GlowMouse | zondag 9 januari 2011 @ 18:02 |
Vorige deel: [Bèta wiskunde] Huiswerk-en-vragentopic Post hier weer al je vragen, passies, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de wiskunde. Van MBO tot WO, hier is het topic waar je een antwoord kunt krijgen op je vragen. Vragen over stochastiek in het algemeen en stochastische processen & analyse in het bijzonder worden door sommigen extra op prijs gesteld! Links: Opmaak: • http://betahw.mine.nu/index.php: site van GlowMouse om formules te kunnen gebruiken in je posts (op basis van Latexcode wordt een plaatje gegenereerd dat je vervolgens via het aangegeven linkje kunt opnemen). Een uitleg over LaTeX-code kun je hier vinden, en je kunt deze site gebruiken om een hele post met verschillende stukken Latex-code erin ineens te laten parsen door betahw.mine.nu. Wiskundig inhoudelijk: • http://integrals.wolfram.com/index.jsp: site van Wolfram, makers van Mathematica, om online symbolische integratie uit te voeren. • http://mathworld.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg korte wiki-achtige artikelen over wiskundige concepten en onderwerpen, incl. search. • http://functions.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg identiteiten, gerangschikt per soort functie. • http://scholar.google.com/: Google scholar, zoek naar trefwoorden specifiek in (wetenschappelijke) artikelen. Vaak worden er meerdere versies van hetzelfde artikel gevonden, waarvan één of meer van de website van een journaal en (dus) niet vrij toegankelijk, maar vaak ook een versie die wel vrij van de website van de auteur te halen is. • http://www.wolframalpha.com Meest geavanceerde rekenmachine van het internet. Handig voor het berekenen van integralen, afgeleides, etc... OP | |
keesjeislief | zondag 9 januari 2011 @ 18:06 |
Oeps. Jij bent wel erg snel GM. ![]() | |
BasementDweller | zondag 9 januari 2011 @ 18:38 |
Met de "open nieuw deel-knop" is het zo geregeld. | |
BasementDweller | zondag 9 januari 2011 @ 19:53 |
Ik wil de Fourierreeks van cos(x)^n bepalen. Voor de coëfficiënten c_k geldt Maar hoe integreer je dit, voor een algemene n? ![]() | |
GlowMouse | zondag 9 januari 2011 @ 20:07 |
7 minuten is niet echt snel ![]() Lukt dit niet met 2x partiëel en daarna een vergelijking oplossen? | |
thabit | zondag 9 januari 2011 @ 20:54 |
Ik zou cos(x) gewoon als (e^(ix) + e^(-ix)) / 2 schrijven. Dan hoef je niet eens te integreren om de Fouriercoëfficiënten te bepalen. | |
BasementDweller | zondag 9 januari 2011 @ 22:08 |
Hoe bepaal je ze dan? | |
thabit | zondag 9 januari 2011 @ 22:13 |
Met het binomium van Newton. | |
BasementDweller | zondag 9 januari 2011 @ 22:23 |
Ja oke, dan heb je een uitdrukking voor [(e^(ix) + e^(-ix)) / 2]^n, maar daarmee nog geen Fourriercoëfficiënten... Heb het al, krijg als coëfficiënten c_k: Bedankt ![]() Lijkt me overigens met partiëel integreren (haast) ondoenbaar. [ Bericht 33% gewijzigd door BasementDweller op 09-01-2011 22:52:49 ] | |
keesjeislief | maandag 10 januari 2011 @ 01:50 |
Thabit, hoe zit het hiermee: [Bèta wiskunde] Huiswerk-en-vragentopic ? | |
GlowMouse | maandag 10 januari 2011 @ 10:25 |
je linkt werkt niet bij mensen die geen 182 posts op één pagina hebben; [Bèta wiskunde] Huiswerk-en-vragentopic werkt wel. | |
keesjeislief | maandag 10 januari 2011 @ 13:13 |
Sjongejonge, slecht ontwerp. ![]() | |
Alex.Krycek | dinsdag 11 januari 2011 @ 18:48 |
Misschien iets voor in de OP: http://wims.unice.fr/wims/en_home.html Calculator die integralen kan uitrekenen, kan differentieren en nog meer. Ook een om met matrices te rekenen, best handig. Dan een simpel (?) vraagje: Ik probeer de homotopische equivalentie van een aantal verzamelingen te laten zien. Ik weet wel welke afbeeldingen daarvoor zorgen, alleen ik krijg ze niet formeel geschreven. Volgens mij is het vrij elementaire calculus, maar daar ben ik dus echt slecht in. Hieronder wat ik zelf voor elkaar krijg: 1)Homotopische equivalentie van een ring in R2 en de eenheidscirkel. ![]() 2)Open schijf met weggelaten punt {z: 0<|z|<1 } in C en de eenheidscirkel 3)Rn\{0} en Sn Dus wat ik graag zou weten is, hoe ik die functies netjes beschrijf en hoe ik eraan kom. Ik zie bijvoorbeeld bij 2, dat je met de functie z/|z| wel alle punten van de schijf op de eenheidscirkel krijgt. Bij 3. wordt het iets van x/||x|| en de gewone inclusie voor de andere kant... | |
BasementDweller | dinsdag 11 januari 2011 @ 19:38 |
Denk niet dat het (veel) beter is dan wolframalpha.com ![]() | |
thabit | dinsdag 11 januari 2011 @ 23:21 |
Ik zie niet zo gauw hoe dat zonder goniometrie kan. Moet ongetwijfeld wel mogelijk zijn. | |
GlowMouse | dinsdag 11 januari 2011 @ 23:24 |
![]() | |
thabit | dinsdag 11 januari 2011 @ 23:42 |
Ah, zo, ik keek naar de post eronder. ![]() In de formule e1T(e2A) =/= (e1Te2)A is e2A helemaal niet gedefinieerd. | |
GlowMouse | dinsdag 11 januari 2011 @ 23:44 |
Daarom juist. De conventie dat een 1x1 matrix een getal is, breekt associativiteit. | |
thabit | dinsdag 11 januari 2011 @ 23:53 |
O, zo. Een 1x1-matrix is geen getal. Een inproduct is dat wel. xTy is dan ook niet het inproduct van x en y, maar de 1x1-matrix die het inproduct <x,y> als element heeft. | |
GlowMouse | woensdag 12 januari 2011 @ 00:07 |
Maar 'iedereen' schrijft xTy wel als getal, zelfs mijn analyseboek ![]() | |
thabit | woensdag 12 januari 2011 @ 00:17 |
Tja, analyse, da's ook meer natuurkunde dan wiskunde. | |
Alex.Krycek | woensdag 12 januari 2011 @ 01:19 |
Hahah, hoe dat zo>? | |
BasementDweller | woensdag 12 januari 2011 @ 11:27 |
Pardon? ![]() | |
BigSmurf | woensdag 12 januari 2011 @ 18:39 |
Beschouw de vraagfunctie y(p) = p³ + p. De prijselasticiteit van de vraag is... Nou kom ik uit op de breuk 3p³+p / p³+p. Hoe kan ik deze verder vereenvoudigen? Het antwoordmodel zegt namelijk 3 - 2/p²+1 ? ![]() | |
GlowMouse | woensdag 12 januari 2011 @ 18:41 |
gebruik dat (a+b)/c = a/c + b/c en schrijf 3p² = 2p² + p² en schrijf p³+p = p(p²+1) | |
Burakius | woensdag 12 januari 2011 @ 18:45 |
Wat krijg je van: e2t * e-t Ben even roestig weer. Thx | |
GlowMouse | woensdag 12 januari 2011 @ 18:48 |
exp(t) | |
BigSmurf | woensdag 12 januari 2011 @ 18:49 |
Ik kom er zelfs met wat je zegt niet uit (heb totaal geen wiskundig inzicht ![]() | |
GlowMouse | woensdag 12 januari 2011 @ 18:57 |
Je kijkt er nog geen 10 minuten naar. Heb je al pen en papier gepakt, alles opgeschreven, en geprobeerd wat ik zei? Zoiets weet je door ervaring. | |
BigSmurf | woensdag 12 januari 2011 @ 19:00 |
Heb al 2 kantjes van een kladblok vol met probeersels en geen enkele komt uit op de goede vereenvoudiging... | |
GlowMouse | woensdag 12 januari 2011 @ 19:06 |
Misschien klopt het antwoord wel niet. Ik kom op 1 + ( 2p² / (p²+1) ) | |
BasementDweller | woensdag 12 januari 2011 @ 19:08 |
Hoe kom je hierop? Misschien is dat al fout... | |
BigSmurf | woensdag 12 januari 2011 @ 19:14 |
Elasticiteit = deltaQ/deltaP * P/Q. y (p) = p³+p Elasticiteit = (3p²+1) * P / p³+p = p(3p²+1) / p³+p = 3p³+p / p³+p = ? Dat is toch goed of niet? Daar kom ik ook niet op uit, maar weer even verder puzzelen.. | |
BasementDweller | woensdag 12 januari 2011 @ 19:28 |
Dus eigenlijk bedoel je met y(p), q(p). Afgeleide klopt, alleen je vergeet wat haakjes: Elasticiteit = (3p²+1) * p/q = p(3p²+1)/(p³+p) = (3p³+p)/(p³+p) = (p³+p)/(p³+p) + 2p³/(p³+p) = 1 + 2p²/(p²+1) . Zelfde als GM... | |
BigSmurf | woensdag 12 januari 2011 @ 19:40 |
Dan klopt het antwoord inderdaad gewoon niet. Bedankt jongens, dit maakt een hoop duidelijk. ![]() | |
Riparius | woensdag 12 januari 2011 @ 19:46 |
Het antwoord dat je eerst zelf gaf (uit het antwoordenboekje) klopt wel als vereenvoudiging van de breuk die je zelf geeft, dus je trekt de verkeerde conclusie. Heb je wel eens iets aan breuken gedaan op de lagere school? | |
BigSmurf | woensdag 12 januari 2011 @ 19:49 |
Grappig. ![]() Leg eens uit dan waarom het wel klopt en waarom GM en BD daar ook niet op uitkomen? | |
GlowMouse | woensdag 12 januari 2011 @ 19:52 |
Waar wij op uitkomen kun je herschrijven naar het antwoord. Als je aan het antwoord twijfelt, kun je een paar p's invullen en vergelijken met jouw antwoord. | |
Riparius | woensdag 12 januari 2011 @ 19:52 |
Je wilde weten waarom (3p³+p)/(p³+p) gelijk is aan 3 - 2/(p²+1). | |
BasementDweller | woensdag 12 januari 2011 @ 19:55 |
Zo kan je het ook vereenvoudigen idd: (3p³+p)/(p³+p) = (3(p³+p) - 2p) / (p³+p) = 3 - 2p/(p³+p) = 3 - 2/(p²+1). Als je haakjes plaatst dan klopt het antwoord wel, dus ik hoop dat ze in je antwoordenboekje wel haakjes gebruiken. | |
BigSmurf | woensdag 12 januari 2011 @ 20:01 |
Als ik het nu hierboven zie lijkt het heel logisch, maar als ik dat zelf moet bedenken kom ik daar echt nooit op.. ![]() Blij dat het tentamen gewoon open vragen zijn, dan krijg je tenminste punten als je de berekening grotendeels goed doet, de tussentoetsen waren MC. ![]() | |
GlowMouse | woensdag 12 januari 2011 @ 20:06 |
| |
BasementDweller | woensdag 12 januari 2011 @ 20:08 |
Als je gestopt was bij (3p³+p)/(p³+p) dan zou je (wat mij betreft) alle punten moeten krijgen, alleen omdat teller en noemer nogal op elkaar lijken ligt vereenvoudigen nog wel voor de hand hier. MC vragen bij berekeningen is wel erg triest trouwens ![]() | |
BigSmurf | woensdag 12 januari 2011 @ 20:13 |
Had ik even gemist, maar dat gebruik ik inderdaad ook wel. Ik kon er alleen niet over uit dat ik de verdere vereenvoudiging niet snapte. Ja, en dan bij antwoord E neerzetten "Geen van bovenstaande antwoorden is correct.". ![]() | |
BasementDweller | woensdag 12 januari 2011 @ 20:17 |
En dan stuk voor stuk na moeten gaan of jou antwoord omgeschreven kan worden naar A,B,C of D ![]() | |
BigSmurf | woensdag 12 januari 2011 @ 20:52 |
Jup. ![]() | |
BobW | donderdag 13 januari 2011 @ 11:38 |
Ik heb morgen een toets wiskunde, maar uit een volgens mij relatief eenvoudig sommetje kom ik niet uit. Ik weet niet hoe ik het moet aanpakken, maar moet het 1x weten en dan lukt het wel (hoop ik). Is er iemand die deze even voor kan doen? 1 / (1-x) + 1 / (1+x) = 3 Alvast erg bedankt ![]() | |
GlowMouse | donderdag 13 januari 2011 @ 11:44 |
zorg dat je de breuken kwijtraakt; vermenigvuldig bv. eerst met (1-x). | |
BobW | donderdag 13 januari 2011 @ 11:53 |
Als ik dat doe komt er bij mij x=1 uit, maar dat kan niet want dan krijg je iets delen door 0. Hmm Stel je vermenigvuldigt met (1-x) dan krijg je (1-x) / (1-x) + (1-x) / (1+x) = 3(1-x) En daar kwam dacht ik 1 - x = 3 - 3x Waar zit de fout? | |
GlowMouse | donderdag 13 januari 2011 @ 12:39 |
(1-x) / (1+x) is geen -x. | |
BobW | donderdag 13 januari 2011 @ 13:04 |
Ah ik heb hem al, bedankt ![]() | |
Siddartha | donderdag 13 januari 2011 @ 13:38 |
Kan iemand hierheen kijken? Laat zien of de volgende lineaire afbeeldingen injectief, surjectief of bijectief is: f: R3->R2 : (x,y,z) |--> (x-y,2z) Injectief: Nee, want voor elke x,y in R, met x=/ 0, en x=y geldt voor z=0 f(x,y,z) = (0,0) Aangezien x=y=/0, is deze afbeelding dus niet injectief. Surjectief: f(1,0,0) = (1,0) =f(v1) f(0,1,0) = (-1,0)= f(v2) f(0,0,1)= (0,1) = f(v3) We zien dus dat L(f(v1),f(v3))= R2. Aangezien voor elke x,y,z in R (x-y,2z) een element uit R2 is, is f dus surjectief. | |
GlowMouse | donderdag 13 januari 2011 @ 13:41 |
f(v3) is geen (0,1) maar (0,2). Je laatste zin snap ik niet (wat is L?). Surjectief toon je aan dat elk element uit R² bereikt kan worden, en dat volgt idd uit lineariteit, f(v1) en f(v3). | |
Siddartha | donderdag 13 januari 2011 @ 13:44 |
Klopt, dat was een typefoutje. Met L(f(v1),f(v3)) bedoel ik het lineaire opspansel van f(v1),f(v3). | |
BasementDweller | donderdag 13 januari 2011 @ 14:14 |
Dit stukje vind ik ook een beetje vaag. Bedoel je met de laatste zin misschien: aangezien f(0,0,0)=(0,0) is de afbeelding niet injectief? Ik zou het zo doen: Injectief betekent f(x)=f(y) => x=y. Het is makkelijk om met tegenspraak te laten zien dat ie niet injectief is; Stel f is injectief. Dan volgt uit f(0,0,1)=f(1,1,1)=(0,2), dat (0,0,1)=(1,1,1) (tegenspraak). | |
Siddartha | donderdag 13 januari 2011 @ 14:17 |
Ik maak gebruik van het gegeven dat als Ker f = 0 dan en alleen dan is f injectief. Bewijs: Stel alleen f(0)=0 Dan voor f(v)=f(v') , dan f(v-v')=f(0) betekent dat v=v'. Oftewel de definitie van injectief. | |
BasementDweller | donderdag 13 januari 2011 @ 14:19 |
Ah ja, zo kan het ook ![]() | |
Siddartha | donderdag 13 januari 2011 @ 14:21 |
Het klinkt stom, maar kan iemand me een voorbeeld geven van een niet surjectieve afbeelding? En belangrijker, hoe bewijs je dat? | |
BasementDweller | donderdag 13 januari 2011 @ 14:22 |
f: R-> R , f(x)=x² f is niet surjectief omdat f(x)=/ -1 voor alle x in het domein van f (een kwadraat is altijd niet-negatief). Dus -1 ligt wel in het codomein maar wordt niet bereikt => niet surjectief. | |
Siddartha | donderdag 13 januari 2011 @ 14:25 |
Maar het codomein wordt dus niet beschreven door, in dit geval, x2, maar is gewoon R ? | |
BasementDweller | donderdag 13 januari 2011 @ 14:27 |
Ja. Het codomein mag je eigenlijk zelf kiezen, zo lang het bereik van de functie er maar een deelverzameling van is. Als je dezelfde functie had genomen met als codomein: alle niet-negatieve reële getallen, dan was ie wel surjectief geweest. | |
Siddartha | donderdag 13 januari 2011 @ 14:29 |
Ik zie net je edit: Alles mbt surjectieviteit word meteen een stuk duidelijker. Bedankt! | |
BasementDweller | donderdag 13 januari 2011 @ 14:32 |
N=natuurlijke getallen? Dan heb je je functie niet goed gedefiniëerd, want dan heeft f(1/2) geen uitkomst, want (1/2)^2 = 1/4 (niet in N). ![]() | |
Siddartha | donderdag 13 januari 2011 @ 14:40 |
Klopt, ik merkte het al toen ik op invoeren drukte. | |
GoodGawd | donderdag 13 januari 2011 @ 16:35 |
Ik zit met iets. 0,05 is hetzelfde als 20-1 0,05t is hetzelfde als 20-1t Nu gaan we integraal nemen: f 0,05t = 0,025t2 toch? f 20-1t = 20 Ben ik nou gek v_v? | |
keesjeislief | donderdag 13 januari 2011 @ 16:44 |
Bedoel je met 'f' een primitieve? Een primitieve van 20^(-1)*t is bijv. 20^(-1)*t^2/2, in ieder geval niet 20. | |
GoodGawd | donderdag 13 januari 2011 @ 16:45 |
Moet een integraal teken voorstellen. f ( 0,05t) dt= 0,025t2 f ( 20-1t) dt = 20 | |
GoodGawd | donderdag 13 januari 2011 @ 16:51 |
v(t) = 75cos(0,05t) Ik wil deze snelheids vector omzetten naar een positie vector, dus v integreren naar s. Dus 75cos(0,05t) als je dat integreert word het 75sin(0,05t) MAAL de integraal van 0,05t. Product regels is dat geloof ik he. En toen zag ik dat de uitkomst daarvan 20 is. | |
keesjeislief | donderdag 13 januari 2011 @ 16:51 |
Zoals gezegd, die tweede klopt niet. | |
GoodGawd | donderdag 13 januari 2011 @ 16:53 |
Hier gaat het om:![]() Zoals je ziet staat er 1500. Dat betekent dus dat 75 met 20 is vermenigvuldigd. Waar komt die 20 dan vandaan?
| |
keesjeislief | donderdag 13 januari 2011 @ 16:54 |
Nee, de integraal van v(s) = 75*cos(0.05*s) voor s van 0 tot t wordt (75/0.05)*sin(0.05t). | |
GoodGawd | donderdag 13 januari 2011 @ 17:01 |
Wat voor een rekenregel is dit dan? | |
keesjeislief | donderdag 13 januari 2011 @ 17:05 |
De kettingregel, differentieren van (75/0.05)*sin(0.05t) geeft (75/0.05)*cos(0.05*t)*0.05 = 75*cos(0.05*t). | |
Siddartha | donderdag 13 januari 2011 @ 17:40 |
Moeilijke integralen hebben vaak een uitkomst die simpel te differentieren valt. Gebruik dat dan om te controleren of je ook echt de goede integraal hebt. [ Bericht 0% gewijzigd door Siddartha op 13-01-2011 18:01:43 ] | |
Riparius | donderdag 13 januari 2011 @ 17:52 |
Waar baseer je dat op? Ik ken genoeg 'eenvoudige' functies waarvan een primitieve niet in elementaire functies is uit te drukken, maar daaruit volgt niet dat omgekeerd 'moeilijke' functies eenvoudig te primitiveren zouden zijn. | |
-jos- | donderdag 13 januari 2011 @ 17:56 |
Hij bedoelt denk ik dat de uitkomst van moeilijke integralen soms makkelijk te differentieren is als controle. | |
Siddartha | donderdag 13 januari 2011 @ 18:02 |
Differentieren bedoel ik. Zo had hij dat de integraal van 20^-1 een getal was. Je ziet meteen dat zoiets niet kan. | |
Alex.Krycek | donderdag 13 januari 2011 @ 22:03 |
Dan een simpel (?) vraagje: Ik probeer de homotopische equivalentie van een aantal verzamelingen te laten zien. Ik weet wel welke afbeeldingen daarvoor zorgen, alleen ik krijg ze niet formeel geschreven. Volgens mij is het vrij elementaire calculus, maar daar ben ik dus echt slecht in. Hieronder wat ik zelf voor elkaar krijg: 1)Homotopische equivalentie van een ring in R2 en de eenheidscirkel. [ afbeelding ] 2)Open schijf met weggelaten punt {z: 0<|z|<1 } in C en de eenheidscirkel 3)Rn\{0} en Sn Dus wat ik graag zou weten is, hoe ik die functies netjes beschrijf en hoe ik eraan kom. Ik zie bijvoorbeeld bij 2, dat je met de functie z/|z| wel alle punten van de schijf op de eenheidscirkel krijgt. Bij 3. wordt het iets van x/||x|| en de gewone inclusie voor de andere kant... | |
thabit | donderdag 13 januari 2011 @ 22:16 |
Lijkt me toch prima zo? Bij 2 kun je van de cirkel naar de schijf gaan door z naar z/2 te sturen. Je moet nog wel aantonen dat het homotopie-equivalenties zijn natuurlijk. | |
Alex.Krycek | donderdag 13 januari 2011 @ 23:01 |
Oké bedankt ![]() | |
thabit | vrijdag 14 januari 2011 @ 00:24 |
Uiteraard had dat zo gekund, die dingen zijn allemaal homotoop met elkaar. | |
BasementDweller | vrijdag 14 januari 2011 @ 01:38 |
Kan iemand mijn bewijs checken? l^1 betekent absoluut optelbaar, en l^2 kwadratisch optelbaar:![]() Volgens mij zijn die ''deelrijen'' officieel geel deelrijen omdat ik ook termen verander... ![]() | |
thabit | vrijdag 14 januari 2011 @ 11:08 |
Dat ziet er wel correct uit. Misschien kun je nog even opmerken dat het nemen van oneindige sommen in dit geval geoorloofd is omdat de termen allemaal >= 0 zijn. | |
BasementDweller | vrijdag 14 januari 2011 @ 12:48 |
Wat kan er dan fout gaan als sommige termen <0 zijn? | |
thabit | vrijdag 14 januari 2011 @ 19:07 |
Een oneindige som is een limiet van eindige sommen. Als er negatieve termen zijn, dan kan de limiet afhangen van de sommatievolgorde. | |
BasementDweller | vrijdag 14 januari 2011 @ 19:11 |
Oh, oke. Bedankt. | |
Dale. | zaterdag 15 januari 2011 @ 20:56 |
Als ik de matrixen A en C weet met A*B = C, B = n*n matrix en A en C een n*m matrix... is het dan mogelijk om achter matrix B uit te rekenen? | |
thabit | zaterdag 15 januari 2011 @ 22:30 |
Als A een n*m-matrix is, en B een n*n-matrix, dan is A*B alleen gedefinieerd indien n gelijk is aan m. ![]() Je kan B kolomsgewijs uitrekenen, als v de i-de kolom is van B en w de i-de kolom is van C, dan moet je dus het stelsel A*v = w oplossen en dat zo voor i van 1 t/m n. | |
GlowMouse | zaterdag 15 januari 2011 @ 23:07 |
Als A=C=O (de all-0 matrix), dan kun je B nooit meer precies bepalen. | |
TheLoneGunmen | zondag 16 januari 2011 @ 16:12 |
Lebesgue Integratie: 1) If f is measurable and f = g except on a set of measure zero, show that g is also measurable. 2)voor meetbare f: ![]() Hoe bewijs ik dat? Ze zijn me alle twee overigens intuitief totaal begrijpelijk. | |
BasementDweller | zondag 16 januari 2011 @ 16:53 |
[ Bericht 100% gewijzigd door BasementDweller op 16-01-2011 21:37:15 ] | |
BasementDweller | zondag 16 januari 2011 @ 22:02 |
Waarom is de dihedrale groep D_2 niet isomorf aan Z/Z2? Je kan het voorstellen door zo'n lijn: 1 ------------------------ 2 Als je dan spiegelt of of pi rad draait dan heeft dat hetzelfde effect, dus s=r, dus {e,r,s,sr}={e,r,r,r^2} = {e,r} ~= Z/Z2. Waarom klopt dit niet? | |
thabit | zondag 16 januari 2011 @ 22:15 |
Je moet het zien als een "tweehoek". Er gaat als het ware een zijde van 1 naar 2 onderlangs en een zijde van 2 naar 1. Spiegelen is dan iets anders dan roteren: spiegelen verwisselt boven en onder niet, maar roteren wel. | |
BasementDweller | zondag 16 januari 2011 @ 23:00 |
Aha, op zich wel logisch. De fout in mijn redenering is eigenlijk dat ik het voorstel als lijn... | |
Alxander | zondag 16 januari 2011 @ 23:07 |
![]() | |
BasementDweller | zondag 16 januari 2011 @ 23:17 |
Als een rij convergeert naar alfa dan is alfa een limietpunt. Ze laten zien dat zo'n limietpunt tot S behoort. Omdat dit argument opgaat voor een willekeurig limietpunt, behoort ieder limietpunt tot S en dan is S per definitie gesloten. In het bewijs is alfa zo gekozen dat het buiten S ligt. Ze maken er een bolletje omheen met een straal > 0 zodat het hele bolletje buiten S ligt. Omdat de rij naar alfa convergeert, komen de punten in die rij willekeurig dicht bij alfa voor voldoende grote n, en dus ook in het deltabolletje, en dus allemaal buiten S. [ Bericht 7% gewijzigd door BasementDweller op 16-01-2011 23:23:02 ] | |
Alxander | zondag 16 januari 2011 @ 23:33 |
p en alpha zijn dus in principe hetzelfde punt toch? Waarom is het dan nodig om nog een punt p te kiezen? | |
BasementDweller | zondag 16 januari 2011 @ 23:35 |
Nee p is een punt in het deltabolletje rond alfa. Die delta kiezen ze zo dat ieder punt p in dat bolletje niet in S ligt. Dus dat hele bolletje ligt niet in S (preciezer: de doorsnede van het bolletje en S is leeg). | |
Alxander | zondag 16 januari 2011 @ 23:40 |
Ze kiezen dus een alpha waar de rij x(n) naar toe convergeert. Ze nemen aan dat alpha buiten S ligt. Ze tekenen een bol om alpha met straal delta zo dat de hele bol niet in S ligt. Omdat alpha het middelpunt is van het bolletje, zou x(n) ook in het bolletje moeten zitten, dit is niet zo, dus alpha is binnen S, dus S is closed. Klopt dat cursieve deel? | |
BasementDweller | zondag 16 januari 2011 @ 23:44 |
Nee, niet iedere x(n) hoeft in het bolletje te zitten. Zie je waarom? Dat zeg je eigenlijk zelf ook al. Pas als n groot genoeg is zit hij in het bolletje (schrijf anders eens met de definitie van de limiet op wat het betekent dat a_n naar alfa convergeert als n naar oneindig gaat!!). Dan heb je dus een heel deel van de rij wat buiten S ligt, dus is de rij geen deelverzameling van S, in tegenspraak met hoe je die rij gekozen had. [ Bericht 10% gewijzigd door BasementDweller op 16-01-2011 23:50:31 ] | |
Alxander | zondag 16 januari 2011 @ 23:57 |
Ahaa, dankjewel voor je snelle en goede hulp! ![]() ![]() | |
BasementDweller | zondag 16 januari 2011 @ 23:58 |
![]() | |
keesjeislief | maandag 17 januari 2011 @ 01:14 |
Is f positief? In dat geval is het triviaal dat m(f(x)=\inf)>0 => \int_{\Omega} f \geq \int_{f^{-1}(\inf)} f = \inf. Anders moet je f opbreken in negatieve en positieve delen en hetzelfde doen, rekening houdend met het feit dat de aanname dat \int_{\Omega} f < \inf i.h.b. betekent dat de integraal welgedefinieerd is, dus het kan niet zo zijn dat (JPB-smiley) beide delen een oneindige integraal hebben. | |
Paganitzu | maandag 17 januari 2011 @ 17:08 |
Aan de hoeveelheid punten die je kan krijgen, kan het geen moeilijke opgaven zijn, maar ik kom hier niet uit. [ afbeelding ] Antwoord zegt f(3) = 1 | |
GlowMouse | maandag 17 januari 2011 @ 17:13 |
Tip: omdat het taylorpolynoom bestaat, is g differentieerbaar in 3 (met afgeleide 3). | |
Paganitzu | maandag 17 januari 2011 @ 18:38 |
Ik kom er niet uit, ik heb nu wel de juiste antwoord van opgave a, maar of het wiskundig correct is betwijfel ik. Ik begrijp dat de afgeleiden van g in 3, gelijk is aan 3. Maar er valt geen kwartje wat ik met die afgeleiden moet doen. Blijkbaar is de limiet naar 3 van g(x) = 4. g(3) ~ 4 g'(3) = 3 | |
GlowMouse | maandag 17 januari 2011 @ 18:42 |
wat is de definitie van de afgeleide, en als je dat helemaal vereenvoudigt? | |
Paganitzu | maandag 17 januari 2011 @ 19:43 |
Bedankt voor je hulp, alleen heb ik geen idee waar je naar toe wilt gaan. Definitie lim = (f(x+delta x) + f(x)) / delta x delta x-> 0 Helaas begrijp ik ook niet wat je met geheel vereenvoudigen bedoeld. Ik heb geprobeerd om formule te differentieren, en dat gelijk te stellen aan 3 in de hoop hier iets mee te kunnen. Helaas lukt dat ook niet. | |
Marthh | maandag 17 januari 2011 @ 19:49 |
Ik heb morgen tentamen basis wiskunde, maar ik kom er nu achter dat ik ook nog goniometrie moet leren. En ik snap een gedeelte totaal niet ![]() 1. sin a = 1/6. bereken: cos a 2. bereken: arcsin - 1/2 wortel 2 Ik hoop dat iemand me kan helpen! bedankt alvast! | |
GlowMouse | maandag 17 januari 2011 @ 19:53 |
het gaat over de afgeleide van g ![]() 1. gebruik sin²x + cos²x = 1. 2. teken een eenheidscirkel met daarin deze vraag, en gebruik sin(pi/4) = 1/2 wortel 2. | |
Marthh | maandag 17 januari 2011 @ 20:14 |
yay ik snap 1. ! alleen 2. nog niet.. moet ik iets in die formule invullen waarna het antwoord eruit rolt? het antwoord op de vraag is btw -1/4pi | |
GlowMouse | maandag 17 januari 2011 @ 20:21 |
waar is je paint? | |
Marthh | maandag 17 januari 2011 @ 20:24 |
mijn paint? er staat geen plaatje bij de opgave, het zijn alleen cijfers en tekens. | |
Dale. | maandag 17 januari 2011 @ 20:44 |
Gewoon even 2 driehoekjes uit je hoofdleren... ![]() In deze driehoek alfa = pi/6 beta = pi/2 gamma = pi/3 Dan nog tweede driehoek met AB = BC = 1 en AC dus wortel 2 Met alfa = pi/4 beta = pi/2 gamma = pi/4 | |
Riparius | maandag 17 januari 2011 @ 21:43 |
Dingen uit je hoofd leren bij wiskunde is over het algemeen niet verstandig. Maar als je dan toch een ezelsbruggetje wil hebben, kun je beter het volgende onthouden: De 'standaard' hoeken zijn 0, 30, 45, 60 en 90 graden en de sinus van deze hoeken is resp. ½√0, ½√1, ½√2, ½√3, ½√4. Voor de cosinus hetzelfde rijtje in omgekeerde volgorde, en de tangens is uiteraard het quotiënt van sinus en cosinus. | |
BasementDweller | maandag 17 januari 2011 @ 21:54 |
Hiermee wel lijkt me. Anders moet je zelf afleiden wat de taylorpolynoom is van een sinus (want die moet je dan ook niet uit je hoofd leren), en dan vervolgens die oneindige som berekenen? ![]() Ik vind zelf die twee driehoekjes zelf makkelijker te onthouden, daar kan weinig fout gaan. ![]() | |
Marthh | maandag 17 januari 2011 @ 22:14 |
taylorpolynoom? ik voel mij alles behalve slim op dit moment ![]() Maar vraag 2. is me nog niet duidelijk zou iemand het kunnen uitwerken? | |
BasementDweller | maandag 17 januari 2011 @ 22:16 |
De vraag is equivalent met: Voor welke x is sin(x) = - wortel(2)/2 ? En dat kan je afleiden uit dit (lelijke) standaarddriehoekje: ![]() | |
Marthh | maandag 17 januari 2011 @ 22:26 |
En hoe kom ik dan uiteindelijk op het antwoord: -1/4pi? | |
BasementDweller | maandag 17 januari 2011 @ 22:28 |
Je ziet uit het plaatje dat sin(45 graden) = 1/wortel(2) = wortel(2)/2. Dus sin(pi/4) = wortel(2)/2. Zie je hoe je nu verder moet? | |
Mathematrix | maandag 17 januari 2011 @ 22:53 |
Scriptie over een speltheoretisch onderwerp (wiskunde) | |
GlowMouse | maandag 17 januari 2011 @ 22:55 |
speltheorie | |
Mathematrix | maandag 17 januari 2011 @ 22:56 |
Waarom ![]() | |
BasementDweller | maandag 17 januari 2011 @ 23:08 |
speltheorie ![]() | |
GlowMouse | maandag 17 januari 2011 @ 23:11 |
Het is een vrij nieuw gebied; het is niet moeilijk om met een nieuw idee te komen en dat te laten publiceren. Daarom is het theoretisch weinig interessant. Daarnaast is het nergens toepasbaar. Er is ook maar één universiteit echt mee bezig hier in Nederland. | |
Mathematrix | maandag 17 januari 2011 @ 23:12 |
![]() | |
Fsmxi | dinsdag 18 januari 2011 @ 09:22 |
Stel z=x2y+xy2, x = 2+t4, y = 1-t3 Gevraagd is met de kettingregel dz/dt te vinden. Uit dz/dt=(dz/dx)(dx/dt)+(dz/dy)(dy/dt) volgt dan toch: dz/dt = (2xy+y2)(4t3)+(x2+2xy)(-3t3) Is dit dan het goede antwoord of moet je x en y ook nog invullen ofzo? | |
GlowMouse | dinsdag 18 januari 2011 @ 12:05 |
Het is wel zo. Zelfs van convexe analyse, dat veel theoretischer lijkt, heb ik meer toepassingen gezien. Het laatste stukje moet -3t² zijn. Invullen lijkt me mooier, maar niet noodzakelijk. | |
Siddartha | dinsdag 18 januari 2011 @ 15:29 |
Zij U een lineaire deelruimte van V en zij V/U de quotientenruimte van U in V. Zij W een lineaire deelruimte van V die U bevat, d.w.z U is een deelruimte van W. Laat zien dat in dit geval W/U= {w+U| w uit W} een lineaire deelruimte van V/U is. Ik dacht het volgende: W is een lineaire deelruimte van V, en W/U is dan simpel de begrenzing van V/U op W. Aangezien W lineair is, is W/U dat dan ook en dus een lineaire deelruimte van V/U. Mijn vraag is of dit klopt en hoe kan ik dit het beste formuleren? Tevens, kan ik dit ook bewijzen door te stellen dat W/U = W ( want {w+U | w uit W} =W omdat W lineair is en U een deelverzameling van W) | |
thabit | dinsdag 18 januari 2011 @ 16:49 |
In zekere zin klopt dit idee, het handigst is het om gewoon formeel de axioma's van een deelruimte na te gaan. Wees er dan vooral op bedacht dat je toch ergens moet gebruiken dat U een deelruimte van W is. Nee, W/U is niet W. | |
Siddartha | dinsdag 18 januari 2011 @ 17:08 |
Neem w1+U,w2+U in W/U. Dan (w1+U) + (w2+U) = w1+w2+U een element van W/U want: W is een lineaire deelruimte, dus w1+ w2 is een element van W. Hetzelfde principe voor scalaire vermenigvuldiging. Oftewel, W/U is een lineaire deelruimte. Waarom klopt W/U= W niet? Laat u een element van U zijn, dan is u ook een element van W ( U is een deelgroep van W). Dan is de verzameling van alle u+w voor w in W toch gelijk aan W? W is een lineaire deelgroep. | |
honkiedonkie | dinsdag 18 januari 2011 @ 20:56 |
Ik heb een vraag over de binomiale verdeling, van vwo wiskunde A getal en ruimte 2007 hoofdstuk 15 -> theorie C blz. 105. n=120 p=0,38 standaardafwijking=0,05 Het gaat om een tweezijdige binomiale toets. De linkerzijde wordt dan berekend met binomcdf (120, 0.38, g) kleiner of gelijk dan 0,025 dan moet je aflezen in de tabel op de GR welke waarde g is. Dat begrijp ik. De rechterzijde wordt berekend als 1-binomcdf(120, 0.38, g-1) kleiner of gelijk dan 0,025 ook weer aflezen in de tabel om te kijken welke waarde g heeft. Ik begrijp alleen niet waarom er -1 staat (en waarom dus, als de g is berekend, er 1 bij opgeteld moet worden). Ik snap ten eerste het hele idee hierachter niet en ten tweede bereken je met de GR toch g en niet g-1? Wat er wordt gedaan in de voorbeeldopgave is g-1=56 is dus g=57. Ik snap er de ballen van. | |
GlowMouse | dinsdag 18 januari 2011 @ 21:00 |
P(X >= g) = 1-P(G < g) = 1-P(G <= g-1). | |
honkiedonkie | dinsdag 18 januari 2011 @ 21:03 |
Als ik netjes m'n huiswerk zou doen zou ik snappen wat je bedoelt, maar kun je het misschien in een klein uitlegje neerzetten? Zo van "je haalt er een vanaf omdat"... In ieder geval al bedankt voor je antwoord. | |
honkiedonkie | dinsdag 18 januari 2011 @ 21:10 |
Ooh. heeft het te maken met het regeltje: P(X groter of gelijk 10) = 1 - P(X kleiner of gelijk 9) ? | |
GlowMouse | dinsdag 18 januari 2011 @ 21:10 |
Als g=10 staat dat er ja. | |
Dale. | dinsdag 18 januari 2011 @ 21:21 |
Ik heb het stelsel... Nu is de vraag "Bepaal alle oplossingen van dit stelsel als p != 0 en p != 1." Nu staat in de uitwerkingen het volgende: Nu is mijn vraag wat gebeurt er in de laatste stap? Ik geloof dat men eerst p = 0 stelt en daarna de rijen verwisseld... In ieder geval rij 2 in de voorlaatste matrix is gelijk aan rij 1 in de laatste matrix... Maar dan duikt bij mij de vraag op waarom p gelijk gesteld mag worden aan 0? Terwijl in de vraag gezegd wordt p != 0. Ik dacht zelf omdat men nu zeg maar 2 rijen hebt waarbij a + b + c = 3 en b + c = 3 waardoor je een soort gevalsonderscheid krijgt waarbij je echter p niet precies hebt vastgelegd... immers a + b + c != b + c? Of zit ik nu onzin te verkondigen ![]() | |
thabit | dinsdag 18 januari 2011 @ 21:24 |
Is W/U een deelverzameling van V/U? Is de optelling goed gedefinieerd (onafhankelijk van gekozen representanten)? W/U bestaat uit nevenklassen. Elk element van W/U wordt door een element van W gerepresenteerd, maar sommige elementen van W representeren hetzelfde element van W/U: voor elke u in U is w + U hetzelfde element van W/U als w + u + U, terwijl w niet gelijk is aan w + u (als u niet 0 is). | |
GlowMouse | dinsdag 18 januari 2011 @ 21:30 |
Die laatste stap klopt niet. Op positie (1,2) hoort een p. Als je dan gewoon verderveegt dan krijg je op (2,2) een 1-p. Onder de aanname p!=1 kun je die mooi als pivot nemen. Als je goed doorveegt, kom je uiteindelijk op [1 0 0 0; 0 1 0 3+2/p; 0 0 1 -2/p]. | |
Dale. | dinsdag 18 januari 2011 @ 22:38 |
Sorry maar zou je dat doorvegen kunnen laten zien? Ik ben dus nu gaan rekenen met op (1,2) p maar echt verder kom ik niet... ik blijf met 2 p's in me maag zitten.
| |
GlowMouse | dinsdag 18 januari 2011 @ 22:40 |
Je moet die 1 linksboven gebruiken om te vegen. Dus van rij2 trek je p keer rij1 af. | |
minibeer | woensdag 19 januari 2011 @ 01:26 |
Ik heb een kleine vraag over gebonden en ongebonden variabelen in logische formules:![]() In dit geval vraag ik me af of de 'tweede' (de gebonden) x dezelfde waarde moet hebben als de eerste x om de formule waar te laten zijn. Dus, concreet voorbeeld: zou de formule waar zijn als x = 5, y = 5, R(5, 5) = waar, P(4) = waar, maar P is niet waar voor alle andere waarden? Is de formule dan waar? (Ik neem aan van wel, maar ik vind het gek dat x in dezelfde formule twee verschillende waarden kan hebben...) | |
thabit | woensdag 19 januari 2011 @ 09:54 |
De tweede x is inderdaad een "andere" x dan de eerste x. In jouw voorbeeld is de formule inderdaad waar. | |
minibeer | woensdag 19 januari 2011 @ 15:19 |
ok, hartelijk dank ![]() | |
Siddartha | woensdag 19 januari 2011 @ 15:34 |
Aangezien W een deelverzameling van V is en U weer een deelverzameling van W, lijkt me het voldoende om te bewijzen dat W lineair is. Dat elke representant van W/U ook in V/U zit, geeft aan dat W/U een deelverzameling is van V/U, het bewijs geeft aan dat W/U een lineaire deelruimte is van V/U. Toch? Maar elke u is in W ( U is een deelruimte van W), en W is een lineaire deelruimte, dus zit w+u wél in W. Noem 'w+u' : y, dan is y een element van W en zit y+U voor elke u in W weer in W, want dan krijg je weer y+u ( met u uit U), waar u ook in W zit. | |
Hanneke12345 | woensdag 19 januari 2011 @ 21:41 |
Ik kom er niet echt uit. Ik wil l aten zien dat deze afgeleide functies (de afgeleides zelf heb ik wel goed, toch?) continu zijn: ![]() Voor de eerste (f(x)) wil ik als norm gebruiken alle elementen uit de matrix bij elkaar opgeteld. Omdat ik weet dat cos en sin continu is zou ik 't daarmee makkelijk moeten kunnen. Het probleem is daarbij vooral dat ik weet dat voor alle epsilon is er een delta zodat |x-a| < delta dan |sin x - sin a| < epsilon. Dus stel uiteindelijk kies ik x = (r, phi) en a = (q, psi) dan weet ik dat voor epsilon/4 is er een delta zodat |phi - psi| < delta dan |sin phi - sin psi| < epsilon/4. Maar ik wil krijgen dat ||x-a|| dus ||(r-q, phi-psi)|| < delta dan |sin phi - sin psi| < epsilon/4. Bij de tweede wilde ik dezelfde norm gaan gebruiken (leek me makkelijker dan met kwadraten en wortels werken sowieso) dan krijg ik \frac{x_1 + x_2 + 2}{x_1^2 +x_2^2} < epsilon. Vanaf daar kwam ik ook niet echt verder. Edit: negeer die laatste alinea maar, daar klopt sowieso niks van ![]() [ Bericht 7% gewijzigd door Hanneke12345 op 19-01-2011 22:16:05 ] | |
BasementDweller | woensdag 19 januari 2011 @ 23:11 |
In mijn dictaat staat de volgende stelling: Veronderstel dat de Fourier-reeks uniform convergeert naar de continue functie f. Dan geldt voor ieder geheel getal k dat Maar hoe kan je bepalen of de Fourier-reeks uniform naar f convergeert als je nog bezig bent met de coëfficiënten te bepalen? ![]() | |
Hanneke12345 | woensdag 19 januari 2011 @ 23:41 |
Probleem wat ik wel heb bij de tweede (f^{-1}) is dat ik niet goed weet hoe ik het moet gaan afschatten. Ik kom tot ![]() De tweede term kan ik afschatten door y_1^2+y_2^2 te vervangen voor (y_1+y_2)^2. Maar bij de eerste kan ik dat niet doen omdat 't hele ding dan kleiner wordt. Of ik zat te denken ik kan van de min een plus maken, dan wordt het ook groter. Maar hoe dan verder.. | |
keesjeislief | donderdag 20 januari 2011 @ 00:18 |
Ik begrijp eigenlijk niet zo goed wat je wilt? Je kijkt naar de totale afgeleide, een functie die afbeeldt op een matrixruimte. Als je het over continuiteit daarvan wilt hebben, moet je een norm gebruiken. Je hebt het over "alle elementen van de matrix optellen", maar dat is niet zo handig omdat je dan matrices hebt die ongelijk 0 zijn maar wel norm 0 hebben. Dan moet je het op z'n minst over de som van de absolute waarden hebben. Maar dan kijk je naar de som van 4 reeelwaardige functies waarvan van elk meteen duidelijk is dat ze continu zijn, daar valt toch niets te bewijzen? | |
Hanneke12345 | donderdag 20 januari 2011 @ 00:28 |
Som van absolute waardes inderdaad, excuses. Verder "direct duidelijk dat ze continu zijn", maar ik probeer 't toch zo te bewijzen (wnat dat zou dan ook moeten kunnen. Ik zou van de afzonderlijke functies waarschijnlijk ook nog niet kunnen bewijzen dat ze continu zijn ![]() | |
minibeer | donderdag 20 januari 2011 @ 00:31 |
ik vroeg me af wat de definitie van de term 'vrije variabele' is. Het wordt in ergens in een .pdf bestand genoemd wat ik moet leren voor logica, zonder verdere uitleg. (ik vind btw de methode die we nu gebruiken zwaar ruk. We hebben geen reader maar moeten alles leren uit losse pdf bestanden, voornamelijk gejat van andere universiteiten die wel dictaten aan hun studenten geven, die door de leraar van internet zijn geplukt en op geen enkele manier samenhangend zijn, of zelfs maar in dezelfde taal. maar goed ik stop want dit is klb niet ![]() Om even in de context te plaatsen: ![]() Deze formules laten mij vermoeden dat phi en die andere griekse letter helemaal geen x mogen bevatten. Anders zouden de formules toch niet waar zijn? | |
minibeer | donderdag 20 januari 2011 @ 00:38 |
EDIT: Al gevonden, excuses, het stond wel in het bestand, zij het pas een paar bladzijden na het gebruik van het woord. Het gaat om een variabele die onafhankelijk is van kwantoren... Ik had al gezocht in het bestand maar niets gevonden. Pdf's doen soms raar met zoeken (ik zocht op 'vrij' wat daar wel degelijk stond)... Anyway ik kan mijn laatste post opeens niet meer zien dus een losse post dan maar. O, het stond op een nieuwe pagina ![]() ![]() | |
keesjeislief | donderdag 20 januari 2011 @ 09:38 |
Dan zou ik voor die tweede bijv. gewoon gebruiken dat als teller en noemer conrinu zijn, het quotient dat ook is (module noemer=0 en zo), of wil je dat soort regels ook niet gebruiken? Voor de eerste moret je continuiteit van sinus en cosinus hebben, als je wel wilt aannemen dat ze continu in 0 zijn kun je dat bijv. met van die ik-weet-niet-meer-hoe-ze-heten formules a la sin(a+b) = ... doen. Continuiteit in 0 zou je evt. kunnen bewijzen vanuit de def. | |
keesjeislief | donderdag 20 januari 2011 @ 09:42 |
Tijd voor koffie. ![]() | |
MWP | donderdag 20 januari 2011 @ 17:54 |
Ik ben op zoek naar een nieuw calculusboek op WO-niveau ![]() ![]() Wat zijn andere goede boeken die calculus op een duidelijke manier uiteenzetten? Liefst met genoeg en goede voorbeelden? Ik heb zelf al even op Amazon en bol gekeken, maar het aanbod is zo groot dat ik het moeilijk vind een goede keuze te maken ![]() | |
Fsmxi | donderdag 20 januari 2011 @ 18:20 |
Bij onze opleiding gebruiken we "Calculus, Early Transcendentals" van James Stewart. Naar mijn mening wel een goed boek. | |
-jos- | donderdag 20 januari 2011 @ 18:25 |
Ja dat boek is vrijwel hetzelfde. Elke WO studie met wiskunde gebruikt een van die twee boeken. MWP wat is precies je probleem dan? Ik heb wel de uitwerkingen van Adams, misschien dat je daar wat aan hebt. | |
Sokz | donderdag 20 januari 2011 @ 19:18 |
Y = AX + B met A = [DELTA] Y / [DELTA] X Lineair bij een productie (X) = 200 hoort kosten (Y) = 575 bij een productie (X) = 460 hoort kosten (Y) = 1030 Dat is toch een schuin oplopende lijn (ziet er uit als ' / ' ) ? (van links onder naar rechtsboven) Waarom zegt mijn antwoordenboek dan [DELTA] Y / [DELTA] X = (575 - 1030) / (200-460) instead of (1030 - 575) / (460 - 200) ?????????? :$ | |
Sokz | donderdag 20 januari 2011 @ 19:22 |
trouwens geen beta wiskunde, maar als jullie het niet kunnen leggen dan kunnen de lui in de andere topics dat ook niet. ![]() | |
GlowMouse | donderdag 20 januari 2011 @ 19:27 |
(575 - 1030) / (200-460) = (1030 - 575) / (460 - 200) | |
BasementDweller | donderdag 20 januari 2011 @ 19:27 |
Ze hebben de teller en noemer met -1 vermenigvuldigd | |
thabit | donderdag 20 januari 2011 @ 19:27 |
Maakt geen fuck uit, is precies hetzelfde. | |
Sokz | donderdag 20 januari 2011 @ 19:29 |
Ah, merci ! ![]() | |
thabit | donderdag 20 januari 2011 @ 19:29 |
Tja, daar zijn stellingen voor. "Als f aan die-en-die voorwaarden voldoet, dan convergeert de Fourierreeks uniform naar f". | |
MWP | donderdag 20 januari 2011 @ 20:53 |
Het probleem is vooral dat ik Adams te abstract vind en de stof van elk hoofdstuk snel de diepte in gaat. Ook vind ik het boek niet zo overzichtelijk, in die zin dat er weinig concrete voorbeelden in staan. Nou doe ik twee studies, bedrijfskunde en scheikunde, dus ik kan vergelijken. Voor lineaire algebra hadden we ook Adams. Uiteindelijk snapte ik er niets van en heb ik het boek "Essential Mathematics for Economic Analysis" gebruikt (van bedrijfskunde). Laatstgenoemde legt alles wat mij betreft veel beter uit. Besteed misschien minder aandacht aan de theorie erachter en meer aan praktische toepassingen, maar daardoor leer je in principe wel de algemene vaardigheden die nodig zijn. Misschien dat een Calculus-boek toegespitst op alpha-studenten wat geschikter voor mij is (hoewel ze bij Econometrie ook al Adams gebruiken ![]() Enig idee? Of vraag ik iets onmogelijks? ![]() | |
Dale. | donderdag 20 januari 2011 @ 21:45 |
Gisteravond niet meer verder naar gekeken maar zit nu weer even te stoeien en lukt nog steeds niet ![]() Wat ik nu heb is...
| |
oblomov07 | donderdag 20 januari 2011 @ 22:10 |
Wat betekenen in beide gevallen deze twee laatste symbolen? Ben maar een VWO-6er'tje en kom deze symbolen voor het eerst tegen in m'n boek. Ik hoop trouwens dat die Z en R de juiste symbolen zijn aangezien ze toch een beetje anders uitzien in m'n boek. | |
keesjeislief | donderdag 20 januari 2011 @ 22:15 |
Bedoel je niet | |
oblomov07 | donderdag 20 januari 2011 @ 22:20 |
Ja klopt, die twee zijn het. ![]() | |
keesjeislief | donderdag 20 januari 2011 @ 22:44 |
Ah, het is geen \epsilon maar een \in, geeft de relatie "is een element van" aan. | |
oblomov07 | donderdag 20 januari 2011 @ 22:46 |
Ok, bedankt. ![]() | |
TheLoneGunmen | vrijdag 21 januari 2011 @ 21:28 |
De definities en opgaven ten spijt, kan ik intuïtief niets voorstellen bij factorgroepen. Producten van groepen vat ik, afbeeldingen tussen groepen vat ik, ondergroepen, normale groepen, etc. etc. maar factorgroepen/quotiëntgroepen? Iemand die er eens wat verfrissend licht over kan schijnen? Met voorbeelden evt. | |
BasementDweller | vrijdag 21 januari 2011 @ 22:49 |
Het voorbeeld op wikipedia illustreert wel goed wat er gebeurt: http://en.wikipedia.org/wiki/Quotient_group#Definition . Je hebt een groep van, in dat geval, 6 elementen. Je "deelt" door een normale ondergroep van 2 elementen, en je krijgt een partitie van de gehele groep bestaande uit 6/2=3 elementen. | |
BasementDweller | zaterdag 22 januari 2011 @ 00:32 |
Ik heb zelf ook een vraagje. De vraag was om te bewijzen dat sigma(|B) = sigma(O^n) en of ook geldt sigma(|B')=sigma(O^n). Dit is een bewijs: ![]() Ik snap de zin die begint met "Since #|B'..." niet. Waarom is de cardinaliteit belangrijk, en waarom geldt volgens (*) dan die implicatie? | |
keesjeislief | zaterdag 22 januari 2011 @ 00:39 |
De cardinaliteit is belangrijk omdat sigma-algebra's gesloten zijn onder aftelbare verenigingen (dat is ook de reden om die B' te introduceren naast B, aftelbaarheid van Q gebruiken). Wat is O^n? | |
BasementDweller | zaterdag 22 januari 2011 @ 00:42 |
Dat wist ik, maar ik zie niet hoe ze dat hier gebruiken...? O^n is de family of open sets in R^n | |
keesjeislief | zaterdag 22 januari 2011 @ 01:09 |
Ik begrijp je vraag geloof ik niet. Het doel van (*) is om te bewijzen dat U \in O^n => U \in \sigma(B') (**). Dit impliceert immers \sigma(O^n) \subset \sigma(B'), en omdat je al had \sigma(B') \subset \sigma(B) \subset \sigma(O^n) volgt de conclusie \sigma(B')=\sigma(B) = \sigma(O^n). Om (**) te bewijzen begin je met een U uit O^n, en gebruik je de definitie van open vz. en de dichtheid van Q in R om (*) af te leiden. Maar het rechterlid van (*) is een aftelbare vereniging van elementen uit B', en is dus een element van \sigma(B'). Dus ook U \in \sigma(B'), en hiermee is (**) bewezen. | |
BasementDweller | zaterdag 22 januari 2011 @ 01:21 |
Ah, bij dat dikgedrukte zat het probleem. Ik snap het nu, bedankt ![]() | |
Fsmxi | zaterdag 22 januari 2011 @ 09:34 |
De afgeleide van tan(2x) tan(2x)=sin(2x)/cos(2x) Een breuk, dus (nat-tan)/(n^2) nat = sin(2x)*-2sin(2x) tan = cos(2x)*2cos(2x) (nat-tan)/n^2 = (-2sin2(2x) - 2cos2(2x))/(cos2(2x) Alleen is dit niet goed aldus wolfram alpha. Alleen werkt wolfram alpha ook met de sec etc. en daar snap ik niets van, dus kan iemand uitleggen waar het fout gaat? | |
keesjeislief | zaterdag 22 januari 2011 @ 11:42 |
Je bent bijna klaar, je kunt nog gebruiken dat sin^2(x)+cos^2(x)=1 en dan komt jouw uitdrukking uit op 2/cos^2(2x) (je doet de quotientregel verkeerd om waardoor je een extra minteken hebt) en dat klopt (want sec(x)=1/cos(x)). [ Bericht 0% gewijzigd door keesjeislief op 22-01-2011 11:48:17 ] | |
Hendroit | zondag 23 januari 2011 @ 15:06 |
Gegeven is de formule y= -x2+2x+4 Teken het toenamendiagram op [-1,5] met stapgrootte 1 ![]() (klik om te vergroten) waarom is delta-y 3 bij x=0 en y=4? waarom is delya-y 1 bij x=1 en y=5 enz. | |
M.rak | zondag 23 januari 2011 @ 15:16 |
Even een kort vraagje over deze formule: Het gaat om de scheve asymptoten van deze functie, volgens mij zijn die en maar volgens het antwoordmodel zijn die y=x+6 en y=-x-6. Als ik ze plot lijkt het echter ook y=x en y=-x te zijn, zit ik ergens helemaal fout, of klopt het antwoordmodel niet? (het is een antwoordmodel voor een tentamen van vorig jaar, je zou toch mogen verwachten dat dat klopt..) | |
M.rak | zondag 23 januari 2011 @ 15:22 |
Delta-y is gelijk aan ynieuw - youd, dat geeft bij x=1 dus ynieuw (dat is de huidige y, hier dus 5) minus youd (dat is de vorige y-waarde, hier dus 4) dus 5-4=1 | |
Hendroit | zondag 23 januari 2011 @ 15:23 |
Haha nu snap ik het, bedankt! ![]() | |
GlowMouse | zondag 23 januari 2011 @ 15:43 |
Voor de intercept b kijk je naar lim(x-> oo) (x+1)(x+2)/(x-3) - x = lim(x-> oo) (x²+3x-6)/x - x²/x = lim(x-> oo) (3x-6)/x = 3. Ik zou daarom zeggen y = x+3 ipv y = x+6. | |
M.rak | zondag 23 januari 2011 @ 15:52 |
Ik heb die wat anders gedaan, namelijk lim(x-> oo) (x2+3x+2)/(x-3)-x(x-3)/(x-3)=lim(x-> oo) 2/(3-x)=0 | |
GlowMouse | zondag 23 januari 2011 @ 15:54 |
Arf, typfout iderdaad. Maar jij krijgt als teller van de tweede term -x² + 3x, waardoor je toch op +6x komt. | |
M.rak | zondag 23 januari 2011 @ 15:59 |
Aah, nu zie ik het inderdaad ook. Dat was ook de fout met mijn plot, ik had (x+3) ipv (x-3) geplot. Bedankt! ![]() | |
Quyxz_ | woensdag 26 januari 2011 @ 12:57 |
Ik zit even vast... Hoe kom ik van 1 - 1 / (1+x) naar x / (1+x) ? | |
BasementDweller | woensdag 26 januari 2011 @ 12:58 |
1=(1+x)/(1+x) | |
Quyxz_ | woensdag 26 januari 2011 @ 13:10 |
Tuurlijk! Bedankt. ![]() | |
appelsjap | woensdag 26 januari 2011 @ 18:27 |
Ik heb een probleempje met de afgeleide, ik snap niet hoe ze bij de volgende vraag aan dat antwoord komen. Ik kom er zelf niet uit want ik vind het totaal niet logisch, waarom wordt de 144 gedeeld door 2 en dus 72 van gemaakt, en waarom wordt er van 54 90 gemaakt, is mij totaal onduidelijk. Iemand die dit kan toelichten? ![]() | |
TheLoneGunmen | woensdag 26 januari 2011 @ 18:44 |
Of ik kan het niet meer, of dat programma van je faalt al op de eerste regel./![]() | |
TheLoneGunmen | woensdag 26 januari 2011 @ 18:47 |
Algemeen vraagje. Als je een pdf of CDF van een X is gegeven en dan een Y die een functie is van X met de vraag wat de pdf of CDF van die Y is... nou dan zijn daar wel bepaalde technieken voor, maar hoe controleer je nu snel of je gevonden antwoord goed is? Door iets in te vullen ergens wellich? | |
appelsjap | woensdag 26 januari 2011 @ 18:47 |
Ja dit dacht ik in het begin dus ook, maar blijkbaar moet het wel zo. Onderbouwen kan ik het idd niet. Volgens mij doen ze * de afgeleide van 6y3, en y3 is constant dus nog een keer maal 6? | |
TheLoneGunmen | woensdag 26 januari 2011 @ 18:48 |
Lijkt me onzin. Of ik snap het echt niet meer. Die hele functie van y is een constante dus die blijft gewoon staan. | |
Riparius | woensdag 26 januari 2011 @ 18:49 |
Alle tussenstappen in je screenshot zijn fout, alleen het eindantwoord klopt. Welke joker heeft dit geschreven? | |
appelsjap | woensdag 26 januari 2011 @ 18:50 |
www.mathxl.com | |
appelsjap | woensdag 26 januari 2011 @ 18:51 |
Volgens mij snap ik het al, als je in de eerste regel niet nogmaals x 6 doet, dan klopt het eindantwoord ook. | |
TheLoneGunmen | woensdag 26 januari 2011 @ 18:52 |
Wel chille software om het aan te leren dan. | |
Siddartha | woensdag 26 januari 2011 @ 18:55 |
Ik zie even niet waar ik de fout inga met min/plus: Integreer de functie: x2e-x Dat wordt -x2e-x- Integraal(-2xe-x). Integraal(-2xe-x) wordt -2e-x+2xe-x. Dus de gezochte integraal is: -x2e-x + 2e-x-2xe-x. | |
GlowMouse | woensdag 26 januari 2011 @ 19:05 |
Kijken of hij aan de eigenschappen van een cdf voldoet, en misschien wat invullen ja. | |
GlowMouse | woensdag 26 januari 2011 @ 19:07 |
Klopt niet. | |
Siddartha | woensdag 26 januari 2011 @ 19:19 |
Ah, ik zie het al. Ik had -2 uit de integraal gehaald, maar het tweede min-teken niet veranderd. Bedankt! | |
Dale. | woensdag 26 januari 2011 @ 19:19 |
Niet geheel waar... enigste wat fout is is dat ze van | |
TheLoneGunmen | woensdag 26 januari 2011 @ 21:06 |
Wat is wat? | |
GlowMouse | woensdag 26 januari 2011 @ 21:13 |
Hangt helemaal van de functies af ![]() | |
TheLoneGunmen | woensdag 26 januari 2011 @ 22:23 |
Ik hoef het antwoord niet, maar welke stelling/theorie gebruik je hiervoor?:![]() | |
thabit | woensdag 26 januari 2011 @ 23:07 |
Ik zou Yi schrijven als exp(Xi) met Xi normaal verdeeld. | |
TheLoneGunmen | woensdag 26 januari 2011 @ 23:21 |
D'accord. Maar het product van stochasten>? Ik weet wel dat omdat ze onafhankelijk zijn, dat de verwachting dan gewoon het product van de verwachtingen is.... Maar de verdeling?En los daarvan, wat moet ik me eigenlijk voorstellen bij een product van onafhankelijke stochasten? | |
GlowMouse | woensdag 26 januari 2011 @ 23:23 |
exp(X1) * exp(X2) kun je anders schrijven. | |
thabit | woensdag 26 januari 2011 @ 23:28 |
Als je 1 dobbelsteen hebt, kun 1 t/m 6 gooien, elk met evenveel kans. Heb je twee dobbelstenen, dan kun je ze, zoals bij Monopoly, bij elkaar optellen, maar je kunt ze ook met elkaar vermenigvuldigen. Dan gooi je minimaal 1 en maximaal 36, en nog wat waarden die daartussen zitten met een bepaalde kans. | |
TheLoneGunmen | woensdag 26 januari 2011 @ 23:53 |
I get it. Merci! | |
minibeer | woensdag 26 januari 2011 @ 23:55 |
Edit: nutteloze post. Zat op pagina 6 te kijken ofzo... Elke keer als ik op >> druk, kom ik ergens halverwege het topic uit ![]() | |
Dale. | donderdag 27 januari 2011 @ 13:18 |
Vraagje... ik heb een probleem met me TI-83... Wanneer ik ALPHA - A. Dus de letter A typ op de TI83. dan krijg ik ERR:ARCHIVED... Ik heb hem al gereset maar het probleem blijft... iemand enig idee? | |
FedExpress | donderdag 27 januari 2011 @ 13:52 |
http://lmgtfy.com/?q=Ti-83+ERR%3AARCHIVED | |
ajacied4lf | donderdag 27 januari 2011 @ 17:47 |
Heb even een vraagje over de inverse functie. Kom er maar niet uit. Inverse functie van: f(x)= 3x + 6 / x + 1 stap 1: f(x+1) = 3x+6 stap 2: fx + f = 3x + 6 stap 3: fx - 3x = -f + 6 stap 4: x(f-3) = -f + 6 stap 5: x = f-3 / -f+6 (Ben maar een beetje aan het proberen, op gevoel .. weet niet of het goed is) | |
Quyxz_ | donderdag 27 januari 2011 @ 17:51 |
Ziet er vrij goed uit hoor. Ik zou alleen van stap 5 dit maken: stap 5: x = -f+6 / f-3 En even letten op het domein. (x=/=-1) | |
Alxander | donderdag 27 januari 2011 @ 17:53 |
Ik kom op (x-6)/(x+3) | |
ajacied4lf | donderdag 27 januari 2011 @ 17:55 |
Hoe bedoel je domein? Hoezo mag het geen -1 zijn? Zou je de uitwerking kunnen geven? | |
Quyxz_ | donderdag 27 januari 2011 @ 17:57 |
Als je in je oorspronkelijke formule voor f(x) x=-1 invult, moet je door 0 delen en dat kan niet. | |
Alxander | donderdag 27 januari 2011 @ 17:58 |
Nevermind, klopt wel (6-x)/(x-3). x =/= -1 omdat dat geldt voor de originele functie (noemer niet 0) | |
ajacied4lf | donderdag 27 januari 2011 @ 17:59 |
"delen door nul is flauwekul" ![]() Heb morgen een tentamen, dus zal nog wel met meer vragen komen. | |
Quyxz_ | donderdag 27 januari 2011 @ 18:02 |
![]() | |
ajacied4lf | donderdag 27 januari 2011 @ 18:05 |
![]() | |
ajacied4lf | donderdag 27 januari 2011 @ 18:14 |
Next! 2Log ( x - 3) + 2Log ( x - 1) = 3 Stap 1: 2Log ( x-3 * x - 1) = 3 Stap 2: 2Log ( x2 - x - 3x + 3) = 3 Klopt het tot nu toe? | |
Quyxz_ | donderdag 27 januari 2011 @ 18:22 |
ja | |
ajacied4lf | donderdag 27 januari 2011 @ 18:38 |
verder kom ik ook niet .... 2Log ( x2 - 4x + 3) = 3 23 = x2 - 4x + 3 5 = x2 - 4x | |
GlowMouse | donderdag 27 januari 2011 @ 18:56 |
Haakjes! En de abc-formule. | |
ajacied4lf | donderdag 27 januari 2011 @ 19:05 |
Haakjes? Heb daar nog problemen mee. ![]() | |
M.rak | donderdag 27 januari 2011 @ 19:07 |
x2-4x-5=(x+1)(x-5)=0, hieruit kan je makkelijk de nulpunten (x=-1 en x=5) aflezen ![]() | |
GlowMouse | donderdag 27 januari 2011 @ 19:08 |
Daar ontbreken haakjes. En wat M.rak zegt. | |
Riparius | donderdag 27 januari 2011 @ 19:09 |
Ja. Maar merk op dat ook x > 3 moet zijn, zodat alleen de oplossing x = 5 voldoet. | |
ajacied4lf | donderdag 27 januari 2011 @ 19:32 |
Kan ook met de ABC formule toch? ( ABC ![]() 2Log ( (x-3) * (x - 1)) = 3 ![]() | |
M.rak | donderdag 27 januari 2011 @ 21:52 |
Dat kan ook ja, maar in principe lijkt het me makkelijker om te ontbinden ![]() Die klopt helemaal. | |
ajacied4lf | donderdag 27 januari 2011 @ 22:15 |
Ontbinden kan ik niet ![]() Nog even een vraagje, maakt het uit als je bij de inverse functie de f(x) veranderd in y? | |
Dale. | donderdag 27 januari 2011 @ 23:06 |
Even een belangrijk vraagje over statistiek en wel over cumulative binomiale verdeling... Wij hebben in ons dictaat een tabel waar je de waardes kunt opzoeken deze tabel gaat van 1 <= n <= 20. En P gaat van {0,05; 0,1; 0,15; 0,2; 0,25; 0,3; 0,35; 0,4; 0,5; 1/6; 1/3} (Zie foto) Ik heb de kansverdeling Nu moet ik Nu zie ik boven de tabel, zie foto, Zo'n omrekening staan... Nu is mijn vraag hoe doe ik dit voor P(Bin(5,3/4) <= 0) en P(Bin(5,3/4) <= -1)? Ik heb bijvoorbeeld bij P(Bin(5,3/4) <= 0) = P(Bin(5;0,25) >= 0) ((3/4)/3 = 0,25 en 0 * 3 = 0) is dus 1 - P(Bin(5;0,25) <= 0) ps. de goeie waardes zouden moeten zijn... P(Bin(5,3/4) <= 0) = 1 en P(Bin(5,3/4) <= -1) = 0,9990 [ Bericht 1% gewijzigd door Dale. op 27-01-2011 23:16:16 ] | |
GlowMouse | donderdag 27 januari 2011 @ 23:15 |
Je zult wel X~BIN(5, 3/4) bedoelen. Aangezien X>=0 met kans 1, kun je volstaan met P(X<=0). Definieer Y = 5-X. Dan Y~BIN(5,1/4). Dit kun je zien via de pdf, maar ook met de uitleg dat de binomiale verdeling het aantal successen telt. [ Bericht 26% gewijzigd door GlowMouse op 27-01-2011 23:24:55 ] | |
Riparius | donderdag 27 januari 2011 @ 23:23 |
Tuurlijk kun je dat wel. Je hebt: (x + a)(x + b) = x2 + (a+b)x + ab Als je dus x2 - 4x - 5 wil ontbinden, dan zoek je twee getallen waarvan de som -4 is en het product -5. Het is gemakkelijk te zien dat de gezochte getallen +1 en -5 zijn, zodat we dus hebben: x2 - 4x - 5 = (x + 1)( x - 5) Dat maakt wel uit maar niet veel aangezien de afhankelijke variabele bij een reële functie van x gewoonlijk inderdaad wordt aangeduid met y. Het is iets handzamer qua notatie als je de inverse van een functie y = f(x) wil bepalen. | |
Dale. | donderdag 27 januari 2011 @ 23:34 |
Die 1/4 komt van (1-p) gewoon? Maar dus... P(Bin(5,3/4) <= 0) = P(Bin(5,1/4) <= 5) en P(Bin(5,3/4) <= -1) = P(Bin(5,1/4) <= 4)... En dat klopt ook volgens de tabel. Maar even een ander voorbeeldje dat ik heb... X~BIN(15,1/3)... en Dan P(BIN(15,1/3) = 0) = P(BIN(15,1/3) <= 0) - P(BIN(15,1/3) <= -1). Definieer Y = 15-X. Dan wordt... P(BIN(15,2/3) <= 15) - P(BIN(15,2/3) <= 14)... maar 2/3 staat weer niet in me tabel ![]() | |
TheLoneGunmen | donderdag 27 januari 2011 @ 23:39 |
Ik heb even een kleine aanwijzing nodig. Ik probeer een opgave op te lossen met de centrale limietstelling. Die als volgt is gegeven ![]() 8.Carton contains 144 balls each of which has a mean weight of 5 ounces and a standard deviation of 2/5 ounces. Use the CENTRAL LIMIT THEOREM to approximate the probability that the total weight of the baseballs in the carton is a maximum of 725 ounces. Ik snap dat sigma=2/5 n=144 mu=5... maar dan? | |
GlowMouse | donderdag 27 januari 2011 @ 23:45 |
Noem X_i het gewicht van 1 bal. Dan kun je hem zo invullen: (somX_i - 144*5)/(12*2/5) ~ N(0,1) invullen: P(somX_i <= 725) = .... = P((somX_i - 144*5)/(12*2/5) <= ....) = .. | |
TheLoneGunmen | donderdag 27 januari 2011 @ 23:48 |
Bedankt, maar tot daar was ik precies ![]() En dan? | |
GlowMouse | donderdag 27 januari 2011 @ 23:49 |
Bij P((somX_i - 144*5)/(12*2/5) <= ....) gebruik je dat (somX_i - 144*5)/(12*2/5) ~ N(0,1). | |
TheLoneGunmen | donderdag 27 januari 2011 @ 23:52 |
Ja maar dat snap ik niet met mijn pindabrein... wat je dan moet doen om uiteindelijk de kans te krijgen. Want dan moet je toch in zo'n standaard z tabel kijken, maar bij welke waarde? Niet 725 in ieder geval. | |
ajacied4lf | donderdag 27 januari 2011 @ 23:52 |
Ik snap wel wat je moet doen, alleen zie ik dat niet zo snel. ![]() Ik ken nu bijna alle vragen, alleen moet ik deze nog: vraag 1.Bereken de extreme waarden van f(x) = x3 + 3x2 Stap 1: Afgeleide: 3x2 + 6x Stap 2: Afgeleide gelijkstellen aan 0 > 3x2 + 6x = 0 Maar hoe nu verder? Ik kan geen ABC toepassen.. zo misschien: Stap 3: x (3x+6) = 0 -> x=0 v 3x + 6=0 (x=-2) vraag2. Los de vergelijkingen op: Stap 1: 4x = 1/8 * 5Wortel2 Stap 2: 4x = 1/8 * 2(1/5) Stap 3: 4x = 1/8 * 11/5 Stap 4: 4Log (1/8 * 11/5) Stap 5: 4Log 11/40 = x Hoe nu verder? zo misschien? Stap 6: 11/40 = 4x en dan delen door 4? | |
GlowMouse | donderdag 27 januari 2011 @ 23:54 |
Op de plek van de puntjes in mijn post 244. Daar staat geen 725. | |
TheLoneGunmen | donderdag 27 januari 2011 @ 23:56 |
Wat dan wel GlowMouse? Ik snap het niet vriend. | |
GlowMouse | vrijdag 28 januari 2011 @ 00:00 |
P(somX_i <= 725) = P(somX_i - 144*5 <= 725 - 144*5) etc. tot je uitkomt op P((somX_i - 144*5)/(12*2/5) <= ....) | |
TheLoneGunmen | vrijdag 28 januari 2011 @ 00:04 |
Oh ik zie al wat ik misvat. Thanks GM. Ik ga even proberen. | |
Riparius | vrijdag 28 januari 2011 @ 00:18 |
De abc-formule is uiteraard altijd toepasbaar om een kwadratische vergelijking op te lossen, maar je kunt hier veel eenvoudiger ontbinden in factoren, zoals je nu ook hebt gedaan. Maar je opgave is hiermee nog lang niet klaar, want er wordt gevraagd naar de extrema van f(x), en niet naar de waarde(n) van x waarbij die extrema worden bereikt. Bovendien moet je van elke extreme waarde aangeven of het een (locaal) minimum of een (locaal) maximum betreft. Gebruik superscript consequent, dat heeft FOK niet voor niets, dit is erg onduidelijk. Je bedoelt kennelijk: 4x = 1/8*21/5 Dit gaat helemaal niet goed, mede door je eigen onduidelijke notatie. | |
ajacied4lf | vrijdag 28 januari 2011 @ 00:33 |
Ik zal het proberen, maar het is een beetje lastig zonder worteltekens etc. Nja dit bedoel ik. ![]() | |
GlowMouse | vrijdag 28 januari 2011 @ 00:35 |
de rechterkant kun je ook schrijven als 4iets. | |
Riparius | vrijdag 28 januari 2011 @ 00:37 |
Voila, een wortelteken: √ | |
ajacied4lf | vrijdag 28 januari 2011 @ 00:41 |
Handig tnx Zie hem niet, weet alleen dat ik hem kan omzetten in een logaritme. | |
Riparius | vrijdag 28 januari 2011 @ 00:47 |
GlowMouse zet je een beetje op het verkeerde been, want het is niet handig om 1/8 om te zetten in een macht van 4. We kunnen beter alles omzetten in machten van 2. Dus: 4x = 1/8*21/5 22x = 2-3*21/5 22x = 2-14/5 Zie je nu hoe je verder kunt gaan, zonder gebruik van logaritmen? | |
ajacied4lf | vrijdag 28 januari 2011 @ 00:57 |
Delen door 2: 2x = -14/5 x = -1,4 Maar weet niet zeker, heb het nooit zo gehad. | |
Riparius | vrijdag 28 januari 2011 @ 01:03 |
Inderdaad, dit is juist. | |
BasementDweller | vrijdag 28 januari 2011 @ 01:05 |
Behalve dat je niet door 2 deelt, maar de machten gewoon aan elkaar gelijk zijn omdat de grondtallen ook hetzelfde zijn. | |
Riparius | vrijdag 28 januari 2011 @ 01:08 |
Ik doelde op de uitkomst, die is juist. En in 2x = -14/5 moet je toch beide leden door 2 delen om x te verkrijgen? | |
BasementDweller | vrijdag 28 januari 2011 @ 01:09 |
Daar wel ja, maar het is niet zo dat je het grondtal wegdeelt of zo, die indruk kreeg ik ![]() | |
ajacied4lf | vrijdag 28 januari 2011 @ 01:15 |
Ok mooi ![]() Maar hoe weet je dat 1/8 gelijk is aan 2-3 | |
BasementDweller | vrijdag 28 januari 2011 @ 01:17 |
In het algemeen geldt a-n = 1/(an) | |
Riparius | vrijdag 28 januari 2011 @ 01:19 |
Wel, 8 = 2*2*2 = 23, en ook is 1/ap = a-p, dus 1/8 = 1/23 = 2-3. | |
ajacied4lf | vrijdag 28 januari 2011 @ 01:25 |
Ok. Nou hopen dat het goed komt morgen (vandaag). Moet de extreme nog wel doen. Maar moet eerst maar gaan slapen. | |
ajacied4lf | vrijdag 28 januari 2011 @ 08:15 |
Ohja, hoe kom je aan 22x = 2-14/5 -14/5? | |
Riparius | vrijdag 28 januari 2011 @ 08:24 |
Elementaire rekenregels voor machten: (ap)q = apq ap*aq = ap+q Dus: 4x = (22)x = 22x En ook: 2-3*21/5 = 2-15/5*21/5 = 2-15/5 + 1/5 = 2-14/5 | |
ajacied4lf | vrijdag 28 januari 2011 @ 17:02 |
Heb hem vandaag gehad, ging wel lekker (heb een voldoende) ![]() | |
VanishedEntity | zaterdag 29 januari 2011 @ 04:51 |
Sterker nog, ik zou eerst beginnen met te bepalen voor welke x-waarden deze vgl. valide is 2Log ( x - 3) + 2Log ( x - 1) = 3 de logaritme is in R alleen gedefinieerd voor x > 0, dus we moeten oplossen: x - 3 > 0 => x > 3 en x - 1 > 0 => x > 1 hieruit volgt dus dat x sowieso groter dan 3 moet zijn Had de laatste log-term nou Log(1-x) geweest en je had klakkeloos de rekenregels voor logaritmen toegepast, dat had je voor lelijke verrassingen (lees: dikke rode streep) komen te staan. | |
Riparius | zaterdag 29 januari 2011 @ 07:03 |
Nee, dit is niet zo. Als je namelijk in bovenstaande vergelijking (x - 1) vervangt door (1 - x), dan resulteert een vierkantsvergelijking met een negatieve discriminant, en die heeft sowieso geen reële oplossingen. Het probleem dat je denkt te zien bestaat dus niet. Een beetje snuggere leerling ziet trouwens direct dat bovenstaande vergelijking dan geen reële oplossingen kan hebben omdat er geen reële getallen zijn die voldoen aan x > 3 en tevens x < 1. Minder snuggere leerlingen zullen wel gaan rekenen en pas als ze ontdekken dat de resulterende vierkantsvergelijking een negatieve discriminant heeft tot de conclusie komen dat de oorspronkelijke vergelijking geen reële oplossing(en) heeft. | |
VanishedEntity | zaterdag 29 januari 2011 @ 08:17 |
Je hebt gelijk.... in dit geval. Maar het is niet zo gek moeilijk om situaties te bedenken waarbij er maar 1 v/d 2 wortels uit de resulterende vierkantsvgl voldoet aan de domein-eisen van beide logtermen. En daar wou ik even voor waarschuwen; mn vroegere wiskundeleraar was gèk op dat soort death traps. | |
xxiessiexx | zondag 30 januari 2011 @ 13:54 |
Misschien dat iemand hier er verstand van heeft? [Bèta overig] Huiswerk- en vragentopic | |
Rob86 | woensdag 2 februari 2011 @ 23:22 |
Kan iemand mijn helpen hoe je laat zien (mbv epsilon delta methode) dat het domein van xy / (x2+xy+y2) gelijk is aan R2 \ {(0, 0)} ? | |
BasementDweller | woensdag 2 februari 2011 @ 23:37 |
Wat is dan de epsilon delta methode? | |
Rob86 | woensdag 2 februari 2011 @ 23:46 |
de epsilon delta definitie waarmee oa de formele definitie van een limiet wordt beschreven | |
BasementDweller | woensdag 2 februari 2011 @ 23:47 |
Wat heeft dit dan met een limiet te maken? | |
Rob86 | woensdag 2 februari 2011 @ 23:50 |
euhm.. moet ik nu de zaken gaan uitleggen terwijl ik met een vraag kom die ik al lastig vind? | |
Siddartha | woensdag 2 februari 2011 @ 23:52 |
Je wilt een domein bepalen mbv een delta/epsilon bewijs? Kan je me hier een simpel voorbeeld van geven? | |
GlowMouse | woensdag 2 februari 2011 @ 23:52 |
Het domein is een eigenschap van een functie, niet iets wat je kunt bepalen. | |
BasementDweller | woensdag 2 februari 2011 @ 23:54 |
Het grootst mogelijke domein kan je wel bepalen. Dat is hier natuurlijk de bedoeling. | |
thabit | woensdag 2 februari 2011 @ 23:54 |
Ik denk dat het de bedoeling is te bewijzen dat de limiet (x,y) -> (0,0) van die functie niet bestaat. | |
GlowMouse | woensdag 2 februari 2011 @ 23:54 |
Dat zal ook niet de bedoeling zijn, want ik mis imaginaire getallen (oa.). | |
BasementDweller | woensdag 2 februari 2011 @ 23:55 |
... in R^2 | |
Rob86 | woensdag 2 februari 2011 @ 23:55 |
Ja inderdaad. Dat bedoelde ik. Kan iemand mij dat uitleggen misschien? | |
#ANONIEM | woensdag 2 februari 2011 @ 23:56 |
1+1=11 | |
Siddartha | woensdag 2 februari 2011 @ 23:56 |
Die functie lijkt wel verdacht veel op een voorbeeldfunctie waarmee je een eigenschap van limieten kunt laten zien. Zoals de limiet van xy is de limiet van x keer de limiet van y, etc. Bedoel je dat? | |
Rob86 | woensdag 2 februari 2011 @ 23:59 |
Hmm nee. Het gaat om het aantonen van het groots mogelijk domein gelijk aan R2/{(0,0)} | |
thabit | woensdag 2 februari 2011 @ 23:59 |
Als je y=0 invult, staat er 0/x2 en dat is 0 voor x != 0, dus de limiet zou 0 moeten zijn als die bestaat. Vul je y=x in, dan staat er x2/3x2 en dat is 1/3 voor x!=0 dus zou de limiet 1/3 moeten zijn. Het kan het niet allebei zijn, dus bestaat de limiet niet. | |
Rob86 | donderdag 3 februari 2011 @ 00:03 |
Sorry, daar kwam ik uit. Maar niet hoe je laat zien dat het grootst mogelijke domein gelijk is aan R2/{(0,0)} | |
thabit | donderdag 3 februari 2011 @ 00:06 |
Schrijf de noemer als som van 2 kwadraten. Zo laat je zien dat-ie niet 0 is voor (x,y) != (0,0). | |
BasementDweller | donderdag 3 februari 2011 @ 00:09 |
En dat heeft toch echt niets met definitie van de limiet te maken | |
Rob86 | donderdag 3 februari 2011 @ 00:13 |
Hmmz die begrijp ik niet helemaal.. Hoe schrijf je iets als som van 2 kwadraten? | |
BasementDweller | donderdag 3 februari 2011 @ 00:14 |
(x+y/2)² + 3y²/4 = ... | |
hello_moto1992 | donderdag 3 februari 2011 @ 14:24 |
Hoe los ik onderstaande algebraïsch op? e^(x+1)-e^x=3 [ Bericht 65% gewijzigd door hello_moto1992 op 03-02-2011 14:30:02 ] | |
BasementDweller | donderdag 3 februari 2011 @ 14:28 |
Schrijf het linkerlid als product en neem aan beide kanten de natuurlijke logaritme | |
hello_moto1992 | donderdag 3 februari 2011 @ 14:32 |
Ohja, natuurlijk. Daar gaat weer een puntje. ![]() | |
BasementDweller | donderdag 3 februari 2011 @ 14:33 |
Jammer man ![]() | |
Siddartha | donderdag 3 februari 2011 @ 17:19 |
W is een deelruimte van Rn, en is gesloten in Rn. Stel w1,w2,... is een rijtje punten in W dat convergeert naar a in Rn. Laat zien dat a in W zit. Ik probeerde het op deze manier: Dan is er een e>0 zodat w1,w2,... elementen zijn van Be(a). Stel nu dat a een element is van Rn\W ( die dus open is), dan is er een d zodat Bd(a) een deelruimte in Rn\W. Dan zijn er twee mogelijkheden: Be(a) is een deelruimte van Bd(a): Maar dan zijn w1,w2,... elementen uit Rn\W. Klopt niet. Of Bd(a) is een deelruimte van Be(a): Maar dan... En hier kom ik niet verder. | |
BasementDweller | donderdag 3 februari 2011 @ 17:30 |
Je begint een beetje onhandig met die e zo te kiezen, maar je bent al een end op weg. Stel a zit niet in W, dan zit a in in de open verzameling R^n\W. Hij zit dus in een bolletje met straal d>0 dat bevat is in R^n\W. Omdat de rij (w) convergeert naar a is er voor een willekeurige e>0 een rangnummer K zodat voor alle k>K w_k in B_e(a) zit. Dus ook voor e=d. Dit leidt direct tot tegenspraak ![]() | |
Siddartha | donderdag 3 februari 2011 @ 17:35 |
Hmm, ik was er niet zeker van of ik wk willekeurig dicht bij a kon kiezen. Maar dat is dus inbegrepen in de definitie van 'convergeren'? | |
BasementDweller | donderdag 3 februari 2011 @ 17:40 |
Jazeker, want dat een rij convergeert naar een punt a betekent dat de limiet van de rij als de index naar oneindig gaat gelijk is aan a. Dit kan je uitschrijven met de definitie van de limiet. |