Ik heb het idee dat de volgorde anders moet? eerst die -2y weg en dan pas wortel trekken? Helaas kom ik er ook dan nog niet uitquote:Op donderdag 5 juli 2007 15:43 schreef TC03 het volgende:
x-2 = y^2 -2y
wortel(x-2) = y-2y
Deze stap klopt niet volgens mij.
Hmm dus dat geldt voor deze functie idd. Maar heeft dit feit al invloed om de manier waarop ik de inverse moet zoeken? Als ik er uiteindelijk 2 heb gevonden is het verder tamelijk simpel om te kijken welke de juiste is lijkt me.quote:Op donderdag 5 juli 2007 15:57 schreef GlowMouse het volgende:
Bedenk ook dat het vinden van de inverse niet zal lukken wanneer de functie op alle reële getallen is gedefinieerd. Bijvoorbeeld voor zowel x=0 als x=2 heb je dat y=2. De inverse van 2 zou dus zowel 0 als 2 kunnen zijn. Omdat de inverse een functie is, zul je tussen een van twee moeten kiezen.
Wat bedoel je met juist?quote:Hmm dus dat geldt voor deze functie idd. Maar heeft dit feit al invloed om de manier waarop ik de inverse moet zoeken? Als ik er uiteindelijk 2 heb gevonden is het verder tamelijk simpel om te kijken welke de juiste is lijkt me.
Ken je de abc-formule?quote:k heb het idee dat de volgorde anders moet? eerst die -2y weg en dan pas wortel trekken? Helaas kom ik er ook dan nog niet uit
Een kansdichtheid voldoet aan de eigenschappen dat hij niet-negatief is voor iedere x, en over het hele domein tot 1 integreert. Jouw f(x) = -A exp(-dx) doet dat niet voor positieve A. Ik denk dus dat jouw definitie van de negatieve exponentiële verdeling niet klopt. Ik zie nu ook dat je het minnetje voor zowel de A als de d weglaat. Voor de d moet hij uiteraard wel staan.quote:Op zich moet het niet veel uitmaken: ik kan immers al mijn data spiegelen, de parameters voor een positieve exponentiele verdeling f(x) = A exp (dx) schatten en er dan een minnetje voor zetten
Ik spiegel niks. Maar ik zag dat je x-streep negatief is. Negatieve waarnemingen komen niet voor in de kansverdelingen die je hebt genoemd. Wel kun je de kansdichtheidsfunctie spiegelen in de x-as, je krijgt dan f(x)=λexp(λx) voor x<=0, 0 voor x>0, of met iets meer vrijheid f(x)=A*exp(d*x) voor x<=c, 0 voor x>c. De afleiding voor de kansdichtheid gaat dan verder analoog aan het rekenwerk in mijn vorige post.quote:Begrijp ik je goed dat je me aanraadt de gegevens te spiegelen?
Daar hebben we computers voor! Ontzettend bedankt, ik zal het proberen. Mijn werkdag hier in Colombia loopt nu tegen z'n einde dus ik kom hier maandag op terug.quote:Helaas laat die zich slecht met de hand maximaliseren.
Daarna is het een kwestie van parameters schatten:quote:function y = custpdf(x, A, d)
y = A*exp(d*x).*indicator([-inf log(d/A)/d], x);
function y = indicator(A,x)
y = x >= A(1) & x <= A(2);
Startwaarden 0.01 en 0.1 zijn zo gekozen dat er een positieve likelihood is, anders werkt de maximizer niet. Als ML-schatters komt eruit A=0.0249, d=0.0540.quote:data=xlsread('DowJonesleverage.xls');
fhandle = @custpdf;
options = statset('FunValCheck', 'off');
warning off;
mle(data, 'pdf', fhandle, 'start', [0.01; 0.1], 'options', options)
(5 choose 2) is in het Nederlands uitgesproken als 5-boven-2. Maar de kans is helaas fout: 5-boven-2 * 3! = 5!/(3!*2!) * 3! = 5!/3!, terwijl je 5! permutaties hebt.quote:EDIT: Inmiddels ontdekt dat de kans op de eerste twee combos "(5 choose 2)*3!*(1/6)^5" is. Correct toch ? Zien of ik de rest ook kan.
Ik zie net dat het eigenlijk 5, 3, 5, 2 isquote:Op donderdag 12 juli 2007 00:05 schreef GlowMouse het volgende:
Helaas, je telt nu een heleboek situaties te vaak omdat zowel de 5 als de 3 dubbel voorkomen. De situatie 3355x tel je bijvoorbeeld nu viermaal.
De vijven kun je op 10 manieren plaatsen, daarna de drieën nog op 3 manieren, totaal 30 manieren dus.
Dat klopt. In het algemeen kun je alles aanpakken met combinaties; bijvoorbeeld voor 3, 3, 5, 5 heb je 5-boven 2 * 3-boven-2 omdat je na het verdelen van de twee drieën nog 3 posities overhebt waar je 2 getallen kwijt moet. Ook bij allemaal verschillende getallen gaat dit goed: het aantal mogelijkheden voor de combo 2, 3, 5 is gelijk aan 5-boven-1 * 4-boven-1 * 3-boven-1.quote:EDIT: De 10 manieren heb ik gevonden door ze te tekenen, denk ik. Als er 3 5'en waren, zouden er dan ook 10 manieren zijn om ze te plaatsen ? Kan ik dit ook gewoon uitrekenen door 5-boven-2 en 5-boven-3 ?
Klopt.quote:Edit II :
Dit is om 5,3,5,2 uit te rekenen
Ik heb dus 10 manieren om de 5'en te plaatsen, daarna nog maar 3 om de 3 te plaatsen, daarna nog 2 voor de 2 . 10*3*2 dus ?
Is de waarschijnlijkheid dan (1/6)^4*60 ?
Nee, dat is goed. In praktijk zul je ook in ongeveer 1 van de 4 situaties die combo halen. Dat kun je zo uitproberen.quote:Dit is wel 0,27..., dus hier zal ik iets fout hebben ?
Klopt.quote:Ik zie in het experiment geen overlap (maar ik ben ook wiskundig blind ), dit betekent dus dat ik alles bij elkaar mag optellen ?
Je wil y oplossen uitquote:Op donderdag 5 juli 2007 15:31 schreef H4ze het volgende:
Ik ben een beetje bezig met de inverse van functies te berekenen en opzich lukt dat wel aardig. Echter heb ik nu een 2e graads functie voor me waarbij het me niet lukt....Dit heb ik zelf geprobeerd:
y = x^2 - 2x + 2
x = y^2 - 2y + 2
x-2 = y^2 -2y
wortel(x-2) = y-2y
Nee. Hoe kom je erbij dat de wortel uit (y2 - 2y) gelijk zou zijn aan (y - 2y) ?
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 | # alpha: speed of mean-reversion in volatility process # k: effect of brownian motion on volatility # rho: correlation between movement of volatility and price # theta: volatility in steady state w1 <- array(0, N); w2 <- array(0, N); w2 <- rwiener(1,N); w1 <- rho*w2+sqrt(1-(rho^2))*rwiener(1,N); return <- array(0, N); return[1] <- S0; sigma <- array(0, N); sigma[1] <- 0; for (t in 1:(N-1)) { sigma[t+1] <- sigma[t]+alpha*(theta-sigma[t])+k*(w1[t+1]-w1[t]); return[t+1] <- sigma[t+1]*(w2[t+1]-w2[t]); } return; } |
He GlowMouse, je gaat hier toch niet zomaar ff door dt zitten delen hequote:Op donderdag 12 juli 2007 19:35 schreef GlowMouse het volgende:
In het plaatje lijkt de variantie van met name de rode lijn juist steeds groter te worden. Maar volgens het continue-tijd model kan dat wanneer dσ(t)/dt positief is (even aannemende dat die bij de rode lijn hoort).
Afgezien daarvan lijkt me de discretisatie fout. R(t+Δt) is nu geen functie van R(t). De discretisatiemethode van Euler specifiek ken ik niet, maar ik denk dat hij hierop neerkomt:
[afbeelding]
Wiskundigen zullen het vast niet leuk vinden dat ik zomaar door dt deel![]()
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |