Ja idd, de som van exp. verdeelde stochasten heeft een Gamma-verdeling.quote:Op zondag 10 juni 2007 14:52 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Die krijg je door de som van exponentieel verdeelde stochasten te nemen, niet door het product.Hmm wacht, dat was de gamma-verdeling. Krijg je geen gamma(365, 0.5) verdeling?
Ja, ik begrijp je goed, kansrekening is een abstracter geheel dan de andere vakken die je noemt. Desondanks kan het geen kwaad eens goed na te denken waar je nu eigenlijk mee aan het werk bent. Begin met de definitie van een stochast, wat dat eigenlijk voor een ding is, hoe het gedrag van zo'n stochast bepaald wordt door grootheden als z'n verwachtigswaarde, dichtheidsfunctie en verdelingsfunctie. Daarnaast heb je een aantal funcamentele regels waarmee je kansen kunt uitrekenen, zoals de P(gebeurtenis) = 1 - P(gebeurtenis vindt niet plaats) zoals in de vorige opgave. Als je je met deze grondbeginselen vertrouwd kunt maken, kun je van daaruit vrij makkelijk verder bouwen naar het oplossen van je opgaves.quote:Mja ik ben er zoals ik al eerder zei al maanden mee bezig, maar het ligt me totaal niet. Het is allemaal zo abstract e.d. Vakken als mechanica of analyse heb ik niet zo veel problemen mee, maar dit zie ik absoluut niet. En idd doe ik het nu door wat trucjes te leren, zodat ik bepaalde sommen op kan lossen. Niet de goede manier, dat besef ik ook, maar ik zie op dit moment niet een andere manier om het te halen.
Volgens mij gaat ie nu vol he?
quote:The joint probability density function (PDF) of the random
vector [x1, x2]T is given as fx1x2(x1, x2) = 1
10 (3x21
+
8x1x2) for 0 ≤ x1 ≤ 1, 0 ≤ x2 ≤ 2, and fx1x2 (x1, x2) = 0
for all other values of x1 and x2. The probability P(2x1 ≤ x2) equals
a) 11/20
b) 8/20
c) 9/20
d) 10/20
Klinkt idd heel logisch, alleen het vinden van die grenzen vind ik vrij moeilijk. Heb nu net zo'n beetje alle mogelijkheden geprobeerd, maar ik kom maar niet op die 9/20.quote:Op zondag 10 juni 2007 15:43 schreef GlowMouse het volgende:
In het univariate geval bereken je de kans door de dichtheid te integreren over het toegelaten gebied. Dat is in het bivariate geval precies hetzelfde, alleen heb je dan een dubbelintegraal. De grenzen van de binnenste integraal zul je hier af moeten laten hangen van de integrator van de buitenste integraal, maar dat is analyse en dat moet je lukken
Die dichtheidsfct staat een beetje onduidelijk in de quote, kun je die nog eens precies opschrijven, dan rekenen we het even uit.quote:Op zondag 10 juni 2007 15:58 schreef Schuifpui het volgende:
[..]
Klinkt idd heel logisch, alleen het vinden van die grenzen vind ik vrij moeilijk. Heb nu net zo'n beetje alle mogelijkheden geprobeerd, maar ik kom maar niet op die 9/20.![]()
sorry was me niet opgevallen, hij pakt de deelstrepen niet goed. Het moet dus zijn 1/10(3x12+8x1x2) Ik denk dat ik er met de uitleg van glowmouse nu wel uit kom.quote:Op zondag 10 juni 2007 16:04 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Die dichtheidsfct staat een beetje onduidelijk in de quote, kun je die nog eens precies opschrijven, dan rekenen we het even uit.
quote:Op zondag 10 juni 2007 16:09 schreef GlowMouse het volgende:
Als 2x1 ≤ x2 houd je een driehoek over met hoekpunten (0,0), (0,1) en (1,2).
Stel de binnenste integraal is naar x1, dan integreer je van 0 t/m x2/2. De buitenste integraal (naar x2) integreer je dan gewoon van 0 t/m 2.
Ok. Je kunt het ook als volgt bekijken: voor elke x1 moet je die x2 hebben die voldoen aan x2 >= 2x1. Dus je integreert over alle x1 tussen 0 en 1 en voor elke x1, over alle x2 die tussen 2x1 en 2 liggen. Dus je krijgt de dubbele integraal int_{0}^{1} int_{2x1}^{2} .... dx2 dx1, en als je die uitrekent kom je idd op 9/20.quote:Op zondag 10 juni 2007 16:15 schreef Schuifpui het volgende:
[..]
sorry was me niet opgevallen, hij pakt de deelstrepen niet goed. Het moet dus zijn 1/10(3x12+8x1x2) Ik denk dat ik er met de uitleg van glowmouse nu wel uit kom.![]()
Ik weet ongeveer hoe dit moet. De variance matrix bepaal je door (ATD-1A)-1 uit te rekenen. Het probleem zit hier in het opstellen van de A-matrix. Volgens mij moet het een 6 x 2 matrix worden, zodat:quote:By means of the Global Positioning System (GPS) the six
height differences hi, i = 1, . . . , 6, as shown in Fig. 2 are
observed. The heights of points 1, 2 and 3 are assumed
known, the heights of points 4 and 5 are unknown. The
observables are hi = hi + ei, whereby it may be assumed
that E(ei) = 0 and D(ei) = 2 cm2 for i = 1, . . . , 6, and
C(ei, ej) = 0 for i 6= j. The variance of the BLUE of h1
is then given as
a) 8/11 cm2
b) 0 cm2
c) 6/11 cm2
d) 2 cm2
De orde van x is een deler van de orde van de groep C_n. Uiteraard kan de orde dus niet 2 zijn en dusquote:Op dinsdag 12 juni 2007 12:49 schreef teletubbies het volgende:
Zij n een oneven getal, Dn de diëdergroep van orde 2n, en Cn de ondergroep
van Dn voortgebracht door een element van orde n. Voor x in Dn geven we met
f(x) het aantal elementen in de conjugatieklasse van x in Dn aan.
a. Bewijs: voor x in Cn verschillend van e geldt f(x) = 2.
Bij de uitwerking staat:
a Voor x in Cn en s Dn Cn geldt sxs-1 = x-1, en x commuteert met de elementen
van Cn. Omdat n oneven is geldt x != x-1 voor x != e: er is geen x in Cn van orde 2. Dus
f(x) = 2. (Alternatief: de normalisator van x bevat Cn maar is niet de hele groep, dus
index = 2 = f(x).)
Wat ik niet snap, heb ik eventjes onderstreept. Ik weet opeens niet het gegeven n is oneven te maken heeft met:
x != x-1 voor x != e..
:S kan iemand een uitleg geven?
Alvast bedankt..
quote:Op dinsdag 12 juni 2007 19:59 schreef GlowMouse het volgende:
De professor had niet zoveel tijd, en wist ook niet zo heel veel van BLUE's af kreeg ik het idee. Hij verwees me naar boeken over variantieanalyse in de bibliotheek, maar daar kon ik er niets relevants over vinden. Overmorgen ga ik een andere professor proberen
Ik ben er zelf ook wel benieuwd naar. En nu heb ik er zolang over nagedacht, nu wil ik het weten ookquote:Op dinsdag 12 juni 2007 20:04 schreef Schuifpui het volgende:
[..]
Je doet er wel veel moeite voor! Ik waardeer je hulp heel erg, maar gaat dit niet een beetje ver?
![]()
![]()
Die is 2 juli, dus nog genoeg tijd.quote:Op dinsdag 12 juni 2007 20:06 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Ik ben er zelf ook wel benieuwd naar. En nu heb ik er zolang over nagedacht, nu wil ik het weten ookIs het nog wel op tijd voor je tentamen?
Het staat ook in de documentatie van fft dat het signaal met nullen wordt aangevuld indien nodigquote:Op woensdag 13 juni 2007 11:17 schreef vliegtuigje het volgende:
Hoi,
Ik ben nog steeds (zie vorig topic) bezig met de FFT van een berg meetdata...
De m-file waaraan ik aan het werken was, is praktisch af - de fft lijkt perfect te werken..
Maar...Ik hoorde van een studiegenootje dat je data enorm verpest wordt als je de FFT neemt van een aantal datapunten dat géén macht van 2 is, omdat matlab dan extra nullen aan je array toevoegt. In de matlab help las ik dat ie dat deed als in (FFT(data,n) ) , n kleiner was dan het aantal datapunten.
Ik werk níet met machten van 2 (door aantal opties erg lastig), maar n = lengte van de array.Moet ik me zorgen maken en tóch iets gaan bedenken? Qua snelheid levert het echt geen probleem op.
Ik heb even het volgende geprobeerd:
b = [ 2 3 5 6 6 ]
a = [ 2 3 5 6 6 0 0 0]
fft(b,5)
fft(b,8)
fft(a,8)
fft(b,8) en fft(a,8) leveren hetzelfde resultaat, dus dan worden er nullen toegevoegd aan b. fft(b,5) levert andere resultaten, dus ik denk daaruit te kunnen concluderen dat het signaal niet aangevuld wordt met nullen. Is dit zo?
Bedankt voor je moeite. Met studiegenoten heb ik het er niet over gehad nog. De meesten zijn toch wat meer van de korte termijn voorbereiding.quote:Op donderdag 14 juni 2007 15:09 schreef GlowMouse het volgende:
De bewuste professor kon ik niet vinden, maar ik heb nog wel weer iemand anders gesproken die overigens ook niet veel tijd is. Er is geen recept op een BLUE te vinden, dus op basis van mijn eerdere argumentatie zou ik gewoon zeggen dat je 3 van de 4 antwoorden weg kunnen strepen.
Wat zeggen je studiegenoten?
Tekenen!quote:Op donderdag 21 juni 2007 15:51 schreef Huppelei het volgende:
"Stel de formule op van de lijn n die door de punten C (-5,7) en D(3,-9) gaat."
1 2 3 4 5 | --------- = -------- --- = -2 Delta X -5- 3 -8 y = -2x + b -9 = -2 . 3 + b b= -3 y = -2x -3 |
Met de GRquote:Op donderdag 21 juni 2007 15:56 schreef andre347 het volgende:
"Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijn p : y = 1/2x - 3 met de x-as."
Die lijnen moet je geloof ik gewoon plotten, en dan Integer denk ik
dat moet je dus ook op papier zelf kunnen. eitje.quote:Op donderdag 21 juni 2007 15:56 schreef andre347 het volgende:
"Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijn p : y = 1/2x - 3 met de x-as."
Die lijnen moet je geloof ik gewoon plotten, en dan Integer denk ik
Derdeklaswerk, A2 maakt dan nog geen verschilquote:
WTF?quote:Op donderdag 21 juni 2007 15:56 schreef andre347 het volgende:
"Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijn p : y = 1/2x - 3 met de x-as."
Die lijnen moet je geloof ik gewoon plotten, en dan Integer denk ik
l = m oplossen dus:quote:Op donderdag 21 juni 2007 16:09 schreef Huppelei het volgende:
Had een vraag verkeerd..
2 moest zijn: "Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijnen l : y = -3x + 5 en m : y = 5x + 21"
Beide dingen moet je ook niet uit je hoofd leren, maar gewoon afleiden. Helaas is het onderwijs daar niet meer op gericht... trucjes uit je hoofd leren heb je weinig aan, als je weet waar je mee bezig bent, verzin je dat ter plekke.quote:Op donderdag 21 juni 2007 15:51 schreef Huppelei het volgende:
Ik kwam in mijn wiskunde boek een paar sommen tegen waarvan ik de methode om ze op te lossen even niet meer weet. Dus als iemand dat hier weet hoor ik het graag (wat wel zo zal zijn, want de sommen zijn erg makkelijk eigenlijk)
Het gaat om de volgende sommen:
"Stel de formule op van de lijn n die door de punten C (-5,7) en D(3,-9) gaat."
en
"Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijn p : y = 1/2x - 3 met de x-as."
en
"De lijn n snijdt de x-as in het punt E(12,0) en de y-as in het punt F(0,-6).
Stel de formule van n op."
Alvast bedankt, en sorry van de eigenlijk stomme vragen
Huppelei
Alledrie invullen op je rekenmachine en dan je eigen conclusie trekken, denk ik.quote:Op donderdag 21 juni 2007 16:51 schreef Huppelei het volgende:
Nog 1 vraag.
We hebben een discussie over een som, namelijk: (x-7)^2 = (x-8)^2
Ik zeg dat x = -0.75 en de ander zegt x = 0,5 en de laatste zegt x = 7,5
Wat denken jullie?
(x-7)^2 = (x-8)^2quote:Op donderdag 21 juni 2007 16:51 schreef Huppelei het volgende:
Nog 1 vraag.
We hebben een discussie over een som, namelijk: (x-7)^2 = (x-8)^2
Ik zeg dat x = -0.75 en de ander zegt x = 0,5 en de laatste zegt x = 7,5
Wat denken jullie?
Of je werkt bij allebei de kanten de haakjes weg:quote:Op donderdag 21 juni 2007 16:51 schreef Huppelei het volgende:
Nog 1 vraag.
We hebben een discussie over een som, namelijk: (x-7)^2 = (x-8)^2
Ik zeg dat x = -0.75 en de ander zegt x = 0,5 en de laatste zegt x = 7,5
Wat denken jullie?
Bedoel je met MGF genererende functies? In dat geval gebruiken wij dat de genererende functie van r.v X gedefinieerd is als:quote:Op donderdag 21 juni 2007 19:39 schreef GlowMouse het volgende:
Probeer eens wat met de MGF's.
Snap niet wat je hiermee bedoeldquote:Op donderdag 21 juni 2007 19:39 schreef GlowMouse het volgende:
Als het niet lukt, zeg dan of je als parameter van de exponentiele verwachting de verwachting of de inverse daarvan hanteert; beide komen namelijk voor.
Ja dat bedoel ik. Andere notatie is namelijk dat f(x)=exp(-x/a)/a en dan zou de uitwerking er raar uitzien als je dat niet wist.quote:Bedoel je dat?
Ik snap de vraag niet. e=2.71enz?quote:Op vrijdag 22 juni 2007 20:16 schreef teletubbies het volgende:
Gegeven een groep met een element x zodanig dat xyx=y³ voor alle y in G.
toon aan: x²=e en y^8=e.
voor de eerste vul ik in y=e. dan krijg ik x²=e.
de tweede is niet helemaal gelukt.
ik weet bijv wel dat als ik subsitueer voor y de waarde xyx. dan krijg ik:
xxyxx=(xyx)³ dus
y=xy³x..
verder kom ik niet
als ik subsitueer voor y de waardx-1yx-1 dan krijg ik.quote:Op vrijdag 22 juni 2007 20:16 schreef teletubbies het volgende:
Gegeven een groep met een element x zodanig dat xyx=y³ voor alle y in G.
toon aan: x²=e en y^8=e.
voor de eerste vul ik in y=e. dan krijg ik x²=e.
de tweede is niet helemaal gelukt.
ik weet bijv wel dat als ik subsitueer voor y de waarde xyx. dan krijg ik:
xxyxx=(xyx)^3 dus
y=xy^3x..
verder kom ik niet
ik heb hem zo op mijn gr geplot.quote:Op zaterdag 23 juni 2007 16:37 schreef GlowMouse het volgende:
Weet je zeker dat je het gebied goed geplot hebt? Het ziet er namelijk vrij logisch uit:
[afbeelding]
functie omgerekend naar r en O en dan de formule zo bewerkt dat ik die formule krijg zodat ik hem in de gr kan invoeren.quote:Op zaterdag 23 juni 2007 16:46 schreef GlowMouse het volgende:
Hoe kom je ooit aan r=1/θ-1 :s Het gaat om het gebied 0<=x<=2, x<y<wortel(4-x²).
dat snap ik maar ik kan uit jouw plot bv niet snel halen dat het gebied begrensd wordt met pi/2 en pi/4 en dat is alleen al als ik hem kan plottenquote:Op zaterdag 23 juni 2007 16:55 schreef GlowMouse het volgende:
Die berekening zou moeten beginnen met 0<r*cos(θ)<2 en r*cos(θ) < r*sin(θ) < wortel(4-r²cos²(θ)). Ik denk niet dat je daarmee snel tevreden wordt.
Doel van poolcoordinaattransformatie is juist dat wanneer het oorspronkelijke gebied zich makkelijk in poolcoördinaten laat beschrijven en er iets met x²+y² in de integrand staat, de berekening makkelijk wordt. Het oorspronkelijke gebied moet je tekenen mbv 0<x<2, x<y<wortel(4-x²) met x op de ene as en y op de andere as. Je hebt dan nog niet met r en θ te maken. Eenmaal het gebied getekend is, kun je hetzelfde gebied proberen te beschrijven in r en θ.
ok hij snijdt hem dus precies door middenquote:Op zaterdag 23 juni 2007 17:03 schreef GlowMouse het volgende:
Wanneer je weet dat de lijn y=x onder een hoek van pi/4 rad staat en de lijn x=0 onder een lijn van pi/2 rad, weet je genoeg.
dat is inderdaad makkelijker.quote:Op zaterdag 23 juni 2007 14:47 schreef GlowMouse het volgende:
Als uit x²=e volgt dat (x-1)2=e dan lijkt het te kloppen. Makkelijker was y³ invullen. Rechts krijg je dan direct y9, links kun je y=xy³x gebruiken.
Ik weet alleen te weinig van groepen om te weten of y9=y voldoende is om y8=e te bewijzen.
eerste als ik het goed heb er zit een rang order in, volgensmij staat die op de laatste pagina`s van binasquote:Op zondag 24 juni 2007 13:25 schreef Keileweg-ethicus het volgende:
Hoe heet dit molecuul?
[afbeelding]
Morgen proefwerk scheikunde, koolstofchemie...
Ik had dus niet echt een idee hoe dit moest, ik deed alleen wat wanhopige pogingen, dus toets ik sqrt(102+52) in en jawel daar komt ongeveer 11 uit, het goede antwoord. Mijn vraag dus, is dit gewoon toeval en zo ja hoe los ik dit op? Of is dit goed en waarom dan wel?quote:We plan to determine the area of a rectangle
by means of measuring the length a and width b once.
Before measuring, we would like to assess the precision
with which the area can be determined. We know that
the rectangle has a length of 10 m and a width of 5 m,
approximately. Assuming that the length and width measurement
are independent and have a standard deviation
of 1 cm, what is the standard deviation of the area, to a
first-order approximation?
a) 1 cm2
b) 50 cm2
c) 11 cm2
d) 7 cm2
De verwachting van een discrete stochast bereken je gewoonlijk met behulp van een (oneindige) som, maar als je het toch graag met een integraal wilt doen zul je met delta functies (Kronecker of Dirac, dat weet ik niet precies) moeten gaan rommelen. Je wilt dan integraal[-inf tot inf] delta*x*f(x)dx = integraal[-inf tot inf]xd(primitieve(delta*f(x))) doen. Ik heb niet zoveel verstand van integreren met delta's, maar ik vermoed dat het in jouw voorbeeld F(x) = x als x = 1, 0 anders moet zijn (volgens mij heb je de cumulatieve kansverdeling opgeschreven).quote:Op maandag 25 juni 2007 14:07 schreef GlowMouse het volgende:
Ik kwam tegen dat de verwachting van zowel een continue als discrete stochast berekend kan worden via integraal[-inf tot inf]xdF(x). Hier zet ik vraagtekens bij, en ik vraag me af wie nu gelijk heeft. Misschien ziet iemand een fout in onderstaande redenatie:
Neem de stochast X met P(X=1) = 1, ofwel F(x) = 0 als x<1, 1 als x>=1.
Ik snap niet wat je hier precies mee bedoeltquote:Neem als verdeling (-inf, 1-a, 1, inf).
Daarom snap ik dit ook nietquote:De onderschatting van de integraal is nu 0, de bovenschatting a, als a->0 zijn zowel onder- als bovengrens 0, wat de integraal 0 maakt. Dit terwijl de verwachting 1 is.
F(x) wordt ook regelmatig gebruikt om de primitieve van f(x) mee aan te duidenquote:Op maandag 25 juni 2007 15:30 schreef GlowMouse het volgende:
Een som is natuurlijk makkelijker, maar wanneer je wat algemene dingen op wilt schrijven zonder vantevoren te willen weten of de stochast continu of discreet is, kom je niet om een integraal heen. De lebesgue-integraal wordt hier gewoonlijk voor gebruikt, maar nu kwam ik de stieltjesintegraal tegen.
F(x) is inderdaad de cumulatieve verdelingsfunctie. Met verdeling (Engels: division) bedoel ik een oplopende reeks getallen die gebruikt wordt om de integraal te berekenen. Zoals de riemannintegraal benaderd kan worden met onder- en bovensommen, kan de stieltjesintegraal dat ook.
-knip, wacht!-
In het continue geval komt de notatie dan wel overeen, discreet zou f niet bestaan. Bij kansrekenen zijn F en f altijd de cdf en pdf, voor zover ik ze tegengekomen ben. Maar bij nader inzien blijkt de stieltjesintegraal toch goed uit te komen, ik denk dat ik eerder integrand en integrator verwisselde. Ik zie nu in ieder geval waarom het altijd goed gaat bij discrete stochasten, en ben weer een stukje wijzer gewordenquote:Op maandag 25 juni 2007 15:34 schreef Wolfje het volgende:
[..]
F(x) wordt ook regelmatig gebruikt om de primitieve van f(x) mee aan te duiden.
Een eerste orde benadering voor de oppervlakte is A = 50 + 5*X + 10*Y, waarbij X en Y de afwijkingen in de lengte en breedte voorstellen (de term X*Y valt weg in de benadering). De variantie van de oppervlakte is dus (5*5+10*10)*0.01 = ongeveer 0.11 m2.quote:Op maandag 25 juni 2007 15:14 schreef Schuifpui het volgende:
Zo eerste tentamen gehad, nu verder met Probability and observation theorie, fulltime.![]()
[..]
Ik had dus niet echt een idee hoe dit moest, ik deed alleen wat wanhopige pogingen, dus toets ik sqrt(102+52) in en jawel daar komt ongeveer 11 uit, het goede antwoord. Mijn vraag dus, is dit gewoon toeval en zo ja hoe los ik dit op? Of is dit goed en waarom dan wel?![]()
Het lijkt me niet heel logisch omdat de een in meters is en het antwoord in cm2.
Noem de lengte L, de breedte B, dan gaat het om VAR(L*B). Ik ken die benadering niet, Wolfje welquote:Op maandag 25 juni 2007 15:14 schreef Schuifpui het volgende:
Zo eerste tentamen gehad, nu verder met Probability and observation theorie, fulltime.![]()
[..]
Ik had dus niet echt een idee hoe dit moest, ik deed alleen wat wanhopige pogingen, dus toets ik sqrt(102+52) in en jawel daar komt ongeveer 11 uit, het goede antwoord. Mijn vraag dus, is dit gewoon toeval en zo ja hoe los ik dit op? Of is dit goed en waarom dan wel?![]()
Het lijkt me niet heel logisch omdat de een in meters is en het antwoord in cm2.
Hmm eigenlijk volg ik dat niet zo. De eerste formule is logisch en dat X*Y wegvallen ook. Maar waar je opeens die formule voor de variantie van het opp vandaan haalt.quote:Op maandag 25 juni 2007 15:47 schreef Wolfje het volgende:
[..]
Een eerste orde benadering voor de oppervlakte is A = 50 + 5*X + 10*Y, waarbij X en Y de afwijkingen in de lengte en breedte voorstellen (de term X*Y valt weg in de benadering). De variantie van de oppervlakte is dus (5*5+10*10)*0.01 = ongeveer 0.11 m2.
Aha thanks, dit ga ik even in grote letters noteren.quote:Op maandag 25 juni 2007 16:19 schreef GlowMouse het volgende:
Als A = 50 + 5*X + 10*Y, dan VAR(A) = VAR(50 + 5*X + 10*Y) = VAR(5X) + VAR(10Y) = 25*VAR(X) + 100*VAR(Y).
Een type II error is dus dat Ho geaccepteerd wordt, terwijl Ho niet waar is. Nou dacht ik dat dit vrij simpel was en ik gewoon de integraal van N(0.5,1) kon nemen van - oneindig tot 1, maar dat klopt dus niet. Na veel proberen heb ik antwoorden a,c en d er uitgekregen, maar niet b, de goede.quote:Question 20
Test statistic T has, under null hypothesis Ho, distribution
T ∼ N(0, 1). The same test statistic is distributed
as T ∼ N(∇, 1) under the alternative hypothesis, with
∇ = 1/2 . The test reads: reject Ho if |T | > 1. The probability
of committing a type II error is
a) 0.1587
b) 0.6247
c) 0.6915
d) 0.3085
Oh aha ik zie hem, dom dom. Inderdaad wel een heel onlogische test.quote:Op maandag 25 juni 2007 22:26 schreef GlowMouse het volgende:
reject Ho if |T | > 1 <- dat is ook niet logisch bij deze toets
Kan met de Grafische Rekenmachine als je die hebt (invoeren bij L1 en dan 1 var stats L1 doen)quote:Op dinsdag 26 juni 2007 13:22 schreef ukga het volgende:
Oke mensen een hbo vraagje (volgens mij is ie simpel, maar ik kan nergens een goede uitleg vinden)
Gegeven zijn de volgende getallen; 1, 9, 10, 8, 7, 2 en 6
Bereken de standaardafwijking van deze 7 getallen!
hoezo door 6 delen dan?quote:Op dinsdag 26 juni 2007 13:47 schreef GlowMouse het volgende:
Een reeks getallen heeft geen standaardafwijking. Wanneer de getallen een aselecte trekking vormen uit een populatie met bepaalde kansverdeling, kun je de standaardafwijking van die kansverdeling schatten. De methode van -J-D- schat die variantie steeds te laag, je moet delen door 6 ipv 7 om een zuivere schatting te krijgen.
Lijst maken bij Listquote:Op dinsdag 26 juni 2007 13:56 schreef ukga het volgende:
hartstikke bedanktik snap je uitleg(en eht natwoord klopt). Alleen snap ik niet hoe ik het op me GR moet doen)
Omdat je 7 getallen hebt en je de variantie anders te laag schat.quote:
In het boek staat de definitie:quote:The joint probability density function of the random vector [x1,x2]T is given as fx1x2=1/10(3x12+8x1x2) for 0 < x1 < 1, 0 <x2 < 2. and zero otherwise. The marginal PDF of x1 is given as:
Als ik het dus goed begrijp gaat x2 naar oneindig, maar dat zou betekenen dat de functie waarde ook naar oneindig gaat. Ik vermoed dat het dus iets met de grenzen te maken heeft, dan zou hij naar 2 moeten gaan? Dat komt dan weer niet uit.quote:The marginal distribution of the random variable xi is given by:
Fxi (xi) = lim(xj -> oneindig, j != i) Fx(x1,...,xn)
Bedankt, goede uitleg ook.quote:Op dinsdag 26 juni 2007 17:40 schreef GlowMouse het volgende:
F en f zijn twee verschillende dingen (cdf en pdf). Het makkelijkste is hier om in te zien dat je de vectoriële pdf over alle mogelijke waarden van x2 moet integreren om de marginale pdf van x1 te krijgen. In het discrete geval is dat misschien iets makkelijker in te zien: twee keer met een dobbelsteen gooien, eerste aantal ogen noem je X, tweede Y. Er geldt P(X=i, Y=j) = 1/36 (i,j in {1,2,..,6}) en voor de marignale P(X=i) geldt dat dit gelijk is aan P(X=i, Y=1) + P(X=i, Y=2) + .. + P(X=i, Y=6). De waarde van Y doet er dan niet meer toe.
idd.quote:Op dinsdag 26 juni 2007 20:12 schreef Schuifpui het volgende:
[..]
Bedankt, goede uitleg ook.![]()
Als ze het nou eens op zo'n manier in het boek zouden uitleggen, zou ik er al veel meer van snappen..
Ik dacht dat gamma gedefinieerd was als de intergraal over K van fy(y|xa) Het probleem is dat ik niet precies weet wat ik moet invullen. K is het kritieke gebied, dus de rechterkant? Maar welke grenzen ik precies moet nemen.quote:Under the null- and alternative hypothesis, test statistic T
is distributed as
Ho : T ∼ N(0, sigma2)
Ha : T ∼ N(μ, sigma2)
Take sigmaa= 1/2 and μ = 1.
The critical region for the test is
right-sided. How large is gamma
, the power of the test, when
the required level of significance is alpha = 0.10?
a) 0.3897
b) 1.0000
c) 0.2358
d) 0.7642
quote:Op woensdag 27 juni 2007 14:06 schreef GlowMouse het volgende:
Bij gamma denk ik niet direct aan het onderscheidingsvermogen (power) van een toets, eerder aan de gammaverdeling of de gammafunctie. Ik vraag me af of het een universele definitie is.
Het onderscheidingsvermogen is gelukkig wel goed gedefinieerd als 1-[kans op type II fout]. Wat je hier dus moet doen is het 0,90ste kwantiel vinden onder de nulhypothese (rechts daarvan ligt het kritieke gebied), en daarna kijken hoe groot de kans op een type II fout is (op vergelijkbare wijze als eergisteren). Je komt dan op d uit.
Begin hetzelfde gevoel te krijgen, baggervak!quote:Op woensdag 27 juni 2007 15:13 schreef Schuifpui het volgende:
Dan komt er inderdaad het goede antwoord. Dankje
Ik denk dat ik het toch maar opgeef, het wordt toch niets. Ga wel een studie zoeken zonder dit.
Hoezo?quote:Op vrijdag 29 juni 2007 00:15 schreef GlowMouse het volgende:
wat op zijn beurt weer gelijk is aan 8*nwortel(1/8^n).
Ben geen TC03, maar ik ben even een stand-inquote:Op vrijdag 29 juni 2007 00:51 schreef GlowMouse het volgende:
1/8ste is toch de ndemachtswortel uit 1/8ste tot de n-de? Tot de macht n en ndemachtswortel zijn immers elkaars inverse.
Volgens de tabel is ra = 1.96 voor een standaard normaal verdeelde PDF. Dat betekend dus dat ra voor deze vraag wordt: ra = 4*1.96. Dit heb ik gecontroleerd door de Ho te integreren van 4*1.96 tot oneindig en daar komt inderdaad 0.025 uit. Maar wat ik nu moet doen lukt opeens niet meer.quote:For testing observable y with normal distribution, two simple
hypotheses are put forward:
H0 : y ∼ N(0, 4) versus Ha : y ∼ N(2, 4)
If the type I error probability is alpha = 0.025 using a right
sided critical region, which of the following values is the
power of test?
a) 0.9750
b) 0.1685
c) 0.8315
d) 0.6630
Thanks!quote:Op vrijdag 29 juni 2007 17:18 schreef GlowMouse het volgende:
De aanhouder wint
De notatie is N(mu,sigma²), zodat 4 niet de standaardafwijking maar de variantie is. Je moet dus niet 4*1.96 maar 2*1.96 nemen. Dat het bij integreren toch goed uitkwam, komt omdat je op je GR ook de standaardafwijking invulde.
Ik heb het idee dat de volgorde anders moet? eerst die -2y weg en dan pas wortel trekken? Helaas kom ik er ook dan nog niet uitquote:Op donderdag 5 juli 2007 15:43 schreef TC03 het volgende:
x-2 = y^2 -2y
wortel(x-2) = y-2y
Deze stap klopt niet volgens mij.
Hmm dus dat geldt voor deze functie idd. Maar heeft dit feit al invloed om de manier waarop ik de inverse moet zoeken? Als ik er uiteindelijk 2 heb gevonden is het verder tamelijk simpel om te kijken welke de juiste is lijkt me.quote:Op donderdag 5 juli 2007 15:57 schreef GlowMouse het volgende:
Bedenk ook dat het vinden van de inverse niet zal lukken wanneer de functie op alle reële getallen is gedefinieerd. Bijvoorbeeld voor zowel x=0 als x=2 heb je dat y=2. De inverse van 2 zou dus zowel 0 als 2 kunnen zijn. Omdat de inverse een functie is, zul je tussen een van twee moeten kiezen.
Wat bedoel je met juist?quote:Hmm dus dat geldt voor deze functie idd. Maar heeft dit feit al invloed om de manier waarop ik de inverse moet zoeken? Als ik er uiteindelijk 2 heb gevonden is het verder tamelijk simpel om te kijken welke de juiste is lijkt me.
Ken je de abc-formule?quote:k heb het idee dat de volgorde anders moet? eerst die -2y weg en dan pas wortel trekken? Helaas kom ik er ook dan nog niet uit
Een kansdichtheid voldoet aan de eigenschappen dat hij niet-negatief is voor iedere x, en over het hele domein tot 1 integreert. Jouw f(x) = -A exp(-dx) doet dat niet voor positieve A. Ik denk dus dat jouw definitie van de negatieve exponentiële verdeling niet klopt. Ik zie nu ook dat je het minnetje voor zowel de A als de d weglaat. Voor de d moet hij uiteraard wel staan.quote:Op zich moet het niet veel uitmaken: ik kan immers al mijn data spiegelen, de parameters voor een positieve exponentiele verdeling f(x) = A exp (dx) schatten en er dan een minnetje voor zetten
Ik spiegel niks. Maar ik zag dat je x-streep negatief is. Negatieve waarnemingen komen niet voor in de kansverdelingen die je hebt genoemd. Wel kun je de kansdichtheidsfunctie spiegelen in de x-as, je krijgt dan f(x)=λexp(λx) voor x<=0, 0 voor x>0, of met iets meer vrijheid f(x)=A*exp(d*x) voor x<=c, 0 voor x>c. De afleiding voor de kansdichtheid gaat dan verder analoog aan het rekenwerk in mijn vorige post.quote:Begrijp ik je goed dat je me aanraadt de gegevens te spiegelen?
Daar hebben we computers voor! Ontzettend bedankt, ik zal het proberen. Mijn werkdag hier in Colombia loopt nu tegen z'n einde dus ik kom hier maandag op terug.quote:Helaas laat die zich slecht met de hand maximaliseren.
Daarna is het een kwestie van parameters schatten:quote:function y = custpdf(x, A, d)
y = A*exp(d*x).*indicator([-inf log(d/A)/d], x);
function y = indicator(A,x)
y = x >= A(1) & x <= A(2);
Startwaarden 0.01 en 0.1 zijn zo gekozen dat er een positieve likelihood is, anders werkt de maximizer niet. Als ML-schatters komt eruit A=0.0249, d=0.0540.quote:data=xlsread('DowJonesleverage.xls');
fhandle = @custpdf;
options = statset('FunValCheck', 'off');
warning off;
mle(data, 'pdf', fhandle, 'start', [0.01; 0.1], 'options', options)
(5 choose 2) is in het Nederlands uitgesproken als 5-boven-2. Maar de kans is helaas fout: 5-boven-2 * 3! = 5!/(3!*2!) * 3! = 5!/3!, terwijl je 5! permutaties hebt.quote:EDIT: Inmiddels ontdekt dat de kans op de eerste twee combos "(5 choose 2)*3!*(1/6)^5" is. Correct toch ? Zien of ik de rest ook kan.
Ik zie net dat het eigenlijk 5, 3, 5, 2 isquote:Op donderdag 12 juli 2007 00:05 schreef GlowMouse het volgende:
Helaas, je telt nu een heleboek situaties te vaak omdat zowel de 5 als de 3 dubbel voorkomen. De situatie 3355x tel je bijvoorbeeld nu viermaal.
De vijven kun je op 10 manieren plaatsen, daarna de drieën nog op 3 manieren, totaal 30 manieren dus.
Dat klopt. In het algemeen kun je alles aanpakken met combinaties; bijvoorbeeld voor 3, 3, 5, 5 heb je 5-boven 2 * 3-boven-2 omdat je na het verdelen van de twee drieën nog 3 posities overhebt waar je 2 getallen kwijt moet. Ook bij allemaal verschillende getallen gaat dit goed: het aantal mogelijkheden voor de combo 2, 3, 5 is gelijk aan 5-boven-1 * 4-boven-1 * 3-boven-1.quote:EDIT: De 10 manieren heb ik gevonden door ze te tekenen, denk ik. Als er 3 5'en waren, zouden er dan ook 10 manieren zijn om ze te plaatsen ? Kan ik dit ook gewoon uitrekenen door 5-boven-2 en 5-boven-3 ?
Klopt.quote:Edit II :
Dit is om 5,3,5,2 uit te rekenen
Ik heb dus 10 manieren om de 5'en te plaatsen, daarna nog maar 3 om de 3 te plaatsen, daarna nog 2 voor de 2 . 10*3*2 dus ?
Is de waarschijnlijkheid dan (1/6)^4*60 ?
Nee, dat is goed. In praktijk zul je ook in ongeveer 1 van de 4 situaties die combo halen. Dat kun je zo uitproberen.quote:Dit is wel 0,27..., dus hier zal ik iets fout hebben ?
Klopt.quote:Ik zie in het experiment geen overlap (maar ik ben ook wiskundig blind ), dit betekent dus dat ik alles bij elkaar mag optellen ?
Je wil y oplossen uitquote:Op donderdag 5 juli 2007 15:31 schreef H4ze het volgende:
Ik ben een beetje bezig met de inverse van functies te berekenen en opzich lukt dat wel aardig. Echter heb ik nu een 2e graads functie voor me waarbij het me niet lukt....Dit heb ik zelf geprobeerd:
y = x^2 - 2x + 2
x = y^2 - 2y + 2
x-2 = y^2 -2y
wortel(x-2) = y-2y
Nee. Hoe kom je erbij dat de wortel uit (y2 - 2y) gelijk zou zijn aan (y - 2y) ?
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 | # alpha: speed of mean-reversion in volatility process # k: effect of brownian motion on volatility # rho: correlation between movement of volatility and price # theta: volatility in steady state w1 <- array(0, N); w2 <- array(0, N); w2 <- rwiener(1,N); w1 <- rho*w2+sqrt(1-(rho^2))*rwiener(1,N); return <- array(0, N); return[1] <- S0; sigma <- array(0, N); sigma[1] <- 0; for (t in 1:(N-1)) { sigma[t+1] <- sigma[t]+alpha*(theta-sigma[t])+k*(w1[t+1]-w1[t]); return[t+1] <- sigma[t+1]*(w2[t+1]-w2[t]); } return; } |
He GlowMouse, je gaat hier toch niet zomaar ff door dt zitten delen hequote:Op donderdag 12 juli 2007 19:35 schreef GlowMouse het volgende:
In het plaatje lijkt de variantie van met name de rode lijn juist steeds groter te worden. Maar volgens het continue-tijd model kan dat wanneer dσ(t)/dt positief is (even aannemende dat die bij de rode lijn hoort).
Afgezien daarvan lijkt me de discretisatie fout. R(t+Δt) is nu geen functie van R(t). De discretisatiemethode van Euler specifiek ken ik niet, maar ik denk dat hij hierop neerkomt:
[afbeelding]
Wiskundigen zullen het vast niet leuk vinden dat ik zomaar door dt deel![]()
Ehh, dat komt uit de discretisatie van een model in een ander artikelquote:He GlowMouse, je gaat hier toch niet zomaar ff door dt zitten delen he . . Wat doen die wortel(dt)'s in je discretisatieformules Knakker?
Je kunt de oplossing van de eerste vergelijking van je dv.'s simpelweg schrijven als R(t) = int_0^t sigma(u) dW_u. De enige logisch manier om dit te discretiseren lijkt me toch om R(t+h) = R(t) + int_t^{t+h} sigma(u) dW_u te schrijven, ik zie niet hoe je aan die R(t) aan de rechterkant kunt ontkomen?quote:Op donderdag 12 juli 2007 20:15 schreef Knakker het volgende:
Wat wiskundigen vinden boeit me vrij weinig eerlijk gezegd- het gaat mij om de toepassing.
Het lijkt mij te kloppen dat R(t+Δt) niet van R(t) afhangt. Bekijk het vanuit het financiele perspectief: R(t+Δt) is de dagelijkse return in procenten, en die hangt níet af van de return op de vorige dag. De schommeling in de dagelijkse return wordt louter bepaald door veranderingen in de variantie σ(t) en dW1(t) (welke gecorreleerd is met dW2 uit het variantieproces).
Overigens is het natuurlijk makkelijk ff veranderd, en dat resulteert in het volgende plaatje:
[afbeelding]
Lijkt me niet correct. Nog een idee?
De reden dat die pieken op het eind niet horen terug te komen in mijn simulatie, is omdat ik éénmaal de parameters geschat heb op basis van de hele reeks. Dit omdat ik éérst wil kijken of mijn simulatie klopt.
Het is aan de persoon die de simulatie toepast om telkens te bepalen of de parameters nog een waarheidsgetrouwbeeld geven: het is veel logischer om deze te schatten over bijvoorbeeld de laatste 20 dagen - α = 0.05 in het volatiliteitsproces geeft een "mean-reversion" tijd van 1/α = 20 dagen aan). Ik denk dat ik -wanneer alles goed werkt- een iteratief proces maak waar bij elke stap de parameters opnieuw geschat worden op basis van de laatste 1/α waarnemingen o.i.d., maar dat zie ik dan wel weer.
Ik vanuit wiskundig oogpunt óók niet! Maar de simulatie klopt dan gewoon niet, en ook vanuit interpretief oogpunt (mijn sterkere kant zeg maarquote:ik zie niet hoe je aan die R(t) aan de rechterkant kunt ontkomen?
Tja, ik word hierbij niet gehinderd door specifieke ervaring hoorquote:Op donderdag 12 juli 2007 20:34 schreef Knakker het volgende:
[..]
Ik vanuit wiskundig oogpunt óók niet! Maar de simulatie klopt dan gewoon niet, en ook vanuit interpretief oogpunt raakt het kant noch wal.
Én bovendien heb ik hier een hele reeks artikelen die allemaal discretiseren zónder R(t)Vertel mij het maar
Misschien helpt het idee dat dR(t) = dS(t) - mdt, waarbij dS(t) / S(t) = mdt + s(t)dW1(t)?
Dit kan niet genoeg benadrukt worden, zou ik willen zeggen.quote:Op donderdag 12 juli 2007 20:40 schreef Knakker het volgende:
Voor alle aankomende beta-studenten die meelurken: OPLETTEN TIJDENS DE WISKUNDE VAKKEN.
Zo.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 | w = mvnrnd([0 0], [1 rho; rho 1], N); w1 = w(:,1); w2 = w(:,2); sigma(1) = 0; R(1) = 0; for t = 2:N sigma(t) = sigma(t-1) + alpha*(theta-sigma(t-1)) + k*(w2(t)-w2(t-1)); R(t) = sigma(t-1)*(w1(t)-w1(t-1)); end y = R; plot(knakker(0.05, 1.4e-3, -0.58, 0.0189, 0, 1000)) |
Klopt, maar dat is al gegeven als mogelijkheid. Nu moet je dus een andere optie proberen te kiezen. Ik ging zelf voor antwoord D. Het gekke is, ik snap hoe je vectoren moet ontbinden maar de redenatie hierachter snap ik dan weer niet.quote:Op vrijdag 13 juli 2007 23:55 schreef GlowMouse het volgende:
Hint: (1) met V heeft de richting AB omdat wanneer je de vectoren achter elkaar plakt, je op de lijn AB uitkomt.
[afbeelding]
Sure, maar dan zul je wel eerst 2 en 3 moeten ontbinden. Dat heb ik min of meer gedaan en ik kom op D uit.quote:Op zaterdag 14 juli 2007 00:31 schreef GlowMouse het volgende:
Je kunt de mogelijkheden toch gewoon proberen door de vectoren achter elkaar te plakken?
Je stelt V en 4 samen. Je bent dan in wezen 2 factoren boven de x-as. Neem je de verticale componenten van 2 en 3 dan kom je op de x-as. (x-as is dus lijn AB)quote:Op zaterdag 14 juli 2007 00:57 schreef GlowMouse het volgende:
Wanneer je V en 4 samentstelt, en daarna nog eens 2, 3 en 4 erachteraan plakt, kom je toch niet op lijn AB uit?
Waarschijnlijk het eerste. Ik was teveel gericht op de horizontale component tewijl die niks uitmaakt.quote:Op zaterdag 14 juli 2007 01:39 schreef GlowMouse het volgende:
Ja, waarom dan toch antwoord D? V+2+3+4 ligt op AB. Dus als je V en 2 hebt, heb je als overige vectoren alleen nog maar 3+4 nodig.
Je hebt dus of de vraag verkeerd gesteld of je moet de vraag nog eens doorlezen. We bedoelen in ieder geval hetzelfde.
Okey.. dit lijkt min of meer een op een conjugatiebewerking.quote:Op maandag 23 juli 2007 23:34 schreef thabit het volgende:
Je doet wel een beetje moeilijk. Je hoeft het niet zo in termen van permutaties te formuleren. Gewoon aantonen dat de afbeelding Aut(G) -> Aut(G') gedefinieerd door sigma -> I*sigma*I-1 een isomorfisme is (hint: ga na dat tau -> I-1*tau*I een inverse is).
Ik denk dat de truc waarnaar jij op zoek het zng. "kwadraat afsplitsen" is. Wat je in fiete probeert is een algemene ax^2 + bx + c te herschijven tot a(x + b)^2 + c . Het handigste is daarbij in eerste instantie te kijken welke a en b je nodig hebt. Van de merkwaardige producten weten we dat (x+p)^2 = x^2 + 2xp +p^2 oplevert. in het geval van y^2 - 2y + 2 hebben we a=1, b=-2 en c=2 (coefficienten abc-formule). We beginnen met de a-waarde en we moeten oplossen a=1; hieruit volgt dat 2yp = 2*1*p = -2, wat p = -1 oplevert. Gewapend daarmee kunnen we het kwadraat opstellen; (y-1)^2 + c = y^2 - 2y + 2. Schrijven we vervolgens het linkerlid uit dan komen we op y^2 - 2y + 1 uit, dus moeten we daar nog 1 bij optellen. We krijgen danquote:Op donderdag 5 juli 2007 15:31 schreef H4ze het volgende:
Ik ben een beetje bezig met de inverse van functies te berekenen en opzich lukt dat wel aardig. Echter heb ik nu een 2e graads functie voor me waarbij het me niet lukt....Dit heb ik zelf geprobeerd:
y = x^2 - 2x + 2
x = y^2 - 2y + 2
x-2 = y^2 -2y
wortel(x-2) = y-2y
wortel(x-2) = y(1-2) nu beide kanten door (1-2), oftewel -1 delen
wortel(x-2)/-1 = y
Dus bij mij is het antwoord y_inverse = wortel(x-2)/-1
Maar dit klopt uiteraard niet (ik heb zelf wat getallen bij beide ingevuld en zo). Volgens Maple is het correcte antwoord 1+wortel(x-1)...
Waar oh waar maak ik een domme fout?![]()
Dat weet je dus doordat de afbeelding een inverse heeft.quote:Op donderdag 26 juli 2007 23:05 schreef teletubbies het volgende:
[..]
Maar hoe weet ik of t bereik hele Aut(G') is?
Is dit niet een beetje een omweg? Je kan toch gewoon, net als Glowmouse al hintte, de abc-formule gebruiken?quote:Op dinsdag 31 juli 2007 13:44 schreef harrypiel het volgende:
[..]
Ik denk dat de truc waarnaar jij op zoek het zng. "kwadraat afsplitsen" is. Wat je in fiete probeert is een algemene ax^2 + bx + c te herschijven tot a(x + b)^2 + c . Het handigste is daarbij in eerste instantie te kijken welke a en b je nodig hebt. Van de merkwaardige producten weten we dat (x+p)^2 = x^2 + 2xp +p^2 oplevert. in het geval van y^2 - 2y + 2 hebben we a=1, b=-2 en c=2 (coefficienten abc-formule). We beginnen met de a-waarde en we moeten oplossen a=1; hieruit volgt dat 2yp = 2*1*p = -2, wat p = -1 oplevert. Gewapend daarmee kunnen we het kwadraat opstellen; (y-1)^2 + c = y^2 - 2y + 2. Schrijven we vervolgens het linkerlid uit dan komen we (hoe toevallig) precies op y^2 - 2y + 2 uit, dus hoeven we niets bij ons kwadraat op te tellen of vanaf te trekken. Dus hebben we x = (y-1)^2 => +/- x = y-1 => 1+/- x = y.
Ja, het is alleen de vraag of iemand als H4ze die kennelijk in de veronderstelling verkeerde dat de wortel uit y2 - 2y gelijk is aan y - 2y (sic) een kwadraatafsplitsing wel tot een goed einde weet te brengen ...quote:Op dinsdag 31 juli 2007 15:14 schreef GlowMouse het volgende:
Het (meest gangbare) bewijs van de abc-formule leunt op het afsplitsen van het kwadraat, dus in feite doe je precies hetzelfde. Het voordeel van de manier van harrypiel is dat je wat beter weet waar je mee bezig bent.
Nee, dat is ook niet zo. Delen levert dan een constante op plus een restbreuk waarbij de teller een eerstegraadsfunctie is in x. Door kwadraatafsplitsing toe te passen in de noemer (zonder reële nulpunten) en de teller te herschrijven kun je die restbreuk verder herleiden tot een som van twee breuken die wel te integreren zijn.quote:Op dinsdag 31 juli 2007 17:23 schreef GlowMouse het volgende:
Als zowel a als d ongelijk aan 0 zijn in je functie, lijkt het me sterk dat je iets krijgt in de vorm van 1/(ax²+bx+c).
het was ook om aan te geven dat je in bepaalde gevallen je aan "kwadraat afsplitsen" vast zit om bijv. een integratie tot een goed einde te brengen. Tuurlijk, als we de andere gevallen nalopen: is de noemer een:quote:Op dinsdag 31 juli 2007 17:23 schreef GlowMouse het volgende:
Als zowel a als d ongelijk aan 0 zijn in je functie, lijkt het me sterk dat je iets krijgt in de vorm van 1/(ax²+bx+c).
Een vraagje over Hom(D3, A4). De vraag is, bepaal het aantal homomorfismen in deze groep.quote:Op dinsdag 31 juli 2007 13:47 schreef thabit het volgende:
[..]
Dat weet je dus doordat de afbeelding een inverse heeft.
Denk dat dat het symbool voor het gemiddelde is, in dit geval de gemiddelde energie.quote:Op vrijdag 17 augustus 2007 15:19 schreef GlowMouse het volgende:
Is dat streepje boven de E op de tweede regel trouwens een min-teken voor de dau-phi/dau-beta erna, of sluipt er ergens een minteken in?
Waar komt de min voor de N op de regel erna dan vandaan?quote:Op vrijdag 17 augustus 2007 15:20 schreef harrypiel het volgende:
[..]
Denk dat dat het symbool voor het gemiddelde is, in dit geval de gemiddelde energie.
Daar komt alleen de -epsilon term uit voort.quote:Op vrijdag 17 augustus 2007 15:27 schreef harrypiel het volgende:
Die komt dan weer van het differentieren van iets als ln(1+e-x) mbv de kettingregel.
Ik zie zo geen rekenfout hoor.quote:Op zondag 19 augustus 2007 22:21 schreef Merkie het volgende:
Inhoud ciilinder = pi*r²*z = 500. z = 500/(pi*r²)
Totale oppervlakte van een cilinder = 2pi*r² + z*2pi*r. Dit omdat je 2x een cirkel met oppervlakte pi*r² hebt, en een hoogte z * de omtrek van de cirkel (= 2pi * r).
Substitueren levert op: 2pi*r² + (2pi*r*500)/(pi*r²) = 2pi*r² + 1000 / r. Volgens mij.
Het enige niet-abelse quotient van D3 is D3 zelf (groepen van orde kleiner dan 6 zijn immers altijd abels). Als het beeld niet abels zou zijn, dan is het beeld dus isomorf met D3. Maar D3 heeft orde 6 en A4 heeft geen ondergroepen van orde 6.quote:Op maandag 6 augustus 2007 17:54 schreef teletubbies het volgende:
[..]
Een vraagje over Hom(D3, A4). De vraag is, bepaal het aantal homomorfismen in deze groep.
A4 heeft geen ondergroep van orde 6. Waarom moet gelden dat het beeld van ieder homomorfisme van D3 naar A4 abels is?Wat is het verband ...?
Alvast bedankt
Ik kijk nog eens naar dit vraagstuk, en ik heb hem opgelostquote:Op maandag 11 juni 2007 12:26 schreef Schuifpui het volgende:
Nieuwe dag, nieuwe kansen.![]()
Dit keer van het estimation deel.
By means of the Global Positioning System (GPS) the six
height differences hi, i = 1, . . . , 6, as shown in Fig. 2 are
observed. The heights of points 1, 2 and 3 are assumed
known, the heights of points 4 and 5 are unknown. The
observables are hi = hi + ei, whereby it may be assumed
that E(ei) = 0 and D(ei) = 2 cm2 for i = 1, . . . , 6, and
C(ei, ej) = 0 for i 6= j. The variance of the BLUE of h1
is then given as
a) 8/11 cm2
b) 0 cm2
c) 6/11 cm2
d) 2 cm2
Zover was ik. Mijn vraag is, *hoezo* is dat de afgeleide want ik kom er niet op uit.quote:Op dinsdag 21 augustus 2007 17:46 schreef GlowMouse het volgende:
Met de regel van l'hopital (staat ook boven het gelijkheidsteken): zowel teller als noemer worden gedifferentieerd. (3/2)*sqrt(x) is de afgeleide van 2+x*sqrt(x).
Door te differentieren: d/dx xc = cxc-1.quote:Op dinsdag 21 augustus 2007 18:01 schreef R-Mon het volgende:
Hoe kom je dan van x1.5 op 1.5 * x0.5?
Oeh, oeh, GlowMouse is van z'n post!quote:Op dinsdag 21 augustus 2007 20:17 schreef El-Rico het volgende:
1,03^t=2
t=23,4 > maar hoe kom je hier tot?
Nee. Althans, geen makkelijkere manier. Het enige andere wat ik me zou kunnen voorstellen dat de bedoeling zou kunnen zijn op de middelbare school is de oplossing benaderen m.b.v. de GR maar daar beginnen we natuurlijk niet aanquote:Op dinsdag 21 augustus 2007 20:48 schreef El-Rico het volgende:
Is er geen andere manier? zonder de log functie?
quote:Op dinsdag 21 augustus 2007 21:08 schreef GlowMouse het volgende:
Hee doe eens lief. Mijn GR ligt al ruim twee jaar stof te happen.
Uit mijn hoofd zou ik 70/3 zeggen, maar veel meer dan approximeren lukt niet uit het hoofd. Bij samengestelde rente van r% (met r niet al te groot) levert 70/r namelijk een goede schatting voor de verdubbelingstijd.
Inklemmen kan natuurlijk ook nog, dat lukt prima zonder GR.
Had je nog een fout ontdekt in mijn post van vanochtend?
Jaja, tis al goed. Ik heb nog eens kritisch naar de eerdere opgave gekeken met die gps-hoogtes, en er bleek een fout in een covariantieterm te zitten. Nu komt hij wel goed uitquote:Op dinsdag 21 augustus 2007 21:18 schreef keesjeislief het volgende:
[..]. Ik denk dat je het verkeerd hebt opgevat, was helemaal niet in samenhang met die GR-suggestie bedoeld, maar enkel omdat El-Rico wat teleurgesteld leek te zijn in mijn antwoord.
Waarom niet? Je krijgt dan direct y²-2y = 3 ofwel y²-2y-3 = (y-3)(y+1) = 0.quote:In deze x - 2√x = 3 (stel y= √x doen??? erhm nee, trust me on this one. Je wilt hier _niet_ de substitutietechniek toepassen. We gaan eerst met termen schuiven)
In C zelfs.quote:het afleiden van de abc-fomule als oplossingen voor 2de-graads polynoomvergelijkingen in R).
Vanwege het introduceren van extra valse nulpunten die je dan weer na moet gaan lopen. Liever de wortelterm naar 1 kant schuiven en dan pas kwadrateren. Ben er zelf eens tegenaan gelopen.quote:Op donderdag 23 augustus 2007 16:36 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Waarom niet? Je krijgt dan direct y²-2y = 3 ofwel y²-2y-3 = (y-3)(y+1) = 0.
Je verliest geen oplossingen wanneer het bereik van de transformatie gelijk is aan het domein. Hier blijf je netjes in de R+.quote:Op donderdag 23 augustus 2007 16:45 schreef harrypiel het volgende:
Vanwege het introduceren van extra valse nulpunten die je dan weer na moet gaan lopen. Liever de wortelterm naar 1 kant schuiven en dan pas kwadrateren. Ben er zelf eens tegenaan gelopen.
Ik kan me voorstellen dat het ingewikkelder is. Je hebt een impliciet gedefinieerde afbeelding f: (u,v,w) -> (x,y,z). Het berekenen van partial x/partial u komt neer op het op het berekenen hoe de eerste component van deze vectorwaardige afbeelding verandert als u verandert en v en w constant blijven. Als x verandert terwijl v en w constant moeten blijven, impliceert dit via de 2e en 3 vgl. dat y en z veranderen, wat natuurlijk een vervelend te bereken effect is.quote:Op donderdag 23 augustus 2007 17:44 schreef GlowMouse het volgende:
Weet je zeker dat het hier om de partiële afgeleide en niet de totale afgeleide gaat? Voor δx/δu ben ik dan geneigd alleen naar de eerste vergelijking te kijken, en direct 1 te antwoorden. Aan de antwoorden te zien, gaat het eerder om de totale afgeleide, en dat kost even schrijfwerk.
Dit was mijn eerste aanpak, maar bij mij komt het nog niet goed uitquote:Op vrijdag 24 augustus 2007 00:34 schreef keesjeislief het volgende:
Edit: ik heb het even snel uitgeschreven en het lijkt idd op de juiste uitdrukking uit te komen.
Ik post liever mijn uitwerking even als je het niet erg vindt, hopelijk is het duidelijk genoeg en ben ik nog wakker genoegquote:Op vrijdag 24 augustus 2007 01:02 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Dit was mijn eerste aanpak, maar bij mij komt het nog niet goed uitzoek de fout (zoomen tot 200% is aan te raden). Cijfervoorbeeld op het laatst is om te kijken of de uitdrukking het vereenvoudigen wel waard is.
Thank you thank you very very muchquote:Op vrijdag 24 augustus 2007 00:10 schreef GlowMouse het volgende:
Ik heb twee ideetjes helemaal doorgeschreven en dat is een pokkewerk. Er kwamen ook nog andere uitdrukkingen uit, dus ze waren ook nog fout. Als je de titel/paragraaf van het boek meld, wil ik de theorie wel doorkijken.
Ik wist het, ik wist hetquote:Op vrijdag 24 augustus 2007 16:13 schreef harrypiel het volgende:
Schaum's Outlines series, Calculus 4rth edition, McGraw-Hill, ISBN 0-07-041973-6.
blz 463, opgave 42 uit hoofdstuk 49 (Total diiferential. differentiability. chain rules)
Ik had toch gezegd dat hij uit de Schaum Outlines kwam; icm met een goeie wiskundedocent hele goeie boeken hoor. Maarreh, even ts ons twee; ik zie ook wel dat je uiteindelijk op de totale afgeleide naar resp u,v en w uitkom hoor, maar waarom aan het ""type"" antwoorden twijfelen als ze al gegeven staan (standaard voor zo'n "bewijs dat" of "toon aan dat" vraagstuk)? je past in tussenstappen weldegelijk partieel differentieren toe.quote:Op vrijdag 24 augustus 2007 16:23 schreef GlowMouse het volgende:
Die bedankjes zijn uiteraard voor keesje.
[..]
Ik wist het, ik wist het![]()
Waarom vragen ze dan niet dx/du? Zie ook hier onder "Differentiation with indirect dependencies".quote:Op vrijdag 24 augustus 2007 16:31 schreef harrypiel het volgende:
Ik had toch gezegd dat hij uit de Schaum Outlines kwam; icm met een goeie wiskundedocent hele goeie boeken hoor. Maarreh, even ts ons twee; ik zie ook wel dat je uiteindelijk op de totale afgeleide naar resp u,v en w uitkom hoor, maar waarom aan het ""type"" antwoorden twijfelen als ze al gegeven staan (standaard voor zo'n "bewijs dat" of "toon aan dat" vraagstuk)? je past in tussenstappen weldegelijk partieel differentieren toe.
Mijn analyse is waarschijnlijk te ver weggezakt hoor en daardoor word ik niet gehinderd door enige relevante kennis en kan ik fijn blatenquote:Op vrijdag 24 augustus 2007 16:52 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Waarom vragen ze dan niet dx/du? Zie ook hier onder "Differentiation with indirect dependencies".
Het boek ken ik niet; ik probeer hem nu te vinden. Met tenminste 49 hoofdstukken zal het best een heel dik boek zijn, maar over de kwaliteit heb ik mijn twijfels. Bij deze vraag kun je alleen door uitproberen erachter komen dat v en w niet van u afhangen, en ze gebruiken de partiële afgeleide waar ze de totale afgeleide bedoelen. Dat zijn gewoon geen fouten die je in een serieus werk verwacht.
Daarnaast vind ik het niet zo'n goede oefenopgave omdat dezelfde theorie eenvoudiger getoetst had kunnen worden met twee vergelijkingen en twee variabelen.
Tja... "For a really simple example, suppose y and z are both equal to x". Ja, hallo. Je bedoelt dat je een transformatie uitvoert, de functie die je na deze operatie krijgt is een samenstelling van de oorspronkelijke f en die transformatie en daarop kun je gewoon weer de partiële afgeleide loslaten, de kettingregel gebruikend bijv. en natuurlijk is dat niet associatief. Kortom, ik bedoel eigenlijk te zeggen dat ik niet zo goed begrijp wat de totale afgeleide meer is dan de (correct opgevatte) partiële afgeleide?quote:To be completely concrete, suppose f (x, y, z) = xyz. The rate of change of f with respect to x is normally determined by taking the partial derivative of f with respect to x, which is, in this case, ∂f / ∂x = yz. However, if y and z are not truly independent but depend on x as well this does not give the right answer. For a really simple example, suppose y and z are both equal to x. Then f=xyz=x^3 and so the (total) derivative of f with respect to x is ∂f / ∂x = 3x^2. Notice that this is not equal to the partial derivative yz=x^2.
De functie u die je zo definieert hangt ook per definitie alleen in de eerste term van je som van x af. Verdere relaties tussen x, y en z bestaan per definitie niet in de functie die jij opschrijft, dat is althans de standaard opvatting. Als je wel zulke afhankelijkheden wilt beschrijven, is je notatie, zonder verdere evt. context, te 'sloppy' omdat het niet toestaat deze evt. afhankelijkheid uit de notatie op te maken, dan zou je iets als u(x,y,z) = x + f(x,y) + g(x,z) moeten gebruiken, en dan komt er ook niet zomaar meer 1 uit je limiet voor de partiële afgeleide naar x natuurlijk.quote:Op zaterdag 25 augustus 2007 01:08 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Neem je de functie u(x,y,z) = x+y+z, dan is de partiele afgeleide van u naar x gewoon 1 (lim(h->0) (u(x+h,y,z) - u(x,y,z)) / h = lim(h->0) h / h = 1). Verdere relaties tussen x, y en z doen er niet toe.
[..]
In onder andere micro-economische modellen waarbij een heleboel van elkaar afhangt, komt deze sloppy notatie wel voor (het was dan ook de docent micro-economie die ons erop attent maakte de totale afgeleide te gebruiken). Ook in de wiskunde lijkt het geaccepteerd deze notatie te gebruiken. Kijk bijvoorbeeld op Wolfram MathWorld, daar hanteren ze dezelfde notatie. Ook wikipedia en alle andere bronnen waar over de totale afgeleide gesproken worden gebruiken deze notatie.quote:Op zaterdag 25 augustus 2007 01:50 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
De functie u die je zo definieert hangt ook per definitie alleen in de eerste term van je som van x af. Verdere relaties tussen x, y en z bestaan per definitie niet in de functie die jij opschrijft, dat is althans de standaard opvatting. Als je wel zulke afhankelijkheden wilt beschrijven, is je notatie, zonder verdere evt. context, te 'sloppy' omdat het niet toestaat deze evt. afhankelijkheid uit de notatie op te maken, dan zou je iets als u(x,y,z) = x + f(x,y) + g(x,z) moeten gebruiken, en dan komt er ook niet zomaar meer 1 uit je limiet voor de partiële afgeleide naar x natuurlijk.
Het gaat er mij niet om of de notie gebruikt wordt, dat geloof ik meteen. Het gaat er mij om dat er in essentie geen verschil is met de partiële afgeleide. Althans, ik zie het verschil niet. Ook niet in een complex geheel van formules. Als iemand een fuctie u(x,y,z) = x+y+z definieert zonder verdere context, dan is ∂u/∂x identiek gelijk aan 1. Als je vervolgens zegt "ja, eigenlijk is y een functie van x", dan is ∂u/∂x = 1 + y'(x). Gewoon per definitie, voor die laatste heb je geen extra notie van "totale afgeleide" nodig.quote:Op zaterdag 25 augustus 2007 11:22 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
In onder andere micro-economische modellen waarbij een heleboel van elkaar afhangt, komt deze sloppy notatie wel voor (het was dan ook de docent micro-economie die ons erop attent maakte de totale afgeleide te gebruiken). Ook in de wiskunde lijkt het geaccepteerd deze notatie te gebruiken. Kijk bijvoorbeeld op Wolfram MathWorld, daar hanteren ze dezelfde notatie. Ook wikipedia en alle andere bronnen waar over de totale afgeleide gesproken worden gebruiken deze notatie.
Hierna nog één post, dan zit het topic vol en is de discussie ten einde. Heb jij het laatste woord als niemand je voor isquote:Op zaterdag 25 augustus 2007 23:29 schreef keesjeislief het volgende:
Maar goed, dit gaat teveel offtopic denk ik..
Dat 'gewoon per definitie' klopt niet. Als y een functie is van x, dan kun je schrijven u(x, y(x), z) = x + y(x) + z. Neem je bij deze functie de partiële afgeleide naar x, dan blijkt uit de definitie dat andere parameters buiten beschouwing moeten worden gelaten. Zou je toch y(x+h) gebruiken, blijft de tweede parameter niet constant. ∂u/∂x is dus 1, onafhankelijk van de relatie tussen x en y. Omdat je in praktijk ook wel eens wilt weten wat u doet als alleen x een infinitesimaalkleine wijziging ondergaat, is ook de totale afgeleide maar geïntroduceerd.quote:Als iemand een fuctie u(x,y,z) = x+y+z definieert zonder verdere context, dan is ∂u/∂x identiek gelijk aan 1. Als je vervolgens zegt "ja, eigenlijk is y een functie van x", dan is ∂u/∂x = 1 + y'(x). Gewoon per definitie, voor die laatste heb je geen extra notie van "totale afgeleide" nodig.
Ja, ja, ik neem het laatste woord wel!quote:Op zaterdag 25 augustus 2007 23:48 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Hierna nog één post, dan zit het topic vol en is de discussie ten einde. Heb jij het laatste woord als niemand je voor is![]()
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |