duncannn | maandag 14 april 2008 @ 22:46 |
Vorige deel: [Bèta] 'Huiswerk- en vragentopic'. Post hier weer al je vragen, passies, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de vakken: Van MBO tot WO, hier is het topic waar je een antwoord kunt krijgen op je vragen. Vragen over stochastiek in het algemeen en stochastische processen & analyse in het bijzonder worden door sommigen extra op prijs gesteld! Links: Opmaak: Wiskundig inhoudelijk: [Alfa] 'huiswerk en vragen topic' [Gamma] 'huiswerk en vragen topic' OP [ Bericht 5% gewijzigd door crossover op 14-04-2008 22:51:39 ] | |
crossover | maandag 14 april 2008 @ 22:50 |
Sticky. | |
duncannn | maandag 14 april 2008 @ 23:03 |
Voor biologie moet ik een PO maken over een 'open onderzoek'. Ik heb besloten om de waterkwaliteit van een slootje hier in de buurt te onderzoeken. Wie weet een goede manier om dit aan te pakken? wat voor materiaal heb ik nodig om b.v. de helderheid of de pH van het water te bepalen? Wat is er nog meer aan slootwater te 'onderzoeken'. Bedankt. | |
Pozo | maandag 14 april 2008 @ 23:26 |
quote:Helderheid: water in een reageerbuisje oid stoppen en in een lichtintensiteitsmeter bij natuurkunde gooien (of absorbtie dinges als je echt uit je dak wil gaan). pH: meer water nemen en er pH strookjes van scheikunde indoen. Meer experimenten: laat het een dag staan, kijk of het (meer) gaat stinken => dingen die doodgaan waarschijnlijk. Of zet het juist onder een warmte/lichtbron (oftewel een gloeilamp) en kijk of er dingen in gaan groeien. Eventueel kan je het aan een klasgenoot voeren om te kijken of er ziektes inzitten. | |
-J-D- | dinsdag 15 april 2008 @ 08:22 |
tvp | |
thabit | dinsdag 15 april 2008 @ 18:28 |
tvp | |
keesjeislief | dinsdag 15 april 2008 @ 20:08 |
quote: | |
teletubbies | woensdag 16 april 2008 @ 12:59 |
ik vraag me al een tijdje af wat tvp betekent:S | |
GlowMouse | woensdag 16 april 2008 @ 13:08 |
quote:Terugvindpost, sommige mensen gebruiken hun 'mijn actieve topics' waar bookmarks eigenlijk voor bedoeld zijn. | |
zuiderbuur | woensdag 16 april 2008 @ 21:42 |
tvp Maar om er een verkapte tvp van te maken, toch even snel een vraag... ![]() ![]() Maar dat bepaalt toch niet (op isomorfie na) de groep? Hier moet je toch ook nog een morfisme van de ene groep naar de automorfismengroep van de andere geven? Waarom doen auteurs dat dan niet? ![]() | |
BK89 | donderdag 17 april 2008 @ 11:46 |
tvp, zal zo mischien wat vraagjes posten, ga zo ff leren... | |
BK89 | donderdag 17 april 2008 @ 14:00 |
![]() Waarom is hier OH^- fout en moet ik H2O gebruiken? Thanks alvast ![]() | |
thabit | donderdag 17 april 2008 @ 16:48 |
quote:Klopt. Meestal is het wel duidelijk welke actie er bedoeld wordt (uit de context of uit gezond verstand). Indien dat niet duidelijk is, wordt de actie met een subscript aan het semi-direct-producttekentje toegevoegd. | |
ethr | donderdag 17 april 2008 @ 22:14 |
quote:Ik denk dat het te maken heeft met het oplossen in zwavelzuur, waardoor je met een zuur milieu te maken hebt. Dit zou betekenen dat de OH- en H3O+ gaan reageren en OH- niet meer aanwezig is. Don't shoot me if I'm wrong, just a guess. | |
thabit | vrijdag 18 april 2008 @ 17:00 |
quote:Ja. ![]() | |
Haushofer | zaterdag 19 april 2008 @ 11:25 |
quote:Merci ![]() ![]() | |
Emma123 | zaterdag 19 april 2008 @ 20:19 |
Voor wiskunde D moet ik een P.O. maken over de relatie tussen kans en oppervlakte. Nu moet ik een simulatie op de GR maken van muntjes in vakjes gooien, waarmee de P(binnen het vakje) te berekenen moet zijn. Helaas moet het verplicht met simulatie. Nu heb ik een programma, maar ik kom na een tijdje op de foutmelding "memory", en dan verwijst hij naar het tweede haakje in: Rand int (0,Z,N)=> F. Begrijpt iemand wat ik met deze foutmelding moet? Ik kan me niet voorstellen dat het geheugen volzit (er zitten geen spelletjes o.i.d. op GR). Voor de duidelijkheid: het is een TI-84 Plus. Alvast heeeel erg bedankt ![]() | |
GlowMouse | zaterdag 19 april 2008 @ 22:32 |
Wordt N in je programma steeds groter? Als N groter is dan 1 kan ik me ook voorstellen dat hij het resultaat in een lijst (L1 t/m L9 uit mijn hoofd zijn beschikbaar) op wil slaan in plaats van in een normale variabele F. | |
teletubbies | zaterdag 19 april 2008 @ 23:17 |
het getal x=cos(2pi/7) zou ik graag willen uitdrukken in irreducibele radicalen over Q.Ik heb inmiddels al t minimumpolynoom kunnen vinden:f= 8x^3+4x^2-4x-1. Deze is irr. want f(x/2) is irreducibel (modulo 2 dacht ik). Maar ik zou graag willen weten wat irreducibele radicalen alweer betekenden en hoe ik verder zou moeten gaan om dit probleem om te lossen.. Nogmaals bedankt | |
MEMORICE | zaterdag 19 april 2008 @ 23:22 |
Stel je hebt een gewone graaf (dus geen meerdere lijnen of zelf lussen). Hoe kun je dan aantonen dat x(G)*x(Gc) >= v is. x(G) = het chromatisch getal (aantal kleuren nodig om de punten in G te kleuren) Gc = het complement van de graaf G v = het aantal punten in graaf G | |
GlowMouse | zaterdag 19 april 2008 @ 23:31 |
Leuke stelling, het bewijs lijkt een beetje op het bewijs dat χ >= |V|/α met α het cocliquegetal.SPOILER | |
MEMORICE | zaterdag 19 april 2008 @ 23:54 |
Waarom is m <= α? | |
GlowMouse | zondag 20 april 2008 @ 10:40 |
Omdat α het maximaal aantal punten is dat je dezelfde kleur kunt geven. Het cocliquegetal is namelijk het grootste aantal knopen zonder dat er een kant loopt tussen twee knopen, en meer punten dan dat kun je nooit dezelfde kleur geven. | |
MEMORICE | zondag 20 april 2008 @ 12:16 |
Ja, bedacht me dit later ook (toen ik de comp al afgesloten had), bedankt voor je antwoord! | |
Masanga | zondag 20 april 2008 @ 19:27 |
Een vraag: Je hebt 75 paden tussen punten A en B. Elk pad heeft een afstand x[i]. De kans dat het pad gekozen wordt is omgekeerd evenredig met de afstand, dus: hoe korter het pad, hoe meer kans. Hoe ga je te werk die kans per pad te bepalen? Recht evenredig is simpel, dan wordt de kans op pad i gelijk aan x[i]/som(x[i],alle i). Neem je 1- vorige voor elk pad, dan wordt de som van alle kansen 74. Deel je de kans voor elk pad dan door 74, dan kom je er wel (totale som van kansen=1), maar dat lijkt me niet te kloppen. Wie kan me helpen? Bij voorbaat dank! | |
GlowMouse | zondag 20 april 2008 @ 19:35 |
De kans dat een pad gekozen wordt is nu c/x[i]. Tel je al deze kansen op en stel je dat gelijk aan 1, dan kun je dat oplossen naar c en ben je klaar ![]() | |
zuiderbuur | zondag 20 april 2008 @ 19:46 |
quote:Kan je dat niet met de formule doen voor derdegraadsveeltermen? ![]() | |
teletubbies | zondag 20 april 2008 @ 21:59 |
cardano formule? Dat meen je niet ! Die formule is niet mooi! Maar goed, irreducibele radicalen zijn toch ....? wat zijn ze eigenlijk? het heeft te maken met x^n-a. Als deze irreducibel is dan krijg je een uitbreiding die radicaal en irreducibel is,, heb ik het goed begrepen? | |
TC03 | maandag 21 april 2008 @ 08:13 |
Ik heb twee normaalverdelingen. Eentje van [0 ... 21] en eentje van [28 ... 41]. Er wordt gevraagd wat de kans is dat het verschil kleiner is dan 16. Kan je dan gewoon zeggen dat het verschil ook normaal verdeeld is, alleen dan op het interval [7 ... 41]? | |
GlowMouse | maandag 21 april 2008 @ 10:13 |
quote:De normale verdeling werkt nooit op een interval, dus ik neem aan dat je de uniforme verdeling bedoelt (maakt voor de verdere uitwerking niet uit). Wat je moet doen, is kijken naar de kansverdeling van de som, en dat kan oa via de convolutieformule (doorscrollen tot kansrekening). | |
TC03 | maandag 21 april 2008 @ 10:32 |
Ik was wat vergeten te zeggen, de waardes van dit 'interval' zijn gelijk aan de mu+/-3*sigma. Het zijn wel twee normaal verdelingen, beide met bekende met mu en sigma, en je moet dus berekenen wat de kans is dat het verschil kleiner is dan 16... Snap je? ![]() | |
GlowMouse | maandag 21 april 2008 @ 11:14 |
Als je twee onafhankelijke normaalverdeelde stochasten optelt, heb je ook weer een normaalverdeelde stochast (volgt eenvoudig uit de mgf). Maar je wilt X-Y weten, niet X+Y, maar dat is gewoon X+(-Y) (waarbij je gebruikt dat -Y ook normaal verdeeld is, maar dan met 'interval' [-41 .. -28]. De verwachting is de som van de verwachtingen: (21+0)/2 + (-28-41)/2 = -24. De variantie is de som van de varianties: [ (21-0)/6 ]² + [ (-28+41)/6 ]² = 610/36 Het interval wordt dus ongeveer [-28.12 ... -19.88]. rekenfouten voorbehouden [ Bericht 49% gewijzigd door GlowMouse op 21-04-2008 11:20:39 ] | |
TC03 | maandag 21 april 2008 @ 13:13 |
Hmm, en dan wordt mu -24 en sigma (28.12-24)/3? Maar als ik dan de kans bereken dat het kleiner dan 16 (het gebied van -16 tot 0, toch?) is kom ik uit op hele kleine waardes, terwijl het antwoord 2,5% moet zijn. ![]() | |
GlowMouse | maandag 21 april 2008 @ 13:31 |
quote:Je berekening van sigma is onjuist, en ik zie niet hoe je dat gedaan hebt. Ik kom wel op 2.6% ![]() En als |X-Y| < 16 dan -16 < X-Y < 16, dus je moet niet kijken van -16 tot 0 maar van -16 tot 16. | |
TC03 | maandag 21 april 2008 @ 15:00 |
Ik snap hem. Held. ![]() | |
zuiderbuur | maandag 21 april 2008 @ 21:35 |
quote:Niemand heeft gezegd dat het leven mooi is. ![]() ![]() quote:Lijkt me een goede vraag? ![]() ![]() het heeft te maken met x^n-a. Als deze irreducibel is dan krijg je een uitbreiding die radicaal en irreducibel is,, heb ik het goed begrepen? [/quote] | |
ekain2 | dinsdag 22 april 2008 @ 13:53 |
x^3+3x^2+3s+1 en s^3+4s^2+3s+12 ontbinden in factoren alvast bedankt | |
BK89 | dinsdag 22 april 2008 @ 14:32 |
Klein, waarschijnlijk makkelijk, scheikunde vraagje: waar kan ik zien dat KOH(s) of C2H5O^- (aq) een sterke base is? Ik zie het niet staan bij Binas 49 of moet dat uit het hoofd? Alvast bedankt ![]() | |
Haushofer | dinsdag 22 april 2008 @ 14:33 |
quote:Ik neem aan dat je bij die eerste x bedoelt ipv s ? x3 + 3x2 + 3x + 1 = x (x2 + 3x + 3 ) + 1. Nu kun je x2 + 3x + 3 nog ontbinden, als je weet dat (x+a)(x+b) = x2 + (a+b)x + ab. Hier geldt a=3,b=3, en je moet dus (a+b)=3 a*b=3 oplossen. Dan kun je (x2 + 3x + 3) herschrijven. De details laat ik je zelf invullen ![]() | |
ekain2 | dinsdag 22 april 2008 @ 14:58 |
jah maar kheb dus problemen met x^2 + 3x + 3 te ontbinden en met de abc formule krijg je voor de discriminant - 256 | |
GlowMouse | dinsdag 22 april 2008 @ 16:16 |
Haus, dat is toch niet ontbinden? Hier is het toevallig (x+1)3, want je herkent gelijk het rijtje van het binomium (1 - 3 - 3 - 1). Algemeen zoek je bij een derdegraadspolynoom eerst een nulpunt, haal je (x-nulpunt) buiten haakjes (met een polynoomdeling), houd je daarna een kwadratische functie over en die is weer makkelijk. quote:OH- staat zeker wel in zo'n tabel als een sterke base. | |
borisz | dinsdag 22 april 2008 @ 16:40 |
Hoe los je dit op de hand op ? 1/(1+r) * 36,4 miljoen/r - 140 miljoen = 0. Antwoord is r = 0,2141 maar hoe kom je erop ? Ik kom er niet uit. [ Bericht 1% gewijzigd door borisz op 22-04-2008 16:54:09 ] | |
BK89 | dinsdag 22 april 2008 @ 16:41 |
quote:Oke, maar hoe kan ik bijvoorbeeld zien aan C2H5O^- (aq) dat het een sterke base is? | |
ekain2 | dinsdag 22 april 2008 @ 16:43 |
owjah wat stom van mij, dat kan je natuurlijk gwn met Horner oplossen of wat jij zegt met polynoomdeling. thanks! | |
BK89 | dinsdag 22 april 2008 @ 16:49 |
quote:1/(1+r) * (36,4 miljoen/r) = 140 miljoen (1*36,4 miljoen)/((1+r)*r)=140 miljoen (36,4 miljoen)/(r+r^2)=140 miljoen (r+r^2)*140 miljoen=36,4 miljoen r+r^2=0,26 miljoen r^2+r-0,26 miljoen=0 ABC formule toepassen X1=0,2141 X2=-1,214 X2 is niet van toepassing waarschijnlijk. | |
freiss | dinsdag 22 april 2008 @ 16:52 |
quote:1/(1+r) * 36,4 miljoen/r - 140 miljoen = 0 36,4 miljoen/(r+r2) = 140 miljoen r+r2= 36,4/140 = 0,26 r2 + r - 0,26 = 0 Wortelformule enz. | |
borisz | dinsdag 22 april 2008 @ 16:55 |
ok dank ![]() ![]() | |
Haushofer | dinsdag 22 april 2008 @ 17:35 |
quote:Ohwja, zit niet zo in die terminologie. In dat geval zou ik gebruiken dat (x+a)(x+b)(x+c) = x3 + (a+b+c)x2 + (ab+ac+bc)x + abc gebruiken en (a+b+c) = 3 ab+ac+bc = 3 abc=1 oplossen, wat inderdaad a=b=c=1 geeft. | |
Innocence | woensdag 23 april 2008 @ 15:01 |
Iemand een beetje handig met Matlab hier? Wil namelijk graag weten hoe ik het verschil tussen een originele dataset (x,y,z)-punten dus en een Delaunay triangulation van een subset hiervan bereken. Eerst de dichtsbijzijnde punten vinden met dsearch? Of is er een methode om het verschil tussen twee surfaces te berekenen? Red me! ![]() Bestaat er trouwens ook een functie om eenvoudig te 'binnen' (weet het nederlandse woord zo snel niet) zoals bijvoorbeeld gebeurd in een histogram? Doe het nu handmatig, maar dat veroorzaakt vaak fouten. [ Bericht 17% gewijzigd door Innocence op 23-04-2008 17:35:08 ] | |
speknek | donderdag 24 april 2008 @ 11:42 |
Die vrijheidsgraden van de F-test, mij is altijd geleerd dat dat (k-1, n-k) is. Maar nu heb ik de volgende situatie: Ik heb één predictor met twee levels (de proefpersonen hebben wel of niet iets opgelopen), en ik bekijk het resultaat op vier verschillende dimensies. Het totaal aantal proefpersonen is 30. Als ik dit invoer in Statistica berekent hij de F-test als F(4,25).. Dat krijg ik dus niet uit m'n eerdere berekening van vrijheidsgraden. Nou zie ik op het internet van iemand's slide dat zij het uitrekenen als F(k, n-(k+1)). Zo zou het misschien wel kunnen, maar wat is nou de juiste? | |
GlowMouse | donderdag 24 april 2008 @ 17:44 |
Je krijgt een F(DFM, DFE) verdeelde stochast als je SSM/DFM deelt door MSE/DFE waarbij je tevens een hoop aannames doet. Voor F(k-1, n-k) bekijk je dus het gecentreerde model. Hoe je aan F(k, n-(k+1)) komt, zie ik niet; mogelijk dat zij een iets andere definitie van k hebben (dat ze de constante niet meetellen). Kun je het volledige model specificeren? Ik snap namelijk niet wat je bedoelt met 'en ik bekijk het resultaat op vier verschillende dimensies'. | |
Innocence | donderdag 24 april 2008 @ 19:52 |
Niemand handig met Matlab? ![]() | |
teletubbies | donderdag 24 april 2008 @ 21:31 |
quote:[/quote] ik heb gevonden dat 2cos(2pi/7)-1/3=(7/54+i7/(6sqr(3))^(1/3)+(7/54-i7/(6sqr(3))^(1/3) (+ teken bij i7/.. kan ook een min zijn, in ieder geval zo'n uitdrukking). de vraag is: is 7/54 (+/-) i7/(6sqr(3)) een derdemachtswortel van een getal uit Q(sqrt(-3))?Dat is iets lastiger te bewijzen. Ik denk nu dat Galois theorie van pas is. Bijv door te kijken naar de uitbreiding Q < Q(sqrt(-3)) en misschien nog een uitbreiding L=Q(sqrt(-3)) < L( (7/54-i7/(6sqr(3))^(1/3)) te bekijken en dan laten zien dat deze van graad 3 is. Maar ik heb het nog allemaal vaag in mijn hoofd en weet niet hoe ik verder ga. | |
harrypiel | zaterdag 26 april 2008 @ 19:03 |
quote:kijk naar de baseconstante: die is voor sterke basen >> 101 oftewel pKb < -1 . Maar dat is ook als volgt beredeneren. Een oplossing van ethanol is niet zuur (pH blijf rond de 7 hangen), dus de geconjungeerde base C2H5O- moet wel sterk zijn (in feite is een alkoxyl-ion een sterkere base als het hydroxide-ion). [ Bericht 16% gewijzigd door harrypiel op 26-04-2008 19:40:43 ] | |
teletubbies | dinsdag 29 april 2008 @ 22:12 |
indien V dicht ligt in C (complexe getallen), dan ligt de verzameling {v^2, v in V} ook dicht iN C. Waarom:S. Geldt dit voor willekeurige gehele positieve machten in plaats van 2 ? dus v^k? | |
zuiderbuur | dinsdag 29 april 2008 @ 22:58 |
quote:Volgt dit niet gewoon uit het feit dat de machtsverheffing continu is? | |
teletubbies | dinsdag 29 april 2008 @ 23:48 |
okeey, dus als je een verzameling X hebt en A is een deelverzameling van X zodat A dicht ligt in X. en als f een continue afbeelding van X naar X. Dan ligt f(A) ook dicht in X?dit lijkt me een mooie stelling als die waar is | |
zuiderbuur | dinsdag 29 april 2008 @ 23:57 |
quote:Ik denk dat ze klopt. ![]() | |
thabit | woensdag 30 april 2008 @ 01:14 |
Neem een constante afbeelding als tegenvoorbeeld. | |
thabit | woensdag 30 april 2008 @ 01:18 |
De stelling geldt wel als f naast continu ook nog surjectief is. Een afbeelding f:X->Y is continu dan en slechts dan als voor elke deelverzameling A van X geldt dat f(afsl(A)) bevat is in afsl(f(A)). Dus als f surjectief is en A dicht, dan volgt hieruit dat f(A) ook dicht is. | |
teletubbies | woensdag 30 april 2008 @ 11:02 |
bedankt ![]() [ Bericht 95% gewijzigd door teletubbies op 30-04-2008 11:24:36 ] | |
JOO | donderdag 1 mei 2008 @ 16:15 |
Ik keek naar het examen Nask2 van vorig jaar om voor mn examen te oefenen en daar in staat de vraag: Al je iets wilt verven, moet je het te schilderen oppervlak eerst reinigen. Daarvoor kan ammonia worden gebruikt. In een bouwmarkt wordt voor dit doel een ander schoonmaakmiddel, St Marc®, verkocht. Vincent heeft in de bouwmarkt een pak St Marc gekocht. Op de verpakking van dit schoonmaakmiddel staat de waarschuwing: 'irriterend voor de ogen'. Deze waarschuwing wordt ook aangeduid met een pictogram. Wat is de chemische notatie van ammonia? A NH3(aq) B NH3(g) C NH4(aq) D NH4(g) Ik wist het antwoord niet dus keek ik bij de antwoorden en daar stond dus A, maar hoezo is het antwoord A? [ Bericht 2% gewijzigd door JOO op 01-05-2008 16:44:46 ] | |
BK89 | donderdag 1 mei 2008 @ 19:37 |
quote:A Ammonia B Ammoniak C Ammonium D ? Weet niet zeker hoor, ben erg slecht in SK. Kan iemand dit ff bevestigen: Sterkste reductor (laagste E^0) is bij de negatieve elektrode. Sterkste oxidator (hoogste E^0) is bij de positieve elektrode. [ Bericht 4% gewijzigd door BK89 op 01-05-2008 19:44:18 ] | |
GlowMouse | donderdag 1 mei 2008 @ 19:59 |
quote:Bij elektrolyse of bij een elektrochemische cel? | |
BK89 | donderdag 1 mei 2008 @ 20:28 |
quote:Is dat dan verschillende voor die twee? | |
GlowMouse | donderdag 1 mei 2008 @ 20:47 |
quote:Ja, bij een elektrochemische cel verloopt de redoxreactie op de normale manier, reductor staat elektronen af die via een draadje naar de oxidator lopen (reductor is dus de negatieve elektrode, oxidator de positieve). Bij een elektrolyse zet je spanning op de beginstoffen zodat de reactie precies de andere kant oploopt: bij de negatieve elektrode zitten lekker veel elektronen, dus daar zit de oxidator om ermee te reageren. | |
zuiderbuur | donderdag 1 mei 2008 @ 20:47 |
quote: ![]() ![]() | |
BK89 | donderdag 1 mei 2008 @ 21:25 |
quote:Oke, bedankt, daarom raakte ik telkens in de war ![]() | |
lemonlime | donderdag 1 mei 2008 @ 21:39 |
Ik heb een kansberekenings vraagje. Het gaat eigenlijk over perceptie van klemtoon op woorden met twee of drie lettergrepen maar ik vertaal het even naar multiple-choice vragen ( is iets duidelijker): Eén soort vragen heeft twee mogelijke antwoorden ( zeg A en B), de andere soort vragen heeft drie mogelijke antwoorden (zeg A, B en C). Nu wil ik statistisch bewijzen dat er bij de tweede soort vragen meer foute antwoorden zijn gegeven, maar dan wel onafhankelijk van het mogelijke aantal antwoorden. Oftewel: hoe kan ik binaire en tertiaire multiple-choice vragen met elkaar vergelijken?? Iets van kans-correctie ofzo? Zal vast wel een formule voor zijn. | |
GlowMouse | donderdag 1 mei 2008 @ 21:55 |
quote:Statistisch kun je niets 'bewijzen'. Je observaties kunnen immers elke keer anders zijn. Met kansrekening kun je dingen wel bewijzen, maar dan moeten die dingen wel kloppen. Omdat je met kansen werkt, kan het prima zo zijn dat je bij de tweede soort vragen toch meer goede antwoorden terug krijgt. Wat je hier wilt bewijzen is dat voor iedere x de kans dat je ten hoogste x fouten maakt niet groter is bij het 3-keuzeding dan bij het 2-keuzeding (zoekwoord: stochastically larger). Met de cdf van de binomiale verdeling is dat eenvoudig te bewijzen (schrijf het als som van de pdf, en kijk naar de termen afzonderlijk). | |
teletubbies | donderdag 1 mei 2008 @ 22:15 |
quote:ik gebruik meestal de andere equivalente formulering van continuiteit: als het inverse beeld van een open deelverzameling open is. Niet gedacht nuttig kan zijn | |
lemonlime | donderdag 1 mei 2008 @ 22:30 |
quote:Ik begrijp je... behalve de laatste zin (ben een statistiek-leek ![]() Kun je het iets duidelijker uitleggen? Ik probeer aan te tonen dat er op bepaalde woorden met drie lettergrepen meer fouten worden gemaakt bij het herkennen van de klemtoon dan bij woorden met twee lettergrepen ( maar dan door een taalkundige oorzaak en niet omdat er bij de drielettergrepige woorden nou eenmaal meer mogelijkheden zijn om fouten te maken) | |
lemonlime | donderdag 1 mei 2008 @ 23:20 |
quote:Hoe bedoel je, dat je aan neemt dat ik alles gok? Het gaat om een echt experiment ( 78 proefpersonen maal 150 woorden) Heel erg bedankt voor de formules, daar kan ik in ieder geval weer een stuk verder mee ![]() | |
GlowMouse | donderdag 1 mei 2008 @ 23:36 |
Als je niet gokt maar met zekerheid het juiste antwoord kiest, maakt het aantal mogelijkheden niet meer uit. Dan heb je gewoon altijd alles goed. Kies je met een beetje zekerheid het juiste antwoord, dan zijn de kansen natuurlijk ook niet 1/2 en 1/3. | |
teletubbies | vrijdag 2 mei 2008 @ 22:22 |
kent iemand een leuke manier om int(xsin(x)/(1+x²), x=-oo,+oo) uit te rekenen?! Als je complexe analyse moet gebruiken dan kun je gebruik maken van Lemma van Jordan, door een functie f(z) =eizzsin(z)/(1+z²) en g te nemen: g(z)=zsin(z)/(1+z²). De bijbehorende krommen zijn: y1 een parametrisatie van een lijnstuk [-R,R] en y2 een parametristatie van een cirkel met middelpunt 0 en straal R. Dan ligt één pool van orde één binnen de halve cirkel. Het probleem is dat de abs( kring integraal van f(z) over y2 ) niet naar 0 gaat als R naar oneindig gaat, gezien abs( kring integraal van f(z) over y2 ) <= length(y2)* max |f(z)| over y2 <=pi.R.max |f(z)| over y2 <=pi.R.R/(R2-1) en deze gaat niet naar 0 als R heel groot is. Doe ik iets fout of moet er inderdaad een trucje gebruikt worden? | |
Innocence | zaterdag 3 mei 2008 @ 10:15 |
quote:Ik zou toch nog heel graag antwoord willen hierop. Niemand? | |
zuiderbuur | zaterdag 3 mei 2008 @ 12:11 |
quote:Het is niet omdat jouw afschatting niet werkt dat het niet naar nul kan gaan. Hier lees je een goed bewijs van Jordan en een formulering Overigens denk ik dat jij gewoon de functie z/(1+z*z) en z*exp(z*I)/(1+z*z) hoort te gebruiken? ![]() Anders zit je met twee sinussen?? Je bekomt dat de kringintegraal (via de residustelling) altijd Pi* i /e terwijl het gedeelte op de halve cirkel naar nul streeft Het resultaat zou moeten zijn dat Pi/e jouw integraal is, terwijl je er gratis nog bij krijgt dat die van cos(x)*x/(1+x*x) gelijk is aan nul (maar dat is niet zo verwonderlijk want die functie is oneven) ![]() [ Bericht 7% gewijzigd door zuiderbuur op 03-05-2008 12:24:20 ] | |
thabit | zaterdag 3 mei 2008 @ 12:38 |
quote:Je kunt zo'n kwadratische vorm als volgt maken. Neem het lichaam F_{q^2}, dit is een tweedimensionale vectorruimte over F_q. Daarop neem je de normvorm, in dit geval is dat x -> x^{q+1}. (okee, je kunt de vorm ook nog met een niet-kwadraat vermenigvuldigen, maar dat maakt voor de automorfismen natuurlijk niet uit). De dihedrale groep komt dan als volgt tevoorschijn: enerzijds heb je de groep van elementen van F_{q^2}^* van norm 1, die werkt als vermenigvuldiging. Dit is een cyclische groep van orde q+1. Verder heb je ook nog het lichaamsautomorfisme x->x^q van orde 2. De groep voortgebracht door deze twee zaken is de dihedrale groep van orde 2(q+1) die de normvorm invariant laat. | |
zuiderbuur | zaterdag 3 mei 2008 @ 13:59 |
quote:Knap. ![]() quote:Ik zie het idee wel, maar niet alle details. Is het zo triviaal dat dat de enige elementen zijn bijvoorbeeld die de normvorm invariant laten? ![]() | |
thabit | zaterdag 3 mei 2008 @ 14:27 |
quote:Goed, details moeten nog even uitgeschreven worden, maar als je het idee hebt is dat niet moeilijk meer. Maar goed, laten we bewijzen dat de geclaimde groep G inderdaad de groep van alle automorfismen is. Zij x een element van orde q+1, dan is (1,x) een basis voor F_{q^x}/F_q. Als we nu een automorfisme hebben dan kunnen we door samenstelling met een vermenigvuldiging uit G zvva veronderstellen dat ons automorfisme 1 naar 1 stuurt. Het element x moet naar een element van norm 1, zeg y. We moeten laten zien y=x of y=x^q, dan zijn we klaar want beide mogelijkheden zitten in G. Het element ax+b moet naar een element van dezelfde norm: N(ax+b)=N(ay+b). Uitwerken geeft a^2+b^2+ab(x+x^q)=a^2+b^2+ab(y+y^q). Als we nu a=b=1 invullen zien we x+x^q=y+y^q, ofwel x+1/x=y+1/y want norm=1. Vermenigvuldigen met y geeft een kwadratische vergelijking waarvan de twee oplossingen y=x en y=1/x=x^q zijn. | |
teletubbies | zaterdag 3 mei 2008 @ 18:27 |
quote:de functie heb ik inderdaad verkeerd getypt. Ik zal kijken naar een goede afschatting of de stelling 10x lezen. | |
mrbombastic | zondag 4 mei 2008 @ 17:54 |
De volgende functie moet ik differentieren naar theta, kx1 vector, maar ik heb geen flauw idee wat er van klopt. A is een symmetrische matrix. ![]() | |
BK89 | dinsdag 6 mei 2008 @ 13:42 |
W door Fe= Fe*s=q*(VA-VB)= q*(delta V)= (delta Ek) (W door Fe: arbeid door Fe in J) (Fe: kracht van lading q in N) (s: …) =>s=(1/2)*a*t^2 (q: lading in C) (VA: potentiaal van plaat A in V of J/C) (VB: potentiaal van plaat A in V of J/C) (delta V: potentiaalverschil in V of J/C) (delta Ek: kinetische energieverschil in J) Wat is s en wat is de eenheid van s? Alvast bedankt ![]() | |
Innocence | dinsdag 6 mei 2008 @ 16:28 |
s is een afstand of verplaatsing. Het is namelijk de versnelling a, tweemaal geintegreerd naar de tijd ![]() De eenheid is dan inderdaad ook m, want [N*m] = [J] | |
Ki08 | dinsdag 6 mei 2008 @ 20:51 |
Wie kan mij helpen met de volgende lineaire algebra opgaven?? 1) Breng het volgende stelsel lineaire vergelijking op rijtrapvorm, concludeer of hij oplosbaar is en geef, zo ja, alle oplossingen aan. x1 + 2x2 − 3x3 + 2x4 = 2 2x1 + 5x2 − 8x3 + 6x4 = 5 3x1 + 4x2 − 5x3 + 2x4 = 4 2) Bepaal de waarden van de parameter a zo dat de aangegeven stelsels lineaire vergelijkingen: (a) een eenduidige oplossing hebben, (b) meerdere oplossingen hebben, (c) niet oplosbaar zijn: ![]() 2x1 + 3x2 + ax3 = 3 x1 + ax2 + 3x3 = 2 (ii) x1 + x2 + ax3 = 2 3x1 + 4x2 + 2x3 = a 2x1 + 3x2 − x3 = 1 3) Vind een veelterm a3x3 + a2x2 + a1x + a0 van graad 3, waarvan de grafiek door de punten (−1, 10), (0, 4), (1, 2) en (2,−2) gaat. | |
GlowMouse | dinsdag 6 mei 2008 @ 21:27 |
Heb je bij 1 en 2 zelf al wat gedaan? Het zijn echt standaardopgaven. Bij 3: los op ATAx=ATb met A de x-waarden van je meetpunten (eerste kolom van A zet je x³, tweede x², derde x, vierde 1) en b de y-waarden van je meetpunten. | |
BK89 | woensdag 7 mei 2008 @ 16:47 |
quote:Bedankt ![]() ![]() Iemand tips voor compex-vaardigheden? Een site waar je het kan oefenen ofzo? Heb niet echt opgelet tijdens het les, zag er zo saai uit en ik dacht dat ik het niet echt nodig had... [ Bericht 5% gewijzigd door BK89 op 07-05-2008 18:07:20 ] | |
Niconigger | woensdag 7 mei 2008 @ 20:01 |
Hier een natuurkundige vraag: Hangt de trillingstijd af van de massa? Volgens het boek is de trillingstijd onafhankelijk van de massa en uitwijking, maar uit de meetresultaten blijkt dat de trillingstijd wel degelijk anders is. Zijn de meetresultaten verkeerd/onnauwkeurig of hangt de trillingstijd wél af van de massa? | |
GlowMouse | woensdag 7 mei 2008 @ 20:04 |
quote:Kijk eens naar de afleiding van de slingerformule zou ik zeggen. Er worden een hoop aannames gedaan, waarbij soms niet aan voldaan wordt. Ik zal er eentje verklappen, de rest kun je zelf wel vinden: er wordt uitgegaan van een puntmassa die slingert aan een massaloos touw van lengte l. Wanneer de massa van het touw niet meer verwaarloosbaar is tov de slingerende massa, dan komt hierdoor een grote afwijking in de formule. | |
Niconigger | woensdag 7 mei 2008 @ 20:24 |
Bedankt, hier kan ik wel wat mee, ik zie het nu ook staan: slinger bestaande uit een puntmassa m opgehangen aan een niet rekbare, gewichtsloze draad met lengte l. [...] De slinger is dus onafhankelijk van de massa en van de amplitudo (dwz. van de ligging van de uiterste standen). Net overheen gelezen ![]() | |
Ki08 | woensdag 7 mei 2008 @ 20:55 |
Bij vraag 1 kom ik niet verder dan: x1 + 2x2 - 3x3 + 2x4 = 2 x2 - 2x3 + 2x4 = 1 -2x2 + 4x3 - 4x4 = -2 Maar als je dan de 2e vergelijking met -2 vermenigvuldigd en bij de 3e optelt, krijg je 0 = 0. En volgens mij klopt dat niet of wel? | |
GlowMouse | woensdag 7 mei 2008 @ 21:03 |
Dat klopt wel, want 0 is toch altijd gelijk aan 0? Dat je een nulrij krijgt, betekent dat één vergelijking een lineaire combinatie is van de overige vergelijkingen. Kijk maar of je hem verder geveegd krijgt. Het antwoord moet uiteindelijk zijn: [x1 x2 x3 x4] = [0 1 0 0] + x3*[-1 2 1 0] + x4*[2 -2 0 1] | |
Ki08 | woensdag 7 mei 2008 @ 21:24 |
Ik snap echt niet hoe je bij dat antwoord komt, want de 2e en 3e vergelijking zijn dus 0, dus x2 = x3 = x4 = 0. En dan krijg je uiteindelijk x1 = 2. Maar als je dit invult in de vergelijkingen, klopt het niet. Hoe kom je bij dit? en wat betekent dat allemaal? : [x1 x2 x3 x4] = [0 1 0 0] + x3*[-1 2 1 0] + x4*[2 -2 0 1] | |
GlowMouse | donderdag 8 mei 2008 @ 00:08 |
Nee, alleen de derde vergelijking wordt 0. Als je een vergelijking bij een andere optelt, verandert alleen de vergelijking waar je wat bij optelt. Een nulrij betekent bovendien dat 0*x1+0*x2 + 0*x3 + 0*x4 = 0, dus dat zegt absoluut niet dat x2 = x3 = x4 = 0. Dat was anders als er stond 1*x1+1*x2 + 1*x3 + 1*x4 = 0, maar dat staat er niet. Heb je geen lineaire algebra boek waarin dit soort dingen staan uitgewerkt? | |
Niconigger | donderdag 8 mei 2008 @ 11:11 |
Weer een vraag ![]() | |
TC03 | donderdag 8 mei 2008 @ 11:19 |
Als het systeem niet in beweging is, is de nettrokracht op het systeem 0. De kracht tegengesteld gericht aan Fz (= Fv) moet dan even groot zijn als Fz. Dus ja, Fz = Fv. Bij dit soort vragen altijd een tekeningetje maken van het systeem met de krachten erop, dan zie je het meteen. | |
pfaf | donderdag 8 mei 2008 @ 11:21 |
De kracht op de veer is dan waarschijnlijk de massa van de massa aan de veer maal 9.8. Al is de situatie niet helemaal duidelijk. - beetje laat - [ Bericht 9% gewijzigd door pfaf op 08-05-2008 11:22:16 ( ) ] | |
TC03 | donderdag 8 mei 2008 @ 11:22 |
quote:Ja, die kracht is al bekend volgens mij. | |
Niconigger | donderdag 8 mei 2008 @ 11:28 |
En hoe bereken je dat dan als je twee veren onder elkaar/naast elkaar hebt hangen? (massa van de veer is niet bekend). Als de massa van de veer verwaarloosbaar is, geldt dan bij twee veren ook Fz=Fv | |
GlowMouse | donderdag 8 mei 2008 @ 11:38 |
Onder elkaar/naast elkaar is een groot verschil. Probeer zoals TCO3 aanraadde een tekening te maken en daarin alle krachten te tekenen. | |
BK89 | donderdag 8 mei 2008 @ 14:08 |
Klein vraagje, is een elektrisch veld tussen twee platen hetzelfde als een homogeen elektrisch veld? | |
Niconigger | donderdag 8 mei 2008 @ 15:01 |
In een homogeen elektrisch veld liggen alle veldlijnen even ver uit elkaar, veldsterkte is overal even groot en veldlijnen hebben overal dezelfde richting. En meestal ligt dat homogene elektrische veld tussen twee platen. | |
GlowMouse | donderdag 8 mei 2008 @ 15:01 |
quote:Gaat dat aan de rand van de platen ook goed? | |
Niconigger | donderdag 8 mei 2008 @ 15:04 |
het gaat dan om platen van een geladen condensator. Dat is wat ik weet over homogene elektrische velden ![]() | |
Niconigger | donderdag 8 mei 2008 @ 15:04 |
![]() | |
BK89 | donderdag 8 mei 2008 @ 15:58 |
quote:Ja, dat dacht ik ook maar ik vond het raar dat de twee apart staan in het Samengevat boekje. Edit: Kheb het gevonden: Homogeen veld: treedt op tussen geladen platen van een vlakke condensator. Bedankt, kan ik eindelijk verder ![]() | |
TC03 | donderdag 8 mei 2008 @ 16:20 |
Lijkt me stug dat je op de middelbare school ook niet-homogene velden krijgt, dus geen reden om je zorgen te maken. ![]() | |
Niconigger | donderdag 8 mei 2008 @ 16:25 |
klopt dat krijgen we ook niet, ik vond dit al lastig genoeg ![]() | |
BK89 | donderdag 8 mei 2008 @ 23:54 |
Oh ja, tip voor mensen: http://tomcat.schoolsite.utwente.nl/olo/?teletopAction=singleSignonLogin&t=20080214211533&i=D.&v=D&f=&a=Jan&e=dirkjan@mailinator.com&c=AK0%2CBI1%2CLA0%2CMA0%2CMO0%2CMU0%2CNA2%2CSK2%2CSP0%2CWA2%2CWB2%2CDU1%2CEN0%2CFI0%2CFR1%2CFS0%2CGS0%2CGR0&o=4207962&x=0&s=Scholier&h=B2781076EB7665702BCB683A9225DC26 Staan alle basis dingen uitgelegd door flashfilmpjes, heel handig als je het al lang niet meer had gehad. | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 10:51 |
![]() | |
Daantke | vrijdag 9 mei 2008 @ 10:54 |
T = 2 * pi * wortel(m/C) toch? Dus grotere veerconstante = kortere trillingstijd | |
GlowMouse | vrijdag 9 mei 2008 @ 10:58 |
Als de vraag is om te onderzoeken wat de invloed is van de veerconstante, dan is het toch logisch dat de veerconstante niet gegeven wordt? Je probeert gewoon wat waarden, en als er een andere trillingstijd uitkomt dan weet je dat de trillingstijd afhankelijk is van de veerconstante. Ben je er al achter wat de relatie is tussen Fv en Fz bij twee veren naast elkaar of onder elkaar? | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 10:58 |
geldt dat ook als je twee veren naast elkaar/onder elkaar hebt hangen? En is Fv in dit geval gelijk aan Fz? We moetenu het berekenen met F=C*u. C is dus onbekend en F weet ik niet (behalve als die gelijk is aan Fz) | |
BK89 | vrijdag 9 mei 2008 @ 10:59 |
alpha= 4/2He rechts beta-=0/-1e rechts beta+=0/1e rechts K-vangst=0/-1e links Klopt dit? En wat is Y- en n-straling 1/0n links is toch n-straling? | |
Merkie | vrijdag 9 mei 2008 @ 12:48 |
Ok, had het toch goed. De veerconstante halveert. Als je aan de onderste veer trekt rek je de veer uit, maar de reactiekracht in het ophangpunt rekt de bovenste veer evenveel uit waardoor de bovenste veer evenveel uitrekt en je veerconstante dus halveert ![]() [ Bericht 64% gewijzigd door Merkie op 09-05-2008 12:58:09 ] | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 12:53 |
![]() | |
GlowMouse | vrijdag 9 mei 2008 @ 12:56 |
Bij twee veren naast elkaar: welke kracht werkt er op één veer? Hoeveel rekt die veer dan uit? Hoe groot is de uitwijking dan voor het hele systeem? Zoals ik die twee veren onder elkaar zou beredeneren: de massa m hangt aan de onderste veer. Op die veer werkt dus een kracht m*g omlaag. Oh maar de veer hangt stil dus moet er ook een kracht m*g omhoog werken. Aan de bovenste veer wordt dus ook met kracht m*g getrokken. Omdat aan beide veren met kracht m*g getrokken wordt, is de uitwijking per stuk u = m*g/C, zodat de totale uitwijking 2*m*g/C is. Maar dan geldt Csysteem = F/u = F / (2*m*g/C) = C/2. | |
Merkie | vrijdag 9 mei 2008 @ 12:58 |
quote:Maak altijd een tekeningetje waarin de krachten in evenwicht zijn. Dan zie je wat er aan de hand is. | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:00 |
heb ik gedaan ![]() | |
GlowMouse | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:02 |
Heb mijn vorige post nog wat aangepast. Leuk vraagje nog voor erbij: die onderste veer wordt met kracht m*g omlaag getrokken, maar ook met kracht m*g omhoog door die bovenste veer. Werkt er dan niet een kracht 2*m*g op? | |
Merkie | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:02 |
quote:Dat klopt. Had je ook de krachten getekend die de veren op elkaar uitoefenen? Dan kan je zien dat beide veren evenveel uitrekken. | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:04 |
@ Glowmouse: de massa van de veren is verwaarloosbaar, de massa die eraan hangt is (0,250 kg) --> Fz=2,4525 N, u is 7 en 10 cm. Fv=Fz Fz=C*u C=Fz/u C=2,4525/0,07 of 0,10 = 35 N/m of 24,5 N/m of ben ik nu helemaal verkeerd bezig ![]() | |
GlowMouse | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:06 |
quote:Dikgedrukte klopt niet meer bij twee veren naast elkaar. Ik zie trouwens dat de uitwijking verschilt per veer. Hangt de massa wel recht? Let ook op dat je 'of' nu verkeerd gebruikt. Bij 'of' heb je altijd de situatie die er links van staat, of de situatie die er rechts van staat. Rechts staat nu '0,10 = 35 N/m', en dat is natuurlijk onzin. | |
Merkie | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:07 |
Je bent niet verkeerd bezig, maar GlowMouse bedoelt iets anders in z'n vraag. Omdat je twee veren onder elkaar hebt hangen rek je met de Fz (=Fv) beide veren uit. Maar doordat je de bovenste veer eveneens uitrekt (en de veerkracht van de bovenste veer dus ook Fv is) trekt deze aan de bovenkant van de veer, waardoor er dus aan twee kanten van de veer met Fv wordt getrokken. Is de totale kracht op de veer dan niet 2Fv? Of reageerde je daar niet op ![]() | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:10 |
Ja de opdracht was verschillende uitwijkingen te geven. Bij de twee veren naast elkaar hangt er 1 massa aan. Dus niet aan allebei de veren een aparte massa. Maar dan geldt Fv=Fz wel voor twee veren onder elkaar | |
GlowMouse | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:13 |
quote:Maak eens met Paint een schetsje van de situatie, want ik snap er niets van. Probeer ook alvast de krachten aan te geven. quote:Dat vroegen we ons juist af: geldt voor de onderste veer niet Fv = 2*Fz, want die bovenste veer trekt ook nog eens met Fz aan de onderste veer. | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:19 |
[img=http://img294.imageshack.us/img294/1030/massaveer1tp6.th.png] twee veren naast elkaar [img=http://img294.imageshack.us/img294/8533/massaveer2ke3.th.png] twee veren onder elkaar | |
Merkie | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:21 |
quote:Dat is naast elkaar en niet onder elkaar? | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:23 |
aangepast | |
GlowMouse | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:24 |
Het verschil in uitwijking komt niet geheel tot uitdrukking bij de veren naast elkaar, maar goed. Waar de twee veren onderaan bij elkaar komen, werkt een kracht van Fz omlaag. Hoe groot is dan de kracht per veer omhoog? | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:27 |
bij de 2 veren naast elkaar geldt: beide veren hebben een uitrekking van 7 cm/10 cm Is die kracht op de 2 veren dan niet even groot als Fz (massaveer is tenslotte verwaarloosbaar). Dus per veer Fz/2 | |
GlowMouse | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:28 |
Heel goed, nu is het berekenen van de veerconstante makkelijk ![]() Blijft over deze vraag voor de veren onder elkaar: quote: | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:31 |
bedankt ![]() ![]() | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:34 |
conclusie: 2 veren naast elkaar: per veer geldt Fz/2 2 veren onder elkaar: Fv=2*Fz (veer 1 wordt uitgetrokken met m*g en veer 2 ook met m*g, en veer 2 rekt veer 1 ook uit --> Fv=2(m*g) | |
GlowMouse | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:38 |
quote:Ho wacht even, dit is geen consequente conclusie. De bovenste veer wordt ook ergens vastgehouden, en om te voorkomen dat de veer niet hard naar beneden valt, moet daar dus ook een kracht van m*g werken. Ook op de bovenste veer werkt dus een kracht van m*g naar boven, en van m*g naar beneden. De vraag was of je nu moet rekenen met een kracht van 2*m*g. | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:41 |
Ik denk het wel, want meer gegevens zijn niet bekend (kracht van statief op veer/gegevens veer onbekend) m*g op veer 1 (door veer2 + massa) en m*g op veer 2 (door massa) | |
GlowMouse | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:48 |
Nee, bij een veer bekijk je om de veerconstante te bepalen maar naar de kracht aan één kant van de veer. De kracht aan de andere kant is toch hetzelfde, dus het is onzinnig om die mee te nemen in de definitie. Op beide veren werkt dus een kracht van m*g zodat ze elk u uitrekken (ondanks dat veer 2 aan veer 1 trekt, zie eerste zin). Op het totale systeem werkt een kracht van m*g dat daardoor 2u uitrekt. | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:52 |
1) C = F/u = F / (2*m*g/C) = C/2. 2) Fv=2*Fz Deze twee beweringen spreken elkaar tegen.. Ik ga dan toch voor de tweede, omdat die het meest logisch lijkt in deze situatie (zie hierboven) | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:54 |
dan gaat dus quote:niet op. F=C*u C=F/2u <-- dit geldt | |
TC03 | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:56 |
Bij twee veren onder elkaar: De veerkracht wordt niet twee keer zo groot, die blijft gewoon gelijk aan Fz. Twee veren onder elkaar is hetzelfde als één veer twee keer zo lang maken. De uitrekking wordt dus twee keer zo groot, maar de veerkracht blijft gelijk. In totaal moet immers nog steeds de massa van 0,250 kg niet naar beneden vallen, dus de kracht omhoog is altijd nog gewoon Fz. | |
TC03 | vrijdag 9 mei 2008 @ 13:57 |
quote:Ja. | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 14:00 |
gelukkig, dan ben ik er (eindelijk ![]() ![]() conclusie onder elkaar; C=F/2u naast elkaar; C=0,5F/u quote: | |
Merkie | vrijdag 9 mei 2008 @ 14:00 |
Fv=2*Fz is een bewering die gemaakt werd omdat er aan beide kanten aan getrokken wordt als je puur naar het schematische krachtentekeningetje kijkt. Aan jou in eerste instantie de vraag of die bewering klopt, jij was het er mee eens maar dat is dus niet zo ![]() De kracht waarmee aan de bovenkant wordt getrokken is een reactiekracht, als je het hele systeem bekijkt zou je het als een interne kracht kunnen zien. Wat van belang is, is om te zien dat er altijd een reactiekracht optreedt. Ook als je hem aan het plafond zou hangen heb je een reactiekracht naar boven en wordt er dus volgens het tekeningetje in feite aan twee kanten aan getrokken. Er moet immers krachtenevenwicht zijn. | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 14:05 |
dat tekeningetje is niet echt duidelijk (paint is niet mijn sterkste kant ![]() quote:klopt dan ga ik verder. Volgens mij, als ik alle hints e.d. lees klopt dat wel | |
Merkie | vrijdag 9 mei 2008 @ 14:08 |
quote:Je zegt twee keer hetzelfde. | |
TC03 | vrijdag 9 mei 2008 @ 14:10 |
Klopt niet, maar je begrijpt het denk ik wel... In ieder geval: C2 veren naast elkaar = 2*C C2 veren onder elkaar = C/2 | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 14:14 |
oooo shit, ik ben echt heul slecht hierin ![]() die onder elkaar weet ik zeker van dat die goed is | |
Merkie | vrijdag 9 mei 2008 @ 14:18 |
quote:F/(2u) = 0.5F/u. Delen door 2 is vermenigvuldigen met een half, dus daarom zeg je twee keer hetzelfde. | |
Niconigger | vrijdag 9 mei 2008 @ 14:45 |
ja dat zie ik, maar geldt dan niet (voor 2 veren naast elkaar) C=2F*u | |
Merkie | vrijdag 9 mei 2008 @ 17:19 |
Jawel, maar jij zei 0.5F*u. | |
BK89 | vrijdag 9 mei 2008 @ 17:56 |
Ik zet nooit die apparaten in elkaar dus klein vraagje over natuurkunde: http://downloads.kennisne(...)wo_na12_2003_2_c.pdf (blz 4, vraag 1) Het maakt toch niets uit of je de + van de voltmeter in de linker of in de rechtergat van de motor stopt? | |
Merkie | vrijdag 9 mei 2008 @ 18:04 |
quote:Jawel, als je het andersom doet geeft 'ie het voltage negatief aan en dat kan een analoge Voltmeter niet, dus krijg je geen uitslag. Staat ook bij: quote: | |
BK89 | vrijdag 9 mei 2008 @ 18:39 |
quote:Oke, bedankt ![]() | |
MeScott | zaterdag 10 mei 2008 @ 00:14 |
Over 1,5 week ga ik proberen te laten zien dat ik een VWO-diploma waard ben, maar waar ik de afgelopen drie jaar nog wel eens tegenaan gelopen ben tijdens het maken van SE's, is de eenheden bij verschillende formules. In BINAS staan dan wat formules, alleen er staan geen eenheden bij. Bijvoorbeeld F = C × u. Kracht is natuurlijk in newton, maar de u, en C ? Kies ik de u in centimeters (waar het bij die formule toch vaak om gaat, een veer die een meter uitrekt heb ik nog nooit gezien iig ![]() Zelfde geldt voor de algemene gaswet, moet de druk nou in bar of in pascal ? En de temperatuur in graden Celsius of Kelvin ? Ik heb een vermoeden hoe het precies zit, namelijk dat er altijd de eenheden worden gebruikt uit het SI-stelsel. Klopt dit voor élke formule, of is het voor elke formule weer anders en moet ik het toch gaan onthouden ? | |
Merkie | zaterdag 10 mei 2008 @ 00:21 |
Maakt niet uit bij de veerconstante. Als je de uitrekking in centimers invult en een kracht in kN, dan krijg je een veerconstante in kN/cm. Maakt niet uit, het is niet gebruikelijk, maar de eenheden kloppen wel. Als je veerconstante in N/m gegeven is, dan moet je de kracht in Newton invullen om er meters uit te krjigen, of de uitrekking in meters om er Newtons uit te krijgen. Het inzicht in eenheden is heel belangrijk, dan hoef je geen formules te onthouden namelijk. Kijk maar: Eenheid van veerconstante is doorgaans N/m. Daar staat dat je Newtons moet delen door meters om de veerconstante krijgen. Zelfde met snelheid, de eenheid van snelheid is m/s, ook hier kan je uit de eenheid zien dat je meters door door secondes moet delen. Bij het geval van de ideale gaswet is het iets anders. Doorgaans vul je druk in in Pascal, temperatuur in Kelvin, en volume in m³. Jouw vermoeden hoe het zit is niet correct, het is namelijk zo dat je niet persé een bepaalde eenheid in hoeft te vullen. Behalve in het geval van temperatuur dan. In het geval van de ideale gaswet kan je ook de druk in bar invullen en het volume in 10*cm³ om exact hetzelfde antwoord te krijgen. Wel moet ik zeggen dat het makkelijk is om in SI-eenheden te werken, aangezien gegevens meestal in die eenheid worden aangereikt en je dus niks hoeft om te rekenen ![]() | |
gek_kuikentje | zaterdag 10 mei 2008 @ 00:27 |
Alles in de SI-standaardeenheden, die ook in BINAS te vinden zijn. Dus u in meters, T in kelvin (tenzij het om een verschil gaat, dan kan graden celsius natuurlijk ook) enzovoort... | |
MeScott | zaterdag 10 mei 2008 @ 00:59 |
De formule voor de veerconstante is F= C × u. Dus C= F / u. Als ik F in kN neem en u in mm, dan komt daar een heel laag getal uit (immers, je hoeft maar heel weinig kracht te zetten om een veer een paar mm uit te rekken). Je zit dan dus met een erg kleine C. Ga je dit getal verder gebruiken, bijvoorbeeld in de formule T = 2pi sqrt (m / C) (trillingstijd van een massa-veersysteem berekenen) dan heeft een kleine C dus invloed op de trillingstijd, die wordt daardoor groter. Voor in de tweede formule maakt het dus absoluut uit of C groot of klein is, en dat is weer afhankelijk van wat voor eenheden je hebt gebruikt om de C te berekenen. Mijn vraag was dus of je altijd goed zit (dus ook in eventuele 'vervolg'formules) als je de SI-standaardeenheden gebruikt. (Als ik binnenkort nog een vraag tegenkom waarbij ik zit te twijfelen tussen eenheden zal ik hier nog wel een keer posten, dan kan ik een concreet voorbeeld geven en misschien dat het dan duidelijker wordt.) gek_kuikentje heeft mijn vraag eigenlijk beantwoord, alleen ik heb nog wel een wedervraag: gaat dat voor élke formule goed ? Is er geen enkele uitzondering waarbij je in plaats van met grammen kilogrammen moet gebruiken tijdens het berekenen o.i.d. ? | |
Merkie | zaterdag 10 mei 2008 @ 01:11 |
quote:Als je bedenkt dat F = ma en dus N = kg*m/s², en verder bedenkt dat de eenheid van m / C = seconden, dan kan je wel afleiden dat je C in N/m moet invullen en m in kg. Dit is echter niet zo eenvoudig dus je kan het beter onthouden ![]() | |
GlowMouse | zaterdag 10 mei 2008 @ 01:47 |
quote:[insert mand waar Merkie door valt] m / C = m / (F/u) = m*u/F [m] / [C] = [m][u]/[F] = kg*m / (kg*m/s²) = s² Ook wel logisch, want later neem je de wortel en moet er een antwoord in seconden uitkomen. Maw: neem altijd SI-eenheden (en let op dat kg en niet g een SI-eenheid is), tenzij je goed weet waar je mee bezig bent, want zelfs de gevorderde student is wel eens de weg kwijt. | |
Merkie | zaterdag 10 mei 2008 @ 01:48 |
I detect fail ![]() | |
MeScott | zaterdag 10 mei 2008 @ 02:33 |
Ok, dat wilde ik even weten inderdaad. SI-eenheden staan ook gewoon in BINAS dus dat is het betere opzoekwerk ![]() ![]() | |
Borizzz | zaterdag 10 mei 2008 @ 10:18 |
Door vijf punten kan een kegelsnede worden vastgelegd. Maar hoe constueer je dan die kegelsnede? Ik weet dat het bijv. om twee projectieve waaiers gaat met 2 toppen (2 toppen en 3 punten maakt samen de vijf punten voor een kegelsnede). Maar ik zie de constructiestappen niet. | |
zuiderbuur | zaterdag 10 mei 2008 @ 10:29 |
quote:Hmm, zoals ik het altijd gezien heb : laat je punten a,b,c,d,e zijn K1 : rechte ab * rechte cd K2 : rechte ad* rechte bc nu gewoon een lineaire combinatie van de kwadratische vgl K1 en K2 bepalen zodanig dat e er ook op ligt. Of wou jij een volledig meetkundige constructie? ![]() ![]() Wijziging: blijkbaar is er wel een meetkundige constructie ![]() ![]() [ Bericht 15% gewijzigd door zuiderbuur op 10-05-2008 10:57:52 ] | |
Borizzz | zaterdag 10 mei 2008 @ 11:41 |
Bedankt voor het antwoord ![]() met een waaier bedoel ik een bundel lijnen door een punt. Dit punt heet dan de top. Als je twee waaiers (met elk drie lijnen door de top) hebt die je projectief verwant maakt, dan leg je hiermee 5 punten vast. De vraag is nu hoe je vanuit dit gegeven een kegelsnede kunt vinden. | |
zuiderbuur | zaterdag 10 mei 2008 @ 11:50 |
quote:Ik vrees dat ik je vraag eigenlijk nog niet goed genoeg snap. Vertrek je van een waaier, of van vijf punten, en wat komt na wat? | |
Borizzz | zaterdag 10 mei 2008 @ 11:55 |
Je kunt vertrekken vanaf de 5 vastgelegde punten. | |
zuiderbuur | zaterdag 10 mei 2008 @ 13:15 |
quote:Wel, in het algemeen : als je twee waaiers van rechten hebt met verschillende toppen r en s, en er is een projectieve verwantschap tussen beide rechtenverzamelingen, dan bekom je een kegelsnede door elke rechte door r te snijden met de verwante rechte door s. Die snijpunten vormen samen de kegelsnede. Hier is het echter niet zo evident hoe je je toppen r en s moet kiezen. ![]() | |
BK89 | zaterdag 10 mei 2008 @ 13:56 |
Bij het verval van Plutonium-238 tot een stabiele kern zijn veel tussenstappen: ..... Plutonium-238 staat niet bij BINAS 25 dus wat moet je doen in zo'n geval, 239, 240, 241 of 244? Edit: oh en moet je trouwens weten wanneer die stabiel is? Ik weet dat dan de halveringstijd langer is en het aantal protonen en neutronen zijn gelijk oid, allemaal te vaag voor mij :S. [ Bericht 21% gewijzigd door BK89 op 10-05-2008 15:37:34 ] | |
MeScott | zaterdag 10 mei 2008 @ 17:00 |
Ik zou zeggen, maar ik ben ook geen expert, dat als plutonium-238 volgens BINAS niet bestaat, dat die dan van zichzelf als stabiel is. Ik ben er altijd van uitgegaan dat een kern stabiel is op het moment dat er geen vermelding in BINAS van is... Maar ik kan er naast zitten hoor ![]() | |
Iblis | zaterdag 10 mei 2008 @ 17:23 |
Plutonium heeft geen stabiele isotopen. 238Pu bestaat wel en heeft een halfwaardetijd van 88 jaar. Maar als je de vraag al leest, dan zie je dat er wordt gezegd dat bij het verval van Plutonium-238 een aantal tussenstappen zijn. Daaruit kun je opmaken dat het niet om een stabiel element gaat, anders zou het niet vervallen. Geven ze verder de tussenstappen ook? Dat kan ik niet helemaal opmaken namelijk. | |
BK89 | zaterdag 10 mei 2008 @ 17:33 |
edit: ff lezen...w8 ff ![]() edit 2: Het is mogelijk dat bij het vervallen van een onstabiele kern weer een onstabiele kern onstaat. Deze kern zal dan ook weer vervallen. Voor het verval van het onstabiele Plutonium-238 tot een stabiele kern zijn veel tussenstappen nodig: 240/94Pu -> 4/2He + 236/92U 236/92U -> 4/2He + gamma + 232/90Th ... Ik snap niet hoe ze aan die 240 komen? [ Bericht 66% gewijzigd door BK89 op 10-05-2008 17:46:37 ] | |
GlowMouse | zaterdag 10 mei 2008 @ 17:44 |
Lijkt me een slordigheidje. | |
BK89 | zaterdag 10 mei 2008 @ 17:46 |
Zelfde als deze vraag: Als in een kernreactor een U 238 kern een neutron invangt, kan er vervolgens in twee vervalstappen een plutoniumisotoop ontstaan. b Geef de vervalreacties die bij deze twee stappen horen. 239/92U -> 239/93Np + 0/-1e 239/93Np -> 239/94Pu + 0/-1e 239/92U staat er niet in, moet je dan maar gewoon de straling gokken omdat je weet dat er een plutoniumisotoop onstaat, of staat de soort straling wel in je BINAS. Oh en wat is dan de massa als je het massadefect moet uitrekenen als het niet in BINAS staat? | |
Iblis | zaterdag 10 mei 2008 @ 18:18 |
quote:Volgens mij krijg je: 238/94Pu -> 4/2He + 234/92U 234/92U -> 4/2He + gamma + 230/90Th Dus, inderdaad, slordig. | |
BK89 | zaterdag 10 mei 2008 @ 20:04 |
quote: Oke, bedankt, raakte al helemaal in de war ![]() Maar hoe zit het dan als ik een vraag krijg die niet in BINAS staat, is het mogelijk om het dan ergens van af te leiden (de soort straling en de massa) of kan dat gewoon niet gevraagd worden op het examen? | |
Iblis | zaterdag 10 mei 2008 @ 20:11 |
quote:Ik zou zeggen dat dat niet gevraagd wordt, of dat er aangegeven wordt, zoals bij die Plutonium-isotoop vraag waar het naartoe gaat. Als je dan Plutonium opzoekt, dan zie je dat dit twee protonen meer heeft dan Uranium. Dus ligt het voor de hand dat er twee neutronen vervallen, zoals jij ook hebt gedaan. Als je alfa-verval zou hebben zou je 4/2He krijgen en dat zou erg moeilijk naar Plutonium gaan. Dus dan is het een beetje logisch nadenken. Het is een vraag of je doorhebt wat er gebeurt. | |
BK89 | zaterdag 10 mei 2008 @ 20:33 |
quote:Oke, bedankt voor je hulp, scheelt me weer een fietsrit naar school ![]() | |
MouzurX | zondag 11 mei 2008 @ 17:43 |
Ik snap een uitwerking van wiskunde b12 niet... http://www.havo-vwo.nl/havo/hwb/bestanden/hwb1205iiopg1.pdf De laatste vraag .. En de uitwerking is dit: http://www.havo-vwo.nl/havo/hwb/bestanden/hwb1205iiopl1.pdf k= -1.3 -> x = 17/20 * 6 ... Mis ik iets of ![]() | |
GlowMouse | zondag 11 mei 2008 @ 17:55 |
Ik zie niet hoe ze eraan komen, maar het klopt wel. Ik zou hem zo doen: De wijzer zit op 1.7/6de deel van het totaal. Bij de grote wijzer zou dat overeenkomen met 1.7/6 * 18 = 5.1 En nu zie ik hoe zij hem doen: zij kijken op welk deel hij zit van tussen de -3 en de -1. De -1 op de ene plaat komt overeen met de 6 op de andere plaat, en zo komen ze alsnog op het juiste antwoord. | |
Borizzz | zondag 11 mei 2008 @ 19:53 |
Voor de mensen die thuis zijn in de Projectieve meetkunde: Ik kom niet uit het volgende vraagstuk: Gegeven zijn twee lijnen (zeg a en b) en drie punten (P, Q en R) niet op a of b. Van driehoek ABC is gegeven dat A de lijn a en B de lijn b doorloopt, zó dat AB steeds door R gaat. Het punt C wordt gevonden als snijpunt van AQ en BP. - Toon aan dat C een kegelsnede beschrijft die door P en Q gaat - Bepaal de snijpunten van die kegelsnede met a en b. Ik geloof dat ik de analysetekening al niet goed heb... | |
MouzurX | zondag 11 mei 2008 @ 20:06 |
quote:Dan is tie van jou toch wat logischer ![]() | |
zuiderbuur | zondag 11 mei 2008 @ 21:58 |
quote:Ik denk dat QR doorsnede b en PR doorsnede a respectievelijk de punten op b en a van je kegelsnede zullen zijn? Of zijn er nog? ![]() Ik weet het niet hoor, het ziet er niet eenvoudig uit. Denk je dat dit analytisch zal moeten? Wijziging: Natuurlijk zijn er nog : namelijk het snijpunt van a en b ![]() Ik heb het even uitgerekend. Geef aan P Q en R respectievelijk de coordinante (1,0,0) (0,1,0- en (0,0,1) rechte a kan je dan nog laten zijn : x+y=1 (of x+y=z als je liever niet affien werkt) rechte b is dan algemeen u*x+v*y+w*z=0 Als affiene parametervoorstelling voor a vind ik (t,1-t,1), dan is b = (t*w,(1-t)*w,(t-1)*v-u*t) Uteindelijk vind ik dan het affiene punt ( t, w*(t-1) /((u-v)*t+v ) ) als punt op de kegelsnede dat klopt, dit is een hyperbool Ik kan me misrekend hebben hoor, maar alles lijkt toch redelijk te klopen als ik die snijpunten ga bekijken. ![]() [ Bericht 28% gewijzigd door zuiderbuur op 11-05-2008 22:18:23 ] | |
Alleslijm | maandag 12 mei 2008 @ 00:35 |
Vraagje. Ik studeer aan een universiteit en moet nu een artikel ontleden. Ik heb wel wat kaas gegeten van statistiek, maar heb nog nooit gehoord van de term 'p for trend' In het artikel wordt het gewicht van de proefpersonen in 5 categorieën verdeeld. Vervolgens wordt het gewicht voor een hele hoop variabelen vergeleken. De uitkomst is de RR (relatieve risico) van de hogere categorieën tov categorie 1 om bijvoorbeeld aan een bepaalde sport te doen. (Wil het niet nodeloos ingewikkeld maken) De vijf categorieën hebben de volgende resultaten in de volgorde: RR (95% confidence interval) Cat1: 1.0 (is dus de standaard), Cat2: 0.81(0.68-0.98), Cat3: 0.72(0.59-0.88), Cat4: 0.81(0.66-0.99), Cat5: 0,69(0.56-0.87) In de laatste kolom staat: p for trend=0.01 Wat betekent dat cijfertje? Dat alle categorieën significant lager zijn dan de standaardcategorie? Of dat de sport significant minder beoefend wordt hoe hoger het gewicht van de proefpersoon is? Ik heb altijd begrepen dat een trend een neiging naar significantie is (dus <0.1, maar >0.05) Er zitten namelijk ook variabelen bij waarbij cat2 wel significant is (dus een 95%-CI die niet de 1.0 kruist), maar cat3 weer niet, en 4 weer wel, waarvan de p for trend 0.01 is. Is dat dan een trucje om niet significante resultaten te verbloemen? Hoop dat iemand me kan helpen ![]() | |
GlowMouse | maandag 12 mei 2008 @ 01:00 |
Nog nooit van de p for trend gehoord, hoewel ik al aardig wat statistiek gezien heb. Is de volgorde van groepen volledig willekeurig? | |
Alleslijm | maandag 12 mei 2008 @ 01:12 |
Nee, is in 'quintiles' opgedeeld. Dus zeg: 10.000 deelnemers. De 2000 laagste is cat1, het gewicht van de 2000 daaropvolgende is cat2, etc... Even later verdelen ze de groepen wel in bmi categorieën. (Variërend van <18 t/m >35) | |
GlowMouse | maandag 12 mei 2008 @ 01:15 |
Dan kan ik me voorstellen dat ze een regressie draaien voor het model groep = c0 + c1*sport + ε (met de gebruikelijke aannames voor ε), en ze de p-waarde geven voor de toets met H0 c1=0. Als je de data hebt, kun je dat controleren. De interpretatie is dat er wel/niet een (lineair) verband bestaat tussen groep en sport. | |
Alleslijm | maandag 12 mei 2008 @ 01:46 |
Heb de data niet, ze doen ook multivariate analyses, dus het is allemaal nogal ingewikkeld. Er is namelijk een variabele die lineair oploopt, maar per categorie niet significant is. Omdat ie wel lineair oploopt is er dus een lineair verband. Je bij deze variable dus niet zeggen dat groep 5 (of 2 of 3 of 4) significant vaker chocola eet dan groep 1, terwijl er wel een lineair verband is. Wat doet dat met je conclusie? (Als mensen maar dik genoeg worden, eten ze vanzelf wel eens significant vaker chocola dan ondervoede mensen?) | |
Borizzz | maandag 12 mei 2008 @ 10:02 |
quote:Het probleem is dat jij het met coordinaten uitrekent. Ik moet het zuiver meetkundig aanpakken. Zie je ook een meetkundige uitwerking? | |
Haushofer | maandag 12 mei 2008 @ 10:31 |
Een LaTeX-vraagje: Ben nu bezig om een presentatie met Latex te maken, met de beamer-package:quote:Bij het compileren zegt-ie in het begin "entering extended mode", en als PDF laat-ie dan een eerder opgeslagen bestand zien ( En 0 errors, 0 bad boxes, 0 warnings en 0 pages ![]() ![]() | |
BK89 | maandag 12 mei 2008 @ 17:15 |
Je kan toch ladingen bereken voor redoxreacties bv: NO3^- O lading: (2-)*3=(6-) (uit BINAS 40A) N lading: … Totale lading: (1-) N lading: (5+)/1=(5+) In dit geval bereken je de N. Maar hoe weet je welke ladingen je uit BINAS mag halen en welke je moet berekenen? Is het zo dat je alleen de O (2-) en de H (1+) uit BINAS mag halen en de rest dus variabel is? | |
harrypiel | maandag 12 mei 2008 @ 17:22 |
Da's vooral een kwestie van in de gaten hebben dat de eenvoudige elementen bovenin bijna altijd 1 vaste oxidatietoestand (soms 2) hebben. In het geval van N2O5 heeft stikstof de toestand +5, want zuurstof is a.), sterker elektronegatief want zuigt harder aan de elektronen, en b.), zuurstof heeft (praktisch) altijd de toestand -2 want zuurstof neemt graag 2 elektronen op om zn buitenste schil tot 8 elektronen op te vullen. | |
zuiderbuur | maandag 12 mei 2008 @ 20:25 |
quote:*meldt zich met hetzelfde probleem ![]() Ik ben echt een kluns als het op het installeren van zo'n handel aankomt. Ik probeer dus beamer te installeren. Ik gebruik texnixcenter, en miktex. Ik heb deze site gebruikt voor de installatie In het bijzonder heb ik dit gedaan : quote:Maar wat daaronder staat lukt me niet : quote: Wanneer ik hun voorbeeldtekstje probeer te compileren quote:krijg ik ook die "entering extended mode" Meer komt er niet op, zelfs geen info over errors of zo. Er wordt ook verder geen pdf aangemaakt. ![]() | |
zuiderbuur | maandag 12 mei 2008 @ 20:28 |
quote:Neen, maar het interesseert me wel erg. Heb je gelijkaardige problemen (die je wel hebt kunnen oplossen of waarvan je wel een oplossingen in je boek hebt?) De manier die in mij opkomt is aantonen dat al die punten absoluut zijn voor een zekere (orthogonale) polariteit van het vlak... maar dan moeten we natuurlijk ook eerst die polariteit vinden. ![]() | |
GlowMouse | maandag 12 mei 2008 @ 20:34 |
Probeer voor Tex-problemen ook dit topic eens, daar lezen weer andere mensen mee. | |
thabit | maandag 12 mei 2008 @ 23:09 |
De oplossing lijkt mij stronteenvoudig:![]() | |
zuiderbuur | maandag 12 mei 2008 @ 23:34 |
quote:De oplossing van welk probleem? ![]() | |
thabit | dinsdag 13 mei 2008 @ 00:11 |
quote:De fundamentele fout door een beamerpresentatie te willen geven. | |
zuiderbuur | dinsdag 13 mei 2008 @ 00:19 |
quote:Heb jij nog nooit zo'n überonduidelijke presentatie aan een bord gezien dan ![]() | |
ijsklont | dinsdag 13 mei 2008 @ 00:42 |
quote:Heb jij nog nooit zo'n überonduidelijke beamer presentatie gezien dan ![]() | |
GlowMouse | dinsdag 13 mei 2008 @ 00:55 |
Het mooie is wel dat je niet mee hoeft te schrijven omdat je alles al kunt downloaden. Je let dan beter op. | |
thabit | dinsdag 13 mei 2008 @ 08:30 |
Meeschrijven hoeft sowieso niet. De materie moet in je hoofd komen, niet op papier. Met beamerpresentaties komt het meestal op geen van beide plekken terecht. In een voordracht heeft het geen zin om grote hoeveelheden stof in een rap tempo erdoorheen te jassen, noch om heel diep op details in te gaan. Je moet ideeen overbrengen. Hierbij is het wel belangrijk om uiterst precies en correct te blijven (veel sprekers denken dat het weglaten van details betekent dat ze vaag moeten gaan lullen, wederom een fundamentele fout). Je moet altijd bedenken dat het publiek een andere achtergrond heeft dan jijzelf (handig is ook om vantevoren uit te zoeken wat voor publiek je hebt en je voordracht daarop af te stemmen). Dat betekent dus dat niet iedereen elk stuk materie evensnel oppikt. Een aangepast spreektempo alsmede een terugleesbuffer zijn dus essentieel. Dit soort dingen zijn heel moeilijk te bewerkstelligen in een beamerpresentatie. Het kan, maar vereist een hele intensieve voorbereiding. | |
Haushofer | dinsdag 13 mei 2008 @ 10:45 |
quote:Als je niet al teveel formules gebruikt, dan kun je prima een beamerpresentatie geven, en als het nodig is kun je toelichting op het bord geven. Daar is niks mis mee, lijkt me. Ik vind het in ieder geval goed te doen. Beter iig dan een hele presentatie op het bord doen. | |
Haushofer | dinsdag 13 mei 2008 @ 10:45 |
quote:Dank je voor de link, dat topic was me nog niet opgevallen ![]() | |
morgane | dinsdag 13 mei 2008 @ 14:58 |
Ik zit ff met mn grafische rekenmachine in de knoop! Ik heb 2 functies: 81:(1+30x0.49^X) en 81:(1+10x0,49^X). Nu wordt mij dus gevraagd hoe ik het maximale verschil tussen die 2 uit moet rekenen. Ik heb ze nu in mn grafische rekenmachine (TI-83 plus) ingevuld bij Y1 en Y2 en ik dacht dat ik het verschil dan ergens bij Calc zou kunnen vinden. Maar mooi niet dus. Wie helpt mij? | |
GlowMouse | dinsdag 13 mei 2008 @ 15:00 |
Nieuwe functie maken: abs(Y1 - Y2) en die maximaliseren. Y1 en Y2 zijn te vinden onder VARS. | |
morgane | dinsdag 13 mei 2008 @ 15:04 |
abs? wasda? ![]() | |
GlowMouse | dinsdag 13 mei 2008 @ 15:06 |
Met abs kun je de afstand tussen twee getallen meten: abs(6-3) = 3 (want er zit 3 tussen) en abs(1- (-10)) = 11 (zelfde reden). Bij natuurkunde ken je hem van de optica: N = |b| / |v| = |B| / |V| (abs(x) is hetzelfde als |x|). | |
morgane | dinsdag 13 mei 2008 @ 15:07 |
Ik ben eruit! Dank je! ![]() ![]() [ Bericht 35% gewijzigd door morgane op 13-05-2008 15:14:54 ] | |
GlowMouse | dinsdag 13 mei 2008 @ 15:13 |
Je moet die nieuwe functie maximaliseren. En wat de x- en y-waarde van het maximum van de nieuwe functie voorstellen, kun je vast zelf bedenken ![]() | |
Ki08 | woensdag 14 mei 2008 @ 10:03 |
Bij de volgende 2 vergelijkingen moet ik a en b zo kiezen, zodat de vergelijkingen geen oplossingen hebben. Hoe doe ik dat? (moet er dan een rij komen met allemaal nullen, behalve het rechterlid?) 1) x + y − z = 1 2x + 3y + az = 3 x + ay + 3z = 2 2) x + y + bz = 2 3x + 4y + 2z = b 2x + 3y − z = 1 | |
pfaf | woensdag 14 mei 2008 @ 10:09 |
Matrices maken van de vergelijkingen en dan a en b zo kiezen dat de determinant 0 is. | |
GlowMouse | woensdag 14 mei 2008 @ 11:32 |
quote:Bij 1 als a=2 dan is de determinant 0, maar is het stelsel toch oplosbaar. Als det(A)=0 dan is het stelsel Ax=b niet oplosbaar voor elke b, maar voor sommige b kan het best oplosbaar zijn. Eenvoudigste voorbeeld is dan b=0, want dan heeft Ax=b oneindig veel oplossingen (waaronder x=0). Hier moet je het stelsel echt helemaal vegen. Ik heb er eentje voorgedaan, dan kun je de tweede vast zelf. ![]() | |
Ki08 | woensdag 14 mei 2008 @ 13:31 |
Oke, bedankt! De 2e opgave is inderdaad gelukt (denk ik ![]() Zou je me misschien willen helpen met de volgende opgaven? 1) Zij V een vectorruimte en v1, ..., vn vectoren in V. Zij W: = { c1v1 + ... + cnvn | ci in R } Laat zien dat W een lineaire deelruimte van V is en dat { v1, ... , vn } volledig is voor W. 2) Zij v1 = ( 1, -2, 3, 1) v2 = (3, 2, 1, -2) v3 = (1, 6, -5, -4). Geef basis voor W (als ik opgave 1). 3) Zij v1 = ( 0, 1, -1, 2) v2 = (1, 2, -1, -1) v3 = ( -1, 1, 1, -1). Geef basis voor W (als ik opgave 1) en bereken dim W. 4) Los op: x1 + 2x2 + x3 + x4 + x5 = 0 −x1 − 2x2 − 2x3 + 2x4 + x5 = 0 2x1 + 4x2 + 3x3 − x4 = 0 x1 + 2x2 + 2x3 − 2x4 − x5 = 0 De verzameling V van alle oplossingen is een vectorruimte. Waarom? Geef een basis voor V en bereken dim V. Alvast bedankt he! ![]() | |
thabit | woensdag 14 mei 2008 @ 13:38 |
Ki08, ik kan je sterk aanraden een heet bad te nemen. Dan komt het luie zweet er tenminste uit. Ik heb namelijk sterk de indruk dat je niet ook maar een seconde over de opgaves hebt nagedacht die je hier neerplempt. | |
GlowMouse | woensdag 14 mei 2008 @ 13:39 |
1. Laat eerst zien dat W een vectorruimte is: welke twee/drie dingen moet je nagaan om te kijken of je met een vectorruimte te maken hebt? Dat het daarna een deelruimte is, is triviaal, en dat laatste ook. 2. Een basis bestaat uit lineair onafhankelijke vectoren die dezelfde ruimte opspannen als die drie vectoren. Hoe kijk je of vectoren lin onafh zijn? 3. Idem, en dim W vinden is triviaal 4. Hier combineer je 1 t/m 3. | |
Ki08 | woensdag 14 mei 2008 @ 14:01 |
quote:Bedankt voor je advies, maar ik ben opzich al vanaf vanmorgen 09:00 uur bezig geweest met deze opgaven, en snap gewoon niet hoe alles werkt. Kan toch? | |
GlowMouse | woensdag 14 mei 2008 @ 14:05 |
quote:Maar hij heeft wel gelijk: het zijn steeds dezelfde stapjes die je hier moet doen, er komt nog weinig nadenken bij kijken. Als je een voorbeeldje bestudeert, zou je het zo zelf moeten kunnen. | |
Ki08 | woensdag 14 mei 2008 @ 14:10 |
ja, dat is het juist, ik heb nergens goede voorbeelden. Als ik die heb, weet ik ook zeker dat ik ze zelf ook wel op kan lossen. | |
GlowMouse | woensdag 14 mei 2008 @ 14:30 |
Kijk eens of je ergens het boek van D.C. Lay: Linear Algebra and its Applications kunt vinden. Het boek wordt ondanks het lage niveau op veel universiteiten gebruikt, maar dit soort dingen kun je er prima in terugvinden inclusief voorbeelden. | |
Masanga | woensdag 14 mei 2008 @ 23:07 |
Ik zit met een Matlab-probleem. Ik heb een programma geschreven waarin ik een optimaal traject bereken. Als ik dat en eerste keer uitvoer lukt dat perfect en krijg ik de 'verwachte' waarden binnen een te aanvaarden tijd, als ik dat een tweede keer uitvoer krijg ik nooit een resultaat, hij blijft 'busy' en als ik op ctrl c druk, dan zit hij ergens halweg het programma. Ik start het programma met een clear-actie. Iemand een idee wat er aan de hand kan zijn? Bij voorbaat dank | |
Merkie | woensdag 14 mei 2008 @ 23:13 |
Post je code eens ![]() | |
GlowMouse | woensdag 14 mei 2008 @ 23:15 |
Je kunt toch kijken in welke loop hij blijft hangen en hoe dat kan? Misschien dat een bepaalde toolbox dingen onthoudt. | |
Masanga | woensdag 14 mei 2008 @ 23:25 |
quote:Ok. Gelieve juist te letten op het door mij aangehaalde probleem. Bepaalde deelproblemen kunnen ongetwijfeld performanter opgelost worden dan ik voorlopig deed,maar goed. PROBLEM SOLVED ![]() [ Bericht 89% gewijzigd door Masanga op 15-05-2008 23:17:18 ] | |
Merkie | woensdag 14 mei 2008 @ 23:48 |
Als ik hem in debugmode stap voor stap doe doet 'ie het gewoon, als ik hem een paar keer achter elkaar run loopt mijn Matlab ook vast. Beetje gek ![]() | |
Masanga | woensdag 14 mei 2008 @ 23:55 |
quote:Ja, weet ik best. Ik heb het programmeren dan nog niet helemaal beet, en concentreer me daarom even op de uitkomst ipv op het aantal loopjes. Zou toch in principe geen verschil mogen opleveren? Bedankt voor de moeite alvast ![]() ![]() | |
Merkie | donderdag 15 mei 2008 @ 00:00 |
Ik ben ook niet zo'n ster in Matlab, maar hoe complexer je code hoe lastiger het is fouten eruit te herhalen. Ik raad aan om wat efficiëntere code te maken. Bijv. population is een dubbele matrix met 7x10 kolommen ofzo ![]() [ Bericht 38% gewijzigd door Merkie op 15-05-2008 00:11:18 ] | |
Masanga | donderdag 15 mei 2008 @ 00:22 |
quote:population stelt een 3D matrix voor. Het bevat 75 mogelijke oplossing. Elke oplossing bestaat uit 7 punten van 2 dimensies, en die moeten allen opgeslaan worden. Die dimensies zijn niet zo vreemd in Genetic Algorithms lijkt me. | |
GlowMouse | donderdag 15 mei 2008 @ 08:20 |
Voeg onder "while (test>compare)" eens de regel "[test compare]" toe. Je ziet dat het voor kan komen dat test nooit kleiner wordt dan compare. Ik ga de logica achter je code niet begrijpen om te zien hoe dat komt, maar ik denk zomaar dat het niets te maken heeft met voor de eerste of tweede keer draaien. | |
Masanga | donderdag 15 mei 2008 @ 12:30 |
quote:Hé, dankjewel ![]() ![]() | |
MeScott | donderdag 15 mei 2008 @ 22:02 |
Een vraag uit het eindexamen van 2007 natuurkunde 1: (...) Door lucht onder deze zuignap weg te zuigen, kunnen de platen opgetild en vervoerd worden. Op het zuigapparaat staat dat er maximaal 5000 kg mee opgetild kan worden. De zuignap heeft de vorm van een rechthoek met zijden van 60 en 85 cm. De luchtdruk buiten is 1013 hPa. Bereken hoe groot de druk onder de zuignap maximaal mag zijn om voorwerpen van 5000 kg te kunnen optillen. De uitwerking is als volgt: ![]() Ik snap echter niet echt hoe er met de onderdruk gerekend wordt en waarom hier niet geldt p = F / A, maar delta P = F / A. Iemand die dit kan ophelderen ? | |
TC03 | donderdag 15 mei 2008 @ 22:14 |
Omdat het drukverschil ervoor zorgt dat er iets opgetild wordt. Als de druk onder de plaat net zo groot net zo groot is als de lucht buiten, dan gebeurt er toch niks? | |
MeScott | donderdag 15 mei 2008 @ 22:57 |
Ik neem aan dat je bedoelt de druk onder de zuignap ipv de druk onder de plaat, anders snap ik niet wat je bedoelt. Ik zal proberen mijn vraag duidelijker te stellen: Er heerst een druk in de buitenlucht, die is 1013 hPa. Als de zuignap niet zuigt geldt in de ruimte onder de zuignap tevens een druk van 1013 hPa. Nu gaat dat ding zuigen, net zo hard tot-ie die 5000kg kan tillen. Daarvoor moet een bepaalde druk heersen en ik zou zeggen dat je die druk gewoon kunt berekenen met p = F / A. Echter volgens de uitwerkingen is dat niet zo. Waar zit mijn denkfout dan ? | |
Merkie | donderdag 15 mei 2008 @ 23:16 |
Eh, nee. De belasting van de druk is naar het oppervlak toe, niet van het oppervlak af, het woord druk zegt het eigenlijk al ![]() | |
MeScott | donderdag 15 mei 2008 @ 23:20 |
Ik snap het ![]() | |
BK89 | zaterdag 17 mei 2008 @ 15:06 |
Is de brekingswet van Snellius: 1/n=sin ![]() of n=sin ![]() Of moet je dat ergens in de tekening van afleiden oid? | |
Niconigger | zaterdag 17 mei 2008 @ 15:20 |
Ik heb altijd geleerd: 1/n=sing (grenshoek) n=sin ![]() maar of 1/n=sin ![]() ![]() Don't blame me when I'm wrong | |
freiss | zaterdag 17 mei 2008 @ 15:30 |
quote:Dat ligt er aan of de straal de optisch dichtere stof in of uitgaat. sin ![]() | |
zuiderbuur | zaterdag 17 mei 2008 @ 21:23 |
Dit is nou waar ik echt pisnijdig van kan worden. Die "kleine" stapjes in een boek die je maar zelf moet doen maar waar je uiteindelijk niet in slaagt. De vorige keer heb ik het opgegeven, nu vraag ik het aan jullie ![]() ![]() Laat V een vectorruimte zijn waarop een hermitische vorm f werkt. Laat E een deelruimte zijn van f die totaal isotroop is ten opzichte van f (lees : waarop de restrictie van f gewoon triviaal is) Toon aan dat je elke lineaire transformatie van E kan uitbreiden tot een isometrie van f op de hele ruimte V, die determinant 1 heeft. Die laatste woordjes zijn het dus. Je hebt de stelling van Witt voor zulke uitbreidingen, maar is het zo triviaal om in te zien dat er altijd ook eentje kan gemaakt worden met determinant 1? ![]() | |
thabit | zaterdag 17 mei 2008 @ 21:34 |
quote:Als E=V en f=0, is dit niet waar. | |
zuiderbuur | zaterdag 17 mei 2008 @ 21:36 |
quote: ![]() ![]() | |
thabit | zaterdag 17 mei 2008 @ 21:39 |
Wat bedoel je hier uberhaupt met een hermitische vorm? In mijn hoofd is een hermitische vorm een positief definiete sesquilineaire vorm. Zulke dingen laten helemaal geen niet-triviale isotrope deelruimten toe. | |
zuiderbuur | zaterdag 17 mei 2008 @ 21:44 |
quote:Laat L een veld zijn met involutief automorfisme theta. Laat K het fixveld zijn van theta. Laat V een vectorruimte zijn over L. f is een hermitische vorm op V, als het een afbeelding is van V x V naar L, zodanig dat f(v1+v2,w)=f(v1,w)+f(v2,w) f(lambda*v,w)=lambda*f(v,w) f(v,w) = f(w,v)^theta Ik heb het dus zeker niet over unitaire ruimtes of zo. Zelfs over C kan je gemakkelijk hermitische vormen aanmaken die isotrope punten bevatten. In de context waarin ik wil werken is het trouwens over galoisvelden, waar helemaal geen notie bestaat van positief definitief (alle nietsinguliere hermitische vormen zijn dan isometrisch trouwens) | |
BK89 | zaterdag 17 mei 2008 @ 21:50 |
quote:Bedankt ![]() | |
thabit | zondag 18 mei 2008 @ 13:43 |
quote:Ik kom er niet direct uit, maar ik zou weleens willen zien hoe het in het volgende voorbeeld werkt: neem V=C^2, f((x1,x2),(y1,y2)) = x1(y2)^- + x2(y1)^- (^- betekent hier complex geconjugeerde) dus de vorm met matrix 0 1 1 0 Neem E={(x,0)}, lijkt me nogal isotroop, en als isometrie op E neem je vermenigvuldiging met i. Hoe zou je deze kunnen voortzetten tot een isometrie op V met determinant 1? | |
zuiderbuur | zondag 18 mei 2008 @ 13:56 |
quote:Inderdaad, dat lijkt niet werken. ![]() Wat nu? Wil ik anders gewoon zeggen wat ik eigenlijk wil doen. Ik wil bijvoorbeeld begrijpen waarom SU(3,q) transitief werkt op de verzameling van isotrope vectoren, en dat soort zaken. Ik ga morgen nog eens goed kijken naar de formulering van die uitspraak ![]() | |
Floriz87 | zondag 18 mei 2008 @ 23:00 |
Per ongeluk topic op verkeerde plaats geopend. Vraag hoorde hier gesteld te worden. Mijn excuses. Afijn, hier de vraag dan ![]() Op een toets krijg ik deze vraag voorgeschoteld: Het gen coderend voor het GFP eiwit is enige jaren geleden geisoleerd uit de kwal Aequoria victoria. Van de DNA sequentie van het genoom van dit beest is echter niets bekend. Dus toen men het GFP-gen wilde isoleren kende men daar ook nog niet de sequentie van. Via welke procedure denk je dat ze het GFP-gen in handen hebben gekregen? Iemand enig idee? | |
zuiderbuur | maandag 19 mei 2008 @ 12:19 |
quote:Ok, ik heb het even opgezocht in het boek waarin ik vast zit: quote:De uit te breiden afbeelding moest dus zelf al determinant 1 hebben. ![]() Tips iemand? ![]() | |
thabit | maandag 19 mei 2008 @ 17:45 |
Er bestaat een stelling die "Witt Decomposition Theorem" heet. Ik weet alleen niet hoe algemeen die is. Maar ze zegt dat voor elke maximale isotrope deelruimte W van V er een decompositie V=W+W'+P bestaat zo dat de vorm f geschreven kan worden als 0 I 0 I 0 0 0 0 * ten aanzien van deze decompositie, waarbij P anisotroop is. Bed nu E in een maximale isotrope deelruimte W in, dan kun je de transformatie T op E uitbreiden tot een unitaire transformatie op W en daarna kun je de volgende uitbreiding tot V nemen: T 0 0 0 T' 0 0 0 I waarbij T'=(T*)^(-1). Deze heeft determinant 1. | |
zuiderbuur | maandag 19 mei 2008 @ 21:50 |
Mooi, thabit, dat lijkt te werken. Ik ben gewoon met eindige velden te werken (waar de zaken soms eenvoudiger worden)...maar die versie van Witt ziet er volgens mij goed uit. Doorgaans moet je wel opletten met karakteristiek twee, maar dan niet in het hermitische geval waar dat niet meer uitmaakt. ![]() | |
Rammstino | dinsdag 20 mei 2008 @ 11:38 |
Wiskunde: hoe los je: x^2+x-5=0 exact op? | |
GlowMouse | dinsdag 20 mei 2008 @ 11:39 |
Met de abc-formule. Ontbinden in factoren is gewoonlijk mooier, maar helaas is een paar getallen waarvan de som 1 en het product -5 is niet zo makkelijk te vinden. | |
pfaf | dinsdag 20 mei 2008 @ 11:40 |
quote:ABC-regel... | |
Rammstino | dinsdag 20 mei 2008 @ 11:41 |
ogja, ik was die hele formule vergeten, dankjewel! | |
hello_moto1992 | dinsdag 20 mei 2008 @ 12:48 |
Welke bindingen kunnen bij moleculaire stoffen worden verbroken bij het kookpunt? Weet iemand dit, ik zit al druk te googlen | |
pfaf | dinsdag 20 mei 2008 @ 12:51 |
Ik denk de moleculaire of vanderwaalsbinding. | |
hello_moto1992 | dinsdag 20 mei 2008 @ 12:59 |
Wij hebben nu als antwoord anderwaalsbindingen en waterstofbruggen. Waarom de moleculaire bindingen? | |
pfaf | dinsdag 20 mei 2008 @ 13:07 |
Met moleculaire bindingen bedoelde ik de binding ten gevolge van de vanderwaalskrachten. Ik zie nu op wikipedia dat intermoleculaire bindingen de gangbare benaming is. | |
harrypiel | woensdag 21 mei 2008 @ 04:41 |
atomaire bindingen verbreken heet ook wel ontleding/decompositie ![]() | |
BK89 | woensdag 21 mei 2008 @ 10:43 |
Wanneer noem je iets -carbonzuur en wanneer gewoon -zuur? In BINAS staat als er meer of drie van die groepen zijn en in Samengevat als de C atoom wordt meegerekent: O || C-OH | |
Innocence | woensdag 21 mei 2008 @ 15:09 |
Help! Heb weer 's ruzie met Matlab. Ik heb cellen met matrices A_m, die steeds een kolom minder krijgen. De eerste (A_0) is 45x57, de tweede 45x56, etc. en ik heb een matrix a die 45x57 is. for m=0:N c(:,m+1)=inv(A{m+1}' *A{m+1})*A{m+1}'*a(:,m+1); end Dus eigenlijk c_m=(A_mT*A_m)-1*A_m*a_m voor m =0 tot N N is 56... Dus dat is toch gewoon (57x45 * 45x57)-1* 45x57 * 45x1 ? De tweede is dan (56x45 * 45x56)-1* 45x56 * 45x1 Nu blijf ik bij m=1 de melding over een dimension mismatch krijgen en ik zie echt niet meer wat ik nu fout doe... [ Bericht 1% gewijzigd door Innocence op 21-05-2008 15:36:36 ] | |
GlowMouse | woensdag 21 mei 2008 @ 15:33 |
Je vult de kolommen van c een voor een. De tweede rij moet dan wel dezelfde dimensie hebben als de eerste rij. Wat je kunt doen, is extra c(:,m+1)=[ inv(A{m+1}' *A{m+1})*A{m+1}'*a(:,m+1); ones(m,1) ] | |
Innocence | woensdag 21 mei 2008 @ 15:36 |
quote:Klopt! Dankje. ![]() | |
Robin__ | woensdag 21 mei 2008 @ 19:50 |
Ik heb een wiskunde probleempje, er word gevraagd een aantal sommetjes/breuken om te schrijven naar een macht van 3. bv 3 wortel(3) > 3^1,5 3machtswortel(9) / wortel 3 > 3^1/6 maar bij de laatste kom ik er echt niet uit, de vraag is " 3^a + 3^a + 3^a / 9 " achterin het boek staat als antwoord 3^a-1 maar ik kom er niet uit hoe ze dat omgeschreven hebben. Iemand die dit mij kan beredeneren? | |
Robin__ | woensdag 21 mei 2008 @ 20:00 |
quote:Excus ![]() ![]() (3^a + 3^a + 3^a) / 9 = 3^a-1 | |
GlowMouse | woensdag 21 mei 2008 @ 20:03 |
Je weet dat iets+iets+iets hetzelfde is als 3*iets. Verder kun je de noemer kun je ook schrijven als een macht van 3, en dan ben je er bijna ![]() | |
Robin__ | woensdag 21 mei 2008 @ 20:32 |
Dit is wat ik tot nu toe had staan. (3^a + 3^a + 3^a) / 9 = (3x3^a) / (3^2) (3x3^a) / (3^2) = 3^a3 / 3^2 maar vanaf dat moment weet ik eigenlijk niet zo goed wat ik met die a aanmoet.. de '^a3' naar de andere kant van de streep halen als ^-a3? 3^a3 / 3^2 = 1 / 3^-a1 maar dat is sowieso fout.. Het komt misschien vrij dom over, maar na 3 jaar zonder wis of natuurkunde les wil ik wel graag weten of ik op de juiste manier bezig ben.. doe het tenslotte voor mezelf dit. | |
Robin__ | woensdag 21 mei 2008 @ 20:52 |
quote: ![]() Thanks ![]() ![]() | |
Wokkel1982 | woensdag 21 mei 2008 @ 21:54 |
Ik heb een wiskundevraagje: hoe differentieer je: 2 cos² x ? het lijkt me dat je hier voor bovenstaande ook kunt schrijven: 2 cos x * cos x waarna er met de productregel het volgende uit komt: -2 sin x * cos x + 2 cos x * -sin x De antwoorden zeggen echter dat hier -4sin x cos x uit komt. Hoe werk ik dit juist uit? ![]() | |
GlowMouse | woensdag 21 mei 2008 @ 21:57 |
Dat is (natuurlijk) hetzelfde. Jouw antwoord is -2 *iets -2*iets, en hun antwoord is -4*iets. | |
hello_moto1992 | donderdag 22 mei 2008 @ 17:39 |
Voor natuurkunde: als een LDR is afgedekt is de spanning 7,5 Volt en als hij niet is afgedekt 4.0 Volt. Op wiki staat dat een LDR een hele kleine weerstand heeft als hij niet is afgedekt. Dan zouden die waardes toch andersom moeten zijn? | |
Merkie | donderdag 22 mei 2008 @ 18:41 |
Hoe moet de spanning veranderen? Een LDR is gewoon een weerstand, dus de spanning die er overheen staat als het de enige weerstand is lijkt me altijd gelijk (je meet tenslotte parallel). Heb je een meetopstelling? | |
hello_moto1992 | donderdag 22 mei 2008 @ 19:42 |
quote:wiki: De weerstandswaarde van een LDR wordt kleiner, naarmate de LDR sterker wordt belicht. Hierdoor kan de waarde van de weerstand sterk variëren. Het gebruikte materiaal is meestal cadmiumsulfide, de donkerweerstand bedraagt 1-10 MΩ terwijl de lichtweerstand (afhankelijk van het type en de hoeveelheid licht) 75-300 Ω is. | |
BK89 | zaterdag 24 mei 2008 @ 12:47 |
http://downloads.kennisne(...)wo_wb12_2005_2_o.pdf Bij 9. Waarom wordt er niet gebruikt gemaakt van 11/10 t=-(t+2/3 pi)+k2pi ? Dat levert toch een kortere tijd op dan die 11/10 t=t+2/3 pi+k2pi ? Bij 11/10 t=t+2/3 pi+k2pi => t=20/3 pi Bij 11/10 t=-(t+2/3 pi)+k2pi => t=-20/63 pi + 20/21 pi Of heb ik een rekenfout/denkfout gemaakt? | |
zuiderbuur | zaterdag 24 mei 2008 @ 12:57 |
quote:Waarom denk jij dat die hoek ook het tegenstelde mag zijn? Zowel de cosinus als de sinus moeten toch gelijk zijn opdat P en Q samenvallen? | |
Merkie | zaterdag 24 mei 2008 @ 13:33 |
quote:Ja, de weerstand verandert, maar dan verandert je gemeten voltage toch niet. | |
BK89 | zaterdag 24 mei 2008 @ 14:57 |
quote:Oh, oke, ik zie het nu, bedankt ![]() | |
JOO | zaterdag 24 mei 2008 @ 16:03 |
Een van de deelnemers was Dorus. Dorus stapte van de driemeterplank. Deze plank bevindt zich precies 3 meter boven het wateroppervlak. Dorus heeft een massa van 72 kg. Bereken hoe groot de snelheid is waarmee Dorus met zijn voet het water raakt. Ga ervan uit dat alle zwaarte-energie wordt omgezet in bewegingsenergie. het antwoord is v = 7,7 m/s maar ik snap niet hoe je op dit getal moet komen. | |
GlowMouse | zaterdag 24 mei 2008 @ 16:07 |
Door x=at²/2 en v=at te combineren, of door te kijken naar de energie. Welke aanpak heb je gekozen en hoever kom je daarmee? | |
freiss | zaterdag 24 mei 2008 @ 16:13 |
quote:Er wordt al een hint gegeven in de tekst, namelijk dat alle zwaarte-energie wordt omgezet in bewegingsenergie, dus Ez=Ekin m*g*h = 1/2*m*v2 oftewel: v = sqrt(2*g*h) = sqrt(6g) = 7,7 m/s | |
JOO | zaterdag 24 mei 2008 @ 16:28 |
Dankje | |
TC03 | zaterdag 24 mei 2008 @ 16:39 |
quote:Snap eerlijk gezegd niet hoe je daar niet uit eerst zelf uit kan komen... | |
harrypiel | zaterdag 24 mei 2008 @ 16:58 |
jij wilt beweren dat jij gelijk op het elitaire-corpsballen-fysica-niveau bent begonnen ![]() neemt niet weg dat E = mhg = 0,5mv2 inkloppen doodsimpel is voor iedereen die al dat kleine beetje beta gehad heeft. [ Bericht 1% gewijzigd door harrypiel op 24-05-2008 17:07:37 ] | |
Merkie | zaterdag 24 mei 2008 @ 19:44 |
quote:Ik zou niet weten hoe je zo'n vraag kan krijgen zonder een stukje achtergrondinformatie gehad te hebben. "Er niet uitkomen" lijkt me onmogelijk bij deze vraag, dat je niet weet hoe je het aan moet pakken kan ik wel begrijpen. | |
teletubbies | zondag 25 mei 2008 @ 11:54 |
hoe zou men de integraal: int(1/(x^3+x+1),x=0..infinity) uitrekenen zonder dat je expliciet de nulpunten uitrekent? Zou dat kunnen door middel van afschatten? of een of ander complexe analyse techniek te gebruiken? x^3+x+1 heeft een negatief discriminant, er is 1 reeel nulpunt en die is negatief. Dus de kust is veilig voor integratie. De vraag is nu welke contour ik hoor te gebruiken of welke afschatting. alvast bedankt! | |
zuiderbuur | zondag 25 mei 2008 @ 12:16 |
quote:Ik vrees dat dat gewoon onmogelijk is. Voor het integreren van rationale functies van min oneindig naar plus oneindig (dan mag je noemer geen reële nulpunten hebben natuurlijk!) kan je werken met een halve cirkel met als diameter een steeds groter wordend deel van de reële as, en met als middelpunt nul. De berekening gaat dan via het residu van de nulpunten van de noemer met een positief imaginair deel. Als je voor jouw probleem al een geschikte contour vindt, zal je bijna zeker ook de residustelling moeten toepassen, en daarvoor moet je eerst je polen weten te vinden. ![]() | |
teletubbies | zondag 25 mei 2008 @ 13:08 |
okey, normaal gesproken zou je ook log(z) kunnen definieren en dan g(z)=log(z)/(z^3+z+1) gebruiken. Hiervoor zijn de polen ook nodig want je gebruikt ook residuen. Dus toch polen uitrekenen ![]() | |
Irix | maandag 26 mei 2008 @ 16:15 |
Hmm, ik hoop dat iemand me kan helpen met deze vraag. In een onderzoek is onderzocht of de voorkeur voor pure chocolade in drie regio's van Nederland gelijk was. Deze voorkeur werd gemeten op een schaal varierend van 0 t/m 10. regio 1: gemiddelde = 8.0, standaardafwijking is 3.1, aantal personen = 80. regio 2: gemiddelde = 7.0, standaardafwijking is 3.0, aantal personen = 160. regio 3: gemiddelde = 6.0, standaardafwijking is 2.9, aantal personen = 80. Bereken de variantie in de voorkeurscores voor de gehele groep. Het goede antwoord is 9.45. Wie kan me helpen? | |
McGilles | maandag 26 mei 2008 @ 19:06 |
quote:Ben toch ook wel benieuwd, ik wil het antwoord ook wel weten. Het is toch: (groepgrootte1 x (gem. groep 1 - gewogen gemiddelde)^2 + groepgrootte2 x (gem 2 - gewogen gem.)^2 + groepgrootte3 x (gem.3 - gewogen gem.)^2 ) / (aantal groepen - 1) Maar dan zal ik niet op 9.45 uitkomen. Wat doe ik dan verkeerd? ![]() | |
zuiderbuur | maandag 26 mei 2008 @ 19:42 |
Waarom delen door aantal groepen -1 ? We zijn hier toch niet aan het schatten of zo? Gek,ik blijf 11.27 vinden.. | |
McGilles | maandag 26 mei 2008 @ 20:04 |
quote:Het is en blijft toch een steekproef of niet? Desalniettemin, hoe vind jij die 11.27 en wat klopt er volgens jou aan mijn methode niet afgezien de noemer. | |
GlowMouse | maandag 26 mei 2008 @ 21:10 |
quote:De variantie is een eigenschap van een kansverdeling, die je met een steekproef schat. Dat er mensen zijn die binnen een steekproef over variantie spreken maakt dat nog niet juist. | |
zuiderbuur | maandag 26 mei 2008 @ 21:13 |
quote:Ik denk dat je hier weer gelijk hebt, maar ik vrees wel dat die verkeerde gewoonte zelfs door docenten aangeleerd wordt. ![]() ![]() |