Bedankt voor je antwoord!quote:Op woensdag 27 januari 2010 11:17 schreef Iblis het volgende:
Je kunt eerst met de verticale hoek en de afstand tussen A en B uitrekenen hoe hoog B staat. Dat is een gewone driehoek als je het tekent: de schuine zijde heb je dan, en je hebt de hoek bij A.
Je kunt ook de afstand tot het punt onder B op dezelfde hoogte als A uitrekenen, dat is de derde zijde van die driehoek. Nu kun je met behulp van die laatste zijde nog een driehoek tekenen waarvan die laatste zijde de schuine zijde is, en je de horizontale hoek gebruikt. Reken je nu de andere twee zijdes uit, dan heb je x en y.
Hopelijk is het zo duidelijk.
En je gaat ook goed met graden en radialen? Kun je anders de getallen en het verwachte antwoord geven?quote:Op woensdag 27 januari 2010 11:31 schreef molleymijsje het volgende:
[..]
Bedankt voor je antwoord!
op deze manier dacht ik het ook.
maar het antwoord is verkeerd.
Ik heb al gekeken of ik wel de goede hoeken denk te hebben, maar volgens mij is dat goed......
euhm het gaat in gons, en die heb ik omgerekend naar graden (400gon=360graden)quote:Op woensdag 27 januari 2010 11:44 schreef Iblis het volgende:
[..]
En je gaat ook goed met graden en radialen? Kun je anders de getallen en het verwachte antwoord geven?
optelconstante is het verschil tussen de elektronisch gemeten afstand en de werkelijke afstand.quote:Op woensdag 27 januari 2010 12:03 schreef Iblis het volgende:
Ik heb geen idee wat je met een optelconstante moet doen. Die corrigeert vast voor een meetfout in het apparaat, maar hoe corrigeer je daarmee?
Oke in plaats van recht omhoog bedoel je?quote:Op woensdag 27 januari 2010 12:40 schreef Iblis het volgende:
Oh ja, als je als 100 gon ‘recht vooruit’ neemt, dan kom je al meer in de buurt. Ik ben er dan nog niet helemaal…
quote:Op woensdag 27 januari 2010 20:16 schreef molleymijsje het volgende:
[..]
Oke in plaats van recht omhoog bedoel je?
Dat kan ik wel gaan proberen!
Dank je wel!
en anders vul ik maar gewoon wat in. Ik heb het tentamen al gehaald, dit is alleen een inhaalopdracht voor een gemist landmeetpracticum.....
De grafiek van deze functie heeft geen top.quote:Op donderdag 28 januari 2010 07:57 schreef Granaatappel het volgende:
Ik moet de exacte coördinaten van de top berekenen bij:
(x^3 + 125)^0,5 (wortel dus)
Hoe pak ik dit aan?
Je hebt iets gemist. De grafiek die ze hebben gemaakt toont het in feite. Je hebt twee punten (5, 90) en (8, 30). Die punten zijn getekend en ze hebben daar een lijn doorheen getrokken (het lineaire verband). Ze willen nu de richtingscoëfficiënt van die lijn weten. Daartoe moet je Δp en Δq bepalen. Dit doe je door de x-coördinaten en de y-coördinaten van elkaar af te trekken. En het verschil te delen. Van belang is dat je dezelfde volgorde aanhoudt, dus als je de y-coördinaat van de eerste minus de y-coördinaat van de tweede doet, moet je ook delen door de x-coördinaat van de eerste minus de x-coördinaat van de tweede.quote:Op donderdag 28 januari 2010 14:37 schreef APPELBOOMZOR het volgende:
Morgen heb ik een proefwerk wiskunde (Wiskunde A/C 4VWO), en ik snap het tamelijk goed, op één ding na. Ik weet niet of dit een fout in het boek is of dat ik iets over het hoofd zie. Ik heb er even een foto van gemaakt:
[ afbeelding ]
Mijn vraag: Hoezo doen ze bij DeltaQ / DeltaP 30-90 / 8-5
Voor zover ik weet moet je altijd het hoogste - laagste doen. In dit geval 90-30 i.p.v. 30-90? Is dit een drukfout, of heb ik iets gemist?
Ok, dus je hebt een functie q(p). Als dq/dp<0, dan betekent dat dat als p groter wordt, q kleiner wordt. Als dq/dp>0, dan betekent dat dat als p groter wordt, q ook groter wordt.quote:Op donderdag 28 januari 2010 14:37 schreef APPELBOOMZOR het volgende:
Morgen heb ik een proefwerk wiskunde (Wiskunde A/C 4VWO), en ik snap het tamelijk goed, op één ding na. Ik weet niet of dit een fout in het boek is of dat ik iets over het hoofd zie. Ik heb er even een foto van gemaakt:
[ afbeelding ]
Mijn vraag: Hoezo doen ze bij DeltaQ / DeltaP 30-90 / 8-5
Voor zover ik weet moet je altijd het hoogste - laagste doen. In dit geval 90-30 i.p.v. 30-90? Is dit een drukfout, of heb ik iets gemist?
Damn, ty!quote:Op donderdag 28 januari 2010 14:50 schreef Iblis het volgende:
[..]
Je hebt iets gemist. De grafiek die ze hebben gemaakt toont het in feite. Je hebt twee punten (5, 90) en (8, 30). Die punten zijn getekend en ze hebben daar een lijn doorheen getrokken (het lineaire verband). Ze willen nu de richtingscoëfficiënt van die lijn weten. Daartoe moet je Δp en Δq bepalen. Dit doe je door de x-coördinaten en de y-coördinaten van elkaar af te trekken. En het verschil te delen. Van belang is dat je dezelfde volgorde aanhoudt, dus als je de y-coördinaat van de eerste minus de y-coördinaat van de tweede doet, moet je ook delen door de x-coördinaat van de eerste minus de x-coördinaat van de tweede.
Zeg dat (5, 90) punt A is en (8, 30) punt B, dan doen ze dus:
[ afbeelding ]
Je kunt het ook omdraaien in principe, dat boeit niet zoveel:
[ afbeelding ]
Wat je echter niet mag doen is bovenin A - B en onderin B - A (en dat is wat jij wilt doen). Een negatieve uitkomst betekent verder dat de richtingscoëfficiënt negatief is, en dus, dat als je het tekent dat de lijn ‘van rechtsboven naar linksonder loopt’, als een backslash: \ Positief betekent dat deze ‘van linksonder naar rechtsboven loopt’, als een slash: /
Wat jij wilt doen, altijd de grootste - de kleinste levert altijd een positief getal gedeeld door nog een positief getal op: dus dat zou altijd een positieve richtingscoëfficiënt geven, ook bij een lijn die naar beneden loopt! Dat kan niet.
Kortom: het maakt niet uit of je de grootste min de kleinste doet in de teller, als je in de noemer maar dezelfde volgorde aanhoudt.
Zo:quote:
Waarschijnlijk heb ik hem fout, maar als je labda substitueert, krijgt je:quote:
Ja het is een onderdeel van een contrained optimization functie dmv langrange;)quote:Op donderdag 28 januari 2010 16:20 schreef Hondenbrokken het volgende:
Oh, dat wat achter labda stond, was het antwoord. Ik dacht dat je dat moest substitueren en dan zou de opgave wel erg raar zijn omdat er zo'n beetje oneindig antwoorden zijn.
Dan is het eigenlijk bestwel een makkelijke opgave.
Ik begin het nu een beetje te begrijpen maar waar ik nog steeds mn hoofd over breek is hoe ze aan het uiteindelijke antwoord komen..quote:Op maandag 25 januari 2010 19:49 schreef thabit het volgende:
Je kunt als volgt redeneren. Het totaal aantal mogelijkheden om mensen over wagens te verdelen is n^m. Maar ja, dan tel je er te veel, namelijk alle mogelijkheden waarbij er eentje niet gebruikt wordt. Dus je moet daarvan aftrekken het aantal mogelijkheden waarbij wagen j niet gebruikt wordt, gesommeerd over alle j, ofwel n*(n-1)^m Echter, trek je er dan weer te veel van af: alle mogelijkheden waarbij minstens 2 wagens niet gebruikt worden; die moet je er dus weer bij optellen, etc.
Dankje, zo ver was ik ook al gekomen met de kettingregel.quote:Op donderdag 28 januari 2010 08:58 schreef Riparius het volgende:
[..]
De grafiek van deze functie heeft geen top.
We hebben:
y = (x3 + 125)½
De afgeleide is:
dy/dx = ½∙(x3 + 125)-½∙3x2
De afgeleide is 0 voor x = 0, maar hier heeft de grafiek een buigpunt. Beredeneer zelf maar even waarom.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |