FOK!forum / School, Studie en Onderwijs / [Centraal] Bèta huiswerk en vragen topic
Schuifpuizondag 10 juni 2007 @ 15:02
Vorig deel: [Centraal] Bèta huiswerk en vragen topic

Post hier weer al je vragen, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de vakken:


  • Wiskunde
  • Natuurkunde
  • Informatica
  • Scheikunde
  • Biologie
  • Algemene Natuurwetenschappen
  • Alles wat in de richting komt

    Van MBO tot WO, hier is het topic wat antwoord kan geven op je vragen

    Heb je een vraag die niet binnen het gebied 'Bèta' valt? Neem eens een kijkje in één van de volgende topics:
    [Centraal] Gamma 'huiswerk en vragen topic'
    [Centraal] Alfa 'huiswerk en vragen topic'
  • Schuifpuizondag 10 juni 2007 @ 15:03
    Zo, een nieuwe aangezien die andere vol was.
    -J-D-zondag 10 juni 2007 @ 15:03
    GlowMousezondag 10 juni 2007 @ 15:17
    keesjeisliefzondag 10 juni 2007 @ 15:29
    quote:
    Op zondag 10 juni 2007 14:52 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Die krijg je door de som van exponentieel verdeelde stochasten te nemen, niet door het product.Hmm wacht, dat was de gamma-verdeling. Krijg je geen gamma(365, 0.5) verdeling?
    Ja idd, de som van exp. verdeelde stochasten heeft een Gamma-verdeling.
    quote:
    Mja ik ben er zoals ik al eerder zei al maanden mee bezig, maar het ligt me totaal niet. Het is allemaal zo abstract e.d. Vakken als mechanica of analyse heb ik niet zo veel problemen mee, maar dit zie ik absoluut niet. En idd doe ik het nu door wat trucjes te leren, zodat ik bepaalde sommen op kan lossen. Niet de goede manier, dat besef ik ook, maar ik zie op dit moment niet een andere manier om het te halen.

    Volgens mij gaat ie nu vol he?
    Ja, ik begrijp je goed, kansrekening is een abstracter geheel dan de andere vakken die je noemt. Desondanks kan het geen kwaad eens goed na te denken waar je nu eigenlijk mee aan het werk bent. Begin met de definitie van een stochast, wat dat eigenlijk voor een ding is, hoe het gedrag van zo'n stochast bepaald wordt door grootheden als z'n verwachtigswaarde, dichtheidsfunctie en verdelingsfunctie. Daarnaast heb je een aantal funcamentele regels waarmee je kansen kunt uitrekenen, zoals de P(gebeurtenis) = 1 - P(gebeurtenis vindt niet plaats) zoals in de vorige opgave. Als je je met deze grondbeginselen vertrouwd kunt maken, kun je van daaruit vrij makkelijk verder bouwen naar het oplossen van je opgaves.
    Wolfjezondag 10 juni 2007 @ 15:37
    Ik heb een vraagje over gegeneraliseerde Hamming gewichten van primitive narrow-sense 2-error correcting BCH codes (lengte 2m-1, en ook wel voor het gemak aangeduid met BCH(2,m)). Het is me al gelukt om de eerste drie gewichten te bepalen, maar ik zit nu vast bij het vierde gewicht . Voor even m geldt d4=11. Voor m = 5,7,9,11 en 13 zegt de computer dat d4 = 12. Vandaar dat het mij niet zou verbazen als dit voor alle oneven m zo is. Ik krijg het echter niet bewezen . Kan iemand mij hiermee even helpen?

    (tevens terugvind post ).
    Schuifpuizondag 10 juni 2007 @ 15:38
    @ keesjeislief:

    Thanks. Probleem vind ik vooral dat er in het boek vrijwel geen voorbeelden staan alleen heel veel droge theorie, waar ik vrij weinig mee kan. Ik ben des tijds begonnen met doorlezen, maar eigenlijk raak ik de draad al heel snel kwijt, er staan erg veel symbolen in en weinig uitleg erover. Na een pagina lezen weet ik eigenlijk al niet meer waar het over gaat. Daarom ben ik nu maar met tentamensommen begonnen, maar echt soepel gaat dat niet.

    Ik heb hier bijvoorbeeld nog een vraag waar ik niet uit kom. Ik heb wel er wat over in het boek gevonden, maar er staat niet in hoe ik die kans kan uitrekenen.
    quote:
    The joint probability density function (PDF) of the random
    vector [x1, x2]T is given as fx1x2(x1, x2) = 1
    10 (3x21
    +
    8x1x2) for 0 ≤ x1 ≤ 1, 0 ≤ x2 ≤ 2, and fx1x2 (x1, x2) = 0
    for all other values of x1 and x2. The probability P(2x1 ≤ x2) equals
    a) 11/20
    b) 8/20
    c) 9/20
    d) 10/20
    GlowMousezondag 10 juni 2007 @ 15:43
    In het univariate geval bereken je de kans door de dichtheid te integreren over het toegelaten gebied. Dat is in het bivariate geval precies hetzelfde, alleen heb je dan een dubbelintegraal. De grenzen van de binnenste integraal zul je hier af moeten laten hangen van de integrator van de buitenste integraal, maar dat is analyse en dat moet je lukken
    Schuifpuizondag 10 juni 2007 @ 15:58
    quote:
    Op zondag 10 juni 2007 15:43 schreef GlowMouse het volgende:
    In het univariate geval bereken je de kans door de dichtheid te integreren over het toegelaten gebied. Dat is in het bivariate geval precies hetzelfde, alleen heb je dan een dubbelintegraal. De grenzen van de binnenste integraal zul je hier af moeten laten hangen van de integrator van de buitenste integraal, maar dat is analyse en dat moet je lukken
    Klinkt idd heel logisch, alleen het vinden van die grenzen vind ik vrij moeilijk. Heb nu net zo'n beetje alle mogelijkheden geprobeerd, maar ik kom maar niet op die 9/20.
    keesjeisliefzondag 10 juni 2007 @ 16:04
    quote:
    Op zondag 10 juni 2007 15:58 schreef Schuifpui het volgende:

    [..]

    Klinkt idd heel logisch, alleen het vinden van die grenzen vind ik vrij moeilijk. Heb nu net zo'n beetje alle mogelijkheden geprobeerd, maar ik kom maar niet op die 9/20.
    Die dichtheidsfct staat een beetje onduidelijk in de quote, kun je die nog eens precies opschrijven, dan rekenen we het even uit.
    GlowMousezondag 10 juni 2007 @ 16:09
    Als 2x1 ≤ x2 houd je een driehoek over met hoekpunten (0,0), (0,1) en (1,2).
    Stel de binnenste integraal is naar x1, dan integreer je van 0 t/m x2/2. De buitenste integraal (naar x2) integreer je dan gewoon van 0 t/m 2.
    Schuifpuizondag 10 juni 2007 @ 16:15
    quote:
    Op zondag 10 juni 2007 16:04 schreef keesjeislief het volgende:

    [..]

    Die dichtheidsfct staat een beetje onduidelijk in de quote, kun je die nog eens precies opschrijven, dan rekenen we het even uit.
    sorry was me niet opgevallen, hij pakt de deelstrepen niet goed. Het moet dus zijn 1/10(3x12+8x1x2) Ik denk dat ik er met de uitleg van glowmouse nu wel uit kom.
    Schuifpuizondag 10 juni 2007 @ 16:23
    quote:
    Op zondag 10 juni 2007 16:09 schreef GlowMouse het volgende:
    Als 2x1 ≤ x2 houd je een driehoek over met hoekpunten (0,0), (0,1) en (1,2).
    Stel de binnenste integraal is naar x1, dan integreer je van 0 t/m x2/2. De buitenste integraal (naar x2) integreer je dan gewoon van 0 t/m 2.

    zo?

    Ik blijf dit een beetje lastig vinden om in te zien.
    GlowMousezondag 10 juni 2007 @ 16:43
    Je beschrijvingen bij de assen zijn precies omgekeerd: horizontaal staat x2, verticaal x1. Ieder punt in de driehoek voldoet dan aan de ongelijkheid.
    Dat de huidige fout is, zie je al heel snel omdat x1 nooit groter is dan 1.
    keesjeisliefzondag 10 juni 2007 @ 16:44
    quote:
    Op zondag 10 juni 2007 16:15 schreef Schuifpui het volgende:

    [..]

    sorry was me niet opgevallen, hij pakt de deelstrepen niet goed. Het moet dus zijn 1/10(3x12+8x1x2) Ik denk dat ik er met de uitleg van glowmouse nu wel uit kom.
    Ok. Je kunt het ook als volgt bekijken: voor elke x1 moet je die x2 hebben die voldoen aan x2 >= 2x1. Dus je integreert over alle x1 tussen 0 en 1 en voor elke x1, over alle x2 die tussen 2x1 en 2 liggen. Dus je krijgt de dubbele integraal int_{0}^{1} int_{2x1}^{2} .... dx2 dx1, en als je die uitrekent kom je idd op 9/20.
    Schuifpuimaandag 11 juni 2007 @ 12:26
    Nieuwe dag, nieuwe kansen.
    Dit keer van het estimation deel.

    quote:
    By means of the Global Positioning System (GPS) the six
    height differences hi, i = 1, . . . , 6, as shown in Fig. 2 are
    observed. The heights of points 1, 2 and 3 are assumed
    known, the heights of points 4 and 5 are unknown. The
    observables are hi = hi + ei, whereby it may be assumed
    that E(ei) = 0 and D(ei) = 2 cm2 for i = 1, . . . , 6, and
    C(ei, ej) = 0 for i 6= j. The variance of the BLUE of h1
    is then given as
    a) 8/11 cm2
    b) 0 cm2
    c) 6/11 cm2
    d) 2 cm2
    Ik weet ongeveer hoe dit moet. De variance matrix bepaal je door (ATD-1A)-1 uit te rekenen. Het probleem zit hier in het opstellen van de A-matrix. Volgens mij moet het een 6 x 2 matrix worden, zodat:



    Maar wat er in de matrix staat kan ik maar niet opkomen.

    Edti: OVerigens kan je zo 2/4 antwoorden wegstrepen. Door BLUE (best linear unbiased estimation) toe te passen wordt de variance kleiner, maar 0 kan nooit, dus houd je er nog 2 over. Dat is een beetje hoe ik de tentamens tot nu toe vaak doe, vaak is het 50% kans.
    GlowMousemaandag 11 juni 2007 @ 12:43
    -laat maar, snap de vraag al, ken de benodigde theorie alleen niet om hem aan te pakken -

    - laat deze ook maar, heb hem al -

    [ Bericht 33% gewijzigd door GlowMouse op 11-06-2007 23:00:20 ]
    crossovermaandag 11 juni 2007 @ 18:41
    Centraal.
    Keep up the good work
    GlowMousedinsdag 12 juni 2007 @ 00:32
    Met wat puzzelen kom ik er misschien wel. En anders ziet iemand misschien een aanknopingspunt om verder te gaan. D lijkt me de matrix met 2'en over de diagonaal, en A de matrix waarvoor geldt dat schatter = A*schatting+b (met b een constante vector).
    Jij probeert nu dus [h1; h2] te schatten in de vorm A-1h+b. Ik snap niet waarom je h2 ook probeert te schatten; uit symmetrie-overwegingen zou h3 evengoed in aanmerking komen, mocht het voordeel bieden.

    Ik vermoed inmiddels dat het antwoord 6/11 is, omdat ik denk dat ik h1 kan schatten met variantie 2/3 en de BLUE per definitie nooit een hogere variantie heeft. Drie schattingen die je sowieso kunt maken zijn (even afgezien van tekenverschillen, wat het antwoord niet beïnvloedt):
    h1=h1-slang
    h1=h2-slang + hoogteverschil punt 1 en 2
    h1=h3-slang + hoogteverschil punt 1 en 3
    Met A = [1 1 1 0 0 0]' (de hoogteverschillen gaan in b) kom je zo op een variantie van 2/3.
    Morgen probeer ik een professor te spreken die erg goed kan kansrekenen. Waarschijnlijk zal ik hem niet zo heel lang spreken, maar als ik de kans krijg zal ik hem dit vraagstuk voorleggen. Het exacte antwoord zal er vast op een of andere manier uit komen rollen, maar BLUE's ben ik nog maar 1x eerder tegengekomen en ik zie niet direct hoe het exacte antwoord verschijnt.
    Schuifpuidinsdag 12 juni 2007 @ 11:18
    Het antwoord is idd 6/11 cm2
    Maar hoe je daar nu op komt

    Ik heb nog wel een wat simpeler voorbeeld wat er in het college is voorgedaan:

    Het gaat hier bij om een meting van een driehoek. Alle drie de hoeken worden gemeten. Met het feit dat je weet dat het totaal 180 graden moet zijn, heb je dus 2 onbekenden en 3 metingen.

    α1 = α1
    α2 = α2
    α3 = - α1 - α2 + π

    De matrix die je dan krijgt is:



    De variance is dan weer te verkrijgen door (ATD-1A)-1 op te lossen. met D = I3 * σ2. Daaruit volgt dat:

    (ATD-1A)-1 = σ2/3 * [2-1 -12]

    Dat zou de manier moeten zijn.
    GlowMousedinsdag 12 juni 2007 @ 12:04
    Ik heb nu een schatter waarbij ik op 4/7 uitkom, dus dat is nog niet de BLUE. Bij die schatter heb ik alle hoogteverschillen uitgedrukt in h1, h4 en h5. Vanmiddag zal ik misschien vragen hoe je de BLUE echt vindt, maar zodra je een schatter hebt met een variantie onder 8/11, moet 6/11 wel het antwoord zijn. Een schatter die onder 8/11 komt, heb je al door slechts te kijken naar h1, h2 en h3, en dat uit te drukken in h1 (dus [h1; h2; h3] = A * [h1] + b).
    teletubbiesdinsdag 12 juni 2007 @ 12:49
    Zij n een oneven getal, Dn de diëdergroep van orde 2n, en Cn de ondergroep
    van Dn voortgebracht door een element van orde n. Voor x in Dn geven we met
    f(x) het aantal elementen in de conjugatieklasse van x in Dn aan.
    a. Bewijs: voor x in Cn verschillend van e geldt f(x) = 2.
    Bij de uitwerking staat:
    a Voor x in Cn en s Dn Cn geldt sxs-1 = x-1, en x commuteert met de elementen
    van Cn. Omdat n oneven is geldt x != x-1 voor x != e: er is geen x in Cn van orde 2. Dus
    f(x) = 2. (Alternatief: de normalisator van x bevat Cn maar is niet de hele groep, dus
    index = 2 = f(x).)
    Wat ik niet snap, heb ik eventjes onderstreept. Ik weet opeens niet het gegeven n is oneven te maken heeft met:
    x != x-1 voor x != e..
    :S kan iemand een uitleg geven?
    Alvast bedankt..
    Wolfjedinsdag 12 juni 2007 @ 15:16
    quote:
    Op dinsdag 12 juni 2007 12:49 schreef teletubbies het volgende:
    Zij n een oneven getal, Dn de diëdergroep van orde 2n, en Cn de ondergroep
    van Dn voortgebracht door een element van orde n. Voor x in Dn geven we met
    f(x) het aantal elementen in de conjugatieklasse van x in Dn aan.
    a. Bewijs: voor x in Cn verschillend van e geldt f(x) = 2.
    Bij de uitwerking staat:
    a Voor x in Cn en s Dn Cn geldt sxs-1 = x-1, en x commuteert met de elementen
    van Cn. Omdat n oneven is geldt x != x-1 voor x != e: er is geen x in Cn van orde 2. Dus
    f(x) = 2. (Alternatief: de normalisator van x bevat Cn maar is niet de hele groep, dus
    index = 2 = f(x).)
    Wat ik niet snap, heb ik eventjes onderstreept. Ik weet opeens niet het gegeven n is oneven te maken heeft met:
    x != x-1 voor x != e..
    :S kan iemand een uitleg geven?
    Alvast bedankt..
    De orde van x is een deler van de orde van de groep C_n. Uiteraard kan de orde dus niet 2 zijn en dus
    x^2 != e, ofwel x != x^-1.
    teletubbiesdinsdag 12 juni 2007 @ 18:19
    oh natuurlijk:S...even deelt geen oneven..dank je wel!
    GlowMousedinsdag 12 juni 2007 @ 19:59
    De professor had niet zoveel tijd, en wist ook niet zo heel veel van BLUE's af kreeg ik het idee. Hij verwees me naar boeken over variantieanalyse in de bibliotheek, maar daar kon ik er niets relevants over vinden. Overmorgen ga ik een andere professor proberen
    Schuifpuidinsdag 12 juni 2007 @ 20:04
    quote:
    Op dinsdag 12 juni 2007 19:59 schreef GlowMouse het volgende:
    De professor had niet zoveel tijd, en wist ook niet zo heel veel van BLUE's af kreeg ik het idee. Hij verwees me naar boeken over variantieanalyse in de bibliotheek, maar daar kon ik er niets relevants over vinden. Overmorgen ga ik een andere professor proberen
    Je doet er wel veel moeite voor! Ik waardeer je hulp heel erg, maar gaat dit niet een beetje ver?
    GlowMousedinsdag 12 juni 2007 @ 20:06
    quote:
    Op dinsdag 12 juni 2007 20:04 schreef Schuifpui het volgende:
    [..]
    Je doet er wel veel moeite voor! Ik waardeer je hulp heel erg, maar gaat dit niet een beetje ver?
    Ik ben er zelf ook wel benieuwd naar. En nu heb ik er zolang over nagedacht, nu wil ik het weten ook Is het nog wel op tijd voor je tentamen?
    Schuifpuidinsdag 12 juni 2007 @ 20:16
    quote:
    Op dinsdag 12 juni 2007 20:06 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Ik ben er zelf ook wel benieuwd naar. En nu heb ik er zolang over nagedacht, nu wil ik het weten ook Is het nog wel op tijd voor je tentamen?
    Die is 2 juli, dus nog genoeg tijd. Tussendoor heb ik nog wel een ander tentamen (aircraft structural analysis), waar ik me de komende anderhalve week iets meer op ga concentreren.
    vliegtuigjewoensdag 13 juni 2007 @ 11:17
    Hoi,
    Ik ben nog steeds (zie vorig topic) bezig met de FFT van een berg meetdata...
    De m-file waaraan ik aan het werken was, is praktisch af - de fft lijkt perfect te werken..
    Maar...Ik hoorde van een studiegenootje dat je data enorm verpest wordt als je de FFT neemt van een aantal datapunten dat géén macht van 2 is, omdat matlab dan extra nullen aan je array toevoegt. In de matlab help las ik dat ie dat deed als in (FFT(data,n) ) , n kleiner was dan het aantal datapunten.
    Ik werk níet met machten van 2 (door aantal opties erg lastig), maar n = lengte van de array.
    Moet ik me zorgen maken en tóch iets gaan bedenken? Qua snelheid levert het echt geen probleem op.

    Ik heb even het volgende geprobeerd:
    b = [ 2 3 5 6 6 ]
    a = [ 2 3 5 6 6 0 0 0]

    fft(b,5)
    fft(b,8)
    fft(a,8)

    fft(b,8) en fft(a,8) leveren hetzelfde resultaat, dus dan worden er nullen toegevoegd aan b. fft(b,5) levert andere resultaten, dus ik denk daaruit te kunnen concluderen dat het signaal niet aangevuld wordt met nullen. Is dit zo?
    Wolfjewoensdag 13 juni 2007 @ 12:56
    quote:
    Op woensdag 13 juni 2007 11:17 schreef vliegtuigje het volgende:
    Hoi,
    Ik ben nog steeds (zie vorig topic) bezig met de FFT van een berg meetdata...
    De m-file waaraan ik aan het werken was, is praktisch af - de fft lijkt perfect te werken..
    Maar...Ik hoorde van een studiegenootje dat je data enorm verpest wordt als je de FFT neemt van een aantal datapunten dat géén macht van 2 is, omdat matlab dan extra nullen aan je array toevoegt. In de matlab help las ik dat ie dat deed als in (FFT(data,n) ) , n kleiner was dan het aantal datapunten.
    Ik werk níet met machten van 2 (door aantal opties erg lastig), maar n = lengte van de array.
    Moet ik me zorgen maken en tóch iets gaan bedenken? Qua snelheid levert het echt geen probleem op.

    Ik heb even het volgende geprobeerd:
    b = [ 2 3 5 6 6 ]
    a = [ 2 3 5 6 6 0 0 0]

    fft(b,5)
    fft(b,8)
    fft(a,8)

    fft(b,8) en fft(a,8) leveren hetzelfde resultaat, dus dan worden er nullen toegevoegd aan b. fft(b,5) levert andere resultaten, dus ik denk daaruit te kunnen concluderen dat het signaal niet aangevuld wordt met nullen. Is dit zo?
    Het staat ook in de documentatie van fft dat het signaal met nullen wordt aangevuld indien nodig .

    Volgens mij hoef je je niet eens zorgen te maken over het feit dat jouw n geen macht van 2 is. Het zal ongetwijfeld zo zijn dat het een prettige eigenschap zou zijn, maar er zijn ook algoritmen die goed met andere waarden van n werken (en matlab kent deze ook). Je kunt ook nog kijken naar de fftw functie in matlab, die zorgt er namelijk voor dat de fft zo goed mogelijk wordt gedaan.
    GlowMousedonderdag 14 juni 2007 @ 15:09
    De bewuste professor kon ik niet vinden, maar ik heb nog wel weer iemand anders gesproken die overigens ook niet veel tijd is. Er is geen recept op een BLUE te vinden, dus op basis van mijn eerdere argumentatie zou ik gewoon zeggen dat je 3 van de 4 antwoorden weg kunnen strepen.
    Wat zeggen je studiegenoten?
    Schuifpuidonderdag 14 juni 2007 @ 15:14
    quote:
    Op donderdag 14 juni 2007 15:09 schreef GlowMouse het volgende:
    De bewuste professor kon ik niet vinden, maar ik heb nog wel weer iemand anders gesproken die overigens ook niet veel tijd is. Er is geen recept op een BLUE te vinden, dus op basis van mijn eerdere argumentatie zou ik gewoon zeggen dat je 3 van de 4 antwoorden weg kunnen strepen.
    Wat zeggen je studiegenoten?
    Bedankt voor je moeite. Met studiegenoten heb ik het er niet over gehad nog. De meesten zijn toch wat meer van de korte termijn voorbereiding.

    Toch lijkt het me dat er wel een manier moet zijn. Het voorbeeld dat ik met die drie hoeken gaf is ook gewoon op te lossen. Anyway ik ga niet al te lang stilstaan bij één som, dan concentreer ik me liever nog even op wat andere sommen.

    Nogmaals dank.
    DoDiezaterdag 16 juni 2007 @ 15:54
    Zou iemand mij kunnen helpen met wiskunde, ik snap het even niet meer. (Zie plaatje, let niet op streepjes want het is word)

    [ Bericht 16% gewijzigd door DoDie op 18-06-2007 12:09:36 ]
    GlowMousezaterdag 16 juni 2007 @ 16:15
    Bij de eerste staat an = 2*an-1, ofwel ieder getal is tweemaal zijn voorganger. Voor rijtjes met deze eigenschap geldt dat ze geschreven kunnen worden als an = k*2n met k een willekeurige constante. Controleer maar: an = k*2n = 2*k*2n-1 = 2*an-1. De k kun je bepalen met het gegeven dat a0=5. De tweede opgave gaat vergelijkbaar.
    apie3000dinsdag 19 juni 2007 @ 13:18
    yo,

    1000/(Pi*((500/pi)^(2/3))) =? 2*((500/Pi)^(1/3))
    waarom is dat aan elkaar gelijk? kan iemand het duidelijk uitleggen? dankje!
    GlowMousedinsdag 19 juni 2007 @ 13:27
    Chrizzly2dinsdag 19 juni 2007 @ 13:28
    Edit: glowmouse heeft de oplossing
    apie3000dinsdag 19 juni 2007 @ 13:33
    gast, harstikke bedankt!
    Huppeleidonderdag 21 juni 2007 @ 15:51
    Ik kwam in mijn wiskunde boek een paar sommen tegen waarvan ik de methode om ze op te lossen even niet meer weet. Dus als iemand dat hier weet hoor ik het graag (wat wel zo zal zijn, want de sommen zijn erg makkelijk eigenlijk )


    Het gaat om de volgende sommen:

    "Stel de formule op van de lijn n die door de punten C (-5,7) en D(3,-9) gaat."

    en

    "Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijn p : y = 1/2x - 3 met de x-as."

    en

    "De lijn n snijdt de x-as in het punt E(12,0) en de y-as in het punt F(0,-6).
    Stel de formule van n op."


    Alvast bedankt, en sorry van de eigenlijk stomme vragen

    Huppelei
    PietjePuk007donderdag 21 juni 2007 @ 15:55
    quote:
    Op donderdag 21 juni 2007 15:51 schreef Huppelei het volgende:
    "Stel de formule op van de lijn n die door de punten C (-5,7) en D(3,-9) gaat."
    Tekenen!
    GlowMousedonderdag 21 juni 2007 @ 15:56
    1. De lijn n kan geschreven worden in de vorm y = ax+b. Invullen van de twee punten levert:
    7 = -5a+b
    -9 = 3a+b
    Haal ze van elkaar af:
    16 = -8a, dus a = -2. Invullen in een van de punten geeft b.

    2: bij de x-as geldt y=0. Invullen levert x.

    3: zelfde als 1.
    Minisuissedonderdag 21 juni 2007 @ 15:56
    1
    2
    3
    4
    5
    Delta Y                7 - -9           16
    ---------   =          --------          ---     =   -2       
    Delta X                -5- 3            -8

    y = -2x  + b                     -9 =  -2 . 3 + b       b= -3              y = -2x -3
    andre347donderdag 21 juni 2007 @ 15:56
    "Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijn p : y = 1/2x - 3 met de x-as."
    Die lijnen moet je geloof ik gewoon plotten, en dan Integer denk ik
    GlowMousedonderdag 21 juni 2007 @ 15:57
    quote:
    Op donderdag 21 juni 2007 15:56 schreef andre347 het volgende:
    "Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijn p : y = 1/2x - 3 met de x-as."
    Die lijnen moet je geloof ik gewoon plotten, en dan Integer denk ik
    Met de GR
    andre347donderdag 21 juni 2007 @ 16:00
    quote:
    Op donderdag 21 juni 2007 15:57 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Met de GR
    Ja en, Wiskunde A2 hé
    __Saviour__donderdag 21 juni 2007 @ 16:01
    quote:
    Op donderdag 21 juni 2007 15:56 schreef andre347 het volgende:
    "Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijn p : y = 1/2x - 3 met de x-as."
    Die lijnen moet je geloof ik gewoon plotten, en dan Integer denk ik
    dat moet je dus ook op papier zelf kunnen. eitje.
    GlowMousedonderdag 21 juni 2007 @ 16:01
    quote:
    Op donderdag 21 juni 2007 16:00 schreef andre347 het volgende:

    [..]

    Ja en, Wiskunde A2 hé
    Derdeklaswerk, A2 maakt dan nog geen verschil
    Crazykilldonderdag 21 juni 2007 @ 16:02
    quote:
    Op donderdag 21 juni 2007 15:56 schreef andre347 het volgende:
    "Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijn p : y = 1/2x - 3 met de x-as."
    Die lijnen moet je geloof ik gewoon plotten, en dan Integer denk ik
    WTF?
    Dat zie je toch gewoon in een oogopslag dat het x=6 moet zijn?
    Snijdt de x-as dus y=0 ...
    Huppeleidonderdag 21 juni 2007 @ 16:09
    Had een vraag verkeerd..

    2 moest zijn: "Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijnen l : y = -3x + 5 en m : y = 5x + 21"
    Crazykilldonderdag 21 juni 2007 @ 16:14
    quote:
    Op donderdag 21 juni 2007 16:09 schreef Huppelei het volgende:
    Had een vraag verkeerd..

    2 moest zijn: "Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijnen l : y = -3x + 5 en m : y = 5x + 21"
    l = m oplossen dus:

    -x3+5=5x+21
    -8x=16
    x=-2
    Invullen geeft
    -2*-3+5 = 11
    (of in de andere formule : -2*5+21 = 11)
    Coördinaat is dus (-2,11)
    RemcoDelftdonderdag 21 juni 2007 @ 16:21
    quote:
    Op donderdag 21 juni 2007 15:51 schreef Huppelei het volgende:
    Ik kwam in mijn wiskunde boek een paar sommen tegen waarvan ik de methode om ze op te lossen even niet meer weet. Dus als iemand dat hier weet hoor ik het graag (wat wel zo zal zijn, want de sommen zijn erg makkelijk eigenlijk )


    Het gaat om de volgende sommen:

    "Stel de formule op van de lijn n die door de punten C (-5,7) en D(3,-9) gaat."

    en

    "Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijn p : y = 1/2x - 3 met de x-as."

    en

    "De lijn n snijdt de x-as in het punt E(12,0) en de y-as in het punt F(0,-6).
    Stel de formule van n op."


    Alvast bedankt, en sorry van de eigenlijk stomme vragen

    Huppelei
    Beide dingen moet je ook niet uit je hoofd leren, maar gewoon afleiden. Helaas is het onderwijs daar niet meer op gericht... trucjes uit je hoofd leren heb je weinig aan, als je weet waar je mee bezig bent, verzin je dat ter plekke.
    Huppeleidonderdag 21 juni 2007 @ 16:28
    Bedankt allemaal heb nu alle antwoorden.
    Huppeleidonderdag 21 juni 2007 @ 16:51
    Nog 1 vraag.

    We hebben een discussie over een som, namelijk: (x-7)^2 = (x-8)^2

    Ik zeg dat x = -0.75 en de ander zegt x = 0,5 en de laatste zegt x = 7,5

    Wat denken jullie?
    DaFandonderdag 21 juni 2007 @ 16:55
    quote:
    Op donderdag 21 juni 2007 16:51 schreef Huppelei het volgende:
    Nog 1 vraag.

    We hebben een discussie over een som, namelijk: (x-7)^2 = (x-8)^2

    Ik zeg dat x = -0.75 en de ander zegt x = 0,5 en de laatste zegt x = 7,5

    Wat denken jullie?
    Alledrie invullen op je rekenmachine en dan je eigen conclusie trekken, denk ik.
    Crazykilldonderdag 21 juni 2007 @ 16:59
    Welke klas zit je?
    Marinusdonderdag 21 juni 2007 @ 17:12
    quote:
    Op donderdag 21 juni 2007 16:51 schreef Huppelei het volgende:
    Nog 1 vraag.

    We hebben een discussie over een som, namelijk: (x-7)^2 = (x-8)^2

    Ik zeg dat x = -0.75 en de ander zegt x = 0,5 en de laatste zegt x = 7,5

    Wat denken jullie?
    (x-7)^2 = (x-8)^2
    wortel nemen geeft:
    (x-7) = (x-8) _of_ (x-7) = -(x-8) _of_ -(x-7) = (x-8) _of_ -(x-7)= - (x-8)

    de eerste en de laatste geven geen oplossing (paralelle lijnen snijden niet)

    maar:

    (x-7) = -(x-8)
    x-7 = 8-x
    2x = 15
    x = 7.5

    -(x-7) = (x-8) geeft na uitwerken hetzelfde antwoord.
    Dilationdonderdag 21 juni 2007 @ 17:28
    quote:
    Op donderdag 21 juni 2007 16:51 schreef Huppelei het volgende:
    Nog 1 vraag.

    We hebben een discussie over een som, namelijk: (x-7)^2 = (x-8)^2

    Ik zeg dat x = -0.75 en de ander zegt x = 0,5 en de laatste zegt x = 7,5

    Wat denken jullie?
    Of je werkt bij allebei de kanten de haakjes weg:
    (x-7)^2=(x-7)(x-7)=x^2-14x+49
    (x-8)^2=x^2-16x+64

    En dan krijg je dus de vergelijking:
    x^2-14x+49=x^2-16x+64

    x^2 valt dus weg, en je houdt over:
    -14x+49=-16x+64
    2x=15
    x=7,5
    __Saviour__donderdag 21 juni 2007 @ 17:42
    damn. brugklas zeker?
    Bioman_1donderdag 21 juni 2007 @ 19:37
    Heb ook een vraagje over kansrekening. Misschien dat iemand me kan helpen, of misschien een linkje weet naar een site waar eea goed wordt uitgelegd. Het gaat om het volgende:

    Stel de random variabele X is exponentieel verdeeld en Y ook. Wat is dan de verdeling van U = 2X + Y?

    Ik heb veel moeite met dit soort problemen (verdelingen van functies van random variabelen berekenen), omdat ik niet echt snap wat er moet gebeuren. Het boek dat ik gebruik, vind ik niet bijzonder helder in de uitleg. Wie kan mij helpen?
    GlowMousedonderdag 21 juni 2007 @ 19:39
    Probeer eens wat met de MGF's. Als het niet lukt, zeg dan of je als parameter van de exponentiele verwachting de verwachting of de inverse daarvan hanteert; beide komen namelijk voor.
    Het is trouwens wel van belang dat X en Y onafhankelijk zijn, en of ze dezelfde parameter hebben.

    [ Bericht 34% gewijzigd door GlowMouse op 21-06-2007 19:54:34 ]
    Bioman_1donderdag 21 juni 2007 @ 20:34
    quote:
    Op donderdag 21 juni 2007 19:39 schreef GlowMouse het volgende:
    Probeer eens wat met de MGF's.
    Bedoel je met MGF genererende functies? In dat geval gebruiken wij dat de genererende functie van r.v X gedefinieerd is als:

    GX(s) = E(sX),

    als deze verwachting bestaat. Maar ik zie niet in hoe dit mij kan helpen???
    quote:
    Op donderdag 21 juni 2007 19:39 schreef GlowMouse het volgende:
    Als het niet lukt, zeg dan of je als parameter van de exponentiele verwachting de verwachting of de inverse daarvan hanteert; beide komen namelijk voor.
    Snap niet wat je hiermee bedoeld Als X exponentieel verdeeld is met parameter a dan geldt
    f(x)= a*e-ax. Bedoel je dat?

    Btw, dit alles lukt wel als ik maar één rv heb. Als ik de verdeling van X weet, kan ik ook de verdeling van
    3X2 +2 bepalen ofzo. Maar als er meerdere r.v in het spel komen, snap ik er niks meer van.
    GlowMousedonderdag 21 juni 2007 @ 20:47
    Momentgenererende functies: mX(t) = E(exp(tX)). De som van twee stochasten komt dan in de exponent, zodat je de MGF ook kunt schrijven als het product van twee MGF's wanneer de stochasten onafhankelijk zijn:
    mX+Y(t) = E(exp(t(X+Y)) = E(exp(tX) * exp(tY)) = E(exp(tX)) * E(exp(tY)) = mX(t)*mY(t).
    Omdat de MGF een verdeling vastlegt, kun je zoeken naar een bekende verdeling met dezelfde MGF. Voor de som van exponentieel verdeelde stochasten met dezelfde parameter kom je dan uit op een gamma-verdeling.
    quote:
    Bedoel je dat?
    Ja dat bedoel ik. Andere notatie is namelijk dat f(x)=exp(-x/a)/a en dan zou de uitwerking er raar uitzien als je dat niet wist.

    Een andere methode is met behulp van de convolutie:
    FX+Y(s) = integraal[-inf inf] FX(s-x)fy(x)dx
    fX+Y(s) = integraal[-inf inf] fX(s-x)fy(x)dx

    Nog een andere methode is met behulp van determinant van de inversefuncties (voor bv. X+Y moet je dan een extra hulpfunctie definieren zodat je met twee variabelen überhaupt een inverse kunt definieren). Zie daarvoor hier, posts van 8 juni, 15:23, 15:59.
    Bioman_1donderdag 21 juni 2007 @ 21:07
    In mijn boek stond wel een theorem waarbij de Jacobiaan werd gebruikt. Dit ging als volgt:

    Let (X1,X2) have joint density f, and let g: R2 -> R2 be one-to-one, and write g(x1,x2) = (y1,y2). Let J be the Jacobian of the inverse transformation. Then (Y1,Y2) is a cont. random vector with joint density

    f(Y1,Y2)(y1,y2) = f(x1(y1,y2), x2(y1,y2))* |J(y1,y2)|.

    Maar dit gebruiken ze dus om de joint density van een random vector te berekenen. En ik wil dus de verdeling van een random variabele (die een functie is van andere r.v) berekenen en niet van een vector. Is bovenstaande zo aan te passen dat het mij ook kan helpen?
    GlowMousedonderdag 21 juni 2007 @ 21:16
    Jawel (zie laatste alinea laatste post). Bv bij X²+Y bereken je de kansdichtheid voor de vector [U; W] = [X²+Y; Y]. De inversefuncties zijn dan X=wortel(U-W) (aangenomen dat X positief is met kans 1) en Y=W.
    Heb je de kansdichtheid van [U; W] gevonden, kun je die van U vinden door W eruit te integreren. Er geldt fU(x) = integraal[-inf inf] f(U,W)(x,y)dy.
    Meestal is dit zo'n rotwerk dat je liever de MGF's pakt. Die methode werkt echter alleen bij lineaire combinaties van stochasten.
    Bioman_1donderdag 21 juni 2007 @ 21:34
    tnx, er begint nu iig wat duidelijkheid te ontstaan. Ik ga nu maar eens even met wat opgaven worstelen...
    RemcoDelftdonderdag 21 juni 2007 @ 21:59
    Ook een leuke:

    Noteer in wetenschappelijke notatie (=1,234*10^8 bijvoorbeeld) de volgende:
    (256^256)^(256^256)
    GlowMousedonderdag 21 juni 2007 @ 22:18
    Dat getal is vrij groot. Past de wetenschappelijke notatie wel in dit topic?
    vereenvoudigd tot 2^(2^2059), weet alleen niet of ik ook maar iets dichter bij een oplossing ben
    RemcoDelftdonderdag 21 juni 2007 @ 22:24
    Je "vereenvoudiging" is fout...
    RemcoDelftdonderdag 21 juni 2007 @ 22:29
    Als ik me niet vergis klopt dit wel:
    (256^256)^(256^256)=(2^32192)^(2^32192)
    Nope, klopt niet, want 32^32 is ook niet gelijk aan 16^64 (de laatste is veel groter)...

    [ Bericht 42% gewijzigd door RemcoDelft op 21-06-2007 22:46:06 ]
    GlowMousedonderdag 21 juni 2007 @ 22:36
    Gauw je post editen 256^256 is zeker ongelijk aan 2^32192 (beide zijn namelijk nog wel uit te rekenen)
    Ik had trouwens zo geredeneerd, misschien zie je de fout:

    Mocht hij toch juist zijn, heb je ongeveer 2^2059 * log(2)/log(10) als exponent van 10 voor de wetenschappelijke notatie. Dat is 1.9924×10⁶¹⁹.

    Maar omdat je vereenvoudiging al tussen quotes zet, zal het wel geen goede aanpak zijn.
    RemcoDelftdonderdag 21 juni 2007 @ 22:47
    Jouw redenering gaat meteen na het eerste =-teken al fout...
    GlowMousedonderdag 21 juni 2007 @ 22:54
    Weet je het heel zeker? Ik pas de regel (a^b)^c = a^(b*c) toe.
    teletubbiesvrijdag 22 juni 2007 @ 20:16
    Gegeven een groep met een element x zodanig dat xyx=y³ voor alle y in G.
    toon aan: x²=e en y^8=e.
    voor de eerste vul ik in y=e. dan krijg ik x²=e.
    de tweede is niet helemaal gelukt.
    ik weet bijv wel dat als ik subsitueer voor y de waarde xyx. dan krijg ik:
    xxyxx=(xyx)³ dus
    y=xy³x..
    verder kom ik niet
    GlowMousezaterdag 23 juni 2007 @ 02:00
    Je bent er bijna. Wat je hebt is zeker nuttig, maar kun je pas later gebruiken. Eerst moet je bedenken dat je aan moet tonen dat y=y9. Welke y moet je dan kiezen om in het gegeven ding in te vullen?
    RemcoDelftzaterdag 23 juni 2007 @ 12:01
    quote:
    Op vrijdag 22 juni 2007 20:16 schreef teletubbies het volgende:
    Gegeven een groep met een element x zodanig dat xyx=y³ voor alle y in G.
    toon aan: x²=e en y^8=e.
    voor de eerste vul ik in y=e. dan krijg ik x²=e.
    de tweede is niet helemaal gelukt.
    ik weet bijv wel dat als ik subsitueer voor y de waarde xyx. dan krijg ik:
    xxyxx=(xyx)³ dus
    y=xy³x..
    verder kom ik niet
    Ik snap de vraag niet. e=2.71enz?
    GlowMousezaterdag 23 juni 2007 @ 12:24
    e is het eenheidselement
    teletubbieszaterdag 23 juni 2007 @ 14:37
    quote:
    Op vrijdag 22 juni 2007 20:16 schreef teletubbies het volgende:
    Gegeven een groep met een element x zodanig dat xyx=y³ voor alle y in G.
    toon aan: x²=e en y^8=e.
    voor de eerste vul ik in y=e. dan krijg ik x²=e.
    de tweede is niet helemaal gelukt.
    ik weet bijv wel dat als ik subsitueer voor y de waarde xyx. dan krijg ik:
    xxyxx=(xyx)^3 dus
    y=xy^3x..
    verder kom ik niet
    als ik subsitueer voor y de waardx-1yx-1 dan krijg ik.
    xx-1yx-1x=(x-1yx-1)3 dus
    y=(x-1yx-1)(x-1yx-1)(x-1yx-1) dus
    y=x-1 y3x-1
    mbv y=xy3 x (van de vorige reactie) krijg ik
    y=x-1y3x-1=x-1(xy9x)x-1
    =y^9
    zo bedoel je?
    GlowMousezaterdag 23 juni 2007 @ 14:47
    Als uit x²=e volgt dat (x-1)2=e dan lijkt het te kloppen. Makkelijker was y³ invullen. Rechts krijg je dan direct y9, links kun je y=xy³x gebruiken.
    Ik weet alleen te weinig van groepen om te weten of y9=y voldoende is om y8=e te bewijzen.
    icecreamfarmer_NLzaterdag 23 juni 2007 @ 16:24
    Ik heb een wiskunde probleem mer poolcoordinaten.



    Nu snap ik alles behalve hoe ze aan de grenzen van O komen ik heb het plaatje al geplot maar ik zie geen verband tussen de grenzen die het moeten zijn en de plot die het opleverd de grenzen lijken willekeurig gekozen te zijn

    weet iemand hoe dat zit.
    GlowMousezaterdag 23 juni 2007 @ 16:37
    Weet je zeker dat je het gebied goed geplot hebt? Het ziet er namelijk vrij logisch uit:
    icecreamfarmer_NLzaterdag 23 juni 2007 @ 16:45
    quote:
    Op zaterdag 23 juni 2007 16:37 schreef GlowMouse het volgende:
    Weet je zeker dat je het gebied goed geplot hebt? Het ziet er namelijk vrij logisch uit:
    [afbeelding]
    ik heb hem zo op mijn gr geplot.

    r=1/O - 1

    en dan krijg ik zo`n rare krul maar nu ik jouw plaatje zie is het een stuk duidelijker alleen ik kan niet dat soort formules plotten dus het moet algebraisch ook kunnen.

    en hoe bepaal ik die hoek van de streep
    GlowMousezaterdag 23 juni 2007 @ 16:46
    Hoe kom je ooit aan r=1/θ-1 :s Het gaat om het gebied 0<x<2, x<y<wortel(4-x²).

    [ Bericht 1% gewijzigd door GlowMouse op 23-06-2007 16:52:11 ]
    icecreamfarmer_NLzaterdag 23 juni 2007 @ 16:52
    quote:
    Op zaterdag 23 juni 2007 16:46 schreef GlowMouse het volgende:
    Hoe kom je ooit aan r=1/θ-1 :s Het gaat om het gebied 0<=x<=2, x<y<wortel(4-x²).
    functie omgerekend naar r en O en dan de formule zo bewerkt dat ik die formule krijg zodat ik hem in de gr kan invoeren.
    GlowMousezaterdag 23 juni 2007 @ 16:55
    Die berekening zou moeten beginnen met 0<r*cos(θ)<2 en r*cos(θ) < r*sin(θ) < wortel(4-r²cos²(θ)). Ik denk niet dat je daarmee snel tevreden wordt.
    Doel van poolcoordinaattransformatie is juist dat wanneer het oorspronkelijke gebied zich makkelijk in poolcoördinaten laat beschrijven en er iets met x²+y² in de integrand staat, de berekening makkelijk wordt. Het oorspronkelijke gebied moet je tekenen mbv 0<x<2, x<y<wortel(4-x²) met x op de ene as en y op de andere as. Je hebt dan nog niet met r en θ te maken. Eenmaal het gebied getekend is, kun je hetzelfde gebied proberen te beschrijven in r en θ.
    icecreamfarmer_NLzaterdag 23 juni 2007 @ 17:02
    quote:
    Op zaterdag 23 juni 2007 16:55 schreef GlowMouse het volgende:
    Die berekening zou moeten beginnen met 0<r*cos(θ)<2 en r*cos(θ) < r*sin(θ) < wortel(4-r²cos²(θ)). Ik denk niet dat je daarmee snel tevreden wordt.
    Doel van poolcoordinaattransformatie is juist dat wanneer het oorspronkelijke gebied zich makkelijk in poolcoördinaten laat beschrijven en er iets met x²+y² in de integrand staat, de berekening makkelijk wordt. Het oorspronkelijke gebied moet je tekenen mbv 0<x<2, x<y<wortel(4-x²) met x op de ene as en y op de andere as. Je hebt dan nog niet met r en θ te maken. Eenmaal het gebied getekend is, kun je hetzelfde gebied proberen te beschrijven in r en θ.
    dat snap ik maar ik kan uit jouw plot bv niet snel halen dat het gebied begrensd wordt met pi/2 en pi/4 en dat is alleen al als ik hem kan plotten
    GlowMousezaterdag 23 juni 2007 @ 17:03
    Wanneer je weet dat de lijn y=x onder een hoek van pi/4 rad staat en de lijn x=0 onder een lijn van pi/2 rad, weet je genoeg.
    icecreamfarmer_NLzaterdag 23 juni 2007 @ 17:08
    quote:
    Op zaterdag 23 juni 2007 17:03 schreef GlowMouse het volgende:
    Wanneer je weet dat de lijn y=x onder een hoek van pi/4 rad staat en de lijn x=0 onder een lijn van pi/2 rad, weet je genoeg.
    ok hij snijdt hem dus precies door midden
    GlowMousezaterdag 23 juni 2007 @ 17:09
    Maar dat zie je ook alleen wanneer je met de hand het gebied tekent. Wanneer je hiervoor een GR gebruikt, kun je niet meer dan gokken dat je met de lijn y=x te maken hebt.
    teletubbieszaterdag 23 juni 2007 @ 20:45
    quote:
    Op zaterdag 23 juni 2007 14:47 schreef GlowMouse het volgende:
    Als uit x²=e volgt dat (x-1)2=e dan lijkt het te kloppen. Makkelijker was y³ invullen. Rechts krijg je dan direct y9, links kun je y=xy³x gebruiken.
    Ik weet alleen te weinig van groepen om te weten of y9=y voldoende is om y8=e te bewijzen.
    dat is inderdaad makkelijker.
    in y9=y aan beide kanten van de gelijkheid bijv. links vermenigvuldigen met y[sup-1[/sup] geeft het gewenste resultaat.
    Dank je
    Keileweg-ethicuszondag 24 juni 2007 @ 13:25
    Hoe heet dit molecuul?



    Morgen proefwerk scheikunde, koolstofchemie...
    GlowMousezondag 24 juni 2007 @ 14:33
    2-ethylbutaanzuur is sowieso fout; bij alleen ethylbutaanzuur weet je al voldoende en de plaatsaanduiding is dus overbodig.
    pentaan-3-carbonzuur is ook fout, want het zuur zit niet direct aan het derde koolstofatoom; er zit nog een koolstofatoom tussen. Daarnaast komt 'carbonzuur' alleen voor bij een cyclisch koolstofatoom, dus zou het achtervoegsel zuur worden.
    Wat de juiste benaming wel is, geen idee
    icecreamfarmer_NLzondag 24 juni 2007 @ 14:35
    quote:
    Op zondag 24 juni 2007 13:25 schreef Keileweg-ethicus het volgende:
    Hoe heet dit molecuul?

    [afbeelding]

    Morgen proefwerk scheikunde, koolstofchemie...
    eerste als ik het goed heb er zit een rang order in, volgensmij staat die op de laatste pagina`s van binas
    GlowMousezondag 24 juni 2007 @ 14:37
    Ik zou gokken op ethylbutaanzuur, maar het blijft een gok.

    [ Bericht 13% gewijzigd door GlowMouse op 24-06-2007 14:49:48 ]
    zjroentjezondag 24 juni 2007 @ 14:52
    Wat is de Lagrange multiplicator voor de nevenvoorwaarde in het volgende maximaliseringsprobleem?

    max f(x,y,x) = 4 - x2 - y2 - z2
    zdd x + y + z = 1

    Nou ja, het antwoord weet ik al (namelijk -2/3), maar de berekeningswijze heb ik niet.
    GlowMousezondag 24 juni 2007 @ 15:02

    Mocht je de grote blokken onderaan niet snappen: krijg je misschien nog wel bij lineaire algebra. Het belangrijkste is dat het een manier is om die vergelijkingen op te lossen, en dat helemaal in de laatste kolom de waarden van x, y, z en λ te vinden zijn. De vergelijkingen met de hand oplossen is iets meer schrijfwerk, maar komt natuurlijk op hetzelfde uit.
    zjroentjezondag 24 juni 2007 @ 15:05
    Lineaire algebra heb ik al gehaald.

    Maar in ieder geval hartelijk bedankt voor je uitleg.
    GlowMousemaandag 25 juni 2007 @ 14:07
    Ik kwam tegen dat de verwachting van zowel een continue als discrete stochast berekend kan worden via integraal[-inf tot inf]xdF(x). Hier zet ik vraagtekens bij, en ik vraag me af wie nu gelijk heeft. Misschien ziet iemand een fout in onderstaande redenatie:
    Neem de stochast X met P(X=1) = 1, ofwel F(x) = 0 als x<1, 1 als x>=1.
    Neem als verdeling (-inf, 1-a, 1, inf).
    De onderschatting van de integraal is nu 0, de bovenschatting a, als a->0 zijn zowel onder- als bovengrens 0, wat de integraal 0 maakt. Dit terwijl de verwachting 1 is.
    Schuifpuimaandag 25 juni 2007 @ 15:14
    Zo eerste tentamen gehad, nu verder met Probability and observation theorie, fulltime.
    quote:
    We plan to determine the area of a rectangle
    by means of measuring the length a and width b once.
    Before measuring, we would like to assess the precision
    with which the area can be determined. We know that
    the rectangle has a length of 10 m and a width of 5 m,
    approximately. Assuming that the length and width measurement
    are independent and have a standard deviation
    of 1 cm, what is the standard deviation of the area, to a
    first-order approximation?
    a) 1 cm2
    b) 50 cm2
    c) 11 cm2
    d) 7 cm2
    Ik had dus niet echt een idee hoe dit moest, ik deed alleen wat wanhopige pogingen, dus toets ik sqrt(102+52) in en jawel daar komt ongeveer 11 uit, het goede antwoord. Mijn vraag dus, is dit gewoon toeval en zo ja hoe los ik dit op? Of is dit goed en waarom dan wel?

    Het lijkt me niet heel logisch omdat de een in meters is en het antwoord in cm2.
    Wolfjemaandag 25 juni 2007 @ 15:18
    quote:
    Op maandag 25 juni 2007 14:07 schreef GlowMouse het volgende:
    Ik kwam tegen dat de verwachting van zowel een continue als discrete stochast berekend kan worden via integraal[-inf tot inf]xdF(x). Hier zet ik vraagtekens bij, en ik vraag me af wie nu gelijk heeft. Misschien ziet iemand een fout in onderstaande redenatie:
    Neem de stochast X met P(X=1) = 1, ofwel F(x) = 0 als x<1, 1 als x>=1.
    De verwachting van een discrete stochast bereken je gewoonlijk met behulp van een (oneindige) som, maar als je het toch graag met een integraal wilt doen zul je met delta functies (Kronecker of Dirac, dat weet ik niet precies) moeten gaan rommelen. Je wilt dan integraal[-inf tot inf] delta*x*f(x)dx = integraal[-inf tot inf]xd(primitieve(delta*f(x))) doen. Ik heb niet zoveel verstand van integreren met delta's, maar ik vermoed dat het in jouw voorbeeld F(x) = x als x = 1, 0 anders moet zijn (volgens mij heb je de cumulatieve kansverdeling opgeschreven).
    quote:
    Neem als verdeling (-inf, 1-a, 1, inf).
    Ik snap niet wat je hier precies mee bedoelt .
    quote:
    De onderschatting van de integraal is nu 0, de bovenschatting a, als a->0 zijn zowel onder- als bovengrens 0, wat de integraal 0 maakt. Dit terwijl de verwachting 1 is.
    Daarom snap ik dit ook niet .
    GlowMousemaandag 25 juni 2007 @ 15:30
    Een som is natuurlijk makkelijker, maar wanneer je wat algemene dingen op wilt schrijven zonder vantevoren te willen weten of de stochast continu of discreet is, kom je niet om een integraal heen. De lebesgue-integraal wordt hier gewoonlijk voor gebruikt, maar nu kwam ik de stieltjesintegraal tegen.

    F(x) is inderdaad de cumulatieve verdelingsfunctie. Met verdeling (Engels: division) bedoel ik een oplopende reeks getallen die gebruikt wordt om de integraal te berekenen. Zoals de riemannintegraal benaderd kan worden met onder- en bovensommen, kan de stieltjesintegraal dat ook.
    Met deze verdeling wordt de integraal geschat met een onder- en bovensom. Voor de ondersom krijgen we: (min f([a,b])][g(b)-g(a)] met f de integrand en g de integrator):
    (-inf)*(0-0)
    (1-a)*(1-0)
    (inf)*(1-1)
    Sloppy notatie, maar waar inf staat moet je de limiet denken, en dan is alleen de middelste term ongelijk aan 0.
    Bij de bovensommen vervang je min door max, en dan komt er 1 uit. Als a->0 komt er toch 1 uit, verhip

    [ Bericht 14% gewijzigd door GlowMouse op 25-06-2007 15:35:43 ]
    Wolfjemaandag 25 juni 2007 @ 15:34
    quote:
    Op maandag 25 juni 2007 15:30 schreef GlowMouse het volgende:
    Een som is natuurlijk makkelijker, maar wanneer je wat algemene dingen op wilt schrijven zonder vantevoren te willen weten of de stochast continu of discreet is, kom je niet om een integraal heen. De lebesgue-integraal wordt hier gewoonlijk voor gebruikt, maar nu kwam ik de stieltjesintegraal tegen.

    F(x) is inderdaad de cumulatieve verdelingsfunctie. Met verdeling (Engels: division) bedoel ik een oplopende reeks getallen die gebruikt wordt om de integraal te berekenen. Zoals de riemannintegraal benaderd kan worden met onder- en bovensommen, kan de stieltjesintegraal dat ook.
    -knip, wacht!-
    F(x) wordt ook regelmatig gebruikt om de primitieve van f(x) mee aan te duiden .
    GlowMousemaandag 25 juni 2007 @ 15:38
    quote:
    Op maandag 25 juni 2007 15:34 schreef Wolfje het volgende:

    [..]

    F(x) wordt ook regelmatig gebruikt om de primitieve van f(x) mee aan te duiden .
    In het continue geval komt de notatie dan wel overeen, discreet zou f niet bestaan. Bij kansrekenen zijn F en f altijd de cdf en pdf, voor zover ik ze tegengekomen ben. Maar bij nader inzien blijkt de stieltjesintegraal toch goed uit te komen, ik denk dat ik eerder integrand en integrator verwisselde. Ik zie nu in ieder geval waarom het altijd goed gaat bij discrete stochasten, en ben weer een stukje wijzer geworden
    Wolfjemaandag 25 juni 2007 @ 15:47
    quote:
    Op maandag 25 juni 2007 15:14 schreef Schuifpui het volgende:
    Zo eerste tentamen gehad, nu verder met Probability and observation theorie, fulltime.
    [..]

    Ik had dus niet echt een idee hoe dit moest, ik deed alleen wat wanhopige pogingen, dus toets ik sqrt(102+52) in en jawel daar komt ongeveer 11 uit, het goede antwoord. Mijn vraag dus, is dit gewoon toeval en zo ja hoe los ik dit op? Of is dit goed en waarom dan wel?

    Het lijkt me niet heel logisch omdat de een in meters is en het antwoord in cm2.
    Een eerste orde benadering voor de oppervlakte is A = 50 + 5*X + 10*Y, waarbij X en Y de afwijkingen in de lengte en breedte voorstellen (de term X*Y valt weg in de benadering). De variantie van de oppervlakte is dus (5*5+10*10)*0.01 = ongeveer 0.11 m2.
    GlowMousemaandag 25 juni 2007 @ 15:53
    quote:
    Op maandag 25 juni 2007 15:14 schreef Schuifpui het volgende:
    Zo eerste tentamen gehad, nu verder met Probability and observation theorie, fulltime.
    [..]

    Ik had dus niet echt een idee hoe dit moest, ik deed alleen wat wanhopige pogingen, dus toets ik sqrt(102+52) in en jawel daar komt ongeveer 11 uit, het goede antwoord. Mijn vraag dus, is dit gewoon toeval en zo ja hoe los ik dit op? Of is dit goed en waarom dan wel?

    Het lijkt me niet heel logisch omdat de een in meters is en het antwoord in cm2.
    Noem de lengte L, de breedte B, dan gaat het om VAR(L*B). Ik ken die benadering niet, Wolfje wel , maar je kunt wat omschrijven
    VAR(L*B)
    = E(LB - E(LB))² (definitie)
    = E(LB - EL*EB)² (onafhankelijkheid)
    = E(L²B² - 2*LB*EL*EB + (EL)²(EB)²) (uitschrijven kwadraat)
    = E(L²B²) - 2*EL*EB*E(LB) + (EL)²(EB)² (verwachting is lineair)
    = E(L²)E(B²) - 2*EL*EB*E(L)E(B) + (EL)²(EB)² (onafhankelijkheid)
    = [VAR(L)+(EL)²][VAR(B)+(EB)²] - 2*(EL)²*(EB)² + (EL)²(EB)² (gebruik VAR(X) = E(X²)+(EX)²)
    = [VAR(L)+(EL)²][VAR(B)+(EB)²] - (EL)²*(EB)² (termen samenpakken)
    = 100,0001*25,0001 - 100*25
    = 0,01250001

    Zodat de standaardafwijking ongeveer 0,11 is.
    Schuifpuimaandag 25 juni 2007 @ 16:16
    quote:
    Op maandag 25 juni 2007 15:47 schreef Wolfje het volgende:

    [..]

    Een eerste orde benadering voor de oppervlakte is A = 50 + 5*X + 10*Y, waarbij X en Y de afwijkingen in de lengte en breedte voorstellen (de term X*Y valt weg in de benadering). De variantie van de oppervlakte is dus (5*5+10*10)*0.01 = ongeveer 0.11 m2.
    Hmm eigenlijk volg ik dat niet zo. De eerste formule is logisch en dat X*Y wegvallen ook. Maar waar je opeens die formule voor de variantie van het opp vandaan haalt.

    Want je zegt dat (sigma*L2+sigma*B2) de uitkomst is? Is dat een regel oid?

    Dat van glowmouse is helemaal abracadabra voor mij.
    GlowMousemaandag 25 juni 2007 @ 16:19
    Als A = 50 + 5*X + 10*Y, dan VAR(A) = VAR(50 + 5*X + 10*Y) = VAR(5X) + VAR(10Y) = 25*VAR(X) + 100*VAR(Y).
    Omdat VAR(X) en VAR(Y) hier gelijk zijn, kun je die buiten haakjes halen.

    En dat van mij ziet er lastiger uit dan het is; qua kansrekenen zijn er maar een paar regels gebruikt.
    Schuifpuimaandag 25 juni 2007 @ 16:20
    quote:
    Op maandag 25 juni 2007 16:19 schreef GlowMouse het volgende:
    Als A = 50 + 5*X + 10*Y, dan VAR(A) = VAR(50 + 5*X + 10*Y) = VAR(5X) + VAR(10Y) = 25*VAR(X) + 100*VAR(Y).
    Aha thanks, dit ga ik even in grote letters noteren.
    GlowMousemaandag 25 juni 2007 @ 16:21
    Voordat je het in al te grote letters noteert, VAR(A+B) is alleen gelijk aan VAR(A) + VAR(B) wanneer A en B ongecorreleerd zijn (of onafhankelijk, dat impliceert ongecorreleerdheid en is dus iets sterker). Anders moet je er nog 2*COV(A,B) bij optellen.
    Schuifpuimaandag 25 juni 2007 @ 22:13
    Nog bedankt glowmouse

    En ik heb er dus weer een, dit is de laatste poging als het morgen nog niet lukt stop ik er maar helemaal mee. Het wil er gewoon maar niet in, zelfs niet na zoveel uren leren.
    quote:
    Question 20
    Test statistic T has, under null hypothesis Ho, distribution
    T ∼ N(0, 1). The same test statistic is distributed
    as T ∼ N(∇, 1) under the alternative hypothesis, with
    ∇ = 1/2 . The test reads: reject Ho if |T | > 1. The probability
    of committing a type II error is
    a) 0.1587
    b) 0.6247
    c) 0.6915
    d) 0.3085
    Een type II error is dus dat Ho geaccepteerd wordt, terwijl Ho niet waar is. Nou dacht ik dat dit vrij simpel was en ik gewoon de integraal van N(0.5,1) kon nemen van - oneindig tot 1, maar dat klopt dus niet. Na veel proberen heb ik antwoorden a,c en d er uitgekregen, maar niet b, de goede.

    EDIT: sorry kopieren plakken gaat mis bij deel teken. ∇ = 1/2

    [ Bericht 4% gewijzigd door Schuifpui op 25-06-2007 22:19:30 ]
    GlowMousemaandag 25 juni 2007 @ 22:17
    Terwijl H0 niet waar is, ofwel T~N(1/2,1), en geaccepteerd ofwel |T|<1. Ofwel
    P(-1<T<1) = P(-3/2 < T-1/2 < 1/2) = F(1/2) - F(-3/2) met F de cdf van de standaardnormale verdeling ((T-mu)/sigma is immers standaardnormaal verdeeld).
    Met 1/2 komt hij wel op b uit
    Schuifpuimaandag 25 juni 2007 @ 22:23
    Dankje. Het klopt inderdaad, maar toch snap ik het niet echt helemaal. Ik doe het op dit moment even op de grafische rekenmachine, zodat ik het iets makkelijker kan zien. Dan integreer ik dus van -1 tot 1 en komt het goede antwoord eruit. Maar waarom moet ik van -1 tot 1 integreren, dat klinkt totaal niet logisch voor mij.
    GlowMousemaandag 25 juni 2007 @ 22:26
    reject Ho if |T | > 1 <- dat is ook niet logisch bij deze toets
    Schuifpuimaandag 25 juni 2007 @ 22:27
    quote:
    Op maandag 25 juni 2007 22:26 schreef GlowMouse het volgende:
    reject Ho if |T | > 1 <- dat is ook niet logisch bij deze toets
    Oh aha ik zie hem, dom dom. Inderdaad wel een heel onlogische test.
    ukgadinsdag 26 juni 2007 @ 13:22
    Oke mensen een hbo vraagje (volgens mij is ie simpel, maar ik kan nergens een goede uitleg vinden)

    Gegeven zijn de volgende getallen; 1, 9, 10, 8, 7, 2 en 6
    Bereken de standaardafwijking van deze 7 getallen!
    -J-D-dinsdag 26 juni 2007 @ 13:40
    quote:
    Op dinsdag 26 juni 2007 13:22 schreef ukga het volgende:
    Oke mensen een hbo vraagje (volgens mij is ie simpel, maar ik kan nergens een goede uitleg vinden)

    Gegeven zijn de volgende getallen; 1, 9, 10, 8, 7, 2 en 6
    Bereken de standaardafwijking van deze 7 getallen!
    Kan met de Grafische Rekenmachine als je die hebt (invoeren bij L1 en dan 1 var stats L1 doen)
    Kan ook anders:
    Gemiddelde berekenen
    Alle afstanden tot het gemiddelde berekenen van die 7 getallen.
    Kwadrateer deze afstanden.
    Tel al die gekwadrateerde getallen bij elkaar op en deel door 7
    Daar de wortel van nemen.
    Klaar.
    GlowMousedinsdag 26 juni 2007 @ 13:47
    Een reeks getallen heeft geen standaardafwijking. Wanneer de getallen een aselecte trekking vormen uit een populatie met bepaalde kansverdeling, kun je de standaardafwijking van die kansverdeling schatten. De methode van -J-D- schat die variantie steeds te laag, je moet delen door 6 ipv 7 om een zuivere schatting te krijgen.
    ukgadinsdag 26 juni 2007 @ 13:56
    hartstikke bedankt ik snap je uitleg. Alleen snap ik niet hoe ik het op me GR moet doen)
    ukgadinsdag 26 juni 2007 @ 13:58
    quote:
    Op dinsdag 26 juni 2007 13:47 schreef GlowMouse het volgende:
    Een reeks getallen heeft geen standaardafwijking. Wanneer de getallen een aselecte trekking vormen uit een populatie met bepaalde kansverdeling, kun je de standaardafwijking van die kansverdeling schatten. De methode van -J-D- schat die variantie steeds te laag, je moet delen door 6 ipv 7 om een zuivere schatting te krijgen.
    hoezo door 6 delen dan?
    -J-D-dinsdag 26 juni 2007 @ 13:59
    quote:
    Op dinsdag 26 juni 2007 13:56 schreef ukga het volgende:
    hartstikke bedankt ik snap je uitleg(en eht natwoord klopt). Alleen snap ik niet hoe ik het op me GR moet doen)
    Lijst maken bij List
    Daar pleur je de cijfers dus neer.
    Dan maak je wat statistieken bij STAT-- CALC -- 1 var stats.
    Dan zie je onder andere de standaardafwijking in beeld.
    ukgadinsdag 26 juni 2007 @ 14:08
    Oké harstikke bedankt
    GlowMousedinsdag 26 juni 2007 @ 14:22
    quote:
    Op dinsdag 26 juni 2007 13:58 schreef ukga het volgende:

    [..]

    hoezo door 6 delen dan?
    Omdat je 7 getallen hebt en je de variantie anders te laag schat.
    Schuifpuidinsdag 26 juni 2007 @ 15:21
    Zo ben ik ook weer.

    Ik heb nu een vraag over de transformatie van een random variable met een normal distribution.
    De transformatie is y = e^x. De PDF van deze functie wordt gevraagd.

    De PDF van een normal distribution is:

    1/(sigma*sqrt(2pi)) * exp(-0.5((x-mu)/sigma)^2)

    Met mu de mean en sigma de standard deviation.


    De mean is makkelijk te vinden door invullen geloof ik, dus y = e^x. Maar wat ik met de standard deviation moet. Ik weet nu wel hoe het ongeveer met lineaire transformaties moet, maar dit is weer anders.
    GlowMousedinsdag 26 juni 2007 @ 15:35
    E(f(x)) is alleen bij lineaire functies gelijk aan f(EX). Had je in het vorige topic niet iets met de afgeleide en de inverse om de PDF te vinden? Dat lijkt me hier de aangewezen methode (cdf methode kan natuurlijk ook).
    Om te controleren of je antwoord goed is, kun je kijken of er de pdf van de lognormale verdeling uitkomt.
    Schuifpuidinsdag 26 juni 2007 @ 15:42
    Thanks I remember.
    Schuifpuidinsdag 26 juni 2007 @ 17:21
    Het lukt weer niet.
    quote:
    The joint probability density function of the random vector [x1,x2]T is given as fx1x2=1/10(3x12+8x1x2) for 0 < x1 < 1, 0 <x2 < 2. and zero otherwise. The marginal PDF of x1 is given as:
    In het boek staat de definitie:
    quote:
    The marginal distribution of the random variable xi is given by:

    Fxi (xi) = lim(xj -> oneindig, j != i) Fx(x1,...,xn)
    Als ik het dus goed begrijp gaat x2 naar oneindig, maar dat zou betekenen dat de functie waarde ook naar oneindig gaat. Ik vermoed dat het dus iets met de grenzen te maken heeft, dan zou hij naar 2 moeten gaan? Dat komt dan weer niet uit.
    GlowMousedinsdag 26 juni 2007 @ 17:40
    F en f zijn twee verschillende dingen (cdf en pdf). Het makkelijkste is hier om in te zien dat je de vectoriële pdf over alle mogelijke waarden van x2 moet integreren om de marginale pdf van x1 te krijgen. In het discrete geval is dat misschien iets makkelijker in te zien: twee keer met een dobbelsteen gooien, eerste aantal ogen noem je X, tweede Y. Er geldt P(X=i, Y=j) = 1/36 (i,j in {1,2,..,6}) en voor de marignale P(X=i) geldt dat dit gelijk is aan P(X=i, Y=1) + P(X=i, Y=2) + .. + P(X=i, Y=6). De waarde van Y doet er dan niet meer toe.
    Marinusdinsdag 26 juni 2007 @ 19:37
    Hmm dan ook even een kansrekening vraagje van mij.

    X en Y zijn beide standaardmnormaal verdeeld met N(0,1)
    R is als volgt gedefinieerd: R = SQRT(X^2+Y^2);

    Wat is de verdeling van R?

    Het is een Chi verdeling, maar wat is de nette afleiding? Ik kom door het optellen van die twee normale verdelingen wel met iets van een Gamma functie maar geen idee hoe het netjes te doen
    GlowMousedinsdag 26 juni 2007 @ 19:54
    Het kwadraat van een standaardnormaal verdeelde stochast is chi²verdeeld met 1 vrijheidsgraad. De som van chi²verdeelde stochasten is ook chi²verdeeld met de som van vrijheidsgraden aan vrijheidsgraden (mits onafhankelijk). X²+Y² is dus chi²verdeeld met 2 vrijheidsgraden. En door de wortel te trekken krijg je een chiverdeling met 2 vrijheidsgraden.
    Schuifpuidinsdag 26 juni 2007 @ 20:12
    quote:
    Op dinsdag 26 juni 2007 17:40 schreef GlowMouse het volgende:
    F en f zijn twee verschillende dingen (cdf en pdf). Het makkelijkste is hier om in te zien dat je de vectoriële pdf over alle mogelijke waarden van x2 moet integreren om de marginale pdf van x1 te krijgen. In het discrete geval is dat misschien iets makkelijker in te zien: twee keer met een dobbelsteen gooien, eerste aantal ogen noem je X, tweede Y. Er geldt P(X=i, Y=j) = 1/36 (i,j in {1,2,..,6}) en voor de marignale P(X=i) geldt dat dit gelijk is aan P(X=i, Y=1) + P(X=i, Y=2) + .. + P(X=i, Y=6). De waarde van Y doet er dan niet meer toe.
    Bedankt, goede uitleg ook.
    Als ze het nou eens op zo'n manier in het boek zouden uitleggen, zou ik er al veel meer van snappen..
    ukgadinsdag 26 juni 2007 @ 20:30
    quote:
    Op dinsdag 26 juni 2007 20:12 schreef Schuifpui het volgende:

    [..]

    Bedankt, goede uitleg ook.
    Als ze het nou eens op zo'n manier in het boek zouden uitleggen, zou ik er al veel meer van snappen..
    idd.

    Ik snap niet dat waarom veel shit neit in jip en janneke taal wordt uitgelegd. Het lijkt soms wel dat die auteurs het exrpess in einstein taal schrijven om zich ubermensch te voelen.
    Schuifpuiwoensdag 27 juni 2007 @ 14:02
    quote:
    Under the null- and alternative hypothesis, test statistic T
    is distributed as
    Ho : T ∼ N(0, sigma2)
    Ha : T ∼ N(μ, sigma2)
    Take sigmaa= 1/2 and μ = 1.
    The critical region for the test is
    right-sided. How large is gamma
    , the power of the test, when
    the required level of significance is alpha = 0.10?
    a) 0.3897
    b) 1.0000
    c) 0.2358
    d) 0.7642
    Ik dacht dat gamma gedefinieerd was als de intergraal over K van fy(y|xa) Het probleem is dat ik niet precies weet wat ik moet invullen. K is het kritieke gebied, dus de rechterkant? Maar welke grenzen ik precies moet nemen.
    GlowMousewoensdag 27 juni 2007 @ 14:06
    Bij gamma denk ik niet direct aan het onderscheidingsvermogen (power) van een toets, eerder aan de gammaverdeling of de gammafunctie. Ik vraag me af of het een universele definitie is.
    Het onderscheidingsvermogen is gelukkig wel goed gedefinieerd als oa. 1-[kans op type II fout]. Wat je hier dus moet doen is het 0,90ste kwantiel vinden onder de nulhypothese (rechts daarvan ligt het kritieke gebied), en daarna kijken hoe groot de kans op een type II fout is (op vergelijkbare wijze als eergisteren). Je komt dan op d uit.
    Een andere manier is gebruikmakend van dat de power de kans is dat je de nulhypothese verwerpt wanneer de alternatieve hypothese juist is. Qua rekenwerk maakt het nauwelijks verschil.

    En waarom de boekjes niet makkelijker geschreven zijn? Als je een beetje verdergaat met kansrekenen worden de onderwerpen steeds complexer en zouden boeken vijfmaal zo dik worden om hetzelfde te zeggen. Uiteindelijk ontkom je er toch niet aan, en dan kun je er maar beter vanaf het begin goed mee beginnen.

    [ Bericht 9% gewijzigd door GlowMouse op 27-06-2007 14:13:47 ]
    Schuifpuiwoensdag 27 juni 2007 @ 14:14
    quote:
    Op woensdag 27 juni 2007 14:06 schreef GlowMouse het volgende:
    Bij gamma denk ik niet direct aan het onderscheidingsvermogen (power) van een toets, eerder aan de gammaverdeling of de gammafunctie. Ik vraag me af of het een universele definitie is.
    Het onderscheidingsvermogen is gelukkig wel goed gedefinieerd als 1-[kans op type II fout]. Wat je hier dus moet doen is het 0,90ste kwantiel vinden onder de nulhypothese (rechts daarvan ligt het kritieke gebied), en daarna kijken hoe groot de kans op een type II fout is (op vergelijkbare wijze als eergisteren). Je komt dan op d uit.


    Ehm.. hoe vind ik dat 0.90ste kwantiel( ) dan precies. Daarmee bedoel je de K waarde? Ik heb wel een tabel in het boek staan voor de standaard normaal verdeling, K = 1.28 voor alpha = 0.1, maar hoe reken ik dat om?

    En dan volgens die manier van maandag:
    P(-oneindig<T<K) = P(-oneindig < T-1 < K-1) = ???fout want die sigma moet nog worden aangepast.
    GlowMousewoensdag 27 juni 2007 @ 14:17
    K-waarde als begrip zegt me niets, maar 1.28 ziet er wel plausibel uit. K zal wel voor kritieke staan. Het 0,90ste kwantiel is dat getal waarvoor geldt dat P(X<0,90ste kwantiel) = 0,90.
    Neem X ~ N(0,1/4) en Z~N(0,1) zodat die K-waarde voor Z geldt. Dan 0,90 = P(X<a) = P(2X < 2a) = P(Z < 2a), zodat 2a=1.28.

    En ook fout omdat je de verwachting eraf moet halen, en die is hier 0 ipv 1.

    En om het begrip wat te vergroten: onder de nulhypothese wil je in 10% van de gevallen onterecht verwerpen (alpha=0,1). Dat lukt dus precies wanneer je verwerpt voor alle waarden boven het getal a, met a het getal waarbij een stochast onder de nulhypothese precies in 10% van de gevallen boven ligt.

    [ Bericht 19% gewijzigd door GlowMouse op 27-06-2007 14:23:08 ]
    Schuifpuiwoensdag 27 juni 2007 @ 14:24
    Eerlijk gezegd volg ik er helemaal niets meer van.

    Als ik de normaal verdeling N~(0,1/2) heb, dan wil ik als het ware van -oneindig tot een bepaalde waarde integreren, zodat die waarde van de integraal 0.9 is? Vervolgens heb ik die waarde en dan?

    Edit: Die waarde is dus 1.28/4, vanwege de kleinere standard deviation.

    En nu weet ik niet meer wat ik moet doen, wat ik ook probeer te integreren, hij komt echt niet op 0.7642 uit.

    [ Bericht 15% gewijzigd door Schuifpui op 27-06-2007 14:33:56 ]
    GlowMousewoensdag 27 juni 2007 @ 14:59
    De waarde is 1.28/2, zie ook de post voor je.

    Daarna kijk je wanneer je onder de alternatieve hypothese niet in het kritieke gebied komt (kans type II fout). En dan vind je de power door 1-[kans type II fout].
    Schuifpuiwoensdag 27 juni 2007 @ 15:13
    Dan komt er inderdaad het goede antwoord. Dankje

    Ik denk dat ik het toch maar opgeef, het wordt toch niets. Ga wel een studie zoeken zonder dit.
    Bolterdonderdag 28 juni 2007 @ 16:32
    quote:
    Op woensdag 27 juni 2007 15:13 schreef Schuifpui het volgende:
    Dan komt er inderdaad het goede antwoord. Dankje

    Ik denk dat ik het toch maar opgeef, het wordt toch niets. Ga wel een studie zoeken zonder dit.
    Begin hetzelfde gevoel te krijgen, baggervak!
    GlowMousedonderdag 28 juni 2007 @ 16:35
    spinordonderdag 28 juni 2007 @ 19:21
    Beschouw de elementen a = (1 2 3) en b = (3 4 5 6 7) van S7. Toon aan dat {a,b} de alternerende groep A7 voortbrengt.

    Hoe kan ik dit handig aanpakken? Ik heb op de één of andere manier totaal geen gevoel voor de structuur van de symmetrische groep.
    teletubbiesdonderdag 28 juni 2007 @ 20:15
    ik weet niet precies of dit een snelle aanpak is maar het LIjkt wel zo:
    de alternerende groep als n=7 wordt voortgebracht door de 3-cykels in S7. Als je kunt aantonen dat je alle 3-cykels kunt maken mbv a en b dan ben je klaar..
    of er een kortere methode bestaat, dat zou ik niet weten..
    teletubbiesdonderdag 28 juni 2007 @ 20:26
    een ander idee: A7 wordt voortgebracht door de verzameling {(12i): i=3,4,..,7}
    dus check of je (123), (124),...(127) kunt maken mbv a en b.
    TC03donderdag 28 juni 2007 @ 23:28


    Hoe los ik dit op? Je moet die 8 op een één of andere manier buiten het de ne-machtswortel zien te krijgen, maar ik heb geen idee hoe.

    Please help.
    GlowMousevrijdag 29 juni 2007 @ 00:15
    Vermenigvuldig de term an eens met 8*1/8, wat op zijn beurt weer gelijk is aan 8*nwortel(1/8^n).
    TC03vrijdag 29 juni 2007 @ 00:32
    quote:
    Op vrijdag 29 juni 2007 00:15 schreef GlowMouse het volgende:
    wat op zijn beurt weer gelijk is aan 8*nwortel(1/8^n).
    Hoezo?
    GlowMousevrijdag 29 juni 2007 @ 00:51
    1/8ste is toch de ndemachtswortel uit 1/8ste tot de n-de? Tot de macht n en ndemachtswortel zijn immers elkaars inverse.
    Merkievrijdag 29 juni 2007 @ 02:06
    quote:
    Op vrijdag 29 juni 2007 00:51 schreef GlowMouse het volgende:
    1/8ste is toch de ndemachtswortel uit 1/8ste tot de n-de? Tot de macht n en ndemachtswortel zijn immers elkaars inverse.
    Ben geen TC03, maar ik ben even een stand-in .

    Dus wat je doet is nwortel(8n + 6n) herschrijven tot 8*nwortel((1/8)n)*wortel(8n + 6n).

    Hmm, en dan wordt dan 8*nwortel((1/8)n(8n + 6n)) = 8*nwortel(1n + (6/8)n)). De limiet wordt dan 8.

    Sjieke tip .
    Schuifpuivrijdag 29 juni 2007 @ 17:08
    Ik kom er weer eens niet uit. Exact dezelfde som als woensdag, maar andere getallen.
    quote:
    For testing observable y with normal distribution, two simple
    hypotheses are put forward:
    H0 : y ∼ N(0, 4) versus Ha : y ∼ N(2, 4)
    If the type I error probability is alpha = 0.025 using a right
    sided critical region, which of the following values is the
    power of test?
    a) 0.9750
    b) 0.1685
    c) 0.8315
    d) 0.6630
    Volgens de tabel is ra = 1.96 voor een standaard normaal verdeelde PDF. Dat betekend dus dat ra voor deze vraag wordt: ra = 4*1.96. Dit heb ik gecontroleerd door de Ho te integreren van 4*1.96 tot oneindig en daar komt inderdaad 0.025 uit. Maar wat ik nu moet doen lukt opeens niet meer.

    De power of test gamma is gedefinieerd als: gamma = 1 - type II error. Type II error is het gebied links van ra, onder Ha. Dat gebied heeft een waarde van 0.9278 en dus gamma 0.0722, ergens gaat het dus fout, want dit antwoord staat er niet in.

    Dus zoek de fout.
    GlowMousevrijdag 29 juni 2007 @ 17:18
    De aanhouder wint
    De notatie is N(mu,sigma²), zodat 4 niet de standaardafwijking maar de variantie is. Je moet dus niet 4*1.96 maar 2*1.96 nemen. Dat het bij integreren toch goed uitkwam, komt omdat je op je GR ook de standaardafwijking invulde.
    Schuifpuivrijdag 29 juni 2007 @ 17:22
    quote:
    Op vrijdag 29 juni 2007 17:18 schreef GlowMouse het volgende:
    De aanhouder wint
    De notatie is N(mu,sigma²), zodat 4 niet de standaardafwijking maar de variantie is. Je moet dus niet 4*1.96 maar 2*1.96 nemen. Dat het bij integreren toch goed uitkwam, komt omdat je op je GR ook de standaardafwijking invulde.
    Thanks!
    Of ik ben ongelooflijk in de war, of ik heb het altijd verkeerd gedaan en kwam er toch vaak het goede antwoord uit.
    KaterPilszaterdag 30 juni 2007 @ 10:53
    Scheikunde vraagje:
    Geef de massa-, energie- en volumebalans van waterstof verkregen door duurzame energie.

    Nou is scheikunde al niet mijn sterkste vak en de docent zegt dat het zo simpel is, maar ik kan het nergens vinden.
    Schuifpuiwoensdag 4 juli 2007 @ 11:42
    Olé! Ik heb probability and observation theory gehaald.

    19/24 goed, plus nog een punt extra, als bonus door eerdere opdrachten.

    Toch even laten weten, na alle hulp die ik hier heb gehad, zonder die hulp was het vast niet gelukt.
    GlowMousewoensdag 4 juli 2007 @ 11:45

    zie je wel, valt best mee
    Bioman_1woensdag 4 juli 2007 @ 12:34
    vanochtend tentamen kansrekening gehad. Heb volgens mij wel gehaald wat ik moest halen (een 5). Waren voornamelijk vragen in de vorm van: laat zien dat ... gelijk is aan ... En als je daar dan op uitkomt, dan zal je berekening ook wel goed zijn (is mijn redenatie).

    Heb alleen wel één vraag waar ik niet zeker van wist of ik em goed heb. Blijf moeite houden met dat specifieke onderwerp. Het gaat om het volgende,

    X1, X2, X3, ... zijn onafhankelijke stochasten uniform verdeeld op (0,1). Definieer nu:

    Yn = min Xi, voor 1<= i <=n

    Wat is de verdelingsfunctie van Yn?

    Ik heb het volgende gedaan:

    P(Yn <= y) = P(min Xi <= y) = P(X1 <=y, X2 <=y,..., Xn <=y ) = P(X1 <=y)*P(X2 <=y)***P(Xn <=y)

    = [fX(x)]n
    = 1n
    = 1

    Dus Yn is uniform verdeeld op (0,1). Klopt dit???
    GlowMousewoensdag 4 juli 2007 @ 12:40
    Helaas, dat klopt niet. De tweede gelijkheid gaat niet op (P(min Xi <= y) = P(X1 <=y, X2 <=y,..., Xn <=y )).
    Verderop gaat het nog een keer fout omdat je voor die kansen niet de pdf maar de cdf nodig hebt.

    Uit mijn hoofd is 1-[1-F(y)]n wel goed om de CDF van min Xi te krijgen. Dat is 1 minus de kans dat ze allemaal groter zijn dan y. Het complement van 'allemaal groter dan y' is immers 'tenminste eentje kleiner dan y'.

    Er bestaat trouwens een algemene formule om de pdf van iedere order statistic (de i-de order statistic is het i-de element dat je zou krijgen wanneer je alle stochasten op een rij zou zetten van klein naar groot) te vinden. Die is te vinden op wikipedia.

    [ Bericht 4% gewijzigd door GlowMouse op 04-07-2007 14:11:31 ]
    thabitdonderdag 5 juli 2007 @ 12:08
    tvp
    H4zedonderdag 5 juli 2007 @ 15:31
    Ik ben een beetje bezig met de inverse van functies te berekenen en opzich lukt dat wel aardig. Echter heb ik nu een 2e graads functie voor me waarbij het me niet lukt....Dit heb ik zelf geprobeerd:

    y = x^2 - 2x + 2
    x = y^2 - 2y + 2
    x-2 = y^2 -2y
    wortel(x-2) = y-2y
    wortel(x-2) = y(1-2) nu beide kanten door (1-2), oftewel -1 delen
    wortel(x-2)/-1 = y

    Dus bij mij is het antwoord y_inverse = wortel(x-2)/-1

    Maar dit klopt uiteraard niet (ik heb zelf wat getallen bij beide ingevuld en zo). Volgens Maple is het correcte antwoord 1+wortel(x-1)...

    Waar oh waar maak ik een domme fout?

    [ Bericht 1% gewijzigd door H4ze op 05-07-2007 15:52:53 ]
    TC03donderdag 5 juli 2007 @ 15:43
    x-2 = y^2 -2y
    wortel(x-2) = y-2y

    Deze stap klopt niet volgens mij.
    GlowMousedonderdag 5 juli 2007 @ 15:57
    Bedenk ook dat het vinden van de inverse niet zal lukken wanneer de functie op alle reële getallen is gedefinieerd. Bijvoorbeeld voor zowel x=0 als x=2 heb je dat y=2. De inverse van 2 zou dus zowel 0 als 2 kunnen zijn. Omdat de inverse een functie is, zul je tussen een van twee moeten kiezen.
    H4zedonderdag 5 juli 2007 @ 16:23
    quote:
    Op donderdag 5 juli 2007 15:43 schreef TC03 het volgende:
    x-2 = y^2 -2y
    wortel(x-2) = y-2y

    Deze stap klopt niet volgens mij.
    Ik heb het idee dat de volgorde anders moet? eerst die -2y weg en dan pas wortel trekken? Helaas kom ik er ook dan nog niet uit
    quote:
    Op donderdag 5 juli 2007 15:57 schreef GlowMouse het volgende:
    Bedenk ook dat het vinden van de inverse niet zal lukken wanneer de functie op alle reële getallen is gedefinieerd. Bijvoorbeeld voor zowel x=0 als x=2 heb je dat y=2. De inverse van 2 zou dus zowel 0 als 2 kunnen zijn. Omdat de inverse een functie is, zul je tussen een van twee moeten kiezen.
    Hmm dus dat geldt voor deze functie idd. Maar heeft dit feit al invloed om de manier waarop ik de inverse moet zoeken? Als ik er uiteindelijk 2 heb gevonden is het verder tamelijk simpel om te kijken welke de juiste is lijkt me.
    GlowMousedonderdag 5 juli 2007 @ 16:32
    quote:
    Hmm dus dat geldt voor deze functie idd. Maar heeft dit feit al invloed om de manier waarop ik de inverse moet zoeken? Als ik er uiteindelijk 2 heb gevonden is het verder tamelijk simpel om te kijken welke de juiste is lijkt me.
    Wat bedoel je met juist?
    quote:
    k heb het idee dat de volgorde anders moet? eerst die -2y weg en dan pas wortel trekken? Helaas kom ik er ook dan nog niet uit
    Ken je de abc-formule?
    teletubbiesdonderdag 5 juli 2007 @ 22:55
    Stel je hebt een vlakke figuur F met symmetriegroep S en stel a is een isometrie.
    Dan geldt: de symmetriegroep van de figuur aF is gelijk aan de met S geconjugeerde ondergroep aSa-1.
    Ik vraag me af waarom dit geldt. Hoe zou ik moeten beginnen om dit te bewijzen ? S is een ondergroep van I2(R). Dit lijkt me een begin, maar ik weet niet hoe ik verder moet.
    Alvast bedankt!
    thabitdonderdag 5 juli 2007 @ 23:38
    Laat eerst maar zien dat Sym(aF) de groep aSa-1 bevat, i.e. voor alle s in Sym(F) moet je laten zien dat asa-1 in Sym(aF) zit. Daarna kun je de omgekeerde inclusie bewijzen door in je argument F door aF en a door a-1 te vervangen.
    Knakkervrijdag 6 juli 2007 @ 21:40
    Ik loop tegen een heel elementair probleem aan.

    In een financieel tijdreeks onderzoek ben ik bezig de parameters van een verdeling te schatten voor het zgn. "leverage" effect. De afgelopen paar jaar zijn er een aantal onderzoeken geweest die uitwijzen dat dit effect heel goed door middel van een negatieve exponentiele verdeling gemodelleerd kan worden. Dat wil zeggen: f(x) = -A exp(-dx) (A>0, d>0).

    Ik heb via trial-en-error (heerlijk, afgestudeerd zijn en dat dus gewoon mogen doen ) al bepaald dat voor mijn data de parameters ongeveer A = 50 en d = 0.10 zijn. Ik wil echter een betrouwbare schatter hebben en die dacht ik "even" via Maximum Likelihood te bepalen.

    De likelihood functie heb ik afgeleid als zijnde L(A, d) = (-A)^n * exp(-d*n*xgem), en is volgens mij correct.

    Ik kan hier echter niets mee: er is geen verband tussen A en x in deze functie, waardoor de "optimale" waarde van A (die L maximaliseert) per definitie oneindig of nul zal zijn, afhankelijk van n even of oneven.

    Ik doe overduidelijk iets fout... maar wat? Alvast bedankt!
    GlowMousevrijdag 6 juli 2007 @ 21:50
    Je kansdichtheid is negatief, dat lijkt me sowieso fout.
    Het gaat fout omdat de support van de verdeling (interval waarop de kansdichtheid positief is) afhangt van de keuze van A en d.

    Moet je kansdichtheid niet λexp(-λx) zijn (op [0,inf) )? 1/(x-streep) zou dan ML-schatter zijn.

    [ Bericht 14% gewijzigd door GlowMouse op 06-07-2007 22:07:28 ]
    Knakkervrijdag 6 juli 2007 @ 22:22
    Nee, het is niet de "gewone" exponentiele verdeling, echt specifiek diegene die ik gegeven heb.

    Op zich moet het niet veel uitmaken: ik kan immers al mijn data spiegelen, de parameters voor een positieve exponentiele verdeling f(x) = A exp (dx) schatten en er dan een minnetje voor zetten - maar dan blijf ik hetzelfde probleem houden. Plaatje met mijn trial-en-error lijn:



    De ML schatter (1/xgem) voor de gewone verdeling geeft trouwens λ = -0.24, hetgeen niet correct kan zijn, maar goed, daar is de verdeling dan ook λexp(-λx).
    GlowMousevrijdag 6 juli 2007 @ 22:26
    quote:
    Op zich moet het niet veel uitmaken: ik kan immers al mijn data spiegelen, de parameters voor een positieve exponentiele verdeling f(x) = A exp (dx) schatten en er dan een minnetje voor zetten
    Een kansdichtheid voldoet aan de eigenschappen dat hij niet-negatief is voor iedere x, en over het hele domein tot 1 integreert. Jouw f(x) = -A exp(-dx) doet dat niet voor positieve A. Ik denk dus dat jouw definitie van de negatieve exponentiële verdeling niet klopt. Ik zie nu ook dat je het minnetje voor zowel de A als de d weglaat. Voor de d moet hij uiteraard wel staan.
    Wanneer je dat minnetje weglaat, valt A=0 vast af. Bij A=inf krijg je dat de kansdichtheid maar op een heel klein interval positief is (omdat f tot 1 moet integreren), zodat iedere waarneming buiten de support van f valt en de likelihoodbijdrage 0 is.


    Met f(x) = A exp(-dx) voor x>=c, 0 voor x<c kun je de waarde van c bepalen:
    integraal[c tot inf]Aexp(-d*x) dx = [-A/d * exp(-d*x)]infc = A/d * exp(-d*c) = 1, ofwel c=log(d/(1-A))/d.
    De kansdichtheid kan nu geschreven worden als f(x) = A*exp(-d*x) 1[log(d/(1-A))/d,inf)(x) met 1 de indicatorfunctie (1[a,b](x) = 1 als x in [a,b], 0 anders).
    De likelihoodfunctie wordt: L(A,d; x) = An*exp(-n*d*xgem)*1[log(d/(1-A))/d,inf)(x)

    Helaas laat die zich slecht met de hand maximaliseren.

    [ Bericht 5% gewijzigd door GlowMouse op 06-07-2007 22:36:08 ]
    Knakkervrijdag 6 juli 2007 @ 22:37
    Okee, ik snap je punt. Wat ik dan niet snap is dat de volgende formule in één van mijn artikelen staat:



    Wordt negatieve exponentiele verdeling genoemd - rho is negatief.

    Ik heb op dat moment reeds schattingen voor alle parameters behalve theta en alpha; met behulp van een schatting voor A en d (= alpha) kan ik derhalve een schatting voor theta maken. Hetgeen in het in het onderzoek dat ik als referentie gebruik ook gebeurt - ze vertellen alleen niet hoe ze de "fit" maken.

    Begrijp ik je goed dat je me aanraadt de gegevens te spiegelen?
    Knakkervrijdag 6 juli 2007 @ 22:40
    Overigens is het vreemd dat men twee elementaire termen, verdeling en functie, door elkaar haalt (zo ook ik )

    [ Bericht 28% gewijzigd door Knakker op 06-07-2007 23:02:08 ]
    GlowMousevrijdag 6 juli 2007 @ 22:47
    quote:
    Begrijp ik je goed dat je me aanraadt de gegevens te spiegelen?
    Ik spiegel niks. Maar ik zag dat je x-streep negatief is. Negatieve waarnemingen komen niet voor in de kansverdelingen die je hebt genoemd. Wel kun je de kansdichtheidsfunctie spiegelen in de x-as, je krijgt dan f(x)=λexp(λx) voor x<=0, 0 voor x>0, of met iets meer vrijheid f(x)=A*exp(d*x) voor x<=c, 0 voor x>c. De afleiding voor de kansdichtheid gaat dan verder analoog aan het rekenwerk in mijn vorige post.
    In je plaatje zie ik trouwens niet wat index en dj_i voorstellen, ik heb wel een vermoeden, maar dan zie ik niet wat die lijn betekent.
    Knakkervrijdag 6 juli 2007 @ 22:59
    quote:
    Helaas laat die zich slecht met de hand maximaliseren.
    Daar hebben we computers voor! Ontzettend bedankt, ik zal het proberen. Mijn werkdag hier in Colombia loopt nu tegen z'n einde dus ik kom hier maandag op terug.

    Achtergrond informatie. Ik ben moe (vrijdagmiddag, einde werkdag enzo ) dus mijn beschrijving zal best wat wiskundige inconsistenties bevatten.

    ik heb een tijdsreeks met daarin de dagelijkse "return" van de Dow Jones index. Nu wil ik het gedrag van deze tijdsreeks R(t) reproduceren door middel van een zgn. "Stochastic Volatility" model (een verfijning van het aloude en bekende model van Black & Scholes). SV modellen bestaan veelal uit twee stochastische differentiaal vergelijkingen: één voor de return zelf, dR(T) = sigma(t)*dW1(t), en een tweede voor het volatiliteitsproces, voor welke een héle hoop opties zijn. Voor de SDE die mijn volatiliteitsproces beschrijft, dsigma(t), heb ik voor het zgn. mean-reverting Ornstein-Uhlenbeck proces gekozen, d.w.z: dsigma(t) = alpha(sigma(t)-theta)+k*dW2(t). (W1,W2) is een twee-dimensionaal Wiener-proces zodanig dat de correlatie tussen W1 en W2 rho is.

    Waarom specifiek het O-U proces? Ten eerste omdat het relatief simpel is en tóch aan alle veronderstellingen, die er op dit moment m.b.t. marktgedrag in de financieringtheorie zijn, voldoet. Het grote probleem met SV (zo ook de O-U variant) modellen was altijd dat meestal niet voor alle parameters gesloten uitdrukkingen konden worden bepaald, waardoor men aan (bijv. MCMC) simulatie overgeleverd was. Totdat twee Spanjaarden (Masoliver en Perelló) in een recent artikel (mei 2006) de bovenstaande formule voor het leverage effect aantoonden, zodat met een "fit" door een schatting voor de leverage functie (die 5 jaar eerder door een Fransman (Bouchaud) was geintroduceerd) voor álle parameters een gesloten uitdrukking bestaat. En is dan is reproductie veel makkelijker en flexibeler.

    Het leverage-effect is de correlatie tussen stochastische variantie op tijd t+T en de return op tijd t, en kan benaderd worden via de tijdreeks dmv

    .

    De index op het plaatje is de T, de dj_l is de bovenstaande berekening en de "fit" van de verdeling staat toe dat we schatting voor de laatste parameter kunnen maken.

    [ Bericht 20% gewijzigd door Knakker op 06-07-2007 23:29:57 ]
    GlowMousevrijdag 6 juli 2007 @ 23:21
    Leuk, zo'n econometrisch model op de vrijdagavond. Ik ben ook econometrist (in opleiding, op de helft), maar besliskunde trekt me toch meer dan de kwantitieve financiering.
    Neem je in de noemer nou aan dat de verwachting van de return 0 is voor ieder aandeel?
    Knakkervrijdag 6 juli 2007 @ 23:30
    Ik heb de beschrijving maar even wat verfijnd en accurater gemaakt.

    [Toevoeging]
    Nee, de verwachting van r(t) is zelfs nul. Maar E[r(t)^2] is de variantie, en die is strikt positief.
    GlowMousezaterdag 7 juli 2007 @ 00:15
    r(t) slaat op het aandeel dat je bestudeert, dus ik doelde meer op dat de verwachte return 0 is, wat je ook bestudeert. En daarom vind ik het zo'n vreemde aanname, want risicovrij is er al een hogere return te behalen.
    keesjeisliefzaterdag 7 juli 2007 @ 08:37
    Zeg, GlowMouse, laat je ook nog eens wat te beantwoorden over aan de anderen? .

    @Knakker, mag ik je vragen wat voor functie je precies bekleedt, is er een specifieke functietitel voor? Ik ben nl. een financieel wiskundige die bijna klaar is met z'n promotie [onderwerp is het bepalen van de waarde van game opties (een uitbreiding van standaard Amerikaanse opties) in marktmodellen aangedreven door semimartingalen in continue tijd] en ben op zoek naar werk in de industrie. En eigenlijk is het stukje wiskunde wat jij hier beschrijft precies van het leuke type (kwantitatief) onderzoek waar ik me graag verder mee zou willen bezighouden. Ik heb de nodige reacties via banensites gehad maar ik vind het aan de hand van de functiebeschrijvingen verdomde lastig om me een goed beeld te vormen van wat het nu daadwerkelijk inhoudt en in het bijzonder dus ook of er voldoende van dat soort leuk onderzoek bijhoort.
    Knakkerzaterdag 7 juli 2007 @ 19:01
    Ik heb mezelf verkeerd uitgedrukt: in het SV model is E[R(t)] nul (logisch: de enige stochast in de SDE, het Wiener proces, heeft een verwachting van 0). Het gemiddelde -en dus de "verwachting" - van mijn tijdsreeks r(t) is iets van 0.0009 ofzo (niet bij de hand). Vanwege simpliciteit en omdat mijn analyse zich louter op modellering van de variantie richt, heb die niet meegenomen in het SV model.

    keesjeislief: Ik kan je helaas niet helpen, want ik werk niet in die sector - ik heb een hele andere taak. Econometrie als vakgebied -laat staan de financiele econometrie- bestaat hier in Colombia eigenlijk niet. Omdat de economische vakgroep van de uni waar ik werk haar kennis (vooral op toegepast vlak) wat wil verruimen, hebben ze mij gevraagd (via via) een financieel econometrische analyse van een reeks Colombiaanse aandelenprijzen te maken, aan de hand waarvan ik dan de vakgroep hier ga onderwijzen in een aantal gangbare technieken (bijv GARCH, maar ook SV). Mijn onderzoek zal ook op nationaal niveau gepubliceerd worden maar dat is meer als "promotie" naar andere universiteiten toe, want wat ik doe schijnt nogal revolutionair hier te zijn ofzo

    Mijn specialisatie was OR (logistiek) -heb natuurlijk wel een paar kwantitieve financierings- en dynamische econometrievakken gehad- dus dit is veelal ook nieuw voor mij. Maar vanwege mijn econometrische achtergrond is het voor mij allemaal veel makkelijker te doorgronden en de essentie eruit te halen dan voor hen (veelal "gewone" economen), dus vandaar. Over een aantal maanden ga ik terug naar Nederland en dan wil ik níets meer met econometrie specifiek te maken hebben
    Knakkermaandag 9 juli 2007 @ 20:56
    Ik heb van alles geprobeerd middels ML (ook de functie die GlowMouse hierboven gaf) maar dat gaf allerlei rare problemen (mijn pdf blijft namelijk negatieve waarden houden...). Toen heb ik besloten het hele ML gebeuren maar te vergeten en het véél simpeler aan te pakken: minimaliseren van de kwadratische afwijking - gewoon Least Squares dus.

    Heb de functie f(x) = som((x[t]+A*exp(-d*t))^2, t=1:T) geminimaliseerd m.b.v. de computer, en daar kwam een uitstékende "schatter" uit (A = 39.9, d = 0.11). Klaar

    En als ze het niet goed vinden zoeken ze zelf amar een andere manier.
    GlowMousemaandag 9 juli 2007 @ 21:15
    Met mijn methode is het als het goed is onmogelijk negatieve waarden bij de pdf te krijgen zolang je eist dat d>0 en A>0. Kun je de waarnemingen ergens online zetten zodat ik zelf wat kan proberen?

    In je ML-functie staat trouwens nog steeds exp(-dt), wat op positieve waarnemingen duidt. Op (-inf,c] krijg je nu namelijk een oneindig grote oppervlakte onder de pdf (op [53.6,inf) krijg je wel ongeveer 1).

    Wat stelt x[t] in je ML-functie trouwens voor, dat je het bij de pdf optelt en minimaliseert?
    Keesje, als er weer een vraag komt zal ik hem een dag voor je met rust laten Het topic staat in mijn RSS-reader, dus meestal reageer ik vrij snel.
    Knakkerdinsdag 10 juli 2007 @ 22:38
    x[t] zijn de waarnemingen, t uit {1, 2, ..., 100} en -Aexp(-dt) de negatieve exponentiele functie, met t discreet (hetzelfde domein), waarvan ik A en d wil bepalen zodat-ie zo goed mogelijk door de waarnemingen gaat. De kwadratische afwijking is (x[t]--Aexp(-dt))^2 = (x[t]+Aexp(-dt))^2. Sommeren over t=1:100, door een minimaliseerder gooien die A en d voor me bepaalt en klaar is Knakker.

    De serie staat hier... mocht je andere waarden voor A en d vinden, laat het even weten
    keesjeisliefwoensdag 11 juli 2007 @ 00:12
    @Knakker: Ah, ok, jammer .

    @GlowMouse: Ach welnee, het was slechts een grapje omdat jij steeds binnen no time lijkt te reageren, ik lees dit topic ook veel te weinig en de mensen hier mogen zich in hun handjes knijpen dat zo'n kundig persoon steeds zo snel reageert .
    GlowMousewoensdag 11 juli 2007 @ 00:38
    Bij een kleinstekwadratenschatter, als ik me er al wat voor kan stellen bij parameters van kansverdelingen, zou je denk ik het (geschaalde) histogram zo dicht mogelijk bij de pdf laten liggen. Wat je nu doet, klopt helemaal niet. Je pdf is nog steeds negatief, maar los daarvan zijn de waarnemingen geheel onafhankelijk, dus zou de t-de waarneming net zo goed de (t+c)-de kunnen zijn, de relatie met -Aexp(-dt) is er dus niet.

    Ik heb de data in Matlab ingeladen, en wat parameters geschat. De pdf is f(x)=A*exp(dt) voor t<=c, 0 voor t>c (A,d>0). Via integraal[-inf tot c] f(x)dx=1 kom je op c=log(d/A)/d. De pdf kan dus geschreven worden als f(x) = A*exp(dt)*1(-inf, log(d/A)/d].
    In matlab functies definieren:
    quote:
    function y = custpdf(x, A, d)
    y = A*exp(d*x).*indicator([-inf log(d/A)/d], x);

    function y = indicator(A,x)
    y = x >= A(1) & x <= A(2);
    Daarna is het een kwestie van parameters schatten:
    quote:
    data=xlsread('DowJonesleverage.xls');
    fhandle = @custpdf;
    options = statset('FunValCheck', 'off');
    warning off;
    mle(data, 'pdf', fhandle, 'start', [0.01; 0.1], 'options', options)
    Startwaarden 0.01 en 0.1 zijn zo gekozen dat er een positieve likelihood is, anders werkt de maximizer niet. Als ML-schatters komt eruit A=0.0249, d=0.0540.
    Of de kansverdeling nou zo goed gemodelleerd kan worden met de negatieve exponentiële verdeling weet ik niet. Oordeel zelf aan de hand van onderstaande plaatjes, waarvan de vorm identiek zou moeten zijn:

    (histogram, deel y-waarden door 100 voor vergelijking met pdf)

    (pdf)

    [ Bericht 5% gewijzigd door GlowMouse op 11-07-2007 01:13:36 ]
    Knakkerwoensdag 11 juli 2007 @ 07:15
    De hele crux zit hem erin dat het helemaal geen kansverdeling betreft waarvan we de parameters willen weten, maar louter een "gewone" negatieve exponentiele functie waarvan we twee coefficienten willen bepalen. De klassieke fout van te snel te werk willen gaan zonder eerst goed te kijken: ik ben dusdanig gewend dat overal parameters voor kansverdelingen geschat moeten worden a.d.h.v. data, dat ik ook hier aannam dat dat moest gebeuren. Hetgeen niet zo is.

    Overigens, wat ik heb gedaan is wel degelijk correct. LS is niets anders dan het bepalen van de coefficienten van de fit (mijn negatieve exponentiele functie) d.m.v. het minimaliseren van de kwadratische afstand tussen de fit en de data. De discrete waarden van mijn negatieve exponentiele functie en de data zijn onafhankelijk, dus de LS schatter is gewoon valide.
    GlowMousewoensdag 11 juli 2007 @ 11:29
    In dat geval bestaat er helemaal geen ML-schatter, en ben je op LS aangewezen.

    Klein bezwaar bij deze aanpak is dat je alle positieve waarnemingen (30%) niet goed kunt verklaren. Wanneer de langetermijnverwachting 0 is, is dit niet zo'n groot probleem.
    Secretuswoensdag 11 juli 2007 @ 22:41
    Ik heb zeer slechte wiskunde op school (meest alpha richting die er is), en wil nu een vraagstukje oplossen. Het gaat zo:

    Je gooit 5 dobbelstenen, en je hebt 5 combo's die je kunt maken. (Als je dus met alle of sommige van de dobbelstenen een combinatie kunt vormen heb je die combo gemaakt)

    De combo's zijn :

    1, 4, 6, 3, 1
    5, 4, 6, 3, 3
    5, 2, 3
    5, 3, 5, 3 2
    6, 1, 3, 5, 3

    De volgorde maakt dus niets uit.
    Ik weet dat je zo met permutaties etc. moet gaan rekenen, maar dat heb ik dus nog niet gehad. Ik ben nu bezig met het uitrekenen (nouja, proberen) van de individuele kansen, maar ik moet nog heel wat bijleren. Uiteindelijk moet ik dit uitrekenen:

    Wat is de kans dat iemand tenminste een combo gooit als hij met 5 dobbelstenen gooit ?

    Als ik de individuele kansen zou hebben, zou ik ze dan gewoon kunnen optellen ?
    Wie kan me helpen met de individuele kansen ?

    EDIT: Inmiddels ontdekt dat de kans op de eerste twee combos "(5 choose 2)*3!*(1/6)^5" is. Correct toch ? Zien of ik de rest ook kan.

    [ Bericht 6% gewijzigd door Secretus op 12-07-2007 15:10:40 ]
    GlowMousewoensdag 11 juli 2007 @ 23:25
    Alle uitkomsten van één experiment kun je weergeven met een cirkel van oppervlakte 1 (niet 1cm² of wat dan ook, gewoon 1). Iedere mogelijke uitkomst (hierna: gebeurtenis) van dat experiment kun je weergeven als een klein stukje oppervlakte van de cirkel. De kans op een gebeurtenis is gelijk aan zijn oppervlakte in de cirkel. Je ziet al dat de totale kans op een gebeurtenis nooit groter kan zijn dan 1.
    Stel je hebt het experiment gooien met één dobbelsteen, en de gebeurtenissen 'groter dan 5' en 'groter dan 4', dan heeft die eerste een oppervlakte van 1/6, de tweede 1/3. De kans op de gebeurtenis 'groter dan 5 of groter dan 4' is nu 1/3, dus niet gewoon de som van de kansen. Door de cirkel erbij te pakken zie je direct hoe dat komt: de twee gebeurtenissen 'groter dan 5' en 'groter dan 4' overlappen, zodat de som van de oppervlakten niet gelijk is aan de oppervlakte van beide gebeurtenissen.

    Je kunt individuele kansen dus optellen wanneer het gaat om kansen op gebeurtenissen binnen hetzelfde experiment (binnen dezelfde cirkel), en wanneer de gebeurtenissen elkaar uitsluiten (oppervlaktes overlappen niet).

    Van individuele kansen zal ik er eentje voordoen: 5, 2, 3. Wil deze combo zich voordoen, moet je dus met een dobbelsteen 5 gooien, met eentje 2, met eentje 3, en de andere twee een willekeurige waarde.
    De kans op 235xx (met x een willekeurige uitkomst) is 1/6 * 1/6 * 1/6. De kans op xx235 is ook 1/216, en ook dit stukje van de cirkel valt onder de gebeurtenis waarvan we de kans mogen bepalen. Omdat de gebeurtenissen 235xx en xx235 elkaar uitsluiten en in hetzelfde experiment plaatsvinden, mogen we de kansen hierop optellen. Omdat het erg omslachtig is alle mogelijke volgordes uit te schrijven, kun je dat handiger aanpakken: voor de 2 heb je 5 posities tot je beschikking, daarna voor de 3 nog 4 en voor de 5 nog 3. Totaal zijn er dus 5*4*3 mogelijkheden (zoekwoord: permutatie). De totale kans is dus 1/6 * 1/6 * 1/6 * 5!/2! = 10/216.
    quote:
    EDIT: Inmiddels ontdekt dat de kans op de eerste twee combos "(5 choose 2)*3!*(1/6)^5" is. Correct toch ? Zien of ik de rest ook kan.
    (5 choose 2) is in het Nederlands uitgesproken als 5-boven-2. Maar de kans is helaas fout: 5-boven-2 * 3! = 5!/(3!*2!) * 3! = 5!/3!, terwijl je 5! permutaties hebt.
    Secretuswoensdag 11 juli 2007 @ 23:58
    Even zien. De kans op 5,3,5,3 is dus:

    (1/6)^4 * 5!/1!

    ?

    Of moet ik hier iets speciaals doen omdat er nummers herhaald worden ?

    [ Bericht 33% gewijzigd door Secretus op 12-07-2007 00:05:29 ]
    GlowMousedonderdag 12 juli 2007 @ 00:05
    Helaas, je telt nu een heleboek situaties te vaak omdat zowel de 5 als de 3 dubbel voorkomen. De situatie 3355x tel je bijvoorbeeld nu viermaal.
    De vijven kun je op 10 manieren plaatsen, daarna de drieën nog op 3 manieren, totaal 30 manieren dus.
    Secretusdonderdag 12 juli 2007 @ 00:17
    quote:
    Op donderdag 12 juli 2007 00:05 schreef GlowMouse het volgende:
    Helaas, je telt nu een heleboek situaties te vaak omdat zowel de 5 als de 3 dubbel voorkomen. De situatie 3355x tel je bijvoorbeeld nu viermaal.
    De vijven kun je op 10 manieren plaatsen, daarna de drieën nog op 3 manieren, totaal 30 manieren dus.
    Ik zie net dat het eigenlijk 5, 3, 5, 2 is

    Maar ik snap niet hoe ik de vijven op 10 manieren kan plaatsen.

    Ik kom trouwens iets anders uit dan 10/216 als ik je voorbeeld uitreken met de rekenmachine, kan dit ? Ik kom 0,2777777777.. uit.
    Bedankt voor je hulp trouwens

    EDIT: De 10 manieren heb ik gevonden door ze te tekenen, denk ik. Als er 3 5'en waren, zouden er dan ook 10 manieren zijn om ze te plaatsen ? Kan ik dit ook gewoon uitrekenen door 5-boven-2 en 5-boven-3 ?

    Edit II :
    Dit is om 5,3,5,2 uit te rekenen

    Ik heb dus 10 manieren om de 5'en te plaatsen, daarna nog maar 3 om de 3 te plaatsen, daarna nog 2 voor de 2 . 10*3*2 dus ?

    Is de waarschijnlijkheid dan (1/6)^4*60 ?

    (Sorry dat ik zoveel vragen stel ? )

    [ Bericht 10% gewijzigd door Secretus op 12-07-2007 00:41:17 ]
    GlowMousedonderdag 12 juli 2007 @ 00:46
    0,2777... is veel te groot. Je hebt toch niet in 1 van de 4 situaties die bepaalde combo?
    quote:
    EDIT: De 10 manieren heb ik gevonden door ze te tekenen, denk ik. Als er 3 5'en waren, zouden er dan ook 10 manieren zijn om ze te plaatsen ? Kan ik dit ook gewoon uitrekenen door 5-boven-2 en 5-boven-3 ?
    Dat klopt. In het algemeen kun je alles aanpakken met combinaties; bijvoorbeeld voor 3, 3, 5, 5 heb je 5-boven 2 * 3-boven-2 omdat je na het verdelen van de twee drieën nog 3 posities overhebt waar je 2 getallen kwijt moet. Ook bij allemaal verschillende getallen gaat dit goed: het aantal mogelijkheden voor de combo 2, 3, 5 is gelijk aan 5-boven-1 * 4-boven-1 * 3-boven-1.
    quote:
    Edit II :
    Dit is om 5,3,5,2 uit te rekenen

    Ik heb dus 10 manieren om de 5'en te plaatsen, daarna nog maar 3 om de 3 te plaatsen, daarna nog 2 voor de 2 . 10*3*2 dus ?

    Is de waarschijnlijkheid dan (1/6)^4*60 ?
    Klopt.
    Secretusdonderdag 12 juli 2007 @ 00:59
    Ok, even alle proberen op te lossen

    1, 4, 6, 3, 1

    Ik heb 10 manieren om de 1'en te plaatsen, daarna 3 voor de 4'en, 2 voor de 6'en en 1 voor de 3'en.
    De kans is dus (1/6)^5 * 60

    5, 4, 6, 3, 3

    idem ?

    5, 2, 3

    Ik heb 5 manieren om de 5'en te plaatsen, 4 om de 2'en te plaatsen, 3 voor de 3'en.
    De kans is dus (1/6)^3 * 60. (Dit is wel 0,27..., dus hier zal ik iets fout hebben ?)

    5,3,5,2
    Ik heb dus 10 manieren om de 5'en te plaatsen, daarna nog maar 3 om de 3 te plaatsen, daarna nog 2 voor de 2 .
    De kans is dus (1/6)^4*60

    Hopen dat het juist is, en nu ga ik snel aan de slag om de kans om minstens één combo te halen proberen te berekenen

    Ik zie in het experiment geen overlap (maar ik ben ook wiskundig blind ), dit betekent dus dat ik alles bij elkaar mag optellen ?

    [ Bericht 12% gewijzigd door Secretus op 12-07-2007 01:08:07 ]
    GlowMousedonderdag 12 juli 2007 @ 01:15
    quote:
    Dit is wel 0,27..., dus hier zal ik iets fout hebben ?
    Nee, dat is goed. In praktijk zul je ook in ongeveer 1 van de 4 situaties die combo halen. Dat kun je zo uitproberen.
    quote:
    Ik zie in het experiment geen overlap (maar ik ben ook wiskundig blind ), dit betekent dus dat ik alles bij elkaar mag optellen ?
    Klopt.
    Secretusdonderdag 12 juli 2007 @ 01:23
    En dat komt uit op (volgens de afrondingsregels van het vraagstuk) 1 op 3.
    (0,3395061728). Dat is 33,95061728 op 100 , en dus 1 op 2, 945454 en dus 1 op 3
    Hopen dat dit nog juist is

    Héél veel bedankt voor je hulp !
    GlowMousedonderdag 12 juli 2007 @ 01:26
    Optellen ga ik niet controleren, maar de aanpak klopt. Je kunt het natuurlijk snel controleren door een keer of 50 met wat dobbelsteentjes te werpen.
    Secretusdonderdag 12 juli 2007 @ 01:33
    Ik heb vandaag meer bijgeleerd dan in een paar maanden wiskundeles
    Nu kan ik met een goed gevoel naar bed
    Ripariusdonderdag 12 juli 2007 @ 16:56
    quote:
    Op donderdag 5 juli 2007 15:31 schreef H4ze het volgende:
    Ik ben een beetje bezig met de inverse van functies te berekenen en opzich lukt dat wel aardig. Echter heb ik nu een 2e graads functie voor me waarbij het me niet lukt....Dit heb ik zelf geprobeerd:

    y = x^2 - 2x + 2
    x = y^2 - 2y + 2
    x-2 = y^2 -2y
    wortel(x-2) = y-2y

    Nee. Hoe kom je erbij dat de wortel uit (y2 - 2y) gelijk zou zijn aan (y - 2y) ?
    Je wil y oplossen uit

    x-2 = y2 - 2y

    Dit is een vierkantsvergelijking in y. We kunnen hiervoor schrijven:

    y2 - 2y - (x-2) = 0

    Nu mag je het weer even zelf proberen. Hint: gebruik de abc-formule.
    Knakkerdonderdag 12 juli 2007 @ 18:59
    Dankzij de hulp hier ben ik hard opgeschoten met mijn project. Nu ben ik bezig met de implementatie van het bovengenoemde SV model, en weer loop tegen het feit aan dat ik tijdens wiskunde 1 t/m 6 nooit mn aandacht erbij kon houden

    Het model hierboven is continu. Voor de computersimulatie en de vergelijking met mijn tijdsreeks heb ik dus een discretisatie nodig. Nu dacht ik dat via de Euler-discretisatie te doen, en kom ik uit op het volgende:



    De geschatte parameters van mijn data: α = 0.05, θ = 0.189, ρ = -0.58 en k = 1.4*10-3. Het plotje voor Δ t = 1 en t uit {1, 2, ..., 150} resulteerde in het onderstaande: in één woord super - op de enkele piek na lijkt de variantie leuk overeen te komen met die van het echte proces.



    Maar nu komt het: als ik de tijdsspan vergroot dan neemt de variantie van het simulatieproces hard af - maar dat hoort helemaal niet te kunnen!



    Ik maak dus ergens een fout... is mijn discretisatie goed?
    GlowMousedonderdag 12 juli 2007 @ 19:35
    In het plaatje lijkt de variantie van met name de rode lijn juist steeds groter te worden. Maar volgens het continue-tijd model kan dat wanneer dσ(t)/dt positief is (even aannemende dat die bij de rode lijn hoort).

    Afgezien daarvan lijkt me de discretisatie fout. R(t+Δt) is nu geen functie van R(t). De discretisatiemethode van Euler specifiek ken ik niet, maar ik denk dat hij hierop neerkomt:

    Wiskundigen zullen het vast niet leuk vinden dat ik zomaar door dt deel

    [ Bericht 14% gewijzigd door GlowMouse op 12-07-2007 19:51:28 ]
    Knakkerdonderdag 12 juli 2007 @ 20:15
    Wat wiskundigen vinden boeit me vrij weinig eerlijk gezegd - het gaat mij om de toepassing.

    Het lijkt mij te kloppen dat R(t+Δt) niet van R(t) afhangt. Bekijk het vanuit het financiele perspectief: R(t+Δt) is de dagelijkse return in procenten, en die hangt níet af van de return op de vorige dag. De schommeling in de dagelijkse return wordt louter bepaald door veranderingen in de variantie σ(t) en dW1(t) (welke gecorreleerd is met dW2 uit het variantieproces).

    Overigens is het natuurlijk makkelijk ff veranderd, en dat resulteert in het volgende plaatje:



    Lijkt me niet correct. Nog een idee?

    De reden dat die pieken op het eind niet horen terug te komen in mijn simulatie, is omdat ik éénmaal de parameters geschat heb op basis van de hele reeks. Dit omdat ik éérst wil kijken of mijn simulatie klopt.

    Het is aan de persoon die de simulatie toepast om telkens te bepalen of de parameters nog een waarheidsgetrouwbeeld geven: het is veel logischer om deze te schatten over bijvoorbeeld de laatste 20 dagen - α = 0.05 in het volatiliteitsproces geeft een "mean-reversion" tijd van 1/α = 20 dagen aan). Ik denk dat ik -wanneer alles goed werkt- een iteratief proces maak waar bij elke stap de parameters opnieuw geschat worden op basis van de laatste 1/α waarnemingen o.i.d., maar dat zie ik dan wel weer.
    Knakkerdonderdag 12 juli 2007 @ 20:17
    Overigens, mocht je zelf willen klooien, is dit de code (in R, geen beschikking over Matlab helaas):

    1
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    9
    10
    11
    12
    13
    14
    15
    16
    17
    18
    simulate_sv <- function (alpha, k, rho, theta, S0, N) {
      # alpha:    speed of mean-reversion in volatility process
      # k:    effect of brownian motion on volatility
      # rho:   correlation between movement of volatility and price
      # theta: volatility in steady state
      w1 <- array(0, N); w2 <- array(0, N);
      w2 <- rwiener(1,N); 
      w1 <- rho*w2+sqrt(1-(rho^2))*rwiener(1,N); 

      return <- array(0, N); return[1] <- S0;
      sigma <- array(0, N); sigma[1] <- 0;

      for (t in 1:(N-1)) {
       sigma[t+1] <- sigma[t]+alpha*(theta-sigma[t])+k*(w1[t+1]-w1[t]);
       return[t+1] <- sigma[t+1]*(w2[t+1]-w2[t]);
          }
      return;
      }


    Als je geen Wiener-proces functie (rwiener hierboven) in je Matlab hebt, kun je wiener[t+1]-wiener[t] vervangen door rnorm(0,1). Let dan wél op de correlatie tussen W1 en W2!
    keesjeisliefdonderdag 12 juli 2007 @ 20:25
    quote:
    Op donderdag 12 juli 2007 19:35 schreef GlowMouse het volgende:
    In het plaatje lijkt de variantie van met name de rode lijn juist steeds groter te worden. Maar volgens het continue-tijd model kan dat wanneer dσ(t)/dt positief is (even aannemende dat die bij de rode lijn hoort).

    Afgezien daarvan lijkt me de discretisatie fout. R(t+Δt) is nu geen functie van R(t). De discretisatiemethode van Euler specifiek ken ik niet, maar ik denk dat hij hierop neerkomt:
    [afbeelding]
    Wiskundigen zullen het vast niet leuk vinden dat ik zomaar door dt deel
    He GlowMouse, je gaat hier toch niet zomaar ff door dt zitten delen he . . Wat doen die wortel(dt)'s in je discretisatieformules Knakker?
    Knakkerdonderdag 12 juli 2007 @ 20:25
    Ai, vervelend... de theta is niet 0.189 maar 0.0189 - is ook logisch, want het originele proces (rood) schommelt gemiddeld gezien (althans in het begin) zo'n beetje tussen -0.02 en 0.02.

    Dat maakt dus ook de eerste plot niet geldig.
    quote:
    He GlowMouse, je gaat hier toch niet zomaar ff door dt zitten delen he . . Wat doen die wortel(dt)'s in je discretisatieformules Knakker?
    Ehh, dat komt uit de discretisatie van een model in een ander artikel Ik sla er verder geen aandacht op omdat mijn Δt toch één is (en de wortel dus ook).
    keesjeisliefdonderdag 12 juli 2007 @ 20:30
    quote:
    Op donderdag 12 juli 2007 20:15 schreef Knakker het volgende:
    Wat wiskundigen vinden boeit me vrij weinig eerlijk gezegd - het gaat mij om de toepassing.

    Het lijkt mij te kloppen dat R(t+Δt) niet van R(t) afhangt. Bekijk het vanuit het financiele perspectief: R(t+Δt) is de dagelijkse return in procenten, en die hangt níet af van de return op de vorige dag. De schommeling in de dagelijkse return wordt louter bepaald door veranderingen in de variantie σ(t) en dW1(t) (welke gecorreleerd is met dW2 uit het variantieproces).

    Overigens is het natuurlijk makkelijk ff veranderd, en dat resulteert in het volgende plaatje:

    [afbeelding]

    Lijkt me niet correct. Nog een idee?

    De reden dat die pieken op het eind niet horen terug te komen in mijn simulatie, is omdat ik éénmaal de parameters geschat heb op basis van de hele reeks. Dit omdat ik éérst wil kijken of mijn simulatie klopt.

    Het is aan de persoon die de simulatie toepast om telkens te bepalen of de parameters nog een waarheidsgetrouwbeeld geven: het is veel logischer om deze te schatten over bijvoorbeeld de laatste 20 dagen - α = 0.05 in het volatiliteitsproces geeft een "mean-reversion" tijd van 1/α = 20 dagen aan). Ik denk dat ik -wanneer alles goed werkt- een iteratief proces maak waar bij elke stap de parameters opnieuw geschat worden op basis van de laatste 1/α waarnemingen o.i.d., maar dat zie ik dan wel weer.
    Je kunt de oplossing van de eerste vergelijking van je dv.'s simpelweg schrijven als R(t) = int_0^t sigma(u) dW_u. De enige logisch manier om dit te discretiseren lijkt me toch om R(t+h) = R(t) + int_t^{t+h} sigma(u) dW_u te schrijven, ik zie niet hoe je aan die R(t) aan de rechterkant kunt ontkomen?
    Knakkerdonderdag 12 juli 2007 @ 20:34
    quote:
    ik zie niet hoe je aan die R(t) aan de rechterkant kunt ontkomen?
    Ik vanuit wiskundig oogpunt óók niet! Maar de simulatie klopt dan gewoon niet, en ook vanuit interpretief oogpunt (mijn sterkere kant zeg maar ) raakt het kant noch wal.

    Én bovendien heb ik hier een hele reeks artikelen die allemaal discretiseren zónder R(t) Vertel mij het maar

    Misschien helpt het idee dat dR(t) = dS(t) - mdt, waarbij dS(t) / S(t) = mdt + σ(t)dW1(t)?

    [ Bericht 9% gewijzigd door Knakker op 12-07-2007 20:42:58 ]
    Knakkerdonderdag 12 juli 2007 @ 20:40
    Voor alle aankomende beta-studenten die meelurken: OPLETTEN TIJDENS DE WISKUNDE VAKKEN.

    Zo.
    keesjeisliefdonderdag 12 juli 2007 @ 20:45
    quote:
    Op donderdag 12 juli 2007 20:34 schreef Knakker het volgende:

    [..]

    Ik vanuit wiskundig oogpunt óók niet! Maar de simulatie klopt dan gewoon niet, en ook vanuit interpretief oogpunt raakt het kant noch wal.

    Én bovendien heb ik hier een hele reeks artikelen die allemaal discretiseren zónder R(t) Vertel mij het maar

    Misschien helpt het idee dat dR(t) = dS(t) - mdt, waarbij dS(t) / S(t) = mdt + s(t)dW1(t)?
    Tja, ik word hierbij niet gehinderd door specifieke ervaring hoor . De eerste van bovenstaande vgl.-en heeft simpelweg R(t) = R(0) + S(t) -m*t als oplossing, daar hoef je niets te doen zou ik zeggen. Dan zou je alleen de tweede hoeven te discretiseren. Is s(t) nu een bekende functie van t of een stochastisch proces met z'n eigen dv?
    keesjeisliefdonderdag 12 juli 2007 @ 20:47
    quote:
    Op donderdag 12 juli 2007 20:40 schreef Knakker het volgende:
    Voor alle aankomende beta-studenten die meelurken: OPLETTEN TIJDENS DE WISKUNDE VAKKEN.

    Zo.
    Dit kan niet genoeg benadrukt worden, zou ik willen zeggen. .
    GlowMousedonderdag 12 juli 2007 @ 20:50
    Als ik R(t) dis met mijn discretisatiemethode (ook voor de andere vergelijking), krijg ik onderstaande simulatie die best lijkt op wat je zoekt:

    Het gemiddelde ligt rond de 8*10-4, zodat je na 1000 simulaties een stijgende trend krijgt tot 0,8 wanneer je R(t) niet dist. De vraag blijft: hoe kan die zomaar verdwijnen, of hoe krijg je zijn verwachting op 0.

    1
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    9
    10
    11
    12
    function y = knakker(alpha,k,rho,theta,S0,N)
    w = mvnrnd([0 0], [1 rho; rho 1], N);
    w1 = w(:,1);
    w2 = w(:,2);
    sigma(1) = 0;
    R(1) = 0;
    for t = 2:N
       sigma(t) = sigma(t-1) + alpha*(theta-sigma(t-1)) + k*(w2(t)-w2(t-1));
       R(t) = sigma(t-1)*(w1(t)-w1(t-1));
    end
    y = R;
    plot(knakker(0.05, 1.4e-3, -0.58, 0.0189, 0, 1000))
    Knakkerdonderdag 12 juli 2007 @ 20:54
    Die s(t) moest σ(t) zijn - heb ik daarna nog aangepast. Sorry
    Knakkervrijdag 13 juli 2007 @ 16:59
    Ik heb even een tijdje stom naar het scherm gekeken, want GlowMouse doet exact hetzelfde als ik, en bij hem is het wel goed.

    Totdat ik erachter kwam dat mijn Wiener-proces Δt = 1 en T = N moet hebben, maar als Δt = 1/N en T = 1 berekend wordt. Daar gaat dan een halve werkdag
    Zwaardvischvrijdag 13 juli 2007 @ 23:25


    De vraag is als je 4 met v samenstelt welke overige vectoren je moet nemen om AB als res. te krijgen.

    Ik kan me we voorstellen dat je alle 3 de vectoren moet nemen, maar wat is precies de redenatie erachter?

    BVD
    GlowMousevrijdag 13 juli 2007 @ 23:55
    Hint: (1) met V heeft de richting AB omdat wanneer je de vectoren achter elkaar plakt, je op de lijn AB uitkomt.
    Zwaardvischzaterdag 14 juli 2007 @ 00:19
    quote:
    Op vrijdag 13 juli 2007 23:55 schreef GlowMouse het volgende:
    Hint: (1) met V heeft de richting AB omdat wanneer je de vectoren achter elkaar plakt, je op de lijn AB uitkomt.
    [afbeelding]
    Klopt, maar dat is al gegeven als mogelijkheid. Nu moet je dus een andere optie proberen te kiezen. Ik ging zelf voor antwoord D. Het gekke is, ik snap hoe je vectoren moet ontbinden maar de redenatie hierachter snap ik dan weer niet.

    Als je 4 neemt, ga je nóg een fractie omhoog, met 2 en 3 kun je dit compenseren. Alleen 2 en 3 nemen sluit ik dus uit, alleen 2 ook want die is te kort.

    Misschien dat ik bij dit soort dingen te gecompliceerd denk. Had ik het uit moeten rekenen dan was ik er al uit geweest. Dit is meer spelen met theorie.

    [ Bericht 6% gewijzigd door Zwaardvisch op 14-07-2007 00:30:04 ]
    GlowMousezaterdag 14 juli 2007 @ 00:31
    Je kunt de mogelijkheden toch gewoon proberen door de vectoren achter elkaar te plakken?
    Zwaardvischzaterdag 14 juli 2007 @ 00:36
    quote:
    Op zaterdag 14 juli 2007 00:31 schreef GlowMouse het volgende:
    Je kunt de mogelijkheden toch gewoon proberen door de vectoren achter elkaar te plakken?
    Sure, maar dan zul je wel eerst 2 en 3 moeten ontbinden. Dat heb ik min of meer gedaan en ik kom op D uit.
    GlowMousezaterdag 14 juli 2007 @ 00:57
    Wanneer je V en 4 samentstelt, en daarna nog eens 2, 3 en 4 erachteraan plakt, kom je toch niet op lijn AB uit?
    Zwaardvischzaterdag 14 juli 2007 @ 01:04
    quote:
    Op zaterdag 14 juli 2007 00:57 schreef GlowMouse het volgende:
    Wanneer je V en 4 samentstelt, en daarna nog eens 2, 3 en 4 erachteraan plakt, kom je toch niet op lijn AB uit?
    Je stelt V en 4 samen. Je bent dan in wezen 2 factoren boven de x-as. Neem je de verticale componenten van 2 en 3 dan kom je op de x-as. (x-as is dus lijn AB)

    De horizontale component maakt in principe niet meer uit.
    GlowMousezaterdag 14 juli 2007 @ 01:39
    Ja, waarom dan toch antwoord D? V+2+3+4 ligt op AB. Dus als je V en 2 hebt, heb je als overige vectoren alleen nog maar 3+4 nodig.
    Je hebt dus of de vraag verkeerd gesteld of je moet de vraag nog eens doorlezen. We bedoelen in ieder geval hetzelfde.
    Zwaardvischzaterdag 14 juli 2007 @ 01:48
    quote:
    Op zaterdag 14 juli 2007 01:39 schreef GlowMouse het volgende:
    Ja, waarom dan toch antwoord D? V+2+3+4 ligt op AB. Dus als je V en 2 hebt, heb je als overige vectoren alleen nog maar 3+4 nodig.
    Je hebt dus of de vraag verkeerd gesteld of je moet de vraag nog eens doorlezen. We bedoelen in ieder geval hetzelfde.
    Waarschijnlijk het eerste. Ik was teveel gericht op de horizontale component tewijl die niks uitmaakt.
    teletubbiesmaandag 23 juli 2007 @ 21:38
    Hey, dit is een opgave waarbij ik het gevoel heb dat ik teveel doordenk en moeilijk doe. De opgave lijkt erg vanzelfsprekend.
    Stel G en G' zijn twee isomorfe groepen. Ik moet bewijzen dat de orde van Aut(G) is gelijk aan het aantal isomorfismen van G naar G'.
    Ik denk het volgende:
    Ik weet dat er in ieder geval een isomorfisme bestaat tussen G en G'. Noem deze I. Zij A een automorfisme van G.
    Bekijk de afbeelding f van permutaties1 van G naar permutaties2 van G'(....ik weet niet hoe ik deze precies moet definieren: met permutaties1: bedoel ik permutaties veroorzaakt alleen door automorfismen van G. Met permutaties2: bedoel ik alleen permutaties als gevolg van isomorfismen G-->G.
    Nogmaals ik doe denk ik moeilijk..)
    f: I*A(G).
    Deze stuurt een permutatie van G (veroorzaakt door A) naar een permutatie van G' (veroorzaakt door I*A(G)). Dit is een bijectieve afbeelding, want I en A zijn bijecties en de samenstelling ervan dus ook. Als we A laten lopen over de elementen van Aut(G) dan krijgen we steeds een andere f.

    Nu wil ik aantonen dat f ook surjectief is, heb je misschien een hint? want dan heb ik een bijectie en ben ik klaar.
    Heb je een idee hoe deze opgave eleganter opgelost kan worden?
    Alvast bedankt..
    thabitmaandag 23 juli 2007 @ 23:34
    Je doet wel een beetje moeilijk. Je hoeft het niet zo in termen van permutaties te formuleren. Gewoon aantonen dat de afbeelding Aut(G) -> Aut(G') gedefinieerd door sigma -> I*sigma*I-1 een isomorfisme is (hint: ga na dat tau -> I-1*tau*I een inverse is).
    teletubbiesdonderdag 26 juli 2007 @ 23:05
    quote:
    Op maandag 23 juli 2007 23:34 schreef thabit het volgende:
    Je doet wel een beetje moeilijk. Je hoeft het niet zo in termen van permutaties te formuleren. Gewoon aantonen dat de afbeelding Aut(G) -> Aut(G') gedefinieerd door sigma -> I*sigma*I-1 een isomorfisme is (hint: ga na dat tau -> I-1*tau*I een inverse is).
    Okey.. dit lijkt min of meer een op een conjugatiebewerking.
    De inversie is dan een kwestie van subsitueren, dat de kern alleen t eenheidselement bevat, is ook niet moeilijk en daaruit volgt dat de afbeelding injectief is.
    Maar hoe weet ik of t bereik hele Aut(G') is?
    dank je!
    harrypieldinsdag 31 juli 2007 @ 13:44
    quote:
    Op donderdag 5 juli 2007 15:31 schreef H4ze het volgende:
    Ik ben een beetje bezig met de inverse van functies te berekenen en opzich lukt dat wel aardig. Echter heb ik nu een 2e graads functie voor me waarbij het me niet lukt....Dit heb ik zelf geprobeerd:

    y = x^2 - 2x + 2
    x = y^2 - 2y + 2
    x-2 = y^2 -2y
    wortel(x-2) = y-2y
    wortel(x-2) = y(1-2) nu beide kanten door (1-2), oftewel -1 delen
    wortel(x-2)/-1 = y

    Dus bij mij is het antwoord y_inverse = wortel(x-2)/-1

    Maar dit klopt uiteraard niet (ik heb zelf wat getallen bij beide ingevuld en zo). Volgens Maple is het correcte antwoord 1+wortel(x-1)...

    Waar oh waar maak ik een domme fout?
    Ik denk dat de truc waarnaar jij op zoek het zng. "kwadraat afsplitsen" is. Wat je in fiete probeert is een algemene ax^2 + bx + c te herschijven tot a(x + b)^2 + c . Het handigste is daarbij in eerste instantie te kijken welke a en b je nodig hebt. Van de merkwaardige producten weten we dat (x+p)^2 = x^2 + 2xp +p^2 oplevert. in het geval van y^2 - 2y + 2 hebben we a=1, b=-2 en c=2 (coefficienten abc-formule). We beginnen met de a-waarde en we moeten oplossen a=1; hieruit volgt dat 2yp = 2*1*p = -2, wat p = -1 oplevert. Gewapend daarmee kunnen we het kwadraat opstellen; (y-1)^2 + c = y^2 - 2y + 2. Schrijven we vervolgens het linkerlid uit dan komen we op y^2 - 2y + 1 uit, dus moeten we daar nog 1 bij optellen. We krijgen dan

    (y-1)^2 + 1 = y^2 - 2y + 2 = x
    (y-1)^2 + 1 = x
    (y-1)^2 = x-1
    y-1 = +/- SQRT(x-1)
    y = 1 +/- SQRT(x-1)

    Je had hem overigens bijna goed hoor; je vergat alleen het feit dat de wortel van een positieve uitdrukking zowel een positieve als een negatieve waarde kan hebben.

    Edit: fouten verwijderd en wortels toegevoegd. Wil degene die mij gequote deze wijzigingen ook doorvoeren, anderd wordt het zo een zootje? BVD .

    [ Bericht 5% gewijzigd door harrypiel op 31-07-2007 16:49:28 ]
    thabitdinsdag 31 juli 2007 @ 13:47
    quote:
    Op donderdag 26 juli 2007 23:05 schreef teletubbies het volgende:

    [..]

    Maar hoe weet ik of t bereik hele Aut(G') is?
    Dat weet je dus doordat de afbeelding een inverse heeft.
    Bioman_1dinsdag 31 juli 2007 @ 15:12
    quote:
    Op dinsdag 31 juli 2007 13:44 schreef harrypiel het volgende:

    [..]

    Ik denk dat de truc waarnaar jij op zoek het zng. "kwadraat afsplitsen" is. Wat je in fiete probeert is een algemene ax^2 + bx + c te herschijven tot a(x + b)^2 + c . Het handigste is daarbij in eerste instantie te kijken welke a en b je nodig hebt. Van de merkwaardige producten weten we dat (x+p)^2 = x^2 + 2xp +p^2 oplevert. in het geval van y^2 - 2y + 2 hebben we a=1, b=-2 en c=2 (coefficienten abc-formule). We beginnen met de a-waarde en we moeten oplossen a=1; hieruit volgt dat 2yp = 2*1*p = -2, wat p = -1 oplevert. Gewapend daarmee kunnen we het kwadraat opstellen; (y-1)^2 + c = y^2 - 2y + 2. Schrijven we vervolgens het linkerlid uit dan komen we (hoe toevallig) precies op y^2 - 2y + 2 uit, dus hoeven we niets bij ons kwadraat op te tellen of vanaf te trekken. Dus hebben we x = (y-1)^2 => +/- x = y-1 => 1+/- x = y.
    Is dit niet een beetje een omweg? Je kan toch gewoon, net als Glowmouse al hintte, de abc-formule gebruiken?

    Als y = x2 - 2x + 2,

    Dan: x2 - 2x + (2-y) = 0

    En dus:

    x = (2 +/- sqrt(4 - 4(2-y)))/2 <-- Invullen abc-formule

    Vereenvoudigen levert: x = 1 +/- sqrt(y-1)
    GlowMousedinsdag 31 juli 2007 @ 15:14
    Het (meest gangbare) bewijs van de abc-formule leunt op het afsplitsen van het kwadraat, dus in feite doe je precies hetzelfde. Het voordeel van de manier van harrypiel is dat je wat beter weet waar je mee bezig bent.
    harrypieldinsdag 31 juli 2007 @ 17:00
    Bovendien: als je functies in vorm van

    ax^2 + bx + c
    -------------------
    dx^2 + ex + f

    moet gaan integreren en komt na vereenvoudigen (staartdelingen!! yay, wat ben ik blij dat ik dat nog op de basisschool gehad heb), op iets als 1 / (ax^2 + bx +c) uitkomt, waarbij je in de noemer geen nulpunten kan vinden, dan kan je niet meer terugvallen op de abc-formule en moet je "kwadraat afsplitsen" toepassen. Dan kom je op uitdrukkingen als a*1 / (x + b)^2 + c uit, waar je dan vervolgens de juiste arctangens-functie bij moet vinden. nauwkeurig herleiden is een 1ste vereiste hierbij.
    GlowMousedinsdag 31 juli 2007 @ 17:23
    Als zowel a als d ongelijk aan 0 zijn in je functie, lijkt het me sterk dat je iets krijgt in de vorm van 1/(ax²+bx+c).
    Ripariusdinsdag 31 juli 2007 @ 17:24
    quote:
    Op dinsdag 31 juli 2007 15:14 schreef GlowMouse het volgende:
    Het (meest gangbare) bewijs van de abc-formule leunt op het afsplitsen van het kwadraat, dus in feite doe je precies hetzelfde. Het voordeel van de manier van harrypiel is dat je wat beter weet waar je mee bezig bent.
    Ja, het is alleen de vraag of iemand als H4ze die kennelijk in de veronderstelling verkeerde dat de wortel uit y2 - 2y gelijk is aan y - 2y (sic) een kwadraatafsplitsing wel tot een goed einde weet te brengen ...
    Ripariusdinsdag 31 juli 2007 @ 17:38
    quote:
    Op dinsdag 31 juli 2007 17:23 schreef GlowMouse het volgende:
    Als zowel a als d ongelijk aan 0 zijn in je functie, lijkt het me sterk dat je iets krijgt in de vorm van 1/(ax²+bx+c).
    Nee, dat is ook niet zo. Delen levert dan een constante op plus een restbreuk waarbij de teller een eerstegraadsfunctie is in x. Door kwadraatafsplitsing toe te passen in de noemer (zonder reële nulpunten) en de teller te herschrijven kun je die restbreuk verder herleiden tot een som van twee breuken die wel te integreren zijn.
    harrypieldinsdag 31 juli 2007 @ 18:33
    quote:
    Op dinsdag 31 juli 2007 17:23 schreef GlowMouse het volgende:
    Als zowel a als d ongelijk aan 0 zijn in je functie, lijkt het me sterk dat je iets krijgt in de vorm van 1/(ax²+bx+c).
    het was ook om aan te geven dat je in bepaalde gevallen je aan "kwadraat afsplitsen" vast zit om bijv. een integratie tot een goed einde te brengen. Tuurlijk, als we de andere gevallen nalopen: is de noemer een:

    kwadratische functie - zonder nulpunten in R? primitieve bevat een arctangens (en hier moet je dan "kwadraat afsplitsen" toepassen) + eventueel een ln en een lineaire term
    kwadratische functie - dubbel nulpunt in R? primitieve bevat een ln term + eventueel een lineaire term
    kwadratische functie - twee nulpunten in R? primitieve bevat 2 ln termen (dat wordt breuksplitsen) + eventueel een lineaire term
    teletubbiesmaandag 6 augustus 2007 @ 17:54
    quote:
    Op dinsdag 31 juli 2007 13:47 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Dat weet je dus doordat de afbeelding een inverse heeft.
    Een vraagje over Hom(D3, A4). De vraag is, bepaal het aantal homomorfismen in deze groep.
    A4 heeft geen ondergroep van orde 6. Waarom moet gelden dat het beeld van ieder homomorfisme van D3 naar A4 abels is?Wat is het verband ...?
    Alvast bedankt
    Marinusvrijdag 17 augustus 2007 @ 15:02
    Kom even niet uit een afleiding. Gaat met name om de laatste stap. Het diffrentieren volg ik alleen de conclusie U = .... kan ik even niet thuisbrengen. Kan iemand even de tussenstappen uitleggen?
    Wackyduckvrijdag 17 augustus 2007 @ 15:09
    Vermenigvuldig boven en onder met exp(beta*epsilon).
    harrypielvrijdag 17 augustus 2007 @ 15:17
    Wow, statistische mechanica . Energie van een fermiongas if i'm not mistaken. Anywayz hier de uitleg van de gebruikte wiskunde inde laatste stap.

    e-x * ex = e-x+x = e0 = 1
    GlowMousevrijdag 17 augustus 2007 @ 15:19
    Is dat streepje boven de E op de tweede regel trouwens een min-teken voor de dau-phi/dau-beta erna, of sluipt er ergens een minteken in?
    harrypielvrijdag 17 augustus 2007 @ 15:20
    quote:
    Op vrijdag 17 augustus 2007 15:19 schreef GlowMouse het volgende:
    Is dat streepje boven de E op de tweede regel trouwens een min-teken voor de dau-phi/dau-beta erna, of sluipt er ergens een minteken in?
    Denk dat dat het symbool voor het gemiddelde is, in dit geval de gemiddelde energie.
    Marinusvrijdag 17 augustus 2007 @ 15:21
    ah merde, simpel inderdaad. Even niet gezien Thx.

    Statistische mechanica inderdaad
    GlowMousevrijdag 17 augustus 2007 @ 15:22
    quote:
    Op vrijdag 17 augustus 2007 15:20 schreef harrypiel het volgende:

    [..]

    Denk dat dat het symbool voor het gemiddelde is, in dit geval de gemiddelde energie.
    Waar komt de min voor de N op de regel erna dan vandaan?
    harrypielvrijdag 17 augustus 2007 @ 15:27
    Die komt dan weer van het differentieren van iets als ln(1+e-x) mbv de kettingregel.
    harrypielvrijdag 17 augustus 2007 @ 15:27
    dubbelpost
    GlowMousevrijdag 17 augustus 2007 @ 15:30
    quote:
    Op vrijdag 17 augustus 2007 15:27 schreef harrypiel het volgende:
    Die komt dan weer van het differentieren van iets als ln(1+e-x) mbv de kettingregel.
    Daar komt alleen de -epsilon term uit voort.
    Marinusvrijdag 17 augustus 2007 @ 15:45
    U en E-gemiddeld wordt gedefinieerd door -dPhi/dBeta, dus daar komt dat minteken voor de N vandaan.
    harrypielvrijdag 17 augustus 2007 @ 15:51
    mss negatieve potentiele energie, net zoals je bij de grondtoestand van het H-atoom een waarde van -13,6 eV hebt en de geioniseerde toestand een potentiele energie van 0 heeft (geen binding met proton c.q. H-kern) ?
    keesjeisliefvrijdag 17 augustus 2007 @ 18:57
    GlowMouse heeft gelijk, er zit daar op z'n minst een schrijffout.
    harrypielvrijdag 17 augustus 2007 @ 19:54
    "U en E-gemiddeld wordt gedefinieerd door - dφ/dβ, dus daar komt dat minteken voor de N vandaan." en de differentiatie is ook correct uitgevoerd. Yups, dat moet de juiste formule zijn
    GeertJan88zondag 19 augustus 2007 @ 21:50
    mag weg

    [ Bericht 96% gewijzigd door GeertJan88 op 19-08-2007 22:41:14 ]
    Merkiezondag 19 augustus 2007 @ 21:55
    Ik snap het niet helemaal, de lengte en breedte kan je toch zo klein maken als je zelf wilt?

    Edit: oh, je bedoelt het gehele oppervlak van de balk natuurlijk.

    Inhoud is x*y*z. x=y en inhoud = 500cm², dus je kan zeggen x² * z = 500.

    Gehele buitenoppervlak is 2x² + 4xz. Met z = 500 / x². Dus oppervlakte = 2x² + 4x*(500/x²) = 2x² + 2000x / x² = 2x² + 2000/x.

    Ik doe dit even snel uit mijn hoofd, dus kan zijn dat ik er een klein beetje naast zit, maar anders moet je gewoon even een tekeningetje maken en de zijdes x, y en z noemen. Schrijf de oppervlakte van elk vlak als term van x, y en/of z en tel alle oppervlaktes bij elkaar op. Daarna toepassen dat je weet dat x=y en z = 500/x² en y en z substitueren door die uitdrukkingen.

    [ Bericht 39% gewijzigd door Merkie op 19-08-2007 22:05:14 ]
    GeertJan88zondag 19 augustus 2007 @ 21:56
    mag weg

    [ Bericht 76% gewijzigd door GeertJan88 op 19-08-2007 22:41:40 ]
    Merkiezondag 19 augustus 2007 @ 22:04
    Ja, zie mijn update .
    GeertJan88zondag 19 augustus 2007 @ 22:06
    mag weg

    [ Bericht 95% gewijzigd door GeertJan88 op 19-08-2007 22:41:28 ]
    GeertJan88zondag 19 augustus 2007 @ 22:13
    mag weg

    [ Bericht 96% gewijzigd door GeertJan88 op 19-08-2007 22:40:54 ]
    Merkiezondag 19 augustus 2007 @ 22:21
    Inhoud ciilinder = pi*r²*z = 500. z = 500/(pi*r²)

    Totale oppervlakte van een cilinder = 2pi*r² + z*2pi*r. Dit omdat je 2x een cirkel met oppervlakte pi*r² hebt, en een hoogte z * de omtrek van de cirkel (= 2pi * r).

    Substitueren levert op: 2pi*r² + (2pi*r*500)/(pi*r²) = 2pi*r² + 1000 / r. Volgens mij.
    GeertJan88zondag 19 augustus 2007 @ 22:24
    heb je iets van msn of zo?
    Merkiezondag 19 augustus 2007 @ 22:25
    Ja, mcrapts apending hotmail punt com.

    [ Bericht 90% gewijzigd door Merkie op 19-08-2007 22:34:23 ]
    GlowMousezondag 19 augustus 2007 @ 22:43
    quote:
    Op zondag 19 augustus 2007 22:21 schreef Merkie het volgende:
    Inhoud ciilinder = pi*r²*z = 500. z = 500/(pi*r²)

    Totale oppervlakte van een cilinder = 2pi*r² + z*2pi*r. Dit omdat je 2x een cirkel met oppervlakte pi*r² hebt, en een hoogte z * de omtrek van de cirkel (= 2pi * r).

    Substitueren levert op: 2pi*r² + (2pi*r*500)/(pi*r²) = 2pi*r² + 1000 / r. Volgens mij.
    Ik zie zo geen rekenfout hoor.
    Hee, net stond er in GJ's bericht nog dat je een fout had gemaakt
    Merkiezondag 19 augustus 2007 @ 22:44
    quote:
    Op zondag 19 augustus 2007 22:43 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Ik zie zo geen rekenfout hoor.
    Dat is dan 10 euro .
    thabitmaandag 20 augustus 2007 @ 20:11
    quote:
    Op maandag 6 augustus 2007 17:54 schreef teletubbies het volgende:

    [..]

    Een vraagje over Hom(D3, A4). De vraag is, bepaal het aantal homomorfismen in deze groep.
    A4 heeft geen ondergroep van orde 6. Waarom moet gelden dat het beeld van ieder homomorfisme van D3 naar A4 abels is?Wat is het verband ...?
    Alvast bedankt
    Het enige niet-abelse quotient van D3 is D3 zelf (groepen van orde kleiner dan 6 zijn immers altijd abels). Als het beeld niet abels zou zijn, dan is het beeld dus isomorf met D3. Maar D3 heeft orde 6 en A4 heeft geen ondergroepen van orde 6.
    GlowMousedinsdag 21 augustus 2007 @ 11:55
    quote:
    Op maandag 11 juni 2007 12:26 schreef Schuifpui het volgende:
    Nieuwe dag, nieuwe kansen.
    Dit keer van het estimation deel.


    By means of the Global Positioning System (GPS) the six
    height differences hi, i = 1, . . . , 6, as shown in Fig. 2 are
    observed. The heights of points 1, 2 and 3 are assumed
    known, the heights of points 4 and 5 are unknown. The
    observables are hi = hi + ei, whereby it may be assumed
    that E(ei) = 0 and D(ei) = 2 cm2 for i = 1, . . . , 6, and
    C(ei, ej) = 0 for i 6= j. The variance of the BLUE of h1
    is then given as
    a) 8/11 cm2
    b) 0 cm2
    c) 6/11 cm2
    d) 2 cm2
    Ik kijk nog eens naar dit vraagstuk, en ik heb hem opgelost
    Geef de hoogte van de punten 1..5 aan met ai en de geobserveerde waarden voor h1...h6 met Hi. Dan heb ik zo vijf zuivere schatters voor h1:
    h1 = E(H1)
    h1 = E(a2 - H2 - a1)
    h1 = E(a3 - H3 - a1)
    h1 = E(a2 - H4 - H6 - a1)
    h1 = E(a3 - H5 - H6 - a1)
    Ik kan dus ook schrijven:
    h1 = c1*E(H1) + c2*E(a2 - H2 - a1) + c3*E(a3 - H3 - a1) + c4*E(a2 - H4 - H6 - a1) + c5*E(a3 - H5 - H6 - a1)
    Met c1+c2+c3+c4+c5 = 1.
    De uitdrukking voor de variantie voor het rechterlid is 2(c1²+c2²+c3²+c4²+c5²) + 2(c4+c5)²

    Nu kan ik de variantie minimaliseren over c1..c5, wat ik ook gedaan heb, en waar een variantie van 6/11 uitkomt. Ter volledigheid de gevonden waarden voor c:
    c1 0,2727272727
    c2 0,2727272727
    c3 0,2727272727
    c4 0,09090909091
    c5 0,09090909091

    Nu is het nog de vraag hoe dit kan zonder computer die een kwadratische functie minimaliseert.

    [ Bericht 6% gewijzigd door GlowMouse op 21-08-2007 23:12:32 ]
    R-Mondinsdag 21 augustus 2007 @ 17:31


    Kan iemand mij alsjeblieft vertellen hoe ze hier van 2+x*sqrt(x) naar (3/2)*sqrt(x) komen?
    GlowMousedinsdag 21 augustus 2007 @ 17:46
    Met de regel van l'hopital (staat ook boven het gelijkheidsteken): zowel teller als noemer worden gedifferentieerd. (3/2)*sqrt(x) is de afgeleide van 2+x*sqrt(x).
    R-Mondinsdag 21 augustus 2007 @ 17:48
    quote:
    Op dinsdag 21 augustus 2007 17:46 schreef GlowMouse het volgende:
    Met de regel van l'hopital (staat ook boven het gelijkheidsteken): zowel teller als noemer worden gedifferentieerd. (3/2)*sqrt(x) is de afgeleide van 2+x*sqrt(x).
    Zover was ik. Mijn vraag is, *hoezo* is dat de afgeleide want ik kom er niet op uit.
    GlowMousedinsdag 21 augustus 2007 @ 17:51
    Gebruik dat x*wortel(x) = x1 * x0.5 = x1.5.
    R-Mondinsdag 21 augustus 2007 @ 18:01
    Hoe kom je dan van x1.5 op 1.5 * x0.5?
    harrypieldinsdag 21 augustus 2007 @ 18:06
    f(x) = x*SQRT(x) = x1,5

    volgens xn -> afgeleide is n*xn-1 kom je voor de bovengenoemde functie op

    x1,5 -> 1,5x0,5 = 3/2 * SQRT(x)
    GlowMousedinsdag 21 augustus 2007 @ 18:06
    quote:
    Op dinsdag 21 augustus 2007 18:01 schreef R-Mon het volgende:
    Hoe kom je dan van x1.5 op 1.5 * x0.5?
    Door te differentieren: d/dx xc = cxc-1.
    R-Mondinsdag 21 augustus 2007 @ 18:10
    Doh natuurlijk, bedankt beiden
    El-Ricodinsdag 21 augustus 2007 @ 20:17
    1,03^t=2

    t=23,4 > maar hoe kom je hier tot?
    keesjeisliefdinsdag 21 augustus 2007 @ 20:24
    quote:
    Op dinsdag 21 augustus 2007 20:17 schreef El-Rico het volgende:
    1,03^t=2

    t=23,4 > maar hoe kom je hier tot?
    Oeh, oeh, GlowMouse is van z'n post! .

    Neem beide kanten de logaritme:

    log(1,03^t) = log(2).

    Rekenregel log(a^b) = b*log(a) toepassen:

    t*log(1,03)=log(2)

    dus

    t = log(2)/log(1,03).
    El-Ricodinsdag 21 augustus 2007 @ 20:48
    Is er geen andere manier? zonder de log functie?
    keesjeisliefdinsdag 21 augustus 2007 @ 20:57
    quote:
    Op dinsdag 21 augustus 2007 20:48 schreef El-Rico het volgende:
    Is er geen andere manier? zonder de log functie?
    Nee. Althans, geen makkelijkere manier. Het enige andere wat ik me zou kunnen voorstellen dat de bedoeling zou kunnen zijn op de middelbare school is de oplossing benaderen m.b.v. de GR maar daar beginnen we natuurlijk niet aan .

    Wil je toch liever GlowMouse dan?
    GlowMousedinsdag 21 augustus 2007 @ 21:08
    Hee doe eens lief. Mijn GR ligt al ruim twee jaar stof te happen.
    Uit mijn hoofd zou ik 70/3 zeggen, maar veel meer dan approximeren lukt niet uit het hoofd. Bij samengestelde rente van r% (met r niet al te groot) levert 70/r namelijk een goede schatting voor de verdubbelingstijd.
    Inklemmen kan natuurlijk ook nog, dat lukt prima zonder GR.

    Had je nog een fout ontdekt in mijn post van vanochtend?
    keesjeisliefdinsdag 21 augustus 2007 @ 21:18
    quote:
    Op dinsdag 21 augustus 2007 21:08 schreef GlowMouse het volgende:
    Hee doe eens lief. Mijn GR ligt al ruim twee jaar stof te happen.
    Uit mijn hoofd zou ik 70/3 zeggen, maar veel meer dan approximeren lukt niet uit het hoofd. Bij samengestelde rente van r% (met r niet al te groot) levert 70/r namelijk een goede schatting voor de verdubbelingstijd.
    Inklemmen kan natuurlijk ook nog, dat lukt prima zonder GR.

    Had je nog een fout ontdekt in mijn post van vanochtend?
    . Ik denk dat je het verkeerd hebt opgevat, was helemaal niet in samenhang met die GR-suggestie bedoeld, maar enkel omdat El-Rico wat teleurgesteld leek te zijn in mijn antwoord. Alle achting voor jouw goede werk hier zoals je weet .
    GlowMousedinsdag 21 augustus 2007 @ 23:16
    quote:
    Op dinsdag 21 augustus 2007 21:18 schreef keesjeislief het volgende:

    [..]

    . Ik denk dat je het verkeerd hebt opgevat, was helemaal niet in samenhang met die GR-suggestie bedoeld, maar enkel omdat El-Rico wat teleurgesteld leek te zijn in mijn antwoord.
    Jaja, tis al goed. Ik heb nog eens kritisch naar de eerdere opgave gekeken met die gps-hoogtes, en er bleek een fout in een covariantieterm te zitten. Nu komt hij wel goed uit
    n1n4donderdag 23 augustus 2007 @ 15:50
    x²+7x -1 = 0 zou iemand voor mij deze kunnen oplossen stap voor stap zonder gebruik van de abc-formule ( antwoord bevat breuken en wortel )

    en deze x^4 + 4x²- 5 = 0 (stel y= x²)
    en deze x - 2√x = 3 (stel y= √x) zonder abc aub

    BVD hoop dat ik daar mee de rest zelf kan oplossen!
    harrypieldonderdag 23 augustus 2007 @ 16:03
    x2 + 7x -1 = 0
    x2 + 7x + (3,5)2 - 53/4 = 0
    x2 + 7x + (7/2)2 - 53/4 = 0 ####### want (7/2)2 is nl. 49/4) #######
    (x + 3,5)2 = 53/4

    (we maken hier gebruik van het merkwaardig product (x+a)2 = x2 + 2ax +a2. Uitwerken van (x + 3,5)2 volgens die formule geeft x2 + 7x + (3,5)2 = x2 + 7x + 49/4. we moeten daar dus nog 53/4 van aftrekken om op x2 + 7x -1 te komen.)

    (x + 3,5)2 = 53/4
    x + 3,5 =
    + 1/2 * √(53) of
    - 1/2 * √(53)

    haal van beide mogelijkheden nog die 3,5 vanaf en je hebt je nulpunten te pakken. Zelfde principe gaat op voor de andere twee.

    even die andere twee (snelle uitleg):

    en deze x4 + 4x2 - 5 = 0 (stel y= x2, idd substitutietechniek toepassen)
    y2 + 4y - 5 = 0
    (y-1)*(y+5) ##### uitwerken geeft y2 -y +5y -5 #####

    y = 1 of -5; hieruit volgt x² = 1 of -5.
    De wortel uit een negatief getal bestaat alleen in de verzameling der complexe getallen (NB, oplossing voor x2 = -5 zou dan x= i *√(5) of x= i *-√(5) worden) , dus die valt in het reele domein niet op te lossen. We krijgen dus voor de nulpunten x=1 of x=-1.


    en deze x - 2√x = 3 (stel y= √x doen??? erhm nee, trust me on this one. Je wilt hier _niet_ de substitutietechniek toepassen. We gaan eerst met termen schuiven)

    x - 2√x = 3
    x - 3 = 2√x
    kwadrateren geeft (x-3)2=4x
    uitwerken geeft x2 - 6x +9 = 4x
    x2 - 10x + 9 = 0 = (x-1)(x-9)
    x=1 (voldoet niet) of x=9 (voldoet wel) want

    1- 2 * √(1) = 1 - 2 ≠ 3
    9 - 2 * √(9) = 9 - 6 = 3

    Tada, zonder ook maar 1 keer van de abc-formule gebruik te maken (de oplettende wiskundige in de dop heeft kunnen zien dat ik wel verdomd dicht bij het gebruik van de abc-formule kwam; het zgn. "kwadraat afsplitsen" ligt nl. aan de basis voor het afleiden van de abc-fomule als oplossingen voor 2de-graads polynoomvergelijkingen in R).

    [ Bericht 3% gewijzigd door harrypiel op 23-08-2007 16:39:41 ]
    GlowMousedonderdag 23 augustus 2007 @ 16:36
    quote:
    In deze x - 2√x = 3 (stel y= √x doen??? erhm nee, trust me on this one. Je wilt hier _niet_ de substitutietechniek toepassen. We gaan eerst met termen schuiven)
    Waarom niet? Je krijgt dan direct y²-2y = 3 ofwel y²-2y-3 = (y-3)(y+1) = 0.
    quote:
    het afleiden van de abc-fomule als oplossingen voor 2de-graads polynoomvergelijkingen in R).
    In C zelfs.
    n1n4donderdag 23 augustus 2007 @ 16:40
    Danku Danku, Dit is me weer duidelijk het is een poosje geleden dat ik er mee bezig ben geweest en bij sommige dingen bleef ik ff steken zo ook bij deze opgave: bereken de volgende sommen met behulp van het binomium van Newton; kies daartoe telkens geschikte waarden voor a en b (dat is het punt waar ik op struikel)

    a. 8
    Σ (8 boven k)
    k=0

    b. 8
    Σ(8 boven k) (-1)^8
    k=0
    GlowMousedonderdag 23 augustus 2007 @ 16:44
    (a+b)c =
    c
    Σ (c boven k)akbc-k
    k=0
    De keuze voor c is dus direct duidelijk.
    Voor opgave a moet je a en b zo kiezen dat 'akbc-k' wegvalt. Met welk getal kun je vermenigvuldigen zodanig dat er niets verandert?
    harrypieldonderdag 23 augustus 2007 @ 16:45
    quote:
    Op donderdag 23 augustus 2007 16:36 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Waarom niet? Je krijgt dan direct y²-2y = 3 ofwel y²-2y-3 = (y-3)(y+1) = 0.
    Vanwege het introduceren van extra valse nulpunten die je dan weer na moet gaan lopen. Liever de wortelterm naar 1 kant schuiven en dan pas kwadrateren. Ben er zelf eens tegenaan gelopen.

    en yes it's true; de abc-fomule geldt ook in C
    harrypieldonderdag 23 augustus 2007 @ 16:49
    waarom staan de edit en reply buttons zo dicht bij elkaar ?
    GlowMousedonderdag 23 augustus 2007 @ 16:56
    quote:
    Op donderdag 23 augustus 2007 16:45 schreef harrypiel het volgende:
    Vanwege het introduceren van extra valse nulpunten die je dan weer na moet gaan lopen. Liever de wortelterm naar 1 kant schuiven en dan pas kwadrateren. Ben er zelf eens tegenaan gelopen.
    Je verliest geen oplossingen wanneer het bereik van de transformatie gelijk is aan het domein. Hier blijf je netjes in de R+.

    [ Bericht 96% gewijzigd door GlowMouse op 23-08-2007 17:03:24 ]
    harrypieldonderdag 23 augustus 2007 @ 17:20
    @Glowmouse en Riparius: ik heb iets voor jullie waar ikzelf niet uitkom. Rechtstreeks uit de Schaum Outlines serie, eentje uit de categorie "partieel differentieren" waar ik mn tanden en pennen meerdere keren al op stuk heb gebeten. Any help is greatly appreciated. Here goes:

    gegeven:

    u = x+y+z
    v = x2 + y2 +z2
    w =x3 + y3 +z3

    toon aan dat:

    δx/δu = yz/(x-y)(x-z)

    δy/δv = (x+z)/2(x-y)(y-z)

    δz/δw = 1/3(x-z)(y-z)

    [ Bericht 18% gewijzigd door harrypiel op 23-08-2007 17:28:21 ]
    GlowMousedonderdag 23 augustus 2007 @ 17:44
    Weet je zeker dat het hier om de partiële afgeleide en niet de totale afgeleide gaat? Voor δx/δu ben ik dan geneigd alleen naar de eerste vergelijking te kijken, en direct 1 te antwoorden. Aan de antwoorden te zien, gaat het eerder om de totale afgeleide, en dat kost even schrijfwerk.
    harrypieldonderdag 23 augustus 2007 @ 18:30
    nope, de opgave en de antwoorden staan hier zoals ze in mn boek staan.
    keesjeisliefdonderdag 23 augustus 2007 @ 22:54
    quote:
    Op donderdag 23 augustus 2007 17:44 schreef GlowMouse het volgende:
    Weet je zeker dat het hier om de partiële afgeleide en niet de totale afgeleide gaat? Voor δx/δu ben ik dan geneigd alleen naar de eerste vergelijking te kijken, en direct 1 te antwoorden. Aan de antwoorden te zien, gaat het eerder om de totale afgeleide, en dat kost even schrijfwerk.
    Ik kan me voorstellen dat het ingewikkelder is. Je hebt een impliciet gedefinieerde afbeelding f: (u,v,w) -> (x,y,z). Het berekenen van partial x/partial u komt neer op het op het berekenen hoe de eerste component van deze vectorwaardige afbeelding verandert als u verandert en v en w constant blijven. Als x verandert terwijl v en w constant moeten blijven, impliceert dit via de 2e en 3 vgl. dat y en z veranderen, wat natuurlijk een vervelend te bereken effect is.
    GlowMousevrijdag 24 augustus 2007 @ 00:10
    Ik heb twee ideetjes helemaal doorgeschreven en dat is een pokkewerk. Er kwamen ook nog andere uitdrukkingen uit, dus ze waren ook nog fout. Als je de titel/paragraaf van het boek meld, wil ik de theorie wel doorkijken.
    keesjeisliefvrijdag 24 augustus 2007 @ 00:34
    Werkt het volgende niet gewoon? Beschouw alles als functie van u. De 1e vgl. geeft je na differentiëren

    x'(u) = 1-y'(u)-z'(u). (*)

    Nu moeten v(u) en w(u) constant blijven. Vgl. 2 en 3 differentiëren leveren uitdrukkingen waarin y'(u) en z'(u) voorkomen. Hieruit y'(u) en z'(u) oplossen in termen van x(u), x'(u), y(u) en z(u), deze uitdrukking in (*) substitueren geeft een vgl. waaruit je x'(u) zou moeten kunnen oplossen in termen van x(u), y(u) en z(u).

    Edit: ik heb het even snel uitgeschreven en het lijkt idd op de juiste uitdrukking uit te komen.

    [ Bericht 10% gewijzigd door keesjeislief op 24-08-2007 00:59:05 ]
    GlowMousevrijdag 24 augustus 2007 @ 01:02
    quote:
    Op vrijdag 24 augustus 2007 00:34 schreef keesjeislief het volgende:
    Edit: ik heb het even snel uitgeschreven en het lijkt idd op de juiste uitdrukking uit te komen.
    Dit was mijn eerste aanpak, maar bij mij komt het nog niet goed uit zoek de fout (zoomen tot 200% is aan te raden). Cijfervoorbeeld op het laatst is om te kijken of de uitdrukking het vereenvoudigen wel waard is.
    Fout gevonden: de een-na-laatste uitdrukking voor x' klopt niet. Anders komt het wel goed uit

    [ Bericht 8% gewijzigd door GlowMouse op 24-08-2007 11:50:36 ]
    keesjeisliefvrijdag 24 augustus 2007 @ 02:59
    quote:
    Op vrijdag 24 augustus 2007 01:02 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Dit was mijn eerste aanpak, maar bij mij komt het nog niet goed uit zoek de fout (zoomen tot 200% is aan te raden). Cijfervoorbeeld op het laatst is om te kijken of de uitdrukking het vereenvoudigen wel waard is.
    Ik post liever mijn uitwerking even als je het niet erg vindt, hopelijk is het duidelijk genoeg en ben ik nog wakker genoeg :



    [ Bericht 11% gewijzigd door keesjeislief op 24-08-2007 03:17:35 ]
    harrypielvrijdag 24 augustus 2007 @ 16:13
    quote:
    Op vrijdag 24 augustus 2007 00:10 schreef GlowMouse het volgende:
    Ik heb twee ideetjes helemaal doorgeschreven en dat is een pokkewerk. Er kwamen ook nog andere uitdrukkingen uit, dus ze waren ook nog fout. Als je de titel/paragraaf van het boek meld, wil ik de theorie wel doorkijken.
    Thank you thank you very very much

    Jij wou de titel en de rest nog hebben om de opgave in zn context en de uitleg van de achterliggende theorrie te kunnen bekijken? OK here goes:

    Schaum's Outlines series, Calculus 4rth edition, McGraw-Hill, ISBN 0-07-041973-6.

    blz 463, opgave 42 uit hoofdstuk 49 (Total diiferential. differentiability. chain rules)

    edit: eigenlijk ben ik best wel een dat ik niet eerder aan die manier gedacht heb. eerst even bijv x3 schijven als (x(u))3 en daar de kettingregel op loslaten, om dan op 3*(x(u))2*x'(u) uit komen. Dan voor de rest de (u) wegdenken en dan veel heel substituties en herschrijvingen uitvoeren .

    [ Bericht 25% gewijzigd door harrypiel op 24-08-2007 16:23:19 ]
    harrypielvrijdag 24 augustus 2007 @ 16:22
    ik word ziek van de edit-knop zo dicht bij de reply-knop
    GlowMousevrijdag 24 augustus 2007 @ 16:23
    Die bedankjes zijn uiteraard voor keesje.
    quote:
    Op vrijdag 24 augustus 2007 16:13 schreef harrypiel het volgende:
    Schaum's Outlines series, Calculus 4rth edition, McGraw-Hill, ISBN 0-07-041973-6.

    blz 463, opgave 42 uit hoofdstuk 49 (Total diiferential. differentiability. chain rules)
    Ik wist het, ik wist het
    harrypielvrijdag 24 augustus 2007 @ 16:31
    quote:
    Op vrijdag 24 augustus 2007 16:23 schreef GlowMouse het volgende:
    Die bedankjes zijn uiteraard voor keesje.
    [..]

    Ik wist het, ik wist het
    Ik had toch gezegd dat hij uit de Schaum Outlines kwam; icm met een goeie wiskundedocent hele goeie boeken hoor. Maarreh, even ts ons twee; ik zie ook wel dat je uiteindelijk op de totale afgeleide naar resp u,v en w uitkom hoor, maar waarom aan het ""type"" antwoorden twijfelen als ze al gegeven staan (standaard voor zo'n "bewijs dat" of "toon aan dat" vraagstuk)? je past in tussenstappen weldegelijk partieel differentieren toe.
    GlowMousevrijdag 24 augustus 2007 @ 16:52
    quote:
    Op vrijdag 24 augustus 2007 16:31 schreef harrypiel het volgende:
    Ik had toch gezegd dat hij uit de Schaum Outlines kwam; icm met een goeie wiskundedocent hele goeie boeken hoor. Maarreh, even ts ons twee; ik zie ook wel dat je uiteindelijk op de totale afgeleide naar resp u,v en w uitkom hoor, maar waarom aan het ""type"" antwoorden twijfelen als ze al gegeven staan (standaard voor zo'n "bewijs dat" of "toon aan dat" vraagstuk)? je past in tussenstappen weldegelijk partieel differentieren toe.
    Waarom vragen ze dan niet dx/du? Zie ook hier onder "Differentiation with indirect dependencies".
    Het boek ken ik niet; ik probeer hem nu te vinden. Met tenminste 49 hoofdstukken zal het best een heel dik boek zijn, maar over de kwaliteit heb ik mijn twijfels. Bij deze vraag kun je alleen door uitproberen erachter komen dat v en w niet van u afhangen, en ze gebruiken de partiële afgeleide waar ze de totale afgeleide bedoelen. Dat zijn gewoon geen fouten die je in een serieus werk verwacht.
    Daarnaast vind ik het niet zo'n goede oefenopgave omdat dezelfde theorie eenvoudiger getoetst had kunnen worden met twee vergelijkingen en twee variabelen.
    keesjeisliefzaterdag 25 augustus 2007 @ 00:26
    quote:
    Op vrijdag 24 augustus 2007 16:52 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Waarom vragen ze dan niet dx/du? Zie ook hier onder "Differentiation with indirect dependencies".
    Het boek ken ik niet; ik probeer hem nu te vinden. Met tenminste 49 hoofdstukken zal het best een heel dik boek zijn, maar over de kwaliteit heb ik mijn twijfels. Bij deze vraag kun je alleen door uitproberen erachter komen dat v en w niet van u afhangen, en ze gebruiken de partiële afgeleide waar ze de totale afgeleide bedoelen. Dat zijn gewoon geen fouten die je in een serieus werk verwacht.
    Daarnaast vind ik het niet zo'n goede oefenopgave omdat dezelfde theorie eenvoudiger getoetst had kunnen worden met twee vergelijkingen en twee variabelen.
    Mijn analyse is waarschijnlijk te ver weggezakt hoor en daardoor word ik niet gehinderd door enige relevante kennis en kan ik fijn blaten , maar ik vind het een beetje een vage discussie. Dit staat bijv. op de Wikipediapagina die je noemt:
    quote:
    To be completely concrete, suppose f (x, y, z) = xyz. The rate of change of f with respect to x is normally determined by taking the partial derivative of f with respect to x, which is, in this case, ∂f / ∂x = yz. However, if y and z are not truly independent but depend on x as well this does not give the right answer. For a really simple example, suppose y and z are both equal to x. Then f=xyz=x^3 and so the (total) derivative of f with respect to x is ∂f / ∂x = 3x^2. Notice that this is not equal to the partial derivative yz=x^2.
    Tja... "For a really simple example, suppose y and z are both equal to x". Ja, hallo. Je bedoelt dat je een transformatie uitvoert, de functie die je na deze operatie krijgt is een samenstelling van de oorspronkelijke f en die transformatie en daarop kun je gewoon weer de partiële afgeleide loslaten, de kettingregel gebruikend bijv. en natuurlijk is dat niet associatief. Kortom, ik bedoel eigenlijk te zeggen dat ik niet zo goed begrijp wat de totale afgeleide meer is dan de (correct opgevatte) partiële afgeleide?
    GlowMousezaterdag 25 augustus 2007 @ 01:08
    Bij analyse heb ik dit verschil nooit behandeld gekregen, maar er was wel een docent die er op hamerde waarna ik het verschil eens heb uitgezocht. De partiële afgeleide, correct opgevat, kijkt niet wat andere variabelen doen zoals blijkt uit de definitie met de limiet. Neem je de functie u(x,y,z) = x+y+z, dan is de partiele afgeleide van u naar x gewoon 1 (lim(h->0) (u(x+h,y,z) - u(x,y,z)) / h = lim(h->0) h / h = 1). Verdere relaties tussen x, y en z doen er niet toe. De totale afgeleide is du/dx = δu/δx + δu/δy * δy/δx + δu/δz * δz/δx, precies wat je meestal nodig hebt dus. Maar het lijkt me erg lastig om de totale afgeleide formeel te definieren zonder eerst de partiële afgeleide te definieren. In praktijk hadden we ook altijd alleen de totale afgeleide nodig.
    Overigens kwam ik laatst een artikel over impliciet differentieren tegen, en dat lijkt me hier ook erg toepasselijk.
    keesjeisliefzaterdag 25 augustus 2007 @ 01:50
    quote:
    Op zaterdag 25 augustus 2007 01:08 schreef GlowMouse het volgende:
    [..]
    Neem je de functie u(x,y,z) = x+y+z, dan is de partiele afgeleide van u naar x gewoon 1 (lim(h->0) (u(x+h,y,z) - u(x,y,z)) / h = lim(h->0) h / h = 1). Verdere relaties tussen x, y en z doen er niet toe.
    [..]
    De functie u die je zo definieert hangt ook per definitie alleen in de eerste term van je som van x af. Verdere relaties tussen x, y en z bestaan per definitie niet in de functie die jij opschrijft, dat is althans de standaard opvatting. Als je wel zulke afhankelijkheden wilt beschrijven, is je notatie, zonder verdere evt. context, te 'sloppy' omdat het niet toestaat deze evt. afhankelijkheid uit de notatie op te maken, dan zou je iets als u(x,y,z) = x + f(x,y) + g(x,z) moeten gebruiken, en dan komt er ook niet zomaar meer 1 uit je limiet voor de partiële afgeleide naar x natuurlijk.
    GlowMousezaterdag 25 augustus 2007 @ 11:22
    quote:
    Op zaterdag 25 augustus 2007 01:50 schreef keesjeislief het volgende:
    [..]
    De functie u die je zo definieert hangt ook per definitie alleen in de eerste term van je som van x af. Verdere relaties tussen x, y en z bestaan per definitie niet in de functie die jij opschrijft, dat is althans de standaard opvatting. Als je wel zulke afhankelijkheden wilt beschrijven, is je notatie, zonder verdere evt. context, te 'sloppy' omdat het niet toestaat deze evt. afhankelijkheid uit de notatie op te maken, dan zou je iets als u(x,y,z) = x + f(x,y) + g(x,z) moeten gebruiken, en dan komt er ook niet zomaar meer 1 uit je limiet voor de partiële afgeleide naar x natuurlijk.
    In onder andere micro-economische modellen waarbij een heleboel van elkaar afhangt, komt deze sloppy notatie wel voor (het was dan ook de docent micro-economie die ons erop attent maakte de totale afgeleide te gebruiken). Ook in de wiskunde lijkt het geaccepteerd deze notatie te gebruiken. Kijk bijvoorbeeld op Wolfram MathWorld, daar hanteren ze dezelfde notatie. Ook wikipedia en alle andere bronnen waar over de totale afgeleide gesproken worden gebruiken deze notatie.
    keesjeisliefzaterdag 25 augustus 2007 @ 23:29
    quote:
    Op zaterdag 25 augustus 2007 11:22 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    In onder andere micro-economische modellen waarbij een heleboel van elkaar afhangt, komt deze sloppy notatie wel voor (het was dan ook de docent micro-economie die ons erop attent maakte de totale afgeleide te gebruiken). Ook in de wiskunde lijkt het geaccepteerd deze notatie te gebruiken. Kijk bijvoorbeeld op Wolfram MathWorld, daar hanteren ze dezelfde notatie. Ook wikipedia en alle andere bronnen waar over de totale afgeleide gesproken worden gebruiken deze notatie.
    Het gaat er mij niet om of de notie gebruikt wordt, dat geloof ik meteen. Het gaat er mij om dat er in essentie geen verschil is met de partiële afgeleide. Althans, ik zie het verschil niet. Ook niet in een complex geheel van formules. Als iemand een fuctie u(x,y,z) = x+y+z definieert zonder verdere context, dan is ∂u/∂x identiek gelijk aan 1. Als je vervolgens zegt "ja, eigenlijk is y een functie van x", dan is ∂u/∂x = 1 + y'(x). Gewoon per definitie, voor die laatste heb je geen extra notie van "totale afgeleide" nodig.

    Maar goed, dit gaat teveel offtopic denk ik. .
    GlowMousezaterdag 25 augustus 2007 @ 23:48
    quote:
    Op zaterdag 25 augustus 2007 23:29 schreef keesjeislief het volgende:
    Maar goed, dit gaat teveel offtopic denk ik. .
    Hierna nog één post, dan zit het topic vol en is de discussie ten einde. Heb jij het laatste woord als niemand je voor is
    quote:
    Als iemand een fuctie u(x,y,z) = x+y+z definieert zonder verdere context, dan is ∂u/∂x identiek gelijk aan 1. Als je vervolgens zegt "ja, eigenlijk is y een functie van x", dan is ∂u/∂x = 1 + y'(x). Gewoon per definitie, voor die laatste heb je geen extra notie van "totale afgeleide" nodig.
    Dat 'gewoon per definitie' klopt niet. Als y een functie is van x, dan kun je schrijven u(x, y(x), z) = x + y(x) + z. Neem je bij deze functie de partiële afgeleide naar x, dan blijkt uit de definitie dat andere parameters buiten beschouwing moeten worden gelaten. Zou je toch y(x+h) gebruiken, blijft de tweede parameter niet constant. ∂u/∂x is dus 1, onafhankelijk van de relatie tussen x en y. Omdat je in praktijk ook wel eens wilt weten wat u doet als alleen x een infinitesimaalkleine wijziging ondergaat, is ook de totale afgeleide maar geïntroduceerd.

    [ Bericht 1% gewijzigd door GlowMouse op 25-08-2007 23:59:11 ]
    Wolfjezondag 26 augustus 2007 @ 00:07
    quote:
    Op zaterdag 25 augustus 2007 23:48 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Hierna nog één post, dan zit het topic vol en is de discussie ten einde. Heb jij het laatste woord als niemand je voor is
    Ja, ja, ik neem het laatste woord wel!

    Om het leuk en gezellig te houden, wil ik iedereen verzoeken om alleen vragen te stellen over zaken waar ook ik verstand van heb. Dat zijn dus bijvoorbeeld coderingstheorie gerelateerde dingetjes en het gelijknamig maken van breuken. En van algoritmen heb ik ook wel verstand. Houd je je niet aan deze simpele regels, dan loop je het risico dat GlowMouse je vragen correct beantwoord.