quote:Op donderdag 14 januari 2010 11:13 schreef BasementDweller het volgende:
Ik probeerde de tangent plane uit te rekenen van de functie f(x,y)=e^x / (x²+y²) in het punt (x,y)=(1,2). Dat doe ik door de gradient van f uit te rekenen en het inproduct te nemen met (x-1,y-2) en dat gelijk te stellen aan nul.
Ik krijg als vergelijking voor het vlak: 3x-4y+5=0. Maar als ik een 3D-plot maak dan zie ik dat vlak niet de functie raken. Dus, is mijn antwoord fout? Ik kan geen fout vinden
dat inproduct moet je niet doen; g(x) = f(c)+Df(c)(x-c). met g de functie voor het raakvlak en Df je gradient.quote:Op donderdag 14 januari 2010 11:20 schreef BasementDweller het volgende:
Laatste post uit vorige topic:
[..]
Dan moet je het gelijkstellen aan 0 niet doenquote:Op donderdag 14 januari 2010 11:40 schreef BasementDweller het volgende:
Je bedoelt Df als afgeleidematrix, en dan matrixvermenigvuldigen. Dat is precies hetzelfde als grad(f) (inproduct) (x-c).
Trouwens, de reden om dat inproduct gelijk te stellen aan nul is omdat de grad(f) loodrecht staat op het raakvlak in dat punt.
quote:Op donderdag 14 januari 2010 11:59 schreef BasementDweller het volgende:
Ik zie inderdaad in het boek staan dat die methode met gradient alleen werkt als de functie gelijk is aan een constante. Ik snap alleen niet waarom.... Wat stelt een niveauvlak precies voor? Een vlak waarbij elk punt dat erop ligt ingevuld in de functie f(x,y) dezelfde 'z'-waarde heeft?
iemand?quote:Op woensdag 13 januari 2010 20:35 schreef Clesar03 het volgende:
2. Beschouw de volgende nutsfuncties van consumenten A en B:
UA = (XA)1/3 (YA) 2/3 (XB)-2/3
UB = (XB)2/3 (YB) 1/3
Stel X0=100, Y0=100.
Stel dat de volgende allocatie geldt: XA = 33⅓, YA = 66⅔, XB = 66⅔, YB = 33⅓.
c) Bereken hoeveel consument A maximaal zou willen opgeven van goed Y (WTP) als hij/zij één eenheid meer van goed X zou ontvangen. Met andere woorden, bereken de marginale substitutieverhouding van consument A.
Meer wiskunde dan economie dacht ik, dus vandaar in dit topic.
Ik kom uit op 0,064 / 0,032 = 2, terwijl de uitwerking een uitkomst geeft van 5,0625
ik kom op heel andere dingen uit, laat maar een uitwerking zienquote:
merk op dat we wortel(x²+y²+z²) willen minimaliseren en dat gelijk is aan minimaliseren van het kwadraat ervan.quote:Op donderdag 14 januari 2010 15:18 schreef BasementDweller het volgende:
Nieuw probleem:
Find the points on the surface: z²-xy=1 nearest to the origin
Poging met behulp van de Lagrange methode:
grad(f)= lambda grad(g) (?)
f(x,y,z)=z²-xy (?)
g=(0,0,0) (?)
grad(f)=(-y, -x, 2z)= lambda (0,0,0) = (0,0,0)
-y=0 => y=0
-x=0 => x=0
2z=0 => z=0
Maar (x,y,z)=(0,0,0) voldoet niet aan f(x,y,z)=1.
Waar zit de fout
Ua = Xa1/3 Xb-2/3 Ya2/3 = Xa1/3 (100-Xa)-2/3 Ya2/3quote:Op donderdag 14 januari 2010 15:25 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
ik kom op heel andere dingen uit, laat maar een uitwerking zien
Wat bedoel je precies hiermee? L(x,y,z,l) = x²+y²+z²+l(z²-xy-1)quote:Op donderdag 14 januari 2010 15:25 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
ik kom op heel andere dingen uit, laat maar een uitwerking zien
[..]
merk op dat we wortel(x²+y²+z²) willen minimaliseren en dat gelijk is aan minimaliseren van het kwadraat ervan.
merk op dat je constraint niet convex is en je dus ook lokale minima/maxima kunt vinden.
L(x,y,z,l) = x²+y²+z²+l(z²-xy-1)
FOC:
2x-ly = 0
2y-lx = 0
z(2+2l) = 0
z²-xy = 1
en dan oplossen
http://en.wikipedia.org/wiki/Lagrange_multipliersquote:Op donderdag 14 januari 2010 16:07 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Wat bedoel je precies hiermee?
L(x,y,z,l) = x²+y²+z²+l(z²-xy-1)
nietesquote:Uit de eerste twee vgl volgt: x=y.
Toch wel?quote:Op donderdag 14 januari 2010 16:09 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
http://en.wikipedia.org/wiki/Lagrange_multipliers
[..]
nietes
Je leek de conclusie inderdaad te nemen op basis van symmetrie en snelheid ipv op logica.quote:Op donderdag 14 januari 2010 16:12 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
(ok, het volgt uit alle vergelijkingen, niet alleen de eerste twee)
quote:
Het trekken van een n-de machts wortel is hetzelfde als verheffen tot de macht 1/n. Daarna de uitkomst weer verheffen tot de macht m. Maar aangezien (ap)q = apq (voor a > 0) kun je jezelf werk besparen door meteen te verheffen tot de macht m/n, zoals in het linkerlid van je identiteit. Overigens kan het met de waarden die je geeft nog veel eenvoudiger, want hier is m/n = ½, zodat je in feite vraagt naar de vierkantswortel uit 10.quote:Op zaterdag 16 januari 2010 13:45 schreef Matr het volgende:
Weet iemand hoe je dit (rechtergedeelte) op je rekenmachine uitrekent?
[ afbeelding ]
Als bijv:
x = 10
m = 2
n = 4
Zal wel easy zijn maar kom er niet uit
Of je gebruikt gewoon even Google:quote:Op zaterdag 16 januari 2010 18:21 schreef julian6 het volgende:
Het is als chinees voor mij
Dit is nu het gevolg als je een nieuwe wiskunde docente krijgt die nauwelijks nederlands kan spreken
Hoe werk je met de binomiale verdeling?
1. Stel vast wat je succes noemt en geef het aantal successen aan met X.
2. Stel de parameters n en p vast.
n snap ik maar wat is p?
Op mijn GR (Casio CFX-9850GC Plus), krijg je bij shift+^ een "x-de machtswortel". Als je daar een 4 voorzet, wordt het de vierdemachtswortel. Het komt er dan in totaal uit te zien als "(4x√10)²". Dit geeft hetzelfde antwoord als 10^(2/4), alleen duurt het wel langer dus zie ik niet in waarom je het zou willen doen.quote:Op zaterdag 16 januari 2010 13:45 schreef Matr het volgende:
Weet iemand hoe je dit (rechtergedeelte) op je rekenmachine uitrekent?
[ afbeelding ]
Als bijv:
x = 10
m = 2
n = 4
Zal wel easy zijn maar kom er niet uit
quote:Op zaterdag 16 januari 2010 20:14 schreef Iblis het volgende:
(x - 1)(x + 1)(x2 + 4) = (x2 - 1)(x2 + 4) = x4 + 3x2 - 4
Dus dat lijkt me niet even goed.
Ohja, oepsquote:
Ik zie het, stom foutjequote:Op zaterdag 16 januari 2010 20:16 schreef GlowMouse het volgende:
Als je de relatie tussen factoriseren en nulpunten vinden kent, zie je ook waarom ze niet beide goed kunnen zijn.
Als je de eerste keer belt is de kans 1/4 dat iemand meedoet. De kans dat er de volgende keer weer iemand meedoet is weer een kwart. Dus in een kwart van een kwart, dus 1/4*1/4=(1/4)2, van de gevallen doet de tweede persoon ook mee. Zo gaat het door totdat je (1/4)4 hebt omdat de medewerkster 4 mensen belt.quote:Op zaterdag 16 januari 2010 18:03 schreef julian6 het volgende:
Een enquêtebureau weet uit ervaring dat één op de vier mensen wil meedoen aan een telefonische enquête. Een medewerkster belt achter elkaar vier aselect gekozen nummers.
a Bereken de kans dat iedereen wilt meedoen.
b Hoe groot is de kans dat maar 1 persoon wilt meewerken?
c Hoe groot is de kans dat 3 personen willen meedoen?
d Bereken de kans dat minstens 2 personen mee willen doen.
in het antwoordenblad staat bij a (1/4)^4 = 1/256 = 0.0039. Weet iemand waarom je tot de 4e macht moet rekenen??
De regeltjes die gebruikt worden:quote:Op zondag 17 januari 2010 12:25 schreef Matr het volgende:
Ik heb problemen met dit soort ''dingen'' oplossen (herschrijven)
Iemand misschien tips? Zijn hier wat regels voor of moet je dit gewoon zien?
(1/2)(x+y2)-1/2
=
1 / (2 √ x + y2)
Heb zo`n hekel aan dat wortelteken
Ik dacht dat het dmv combinaties moet, dus:quote:90% van de studenten heeft een internetaansluiting.
Er wordt een steekproef genomen van 35 studenten.
Bereken de kans dat hierbij precies 25 studenten met internetaansluting zitten. (Rond je antwoord af op 4 decimalen.)
Maar er staat toch tot de macht --1/2 waarom doe je dan x1/2?quote:Op zondag 17 januari 2010 12:27 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
De regeltjes die gebruikt worden:
x^(1/2) =√(x) (zie de algemenere rekenregel die je op pagina 1 hebt gepost)
y^(-1) = 1/y
Voor de rest gebeurt er eigenlijk niks![]()
Je zou die (1/2) in de wortel kunnen halen als je dat bedoelt.quote:Op zondag 17 januari 2010 14:15 schreef Matr het volgende:
Tnx zo snap ik het! Zat alleen verkeerd te doen met die haakjes denk ik.
Omdat (1/2) ook tussen haakjes stond wilde ik eerste alle haakjes wegwerken, ik vermenigvuldigde deze met -1/2 maar zal ook wel een rekenregel zijn dat je deze gewoon buiten haakjes weer kan zetten?
Beetje inzicht kan geen kwaad. Er is een gemakkelijk te onthouden vergelijking voor een lijn door een gegeven punt P(x0;y0) met een gegeven richtingscoëfficiënt m. Die vergelijking kunnen we als volgt afleiden. Beschouw een willekeurig tweede punt Q(x;y) op de bedoelde lijn, dan hebben we:quote:Op zondag 17 januari 2010 14:49 schreef peter070 het volgende:
wie kan mij helpen deze oplossen:
Gegeven is de functie "F:X --> 2x - 4:
Stel een vergelijking op van de lijn I die door A (5,-1) gaat en die evenwijdig is aan de grafiek van F
Je probeert twee dingen tegelijk te doen terwijl je daar duidelijk nog niet aan toe bent. Je hebt:quote:Op zondag 17 januari 2010 15:05 schreef peter070 het volgende:
dat is helemaal waar, zal straks even mijn oplossing posten (echter is die fout volgens het boek).
wellicht kan iemand me helpen met de volgende:
Vergelijking:
-2x-1=-4x-4
1e stap
-2x+-4X = -1 - -4
-6X = 3
Echter is het antwoord onjuist. wat doe ik hier fout?
Als je links +-4X doet, moet je dat rechts ook doen, en krijg je -8X (zelfde geldt voor de -1, en je -4 verandert in een --4).quote:Op zondag 17 januari 2010 15:05 schreef peter070 het volgende:
dat is helemaal waar, zal straks even mijn oplossing posten (echter is die fout volgens het boek).
wellicht kan iemand me helpen met de volgende:
Vergelijking:
-2x-1=-4x-4
1e stap
-2x+-4X = -1 - -4
40.000 x 0.25 x (15 / 366) = 409.83quote:Op zondag 17 januari 2010 19:47 schreef bulbjes het volgende:
Dit is totaal geen wiskunde maar omdat mijn topic met mn specifieke vraag gesloten werd en ik hierheen werd verwezen, plaats ik mn vraag maar braaf hier.
In mijn studieboek staat de volgende berekening plus uitkomst: 40.000 x 25% x 15/366 = 409.83
Als ik deze berekening op mijn rekenmachine nadoe, kom ik tot een ander uitkomst. Nu heb ik dan ook enige moeite met weten welke knoppen je moet gebruiken op je rekenmachine om iets uit te rekenen, dus mijn vraag, wat doe ik fout? Hieronder de berekening zoals ik m maak op mn rekenmachine:
40000 x 0.25 x 15 a b/c knop 366 = 409, 51, 61 (die komma is dus zo'n raar gevalletje zoals je ook krijgt als je op die a/bc knop drukt).
Waarom komt er bij mij 409, 51 nogwat uit en niet 409,83??
De primitieve naar x is y e^(xy).quote:Op zondag 17 januari 2010 19:49 schreef Hondenbrokken het volgende:
Ik heb de integraal
[ afbeelding ]
Als ik deze integreer, kom ik uit op:
[ afbeelding ]
Die herschrijving is fout, je krijgt {(x,y) | 0 <= x <= 4, x <= y <= 4}. Maak een schetsje van het gebied, dan zie je het direct.quote:Als ik D herschrijf naar
[ afbeelding ]
kom ik op
[ afbeelding ]
En als dat überhaupt goed is kom ik nog niet verder.
Eh, hoe werkt dat met die haakjesquote:
De rekenmachine geeft het antwoord exact (omdat je de abc-toets gebruikt)quote:Op zondag 17 januari 2010 19:47 schreef bulbjes het volgende:
Dit is totaal geen wiskunde maar omdat mijn topic met mn specifieke vraag gesloten werd en ik hierheen werd verwezen, plaats ik mn vraag maar braaf hier.
In mijn studieboek staat de volgende berekening plus uitkomst: 40.000 x 25% x 15/366 = 409.83
Als ik deze berekening op mijn rekenmachine nadoe, kom ik tot een ander uitkomst. Nu heb ik dan ook enige moeite met weten welke knoppen je moet gebruiken op je rekenmachine om iets uit te rekenen, dus mijn vraag, wat doe ik fout? Hieronder de berekening zoals ik m maak op mn rekenmachine:
40000 x 0.25 x 15 a b/c knop 366 = 409, 51, 61 (die komma is dus zo'n raar gevalletje zoals je ook krijgt als je op die a/bc knop drukt).
Waarom komt er bij mij 409, 51 nogwat uit en niet 409,83??
Ahhhh ok....tnx :-) Als je het eenmaal maar weet he, dan is het best leuk, rekenen :-D :-pquote:Op zondag 17 januari 2010 19:55 schreef Hondenbrokken het volgende:
[..]
De rekenmachine geeft het antwoord exact (omdat je de abc-toets gebruikt)
Als we de streepbreuk 51/61 omrekenen naar een decimaal, komt er 51/61 0.8360655737704918 uit.
Het antwoord is dus goed.
Omrekenen kan door ipv 'a b/c' een '/' te gebruiken of door op de f<>d toets te drukken.
Je hebt dus niks fout gedaan.
Klopt en als ik dan x = y en x=0 invul, kom ik op het antwoord dat in mijn post staat uit.quote:Op zondag 17 januari 2010 19:51 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
De primitieve naar x is y e^(xy).
[..]
Je hebt gelijk, maar dat was een typo toen ik het overtikte.quote:Die herschrijving is fout, je krijgt {(x,y) | 0 <= x <= 4, x <= y <= 4}. Maak een schetsje van het gebied, dan zie je het direct.
A is goedquote:Op zondag 17 januari 2010 20:04 schreef denkjedat het volgende:
ik kom hie rmaar niet uit :
bereken de volgende kansen geef je antwoord in een breuk.
A De kans de je met een dobbelsteen minder dan 3 gooit.
B de kans de je bij een worp met twee muntstukken twee keer munt gooit
C de kans dat je drie vierkeuze vragen alle drie fout gokt?
ik denk zelf:
A 2/6
B 1/2 × 4
c 3/4×3
maar ik weet het niet zeker..
Voorbeeld om je te helpen van een soortgelijke som.quote:
Je wordt al warmer.quote:Op zondag 17 januari 2010 20:11 schreef denkjedat het volgende:
volgens mij moet ik die × veranderen door ^
Een schetsje is meer dan voldoende om het in te zien en heb je binnen 5 seconden gemaakt.quote:Op zondag 17 januari 2010 20:10 schreef denkjedat het volgende:
een boomdiagram is inderdaad overzichtelijk maar ook tijdrovend
ik merk het ik zit er even niet bij met mn hoofd een van mn zwaktes met wiskunde niet goed lezenquote:Op zondag 17 januari 2010 20:12 schreef Hondenbrokken het volgende:
[..]
Je wordt al warmer.
Hoe kom je eigenlijk op het getal 4?
Inderdaad. De mogelijkheden als je twee munten gooit zijn: (K=kop, M=munt)quote:Op zondag 17 januari 2010 20:18 schreef denkjedat het volgende:
nee neee neee nee ik ga helemaal fout
Wat is de kans dat je 1x munt gooit.quote:Op zondag 17 januari 2010 20:15 schreef denkjedat het volgende:
[..]
ik merk het ik zit er even niet bij met mn hoofd een van mn zwaktes met wiskunde niet goed lezen
het zal dan dus moeten zijn bij B/C
(1/2×1/2)+(1/2×1/2)
C
3 ncr 4 × (3/4)^3 ?
De eerste aanpak is gelukt nu; de tweede lukt ook maar je moet partieel integreren.quote:Op zondag 17 januari 2010 20:20 schreef Hondenbrokken het volgende:
[..]
Wat is de kans dat je 1x munt gooit.
Wat is de kans dat je 1 vierkeuzevraag fout gokt?
(Kan er ook nog een expert naar mijn vraag kijken?)
1/4quote:Op zondag 17 januari 2010 20:20 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Inderdaad. De mogelijkheden als je twee munten gooit zijn: (K=kop, M=munt)
MM
MK
KM
KK
Hoe groot is de kans op MM?
1 vierkeuze vraag fout is toch 3/4 want er is er maar 1tje goed van de 4quote:Op zondag 17 januari 2010 20:20 schreef Hondenbrokken het volgende:
[..]
Wat is de kans dat je 1x munt gooit.
Wat is de kans dat je 1 vierkeuzevraag fout gokt?
(Kan er ook nog een expert naar mijn vraag kijken?)
De eerste is slechts half gelukt.quote:Op zondag 17 januari 2010 20:23 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
De eerste aanpak is gelukt nu; de tweede lukt ook maar je moet partieel integreren.
Goed.quote:Op zondag 17 januari 2010 20:32 schreef denkjedat het volgende:
[..]
1 vierkeuze vraag fout is toch 3/4 want er is er maar 1tje goed van de 4
al doe ik (3/4)^3 krijg ik : 0.4218quote:Op zondag 17 januari 2010 20:37 schreef Hondenbrokken het volgende:
[..]
Goed.
Nu de kans dit dit 3 keer gebeurt.
Goedquote:Op zondag 17 januari 2010 20:43 schreef denkjedat het volgende:
[..]
al doe ik (3/4)^3 krijg ik : 0.4218
wat mij waarschijnlijker lijkt dan dat als ik (3/4)×3= 2.25 intyp
Hebbes. Ik kom op 1/2 e^16 - 18.5 en dat komt overeen met de antwoordenlijst.quote:Op zondag 17 januari 2010 20:35 schreef GlowMouse het volgende:
[ afbeelding ]
eerst naar x: primitieve is y exp(xy); invullen geeft integraal [ y exp(y²) - y exp(0y) ] dy = integraal [ y exp(y²) - y ] dy. Primitiveren daarvan is eenvoudig.
Klopt. Machtsheffen is herhaaldelijk vermenigvuldigen.quote:Op zondag 17 januari 2010 20:43 schreef denkjedat het volgende:
[..]
al doe ik (3/4)^3 krijg ik : 0.4218
wat mij waarschijnlijker lijkt dan dat als ik (3/4)×3= 2.25 intyp
thnxquote:Op zondag 17 januari 2010 20:59 schreef Hondenbrokken het volgende:
[..]
Klopt. Machtsheffen is herhaaldelijk vermenigvuldigen.
Als je zegt.
A is de gebeurtenis dat de eerste vraag fout gegokt wordt. (3/4)
B is de gebeurtenis dat de tweede vraag fout gegokt wordt. (3/4)
C is de gebeurtenis dat de derde vraag fout gegokt wordt. (3/4)
Dan p(ABC) = (3/4) * (3/4) * (3/4) = (3/4)^3 = 27 / 256
Als je eerst de y doet dan moet je herschrijven, en anders moet je niet herschrijven. Er zijn dus maar twee manieren.quote:Op zondag 17 januari 2010 20:53 schreef Hondenbrokken het volgende:
[..]
Hebbes. Ik kom op 1/2 e^16 - 18.5 en dat komt overeen met de antwoordenlijst.
Je kan dus op 4 verschillende manieren integreren.
Eerst de x of eerst de y.
Herschreven of niet herschreven.
Je hebt gelijk. Ik heb van die poging waarbij ik herschreef er een rommel van gemaakt en beide omgedraaid en raakte in de war toen jij ze weer goed zette.quote:Op zondag 17 januari 2010 21:50 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Als je eerst de y doet dan moet je herschrijven, en anders moet je niet herschrijven. Er zijn dus maar twee manieren.
Je kan een afbeelding x -> (ax + b) / (cx + d) weergeven met een matrixquote:Op maandag 18 januari 2010 11:59 schreef gaussie het volgende:
Ik heb een probleem waar ik niet uitkom. Laat f(x) gegeven zijn door 1/(1-x). Definieer de functie f^r als f^r(x)=f(f(f(f.....(f(f(x)))). Vind f^653(56). Dit is dus een iteratie probleem. Ik zou het gemakkelijk met mathematica kunnen uitrekenen, maar ik zou graag willen weten hoe je het analytisch oplost. Er zal vast een patroon zijn, wat ik niet zie. Alle hulp is welkom!
Met N1N2 wordt niet het direct product bedoelt maar de deelverzameling {n1n2 : n1 in N1, n2 in N2} van G. Uit de aanname dat een van de twee Ni normaal is volgt dat deze verzameling een groep is.quote:Op maandag 18 januari 2010 10:09 schreef Haushofer het volgende:
de groep G is een direct product van twee andere groepen als G twee normale subgroepen N1 en N2 heeft zodanig dat N1 en N2 alleen de identiteit gemeenschappelijk hebben, en dan G= N1N2. (Hier wordt een direct product verstaan neem ik aan).
Gelezen en ik snap het nu weer.quote:Op maandag 18 januari 2010 14:56 schreef Iblis het volgende:
Je kunt ze afleiden uit [ afbeelding ] als het echt moet. Daartoe kun je eens op List of trigonometric identities op Wikipedia kijken of Proofs of trigonometric identities – de een vindt het ene makkelijker dan het andere om te onthouden. Maar er zijn aardig wat manieren om er toch op te komen. (sin(2x) is natuurlijk een speciaal geval van sin(x + y)).
Alhoewel het handigste en meest directe gewoon ‘stampen’ is. Een van de zeldzame momenten waar dit bij wiskunde echt handig is.
Fundamenteel zijn in ieder geval de beide somformules voor sin(α+β) en cos(α+β). Die moet je echt uit het blote hoofd op kunnen schrijven. Op de middelbare school wordt (of werdquote:Op maandag 18 januari 2010 14:50 schreef Hondenbrokken het volgende:
Ik vergeet die trigonometirische identiteiten steeds weer?
Dingen als cos(x) = cos(-x) zie ik nog voor me.
En sin(x)^2 + cos(x)^2 = 1 is gewoon pythagoras.
Maar waarom gelden de dubbele en halvehoeksformules en de additie en subtractieformules?
sin(2x) = 2sin(x) cos(x)
Ik had ze op de middelbare school al moeten leren, maar ik kon ze niet onthouden en ik heb nooit begrepen waarom die formules kloppen.
Ik heb al gegoogeld op trigonometric identities, maar ik krijg alleen maar opsommingen van formules zonder uitleg.
Bestaat er een site met uitleg?
Zoals hier: http://aaup.wordpress.com(...)ion-formula-of-sine/ ?quote:Op maandag 18 januari 2010 15:39 schreef Riparius het volgende:
[..]
Fundamenteel zijn in ieder geval de beide somformules voor sin(α+β) en cos(α+β). Die moet je echt uit het blote hoofd op kunnen schrijven. Op de middelbare school wordt (of werd) meestal een bewijs met vectoren gegeven aan de hand van de definitie van de cosinus- en sinusfunctie met behulp van de eenheidscirkel. Dat bewijs is echt heel eenvoudig en aanschouwelijk, maar ik vind zo gauw geen webpagina waar dat zo wordt gedaan.
Ja, daar heb je helemaal gelijk in natuurlijk. Het is als je het als ‘bewijs’ presenteert een cirkelredenering.quote:Pragmatisch gezien kun je de somformules natuurlijk afleiden met de formule van Euler, zoals Iblis aangeeft, maar aangezien Euler zijn formule afleidde uit de formule van De Moivre, die hij weer afleidde uit de bekende formules voor de cosinus en sinus van de som van twee hoeken, begeef je je zo eigenlijk in een cirkelredenering (no pun intended).
Nee, dat zijn ook klassiekers maar niet wat ik bedoelde. Het fraaie van het vectorbewijs is dat het geldt voor willekeurige hoeken, zowel positief als negatief.quote:Op maandag 18 januari 2010 15:49 schreef Iblis het volgende:
[..]
Zoals hier: http://aaup.wordpress.com(...)ion-formula-of-sine/ ?
[..]
Ah ja, een Cartesisch product dus.quote:Op maandag 18 januari 2010 14:33 schreef thabit het volgende:
[..]
Met N1N2 wordt niet het direct product bedoelt maar de deelverzameling {n1n2 : n1 in N1, n2 in N2} van G.
Dat begrijp ik ook.quote:Uit de aanname dat een van de twee Ni normaal is volgt dat deze verzameling een groep is.
Ah, dus kun je zeggen dat in elk geval één van die N een normale subgroep van G moet zijn omdat anders G geen groep zou zijn?quote:Als G een direct product van twee groepen is, zeg G = H1 x H2, dan kun je altijd N1 = H1 x {e} en N2 = {e} x H2 nemen.
De Ni zijn altijd ondergroepen. In het geval van een direct product zijn ze beide normaal, in het geval van een semi-direct product is er slechts eentje normaal. Degene die niet normaal is wordt dan ook doorgaans niet met een N aangeduid.quote:Op maandag 18 januari 2010 16:36 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Ah ja, een Cartesisch product dus.
[..]
Dat begrijp ik ook.
[..]
Ah, dus kun je zeggen dat in elk geval één van die N een normale subgroep van G moet zijn omdat anders G geen groep zou zijn?
En dat je dan twee gevallen kunt onderscheiden:
De andere N is een subgroep --> het product op G wordt geinterpreteerd als een direct product
De andere N is geen subgroep --> het product op G wordt geinterpreteerd als een semi-direct product
?
Ja, die definitie ben ik ook tegengekomen, en het lijkt nu wat te gaan dagenquote:Op maandag 18 januari 2010 16:50 schreef thabit het volgende:
[..]
De Ni zijn altijd ondergroepen. In het geval van een direct product zijn ze beide normaal, in het geval van een semi-direct product is er slechts eentje normaal. Degene die niet normaal is wordt dan ook doorgaans niet met een N aangeduid.
Een andere manier om tegen semi-directe producten aan te kijken is de volgende. Stel we hebben een groep G en een normale ondergroep N. Dan kunnen we het quotient H = G/N vormen, dit is een groep (omdat N normaal is). Een sectie van H naar G is een functie die aan elk element van H een representant in G koppelt. Er bestaan iha tig secties omdat elk element van H meerdere representanten in G heeft. Nu is G een semi-direct product van N en H desda er een sectie bestaat die een groepshomomorfisme is.
Nadat je (=Ascendancy) dat snapt, kun je ook eens op Wolfram Alpha kijken hoe de oplossingen in het complexe vlak liggen. En speel dan eens een beetje met z3 en z4 enz. Als je de visuele interpretatie snapt, en hoe vermenigvuldigen uitgedrukt in poolcoördinaten werkt, dan kun je denk ik veel meer voorstellen bij zo’n vergelijking en wordt het oplossen ook makkelijker.quote:Op woensdag 20 januari 2010 17:21 schreef thabit het volgende:
Snap je wel hoe je de vermenigvuldiging van complexe getallen kunt uitdrukken in poolcoordinaten?
Het helpt als je beide kanten in termen van poolcoordinaten opschrijft. Dus je krijgt dan zoiets alsquote:Op woensdag 20 januari 2010 17:14 schreef Ascendancy het volgende:
Even iets een beetje kwijt over een opdracht met imaginaire getallen.
De vraag is, los op [ afbeelding ]
Ik kom op het volgende:
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
En dit dan invullen in: [ afbeelding ]
Ik weet vrijwel zeker dat ik ergens een fout maak, maar omdat ik het antwoord op de vraag niet heb, kan ik de fout zelf niet vinden.
Alvast bedankt
Dat is 12 maanden later.quote:
Wat is die dan, als je die op de manier van GlowMouse doet?quote:Op woensdag 20 januari 2010 21:39 schreef j-jopie het volgende:
[..]
dan komt het er (naar mij berekening) niet uit
Schrijf gewoon 2/a. Wel haakjes gebruiken indien nodig om ambiguïteiten te vermijden.quote:Op donderdag 21 januari 2010 20:00 schreef Gitaarmat het volgende:
Ik heb een vraag maar om die te stellen moet ik eerst weten hoe ik een breuk intyp bijvoorbeeld 2 delen door a
Je kunt natuurlijk niet zomaar beide factoren van je product met a vermenigvuldigen omdat je dat beter uitkomt en dan blijven verwachten dat je antwoord zal kloppen. Zo werkt dat niet. Verder houd je er heel merkwaardige ideëen op na voor wat betreft het wegwerken van de haakjes. Dat klopt zo niet. De juiste werkwijze is dat je elke term uit de eerste factor vermenigvuldigt met elke term uit de tweede factor, zodat je in dit geval dus 4 producten krijgt, die je bij elkaar optelt.quote:Op donderdag 21 januari 2010 20:15 schreef Gitaarmat het volgende:
Ik zit in een hoofdstuk over breuken waar ik slecht in ben.![]()
(3a+2/a)(a+1/a)
korter schrijven:
ik denk eerst alles keer a doen om de breuken weg te werken
dus :
(3a^2+2)(a^2+1)
En dan haakjes wegwerken
dus:
4a^2+3a^2+2a^2+2
= 9a^2+2
Maar het antwoord in het boekje is:
3a^2+3+2+2/a^2= 3a^2+5+2/a^2
Precies wat ik doe dus.quote:Op donderdag 21 januari 2010 20:30 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je kunt natuurlijk niet zomaar beide factoren van je product met a vermenigvuldigen omdat je dat beter uitkomt en dan blijven verwachten dat je antwoord zal kloppen. Zo werkt dat niet. Verder houd je er heel merkwaardige ideëen op na voor wat betreft het wegwerken van de haakjes. Dat klopt zo niet. De juiste werkwijze is dat je elke term uit de eerste factor vermenigvuldigt met elke term uit de tweede factor, zodat je in dit geval dus 4 producten krijgt, die je bij elkaar optelt.
Nee, je doet iets anders dan je nu beweert. Lees de uitleg van Iblis er nog maar eens op na.quote:Op donderdag 21 januari 2010 20:32 schreef Gitaarmat het volgende:
[..]
Precies wat ik doe dus.Alleen het lijkt raar doordat er ^2 staat in plaats van het kwadraat-tekentje
Heb een 9 voor het tentamen statistiek gehaaldquote:Op zondag 17 januari 2010 13:20 schreef Dzy het volgende:
Binomiaal verdeeld (al dan niet succes, met succes = internetaansluiting) we kijken eerst eens naar het rijtje
WWWWW WWWWW WWWWW WWWWW WWWWW NNNNN NNNNN met W = wel en N = niet. De kans om precies dit rijtje te krijgen is: (0.9)^25 * (0.1)^10 (eerst 25x succes met kans 0.9 en dan 10x faal met kans 0,1) Nu hebben we alleen de situatie dat de eerste 25 studenten wel inet hebben en de laatste 10 niet. We willen alle mogelijke configuraties meenemen dus we moeten het nog vermenigvuldigen met (35 boven 25)
Respectquote:Op donderdag 21 januari 2010 23:45 schreef Sport_Life het volgende:
[..]
Heb een 9 voor het tentamen statistiek gehaald![]()
√4 = 2quote:Op vrijdag 22 januari 2010 10:46 schreef leLe-- het volgende:
Even iets simpelers bijvoorbeeld √12= √4*3 =√4 * √3 en dan verder?
Okeeequote:
quote:
Hier maak je een klein foutje. Het eindantwoord klopt wel.quote:√8 = √4*2 = √4 * √2 = 2* √2 wan t twee is wortel van 4!
Meer abuse of notation; in de tweede "term" had de wortelstreep doorgetrokken moeten worden tot inclusief over de 2. Om dat mooi te kunnen doen moet je met LaTex aan de gang, maar ik denk niet dat Lele zich al daaraan gaat wagen.quote:Op vrijdag 22 januari 2010 10:54 schreef hello_moto1992 het volgende:
[..]
Hier maak je een klein foutje. Het eindantwoord klopt wel.
Dat klopt niet, B wordt door die intervallen gegenereerd maar bevat veel meer intervallen, waaronder die die jij noemde.quote:Op zaterdag 23 januari 2010 14:25 schreef Hanneke12345 het volgende:
B is een verzameling van alle intervallen(/verzamelingen) van de vorm (-∞, a).
Even zoeken op combinatorics op een nzb site levert een hele waslijst aan textbooks op, daar zit vast wel iets bruikbaars bij.quote:Op zondag 24 januari 2010 17:55 schreef Borizzz het volgende:
typ.
Heeft er iemand een website of adres die een goede inleiding geeft tot combinatoriek?
Je vult de bovenste integratiegrens in als theta, en trekt daarna de onderste integratiegrens ingevuld er vanaf.quote:Op maandag 25 januari 2010 14:02 schreef tony_clifton- het volgende:
Hallo,
Ik zit met een klein probleempje; ik snap te weinig van integreren. Kan iemand mij deze regels even verduidelijken?
Het is een deel van het bewijs van de formule voor de grootte van de elektrische veldsterkte van een oneindig lange lijn met een lading Q.
[ afbeelding ]
Wat ik weet;
Bij de eerste formule (dEx) kunnen een reeks onderdelen geschrapt worden; de constanten zijn de termen zonder thèta en mogen voor het integratieteken geplaatst worden. Je bekomt de eerste gelijkheid bij de tweede formule.
Nu snap ik niet goed wat die 2e gelijkheid wil zeggen, hoe je daar komt en hoe je tot de meest vereenvoudigde vorm komt (gelijkheid 3). Als je cosinus thèta integreert krijg je sinus, oké, maar wat doe je dan met die integratiegrenzen?
Als eerste: die streep betekent voor welke waarden de primitieve geëvalueerd wordt. De definitie van een bepaalde integraal is immers:quote:Op maandag 25 januari 2010 14:17 schreef tony_clifton- het volgende:
Wat is dan het verschil tussen de vorm met het integraalteken en die met de streep?
Die sin is al geprimitiveerd, die wordt niet nogmaals geprimitiveerd.quote:Op maandag 25 januari 2010 14:17 schreef tony_clifton- het volgende:
Ok, de versie met de streep is de primitieve functie...
Je houdt dan cos 0 = 1 over, dus dat valt weg, maar vanwaar gaat de 4 pi naar 2 pi in de noemer?
Bedankt alvast!
Je moet het bij de sinus invullen he!quote:Op maandag 25 januari 2010 14:17 schreef tony_clifton- het volgende:
Ok, de versie met de streep is de primitieve functie...
Je houdt dan cos 0 = 1 over, dus dat valt weg, maar vanwaar gaat de 4 pi naar 2 pi in de noemer?
Bedankt alvast!
Thanks!quote:Op maandag 25 januari 2010 14:26 schreef Iblis het volgende:
[..]
Men werkt verder met radialen, sin(π/2) = sin(90°) = 1 en sin(-π/2) = -1; maar, als ik vragen mag, als je dit snapt (wat verder geen schande is), waarom wil je dan toch deze berekening doen, want volgens mij mist er dan aardig wat voorkennis.
Thanks allebei!quote:Op maandag 25 januari 2010 14:27 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Je moet het bij de sinus invullen he!
BIj de bovengrens krijg je sin(pi/2)=1 en bij de ondergrens sin(-pi/2)=-1. Als ik dat zooitje constantes even A noem, dan krijg je: 1*A - (-1*A) = 2A. Omdat A iets is met 4 in de noemer, dan komt er dus een twee in de noemer als je A met 2 vermenigvuldigd
Dit is nog een eenvoudige integraal die kant en klaar opgelost kan worden, dat leer je als het goed is op de middelbare school (als je wiskunde hebtquote:Op maandag 25 januari 2010 14:31 schreef tony_clifton- het volgende:
[..]
Thanks!
Moet wel, komt voor in een cursus die ik doormoet (elektromagnetisme).
Heb nooit wiskunde gehad en de cursus wiskunde op school is veel te abstract - een paar belachelijk simpele voorbeelden en dan ineens functies waar je een blad voor nodig hebt om ze uit te werken...
Probeer al wat voor te zitten en ben nog op zoek naar boeken wiskunde waar 't wat gemakkelijker in staat uitgelegd...
(als iemand titels heeft btw, zeker even melden!)
Valt inderdaad mee. Het ziet er ingewikkelder uit dan het is door al die constantesquote:Op maandag 25 januari 2010 14:32 schreef tony_clifton- het volgende:
[..]
Thanks allebei!
Zie 't nu.
Helemaal niet zo moeilijk (deze toch) als je 't verstaanbaar uitgelegd krijgt...
Er is het ‘basisboek wiskunde’ dat volgens mij hiervoor bedoeld is. Van Jan Craats. Je kunt online veel downloaden, maar niet de integratiehoofdstukken. Maar allicht dat het je een beeld geeft of het je een nuttig boek lijkt.quote:Op maandag 25 januari 2010 14:50 schreef tony_clifton- het volgende:
Ik studeer chemie (hogeschool, da's eentje lager dan unif), al kom ik van een niet-wetenschappelijke richting.
Altijd erdoor op chemievakken maar de wiskunde en fysica blijft mij achtervolgen, gewoon omwille van 't feit dat de leercurve bij desbetreffende leerkracht te stijl is.
Ga nu proberen om al wat voor te zitten op de cursus EM (heb nog 2 weken vakantie), en ondertussen de cursus wiskunde op te halen met toegankelijkere studieboeken (moet ik wel nog ff naar zoeken).
Jan van de Craats, huhu.quote:Op maandag 25 januari 2010 14:53 schreef Iblis het volgende:
[..]
Er is het ‘basisboek wiskunde’ dat volgens mij hiervoor bedoeld is. Van Jan Craats. Je kunt online veel downloaden, maar niet de integratiehoofdstukken. Maar allicht dat het je een beeld geeft of het je een nuttig boek lijkt.
Yeah ik dacht al wel dat het daar mee te maken had.. Maar ik snap dan nog niet hoe ze er aan komen..quote:Op maandag 25 januari 2010 19:30 schreef thabit het volgende:
Ken je het principe van inclusie-exclusie?
Ik denk dat ik 't boek gewoon ga kopen, ga het véél nodig hebben, en dan is een papieren versie wel zo makkelijkquote:Op maandag 25 januari 2010 19:11 schreef Hanneke12345 het volgende:
[..]
Jan van de Craats, huhu.
Als je hoofdstukken mist en geen zin hebt het te kopen, wil ik eventueel ook nog wel eens wat inscannen overigens.
Bedankt voor je antwoord!quote:Op woensdag 27 januari 2010 11:17 schreef Iblis het volgende:
Je kunt eerst met de verticale hoek en de afstand tussen A en B uitrekenen hoe hoog B staat. Dat is een gewone driehoek als je het tekent: de schuine zijde heb je dan, en je hebt de hoek bij A.
Je kunt ook de afstand tot het punt onder B op dezelfde hoogte als A uitrekenen, dat is de derde zijde van die driehoek. Nu kun je met behulp van die laatste zijde nog een driehoek tekenen waarvan die laatste zijde de schuine zijde is, en je de horizontale hoek gebruikt. Reken je nu de andere twee zijdes uit, dan heb je x en y.
Hopelijk is het zo duidelijk.
En je gaat ook goed met graden en radialen? Kun je anders de getallen en het verwachte antwoord geven?quote:Op woensdag 27 januari 2010 11:31 schreef molleymijsje het volgende:
[..]
Bedankt voor je antwoord!
op deze manier dacht ik het ook.
maar het antwoord is verkeerd.
Ik heb al gekeken of ik wel de goede hoeken denk te hebben, maar volgens mij is dat goed......
euhm het gaat in gons, en die heb ik omgerekend naar graden (400gon=360graden)quote:Op woensdag 27 januari 2010 11:44 schreef Iblis het volgende:
[..]
En je gaat ook goed met graden en radialen? Kun je anders de getallen en het verwachte antwoord geven?
optelconstante is het verschil tussen de elektronisch gemeten afstand en de werkelijke afstand.quote:Op woensdag 27 januari 2010 12:03 schreef Iblis het volgende:
Ik heb geen idee wat je met een optelconstante moet doen. Die corrigeert vast voor een meetfout in het apparaat, maar hoe corrigeer je daarmee?
Oke in plaats van recht omhoog bedoel je?quote:Op woensdag 27 januari 2010 12:40 schreef Iblis het volgende:
Oh ja, als je als 100 gon ‘recht vooruit’ neemt, dan kom je al meer in de buurt. Ik ben er dan nog niet helemaal…
quote:Op woensdag 27 januari 2010 20:16 schreef molleymijsje het volgende:
[..]
Oke in plaats van recht omhoog bedoel je?
Dat kan ik wel gaan proberen!
Dank je wel!
en anders vul ik maar gewoon wat in. Ik heb het tentamen al gehaald, dit is alleen een inhaalopdracht voor een gemist landmeetpracticum.....
De grafiek van deze functie heeft geen top.quote:Op donderdag 28 januari 2010 07:57 schreef Granaatappel het volgende:
Ik moet de exacte coördinaten van de top berekenen bij:
(x^3 + 125)^0,5 (wortel dus)
Hoe pak ik dit aan?
Je hebt iets gemist. De grafiek die ze hebben gemaakt toont het in feite. Je hebt twee punten (5, 90) en (8, 30). Die punten zijn getekend en ze hebben daar een lijn doorheen getrokken (het lineaire verband). Ze willen nu de richtingscoëfficiënt van die lijn weten. Daartoe moet je Δp en Δq bepalen. Dit doe je door de x-coördinaten en de y-coördinaten van elkaar af te trekken. En het verschil te delen. Van belang is dat je dezelfde volgorde aanhoudt, dus als je de y-coördinaat van de eerste minus de y-coördinaat van de tweede doet, moet je ook delen door de x-coördinaat van de eerste minus de x-coördinaat van de tweede.quote:Op donderdag 28 januari 2010 14:37 schreef APPELBOOMZOR het volgende:
Morgen heb ik een proefwerk wiskunde (Wiskunde A/C 4VWO), en ik snap het tamelijk goed, op één ding na. Ik weet niet of dit een fout in het boek is of dat ik iets over het hoofd zie. Ik heb er even een foto van gemaakt:
[ afbeelding ]
Mijn vraag: Hoezo doen ze bij DeltaQ / DeltaP 30-90 / 8-5
Voor zover ik weet moet je altijd het hoogste - laagste doen. In dit geval 90-30 i.p.v. 30-90? Is dit een drukfout, of heb ik iets gemist?
Ok, dus je hebt een functie q(p). Als dq/dp<0, dan betekent dat dat als p groter wordt, q kleiner wordt. Als dq/dp>0, dan betekent dat dat als p groter wordt, q ook groter wordt.quote:Op donderdag 28 januari 2010 14:37 schreef APPELBOOMZOR het volgende:
Morgen heb ik een proefwerk wiskunde (Wiskunde A/C 4VWO), en ik snap het tamelijk goed, op één ding na. Ik weet niet of dit een fout in het boek is of dat ik iets over het hoofd zie. Ik heb er even een foto van gemaakt:
[ afbeelding ]
Mijn vraag: Hoezo doen ze bij DeltaQ / DeltaP 30-90 / 8-5
Voor zover ik weet moet je altijd het hoogste - laagste doen. In dit geval 90-30 i.p.v. 30-90? Is dit een drukfout, of heb ik iets gemist?
Damn, ty!quote:Op donderdag 28 januari 2010 14:50 schreef Iblis het volgende:
[..]
Je hebt iets gemist. De grafiek die ze hebben gemaakt toont het in feite. Je hebt twee punten (5, 90) en (8, 30). Die punten zijn getekend en ze hebben daar een lijn doorheen getrokken (het lineaire verband). Ze willen nu de richtingscoëfficiënt van die lijn weten. Daartoe moet je Δp en Δq bepalen. Dit doe je door de x-coördinaten en de y-coördinaten van elkaar af te trekken. En het verschil te delen. Van belang is dat je dezelfde volgorde aanhoudt, dus als je de y-coördinaat van de eerste minus de y-coördinaat van de tweede doet, moet je ook delen door de x-coördinaat van de eerste minus de x-coördinaat van de tweede.
Zeg dat (5, 90) punt A is en (8, 30) punt B, dan doen ze dus:
[ afbeelding ]
Je kunt het ook omdraaien in principe, dat boeit niet zoveel:
[ afbeelding ]
Wat je echter niet mag doen is bovenin A - B en onderin B - A (en dat is wat jij wilt doen). Een negatieve uitkomst betekent verder dat de richtingscoëfficiënt negatief is, en dus, dat als je het tekent dat de lijn ‘van rechtsboven naar linksonder loopt’, als een backslash: \ Positief betekent dat deze ‘van linksonder naar rechtsboven loopt’, als een slash: /
Wat jij wilt doen, altijd de grootste - de kleinste levert altijd een positief getal gedeeld door nog een positief getal op: dus dat zou altijd een positieve richtingscoëfficiënt geven, ook bij een lijn die naar beneden loopt! Dat kan niet.
Kortom: het maakt niet uit of je de grootste min de kleinste doet in de teller, als je in de noemer maar dezelfde volgorde aanhoudt.
Zo:quote:
Waarschijnlijk heb ik hem fout, maar als je labda substitueert, krijgt je:quote:
Ja het is een onderdeel van een contrained optimization functie dmv langrange;)quote:Op donderdag 28 januari 2010 16:20 schreef Hondenbrokken het volgende:
Oh, dat wat achter labda stond, was het antwoord. Ik dacht dat je dat moest substitueren en dan zou de opgave wel erg raar zijn omdat er zo'n beetje oneindig antwoorden zijn.
Dan is het eigenlijk bestwel een makkelijke opgave.
Ik begin het nu een beetje te begrijpen maar waar ik nog steeds mn hoofd over breek is hoe ze aan het uiteindelijke antwoord komen..quote:Op maandag 25 januari 2010 19:49 schreef thabit het volgende:
Je kunt als volgt redeneren. Het totaal aantal mogelijkheden om mensen over wagens te verdelen is n^m. Maar ja, dan tel je er te veel, namelijk alle mogelijkheden waarbij er eentje niet gebruikt wordt. Dus je moet daarvan aftrekken het aantal mogelijkheden waarbij wagen j niet gebruikt wordt, gesommeerd over alle j, ofwel n*(n-1)^m Echter, trek je er dan weer te veel van af: alle mogelijkheden waarbij minstens 2 wagens niet gebruikt worden; die moet je er dus weer bij optellen, etc.
Dankje, zo ver was ik ook al gekomen met de kettingregel.quote:Op donderdag 28 januari 2010 08:58 schreef Riparius het volgende:
[..]
De grafiek van deze functie heeft geen top.
We hebben:
y = (x3 + 125)½
De afgeleide is:
dy/dx = ½∙(x3 + 125)-½∙3x2
De afgeleide is 0 voor x = 0, maar hier heeft de grafiek een buigpunt. Beredeneer zelf maar even waarom.
De uitspraak dat functies met een wortel geen locaal extremum kunnen hebben is in zijn algemeenheid niet juist. Ik had gehoopt dat je inzag dat de eerste afgeleide niet van teken wisselt bij x = 0.quote:Op donderdag 28 januari 2010 20:52 schreef Granaatappel het volgende:
[..]
Dankje, zo ver was ik ook al gekomen met de kettingregel.
Dom van me, klasgenoot vertelde me het vanmorgen op school: Wortel heeft geen top.
Niet van teken wisselt?quote:Op donderdag 28 januari 2010 20:57 schreef Riparius het volgende:
[..]
De uitspraak dat functies met een wortel geen locaal extremum kunnen hebben is in zijn algemeenheid niet juist. Ik had gehoopt dat je inzag dat de eerste afgeleide niet van teken wisselt bij x = 0.
Ik snap jouw redenering niet helemaal: 'Niet van teken wisselt.'quote:
Een wedervraag: vertel eens aan welke voorwaarden een (differentieerbare) functie precies voldoet als er sprake is van een (locaal) minimum of maximum?quote:Op donderdag 28 januari 2010 21:09 schreef Granaatappel het volgende:
[..]
Ik snap jouw redenering niet helemaal: 'Niet van teken wisselt.'
Probeer eens een wortel van een kwadratisch polynoom waarbij dat kwadratische polynoom zelf een maximum heeft (en dus als grafiek een bergparabool). Aangenomen dat de top boven de x-as ligt kun je nu ook de wortel van die kwadratische functie nemen, en die heeft dan toch ook een maximum?quote:Achteraf zie ik gewoon in dat een wortelfunctie geen top heeft, mocht deze uitspraak niet juist zijn, kun je me dit dan verhelderen met een voorbeeld bij welke wortelfunctie hier wel sprake van is?
Nee, dat gaat niet te ver, nu probeer je je er met een Jantje van Leiden vanaf te maken. Een kwadratisch polynoom is gewoon een veelterm van de vorm ax2 + bx + c.quote:Op donderdag 28 januari 2010 21:21 schreef Granaatappel het volgende:
Kwadratisch polynoom etc. gaat mij te ver. Zit in V6 Wiskunde A.
Nee, dat antwoord is niet volledig. Voor een locaal minimum of maximum moet de eerste afgeleide niet alleen nul zijn maar op dat punt ook nog van teken wisselen, dus van positief naar negatief gaan (dan heb je een maximum) of van negatief naar positief gaan (dan heb je een minimum). Maar dat doet de eerste afgeleide van jouw functie nou juist niet, die is positief aan weerszijden van x=0. En dus heb je bij x=0 geen locaal extremum maar een buigpunt. Met de aanwezigheid van de wortel in het functievoorschrift heeft dit verder niets te maken.quote:Antwoord op eerste vraag: f'(x) = 0.
Dan heb je een nogal lineair wereldbeeld.quote:Op donderdag 28 januari 2010 21:21 schreef Granaatappel het volgende:
Kwadratisch polynoom etc. gaat mij te ver.
Natuurlijk ken ik die vorm, ik wist alleen niet dat dit een 'kwadratisch polynoom' heet.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 09:44 schreef Haushofer het volgende:
Je kan het natuurlijk ook even googlen. Een kwadratisch polynoom is, zoals Riparius al zei, niks anders dan een uitdrukking als
ax2 + bx + c
met a,b,c constanten. Dat heb je natuurlijk al es eerder gezien; de nulpunten ervan kun je oplossen met de ABC-formule. Tenminste, ik mag hopen dat je niet het VWO verlaat zonder ooit een kwadratische vergelijking gezien te hebben.
Mijn post was trouwens een poging tot een vrij matige nerdgrap en niet elitair bedoeld.
Overigens, als een afgeleide van teken wisselt betekent dat dat de helling van teken wisselt, wat betekent dat een functie van dalend naar stijgend overgaat of van stijgend naar dalend.
Je hebt hier de tweede afgeleide niet per se nodig hoor om te bepalen of het een buigpunt is. Riparius had je de afgeleide al gegeven: 1/2·(x3 + 125)-1/2·3x2, of zo:quote:Op vrijdag 29 januari 2010 09:36 schreef Granaatappel het volgende:
Van die term heb ik simpelweg nog nooit gehoord, en ik vind het niet prettig dat sommigen zich hier elitair opstellen. Ik heb totaal geen probleem met wiskunde, sta een 8.9.
Afgeleide van een functie gelijkstellen aan 0 kan inderdaad of een maximum/minimum betekenen óf een buigpunt, dit kun je verder uitzoeken met de tweede afgeleide. Ik neem aan dat ik dit niet aan jullie uit hoef te leggen, daarom zie ik de noodzaak ook niet dat er aan mij vragen worden gesteld.
Dat is hopelijk jou niet aan te reken maar de onderwijsmethode, maar je zit serieus in 6VWO, doet wiskunde, en hebt de term ‘kwadratisch polynoom’ nog nooit gehoord?quote:Op vrijdag 29 januari 2010 09:48 schreef Granaatappel het volgende:
Natuurlijk ken ik die vorm, ik wist alleen niet dat dit een 'kwadratisch polynoom' heet.
De definitie van een buigpunt is dat de tweede afgeleide van teken wisselt, en dat heeft niks met een stationair punt te maken.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 09:52 schreef Iblis het volgende:
[..]
Je hebt de tweede afgeleide niet per se nodig hoor om een buigpunt te bepalen.
Oké, laat me het in dit geval herschrijven dan naar: je hebt de tweede afgeleide hier niet per se nodig om te bepalen of het stationaire punt ook een buigpunt is.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 10:05 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
De definitie van een buigpunt is dat de tweede afgeleide van teken wisselt, en dat heeft niks met een stationair punt te maken.
Je redenering eronder beschrijft een stationair punt dat geen extremum is, dus ik snap niet waarom je het over buigpunten hebt.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 10:12 schreef Iblis het volgende:
[..]
Oké, laat me het in dit geval herschrijven dan naar: je hebt de tweede afgeleide hier niet per se nodig om te bepalen of het stationaire punt ook een buigpunt is.
Inderdaad. En als iemand in een examenklas die naar eigen zeggen bijna een 9 voor wiskunde staat van een klasgenoot (!) hoort dat 'functies met een wortel geen top hebben' en dat vervolgens kennelijk ook voor zoete koek aanneemt, dan is er toch iets ernstig mis met het wiskundeonderwijs in die klas.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 09:56 schreef Iblis het volgende:
[..]
Dat is hopelijk jou niet aan te reken maar de onderwijsmethode, maar je zit serieus in 6VWO, doet wiskunde, en hebt de term ‘kwadratisch polynoom’ nog nooit gehoord?Dat is alsof je 5 jaar Latijn doet en nog nooit van substantief hebt gehoord.
Volgens mij volg ik je punt niet meer.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 10:20 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Je redenering eronder beschrijft een stationair punt dat geen extremum is, dus ik snap niet waarom je het over buigpunten hebt.
Op het VWO noemden ze het volgens mij altijd een kwadratische vergelijking of een tweedegraads vergelijking. Maar als je latijn hebt gehad snap je polynoom ook wel zonder dat het aan je is uitgelegdquote:Op vrijdag 29 januari 2010 09:56 schreef Iblis het volgende:
[..]
Dat is hopelijk jou niet aan te reken maar de onderwijsmethode, maar je zit serieus in 6VWO, doet wiskunde, en hebt de term ‘kwadratisch polynoom’ nog nooit gehoord?Dat is alsof je 5 jaar Latijn doet en nog nooit van substantief hebt gehoord.
Die klasgenooit zei "wortel heeft geen top". Deze uitspraak heeft geen betekenis als je niet zegt de wortel waarvan. De eenvoudigste wortel is wortel(x) en die heeft inderdaad geen top. Dus als je de uitspraak als zodanig interpreteert zou ik het ook slikken als zoete koek.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 10:35 schreef Riparius het volgende:
[..]
Inderdaad. En als iemand in een examenklas die naar eigen zeggen bijna een 9 voor wiskunde staat van een klasgenoot (!) hoort dat 'functies met een wortel geen top hebben' en dat vervolgens kennelijk ook voor zoete koek aanneemt, dan is er toch iets ernstig mis met het wiskundeonderwijs in die klas.
Behalve dat poly- en nomos uit het Grieks komen.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 16:33 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Op het VWO noemden ze het volgens mij altijd een kwadratische vergelijking of een tweedegraads vergelijking. Maar als je latijn hebt gehad snap je polynoom ook wel zonder dat het aan je is uitgelegd
Je krijgt grieks precies dan als je ook latijn krijgt.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 16:44 schreef Iblis het volgende:
[..]
Behalve dat poly- en nomos uit het Grieks komen.
Beide algoritmes zijn onderhevig aan dezelfde arena eigenschappen (dus minimaal 49 stappen nodig). Maar goed, kan ik nu dus een T-test runnen of moet ik toch aan de MANOVA (wat ik nog niet eens gehad heb geloof ik)?quote:Op vrijdag 29 januari 2010 17:39 schreef speknek het volgende:
Volgens mij zou dat niet uit moeten maken, zolang het maar voor beide algoritmes geldt dat 49 de ondergrens is. Als je kijkt of twee groepen mensen een significant andere leeftijd hebben, hoef je er ook geen babies van 0 in te stoppen om de statistiek te laten werken.
Maar desgewenst zou je in plaats van het aantal stappen natuurlijk het aantal extra stappen kunnen meten, dus alle scores -49 doen.
waarnaar differentiëren wij?quote:uitwerken:
d(x2 - y2) = d1
d(x2) d(y2) = 0
2xdx - 2ydy = 0
bij impliciet differentiëren moet je toch term voor term te werk gaan, evt rekening houdend met zaken als productregel?quote:
ja was al te laatquote:Op vrijdag 29 januari 2010 18:03 schreef ErictheSwift het volgende:
[..]
bij impliciet differentiëren moet je toch term voor term te werk gaan, evt rekening houdend met zaken als productregel?
Je kunt het gemiddelde van de uitkomsten nemen en een t-test doen, of een manova doen over alle uitkomsten.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 18:00 schreef koffiegast het volgende:
Beide algoritmes zijn onderhevig aan dezelfde arena eigenschappen (dus minimaal 49 stappen nodig). Maar goed, kan ik nu dus een T-test runnen of moet ik toch aan de MANOVA (wat ik nog niet eens gehad heb geloof ik)?
bij de bepaling van b gaat je x² in de noemer fout.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 18:03 schreef ErictheSwift het volgende:
[..]
bij impliciet differentiëren moet je toch term voor term te werk gaan, evt rekening houdend met zaken als productregel?
Ik zou voor elk algoritme en voor elk aantal obstakels een flink aantal grote batches draaien en van elke batch het gemiddelde pakken. Van dat gemiddelde kun je (toepassing centrale limietstelling) zeggen dat hij normaal verdeeld is, bij benadering die nauwkeuriger is bij grote batch. Je hebt dan een reeks normaal verdeelde stochasten en je kunt de t-toets doen.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 17:12 schreef koffiegast het volgende:
Hey,
ik zit met een probleem. Ik kan niet echt uitgoochelen of ik de juiste T-test pak en of ik juist iets anders moet hebben. Ik heb namelijk een experiment gerunt met 2 verschillende algoritmes. Namelijk robot planning. Robots lopen door een arena van een startpunt naar een eindgoal. Daarbij heb ik voor elke keer dat ik een simulatie deed (met 1 van de algoritmes) een random arena gecreëerd (dus op random posities obstakels).
De startpositie is op (1,1) en eindgoal op (50,50) en de arena is 50x50 groot. Ideaal is er geen obstakel en loopt hij rechtstreeks naar de goal in 49 stappen (lager kan niet, en schuin kost evenveel tijd als hori/verticaal).
Ik heb vervolgens op diverse nivo's % obstakels (0% obstakels, 5%, 10%, 15% etc tot 60%) 1000 runs gedaan met elk algoritme. Als resultaat krijg ik natuurlijk op 0% gemiddeld 49 en std 0, op 25% 67 gemiddeld en std 24 voor de ene algoritme en 58 gemiddeld met 3 std voor de andere. We hadden als hypothese dat de ene algoritme veel beter (minder stappen nodig heeft) dan de andere.
Het probleem nu is, is dat het domein natuurlijke getallen zijn met een ondergrens van 49 en dat je dus niet zoiets hebt als 50,5 stap nodig maar juist 50 of 51. Nou had ik eerst aangenomen dat ik een T-test hiervoor kon gebruiken, maar ik twijfel vanwege het domein en de ondergrens.
Na wat gezocht te hebben, kom ik er nog niet helemaal uit wat ik nou precies moet doen en of ik wel kan stellen dat het normaal verdeeld is.
Iemand suggesties? Alvast bedankt
Gezien, my bad;quote:Op vrijdag 29 januari 2010 18:10 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
bij de bepaling van b gaat je x² in de noemer fout.
De situatie is nu dat de ene algoritme op elk nivo (met uitzondering van 0% want daar scoren ze gelijk) beter scoort en ook nog eens veel lagere standaardafwijkingen heeft, zo scoort de ene met 60% obstacles 174,3571 gemiddeld en std 78.3578 en de andere 497,125 en std 261.7346. Ook op lagere % scoort de ene lager en is std meestal niet eens de helft.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 18:09 schreef speknek het volgende:
[..]
Je kunt het gemiddelde van de uitkomsten nemen en een t-test doen, of een manova doen over alle uitkomsten.
Er is niets mis met het eerste, de uitkomst is makkelijk te verklaren. Als je niet weet hoe een manova werkt zou ik dat doen.
Het kan bijvoorbeeld alleen zijn dat algoritme 1 heel goed is bij weinig obstakels, maar slecht bij veel obstakels, terwijl algoritme 2 heel goed is bij veel obstakels, maar slecht bij weinig. Als je dan het gemiddelde neemt, komen ze op evenveel stappen uit en zou je met een t-test denken dat er geen verschil in gebruik tussen de twee algoritmes zit. Met een manova is dat wel te achterhalen.
alle 13 levels samen kun je doen maar dan verlies je informatie omdat je alleen nog een uitspraak over het geheel kunt doen. (vergeet niet dat je dan ook je std aan moet passen en je de kans loopt dat het geheeld niet meer significant is)quote:Op vrijdag 29 januari 2010 18:42 schreef koffiegast het volgende:
[..]
De situatie is nu dat de ene algoritme op elk nivo (met uitzondering van 0% want daar scoren ze gelijk) beter scoort en ook nog eens veel lagere standaardafwijkingen heeft, zo scoort de ene met 60% obstacles 174,3571 gemiddeld en std 78.3578 en de andere 497,125 en std 261.7346. Ook op lagere % scoort de ene lager en is std meestal niet eens de helft.
Wat een vriend van me deed was voor alle 13 levels (0%,5%,10%, etc tot 60%) de twee algoritmes vergelijken met een t-test (dus op 25% t-test tussen beide algos, dan 30%, dan 35% etc) en dan per level aanduiden dat het significant is of niet. Is dat handiger dan voor alle 13 levels samen per algoritme het gemiddelde nemen en dan er een uitspraak over doen?
Ik heb nu dus voor alle 13 levels 2 verschillende algos gerund met ieder 1000 runs (dus 26000 runs totaal), en er vanuit gegaan dat er in principe 2 onafhankelijke variabelen zijn: het algoritme en % obstacles (waarbij dit niet continu % is btw) en 1 afhankelijke variabele: de hoeveelheid iteraties/stappen.
Je maakt het allemaal wel (onnodig) moeilijk. Herleiden geeftquote:Op vrijdag 29 januari 2010 17:59 schreef ErictheSwift het volgende:
OK, kunnen we nu even het semantisch geneuzel laten voor wat het is aub... In het kader van het bijpoetsen van mn math skillz stuitte ik op de volgende vraag: de asymptoten van x2 - y2 = 1.
quote:Op zaterdag 30 januari 2010 21:43 schreef GlowMouse het volgende:
Als je onzin in de computer stopt, moet je niet verwachten dat er wat zinnigs uitkomt.
Mja wellicht vraag ik wel te specifiek dat ik iets anders wil zien dan een 0. Het zal wel komen dat ik nog nooit iets heb gezien dat op het eerste oogslag vrijwel niet verschilt toch resulteert in een p-waarde van 0. Mogelijk komt het gewoon door de enorme hoeveelheid data, zodat hetgene onder de breuk gigantisch wordt en het resultaat zo klein wordt dat het in Matlab als 0 wordt weergegeven.quote:Op zaterdag 30 januari 2010 22:13 schreef GlowMouse het volgende:
Die 'statistici' hierboven kunnen ook vast een 0,02 tevoorschijn toveren, of een 0,15 als je dat liever hebt.
quote:Op zaterdag 30 januari 2010 22:13 schreef GlowMouse het volgende:
Die 'statistici' hierboven kunnen ook vast een 0,02 tevoorschijn toveren, of een 0,15 als je dat liever hebt.
Als hij het knopje voor de F-test had ingedrukt, had hij ook een mooie p-waarde gehad. Je moet er alleen geen conclusies aan willen verbinden.quote:Op zondag 31 januari 2010 11:31 schreef squig het volgende:
[..]
met een hoge sample size kan zo'n klein verschil wel degelijk significant zijn trouwens
het ging ook om de "quote:Op zondag 31 januari 2010 11:38 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Als hij het knopje voor de F-test had ingedrukt, had hij ook een mooie p-waarde gehad. Je moet er alleen geen conclusies aan willen verbinden.
En ik dacht dat dit juist een compliment was. ''Hoe kan ik de statistische analyse zo aanpassen dat het doet wat ik wil' werd als goede eigenschap genoemd bij de winnares van de laatste rema-thesis award een paar maanden geleden.
e = 2.7183...quote:Op zondag 31 januari 2010 15:25 schreef Matr het volgende:
Ik heb een vraag over een formule:
F = 30e5%+2%-3,5% = 31,069
Dacht dat die e een logaritme was. Ben alleen vergeten wat die e nu exact met 30 doet zodat 31,069 ontstaat. Iemand die mij dit simpel kan uitleggen
Zoals ik het begrijp heeft hij meerdere 'levels' gemaakt waar de robot doorheen moet lopen, dat lijken me gewoon verschillende afhankelijke variabelen. Tenzij de robots een soort geheugen hebben.quote:Op vrijdag 29 januari 2010 18:25 schreef squig het volgende:
een MANOVA met maar een afhankelijke? Dat is een beetje nutteloos.
Tenzij je een retegoede onderbouwing hebt, zijn 1-tailed t-tests niet echt gebruikelijk (meestal worden ze zelfs niet eens geaccepteerd, want het lijkt vaak een trucje om toch significantie te scoren). Doe gewoon 2-tailed. nulhypothese = de twee algoritmes scoren gelijk.quote:Op zaterdag 30 januari 2010 21:36 schreef koffiegast het volgende:
Jaja daar is koffiegast weer met een huiswerkvraag.
Ik dacht dat ik nulhypothese goed snapte. Maar zodra ik weer sites bezoek met uitleg erover of hoe het hele verwerpen werkt (of zelfs de uitleg van hoe de t-test functies uit matlab/R werken) dan maak ik me zelf gek. Kortom ik weet het ff niet meer.
De gedachte is dat ik als hypothese heb dat algoritme 1 minder stappen nodig heeft dan algoritme 2.
Dus de mean van algo1 < mean van algo2.
Ik nam aan dat ik dit als alternatieve hypothese moet doen en als nulhypothese: algo1 >= algo2.
Waarom wil je het per se in Matlab doen, en niet in een statistisch pakket zoals Statistica of SPSS?quote:Vervolgens heb ik in Matlab (na veel overleg met me groepje en lezen de functie) het volgende gedaan:
ttest2(algo1, algo2, 0.05, 'left','unequal'). Waarbij ttest2 inhoudt two-sample t-test, 0.05 significantieniveau en 'left' inhoudt dat de means van algo1 lager is dan algo2 en 'unequal' dat de varianties van beide algo's verschillend zijn. Hieruit komt rollen H=1 (wat volgens de uitleg van de functie verteelt to "verwerp nulhypothese", maar ik ben nu zo in de war geraakt dat ik niet meer weet of datgene met 'left' wat ik invoer de nulhypothese is, of dat de functie zelf er iets anders van maakt) en p-value 0.
Zelfs bij algo1: gemiddelde 50.5467 & sd 0.8604 & algo2: gemiddelde 51.3454 en sd 1.5319 geeft hij p-value 0. Dit lijkt me zo onrealistisch dat ik nog verder twijfel of dit allemaal klopt.
Kortom ik weet het ff niet meer en het vinden van paginas die recht door zee zijn lijken niet te bestaan als het aankomt op statistiek Oo
Zeg blijf jij lekker met cijfertjes spelen en laat de wetenschap over aan de wetenschappers.quote:Op zaterdag 30 januari 2010 22:13 schreef GlowMouse het volgende:
Die 'statistici' hierboven kunnen ook vast een 0,02 tevoorschijn toveren, of een 0,15 als je dat liever hebt.
Onzin, voor elke toets heb je onderbouwing nodig. Voor eenzijdig niet meer of minder dan voor tweezijdig.quote:Op maandag 1 februari 2010 15:31 schreef speknek het volgende:
[..]
Tenzij je een retegoede onderbouwing hebt, zijn 1-tailed t-tests niet echt gebruikelijk (meestal worden ze zelfs niet eens geaccepteerd, want het lijkt vaak een trucje om toch significantie te scoren). Doe gewoon 2-tailed. nulhypothese = de twee algoritmes scoren gelijk.
De help van Matlab toont tenminste duidelijk wat het pakket precies doet.quote:Waarom wil je het per se in Matlab doen, en niet in een statistisch pakket zoals Statistica of SPSS?
quote:Zeg blijf jij lekker met cijfertjes spelen en laat de wetenschap over aan de wetenschappers.
dat zijn dus onafhankelijke variabelen...quote:Op maandag 1 februari 2010 15:31 schreef speknek het volgende:
[..]
Zoals ik het begrijp heeft hij meerdere 'levels' gemaakt waar de robot doorheen moet lopen, dat lijken me gewoon verschillende afhankelijke variabelen. Tenzij de robots een soort geheugen hebben.
[..]
Je hebt gelijk. Ik was in de war en zag ze als verschillende metrieken van de factor succes.quote:Op maandag 1 februari 2010 18:29 schreef squig het volgende:
dat zijn dus onafhankelijke variabelen...
Nee echt?quote:Op maandag 1 februari 2010 16:48 schreef GlowMouse het volgende:
Onzin, voor elke toets heb je onderbouwing nodig.
Jawel.quote:Voor eenzijdig niet meer of minder dan voor tweezijdig.
Wiskunde is geen wetenschap.quote:! Ik denk zomaar dat ik meer wetenschapper ben dan jij, en daarnaast meer statistiek gezien heb. Ik heb eerder al mijn vraagtekens bij de t-toets gezet.
Sprak de informaticus.quote:Op maandag 1 februari 2010 19:43 schreef speknek het volgende:
Wiskunde is geen wetenschap.
Informatica is, als afgeleide van wiskunde, ook geen wetenschap uiteraard. Eventueel zou je wat koffiegast nu doet nog zo op kunnen vatten, als observatie van een systeem. Maar ik doe geen informatica-onderzoek meer.quote:
ok, dus een manova is dus niet nodigquote:Op maandag 1 februari 2010 19:41 schreef speknek het volgende:
[..]
Je hebt gelijk. Ik was in de war en zag ze als verschillende metrieken van de factor succes.
Wetenschap wordt doorgaans gezien als een proces waarbij, binnen bepaalde wetenschappelijk regels, kennis vergaard wordt. Dan is wiskunde dus geen wetenschap maar slechts een tool.quote:Op maandag 1 februari 2010 20:17 schreef Riparius het volgende:
[..]
Gauß noemde wiskunde de koningin der wetenschappen. En hij kon het weten.
Omdat hij als wiskundige zo onafhankelijk en een groot epistemoloog was ofzo? Sinds Kant kennen we de analytisch-synthetisch distinctie, en alhoewel er wat discussie bestaat over de onoverbrugbaarheid van Hume's Fork sinds WvO Quine, moge het duidelijk zijn dat de empirie aan de andere kant van het spectrum staat ten opzichte van de episteme van de wiskunde.quote:Op maandag 1 februari 2010 20:17 schreef Riparius het volgende:
Gauß noemde wiskunde de koningin der wetenschappen. En hij kon het weten.
Wetenschap heeft ook in het Nederlands al die begrippen gehad, zie het WNT:quote:scĭentĭa , ae, f. (plur. only Vitr. 1, 1, 18; 3, praef. 1) [sciens],
I. a knowing or being skilled in any thing, knowledge, science, skill, expertness, = cognitio, eruditio (freq. and class.).
Ook voor het Duitse Wissenschaft geldt zo’n ruim begrip:quote:1. Het weten, kennis als toestand van den geest ten opzichte van de werkelijkheid in het alg. of van afzonderlijke zaken uit die werkelijkheid.
2. Kennis, in den zin van: zaken die, of datgene wat gekend kan of moet worden.
5. Methodisch en systematisch verworven en geordende kennis van de werkelijkheid, samen met de bedrijvigheid, de studie, het onderzoek waardoor deze kennis wordt verworven en uitgebreid. Vaak met een bep. lidw. ter aanduiding van de totaliteit van zoodanige kennis en studie.
6. Afzonderlijke tak van de kennis en studie in den zin van de vorige bet.
7. (Meton., in aansl. bij de bet. 5) De beoefenaars der wetenschap; de wetenschappelijke wereld.
Als zodanig is het met name een semantisch-filosofische kwestie wat je onder wetenschap wilt verstaan. Sensu stricto kun je het beperken tot b.v. falsifieerbare empirische kenvormen. Voor Gauß kon het dus best heel wat anders betekenen dan voor ons. (Zoals voor Augustinus de mathematici b.v. ook de astrologen waren.quote:WISSENSCHAFT, f., notitia, scientia, ist zwar spätmhd. vereinzelt bezeugt, bleibt aber noch im sechzehnten jahrhundert neben dem üblicheren wissenheit (s. d.) ein seltenes wort. keines der frühnhd. wörterbücher verzeichnet es (wohl das niederdeutsche witscap). erst mit beginn des 17. jhs. findet es aufnahme bei den lexikographen. früh übergehend in die objective bedeutung (s. B) wird wissenschaft im zeitalter der aufklärung bezeichnung einer gelehrten disciplin, älteres kunst verdrängend (s. C). die ursprüngliche bedeutung 'nachricht, kenntnis, kunde' tritt mit dem 18. jh. dieser neuen bedeutung gegenüber bereits zurück und hat sich heute aus der schriftsprache fast ganz verloren (s. A).
Dit geldt für immer.quote:Op maandag 1 februari 2010 20:17 schreef Riparius het volgende:
[..]
Gauß noemde wiskunde de koningin der wetenschappen. En hij kon het weten.
Interessant om het met een ancova te doen, ik snap dat het technisch gezien 'under the hood' niet zo veel verschilt met een regressie, misschien is het zelfs wel beter, maar het is in deze context raar om het een covariaat te noemen.quote:Op maandag 1 februari 2010 19:58 schreef squig het volgende:
ok, dus een manova is dus niet nodig
kunt een 2x2 anova doen, maar dan categoriseer je de obstakels, andere (voor interpretatie betere) opties zijn regressie of ancova
Of je kan het nog bonter maken, zoals Bertrand Russell:quote:Op maandag 1 februari 2010 21:10 schreef speknek het volgende:
Wat mij betreft is het meer het begrip kennis dat een semantische verandering heeft ondergaan, van rationalisme naar empirisme, maar we gaan nu wel ver offtopic. Ik wou met mijn sneer alleen aangeven dat met snobisme niemand wat opschiet in dit topic.
http://en.wikipedia.org/wiki/Knowledge_by_acquaintancequote:The acquaintance theorist can argue that one has noninferentially justified belief "that P" only when one has the thought "that P" and one is acquainted with both the fact that P is the case, the thought "that P", and the relation of correspondence holding between the thought "that P" and the fact that P is the case. So I must not only know the proposition P, and the fact that P is the case, but also know that the fact that P is the case is what makes proposition P true.
true maar als je binnen de anova-set wilt blijven en geen regressie wilt gebruiken is het voor zover ik weet de enige manier om toch een continue onafhankelijke variabele er in te verwerken. Je zult alleen iets uitgebreider over je interpretatie na moeten denken denk ik, ik heb het ook nog nooit zo gebruikt, regressie is wat simpelerquote:Op maandag 1 februari 2010 21:14 schreef speknek het volgende:
[..]
Interessant om het met een ancova te doen, ik snap dat het technisch gezien 'under the hood' niet zo veel verschilt met een regressie, misschien is het zelfs wel beter, maar het is in deze context raar om het een covariaat te noemen.
Omdat ik de simulatie in matlab deed en ik heel veel capriolen moet uithalen 1000 cijfers voor elke parameterinstelling eruit te hale, apart bewaren en vervolgens in R of dergelijk te openen (inleze ook uitzoeken) en dan pas iets mee kan doenquote:Op maandag 1 februari 2010 15:31 schreef speknek het volgende:
[..]
Zoals ik het begrijp heeft hij meerdere 'levels' gemaakt waar de robot doorheen moet lopen, dat lijken me gewoon verschillende afhankelijke variabelen. Tenzij de robots een soort geheugen hebben.
[..]
Tenzij je een retegoede onderbouwing hebt, zijn 1-tailed t-tests niet echt gebruikelijk (meestal worden ze zelfs niet eens geaccepteerd, want het lijkt vaak een trucje om toch significantie te scoren). Doe gewoon 2-tailed. nulhypothese = de twee algoritmes scoren gelijk.
[..]
Waarom wil je het per se in Matlab doen, en niet in een statistisch pakket zoals Statistica of SPSS?
[..]
Zeg blijf jij lekker met cijfertjes spelen en laat de wetenschap over aan de wetenschappers.
Wat bedoel je met "via de grafiek"?quote:Op dinsdag 2 februari 2010 17:52 schreef andrew.16 het volgende:
Is er een functie in Mathematica waarbij je via de plot een x-waarde kan aflezen? Ik heb namelijk m'n y-waarde maar moet "via de grafiek" m'n x-waarde vinden.
Iemand enig idee?
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
[ Bericht 0% gewijzigd door tony_clifton- op 03-02-2010 00:12:31 ]
Als je c al weet, wat wil je dan nog oplossen?quote:Op donderdag 4 februari 2010 15:21 schreef Matr het volgende:
Weet iemand hoe je zo`n vergelijking snel kunt oplossen?
Kom er niet uit![]()
130 = c/(1+4%) + c /(1+4%)^2 + (130+c) / (1+4%)^3
c = 5,2
quote:
Precies 5.2 zelfsquote:Op donderdag 4 februari 2010 16:59 schreef Iblis het volgende:
Als je het uitrekent heb je dan: 16,2323 = 3,1216c en dus c ≈ 5.2.
Nee, het is precies 5.2:quote:Op donderdag 4 februari 2010 17:21 schreef Granaatappel het volgende:
[..]
Staat je rekenmachine denk ik ingesteld op 1 decimaal.
Ik vergeef het jequote:Op donderdag 4 februari 2010 17:26 schreef Iblis het volgende:
Maar ik had er net niet bij nagedacht en het gewoon numeriek gedaan en aangenomen dat ’t afrondde. Nou ja.
Dat wordt beschreven door de DV: h'=-ch lijkt me, waarbij h de hoogte is van het waterniveau in Bak1? Het uitstroomdebiet is niet constant toch?quote:Op vrijdag 5 februari 2010 11:47 schreef GlowMouse het volgende:
Hoe snel komt het erin; hoe snel komt het eruit?
Het is niet handig dat je je vragen over het opstellen van differentiaalvergelijkingen voor leegstromende waterreservoirs nu in twee verschillende topics tegelijk post. Kijk even in het andere β-topic, daar heb ik net je eerdere vraag proberen te beantwoorden. Voor deze vraag kun je m.i. heel goed inspiratie opdoen uit die vraag over zoutconcentraties in twee met elkaar in verbinding staande waterreservoirs waar ik je al eerder naar verwees.quote:Op vrijdag 5 februari 2010 11:46 schreef Luciano23 het volgende:
Ik ben bezig met een keuzevak en daar wordt enige kennis van DV verondersteld. Nu heb ik dat nooit gehad, dus ik probeer me een beetje wegwijs te maken. Maar ik kom er vaak bij gekoppelde systemen niet uit. Bijvoorbeeld het volgende systeem:
Er zijn 2 bakken. Beide bakken hebben een gat. Bak 1 stroom leegt in Bak 2. Bak 2 stroom gewoon leeg in de omgeving.
In de beginsituatie is Bak 2 leeg en zit Bak 1 vol.
Nu wil ik graag een differentiaalvergelijking opstellen die de hoogte van het waterniveau in bak 2 beschrijft.
Daarbij is het gat in Bak 2 een factor Y kleiner dan het gat in Bak 1.
Je kunt in een schets twee stralen tekenen. Het is direct wel duidelijk naar welke twee punten dat moet, en daarna is het makkelijkquote:Op vrijdag 5 februari 2010 22:20 schreef gaussie het volgende:
Ik heb een meetkunde probleem waar ik niet uit kom. Van een driehoek ABC is zijde AB even lang als de straal van de omgeschreven cirkel. Hoe groot is hoek c? Wellicht dat je gebruik moet maken van de stelling van Thales? Alle hulp is welkom!
Zie je al een gelijkzijdige driehoek?quote:Op vrijdag 5 februari 2010 22:30 schreef gaussie het volgende:
Ik heb het getekend, maar toch zie ik het niet. Kun je iets duidelijker zijn?
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |