GlowMouse | woensdag 3 november 2010 @ 14:55 | |||
Vorige deel: [Bèta wiskunde] Huiswerk-en-vragentopic Post hier weer al je vragen, passies, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de wiskunde. Van MBO tot WO, hier is het topic waar je een antwoord kunt krijgen op je vragen. Vragen over stochastiek in het algemeen en stochastische processen & analyse in het bijzonder worden door sommigen extra op prijs gesteld! Links: Opmaak: • http://betahw.mine.nu/index.php: site van GlowMouse om formules te kunnen gebruiken in je posts (op basis van Latexcode wordt een plaatje gegenereerd dat je vervolgens via het aangegeven linkje kunt opnemen). Een uitleg over LaTeX-code kun je hier vinden Wiskundig inhoudelijk: • http://integrals.wolfram.com/index.jsp: site van Wolfram, makers van Mathematica, om online symbolische integratie uit te voeren. • http://mathworld.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg korte wiki-achtige artikelen over wiskundige concepten en onderwerpen, incl. search. • http://functions.wolfram.com/: site van Wolfram met een berg identiteiten, gerangschikt per soort functie. • http://scholar.google.com/: Google scholar, zoek naar trefwoorden specifiek in (wetenschappelijke) artikelen. Vaak worden er meerdere versies van hetzelfde artikel gevonden, waarvan één of meer van de website van een journaal en (dus) niet vrij toegankelijk, maar vaak ook een versie die wel vrij van de website van de auteur te halen is. • http://www.wolframalpha.com Meest geavanceerde rekenmachine van het internet. Handig voor het berekenen van integralen, afgeleides, etc... OP | ||||
algebra010 | woensdag 3 november 2010 @ 14:57 | |||
Nee kleiner of gelijk aan 0. | ||||
GlowMouse | woensdag 3 november 2010 @ 14:59 | |||
staat er 'deze' in de definitie, of staat er wat anders? Het gaat trouwens om een stelling, maar ook de stelling zal wel iets nauwkeuriger geformuleerd zijn. | ||||
algebra010 | woensdag 3 november 2010 @ 15:03 | |||
Het is geen Nederlands boek en dus vrij en gesimplificeerd vertaald. Dat de functie xe^x concaaf is bij x ≤ -2 klopt in ieder geval volgens het antwoord, ik begrijp alleen niet hoe je kunt zien dat de functie stijgend is bij x ≥ -1 | ||||
Riparius | woensdag 3 november 2010 @ 15:12 | |||
Hint 1: Kijk naar de eerste afgeleide om te zien of de functie stijgend of dalend is op een gegeven interval. Hint 2: Kijk naar de tweede afgeleide om te zien of de functie concaaf of convex is op een gegeven interval. | ||||
Outlined | woensdag 3 november 2010 @ 17:18 | |||
abstracte algebra blijft toch het meest gave wat het menselijke brein ooit heeft voortgebracht. Jammer dat je je brood er niet mee kan verdienen tenzij je ERUG goed bent en bereid ben in een hokje van een saai uni gebouw te zitten. | ||||
Flows | woensdag 3 november 2010 @ 18:38 | |||
Weet iemand hoe je functies zoals: 3x4 + 5x3 + 2x2 = 0 Oplost? | ||||
Outlined | woensdag 3 november 2010 @ 18:40 | |||
hint: we hebben een sup en sub optie (in geavanceerd invoeren) | ||||
Flows | woensdag 3 november 2010 @ 18:41 | |||
Ja ik had het gekopieerd:P Maar wist niet dat je het dan overnieuw moest doen | ||||
Outlined | woensdag 3 november 2010 @ 18:44 | |||
3x4 + 5x3 + 2x2 = 0 wordt (3x2 + 5x + 2)x2 = 0 die 2e graads vergelijking kan je ontbinden in (3x + 2) (x + 1) [als je dat niet ziet is dat niet erg -> abc formule gebruiken] je krijgt uiteindelijk dus (3x + 2) (x + 1)x2 = 0 | ||||
Flows | woensdag 3 november 2010 @ 18:46 | |||
Dus dat is het uiteindelijk? Kheb morgen namelijk pw in het so had ik zon soort vraag fout:P Wist niet wat ik moest doen Edit: Is het dan 3x = -2 V X = -1 V X = 0? | ||||
Outlined | woensdag 3 november 2010 @ 18:49 | |||
deleted | ||||
FedExpress | woensdag 3 november 2010 @ 18:54 | |||
Alleen van '3x = -2' moet je nog 'x = ... ' maken! | ||||
Flows | woensdag 3 november 2010 @ 18:56 | |||
Ja dat weet ik maar ik had mijn GR niet bij de hand Mja Thx fok! Edit: Ik zat nog ff te kijken maar hoe ontbind je dat nou opeens (3x + 2)(x + 1) | ||||
FedExpress | woensdag 3 november 2010 @ 19:00 | |||
je kan -2 toch hopelijk wel zelf delen door 3 he? ![]() | ||||
Outlined | woensdag 3 november 2010 @ 19:01 | |||
in jouw geval zou ik gewoon de abc formule gebruiken, die zit in je GR vermoed ik. | ||||
Flows | woensdag 3 november 2010 @ 19:03 | |||
Oja kzie het thnx:D | ||||
hello_moto1992 | woensdag 3 november 2010 @ 19:56 | |||
Weet iemand hoe ik van ![]() tot ![]() kom? Loop nogal vast ![]() [ Bericht 13% gewijzigd door hello_moto1992 op 03-11-2010 20:12:44 ] | ||||
GlowMouse | woensdag 3 november 2010 @ 20:00 | |||
je x is hier t. Je b en c zijn omgewisseld. | ||||
hello_moto1992 | woensdag 3 november 2010 @ 20:16 | |||
volgens mij heb k 'm 0,5*g*t2 - v*sin(z)*t-y0 = 0 D = (v(sin(z))2 - 4*0,5*g-y0 D = v sin(z)2 + 2*g*y0 wortel (D) = wortel ( v sin(z)2 + 2*g*y0) t = (v sin (z) + wortel ( v sin(z)2 + 2*g*y0)) / g [ Bericht 30% gewijzigd door hello_moto1992 op 03-11-2010 20:40:35 ] | ||||
GlowMouse | woensdag 3 november 2010 @ 20:18 | |||
Er ontbreekt een t in je eerste vergelijking, en je a is onjuist; a is de coefficient voort t². | ||||
Hanneke12345 | woensdag 3 november 2010 @ 21:19 | |||
Klopt dit? Vraag: is Z[X]/(7, X^2-2) een priem- of maximaal ideaal? Oplossing: Z[X]/(7, X^2-2) = Z/7Z[X]/(X^2-2) Bekijk het homomorfisme psi: Z/7Z[X] --> Z/7Z[sqrt{2}], f -> f(sqrt{2}). De kern hiervan is precies (X^2-2), dus Z/7Z[X]/(X^2-2) = Z/7Z[sqrt{2}]. Dit is een deelverzameling van R, R bevat geen nuldelers, dus het is zeker een domein. Hoe kan ik zien of Z/7Z[sqrt{2}] een lichaam is of niet? (Met = bedoel ik natuurlijk isomorf) | ||||
Flows | woensdag 3 november 2010 @ 21:28 | |||
Bereken voor welke p de vergelijking Px3 + p2x2 - 16x = 0 drie oplossingen heeft. Ik heb nu x (px2 + p2x - 16) = 0 De eerste opl is dus al x = 0 Maar de andere 2 kom ik niet uit | ||||
Outlined | woensdag 3 november 2010 @ 21:36 | |||
Z/7Z[sqrt{2}] = F7[sqrt{2}] ? 32 = 2 in F7 dus de wortel van 2 bestaat in F7 kan je hier wat mee? | ||||
Riparius | woensdag 3 november 2010 @ 21:40 | |||
Je zegt het zelf al. Je hebt in ieder geval één oplossing, x = 0, dus de kwadratische veelterm die je tussen haakjes hebt staan moet dan nog twee (reële) nulpunten hebben. En wanneer is dat het geval? | ||||
Hanneke12345 | woensdag 3 november 2010 @ 21:49 | |||
Oh, F is een handigere notatie, ja. ;x F7[sqrt{2}] = {a+b*sqrt{2} | a, b in F7} = {a + b*3 | a, b in F7}, en omdat 7 priem is en dus geen nuldelers heeft (en F7 een eindige groep is) is b*3 met b in F7 hetzelfde als F7, dus F7[sqrt{2}] = F7? Maar.. als je Fp hebt, met p priem dus, zit dan niet elk kwadraat kleiner dan p erin? dus geldt altijd Fp[sqrt{x}] met x < p = Fp? | ||||
thabit | woensdag 3 november 2010 @ 21:57 | |||
Nee, F7[sqrt{2}] is isomorf met F7 x F7. | ||||
Outlined | woensdag 3 november 2010 @ 22:03 | |||
laat ook maar , oorspronkelijke vraag was anders | ||||
thabit | woensdag 3 november 2010 @ 22:08 | |||
Misschien is het handig om eerst te definiëren wat er met de notatie F7[sqrt{2}] wordt bedoeld. Is het een verzameling formele uitdrukkingen a + b * sqrt{2} met a, b in F7 of kies je ook echt een wortel uit 2 in een algebraïsche afsluiting van F7 die je aan F7 adjugeert? | ||||
Hanneke12345 | woensdag 3 november 2010 @ 22:19 | |||
Maar wel met optelling er tussen. F7 x F7 --> F7 (a, b) = a+b Hoewel dit natuurlijk geen isomorfisme is want duidelijk niet injectief (1+3 = 2+2). Maar als je die ring zo maakt ({a+b*3 | .. etc}) dan krijg je toch precies alle elementen van F7. Maar is het niet zo dat R x R altijd isomorf is met R? (Geen idee eigenlijk, ik ben heel slecht met deze dingen. ;x ) Weet ik eigenlijk niet ;x Ik had eerder een vraag gemaakt waar je een isomorfisme kreeg met Z[\sqrt{7}]. Maar daar hadden we op een andere manier al gezien dat het geen maximaal ideaal was, en omdat Z[sqrt{7}] een deelverzameling van R is, is het in ieder geval een domein. Het gaat volgens mij puur om elementen {a + b * wortel{2} | a, b in F7}, en niet de uitkomst daarvan ook in F7. Oh wacht, chinese reststelling! Dus heb ik een isomorfisme met Z/49Z? [ Bericht 54% gewijzigd door Hanneke12345 op 03-11-2010 22:25:48 ] | ||||
Outlined | woensdag 3 november 2010 @ 22:25 | |||
Je bedoelt is (7, X^2-2) in Z[X] een priem- of maximaal ideaal? | ||||
Hanneke12345 | woensdag 3 november 2010 @ 22:26 | |||
Typfout. x; Inderdaad. Of: "is Z[X]/(7, X^2-2) een domein of lichaam?" | ||||
thabit | woensdag 3 november 2010 @ 22:41 | |||
Nee, want 7 is niet onderling ondeelbaar met 7. | ||||
thabit | woensdag 3 november 2010 @ 22:44 | |||
Maar goed, wetende dat 2 een kwadraat is in F7, wat denk je dat Z[X]/(7, X2-2) is? a) Een lichaam. b) Een domein, maar geen lichaam. c) Geen domein (en dus ook geen lichaam). | ||||
Hanneke12345 | woensdag 3 november 2010 @ 23:02 | |||
Oh wacht, dan is X^2-2 gewoon onbindbaar, want die heeft een nulpunt. Dus is het geen domein. ;x | ||||
thabit | woensdag 3 november 2010 @ 23:10 | |||
Juist. ![]() | ||||
algebra010 | donderdag 4 november 2010 @ 11:41 | |||
Ik moet voor de volgende functie het domein en de raaklijn vinden: f(x)=√(16+6x-x2) Ik bepaal het domein => f(x)=√((8-x)(2+x)) wat geeft -2≤x≤8 Met de raaklijn bepalen kom ik vervolgens wat in de knel. Bij het bepalen van de afgeleide ben ik begonnen met: => f(x)=(16+6x-x2)1/2 f`(x) = 1/2(16+6x-x2)-1/2 . (6-2x) => f`(x)= (3-x) (16+6x-x2)-1/2 Als ik hier echter f`(0) invul krijg ik niet het juiste antwoord voor de helling, tevens doen ze in het antwoord als afgeleide: ((1/2) / √(16+6x-x2)) . (6-2x) Ik zie daar echter niet de logica van in.. | ||||
Outlined | donderdag 4 november 2010 @ 11:44 | |||
raaklijn in welk punt ? je afgeleide is verder goed | ||||
algebra010 | donderdag 4 november 2010 @ 11:46 | |||
Sorry, raaklijn op het punt x=0. Het antwoord geeft daar als helling 3/4, maar dit krijg ik er niet uit als ik f`(0) uitreken met mijn afgeleide. | ||||
Outlined | donderdag 4 november 2010 @ 11:47 | |||
wel, gewoon even netjes uitwerken | ||||
algebra010 | donderdag 4 november 2010 @ 11:49 | |||
Ik zat net te rekenen en opeens kom ik er toch op uit inderdaad. ![]() Alsnog zie ik de logica niet helemaal in de methode uit het antwoord: ((1/2) / √(16+6x-x2)) . (6-2x) Wat voor rekenmethode zit hierachter? | ||||
Outlined | donderdag 4 november 2010 @ 11:52 | |||
zij laten de 1/2 staan, jij niet. Beide is op zich goed. Mooier is natuurlijk, wat jij gedaan hebt, verder uitwerken | ||||
minibeer | donderdag 4 november 2010 @ 17:43 | |||
Dit komt uit Logica for dummies: False & True = False False V True = True ~False = True ~True = False Met deze was ik het allemaal eens. Maar deze kloppen volgens mijn niet: False -> True = True False <-> True = True Of begrijp ik het verkeerd? | ||||
Outlined | donderdag 4 november 2010 @ 18:04 | |||
die 1e klopt (A- > B zegt alleen maar iets over B wanneer A waar is, is A onwaar dan maakt B niet meer uit en is de totale bewering gewoon prima) die 2e is inderdaad fout | ||||
minibeer | donderdag 4 november 2010 @ 18:31 | |||
ok. ik blijf het een beetje raar vinden maar ik snap het wel ![]() dankje ![]() Dus, even om te kijken of ik het goed begrijp: True -> True = True False -> True = True False -> False = True True -> False = False en: True <-> True = True False <-> False = True True <-> False = False False <-> True = False ja? [ Bericht 6% gewijzigd door minibeer op 04-11-2010 19:17:31 ] | ||||
Alex.Krycek | donderdag 4 november 2010 @ 19:08 | |||
False. ![]() | ||||
minibeer | donderdag 4 november 2010 @ 19:16 | |||
awww wat is false? wacht! typo in de laatste! (false <-> false = false moest false <-> true = false zijn, nu verbeterd) | ||||
algebra010 | donderdag 4 november 2010 @ 19:37 | |||
Ik zoek de eerste en tweede afgeleide van f(x)=ln x + a/√x (x>0, a is een positieve constante) Mijns inziens: f`(x) = 1/x - 1/2ax-3/2 f``(x)= -1/x2 + 3/4ax-5/2 Dit klopt echter niet met het antwoord, doe ik ergens iets verkeerd? | ||||
GlowMouse | donderdag 4 november 2010 @ 19:42 | |||
wat zegt het antwoord dan? | ||||
minibeer | donderdag 4 november 2010 @ 22:53 | |||
Nee, volgens mij heb je dat gewoon goed gedaan (en volgens wolfram alpha ook ![]() | ||||
Knuck-les | donderdag 4 november 2010 @ 23:43 | |||
Oke weer wat lineaire algebra: Vlak V door de oorsprong met normaalvector n=[2,-1,-1] en de vector u=[1,1,0]. vraag: Wat is de matrix die hoort bij de projectie op het vlak V. ? nu weet ik hoe je de projectie vind, de projectie van u op het vlak V is namelijk [0, -1/2, -1/2] maar hoe maak ik hier een matrix van? | ||||
GlowMouse | vrijdag 5 november 2010 @ 00:51 | |||
Kun je de drie eenheidsvectoren projecteren? | ||||
BasementDweller | vrijdag 5 november 2010 @ 14:41 | |||
-nvm- [ Bericht 26% gewijzigd door BasementDweller op 05-11-2010 14:44:34 (solved) ] | ||||
BasementDweller | vrijdag 5 november 2010 @ 23:16 | |||
Hoe kan je bewijzen dat C\{0} isomorf is met R>0 x C. Waarbij C de complexe getallen zijn en ik neem aan dat met C bedoeld wordt {complexe getallen z : |z|=1}. | ||||
thabit | vrijdag 5 november 2010 @ 23:23 | |||
(a, b) -> ab is een isomorfisme van R>0 x C naar C\{0}. | ||||
BasementDweller | vrijdag 5 november 2010 @ 23:29 | |||
Hoe zie je dat toch zo snel. Bedankt. | ||||
thabit | vrijdag 5 november 2010 @ 23:36 | |||
Tja, je moet het visualiseren. | ||||
BasementDweller | zaterdag 6 november 2010 @ 13:42 | |||
Let G be the group whose elements are infinite sequences (a1, a2, ...) of integers which combine termwise via (a1,a2,...)(b1,b2,...) = (a1 + b1, a2 + b2, ...). Prove that G x Z and G x G are both isomorphic to G. Het is duidelijk dat G x G isomorf is aan G met de bijectie g -> (g,g). Ik hoef dus alleen te laten zien dat G x Z isomorf is met G x G. Klopt het dat je hiervoor alleen hoeft te laten zien dat G isomorf is met Z? [ Bericht 61% gewijzigd door BasementDweller op 06-11-2010 13:47:15 ] | ||||
thabit | zaterdag 6 november 2010 @ 13:52 | |||
G is niet isomorf met Z. | ||||
BasementDweller | zaterdag 6 november 2010 @ 13:58 | |||
Oh, dat leek me wel logisch dat ze isomofr zouden zijn want Z is in feite ook een infite sequence of integers. Ik dacht dat a0 -> 0, a1->1 a2->-1, a3 -> 2, a4 -> -2, ... etc, wel een isomorfisme van G naar Z zou definiëren. | ||||
thabit | zaterdag 6 november 2010 @ 13:59 | |||
ai is geen element van G. Elementen van G zijn rijtjes van zulke dingen. Dus je moet (a1, a2, ...) ergens heen sturen. | ||||
BasementDweller | zaterdag 6 november 2010 @ 14:01 | |||
Hmm inderdaad. Heb je een hint? | ||||
BasementDweller | zaterdag 6 november 2010 @ 14:10 | |||
-fout [ Bericht 54% gewijzigd door BasementDweller op 06-11-2010 14:16:01 ] | ||||
thabit | zaterdag 6 november 2010 @ 14:18 | |||
Laat eerst maar eens zien dat G isomorf is met G x G. | ||||
BasementDweller | zaterdag 6 november 2010 @ 14:34 | |||
Ik zie nu dat f : G -> G x G, g -> (g,g) helemaal geen bijectie is ![]() Dan weet ik het niet. | ||||
thabit | zaterdag 6 november 2010 @ 14:41 | |||
Je moet dus uit 1 rijtje, een paar van 2 rijtjes zien te maken. Ga je gang. | ||||
BasementDweller | zaterdag 6 november 2010 @ 14:48 | |||
f: G -> G x G, (g1,g2,g3,...) -> [(g1,g3,g5,..), (g2,g4,g6,...)] is bijectief. f(gh) = f( (g1,g2,...)(h1,h2,...) ) = f( (g1+h1,g2+h2,...) ) = [ (g1+h1, g3+h3, ...), (g2+h2, g4+h2, ... ) ] f(g)f(h) = f(g1,g2,...) f(h1,h2,...) = [(g1,g3,g5,..), (g2,g4,g6,...)] [(h1,h3,h5,..), (h2,h4,h6,...)] = [ (g1+h1, g3+h3, ...), (g2+h2, g4+h2, ... ) ] Dus f(gh)=f(g)f(h). | ||||
thabit | zaterdag 6 november 2010 @ 15:04 | |||
Goed, nu G x Z. | ||||
BasementDweller | zaterdag 6 november 2010 @ 15:14 | |||
f: G x Z -> G x G, f [(g1, g2, ...), x] = (x,g1,g2,...) is bijectief Dus G x Z =~ G x G | ||||
thabit | zaterdag 6 november 2010 @ 15:18 | |||
Juistem. | ||||
BasementDweller | zaterdag 6 november 2010 @ 15:35 | |||
Mooi ![]() ![]() Let G be a finite abelian group and let m be the least common multiple of the order of its elements. Prove that G contains an element of order m. Laat m de lcm zijn van de ordes van de elementen van G. Stel dat de orde van g1 gelijk is aan n. Dan geldt m=kn voor een zeker geheel getal k. Dus g1m= g1kn= (g1n)k = ek =e. Verder weet ik dat de orde van ieder element g een deler is van de orde van G. Dus laat |G|=n, dan geldt l *orde(g)= n voor een zekere l. Nu moet ik nog aantonen dat er een g in G bestaat waarvoor m het kleinste getal is waarvoor gm=e. | ||||
thabit | zaterdag 6 november 2010 @ 15:48 | |||
Ken je de structuurstelling voor eindige abelse groepen? | ||||
BasementDweller | zaterdag 6 november 2010 @ 15:51 | |||
Nee | ||||
thabit | zaterdag 6 november 2010 @ 15:57 | |||
Okee, dan gaan we die niet gebruiken. Laat g een element van maximale orde zijn, en neem aan dat die orde niet gelijk is aan m. Construeer dan een element met een grotere orde. | ||||
BasementDweller | zaterdag 6 november 2010 @ 16:00 | |||
Er bestaat geen element met een orde groter dan die van g of groter dan m | ||||
thabit | zaterdag 6 november 2010 @ 16:08 | |||
Als je een element g van orde kleiner dan m hebt, kun je altijd een element h met ord(h) > ord(g) maken. Probeer dat maar eens. ![]() | ||||
BasementDweller | zaterdag 6 november 2010 @ 16:11 | |||
Maar dan is g geen element van maximale orde omdat ord(h) > ord(g) ? | ||||
thabit | zaterdag 6 november 2010 @ 16:14 | |||
Dat maximale is alleen om een tegenspraak af te leiden. ![]() | ||||
BasementDweller | zaterdag 6 november 2010 @ 16:32 | |||
Ah, zo ![]() Volgens mij is het gewoon zo dat ord(g1g2g3 ....) = m. Want (g1g2g3 ....)m = g1m g2m g3m ... = e (omdat ie abels is). Bovendien is er geen m die kleiner is en daaraan voldoet omdat m de lcm van de ordes van g1,g2,... is. Dus er is een element met orde m. | ||||
BasementDweller | zaterdag 6 november 2010 @ 19:56 | |||
Nu nog een paar opgaves over conjugatie en permutaties.. hier heb ik het meeste moeite mee. Prove that the 3-cycles in A5 form a single conjugacy class. Hoe pak ik dit aan? Ik weet dat de 3-cylces A5 genereren. [ Bericht 12% gewijzigd door BasementDweller op 06-11-2010 21:15:17 ] | ||||
thabit | zondag 7 november 2010 @ 11:17 | |||
Dat lijkt me niet. De orde van het product van twee elementen kan best kleiner zijn dan de orde van elk van beide: neem bijvoorbeeld g1 = g en g2 = g-1. In het algemeen kun je echter wel een ondergrens voor de orde van het product geven in termen van de orde van beide elementen. Probeer dat maar eens. | ||||
thabit | zondag 7 november 2010 @ 11:21 | |||
Ik zou zeggen: schrijf eens uit wat een conjugatie met een cykel doet. Dus je hebt een permutatie sigma, en een cykel (abc) wat is dan sigma * (abc) * sigma-1? Kan natuurlijk in willekeurige permutatiegroepen met cykels van willekeurige lengte. | ||||
BasementDweller | zondag 7 november 2010 @ 12:07 | |||
Dat hangt af van abc en van sigma... ik weet niet hoe ik dat algemeen zou kunnen opschrijven? Maar volgens mij houdt een conjugatie de cykelstructuur intact. De orde van het product is minstens even groot als het verschil van de ordes? | ||||
thabit | zondag 7 november 2010 @ 12:16 | |||
Werk maar eens wat voorbeelden uit, misschien krijg je dan een idee. | ||||
thabit | zondag 7 november 2010 @ 12:19 | |||
Nee, dat hoeft niet. Probeer het volgende maar eens aan te tonen: als ord(g) en ord(h) onderling ondeelbaar zijn, dan geldt org(gh) = ord(g)ord(h). | ||||
BasementDweller | zondag 7 november 2010 @ 12:31 | |||
g(abc)g-1 = (g(a) g(b) g(c)) | ||||
thabit | zondag 7 november 2010 @ 12:52 | |||
Juist. ![]() | ||||
BasementDweller | zondag 7 november 2010 @ 13:14 | |||
Maar dan snap ik nog niet waarom 3-cycles in A5 een enkele conjugatieklasse vormen. In het boek zie ik ook staan dat de 3-cycles in A4 2 conjugatieklassen vormen.. | ||||
thabit | zondag 7 november 2010 @ 13:50 | |||
Wel, als (abc) een 3-cykel is, dan kies je een g in A5 met g(1) = a, g(2) = b, g(3) = c en is g(123)g-1 gelijk aan (abc). Alle 3-cykels zijn dus geconjugeerd aan (123) en derhalve aan elkaar. In A4 heb je het probleem dat er voor elke (abc) een g bestaat met g(1) = a, g(2) = b, g(3) = c. | ||||
BasementDweller | zondag 7 november 2010 @ 14:13 | |||
Ah, dat eerste snap ik ![]() Maar waarom is dat laatste een probleem? | ||||
thabit | zondag 7 november 2010 @ 14:20 | |||
Omdat ik het woord "niet" vergat te typen. ![]() | ||||
BasementDweller | zondag 7 november 2010 @ 14:44 | |||
Ik zit er de hele tijd naar te kijken maar zie het echt niet. Waarom bestaat zo'n g wel in A5 maar niet in A4? | ||||
thabit | zondag 7 november 2010 @ 14:54 | |||
g bestaat altijd in Sn want je stuurt 1 naar a, 2 naar b en 3 naar c. Maar het punt is nu dat g in An moet zitten, dwz een even permutatie moet zijn. Zie je waarom dat in A5 wel lukt maar niet in A4? | ||||
BasementDweller | zondag 7 november 2010 @ 15:14 | |||
Ik zie dat het in A4 niet lukt om (123) zodanig te conjugeren dat er (132) uitkomt bijvoorbeeld, omdat je dan een 2-cykel nodig hebt zoals (23). Maar in A5 kan je wel conjugeren met (23)(45) zie ik nu, omdat die (45)(54) toch niks doet. Maar als je dus wil bewijzen dat je de 3-cykels in A5 een enkele conjugatieklasse vormen, moet je ook bewijzen dat je een element uit A5 kan kiezen waarvoor g(1) = a, g(2) = b, g(3) = c. Nog best lastig om dat algemeen op te schrijven.... edit: of als je weet dat je iedere 3-cykel kan maken door (123) te conjugeren met een transpositie of een 3-cykel dan ben je ook klaar. Want als je conjugeren met een transpositie voeg je gewoon (45) toe. [ Bericht 17% gewijzigd door BasementDweller op 07-11-2010 15:34:31 ] | ||||
Outlined | dinsdag 9 november 2010 @ 14:53 | |||
VraagAntwoord Ik vroeg me af hoe iemand die echt goed was in dit soort dingen dit op zou lossen? Ik heb maar lopen klooien ![]() | ||||
GlowMouse | dinsdag 9 november 2010 @ 15:26 | |||
We switchen even naar matrixnotatie: Noteer de state als x_t met x_1 = [0; 1] Er geldt x_{t+1} = A x_t + [0; t] met A de casorati-matrix; A = [0 1; -1 -1]. Bekijk eerst het homogene systeem x_{t+1} = A x_t A heeft eigenwaarden r(cos(phi) + i sin(phi)) en r(cos(phi) - i sin(phi)) met r=1 en phi=4/3 * pi. De oplossing van het homogene stelsel wordt daarom gegeven door x_t = b1 cos(4/3 * pi * t) + b2 sin(4/3 * pi * t). Het particuliere deel is van de vorm x_t = a+bt, dus we proberen x_t = c1 + c2 t in te vullen: c1 + c2 t = t - c1 - c2 (t-1) - c1 - c2 (t-2) omschrijven: (3 c2 - 1) t + 3 (c1 - c2) = 0. Alleen waar voor elke t als c2 = 1/3 en c1 = 1/3. We hebben dus x_t = b1 cos(4/3 * pi * t) + b2 sin(4/3 * pi * t) + 1/3 + 1/3 t. b1 en b2 kun je vinden met x_1 = 0 en x_2 = 1. 0 = b1 cos(4/3 * pi * 1) + b2 sin(4/3 * pi * 1) + 1/3 + 1/3 2 = b1 cos(4/3 * pi * 2) + b2 sin(4/3 * pi * 2) + 1/3 + 2/3 0 = -0.5 b1 + b2 sin(4/3 * pi) + 2/3 1 = -0.5 b1 + b2 sin(8/3 * pi) + 1 Bij elkaar optellen levert 1 = -b1 + 5/3, zodat b1 = 2/3 en b2 = 1/(3sin(pi/3)) x_t = 2/3 cos(4/3 * pi * t) + 1/(3sin(pi/3)) sin(4/3 * pi * t) + 1/3 + 1/3 t. x_1990 = 663 ![]() | ||||
thabit | dinsdag 9 november 2010 @ 15:50 | |||
Dit is een recurrente betrekking van graad 2, die kun je wel met standaardtechnieken oplossen. | ||||
Alex.Krycek | dinsdag 9 november 2010 @ 18:16 | |||
Ik zoek een tegenvoorbeeld om de volgende bewering te staven: Een compacte subset van een niet-hausdorffruimte hoeft niet per se gesloten te zijn. Goed nu vond ik op planetmath het volgende voorbeeld: Let X be an infinite set with the finite complement topology. Let S be a subset of X , and let U be an open cover of S . Let V be in U . Then X\V is finite (omdat V open is) . • Choosing a member of for each remaining element of S shows that has a finite subcover. Thus, every subset of X is compact. An infinite subset of X will then be compact, but not closed. Ik heb een vraag betreffende het • gedeelte. Hoe komt het dat S dan een eindige deeloverdekking heeft? S kan toch oneindig zijn en dan moet je oneindig veel 'members' kiezen, wat geen eindige deeloverdekking levert? | ||||
thabit | dinsdag 9 november 2010 @ 18:29 | |||
Neem een niet-leeg element U van S (dat bestaat want S is een overdekking). U heeft een eindig complement, zeg {P1, ..., Pn} in X. Omdat S een overdekking is, bestaat er voor elke i een Ui in S met Pi in Ui. Dan is {U, U1, ..., Un} een eindige deeloverdekking. | ||||
Alex.Krycek | dinsdag 9 november 2010 @ 19:22 | |||
Ik zie het niet? | ||||
thabit | dinsdag 9 november 2010 @ 19:43 | |||
Ik heb geloof ik een iets andere notatie gebruikt. Ik ging uit van een ruimte X en S een verzameling open delen die een overdekking van X vormen. Waar het op neerkomt is dat een ruimte met de co-eindige topologie altijd compact is en dat een open deel van een ruimte met de co-eindige topologie ook weer co-eindig is. | ||||
Alex.Krycek | dinsdag 9 november 2010 @ 20:28 | |||
Ik zie het. Bedankt. | ||||
Dale. | dinsdag 9 november 2010 @ 22:41 | |||
(-i+1)/(i+1) Waarom is dat gelijk an -i? Ik zie de stappen niet... | ||||
thabit | dinsdag 9 november 2010 @ 22:43 | |||
Als je een breuk met a+bi in de noemer hebt, is het vaak handig om teller en noemer beide met a-bi te vermenigvuldigen. | ||||
Outlined | dinsdag 9 november 2010 @ 22:51 | |||
Vermenigvuldig met x = (-i + 1) / (-i + 1) dat mag want x = 1. | ||||
Riparius | woensdag 10 november 2010 @ 02:06 | |||
Is echt heel eenvoudig. Herschrijven van je recurrente betrekking geeft: (1) f(x-2) + f(x-1) + f(x) = x En x in (1) vervangen door x+1 geeft: (2) f(x-1) + f(x) + f(x+1) = x+1 Trekken we nu (1) van (2) af dan vinden we: (3) f(x+1) - f(x-2) = 1 Dit laatste betekent niets anders dan dat f(n) steeds één groter wordt als n met 3 laten toenemen. Om van n=1 naar n=1990 te komen moeten we er 1989/3 = 663 maal 3 bij doen, zodat f(1990) dus 663 groter is dan f(1). En aangezien f(1) = 0 volgt dus dat f(1990) = 663. [ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 10-11-2010 02:17:05 ] | ||||
Outlined | woensdag 10 november 2010 @ 02:21 | |||
zoiets bedoelde ik, hulde ![]() [hij komt van een olympiade, er zat ook een hint bij zag ik nu net maar die is niet zo mooi als de jouwe, hun hint was iets in de trant van "schrijf lekker veel termen op en dan zie je vast wel een verband", vind ik niet mooi, iig niet in dit geval] [ Bericht 9% gewijzigd door Outlined op 10-11-2010 02:34:12 ] | ||||
Zjefke | woensdag 10 november 2010 @ 13:43 | |||
Wie kan mij helpen De firma EPNL laat een nieuw logo , Het logo bestaan uit E P N en L waarbij bij elke letter de kleur rood geel bruin of oranje wordt gebruikt . De volgorde van de letters staan vast A. De letters allemaal dezelfde kleur hebben B. Alle letters verschillend van kleur zijn C. Van de genoemde kleuren er slechts twee worden gebruikt? Opdracht 2 Jaap gooit een keer met een dobbelsteen telkens noteert zij hoeveel ogen zij gegooit heeft. Een mogelijke serie is 4 3 3 6 1 2 3 5 5 2 Hoeveel series zijn er A. met drie keer een 3 en zeven keer een 5 ? B. in totaal mogelijk? C. waarin de cijfer 4,5 en 6 niet voorkomen? D. met de eerste en laatste plaats een cijfer? | ||||
BasementDweller | woensdag 10 november 2010 @ 13:51 | |||
Bij 1 neem ik aan dat de vraag is hoeveel mogelijkheden er zijn? Dan zou je A toch in ieder geval zelf moeten kunnen bedenken. | ||||
Zjefke | woensdag 10 november 2010 @ 13:55 | |||
jah en verder:P? 1a = 4? | ||||
BasementDweller | woensdag 10 november 2010 @ 13:56 | |||
1a) =4 mogelijkheden ![]() 1b) Hint: Je hebt vier kleuren. Stel dat je de eerste letter een bepaalde kleur geeft, dan zijn er voor de volgende letter nog 3 kleuren over, daarna nog 2, en voor de laatste nog 1. (Dat is omdat ze allemaal een andere kleur moeten hebben). | ||||
Zjefke | woensdag 10 november 2010 @ 13:59 | |||
oke duidelijk En hoe pak je C aan dan? Ik heb hier z'n moeite mee he. | ||||
BasementDweller | woensdag 10 november 2010 @ 13:59 | |||
Wat is het antwoord bij b) dan? | ||||
BasementDweller | woensdag 10 november 2010 @ 14:00 | |||
Voor c): Hoeveel kleuren kan je de eerste letter geven? Hoeveel de tweede? etc | ||||
GlowMouse | woensdag 10 november 2010 @ 14:02 | |||
Reactie van Beregd: fout! Je hebt vier kleuren, dus vier mogelijkheden om alles in 1 kleur te doen weeer fout! eerst moet je kijken hoeveel mogelijkheden er zijn om twee kleuren te nemen, da's twee uit 4, dus 6 mùogelijkheden dan moet je elke letter inkleuren, telkens 2 mogelijkheden, dus 16 in totaal, maar daarvan trek je dus deze af met maar 1 kleur, dus 16-2 keer 6 | ||||
Zjefke | woensdag 10 november 2010 @ 14:03 | |||
4x3? | ||||
Zjefke | woensdag 10 november 2010 @ 14:05 | |||
Dat laatste snap ik toch niet helemaal? dus 2x2x2x2 is niet goed? | ||||
BasementDweller | woensdag 10 november 2010 @ 14:06 | |||
Nee. Als je eenmaal twee kleuren hebt gekozen, dan zijn er 2x2x2x2 mogelijkheden voor die kleuren. Maar je kan ook andere combinaties van kleuren nemen. En je wil inderdaad nog de gevallen dat alle letters dezelfde kleuren krijgen ervan aftrekken. | ||||
Zjefke | woensdag 10 november 2010 @ 14:07 | |||
Wat is dan het correcte antwoord? | ||||
GlowMouse | woensdag 10 november 2010 @ 14:08 | |||
5467dat was dus niet serieus | ||||
Zjefke | woensdag 10 november 2010 @ 14:09 | |||
jah maar hoe dan? hoe kom je daarbij?> | ||||
GlowMouse | woensdag 10 november 2010 @ 14:10 | |||
probeer het eens hiermee:
| ||||
Beregd | woensdag 10 november 2010 @ 14:12 | |||
een combinatie van 2 uit 4 maal (een herhalingsvariatie van 4 uit 2 min een herhalingsvariatie van 1 uit 2) | ||||
Zjefke | woensdag 10 november 2010 @ 14:12 | |||
Dankje wel Beregd het is duidelijk:) | ||||
Zjefke | woensdag 10 november 2010 @ 14:15 | |||
okee:P Nu alleen tweede opdracht nog Jaap gooit een keer met een dobbelsteen telkens noteert zij hoeveel ogen zij gegooid heeft. Een mogelijke serie is 4 3 3 6 1 2 3 5 5 2 Hoeveel series zijn er A. met drie keer een 3 en zeven keer een 5 ? B. in totaal mogelijk? C. waarin de cijfer 4,5 en 6 niet voorkomen? D. met de eerste en laatste plaats een cijfer? | ||||
Beregd | woensdag 10 november 2010 @ 14:16 | |||
typ eerst eens de vraag over zoals hij in je boek staat, zo kan niemand er iets mee aanvangen, lees het zelf eens terug. | ||||
BasementDweller | woensdag 10 november 2010 @ 14:18 | |||
Als je je oplossing typt kunnen we het controleren. | ||||
Zjefke | woensdag 10 november 2010 @ 14:21 | |||
Jaap gooit een keer met een dobbelsteen. Telkens noteert hij hoeveel ogen hij gegooid heeft. Een mogelijke serie is 4 3 3 6 1 2 3 5 5 2 Hoeveel series zijn er A. met drie keer een 3 en zeven keer een 5 ? B. in totaal mogelijk? C. waarin de cijfer 4,5 en 6 niet voorkomen? D. met de eerste en laatste plaats hetzelfde cijfer? | ||||
Beregd | woensdag 10 november 2010 @ 14:26 | |||
Als de vraag er zo staat, wat ik niet geloof, is het antwoord op elk punt: oneindig veel. Ofwel gooit hij telkens 10 keer, ofwel gooit hij mtelkens maximum 10 keer of zo??? | ||||
BasementDweller | woensdag 10 november 2010 @ 14:27 | |||
Ik neem aan series van 10 worpen? Hoeveel combinaties zijn er dan van 3 3'en en 7 5'en? En hoe groot is de kans op een willekeurige combinatie? | ||||
Zjefke | woensdag 10 november 2010 @ 14:34 | |||
B 6^10? | ||||
Beregd | woensdag 10 november 2010 @ 14:36 | |||
als er idd "juist 10" worpen zijn, is dit idd correct c en d zijn van dezelfde vorm, niet veel moeilijker dan B | ||||
Zjefke | woensdag 10 november 2010 @ 14:38 | |||
maar d begrijp ik dan niet helemaal? | ||||
Siddartha | woensdag 10 november 2010 @ 14:38 | |||
Je gooit dus 10 keer, neem ik aan. Voor A) Wat wil je gooien? Op hoeveel verschillende manieren kan je dat gooien? Voor B) Wat wil je gooien? Op hoeveel verschillende manieren kan je dat gooien? etc.. Probeer eerst duidelijk te maken wat je wilt gooien/verven/trekken. Bijvoorbeeld twee 3'en, vier 5'en en een 6. Als je dat bepaalt hebt, moet je nog kijken op hoeveel manieren je dat kan gooien. En dat gaat puur over combinaties. | ||||
Beregd | woensdag 10 november 2010 @ 14:43 | |||
d is bijna hetzelfde als b, alleen heb je voor het laatste cijfer nu helemaal geen 6 mogelijkheden meer, snap je? | ||||
Beregd | woensdag 10 november 2010 @ 14:47 | |||
staat gewoon in de vraag toch? dat is de vraag gewoon ![]() Dat is waarschijnlijk het cursusdeel | ||||
Zjefke | woensdag 10 november 2010 @ 14:48 | |||
Inderdaad maar ik heb er echt moeite mee. Het kwartje wil maar niet vallen! | ||||
Siddartha | woensdag 10 november 2010 @ 14:50 | |||
Het enige wat ik duidelijk wil maken is dat het allemaal op hetzelfde neer komt. En als je het niet snapt, kan het misschien helpen als je volgens zoiets werk, zodat je weet wat je moet doen. Zodat je doorkrijgt dat het ook echt allemaal hetzelfde is, maar een ander verhaaltje. | ||||
Beregd | woensdag 10 november 2010 @ 14:52 | |||
laat ik nog eens hinten a kijk naar de drieen, eens die vastliggen, ligt de rest ook vast b heb je al c is hetzelfde als je zou gooien met een dobbelsteen met maar drie zijden (wat uiteraard fysisch niet mogelijk is, maar goed ![]() d heb ik al gehint, die laatste dobbelsteen kan je gewoon vergeten, die moet toch gelijk zijn aan de eerste dus veel mogelijkheden zijn er niet voor die laatste | ||||
PurePoisonPerfume | donderdag 11 november 2010 @ 14:37 | |||
Hoi, Hopelijk zijn hier Fok!kers die mij kunnen helpen ![]() Ik ben bezig met een paper voor statistiek, en bij mijn data-inspectie heb ik een contingency table (crosstabs) gemaakt. Nu weet ik alleen niet hoe ik deze moet interpreteren - het heeft geloof ik iets te maken met verhoudingen ofzo? Kan iemand mij uitleggen hoe ik een contingency table interpreteer? Alvast bedankt. ![]() | ||||
Dale. | donderdag 11 november 2010 @ 14:43 | |||
Ah ja thanks ![]() Ander vraagje.. Hoe kom ik ook alweer achter die r1? | ||||
thabit | donderdag 11 november 2010 @ 15:11 | |||
Teken de getallen maar eens in een plaatje, dan zie je vanzelf hoe de vork in de steel zit. | ||||
Dale. | donderdag 11 november 2010 @ 15:29 | |||
Snap wel dat ik dan een parrallelogram heb en dat ik dan de lengte kan verkrijgen door om te schrijven naar a+bj dan optellen en vervolgens weer om te schrijven naar r*exp(theta*j) maar er is geen manier om het in 1x te doen? | ||||
thabit | donderdag 11 november 2010 @ 16:28 | |||
Ik zou beginnen met die laatste 2 termen bij elkaar op te tellen. | ||||
simounadi | vrijdag 12 november 2010 @ 16:16 | |||
Beste mensen, Ik ben bezig met differentiale formen op krommen maar ik begrijp iets niet zo goed: Bekijk de kromme C in P2 (proj. ruimte) die gegeven wordt door x3+y3+z3=0 over een lichaam k met char(k) != 3. Definieer de open (en affiene) deelver. Ux:={ (x:y:z) in C: y!=0, z!=0} (analoog voor Uy en Uz). Ik wil laten zien dat de volgende 2 representaties dezelfde differentiale vorm op C definieren: w:= (y/z)2d(x/y) op Ux n:=(z/x)2d(y/z) op Uy Dus ik moet laten zien dat w en n op doorsnijding van Ux en Uy overeenkomen. Ik heb zitten manipuleren met formules maar het lukt me niet ![]() Iedere hulp is zeer welkom! | ||||
thabit | vrijdag 12 november 2010 @ 18:20 | |||
d(x/y) kun je met de quotientregel uitdrukken als lineaire combinatie van dx en dy (met coefficienten in het functielichaam van C). Voorts geldt ook nog d(x^3 + y^3 + z^3) = 0 dus x^2dx + y^2dy + z^2dz = 0. Gebruik dat. | ||||
TheLoneGunmen | zaterdag 13 november 2010 @ 00:51 | |||
Een reguliere dobbelsteen wordt 12 maal geworpen. Zij X1 het aantal keren dat 1 wordt gegooid, Zij X2 het aantal keren dat 2 wordt gegooid, etc. Vraag: Druk de joint pdf (gemeenschappelijke verdelingsfunctie?) van X1, X3, X5 uit. Ik snap niet hoe je dat aan pakt? Van X1 t/m X6 samen is het wel te doen, gewoon met behulp van de multinomiale verdeling. En dan evt. kun je X6 wel weglaten aangezien die van de andere vijf waardes afhangt. Maar ik zie niet in hoe je het van enkel 1, 3 en 5 kan uitrekenen? Tips? | ||||
GlowMouse | zaterdag 13 november 2010 @ 00:58 | |||
(X1, X3, X5, X{2,4,6}) is multinomiaal verdeeld, en dan kun je X{2,4,6} eruit sommeren. | ||||
TheLoneGunmen | zaterdag 13 november 2010 @ 01:08 | |||
Had niet zo snel een antwoord verwacht. Thanks. Begrijp het alleen niet. Wat bedoel je met X{2,4,6}? En wat bedoel je met eruit sommeren? | ||||
GlowMouse | zaterdag 13 november 2010 @ 01:21 | |||
X{2,4,6}=1 als je 2, 4 of 6 werpt, 0 anders. Eruit sommeren: P(X=x) = sommatie over alle mogelijkheden y van P(X=x, Y=y). | ||||
TheLoneGunmen | zaterdag 13 november 2010 @ 01:26 | |||
Natuurlijk ![]() | ||||
BasementDweller | zaterdag 13 november 2010 @ 14:03 | |||
If n is odd show there are exactly two conjugacy classes of n-cycles in An, each of which contains (n-1)!/2 elements. Er zijn in totaal (n-1)! 'n-cycles'. Dus ik dacht ik kan twee elementen in An (met n oneven) nemen die niet conjugate zijn, en dan laten zien dat ieder ander element in An conjugate is aan één van die twee elementen. En dan moet ik ook nog laten zien dat er een bijectie bestaat tussen de conjugacy classes. Nu, (1 2 3 4 5 ... n) en (2 1 3 4 5 ... n) zijn niet conjugate. Maar hoe kan ik laten zien dat ieder element conjugate is aan één van die twee elementen? Of moet ik het anders aanpakken? | ||||
thabit | zaterdag 13 november 2010 @ 14:23 | |||
Zie eerdere posts in dit topic. Let wel, het gaat niet over alle elementen hier, alleen over degenen die n-cykels zijn. | ||||
BasementDweller | zaterdag 13 november 2010 @ 15:15 | |||
Als (x1 x2 x3 ... xn) een n-cycle is dan kies je een n-cycle g in An zodat g(1)=x1, g(2)=x2, ... , g(n)=xn. Dan is g(1 2 3 ... n)g-1 = (x1 x2 x3 ... xn). Dus is (x1 x2 x3 ... xn) geconjugeerd met (1 2 3 ... n). De vraag is voor welke (x1 x2 x3 ... xn) in An je zo'n g kan kiezen... | ||||
thabit | zaterdag 13 november 2010 @ 16:03 | |||
Je kan zo'n g in elk geval altijd in Sn kiezen. | ||||
BasementDweller | zaterdag 13 november 2010 @ 16:43 | |||
Ja, want elke n-cykel conjugeert met (x1 x2 x3 ... xn) in Sn. Dus de vraag is wanneer g een oneven permutatie of een niet-n-cykel zou moeten zijn opdat de geconjugeerde van (x1 x2 x3 ... xn) gelijk is aan (1 2 3 ... n). En om in dat geval te laten zien dat ie wel conjugeert met ( 1 3 2 4 5 ... n). Zou je het misschien een stukje voor me kunnen uitwerken? Ik kom er gewoon nooit uit met dit soort problemen en wou dat er gewoon wat uitwerkingen waren zodat ik kan zien hoe je dit kan doen ![]() | ||||
thabit | zaterdag 13 november 2010 @ 16:55 | |||
Beschouw de n-cykel (x1...xn). Het gaat om de permutatie g: i -> xi (i in {1, ..., n}), die apriori in Sn zit. Als g even is, dan zit g in An en is dus g(1 2 ... n)g-1 gelijk aan (x1...xn), wat bewijst dat (x1...xn) geconjugeerd is aan (1 2 ... n). Als g oneven is, dan bekijken we h = g o (12). In dat geval is h even en dus in An. Dan is h(2) = g(1) = x1, h(1) = g(2) = x2, h![]() ![]() | ||||
BasementDweller | zaterdag 13 november 2010 @ 17:52 | |||
Heel fijn, bedankt [wel lelijk dat ( i ) dat plaatje ![]() ![]() | ||||
Fingon | zaterdag 13 november 2010 @ 20:04 | |||
Ik moet een aantal grafieken plotten en die zou ik het liefst in MatLab oid doen, maar aangezien ik dat nog niet heb vroeg ik mij af of iemand mij een gratis alternatief kan adviseren? | ||||
thabit | zaterdag 13 november 2010 @ 20:29 | |||
Misschien is Sage iets voor je? | ||||
Fingon | zaterdag 13 november 2010 @ 20:51 | |||
Bedankt, dat ziet er goed uit. Jammer dat het ook weer zo'n enorm bestand is, ik had gehoopt dat ik over 10 minuutjes kon eginnen maar het duurt dus nog wel even ![]() | ||||
Hanneke12345 | zaterdag 13 november 2010 @ 20:52 | |||
Ik moet een aantal polynomen ontbinden in Q[X] en Z[X], dus f = u * p_1 * p_2 .. met u eenheid en p_i irreducibel element. 3X^8+6X^4 +2 hadden wij van gezegd dat het een eisensteinpolynoom is in Z[X], met p = 2. Maar er staat "f = a_nX^n+a_{n-1}X^{n-1}+....+a_1X+a_0, p deelt a_i voor i = 0, 1, ..., n-1" Maakt het niet uit dat een aantal a_i 0 zijn? Of moet ik 't dan eerst herschrijven als 3Y^2+6Y+2 (Y=X^4)? De laatste was X^5 -2X^4+X^3-3X^2-2, daar kwamen we tot nog toe eigenlijk helemaal niet uit. | ||||
thabit | zaterdag 13 november 2010 @ 23:29 | |||
p deelt altijd 0, dus dat maakt verder niet uit. Hier zijn er tig dingen die je kunt doen, 't is lastig om de meest handige te kiezen. ![]() | ||||
Fingon | zondag 14 november 2010 @ 00:36 | |||
Ok ik heb Sage gedownload en net even mee zitten kutten maar zelf uitvinden gaat te lang duren voor de belangrijkheid waarvoor ik het nu wil gebruiken. Ik moet een grafiek plotten van de functie F(x,y)=x + y^0.5 (= c) Ik wil dus F(x,y) gelijkstellen aan c, waar c een constante is die ik een aantal waardes laat aannemen, namelijk bv 1 t/m 10. Als ik het goed heb zou er dan een aantal curves moeten ontstaan. Ik heb even rondgekeken bij de hulp van Sage maar kon niet zo snel een voorbeeld vinden dus kan iemand mij in de goede richting wijzen? | ||||
thabit | zondag 14 november 2010 @ 10:31 | |||
http://www.sagemath.org/doc/tutorial/tour_plotting.html http://www.sagemath.org/tour-graphics.html | ||||
Fingon | zondag 14 november 2010 @ 11:17 | |||
Ok allemaal gelukt, alleen nu moet ik het resulterende plaatje nog uit die virtuele omgeving krijgen, en ik heb totaal geen idee hoe ik dat doe, net beetje zitten kloten+google maar ik vind niks. | ||||
thabit | zondag 14 november 2010 @ 11:32 | |||
Als g je graphics object is, (dus g = plot(blablabla)), type dan maar eens het volgende in: g.save? | ||||
BasementDweller | zondag 14 november 2010 @ 15:12 | |||
Laat H een eindige ondergroep zijn van G. De actie is van H×H op G gedefinieerd als: (h,h')(x)=hxh'-1. Stelling: H is normaal in G <=> iedere orbit bestaat uit precies #H elementen (<=) Als iedere orbit uit #H elementen bestaat, dan bestaat iedere stabilizer uit #G/#H elementen volgens de orbit stab thm. De stabilizer van ieder element bestaat echter alleen uit (e,e), dus #G/#H = 1 => #G = #H. Omdat H<G, geldt H=G en dus H is normaal in G. Klopt dit? | ||||
thabit | zondag 14 november 2010 @ 15:28 | |||
Lijkt me niet. Jouw bewijs bewijst H = G, terwijl de opgave suggereert dat het voor elke eindige normale ondergroep zou moeten gelden. | ||||
TheLoneGunmen | zondag 14 november 2010 @ 22:10 | |||
Hoe bewijs ik dat het natuurlijke logaritme een reël analytische functie is? Ik heb al wel: de machtreeksontwikkeling om het punt 1 voor x in (0,2). En dan? Ik kan het ook nog wel bewijzen dat zij reëel analytisch is op het hele interval (0,2), maar ik moet het dus laten zien voor heel (0, oneindig). Het zou me ook nog wel lukken via complexe getallen, maar dat mag ik niet gebruiken. Het moet puur reëel analytisch zijn. | ||||
thabit | zondag 14 november 2010 @ 22:28 | |||
Het gaat om de machtreeksontwikkeling in het punt a, die moet in een interval om a naar de functie convergeren. De n-de orde benadering heeft een foutterm die ik van Wikpedia pluk: ![]() Als je kunt bewijzen dat die foutterm naar 0 gaat in een interval om a, dan heb je bewezen dat de functie analytisch is in a (ksi zit hier tussen a en x). | ||||
TheLoneGunmen | maandag 15 november 2010 @ 00:19 | |||
Ok dankjewel ik krijg dan![]() die wel naar 0 lijkt te gaan, omdat ksi groter is dan x-a en die linkerterm weet ik nog zo net niet. Dan heb ik dus dat zij reeel analytisch is in a. Hoe stel ik dan dat dit voor de gehele positieve reele rechte geldt? En het geldt dus niet voor negatieve getallen? Omdat dan die ksi niet groter is dan x-a? | ||||
thabit | maandag 15 november 2010 @ 09:34 | |||
Die n! hoort daar niet te staan. ksi kan wel degelijk groter zijn dan x-a, sterker nog x-a is heel klein (je mag zelf kiezen in welk interval om a je x kiest) en ksi zit tussen a en x in, dus als je je interval slim kiest zal ksi juist groter zijn dan x-a. | ||||
TheLoneGunmen | maandag 15 november 2010 @ 14:42 | |||
-- [ Bericht 76% gewijzigd door TheLoneGunmen op 15-11-2010 14:43:31 (fail) ] | ||||
znarch | maandag 15 november 2010 @ 15:14 | |||
Hoop dat dit hier hoort *ja ik heb weinig wiskunde gehad* Ik heb een aandeel met een verwacht rendement van 8%. De gemiddelde afwijking van het gemiddelde *stdv dus?* is 11% Betrouwbaarheid 95%. Nu moet ik dus onder andere het minimale en maximale rendement uitrekenen. Maar ik heb geen idee hoe dit moet. ![]() | ||||
GlowMouse | maandag 15 november 2010 @ 15:30 | |||
Daarvoor zijn te weinig gegevens. | ||||
znarch | maandag 15 november 2010 @ 15:37 | |||
Echt? Zo staat het er letterlijk namelijk xD Welke gegevens zou ik wel nodig hebben om dit te kunnen berekenen? | ||||
TheLoneGunmen | maandag 15 november 2010 @ 19:00 | |||
gem. = 1.08 stdv=0.11 Betrouwbaarheid = 95.4% gem. + 2stdv = 1.30 .... 30% winst gem. - 2stdv = 0.86 .... 14% verlies Lijkt me | ||||
GlowMouse | maandag 15 november 2010 @ 19:04 | |||
De kansverdeling is vereist voor een nauwkeurige schatting. Met 2x de standaardafwijking ben je maar 75% zeker. Als je 95% zeker wilt zijn zonder extra informatie dan moet je wortel(20) maal de standaardafwijking pakken. Dat volgt uit de ongelijkheid van Chebyshev, als je die wat zegt. | ||||
Beregd | maandag 15 november 2010 @ 19:10 | |||
als de verdeling niet gegeven is, mag je meestal uitgaan van een normaalverdeling (voor rendementen doen we dat hier ook ![]() En er eerst 100% bij optellen heeft niet veel zin, verandert niks aan het resultaat | ||||
JohnSpek | maandag 15 november 2010 @ 21:12 | |||
Terwijl de rendementen van aandelen helemaal niet normaal verdeeld schijnen te zijn in de werkelijkheid. ![]() | ||||
Fingon | dinsdag 16 november 2010 @ 21:14 | |||
Kan iemand mij aan een formule helpen die ongeveer tot zo'n plaatje zou leiden?![]() | ||||
GlowMouse | dinsdag 16 november 2010 @ 21:20 | |||
y = a+b*wortel(x+c) waarbij je zelf a,b,c mag zoeken. | ||||
Fingon | woensdag 17 november 2010 @ 22:28 | |||
Iemand die me met deze limiet kan helpen?![]() Dit is de uiteindelijke limiet van een opgave maar ik zit even vast hoe het op te lossen, ik weet dat lim theta/sin(theta) = 1 maar dan moet ik die 1/2 theta weg weten te werken, dus is dat mogelijk? edit: die limiet x naar 0+ moet natuurlijk theta naar 0+ zijn edit2: ik denk dat ik het heb, gewoon 1/2theta=epsilon stellen wordt het 1/2*lim [epsilon naar 0+] 2*epsilon/sin[epsilon] [ Bericht 11% gewijzigd door Fingon op 17-11-2010 22:38:03 ] | ||||
GlowMouse | woensdag 17 november 2010 @ 22:38 | |||
Wat krijg je als je x = theta/2 substitueert? dat dus ![]() | ||||
Fingon | woensdag 17 november 2010 @ 22:38 | |||
Ja zag het net ![]() | ||||
Jac0bus | donderdag 18 november 2010 @ 13:28 | |||
Bezig met de Fourier series, waar ik een stap niet begrijp: an*(ejnwt+e-jnwt) = (an-j*bn)*ejnwt Waarbij an en bn de Fourier coefficients voorstellen en j het imaginaire getal zegmaar, w stelt omega voor en n een constante. Iemand die deze stap begrijpt? | ||||
thabit | donderdag 18 november 2010 @ 13:30 | |||
Links staat geen bn, maar rechts wel. Dit is dus een onzinformule. | ||||
Jac0bus | donderdag 18 november 2010 @ 17:29 | |||
Sorry, ws. was mijn vraag al niet juist. Het gaat om dit geval: ![]() Wat ik dus in mijn vorige post vroeg waarom datgene in de eerste som van de eerste vergelijking gelijk stond aan de eerste som van de tweede vergelijking, maar waarschijnlijk hebben ze de sommen samengevoegd, hergesorteerd en weer uitgevoegd. Klopt dat? Ik snap deze stap helemaal niet. | ||||
thabit | donderdag 18 november 2010 @ 17:55 | |||
Juist, bedenk ook dat 1/j = -j. | ||||
Jac0bus | donderdag 18 november 2010 @ 17:59 | |||
Ja ik heb hem inmiddels. Dank ![]() | ||||
Granaatappel | vrijdag 19 november 2010 @ 13:45 | |||
Was even mijn wekelijkse opdrachten aan het maken en stuitte op deze functie: f(x) = ln(1/x) + (1/8)x² Onderdeel van de opdracht was eerst de afgeleide te bepalen, hierbij kom ik op: f'(x) = 1/(1/x) + (2/8)x = x + (2/8)x = (10/8)x Klopt dit? | ||||
GlowMouse | vrijdag 19 november 2010 @ 13:48 | |||
Nee, kettingregel. | ||||
Granaatappel | vrijdag 19 november 2010 @ 13:54 | |||
Ok bedankt, heb hem. Wist niet dat dat ook gold voor afleiden van ln ![]() | ||||
Riparius | vrijdag 19 november 2010 @ 17:27 | |||
Je had onmiddellijk kunnen concluderen dat je antwoord fout was, zelfs al wist je niet hoe het dan wel moest. Immers, als f'(x) een lineaire functie van x is, dan moet je f(x) een kwadratische functie van x zijn, maar dat is niet zo: een tegenspraak. Kun je overigens verklaren waarom je dacht dat de kettingregel niet gold voor de logaritmische functie? Ik ben altijd geïnteresseerd in dat soort kromme argumenten, omdat het iets bloot kan leggen over didactische tekortkomingen. [ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 19-11-2010 17:37:56 ] | ||||
Fingon | vrijdag 19 november 2010 @ 18:38 | |||
Ik denk dat ze vergat dat de ln ook een functie was, ik zie wel vaker dat mensen (onbewust) denken dat ln en log etc. niet 'echte' functies zijn. | ||||
BasementDweller | zaterdag 20 november 2010 @ 14:24 | |||
Ik heb een continue kansdichtheidsfunctie f(x,y) en moet P(2X < Y) berekenen. P(2X < Y) = P(X < Y/2) = FX(y/2) Kan ik dan FX(x) berekenen en dan x=y/2 substitueren? | ||||
GlowMouse | zaterdag 20 november 2010 @ 14:29 | |||
Wat je nu doet is P(2X < Y) = P(X < y/2), maar het is P(2X < Y) = EY(PX(X < y/2)). FX(x) te berekenen is teveel werk voor deze opgave, want daarna moet je ook nog over alle mogelijke waarden van Y itereren om die verwachting te bepalen. Het is gewoon hetzelfde, maar hier zie je het antwoord makkelijker door direct een dubbelintegraal op te stellen. | ||||
BasementDweller | zaterdag 20 november 2010 @ 14:33 | |||
Dat eerste wat je doet met die verwachting heb ik nog niet eerder gezien, dus ik denk niet dat dat de bedoeling is van de opgave ![]() Ah, maar ik kan het dus ook gewoon f(x,y) integreren over x op [0,y/2] en over y op [0,y] ? | ||||
keesjeislief | zaterdag 20 november 2010 @ 14:33 | |||
Nee, dat klopt niet, welke waarde zou je dan voor y willen nemen? Met de kansdichtheid f(x,y) kun je elke kans van de vorm P((X,Y) \in B) uitrekenen, waar B een verzameling (technisch detail: een Borelverzameling om preciezer te zijn) is uitrekenen via P((X,Y) \in B) = \int 1_B f(x,y) d(x,y). In jouw geval dus de verzameling {(x,y) | 2 x<y}. | ||||
GlowMouse | zaterdag 20 november 2010 @ 14:45 | |||
Nee, dan hangt je antwoord nog van y af. | ||||
BasementDweller | zaterdag 20 november 2010 @ 14:51 | |||
y moet je integreren over het interval van y waarop f(x,y) positief is? Denk dat dat hem is ![]() | ||||
keesjeislief | zaterdag 20 november 2010 @ 14:57 | |||
Volgens mij geldt de formule P(2X < Y) = EY(PX(X < y/2)) alleen als X en Y onafhankelijk zijn? Als bijv. X=Y/2, dan is P(2 X<Y)=0, maar dat geldt niet noodzakelijkerwijs voor EY(PX(X < y/2)), in het algemeen moet je in de verwachting conditioneren op de waarde van Y? [ Bericht 3% gewijzigd door keesjeislief op 20-11-2010 15:16:46 ] | ||||
keesjeislief | zaterdag 20 november 2010 @ 15:01 | |||
Als je de methode in mijn post gebruikt, zie je vanzelf waarover je precies moet integreren. | ||||
GlowMouse | zaterdag 20 november 2010 @ 15:19 | |||
Conditioneren inderdaad, bij afh. geldt niet dat P(X<Y | Y=y) = P(X<y). | ||||
BasementDweller | zaterdag 20 november 2010 @ 15:37 | |||
Heb ik gedaan ![]() Omdat 0=<x=<1 en 0=<y=<2: x over [0,y/2] en y over [0,2] of y over [2x,2] en x over [0,1] | ||||
keesjeislief | zaterdag 20 november 2010 @ 15:41 | |||
![]() | ||||
Granaatappel | zaterdag 20 november 2010 @ 17:07 | |||
Nooit echt duidelijk uitgelegd wanneer te gebruiken | ||||
BasementDweller | zaterdag 20 november 2010 @ 19:53 | |||
Is dat nu wel duidelijk? Je gebruikt de kettingregel als je een samengestelde functie hebt. Dus je hebt een functie f(x) maar je kan die ook schrijven als g(h(x)). Bij ln(1/x) kan je zeggen h(x)=1/x en g(h(x))=ln(1/x). Dan geldt f'(x) = g'(h(x)) h'(x) volgens de kettingregel. | ||||
Granaatappel | zondag 21 november 2010 @ 10:15 | |||
Jep bedankt. ![]() Er worden bij ons vaak standaardfuncties gebruikt als ln(x) of e^x en dan leer je meteen het simpelste voorbeeld dus was even lastig uit te vogelen hoe het precies werkt maar ik snap het nu bedankt. | ||||
Beregd | zondag 21 november 2010 @ 12:20 | |||
kettingregel was zelfs helemaal niet nodig, ln(1/x) is gewoon hetzelfde als -lnx, en dan wordt het eenvoudig. Vandaar dat het mss nog bij de eenvoudige oefeningen stond. | ||||
Fingon | zondag 21 november 2010 @ 12:47 | |||
Ik zit een beetje met deze opgave, ik kom er niet uit omdat ik eigenlijk niet begrijp hoe impliciet differentiëren werkt.![]() Ik moet hier dV/dP vinden, en ik kan aannemen dat T constant blijft (Dit is dus de Van der Waals vergelijking) Verder heb ik dus hetzelfde probleem met deze opdracht: ![]() Dit is een ellips en ik moet dmv impliciet differentieren vinden dat de tangent op punt (x0,y0) gelijk is aan ![]() Ik heb bij beiden een mooie knoeboel in m'n schrift dus dat ga ik maar niet opschrijven, kan iemand mij dus een stukje op weg helpen? | ||||
keesjeislief | zondag 21 november 2010 @ 13:26 | |||
Ik kan wel op het antwoord van die tweede komen, maar ik knoei maar wat aan zeg ik er eerlijk bij, kan vast veel eleganter. Hoe dan ook, wat je kunt doen is eerst zeggen dat een raaklijn (tangent) van de vorm A x + B y = 1 is. (Dit is gewoon de gebruikelijke y=.. x + .. in herschreven vorm). Neem een (x_0,y_0) op de originele kromme. De raaklijn moet nu door het punt (x_0,y_0) gaan, d.w.z. er moet gelden A x_0 + B y_0 = 1 (*) en de raaklijn moet raken aan de originele kromme in dat punt, d.w.z. er moet gelden dat de dy/dx voor beide krommen overeen komen als je ze in het punt (x_0,y_0) beschouwt. Impliciet differentieren van de originele kromme geeft 2 x/a^2 + 2 y (dy/dx) /b^2 = 0, en dus in het punt (x_0,y_0): 2 x_0/a^2 + 2 y_0 (dy/dx)|_{(x,y)=(x_0,y_0)} /b^2 = 0 (**) Idem voor de raaklijn, impliciet differentieren geeft A + B (dy/dx) = 0, en dus: A + B (dy/dx)|_{(x,y)=(x_0,y_0)} = 0 (***). Nu moet je het probleem van het vinden van de A en B oplossen door te zorgen dat de (dy/dx)|_{(x,y)=(x_0,y_0)} uit (**) gelijk is aan de (dy/dx)|_{(x,y)=(x_0,y_0)} uit (***), terwijl ook (*) moet gelden. Als je dit uitwerkt, of even goed naar de vergelijkingen staart, dan zie je dat je inderdaad krijgt A = x_0/a^2 en B = y_0/b^2. | ||||
Thas | zondag 21 november 2010 @ 14:21 | |||
Volgens het boek is de regel dan dat je moet nagaan of f(x)=g(x) en f '(x)*g '(x)=-1 beide ergens gelden. Ik krijg dan voor f(x)=g(x) 2*sin(x)=2*cos(x) dus sin(x)=cos(x) en voor f '(x)*g '(x)=-1 krijg ik (2*cos(x))*(2*-sin(x))=-1 -> 2-2*sin(x)+2*cos(x)-cos(x)*sin(x)=-1 Ik kwam hier niet zo snel uit, dus ik keek even naar de uitwerkingen van het boek, en wat schetste mijn verbazing: voor f '(x)*g'(x)=-1 staat er 2*cos(x)*2*-sin(x) = -1 Zonder de haakjes, gewoon achter elkaar geplakt.. Klopt dit echt? Ik zou toch denken dat als de regel is f '(x) * g'(x) = -1, je die gehele functies * elkaar moet doen dus ze tussen haakjes zou moeten zetten? Edit: Worteltekens doen het hier blijkbaar niet.. Overal waar 2*iets staat, moet het wortel2*iets staan ![]() | ||||
keesjeislief | zondag 21 november 2010 @ 14:24 | |||
Deze stap: (2*cos(x))*(2*-sin(x))=-1 -> 2-2*sin(x)+2*cos(x)-cos(x)*sin(x)=-1 klopt inderdaad niet, je maakt jezelf in de war met dat minteken denk ik, het is gewoon 2*cos(x)*2*-sin(x) = -4*sin(x)*cos(x). | ||||
Thas | zondag 21 november 2010 @ 14:25 | |||
Worteltekens doen het hier blijkbaar niet.. Overal waar 2*iets staat, moet het wortel2*iets staan, sorry ![]() | ||||
keesjeislief | zondag 21 november 2010 @ 14:26 | |||
Geen probleem, bedoel je nu dan sqrt(2)*sin(x) of sqrt(2*sin(x))? In het eerste geval geldt mijn opmerking nog steeds, met de 2 vervangen door sqrt(2). Edit: met de code & #8730; (zonder spatie) krijg je een wortelteken: √. | ||||
Thas | zondag 21 november 2010 @ 14:30 | |||
Ah, als √ werkt het dus wel, bedankt ![]() Ik bedoelde inderdaad het eerste, maar ik zie het nu inderdaad denk ik, bedankt ![]() | ||||
keesjeislief | zondag 21 november 2010 @ 14:33 | |||
Ok. Als je vast komt te zitten met het oplossen van die twee vergelijkingen, gebruik die eerste vergelijking een beetje slim om in die tweede vergelijking alleen een sin (of alleen een cos) over te houden.. | ||||
BasementDweller | zondag 21 november 2010 @ 15:07 | |||
Waar heb je een overzichtje met al die codes, of weet je ze uit je hoofd? ![]() | ||||
keesjeislief | zondag 21 november 2010 @ 15:12 | |||
Om ook nog even terug te komen op je eerste vraag over impliciet differentieren. In principe is impliciet differentieren niet zo anders dan 'gewoon' differentieren. Je kent het principe: een functie f(x)=x^2+6 wordt na differentieren: f'(x)=2 x. We kunnen dit ook op een iets andere manier opschrijven, te beginnen met de functie te zien als een vergelijking: y=x^2+6. Immers een functie beeldt een origineel (variabele x) af op het beeld (variabele y), en dat kan op verschillende manieren opgeschreven worden: f(x)=x^2+6; x -> x^2+6 of y=x^2+6. Alledrie betekenen ze eigenlijk hetzelfde, met dit verschil dat de notatie y=x^2+6 duidelijk maakt dat je kijkt naar een verzameling punten in R^2 namelijk die punten (x,y) waarvoor de relatie y=x^2+6 geldt. Als je deze verzameling punten zou 'tekenen' in een assenstelsel, krijg je (natuurlijk) hetzelfde als wanneer je de grafiek van f zou plotten. Goed, nu is impliciet differentieren niet veel meer dan een vergelijking nemen en differentieren naar een van de variabelen. Stel we differentieren de vergelijking y=x^2+6 naar x (anders gezegd: we laten de operator d/dx los op beide kanten van de vergelijking). Dan krijgen we de vergelijking dy/dx=2 x. Waarom? Nou, aan de linkerkant hadden we een y. Dit is een variabele die van x afhangt en het symbool dy/dx betekent niets anders dan "y gedifferentieerd naar x". Aan de rechterkant hebben we x^2, dat levert bij differentieren naar x de gebruikelijke 2 x op, en 6 verdwijnt bij differentieren naar x zoals gebruikelijk. Nog een voorbeeld. Laten we alle punten op de eenheidscirkel nemen. Die worden gegeven door de vergelijking x^2+y^2=1. Laten we nu impliciet differentieren naar x, dit geeft 2 x + 2 y (dy/dx)=0. De y^2 wordt na differentieren een 2 y (dy/dx) door de kettingregel. Als iemand je vraagt de afgeleide van de functie g(x)=f(x)^2 te berekenen, dan kom je via de kettingregel op 2 f(x) f'(x), hierboven volg je hetzelfde principe door te bedenken dat y eigenlijk een functie/afhankelijk is van x. We krijgen dus 2 x + 2 y (dy/dx) =0, oftewel dy/dx = -x/y. Inderdaad, als je even snel een eenheidscirkeltje tekent, er een punt (x_0,y_0) op kiest en de helling van de raaklijn in dat punt bekijkt, dan zul je vinden dat die helling gelijk is aan -x_0/y_0. Neem bijvoorbeeld het punt (0,1), daar is de helling 0 en dat klopt met de formule. Een ander voorbeeld is het punt (1,0). Als je dat invult, kom je op -1/0, dus de afgeleide bestaat niet/is ongedefinieerd. Inderdaad, de raaklijn in dat punt is een verticale lijn, een helling van oneindig zou je kunnen zeggen. Helpt dit? | ||||
keesjeislief | zondag 21 november 2010 @ 15:14 | |||
Glowmouse en Riparius wel denk ik, ik gewone sterveling gebruik bijv. dit overzichtje: http://tntluoma.com/sidebars/codes/. ![]() | ||||
BasementDweller | zondag 21 november 2010 @ 15:31 | |||
Dankje | ||||
Fingon | zondag 21 november 2010 @ 15:46 | |||
Mja het lukt me op zich ook nog wel maar met gecompliceerde functies krijg ik dan gedoe, voornamelijk dat dy/dx gedoe dan. Dat dy/dx=-x/y , dat gaat alleen in dit geval op omdat het zo'n mooie functie is of gaat dat ook op voor de functies in die opgaven die ik moet maken en hoef ik ze dan alleen om te schrijven naar x =... en y = .... en dat vervolgens invullen in -(x)/y ? | ||||
keesjeislief | zondag 21 november 2010 @ 15:51 | |||
Dat dy/dx =-x/y volgt uit 2 x + 2 y (dy/dx) =0, dat geldt inderdaad (natuurlijk) alleen in dit specifieke geval. Als je bijv. zou hebben 4 x + 6 y^3 = 5 krijg je dy/dx = -4/(18 y^2), kun je dat zelf narekenen? | ||||
Fingon | zondag 21 november 2010 @ 15:59 | |||
Ja dat moest ik even weten, ik heb hier ter illustratie wat echter krijg als ik dat dus toepas bij de opgave over Van der Waals vergelijking. (Aangenomen dat V en P de enige variabelen zijn) Ik heb niet echt het idee dat dit de bedoeling is... ![]() | ||||
keesjeislief | zondag 21 november 2010 @ 16:40 | |||
Als je continu de goedbedoelde adviezen en vragen overslaat kan het gebeuren dat mensen je vanaf een bepaald moment niet meer willen helpen ![]() ![]() ![]() | ||||
Fingon | zondag 21 november 2010 @ 17:21 | |||
Ik heb dus gewoon foute notatie gebruikt want wat je zegt was dus wel mijn bedoeling, V' staat voor dV/dP. Verder mijn excuses als jij meent dat ik je goede advies negeer, dat doe ik beslist niet bewust... Daarom dit even uitgewerkt: 4 x + 6 y^3 = 5 d/dx(4x + 6y^3) = d/dx(5) 4 + 12y^2*dy/dx = 0 12y^2 * dy/dx = -4 dy/dx = -4/12y^2 Tenslotte zijn zowel mijn als volgens mij jouw afgeleide eveneens fout volgens mijn antwoordmodel, Ik keek net en het gaf als antwoord mijn afgeleide maar zonder de term 2abn^2*V^-2 in de noemer. | ||||
Thas | zondag 21 november 2010 @ 17:22 | |||
Hmm, ik zit weer met een nieuwe ![]() [quote]Bereken algebraïsch voor welke waarden van q de lijn m: y = -8x+q de grafiek van h(x)=2x/(√(x²+4))[/quote] Dus ik h'(x) berekenen om daarna h'(x)*-8=-1 te doen, krijg ik 2*(x²+4)-2x²/(x²+4)√(x²+4) , wat volgens de uitwerking ook klopt. Dan staat er echter 2*(x²+4)-2x²/(x²+4)√(x²+4)=8/(x²+4)√(x²+4) Ik zie niet hoe ze erbij komen dat 2*(x²+4)-2x² = 8 Wat zie ik hier niet? Hmm, ik ben wel heel blind, ik zie het nu ![]() Toch maar eens aan de bril.. [ Bericht 10% gewijzigd door Thas op 21-11-2010 17:47:44 ] | ||||
Riparius | zondag 21 november 2010 @ 17:24 | |||
Vroeger kon je hier gewoon alles typen wat je wilde, in Unicode. Met de 'nieuwe' layout gaat dat niet meer en moet je HTML escape codes gebruiken. Met 'dank' aan Danny die anno 2010 denkt dat support voor Unicode niet nodig is op een NL forum. | ||||
keesjeislief | zondag 21 november 2010 @ 18:08 | |||
Ok. ![]() ![]() | ||||
keesjeislief | zondag 21 november 2010 @ 18:13 | |||
Hoe typ je eigenlijk unicodekarakters die niet op je toetsenbord zitten? ![]() | ||||
Riparius | zondag 21 november 2010 @ 18:27 | |||
Ik gebruik een speciale keyboard utility (Tavultesoft Keyman) waarmee ik heel eenvoudig kan switchen naar bijvoorbeeld (klassiek) Grieks of Cyrillisch schrift en allerlei diacritica kan typen middels user-defined keyboard layouts. Support voor Latex is ook een idee, maar alle moderne OSsen en applicaties die met tekst werken ondersteunen Unicode, dus dat zou prioriteit moeten hebben. De klok is hier met de opgelegde New Decade layout 10 jaar teruggezet, en dat is een slechte zaak, ook voor dit wiskunde topic. [ Bericht 21% gewijzigd door Riparius op 21-11-2010 18:51:18 ] | ||||
GlowMouse | zondag 21 november 2010 @ 18:35 | |||
Als je auto-updates in een topic uitzet, kun je weer unicode posten. Een andere fix moet ik nog eens naar kijken. | ||||
Outlined | zondag 21 november 2010 @ 18:43 | |||
hebben ze unicode uitgeschakeld ? ![]() test: V W edit: Ja, maar niet in het edit window zelf ![]() | ||||
keesjeislief | zondag 21 november 2010 @ 19:03 | |||
Het viel me net pas op dat jouw http://betahw.mine.nu/index.php werkt door de ge-escapede Latex-code mee te geven aan het cgi-script dat vervolgens een plaatje teruggeeft. Dan zou het in principe mogelijk moeten zijn om een custom tagje toe te voegen zodat je [tagje]<latex-code>[/tagje] kunt typen en dat dat door de parser wordt omgezet naar
| ||||
Outlined | zondag 21 november 2010 @ 19:04 | |||
ach, we hebben hier sup en sub tags en daar kan je al een heel eind mee komen. | ||||
BasementDweller | zondag 21 november 2010 @ 19:13 | |||
Dat zou ideaal zijn en klinkt simpel | ||||
GlowMouse | zondag 21 november 2010 @ 19:20 | |||
Dat staat hier los van en kan ook ooit op mijn aandacht rekenen. | ||||
Fingon | zondag 21 november 2010 @ 19:38 | |||
De opgave was dus: geef dV/dP van deze functie ![]() Het is een boek dat zoveel mogelijk real-world voorbeelden geeft vandaar deze Van der Waalsvergelijking over volume en dichtheid etc van een gas. ik mocht aannemen dat alles behalve V en P dus constant waren, R is bijvoorbeeld die universele gasconstante etc. In ieger geval is dat alles wat erbij staat, daarna staat bij de antwoorden: ![]() Ze hebben dus maal V^3 gedaan dus dat maakt geen verschil met mijn oplossing, en zoals je ziet is er maar 1 term verschil met mijn oplossing, die dus blijkbaar ergens 0 was geworden. Waarschijnlijk in het geweld van die kettingregel met alle breuken ergens een foutje aan mijn kant, maar goed. | ||||
keesjeislief | zondag 21 november 2010 @ 20:28 | |||
Oh, nondeju, ik heb inderdaad wel een fout gemaakt op mijn laatste regel, sorry ![]() | ||||
Fingon | zondag 21 november 2010 @ 20:48 | |||
Ja, behalve dat ik bij mezelf nog ff de fout moet gaan zoeken ![]() ![]() Dit is de situatie, je hebt zo'n mooie lamp die een schaduw werpt om een object, en de locatie van de omtrek van dat object is dus die ellips gegeven door x^2+4y^2=5 nu moet ik dus berekenen hoe hoog die lamp staat. Ik zat te denken om te kijken of ik bv die hoek bij het punt (-5,0) zou kunnen vinden maar hoe heb ik geen idee, op 1 of andere manier moet ik het snijpunt van de ellips met 1 van die lijnen vinden maar ik zie niet hoe dat te doen met de beschikbare informatie. ![]() Heb je een hint? Als ik hier de impliciete afgeleide zou ik natuurlijk de coefficient van de raaklijn krijgen maar daarvoor moet ik eerst weten in welk punt het zit.. | ||||
keesjeislief | zondag 21 november 2010 @ 21:11 | |||
Hier is de extragratis hint: die bovenste grijze lijn is een raaklijn aan de kromme in een onbekend punt (x_0,y_0), en hij gaat ook nog door het punt (-5,0). Als je nu voor een willekeurig punt (x_0,y_0) de bijbehorende raaklijn bepaalt, en vervolgens uitvist hoe je die (x_0,y_0) moet kiezen om ook nog te hebben dat betreffende raaklijn door (-5,0) gaat? Of, misschien slimmer, als je alle lijnen door (-5,0) bekijkt, d.w.z. y=a*x+5 a, dan is de gezochte lijn de enige die precies een snijpunt met de kromme heeft, alle anderen hebben ofwel twee snijpunten ofwel helemaal geen. Misschien is dat voldoende om de a te bepalen? | ||||
Riparius | zondag 21 november 2010 @ 23:58 | |||
Je hebt alleen de bovenste helft van de ellips nodig. Deze kun je beschouwen als de grafiek van de functie: (1) f(x) = (1/2)*(5 - x2)1/2 De afgeleide van deze functie is: (2) f'(x) = -(1/2)*x*(5 - x2)-1/2 Essentiëel is nu dat je ziet dat de richtingscoëfficiënt van de raaklijn gelijk is aan de afgeleide in het raakpunt. Laten we zeggen dat de x-coördinaat van het raakpunt p is, dan is de y-coördinaat f(p) en geldt voor de richtingscoëfficiënt m van de raaklijn dus: (3) m = f'(p) Nu gaat de raaklijn zowel door het punt (-5;0) als door het raakpunt (p;f(p)), dus kunnen we ook zeggen dat voor de richtingscoëfficiënt m geldt: (4) m = f(p)/(p+5) Uit (3) en (4) volgt dus: (5) f'(p) = f(p)/(p+5) Dit is een vergelijking in p, die je op kunt lossen als je met behulp van (1) en (2) de uitdrukkingen voor f(p) en f'(p) in (5) invult. Als je het goed doet vind je als oplossing voor (5) p = -1. De richtingscoëfficiënt m = f'(p) van de raaklijn is dus f'(-1) = 1/4, en daaruit volgt direct dat de lichtbron zich in het punt (3;2) bevindt. De gezochte hoogte bedraagt dus 2. [ Bericht 3% gewijzigd door Riparius op 22-11-2010 00:06:23 ] | ||||
Turalyon | maandag 22 november 2010 @ 01:20 | |||
Toevallig iemand nog wakker die duidelijk het verschil tussen een rekenkundige / meetkundige - rij / reeks kan uitleggen? Liefst met een voorbeeld als dat kan, zonder is ook goed natuurlijk! | ||||
minibeer | maandag 22 november 2010 @ 01:25 | |||
Staat gewoon op wikipedia, of begrijp je dat niet? | ||||
Turalyon | maandag 22 november 2010 @ 01:54 | |||
Dankje. Een reeks is oneindig en een rij eindig toch? | ||||
Riparius | maandag 22 november 2010 @ 11:31 | |||
Nee. Reeks is een ander woord voor een rij van partiële sommen. Een reeks en een rij kunnen elk zowel een eindig als een oneindig aantal elementen hebben. Maar het is inderdaad wel zo dat met 'reeksen' doorgaans oneindige reeksen worden bedoeld. Lees dit eens. [ Bericht 14% gewijzigd door Riparius op 22-11-2010 11:36:59 ] | ||||
keesjeislief | maandag 22 november 2010 @ 12:27 | |||
Voor degenen die het (ook) makkelijk vinden: op http://www.maths.bath.ac.uk/~kvs20/tools/fok/tex_parser.html staat een dun schilletje om de parser van Glowmouse's http://betahw.mine.nu/index.php. Het idee is dat je eerst 'gewoon' je post kunt tikken met Latex-code erin, bijv.
, dan kopieer en plak je de inhoud van je post in het bovenste tekstvak van genoemde website, drukt op 'parse', kopieert vervolgens de output en plakt die hier op fok weer in het invoerscherm. Bovenstaande zou bijv. worden:
Het is natuurlijk nog steeds een heen-en-weer gekopie-en-plak, maar ik vind het persoonlijk in ieder geval wel handiger om niet voor elke uitdrukking steeds naar de site van Glowmouse te hoeven. Glowmouse, als je om wat voor reden dan ook een probleem met het op deze manier gebruiken van jouw website hebt hoor ik het van je. | ||||
GlowMouse | maandag 22 november 2010 @ 12:44 | |||
Geen probleem, wel mooi zelfs. De uiteindelijke implementatie op FOK! zal [tex] gebruiken ipv $, omdat $ te algemeen is. | ||||
keesjeislief | maandag 22 november 2010 @ 13:24 | |||
Bedankt. En mee eens, ik heb het nu even zo gedaan dat je zelf kunt kiezen welke tags je wilt gebruiken. | ||||
minibeer | dinsdag 23 november 2010 @ 00:13 | |||
Leuk, kan je eindelijk fatsoenlijke formules schrijven ![]() (wel eerst tex leren ![]() -vraag weggehaald, ik probeer het nog even zelf ![]() | ||||
TheLoneGunmen | woensdag 24 november 2010 @ 20:07 | |||
Ik zie vooralsnog het nut/de relevantie van Gdelta sets niet in...![]() Ik ben bij puntje (iv). Dat A gesloten is, is nog makkelijk aan te tonen. Maar hoe laat ik nu zien dat het een intersectie is van aftelbaar veel open verzamelingen? | ||||
thabit | donderdag 25 november 2010 @ 00:02 | |||
{0} is een doorsnede van aftelbaar veel open verzamelingen: {0} is de doorsnede van {[0, 1/n): n in Z>0}. | ||||
TheLoneGunmen | donderdag 25 november 2010 @ 10:30 | |||
D'accord. Maar voor A? Gebruik je dan een of ander lemma? | ||||
thabit | donderdag 25 november 2010 @ 10:34 | |||
f-1(doorsnede) = doorsnede(f-1) | ||||
Granaatappel | donderdag 25 november 2010 @ 17:08 | |||
Ik kom er weer even niet uit... f(x) = x² - 2x + 2 f'(x) = 2x - 2 Minimum in (1,1), snap ik totaal. Randmaximum in (5,17), snap ik niet? Zoals ik het meen geleerd te hebben geldt er als f'(x) <= 0 dan randmaximum. f'(5) = 8? | ||||
GlowMouse | donderdag 25 november 2010 @ 17:12 | |||
Dat geldt alleen voor een randmaximum aan de linkerzijde. Wat betekent f'(5) > 0 eigenlijk? Heb je iets links van 5 een grotere functiewaarde? | ||||
Beregd | donderdag 25 november 2010 @ 17:15 | |||
wat is een randmaximum? Ik ben leerkracht wiskunde geweest, maar van randmaximum heb ik nog nooit gehoord. | ||||
Outlined | donderdag 25 november 2010 @ 17:17 | |||
waarschijnlijk een of andere middelbare schoolterm. Zijn ze dol op op de middelbare school, voor elk wissewasje een term/naampje bedenken. Zinvol? NEE ABSOLUUT NIET! | ||||
Granaatappel | donderdag 25 november 2010 @ 17:18 | |||
Universiteit helaas. | ||||
Granaatappel | donderdag 25 november 2010 @ 17:19 | |||
f'(5) > 0 betekent dat in x=5 de functie stijgend is. Links van 5 zijn de waarden kleiner, zowel in de afgeleide functie als de oorspronkelijke functie. Ik kan helaas ook niet veel vinden op internet hoe het nu precies zit. [ Bericht 5% gewijzigd door Granaatappel op 25-11-2010 17:25:38 ] | ||||
keesjeislief | donderdag 25 november 2010 @ 17:34 | |||
Het zal wel zo zijn dat je een domein bij de funktie hebt gekregen, misschien [0,5]? Ik kan me voorstellen dat er sprake is van een randmaximum als de functie zijn grootste waarde aan de rand van het domein aanneemt? Inderdaad is 17 de hoogste waarde die aangenomen wordt op dat domein, in x=5, zoals je makkelijk kunt zien door naar het teken van de afgeleide te kijken. | ||||
GlowMouse | donderdag 25 november 2010 @ 17:36 | |||
Er hoort inderdaad wel een interval bij.Dus heb je in x=5 een randmaximum. Maar dit kun je zien uit f'(5) > 0, niet door f(4.9) of f'(4.9) uit te rekenen. | ||||
keesjeislief | donderdag 25 november 2010 @ 17:42 | |||
Gezien het feit dat de antwoorden die jij vermelt het niet hebben over een randmaximum aan de linkerkant van je domein, en je het hebt over een (gewoon) minimum in x=1 vermoed ik dat de ondergrens van je domein strikt kleiner dan 1 en strikt groter dan de negatieve oplossing van f(x)=17 is, en in dat geval zou je gezien de antwoorden het begrip randmaximum globaal en niet lokaal moeten opvatten. Mocht dat allemaal kloppen, dan kun je niet een randmaximum vinden door enkel naar de afgeleide in dat specifieke punt te kijken. (Ik doe hier meer aannames dan de gemiddelde PVV-er though ![]() | ||||
Granaatappel | donderdag 25 november 2010 @ 17:56 | |||
Sorry was inderdaad het interval [0,5] vergeten te vermelden. Dus zoals ik begrijp kan ik beter naar de functiewaarde kijken dan naar de afgeleide functiewaarde? | ||||
keesjeislief | donderdag 25 november 2010 @ 18:03 | |||
Voor een randmaximum/mimum dan wel ja. Voor een 'gewoon' maximum/minimum doe je het standaard ding. Dus algemene strategie kan zijn: tekenschemaatje maken van afgeleide, eerst kijken naar 'gewone' maxima en minima op je domein, en dan kijken naar de waarden die je functie aanneemt op de rand van je domein. Als de functiewaarde in een van die punten groter is dan het 'gewone' maximum, is er sprake van een randmaximum, anders niet. Idem voor een randminimum: als in een van de randpunten de waarde kleiner is dan het 'gewone' minimum dan is er sprake van een randminimum, anders niet. Nog een voorbeeld: als je jouw functie 'omklapt', i.e. spiegelt in de lijn y=5/2, dan is de afgeleide aan de rand x=5 nog steeds positief, maar het is geen randmaximum meer. Dat randmximum ligt nu bij x=0, en daar is de afgeleide zelfs negatief. [ Bericht 1% gewijzigd door keesjeislief op 25-11-2010 18:10:27 ] | ||||
Granaatappel | donderdag 25 november 2010 @ 18:16 | |||
Ok bedankt, ik snap het nu. ![]() Enige wat ik nog wel probeer uit te vogelen is om een randmaximum/minimum te zoeken d.m.v. de afgeleide. In mijn boek staat het volgende: f(x) = x^4 - 4x^3 + 4x^2 + 4 f'(x) = 4x^3 - 12x^2 + 8x Interval [-1, ->] Minimum in (0,4) en (2,4) Maximum in (1,5) Citaat uit boek "Randmaximum: Omdat y'(x) < 0 op het interval [-1,0], is de functie afnemend op [-1,0]. De functie heeft dus een maximum in het randpunt -1, het randmaximum heeft de waarde y(-1) = 13." Hier interpreteer ik dus dat randmaximum als f'(x) =< 0 onder de voorwaarde dat x =< 0. Kan ik hieruit concluderen dat: randminimum als f'(x) =< 0 onder de voorwaarde dat x >= 0. randmaximum als f'(x) >=0 onder de voorwaarde dat x >= 0. randminimum als f'(x) >=0 onder de voorwaarde dat x =< 0 | ||||
GlowMouse | donderdag 25 november 2010 @ 18:17 | |||
Keesje kijkt globaal, het boek lokaal. | ||||
keesjeislief | donderdag 25 november 2010 @ 18:33 | |||
Ik vind dat citaat uit het boek heel slecht. Het klopt dat er een randmaximum is, omdat in x=-1 de functie de grootste waarde op het domein [-1,\infty) aanneemt (het is immers een hogere waarde dan het 'gewone' maximum in x=1 met waarde 5). Maar dat kun je niet direct afleiden uit de afgeleide. Je kunt daaraan weliswaar zien waar de functie toe- en afneemt, maar dat heeft maar beperkt nut bij het bepalen van randmaxima/minima. Het gevolg is dat jij in de war raakt en zulke regels gaat opstellen als de laatste drie regels van je post (die overigens niet kloppen!). Bovendien helpt het gebruiken van de afgeleide daarvoor uiteindelijk niet, omdat je nog steeds de funktiewaarde in dat randpunt echt moet uitrekenen om hem te vergelijken met het 'gewone' maximum. Dat moet je sowieso doen, en dat geeft je ook sowieso het antwoord, ongeacht of je nu wel of niet eerst naar de afgeleide hebt gekeken. Dus, nogmaals, ik zou het gewoon zo doen: eerst de 'gewone' minima en maxima bepalden op de gebruikelijke manier, vervolgens de functiewaarde(n) op de rand(en) uitrekenen en die vergelijken met de gewone maxima/minima om te zien of er sprake is van een randmaximum/minimum. | ||||
Granaatappel | donderdag 25 november 2010 @ 18:37 | |||
Ok hartelijk dank, dan gaan we dat mooi gebruiken. ![]() | ||||
keesjeislief | donderdag 25 november 2010 @ 18:51 | |||
Het spijt me, ik moet even rectificeren. ![]() ![]() [ Bericht 2% gewijzigd door keesjeislief op 25-11-2010 18:56:18 ] | ||||
Riparius | donderdag 25 november 2010 @ 19:04 | |||
Vijf seconden googelen leert dat de term kennelijk is overgewaaid uit Duitsland. En de definitie wordt dan ook meteen duidelijk, kijk even hier. | ||||
keesjeislief | donderdag 25 november 2010 @ 19:15 | |||
Das ist aber eine fremde Definition, sollte "fuer jede h>0 klein genug" sein, oder? Und damit haben wir auch noch nicht die Frage geloesst wie es dann mit der erste Aufgabe aussieht glaube ich mal? ![]() | ||||
Granaatappel | donderdag 25 november 2010 @ 19:42 | |||
Van die ene site: f sei stetig in [ a ; b ] und differenzierbar in ] a ; b [. Sei h>0. An der Stelle a hat f ein Randmaximum, wenn gilt f '(a+h) < 0. An der Stelle a hat f ein Randminimum, wenn gilt f '(a+h) > 0. An der Stelle b hat f ein Randmaximum, wenn gilt f '(b-h) > 0. An der Stelle b hat f ein Randminimum, wenn gilt f '(b-h) < 0. Toepassen op mijn 2 voorbeelden: Voorbeeld 1: f(x) = x² - 2x + 2 f'(x) = 2x - 2 Interval [0,5] Minimum in (1,1) Randmaximum in (5,17) ------> Het randpunt x = 5 is hier de b, nl. [a,b]. f'(5) = 8 An der Stelle b hat f ein Randmaximum, wenn gilt f '(b-h) > 0. 8 > 0 -> randmaximum (klopt) Voorbeeld 2: f(x) = x^4 - 4x^3 + 4x^2 + 4 f'(x) = 4x^3 - 12x^2 + 8x Interval [-1, ->] Minimum in (0,4) en (2,4) Maximum in (1,5) Randmaximum in (-1,13) ---> Het randpunt x = -1 is hier de a, nl. [a,b]. f'(-1) = -24 An der Stelle a hat f ein Randmaximum, wenn gilt f '(a+h) < 0. -24 < 0 -> randmaximum (klopt) Zie ik dit goed? | ||||
Fingon | donderdag 25 november 2010 @ 20:40 | |||
Gegeven: Een sprinter rent over de rand van een cirkel met r=100m met een snelheid van 7 m/s een vriend staat op 200m afstand van het middelpunt van die cirkel, hoe snel is de afstand aan het veranderen tussen de sprinter en de vriend als de afstand tussen hen 200 m. is? Ik behoor dit met impliciet diff op te lossen, dus eerst stel ik dan de formule op die de het punt geeft op de cirkel waar de sprinter is als de afstand tussen hem en de vriend 200m is: Die afstand noem ik eerst y. ![]() Het verband tussen het punt waar die sprinter is en het feit dat de afstand tussen hem en zijn vriend y is is gegeven volgens 1*) Dit zou ik natuurlijk het liefste impliciet differentieren zodat ik dy/dt krijg, echter die afgeleide bevat geen dx/dt, enkel de variabelen theta en y, dus dan zit ik met een probleempje. Ik kan dan wel 2*) gaan oplossen voor y=200 en een theta nemen maar dat gaat niet helemaal goed(de eerste theta zorgt voor een dx/dt van ~-681, de - is goed maar dit is ook alles denk ik zo, natuurlijk zou die verdwijnen als hij z'n vriend nadert vanaf de ''onderkant'' van zijn cirkel) Iemand die mij kan vertellen hoe ik toch dx/dt erin krijg? (x is dus de afstand die de sprinter aflegt over de cirkel met dx/dt=7) | ||||
GlowMouse | donderdag 25 november 2010 @ 20:48 | |||
Je weet wel dtheta/dt, en dan kun je de kettingregel gebruiken. | ||||
Fingon | donderdag 25 november 2010 @ 20:55 | |||
Die vat ik niet helemaal, waarop moet ik de kettingregel op gebruiken? | ||||
Riparius | donderdag 25 november 2010 @ 22:37 | |||
Lang zwetsverhaal over waarom het je allemaal niet lukt (net als bij die opgave van gisteren), maar je bent helemaal niet geïnteresseerd in x (wat is x trouwens volgens jou?). Wat je wil weten is dy/dt. En volgens de kettingregel is: dy/dt = (dy/dθ)∙(dθ/dt) | ||||
TheLoneGunmen | donderdag 25 november 2010 @ 23:45 | |||
Dankjewel Thabit. Klein vraagje uit de kansrekening ![]() Waarom wordt x2 geïntegreerd van 0 tot x3 en niet van x1 tot x3. Immers x2 is verondersteld tussen die twee waarden te liggen? | ||||
thabit | donderdag 25 november 2010 @ 23:47 | |||
Omdat je x1 al van 0 tot x2 integreert. | ||||
keesjeislief | vrijdag 26 november 2010 @ 04:28 | |||
Zou je misschien eerst eens in je boek willen kijken wat daar nu als exacte definitie van randmax./min. gegeven wordt? En zou je nog eens willen kijken of het antwoord dat je gepost hebt van de eerste opgave klopt, vooral of het compleet is? | ||||
Granaatappel | vrijdag 26 november 2010 @ 10:43 | |||
Er staat geen definitie van een randmaximum/minimum in het boek, het wordt opeens gebruikt in een opdracht die ik eerder al citeerde. De antwoorden heb ik ook letterlijk overgenomen van het antwoordenmodel. ![]() | ||||
keesjeislief | vrijdag 26 november 2010 @ 12:29 | |||
Het is natuurlijk belachelijk dat er geen fatsoenlijke definitie gegeven wordt, zeker van zo'n multi-interpretabel begrip. ![]() | ||||
Granaatappel | vrijdag 26 november 2010 @ 12:39 | |||
In de antwoorden vind ik alleen maar een randmax of min, niet allebei. Uitleg in het boek is er ook niet echt, ik houd maar gewoon die Duitse definitie aan. Hier nog een voorbeeldje wat overeenstemt met die Duitse site: f(x) = x * e^-x f'(x) = e^-x * (1 - x) Interval [0,1] Maximum voor x=1 Randminimum voor x=0 Controleren -> interval [a,b], hier dus a=0. An der Stelle a hat f ein Randmaximum, wenn gilt f '(a+h) < 0. An der Stelle a hat f ein Randminimum, wenn gilt f '(a+h) > 0. f'(0) = 1 1 > 0 dus randminimum | ||||
keesjeislief | vrijdag 26 november 2010 @ 12:57 | |||
Prima. Wil je de eerste opgave die je gepost hebt ook nog eens met die definities doen? | ||||
Granaatappel | vrijdag 26 november 2010 @ 13:12 | |||
f(x) = x² - 2x + 2 f'(x) = 2x - 2 Minimum in (1,1) Randmaximum in (5,17) Interval [0,5] Controle: Randmaximum in x=0 f'(0) = -2 An der Stelle a hat f ein Randmaximum, wenn gilt f '(a+h) < 0. Randmaximum in x=5 f'(5) = 2 An der Stelle b hat f ein Randmaximum, wenn gilt f '(b-h) > 0. Wat is nu 'echt randmaximum'? f(0) = 2 f(5) = 17 Dus (5,17) is het randmaximum. Komt overeen met het antwoord. ![]() | ||||
keesjeislief | vrijdag 26 november 2010 @ 13:17 | |||
Wat is een 'echt randmaximum' en waar heb je dat op de Duitse site gevonden? | ||||
Granaatappel | vrijdag 26 november 2010 @ 13:21 | |||
Als ik lokaal ga kijken op het interval [0,5] en ik tref 2 randmaxima aan, dan is er toch maar één een daadwerkelijk maximum? Als ik op het interval in dit geval [0,5] respectievelijk de waarden 2 en 17 aantref, dan is het voor mij logisch de waarde 17 als het maximum te beschouwen en de bijbehorende x = 5. | ||||
keesjeislief | vrijdag 26 november 2010 @ 13:29 | |||
Prima. Volgens de Duitse site zouden we twee randmaxima hebben, nl. eentje in x=0 en eentje in x=5. In toevoeging daarop definieer jij nu een nieuw begrip, namelijk het 'echte randmaximum', en dat bestaat uit het maximum van de twee randmaxima. Begrijp ik dat zo goed? | ||||
GlowMouse | vrijdag 26 november 2010 @ 13:31 | |||
Volgens mij moet het laatste stukje zijn 'dus f neemt zijn maximum op [0,5] aan in x=5', zonder rand erbij. | ||||
Granaatappel | vrijdag 26 november 2010 @ 13:35 | |||
Ik zie het al, klopt inderdaad wat jij zegt. (2 randmaxima) Ben even in de war met mijn nieuwe stof m.b.t. maximaliseren waarbij alleen de grootste waarde van het maximum de uitkomst is. @GlowMouse: Uit antwoordenmodel: "We find that the function has a minimum in (1, 1) and a boundary maximum in (5, 17)." | ||||
keesjeislief | vrijdag 26 november 2010 @ 13:47 | |||
Dus wat is nu jouw antwoord op die opgave, is er 1 of zijn er twee randmaxima? | ||||
Granaatappel | vrijdag 26 november 2010 @ 13:50 | |||
Mijn antwoord zou zijn: 2 randmaxima waarvan x=5 het absolute maximum is en x=0 het relatieve maximum is. [ Bericht 3% gewijzigd door Granaatappel op 26-11-2010 14:02:14 ] | ||||
keesjeislief | vrijdag 26 november 2010 @ 14:23 | |||
Maar dat klopt niet met het antwoordenmodel? | ||||
Granaatappel | vrijdag 26 november 2010 @ 14:27 | |||
Ik ga niet meer uit van het antwoordenmodel, heb al eerder fouten ontdekt m.b.t. differentiëren, die zijn ook nog terug te vinden in het vorige topic (antwoordenmodel was compleet fout in meer dan 6 opgaven). Als ik nu 1-2-3 door het model blader ontbreken er nog wel meer antwoorden, incomplete antwoorden etc. Ik houd het gewoon op de eerdergenoemde definities, bedankt. ![]() | ||||
keesjeislief | vrijdag 26 november 2010 @ 14:32 | |||
Dat is wel een groot risico natuurlijk, je gokt nu een beetje wat er eigenlijk gevraagd wordt, kun je niet beter duidelijkheid vragen aan de docent oid? En meteen klagen over zo'n beroerd antwoordenmodel en een boek waarin duidelijke definities blijkbaar ontbreken? Nou ja, hoe dan ook succes verder! ![]() | ||||
Mushral | vrijdag 26 november 2010 @ 15:57 | |||
Ik heb vanavond een tentamen wiskunde en ik heb nog 1 struikelblok niet helemaal onder de knie. Het gaat over het maken van een inverse functie. Oftewel, als je de functie hebt y = x, hem zo om te draaien dat je krijgt x = y. Nou in principe lukt het me aardig, tot ik bij deze vraag kwam: p = 15y^2 - 80y + 96 kan iemand me het antwoord geven met stappen ernaartoe? het uiteindelijk antwoord is y = (8/3) + (1/30)*Wortel(640+60P) | ||||
GlowMouse | vrijdag 26 november 2010 @ 16:07 | |||
Kijk, een Tilburger. En het is maar een toets. Probeer eens te doen wat je zou doen als er niet p maar 3 zou staan. | ||||
FedExpress | vrijdag 26 november 2010 @ 16:15 | |||
Tot je bij deze vraag kwam? Volgens mij had je er straks al 1 ![]() | ||||
GlowMouse | vrijdag 26 november 2010 @ 16:18 | |||
De toets begint om 17.00 | ||||
GlowMouse | vrijdag 26 november 2010 @ 16:18 | |||
[Bèta wiskunde] Huiswerk-en-vragentopic |