FOK!forum / School, Studie en Onderwijs / [Bèta overig] huiswerk- en vragentopic
GlowMousedonderdag 11 september 2008 @ 13:39
Vorige deel: [Bèta] 'Huiswerk- en vragentopic'.

Post hier weer al je vragen, passies, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de vakken:

  • Natuurkunde
  • Informatica
  • Scheikunde
  • Biologie
  • Algemene Natuurwetenschappen
  • ... en alles wat verder in de richting komt.

    Van MBO tot WO, hier is het topic waar je een antwoord kunt krijgen op je vragen.

    Links:

    Opmaak:
  • http://betahw.mine.nu/index.php: site van GlowMouse om formules te kunnen gebruiken in je posts (op basis van Latexcode wordt een plaatje gegenereerd dat je vervolgens via het aangegeven linkje kunt opnemen).

    OP
  • Opperkwaldonderdag 11 september 2008 @ 16:31
    Ik heb een vraag over Chi-kwadraat.

    Als ik op kavel 1 bijvoorbeeld 0 akkerdistels heb en op kavel 2 11 akkerdistels.
    dan moet ik met de formule (gevonden 1-verwacht 1)^2 / verwacht 1 + (gevonden 2-verwacht 2)^2 / verwacht 2 doen om de kans op toeval te vinden. In dit geval moet ik dus invullen:
    (0-0)^2 / 0 + (10-11)^2 / 11
    Maar omdat je niet kan delen door 0 kan deze niet. Met het getalletje dat uit de som zou komen moet je in een tabel of lezen of het significant / zeer significant / niet significant is.

    Hoe significant is iets als je van 1 soort dus 0 hebt en dus ook 0 verwacht?

    (desbetreffende tabel onder aan de pagina: http://www.bioplek.org/techniekkaartenbovenbouw/techniek98x2.html )
    GlowMousedonderdag 11 september 2008 @ 17:44
    Dat is wiskunde, hoort in het andere topic. En die pagina deugt van geen kant, je kunt beter een goed statistiekboek pakken. Bain & Engelhardt: introduction to probability theory and mathematical statistics is een aanrader.
    Opperkwaldonderdag 11 september 2008 @ 17:58
    Ik zal het in het andere topic mijn vraag posten, ik postte het hier omdat het een biologie opdracht was zeg maar.
    miracle.vrijdag 19 september 2008 @ 16:27
    Ik heb even een vraag over natuurkunde, de 'raaklijnmethode'.
    Ik weet hoe je een raaklijn moet tekenen, maar wat je er verder mee moet doen is voor mij een raadsel.
    Dit staat niet in het boek uitgelegd.
    Moet je dan gaan werken met de Tangens? Het gaat er dus om dat ik de steilheid bepaal, maar dat kan op meerdere manieren?
    Alvast bedankt!
    GlowMousevrijdag 19 september 2008 @ 16:46
    Als je de snelheid wilt bepalen, dan gaat het om de afgelegde weg per stukje tijd. Als de grafiek niet recht loopt, kun je dat slecht berekenen op een bepaald punt, dus gebruik je een raaklijn. Van die raaklijn kijk je wat de afgelegde weg per stukje tijd is, en dat is dan de snelheid (en tevens de helling van de raaklijn).
    Niconiggerdinsdag 23 september 2008 @ 13:26
    Vraag over natuurkunde:

    Hoe bepaal je de totale spoorlengte op een CD?

    We moesten een practicum doen door met een laser door een gat op een cd te schijnen. De afstanden waren:
    van het gat tot cd: 8,0 cm.
    gat tot n1: beide 4,5 cm
    gat tot n2: 7,0 cm
    golflengte laser: 663 nm

    plaatje situatie:




    Ik denk zelf dat je de afstand tussen de sporen moet bepalen (1,29*10^-8 cm) (x). De omtrek van de hele cd bepalen (pi*d) (y). De omtrek van de cd delen door de afstand tussen de sporen (z). Daarna de omtrek van het gebied waar geen sporen op zitten bepalen (q). --> totale spoorlengte op cd=z-q/x.
    Of is dit een compleet foute gedachte?

    Het is een vaag verhaal maar ik hoop dat jullie er iets mee kunnen.

    [ Bericht 2% gewijzigd door Niconigger op 23-09-2008 20:40:07 ]
    TubewayDigitaldinsdag 23 september 2008 @ 22:03
    quote:
    Op vrijdag 19 september 2008 16:27 schreef miracle. het volgende:
    Ik heb even een vraag over natuurkunde, de 'raaklijnmethode'.
    Ik weet hoe je een raaklijn moet tekenen, maar wat je er verder mee moet doen is voor mij een raadsel.
    Dit staat niet in het boek uitgelegd.
    Moet je dan gaan werken met de Tangens? Het gaat er dus om dat ik de steilheid bepaal, maar dat kan op meerdere manieren?
    Alvast bedankt!
    de raaklijn methode gebruik je om aan de hand van de plaats-tijd grafiek de snelheid te bepalen. De snelheid op een punt is dan de stijlheid van die raaklijn.

    in mijn tijd heette dit trouwens gewoon differentieren
    GlowMousedinsdag 23 september 2008 @ 22:07
    Differentieren lukt alleen als je een functievoorschrift hebt, en de functie aan bepaalde eisen voldoet.

    Niconigger: is scherm waar je op schijnt, of schijn je op een cd zoals je schrijft? En wat heeft de proef met de berekening erna te maken? Je berekening snap ik verder niets van. Misschien moet je een plaatje van een cd maken om een en ander te verduidelijken. Merk op dat de omtrek aan de binnenkant een stuk kleiner is.
    Niconiggerwoensdag 24 september 2008 @ 09:35
    Je schijnt door het gat in het scherm op de cd zodat je een interferentiepatroon op het scherm krijgt (zoals op het plaatje hierboven).



    Ik hoop dat dit plaatje de situatie wat duidelijker maakt.

    Maar dan is de tweede vraag: Bepaal de afstand tussen de sporen op de CD, (meet hoek op naar beide zijden!, waarom?)
    En de derde vraag is: Bereken de totale spoorlengte op de CD.

    Omdat je de afstand tussen de sporen weet, en de omtrek van de cd + omtrek van het gaatje in het midden, kun je (dacht ik) op die manier de totale spoorlengte berekenen. Maar omdat er spoorlengte staat moet het een afstand zijn denk ik, dus bovenstaande is als je het zo bekijkt fout.
    Ik vind het allemaal maar vaag .
    Ripariuswoensdag 24 september 2008 @ 16:23
    quote:
    Op woensdag 24 september 2008 09:35 schreef Niconigger het volgende:
    Je schijnt door het gat in het scherm op de cd zodat je een interferentiepatroon op het scherm krijgt (zoals op het plaatje hierboven).

    [ afbeelding ]

    Ik hoop dat dit plaatje de situatie wat duidelijker maakt.

    Maar dan is de tweede vraag: Bepaal de afstand tussen de sporen op de CD, (meet hoek op naar beide zijden!, waarom?)
    En de derde vraag is: Bereken de totale spoorlengte op de CD.

    Omdat je de afstand tussen de sporen weet, en de omtrek van de cd + omtrek van het gaatje in het midden, kun je (dacht ik) op die manier de totale spoorlengte berekenen. Maar omdat er spoorlengte staat moet het een afstand zijn denk ik, dus bovenstaande is als je het zo bekijkt fout.
    Ik vind het allemaal maar vaag .
    Het is de bedoeling dat je met het experiment de track pitch van een CD bepaalt (zie ook hier). Voor een normale Red Book audio CD moet je dan uitkomen op 1,6 μm. De radius van het deel van het schijfje dat de informatie bevat loopt (alweer: volgens de Red Book specificaties) van 25 mm tot max. 58 mm. Dan is het een koud kunstje om de totale lengte van de track voor een (compleet gevulde) CD uit te rekenen. Ik kom op ca. 5,378 km. Niks vaags aan. Van jouw berekening hierboven kan ik trouwens geen chocola maken.
    Niconiggerwoensdag 24 september 2008 @ 16:38
    quote:
    Op woensdag 24 september 2008 16:23 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Het is de bedoeling dat je met het experiment de track pitch van een CD bepaalt (zie ook hier). Voor een normale Red Book audio CD moet je dan uitkomen op 1,6 μm. De radius van het deel van het schijfje dat de informatie bevat loopt (alweer: volgens de Red Book specificaties) van 25 mm tot max. 58 mm. Dan is het een koud kunstje om de totale lengte van de track voor een (compleet gevulde) CD uit te rekenen. Ik kom op ca. 5,378 km. Niks vaags aan. Van jouw berekening hierboven kan ik trouwens geen chocola maken.
    Die berekening was nog voordat ik doorhad dat het om een lengte (dus afstand) ging, dus die berekening slaat nergens op .
    Die link maakt het allemaal veel duidelijker .

    [ Bericht 5% gewijzigd door Niconigger op 24-09-2008 16:44:21 ]
    timoteetjedinsdag 30 september 2008 @ 16:00
    Hallo, ik heb een vraagje, als ik zeg maar een speakertje heb van 108 dB,
    Hoeveel dB hoor ik dan nog op 5m??

    Timoteetje
    Ripariusdinsdag 30 september 2008 @ 16:15
    quote:
    Op dinsdag 30 september 2008 16:00 schreef timoteetje het volgende:
    Hallo, ik heb een vraagje, als ik zeg maar een speakertje heb van 108 dB,
    Hoeveel dB hoor ik dan nog op 5m??

    Timoteetje
    De vraag die je stelt (geen verkleinwoorden gebruiken) is zo niet te beantwoorden omdat je geen referentie geeft hoe en op welke afstand die 108 dB is gemeten en wat je proefopstelling is. Kijk hier maar eens.
    BK89donderdag 9 oktober 2008 @ 18:38
    Iemand SolidWorks hier? Hoe kan je in een assembly een cilinder op een blok zetten zodat deze precies in het midden zit?
    Silentalarmdonderdag 9 oktober 2008 @ 20:33
    Ik ben aan het leren voor een tentamen scheikunde voor morgen. Het tentamen gaat over zuren en basen.
    Nu vind ik het hoofdstuk al moeilijk, en dan kom ik er bij de 1na laatste vraag nog eens achter dat ik die hele voorbeeldopgave niet snap.
    Wie helpt me?
    Dit is de voorbeeld opgave:

    50mL HNO3 oplossing oplossing met pH=1,30 wordt met water verdund tot 1,0L. Bereken de pH van de oplossing die nu is ontstaan.

    Uit me hoofd zou ik al totaal niet weten hoe dit moet. Maar het boek geeft uitleg:

    -HNO3 is een sterk zuur dat in oplossing altijd volledig geïoniseerd is. Dit houdt in dat het aantal mol H3 dat zich in de HNO3-oplossing bevindt, geen veranderingen kan ondergaan tijdens het verdunnen.

    -pH = 1,30 komt overeen met [H3O+]=5,0x10-2molxL-1

    - 50 mL van deze oplossing bevat:
    50x10-3Lx5,0x10-2mol x L-1=2,5x10-3 mol H3O+

    - Naast dit aantal is de bijdrage aan de H3O+[/sup -concentratie van het toegevoegde water te verwaarlozen.

    - Na verdunning bevindt zich dus nu 2,5x10[sup]-3 mol H3O+ in een volume van 1,0L

    - [H3O+]=2,5x10-3molxL-1 , Dat wil zeggen pH=2,60


    Het begint dus al bij het 2e stukje, ik snap niet hoe ze eraan komen hoeveel mol H3O+
    Er in het mengsel zit.

    Uitleg alsjeblieft
    GlowMousedonderdag 9 oktober 2008 @ 20:34
    aantal deeltjes / liter * liter = aantal deeltjes.
    Silentalarmdonderdag 9 oktober 2008 @ 20:39
    ja maar waarom komt pH=1.30 daarmee overeen?
    GlowMousedonderdag 9 oktober 2008 @ 20:41
    Je weet dat pH = -log([H3O+])?
    Silentalarmdonderdag 9 oktober 2008 @ 20:46
    Nou, ik weet dat pH = -log([H+]), maar dat is dus hetzelfde aangezien het H3O deel 1 H+ opneemt? of niet?
    GlowMousedonderdag 9 oktober 2008 @ 20:51
    Ja inderdaad. Nou en daar volgt het uit.
    -pH = log([H3O+])
    10^(-pH) = [H3O+]
    Silentalarmdonderdag 9 oktober 2008 @ 21:07
    Hee ik vat hem, bedankt! Nu ff kijken of ik de rest van de vraag snap, als ik nog iets moet weten hoor je het wel! hartstikke bedankt!

    Hoe weet jij eigenlijk zoveel van al deze vakken, dat je bijv. van alleen wis en na veel weet kan ik begrijpen, maar ook ook nog van scheikunde. En je weet echt alles! ik vind het heel knap. Is het je beroep ofzo?
    GlowMousedonderdag 9 oktober 2008 @ 21:08
    Ik heb vwo gedaan, en daar krijg je dit En wiskunde krijg ik weer bij mijn studie econometrie.
    Silentalarmdonderdag 9 oktober 2008 @ 21:12
    Oke, ik zit nu in vwo 5. Ik had eigenlijk verwacht dat je afgestudeerd was in een of andere technische studie.
    Econometrie is natuurlijk wel wiskundig maar niet Echt technisch.
    AffenStrudeldonderdag 9 oktober 2008 @ 22:00
    Tip: koop zo'n samengevat boekje (voor het examen scheikunde). Had ik ook in v5.

    Daar staat een extreem duidelijke opbouw in en je kan direct achter elkaar per onderwerp vinden wat je nodig hebt .Ook met voorbeelduitwerkingen enzo. Das handig, want zuur-base opgaven zijn er slechts in een paar variaties waarin aleen de getalletjes verschillen. Na een tijdje zijn zuur-base opgave echt je favoriet , makkelijk punten scoren met simpel rekenwerk
    Lathundwoensdag 15 oktober 2008 @ 23:13
    Glowmouse is gewoon geniaal
    GlowMousewoensdag 15 oktober 2008 @ 23:16
    Alleen maar omdat ik naar jou luister zeker
    #ANONIEMzaterdag 18 oktober 2008 @ 17:10
    Kan ik hier ook m'n vragen kwijt omtrent semantische tableau's, propositie- en predikatenlogica? Volgens mij is het testen van consistentie namelijk vakoverstijgend.
    GlowMousezaterdag 18 oktober 2008 @ 17:15
    Ja, kan.
    #ANONIEMzaterdag 18 oktober 2008 @ 17:25
    Relaxed. Dan ga ik nu even aan die post werken. Duurt even.
    #ANONIEMzaterdag 18 oktober 2008 @ 18:57
    Voor m'n studie (filosofie) moet ik nu leren werken met semantische tableau's. Je raadt het al, voor mij als typische alfa valt het nogal zwaar. Al zie ik zelf ook in dat de stof niet ontzettend abstract of onbegrijpelijk is. We werken met het boekje 'Logic' van Wilfrid Hodges.

    Een voorbeeld (genomen uit een chemische analyse) hoe de semantische tablau toegepast wordt door Hodges:



    Hij begint bij een willekeurige zin. Ditmaal bij de tweede. Deze zin is alleen waar als 'manganese is absent' en 'nickel is absent' beide waar zijn ('and' is de connectief). Het gevolg is dit:



    Hetzelfde past hij toe op de derde zin:



    Er is nog geen contradictie (tegenspraak) opgetreden in de kortere zinnen, dus het is tijd om de eerste zin op te breken. De eerste zin is waar als er een 'brown colour appears', of als het niet waar is dat 'Colbalt but nickel is present' is (een of-inclusief dus!). Dit resulteert in de volgende ontleding:



    Aan de rechtertak zien we nu een duidelijke tegenspraak: 'Only a grean colour appears.' en 'A brown colour appears'. Deze zinnen kunnen niet tegelijkertijd waar zijn, dus ze zijn inconsisent. Oftewel; streep eronder!



    Nu nog alleen de linkertak. Deze zin is dus precies waar als colbalt absent is of nickel present is (let op: of-inclusief! Eén hoeft maar waar te zijn!).



    De linkertak heeft de twee inconsisente zinnen 'Colbalt is present' en 'Colbalt is absent'. Dus streep eronder. De andere tak kan ook gesloten worden vanwege de twee inconsistente zinnen 'Nickel is absent' en 'Nickel is present'. De volledige tableau is dus als volgt:



    Alle drie de takken (situaties die mogelijk waar konden zijn) zijn gesloten. Oftewel; de verzameling zinnen is inconsistent!.

    Nu dat we dit voorbeeld gehad hebben gaan we naar een opgave die ik voor m'n neus kreeg. Dit is 'm:



    Net als Hodges neem ik een willekeurig startpunt, in dit geval de eerste zin. Als ik naar die eerste zin kijk zie ik, volgens mij, een of-inclusief: of Auguste woont in Bootle, of Auguste woont in Bootle. Hierdoor komt dus een vertakking:



    Eerste zin gehad, op naar de tweede. Wederom een of-inclusief in mijn ogen. Dezelfde truc dus.



    Zo, aangekomen bij de laatste zin. In deze zin zit een 'en', dus die moet ik eronder elkaar neerkalken.



    Kwam er ineens achter dat ik de derde zin verkeerd had overgenomen. Oeps. Het moet dus
    zijn 'doesn't live in Bootle'. Domdomdom. Maar afijn, wanneer ik naar de zinnen kijk en of zij consistent (dwz. één van de mogelijkheden is tegelijkertijd waar) zijn, kom ik tot de volgende conclusie:



    Deze set zinnen is dus consistent. Ik zie namelijk drie takken met een set zinnen die mogelijk waar kunnen zijn tegelijkertijd.

    Graag feedback hierop, want ik heb werkelijk geen enkel benul op het klopt.
    #ANONIEMzaterdag 18 oktober 2008 @ 18:58
    Excuses voor de wat verneukte paints overigens.
    #ANONIEMzaterdag 18 oktober 2008 @ 19:01
    Ik twijfel nu weer. Het nare gevoel begint me te bekruipen alleen de meest rechtse vertakking consistent is (vanwege de 'en'-connectief die volgens mij eist dat beide zinnen per se waar moeten zijn).
    GlowMousezaterdag 18 oktober 2008 @ 19:28
    Alleen de laatste tak is waar inderdaad. Bij de tweede heb je B leeft wel/niet in B, en bij de derde heb je hetzelfde probleem als bij de eerste.
    #ANONIEMzaterdag 18 oktober 2008 @ 21:43
    Bedankt! Het klopte idd wat je zei.

    Bij dezen nog een opgave die ik gemaakt heb:



    Hopelijk klopt deze wel.
    GlowMousezaterdag 18 oktober 2008 @ 21:45
    Die tweede vermelden in de rechtertak is overbodig, maar ik weet niet of je het ook weg mag laten. Verder klopt hij.
    #ANONIEMzaterdag 18 oktober 2008 @ 21:58
    Ik schrijf ze eigenlijk te lang op, maar dat is meer voor mezelf om het begrijpelijk te houden. Nogmaals bedankt!
    Iblisdinsdag 21 oktober 2008 @ 23:49
    Oh! Semantische tableaus! Maar hoe jij ze oplost… is dat echt de methode die je aangeleerd wordt? Ik vind het zó onoverzichtelijk als ik eerlijk ben, met name omdat je telkens maar die hele zinnen meesleept. Ik kon het niet laten om die laatste opgave ook te doen. Ik zou het zo doen:



    Ik heb de formules even een kleurtje geven. Jouw uitwerking is niet fout, d.w.z. komt goed uit, maar ik vind dat je strikt genomen niet precies genoeg bent in je uitwerking van de eerste regel. Er staat namelijk hetzij Y of Z (maar niet allebei), dus als je die tak splitst, dan moet je beide aangeven. In dit geval maakt het voor de uitkomst niet uit, maar strikt genomen heb jij (inclusieve of) uitgewerkt. Althans, bovenstaande is hoe ik deze exclusieve-of-regel zou uitwerken (want feitelijk is gelijk aan ).

    En als laatste doe ik net als Glowmouse, ik laat de tweede regel weg in de rechter tak, die maakt toch niet uit voor de uitkomst. (En volgens mij is dat ook de gangbare manier van doen.) Het belangrijkste echter lijkt me het leren werken met logische symbolen, het gaat juist om de algemene verbanden in logica, niet om de specifieke inhoud van de voorbeeld zinnetjes.
    JOOmaandag 27 oktober 2008 @ 19:43
    Een brommer trekt eenparig versneld op waardoor hij in 4 sec een afstand van 24 m aflegt. Bereken zijn versnelling.
    Ripariusmaandag 27 oktober 2008 @ 19:57
    quote:
    Op maandag 27 oktober 2008 19:43 schreef JOO het volgende:
    Een brommer trekt eenparig versneld op waardoor hij in 4 sec een afstand van 24 m aflegt. Bereken zijn versnelling.
    Noem de afgelegde weg (spatium) op tijdstip t s(t) en noem de snelheid (velocitas) op tijdstip t v(t), dan geldt uiteraard:

    (1) v(t) = s'(t)

    De versnelling (acceleratio) a is constant, en we mogen aannemen dat geldt v=0 op tijdstip t=0, zodat geldt

    (2) v(t) = a∙t

    Uit (1) en (2) en de beginwaarde s(0) = 0 kun je nu een formule voor s(t) afleiden, waarmee het gevraagde is te berekenen. Maar nu mag je zelf weer even nadenken.
    Iblismaandag 27 oktober 2008 @ 22:11
    En als het middelbare school is, dan moet je simpelweg de ‘bekende formule‘ die afstand, beginsnelheid, snelheid en versnelling relateert invullen door je af te vragen: Wat is elk van die waarden. Als het goed is houd je alleen de afstand als onbekende over en kun je dit uitrekenen.
    Ripariusmaandag 27 oktober 2008 @ 22:31
    quote:
    Op maandag 27 oktober 2008 22:11 schreef Iblis het volgende:
    En als het middelbare school is, dan moet je simpelweg de ‘bekende formule‘ die afstand, beginsnelheid, snelheid en versnelling relateert invullen door je af te vragen: Wat is elk van die waarden. Als het goed is houd je alleen de afstand als onbekende over en kun je dit uitrekenen.
    Didactisch vind ik het nooit zo'n goed idee om klakkeloos een 'bekende' formule te laten gebruiken, daarmee creëer je geen inzicht. Overigens is de opgave ook zonder formules met het 'gezonde' verstand op te lossen.
    Iblismaandag 27 oktober 2008 @ 22:33
    quote:
    Op maandag 27 oktober 2008 22:31 schreef Riparius het volgende:
    Didactisch vind ik het nooit zo'n goed idee om klakkeloos een 'bekende' formule te laten gebruiken, daarmee creëer je geen inzicht. Overigens is de opgave ook zonder formules met het 'gezonde' verstand op te lossen.
    Daar heb je helemaal gelijk in, deze formule is een prachtige om het concept van differentiëren tastbaarheid te geven aan de hand van een duidelijk fysisch voorbeeld. Maar het wordt meestal niet zo gedaan.
    Viezzemaandag 3 november 2008 @ 19:07
    quote:
    Op maandag 27 oktober 2008 19:43 schreef JOO het volgende:
    Een brommer trekt eenparig versneld op waardoor hij in 4 sec een afstand van 24 m aflegt. Bereken zijn versnelling.
    Als het middelbare school is kan je simpelweg
    s= 1/2 * a * t^2 gebruiken

    Dit mag alleen als de beginsnelheid/eindsnelheid nul is. Dat is het geval dus je krijgt dan 1 onbekende (a)
    Moet lukken
    Ripariusmaandag 3 november 2008 @ 19:44
    quote:
    Op maandag 3 november 2008 19:07 schreef Viezze het volgende:

    [..]

    Als het middelbare school is kan je simpelweg
    s= 1/2 * a * t^2 gebruiken

    Dit mag alleen als de beginsnelheid/eindsnelheid nul is. Dat is het geval dus je krijgt dan 1 onbekende (a)
    Moet lukken.
    Dat weet ik natuurlijk ook wel, en dat is precies waar mijn betoog hierboven op aanstuurt, want uit s'(t) = a∙t en s(0) = 0 volgt s(t) = ½∙a∙t2. Maar door domweg een formuletje toe te passen leert de vragensteller niks. Dan kun je nog beter een uitleg geven zonder formules die zelfs ieder kind op de basisschool kan snappen, als volgt:

    De brommer legt in 4 seconden een afstand af van 24 meter, dus de gemiddelde snelheid was 24 : 4 = 6 meter per seconde. De brommer versnelt eenparig vanuit stilstand, dus die gemiddelde snelheid werd bereikt na de helft van de tijd, ofwel na 2 seconden. Welnu, als de brommer in twee seconden accelereert van 0 naar 6 meter per seconde, dan is de versnelling dus 6 : 2 = 3 meter per seconde per seconde, ofwel 3 m/sec2.
    Zwansenmaandag 3 november 2008 @ 23:21
    Ik schaam me voor het vragen, maar doe het toch.

    Iemand vraagt me op msn om een functie te vereenvoudigen. Het is een eerstejaars wiskundevak en ik moet dit makkelijk kunnen. Ik kom er alleen niet uit?

    (x3+ x - 2) / (x2 - 1)

    Ik weet dat (x2 - 1) gelijk is aan (x-1)(x+1)....
    GlowMousemaandag 3 november 2008 @ 23:29
    In de teller zie je dat 1 een nulpunt is, dus kun je (x-1) buiten haakjes halen. Je hebt x³+x-2 = (x-1)(x²+x+2). Volgende keer in het wiskundetopic.
    Iblismaandag 3 november 2008 @ 23:34
    Ja, dus het zou gemakkelijk zijn wanneer je iets zou kunnen vinden zodat: <iets>(x - 1) = x3 + x - 2, of <iets>(x + 1) dat zou zijn. Gezien het feit dat je met x vermenigvuldigt verwacht je dat iets een tweedegraads vergelijking wordt, en dan moet je zorgen dat je niet met die x2 blijft zitten; het ligt dus voor de hand om (x - 1) te proberen, want dan krijg je in ieder geval een -x2, poging (alternatief, als (x - 1) een factor is, moet 1 een nulpunt zijn, en dat klopt inderdaad):

    (x2 + ....)(x - 1)=x3 + x - 2

    Dat geeft direct:

    (x2 + ....+ 2)(x - 1)=x3 + x - 2

    Dat geeft echter ook + 2x, terwijl we +x moeten hebben, maar met +x invullen op de puntjes valt er een x weg tegen -1:

    (x2 + x + 2)(x - 1)=x3 + x - 2

    Nu eens kijken of dat inderdaad klopt. ja, dat doet het, de x2 valt mooi weg tegen de -x2. Nou, dat maakt dus al:

    (x^2 + x + 2)/(x + 1)

    Kun je nu nog zoiets doen? Nee, dan zou -1 een oplossing moeten zijn van de kwadratische vergelijking, en dat is het niet.

    Te laat…
    Ripariusmaandag 3 november 2008 @ 23:34
    quote:
    Op maandag 3 november 2008 23:21 schreef Zwansen het volgende:
    Ik schaam me voor het vragen, maar doe het toch.

    Iemand vraagt me op msn om een functie te vereenvoudigen. Het is een eerstejaars wiskundevak en ik moet dit makkelijk kunnen. Ik kom er alleen niet uit?

    (x3+ x - 2) / (x2 - 1)

    Ik weet dat (x2 - 1) gelijk is aan (x-1)(x+1)....
    Je ziet gemakkelijk dat de teller x3 + x - 2 gelijk is aan 0 voor x = 1 (want 1 + 1 - 2 = 0), en dus is de teller deelbaar door (x - 1). De noemer x2 - 1 = (x - 1)(x + 1) is ook deelbaar door (x - 1) en dus kun je de breuk vereenvoudigen door teller en noemer te delen door (x - 1). Voer een polynoomstaartdeling uit om (x3 + x - 2)/(x - 1) te bepalen.
    Zwansenmaandag 3 november 2008 @ 23:47
    Lol. Thnx allemaal!

    Ik heb het op dezelfde manier geprobeerd alleen te snel ofzo waardoor ik dus op die manier niet uitkwam.
    Darowdinsdag 4 november 2008 @ 16:53
    Hallo,


    Voor school ben ik bezig met een programma te maken dat een sudoku puzzel oplost. Opzich geen probleem denken de meeste, maar ik moet het dus maken met swi PROLOG.

    Ik heb er nu vrij veel uren aan besteed en ben tot op heden nog niks opgeschoten.
    Het programma zal de puzzel inductief moeten oplossen.
    Uiteindelijk zal mijn programma er als volgt moeten uitzien (dit is geen prolog code)
    sudoku(grid)
    {
    if (is_sudoku)
    {
    print_bord();
    }
    else
    {
    state_transiton(bord, hulpbord)
    validate(hulpbord)
    sudoku(hulpbord)
    }
    }

    Kort gezegd:
    Er wordt gekeken of het bord geheel klopt. Indien dat het geval is moet ik het bord printen.
    Indien het niet het geval is, moet het programma een kopie maken van dat bord, vervolgens op een lege plek een nummer invullen en dat controleren. Vervolgens wordt de hele functie opnieuw aangeroepen en worden de stappen opnieuw uitgevoerd op het hulpbord.


    Nu heb ik dus op dit moment na uren zoeken en kloten nog niks.
    Ik heb meerdere problemen: er zijn meerdere voorbeelden beschikbaar maar ten eerste doen ze het niet en ten tweede gebruiken ze geen inductie.

    Ik zou nu graag eens willen weten hoe ik een getal invul op een lege plek.
    Stel ik heb een lijst [ 1,_,3,4,5,6,7,8,9], hoe vul ik een getal uit de verzameling 1,2,3,4,5,6,7,8,9 in op de lege plek (die met de underscore dus).

    Alle hulp is welkom.
    Iblisdinsdag 4 november 2008 @ 19:10
    Je doet het niet echt in Prolognotatie, zou ik zeggen; en dat geeft een beetje weg dat je logisch programmeren lastig vindt.

    Een if/else constructie is een typische imperatieve constructie. In Prolog zou je zoiets doen:

    Bord = [....],
    Bereken(Bord, Oplossing),
    Print(Oplossing).

    Dat wil zeggen: Vindt mij een waarde voor oplossing die compatible is met Bord. En dan kun je definiëren hoe een oplossing eruit moet zien. Zo ook kun je niet echt een variabele ‘invullen’ in een lege plek in Prolog. Lijst-operaties worden gedefinieerd in termen van relaties. Deze lijst heeft een relatie met deze andere lijst.

    Maar, je ‘weet’ niet echt welke variabele nog wel of niet ingevuld moet worden (zou ik zeggen), dus vandaar dat ik je aanpak een beetje vreemd vind. Het is veel gewoner om te zeggen (b.v.) ‘de eerste rij is een permutatie van de getallen 1 t/m 9 en verder geldt dat op plek 5 een 3 staat en op plek 8 een 9’, doe mij zo'n oplossing.

    Dat is de logische manier waarop je je constraints schrijft in Prolog. Waarom is de inductie stap zo belangrijk, en moet het werkelijk per vakje in je bord gaan?

    Je kunt echter wel zoiets doen:

    1
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    9
    inrange(X, M) :-
        numlist(1, 9, L),
        member(X, L),
        not(member(X, M)).

    insert([],[]).
    insert([N | L], [N | M]) :-
        insert(L, M),
        inrange(N, M).


    Dit geeft b.v. als uitvoer:

    1
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    ?- insert([1,_,3,_,5,6,7,_,9], L).
    L = [1, 8, 3, 4, 5, 6, 7, 2, 9] ;
    L = [1, 4, 3, 8, 5, 6, 7, 2, 9] ;
    L = [1, 8, 3, 2, 5, 6, 7, 4, 9] ;
    L = [1, 2, 3, 8, 5, 6, 7, 4, 9] ;
    L = [1, 4, 3, 2, 5, 6, 7, 8, 9] ;
    L = [1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9] ;
    false.


    Dit zou je als een inductieve basis voor een rij kunnen proberen. Maar m.i. is de veel elegantere oplossing zo eentje als deze.
    Darowdinsdag 4 november 2008 @ 19:33
    Bedankt voor je uitleg. Mijn beschrijving was inderdaad niet in prolog notatie.
    Ik heb er bij dit vak (genaamd intelligente systemen) gekozen om sudoko op te lossen. Dit moet in prolog gebeuren, daar er bij prolog logisch geprogrammeerd wordt.

    Het voorbeeld wat ik heb gegeven is eigenlijk de start die de docent heeft gegeven om tot een goede oplossing te komen.

    Nu ik jouw verhaal heb gelezen, beredeneer ik dat er in mijn code helemaal geen inductie hoeft te staan daar prolog zelf inductie al toepast. Helaas heb ik op dit moment geen tijd meer. Ik zal morgen een nieuwe reactie posten met een andere aanpak.
    Iblisdinsdag 4 november 2008 @ 19:47
    quote:
    Op dinsdag 4 november 2008 19:33 schreef Darow het volgende:
    Bedankt voor je uitleg. Mijn beschrijving was inderdaad niet in prolog notatie.
    Ik heb er bij dit vak (genaamd intelligente systemen) gekozen om sudoko op te lossen. Dit moet in prolog gebeuren, daar er bij prolog logisch geprogrammeerd wordt.

    Het voorbeeld wat ik heb gegeven is eigenlijk de start die de docent heeft gegeven om tot een goede oplossing te komen.

    Nu ik jouw verhaal heb gelezen, beredeneer ik dat er in mijn code helemaal geen inductie hoeft te staan daar prolog zelf inductie al toepast. Helaas heb ik op dit moment geen tijd meer. Ik zal morgen een nieuwe reactie posten met een andere aanpak.
    Is dit je eerste ervaring met Prolog? Want dan is dit nog wel een uitdagende opdracht. Prolog werkt namelijk heel anders dan wat je (duidelijk) gewend bent. Het zoekt zelf alle mogelijkheden af tot een goede oplossing. Of eigenlijk, als je:

    1
    2
    3
    4
    inrange(X, M) :-
        numlist(1, 9, L),
        member(X, L),
        not(member(X, M)).


    zegt, dan staat hier: om te bewijzen dat de relatie inrange tussen een variabele X en een variabele M geldig is, moet je eerst bewijzen dat er een L is zodanig dat numlist(1, 9, L) waar is (nu, dat is niet zo moeilijk, want dat is de lijst [1,2,3,4,5,6,7,8,9], als je imperatief zou programmeren zou je gewoon L := [1,2,3,4,5,6,7,8,9] zeggen, maar zo werkt Prolog niet echt), dan moet gelden dat X in L zit, en verder moet gelden dat X niet in M zit. Als dat allemaal geldt, dan is inrange(X, M) waar.

    Daarom zie je ook altijd dat Prolog true/false oplevert, en daarbij de waarden van de variabelen waarvoor dat geldt. Die uiteindelijke false bij mijn voorbeeld betekent dus 'er zijn geen andere opties te vinden'.

    Voor het gehele bord zou je dus kunnen definiëren waar het bord aan moet voldoen, b.v.:

    1
    2
    3
    4
    5
    ingevuld_bord(D, B) :-
      voeg_getallen_in(D, B), 
      rijen_geldig(B),
      kolommen_geldig(B),
      blokjes_geldig(B).


    Nu is dit waarschijnlijk geen efficiënte oplossing ,maar zo werkt het idee. Je specificeert wat moet gelden om het uiteindelijke ding waar te maken.
    Opperkwalwoensdag 5 november 2008 @ 18:40
    Kan iemand mij vertellen:
    waarom 70% alcohol wordt gebruikt om te desinfecteren (en niet 96%)

    en voor mijn hypothese klopte dit niet (volgens mijn docent):
    Gedestilleerd water reinigt het slechtste van de vier omdat bacteriën een celwand hebben en dus water opnemen waardoor ze strak gaan staan. Dit is eigenlijk een optimale situatie voor de bacteriën, door het poetsen met een doek met water transporteer je enkele bacteriën over op het desbetreffende doekje waar je mee schoon maakt.
    Na verwachting zullen er veel bacteriën achterblijven op de letters a, e, u, o en o die wij testten.

    we dat het geen planten zijn maar ze hebben wel degelijk een celwand maar daar was iets mee aan de hand, kan iemand ons hier mee op weg helpen?

    (bronnen zouden ook handig zijn mits geraadpleegd)

    Bedankt.
    kirsten.zondag 9 november 2008 @ 13:11
    Ik heb een vraag over Scheikunde en dan met betrekking tot redoxreacties.

    als er staat: kijk of chloorwater reageert met een zinkchloride-oplossing, dan zijn er in de oplossing aanwezig: CL2, Zn2+, CL- en toch ook H20? ( chloorwater is immers chloor, opgelost in water). antwoordenboekje zegt dat er geen H20 aanwezig is en dat de reactie niet doorgaat, maar als er wel water aanwezig is ( wat mij logischer lijkt) dan gaat de reactie wel door en wordt het:
    2 Cl2(g) + 2 H2O(l) --> 4 Cl- + O2(g) + 4H+ (aq)

    wat klopt er nu? is er wel of geen water aanwezig en zo niet, waarom dan niet?
    Borizzzdinsdag 11 november 2008 @ 19:29
    Volgens mij heb jij gelijk. Als er geen water is vindt deze reactie ook niet plaats. Ik denk eerder dat het probleem textueel is en niet scheikundig.
    WyBodonderdag 13 november 2008 @ 10:56
    Ik heb een vraagje over integreren. Weet iemand hoe je deze oplost?
    quote:
    2
    ________

    3 + 12t2
    Ik vermoed dat het moet met
    quote:
    1
    _____

    1+t2
    is de afgeleide van
    quote:
    arctan(t)
    Iemand een idee?
    Iblisdonderdag 13 november 2008 @ 11:09
    Je vermoeden is juist.

    Eerst maar eens 2/(3 + 12t2) = 2/3 * 1/(1 + 4t2). En dat is gelijk aan 2/3 * 1/(1 + (2t)2. Dan, om het netjes te doen, moet je substitutie toepassen: s = 2t, dan krijg je ds/dt = 2, ofwel dt = 1/2ds. Dat vul je allemaal in:



    En dan reken je de integraal uit, en dat is dan 1/3*arctan(s), en dan vervang je s weer door 2t, dus: 1/3arctan(2t).
    Ripariusdonderdag 13 november 2008 @ 11:10
    quote:
    Op donderdag 13 november 2008 10:56 schreef WyBo het volgende:
    Ik heb een vraagje over integreren. Weet iemand hoe je deze oplost?
    [..]

    Ik vermoed dat het moet met
    [..]

    is de afgeleide van
    [..]

    Iemand een idee?
    Ja. Plaats je vraag om te beginnen eens in het juiste topic.
    Iblisdonderdag 13 november 2008 @ 11:17
    quote:
    Op donderdag 13 november 2008 11:10 schreef Riparius het volgende:
    Plaats je vraag om te beginnen eens in het juiste topic.
    Niet eens gezien. De titels lijken ook wel op elkaar.
    fusionfakevrijdag 14 november 2008 @ 01:33
    quote:
    Op zondag 9 november 2008 13:11 schreef kirsten. het volgende:
    Ik heb een vraag over Scheikunde en dan met betrekking tot redoxreacties.

    als er staat: kijk of chloorwater reageert met een zinkchloride-oplossing, dan zijn er in de oplossing aanwezig: CL2, Zn2+, CL- en toch ook H20? ( chloorwater is immers chloor, opgelost in water). antwoordenboekje zegt dat er geen H20 aanwezig is en dat de reactie niet doorgaat, maar als er wel water aanwezig is ( wat mij logischer lijkt) dan gaat de reactie wel door en wordt het:
    2 Cl2(g) + 2 H2O(l) --> 4 Cl- + O2(g) + 4H+ (aq)

    wat klopt er nu? is er wel of geen water aanwezig en zo niet, waarom dan niet?
    in de oplossing is aanwezig Zn2+ , Cl-, H2O,

    Kijk nu goed naar de reactie die jij geeft, Cl2 (g) , die g is de gas fase, en jij hebt Cl- (aq) (ionen dus)
    de reactie die jij geeft verloopt dus niet. Dat zou chloor-gas en water zijn.
    Stoomtreinzaterdag 15 november 2008 @ 12:00
    Ik heb 3 dingen waar ik niet uitkom, weet iemand wat er op de vraagtekens moet staan ?
    1
    2
    3
    4
    Naam:                         Formule
    mangaan(IV)nitraat          ?
             ?                        Sn(HSO4)2
             ?                        FeI3
    GlowMousezaterdag 15 november 2008 @ 12:22
    Ja hoor, dat weet ik wel. Maar je zegt dat dit de enige dingen zijn waar je niet uitkomt, dus ik denk dat je op zijn minst een vermoeden hebt van wat er moet komen. Post dat vermoeden eens en zeg waarom je twijfelt.
    Stoomtreinzaterdag 15 november 2008 @ 12:25
    1e vraagteken: Mn(NO3)3
    2e vraagteken: tin(II)waterstofsulfaat
    3e vraagteken: IJzertrijodide
    GlowMousezaterdag 15 november 2008 @ 12:30
    Bij 1: mangaan(IV) geeft aan dat de oxidatietoestand +4 is. Omdat het nitraation -1 heeft, moet je er daar 4 ipv 3 van hebben om het geheel neutraal te maken.
    Bij 2: goed
    Bij 3: bij een zout heb je voor zover ik mij herinner nooit de voorvoegsels di-/tri-/etc, omdat dat al logischerwijs voortvloeit uit de oxidatietoestanden. Enige waar je hier rekening mee moet houden, is dat er voor ijzer twee mogelijkheden zijn, en je net als bij tin nog iets achter ijzer moet zetten.
    Stoomtreinzaterdag 15 november 2008 @ 12:38
    1e: Mn(NO3)4
    2e: IJzer(III)jodide
    GlowMousezaterdag 15 november 2008 @ 12:41
    juist
    teletubbieszaterdag 15 november 2008 @ 12:53
    Hey Ik heb een vraagje over entropy H(X) en mutual information I(X;Y).
    Laat zien dat R(X;Y;Z)=I(X;Y)-I(X;Y|Z) is invariant onder de verschillende permutaties van X,Y en Z.

    Om te bewijzen dat R(X;Y;Z)=R(Y;X;Z) hoef ik alleen te bewijzen dat I(X;Y|Z)=I(Y;X|Z).

    Hiervoor geldt
    I(X;Y|Z)=H(X|Z)-H(X|(Y,Z)) dus entropy van X|Z min entropy van X gegeven Y EN Z.
    Aangezien ik zo slecht ben in kansrekening weet ik niet hoe ik de laatste moet uitrekenen: H(X|(Y,Z))
    GlowMousezaterdag 15 november 2008 @ 12:58
    teletubbies toch: je ziet toch het verschil toch wel tussen wiskunde en niet-wiskunde topics?
    teletubbieszaterdag 15 november 2008 @ 13:22
    Dit is een kansrekening/informatica vraag dacht ik. Aangezien entropy is gedefinieerd voor random variabelen.
    GlowMousezaterdag 15 november 2008 @ 13:51
    Kansrekening is wiskunde
    [Bèta wiskunde] huiswerk- en vragentopic
    [Bèta overig] huiswerk- en vragentopic
    teletubbieszaterdag 15 november 2008 @ 13:53
    oh zoo:P ik wist niet dat er een aparte pagina was voor wiskunde!
    Sorry
    Mr.Houdoewoensdag 19 november 2008 @ 21:08
    Hoe ziet de reactievergelijking er uit als bariumfosfaat verdwijnt in zoutzuur?
    Ik kijk in Binas 45 maar daar zie ik onder PO4 3- alleen bij Na+ en K+ een g staan.
    Ik dacht eigenlijk dat het splitste in ionen maar dan klopt het weer niet want er staat een s bij barium en fosfaat

    EDIT: Ik denk nu dat het ook een zuur-base reactie kan zijn, moment
    Klopt het dan dat PO4,3- reageert tot H3PO4?
    Opperkwalwoensdag 19 november 2008 @ 21:39
    quote:
    Op woensdag 5 november 2008 18:40 schreef Opperkwal het volgende:
    Kan iemand mij vertellen:
    waarom 70% alcohol wordt gebruikt om te desinfecteren (en niet 96%)

    en voor mijn hypothese klopte dit niet (volgens mijn docent):
    Gedestilleerd water reinigt het slechtste van de vier omdat bacteriën een celwand hebben en dus water opnemen waardoor ze strak gaan staan. Dit is eigenlijk een optimale situatie voor de bacteriën, door het poetsen met een doek met water transporteer je enkele bacteriën over op het desbetreffende doekje waar je mee schoon maakt.
    Na verwachting zullen er veel bacteriën achterblijven op de letters a, e, u, o en o die wij testten.

    we dat het geen planten zijn maar ze hebben wel degelijk een celwand maar daar was iets mee aan de hand, kan iemand ons hier mee op weg helpen?

    (bronnen zouden ook handig zijn mits geraadpleegd)

    Bedankt.
    WasMachinatorwoensdag 19 november 2008 @ 22:03
    opgelost dacht (veels) te moeilijk na

    [ Bericht 20% gewijzigd door WasMachinator op 19-11-2008 23:57:46 ]
    Fe2O3woensdag 19 november 2008 @ 22:10
    Lijn trekken tussen de punten, hokjes tellen onder de grafiek = afgelegde weg in meters. (daar snelheid m/s en tijd in s is)
    Mr.Houdoewoensdag 19 november 2008 @ 23:05
    quote:
    Op woensdag 19 november 2008 21:08 schreef Mr.Houdoe het volgende:
    Hoe ziet de reactievergelijking er uit als bariumfosfaat verdwijnt in zoutzuur?
    Ik kijk in Binas 45 maar daar zie ik onder PO4 3- alleen bij Na+ en K+ een g staan.
    Ik dacht eigenlijk dat het splitste in ionen maar dan klopt het weer niet want er staat een s bij barium en fosfaat

    EDIT: Ik denk nu dat het ook een zuur-base reactie kan zijn, moment
    Klopt het dan dat PO4,3- reageert tot H3PO4?
    Ik weet het al:
    Ba3(PO4)2 (s) + 6H3O+ (aq) --> 2H3PO4 (aq) + 3Ba2+ (aq) + 6H2O (l)

    Voor als iemand het ook zocht (wel veel moeite hoor, dat sub en superscript )
    Zwansendonderdag 20 november 2008 @ 21:10
    Ik moet laten zien dat de totale arbeid die wordt verricht door een Carnot-'engine' gelijk is aan de oppervlakte ingesloten door de Carnotcyclus in een PV-diagram.

    Moet je dan laten zien dat de arbeid per stap gelijk is aan de oppervlakte ingesloten door die Carnotcyclus? Ik heb het gevoel dat ik dan twee dezelfde dingen laat zien...
    GlowMousedonderdag 20 november 2008 @ 21:14
    integraal p dV is in het algemeen de verrichte arbeid, ook zonder Carnotcyclus.
    Zwansendonderdag 20 november 2008 @ 22:32
    quote:
    Op donderdag 20 november 2008 21:14 schreef GlowMouse het volgende:
    integraal p dV is in het algemeen de verrichte arbeid, ook zonder Carnotcyclus.
    Thnx, maar dat weet ik. Maar ik snap inmiddels de vraag al.

    De totale arbeid is W1+W2+W3+W4. W2 en W4 zijn 0 dus blijven de 1e en 3e term over. En die zijn gelijk aan de oppervlakte integraal.

    Integraal van de bovenste lijn - integraal van onderste deel.
    Silentalarmwoensdag 26 november 2008 @ 14:21
    Heey,

    Kan iemand mij uitleggen wat een dipool moment precies is, en hoe je het dipoolmoment berekent, want de uitleg in het boek is een beetje vaag.
    vanRillandBathwoensdag 26 november 2008 @ 20:52
    quote:
    Op woensdag 26 november 2008 14:21 schreef Silentalarm het volgende:
    Heey,

    Kan iemand mij uitleggen wat een dipool moment precies is, en hoe je het dipoolmoment berekent, want de uitleg in het boek is een beetje vaag.

    Of scheikunde?
    fusionfakedonderdag 27 november 2008 @ 17:17
    dipoolmoment is het verschijnsel wanneer er 2 polen zijn in een molecuul.
    Bijvoorbeeld bij H2O:



    De bovenkant is een beetje minnig, en de onderkant een beetje positief. Zuurstof (O 2-) is negatief, en Waterstof(H 1+) is positief

    Bij een linear molecuul zoals CO2


    de twee O's zijn hier ook minnig natuurlijk, maar omdat ze tegengesteld zijn heffen ze elkaar op, hier is er dus geen streep te trekken waar het + en - is, oftewel CO2 heeft geen dipoolmoment
    RayManiadonderdag 27 november 2008 @ 23:38
    Vluchtige terugvindpost hier. Vooral voor de kunst van het scheiden.
    molleymijsjevrijdag 28 november 2008 @ 20:12
    Hey
    ik weet dat het zo is maar kan er nu ff niet meer bij met mn hoofd. en wil weten hoe het zit. Dus hierbij mn vraag haha.

    als je verschillende kolommen met water hebt die even hoog zijn en voor evenhoog gevuld zijn met water. Het maakt het niet uit hoe breed die kolom is de druk is in iedere kolom op de bodem gelijk. maar waaarom is dit ook al weer...?

    het heeft toch iets met alzijdige druk van water te maken, maar ik kom er ff niet meer aan uiit.
    Alvast bedankt!
    Iblisvrijdag 28 november 2008 @ 20:55
    Dat is de hydrostatische paradox, en dat heeft met de wet van Pascal te maken. Alzijdige druk is dacht ik meer voor iets wat je ín het water stopt.
    Dagoduckmaandag 1 december 2008 @ 11:15
    Heeft iemand antwoorde informatica fundament module 1 ?
    havo 4
    pfefferkatzedonderdag 4 december 2008 @ 21:20
    Nou ik moet dus een verslag maken voor scheikunde, maar ik snap er geen zak van

    Doel van de proef: Het aantal moleculen kristalwater bepalen in kristalsoda (Na2CO3 * x H2O)

    Werkwijze:
    We wogen 2,03 gram Na2CO3 * x H2O af, en brachten dit over in een maatkolf van 100 mL.
    Deze vulden we aan met demiwater totdat de maatkolf ongeveer halfvol zat. Toen zwenkten we de kolf totdat het zout volledig was opgelost. We vulden daarna de maatkolf weer aan met demiwater, tot de aangegeven streep, zodat er 100 mL oplossing was. De oplossing moest toen nog gehomogeniseerd worden, dit deden we door 10 keer de maatkolf om te draaien.
    We vulden een maatbeker met de oplossing, aangezien het gepipetteerd moest worden, en je niet uit een maatkolf mag pipetteren. We pipetteerden 10,00 mL van de oplossing in een erlenmeyer.
    De erlenmeyer werd onder de buret geplaatst, na er eerst 2 druppels indicator (methyloranje) bij te hebben gevoegd, en we titreerden met 0,100 M HCl-oplossing. Deze titratie voerden we tweemaal uit, om een goed resultaat te verkrijgen.


    Maar nu is de vraag: Hoeveel is X in Na2CO3 * x H2O?

    Na2CO3 * x H2O was dus 2,03 gram, opgelost in 100mL demiwater, daar 10mL van in een erlenmeyer, die onder de buret met 2 druppeltjes methyloranje, en dan uit de buret heb ik 16,1 mL HCl oplossing toegevoegd totdat de kleur veranderde naar lichtroze.

    1 mol HCl = 36,46 gram
    En de HCl oplossing die ik dus toevoegde was 16,1 mL ( 0,100 M)

    Wie kan mij helpen?
    Bubbzdonderdag 4 december 2008 @ 21:24
    quote:
    Op woensdag 19 november 2008 21:39 schreef Opperkwal het volgende:

    [..]


    96% is duurder en met 70% gaat alles ook wel dood.

    En over je hypothese. Een opgezwollen bacterie lijkt mij niet direct een optimale conditie. Je moet denk ik vertellen waarom water minder goed reinigt dan andere middelen. Water dood een bacterie niet en je andere middelen waarschijnlijk wel.
    ssebassdonderdag 4 december 2008 @ 21:48
    Alweer een tijdje geleden dit, volgens mij is het in deze richting.
    Je gebruikt 1.61mmol HCl. Probeer te achterhalen hoeveel mol Na2CO3xH20 je hebt gebruikt.Kijk naar de verhouding van de reactie tussen de twee stoffen (1 mol hcl reageert met x mol Na2CO3xH20) en daaruit kun je afleiden hoeveel mol Na2CO3xH20 je hebt gebruikt. Met behulp van de molecuulmassa die je zelf kunt opstellen uit de losse componenten kun je het antwoord halen.
    Even heel kort maar ik hoop dat dit je op weg helpt. Als je weet hoeveel mol Na2CO3 het is, kun je uitrekenen hoeveel H2O erbij zit. Bereken het molecuulgewicht (som losse atoomgewichten) dan zie je vanzelf hoeveel H2O het is.

    Het kan vast veel makkelijker
    teiganmaandag 15 december 2008 @ 18:52
    Edit, wilde helpen, maar aangezien de vraag al van twee weken terug is heeft het denk ik weinig zin...
    GlowMousemaandag 15 december 2008 @ 20:21
    Help mij dan maar

    Bufferoplossing van 1 L met daarin 0,10 mol azijnzuur en 0,20 mol natriumacetaat opgelost. De pH = 5,1, dat is nog vrij eenvoudig.
    Nu heb ik een voorbeeld waarbij er 0,010 mol zoutzuur aan deze oplossing wordt toegevoegd. Nou, dan krijg je dus een oplossing van 0,19 M CH3COO- en 0,11 M CH3COOH. Maar dan, de evenwichtsvoorwaarde:

    En ik vraag mij af waarom er in evenwicht nog steeds die 0.19 en 0.11 hebt. Zou je niet de vergelijking op moeten lossen?VWO bovenbouw, Chemie, Scheikunde 1 deel 2, Wolters Noordhoff, blz 221
    teiganmaandag 15 december 2008 @ 20:32
    Daar heb je op zich gelijk in, maar in het eerste voorbeeld heb je gezien, dat de x die daar gevonden is zo klein was dat hij te verwaarlozen was. Aangezien je het nog steeds over hetzelfde evenwicht hebt, kan je er vanuit gaan dat dit bij deze evenwichtsvoorwaarde ook zo is, vandaar dat ze die stap overslaan. Je mag x verwaarlozen als hij minder dan 10% is van je oorspronkelijke concentratie, en dat is hier zeker weten het geval.
    GlowMousemaandag 15 december 2008 @ 20:46
    Thx, zoiets vermoedde ik al, maar omdat het boek erover niets vermeldde (en daarvoor wel deed, tot de controle of x inderdaad verwaarloosbaar klein was toe) begon ik te twijfelen. Ben ik gelukkig nog niet seniel
    teiganmaandag 15 december 2008 @ 20:48
    Komt ook denk ik omdat ze bij dit voorbeeld alleen maar willen laten zien dat de pH nauwelijks veranderd met toevoeging van wat zuur.. Het is meer een verstoring van een evenwichtsom, dan echt de pH van de bufferoplossing bepalen. Ik denk dat ze het daarom ineens weglaten..
    nobuzzerzaterdag 20 december 2008 @ 19:41
    Dit topic is wel genoeg.

    [ Bericht 49% gewijzigd door GlowMouse op 20-12-2008 19:49:20 ]
    fusionfakezaterdag 20 december 2008 @ 19:46
    quote:
    Op maandag 15 december 2008 20:48 schreef teigan het volgende:
    Komt ook denk ik omdat ze bij dit voorbeeld alleen maar willen laten zien dat de pH nauwelijks veranderd met toevoeging van wat zuur..
    Daarom heet het dan ook een bufferoplossing
    teiganzaterdag 20 december 2008 @ 20:40
    quote:
    Op zaterdag 20 december 2008 19:46 schreef fusionfake het volgende:

    [..]

    Daarom heet het dan ook een bufferoplossing
    Klopt, maar vandaar dat ze dus de hele benadering met x weglaten. Eigenlijk best slordig..
    Mr_Boozevrijdag 2 januari 2009 @ 14:37


    Mijn mechanica vraag gaat over schuifspanningsverloop van het bovenstaande profiel, het gaat mij om het berekenen van het schuifspanningsverloop van DG lijf en DG flens t.o.v. de z-as.

    Ik weet niet welke axiaal oppervlakte momenten en afschuifbreedtes ik moet pakken in de formule:

    Schuifspanningverloop t.o.v. de z-as = (Vy . S) / (b . Iz)

    Gevonden waarden:

    - Iz = 840833 mm4
    - Zzw (afstand tussen de z-as linkerkant en z-positie zwaartepunt) = 50 mm
    - Yzw (afstand tussen de y-as onderkant en y-positie zwaartepunt) = 71,32 mm

    S = axiaal oppervlakte moment (mm3) .... formule: Sz = A1 . bzw1 + A2 . azw2... + of Sy = A1 . azw1 + A2 . azw2... +
    Fluminazondag 4 januari 2009 @ 17:52
    Ik zou zeggen: alleen schuifspanningen in de flens van het profiel als de kracht horizontaal werkt. Het statisch moment is in het lijf gewoon 0 omdat de afstand 0 is.
    Mr_Boozezondag 4 januari 2009 @ 21:26
    quote:
    Op zondag 4 januari 2009 17:52 schreef Flumina het volgende:
    Ik zou zeggen: alleen schuifspanningen in de flens van het profiel als de kracht horizontaal werkt. Het statisch moment is in het lijf gewoon 0 omdat de afstand 0 is.
    DG lijf z = 2,9 N/mm2 en DG flens z = 29,4 N/mm2 , zo staat het in het antwoordenboek.
    Fluminamaandag 5 januari 2009 @ 20:40
    quote:
    Op zondag 4 januari 2009 21:26 schreef Mr_Booze het volgende:

    [..]

    DG lijf z = 2,9 N/mm2 en DG flens z = 29,4 N/mm2 , zo staat het in het antwoordenboek.
    Ok. Ze nemen die breedte van het lijf mee.

    @ Flens

    S = 45 x 10 x 27.5 = 12375 mm3, b = 10. Dus 29.4 N/mm2 klopt.

    @ Lijf

    b wordt 100 mm in plaats van 10
    Mr_Boozedinsdag 6 januari 2009 @ 06:49
    quote:
    Op maandag 5 januari 2009 20:40 schreef Flumina het volgende:

    [..]

    Ok. Ze nemen die breedte van het lijf mee.

    @ Flens

    S = 45 x 10 x 27.5 = 12375 mm3, b = 10. Dus 29.4 N/mm2 klopt.

    @ Lijf

    b wordt 100 mm in plaats van 10
    Oke thx
    Opperkwaldonderdag 8 januari 2009 @ 19:55
    Hee,

    Als we zoutzuur hebben van 2 molair en we doen 0,1ml bij 4,90ml water wat is dan de pH van het geheel, of hoe berekenen we dit?
    teigandonderdag 8 januari 2009 @ 19:58
    Wat je gaat berekenen, is hoeveel H3O+ je in die oplossing hebt.

    Je gaat ervanuit dat alleen vanuit het zoutzuur H3O+ aanwezig is. Je berekend dan voor 0,1 mL hoeveel er in zit, en dan weet je dus dat dat ook aanwezig is in het totale volume.

    En dat reken je dan om naar mol H3O+ per liter, en die vul je in in de formule voor de pH.
    Silentalarmzaterdag 10 januari 2009 @ 13:47
    Heey,

    Ik ben bezig met scheikunde, hoofdstuk over chemische evenwichten (vwo 5).
    Ik had 2 vraagjes:

    vraag 1: wat is een homogeen mengsel precies, en wanneer weetje of iets een homogeen mengsel is of niet?

    vraag 2: In het boek wordt gesteld dat de eenheid van:

    (mol x L-1)2 / (mol x L-1) (mol x L-1)

    Dimensieloos is. Wat betekent die precies?


    alvast bedankt.
    teiganzaterdag 10 januari 2009 @ 15:15
    Vraag 1: Bij een homogeen mengsel kun je geen onderscheid meer maken tussen de stoffen waaruit het mengsel bestaat. Bij een heterogeen mengsel wel..
    Het zal hier waarschijnlijk vooral zijn dat je een mengsel hebt wat bestaat uit stoffen in dezelfde fase, en stoffen die in een verschillende fase zitten gok ik.

    Vraag 2:

    Je hebt boven de streep mol x L in het kwadraat staan. Onder de streep staat eigenlijk ook mol x L in het kwadraat.
    Met dimensieloos wordt bedoeld dat je er geen eenheid achter hebt staan. In dit geval is het zo, dat er boven en onder de streep dezelfde "soort" eenheden staan. Die kan je dus tegen elkaar wegstrepen, waardoor er geen eenheid meer overblijft. Met andere woorden, hij is dimensieloos..

    Is het zo duidelijk?
    Flacciddinsdag 13 januari 2009 @ 19:01
    Voor mijn PO Scheikunde moet ik het aantal mol vitamine c bepalen in een oplossing. Ik heb eerst door KIO3-oplossing KI-oplossing en een H2SO4 oplossing bij elkaar te gooien I2 gekregen. Dit laat ik dan een tijd staan (meer dan 2 uur). Dan krijg ik I2. Als ik dan de vitamine c die ik heb in oplossing daar bij gooi, reageert een deel van die I2 weg. Daarna om te kijken hoeveel I2 er over is gebleven, ga ik titreren met een oplossing van natriumthiosulfaat (thio).



    We hebben nu al een aantal keer lopen titreren, maar we hebben elke keer een factor 2 thio nodig, van wat we hadden uitgerekend.

    Hoeveelheden van stoffen:

    25 ml H2SO4 3M
    25 ml KI oplossing 2M
    8,5 ml KIO3 oplossing 0,01M

    Thio is 0,01 M.

    De titratie zou 2,15 mol thio nodig hebben, uitgaande van een oplossing die 2.83x10-4 mol per 100 gram heeft. We pakken dan ook 100 gram van die oplossing vitamine c.

    Wat doen we fout?
    teigandinsdag 13 januari 2009 @ 20:18
    Aangezien je een factor twee fout zit, zou ik denken dat je ergens een fout maakt met de molverhoudingen. maar het is moeilijk om zo te zeggen wat je fout doet. Laat je berekening eens zien?
    Flacciddinsdag 13 januari 2009 @ 21:01
    Als je 100 gram sinaasappelsap neemt, zit daarin 50 mg Ascorbinezuur.

    176.12 gram/mol = u. Dit geeft 2.83x10-4 mol ascorbinezuur.

    Als we daar 5x10-4 mol I2 bij doen, krijgen je dat er een aantal mol jood niet reageert. Om 5x10-4 mol I2 te krijgen, moet je het volgende bij elkaar gooien:

    1.7 x10-4 mol KIO3

    Overmaat I- en H+ , laten we zeggen: 2 mol per stof per liter?

    Stel je neemt 0,01 M KIO3 oplossing, dan moet je 8,5 ml KIO3 hebben. We nemen 2 M KI Oplossing en daar nemen we dan 25 ml van, dan heb je 12,5 mmol I-. Een 3 M zwavelzuur oplossing, waar we ook 25 ml van nemen. Dan krijg 8,5 mmol H+ . Als je dit allemaal bij elkaar gooit, krijg je 5 x10-4 mol I2. Dit reageert dan met het aanwezige ascorbinezuur.

    5 x10-4 mol – 2,83 x10-4 mol= 2,17 x10-4 mol I2 blijft er dan over. Daarvoor heb je dan 2x zoveel thio nodig om het weg te laten reageren. Dat is 4,34 x10-4 mol thio. Met een 0,1 M thio oplossing heb je dan 2,15? ml thio nodig om alle I2 weg te laten reageren. Aan de hand van de hoeveelheid thio kan je zien hoeveel ascorbinezuur er in het sap zit.
    fusionfakewoensdag 14 januari 2009 @ 14:05
    Korte vraagje, ik had net een PTA sk2, waarbij een vraag als volgt ging:

    Je hebt 0,500 L opl met ijzer(III)chloride en ijzer(II)chloride
    Ook heb je 0,500L 0,0200M Kaliumpermanganaat (aangezuurd met zwavelzuur geloof ik)

    Wat is de conc. Fe2+?

    Ik had zelf de halfvergelijkingen opgesteld, Mno4 : Fe2+ (1:5)
    Er reageerde geloof ik 1,003 * 10^-1 of -2 mol MnO4, ik deed dit gedeeld door 5, en berekende naar grammen
    teiganwoensdag 14 januari 2009 @ 14:19
    Ik kom hier later even op terug, zodra ik de herkansingen nagekeken heb...
    julian6woensdag 14 januari 2009 @ 17:43
    Ik heb een vraag over economie;

    Stel dat de prijselasticiteit van de vraag naar fietsen een waarde heeft van -0,8. De huidige afzet van fietsen in Nederland is 400.000 per jaar. De gemiddelde prijs is ¤450. Hoeveel moet de prijs worden om de afzet te vergroten tot 480.000 per jaar?

    Hoe bereken in dit?
    Chimaywoensdag 14 januari 2009 @ 19:56
    quote:
    Op dinsdag 13 januari 2009 21:01 schreef Flaccid het volgende:
    Als je 100 gram sinaasappelsap neemt, zit daarin 50 mg Ascorbinezuur.

    176.12 gram/mol = u. Dit geeft 2.83x10-4 mol ascorbinezuur.

    Als we daar 5x10-4 mol I2 bij doen, krijgen je dat er een aantal mol jood niet reageert. Om 5x10-4 mol I2 te krijgen, moet je het volgende bij elkaar gooien:

    1.7 x10-4 mol KIO3

    Overmaat I- en H+ , laten we zeggen: 2 mol per stof per liter?

    Stel je neemt 0,01 M KIO3 oplossing, dan moet je 8,5 ml KIO3 hebben. We nemen 2 M KI Oplossing en daar nemen we dan 25 ml van, dan heb je 12,5 mmol I-. Een 3 M zwavelzuur oplossing, waar we ook 25 ml van nemen. Dan krijg 8,5 mmol H+ . Als je dit allemaal bij elkaar gooit, krijg je 5 x10-4 mol I2. Dit reageert dan met het aanwezige ascorbinezuur.
    met 8,5 ml 0,01M KIO3 zal je slechts de helft van je benodigde 1.7 x10-4 mol KIO3 krijgen.......

    zo, dat was al de eerste fout, verder heb ik nog niet gekeken.
    Chimaywoensdag 14 januari 2009 @ 19:56
    oeps, dubbel
    Chimaywoensdag 14 januari 2009 @ 20:06
    quote:
    Op woensdag 14 januari 2009 14:05 schreef fusionfake het volgende:
    Korte vraagje, ik had net een PTA sk2, waarbij een vraag als volgt ging:

    Je hebt 0,500 L opl met ijzer(III)chloride en ijzer(II)chloride
    Ook heb je 0,500L 0,0200M Kaliumpermanganaat (aangezuurd met zwavelzuur geloof ik)

    Wat is de conc. Fe2+?

    Ik had zelf de halfvergelijkingen opgesteld, Mno4 : Fe2+ (1:5)
    Er reageerde geloof ik 1,003 * 10^-1 of -2 mol MnO4, ik deed dit gedeeld door 5, en berekende naar grammen
    dit lijkt me vrij juist, permanganaat reduceert naar Mn2+, en zal dus in 5:1 verhouding met Fe2+ reageren
    fusionfakewoensdag 14 januari 2009 @ 20:45
    Dankje Maar je hoefde dus niks te berekenen met de concentratie KMno4 e.d.?
    Chimaywoensdag 14 januari 2009 @ 21:06
    quote:
    Op woensdag 14 januari 2009 20:45 schreef fusionfake het volgende:
    Dankje Maar je hoefde dus niks te berekenen met de concentratie KMno4 e.d.?
    Tja, als er gegeven werd dat 1,003 * 10^-2 mol MnO4 reageerde, hoef je verder niet te rekenen met de concentratie van die permanganaat oplossing.
    Heb je wel opgelet van welk volume je de conc. Fe2+ moest berekenen? van de oorspronkelijke 500 ml, of na toevoegen van de permanganaatoplossing?
    teiganwoensdag 14 januari 2009 @ 21:13
    quote:
    Op woensdag 14 januari 2009 19:56 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    met 8,5 ml 0,01M KIO3 zal je slechts de helft van je benodigde 1.7 x10-4 mol KIO3 krijgen.......

    zo, dat was al de eerste fout, verder heb ik nog niet gekeken.
    is ook de fout die ik zo gauw tegenkom.
    Verder levert 25 mL 2M KI oplossing niet 12,5 mmol I-, maar 50 mmol.
    25 mL 3M zwavelzuur lever 75 mmol H[sup+[/sup].
    Je hebt daar in ieder geval dus wel overmaat van.

    Alleen zou je dan juist verwachten dat je titratie helemaal niet zou werken, er treedt dus nog een andere redoxreactie op of iets dergelijks.

    Maar misschien kom je er nu wel uit als je met de juiste waarden verder gaat rekenen.
    teiganwoensdag 14 januari 2009 @ 21:16
    quote:
    Op woensdag 14 januari 2009 21:06 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Tja, als er gegeven werd dat 1,003 * 10^-2 mol MnO4 reageerde, hoef je verder niet te rekenen met de concentratie van die permanganaat oplossing.
    Heb je wel opgelet van welk volume je de conc. Fe2+ moest berekenen? van de oorspronkelijke 500 ml, of na toevoegen van de permanganaatoplossing?
    ik neem aan dat het de concentratie ijzer ionen is in die 0,500 L. In de uiteindelijke oplossing zal al het ijzer(II) wel weggereageert zijn, anders heb je ook niets aan die hoeveelheid MnO4- die reageerde.
    Mr.Houdoewoensdag 14 januari 2009 @ 21:20
    quote:
    Op woensdag 14 januari 2009 17:43 schreef julian6 het volgende:
    Ik heb een vraag over economie;

    Stel dat de prijselasticiteit van de vraag naar fietsen een waarde heeft van -0,8. De huidige afzet van fietsen in Nederland is 400.000 per jaar. De gemiddelde prijs is ¤450. Hoeveel moet de prijs worden om de afzet te vergroten tot 480.000 per jaar?

    Hoe bereken in dit?

    proc verandering hoeveelheid = ((480.000-400000)/400000)*100% = 20%

    -0,8 = 20/?

    ? = 20/-0,8 = -25%
    450 * 0,75 = ¤337,50
    De prijs moet ¤337,50 worden.

    Snap je dit?
    fusionfakewoensdag 14 januari 2009 @ 22:03
    quote:
    Op woensdag 14 januari 2009 21:06 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Tja, als er gegeven werd dat 1,003 * 10^-2 mol MnO4 reageerde, hoef je verder niet te rekenen met de concentratie van die permanganaat oplossing.
    Heb je wel opgelet van welk volume je de conc. Fe2+ moest berekenen? van de oorspronkelijke 500 ml, of na toevoegen van de permanganaatoplossing?
    hmm, waarschijnlijk heb ik dat dus fout.. ik beredeneerde met "Oh, 500ml + 500ml = 1L, hoef ik niks om te rekenen om [Fe2+] te krijgen", maar dat is dus zeker fout, lijkt mij dat je van het oorspronkelijke opl. de Fe2+ moest berekenen. Achja, dan maar 2 van de 3 punten
    julian6woensdag 14 januari 2009 @ 22:14
    quote:
    Op woensdag 14 januari 2009 21:20 schreef Mr.Houdoe het volgende:

    [..]

    [ afbeelding ]
    proc verandering hoeveelheid = ((480.000-400000)/400000)*100% = 20%

    -0,8 = 20/?

    ? = 20/-0,8 = -25%
    450 * 0,75 = ¤337,50
    De prijs moet ¤337,50 worden.

    Snap je dit?
    Jep, thx
    Koewamdonderdag 22 januari 2009 @ 16:41


    Waarom gaat de straal in het linker deel van de wollaston-prisma rechtdoor, terwijl er ook een component is die loodrecht op de polarisatie-as staat?
    maxhdonderdag 22 januari 2009 @ 17:00
    Wie weet deze nog?

    We meten de temperatuur van een stof over de tijd. De stof wordt verwarmd van solid naar liquid, dan afgekoeld van liquid naar solid. Hoe kun je aan de vorm van de grafiek zien of dit een zuivere stof of een mengsel is?

    Bvd enzo
    Chimaydonderdag 22 januari 2009 @ 17:10
    quote:
    Op donderdag 22 januari 2009 17:00 schreef maxh het volgende:
    Wie weet deze nog?

    We meten de temperatuur van een stof over de tijd. De stof wordt verwarmd van solid naar liquid, dan afgekoeld van liquid naar solid. Hoe kun je aan de vorm van de grafiek zien of dit een zuivere stof of een mengsel is?

    Bvd enzo
    Als je in 1 punt van vast naar vloeistof gaat heb je een zuivere stof (smeltpunt), als het geleidelijk van vast naar vloeistof gaat heb je een mengsel (smelttraject).
    Koewamdonderdag 22 januari 2009 @ 17:10
    -

    [ Bericht 100% gewijzigd door Koewam op 22-01-2009 17:10:39 ]
    maxhdonderdag 22 januari 2009 @ 17:25
    quote:
    Op donderdag 22 januari 2009 17:10 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Als je in 1 punt van vast naar vloeistof gaat heb je een zuivere stof (smeltpunt), als het geleidelijk van vast naar vloeistof gaat heb je een mengsel (smelttraject).
    Thanks, ik dacht al dat het zo simpel zou zijn.
    Chimaydonderdag 22 januari 2009 @ 17:30
    quote:
    Op donderdag 22 januari 2009 17:25 schreef maxh het volgende:

    [..]

    Thanks, ik dacht al dat het zo simpel zou zijn.
    Het is wel een beetje kort door de bocht, maar over het algemeen zal je het zo wel kunnen zien.
    Flacciddonderdag 22 januari 2009 @ 20:11
    Ik heb een domme vraag
    Hoe werkt een kruistabel ookalweer?

    Voor scheikunde.

    Oplossing 0,2M
    hoeveel mol zit er dan in 24,5 ml. Hoe moet dat, ik haal het altijd door elkaar.
    teigandonderdag 22 januari 2009 @ 20:17
    Tabel maken met Mol en mL

    in 1000 mL zit 0,2 mol (dat zegt M, dat is mol/liter)

    Daarna vul je bij mL 24,5 in. Blijft er een vakje over, en die is te berekenen door ervan uit te gaan dat als je de diagonalen met elkaar vermenigvuldigd, deze gelijk aan elkaar moeten zijn.

    Dus mol 0,2 ?
    mL 1000 24,5

    ?= (0,2 * 24,5)/1000
    Niconiggerdonderdag 22 januari 2009 @ 20:17
    aantal mol: 0,2 | ?
    aantal mL: 1000 | 24,5

    --> ? = (24,5*0,2)/1000
    Chimaydonderdag 22 januari 2009 @ 20:18
    quote:
    Op donderdag 22 januari 2009 20:11 schreef Flaccid het volgende:
    Ik heb een domme vraag
    Hoe werkt een kruistabel ookalweer?

    Voor scheikunde.

    Oplossing 0,2M
    hoeveel mol zit er dan in 24,5 ml. Hoe moet dat, ik haal het altijd door elkaar.
    Wat is een kruistabel in hemelsnaam?

    maar goed, 0,2M wil zeggen dat 0,2 mol per liter aanwezig is.
    dus in je 24,5 ml zit 0,2 x 24,5.10-3 mol.
    Chimaydonderdag 22 januari 2009 @ 20:19
    quote:
    Op donderdag 22 januari 2009 20:17 schreef teigan het volgende:
    Tabel maken met Mol en mL

    in 1000 mL zit 0,2 mol (dat zegt M, dat is mol/liter)

    Daarna vul je bij mL 24,5 in. Blijft er een vakje over, en die is te berekenen door ervan uit te gaan dat als je de diagonalen met elkaar vermenigvuldigd, deze gelijk aan elkaar moeten zijn.

    Dus mol 0,2 ?
    mL 1000 24,5

    ?= (0,2 * 24,5)/1000
    wtf, gebruikt men echt zo'n tabel?
    Dat is dan echt chemie voor mongooltjes ofzo?
    maxhdonderdag 22 januari 2009 @ 22:37
    Voor chemici bedoel je dus?
    bamischijfvrijdag 23 januari 2009 @ 00:20
    Hallo,

    ik heb morgenochtend een tentamen Biopsychologie en ik kwam de volgende voorbeeldvraag tegen. Aangezien de antwoorden er helaas niet bijgegeven zijn en ik het zelf ook niet kan vinden vroeg ik me af of iemand me er bij kan helpen. Het gaat om deze meerkeuze vraag: (het gaat over het zenuwstelsel)

    In positieve feedbacksystemen:
    a: verzwakt of stopt de feedback het genereren van acties
    b:versterkt de feedback het genereren van acties
    c:versterkt of verzwakt de feedback het genereren van acties, afhankelijk van het niveau van activatie
    d:verzwakt de feedback het genereren van acties totdat er een bepaald niveau van activatie bereikt is

    zelf zou ik gokken op B. A is echter ook wel ergens logisch, de feedback is postief, dus er is niet méér nodig zou je kunnen zeggen.

    Als iemand mij het juiste antwoord zou kunnen geven en misschien ook nog uitleggen waarom, zou ik rustig kunnen gaan slapen. Dankjewel.
    teiganvrijdag 23 januari 2009 @ 11:35
    quote:
    Op donderdag 22 januari 2009 20:19 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    wtf, gebruikt men echt zo'n tabel?
    Dat is dan echt chemie voor mongooltjes ofzo?
    sommige mensen vinden zo'n tabel makkelijker dan een formule, het is net waar je voorkeur ligt.
    Chimayvrijdag 23 januari 2009 @ 11:47
    quote:
    Op vrijdag 23 januari 2009 11:35 schreef teigan het volgende:

    [..]

    sommige mensen vinden zo'n tabel makkelijker dan een formule, het is net waar je voorkeur ligt.
    komop zeg, zo'n tabel maakt het moeilijker dan het is, als je zo'n simpele berekening nog niet eens kan maken, wat doe je dan in een les chemie vraag ik mij af...
    Platinazondag 25 januari 2009 @ 12:02
    quote:
    Op vrijdag 23 januari 2009 00:20 schreef bamischijf het volgende:
    Hallo,

    ik heb morgenochtend een tentamen Biopsychologie en ik kwam de volgende voorbeeldvraag tegen. Aangezien de antwoorden er helaas niet bijgegeven zijn en ik het zelf ook niet kan vinden vroeg ik me af of iemand me er bij kan helpen. Het gaat om deze meerkeuze vraag: (het gaat over het zenuwstelsel)

    In positieve feedbacksystemen:
    a: verzwakt of stopt de feedback het genereren van acties
    b:versterkt de feedback het genereren van acties
    c:versterkt of verzwakt de feedback het genereren van acties, afhankelijk van het niveau van activatie
    d:verzwakt de feedback het genereren van acties totdat er een bepaald niveau van activatie bereikt is

    zelf zou ik gokken op B. A is echter ook wel ergens logisch, de feedback is postief, dus er is niet méér nodig zou je kunnen zeggen.

    Als iemand mij het juiste antwoord zou kunnen geven en misschien ook nog uitleggen waarom, zou ik rustig kunnen gaan slapen. Dankjewel.
    B. De feedback is positief dus die zegt als het ware ga door met wat je aan het doen bent. Bij negatieve feedback is dit andersom.
    trustcreativemaandag 26 januari 2009 @ 16:59
    ik lees nu iets over geladen deeltjes. Maar klopt het dat een vaste stof NOOIT elektrisch geladen kan zijn en dat alleen vloeistoffen en gassen dit kunnen zijn?
    Mr.Houdoemaandag 26 januari 2009 @ 17:01
    quote:
    Op maandag 26 januari 2009 16:59 schreef trustcreative het volgende:
    ik lees nu iets over geladen deeltjes. Maar klopt het dat een vaste stof NOOIT elektrisch geladen kan zijn en dat alleen vloeistoffen en gassen dit kunnen zijn?
    Denk eerder andersom.. Maar ik weet wel dat vaste stof wel geladen kan zijn, denk aan metalen...
    trustcreativemaandag 26 januari 2009 @ 17:11
    ojaa je hebt gelijk.. bedankt!
    maxhmaandag 26 januari 2009 @ 21:47
    En natuurlijk ook statische lading.
    strokewoensdag 28 januari 2009 @ 19:54
    "Tin oxideert eerst tot tin(II)oxide. Geef hiervan de kloppende oxidatie vergelijking.

    Bij langdurige verhitting oxideert tin(II)oxide tot tin(IV)oxide. Geef ook van deze oxidatie de “kloppende” reactie schema. "

    wat is een oxidatie vergelijking?
    fusionfakewoensdag 28 januari 2009 @ 20:45
    quote:
    Op woensdag 28 januari 2009 19:54 schreef stroke het volgende:
    wat is een oxidatie vergelijking?
    Typ dat even in google ofzo joh Luie donders
    Platinadonderdag 29 januari 2009 @ 15:45
    Bij een oxidatie reactie worden elektronen opgenomen.. Tin is meen ik Sn en dat reageert dan als oxidator met zuurstof dat als reductor reageert. Alles onder voorbehoud overigens
    Butterfly91donderdag 29 januari 2009 @ 15:52
    Stroke: zoek eens op redoxreacties, dat zou je op weg kunnen helpen.
    Chimaydonderdag 29 januari 2009 @ 15:56
    quote:
    Op donderdag 29 januari 2009 15:45 schreef Platina het volgende:
    Bij een oxidatie reactie worden elektronen opgenomen.. Tin is meen ik Sn en dat reageert dan als oxidator met zuurstof dat als reductor reageert. Alles onder voorbehoud overigens
    Het is omgekeerd, zuurstof is de oxidator en zal zelf gereduceerd worden.
    Platinadonderdag 29 januari 2009 @ 17:03
    quote:
    Op donderdag 29 januari 2009 15:56 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Het is omgekeerd, zuurstof is de oxidator en zal zelf gereduceerd worden.
    Je hebt gelijk.


    Tin zal eerst van Sn naar Sn2+ gaan en vervolgens naar Sn4+.
    Bijbehorende reacties zijn in BINAS te vinden.
    Flacciddonderdag 29 januari 2009 @ 17:27
    quote:
    Op donderdag 29 januari 2009 17:03 schreef Platina het volgende:

    [..]

    Je hebt gelijk.


    Tin zal eerst van Sn naar Sn2+ gaan en vervolgens naar Sn4+.
    Bijbehorende reacties zijn in BINAS te vinden.
    Tabel 48
    fusionfakezaterdag 31 januari 2009 @ 00:32
    Tabel 48 is idd zo'n beetje de bijbel van redox reacties.
    stavastzaterdag 31 januari 2009 @ 15:56
    ik heb een vraag mbt een PD regelaar. in 20sim wordt een PD regelaar als volgt ingevoerd:

    variables
    real state, rate;
    equations
    rate = (kp * error - output) / (beta * tauD);
    state = int (rate);
    output = state + kp * error / beta;

    wanneer ik voor beta de waarde "1" invoer dan wordt deze PD -actie een P-actie. dit weet ik, maar ik kan het alleen niet onderbouwen. zou iemand mij misschien kunnen uitleggen dat wanneer ik voor beta "1" invul de D-actie uitgeschakeld word?
    tankertuigmaandag 9 februari 2009 @ 15:52
    Ik ben me weer eens wat weggezakte natuurkunde kennis aan het ophalen...
    Heeft iemand misschien een nederlandse site waar een beetje heldere informatie opstaat over de vervalreactie?

    Ik ben hierin een NooB en nu wil ik weten hoe ik van de vraag "Geef de vervalreactie van I-131." kom bij het antwoord "131I→131Xe + β (+γ)"
    Dagoduckmaandag 9 februari 2009 @ 15:53
    vrijdag natuurkunde toets
    Iblismaandag 9 februari 2009 @ 16:03
    quote:
    Op maandag 9 februari 2009 15:52 schreef tankertuig het volgende:
    Ik ben me weer eens wat weggezakte natuurkunde kennis aan het ophalen...
    Heeft iemand misschien een nederlandse site waar een beetje heldere informatie opstaat over de vervalreactie?

    Ik ben hierin een NooB en nu wil ik weten hoe ik van de vraag "Geef de vervalreactie van I-131." kom bij het antwoord "131I→131Xe + β (+γ)"
    gewoon opzoeken in Binas? Zulke zaken staan voor zover ik weet gewoon in Binas. Dit is iets wat experimenteel wordt waargenomen, en niet iets wat je even voorspelt.
    tankertuigmaandag 9 februari 2009 @ 16:22
    quote:
    Op maandag 9 februari 2009 16:03 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    gewoon opzoeken in Binas? Zulke zaken staan voor zover ik weet gewoon in Binas. Dit is iets wat experimenteel wordt waargenomen, en niet iets wat je even voorspelt.
    pff... weer een typisch gevalletje van veel te moeilijk nadenken.
    Wereldgozermaandag 9 februari 2009 @ 20:15
    Mechanica vraagje:


    E = 25 GPa
    L = 26 m
    F1 = 2,2 MN
    F2 = 0,9 MN
    Ik kom niet verder dan: q = 50N/mm
    en EA = 25000 * 1602 * pi.
    Moet iets met een dubbele integraal doen, maar snap 't niet echt
    fusionfakemaandag 9 februari 2009 @ 20:52
    quote:
    Op maandag 9 februari 2009 16:03 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    gewoon opzoeken in Binas? Zulke zaken staan voor zover ik weet gewoon in Binas. Dit is iets wat experimenteel wordt waargenomen, en niet iets wat je even voorspelt.
    Idd, dat zijn gewoon "gratis" 5 punten bij elk natuurkunde examen zoals mijn docent het noemt
    stavastdinsdag 10 februari 2009 @ 21:12
    quote:
    Op maandag 9 februari 2009 20:15 schreef luckass het volgende:
    Mechanica vraagje:
    [ link | afbeelding ]

    E = 25 GPa
    L = 26 m
    F1 = 2,2 MN
    F2 = 0,9 MN
    Ik kom niet verder dan: q = 50N/mm
    en EA = 25000 * 1602 * pi.
    Moet iets met een dubbele integraal doen, maar snap 't niet echt
    ik ben blij dat ik dat niet meer heb, maar wat is eigenlijk de vraag? wat moet je berekenen. ik zat al wat in mijn oude boeken te bladeren, vandaar
    Flaccidzondag 15 februari 2009 @ 16:29
    Ik heb een makkelijke vraag. Wat is de pH van 1M CH3COOH?

    Ik heb dan CH3COOH + H2O --> CH3COO- + H3O+

    Ik kom op 2,37 als pH. Klopt daT?
    Butterfly91zondag 15 februari 2009 @ 16:39
    quote:
    Op zondag 15 februari 2009 16:29 schreef Flaccid het volgende:
    Ik heb een makkelijke vraag. Wat is de pH van 1M CH3COOH?

    Ik heb dan CH3COOH + H2O --> CH3COO- + H3O+

    Ik kom op 2,37 als pH. Klopt daT?
    Ik kom ook op 2,37
    GlowMousezondag 15 februari 2009 @ 16:42
    klopt.
    Chimaymaandag 16 februari 2009 @ 13:00
    quote:
    Op zondag 15 februari 2009 16:29 schreef Flaccid het volgende:
    Ik heb een makkelijke vraag. Wat is de pH van 1M CH3COOH?

    Ik heb dan CH3COOH + H2O --> CH3COO- + H3O+

    Ik kom op 2,37 als pH. Klopt daT?
    Je resultaat klopt, maar hou er rekening mee dat je die reactie moet schrijven als een evenwicht, azijnzuur zal namelijk slechts gedeeltelijk dissociëren.
    Flaccidmaandag 16 februari 2009 @ 15:44
    quote:
    Op maandag 16 februari 2009 13:00 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Je resultaat klopt, maar hou er rekening mee dat je die reactie moet schrijven als een evenwicht, azijnzuur zal namelijk slechts gedeeltelijk dissociëren.
    THanks.
    TC03donderdag 19 februari 2009 @ 18:56


    Hoe leid je deze vervangingsweerstand af?
    trustcreativemaandag 23 februari 2009 @ 13:40
    H H H
    H C C C H
    OH OH OH

    Allemaal enkele verbindingen; heet dit nou 1,2,3-propaantriol of gewoon propaantriol of nog iets anders?
    GlowMousemaandag 23 februari 2009 @ 13:59
    TC03: hoe is het begrip vervangingsweerstand gedefinieerd voor spoelen en condensatoren? Dat hangt er toch net vanaf of je er gelijkspanning of wisselspanning opzet?

    trustcreative: hoe zou jij bij propaantriol weten op welke posities de hydroxygroepen moeten komen? Er kunnen er immers ook best twee aan hetzelfde koolstofatoom zitten.
    Chimaymaandag 23 februari 2009 @ 15:07
    quote:
    Op maandag 23 februari 2009 13:40 schreef trustcreative het volgende:
    H H H
    H C C C H
    OH OH OH

    Allemaal enkele verbindingen; heet dit nou 1,2,3-propaantriol of gewoon propaantriol of nog iets anders?
    De meest gebruikte naam voor dit product is glycerol, maar de correcte naam is idd. 1,2,3-propaantriol.
    Gewoon propaantriol is niet juist, dit kan bv. ook duiden op een product met meerder OH groepen op 1 koolstofatoom.
    TC03dinsdag 24 februari 2009 @ 09:59
    quote:
    Op maandag 23 februari 2009 13:59 schreef GlowMouse het volgende:
    TC03: hoe is het begrip vervangingsweerstand gedefinieerd voor spoelen en condensatoren? Dat hangt er toch net vanaf of je er gelijkspanning of wisselspanning opzet?
    Natuurlijk. Het gaat om wisselspanning.
    GlowMousedinsdag 24 februari 2009 @ 11:45
    quote:
    Op dinsdag 24 februari 2009 09:59 schreef TC03 het volgende:

    [..]

    Natuurlijk. Het gaat om wisselspanning.
    Ik heb hier nooi aan gerekend en kan je waarschijnlijk niet helpen, maar dan nog vind ik het vreemd dat de frequentie niet terugkomt in het antwoord.
    Hoe-Langwoensdag 25 februari 2009 @ 15:17
    Ik zit even met een probleempje: ik weet even niet meer zo goed hoe ik verschillende concentraties bij verschillende tijden kan berekenen bij een reactie.
    Reactie is A + B -> C en is 1e orde in A en B.
    beginconcentraties zijn voor A en B 1 mol/L en de kinetiekconstante k = 1 L/mol.min.
    Nu wil ik een grafiek maken van de concentratie van A als functie van de tijd.
    Chimaywoensdag 25 februari 2009 @ 15:42
    quote:
    Op woensdag 25 februari 2009 15:17 schreef Hoe-Lang het volgende:
    Ik zit even met een probleempje: ik weet even niet meer zo goed hoe ik verschillende concentraties bij verschillende tijden kan berekenen bij een reactie.
    Reactie is A + B -> C en is 1e orde in A en B.
    beginconcentraties zijn voor A en B 1 mol/L en de kinetiekconstante k = 1 L/mol.min.
    Nu wil ik een grafiek maken van de concentratie van A als functie van de tijd.
    Je weet dat de reactiesnelheid Ra gelijk is aan dCa/dt (Ca is de concentratie van A)

    Deze reactie is in de eerste orde in A EN in B, dus is het een 2e orde reactie. De concentraties van A en B zijn altijd gelijk, dus je kan zeggen dat: -Ra = k.Ca²

    omvormen en integreren, en je kan je grafiek maken.
    nourguy01woensdag 25 februari 2009 @ 15:53
    kan iemand aub dit uitleggen.
    stukje komt uit samengevat

    wat is de verhoudingsformule van het oxide van ijzer dat 70% ijzer bevat?
    100g ijzeroxide bestaat uit 70g Fe en 30g O atoommassa Fe=55,8 u en atoommasa O =16,0 u
    verhouding aantal Fe atomen :aantal O atomen= 70/55,8 : 30/16,0 = 1,25 :1,875 = 2:3
    de verhoudingsformule van het oxide: Fe2O3

    wat ik niet snap is hoe kommen ze aan 2:3
    hebben ze gewoon afgerond?
    Chimaywoensdag 25 februari 2009 @ 15:59
    quote:
    Op woensdag 25 februari 2009 15:53 schreef nourguy01 het volgende:
    kan iemand aub dit uitleggen.
    stukje komt uit samengevat

    wat is de verhoudingsformule van het oxide van ijzer dat 70% ijzer bevat?
    100g ijzeroxide bestaat uit 70g Fe en 30g O atoommassa Fe=55,8 u en atoommasa O =16,0 u
    verhouding aantal Fe atomen :aantal O atomen= 70/55,8 : 30/16,0 = 1,25 :1,875 = 2:3
    de verhoudingsformule van het oxide: Fe2O3

    wat ik niet snap is hoe kommen ze aan 2:3
    hebben ze gewoon afgerond?
    Veel is er niet afgerond, 1,25/1,875 is gewoon gelijk aan 2/3....
    Hoe-Langwoensdag 25 februari 2009 @ 16:24
    quote:
    Op woensdag 25 februari 2009 15:42 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Je weet dat de reactiesnelheid Ra gelijk is aan dCa/dt (Ca is de concentratie van A)

    Deze reactie is in de eerste orde in A EN in B, dus is het een 2e orde reactie. De concentraties van A en B zijn altijd gelijk, dus je kan zeggen dat: -Ra = k.Ca²

    omvormen en integreren, en je kan je grafiek maken.
    Ok dus -Ra = 1 * 1² = -1 op t = 0.
    dit kan je dan omvormen tot 1/Ca = 1/Ca,0 + k * t of niet?
    en de integraal wordt:
    -Ra = k * Ca² ->
    -k * Ca² = dCa / dt ->
    -k * dt = dCa / Ca² ->

    ..........................t...............Ca
    integraal: k * t | = Ca^-1 |
    ......................t=o..............Ca,0

    en dus k * t = Ca^-1 - Ca,0^-1
    hier kan ik dan voor t een getal invullen zodat ik Ca^-1 kan berekenen en dus Ca op dat gkozen moment t?
    Chimaywoensdag 25 februari 2009 @ 16:33
    quote:
    Op woensdag 25 februari 2009 16:24 schreef Hoe-Lang het volgende:

    [..]

    Ok dus -Ra = 1 * 1² = -1 op t = 0.
    dit kan je dan omvormen tot 1/Ca = 1/Ca,0 + k * t of niet?
    en de integraal wordt:
    -Ra = k * Ca² ->
    -k * Ca² = dCa / dt ->
    -k * dt = dCa / Ca² ->

    ..........................t...............Ca
    integraal: k * t | = Ca^-1 |
    ......................t=o..............Ca,0

    en dus k * t = Ca^-1 - Ca,0^-1
    hier kan ik dan voor t een getal invullen zodat ik Ca^-1 kan berekenen en dus Ca op dat gkozen moment t?
    Dat klopt
    Hoe-Langwoensdag 25 februari 2009 @ 16:59
    quote:
    Op woensdag 25 februari 2009 16:33 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Dat klopt
    Bedankt voor je hulp.
    Nog een laatste vraag: in dit geval waren de concentraties in het begin van A en B gelijk, hoe verandert de berekening als de concentratie van B 1.5 mol/L is bij t0?
    -Ra = k * Ca * Cb toch? En wat moet ik dan in de integraal aanpassen?
    TC03woensdag 25 februari 2009 @ 17:13
    quote:
    Op dinsdag 24 februari 2009 11:45 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Ik heb hier nooi aan gerekend en kan je waarschijnlijk niet helpen, maar dan nog vind ik het vreemd dat de frequentie niet terugkomt in het antwoord.
    Die frequentie is toch al meegerekend bij de waarde van XL en XC?
    Spablauwwoensdag 25 februari 2009 @ 17:16
    Hoi, Scheikunde vraag van mijn dochter, die morgen een werkstuk in moet leveren! Ik weet het, ze had VEEL eerder moeten beginnen!
    Ze moet van 1 merk auto, en dan van 3 verschillende bouwjaren het volgende weten:
    Hoeveel kg kunststoffen in de auto, hoeveel procent dit is van de massa van dit type auto, en hoeveel procent van het totale gewicht van de auto is recyclebaar?

    Heeft iemand enig idee waar ik/zij dit soort info vandaan kan halen??
    Alvast heel hartelijk dank!
    GlowMousewoensdag 25 februari 2009 @ 17:17
    Denk dat je die vraag beter als los topic in PTA kunt stellen.
    Spablauwwoensdag 25 februari 2009 @ 17:21
    Ok, doe ik! Bedankt!
    Chimaywoensdag 25 februari 2009 @ 18:22
    quote:
    Op woensdag 25 februari 2009 16:59 schreef Hoe-Lang het volgende:

    [..]

    Bedankt voor je hulp.
    Nog een laatste vraag: in dit geval waren de concentraties in het begin van A en B gelijk, hoe verandert de berekening als de concentratie van B 1.5 mol/L is bij t0?
    -Ra = k * Ca * Cb toch? En wat moet ik dan in de integraal aanpassen?
    Dan gaat het wel een stuk complexer worden,

    Ca en Cb kan je dan best schrijven in termen van Ca0 en Cb0 en conversie Xa, Xa= (Ca0-Ca)/Ca0
    uiteindelijk krijg je dan na integratie:

    ln[(M-Xa)/M.(1-Xa)]= Ca0.(M-1).k.t met M=Cb0/Ca0
    Hoe-Langwoensdag 25 februari 2009 @ 18:34
    quote:
    Op woensdag 25 februari 2009 18:22 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Dan gaat het wel een stuk complexer worden,

    Ca en Cb kan je dan best schrijven in termen van Ca0 en Cb0 en conversie Xa, Xa= (Ca0-Ca)/Ca0
    uiteindelijk krijg je dan na integratie:

    ln[(M-Xa)/M.(1-Xa)]= Ca0.(M-1).k.t met M=Cb0/Ca0
    Heel erg bedankt.
    Quyxz_vrijdag 27 februari 2009 @ 14:33
    Hopelijk kan iemand mij helpen...
    Bij deze vraag:



    Moet ik het Reynoldsgetal weten zodat ik de frictiefactor in een grafiek kan opzoeken. Maar hoe bepaal ik het Reynoldsgetal?
    (het moet Re = 9,5*10^5 worden)
    teiganvrijdag 27 februari 2009 @ 15:20
    Ik zit even te kijken in mijn fysische transportverschijnselen, maar ik moet nog even kijken welke variant je het beste kan gebruiken..


    Edit: hier staat de formule, met een uitleg van wat je waar invult.. ik denk dat je er zo wel uit moet komen..
    Chimayvrijdag 27 februari 2009 @ 15:22
    quote:
    Op vrijdag 27 februari 2009 14:33 schreef Quyxz_ het volgende:
    Hopelijk kan iemand mij helpen...
    Bij deze vraag:

    [ afbeelding ]

    Moet ik het Reynoldsgetal weten zodat ik de frictiefactor in een grafiek kan opzoeken. Maar hoe bepaal ik het Reynoldsgetal?
    (het moet Re = 9,5*10^5 worden)
    Diameter*snelheid vh water*dichtheid water/viscositeit vh water

    [ Bericht 1% gewijzigd door Chimay op 27-02-2009 15:24:03 (foutje) ]
    Quyxz_vrijdag 27 februari 2009 @ 15:28
    quote:
    Op vrijdag 27 februari 2009 15:22 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Diameter*snelheid vh water*dichtheid water/viscositeit vh water
    ah ik kom nu wel goed uit
    net had een typfout in mijn rekenmachine gemaakt met de snelheid

    beiden bedankt
    Quyxz_vrijdag 27 februari 2009 @ 15:34
    Maar nu we toch bezig zijn.





    Hoezo doe je bij vraag c tot de macht 2/5 ipv andersom....
    Jjoeyvrijdag 27 februari 2009 @ 16:37
    Ik heb een proef gedaan en daarbij de valversnelling berekent uit de valhoogte en valtijd van een balletje. Nu is een vraag daarbij: Waarom is de waarde die je hebt berekend lager dan de waarde in je binas? Geef twee redenen.
    De eerst reden is wrijving (toch?), maar kan iemand me helpen met de tweede?
    fusionfakevrijdag 27 februari 2009 @ 19:02
    Je eigen meetfouten (valtijd) denk daarbij aan reactietijd e.d.

    [ Bericht 36% gewijzigd door fusionfake op 27-02-2009 19:10:41 ]
    Jjoeyvrijdag 27 februari 2009 @ 19:06
    Maar die kunnen toch ook hoger zijn? Dat je juist een hogere waarde krijgt.
    Of is het altijd lager, omdat je de stopwatch pas stopt als je iets hoort?
    TC03vrijdag 27 februari 2009 @ 19:12
    quote:
    Op vrijdag 27 februari 2009 19:06 schreef Jjoey het volgende:
    Maar die kunnen toch ook hoger zijn? Dat je juist een hogere waarde krijgt.
    Of is het altijd lager, omdat je de stopwatch pas stopt als je iets hoort?
    Euhm, het lijkt me waarschijnlijk dat je pas drukt als het balletje daadwerkelijk de grond raakt. Vanwege de reactietijd van de mens zal je altijd wat later op stop drukken. De valtijd wordt groter, de valversnelling lager.
    fusionfakevrijdag 27 februari 2009 @ 19:30
    de waarde die je berekent (de valsnelheid) = x / t (snelheid is immers afstand per tijdseenheid).
    Doordat je ook je reactietijd erbij moet tellen is die t dus hoger.

    x delen door een t wat groter is dan hij eigenlijk is resulteert dus in een lagere valsnelheid dan in binas.
    Jjoeyvrijdag 6 maart 2009 @ 21:20
    Ik heb ook een proef gedaan met kleine blaadjes(post notes,zelfde grootte) laten vallen in verschillende stapeltjes, stapels van 1,2,10,20 enz.

    Nu is een van de vragen:
    De (lucht)wrijvingskracht wordt groter als het aantal blaadjes toeneemt. Waarom?

    Dit snap ik niet. Want de oppervlakte blijft hetzelfde, dus wordt de wrijving toch niet groter? En wrijving heeft toch niks met massa te maken.

    Is deze vraag nou fout of zit ik helemaal verkeerd te denken?
    Platinazaterdag 7 maart 2009 @ 00:59
    Kan er lucht tussen de vallende blaadjes komen? Dit kan ook voor extra weerstand zorgen.
    Flaccidzaterdag 7 maart 2009 @ 10:59
    quote:
    Op vrijdag 6 maart 2009 21:20 schreef Jjoey het volgende:
    Ik heb ook een proef gedaan met kleine blaadjes(post notes,zelfde grootte) laten vallen in verschillende stapeltjes, stapels van 1,2,10,20 enz.

    Nu is een van de vragen:
    De (lucht)wrijvingskracht wordt groter als het aantal blaadjes toeneemt. Waarom?

    Dit snap ik niet. Want de oppervlakte blijft hetzelfde, dus wordt de wrijving toch niet groter? En wrijving heeft toch niks met massa te maken.

    Is deze vraag nou fout of zit ik helemaal verkeerd te denken?
    Ik snap de proef niet echt om eerlijk te zijn.
    trustcreativemaandag 9 maart 2009 @ 15:36
    Als Fv (veerkracht) 1.29 × 10-3 N is, is Fz (zwaartekracht) dan hetzelfde?
    Quyxz_maandag 9 maart 2009 @ 15:44
    quote:
    Op maandag 9 maart 2009 15:36 schreef trustcreative het volgende:
    Als Fv (veerkracht) 1.29 × 10-3 N is, is Fz (zwaartekracht) dan hetzelfde?
    Dat zou op een bepaald moment in de tijd kunnen, maar er moet echt meer informatie zijn om hier een antwoord op te geven.

    (waarschijnlijk is het antwoord nee trouwens, of je moet een massa van 0,1 gram hebben)
    Quyxz_maandag 9 maart 2009 @ 15:47
    quote:
    Op vrijdag 6 maart 2009 21:20 schreef Jjoey het volgende:
    Ik heb ook een proef gedaan met kleine blaadjes(post notes,zelfde grootte) laten vallen in verschillende stapeltjes, stapels van 1,2,10,20 enz.

    Nu is een van de vragen:
    De (lucht)wrijvingskracht wordt groter als het aantal blaadjes toeneemt. Waarom?

    Dit snap ik niet. Want de oppervlakte blijft hetzelfde, dus wordt de wrijving toch niet groter? En wrijving heeft toch niks met massa te maken.

    Is deze vraag nou fout of zit ik helemaal verkeerd te denken?
    De luchtweerstand is bij gelijkblijvende snelheid idd gelijk, aangezien het oppervlak gelijk blijft.
    Echter neemt bij meer de blaadjes de massa en dus de zwaartekracht wel toe. Hierdoor wordt de snelheid waarmee de blaadjes vallen groter en dus zal de luchtweerstand groter worden. (volgens mij is Fw zelfs afhankelijk van v² )
    trustcreativedinsdag 10 maart 2009 @ 16:39
    Nog een vraag:

    is een metaalbinding een sterke binding t.o.v. ionbinding en vanderwaalsbinding?
    trustcreativedinsdag 10 maart 2009 @ 16:52
    ik ben er al achter; bedankt voor alle hulp
    Ripariusdinsdag 10 maart 2009 @ 21:20
    quote:
    Op maandag 9 maart 2009 15:47 schreef Quyxz_ het volgende:

    [..]

    De luchtweerstand is bij gelijkblijvende snelheid idd gelijk, aangezien het oppervlak gelijk blijft.
    Echter neemt bij meer de blaadjes de massa en dus de zwaartekracht wel toe. Hierdoor wordt de snelheid waarmee de blaadjes vallen groter en dus zal de luchtweerstand groter worden. (volgens mij is Fw zelfs afhankelijk van v² )
    Dit is echt lariekoek. Een houten kogel valt precies even snel omlaag als een loden kogel met dezelfde afmetingen (maar een grotere massa). Het beroemde experiment van Galileï vanaf de toren van Pisa.
    GlowMousedinsdag 10 maart 2009 @ 21:23
    quote:
    Op dinsdag 10 maart 2009 21:20 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Dit is echt lariekoek. Een houten kogel valt precies even snel omlaag als een loden kogel met dezelfde afmetingen (maar een grotere massa). Het beroemde experiment van Galileï vanaf de toren van Pisa.
    Uit F=ma volgt ook direct dat een grotere kracht niet automatisch leidt tot grotere versnelling bij ongelijke massa.
    Quyxz_dinsdag 10 maart 2009 @ 21:24
    quote:
    Op dinsdag 10 maart 2009 21:20 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Dit is echt lariekoek. Een houten kogel valt precies even snel omlaag als een loden kogel met dezelfde afmetingen (maar een grotere massa). Het beroemde experiment van Galileï vanaf de toren van Pisa.
    ja tuurlijk jij hebt gelijk, ik weet niet hoe ik zo dom kon zijn dat ik dat gister typte
    Quyxz_dinsdag 10 maart 2009 @ 21:25
    quote:
    Op dinsdag 10 maart 2009 16:39 schreef trustcreative het volgende:
    Nog een vraag:

    is een metaalbinding een sterke binding t.o.v. ionbinding en vanderwaalsbinding?
    ionbindingen zoals in zouten zijn sterkere bindingen dan vanderwaalsbindingen. Voor zo ver ik weet zijn metaalbindingen ook niet sterker dan ionbindingen
    saskia_89donderdag 12 maart 2009 @ 22:03
    Ik heb morgen tentamen van Mechanica, maar ik kom ergens niet uit dus hoop dat jullie mij op tijd nog kunnen helpen. het gaat om deze vergelijk


    Rbv*3L+Rbh*l=8Fl

    En dan moet er dus iets uitkomen van Rbv=Rbh.....

    maar ik snap dus niet waardoor ik moet delen. of ik eerst door 3 en dan door 1 moet delen. Hoop dat jullie het snappen!
    TC03donderdag 12 maart 2009 @ 22:22
    quote:
    Op donderdag 12 maart 2009 22:03 schreef saskia_89 het volgende:
    Ik heb morgen tentamen van Mechanica, maar ik kom ergens niet uit dus hoop dat jullie mij op tijd nog kunnen helpen. het gaat om deze vergelijk


    Rbv*3L+Rbh*l=8Fl

    En dan moet er dus iets uitkomen van Rbv=Rbh.....

    maar ik snap dus niet waardoor ik moet delen. of ik eerst door 3 en dan door 1 moet delen. Hoop dat jullie het snappen!
    Dat is toch gewoon omschrijven?

    Rbv*3L+Rbh*l=8Fl
    Rbv*3L = 8Fl - Rbh*l
    Rbv*3L = I*(8F - Rbh)
    Rbv = I*(8F - Rbh)/3L
    saskia_89donderdag 12 maart 2009 @ 22:31
    quote:
    Op donderdag 12 maart 2009 22:22 schreef TC03 het volgende:

    [..]

    Dat is toch gewoon omschrijven?

    Rbv*3L+Rbh*l=8Fl
    Rbv*3L = 8Fl - Rbh*l
    Rbv*3L = I*(8F - Rbh)
    Rbv = I*(8F - Rbh)/3L
    ja ar je moet die l nog wegkrijgen op een of andere manier. je hebt totaal 4 vergelijkingen:
    1. Rah+Rbh-2F=0
    2. Rav + Rbv - 2f -2F=0
    3. Rbv*3l+Rbh+l-2F*2l-2F1,5l-2f1,5l
    4. Rbv*2l-Rbh*l-2F*l

    en je moet dan alle onbekenden dus Rah, Rbh, Rbv en Rbh oplossen/
    Dit zijn de goede antwoorden Rbv=2F, Rbh=2f, Rah=0,Rav=2F Maar daar kom ik dus niet op uit
    Merkiedonderdag 12 maart 2009 @ 22:33
    Je schrijft je vergelijkingen wel erg onduidelijk op. 2F1,5L = 2F*1,5L neem ik aan?
    saskia_89donderdag 12 maart 2009 @ 22:36
    quote:
    Op donderdag 12 maart 2009 22:33 schreef Merkie het volgende:
    Je schrijft je vergelijkingen wel erg onduidelijk op. 2F1,5L = 2F*1,5L neem ik aan?
    ja sorry klopt

    eigenlijk staat er 3/2 maar is hetzelfde
    Merkiedonderdag 12 maart 2009 @ 22:46
    Ik zie vier vergelijkingen en zes onbekenden (Rah, Rbh, Rav, Rbv, F en L). Dat kan je nooit oplossen.

    Edit: Oh wacht, antwoord moet in F uitgedrukt worden . Dan moet het wel kunnen, is gewoon een kwestie van veel omschrijven.
    saskia_89donderdag 12 maart 2009 @ 22:53
    quote:
    Op donderdag 12 maart 2009 22:46 schreef Merkie het volgende:
    Ik zie vier vergelijkingen en zes onbekenden (Rah, Rbh, Rav, Rbv, F en L). Dat kan je nooit oplossen.

    Edit: Oh wacht, antwoord moet in F uitgedrukt worden . Dan moet het wel kunnen, is gewoon een kwestie van veel omschrijven.
    ja klopt alleen met het omschrijven loop ik dus steeds vast . weet niet of jij eruit komt?
    Maverick_tfddonderdag 12 maart 2009 @ 22:56
    quote:
    Op donderdag 12 maart 2009 22:31 schreef saskia_89 het volgende:

    [..]

    ja ar je moet die l nog wegkrijgen op een of andere manier. je hebt totaal 4 vergelijkingen:
    1. Rah+Rbh-2F=0
    2. Rav + Rbv - 2f -2F=0
    3. Rbv*3l+Rbh+l-2F*2l-2F1,5l-2f1,5l
    4. Rbv*2l-Rbh*l-2F*l

    en je moet dan alle onbekenden dus Rah, Rbh, Rbv en Rbh oplossen/
    Dit zijn de goede antwoorden Rbv=2F, Rbh=2f, Rah=0,Rav=2F Maar daar kom ik dus niet op uit
    Zijn 3 en 4 ook gelijk aan nul?

    En trouwens, als je 4 vergelijkingen hebt en 6 onbekenden ga je er geen zinnig antwoord uit krijgen.
    saskia_89donderdag 12 maart 2009 @ 23:11
    quote:
    Op donderdag 12 maart 2009 22:56 schreef Maverick_tfd het volgende:

    [..]

    Zijn 3 en 4 ook gelijk aan nul?

    En trouwens, als je 4 vergelijkingen hebt en 6 onbekenden ga je er geen zinnig antwoord uit krijgen.
    nee zin wel 4 onbekeden, je moet uitkomen in F dat is kracht hoef je niets mee te doen verder
    saskia_89donderdag 12 maart 2009 @ 23:13
    en 3 en 4 zijn ook gelijk aan 0 ja
    Yannick3211zaterdag 14 maart 2009 @ 13:04

    Ik heb hier mijn profielwerkstuk over gedaan, en dit is dus de formule voor de luchtweerstand.
    waarin:
    F = kracht die de wrijving op het voorwerp uitoefent tijdens de beweging [N]
    A = frontaal oppervlakte [m²]
    Cw = weerstandscoëfficiënt [-]
    ρ = dichtheid van de stof waarin het voorwerp zich voortbeweegt [Kg/m³]
    v = snelheid ten opzichte van de stof waarin het zich bevindt [m/s]
    de massa speelt dus geen rol inderdaad.
    Haushoferzaterdag 14 maart 2009 @ 16:32
    Je kunt het ook verklaren door te zeggen dat "de traagheid exact de extra zwaartekracht opheft". Een grotere massa betekent dat de aarde meer aan het object zal trekken, maar ook dat het object een grotere traagheid heeft en dus meer weerstand tegen versnellen. Op magische wijze heffen deze twee mekaar precies op, en versnellen alle massa's hetzelfde in een uniform zwaartekrachtsveld (als je de massa's van de objecten zelf verwaarloost ).

    Een massa speelt eigenlijk 2 rollen: het vertelt je iets over de traagheid van een object, via




    (een streepje geeft een vector aan), maar ook iets over het zwaartekrachtsveld phi wat het om zich heenwerpt, via



    Deze massa mg is een soort van gravitationele lading ( zoals de lading Q voor de elektrische kracht), en heeft een heel ander karakter dan mi. Toch heeft Galilei inderdaad aangetoond dat mi=mg, en dat de versnelling van een vallend object dus gegeven wordt door



    En dat heeft Einstein weer geïnspireerd tot zijn algemene relativiteitstheorie
    Zwansenmaandag 16 maart 2009 @ 21:36
    -edit-

    Al opgelost!

    [ Bericht 86% gewijzigd door Zwansen op 17-03-2009 20:53:29 ]
    Yannick3211dinsdag 17 maart 2009 @ 12:29
    Weet er iemand hoe je structuurformules (scheikunde) in kan voeren in word 2007?
    Quyxz_dinsdag 17 maart 2009 @ 15:14
    quote:
    Op dinsdag 17 maart 2009 12:29 schreef Yannick3211 het volgende:
    Weet er iemand hoe je structuurformules (scheikunde) in kan voeren in word 2007?
    Dan moet je naar insert gaan en dan equation.
    Bij design kan je pijl invoegen --> en bij script kan je sub en superscript doen.
    teigandinsdag 17 maart 2009 @ 17:10
    quote:
    Op dinsdag 17 maart 2009 15:14 schreef Quyxz_ het volgende:

    [..]

    Dan moet je naar insert gaan en dan equation.
    Bij design kan je pijl invoegen --> en bij script kan je sub en superscript doen.
    Dat is voor molecuulformules.

    Voor structuurformules kun je het beste even naar een chemische tekenprogramma zoeken zoals Chemsketch oid, en daar je structuurformule in tekenen. Even knippen en plakken en je hebt je plaatje.
    fetsswoensdag 25 maart 2009 @ 10:21
    misschien een simpele vraag...

    als a=(b+1)*c/d is wat is b dan?
    Ibliswoensdag 25 maart 2009 @ 10:37
    quote:
    Op woensdag 25 maart 2009 10:21 schreef fetss het volgende:
    misschien een simpele vraag...

    als a=(b+1)*c/d is wat is b dan?
    Het past beter in de Wiskunde-topic, maar vooruit:

    a = (b+1) *c / d

    Vermenigvuldig rechts en links met d:

    a*d = (b + 1) * c / d * d

    Ofwel:
    a*d = (b + 1) * c

    Deel links en rechts door c:

    a*d/c = (b + 1) * c /c

    Ofwel:
    a*d/c = b + 1

    Dan links en rechts 1 aftrekken:
    (a*d/c) - 1 = b

    Dus, b = (a*d)/c - 1
    Bhuddyzondag 29 maart 2009 @ 16:51
    Dag mensen,

    Is er iemand hier die mij kort en bondig (maar wel ATP, NADP FADP erbij betrekkend) de krebscyclus en de twee lichtreacties uit kan leggen (biologie)? In het boek is 't allemaal maar wat vaag beschreven.

    Alvast bedankt!
    Flaccidmaandag 30 maart 2009 @ 17:47

    Hoe zou je deze stof noemen?
    teiganmaandag 30 maart 2009 @ 17:54
    Aangezien je hiervoor de regels van naamgeving niet zou hoeven te kennen maak je hier de ester van methylpropaandizuur en aminomethanol...

    Maar ik weet niet of je op dit antwoord zat te wachten...

    [ Bericht 0% gewijzigd door teigan op 30-03-2009 18:00:14 ]
    GlowMousemaandag 30 maart 2009 @ 17:56
    Zou je die 2 bij methylpropaandizuur niet weglaten?
    teiganmaandag 30 maart 2009 @ 17:58
    ik heb even gezocht, maar het is geen structuur van een stof die sigma aldrich verkoopt, anders had je zo de naam nog kunnen vinden.
    teiganmaandag 30 maart 2009 @ 17:59
    quote:
    Op maandag 30 maart 2009 17:56 schreef GlowMouse het volgende:
    Zou je die 2 bij methylpropaandizuur niet weglaten?
    Daar heb je gelijk in, die mag weg, hij kan maar op 1 plek.... Krijg je als je te snel wilt...
    Flaccidmaandag 30 maart 2009 @ 17:59
    Nee ik bedoel systematische naam. Ik kom uit op:
    2-methyl-propaanzuur-amino-methanoaat
    teiganmaandag 30 maart 2009 @ 18:01
    quote:
    Op maandag 30 maart 2009 17:59 schreef Flaccid het volgende:
    Nee ik bedoel systematische naam. Ik kom uit op:
    2-methyl-propaanzuur-amino-methanoaat
    Dat kan sowieso niet kloppen. Het zuur die aan de ester wordt toegevoegd krijgt het achtervoegsel -oaat(je kan het als zuurrest zien), en het alcohol krijgt een -yl als achtervoegsel.

    Ethanol en methaanzuur vormen samen ethylmethanoaat bijvoorbeeld.
    teiganmaandag 30 maart 2009 @ 18:12
    Als ik een poging zou moeten wagen, dan zou ik er denk ik aminomethyl(methyl-carboxy)propanoaat of iets dergelijks van maken.
    Flaccidmaandag 30 maart 2009 @ 18:35
    3-(aminomethoxy)-2-methyl-3-oxopropaanzuur. zei iemand
    Chimaydinsdag 31 maart 2009 @ 15:29
    quote:
    Op maandag 30 maart 2009 18:35 schreef Flaccid het volgende:
    3-(aminomethoxy)-2-methyl-3-oxopropaanzuur. zei iemand
    Dat klopt volgens mij (toch volgens de IUPAC naamgeving).

    - De stam is de propaanketen (langste koolstofketen)
    - geen uitgangen (want geen dubbele of driedubbele bindingen)
    - als achtervoegsel het carbonzuur (prioritair), dus zal de naam al eindigen op propaanzuur. (het carbonyl koolstof atoom vd zuurfunctie krijgt nr. 1, omdat het achtervoegsel prioritair is bij de nummering.)
    - dan de voorvoegsels (alfabetisch); er is een ketongroep(oxo), methylgroep(methyl), ether(-oxy), en een aminomethylgroep; de OR groep beschouwt men als 1 geheel; dus aminomethoxy.
    dus alfabetisch: aminomethoxy, methyl en oxo

    - dus na nummeren: 3(-aminomethoxy)-2-methyl-3-oxopropaanzuur
    teigandinsdag 31 maart 2009 @ 18:49
    Eigenlijk maf dat een esterbinding dus ook als een keton met een ethergroep zou kunnen worden beschouwd, maar het zal inderdaad wel met de prioriteiten te maken hebben...

    [ Bericht 23% gewijzigd door teigan op 31-03-2009 18:59:15 ]
    Chimaydinsdag 31 maart 2009 @ 20:49
    quote:
    Op dinsdag 31 maart 2009 18:49 schreef teigan het volgende:
    Eigenlijk maf dat een esterbinding dus ook als een keton met een ethergroep zou kunnen worden beschouwd, maar het zal inderdaad wel met de prioriteiten te maken hebben...
    mja, vrij lastig in dit geval.
    Als je het als ester beschouwt, zal de hoofdketen maar 2 C atomen tellen, dan zou je iets krijgen als 2-(aminomethyl-oxycarbonyl)-2methyl-ethaanzuur.

    Aangezien je eerst de stamverbinding (keten met de meeste C atomen) kiest, zou ik eerder uitkomen bij
    3-aminomethoxy-2-methyl-3-oxopropaanzuur
    teiganwoensdag 1 april 2009 @ 08:42
    Dat is ook weer zo.

    Eigenlijk vreemd, ik heb echt wel organische chemie gehad op de universiteit, maar nooit meer iets over naamgeving, en dit valt ook buiten de middelbare school stof..
    Chimaywoensdag 1 april 2009 @ 10:58
    quote:
    Op woensdag 1 april 2009 08:42 schreef teigan het volgende:
    Dat is ook weer zo.

    Eigenlijk vreemd, ik heb echt wel organische chemie gehad op de universiteit, maar nooit meer iets over naamgeving, en dit valt ook buiten de middelbare school stof..
    Bij ons werd dit ook maar snel in een klein hoofdstuk behandeld, maar dit komt waarschijnlijk om dat men zo goed als altijd de triviale naam/gebruiksnaam gebruikt waar dit kan.
    Burakiusdinsdag 7 april 2009 @ 19:33
    Beste dames en heren. Ik heb hier deformule voor het vallen van zanddeeltjes naar de bodem.

    Dit is de formule: log(1/w)= 0,4949(logDn50)^2 + 2.4113(log Dn50) + 3,7394

    w = de valsnelheid
    Dn50 = 200 mu.

    Het antwoord moet zijn w = 2,5 cm/s

    Ik weet alleen niet hoe ik de w uit log(1/w) moet halen. Iemand die me kan helpen? En 200mu = 0,002 ?
    Iblisdinsdag 7 april 2009 @ 19:48
    Is mu niet de wrijvingscoefficiënt? Als numeriek achtervoegsel zou het 10-6 zijn.

    In ieder geval, die moet je opzoeken, dan kun je de expressie rechts van het =-teken uitwerken, en daar komt uit, zeg, x, dan heb je dus:

    log(1/w) = x

    Dan neem je aan beide zijden een e-macht:

    elog(1/w) = ex

    De e-macht en de log heffen elkaar op natuurlijk:

    (1/w) = ex,

    dus:

    w = 1/ex.
    TC03dinsdag 7 april 2009 @ 19:50
    quote:
    Op dinsdag 7 april 2009 19:48 schreef Iblis het volgende:
    Is mu niet de wrijvingscoefficiënt? Als numeriek achtervoegsel zou het 10-6 zijn.

    In ieder geval, die moet je opzoeken, dan kun je de expressie rechts van het =-teken uitwerken, en daar komt uit, zeg, x, dan heb je dus:

    log(1/w) = x

    Dan neem je aan beide zijden een e-macht:

    elog(1/w) = ex

    De e-macht en de log heffen elkaar op natuurlijk:

    (1/w) = ex,

    dus:

    w = 1/ex
    Dus w = e-x
    Burakiusdinsdag 7 april 2009 @ 20:04
    Nou ik kom niet op 2,5 cm/s uit opmet deze methode.
    Iblisdinsdag 7 april 2009 @ 20:14
    quote:
    Op dinsdag 7 april 2009 20:04 schreef Burakius het volgende:
    Nou ik kom niet op 2,5 cm/s uit opmet deze methode.
    Wat vul je voor mu in?
    GlowMousedinsdag 7 april 2009 @ 20:27
    En wat is het grondtal van je logaritme?
    Burakiusdinsdag 7 april 2009 @ 20:39
    quote:
    Op dinsdag 7 april 2009 20:14 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Wat vul je voor mu in?
    200. 10^(-6)
    TC03dinsdag 7 april 2009 @ 20:46
    Weet je zeker dat de [cm/s] de eenheid van w is?
    Burakiusdinsdag 7 april 2009 @ 23:23
    quote:
    Op dinsdag 7 april 2009 20:46 schreef TC03 het volgende:
    Weet je zeker dat de [cm/s] de eenheid van w is?
    Tja het staat er. Als je er m/s van wil maken dan is 0,25 m/s ook goed hoor . Gaat erom dat ik maar niet op dat antwoord kom. Ik weet dat er een manier was.. kom er niet op uit echt raar.
    Iblisdinsdag 7 april 2009 @ 23:35
    Als het geen e-log is, maar een 10-log, dan komt het wel (bijna) uit:

    10^(-(0,4949*log10(0,0002)2 + 2,4113*log10(0,0002) + 3,7394)) = 1.59148

    En 10-1.59148 = 0,0256, dus dat zou, mits de eenheden correct zijn, afgerond 2,6cm/s geven.
    Burakiusdinsdag 7 april 2009 @ 23:37
    quote:
    Op dinsdag 7 april 2009 23:35 schreef Iblis het volgende:
    Als het geen e-log is, maar een 10-log, dan komt het wel (bijna) uit:

    10^(-(0,4949*log10(0,0002)2 + 2,4113*log10(0,0002) + 3,7394)) = 1.59148

    En 10-1.59148 = 0,0256, dus dat zou, mits de eenheden correct zijn, afgerond 2,6cm/s geven.
    Ja het is een 10-log. Dus 10^-x ?? ja zoiets kan ik me wel herinneren. Volgens mij heb je het
    Chimaydinsdag 7 april 2009 @ 23:42
    quote:
    Op dinsdag 7 april 2009 23:35 schreef Iblis het volgende:
    Als het geen e-log is, maar een 10-log, dan komt het wel (bijna) uit:

    10^(-(0,4949*log10(0,0002)2 + 2,4113*log10(0,0002) + 3,7394)) = 1.59148

    En 10-1.59148 = 0,0256, dus dat zou, mits de eenheden correct zijn, afgerond 2,6cm/s geven.
    Dat zal het waarschijnlijk wel zijn, als er ergens log in een formule staat is het zo goed als altijd een 10-log
    GlowMousewoensdag 8 april 2009 @ 00:12
    quote:
    Op dinsdag 7 april 2009 23:42 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Dat zal het waarschijnlijk wel zijn, als er ergens log in een formule staat is het zo goed als altijd een 10-log
    Zo goed als altijd de e-log bedoel je.
    Chimaywoensdag 8 april 2009 @ 00:22
    quote:
    Op woensdag 8 april 2009 00:12 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Zo goed als altijd de e-log bedoel je.
    Neen, dan zal er meestal ln staan.
    GlowMousewoensdag 8 april 2009 @ 00:35
    quote:
    Op woensdag 8 april 2009 00:22 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Neen, dan zal er meestal ln staan.
    Jij bent duidelijk geen echte beta
    Quyxz_woensdag 8 april 2009 @ 01:00
    Wat is het verschil dan tussen e-log en ln ?
    Of is dat alleen een notatie verschil..
    GlowMousewoensdag 8 april 2009 @ 01:05
    quote:
    Op woensdag 8 april 2009 01:00 schreef Quyxz_ het volgende:
    Wat is het verschil dan tussen e-log en ln ?
    Of is dat alleen een notatie verschil..
    ln en log zijn hetzelfde, maar log wordt meer gebruikt.
    Ibliswoensdag 8 april 2009 @ 08:15
    quote:
    Op dinsdag 7 april 2009 23:42 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Dat zal het waarschijnlijk wel zijn, als er ergens log in een formule staat is het zo goed als altijd een 10-log
    log is alleen op de middelbare school vrijwel altijd 10-log. Buiten de middelbare school is log (zeker bij fysici en mathematici) de e-log, die op de middelbare school ln wordt genoemd. In programma's als Maple, programmeertalen als C, wetenschappelijke artikelen, zul je meestal log voor de natuurlijke logaritme zien (tenzij je Franse literatuur leest. )
    Haushoferwoensdag 8 april 2009 @ 08:57
    quote:
    Op dinsdag 7 april 2009 23:42 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Dat zal het waarschijnlijk wel zijn, als er ergens log in een formule staat is het zo goed als altijd een 10-log
    In het middelbaar onderwijs zou dat best kunnen. Op een universiteit in elk geval niet, tenminste, niet bij de wiskundevakken die ik gevolgd heb . Daarin staat log zover ik weet meestal voor een e-log, en wordt ln niet gebruikt.

    -edit : dubbel, wat Iblis zegt
    Chimaywoensdag 8 april 2009 @ 09:12
    quote:
    Op woensdag 8 april 2009 08:15 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    log is alleen op de middelbare school vrijwel altijd 10-log. Buiten de middelbare school is log (zeker bij fysici en mathematici) de e-log, die op de middelbare school ln wordt genoemd. In programma's als Maple, programmeertalen als C, wetenschappelijke artikelen, zul je meestal log voor de natuurlijke logaritme zien (tenzij je Franse literatuur leest. )
    Ik studeer chemie, en bij elk vak gebruikt men log als 10-log, en ln als e-log. Ook in de literatuur komt dit zo goed als altijd terug. Ik had er geen idee van dat dit bij wiskunde dan zo anders gebruikt werd. Het kan misschien ook zo zijn dat er een verschil is tussen België en Nederland op dit gebied.
    Flaccidwoensdag 8 april 2009 @ 09:21
    Ik heb altijd aangenomen dat de 10log --> log word omdat je anders nog een 10 iedere keer moet opschrijven. ln = e log.
    Ibliswoensdag 8 april 2009 @ 10:24
    quote:
    Op woensdag 8 april 2009 09:21 schreef Flaccid het volgende:
    Ik heb altijd aangenomen dat de 10log --> log word omdat je anders nog een 10 iedere keer moet opschrijven. ln = e log.
    Het is deels een beetje wat handig is. Ik kan me voorstellen dat Chemici, met concentraties, (en b.v. pH-waarden) het handiger vinden om standaard in log-10 te werken, omdat dit makkelijker met ons talstelsel samenvalt.

    Voor wiskundigen en natuurkundigen is de natuurlijke logaritme wel zo gemakkelijk, en is loge dus de standaard, waarbij de e voor het gemak wordt weggelaten.

    In de informatica zie je in de context van algoritmeanalyse nog wel eens een log2 als log gebruikt worden, omdat voor veel zaken juist 2 als grondtal wordt genomen.
    nourguy01woensdag 8 april 2009 @ 16:40
    Zat laatst een artikel over waterstofgas te lezen en het viel mij op dat diwaterstof (H2) ook gewoon waterstofgas wordt genoemd.
    Weet iemand toevallig waarom dat zo is?
    Flaccidwoensdag 8 april 2009 @ 16:47
    quote:
    Op woensdag 8 april 2009 16:40 schreef nourguy01 het volgende:
    Zat laatst een artikel over waterstofgas te lezen en het viel mij op dat diwaterstof (H2) ook gewoon waterstofgas wordt genoemd.
    Weet iemand toevallig waarom dat zo is?
    Waterstof gaat altijd (bijna altijd) met z'n 2en, net als jood (I), broom (br) en nog een paar. H komt gewoon bijna niet voor in z'n eentje. Dat hij altijd met z'n 2en gaat, heeft te maken met opvulling van schillen.
    Zwansenmaandag 13 april 2009 @ 21:35
    Ik moet afleiden waarom VTalpha = constant.

    Kan iemand een aanzetje geven?

    Ik weet dat voor een adiabaat geldt dat Q=0 en dat dU dus gelijk aan -dW is. Ook is volgens mij handig dat alpha gelijk is aan Cv en dat CvdT = dU.
    synthesixwoensdag 15 april 2009 @ 01:45
    Ik volg nog steeds een stapje van het concept van een straalmotor niet.
    De lucht wordt aan de voorkant aangezogen door een propellor of door de snelheid van de motor->in de verbrandingskamer onder de druk->vuurboemexplosie->gas zet uit en wordt heet->straalt er uit aan de achterkant en de motor gaat vooruit door de wet van impuls.
    Tot zover snap ik het nog.
    Maar, dat gas dat uitzet in de verbrandingskamer zou er dan toch net zo hard aan de voorkant uitgeperst worden? Of in ieder geval tegen druk op de ingezogen lucht/propellor leveren waardoor de motor stilvalt?
    Waar zit mijn denkfout?
    TC03woensdag 15 april 2009 @ 01:54
    quote:
    Op woensdag 15 april 2009 01:45 schreef synthesix het volgende:
    Ik volg nog steeds een stapje van het concept van een straalmotor niet.
    De lucht wordt aan de voorkant aangezogen door een propellor of door de snelheid van de motor->in de verbrandingskamer onder de druk->vuurboemexplosie->gas zet uit en wordt heet->straalt er uit aan de achterkant en de motor gaat vooruit door de wet van impuls.
    Tot zover snap ik het nog.
    Maar, dat gas dat uitzet in de verbrandingskamer zou er dan toch net zo hard aan de voorkant uitgeperst worden? Of in ieder geval tegen druk op de ingezogen lucht/propellor leveren waardoor de motor stilvalt?
    Waar zit mijn denkfout?
    Euhm, ik ben niet bekend met straalmotoren, maar het lijkt me dat de druk achter de motor lager is dan aan de voorkant.
    Koewamwoensdag 15 april 2009 @ 02:55
    Het is -denk ik- niet dat de motor een grote open buis is, maar dat er sprake is van een verbrandingskamer waarin brandstof in wordt gespoten en lucht in wordt geperst, waarna dit ontstoken wordt. Druk van ingespoten lucht is uiteraard hoger dan de uitlaat.
    synthesixwoensdag 15 april 2009 @ 03:38
    quote:
    Op woensdag 15 april 2009 02:55 schreef Koewam het volgende:
    Het is -denk ik- niet dat de motor een grote open buis is, maar dat er sprake is van een verbrandingskamer waarin brandstof in wordt gespoten en lucht in wordt geperst, waarna dit ontstoken wordt. Druk van ingespoten lucht is uiteraard hoger dan de uitlaat.
    Ja klopt, maar die explosie zorgt toch voor een gelijk druk naar alle kanten, dus de kracht op de uitlaat is gelijk als die op de inlaat, waardoor het meer kracht kost om er extra lucht in te persen, en die kracht moet ergens vandaan komen.
    Of is het ontwerp zo dat de lucht die er in geperst wordt er makkelijk in gaat, maar dat de druk van de explosie niet makkelijk terug de inlaat in kan duwen of omgebogen word naar de uitlaat ofzoiets dergelijks?
    Koewamwoensdag 15 april 2009 @ 10:35
    Als ik dit puur op logica zou onderbouwen, zou ik zeggen dat de uitlaat zo'n 100 keer groter is dan de inlaat (die dan ook nog een hogere druk en/of een beveiliging kent).
    Tinuzzz_Talpawoensdag 15 april 2009 @ 18:46
    Is UV-VIS spectrofotometrie hetzelfde als UV-VIS spectrometrie?
    ramaapvrijdag 17 april 2009 @ 08:55
    quote:
    Op woensdag 15 april 2009 18:46 schreef Tinuzzz_Talpa het volgende:
    Is UV-VIS spectrofotometrie hetzelfde als UV-VIS spectrometrie?
    Deze vraag lijkt simpel te beantwoorden, maar toch is het een interessante vraag.
    Fotometrie is de wetenschap die zich bezig houdt met het meten van een bepaalde lichtbron (lumen, candela, etc). Spectrometrie is de wetenschap die zich bezig houdt welke golflengtes worden uitgestoten.
    Bij spectrofotometrie wordt dus mbv een spectrofotometer een bepaalde range in het elektromagnetisch spectrum doorgemeten en zo bepaald wat de intensiteit is.
    Dus eigenlijk zeg ik dat ze niet aan elkaar gelijk zijn. Spectrofotometrie richt zich op het meten van bepaalde grootheden (lichtstroom, lichtsterkte) en de spectrometrie richt zich op de vraag hoe die straling ontstaat

    Daarnaast wil ik nog even opmerken dat wij UV straling niet kunnen zien, dus UV-licht met een golflengte van 200 nm met een stralingsvermogen van (mijn part) 10 TW heeft dus een lichtstroom gelijk aan 0 lumen
    fusionfakevrijdag 17 april 2009 @ 13:50
    Ik begrijp het niet helemaal, als wij UV niet kunnen zien betekent dat toch niet dat die er geen lichtstroom is? Want UV heeft toch ook een bepaalde golflengte
    Lumen = cd * sr
    ramaapvrijdag 17 april 2009 @ 14:39
    Heb je volkomen gelijk in, maar dat geldt alleen voor het geval wanneer de golflengte 555 nm is (zo is de candela gedefinieerd) voor andere golflengtes moet je nog een correctiefactor toepassen tgv ooggevoeligheid...
    fusionfakevrijdag 17 april 2009 @ 17:15
    Ah, dus omdat je UV niet kan zien moet je een correctiefactor toepassen, die dan in dit geval 0 is?
    flapp0rvrijdag 17 april 2009 @ 23:42
    Ja, het zichtbare gebied wordt door het CIE gedefinieerd tussen 380 nm en 780 nm. Alles daarbuiten moet je dus vermenigvuldigen met 0
    Dagoduckmaandag 20 april 2009 @ 13:26
    Weet iemand een site waar alle natuurkunde formules op staan?
    Butterfly91maandag 20 april 2009 @ 14:04
    quote:
    Op maandag 20 april 2009 13:26 schreef Dagoduck het volgende:
    Weet iemand een site waar alle natuurkunde formules op staan?
    Hier staan er wel veel in.
    Dagoduckmaandag 20 april 2009 @ 14:27
    quote:
    Op maandag 20 april 2009 14:04 schreef Butterfly91 het volgende:

    [..]

    Hier staan er wel veel in.
    Ok bedankt.
    flapp0rmaandag 20 april 2009 @ 15:39
    quote:
    Op maandag 20 april 2009 13:26 schreef Dagoduck het volgende:
    Weet iemand een site waar alle natuurkunde formules op staan?
    Hier vind je er ook erg veel (het is alleen wel engels)
    Maverick_tfddinsdag 21 april 2009 @ 18:42
    quote:
    Op maandag 20 april 2009 13:26 schreef Dagoduck het volgende:
    Weet iemand een site waar alle natuurkunde formules op staan?
    Kijk hier eens.
    Lathundmaandag 27 april 2009 @ 19:15
    quote:
    Op woensdag 15 april 2009 18:46 schreef Tinuzzz_Talpa het volgende:
    Is UV-VIS spectrofotometrie hetzelfde als UV-VIS spectrometrie?
    Waarschijnlijk wel. Er wordt wel eens vaker slordig omgesprongen met termen, dus het kan goed zijn dat iemand de beide termen door elkaar gebruikt. Controleer het anders even bij je leraar.

    ramaap kan trouwens ook prima gelijk hebben hoor. Het kan best zjn dat het officieel twee verschillende dingen zijn, maar de schrijver zich dat niet zo bewust is.
    Pencilemaandag 4 mei 2009 @ 11:24
    Ik doe same met iemand een scheikunde proef over de bufferwerking van verschillende soorten melk (volle, magere, karne etc).
    met als hypothese
    Waarschijnlijk ligt de bufferwerking bij magere melk het laagst, gevolgd door karnemelk, halfvolle melk, gesteriliseerde (volle) melk, en als laatste volle melk.
    Dit is gebaseerd op het vetpercentage, dus naarmate het vetpercentage afneemt (en melk dus wordt verdunt) zal de bufferwerking ook afnemen.
    Zitten wij in de goede hoek te denken of helemaal fout?

    Help me please, i'm a disaster.
    Dagoduckmaandag 4 mei 2009 @ 11:48
    quote:
    Op maandag 4 mei 2009 11:24 schreef Pencile het volgende:
    Help me please, i'm a disaster.
    Ik ook.
    teiganmaandag 4 mei 2009 @ 12:01
    Vetten zijn esters, opgebouwd uit vetzuren en glycerol. Het is zelf geen zuur/base. Je zou dus niet verwachten dat de bufferwerking daar vanaf hangt.

    Je moet zoeken naar stoffen die wel een zuur-base koppel kunnen vormen, en dus als buffer kunnen optreden. Let op, het moeten wel zwakke zuren/basen zijn..
    Quyxz_maandag 4 mei 2009 @ 12:40
    quote:
    Op maandag 4 mei 2009 12:01 schreef teigan het volgende:
    Vetten zijn esters, opgebouwd uit vetzuren en glycerol. Het is zelf geen zuur/base. Je zou dus niet verwachten dat de bufferwerking daar vanaf hangt.

    Je moet zoeken naar stoffen die wel een zuur-base koppel kunnen vormen, en dus als buffer kunnen optreden. Let op, het moeten wel zwakke zuren/basen zijn..
    Of misschien valt er een hypothese af te leiden aan de pH waarden?
    teiganmaandag 4 mei 2009 @ 13:15
    quote:
    Op maandag 4 mei 2009 12:40 schreef Quyxz_ het volgende:

    [..]

    Of misschien valt er een hypothese af te leiden aan de pH waarden?
    ik ben bang dat daarvoor de concentratieverschillen in de verschillende soorten melk te klein zijn, maar dat zou ik niet zeker weten..
    Lathunddinsdag 5 mei 2009 @ 09:51
    Tja... ik ben zelf een beetje sceptisch over het idee 'hypothese'. Je hypothese kan ook zijn dat karnemelk de beste buffer is, omdat de maan van kaas is. Nou is dat duidelijk een onzinhypothese, maar jouw hypothese is een stuk zinniger: je verwacht dat het vetpercentage bepalend is. Prima!

    Ga je vervolgens proeven doen, dan merk je hoogstwaarschijnlijk dat je hypothese niet klopt. Nou ja, prima. Weten we dat ook weer. Dat is onderzoek doen.

    Teigan, ik en anderen kunnen van tevoren voorspellen dat je hypothese niet klopt, om de reden die teigan noemde. Sterker nog, het zou wel eens andersom kunnen zijn, als juist het vet de melk verdunt! Is dat belangrijk? Ik weet het niet... wat mij betreft is je hypothese afdoende en is het veel interessanter wat er uit je onderzoek komt.

    Edit: hoi teigan
    Penciledinsdag 5 mei 2009 @ 10:00
    quote:
    Op dinsdag 5 mei 2009 09:51 schreef Lathund het volgende:
    Tja... ik ben zelf een beetje sceptisch over het idee 'hypothese'. Je hypothese kan ook zijn dat karnemelk de beste buffer is, omdat de maan van kaas is. Nou is dat duidelijk een onzinhypothese, maar jouw hypothese is een stuk zinniger: je verwacht dat het vetpercentage bepalend is. Prima!

    Ga je vervolgens proeven doen, dan merk je hoogstwaarschijnlijk dat je hypothese niet klopt. Nou ja, prima. Weten we dat ook weer. Dat is onderzoek doen.

    Teigan, ik en anderen kunnen van tevoren voorspellen dat je hypothese niet klopt, om de reden die teigan noemde. Sterker nog, het zou wel eens andersom kunnen zijn, als juist het vet de melk verdunt! Is dat belangrijk? Ik weet het niet... wat mij betreft is je hypothese afdoende en is het veel interessanter wat er uit je onderzoek komt.

    Edit: hoi teigan
    Daar heb je een punt!

    Bedankt allemaal ik denk dat ik er nu wel uit ga komen.
    teigandinsdag 5 mei 2009 @ 10:03
    Lathund, hoe gaat het?

    Pencile, ik zie dat dit een scheikunde verslag is, en daar heb je eigenlijk nooit een hypothese, je stelt een onderzoeksvraag op. En dat zou dan dus kunnen zijn of het vetpercentage invloed heeft op de bufferwerking van melk oid...
    Lathundwoensdag 6 mei 2009 @ 10:03
    Wel goed, hoop na de zomer met mijn LIO-jaar te beginnen. Houd jij de leerlingen nog een beetje onder de duim?
    teiganwoensdag 6 mei 2009 @ 10:47
    quote:
    Op woensdag 6 mei 2009 10:03 schreef Lathund het volgende:
    Wel goed, hoop na de zomer met mijn LIO-jaar te beginnen. Houd jij de leerlingen nog een beetje onder de duim?
    Mwah, ik heb een lastige tweede klas, de rest van de klassen wil best..Krijg volgend jaar mijn eerste examenklassen, en waarschijnlijk alleen maar bovenbouw..
    Dus je bent ook vertrokken van 18.1?
    Loutjevwdonderdag 7 mei 2009 @ 22:53
    quote:
    Op dinsdag 5 mei 2009 10:03 schreef teigan het volgende:
    Lathund, hoe gaat het?

    Pencile, ik zie dat dit een scheikunde verslag is, en daar heb je eigenlijk nooit een hypothese, je stelt een onderzoeksvraag op. En dat zou dan dus kunnen zijn of het vetpercentage invloed heeft op de bufferwerking van melk oid...
    Bij wetenschappelijke verslagen moet altijd een hypothese worden geschreven die antwoord geeft op de onderzoeksvraag. Wat verwacht jij wat er uit het onderzoeks komt. Dit onderbouwd met argumenten uit de literatuur (feiten)

    loutje.
    sitting_elflingmaandag 11 mei 2009 @ 19:40
    Heb een klein opzetje nodig bij het volgende,

    de 1st en 2nd order partial derivative van f(x,y) = (3+x2y)3 maal (x+xy)4
    Ik zit te kloten met die tot de macht 3 en de macht 4. Het losstaand berekenen van (3+x2y) gaat wel maar weet zo niet 1,2,3 meer hoe ik die tot de macht er bij intrek plus het feit dat ik hem nog moet vermenigvuldigen.
    GlowMousemaandag 11 mei 2009 @ 19:42
    [Beta wiskunde] Huiswerk- en vragentopic
    sitting_elflingmaandag 11 mei 2009 @ 19:47
    quote:
    Daar zat een slotje op
    Merkiemaandag 11 mei 2009 @ 19:48
    quote:
    Op maandag 11 mei 2009 19:40 schreef sitting_elfling het volgende:
    Heb een klein opzetje nodig bij het volgende,

    de 1st en 2nd order partial derivative van f(x,y) = (3+x2y)3 maal (x+xy)4
    Ik zit te kloten met die tot de macht 3 en de macht 4. Het losstaand berekenen van (3+x2y) gaat wel maar weet zo niet 1,2,3 meer hoe ik die tot de macht er bij intrek plus het feit dat ik hem nog moet vermenigvuldigen.
    Kettingregel toepassen, als f(x) = g(h(x)) dan geldt f'(x) = g'(h(x)) * h'(x). Voorbeeldje: f(x) = (-2x +1)4, f'(x) wordt dan 4(-2x+1)3 * -2 (factor -2 is afgeleide van -2x+1). Hopelijk herinner je nu weer hoe het zat .
    sitting_elflingmaandag 11 mei 2009 @ 23:15
    quote:
    Op maandag 11 mei 2009 19:48 schreef Merkie het volgende:

    [..]

    Kettingregel toepassen, als f(x) = g(h(x)) dan geldt f'(x) = g'(h(x)) * h'(x). Voorbeeldje: f(x) = (-2x +1)4, f'(x) wordt dan 4(-2x+1)3 * -2 (factor -2 is afgeleide van -2x+1). Hopelijk herinner je nu weer hoe het zat .
    Ik zocht het meer in de richting van

    f(x,y) = (3+x2y)3 is (niet uitgaande van die tot de macht 3 want ik weet niet exact meer hoe dat zat )
    f(x)= y2x
    f(y)= x2
    Clyde_Frogmaandag 11 mei 2009 @ 23:53
    quote:
    Op maandag 11 mei 2009 23:15 schreef sitting_elfling het volgende:

    [..]

    Ik zocht het meer in de richting van

    f(x,y) = (3+x2y)3 is (niet uitgaande van die tot de macht 3 want ik weet niet exact meer hoe dat zat )
    f(x)= y2x
    f(y)= x2
    [edit] was iets anders

    f(x,y) = (3+x2y)3

    df/dx= 3(3+x2y)2 * 2xy
    df/dy = 3(3+x2y)2 *x2

    [ Bericht 9% gewijzigd door Clyde_Frog op 12-05-2009 00:00:42 ]
    Merkiedinsdag 12 mei 2009 @ 00:05
    quote:
    Op maandag 11 mei 2009 23:53 schreef Clyde_Frog het volgende:

    [..]

    Bij twijfel schrijf ik het altijd helemaal uit. In bovenstaande voorbeeld zou dat zijn:

    f(x,y) = (3+x2y)3

    f(x,y) = 33+x6y3
    df/dx = 6x5y3
    df/dy = 3x6y2
    Ho ho, dit is neit goed. (2+4)³ kan je niet schrijven als 2³+4³. (2+4)³ = 6³ = 216, 2³+4³ = 8+64 = 72. Haakjes wegwerken moet in dit geval door het eerst te schrijven als (3+x²y)(3+x²y)(3+x²y) en vervolgens haakjes wegvermenigvuldigen. (a+b)² = (a+b)(a+b) = a² + 2ab + b², en niet a²+b². Maar goed, dit is offtopic . Je had het al aangepast zie ik .
    quote:
    Op maandag 11 mei 2009 23:15 schreef sitting_elfling het volgende:

    [..]

    Ik zocht het meer in de richting van

    f(x,y) = (3+x2y)3 is (niet uitgaande van die tot de macht 3 want ik weet niet exact meer hoe dat zat )
    f(x)= y2x
    f(y)= x2
    f(x,y) = (3+x²y)3 (x+xy)4

    De afgeleide naar x bereken je door y te behandelen als een constante. df/dx is vervolgens een combinatie van de kettingregel en de productregel. Volgens mij wordt het dit:
    df/dx = (3(3+x²y)²*2yx)*(x+xy)4 + (3+x²y)34(x+xy)3(1+y)

    Pin me er niet op vast, want het intypen via een replyvenster van Fok werkt wat minder overzichtelijk dan het op papier uitwerken.

    [ Bericht 1% gewijzigd door Merkie op 12-05-2009 00:24:34 ]
    GlowMousedinsdag 12 mei 2009 @ 00:06
    (3(3+x²y)² + 2yx)
    Die +2yx moet *2yx zijn, kettingregelterm. Verder is hij goed.
    Merkiedinsdag 12 mei 2009 @ 00:24
    Klopt, keek ik overheen .
    GlowMousedinsdag 12 mei 2009 @ 00:28
    Maak je wel een nieuwe