopen spiegelen.quote:Op maandag 4 juni 2012 19:24 schreef Quir het volgende:
[..]
Dat klopt. Want dat geeft een negatief getal. Daar kom ik nog op terug.
Toch niet weer een derde/vierdegraadspolynoom die je mag oplossen?quote:Op maandag 4 juni 2012 19:29 schreef Riparius het volgende:
[..]
Goed. Bedenk dat er destijds nog geen elektronische rekenhulpmiddelen beschikbaar waren. Het is dus mogelijk - en ook de bedoeling - de volgende opgave uitsluitend met gebruikmaking van pen en papier op te lossen. Als je een oplossing post, laat dan ook zien hoe je aan je oplossing bent gekomen. Hier is de opgave:
In een plat vlak met een cartesisch assenstelsel ligt een rechte lijn die door het punt (1;1) gaat. Deze lijn snijdt de positieve x-as en de positieve y-as. De onderlinge afstand van de snijpunten bedraagt 4 eenheden en het snijpunt met de x-as ligt dichter bij de oorsprong dan het snijpunt met de y-as. Bereken de exacte coördinaten van de snijpunten van de lijn met de beide assen.
Het komt neer op het snijpunt bepalen van een cirkel en een hyperbool. Altijd leuk ja..quote:Op maandag 4 juni 2012 20:04 schreef thenxero het volgende:
[..]
Toch niet weer een derde/vierdegraadspolynoom die je mag oplossen?
Ja, je moet het stelselquote:Op maandag 4 juni 2012 20:07 schreef Don_Vanelli het volgende:
[..]
Het komt neer op het snijpunt bepalen van een cirkel en een hyperbool. Altijd leuk ja..
Hah, ik had het even snel uit mijn hoofd opschreven, stom dat ik het niet zag.quote:Op maandag 4 juni 2012 18:12 schreef Riparius het volgende:
[..]
Heel eenvoudig: als je een rechthoekige driehoek hebt met een hoek van 60 graden, dan is de andere scherpe hoek 30 graden. En uiteraard is de cosinus van een hoek de sinus van het complement, daarom heet het ook een cosinus (als afkorting van complementi sinus).
Hoe kom je bij die a=b/(b-1)? Ik weet niets over hyperbolen verder.quote:Op maandag 4 juni 2012 20:19 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ja, je moet het stelsel
a^2+b^2 = 16
a=b/(b-1)
oplossen.
Ik noem de gezochte x-coördinaat a, en de gezochte y-coördinaat b. Dan geldt dat ab/2 de oppervlakte is van de driehoek ingesloten door de x en y as en de gezochte lijn. Maar de oppervlakte is ook op een andere manier uit te drukken, namelijk: (a-1)(b-1)/2 + 1.quote:Op maandag 4 juni 2012 20:26 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Hoe kom je bij die a=b/(b-1)? Ik weet niets over hyperbolen verder.
Kun je dit toelichten?quote:Op maandag 4 juni 2012 20:29 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ik noem de gezochte x-coördinaat a, en de gezochte y-coördinaat b. Dan geldt dat ab/2 de oppervlakte is van de driehoek ingesloten door de x en y as en de gezochte lijn. Maar de oppervlakte is ook op een andere manier uit te drukken, namelijk: (a-1)(b-1)/2 + 1.
Dus (a-1)(b-1)/2 + 1 = ab/2. En dan oplossen voor a geeft a=b/(b-1).
Wacht, dat is onzin. Ik heb wat gegoocheld maar ik probeer nu te achterhalen wat ik deed.quote:
Dat is inderdaad het idee, maar mijn algebra klopt niet.quote:Op maandag 4 juni 2012 20:37 schreef twaalf het volgende:
Gewoon de driehoek splitsen in een vierkant en twee kleine driehoeken.
En dit geeftquote:
Je laatste regel klopt niet.quote:Op maandag 4 juni 2012 20:43 schreef Unsub het volgende:
[..]
En dit geeft
(a+b)/2 = ab/2
a+b = ab
b/a=b
Crap, ik kan niet meer helder denken
Dit gaat iig nergens heen.
Die hebben we dus nu:quote:Op maandag 4 juni 2012 20:45 schreef twaalf het volgende:
Het lijkt me dat het maken van de juiste vierdegraadsvergelijking niet het grootste probleem is.
Stel f(x) = g(x) en los op voor x met behulp van de abc-formule.quote:Op maandag 4 juni 2012 20:53 schreef KennyMcormick het volgende:
Ik heb morgen een proefwerk. Alleen ik snap niks van de discriminant.
Ik heb een som waar ik maar niet uit kan komen :S
f (x) = 2x² -4x & g(x) = x + 10.
En dan moet je ook nog afleiden of die de lijn snijdt, raakt of geen gemeenschappelijk punt heeft.
Wie o wie kan me helpen?
Alvast bedankt
De discriminant is inderdaad 105. Laat maar zien hoe jij het berekent.quote:Op maandag 4 juni 2012 20:55 schreef KennyMcormick het volgende:
thenxero.
ik heb het uitgerekend en kom op 55 uit maar in het antwoordenboekje staat 105.
Sorry. b = (-1-√17 +/- √(14-2√17))/2quote:Op maandag 4 juni 2012 21:04 schreef thenxero het volgende:
Amoeba, heb je b al berekend van het Riparius probleem?
b = (1+√17 +/- √(14-2√17))/2 krijg ik.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:07 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Sorry. b = (-1-√17 +/- √(14-2√17))/2
ofzo?
-bx, mijn excuses. Je hebt gelijk.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:13 schreef thenxero het volgende:
[..]
b = (1+√17 +/- √(14-2√17))/2 krijg ik.
Volgens mij hebben we dan
b = (1+√17 + √(14-2√17))/2
a = (1+√17 - √(14-2√17))/2
(want het probleem is symmetrisch in a en b en het was gegeven dat a<b)
Numeriek lijkt het ook allemaal te kloppen zo in wolfram alpha. Volgens mij is dit hem dus. Leuk probleempje.quote:
Waar ellipsen een mens wel niet toe brengen.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:19 schreef thenxero het volgende:
[..]
Numeriek lijkt het ook allemaal te kloppen zo in wolfram alpha. Volgens mij is dit hem dus. Leuk probleempje.
Haha. Nu is het eigenlijk mijn beurt om eens een leuk probleempje te posten.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:20 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Waar ellipsen een mens wel niet toe brengen.
En dat is volkomen correct, waarbij dus A(a;0) het snijpunt is met de x-as en B(0;b) het snijpunt met de y-as.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:13 schreef thenxero het volgende:
[..]
b = (1+√17 +/- √(14-2√17))/2 krijg ik.
Volgens mij hebben we dan
b = (1+√17 + √(14-2√17))/2
a = (1+√17 - √(14-2√17))/2
(want het probleem is symmetrisch in a en b en het was gegeven dat a<b)
Ik zag jou er nog wel voor aan om een opgave te geven waarbij je een vierdegraadsvergelijking moet oplossen, gezien je vorige opgave .quote:Op maandag 4 juni 2012 21:21 schreef Riparius het volgende:
[..]
En dat is volkomen correct, waarbij dus A(a;0) het snijpunt is met de x-as en B(0;b) het snijpunt met de y-as.
Prima gedaan, de clou is natuurlijk om niet te verzanden in een vierdegraadsvergelijking die je niet gemakkelijk op kunt lossen.
Noem je dit wel gemakkelijk dan.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:21 schreef Riparius het volgende:
[..]
En dat is volkomen correct, waarbij dus A(a;0) het snijpunt is met de x-as en B(0;b) het snijpunt met de y-as.
Prima gedaan, de clou is natuurlijk om niet te verzanden in een vierdegraadsvergelijking die je niet gemakkelijk op kunt lossen.
Die vorige opgave was bijzonder pittig inderdaad. Kopbrekens, tot middenin de nacht.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:23 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ik zag jou er nog wel voor aan om een opgave te geven waarbij je een vierdegraadsvergelijking moet oplossen, gezien je vorige opgave .
Vanuit het perspectief van een wiskundige is dit natuurlijk de meest elementaire wiskunde die er bestaat.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:23 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Noem je dit wel gemakkelijk dan.
Ik wed dat 90% van alle havo leerlingen hier de steek zouden laten vallen zodra je NOG een keer met de ABC formule aan de haal moet wanneer er al zo'n harde vergelijking x = 1+√17 staat.
Geweldig.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:24 schreef thenxero het volgende:
[..]
Vanuit het perspectief van een wiskundige is dit natuurlijk de meest elementaire wiskunde die er bestaat.
Dit riekt naar een vorm van statistiek/kansrekening (Aldus behandeld in wiskunde D) ofzo.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:28 schreef thenxero het volgende:
Amoeba en andere liefhebbers, aanschouw het volgende probleem.
Bepaal het aantal getallen tussen de 1000 en de 9999, zodat alle vier cijfers verschillen en ongelijk aan nul zijn.
Het heeft niks met kansrekening te maken, het is elementaire combinatoriek. Veel middelbare scholieren halen dat door elkaar .quote:Op maandag 4 juni 2012 21:30 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Dit riekt naar een vorm van kansrekening ofzo.
quote:Bepaal het aantal oneven getallen tussen de 1000 en de 9999, zodat alle vier cijfers verschillen en ongelijk aan nul zijn.
Eerste getal heeft negen mogelijkheden toch? Dan kom je op 9*8*7*6=3024 getallen. Maar dan moet je nog ergens iets doen om te corrigeren voor dubbeltellen volgens mij...quote:Op maandag 4 juni 2012 21:36 schreef Amoeba het volgende:
Eerste getal is 8
Tweede 7
derde 6
vierde 4
8*7*6*5
En dan nog een nCr ertussen ofzoiets. Goor hoofdstuk
Ohja, de 1 verwarde me. 9*8*7*5 (laatste getal moet dus oneven zijn)quote:Op maandag 4 juni 2012 21:39 schreef M.rak het volgende:
[..]
Eerste getal heeft negen mogelijkheden toch? Dan kom je op 9*8*7*6=3024 getallen. Maar dan moet je nog ergens iets doen om te corrigeren voor dubbeltellen volgens mij...
Fout.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:40 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ohja, de 1 verwarde me. 9*8*7*5 (laatste getal moet dus oneven zijn)
Ik tel de 9 en de 7 erbij, nu raak ik in de war.quote:
Misschien is het wel aardig om iets over de achtergronden van het vraagstuk te vertellen, want er zijn natuurlijk meerdere manieren om het op te lossen.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:23 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Noem je dit wel gemakkelijk dan.
Ik wed dat 90% van alle havo leerlingen hier de steek zouden laten vallen zodra je NOG een keer met de ABC formule aan de haal moet wanneer er al zo'n harde vergelijking x = 1+√17 staat.
Ik zit me af te vragen of het niet gewoon 9*8*7*6*(5/9)is, maar dit lijkt me té makkelijk..quote:
Daar staat dus eigenlijk 8*7*6*5. Dat is het goede antwoord. Probeer het maar eens te beredeneren.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:49 schreef Unsub het volgende:
[..]
Ik zit me af te vragen of het niet gewoon 9*8*7*6*(5/9)is, maar dit lijkt me té makkelijk..
Deze meneer in artikel 2 stelt dat elke 'haast symmetrische vergelijking' (bij wijze van de rangschikking van coëfficiënten) met behulp van een substitutie valt te reduceren tot een kwadratische aangelegenheid. Hoe kom ik erachter (of beredeneer) wat deze substitutie is? Of is dit altijd x + 1/x?quote:Op maandag 4 juni 2012 21:43 schreef Riparius het volgende:
[..]
knip
Varianten van dit probleem staan ook bekend als het zogeheten ladderprobleem, zie bijvoorbeeld hier (waar de auteur duidelijk de theorie van de wederkerige vergelijkingen niet kent) en hier.
Oh jaquote:Op maandag 4 juni 2012 21:55 schreef thenxero het volgende:
[..]
Daar staat dus eigenlijk 8*7*6*5. Dat is het goede antwoord. Probeer het maar eens te beredeneren.
Als je eruit bent kunnen we het een stapje moeilijker maken:
Bepaal het aantal oneven getallen tussen de 1000 en 9999 zodat alle vier cijfers verschillen (en wel de waarde 0 aan mogen nemen).
Succes
Dat is inderdaad een standaard substitutie. Het is ook vrij gemakkelijk in te zien waarom dat zo is. Bij een wederkerige vergelijking van even graad kun je de wortels verdelen in paren α, 1/α, β, 1/β enz. waarvan het product steeds één is. Hebben we een wederkerig polynoom P(x) van even graad waarvan α en 1/α twee nulpunten zijn, dan bevat P(x) dus een factorquote:Op maandag 4 juni 2012 22:04 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Deze meneer in artikel 2 stelt dat elke 'haast symmetrische vergelijking' (bij wijze van de rangschikking van coëfficiënten) met behulp van een substitutie valt te reduceren tot een kwadratische aangelegenheid. Hoe kom ik erachter (of beredeneer) wat deze substitutie is? Of is dit altijd x + 1/x?
Ik snap dat dat je idee was. Maar die redenering is niet echt waterdicht. Het is makkelijker om direct te beredeneren dat er 8*7*6*5 uitkomt.quote:Op maandag 4 juni 2012 22:20 schreef Unsub het volgende:
[..]
Oh ja
Nouja, als je het criterium van oneven weglaat, zijn er dus 9*8*7*6 verschillende getallen. Je hebt, als je 0 niet mee laat tellen, 4 verschillende even getallen van de 9, en 5 oneven. Dus vermenigvuldig ik met de 'kans' (slechte woordkeus, kom even niet op het juiste woord) op een oneven getal, dit geeft 9*8*7*6*(5/9), wat hetzelfde is als 8*7*6*5.
Ik geloof niet dat dit de volledige/juiste redenatie is, maar ik ga me nog even buigen over het volgende probleem
9*9*8*7/2 zeg ik zo even als eerste gedachte.quote:Op maandag 4 juni 2012 21:55 schreef thenxero het volgende:
[..]
Daar staat dus eigenlijk 8*7*6*5. Dat is het goede antwoord. Probeer het maar eens te beredeneren.
Als je eruit bent kunnen we het een stapje moeilijker maken:
Bepaal het aantal oneven getallen tussen de 1000 en 9999 zodat alle vier cijfers verschillen (en wel de waarde 0 aan mogen nemen).
Succes
Hier denk ik morgen nog even over na, zal morgenavond weer een keer postenquote:Op maandag 4 juni 2012 22:28 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ik snap dat dat je idee was. Maar die redenering is niet echt waterdicht. Het is makkelijker om direct te beredeneren dat er 8*7*6*5 uitkomt.
Na 2x lezen heb ik het begrepen. Tijd om te gaan slapen.quote:Op maandag 4 juni 2012 22:26 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dat is inderdaad een standaard substitutie. Het is ook vrij gemakkelijk in te zien waarom dat zo is. Bij een wederkerige vergelijking van even graad kun je de wortels verdelen in paren α, 1/α, β, 1/β enz. waarvan het product steeds één is. Hebben we een wederkerig polynoom P(x) van even graad waarvan α en 1/α twee nulpunten zijn, dan bevat P(x) dus een factor
(x - α)(x - 1/α) = (x2 - (α + 1/α)x + 1) = x∙((x + 1/x) - (α + 1/α))
Is dus P(x) een wederkerig polynoom van de graad n = 2k, dan heb je zo:
P(x) = xk∙Q(z) met z = x + 1/x,
waarbij Q(z) een polynoom is van de graad k, dus de helft van de graad n van P(x). En aangezien x = 0 geen wortel is van P(x) = 0 kun je dan alle wortels van P(x) = 0 vinden door Q(z) = 0 op te lossen en voor elk nulpunt z van Q(z) de vergelijking x + 1/x = z oftewel x2 - zx + 1 = 0 weer op te lossen naar x.
Hoezo is die beredenering eigenlijk niet waterdicht? Je hebt, zonder de oneven restrictie, 9*8*7*6 keuzes gezien de andere restricties. Vervolgens selecteer je de oneven getallen er uit door alleen getallen met als laatste cijfer 1,3,5,7 of 9 mee te tellen, ofwel 5/9 van de mogelijke getallen die voldeden aan de eerdere restrictie (0 was geen keuze gezien de eerste restrictie).quote:Op maandag 4 juni 2012 22:28 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ik snap dat dat je idee was. Maar die redenering is niet echt waterdicht. Het is makkelijker om direct te beredeneren dat er 8*7*6*5 uitkomt.
Je redenering klopt niet, want als bijvoorbeeld de eerste drie cijfers alle drie oneven zijn, dan zijn er nog maar 2 mogelijkheden voor het laatste cijfer, en niet vijf zoals jij veronderstelt.quote:Op dinsdag 5 juni 2012 00:14 schreef Physics het volgende:
[..]
Hoezo is die beredenering eigenlijk niet waterdicht? Je hebt, zonder de oneven restrictie, 9*8*7*6 keuzes gezien de andere restricties. Vervolgens selecteer je de oneven getallen er uit door alleen getallen met als laatste cijfer 1,3,5,7 of 9 mee te tellen, ofwel 5/9 van de mogelijke getallen die voldeden aan de eerdere restrictie (0 was geen keuze gezien de eerste restrictie).
Om te beginnen: ∂L/∂y = 2y + 2λy + μquote:Op dinsdag 5 juni 2012 01:48 schreef Anoonumos het volgende:
Ik heb een vraag over analyse/lagrange multipliers.
Bepaal de maximale afstand van een punt in de doorsnede van met het vlak y = 3 tot het punt (0, 0, 2).
Mijn poging:
Afstand is maximaal als maximaal is.
S geeft als constraint:
En het vlak y=3 geeft :
Nu kritieke punten van de Lagrange multiplier L bepalen.
Dan moet gelden (partiele afgeleides):
1)
2)
3)
4)
5)
Dus y = 3.
Uit 1) volgt x = 0 of
Als x = 0 kom ik keurig uit. ( (0,3,-1) geeft f = 18)
Als , dan krijg ik uit 3) een derdegraadsvergelijking voor z. Is dit niet te omzeilen? Ik heb vanalles geprobeerd met regels 3 en 4, en met f kleiner praten dan 18, maar ik zie het niet. Iemand een idee?
Dat kan niet, of je moet zoveel van de Lamber W-functie houden dat je die wilt gebruiken.quote:Op woensdag 6 juni 2012 17:59 schreef Aardappel2610 het volgende:
Even een kort vraagje. Hoe los ik deze formule algebraïsch op: 8x - 2e^x = 0
Oké. Dus het is niet algebraïsch op te lossen? Ik dacht even dat ik gek werd.quote:Op woensdag 6 juni 2012 18:03 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Dat kan niet, of je moet zoveel van de Lamber W-functie houden dat je die wilt gebruiken.
Stop hem even in WolframAlpha in plaats van het hier te vragen, dan heb je meteen antwoord op je vraag (maar niet het soort antwoord dat je verwachtte). En: 'kort vraagje' suggereert dat je een 'kort antwoord' denkt te krijgen, maar zo werkt dat toch niet. Goldbach had in 1742 ook een 'kort vraagje' aan Euler, maar anno 2012 weten we het antwoord nog niet.quote:Op woensdag 6 juni 2012 17:59 schreef Aardappel2610 het volgende:
Even een kort vraagje. Hoe los ik deze formule algebraïsch op: 8x - 2e^x = 0
Ieder getal groter dan 4 is de som van 2 priemgetallen?quote:Op woensdag 6 juni 2012 19:32 schreef Riparius het volgende:
[..]
Stop hem even in WolframAlpha in plaats van het hier te vragen, dan heb je meteen antwoord op je vraag (maar niet het soort antwoord dat je verwachtte). En: 'kort vraagje' suggereert dat je een 'kort antwoord' denkt te krijgen, maar zo werkt dat toch niet. Goldbach had in 1742 ook een 'kort vraagje' aan Euler, maar anno 2012 weten we het antwoord nog niet.
Nog altijd onopgelostquote:Bepaal het aantal oneven getallen tussen de 1000 en 9999 zodat alle vier cijfers verschillen
oh ja sorry vergat nog iets bij te melden:quote:
Ja ik heb ook dit gedaan maar het lukt me nog niet.quote:Op woensdag 6 juni 2012 22:20 schreef thenxero het volgende:
Je moet (a+b)(c+d) = ac + ad + bc +bd gebruiken.
Bij die laatste reken je het verkeerde uit. (en dan nog: min keer min = plus)quote:Op woensdag 6 juni 2012 22:36 schreef superky het volgende:
[..]
Ja ik heb ook dit gedaan maar het lukt me nog niet.
Dit heb ik als antwoord, maar het is niet het goede antwoord:
(3-2p^2)(p^2-4)= 3p^2-12-2p^4-8p
En zo had ik het aangepakt:
3*p^2=3p^2
3*-4=-12
-2p^2*p^2=-2p^4
-2p*-4= -8p
Gebruik superscript, dan is het wat leesbaarder:quote:Op woensdag 6 juni 2012 22:06 schreef superky het volgende:
[..]
oh ja sorry vergat nog iets bij te melden:
Werk uit:
(3-2p^2)(p^2-4)=
Kies 1 uit 5 voor de laatste, dan 1 uit 8 voor de eerste, 1 uit 8 voor de tweede en 1 uit 7 voor de derde.quote:
Stond een mooi goed verhaal over in het boek 'Getallen' van Frans Keune (goed geschreven trouwens), over inclusie-exclusie. Ik heb het niet helemaal gelezen, maar het lijkt een methode die je hier goed kan gebruiken.quote:
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Riparius, ik moet bekennen dat ik de goniometrische methode van Viète om derdemachtsvergelijkingen op te lossen nog niet helemaal snap.
De vergelijking x3-5x=2 kan ik oplossen als ik probeer en dan een staartdeling doe door (x+2) (maar dit is natuurlijk lang niet altijd te gebruiken), met de goniometrische substitutie krijg ik wel:
Wat volgens Wolfram Alpha wel een geldige oplossing is (want gelijk aan x=1+√2), maar ik zou niet weten hoe je dit moet uitwerken. Je zei zelf al dacht ik dat het een goede oefening zou zijn om dit te herleiden, maar ik zou eerlijk gezegd niet weten waar ik moet beginnen.
Helemaal correct. De grap is dat je met het vierde cijfer moet beginnen, en daarna de eerste, anders loopt het in de soep. Het kan anders ook wel, maar dan zul je gevallen moeten onderscheiden.quote:Op donderdag 7 juni 2012 00:26 schreef Physics het volgende:
[..]
Kies 1 uit 5 voor de laatste, dan 1 uit 8 voor de eerste, 1 uit 8 voor de tweede en 1 uit 7 voor de derde.
5*8*8*7
quote:Op donderdag 7 juni 2012 00:37 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Stond een mooi goed verhaal over in het boek 'Getallen' van Frans Keune (goed geschreven trouwens), over inclusie-exclusie. Ik heb het niet helemaal gelezen, maar het lijkt een methode die je hier goed kan gebruiken.Ook een leuke oplossingSPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
quote:Op donderdag 7 juni 2012 00:37 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Stond een mooi goed verhaal over in het boek 'Getallen' van Frans Keune (goed geschreven trouwens), over inclusie-exclusie. Ik heb het niet helemaal gelezen, maar het lijkt een methode die je hier goed kan gebruiken.Snap je nu het principe van de goniometrische substitutie niet, of enkel het herleiden van die oplossing?SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Riparius, ik moet bekennen dat ik de goniometrische methode van Viète om derdemachtsvergelijkingen op te lossen nog niet helemaal snap.
De vergelijking x3-5x=2 kan ik oplossen als ik probeer en dan een staartdeling doe door (x+2) (maar dit is natuurlijk lang niet altijd te gebruiken), met de goniometrische substitutie krijg ik wel:
Wat volgens Wolfram Alpha wel een geldige oplossing is (want gelijk aan x=1+√2), maar ik zou niet weten hoe je dit moet uitwerken. Je zei zelf al dacht ik dat het een goede oefening zou zijn om dit te herleiden, maar ik zou eerlijk gezegd niet weten waar ik moet beginnen.Fervent tegenstander van het korps lasergamers.
*Iets* minder elegant wel, en ook gevoeliger voor fouten. Ik zag inderdaad de elegantere manier pas in na Physics' post. Ik had net dat stuk over inclusie-exclusie doorgebladerd, waar dit me aan deed denken, dus kwam ik al snel op deze manier.quote:
Enkel het herleiden van de oplossing (hoewel ik de methode op zich ook wel lastig vind, maar ik snap het principe nu wel).quote:Op donderdag 7 juni 2012 00:56 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Snap je nu het principe van de goniometrische substitutie niet, of enkel het herleiden van die oplossing?
Daar lijkt het inderdaad op ja. Ik vraag me sowieso af hoe je zou moeten beginnen, want ik zie geen enkele mogelijkheid. Het zou toch moeten kunnen, anders zou je aan de hele methode niet zo veel hebben, lijkt me. Behalve dan misschien mooie goniometrische formules aantonen, door de derdegraads vergelijking op twee manier op te lossen (deze en de formule van Cardano).quote:Op donderdag 7 juni 2012 01:03 schreef Amoeba het volgende:
Ik denk dat Riparius er ook op doelde dat dit een vervloekt lastige opgave is om uit te werken, vandaar dat hij over een "goede oefening" sprak.
Dan heb ik iets gemist, ik snap niet hoe je bij de oplossing x = 1 + √2 komt zonder de oplossing x=-2. Even teruglezen dan.quote:Op donderdag 7 juni 2012 01:14 schreef Amoeba het volgende:
Ik snap de tegenstelling in je zin niet helemaal. Welke methode is dan zinloos? We hebben de formule van Cardano in deze kwestie toch niet gebruikt, enkel de goniometrische substitutie van Viète en een stukje puzzelwiskunde/algebra, dit gaf de oplossing x = 1 + √2.
Dat is waar ja, ik had alleen iets meer van die methode verwacht. Ik had ergens gelezen dat het een alternatief was voor Cardano's formule in het geval van de casus irreducibilis. Maar ik zie niet zo goed in wat men in de 16e eeuw had aan een antwoord alsquote:Op donderdag 7 juni 2012 01:20 schreef Amoeba het volgende:
Je hebt gelijk. De formule werd inderdaad opgesteld aan de hand van de oplossing van x = -2. De kwadratische functie gaf toen als oplossingen:
x = 1 + √2
x = 1 - √2
Maar Cardano kon mooi thuisblijven, toch?
Riparius kwam namelijk aanzetten met de oplossing x = -2, aangezien dat vrij eenvoudig te zien was.
Als de gereduceerde kubische vergelijking (met reële coëfficiënten) drie (verschillende) reële oplossingen heeft, dan zijn deze algebraïsch alleen uit te drukken in de coëfficiënten met derdemachtswortels uit complexe getallen, die je in het algemeen niet kunt herleiden. Een beroemd voorbeeld (besproken in de 16e eeuw door Bombelli) is de vergelijkingquote:Op donderdag 7 juni 2012 01:38 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Dat is waar ja, ik had alleen iets meer van die methode verwacht. Ik had ergens gelezen dat het een alternatief was voor Cardano's formule in het geval van de casus irreducibilis.
Heel eenvoudig: men maakte gebruik van goniometrische tafels om zo benaderde oplossingen te verkrijgen. Als je cos 3φ had uitgerekend, dan kon je in een goniometrische tafel opzoeken welke hoek 3φ daarbij hoorde (uitgedrukt in graden, minuten en seconden), en door die hoek door drie te delen en dan in de tafels weer terug te zoeken wat cos φ, cos(φ + 120°) en cos(φ + 240°) waren had je (na vermenigvuldiging met r) de drie wortels.quote:Maar ik zie niet zo goed in wat men in de 16e eeuw had aan een antwoord als
Dus vandaar .
Er zijn inderdaad geen algebraïsche uitdrukkingen voor de wortels van z3 + pz + q = 0 in termen van de coëfficiënten zonder complexe getallen voor p,q ∈R indien (p/3)3 + (q/2)2 < 0 terwijl de wortels zelf dan toch allemaal reëel zijn. Een eeuw na Viète maakte Abraham de Moivre uitvoerig studie van deze kwestie en ontdekte hij het verband tussen het trekken van n-de machtswortels uit complexe getallen en het delen van een hoek in n gelijke delen. In een wat andere vorm kennen we dit resultaat nu als de formule van De Moivrequote:Overigens dacht ik eerst dat die casus irreducibilis helemaal niet op te lossen was, maar dat kan dus alleen met imaginaire getallen als ik het goed begrijp.
Tja, dat is een echte breinbreker:quote:Op donderdag 7 juni 2012 00:37 schreef kutkloon7 het volgende:
Riparius, ik moet bekennen dat ik de goniometrische methode van Viète om derdemachtsvergelijkingen op te lossen nog niet helemaal snap.
De vergelijking x3-5x=2 kan ik oplossen als ik probeer en dan een staartdeling doe door (x+2) (maar dit is natuurlijk lang niet altijd te gebruiken), met de goniometrische substitutie krijg ik wel:
Wat volgens Wolfram Alpha wel een geldige oplossing is (want gelijk aan x=1+√2), maar ik zou niet weten hoe je dit moet uitwerken. Je zei zelf al dacht ik dat het een goede oefening zou zijn om dit te herleiden, maar ik zou eerlijk gezegd niet weten waar ik moet beginnen.
Ja. Ik ben geïnteresseerd in de geschiedenis van de wiskunde, en daarom lees ik er ook veel over en bestudeer ik originele bronnen. Alleen een citaat of een jaartal kijk ik soms wel even na, maar dat gaat uiteraard gemakkelijk als je toch al achter een computer zit.quote:Op donderdag 7 juni 2012 07:58 schreef Amoeba het volgende:
En je schrijft ook heel die geschiedenis uit je hoofd op?
Ik zat vandaag te kijken om dat boek Beknopte Hoogere Algebra van Frederik Schuh op de kop te tikken, jaartal 1926, zoals je ongetwijfeld weet. Weet jij misschien waar? Misschien een slechte ontwikkeling, maar ik 'verwaarloos' m'n andere schoolvakken ten behoeve van de wiskunde.quote:Op donderdag 7 juni 2012 13:20 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ja. Ik ben geïnteresseerd in de geschiedenis van de wiskunde, en daarom lees ik er ook veel over en bestudeer ik originele bronnen. Alleen een citaat of een jaartal kijk ik soms wel even na, maar dat gaat uiteraard gemakkelijk als je toch al achter een computer zit.
Ik heb even voor je gezocht en ik zie momenteel hier een exemplaar staan.quote:Op donderdag 7 juni 2012 15:27 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ik zat vandaag te kijken om dat boek Beknopte Hoogere Algebra van Frederik Schuh op de kop te tikken, jaartal 1926, zoals je ongetwijfeld weet. Weet jij misschien waar?
Veel grote wiskundigen zijn zo begonnen ...quote:Misschien een slechte ontwikkeling, maar ik 'verwaarloos' m'n andere schoolvakken ten behoeve van de wiskunde.
Muhahah, * Unsub begint in september met TWquote:Op donderdag 7 juni 2012 19:38 schreef Amoeba het volgende:
In het verleden behaalde prestaties bieden geen garantie voor de toekomst. Ik baal er nu al van dat ik volgend jaar nog niet op de TU/e kan beginnen aan Technische Wiskunde.
Nu aan het lezen, leuk boekjequote:Op donderdag 7 juni 2012 17:26 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik heb even voor je gezocht en ik zie momenteel hier een exemplaar staan.
Maar online is uiteraard ook (gratis) van alles te vinden als je in een bepaald onderwerp geïnteresseerd bent. Een aardig boekje over goniometrie met een historische inslag is bijvoorbeeld [b]Trigonometric Delights[/b] van Eli Maor. Krijg je een hoop dingen te zien die ze je op school nooit verteld hebben maar misschien wel hadden moeten vertellen. Natuurlijk ook met hoofdstukken over François Viète en Abraham de Moivre.
Tja wat zoek je precies?quote:Op donderdag 7 juni 2012 22:23 schreef Amoeba het volgende:
Dat boekje even op m'n telefoon pleuren, leest fijn in de trein enzulks. Tevens heb ik als eerste titel dus F. Schuh, Beknopte Hoogere Algebra aangeschaft. Nog meer aanraders?
Niets houdt je tegen om alvast te beginnen met wiskunde. Je kan via torrents mooie verzamelingen wiskundeboeken downloaden. De wiskundigen en wiskundestudenten willen vast wel wat adviezen geven met welke vakgebieden en boeken te beginnen. Ik zou beginnen met calculus (inclusief vectorcalculus), dat is sowieso zeer nuttig.quote:In het verleden behaalde prestaties bieden geen garantie voor de toekomst. Ik baal er nu al van dat ik volgend jaar nog niet op de TU/e kan beginnen aan Technische Wiskunde.
Wiskunde boeit me mateloos. Ik was vandaag aan het lezen over het vermoeden van Dejean. (Een casus van Wiskunde B) Inmiddels is dit vermoeden wel bewezen.quote:
Ik ben van plan volgend jaar te gaan préstuderen. Dit houdt in dat ik een vak ga volgen en daar tentamen in doe. Maargoed, de bachelor wordt overhoop gegooid, dat is wel zeker. Vorig jaar kwam hier een invaldocent omdat mijn wiskunde D docent heel veel ziek was. Die man heeft me toch wel echt gestimuleerd om vooral geen scheikunde te gaan studeren, maar toch wiskunde. Ik heb hem dat ladderprobleem ook voorgelegd, een beetje jammer wel dat hij het opgaf bij de vierdegraadsfunctie.quote:Op donderdag 7 juni 2012 22:43 schreef Bram_van_Loon het volgende:
[..]
Niets houdt je tegen om alvast te beginnen met wiskunde. Je kan via torrents mooie verzamelingen wiskundeboeken downloaden. De wiskundigen en wiskundestudenten willen vast wel wat adviezen geven met welke vakgebieden en boeken te beginnen. Ik zou beginnen met calculus (inclusief vectorcalculus), dat is sowieso zeer nuttig.
Diezelfde Eli Maor heeft nog meer lezenswaardige boeken geschreven, een beetje in dezelfde stijl:quote:Op donderdag 7 juni 2012 22:43 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Wiskunde boeit me mateloos. Ik was vandaag aan het lezen over het vermoeden van Dejean. (Een casus van Wiskunde B) Inmiddels is dit vermoeden wel bewezen.
Zoiets als Trigonometric Delights. Kan het me niet veroorloven in een week een boekenkast proberen te vullen.
Ik heb de komende dagen even geen gelegenheid om iets te bedenken of uit te zoeken, maar bekijk dit oude vraagstuk eens. Noot: de poster bedoelde een gelijkzijdige driehoek en een snelheid van twee eenheden per seconde. Niet meteen naar de oplossing(en) kijken, eerst zelf proberen natuurlijk.quote:Op donderdag 7 juni 2012 23:51 schreef Amoeba het volgende:
Hartelijk dank! Ik ga eens kijken wat ik kan vinden. Heb je nog een leuke opgave waar ik me morgen over kan buigen?
Dat dictaat heb ik inderdaad ook alles uit geleerd, bevalt prima. Hoewel boeken vaak meer diepgang hebben, maar dat is al snel too much als je alleen maar gewone calculus wil leren.quote:Op donderdag 7 juni 2012 23:19 schreef thenxero het volgende:
Ik had in VWO 6 eigenlijk alle calculus al gedaan via Youtube en dingen bij elkaar zoeken op internet. Khan Acedemy op Youtube heeft wel wat goede filmpjes over eerstejaars calculus, differentiaalvergelijkingen, lineaire algebra (alhoewel hij naar mijn smaak af en toe wat traag was). Ik weet niet echt een goed calculus boek, wij werkten met een dictaat. Gewoon gratis te bekijken, niks mis mee (alleen het stuk over differentiaalvergelijkingen ben ik niet echt enthousiast over). Er staan ook zat oefeningen bij.
Vector calculus is trouwens niet zó belangrijk, behalve als je gaat kijken naar technische/natuurkundige toepassingen... dan kom je het wel weer vaak tegen. Maar ik zou maar eens met dat dictaat beginnen.
Dat is inderdaad wel een leuke opgave. Ik vond 'm niet heel makkelijk.quote:Op vrijdag 8 juni 2012 15:37 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Dat dictaat heb ik inderdaad ook alles uit geleerd, bevalt prima. Hoewel boeken vaak meer diepgang hebben, maar dat is al snel too much als je alleen maar gewone calculus wil leren.
Ik heb trouwens nog een leuke theorie/bewijs'opgave', die iemand een tijd geleden op http://boards.4chan.org/sci/ had gepost (geen flauw idee wanneer precies). Ik weet niet precies meer hoe het toen geformuleerd was, maar de theorie was, dat je in elke (eindige ongerichte) graaf een verzameling V kan kiezen, zo dat voor elke knoop k de kardinaliteit van de intersectie tussen de verzameling met alle buren van v en v zelf erin oneven is.
Oftewel, voor elke (eindige ongerichte) graaf G bestaat een verzameling V, zodat elke knoop in V een even aantal buren in V heeft, en elke knoop die niet in V zit een oneven aantal buren in V heeft.
Je kan het ook uitleggen op een wat visuelere manier. Stel dat je een graaf hebt waarin in het begin alle knopen ongekleurd (of wit) zijn, en telkens een knoop kiest. Verander nu de kleur van elke knoop die verbonden is met deze knoop van gekleurd naar ongekleurd en andersom. Het is nu voor elke graaf mogelijk om met een volledig gekleurde graaf te eindigen. Een visueel voorbeeld:
[ afbeelding ]
De oranje knoop is die, die het laatst is gekozen (om in de verzameling V te komen). In dit voorbeeld bestaat V dus uit de bovenste drie knopen (die in het 'dakje' van het 'huisje'). Er kunnen soms meerdere mogelijkheden voor V zijn (bijvoorbeeld in het simpele geval van een graaf die bestaat uit twee verbonden knopen), de theorie zegt dat er ten minste één mogelijkheid is om zo'n verzameling V te kiezen.
Ik geloof dat ik er een bewijs voor heb (zonet even snel afgemaakt, dus het zou goed kunnen dat er een fout inzit), maar het was niet makkelijk. (hoewel het uiteindelijke bewijs wat ik nu heb wel meevalt, het is meer iets waar ik bij toeval op kwam). Ik dacht, misschien lijkt iemand het leuk om het te proberen te bewijzen (of een tegenvoorbeeld te geven, wat dus zou betekenen dat mijn bewijs niet klopt).
Maar ik zal je herformulering gebruiken, die is wel duidelijk.quote:maar de theorie was, dat je in elke (eindige ongerichte) graaf een verzameling V kan kiezen, zo dat voor elke knoop k de kardinaliteit van de intersectie tussen de verzameling met alle buren van v en v zelf erin oneven is.
In mijn ervaring hebben boeken over basiswiskunde niet meer diepgang, maar veel meer langdradige toepassingen, die niet zoveel meer met de wiskunde zelf te maken hebben.quote:Op vrijdag 8 juni 2012 15:37 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Dat dictaat heb ik inderdaad ook alles uit geleerd, bevalt prima. Hoewel boeken vaak meer diepgang hebben, maar dat is al snel too much als je alleen maar gewone calculus wil leren.
Chemie, fysica, biologie en wiskunde zijn geheel verschillende disciplines. Je komt er pas achter wat bij je past door het te proberen. Download/koop/leen wat goede basishandboeken voor deze vakgebieden en je ervaart vanzelf wat bij je past.quote:Die man heeft me toch wel echt gestimuleerd om vooral geen scheikunde te gaan studeren, maar toch wiskunde.
Nou staat er nog bij dat de straal te zien is als een hoogtelijn van een rechthoekige driehoek, maar daarmee kom ik er ook niet uit. Het uiteindelijke antwoord is 3 3/4, maar zelfs daar kan ik niks van maken.quote:Van een gelijkbenige driehoek STV is basis ST = 6. De hoogtelijn uit V heeft lengte 4. Een cirkel heeft zijn middelpunt op de basis en raakt aan de benen. Bereken de straal van die cirkel.
Dat maakt niet uit, want je moet het antwoord beredeneren, niet uit het plaatje aflezen.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 00:33 schreef Aardappel2610 het volgende:
Maar is de hoogtelijn in dat voorbeeld niet veel langer?
Per ongeluk verkeerd om gelezen, maar dat maakt voor de berekening geen bal uit.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 00:33 schreef Aardappel2610 het volgende:
Maar is de hoogtelijn in dat voorbeeld niet veel langer?
Ik denk dat je antwoord niet klopt.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 00:07 schreef Aardappel2610 het volgende:
Ik snap hier dus niets van:
[..]
Nou staat er nog bij dat de straal te zien is als een hoogtelijn van een rechthoekige driehoek, maar daarmee kom ik er ook niet uit. Het uiteindelijke antwoord is 3 3/4, maar zelfs daar kan ik niks van maken.
Dat antwoord kom uit mijn boek, dus ik weet niet of het klopt. Vind het nogal onwaarschijnlijk, want ik krijg het niet voor elkaar om het antwoord terug te redenen.quote:
Dit is echt heel elementair hoor.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 00:53 schreef Aardappel2610 het volgende:
[..]
Dat antwoord komt uit mijn boek, dus ik weet niet of het klopt. Vind het nogal onwaarschijnlijk, want ik krijg het niet voor elkaar om het antwoord terug te redeneren.
Briljant. Ironisch genoeg was ik al op het antwoord 2,4 gekomen door het uit te tekenen, maar omdat het boek een ander antwoord gaf wist ik het even niet meer. Maar deze uitleg verklaard waarom het antwoord 2,4 is en niet het voorgenoemde antwoord.quote:
Weet je wel hoe je een breuk in een decimaal getal omzet? 12/5 = 24/10 = 2,4.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 01:29 schreef Aardappel2610 het volgende:
[..]
Briljant. Ironisch genoeg was ik al op het antwoord 4,2 gekomen door het uit te tekenen, maar omdat het boek een ander antwoord gaf wist ik het even niet meer. Maar deze uitleg verklaard waarom het antwoord 4,2 is en niet het voorgenoemde antwoord.
Het is laat... Mijn fout...quote:Op zaterdag 9 juni 2012 01:34 schreef Riparius het volgende:
[..]
Weet je wel hoe je een breuk in een decimaal getal omzet? 12/5 = 24/10 = 2,4.
We zijn niet allemaal zo slim als jij.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 01:34 schreef Riparius het volgende:
[..]
Weet je wel hoe je een breuk in een decimaal getal omzet? 12/5 = 24/10 = 2,4.
Intypen op je gr toch?quote:Op zaterdag 9 juni 2012 01:34 schreef Riparius het volgende:
[..]
Weet je wel hoe je een breuk in een decimaal getal omzet? 12/5 = 24/10 = 2,4.
Het is je gelukt?quote:Op vrijdag 8 juni 2012 16:44 schreef thabit het volgende:
[..]
Dat is inderdaad wel een leuke opgave. Ik vond 'm niet heel makkelijk.
Ja, maar 't is best pittig.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 16:47 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Het is je gelukt?
Ik ben er nog niet uit of mijn bewijs klopt, ik had snel een idee, maar ik had gister geen tijd en moet er nu nog naar kijken.
Bedoel je niet toevallig 9(x+10)^2 ?quote:Op zaterdag 9 juni 2012 17:41 schreef superky het volgende:
Graag wil ik een vraagje stellen: hoe bereken je 9(x10)^2?
Ja, de twee raaklijnen aan een cirkel vanuit een punt buiten de cirkel zijn even lang, maar dat is niet per definitie. Zoiets moet je netjes bewijzen. Kijk ook eens naar lijnen vanuit P die je cirkel snijden in twee punten A en B. Je zou dan kunnen proberen te bewijzen dat het product PA∙PB constant is.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 17:41 schreef Aardappel2610 het volgende:
Ik zit (dit maal) met de volgende vraag:
Als ik buiten een cirkel een willekeurig punt P kies en vervolgens vanuit punt P twee lijnen langs de cirkel laat lopen, zijn de zijden van die driehoek per definitie gelijk?
(a+b)2 = a2 +2ab + b2quote:Op zaterdag 9 juni 2012 17:47 schreef Aardappel2610 het volgende:
[..]
Bedoel je niet toevallig 9(x+10)^2 ?
ja als er geen min(-) staat is het sowieso positief toch?quote:Op zaterdag 9 juni 2012 17:47 schreef Aardappel2610 het volgende:
[..]
Bedoel je niet toevallig 9(x+10)^2 ?
Ik heb gewoon het antwoord teruggeleid naar de basis. Maar dat denk ik wel.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 17:51 schreef superky het volgende:
[..]
ja als er geen min(-) staat is het sowieso positief toch?
x10 ≠ x + 10quote:Op zaterdag 9 juni 2012 17:51 schreef superky het volgende:
[..]
ja als er geen min(-) staat is het sowieso positief toch?
ok het is x10 en geen x+10.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 17:53 schreef Amoeba het volgende:
[..]
x10 ≠ x + 10
Het eerste is een vermenigvuldiging, het tweede een som.
Is PA dan per definitie gelijk aan PB?quote:Op zaterdag 9 juni 2012 17:49 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ja, de twee raaklijnen aan een cirkel vanuit een punt buiten de cirkel zijn even lang, maar dat is niet per definitie. Zoiets moet je netjes bewijzen. Kijk ook eens naar lijnen vanuit P die je cirkel snijden in twee punten A en B. Je zou dan kunnen proberen te bewijzen dat het product PA∙PB constant is.
9(10x)^2 = 900x^2. Je maakt een fout.quote:
Nee, je begrijpt er niet veel van. Verdiep je eerst maar eens in het begrip macht van een punt ten opzichte van een cirkel.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 17:58 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Is PA dan per definitie gelijk aan PB? Enkel wanneer die constante waarde 1 is, uiteraard.
Een (logische) redenering dat beide raakpunten even ver van een punt P ligt is veel makkelijker. Als je dan zegt dat PC de korste afstand naar de cirkel is, dan is het toch ook logisch dat beide raakpunten even ver van C liggen, en dus ook van P?
Ik heb een foute toevoeging reeds gecorrigeerd...quote:Op zaterdag 9 juni 2012 18:04 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee, je begrijpt er niet veel van. Verdiep je eerst maar eens in het begrip macht van een punt ten opzichte van een cirkel.
Bewijs is bewijs.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 18:11 schreef Aardappel2610 het volgende:
Ik heb nog even zitten denken over hoe ik dat kan bewijzen. Ik heb het uitgetekend en m.b.v. congruentie driehoeken kan ik bewijzen dat de zijden even lang zijn. Echter vraag ik me af ik dit de juiste bewijsvoering is.
Laten we zeggen dat M het middelpunt is van je cirkel en A en B de beide raakpunten van de twee raaklijnen aan de cirkel vanuit het punt P buiten je cirkel. Je kunt dan gebruik maken van de stelling dat een raaklijn aan een cirkel loodrecht staat op de straal naar het raakpunt, zodat ∠PAM = ∠PBM = 90°. En aangezien ook AM = BM zijn de driehoeken PAM en PBM congruent volgens kenmerk ZZR, waaruit dus volgt PA = PB, QED.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 18:11 schreef Aardappel2610 het volgende:
Ik heb nog even zitten denken over hoe ik dat kan bewijzen. Ik heb het uitgetekend en m.b.v. congruentie driehoeken kan ik bewijzen dat de zijden even lang zijn. Echter vraag ik me af ik dit de juiste bewijsvoering is.
quote:Op zaterdag 9 juni 2012 18:53 schreef Riparius het volgende:
[..]Het zal toch duidelijk zijn dat op basis van symmetrie PA even lang is als PB?SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Omdat de boog AC even lang is als de boog BC.Fervent tegenstander van het korps lasergamers.
Definieer eerst wat je met C bedoelt. Is dit het snijpunt van lijnstuk PM met de cirkel? En zeggen dat iets 'duidelijk' is op grond van symmetrie is geen bewijs.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 19:56 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Het zal toch duidelijk zijn dat op basis van symmetrie PA even lang is als PB?
Omdat de boog AC even lang is als de boog BC.
Dat heb ik in mijn vorige post gedaan, maar ik weet dat het geen bewijs is. Dat veronderstelde ik ook nooit. Als ik het moest bewijzen had ik namelijk ook de bewijsvoering aan de hand van congruentie gebruikt.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 20:02 schreef Riparius het volgende:
[..]
Definieer eerst wat je met C bedoelt. Is dit het snijpunt van lijnstuk PM met de cirkel? En zeggen dat iets 'duidelijk' is op grond van symmetrie is geen bewijs.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
[ Bericht 12% gewijzigd door Amoeba op 09-06-2012 20:24:19 ]Fervent tegenstander van het korps lasergamers.
quote:Op zaterdag 9 juni 2012 20:06 schreef Amoeba het volgende:
[..]
En kun je hier ook nog iets over zeggen:Je aanname klopt niet omdat de baan die elk van de hoekpunten aflegt geen cirkelboog is.SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Ik gebruikte de term baan in mijn post daarna ook al, besefte me dat dit fout was. Kun je me een kleine aanwijzing geven hoe ik erachter kan komen wat deze baan wel is?quote:Op zaterdag 9 juni 2012 20:31 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je aanname klopt niet omdat de baan die elk van de de hoekpunten aflegt geen cirkelboog is.
Ik zie nu dat die formulering ook fout was, ik bedoelde uiteraard dat die baan geen kwartcirkel was.SPOILER: quoteOm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Probeer eens een differentiaalvergelijking op te stellen voor de afgelegde baan.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 20:39 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ik gebruikte de term baan in mijn post daarna ook al, besefte me dat dit fout was. Kun je me een kleine aanwijzing geven hoe ik erachter kan komen wat deze baan wel is?
Op dat idee kwamen Arthur (een jongen die theoretische natuurkunde wil gaan studeren) en ik na het tekenen van de driehoek in een cartesisch assenstelsel ook, waarbij het zwaartepunt in de oorsprong van dit assenstelsel geplaatst. Aan het einde van de natuurkunde les wisten we nog niet hoe we hem op moesten stellen.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 21:01 schreef Riparius het volgende:
[..]
Probeer eens een differentiaalvergelijking op te stellen voor de afgelegde baan.
Gebruik poolcoördinaten (of werk in het complexe vlak en bedenk dat je complexe getallen in polaire vorm kunt weergeven).quote:Op zaterdag 9 juni 2012 21:08 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Op dat idee kwamen Arthur (een jongen die theoretische natuurkunde wil gaan studeren) en ik na het tekenen van de driehoek in een cartesisch assenstelsel ook, waarbij het zwaartepunt in de oorsprong van dit assenstelsel geplaatst. Aan het einde van de natuurkunde les wisten we nog niet hoe we hem op moesten stellen.
Nooit gehad. Ter informatie, ik heb slechts wiskunde B afgerond, wiskunde D ben ik op de helft. Een hoofdstuk over complexe getallen gehad..quote:Op zaterdag 9 juni 2012 21:15 schreef Riparius het volgende:
[..]
Gebruik poolcoördinaten (of werk in het complexe vlak en bedenk dat je complexe getallen in polaire vorm kunt weergeven).
Jawel, maar ik ga nu niet meer hints geven. Het is veel leerzamer en leuker om zelfstandig een oplossing uit te werken.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 21:23 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Nooit gehad. Ter informatie, ik heb slechts wiskunde B afgerond, wiskunde D ben ik op de helft. Een hoofdstuk over complexe getallen gehad..
Ik ga wel even inlezen over poolcoördinaten, is er geen alternatieve manier?
Jazeker.. Zit allemaal in wisD, in plaats daarvan is er een onzinnig hoofdstuk algebraïsche vaardigheden. Buiten wat logaritmen en standaard rekenregels kwam daar niks in voor, een na laatste hoofdstuk. Proefwerk over gedaan zonder het te maken: 8,9. Dieptreurigquote:Op zaterdag 9 juni 2012 22:12 schreef thenxero het volgende:
Zijn poolcoördinaten ook al uit het wis B programma geschrapt?
Je hebt het nu over B1,2? Dat is in feite gewoon wiskunde B&D. Ik weet niet of er vroeger dan ook zwaartepunten van functies inzat?quote:Op zaterdag 9 juni 2012 22:37 schreef thenxero het volgende:
En statistiek hebben ze nu ook al uit wiskunde B gegooid... wordt wel karig zo.
Had wat met momenten te maken. M'n docent legde het me ooit uit, en nu weet ik het al niet meer. Zonde wel. (natuurkunde)quote:Op zaterdag 9 juni 2012 22:54 schreef GlowMouse het volgende:
Als CM het zwaartepunt is, dan geldt
ofwel
Wat zegt dat het moment in het zwaartepunt aangrijpt.
Kan je die laatste zin toelichten?quote:Op zaterdag 9 juni 2012 22:54 schreef GlowMouse het volgende:
Als CM het zwaartepunt is, dan geldt
ofwel
Wat zegt dat het moment in het zwaartepunt aangrijpt.
Pak de oorsprong als draaipunt, vermenigvuldig links en rechts met Fz, links staat het moment r*F van het object als geheel, rechts staat de integraal over r*F van het object in 'stukjes met dikte dx'.quote:
Ik denk de oppervlakte onder de functie f(x)quote:Op zaterdag 9 juni 2012 23:08 schreef thenxero het volgende:
Wat vermenigvuldig je links en rechts en wat zijn Fz en F?
Ik heb je dit woord wel vaker zien misbruiken .quote:
wat lees ik¿quote:Op zaterdag 9 juni 2012 23:30 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ik heb je dit woord wel vaker zien misbruiken .
Je begrijpt inmiddels dat het eigenlijk een rectificatieprobleem is: als je de totale baanlengte van punt A vanaf de uitgangspositie zou kunnen berekenen, dan weet je ook hoe lang het duurt voordat A het centrum O bereikt, omdat de baansnelheid immers constant is (2 eenheden per seconde). Maar de formule die je geeft voor de lengte van een curve in poolcoördinaten klopt niet. En je gedachte dat θ = 0 als A in O ligt klopt natuurlijk ook niet, dan is r = 0. Je kunt het probleem om een vergelijking van de baan in poolcoördinaten op te stellen trouwens vermijden door alleen te kijken naar r als functie van de tijd t.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 23:29 schreef Amoeba het volgende:
Maargoed, verder met mijn dilemma.
Ik wil van de formule gebruikmaken voor de booglengte van een functie. Daarvoor wil ik een functie r(θ) opstellen, en ik weet niet hoe ik dat moet doen. Ik snap wel dat θ afhankelijk is van r.
s = θ1∫Q2 r2 + (dr/dθ)2 dθ
Met θ1 = 1 + 1/3 pi en Q2 = 0 (Omdat M(0,0) (Zowel in poolcoördinaten en cartesiaanse coördinaten. )
Nu dus uitzoeken hoe ik een functie r(θ) opstel.
Maak ik hier een fout in?
De hoek θ dan niet? Wat is dan de poolcoördinaat van het middelpunt van het stelsel?quote:Op zaterdag 9 juni 2012 23:40 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je begrijpt inmiddels dat het eigenlijk een rectificatieprobleem is: als je de totale baanlengte van punt A vanaf de uitgangspositie zou kunnen berekenen, dan weet je ook hoe lang het duurt voordat A het centrum O bereikt, omdat de baansnelheid immers constant is (2 eenheden per seconde). Maar de formule die je geeft voor de lengte van een curve in poolcoördinaten klopt niet. En je gedachte dat θ = 0 als A in O ligt klopt natuurlijk ook niet, dan is r = 0. Je kunt het probleem om een vergelijking van de baan in poolcoördinaten op te stellen trouwens vermijden door alleen te kijken naar r als functie van de tijd t.
In feite is θ onbepaald in de oorsprong, je kunt alleen zeggen dat dan geldt r = 0.quote:Op zaterdag 9 juni 2012 23:47 schreef Amoeba het volgende:
[..]
De hoek θ dan niet? Wat is dan de poolcoördinaat van het middelpunt van het stelsel?
Het is inderdaad een bepaald type spiraal.quote:Maar uiteraard, het was al vanaf het begin mijn eerste ingeving om die baanlengte uit te zoeken. Inmiddels is me wel duidelijk dat deze baan geen cirkel is, volgende ingeving is een soort van spiraal. Maar daar maak ik me niet zo druk om.
Er zijn allerlei mogelijkheden om het vraagstuk aan te pakken, en het afleiden van een voorstelling in poolcoördinaten r = r(θ) van de baan die punt A beschrijft is zeker een mogelijkheid, net zo goed als het opstellen van een complexe functie z(t) van een reële variabele t als parametervoorstelling van de baan. Maar je kunt het ook elementair oplossen (zonder differentiaal- en integraalrekening) als je de snelheidsvector v ontbindt in een radiale component vr en een transversale component vθ. Lees dit maar even door om te zien wat deze begrippen inhouden.quote:Je stelt dat ik een functie r(t) uit kan drukken zonder gebruik te maken van θ, ik zie even niet in hoe. Zit ik al 2 uur te kijken om r(θ) te achterhalen, moet het toch anders.
de vergelijking waar het over ging, je krijgt dan:quote:Op zaterdag 9 juni 2012 23:08 schreef thenxero het volgende:
Wat vermenigvuldig je links en rechts en wat zijn Fz en F?
je kent toch natuurkundequote:Op zaterdag 9 juni 2012 23:15 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ik denk dat GlowMouse wat te veel gezopen heeft, ik snap ook niet waar hij ineens Fz en r vandaan tovert.
Oh zo, Newton * arm.quote:Op zondag 10 juni 2012 00:08 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
de vergelijking waar het over ging, je krijgt dan:
Fz
F*r is de bekende formule voor het moment
[..]
je kent toch natuurkunde
Nee.quote:
Nee, alweer mis.quote:
Dat blijkt duidelijk uit het vervolg van de tekst, ur is een genormaliseerde plaatsvector, dus ur = r/|r|. Maar dit heb je helemaal niet nodig.quote:
quote:
Fantastische post, duidelijk geschreven, hulde!quote:
Indrukwekkend! Heb je de verbindingsmatrix van de grafen gebruikt?quote:
Ja klopt, ik had al voor mezelf bedacht dat de driehoek gelijkzijdig zou blijven, en dat de hoeken dus immer gelijk aan 60 graden zouden zijn. Daarmee wist ik dus ook dat die hoek van 30 graden erin bleef zitten.quote:Op zondag 10 juni 2012 02:14 schreef Riparius het volgende:
Keer nu eens terug naar het oorspronkelijke probleem. Je weet dat de magnitude van de snelheidsvector v constant is (onafhankelijk van de tijd), want gegeven is dat |v| = 2. Je weet ook dat punt A steeds in de richting van punt B beweegt, en dat ∠OAB = 30°. Bedenk nu eerst wat je kunt zeggen over de magnitudes van de radiale en de transversale componenten van de snelheidsvector.
Nee, volgens mij helpt dat bij deze opgave helemaal niets.quote:Op zondag 10 juni 2012 03:19 schreef kutkloon7 het volgende:
[..]
Indrukwekkend! Heb je de verbindingsmatrix van de grafen gebruikt?
Vergeet even die hoek waarover punt A om het centrum O is geroteerd op een tijdstip t > 0. Maak een tekening van een gelijkzijdige driehoek ABC met centrum O. Deze tekening kun je beschouwen als een momentopname van de positie van de punten A,B,C op een gegeven tijdstip. Nu weet je dat A in de richting van B beweegt, dus de snelheidsvector v (met aangrijppunt A) ligt langs AB. Teken ook deze vector. De lengte van v in je tekening is niet belangrijk, maar omwille van de overzichtelijkheid van je tekening kun je het best de lengte van v in je tekening kleiner nemen dan de helft van de lengte van AB. Nu ontbind je deze vector in twee onderling loodrechte componenten. De radiale component vr ligt langs de radius OA en de transversale component vθ staat daar loodrecht op. Bereken nu (exact) de lengtes van vr en vθ. Dit kun je doen omdat de lengte |v| = 2 van de snelheidvector v bekend is. De lengte |vr| van de radiale component vr vertelt je nu hoe snel de afstand van punt A tot het centrum O afneemt. En aangezien je al uit had gerekend dat OA = (5/3)∙√3 op tijdstip t = 0 kun je dan ook uitrekenen op welk tijdstip zou moeten gelden dat OA = 0.quote:Op zondag 10 juni 2012 13:28 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ja klopt, ik had al voor mezelf bedacht dat de driehoek gelijkzijdig zou blijven, en dat de hoeken dus immer gelijk aan 60 graden zouden zijn. Daarmee wist ik dus ook dat die hoek van 30 graden erin bleef zitten.
Kun je me eerst duidelijk uitleggen wat een radiale en transversale component is? Het zal inmiddels wel duidelijk zijn dat mijn eerste 'ideeën' over deze nieuwe begrippen totaal verkeerd waren.
Ik snap dat er een zekere samenhang is tussen de afname van r en de verandering van de hoek θ. Volgens mij doen de vectoren deze samenhang duidelijk maken, of sla ik hier (wederom) de plank mis?
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |