FOK!forum / School, Studie en Onderwijs / [Bèta] 'Huiswerk- en vragentopic'
Iblismaandag 28 januari 2008 @ 19:40
Vorige deel: [Beta] huiswerk en vragen topic

Post hier weer al je vragen, passies, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de vakken:

  • Wiskunde
  • Natuurkunde
  • Informatica
  • Scheikunde
  • Biologie
  • Algemene Natuurwetenschappen
  • Alles wat in de richting komt

    Van MBO tot WO, hier is het topic dat antwoord kan geven op je vragen. Vragen over coderingstheorie en het gelijknamig maken van breuken worden door sommigen extra op prijs gesteld.
  • -J-D-maandag 28 januari 2008 @ 20:00
    tvp
    Hi_flyermaandag 28 januari 2008 @ 20:14
    TVP, als HBO natuurkundige kan ik wellicht wat bijdragen.
    thabitmaandag 28 januari 2008 @ 20:18
    tvp
    harrypielmaandag 28 januari 2008 @ 20:21
    tvp en tevens verzoekje tot promotie van topic tot *centraal*; modjes anyone ?
    -J-D-maandag 28 januari 2008 @ 20:45
    Done (stiekem)
    GlowMousemaandag 28 januari 2008 @ 20:54
    tvp
    vanaf volgende week vrijdag ben ik gedurende enkele maanden een dag per week docent wiskunde bovenbouw havo/vwo
    Hi_flyermaandag 28 januari 2008 @ 21:12
    quote:
    Op maandag 28 januari 2008 20:54 schreef GlowMouse het volgende:
    tvp
    vanaf volgende week vrijdag ben ik gedurende enkele maanden een dag per week docent wiskunde bovenbouw havo/vwo
    Heb je daar nog scholing voor moeten volgen? En zo ja, hoe kom je direct bij de bovenbouw terecht?
    GlowMousemaandag 28 januari 2008 @ 21:20
    quote:
    Op maandag 28 januari 2008 21:12 schreef Hi_flyer het volgende:
    Heb je daar nog scholing voor moeten volgen? En zo ja, hoe kom je direct bij de bovenbouw terecht?
    Naast mijn studie (derdejaars econometrie) niets extra's, hoewel ik al wel wat ervaring heb met werkcolleges geven. Voor de bovenbouw van mijn oude middelbare school was iemand nodig, en ze kennen me daar nog wel, dus daar kon ik terecht. Het is wel zo dat ik alleen begeleidingsuren geef die dag, en ik geen compleet nieuwe dingen hoef uit te leggen. Maar ik wilde eens kijken of het wat is, en na je studie is het niet iets wat je even probeert
    Rammstinowoensdag 30 januari 2008 @ 14:33

    Nog maar weer 1 vraag over natuurkunde.
    Stel je hebt dit plaatje hierboven, op 1 van de "hangers" werkt een kracht.
    Hoe kan je nu de krachten berekenen die op de "chain" werkt?
    Kan je dit doen door middel van momenten?
    Of moet je hier een parallellogram tekenen?

    Bvd
    Fluminawoensdag 30 januari 2008 @ 15:54
    De verticale krachten in de kabel kun je berekenen met het verticale evenwicht. In het midden van de brug is de verticale kracht in de kabel 0 omdat de kabel horizontaal is. Als je naar links werkt (of naar rechts) naar de pijlers/pylonen toe wordt de verticale kracht in de kabel telkens groter.
    Rammstinowoensdag 30 januari 2008 @ 16:03
    quote:
    Op woensdag 30 januari 2008 15:54 schreef Flumina het volgende:
    De verticale krachten in de kabel kun je berekenen met het verticale evenwicht. In het midden van de brug is de verticale kracht in de kabel 0 omdat de kabel horizontaal is. Als je naar links werkt (of naar rechts) naar de pijlers/pylonen toe wordt de verticale kracht in de kabel telkens groter.
    Zou je misschien een voorbeeldje kunnen geven?
    Fluminawoensdag 30 januari 2008 @ 16:04
    De berekening van de horizontale kracht is ingewikkelder maar de horizontale kracht kan alleen veranderen bij de pylonen of de uiteindes van de kabel. Tussen de twee pylonen is de horizontale kracht gelijk en als de brug goed ontwerpen is werken er geen horizontale krachten op de pylonen.
    Fluminawoensdag 30 januari 2008 @ 16:05
    quote:
    Op woensdag 30 januari 2008 16:03 schreef Rammstino het volgende:

    [..]

    Zou je misschien een voorbeeldje kunnen geven?
    Heb jij niet meer informatie als lengtes, de vorm van de kabel, e.d?
    Rammstinowoensdag 30 januari 2008 @ 16:11
    quote:
    Op woensdag 30 januari 2008 16:05 schreef Flumina het volgende:

    [..]

    Heb jij niet meer informatie als lengtes, de vorm van de kabel, e.d?
    Metalen ronde kabel, verticale kabel: 10m, en de horizontale (waar de verticale aanhangt) van paal tot paal 25 meter. Kracht die op de verticale kabel werkt: 981N
    Fluminawoensdag 30 januari 2008 @ 16:16
    quote:
    Op woensdag 30 januari 2008 16:11 schreef Rammstino het volgende:

    [..]

    Metalen ronde kabel, verticale kabel: 10m, en de horizontale (waar de verticale aanhangt) van paal tot paal 25 meter. Kracht die op de verticale kabel werkt: 981N
    Moment.
    Rammstinowoensdag 30 januari 2008 @ 16:23
    quote:
    Op woensdag 30 januari 2008 16:16 schreef Flumina het volgende:

    [..]

    Moment.
    Ok, bedankt voor de moeite alvast
    Fluminawoensdag 30 januari 2008 @ 16:38


    Ok. Ik heb een deel van de brug beschouwd van linker pyloon tot aan het midden. Ik ga een controle op momenten uitvoeren net rechts van de pyloon ten hoogte van het wegdek. Verticale krachten veroorzaken een met de klok meedraaiende moment ten grootte van:

    F1*a1 + F2*a2 + F3*a3 + etc.

    Elke kracht moet dus vermedigvuldigd worden met de horizontale arm. De enige die zich tegen dat moment kan verzetten is de horizontale kracht in de kabel aan de top van de pyloon. Omdat je een momentenevenwicht wil is de horizontale kracht meteen bekend:

    H (horizontale kracht in kabel) = Moment / hoogte (h op het plaatje).

    Deze horizontale kracht wijzigt niet tussen de twee pylonen want er werken verder geen horizontale krachten op de kabel. Dat is dus makkelijk. De verticale kracht verandert wel. De verticale kracht is 0 tussen de twee pylonen in want de kabel is daar horizontaal. Even naar links werkt de eerste hanger op de kabel. De kracht op de kabel is daar dan:

    F = sqrt ( H^2 + F5^2) (sqrt = wortel, stelling van pythagoras dus)

    Bij de volgende stuk zet je nog eens een verticale kracht erop. Bij de pyloon is de kracht in de kabel dus:

    F = sqrt (H^2 + (F1 + F2 + F3 + ect)^2

    en tevens ook maximaal. Hoe steiler de kabel verloopt, hoe groter de kracht in de kabel is. Als je dit begrijpt wil ik wel doorgaan met het andere deel van de brug, waar de kabel uit de grond komt.

    [ Bericht 35% gewijzigd door Flumina op 30-01-2008 17:00:01 ]
    Fluminawoensdag 30 januari 2008 @ 16:50


    [ Bericht 100% gewijzigd door Flumina op 30-01-2008 17:01:05 (dubbel) ]
    Rammstinowoensdag 30 januari 2008 @ 17:18
    Dankje! ik zal het zo even goed bekijken, ik moet eerst even eten van mama:P
    Rammstinowoensdag 30 januari 2008 @ 18:41

    Ok dus in dit voorbeeld:
    Fzw = 981N (de rest van de kabels verwaarloos ik)
    Dus:
    Is de kracht F1:
    Moment: 2*981/7 = 280.3N

    De rest van je stuk snap ik niet helemaal,
    De overige krachten in dit tekeningetje kan je tog ook uitrekenen met sinus/ cosinus?
    Fluminawoensdag 30 januari 2008 @ 19:26
    quote:
    Op woensdag 30 januari 2008 18:41 schreef Rammstino het volgende:
    [ afbeelding ]
    Ok dus in dit voorbeeld:
    Fzw = 981N (de rest van de kabels verwaarloos ik)
    Dus:
    Is de kracht F1:
    Moment: 2*981/7 = 280.3N

    De rest van je stuk snap ik niet helemaal,
    De overige krachten in dit tekeningetje kan je tog ook uitrekenen met sinus/ cosinus?
    Ja, maar kabels volgen altijd de krachten. De richting van de kracht bepaalt de richting van de kabel. Dat is essentieel. Dus van te voren de vorm van de kabel inschatten is eigenlijk niet de juiste methode om de constructie door te rekenen. Ik snap ook niet waarom je de rest van de kabels verwaarloost. Immers, de kabel volgt de kracht en met die ene kracht zal de kabel recht vanuit de pyloon naar de kracht lopen, een knik maken, en vervolgens recht naar de kade gaan. Daarnaast moet je er trouwens vanuit gaan dat de kabel horizontaal loopt bij de kade, anders moet je bij het evenwicht ook de verticale component meenemen.

    Dus wat weet je nu eigenlijk? Wat is het probleem vraag ik me nu af?

    Weet je de vorm van de kabel exact? Want met de exacte vorm van de kabel bereken je de krachten die er opwerken, de krachten in de hangers bijvoorbeeld. Dan kun je inderdaad met sinussen gaan kloten.

    Of weet je krachten in de hangers, en moet je de kracht in en dus vorm van de kabel weten? Ik gok het laatste maar ik weet het niet zeker als ik jou zo hoor.

    [ Bericht 15% gewijzigd door Flumina op 30-01-2008 22:41:59 ]
    Hi_flyerdonderdag 31 januari 2008 @ 12:56
    quote:
    Op maandag 28 januari 2008 21:20 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Naast mijn studie (derdejaars econometrie) niets extra's, hoewel ik al wel wat ervaring heb met werkcolleges geven. Voor de bovenbouw van mijn oude middelbare school was iemand nodig, en ze kennen me daar nog wel, dus daar kon ik terecht. Het is wel zo dat ik alleen begeleidingsuren geef die dag, en ik geen compleet nieuwe dingen hoef uit te leggen. Maar ik wilde eens kijken of het wat is, en na je studie is het niet iets wat je even probeert
    Ah thanks. Ik zit een beetje te twijfelen of ik na mijn HBO-natuurkundestudie het bedrijfsleven in duik, of dat ik les wil gaan geven. Als niet-zij-instromer moet je volgens mij eerst een jaar pedagogiek studeren en daar heb ik niet echt zin in. Na een x aantal jaar bedrijfsleven kan je zij-instromen en gelijk lesgeven. Ik denk er nog over na.
    unlimiteddonderdag 31 januari 2008 @ 21:58
    nog een keer maar dan

    0=2,5*60^3/3*909,85X-28,75*60^2/2*909,85*X

    En x moet het zelfde getal zijn. Hoe los ik dit op?
    freissdonderdag 31 januari 2008 @ 22:13
    quote:
    Op donderdag 31 januari 2008 21:58 schreef unlimited het volgende:
    nog een keer maar dan

    0=2,5*60^3/3*909,85X-28,75*60^2/2*909,85*X

    En x moet het zelfde getal zijn. Hoe los ik dit op?
    Als je de x buiten haakjes haalt krijg je x*(2,5*60^3/3*909,85 - 28,75*60^2/2*909,85) = 0
    oftewel x*(een of ander getal ongelijk aan 0) = 0, dus x = 0.

    [ Bericht 4% gewijzigd door freiss op 31-01-2008 22:19:18 ]
    Rammstinozaterdag 2 februari 2008 @ 19:44
    quote:
    Op woensdag 30 januari 2008 19:26 schreef Flumina het volgende:

    [..]

    Ja, maar kabels volgen altijd de krachten. De richting van de kracht bepaalt de richting van de kabel. Dat is essentieel. Dus van te voren de vorm van de kabel inschatten is eigenlijk niet de juiste methode om de constructie door te rekenen. Ik snap ook niet waarom je de rest van de kabels verwaarloost. Immers, de kabel volgt de kracht en met die ene kracht zal de kabel recht vanuit de pyloon naar de kracht lopen, een knik maken, en vervolgens recht naar de kade gaan. Daarnaast moet je er trouwens vanuit gaan dat de kabel horizontaal loopt bij de kade, anders moet je bij het evenwicht ook de verticale component meenemen.

    Dus wat weet je nu eigenlijk? Wat is het probleem vraag ik me nu af?

    Weet je de vorm van de kabel exact? Want met de exacte vorm van de kabel bereken je de krachten die er opwerken, de krachten in de hangers bijvoorbeeld. Dan kun je inderdaad met sinussen gaan kloten.

    Of weet je krachten in de hangers, en moet je de kracht in en dus vorm van de kabel weten? Ik gok het laatste maar ik weet het niet zeker als ik jou zo hoor.
    Ik ben er al uitgekomen dankzij jou hulp! bedankt!
    Ik had een ban dus kon ff niks posten
    teletubbieszaterdag 2 februari 2008 @ 21:18
    Bestaan er leuke manieren om de vergelijking van Pell te oplossen?
    dus die van x²-dy²=1 met d kwadratisch vrij . Is er een oplossing voor een algemene d?
    Ibliszondag 3 februari 2008 @ 12:15
    quote:
    Op zaterdag 2 februari 2008 21:18 schreef teletubbies het volgende:
    Bestaan er leuke manieren om de vergelijking van Pell te oplossen?
    dus die van x²-dy²=1 met d kwadratisch vrij . Is er een oplossing voor een algemene d?
    Ja, er is een manier om de oplossingen te vinden. Als d géén kwadraat is van een geheel getal (dat is dus algemener dan je vraagt, want b.v. 8 is niet kwadratisch vrij, maar heeft wel een oplossing), kun je die oplossing vinden door de kettingbreuk van sqrt(d) te expanderen en dan is een convergent een oplossing (fundamentele oplossing).

    Stel, d = 7, dan vind je als kettingbreuk: sqrt(7) = [2; 1,1,1,4] (Zie b.v. http://www.mcs.surrey.ac.(...)ibonacci/cfCALC.html om kettingbreuken te berekenen).

    De convergenten zijn 2/1, 3/1, 5/2 en 8/3. En inderdaad is 8^2 - 7*3^2 = 64 - 63 = 1. Zo kun je die oplossing vinden. Kettingbreuk expanderen, en de tellers en noemers van de convergenten proberen. Vroeg of laat vind je zo een oplossing.
    teletubbieszondag 3 februari 2008 @ 14:38
    quote:
    Op zondag 3 februari 2008 12:15 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Ja, er is een manier om de oplossingen te vinden. Als d géén kwadraat is van een geheel getal (dat is dus algemener dan je vraagt, want b.v. 8 is niet kwadratisch vrij, maar heeft wel een oplossing), kun je die oplossing vinden door de kettingbreuk van sqrt(d) te expanderen en dan is een convergent een oplossing (fundamentele oplossing).

    Stel, d = 7, dan vind je als kettingbreuk: sqrt(7) = [2; 1,1,1,4] (Zie b.v. http://www.mcs.surrey.ac.(...)ibonacci/cfCALC.html om kettingbreuken te berekenen).

    De convergenten zijn 2/1, 3/1, 5/2 en 8/3. En inderdaad is 8^2 - 7*3^2 = 64 - 63 = 1. Zo kun je die oplossing vinden. Kettingbreuk expanderen, en de tellers en noemers van de convergenten proberen. Vroeg of laat vind je zo een oplossing.
    Okey, het idee is dus één oplossing vinden en de rest komt vanzelf wel. Ik heb ergens gelezen dat het overeenkomt met het vinden van de eenheden in bepaalde ringen, ik denk Z[wortel(D)]. Ik hoopte op een kan en klare methode zonder al teveel rekenwerk.
    Fluminazondag 3 februari 2008 @ 21:47
    quote:
    Op zaterdag 2 februari 2008 19:44 schreef Rammstino het volgende:

    [..]

    Ik ben er al uitgekomen dankzij jou hulp! bedankt!
    Ik had een ban dus kon ff niks posten
    Mooi zo.
    teletubbiesdinsdag 5 februari 2008 @ 22:52
    a is algebraisch over K als a is een nulpunt van een monisch polynoom in K[x].
    Is de som van twee algebraische getallen weer algebraisch? Hoe is dit ongeveer te bewijzen?
    Het product?!
    Met voorbeelden lukt het vaak, maar ik zoek graag een stelling die zoiets beschrijft. kan iemand helpen?

    Alvast bedankt!
    thabitdinsdag 5 februari 2008 @ 23:06
    quote:
    Op zondag 3 februari 2008 14:38 schreef teletubbies het volgende:

    [..]

    Okey, het idee is dus één oplossing vinden en de rest komt vanzelf wel. Ik heb ergens gelezen dat het overeenkomt met het vinden van de eenheden in bepaalde ringen, ik denk Z[wortel(D)]. Ik hoopte op een kan en klare methode zonder al teveel rekenwerk.
    De eenhedengroep van Z[wortel(D)] met D>0 is de directe som van de groep van eenheidswortels (die orde 2, 4 of 6 heeft) en een vrije abelse groep van rang 1. Een voortbrenger van het vrije stuk kun je vinden met die kettingbreuken. Het is de eerste die je tegenkomt met de kettingbreukmethode (ik geloof dat je tot de helft van het repeterende stuk moet gaan).
    thabitdinsdag 5 februari 2008 @ 23:11
    quote:
    Op dinsdag 5 februari 2008 22:52 schreef teletubbies het volgende:
    a is algebraisch over K als a is een nulpunt van een monisch polynoom in K[x].
    Is de som van twee algebraische getallen weer algebraisch? Hoe is dit ongeveer te bewijzen?
    Het product?!
    Met voorbeelden lukt het vaak, maar ik zoek graag een stelling die zoiets beschrijft. kan iemand helpen?

    Alvast bedankt!
    Er zijn meerdere manieren om dit aan te tonen. Een manier is zeggen dat a algebraisch is over K desda K[a] eindige dimensie heeft over K als vectorruimte. Als a algebraisch is over K en b is algebraisch over K, dan is b uiteraard ook algebraisch over K[a]. Dus heeft K[a,b] eindige dimensie over K[a] en dus ook over K (als A een basis is voor K[a]/K en B een basis voor K[a,b]/K[a], dan is {xy : x in A, y in B} een basis voor K[a,b]/K). Omdat K[a+b] en K[ab] deelringen van K[a,b] zijn hebben ze eindige dimensie over K en dus zijn a+b en ab algebraisch.
    Robierdonderdag 7 februari 2008 @ 22:38
    Ik heb een vraagje over microscopie, eigenlijk meer wat onduidelijkheden die ik hoop hier wat beter te leren begrijpen:

    De resolutie van een microscoop is lambda/2NA, waarbij lambda uiteraard de golflengte is en NA (Numerieke Apertuur) staat voor de waarde die je op het oculair van de microscoop vindt (10x vergroting NA=0,25 40x vergroting NA=0,65 en 100x vergroting NA=1,25)

    Ik snap wel hoe de resolutie uitgerekend kan worden, maar wat zegt het nou eigenlijk? Wat heb je aan de waarde?

    Dan is er de "afsnijfrequentie" namelijk 2NA/lambda.

    Vervolgens wordt er gezegd, "Als je een object wilt bekijken met een frequentie hoger dan de afsnijfrequentie, dan kunnen de streepjes op een preparaat niet meer als afzonderlijke streepjes worden gezien"

    Wat bedoelen ze met de frequentie van het object en waar staat de afsnijfrequentie voor?

    En wederom introduceren ze iets waar ik totaal niets aan kan koppelen: "Om een object met een afsnijfrequentie fc nog te kunnen observeren zijn twee metingen per resolutie nodig. De benodigde observatie frequentie is dus 2 fc (2 fc=fN=Nyquist frequentie). Dus als je metingen wilt doen in het bemonsterde beeld, dan heb je hogere bemonsteringsdichtheden nodig om nauwkeurige resultaten te krijgen"

    De bemonsteringsdichtheid = onderlinge afstand in pixels / onderlinge afstand in micrometer

    Ik snap wel welke richting ze uit willen, maar ik snap niet wat er nou precies aangeduid wordt met fc en fN (wat de waarden precies inhouden) en hoe ik nou als ik de fN berekent heb kan bepalen of ik nog nauwkeurig kan meter bij bijvoorbeeld 1 micrometer.

    Een hele lap text, maar ik hoop echt dat iemand me hier meer duidelijkheid in kan verschaffen .
    warchaser44zaterdag 9 februari 2008 @ 13:58
    ik heb een vraag in wiskunde waar ik niet uit kom,, het is vast heel simpel ..

    er zijn 75 stoelen in een vliegtuig beschikbaar,, en er worden er 77 geboekt,, nu is er een kans van 8% dat iemand niet komt opdagen.. wat is de kans dat alle 77 passagiers komen.. ?

    hoe bereken je dat

    heel de vraag

    De maatschappij ging uit van een kans van 8% dat een gereserveerde stoel niet wordt opgeeist. ZE vroeg zich af of de schade kon worden beperkt door meer dan 75 boekingen toe te staan. Stel dat men bijvoorbeeld 77 stoelen laat reserveren. Er onstaat nu een probleem als er daadwerklelijk 77 of 76 passagiers komen opdagen.
    A. WElke kansverdeling mag je gebruiken voor het aantal passagiers dat komt opdagen. Wat zijn de parameters van die verdeling en welke waarde hebben ze.
    B. bereken de kans op een probleem als men 77 stoelen laat reserveren..

    bij voorbaad dank

    [ Bericht 31% gewijzigd door warchaser44 op 09-02-2008 14:04:05 ]
    GlowMousezaterdag 9 februari 2008 @ 14:02
    quote:
    Op zaterdag 9 februari 2008 13:58 schreef warchaser44 het volgende:
    ik heb een vraag in wiskunde waar ik niet uit kom,, het is vast heel simpel ..

    er zijn 75 stoelen in een vliegtuig beschikbaar,, en er worden er 77 geboekt,, nu is er een kans van 8% dat iemand niet komt opdagen.. wat is de kans dat alle 77 passagiers komen.. ?

    hoe bereken je dat
    Is er niets gezegd over onafhankelijkheid?
    warchaser44zaterdag 9 februari 2008 @ 14:04
    quote:
    Op zaterdag 9 februari 2008 14:02 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Is er niets gezegd over onafhankelijkheid?
    wat bedoel je daarmee ?

    er is dus een kans van 8% dat een gereserveerde stoel niet word opgehaald.. maar wat is dan de kans dat 76/77 van de 75 stoelen toch word opgehaald
    GlowMousezaterdag 9 februari 2008 @ 14:15
    Het maakt natuurlijk groot verschil of alle 77 passagiers met hetzelfde busje komen dat met kans 0,08 te laat komt, of dat de gebeurtenissen van te laat komen onafhankelijk zijn. Zonder die kennis valt hier geen zinnig antwoord op te geven.
    warchaser44zaterdag 9 februari 2008 @ 14:16
    quote:
    Op zaterdag 9 februari 2008 14:15 schreef GlowMouse het volgende:
    Het maakt natuurlijk groot verschil of alle 77 passagiers met hetzelfde busje komen dat met kans 0,08 te laat komt, of dat de gebeurtenissen van te laat komen onafhankelijk zijn. Zonder die kennis valt hier geen zinnig antwoord op te geven.
    het zijn dus 77 onafhankelijke stoelen zoals je bedoelt.. er staat niks over vermeld dus ik neem aan dat alle 77 de stoelen van aparte mensen zijn.
    GlowMousezaterdag 9 februari 2008 @ 14:19
    Door invloeden als slecht weer waar alle passagiers last van hebben bij het bereiken van het vliegveld, lijkt me je aanname niet realistisch. Maar voor de theorie maakt dat niet uit, onder de aanname van onafhankelijkheid kunnen we het vraagstuk oplossen.
    Wat is de kans dat iemand wel komt? En kun je daarna iets met de productregel?
    warchaser44zaterdag 9 februari 2008 @ 14:22
    zo moeilijk is het toch niet... 77 boekingen ,, 75 beschikbaar.. 8% dat een gereserveerde stoel niet komt opdagen ( dus 92% kans dat hij wel komt ) dus hoe groot is de kans dat 77 stoelen gereserveerde stoelen komen.. 77x 92% fzo ?
    GlowMousezaterdag 9 februari 2008 @ 14:26
    Nee, nu gebruik je de somregel (want 77x92% is gewoon 92% + 92% + 92% + ... + 92%). Zoek maar eens op wanneer je de somregel wel mag gebruiken.
    warchaser44zaterdag 9 februari 2008 @ 15:56
    maar niemand weet het ?
    Ibliszaterdag 9 februari 2008 @ 17:10
    quote:
    Op zaterdag 9 februari 2008 15:56 schreef warchaser44 het volgende:
    maar niemand weet het ?
    Tuurlijk weten mensen het wel. Maar, ze proberen jou een beetje in de goede richting te sturen, want het is (en dat is niet beledigend bedoeld!) waarschijnlijk een vrij basale vraag. We hebben inmiddels besloten (of het realistisch is of niet is een tweede) dat we aannemen dat de aankomsten onderling onafhankelijk zijn. We kunnen een 'aankomst' een 'poging' noemen. Er is een kans van 92% dat de poging succes heeft (d.w.z. de persoon komt aan).

    Vergelijk dat eens met dobbelstenen gooien, stel je gooit 77 keer, wat is de kans dat je 77 keer 6 gooit? We kunnen het antwoord wel neerkwakken natuurlijk – maar ergens denk ik dat je daar niet zo mee geholpen bent.
    MouzurXzaterdag 9 februari 2008 @ 21:02
    Havo wiskunde b12
    quote:
    Uit sin2(x) + cos2(x) = 1 volgt:
    sin2(x) = 1-cos2(x)
    cos2(x) = 1-sin2(x)

    Door een van bovenstaande regels te gebruiken kun je
    f(x) = sin2(x) + 2cos(x)-1
    herleiden tot:
    f(x) = cos(x)(a-cos(x))

    Toon dit aan en geef a:
    nou ik dacht dus:
    quote:
    f(x) = sin2(x) + 2cos(x) -1
    = 1-cos2(x) + 2cos(x) - 1 ///////maar dan?
    = cos(x)(2-cos(x)) volgens het antwoordenboekje
    alleen als ik dat terug ga denken:
    quote:
    cos(x) * 2 + cos(x) *-cos(x) = 2cos(x) + -cos2(x)
    en dat is dus niet waar we mee begonnen ...
    Of is op de een of andere manier:
    quote:
    -cos2(x) + 2cos(x) = 1-cos2(x) + 2cos(x)-1

    ?
    -J-D-zaterdag 9 februari 2008 @ 21:28
    f(x) = sin2(x) + 2cos(x) -1
    = 1-cos2(x) + 2cos(x) - 1 /// 1-1 weghalen
    = -cos2(x) + 2cos(x)
    = -1 * cos(x) * cos(x) + 2 * cos(x) // cos(x) buiten haakjes
    = cos(x) (-cos(x) + 2) // binnen haakjes opdraaien (vb. (-3+5) = (5-3))
    = cos(x)(2-cos(x))
    MouzurXzaterdag 9 februari 2008 @ 21:31
    quote:
    Op zaterdag 9 februari 2008 21:28 schreef -J-D- het volgende:
    f(x) = sin2(x) + 2cos(x) -1
    = 1-cos2(x) + 2cos(x) - 1 /// 1-1 weghalen
    = -cos2(x) + 2cos(x)
    = -1 * cos(x) * cos(x) + 2 * cos(x) // cos(x) buiten haakjes
    = cos(x) (-cos(x) + 2) // binnen haakjes opdraaien (vb. (-3+5) = (5-3))
    = cos(x)(2-cos(x))
    Das wel heel stom van me dat ik dat 1-1 niet zag
    Ok ty
    warchaser44zondag 10 februari 2008 @ 12:54
    quote:
    Op zaterdag 9 februari 2008 17:10 schreef Iblis het volgende:

    [..]
    dus kans van 8/100ste = 4/25ste x 76 is 304/1900ste

    1900 delen door 304 = 6.25

    1 delen door 6.25 = 0.16 dus kans van 0.16 dat er teveel mensen zijn ?
    GlowMousezondag 10 februari 2008 @ 13:09
    quote:
    8/100ste = 4/25ste x 76 is 304/1900ste
    8/100 is niet gelijk aan 4/25 x 76. Maar weer probeer je door wat te goochelen met getallen op een antwoord uit te komen, wat helaas weer mislukt. Met 4/25 x 76 doe je 4/25 + 4/25 + ... + 4/25, en dat is weer fout. Je mag kansen alleen optellen wanneer dat kansen zijn op gebeurtenissen binnen hetzelfde experiment die elkaar uitsluiten. Bijvoorbeeld de kans dat je met een dobbelsteen 1 of 2 gooit is 1/6 + 1/6 = 1/3.

    Doen de woorden in de post van Iblis je niet aan een bepaalde verdeling denken?
    warchaser44zondag 10 februari 2008 @ 13:26
    of je geeft gewoon het antwoord want zelf kom ik er niet uit,, anders post ik hier niet hoor
    GlowMousezondag 10 februari 2008 @ 14:20
    Tipje: de enige verdelingen die je nu kent, zijn waarschijnlijk de normale verdeling en de binomiale verdeling. Herken je een van deze twee in dit vraagstuk?
    warchaser44zondag 10 februari 2008 @ 14:28
    wat een helden zijn jullie

    ik wil verder met die opdracht ,, en daar heb ik deze fking kut berekening voor nodig.. kan iemand me vertellen HOE.. godver jezus
    Ibliszondag 10 februari 2008 @ 14:39
    quote:
    Op zondag 10 februari 2008 13:26 schreef warchaser44 het volgende:
    of je geeft gewoon het antwoord want zelf kom ik er niet uit,, anders post ik hier niet hoor
    Ik heb het gevoel dat je met dit antwoord niets geholpen bent op de lange termijn, maar vooruit.

    We hebben in feite te maken met een Bernoulli-experiment.. Dat moet je zien, dat is de crux. We hebben een experiment wat kan slagen (passagier komt) en kan mislukken (passagier komt niet). De kans op succes is 0.92. Je zou het kunnen vergelijken met een niet-eerlijke munt, waarbij de kans dat je kop gooit (succes) 0.92 is, en dat je munt gooit 0.08 is.

    Hopelijk kun je de vraag: "Wat is de kans dat je 10x kop gooit als je 10x gooit" direct beantwoorden. Bij een zuivere munt is dat 0.510. Bij deze onzuivere munt 0.9210.

    Dan nu de vraag van de vliegtuigpassagiers:
    SPOILER
    We moeten hebben dat de eerste komt, én dat de tweede komt, én dat de derde komt, enzovoort. Elk van die aankomsten is een experiment. De kans op succes is 0.92, en we doen 77 pogingen. Die moeten alle 77 op succes uitkomen! Dus: 0.9277 = .1628% Dat is de kans dat ze alle 77 komen. Dat is niet veel.

    Ter vergelijking: De kans dat je 77 keer kop gooit is: 0.577. De kans dat je 77 keer een zes gooit achter elkaar met een dobbelsteen is (1/6)77.
    Als extraatje:

    Hopelijk is dat duidelijk. Wat jij de hele tijd wilt doen, is kansen optellen; dat werkt niet op deze manier. Daarvoor moet je denk ik nog een beetje het gevoel te pakken krijgen. Waar we het hier over hebben, is een hele reeks van experimenten die allemaal moeten slagen. Dan kun je (mits ze onafhankelijk zijn) de kansen met elkaar vermenigvuldigen. Wat is de kans dat de eerste slaagt * kans dat de tweede slaagt, etc.

    Optellen van kansen gebeurt vaak om te bepalen wat de kans überhaupt is dat één experiment slaagt. B.v. Wat is de kans dat je minder dan een 3 gooit met een dobbelsteen? Dat betekent dat je 1 of 2 moet gooien. De kans op 1 is 1/6e, de kans op 2 is ook 1/6e. Deze gebeurtenissen overlappen niet, dus: 1/6 + 1/6 = 2/6. Vooral met dat niet-overlappen moet je uitkijken.

    Stel dat iemand vraagt: Wat is de kans dat je een even getal gooit met een dobbelsteen, of dat je minder dan drie gooit? De kans dat je een even getal gooit (2,4,6) is 1/6 + 1/6 + 1/6 = 1/2. De kans dat je minder dan drie gooit is 1/3e (zie vorige alinea). Maar, deze kansen overlappen, want de '2' tel je nu twee keer mee. Dus het antwoord is niet 1/3 + 1/2 = 5/6. Het antwoord is 4/6. Kijk daarmee uit. En tot die tijd vooral veel oefenen…

    Schroom niet om te vragen hier, want het wordt met plezier uitgelegd, maar alleen antwoorden krijgen met kansrekening helpt je op lange termijn echt niet verder. Je moet het 'zien'.
    Ibliszondag 10 februari 2008 @ 14:41
    quote:
    Op zondag 10 februari 2008 14:28 schreef warchaser44 het volgende:
    wat een helden zijn jullie

    ik wil verder met die opdracht ,, en daar heb ik deze fking kut berekening voor nodig.. kan iemand me vertellen HOE.. godver jezus
    Ik heb al spijt van m'n vorige antwoord. Je wordt hiet niet gesard, mensen proberen je hier wat te leren. Die opdracht zul je niet voor niets moeten maken.
    warchaser44zondag 10 februari 2008 @ 14:42
    bedankt ik weet nu weer hoe het moest..

    ik ben niet totaal dom dat ik niet weet dat een dobbelsteen kans 1/6de is.. ik wist alleen niet meer hoe je dat bij meerdere dingen moest doen.. gewoon in de macht van 77 zetten dus..
    Ibliszondag 10 februari 2008 @ 15:14
    quote:
    Op zondag 10 februari 2008 14:42 schreef warchaser44 het volgende:
    bedankt ik weet nu weer hoe het moest..

    ik ben niet totaal dom dat ik niet weet dat een dobbelsteen kans 1/6de is.. ik wist alleen niet meer hoe je dat bij meerdere dingen moest doen.. gewoon in de macht van 77 zetten dus..
    Dat een dobbelsteen kans 1/6e is, daarvan hoopte ik dat je dat wist. En ook dat als je 2x gooit dat dan de kans 1/36 is dat je 2x 6 gooit achter elkaar. En daarom hoopte ik dat je dan 'ziet' waarom die macht in het spel komt.
    warchaser44zondag 10 februari 2008 @ 15:40
    ja en nu bij de volgende vraag staat er dan de kans dat er 69 mensen zijn gelijk is aan 0.1120

    hoe kan dit.. moet ik met een normale verdeling werken dan ?
    zuiderbuurzondag 10 februari 2008 @ 18:14
    quote:
    Op zondag 10 februari 2008 15:40 schreef warchaser44 het volgende:
    ja en nu bij de volgende vraag staat er dan de kans dat er 69 mensen zijn gelijk is aan 0.1120

    hoe kan dit.. moet ik met een normale verdeling werken dan ?
    Dat zou normaal met een binomiale verdeling moeten zijn. Maar bedoel je "precies 69" of "exact 69" mensen?
    warchaser44zondag 10 februari 2008 @ 19:27
    quote:
    Op zondag 10 februari 2008 18:14 schreef zuiderbuur het volgende:

    [..]

    Dat zou normaal met een binomiale verdeling moeten zijn. Maar bedoel je "precies 69" of "exact 69" mensen?
    ja dus er zijn 6 stoelen te weinig, exact 69 mensen

    maar een binomiale verdeling heb ik nog nooit gehad ?
    zuiderbuurzondag 10 februari 2008 @ 19:51
    quote:
    Op zondag 10 februari 2008 19:27 schreef warchaser44 het volgende:

    [..]

    ja dus er zijn 6 stoelen te weinig, exact 69 mensen

    maar een binomiale verdeling heb ik nog nooit gehad ?
    Neen ik heb het nog steeds niet begrepen : vraag je me nu de kans dat :

    -minstens 69 van die 77 mensen komen opdagen

    of
    - dat er exact 69 van die 77 mensen komen opdagen?


    Ik kan het niet beter uitleggen dan Wikipedia, wat die binomiale distributie is.
    Dat is wat je moet doen als er n keer iets geprobeerd wordt, en jij wil weten wat de kans is op zoveel maal succes.

    Ik heb het een keer uitgerekend, de kans op exact 69 is 0.111 , en de kans op minstens 69 is 0.839 (tenzij ik ergens een foutje heb gemaakt )
    GlowMousezondag 10 februari 2008 @ 20:00
    quote:
    Op zondag 10 februari 2008 19:51 schreef zuiderbuur het volgende:
    Ik heb het een keer uitgerekend, de kans op exact 69 is 0.111, en de kans op minstens 69 is 0.839 (tenzij ik ergens een foutje heb gemaakt )
    Het laatste decimaal van de eerste kans is fout

    [ Bericht 6% gewijzigd door GlowMouse op 10-02-2008 20:11:43 (doe ik het zelf ook :() ]
    zuiderbuurzondag 10 februari 2008 @ 20:33
    quote:
    Op zondag 10 februari 2008 20:00 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Het laatste decimaal van de eerste kans is fout
    0.83879 mag ik toch afronden naar 0.839?

    O sorry, eerste kans : inderdaad, dan is het 0,112
    warchaser44zondag 10 februari 2008 @ 20:39
    hmm dan doe ik iets fout,, het moet idd 0.112 zijn.. maar ik weet nog niet hoe ik daar op kom
    het ometen dus EXACT 69 mensen zijn.. maar op mijn manier kom ik op het 2de getal uit.. dat is dan minstens ?
    zuiderbuurzondag 10 februari 2008 @ 20:49
    quote:
    Op zondag 10 februari 2008 20:39 schreef warchaser44 het volgende:
    hmm dan doe ik iets fout,, het moet idd 0.112 zijn.. maar ik weet nog niet hoe ik daar op kom
    het ometen dus EXACT 69 mensen zijn.. maar op mijn manier kom ik op het 2de getal uit.. dat is dan minstens ?
    Wat is jouw manier dan wel? Leg eens uit hoe je aan je resultaat komt?
    warchaser44zondag 10 februari 2008 @ 23:17
    quote:
    Op zondag 10 februari 2008 20:49 schreef zuiderbuur het volgende:

    [..]

    Wat is jouw manier dan wel? Leg eens uit hoe je aan je resultaat komt?
    door 0.92^69
    zuiderbuurzondag 10 februari 2008 @ 23:28
    quote:
    Op zondag 10 februari 2008 23:17 schreef warchaser44 het volgende:

    [..]

    door 0.92^69
    Dat is 0.0032?
    warchaser44maandag 11 februari 2008 @ 11:44
    hmm.. ik doe toch echt iets fout dan..

    daarom vraag ik hoe kan het dan dat je minder kans hebt op 69 passagiers.. ?
    GlowMousemaandag 11 februari 2008 @ 11:58
    De kans op 100 passagiers is toch ook niet 0.92100? Achter die wikipedialink is alle theorie te vinden, herhalen daarvan zou een beetje zinloos zijn.
    warchaser44maandag 11 februari 2008 @ 12:55
    ik ben al een aardig eindje ver met die binomiale verdeling.. ik heb zo'n programmaatje gevonden op internet waardoor je het alleen even in hoeft te vullen.. wel raar dat ik hier een po over krijg terwijl ik er nog nooit iets over gehad heb..

    nja igg bedankt
    Iblismaandag 11 februari 2008 @ 18:20
    quote:
    Op maandag 11 februari 2008 12:55 schreef warchaser44 het volgende:
    ik ben al een aardig eindje ver met die binomiale verdeling.. ik heb zo'n programmaatje gevonden op internet waardoor je het alleen even in hoeft te vullen.. wel raar dat ik hier een po over krijg terwijl ik er nog nooit iets over gehad heb..

    nja igg bedankt
    Dat je dan zo'n PO krijgt is inderdaad vreemd. Is het dan niet raadzamer om met de docent te overleggen? Want dit is tamelijk zinloos. Ik heb het gevoel dat je de theorie niet helemaal machtig bent, en dat is voorstelbaar als je er nooit iets van hebt gehad. Tegelijkertijd is het zo naar een antwoord toekomen meer een kwestie van geluk dan van wijsheid. Ik heb het gevoel dat je op deze manier heel ad-hoc redeneert en weinig inzicht verwerft, wat eigenlijk verspilling van je tijd is. Als docent kun je dat toch ook niet bedoeld hebben.
    vliegtuigjemaandag 11 februari 2008 @ 21:26
    Ik hoop dat iemand hier me kan uitleggen hoe een MRI-scanner het signaal produceert waaruit in T1 en T2 kan afleiden... Ik snap dat er een sterk magneetveld B0 wordt aangelegd, waarnaar de magneetvectortjes van de H-kernen zich richten (parallel of anti-parallel). Ik begrijp ook hoe een stroompje door een spoel voor een extra magneetveldje B1 loodrecht op B0 de magneetvectortjes in het XY-vlak draait, en dat er vervolgens tegelijk twee soorten relaxatie plaatsvinden, één vanwege het uit fase raken van de vectortjes (verschillende Lamorfrequentie) en één vanwege het terugkeren van de vectortjes naar de z-as.
    Tijdens dit proces zouden er radiofrequente golven worden afgegeven (ik denk dat ik dit wel begrijp voor de T1-relaxatie, maar niet voor de T2-relaxatie), die opgevangen worden door een spoel en daar voor een stroompje zorgen.
    Wat voor een signaal krijg ik dan en hoe haal ik de T1 en de T2 eruit? Daar stoppen de sites die ik heb gelezen namelijk steeds. Verbeteren van eventuele fouten in het bovenstaande kleutertaalverhaaltje zijn ook zeer welkom.
    vliegtuigjedinsdag 12 februari 2008 @ 10:39
    quote:
    Op maandag 11 februari 2008 21:26 schreef vliegtuigje het volgende:
    *heel verhaal*
    Ik denk dat ik er iets van begin te snappen
    Haal je je T2 uit je RF-signaal inclusief echo's door een lijn te fitten door de maxima van de echo's?
    En klopt het dat je je T2* uit de eerste uitdempende sinus kunt halen door door de maxima weer een lijn te fitten?
    Vragen die van mijn kant dus overblijven is:
    * Waarmee bepaal/meet je je T1?
    * Waarom is het signaal sinusvormig? Heeft dit iets met dat draaiende assenstelsel te maken waarover ik steeds lees?
    Alvast bedankt
    DirtyHarrydinsdag 12 februari 2008 @ 10:51
    quote:
    Op maandag 11 februari 2008 21:26 schreef vliegtuigje het volgende:
    Ik hoop dat iemand hier me kan uitleggen hoe een MRI-scanner het signaal produceert waaruit in T1 en T2 kan afleiden... Ik snap dat er een sterk magneetveld B0 wordt aangelegd, waarnaar de magneetvectortjes van de H-kernen zich richten (parallel of anti-parallel). Ik begrijp ook hoe een stroompje door een spoel voor een extra magneetveldje B1 loodrecht op B0 de magneetvectortjes in het XY-vlak draait, en dat er vervolgens tegelijk twee soorten relaxatie plaatsvinden, één vanwege het uit fase raken van de vectortjes (verschillende Lamorfrequentie) en één vanwege het terugkeren van de vectortjes naar de z-as.
    Tijdens dit proces zouden er radiofrequente golven worden afgegeven (ik denk dat ik dit wel begrijp voor de T1-relaxatie, maar niet voor de T2-relaxatie), die opgevangen worden door een spoel en daar voor een stroompje zorgen.

    Wat voor een signaal krijg ik dan en hoe haal ik de T1 en de T2 eruit? Daar stoppen de sites die ik heb gelezen namelijk steeds. Verbeteren van eventuele fouten in het bovenstaande kleutertaalverhaaltje zijn ook zeer welkom.
    Voor zover ik heb begrepen heb je bij een T1 relaxatie inderdaad sprake van emissie van een foton, omdat de spin toestand van hoog energetisch naar laag energetisch 'flipt'. Dit verschil in energie wordt uitgezonden in vorm van een foton, wat gemeten kan worden. Volgens mij wordt op deze manier T1 bepaald. Hoe precies heb ik zo niet kunnen vinden.

    Bij de T2 relaxatie is volgens mij geen sprake van het uitzenden van fotonen zoals je zegt. Door het aanbrengen van de RF puls richt je alle magneetvectortjes 1 kant op (in fase). Zogauw de RF puls voorbij is gaan alle vectortjes weer samen draaien in het xy vlak, waardoor de totale bijdrage eigenlijk een ronddraaiende magneetvector is, die draait met de Larmor frequentie. Maar dankzij allerlei kleine oneffenheden in o.a. magneetveld, materiaal enz raken al deze vectortjes langzaam maar zeker uit fase. Na een tijdje staan ze allemaal weer een andere kant op, waardoor je netto geen magneetveld meer hebt in het xy vlak. Dus je magneetveld in het xy vlak nadat de RF puls voorbij is ziet er uit als 1 vector die ronddraait met de larmor frequentie, maar langzaam maar zeker in magnitude afneemt, totdat hij verdwenen is.

    Nou heb ik niet kunnen vinden waar precies de opvang spoelen zitten, maar het principe waardoor een stroompje wordt opgewekt is die van Faraday. Dit zegt dat een veranderend magnetisch veld in een spoel een stroompje doet opwekken in die spoel. Dus in geval van de T2 relaxatie begin je met een 'grote' magneetvector die roteert (levert een mooi wisselstroomsignaal op met die frequentie) die kwa sterkte afneemt in tijd. En volgens mij zal het signaal dan de vorm sin(omegalarmour*t)*e-t/T hebben. Dus een sinus die (door die afnemende e macht) afneemt in tijd. De T hier is dan een karakteristieke afname tijd, misschien wel de T2 zoals hij echt wordt gebruikt, maargoed ik weet niet precies hoe dat ding is gedefinieerd.

    Anyway, dit is wat ik er van heb kunnen maken. Misschien kom je nu weer wat verder
    DirtyHarrydinsdag 12 februari 2008 @ 10:53
    quote:
    Op dinsdag 12 februari 2008 10:39 schreef vliegtuigje het volgende:

    [..]

    Ik denk dat ik er iets van begin te snappen
    Haal je je T2 uit je RF-signaal inclusief echo's door een lijn te fitten door de maxima van de echo's?
    En klopt het dat je je T2* uit de eerste uitdempende sinus kunt halen door door de maxima weer een lijn te fitten?
    Vragen die van mijn kant dus overblijven is:
    * Waarmee bepaal/meet je je T1?
    Volgens mij dus met de uitgezonden fotonen, die het resultaat zijn van het omklappen van de spintoestanden. Hoe dit wordt gemeten verder is mij ook een raadsel
    quote:
    * Waarom is het signaal sinusvormig? Heeft dit iets met dat draaiende assenstelsel te maken waarover ik steeds lees?
    Alvast bedankt
    Zie mijn eerdere verhaal
    DirtyHarrydinsdag 12 februari 2008 @ 11:05
    Overigens zou het ook nog kunnen dat T1 relaxatie OOK wordt gemeten door het toenemen van de B0 vector in tijd. Dit is ook een veranderend magnetisch veld wat meetbaar zou moeten zijn.
    Rammstinowoensdag 13 februari 2008 @ 16:21
    Stel ik wil 100000 euro sparen over een tijdsduur van 30 jaar
    Dit wil ik doen door ieder jaar een vast bedrag op mijn spaarrekening te zetten.
    Ik krijg 6% rente op mijn spaarrekening
    Wat is dan het bedrag dat ik ieder jaar op mijn spaarrekening moet zetten?

    bvd

    [ Bericht 5% gewijzigd door Rammstino op 13-02-2008 16:49:20 (iets vergeten ) ]
    warchaser44woensdag 13 februari 2008 @ 16:38
    quote:
    Op woensdag 13 februari 2008 16:21 schreef Rammstino het volgende:
    Stel ik wil 100000 euro sparen
    Dit wil ik doen door ieder jaar een vast bedrag op mijn spaarrekening te zetten.
    Ik krijg 6% rente op mijn spaarrekening
    Wat is dan het bedrag dat ik ieder jaar op mijn spaarrekening moet zetten?

    bvd
    over welke tijdsduur,, het kan 2 jaar duren als je elk jaar 50.000 erop zet.. u get my point ?
    MrBrightsidewoensdag 13 februari 2008 @ 16:45
    Ik heb een wiskunde handelingsdeel waar ik de ballen van snap. Het onderwerp is schatten. Ik snap het eigenlijk gelijk al niet.


    Schatter S = X(1) + X(7) - 1

    De opgaven gaan over de Lotto, waarbij getallen van 1 t/m 45 voorkomen.

    Opgave 2.2:

    a. De schatter S geeft de uitkomst 45 als X(1) +X(7) = 46. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld X(1) = 1 en X(7) = 45 of X(1) = 2 en X(7) = 44, enzovoort. Laat zien dat P(X(1) = 1 en X(7) = 45 = (43 boven 5) / (45 boven 7) en bereken ook P(X(1) = 2 en X(7) = 44).

    Nouja, de eerste regel uitleg snap ik, maar daarna? Iemand?
    Rammstinowoensdag 13 februari 2008 @ 16:49
    quote:
    Op woensdag 13 februari 2008 16:38 schreef warchaser44 het volgende:

    [..]

    over welke tijdsduur,, het kan 2 jaar duren als je elk jaar 50.000 erop zet.. u get my point ?
    Ik heb em aangepast. 30 jaar dus
    Ibliswoensdag 13 februari 2008 @ 18:33
    quote:
    Op woensdag 13 februari 2008 16:21 schreef Rammstino het volgende:
    Stel ik wil 100000 euro sparen over een tijdsduur van 30 jaar
    Dit wil ik doen door ieder jaar een vast bedrag op mijn spaarrekening te zetten.
    Ik krijg 6% rente op mijn spaarrekening
    Wat is dan het bedrag dat ik ieder jaar op mijn spaarrekening moet zetten?

    bvd
    Dit is uit te rekenen met standaardformules voor annuïteiten, welke in je in elk boek over financiële wiskunde zult vinden (of op het web), maar he is ook vrij eenvoudig af te leiden.

    Over 30 jaar wil je ¤100.000 hebben. Ik neem ook even aan dat je 30 betalingen wilt doen, waarbij de eerste op tijdstip 0 valt. Op het 31e tijdstip (na 30 jaar) doe je geen betaling, je vangt alleen rente dat laatste jaar.

    Als je bedrag x inlegt, dan krijg je, in totaal:

    x*(1.06)^30 + x*(1.06)^29 + ... + x*(1.06)

    = x * ( 1.06^30 + 1.06^29 + ... + 1.06)

    Nu komt de standaard-truc om die som te herschrijven, zie b.v. Mathworld:

    = x * (1.06 - 1.06^31)/(-0.06) = x*83.802

    We willen hebben: x * 83.802 = 100,000, dus => x = 1193.29
    zuiderbuurwoensdag 13 februari 2008 @ 20:19
    quote:
    Op woensdag 13 februari 2008 16:45 schreef MrBrightside het volgende:
    Ik heb een wiskunde handelingsdeel waar ik de ballen van snap. Het onderwerp is schatten. Ik snap het eigenlijk gelijk al niet.


    Schatter S = X(1) + X(7) - 1

    De opgaven gaan over de Lotto, waarbij getallen van 1 t/m 45 voorkomen.

    Opgave 2.2:

    a. De schatter S geeft de uitkomst 45 als X(1) +X(7) = 46. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld X(1) = 1 en X(7) = 45 of X(1) = 2 en X(7) = 44, enzovoort. Laat zien dat P(X(1) = 1 en X(7) = 45 = (43 boven 5) / (45 boven 7) en bereken ook P(X(1) = 2 en X(7) = 44).

    Nouja, de eerste regel uitleg snap ik, maar daarna? Iemand?
    Is dit de volledige opgave? Ik vind het moeilijk om alles goed te vatten? X(1)? X(7)? ...Lotto?
    MrBrightsidewoensdag 13 februari 2008 @ 20:22
    Ja het is dus de bedoeling dat je het aantal getallen schat. Maargoed, die weet je dus al want dat is 45. X1 is het kleinste getal (dus 1) en X(7) is het grootste getal, dus 45.
    zuiderbuurwoensdag 13 februari 2008 @ 20:23
    quote:
    Op woensdag 13 februari 2008 20:22 schreef MrBrightside het volgende:
    Ja het is dus de bedoeling dat je het aantal getallen schat. Maargoed, die weet je dus al want dat is 45. X1 is het kleinste getal (dus 1) en X(7) is het grootste getal, dus 45.
    Wat bedoel je met "het aantal getallen" schatten? Sorry, misschien moet ik wat vaker op de lotto spelen .
    Wat wil je eigenlijk schatten?
    En vooral, is dat een voorwaardelijke kans daar?

    ...
    O nu zie ik het.
    Je weet dat (n boven k) het aantal deelverzamelingen van grootte k in een verzameling van n elementen is?
    Je hebt dus (45 boven 7) verschillende trekkingen. Slechts (43 boven 5) mogelijkheden zijn dan nog goed voor de vijf overige tussenliggende waarden. Vandaar de breuk.

    (41 boven 5)/(45 boven 7) is volgens mij het antwoord op die andere vraag.


    Al blijf ik het een rare vraag vinden. Is die schatter een onvertekende schatter?

    [ Bericht 14% gewijzigd door zuiderbuur op 13-02-2008 20:30:25 ]
    MrBrightsidewoensdag 13 februari 2008 @ 20:36
    Jaa, ik snap het! Dankjewel, ik denk dat wat jij zegt inderdaad goed is.
    Ibliswoensdag 13 februari 2008 @ 20:38
    quote:
    Op woensdag 13 februari 2008 16:45 schreef MrBrightside het volgende:
    Ik heb een wiskunde handelingsdeel waar ik de ballen van snap. Het onderwerp is schatten. Ik snap het eigenlijk gelijk al niet.


    Schatter S = X(1) + X(7) - 1

    De opgaven gaan over de Lotto, waarbij getallen van 1 t/m 45 voorkomen.

    Opgave 2.2:

    a. De schatter S geeft de uitkomst 45 als X(1) +X(7) = 46. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld X(1) = 1 en X(7) = 45 of X(1) = 2 en X(7) = 44, enzovoort. Laat zien dat P(X(1) = 1 en X(7) = 45 = (43 boven 5) / (45 boven 7) en bereken ook P(X(1) = 2 en X(7) = 44).

    Nouja, de eerste regel uitleg snap ik, maar daarna? Iemand?
    Ik snap ook niet zo goed wat de schatter doet... De toevalsvariabelen geven (in oplopende volgorde, naar ik aanneem) de 7 getrokken cijfers in de lotto. Je trekt dus (blijkbaar) van 1 t/m 45. De kansen kan ik op zich wel uitleggen.

    Men neme alle mogelijke rijtjes getallen; omdat je ze sorteert maakt de volgorde waarin je trekt niet uit. Je legt ze toch op volgorde neer. Elke 7 getallen geven een uniek rijtje. Je trekt zonder herhaling, zonder volgorde. Dat geeft (45 boven 7) rijtjes in totaal. Het aantal rijtjes met X(1) = 1 en X(7) = 45 is nu als volgt te beredeneren: X(1) en X(7) staan al vast. X(2) t/m X(6) (dat zijn er 5) zijn vrij te kiezen. Maar er zijn al 2 getallen geclaimd, namelijk 1 en 45, dus er blijven er 43 over. Ergo, (43 boven 5) rijtjes.

    Voor P(X(1) = 2 en X(7) = 44) is het van belang op te merken dat X(1) de kleinste is, en X(7) de grootste. Voor X(2) t/m X(6) zijn er dus niet 43 mogelijkheden, maar slechts 41. Ook 1 en 45 kunnen niet in X(2) t/m X(6) zitten.

    Wat die schatter nu precies schat moet ik schuldig blijven.
    Ibliswoensdag 13 februari 2008 @ 20:48
    Wat de schatter betreft, ik vind 'm wat vreemd. De meest waarschijnlijke schatter zou volgens mij zijn S = X(7) - X(1) + 1. Stel, je trekt een rijtje met X(1) = 5 en X(7) = 20. Dan geeft S = 20 - 5 + 1 = 16. En inderdaad, het rijtje 5 t/m 20 bestaat uit 16 elementen.

    Aannemende dat de getallen in de lotto opeenvolgend zijn, is dit het 'optimale interval'. Immers, de kans dat elk getal getrokken wordt is 1/n, waarbij n de het aantal elementen is. Als je de bovengrens kleiner dan X(7) zou maken, dan zou de kans dat X(7) een waarde groter dan de bovengrens aanneemt 0 zijn. Idem als je de ondergrens groter dan X(1) kiest. Kies je de ondergrens echter lager dan X(1) (of de bovengrens groter dan X(7)) dan wordt het interval groter, en wordt de kans op een bepaalde trekking lager.

    Immers, de kans op de trekking 1,2,3,4,5,6,7; is als je 7 getallen hebt van 1 t/m 7 maximaal, nl. 1. Als je 8 getallen hebt (1 t/m 8) is de kans 1/(8 boven 7). Dat je op die manier het aantal schat is een 'logische' methode. Dat is ook een schatter die vaak voorkomt.

    Wat ze dus precies met deze schatter willen, en waarom die b.v. als je 39 t/m 45 hebt als schatting dat er 83 getallen zijn oplevert is me niet duidelijk. Staat er een 'idee' achter die schatter uitgelegd?
    MrBrightsidewoensdag 13 februari 2008 @ 21:04
    Ik zal de hele inleiding even overtypen.

    "Wat we graag zouden willen weten is: welke van de drie methoden uit Hoofdstuk 1 levert schattingen op die 'gemiddeld' het dichtst bij de te schatten waarde N liggen.
    Om daar iets over te weten te komen gaan we een experiment done. We nemen de getallen 1, 2, .., N, waarbij N bekend is, bijvoorbeeld N = 45. We nemen uit deze populatie steeds een steekproef van zeven getallen, X1, X2, .., X7. Dan doen we alsof we niet weten hoe groot N is, en maken bij iedere steekproef schattingen van N volgens onze drie methoden. Zo kunnen we een indruk krijgen welke methode het beste is. We hoeven die trekkingen niet zelf te doen. Dat wordt elke week gedaan, zelfs 60 keer per jaar bij de Nederlandse Lotto. Op deze en de volgende bladzijde zie je een lijst van alle lottotrekkingen in 1997. Iedere trekking is een steekproef van zeven getallen uit de populatie 1,2,3, .., 45.

    Ik hoop dat het nu duidelijk is?

    Maargoed, dit zijn voor mij echt van die opdrachten waarbij ik ergens wel een klok hoor luiden heel ver weg, maar dat het daar ook bij blijft, heel frustrerend.

    Kan iemand me uitleggen waarom de kans dat S = 44 gelijk is aan de kans op S = 46? Ik vind het heel vervelend, maar ik weet echt elke vraag tot nu toe niet.

    /edit: wacht, volgens mij snap ik hem zelf.

    [ Bericht 4% gewijzigd door MrBrightside op 13-02-2008 21:11:35 ]
    Viking84donderdag 14 februari 2008 @ 08:09
    lama .
    Rammstinodonderdag 14 februari 2008 @ 19:54
    quote:
    Op woensdag 13 februari 2008 18:33 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Dit is uit te rekenen met standaardformules voor annuïteiten, welke in je in elk boek over financiële wiskunde zult vinden (of op het web), maar he is ook vrij eenvoudig af te leiden.

    Over 30 jaar wil je ¤100.000 hebben. Ik neem ook even aan dat je 30 betalingen wilt doen, waarbij de eerste op tijdstip 0 valt. Op het 31e tijdstip (na 30 jaar) doe je geen betaling, je vangt alleen rente dat laatste jaar.

    Als je bedrag x inlegt, dan krijg je, in totaal:

    x*(1.06)^30 + x*(1.06)^29 + ... + x*(1.06)

    = x * ( 1.06^30 + 1.06^29 + ... + 1.06)

    Nu komt de standaard-truc om die som te herschrijven, zie b.v. Mathworld:

    = x * (1.06 - 1.06^31)/(-0.06) = x*83.802

    We willen hebben: x * 83.802 = 100,000, dus => x = 1193.29
    Super!! je bent mijn held
    Paaskonijnvrijdag 15 februari 2008 @ 23:17
    tvp
    Paaskonijnvrijdag 15 februari 2008 @ 23:18
    oh woeps..doe even deze post verwijderen..ik las VWO
    Borizzzzaterdag 16 februari 2008 @ 12:00
    Wie weet de afgeleidige (en primitieve) van f(x)=x^x?
    Bij mijn weten valt dit niet binnen de standaardregels voor primitiveren en differentieren.
    (voor mij al weer een aantal jaren terug).
    Ibliszaterdag 16 februari 2008 @ 12:18
    quote:
    Op zaterdag 16 februari 2008 12:00 schreef Borizzz het volgende:
    Wie weet de afgeleidige (en primitieve) van f(x)=x^x?
    Bij mijn weten valt dit niet binnen de standaardregels voor primitiveren en differentieren.
    (voor mij al weer een aantal jaren terug).
    De afgeleide is (ln(x) +1)x^x, die kun je vinden door de vergelijking slim te herschrijven, zoals hier wordt gedaan. De primitieve is volgens mij niet uit te drukken in standaardfuncties.
    Borizzzzaterdag 16 februari 2008 @ 12:37
    Goede site; al is het lang geleden voor me. Graag wat toelichting op de voldende twee stappen; het staat er wel bij (weliswaar kort) maar t is zóó ver weggezakt!

    ln y = ln (x^x) naar ln y = x ln (x)

    en

    y '(1 / y) = ln x + x(1 / x) = ln x + 1 , where y ' = dy/dx
    als je nl. links naar x differentieert krijg je toch 0? rechts gaat met productregel; dat zie ik wel in.

    Bedankt!
    Ibliszaterdag 16 februari 2008 @ 12:52
    quote:
    Op zaterdag 16 februari 2008 12:37 schreef Borizzz het volgende:
    Goede site; al is het lang geleden voor me. Graag wat toelichting op de voldende twee stappen; het staat er wel bij (weliswaar kort) maar t is zóó ver weggezakt!

    ln y = ln (x^x) naar ln y = x ln (x)
    Voor logaritmes geldt: log(a*b) = log(a) + log(b). B.v. log(1000) = log(10*100) = log(10) + log(100) = 1 + 2 = 3. Zo ook ln(x^x) = ln(x*x*...*x) = ln(x) + ln(x) + ... + ln(x) = x ln(x)
    quote:
    y '(1 / y) = ln x + x(1 / x) = ln x + 1 , where y ' = dy/dx
    als je nl. links naar x differentieert krijg je toch 0? rechts gaat met productregel; dat zie ik wel in.

    Bedankt!
    Links is inderdaad wat lastig. Je hebt gezegd: y = x^x, ofwel y(x) = x^x, om even expliciet aan te geven dat y een functie van x is. En nu willen we y' (of wel dy/dx) weten, maar goed, dat is een lastige vorm. De truc is nu om de functie zo te herschrijven dat we die y' handig verkrijgen. Wat van belang is om je te realiseren is echter dat y een functie van x is, en geen constante hier.

    Er wordt dus ln y = x ln(x) van gemaakt. En nu worden links en rechts gedifferentieerd. Links gebruiken we de kettingregel. y is namelijk nog steeds die y(x) = x^x functie. En de kettingregel zegt dz/dx = dz/dy * dy/dz. Dat eerste gedeelte dln(y)/dy kunnen we uitrekenen, dat is 1/y (ofwel: 1/(x^x)), maar dat tweede gedeelte dy/dx is nog steeds lastig (want y = x^x), maar de grap is nu dat we daar gewoon die y' laten staan. (Daar zit eigenlijk de slimmigheid. We hebben nu indirect toch een mogelijkheid om y' uit te drukken.)

    Als laatste wordt die y naar de andere kant gehaald en in de weer door x^x vervangen. (Dus dan zie je ook weer dat y van x afhankelijk is).
    Borizzzzaterdag 16 februari 2008 @ 13:05
    Bedankt! Volgens mij snap ik het. Ik zal het vanmiddag nog een stap voor stap op papier zetten.
    Dan morgen nog even een herhaling integreren en ik ben weer bij.
    Dan ga ik aan de echte analysevakken beginnen (vanaf woensdag.... )

    Gelukkig heb ik alle meetkunde inmiddels al binnen.
    zuiderbuurzaterdag 16 februari 2008 @ 13:10
    De manier waarop ik f(x)^g(x) altijd afleid, is door gewoon die handel te schrijven als
    exp ( ln (f(x)) * g(x) )

    exp ( u( x ) ) afleiden is niet zo moeilijk , dat is gewoon : u'( x) *exp( u(x))
    Borizzzzaterdag 16 februari 2008 @ 13:13
    Zuiderbuur: kun je hier eens een rekenvoorbeeld van neerzetten? Interessant.
    Ibliszaterdag 16 februari 2008 @ 13:28
    In jouw geval: x^x, en dat is gelijk aan exp(ln(x^x)), die exp en ln heffen elkaar op. Nu kunnen we weer gebruik maken van het feit dat een logaritme exponenten in vermenigvuliding omtovert, en krijgen we: exp(x*ln(x)).

    Dat kan afgeleid worden m.b.v. de kettingregel:

    d(exp(x ln(x))/dx = d(exp(y))/dy * dy/dx, met y = x ln(x). En we zijn er weer.


    Is dus: exp(y) * d(x ln(x))/dx. Die rechterfactor moet met de productregel: d(x ln(x))/dx = ln(x) + x/x = ln(x) + 1.

    Ofwel: d(exp(x ln(x))/dx = exp(x ln(x))*(ln(x) + 1) = x^x(ln(x) + 1). En we zijn er weer.

    Ofwel: f(x)^g(x) = exp(ln(f(x)^g(x)) = exp(g(x)*ln(f(x))). En zuiderbuur neemt nu: u(x) = g(x)*ln(f(x)). M.a.w. de vorm exp(u(x)) is gemakkelijk af te leiden, dus als je je probleem in zo'n vorm kunt omgieten, dan ben je er.
    zuiderbuurzaterdag 16 februari 2008 @ 13:43
    quote:
    Op zaterdag 16 februari 2008 13:13 schreef Borizzz het volgende:
    Zuiderbuur: kun je hier eens een rekenvoorbeeld van neerzetten? Interessant.
    Misschien even verdergaan met wat ik zei :

    De afgeleide van ln(f)* g is gelijk aan :


    De afgeleide van f^g wordt dan gegeven door :
    Dit valt eigenlijk nog best mee om te onthouden, eerst doe je een keer alsof die g gewoon een constante is, en in de tweede term doe je net het omgekeerde : je doet een keer alsof die f een constante is

    Een voorbeeldje : de afgeleide van (x^2+1)^sin(x) is gelijk aan :


    Borizzzzaterdag 16 februari 2008 @ 14:00
    Dus het komt er, kort gezegd, op neer dat als je een functie f(x) ^ g(x) differentieert dat je het schijft als
    exp(ln(f(x)^g(x)).
    dit is ook exp(ln(f(x))*g(x)
    en dan kan met de kettingregel en productregel via (standaardregels dus) f'(x) gevonden worden.

    ik krijg dan
    y= x^x
    y= e^ln(x^x)
    y= e^xlnx
    y=e^u
    u=xlnx met u'=lnx+1
    y'=e^u * u'
    y'=e^xlnx * (lnx+1)

    Maar dit komt nog niet geheel overeen met de oplossing, toch?
    zuiderbuurzaterdag 16 februari 2008 @ 14:05
    Ja, al zou ik op het einde die e^( x* ln(x) ) weer herschrijven als x^x.

    Maar wat ik doorgaans doe is die formule van f^g rechtstreeks toe te passen, hoef ik niet altijd langs die e^.. te gaan.
    Borizzzzaterdag 16 februari 2008 @ 14:07
    Voor mij is het weer even oefenen; hoe herschrijf je dan e^xlnx weer als x^x?
    ps: bedankt voor die formule; die zal denk ik zeer bruikbaar worden.
    Ibliszaterdag 16 februari 2008 @ 14:10
    Ja, je moet iets meer haakjes gebruiken eigenlijk zoals e^(x ln x), doat ik goed weet wat waar staat, maar voor de rest lijkt het me goed.

    En wat dat herschrijven betreft:

    Je begint met:

    y = x^x = exp(ln(x^x)) = exp(x ln(x))

    Ofwel: y = exp(x ln(x)), maar ook x^x = exp(x ln(x)). Dat =-teken zegt dat dat allemaal aan elkaar gelijk is.

    Dus als:

    log(a^b) = b log(a), dan ook b log(a) = log(a^b) natuurlijk.
    Borizzzzaterdag 16 februari 2008 @ 14:18
    Dan nog eens de formule toepassen op y=x^x
    f=x f'=1
    g=x g'=1

    y' = f'*g*f^g-1 + ln(f)*g'*f^g
    dan volgt
    y'= 1*x*x^x-1 + ln(x)*1*x^x
    y'= x*x^x-1 +x^xlnx
    maar dit is nog niet het antwoord dat we zoeken; ik kan daar niet het antwoord van maken dat we in het begin hadden.
    Ibliszaterdag 16 februari 2008 @ 14:27
    quote:
    Op zaterdag 16 februari 2008 14:18 schreef Borizzz het volgende:
    Dan nog eens de formule toepassen op y=x^x
    f=x f'=1
    g=x g'=1

    y' = f'*g*f^g-1 + ln(f)*g'*f^g
    dan volgt
    y'= 1*x*x^x-1 + ln(x)*1*x^x
    y'= x*x^x-1 +x^xlnx
    maar dit is nog niet het antwoord dat we zoeken; ik kan daar niet het antwoord van maken dat we in het begin hadden.
    Ik vind dit een beetje moelijk te volgen. Ik denk dat je dit bedoelt:

    f = x, f' = 1
    g = x, g' = 1

    y = x^x, en we schrijven dat als: exp(x ln(x) ), ofwel exp(g * ln(f) ). Nu zeggen we u = g ln(f).

    Dan hebben we dus:
    y = exp(u). Dan weten we:
    y' = u'*exp(u), volgens de kettingregel.

    u' = (g ln(f))', en dan productregel: = g'ln(f) + g/f, kortom:
    y' = (g'ln(f) + g/f)*exp(u)

    Nu vervangen we u weer:
    y' = (g'ln(f) + g/f)*exp(g ln (f))

    Nu vervangen we de f, g, f' en g':
    y' = (1 * ln(x) + x/x)*exp(x ln(x))
    y' = (ln(x) + 1)*exp(x ln(x))

    En die rechter term is dus gelijk aan x^x, want exp(x ln(x)) = exp(ln(x)^x), en dan "vallen e en ln tegen elkaar weg", dus:

    y' = (ln(x) +1)x^x

    Wat jij precies doet bij "y' = f'*g*f^g-1 + ln(f)*g'*f^g " is me niet helemaal duidelijk. Volgens mij gaat de toepassing van de kettingregel niet helemaal goed.
    Borizzzzaterdag 16 februari 2008 @ 14:28
    quote:
    Op zaterdag 16 februari 2008 14:10 schreef Iblis het volgende:
    Ja, je moet iets meer haakjes gebruiken eigenlijk zoals e^(x ln x), doat ik goed weet wat waar staat, maar voor de rest lijkt het me goed.

    En wat dat herschrijven betreft:

    Je begint met:

    y = x^x = exp(ln(x^x)) = exp(x ln(x))

    Ofwel: y = exp(x ln(x)), maar ook x^x = exp(x ln(x)). Dat =-teken zegt dat dat allemaal aan elkaar gelijk is.

    Dus als:

    log(a^b) = b log(a), dan ook b log(a) = log(a^b) natuurlijk.
    Akkoord; ik heb m helemaal uitgewerkt en ik snap 'm. Bedankt!
    Wat alleen nog rest is het toepassen van de formule op y=x^x; dan kom ik (nog) niet uit op
    y'= ln(x+1)* x^x
    Borizzzzaterdag 16 februari 2008 @ 14:41
    Ik doe bij het toepassen van de formule niet meer dan invullen. er bestaat volgens zuiderbuur een formule om de afgeleide te vinden voor y="f^g; deze wordt weergegeven door y=f'' *g * f^(g-1) + ln(f)* g' * f^g
    f=x f' =1 , g=x en g'=1 invullen levert
    y' = 1*x*x^(x-1) + ln(x)*1*x^x
    y'= x*x^(x-1) +x^xln(x)
    Volgens mij zit hier dan geen fout in.
    Dit moet nog wel y' = (ln(x)+1)* x^x worden. Hoe gaat dan die laatste omzetting?

    [ Bericht 2% gewijzigd door Borizzz op 16-02-2008 15:00:56 ]
    Ibliszaterdag 16 februari 2008 @ 15:01
    quote:
    Op zaterdag 16 februari 2008 14:41 schreef Borizzz het volgende:
    Ik doe bij het toepassen van de formule niet meer dan invullen. er bestaat volgens zuiderbuur een formule om de afgeleide te vinden voor y="f^g; deze wordt weergegeven door y=f'' *g * f^(g-1) + ln(f)* g' * f^g
    f=x f' =1 , g=x en g'=1 invullen levert
    y' = 1*x*x^(x-1) + ln(x)*1*x^x
    y'= x*x^(x-1) +x^xln(x)
    Volgens mij zit hier dan geen fout in.
    Dit moet nog wel y' = ln(x+1)* x^x worden. Hoe gaat dan die laatste omzetting?
    x*x^(x-1) kun je vereenvoudigen, dit is x^x. Immers x * (x * x .... * x) (tussen haakjes staan x-1 factoren), geeft x^x in totaal.

    Dan heb je dus:

    x^x + x^xln(x)

    Haal x^x buiten haakjes:

    x^x(1 + ln(x))
    En je bent er. ln(x + 1) is wat anders dan ln(x) + 1. Ik had die post van Zuiderbuur even over het hoofd gezien en was direct bij pagian 3 begonnen.

    [edit]
    Ah, je hebt zelf die typo al verbeterd.
    zuiderbuurzaterdag 16 februari 2008 @ 15:01
    quote:
    Op zaterdag 16 februari 2008 14:41 schreef Borizzz het volgende:
    Ik doe bij het toepassen van de formule niet meer dan invullen. er bestaat volgens zuiderbuur een formule om de afgeleide te vinden voor y="f^g; deze wordt weergegeven door y=f'' *g * f^(g-1) + ln(f)* g' * f^g
    Je hebt wel f'' geschreven terwijl het f' is, maar dat was vast een tikfoutje.
    quote:
    f=x f' =1 , g=x en g'=1 invullen levert
    y' = 1*x*x^(x-1) + ln(x)*1*x^x
    y'= x*x^(x-1) +x^xln(x)
    Volgens mij zit hier dan geen fout in.
    Die is er volgens mij ook niet.
    quote:
    Dit moet nog wel y' = ln(x+1)* x^x worden. Hoe gaat dan die laatste omzetting?
    ln(x+1)?
    neen, dat moet toch ln(x) +1 zijn?

    [ Bericht 4% gewijzigd door zuiderbuur op 16-02-2008 15:10:41 ]
    Borizzzzaterdag 16 februari 2008 @ 15:08
    Bedankt allemaal! Ik ben er uit. Morgen ga ik aan het opfrissen van integreren! :)
    Borizzzzondag 17 februari 2008 @ 12:24
    Ik heb nog een oefening gedaan. Bij f(x)=2^2x kom ik uit op:
    f(x)=e^ln(2^2x)
    f(x)=e^2x(ln(2))
    neem u=2xln(2) dan u' = 2ln(2)
    f'(x) = e^u * u'
    f'(x) = e^2xln(2) * 2ln(2)
    f'(x)= 2^2x * ln(2) ; en volgens mij is hierin geen fout.
    Maar antwoordenboek zegt f'(x) = ln(2) * 2^(2x+1).
    Hoe gaat dat laatste stapje?
    Ibliszondag 17 februari 2008 @ 12:34
    quote:
    Op zondag 17 februari 2008 12:24 schreef Borizzz het volgende:
    Ik heb nog een oefening gedaan. Bij f(x)=2^2x kom ik uit op:
    f(x)=e^ln(2^2x)
    f(x)=e^2x(ln(2))
    neem u=2xln(2) dan u' = 2ln(2)
    f'(x) = e^u * u'
    f'(x) = e^2xln(2) * 2ln(2)
    f'(x)= 2^2x * ln(2) ; en volgens mij is hierin geen fout.
    Volgens mij wel. Het gaat goed tot: f'(x) = e^(2x ln(2)) * 2ln(2).

    Dan vervang je de linker factor weer door 2^2x, en krijg je:

    2^2x * 2ln(2)

    Maar jij hebt daar een twee verdoezeld!

    En die 2 kun je samenbrengen met 2^2x (immers, 2 = 2^1):

    En dan krijg je:
    2^(2x + 1)*ln(2)

    Wat overeenkomt met je antwoordenboek:
    quote:
    Maar antwoordenboek zegt f'(x) = ln(2) * 2^(2x+1).
    Hoe gaat dat laatste stapje?
    Ibliszondag 17 februari 2008 @ 12:44
    Overigens is deze opgave wel eenvoudiger op te lossen:

    22x = (2^2)^x = 4x.

    Gebruik nu de standaardafgeleide van nx die ln(n)nx is.

    Dan krijg je:
    ln(4) 4x als antwoord.

    Dat dit hetzelfde is kun je als volgt zien:

    ln(4) = ln(2*2) = ln(2) + ln(2) = 2ln(2).


    Als alternatief kun je ervoor kiezen 22x niet te herschrijven maar gewoon de kettingregel te gebruiken:

    dz/dx = dz/dy * dy/dx:

    Neem: z = 2y; y = 2x.

    Dan: dz/dy = ln(2) * 2y.
    En: dy/dx = 2

    Dus:
    dz/dy * dy/dx = ln(2)*22x * 2 = ln(2)*22x + 1

    [edit]
    De truc met exp en ln die gebruikt wordt is vooral van belang als zowel grondterm als exponent van 'x' afhankelijk zijn. Dus xx bijvoorbeeld, of 3x5x. Als alleen de grondterm of alleen de exponent van x afhankelijk is, ben je meestal makkelijker af met de standaardafgeleiden.
    Borizzzzondag 17 februari 2008 @ 12:45
    Oke; bedankt! Ik was al een heel eind. Gisteren op dit tijdstip had ik dit nog niet gekund
    En inderdaad kan deze opgave eenvoudiger; maar ik wilde perse oefenen met die (voor mij nieuwe) manier van oplossen.
    Vanavond ga ik kijken of ik f(x)=(x^2+1)^sin(x) kan oplossen op deze manier van overgaan op grondtal e; zie een voorbeeld van gisteren in dit topic.
    dynamietzondag 17 februari 2008 @ 14:27
    Ik kom op één manier niet uit het volgende al is het maar een 1e orde;



    Opdracht 4: Bepaal de oplossing van de homogene DV (3.1) (dus met K=0) met behulp van de methode van scheiding van variabelen. Neem vervolgens als randvoorwaarde: y(0) = 40, en geef de oplossing voor y(t)
    Koewamzondag 17 februari 2008 @ 14:29
    K.u(t)
    Koewamzondag 17 februari 2008 @ 14:29
    Wat is het einde van tellen?

    De n.
    Haushoferzondag 17 februari 2008 @ 14:39
    quote:
    Op zondag 17 februari 2008 14:27 schreef dynamiet het volgende:
    Ik kom op één manier niet uit het volgende al is het maar een 1e orde;

    [ afbeelding ]

    Opdracht 4: Bepaal de oplossing van de homogene DV (3.1) (dus met K=0) met behulp van de methode van scheiding van variabelen. Neem vervolgens als randvoorwaarde: y(0) = 40, en geef de oplossing voor y(t)
    Ik weet niet wat je tau is, maar je krijgt met K=0

  • tau*dy/dt + y = 0
  • tau*dy=-y*dt

    Beide kanten integreren levert

    y(t) = A*e-(t+tau) op, waarbij ik voor het gemak de integratieconstante even heb omgeschreven naar A. y(0) = 40 geeft

    40 = A*e-tau op, dus heb je tau nodig om A te verkrijgen.
  • keesjeisliefzondag 17 februari 2008 @ 14:46
    quote:
    Op zondag 17 februari 2008 14:27 schreef dynamiet het volgende:
    Ik kom op één manier niet uit het volgende al is het maar een 1e orde;

    [ afbeelding ]

    Opdracht 4: Bepaal de oplossing van de homogene DV (3.1) (dus met K=0) met behulp van de methode van scheiding van variabelen. Neem vervolgens als randvoorwaarde: y(0) = 40, en geef de oplossing voor y(t)
    Ik zie niet hoe je hier scheiding van variabelen kunt gebruiken, ik dacht dat dat inhield dat je bij een d.v. die een functie in meer variabelen beschrijft je de oplossing probeert te schrijven als produkt van functies in de afzonderlijke variabelen. Je hebt hier maar 1 variabele en de d.v. is heel makkelijk direct op te lossen via een e-macht: y(t) = y(0)*eat, waarbij a = -1/tau.
    dynamietzondag 17 februari 2008 @ 14:51
    quote:
    Op zondag 17 februari 2008 14:39 schreef Haushofer het volgende:

    [..]

    Ik weet niet wat je tau is, maar je krijgt met K=0

  • tau*dy/dt + y = 0
    [...]
  • Super man! dit is precies wat ik even nodig had!!
    Haushoferzondag 17 februari 2008 @ 15:00
    quote:
    Op zondag 17 februari 2008 14:46 schreef keesjeislief het volgende:

    [..]

    Ik zie niet hoe je hier scheiding van variabelen kunt gebruiken, ik dacht dat dat inhield dat je bij een d.v. die een functie in meer variabelen beschrijft je de oplossing probeert te schrijven als produkt van functies in de afzonderlijke variabelen. Je hebt hier maar 1 variabele en de d.v. is heel makkelijk direct op te lossen via een e-macht: y(t) = y(0)*eat, waarbij a = -1/tau.
    Ohw, dan heb ik een rekenfoutje gemaakt. Ik kom op y~e-(t+tau) uit.
    GlowMousezondag 17 februari 2008 @ 15:16
    quote:
    Op zondag 17 februari 2008 15:00 schreef Haushofer het volgende:

    [..]

    Ohw, dan heb ik een rekenfoutje gemaakt. Ik kom op y~e-(t+tau) uit.
    Ik kom op hetzelfde als keesje uit, je integraal is waarschijnlijk fout gegaan.
    Bij jou geldt dat tau*dy/dt + y = tau*-t*y + y != 0.
    Bij keesje geldt netjes dat tau*dy/dt + y = tau*-1/tau*y + y = 0.
    Ibliszondag 17 februari 2008 @ 15:40
    quote:
    Op zondag 17 februari 2008 14:39 schreef Haushofer het volgende:

    [..]

    Ik weet niet wat je tau is, maar je krijgt met K=0

  • tau*dy/dt + y = 0
  • tau*dy=-y*dt

    Beide kanten integreren levert

    y(t) = A*e-(t+tau) op, waarbij ik voor het gemak de integratieconstante even heb omgeschreven naar A. y(0) = 40 geeft

    40 = A*e-tau op, dus heb je tau nodig om A te verkrijgen.
  • DV's zijn niet helemaal mijn ding, maar vooruit, ik kwam ook op de oplossing van keesje uit. Maar dit is toch geen scheiding van variabelen? Je hebt links een dy en rechts een y. Ik zou het zo verder doen:

    tau dy = -y dt

    tau (1/y)dy = -dt

    Beide zijden integreren:
    tau ln(y) = -t + C
    ln(y) = (-t + C)/tau
    y = exp(-t/tau + C/tau)
    y = exp(-t/tau)*exp(C/tau)

    Met y(0) = 40 kunnen we nu vinden dat:
    40 = exp(0)*exp(C/tau), ofwel: exp(C/tau) = 40.

    Ergo:
    y = 40exp(-t/tau)
    Haushoferzondag 17 februari 2008 @ 15:45
    quote:
    Op zondag 17 februari 2008 15:16 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Ik kom op hetzelfde als keesje uit, je integraal is waarschijnlijk fout gegaan.
    Bij jou geldt dat tau*dy/dt + y = tau*-t*y + y != 0.
    Bij keesje geldt netjes dat tau*dy/dt + y = tau*-1/tau*y + y = 0.
    Ja, klopt, ik heb een rekenfout gemaakt. Logisch ook, want het argument van de e-macht moet eenheidsloos zijn.
    quote:
    Op zondag 17 februari 2008 15:40 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    DV's zijn niet helemaal mijn ding, maar vooruit, ik kwam ook op de oplossing van keesje uit. Maar dit is toch geen scheiding van variabelen? Je hebt links een dy en rechts een y. Ik zou het zo verder doen:

    tau dy = -y dt

    tau (1/y)dy = -dt
    En dit is dan het scheiden van variabelen
    teletubbieszondag 17 februari 2008 @ 21:25
    Hoii,
    Als ik moet bewijzen dat Iedere lichaamsuitbreiding een transcendentiebasis heeft, dan moet ik gebruik maken van het lemma van Zorn. Maar om dat te doen, moet ik eerst geschikte ketens maken van algebraisch afhankelijke verzamelingen. Hoe zal ik een ordening definieren zodat ik het lemma van Zorn toepas?
    Er kunnen problemen optreden zoals: wat moet je bijvoorbeeld doen met: {a,b,c} en {3a,b,c}? als a,b en c alg. onaf. elementen. Kan iemand even helpen?
    Bedankt!
    thabitmaandag 18 februari 2008 @ 09:53
    quote:
    Op zondag 17 februari 2008 21:25 schreef teletubbies het volgende:
    Hoe zal ik een ordening definieren zodat ik het lemma van Zorn toepas?
    Inclusie van verzamelingen.
    Borizzzmaandag 18 februari 2008 @ 11:54
    Nog even doorgaan op het differentieren van gisteren:
    als ik de afgeleide bepaal van f(x)=(x^2+1)^sin(x) dan vind ik:
    f(x)=e^(sinx*ln(x^2+1))
    met u = sinx*ln(x^2+1) dit heeft u'= cosx*ln(x^2+1)+(2xsinx/x^2+1)
    en dus f'(x) = (x^2+1)^sinx * cosxln(x^2+1)* (2xsinx/x^2+1).
    Ik heb even wat grotere stappen genomen, want de afleiding is analoog aan eerdere).

    Met de regel y'= f'gf^g-1 + ln(f)g'f^g die eerder werd genoemd zou je dan hetzelfde antwoord moeten vinden, maar op deze manier wordt het f'(x)=2xsinx(x^2+1)^(sinx-1) + ln(x^2+1)cosx(x^2+1)^sinx
    Of is dit reeds hetzelfde antwoord? En hoe moet dit dan herschreven worden?
    GlowMousemaandag 18 februari 2008 @ 12:15
    Je moet iets nauwkeuriger werken, want een + verandert bij jou zo in een *. Ook vergeet je veel haakjes.

    De antwoorden zijn hetzelfde. De eerste term van de expressie van zuiderbuur kun je ook opschrijven als 2x/(x²+1)*(x²+1)^sin(x). Daarna kun je (x²+1)^sin(x) buiten haakjes halen.
    Borizzzmaandag 18 februari 2008 @ 12:20
    Dat heeft ook een beetje te maken met het feit dat ik het moet intypen.
    Maar de eerste term in zuiderbuursexpressie 2xsin(x)*(x^2+1)^sin(x) is toch niet gelijk aan 2x/(x²+1)*(x²+1)^sin(x). ?
    Dan moet volgens mij 2xsin(x)/(x^2+1)*(x^2+1)^sin(x) zijn.
    Borizzzmaandag 18 februari 2008 @ 12:38
    Volgens mij klopt dat echt niet; mijn uitkomst is (netjes opgeschreven)
    f'(x)= (x^2+1)^(sin(x)) * cos(x)*ln(x^2+1) * ((2xsin(x)/ (x^2+1))

    Dit kan ik niet herschrijven tot de formule van zuiderbuur.
    Iblismaandag 18 februari 2008 @ 13:08
    quote:
    Op maandag 18 februari 2008 12:38 schreef Borizzz het volgende:
    Volgens mij klopt dat echt niet; mijn uitkomst is (netjes opgeschreven)
    f'(x)= (x^2+1)^(sin(x)) * cos(x)*ln(x^2+1) * ((2xsin(x)/ (x^2+1))

    Dit kan ik niet herschrijven tot de formule van zuiderbuur.
    Wat GlowMouse zei komt hier op neer:

    2x sin(x)(x^2+1)^(sinx-1) + ln(x^2+1)cos(x)(x^2+1)^sin(x)

    Merk op dat (x^2 + 1)/(x^2 + 1) = 1.

    Dan:
    = 1*2x sin(x)(x^2+1)^(sinx-1) + ln(x^2+1)cos(x)(x^2+1)^sin(x)

    Vervangen we die 1:
    = (x^2 + 1)/(x^2 + 1) * 2x sin(x)(x^2+1)^(sinx-1) + ln(x^2+1)cos(x)(x^2+1)^sin(x)

    Het is wat geknoei ivm de notatie, maar we hebben dus een x^2 + 1 in de teller en in de noemer, en ik breng even alles onder één noemer in de linker term:

    = ((x^2 + 1)2x sin(x)(x^2+1)^(sinx-1))/(x^2 + 1) + ln(x^2+1)cos(x)(x^2+1)^sin(x)
    Nu kunnen die (x^2 +1)*(x^2+1)^(sin(x) -1) samen nemen:

    = (2x sin(x)(x^2+1)^(sin(x)))/(x^2 + 1) + ln(x^2+1)cos(x)(x^2+1)^sin(x)

    Nu staat in beide termen (x^2 + 1)^(sin(x)), dus die halen we buiten haakjes:

    = (x^2+1)^sin(x)*(2x sin(x)/(x^2 + 1) + ln(x^2 + 1)cos(x))
    GlowMousemaandag 18 februari 2008 @ 13:23
    We beginnen met de formule van zuiderbuur, en voeren de stapjes uit zoals door mij omschreven (ik vergat eerst een sin(x) ja):

    De tweede factor is jouw u', waar jij later een + door een * verving.

    voortaan topic eerst f5'en
    Borizzzmaandag 18 februari 2008 @ 13:37
    Goed, dank aan jullie allemaal.
    Voor mij is het echt lang geleden, inderdaad had ik met de kettingregel bij u' een foutje gemaakt.
    Maar t is weer even wennen met alles nauwkeurig leren uitschrijven.

    [ Bericht 22% gewijzigd door Borizzz op 18-02-2008 14:33:15 ]
    Borizzzmaandag 18 februari 2008 @ 18:12
    Bij de theorie over substitutieregel met integreren snap ik iets niet.
    Stel we zoeken de primitieve van f(x)=sin(sqrt(x)).
    Dan pas je de substitutie y=sqrt(x) toe; dan y'= 1/ (2*sqrt(x))

    sin(sqrt(x))dx = sin(sqrt(x))*2*sqrt(x)* 1/ (2*sqrt(x))
    nu de substitutie uitvoeren (integratie grenzen etc neem je mee maar is voor nu ff niet belangrijk)
    sin(sqrt(x))dx = sin(y) *2y dy. Waarom staat er niet nog 1/(2y) bij? want als je x in y omzet moet je die ook meenemen.... volgens mij moet er dan staan sin(y) * 2y * 1/(2y) dy
    Maar daarna kun je met partieel integreren verder. Maar dat ene stapje volg ik niet, en het wordt vaker gebruikt...
    Iblismaandag 18 februari 2008 @ 18:25
    quote:
    Op maandag 18 februari 2008 18:12 schreef Borizzz het volgende:
    Bij de theorie over substitutieregel met integreren snap ik iets niet.
    Stel we zoeken de primitieve van f(x)=sin(sqrt(x)).
    Dan pas je de substitutie y=sqrt(x) toe; dan y'= 1/ (2*sqrt(x))

    sin(sqrt(x))dx = sin(sqrt(x))*2*sqrt(x)* 1/ (2*sqrt(x))
    nu de substitutie uitvoeren (integratie grenzen etc neem je mee maar is voor nu ff niet belangrijk)
    sin(sqrt(x))dx = sin(y) *2y dy. Waarom staat er niet nog 1/(2y) bij? want als je x in y omzet moet je die ook meenemen.... volgens mij moet er dan staan sin(y) * 2y * 1/(2y) dy
    Maar daarna kun je met partieel integreren verder. Maar dat ene stapje volg ik niet, en het wordt vaker gebruikt...
    Als je zegt y = sqrt(x), dan: dy/dx = d sqrt(x)/dx = 1/(2*sqrt(x))

    En nu komt de truc, dit lijkt obscuur maar het leidt wel tot wiskundig goede resultaten, en is een van de voordelen van Leibniz' notatie:

    dy/dx = 1/(2*sqrt(x))
    = dy = 1/(2*sqrt(x)) dx

    Dus, als we mogen 1/(2*sqrt(x)) vervangen door dy, en dat is precies wat er gebeurt:

    Je hebt:
    sin(sqrt(x))*2*sqrt(x)* 1/ (2*sqrt(x))

    En we vervangen sqrt(x) door y, en 1/(2*sqrt(x)) door dy, dan houd je over:

    2sin(y)y dy

    Dus die 1/(2sqrt(x)) die jij denkt te 'missen' "zit in de dy".
    Borizzzmaandag 18 februari 2008 @ 18:36
    ok dus je zegt: sin(sqrt(x)) dx met subs y=sqrt (x) en dus dy = 1/(2sqrt(x)).
    sin(sqrt(x)) dx = sin y * 2y *dy.
    De 2y 'compenseert' voor het feit dat er ook dy staat; vermenigvuldigd moet het 1 opleveren.
    Iblismaandag 18 februari 2008 @ 18:45
    quote:
    Op maandag 18 februari 2008 18:36 schreef Borizzz het volgende:
    ok dus je zegt: sin(sqrt(x)) dx met subs y=sqrt (x) en dus dy = 1/(2sqrt(x)) dx.
    sin(sqrt(x)) dx = sin y * 2y *dy.
    De 2y 'compenseert' voor het feit dat er ook dy staat; vermenigvuldigd moet het 1 opleveren.
    Let op de dx!

    Ja, zo zou je het kunnen zien. Het punt is dat je graag de substitutie y = sqrt(x) wilt kunnen maken, maar als je dat doet, dan krijg je dy = 1/(2sqrt(x)) dx. En aangezien je geen 1/(2sqrt(x)) hebt in je formule is die laatste substitutie niet te maken. Vandaar de truc met (2 sqrt(x))/(2 sqrt(x)) erin zetten – zodat die substitutie kan. En de mazzel is nu dat die factor die je overhoudt nu ook nog eens herschreven kan worden als 2y.

    Want stel je hebt:

    sin(x^2), en je zou y = x^2 doen, en dan dy = 2x dx. Nu kun je wel 2x/2x in je formule zetten, maar dan krijg je:

    sin(x^2)2x/2x dx . En dan kun je zeggen y = x^2, en dan krijg je:
    sin(y)1/2x dy

    Iets waar je niets mee opschiet. De primitieve hiervan is dan ook niet heel simpel.

    In het algemeen werkt substitutie als je zowel een factor als z'n afgeleide ziet in de integraal. Om nog op het vorige voorbeeld verder te gaan, stel je had:

    sin(x^2)2x dx

    Dan zie je x^2, én je ziet 2x. Als je nu zegt y = x^2, dan dy = 2x dx, dus je kunt er:
    sin(y) dy van maken.

    Dat is dus meestal wat je doet, zoeken of je zowel een factor als z'n afgeleide kunt vinden (want beide heb je nodig). In jouw geval introduceer je die afgeleide door een extra factor '1' te introduceren, die gelukkig uitkomt.
    Bioman_1maandag 18 februari 2008 @ 19:30
    Ik heb een natuurkunde vraagje. Het is een tijd geleden dat ik met dot soort opgaven bezig ben geweest en het is allemaal een beetje ver weg gezakt :S Het gaat over iets electro-magnetisme-achtigs...

    Consider a cubical volume of a uniform water sample, 10 cm on a side, in a constant magnetic field of 1 T, and at a temperature of 300 K.

    a) Estimate the EMF (electromotive force) induced in a coil which has a constant magnetic field per unit current over the sample of 1 Gauss / A.

    Heb geen idee meer hoe ik zoiets moet aanpakken. Ik weet nog dat de emf gelijk is aan de tijdsafgeleide van de flux (of zoiets) maar verder houdt het wel op...

    Wie kan mij helpen?

    EDIT: Ik het zelf het volgende bedacht. De flux wordt gegeven door het inproduct van het veld met een oppervlakte (of zoiets ). Dus het enige dat, in deze situatie, tijdsafhankelijk kan zijn is de hoek tussen het veld en het oppervlak. Maar hoe druk je die hoek uit? Of zit ik nu helemaal verkeerd?

    [ Bericht 21% gewijzigd door Bioman_1 op 18-02-2008 20:20:57 ]
    Borizzzmaandag 18 februari 2008 @ 21:17
    Hoe gaat dan het vinden van de volgende primitieven. Deels ben ik al een einde; maar ik weet niet zeker of ik op de goede weg zit.

    A: f(x)= sin^2(x) ik kan zeggen f(x)=(0,5-0,5*cos(2x)) goniotrucendoos.
    B: f(x)= sin^3(x) ;kan dit dan partieel met gegevens uit A?
    C: f(x)=ln(x) / x; partieel met f'=1/x en g=ln(x); ik kom dan op ln^2(x)+1/x.
    D: f(x)=sqrt(1+sqrt(x)) ; ik denk aan subs y=1+sqrt(x); dan kom ik op sqrt(y) * 2y dy. vervolgen met partieel integreren.
    E: f(x)=sin(x+sin(x)); ik denk aan subs y=x + sin(x); maar dan heb ik dy=1+cos(x)dx en daar kom ik niet echt verder mee.
    F: f(x)=sqrt(1-x^2); ik denk aan subs y=1-x^2, maar ook hier levert dit weinig op. Of moet ik in de richting van arcsin(x) denken?

    sorry voor de vele vragen, maar deze boel moet ik echt opfrissen.

    [ Bericht 12% gewijzigd door Borizzz op 18-02-2008 21:49:20 ]
    GlowMousemaandag 18 februari 2008 @ 21:50
    A klopt, primitiveren is nu eenvoudig.
    B kan inderdaad, maar daarna moet je nog meer gonio omschrijven en flink doorschrijven
    C ik kom met jouw partiele integratie op ln²(x) - integraal ln(x)/x dx. Hiermee kom je trouwens wel verder.
    D met jouw substitutie kom ik op dx = 2*sqrt(x) dy = 2*(1-y) dy, en dan zie ik nog niet hoe ik bij jouw ding uitkom. Partieel integreren zou bij jouw ding niet meer hoeven: 2*y3/2 kun je direct primitiveren.
    E ik zie niet hoe deze kan.
    F Die substitutie is niet zo goed omdat je direct na substitueren een vervelende uitdrukking overhoudt. Goniometrische formules hebben een primitieve met in de noemer iets met een wortel en een x², misschien dat je hem daarnaartoe kunt omschrijven (kijk evt. hoe je ln(x) primitiveert, dit gaat vergelijkbaar).
    Iblismaandag 18 februari 2008 @ 21:52
    quote:
    Op maandag 18 februari 2008 21:17 schreef Borizzz het volgende:
    Hoe gaat dan het vinden van de volgende primitieven

    A: f(x)= sin^2(x) ik kan zeggen f(x)=(0,5-0,5*cos(2x)) goniotrucendoos.
    Ja, dat is de handigste manier, dan ben je je kwadraat kwijt en dan lukt het gemakkelijk.
    quote:
    B: f(x)= sin^3(x) ;kan dit dan partieel met gegevens uit A?
    Er zijn tal van manieren voor, maar de handigste is denk ik:

    sin3(x) = sin(x)(1 - cos2(x)). Subst y = cos(x), dan dy = -sin(x), dit geeft ons:

    f(x) = (y^2 - 1)dy

    En dat integreer je zo.
    quote:
    C: f(x)=ln(x) / x; partieel met f'=1/x en g=ln(x); ik kom dan op ln^2(x)+1/x.
    Partieel moet kunnen, maar je antwoord is fout. Substitutie is handiger: Zeg y = ln(x), dan dy = (1/x) dx, dus dan gaat je formule over in:
    y dy, en dan vind je 1/2y^2, of wel 1/2ln2(x).
    quote:
    D: f(x)=sqrt(1+sqrt(x)) ; ik denk aan subs y=1+sqrt(x)
    Als je dat doet, dan dy = 1/(2sqrt(x)) en dan moet je weer die factor erin prutsen, dat is in dit geval nog wat lastiger. Ik zie zo even niet hoe. Ik denk dat er een beetje vernuftig gesplitst moet worden.
    quote:
    E: f(x)=sin(x+sin(x)); ik denk aan subs y=x + sin(x)
    Deze zie ik even helemaal niet gebeuren.
    quote:
    F: f(x)=sqrt(1-x^2); ik denk aan subs y=1-x^2
    Aan die substitutie heb je niets. Je krijgt dan dy = 2x dx, en zie dat maar eens erin te frummelen. Volgens mij moet je richting arcsin (waarvan de afgeleide) 1/(sqrt(1 + x^2)) is werken! Ik zal er nog eens over nadenken.

    Nogmaals: Substitutie is handig op het moment dat je zowel een functie als z'n afgeleide in je integraal ziet staan. Als je dat niet ziet, moet je dat eerst voor elkaar krijgen.
    harrypielmaandag 18 februari 2008 @ 21:59
    quote:
    Op maandag 18 februari 2008 21:17 schreef Borizzz het volgende:
    Hoe gaat dan het vinden van de volgende primitieven

    A: f(x)= sin^2(x) ik kan zeggen f(x)=(0,5-0,5*cos(2x)) goniotrucendoos.
    ...en daarmee zit je gelijk op de goede weg: F(x) = 1/2 * x - 1/4 * sin(2x)
    quote:
    B: f(x)= sin^3(x) ;kan dit dan partieel met gegevens uit A?
    Naah, je kan beter eerst

    f(x) = sin3(x) =
    f(x) = sin(x)*sin2
    f(x) = sin(x) *(1 - cos2) =
    f(x) = sin(x) - sin(x)*cos2

    proberen en deze vervolgens tot

    INT (sin(x) - sin(x)*cos2) d(x) =
    INT (1 - cos2(x)) d(-cos(x)) =

    -cos(x) + 1/3 * cos3(x) = F(x)

    schrijven
    quote:
    C: f(x)=ln(x) / x; partieel met f'=1/x en g=ln(x); ik kom dan op ln^2(x)+1/x.
    Helaasch

    INT ln(x)/x dx = INT ln(x) d(ln(x)) = 1/2 * ln2|x| = F(x)
    quote:
    F: f(x)=sqrt(1-x^2); ik denk aan subs y=1-x^2
    F(x) = sqrt(1-x2) + x*arcsin(x)

    D en E kan ik je ff niet blij mee maken
    GlowMousemaandag 18 februari 2008 @ 22:03
    D en E kunnen door de pc ook niet geprimitiveerd worden, wat vaak (maar niet altijd) een teken is dat de primitieve niet bestaat.
    quote:
    Partieel moet kunnen
    Partieel is leuker zelfs
    integraal ln(x)/x dx = ln²(x) - integraal ln(x)/x dx
    dus integraal ln(x)/x dx = ln²(x)/2
    Iblismaandag 18 februari 2008 @ 22:10
    quote:
    Op maandag 18 februari 2008 22:03 schreef GlowMouse het volgende:
    D en E kunnen door de pc ook niet geprimitiveerd worden, wat vaak (maar niet altijd) een teken is dat de primitieve niet bestaat.
    [..]

    Partieel is leuker zelfs
    integraal ln(x)/x dx = ln²(x) - integraal ln(x)/x dx
    dus integraal ln(x)/x dx = ln²(x)/2
    The Integrator geeft voor D:
    [edit] Bah, die plaatjes blijven niet staan[/edit]

    4/15(sqrt(x) + 1)^(3/2)*(3*sqrt(x) - 2)

    Soms kun je door zoiets te differentiëren weer een hint krijgen hoe je je formule kunt herschrijven zodat je wel kutn substitueren.
    harrypielmaandag 18 februari 2008 @ 22:17
    Even brainstormen levert me dit op

    sqrt(1 + sqrt(x)) =
    sqrt(( sqrt(x) + x) / sqrt(x) ) = binnen het wortelteken teller en noemer met sqrt(x) vermenigvuldigen
    sqrt (sqrt(x) + x) / sqrt(x) teller en noemer onder aparte worteltekens zetten

    schrijf nu
    INT (sqrt (sqrt(x) + x) / sqrt(x) ) dx als
    INT (sqrt (sqrt(x) + sqrt(x)*sqrt(x)) d(1/2 * sqrt(x)) = wortelterm in de noemer voor de d gooien
    1/2 * INT (sqrt (sqrt(x) + sqrt(x)*sqrt(x)) d(sqrt(x)) =
    1/2 *INT (sqrt (u + u*u) du u voor sqrt(x) substitueren

    [ Bericht 4% gewijzigd door harrypiel op 18-02-2008 22:23:53 ]
    Borizzzmaandag 18 februari 2008 @ 22:19
    Bij D: f(x)=sqrt(1+sqrt(x)) ; ik denk aan subs y=1+sqrt(x) heb ik het volgende gedaan
    y=1+sqrt(x) dus dy= 1/(2*sqrt(x)) dx

    ik schrijf nu
    f(x)=sqrt(1+sqrt(x)) = sqrt(1+sqrt(x)) * 2sqrt(x) * 1/(2sqrt(x))
    omdat y=1+sqrt(x) volgt 2sqrt(x)=2(y-1)
    volgens mij krijg je dan sqrt(y) * 2y dy
    maar dit is een beetje gegoochel uit de hoge hoed misschien maar iets beters kan ik niet verzinnen zo...
    zuiderbuurmaandag 18 februari 2008 @ 22:47
    quote:
    Op maandag 18 februari 2008 22:19 schreef Borizzz het volgende:
    Bij D: f(x)=sqrt(1+sqrt(x)) ; ik denk aan subs y=1+sqrt(x) heb ik het volgende gedaan
    y=1+sqrt(x) dus dy= 1/(2*sqrt(x)) dx

    ik schrijf nu
    f(x)=sqrt(1+sqrt(x)) = sqrt(1+sqrt(x)) * 2sqrt(x) * 1/(2sqrt(x))
    omdat y=1+sqrt(x) volgt 2sqrt(x)=2(y-1)
    volgens mij krijg je dan sqrt(y) * 2y dy
    maar dit is een beetje gegoochel uit de hoge hoed misschien maar iets beters kan ik niet verzinnen zo...
    Ik vind :



    Ik stel ook sqrt(x)+1=y, maar dan doe ik :

    x =(y-1)^2
    en vervolgens :

    dx = 2*(y-1)*dy

    (Het werkt hoor, Maple geeft me gelijk )
    Borizzzmaandag 18 februari 2008 @ 22:55
    Een primitieve van (2x+1) / (x^2+x) lijkt me ln(x^2+x) te zijn. Maar the integrator geeft iets heel anders...
    Iblismaandag 18 februari 2008 @ 23:01
    quote:
    Op maandag 18 februari 2008 22:55 schreef Borizzz het volgende:
    Een primitieve van (2x+1) / (x^2+x) lijkt me ln(x^2+x) te zijn. Maar the integrator geeft iets heel anders...
    Bij mij geeft die ln(x) + ln(x + 1). En dat dat hetzelfde is volgt uit: log(ab) = log(a) + log(b), dus:

    ln(x) + ln(x + 1) = ln(x(x + 1)) = ln(x^2 + x).

    Waarbij ik ln en log even als synoniemen gebruik.
    Borizzzmaandag 18 februari 2008 @ 23:05
    quote:
    Op maandag 18 februari 2008 22:47 schreef zuiderbuur het volgende:

    [..]

    Ik vind :

    [ afbeelding ]

    Ik stel ook sqrt(x)+1=y, maar dan doe ik :

    x =(y-1)^2
    en vervolgens :

    dx = 2*(y-1)*dy

    (Het werkt hoor, Maple geeft me gelijk )
    Klopt; al werkt y=1+sqrt(x) en daaruit volgnd 2*sqt(x) =2(y-1) en dy=1/(2sqrt(x) dx ook.
    Levert exact hetzelfde antwoord op.
    Iblismaandag 18 februari 2008 @ 23:12
    quote:
    Op maandag 18 februari 2008 23:05 schreef Borizzz het volgende:

    [..]

    Klopt; al werkt y=1+sqrt(x) en daaruit volgnd 2*sqt(x) =2(y-1) en dy=1/(2sqrt(x) dx ook.
    Levert exact hetzelfde antwoord op.
    Hoe werk je dat v erder uit? Dan heb je dy = 1/(2sqrt(x)), prima.

    Maar, in:

    sqrt(sqrt(x) + 1)dx

    Is géén factor 1/(2sqrt(x)) die je kunt vervangen. Hoe wil je dat doen? Hoe introduceer je die? Kun je je berekening tonen, want volgens mij gebeurt er iets illegaals.

    De oplossing van zuiderbuur is erg vernuftig.
    Borizzzmaandag 18 februari 2008 @ 23:23
    ik had
    y=1+sqrt(x)
    dy=1/(2*sqrt(x)) dx
    sqrt(x)=y-1
    2*sqrt(x)=2(y-1)

    sqrt(1+sqrt(x)) dx = sqrt(1+sqrt(x)) * 2*sqrt(x) * 1/(2*sqrt(x)) dx
    substitutie toepassen
    sqrt(y) * 2(y-1) * dy
    uitwerken en integreren maar dacht ik....
    Iblismaandag 18 februari 2008 @ 23:29
    quote:
    Op maandag 18 februari 2008 23:23 schreef Borizzz het volgende:
    ik had
    y=1+sqrt(x)
    dy=1/(2*sqrt(x)) dx
    sqrt(x)=y-1
    2*sqrt(x)=2(y-1)

    sqrt(1+sqrt(x)) dx = sqrt(1+sqrt(x)) * 2*sqrt(x) * 1/(2*sqrt(x)) dx
    substitutie toepassen
    sqrt(y) * 2(y-1) * dy
    uitwerken en integreren maar dacht ik....
    Ja. Dat is prima. D'oh.
    Borizzzmaandag 18 februari 2008 @ 23:30
    Kijk, nu heb ik in de afgelopen twee dagen toch aardig wat bijgeleerd Integreren en differentieren.
    Thanks!
    Borizzzdinsdag 19 februari 2008 @ 13:47
    Als je f(x)= (ln(x)/(x) dx integreert van vind je F(x)=ln^2(x) (via substitutie).
    Hoe vind je dit met partiele integratie? Want deze moet m.i. ook kunnen.
    Als je f=1/x neemt en g'=ln(x) dan vindt je dezelfde vorm terug achter het integraal teken, en lijk je niets op te schieten.
    Iblisdinsdag 19 februari 2008 @ 14:11
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 13:47 schreef Borizzz het volgende:
    Als je f(x)= (ln(x)/(x) dx integreert van vind je F(x)=ln^2(x) (via substitutie).
    Hoe vind je dit met partiele integratie? Want deze moet m.i. ook kunnen.
    Als je f=1/x neemt en g'=ln(x) dan vindt je dezelfde vorm terug achter het integraal teken, en lijk je niets op te schieten.
    Met substitutie:

    ln(x)/x dx = y dy => 1/2y2 => 1/2ln2(x). Niet ln2(x).

    Met Part. Integratie:

    ∫ ln(x)/x dx = ln(x)2 - ∫ ln(x)/x dx

    Zoals jij opmerkte. Dan volgt nu de truc. Breng: ∫ ln(x)/x dx naar de andere kant:

    2 ∫ ln(x)/x dx = ln(x)2

    Ofwel:
    ∫ ln(x)/x dx = 1/2 ln(x)2
    thiamatdinsdag 19 februari 2008 @ 20:23
    Voor mij ogenschijnlijk een waardeloos simpel sommetje, maar ik kom er ff niet uit.

    1 spoor, 2 treinen, beide in dezelfde richting. De een rijdt met 40 m/s (1), de ander met 30 m/s (2). De afstand tussen beide is 250 m als (1) begint te remmen. Deze negatieve versnelling is - als het gevolg van warmworden van de remmen- gelijk aan de volgende functie van de tijd:
    a (t) = -2 + 0,01t

    a. Botsen ze?
    b. Zo ja, waar en na hoeveel tijd. Zonee, waar stopt trein 1 en waar stopt trein 2?

    Ik zou jullie erg dankbaar zijn als dit opgelost kan worden
    harrypieldinsdag 19 februari 2008 @ 20:28
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 13:47 schreef Borizzz het volgende:
    Als je f(x)= (ln(x)/(x) dx integreert van vind je F(x)=ln^2(x) (via substitutie).
    Hoe vind je dit met partiele integratie? Want deze moet m.i. ook kunnen.
    Als je f=1/x neemt en g'=ln(x) dan vindt je dezelfde vorm terug achter het integraal teken, en lijk je niets op te schieten.
    Zie mijn uitleg; je moet de afgeleide van ln|x| , oftewel 1/x voor de d zetten en primitieveren tot precies ln|x| , zodat je INT ln|x| d(ln|x|) krijgt. Je kan eventueel substitutie toepassen en u voor ln|x| schijven als je denkt het overzicht te verliezen, maar strikt genomen is dat niet nodig.

    edit: iblis was me al voor.
    Iblisdinsdag 19 februari 2008 @ 20:46
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 20:23 schreef thiamat het volgende:
    Voor mij ogenschijnlijk een waardeloos simpel sommetje, maar ik kom er ff niet uit.

    1 spoor, 2 treinen, beide in dezelfde richting. De een rijdt met 40 m/s (1), de ander met 30 m/s (2). De afstand tussen beide is 250 m als (1) begint te remmen. Deze negatieve versnelling is - als het gevolg van warmworden van de remmen- gelijk aan de volgende functie van de tijd:
    a (t) = -2 + 0,01t

    a. Botsen ze?
    b. Zo ja, waar en na hoeveel tijd. Zonee, waar stopt trein 1 en waar stopt trein 2?

    Ik zou jullie erg dankbaar zijn als dit opgelost kan worden
    Het gezwets dat hier stond kan weg. Maar nogmaals, wat is je eigen idee? Met integralen e.d. is het prima op te lossen, maar misschien is dat niet echt de bedoeling.

    [ Bericht 11% gewijzigd door Iblis op 19-02-2008 21:16:51 ]
    zuiderbuurdinsdag 19 februari 2008 @ 20:47
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 20:23 schreef thiamat het volgende:
    Voor mij ogenschijnlijk een waardeloos simpel sommetje, maar ik kom er ff niet uit.

    1 spoor, 2 treinen, beide in dezelfde richting. De een rijdt met 40 m/s (1), de ander met 30 m/s (2). De afstand tussen beide is 250 m als (1) begint te remmen. Deze negatieve versnelling is - als het gevolg van warmworden van de remmen- gelijk aan de volgende functie van de tijd:
    a (t) = -2 + 0,01t

    a. Botsen ze?
    b. Zo ja, waar en na hoeveel tijd. Zonee, waar stopt trein 1 en waar stopt trein 2?

    Ik zou jullie erg dankbaar zijn als dit opgelost kan worden
    Ik zou zeggen "ja", maar ik kom geen mooie vergelijking uit.
    De treinen botsen volgens mij na 4.03 seconden (en ook nog eens 33.03 seconden en zelfs een derde keer na 562.93 seconden, maar dat heeft fysisch totaal geen betekenis )
    de_priesterdinsdag 19 februari 2008 @ 20:50
    errr die treinen kunnen maar 1x batsen

    tis een lineaire vergelijking, geen derdegraads
    de_priesterdinsdag 19 februari 2008 @ 20:51
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 20:50 schreef de_priester het volgende:
    errr die treinen kunnen maar 1x batsen

    tis een lineaire vergelijking, geen derdegraads
    o wacht, ik lul poep.....
    zet gewoon even een leuke integraal op joh
    wff.,...
    zuiderbuurdinsdag 19 februari 2008 @ 20:56
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 20:51 schreef de_priester het volgende:

    [..]

    o wacht, ik lul poep.....
    zet gewoon even een leuke integraal op joh
    wff.,...
    Heb ik ook gedaan, mijn resultaten zijn dan waarschijnlijk ook correct....alleen vraag ik me af of je dit wel met de hand kan doen...(de mooiste oefeningen worden met de hand gedaan )
    de_priesterdinsdag 19 februari 2008 @ 20:58
    1
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    9
    10
    11
    12
    13
    14
    15
    16
    17
    18
    19
    20
    21
    22
    23
    Trein 1
    a (t) = -2 + 0,01t 
    v (t) = -2t + 0,005t^2 + C1  (integreer a(t) naar t )
    s(t)  = -t^2 + (0,005/3)t^3+C1t+C2  (integreer v(t) naar t )

    Trein 2
    a(t) = 0
    v(t) = C3
    s(t) = C3t + C4

    nu ff constanten invullen:
    C1 = 40
    C2 = 250
    C3 = 30
    C4 = 0

    Uitgaande dat je de positie van trein 2 op t=0 neemt: s=0

    dusssss: 
    s(t)  = -t^2 + (0,005/3)t^3+40t+250 
    s(t) = 30t + 0
    ofteweellll
    s(t)  = -t^2 + (0,005/3)t^3+10t+250 


    dan ff de kleinste t invullen in andere formules en tadaaa
    Iblisdinsdag 19 februari 2008 @ 21:15
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 20:47 schreef zuiderbuur het volgende:

    [..]

    Ik zou zeggen "ja", maar ik kom geen mooie vergelijking uit.
    De treinen botsen volgens mij na 4.03 seconden (en ook nog eens 33.03 seconden en zelfs een derde keer na 562.93 seconden, maar dat heeft fysisch totaal geen betekenis )
    Je maakt dezelfde fout als ik. De treinen rijden in dezelfde richting.
    zuiderbuurdinsdag 19 februari 2008 @ 21:19
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 21:15 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Je maakt dezelfde fout als ik. De treinen rijden in dezelfde richting.
    In dezelfde richting, woops
    Ja, dat is duidelijk, nu vind ik netjes 25 s
    thiamatdinsdag 19 februari 2008 @ 21:29
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 20:46 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Het gezwets dat hier stond kan weg. Maar nogmaals, wat is je eigen idee? Met integralen e.d. is het prima op te lossen, maar misschien is dat niet echt de bedoeling.
    Ik was ook met integralen aan het knoeien.. van versnelling naar snelheid naar plaats kon ik wel integreren maar ik wist niet goed wat te doen met de constanten.

    De_Priester , bedankt! Hoe wist jij wel wat je met de constante's moest doen?

    En nu ga ik me hard schamen.. maar wat moet er uit die laatste formule's komen? Het moge duidelijk zijn dat ik op een dood spoor zit bij deze opdracht

    [ Bericht 14% gewijzigd door thiamat op 19-02-2008 21:38:15 ]
    Iblisdinsdag 19 februari 2008 @ 21:40
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 21:29 schreef thiamat het volgende:

    [..]

    Ik was ook met integralen aan het knoeien.. van versnelling naar snelheid naar plaats kon ik wel integreren maar ik wist niet goed wat te doen met de constanten.

    De_Priester , bedankt! Hoe wist jij wel wat je met de constante's moest doen?
    Op zich is dat logisch als je de fysische interpretatie erbij pakt, dan blijkt dat de integratieconstante de beginsnelheid is. Uitgebreid:

    Je weet:
    d v(t)/dt = a(t), ofwel v(t) = ∫ a(t) dt

    Dat geeft het idee, maar a(t) geeft alléén de verandering van snelheid. Als je hebt dat v(t) = t^2 + 30, om maar eens iets buitensporings te noemen, dan zie je dat die beginsnelheid verdwijnt als je differentieert. De snelheidsverandering is 2t. Dat geldt echter ook voor t^2 + 15000. Terwijl op zich de daadwerkelijke snelheid heel ander is.

    Als je het nu wiskundig bekijkt zeg je: Gegeven a(t) = - 2 + 0.01t, dan heb ik v(t) = -2t + 0.005t^2 + C. Waarbij C zo gekozen moet worden dat het overeenkomt met de snelheid op v(0), en die is gegeven, voor de trein is dat 40m/s. Je moet hebben:
    40 = -2*0 + 0.005*0^2 + C => C = 40.

    Zoiets wordt een randvoorwaarde genoemd, en dat is eigenlijk wat je integratieconstante bepaalt. Meestal is dat de beginsnelheid, maar het zou kunnen zijn dat je b.v. zoiets krijgt:

    "Een automobilist rijdt met hoge snelheid over de weg, hij ziet in de verte een flitspaal, en trapt vol op de rem, na 10s komt hij langs de flitspaal met een snelheid van 40 m/s, en hij remde met a(t) = -2 + 0.01t. Bereken z'n oorspronkelijke snelheid.

    Dan kom je dus weer op v(t) = -2t + 0.005t^2 + C, maar nu met het gegeven dat v(10) = 40. En dan krijg je dat C 59.5 moet zijn geweest (rekenfouten voorbehouden), ofwel dat hij 214km/h reed op t=0.
    Iblisdinsdag 19 februari 2008 @ 21:42
    Het is met trouwens nog niet duidelijk of trein 1 nou de enige is die remt, of niet. Je zegt: "b. Zo ja, waar en na hoeveel tijd. Zonee, waar stopt trein 1 en waar stopt trein 2?"

    Waarom zou trein 2 stoppen?

    Ik zie het zo:

    Trein 1 rijdt 2 achterop, ontdekt dat 250m voor trein 1, en begint te remmen. Trein 2 rijdt gewoon door, dus stopt niet. Knalt 1 erachterop, of niet? Dat is de vraag toch?
    thiamatdinsdag 19 februari 2008 @ 21:44
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 21:40 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Op zich is dat logisch als je de fysische interpretatie erbij pakt, dan blijkt dat de integratieconstante de beginsnelheid is. Uitgebreid:

    Je weet:
    d v(t)/dt = a(t), ofwel v(t) = ∫ a(t) dt

    Dat geeft het idee, maar a(t) geeft alléén de verandering van snelheid. Als je hebt dat v(t) = t^2 + 30, om maar eens iets buitensporings te noemen, dan zie je dat die beginsnelheid verdwijnt als je differentieert. De snelheidsverandering is 2t. Dat geldt echter ook voor t^2 + 15000. Terwijl op zich de daadwerkelijke snelheid heel ander is.

    Als je het nu wiskundig bekijkt zeg je: Gegeven a(t) = - 2 + 0.01t, dan heb ik v(t) = -2t + 0.005t^2 + C. Waarbij C zo gekozen moet worden dat het overeenkomt met de snelheid op v(0), en die is gegeven, voor de trein is dat 40m/s. Je moet hebben:
    40 = -2*0 + 0.005*0^2 + C => C = 40.

    Zoiets wordt een randvoorwaarde genoemd, en dat is eigenlijk wat je integratieconstante bepaalt. Meestal is dat de beginsnelheid, maar het zou kunnen zijn dat je b.v. zoiets krijgt:

    "Een automobilist rijdt met hoge snelheid over de weg, hij ziet in de verte een flitspaal, en trapt vol op de rem, na 10s komt hij langs de flitspaal met een snelheid van 40 m/s, en hij remde met a(t) = -2 + 0.01t. Bereken z'n oorspronkelijke snelheid.

    Dan kom je dus weer op v(t) = -2t + 0.005t^2 + C, maar nu met het gegeven dat v(10) = 40. En dan krijg je dat C 59.5 moet zijn geweest (rekenfouten voorbehouden), ofwel dat hij 214km/h reed op t=0.
    Dankje, erg verhelderend!
    thiamatdinsdag 19 februari 2008 @ 21:45
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 21:42 schreef Iblis het volgende:
    Het is met trouwens nog niet duidelijk of trein 1 nou de enige is die remt, of niet. Je zegt: "b. Zo ja, waar en na hoeveel tijd. Zonee, waar stopt trein 1 en waar stopt trein 2?"

    Waarom zou trein 2 stoppen?

    Ik zie het zo:

    Trein 1 rijdt 2 achterop, ontdekt dat 250m voor trein 1, en begint te remmen. Trein 2 rijdt gewoon door, dus stopt niet. Knalt 1 erachterop, of niet? Dat is de vraag toch?
    het moet zijn: "waar is trein 2 op het moment dat trein 1 stil komt te staan" .. in het geval dat ze niet botsen natuurlijk.
    thiamatdinsdag 19 februari 2008 @ 21:54
    de_priester, of iemand anders natuurlijk, zou je nog even kunnen uitleggen hoe het dan verder gaat. Het lukt me zelfs na je mooie laatste formule's niet.
    Iblisdinsdag 19 februari 2008 @ 22:10
    Ik kom nu op het volgende:

    a1 = -2 + 0,01t
    v1 = ∫a(t) dt = -2t + 0,005t2 + C

    C wordt door de beginsnelheid gegeven, 40m/s, dus:
    v1 = -2t + 0,005t2 + 40

    s1 = ∫v(t) dt = 40t -t2 + (0,005)/3 t3

    Merk op dat we de integratieconstante nu 0 kiezen, want ik kies zelf dat trein 1 op afstand 0 begint.

    Voor s2 vinden we eigenlijk direct: 250 + 30t

    Dan krijgen we als afstand tussen de twee treinen:

    s2 - s1 = 250 - 10t + t2 - (0,005)/3 t3

    We kunnen eerst oplossen wanneer trein 1 (vooropgesteld dat er niet gebotst wordt) stilstaat.

    We kunnen 21.11s invullen in s1 en s2. Dan blijkt dat s1 op 414m is, en s2 op 883.4m. s1 heeft s2 dus niet ingehaald. Dat zegt strict-genomen niet dat ze niet botsen, maar aan de hand van de afgeleide van s1 (v1) is te zien dat op het interval van 0..21.11 de functie monotoon stijgend is. En dat geldt ook voor s2.

    Als ze wel zouden botsen zou het moeilijker worden, want s2 - s1 is een derde graads vergelijking en die is weliswaar met de hand op te lossen met Cardano's manier, maar dat is niet triviaal.
    thiamatdinsdag 19 februari 2008 @ 22:20
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 22:10 schreef Iblis het volgende:
    Ik kom nu op het volgende:

    a1 = -2 + 0,01t
    v1 = ∫a(t) dt = -2t + 0,005t2 + C

    C wordt door de beginsnelheid gegeven, 40m/s, dus:
    v1 = -2t + 0,005t2 + 40

    s1 = ∫v(t) dt = 40t -t2 + (0,005)/3 t3

    Merk op dat we de integratieconstante nu 0 kiezen, want ik kies zelf dat trein 1 op afstand 0 begint.

    Voor s2 vinden we eigenlijk direct: 250 + 30t

    Dan krijgen we als afstand tussen de twee treinen:

    s2 - s1 = 250 - 10t + t2 - (0,005)/3 t3

    We kunnen eerst oplossen wanneer trein 1 (vooropgesteld dat er niet gebotst wordt) stilstaat.

    We kunnen 21.11s invullen in s1 en s2. Dan blijkt dat s1 op 414m is, en s2 op 883.4m. s1 heeft s2 dus niet ingehaald. Dat zegt strict-genomen niet dat ze niet botsen, maar aan de hand van de afgeleide van s1 (v1) is te zien dat op het interval van 0..21.11 de functie monotoon stijgend is. En dat geldt ook voor s2.

    Als ze wel zouden botsen zou het moeilijker worden, want s2 - s1 is een derde graads vergelijking en die is weliswaar met de hand op te lossen met Cardano's manier, maar dat is niet triviaal.
    Erg bedankt hoor. 't Waren ook maar een paar inleidende sommetjes voor wat mechanica maar toch vreemd dat ik hier zo'n moeite mee had. Thermodynamica van onze atmosfeer gaat me vreemd genoeg beter af.
    de_priesterdinsdag 19 februari 2008 @ 23:42
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 21:40 schreef Iblis het volgende:


    Zoiets wordt een randvoorwaarde genoemd, en dat is eigenlijk wat je integratieconstante bepaalt.
    wil niet mierenneuken, op slakken zout strooien of andersoortig ongein doen, maar het zijn geen randvoorwaarden.

    Het is in feite een beginwaardeprobleem van een erg simpele differentiaalvergelijking.
    Randvoorwaarden zijn bijvoorbeeld het domein: {(x,y),x>0,y>0} en het bereik

    de_priesterdinsdag 19 februari 2008 @ 23:44
    overigens, waarom rijden die twee treinen überhaupt op datzelfde spoor op dat moment en waarom stopt juist de voorste? reken dat maar eens uit!
    Iblisdinsdag 19 februari 2008 @ 23:55
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 23:42 schreef de_priester het volgende:

    [..]

    wil niet mierenneuken, op slakken zout strooien of andersoortig ongein doen, maar het zijn geen randvoorwaarden.

    Het is in feite een beginwaardeprobleem van een erg simpele differentiaalvergelijking.
    Randvoorwaarden zijn bijvoorbeeld het domein: {(x,y),x>0,y>0} en het bereik

    Je hebt gelijk. Mea culpa.
    Haushoferwoensdag 20 februari 2008 @ 10:09
    Hey Iblis, hoe doe jij die geile integraaltekentjes?
    Ibliswoensdag 20 februari 2008 @ 10:25
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 10:09 schreef Haushofer het volgende:
    Hey Iblis, hoe doe jij die geile integraaltekentjes?
    Ik copy-paste ze. B.v. van Integral sign. Maar & int; moet ook werken. ∫ x dx = 1/2x2.
    Haushoferwoensdag 20 februari 2008 @ 13:26
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 10:25 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Ik copy-paste ze. B.v. van Integral sign. Maar & int; moet ook werken. ∫ x dx = 1/2x2.
    Tov Totdat LaTeX hier wordt geïmplementeerd moeten we het hier maar mee doen, denk ik
    keesjeisliefwoensdag 20 februari 2008 @ 19:45
    quote:
    Op dinsdag 19 februari 2008 23:42 schreef de_priester het volgende:

    [..]

    wil niet mierenneuken, op slakken zout strooien of andersoortig ongein doen, maar het zijn geen randvoorwaarden.

    Het is in feite een beginwaardeprobleem van een erg simpele differentiaalvergelijking.
    Randvoorwaarden zijn bijvoorbeeld het domein: {(x,y),x>0,y>0} en het bereik

    Nonsens, de term "randvoorwaarden" wordt vaak genoeg gebruikt om in het algemeen een set voorwaarden aan de rand van het domein van een d.v. aan te duiden.
    Borizzzwoensdag 20 februari 2008 @ 19:53
    Nog een paar integralen dan waar ik (nog) niet uitkom.
    Per integraal zal ik mijn idee vermelden;

    A: f(x) = sin^3(x)
    f(x) = sin(x) * sin^2(x)
    ik herschijf dit als f(x) = sin(x) * (0,5 - 0,5*cos(2x))
    vervolgens uitvermenigvuldigen
    f(x) = 0,5sin(x) - 0,5sin(x)cos(x)
    vervolgens de regel: sin(2x) = 2sin(x)cos(x)
    f(x) = 0,5sin(x) - 0,25sin(x)
    f(x) = 0,25sin(x)
    maar ik weet niet zeker of deze stappen correct zijn.

    B:f(x) = sin (x + sin(x))
    ik deed de substitutie y=sin x met dy=cos(x)dx en x=arcsin(y)
    ik hoopte dan dat de "sin" en "arcsin" elkaar ergens zouden gaan opheffen.
    f(x) = sin (arcsin(y) + y )
    en dan verder... misschien met de regel sin(x+y) = sin x cos y + cos x sin y ?

    C: f(x) = sqrt(1-x^2)
    Dit lijkt op iets in de richting van arcsin. Dus ik deed subs y= arcsin (x) met dy=1/(1-x^2) dx
    Maar ook dan loop ik nog vast of zie ik iets over het hoofd?

    Alvast bedankt!
    freisswoensdag 20 februari 2008 @ 19:57
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 19:53 schreef Borizzz het volgende:
    ik herschijf dit als f(x) = sin(x) * (0,5 - 0,5*cos(2x))
    vervolgens uitvermenigvuldigen
    f(x) = 0,5sin(x) - 0,5sin(x)cos(x)
    Dit is fout. Het is cos(2x), en niet cos(x)
    keesjeisliefwoensdag 20 februari 2008 @ 20:03
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 19:53 schreef Borizzz het volgende:
    Nog een paar integralen dan waar ik (nog) niet uitkom.
    Per integraal zal ik mijn idee vermelden;

    A: f(x) = sin^3(x)
    A kan bijv. ook door te schrijven f(x) = sin(x) * sin^2(x) = sin(x)*(1-cos^2(x)) en dan te substitueren u(x) = cos(x). .
    Borizzzwoensdag 20 februari 2008 @ 20:14
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 20:03 schreef keesjeislief het volgende:

    [..]

    A kan bijv. ook door te schrijven f(x) = sin(x) * sin^2(x) = sin(x)*(1-cos^2(x)) en dan te substitueren u(x) = cos(x). .
    Hoe zie je die uitwerking dan voor je? ik zie m niet; omdat er nog een vermenigvuldiging in voorkomt.
    Ibliswoensdag 20 februari 2008 @ 20:17
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 19:53 schreef Borizzz het volgende:
    Nog een paar integralen dan waar ik (nog) niet uitkom.
    Per integraal zal ik mijn idee vermelden;

    A: f(x) = sin^3(x)
    f(x) = sin(x) * sin^2(x)
    ik herschijf dit als f(x) = sin(x) * (0,5 - 0,5*cos(2x))
    vervolgens uitvermenigvuldigen
    Hier gaat het al fout, want je verschrijft de 2x naar x.
    quote:
    f(x) = 0,5sin(x) - 0,5sin(x)cos(x)
    vervolgens de regel: sin(2x) = 2sin(x)cos(x)
    Hier gaat het weer mis. Je hebt 2*0.25 * sin(x)*cos(x), dus je krijgt: 0.25*sin(2x)

    Maar ik had die al voorgedaan. Het makkelijkst is:
    ∫ sin3(x) dx = ∫ sin(x)(1 - cos2(x)) dx.

    Zeg nu: y = cos(x). Dan dy = -sin(x) dx. Als we dat invullen krijgen we:

    ∫ y2 - 1 dy = 1/3 y3 - y, en dan substitueren we terug:

    1/3 cos3(x) + cos(x).

    B en C weet ik ook niet.
    keesjeisliefwoensdag 20 februari 2008 @ 20:29
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 19:53 schreef Borizzz het volgende:

    C: f(x) = sqrt(1-x^2)
    Dit lijkt op iets in de richting van arcsin. Dus ik deed subs y= arcsin (x) met dy=1/(1-x^2) dx
    Maar ook dan loop ik nog vast of zie ik iets over het hoofd?

    Alvast bedankt!
    Oh ja, C kan zoals zo vaak met die dingen door de boel een beetje geschikt uit elkaar te trekken: 2*f(x) = 2*sqrt(1-x^2) = 2*(1-x^2)/sqrt(1-x^2) = (1-x^2)/sqrt(1-x^2) + sqrt(1-x^2) = 1/sqrt(1-x^2) - x^2/sqrt(1-x^2) + sqrt(1-x^2). Nu kun je de eerste term primitiveren tot arcsin(x) en de laatste twee termen samen tot x*sqrt(1-x^2), zodat je primitieve wordt (arcsin(x) + x*sqrt(1-x^2))/2. Ik doe dit vast op een onhandige manier hoor, het ziet er veel te getruct uit zo...
    keesjeisliefwoensdag 20 februari 2008 @ 20:40
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 20:14 schreef Borizzz het volgende:

    [..]

    Hoe zie je die uitwerking dan voor je? ik zie m niet; omdat er nog een vermenigvuldiging in voorkomt.
    Nou ja, je krijgt dus, met u(x) = cos(x), dat du(x) = -sin(x)dx en dus ∫ sin(x)*(1-cos^2(x)) dx = ∫ (u^2(x)-1) du(x) = u^3(x) - u(x) = cos(x)^3 - cos(x).

    Edit: oh, Iblis had hem ook al opgeschreven zie ik nu. .
    keesjeisliefwoensdag 20 februari 2008 @ 20:56
    B zie ik ook niet... ...
    zuiderbuurwoensdag 20 februari 2008 @ 21:00
    quote:
    B:f(x) = sin (x + sin(x))
    ik deed de substitutie y=sin x met dy=cos(x)dx en x=arcsin(y)
    ik hoopte dan dat de "sin" en "arcsin" elkaar ergens zouden gaan opheffen.
    f(x) = sin (arcsin(y) + y )
    en dan verder... misschien met de regel sin(x+y) = sin x cos y + cos x sin y ?
    Sinus van een sinus? Heb ik nog nooit weten primitiveren , ben je zeker dat het niet sin(x) * (x+sin(x)) of zo is?
    quote:
    C: f(x) = sqrt(1-x^2)
    Dit lijkt op iets in de richting van arcsin. Dus ik deed subs y= arcsin (x) met dy=1/(1-x^2) dx
    Maar ook dan loop ik nog vast of zie ik iets over het hoofd?

    Alvast bedankt!
    Meerdere oplossingen voor deze. Dit is hoe ik het doe (is een beetje de algemene methode)
    Stel x= sin (t)
    Nu is sqrt(1-x*x)=cos(t)
    En dx= sin(t) d t

    Dan moet je dus integreren :

    cos(t)^2 * dt

    of dus (1+cos(2*t))/2 * dt

    Dat is t/2+sin(2*t)/4

    Of arcsin(x)/2+x*sqrt(1-x*x)/2
    GlowMousewoensdag 20 februari 2008 @ 22:13
    C vroeg je gisteren ook al: ∫sqrt(1-x²)dx = x*sqrt(1-x²) - 1/2* ∫ x/sqrt(1-x²)dx (partieel integreren met f'(x) = 1).
    de_priesterwoensdag 20 februari 2008 @ 22:36
    hardcore gonio integreren is niet mijn ding jammergenoeg. ik zie dat met omzetten van gonio functies altijd veel te laat
    zuiderbuurwoensdag 20 februari 2008 @ 22:39
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 22:36 schreef de_priester het volgende:
    hardcore gonio integreren is niet mijn ding jammergenoeg. ik zie dat met omzetten van gonio functies altijd veel te laat
    En als er sqrt(1+x*x) of sqrt( x*x-1) staat moet je met de hyperbolische functies gaan werken.

    Ik vind het best leuk, dit meezoeken naar integralen (je zou ervan schrikken hoe weinig wiskundigen dat zelf zitten te doen )
    Borizzzwoensdag 20 februari 2008 @ 22:43
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 20:17 schreef Iblis het volgende:

    [..]
    Zeg nu: y = cos(x). Dan dy = -sin(x) dx. Als we dat invullen krijgen we:

    ∫ y2 - 1 dy = 1/3 y3 - y, en dan substitueren we terug:

    1/3 cos3(x) + cos(x).
    Hoe komt je aan die substitutie? Ik kom uit op sin(x)=-dy/dx en na terug invullen 1/3y^3 -y terwijl jij op een + uitkomt. Waarvandaan in eens die + ?
    Ibliswoensdag 20 februari 2008 @ 22:49
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 22:43 schreef Borizzz het volgende:

    [..]

    Hoe komt je aan die substitutie? Ik kom uit op sin(x)=-dy/dx en na terug invullen 1/3y^3 -y terwijl jij op een + uitkomt. Waarvandaan in eens die + ?
    Jij hebt gelijk, ik vergiste me gewoon.
    Borizzzwoensdag 20 februari 2008 @ 22:57
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 21:00 schreef zuiderbuur het volgende:

    [..]

    Sinus van een sinus? Heb ik nog nooit weten primitiveren , ben je zeker dat het niet sin(x) * (x+sin(x)) of zo is?
    [..]
    [\quote]

    Nee, het is echt een sinus van een sinus

    [quote]
    Meerdere oplossingen voor deze. Dit is hoe ik het doe (is een beetje de algemene methode)
    Stel x= sin (t)
    Nu is sqrt(1-x*x)=cos(t)
    En dx= sin(t) d t

    Dan moet je dus integreren :

    cos(t)^2 * dt

    of dus (1+cos(2*t))/2 * dt

    Dat is t/2+sin(2*t)/4

    Of arcsin(x)/2+x*sqrt(1-x*x)/2
    Hoe krijg jij nu cos^(t) omgeschreven naar een cos(2*t) vorm?
    Welke gonio formules zitten hier achter?
    zuiderbuurwoensdag 20 februari 2008 @ 23:00
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 22:57 schreef Borizzz het volgende:

    [..]

    Hoe krijg jij nu cos^(t) omgeschreven naar een cos(2*t) vorm?
    Welke gonio formules zitten hier achter?
    Als die B werkelijk sinus van een sinus is, dan denk ik dat iemand met jou aan het sollen is . Maple ziet in elk geval totaal geen oplossing.

    Voor die cosinussen en sinussen moet je de volgende formules kennen :

    cos( 2 * t) = cos(t)^2-sin(t)^2 of nog =1-2*sin(t)^2=2*cos(t)^2-1
    sin(2*t)=2*sin(t)*cos(t)

    Moesten wij van onze leerkracht kunnen afdreunen, een week lang elke dag test.
    Iblisdonderdag 21 februari 2008 @ 00:22
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 23:00 schreef zuiderbuur het volgende:

    [..]

    Als die B werkelijk sinus van een sinus is, dan denk ik dat iemand met jou aan het sollen is . Maple ziet in elk geval totaal geen oplossing.

    Voor die cosinussen en sinussen moet je de volgende formules kennen :

    cos( 2 * t) = cos(t)^2-sin(t)^2 of nog =1-2*sin(t)^2=2*cos(t)^2-1
    sin(2*t)=2*sin(t)*cos(t)

    Moesten wij van onze leerkracht kunnen afdreunen, een week lang elke dag test.
    Ach ja, die formules. Daar was ik nooit een ster in. Maar, er is uitkomst, namelijk Eulers formule:

    e = cos φ + i sin φ

    En die kan ik wel onthouden (en die is ook heel inzichtelijk af te leiden met een plaatje.)
    Zo hebben we:

    ei(a + b) = cos(a + b) + i sin(a + b) enerzijds, maar ook:
    ei(a + b) = eia + ib = eiaeib = (cos a + i sin a)(cos b + i sin b = (cos a cos b- sin a sin b) + i(sin a cos b + cos a sin b)

    En uit het reële en imaginaire deel lezen we nu direct af:

    cos(a + b) = cos a cos b- sin a sin b
    En:
    sin(a + b) = sin a cos b + cos a sin b

    En dan ben je al heel ver. Want neem a = b:
    cos(2a) = cos2a - sin2a
    sin(2a) = 2(sin a cos a)

    Ook vind je zo dat:

    sin a = 1/2i(eia - e-ia)
    cos a = 1/2(eia + e-ia)

    Wat direct geeft:

    sin2 a = -1/4 * (e2ia - 2e0 + e-2ia)
    = (1 - cos(2a))/2

    Kortom. Op de middelbare school zouden ze die formule moeten leren.
    Borizzzdonderdag 21 februari 2008 @ 09:50
    Bij die laatste integraal schrijf je:

    Dat is t/2+sin(2*t)/4

    Of arcsin(x)/2+x*sqrt(1-x*x)/2

    Ik begrijp niet helemaal hoe je daar komt; je hebt de subsitutie x=sin(t) dus t=arcsin(x);
    dus dat eerste stukje volg ik wel maar het tweede niet.
    hoe kom je er dus bij dat 0,25sin(2t) gelijk is aan x*sqrt(1-x^2)/2 ?

    [ Bericht 25% gewijzigd door Borizzz op 21-02-2008 13:21:02 ]
    Borizzzdonderdag 21 februari 2008 @ 10:15
    quote:
    Op woensdag 20 februari 2008 22:13 schreef GlowMouse het volgende:
    C vroeg je gisteren ook al: ∫sqrt(1-x²)dx = x*sqrt(1-x²) - 1/2* ∫ x/sqrt(1-x²)dx (partieel integreren met f'(x) = 1).
    Ik kom daar niet op uit;
    als je f'=1 neemt volgt f=x
    g=sqrt(1-x^2) en g'=2x/2(sqrt(1-x^2) en dus g'=x/sqrt(1-x^2)

    dan moet je een nieuwe integraal uitrekenen van x^2/sqrt(1-x^2) dx en ben je alleen maar verder van huis.

    [ Bericht 10% gewijzigd door Borizzz op 21-02-2008 10:22:32 ]
    Borizzzdonderdag 21 februari 2008 @ 14:56
    ik ben wel uit f(x) = sin(x+sin(x)) gekomen.
    Als deze getekend wordt zie je dat f(x) puntsymmetrisch is in O.
    Dus het antwoord van de integraal (van -10 tot 10) is 0.

    Enig probleem is nog de integraal bij f(x)=sqrt(1-x^2). Er zijn twee uitwerkingen gegeven die ik niet tot op het einde kan volgen...
    Haushoferdonderdag 21 februari 2008 @ 16:14
    quote:
    Op donderdag 21 februari 2008 14:56 schreef Borizzz het volgende:
    ik ben wel uit f(x) = sin(x+sin(x)) gekomen.
    Als deze getekend wordt zie je dat f(x) puntsymmetrisch is in O.
    Dus het antwoord van de integraal (van -10 tot 10) is 0.

    Enig probleem is nog de integraal bij f(x)=sqrt(1-x^2). Er zijn twee uitwerkingen gegeven die ik niet tot op het einde kan volgen...
    Misschien heb je wat aan deze site:

    SOS math , en in het bijzonder

    Goniometrische substitutie

    Staan hele handige dingen op Om jouw voorbeeldje erbij te pakken:

    ∫ [1-x2]1/2 dx.

    Je ziet een wortel-teken en een kwadraat, dus dan zou ik een goniometrische substitutie proberen. Neem x(t) = sin(t), dx= cos(t)dt. Dan wordt je integraal

    ∫ [1-sin2 t ] 1/2 cos(t)dt

    En dit is, gebruikende dat sin2 + cos2 = 1, gelijk aan

    ∫ cos3tdt

    Deze kun je op verschillende manieren oplossen; uitschrijven als complexe e-macht of simpelweg een simpele goniometrische relatie gebruiken. Daarna schrijf je het weer om naar x. Vergeet niet je integratiegrenzen mee te transformeren

    Volgens mij heb je gelijk dat die partiele integratie niet goed gaat. Als er alleen een x bijkwam kon je natuurlijk gewoon de substitutie u=x2 maken, maar nu zit je al met een x2 in de teller van je tweede integraal na partiele integratie.
    Haushoferdonderdag 21 februari 2008 @ 16:33
    Even expliciet die partiele integratie:

    ∫ ug' = ug| -∫ u'g

    Als ik u = (1-x2)1/2 neem en g'=1, dan

  • u'= -x/(1-x2))1/2)

  • g=x

    Dus ∫ (1-x2)1/2 dx = x*(1-x2)1/2 + ∫ x2/(1-x2)1/2 dx

    Nou kun je die tweede integraal denk ik wel weer met nog een partiele integratie oplossen: neem

  • u =x

  • g'= x/(1-x2)1/2

    Die tweede kun je weer oplossen met de substitutie z(x) = 1-x2, dz = -2x, maar dan krijg je weer een integraal die gaat als 1/(1-x2)3/2... dus dat schiet ook niet op. Ik denk dat ik wat over het hoofd zie
  • zuiderbuurdonderdag 21 februari 2008 @ 19:19
    quote:
    Op donderdag 21 februari 2008 14:56 schreef Borizzz het volgende:
    ik ben wel uit f(x) = sin(x+sin(x)) gekomen.
    Als deze getekend wordt zie je dat f(x) puntsymmetrisch is in O.
    Dus het antwoord van de integraal (van -10 tot 10) is 0.

    Enig probleem is nog de integraal bij f(x)=sqrt(1-x^2). Er zijn twee uitwerkingen gegeven die ik niet tot op het einde kan volgen...
    Dat je moest integreren van -10 tot 10 heb je er volgens mij niet bij gezegd.
    Ripariusdonderdag 21 februari 2008 @ 20:06
    quote:
    Op donderdag 21 februari 2008 16:14 schreef Haushofer het volgende:

    [..]

    Misschien heb je wat aan deze site:

    SOS math , en in het bijzonder

    Goniometrische substitutie

    Staan hele handige dingen op Om jouw voorbeeldje erbij te pakken:

    ∫ [1-x2]1/2 dx.

    Je ziet een wortel-teken en een kwadraat, dus dan zou ik een goniometrische substitutie proberen. Neem x(t) = sin(t), dx= cos(t)dt. Dan wordt je integraal

    ∫ [1-sin2 t ] 1/2 cos(t)dt

    En dit is, gebruikende dat sin2 + cos2 = 1, gelijk aan

    ∫ cos3tdt

    Deze kun je op verschillende manieren oplossen; uitschrijven als complexe e-macht of simpelweg een simpele goniometrische relatie gebruiken. Daarna schrijf je het weer om naar x. Vergeet niet je integratiegrenzen mee te transformeren

    Volgens mij heb je gelijk dat die partiele integratie niet goed gaat. Als er alleen een x bijkwam kon je natuurlijk gewoon de substitutie u=x2 maken, maar nu zit je al met een x2 in de teller van je tweede integraal na partiele integratie.
    Dit gaat niet helemaal goed, die cos3t klopt niet.

    Substitutie x = sin t geeft dx/dt = cos t en dan krijgen we:

    ∫ cos2t∙dt

    Deze integraal kun je verder behandelen door gebruik te maken van de identiteit:

    cos 2t = 2∙cos2 t - 1, dus:

    cos2t = ½ + ½∙cos 2t
    harrypieldonderdag 21 februari 2008 @ 20:10
    edit: lamazittuh.

    [ Bericht 22% gewijzigd door harrypiel op 21-02-2008 20:58:01 ]
    Ripariusdonderdag 21 februari 2008 @ 20:35
    quote:
    Op donderdag 21 februari 2008 16:33 schreef Haushofer het volgende:
    Even expliciet die partiele integratie:

    ∫ ug' = ug| -∫ u'g

    Als ik u = (1-x2)1/2 neem en g'=1, dan

  • u'= -x/(1-x2))1/2)

  • g=x

    Dus ∫ (1-x2)1/2 dx = x*(1-x2)1/2 + ∫ x2/(1-x2)1/2 dx

    Nou kun je die tweede integraal denk ik wel weer met nog een partiele integratie oplossen
  • Dit gaat al een eind in de goede richting, maar nu moet je x2/(1-x2)1/2 opvatten als het product van x en x/(1-x2)1/2. Zie je dat?
    tankertuigdonderdag 21 februari 2008 @ 21:29
    Ik heb de vergelijking x2+y2-4x-6y+14=0
    Via het andwoordenboek weet ik dat ik dit via kwadraatafsplitsing kan opschrijven als
    (x-2)2+(y-3)2=-1

    Als ik dit zie, snap ik dat je aan x2+y2-4x-6y+14=0 kunt komen. Maar zie ik alleen de vergelijking lukt het me niet om het kwadraat af te splitsen.

    Kan iemand mij dit eens uitleggen?
    Ripariusdonderdag 21 februari 2008 @ 21:40
    quote:
    Op donderdag 21 februari 2008 21:29 schreef tankertuig het volgende:
    Ik heb de vergelijking x2+y2-4x-6y+14=0
    Via het andwoordenboek weet ik dat ik dit via kwadraatafsplitsing kan opschrijven als
    (x-2)2+(y-3)2=-1

    Als ik dit zie, snap ik dat je aan x2+y2-4x-6y+14=0 kunt komen. Maar zie ik alleen de vergelijking lukt het me niet om het kwadraat af te splitsen.

    Kan iemand mij dit eens uitleggen?
    Heel eenvoudig. Je maakt gebruik van het merkwaardig product

    (a+b)2 = a2 + 2ab + b2

    Nemen we eerst de termen met x. Hier heb je:

    x2 - 4x

    Halveer de coëfficient van x en kwadrateer dit, dan heb je 4, en dus ook:

    x2 - 4x + 4 = (x-2)2

    Op dezelfde wijze heb je:

    y2 - 6y + 9 = (y-3)2

    Het idee is nu dat je

    x2 + y2 - 4x - 6y + 14 = 0

    Herschrijft als:

    (x2 - 4x + 4) + (y2 - 6y + 9) +1= 0

    En dit kun je dan schrijven als:

    (x-2)2 + (y-3)2 + 1 = 0
    tankertuigdonderdag 21 februari 2008 @ 22:08
    okee... zoals het hier staat lijkt het me simpel. maar dan probeer ik het volgende:

    x2+y2+4x-2y+1=0

    dus als ik het doe zoals jij zei krijg ik

    (x2+4x+4)+(y2-2y+1)+1=0
    (x+2)2+(y+1)2+1=0

    Maar volgens mij is dit niet goed. Wat doe ik hier fout?
    zuiderbuurdonderdag 21 februari 2008 @ 22:13
    quote:
    Op donderdag 21 februari 2008 22:08 schreef tankertuig het volgende:
    okee... zoals het hier staat lijkt het me simpel. maar dan probeer ik het volgende:

    x2+y2+4x-2y+1=0

    dus als ik het doe zoals jij zei krijg ik

    (x2+4x+4)+(y2-2y+1)+1=0
    (x+2)2+(y+1)2+1=0

    Maar volgens mij is dit niet goed. Wat doe ik hier fout?
    Daar ging het fout. Die +4 en die +1 moeten gecompenseerd worden door hetzelfde in het rechterlid, ds

    (x+2)^2 +(y-1)^2+1=4+1
    Ripariusdonderdag 21 februari 2008 @ 22:16
    quote:
    Op donderdag 21 februari 2008 22:08 schreef tankertuig het volgende:
    okee... zoals het hier staat lijkt het me simpel. maar dan probeer ik het volgende:

    x2+y2+4x-2y+1=0

    dus als ik het doe zoals jij zei krijg ik

    (x2+4x+4)+(y2-2y+1)+1=0
    (x+2)2+(y+1)2+1=0

    Maar volgens mij is dit niet goed. Wat doe ik hier fout?
    Ik had bij de vorige opgave die constante 14 opgesplitst in 4 + 9 + 1. Zoals jij het hier doet tel je bij het linkerlid 4 + 1 = 5 op. Maar als je dat links doet, dan moet je dat rechts ook doen, dus krijg je:

    (x + 2)2 + (y - 1)2 + 1 = 5

    Let ook op het minteken in de tweede term, dat deed je ook fout.
    r4uzdonderdag 21 februari 2008 @ 23:41
    Tankertuig,

    We hebben jouw uitdrukking: x^2+y^2+4x-2y+1=0

    haal alle variabelen van dezelfde soort bij elkaar: x^2 +4x +y^2 -2y + 1 = 0
    Wat je met de +1 doet, moet je nog even over puzzelen.
    Het belangrijkste waar je je nu op moet concentreren is de variabele van graad 1 (de 4x en de -2y in ons geval).
    De coefficient hiervan is namelijk een som van twee getallen a en b. Er geldt dus 4 = a+b. Kijk nu naar de variabele van graad 0, ofwel de constante factor (+1). Voor deze 1 geldt dat dit een product is van diezelfde twee getallen a en b als voorheen. We hebben dus 1 = ab en 4 = a+b. Als je handig bent met getalletjes zie je dat je hier geen gehele getallen als oplossing hebt voor a en b. Hmm. Gelukkig hebben we ook nog een andere variabele, de y. Kijken we daar dus naar, dan zien we dat er moet gelden: 1 = ab en -2 = a+b. We zien in dat er geldt a = b = -1.
    We kunnen de (deel)uitdrukking y^2 -2y + 1 dus terugontbinden in (y-1)(y-1) = (y-1)^2

    Voor jouw uitdrukking geldt dus: x^2 +4x +y^2 -2y + 1 = x^2 +4x + (y-1)^2 = 0

    *edit* Hmm. Kzie nu dat je begint met een "verkeerde" uitdrukking. Riparius heeft het al voor je ontbonden.

    We kunnen nu ook nog de x voor de haakjes halen als je wilt: x(x+4) + (y-1)^2 = 0
    Haushofervrijdag 22 februari 2008 @ 01:23
    quote:
    Op donderdag 21 februari 2008 20:35 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Dit gaat al een eind in de goede richting, maar nu moet je x2/(1-x2)1/2 opvatten als het product van x en x/(1-x2)1/2. Zie je dat?
    Ja, dat zie ik, dat post ik er onder.

    En ik had inderdaad een macht van cosinus teveel.
    Ripariusvrijdag 22 februari 2008 @ 02:06
    quote:
    Op vrijdag 22 februari 2008 01:23 schreef Haushofer het volgende:

    [..]

    Ja, dat zie ik, dat post ik er onder.

    En ik had inderdaad een macht van cosinus teveel.
    Het gaat ook als volgt als je met partiële integratie wil werken. We hadden al:

    (1) ∫ (1-x2)1/2 dx = x*(1-x2)1/2 + ∫ x2/(1-x2)1/2 dx

    Nu geldt ook:

    (1 - x2)1/2 = (1 - x2)/(1 - x2)1/2 = 1/(1 - x2)1/2 - x2/(1 - x2)1/2

    En dus ook:

    (2) ∫(1 - x2)1/2dx = ∫1/(1 - x2)1/2dx - ∫x2/(1 - x2)1/2dx

    Optellen van (1) en (2) levert dan:

    (3) 2*∫(1 - x2)1/2dx = ∫1/(1 - x2)1/2dx + x*(1-x2)1/2

    En dus:

    (4) ∫(1 - x2)1/2dx = 1/2*∫1/(1 - x2)1/2dx + 1/2*x*(1-x2)1/2

    De resterende integraal in het rechterlid is een standaardintegraal, arcsin x is een primitieve van 1/(1-x2)1/2, dus vinden we:

    (5) ∫(1 - x2)1/2dx = 1/2*arcsin x + 1/2*x*(1-x2)1/2 + C
    Haushofervrijdag 22 februari 2008 @ 11:20
    Mja, 't is altijd even puzzelen met dit soort integralen De laatste tijd reken ik vooral met functionaalintegralen (standaardmodel) en dan ben je niet meer zo kritisch over een factor zoveel teveel. Als het beestje convergeert ben je al heul tevreden
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 13:44
    Ik heb inmiddels al meerdere oplossingen voor de integraal van f(x)=sqrt(1-x^2) dx; bedankt.
    Maar, eigenwijs als ik soms ben, heb ik de volgende methode nog niet helemaal scherp.

    neem als subsitutie y=sin(t). dan volgt: dy=cos(t) dt en ook t=arcsin(t).
    dus f(x)= sqrt(1-sin^2(t) = cos(t)dt
    dus we zoeken int. cos^2(t) dt
    Int. cos^2dt = 1-sin^2(t) dt
    = (1-(0,5-0,5cos(2t)) dt
    = 0,5 + 0,5cos(2t) dt
    hier dan de primitieve van:
    0,5t + 0,25sin(2t).
    Nu komt het probleem; het terugzetten naar functie van x:
    t=arcsin (x)
    0,5t=0,5arcsin(x).
    maar hoe kan ik de vorm 0,25sin(2t) omzetten naar functie van x?
    zuiderbuurzaterdag 23 februari 2008 @ 13:57
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 13:44 schreef Borizzz het volgende:
    Ik heb inmiddels al meerdere oplossingen voor de integraal van f(x)=sqrt(1-x^2) dx; bedankt.
    Maar, eigenwijs als ik soms ben, heb ik de volgende methode nog niet helemaal scherp.

    neem als subsitutie y=sin(t). dan volgt: dy=cos(t) dt en ook t=arcsin(t).
    dus f(x)= sqrt(1-sin^2(t) = cos(t)dt
    dus we zoeken int. cos^2(t) dt
    Int. cos^2dt = 1-sin^2(t) dt
    = (1-(0,5-0,5cos(2t)) dt
    = 0,5 + 0,5cos(2t) dt
    hier dan de primitieve van:
    0,5t + 0,25sin(2t).
    Nu komt het probleem; het terugzetten naar functie van x:
    t=arcsin (x)
    0,5t=0,5arcsin(x).
    maar hoe kan ik de vorm 0,25sin(2t) omzetten naar functie van x?
    Je weet
    x= cos(t)
    sqrt(1-x^2)=sin(t)

    En dus :

    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 14:00
    x= cos(t)
    sqrt(1-x^2)=sin(t)

    Hoezo weet je dit? neemt y=sin(t) als substitutie.
    zuiderbuurzaterdag 23 februari 2008 @ 14:02
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 14:00 schreef Borizzz het volgende:
    x= cos(t)
    sqrt(1-x^2)=sin(t)

    Hoezo weet je dit? neemt y=sin(t) als substitutie.
    Ik gebruik helemaal geen y, ik snap ook niet waarom jij doet.
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 14:04
    welke subsitutie doe jij dan?
    zuiderbuurzaterdag 23 februari 2008 @ 14:07
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 14:04 schreef Borizzz het volgende:
    welke subsitutie doe jij dan?
    Wel :
    x= cos(t) !
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 14:09


    [ Bericht 100% gewijzigd door Borizzz op 23-02-2008 16:44:14 ]
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 14:20
    Oké ik heb m al; bedankt!
    Er is nog wel iets anders over het bewijzen dat limieten bestaan met behulp van de limietdefinitie o<|x-a| < d dan | f(x)-L| < E (met d=delta en E=epsilon).

    Hoe laat je dan zien dat de volgende limieten bestaan:
    A: lim(x->2) van (x-2)/(1+x^2) =0
    B: lim(x->1) van sqrt(x) = 1
    C: lim(x-> 3) van x^2+x-4 = 8

    Ik snap t hele systeem hiervan ook niet meer zo.

    [ Bericht 89% gewijzigd door Borizzz op 23-02-2008 14:32:15 ]
    GlowMousezaterdag 23 februari 2008 @ 15:14
    Ik zal B voordoen, de rest kun je dan denk ik zelf.
    We moeten aantonen dat |sqrt(x)-1| < E. Het linkerlid herschrijven we naar |x-1| / (sqrt(x)+1), wat zeker kleiner is dan |x-1|. We nemen daarom D=E want nu geldt dat voor iedere E>0 dat voor iedere x in IR\{1}, |x-1|<D:
    |sqrt(x)-1| = |x-1| / (1+sqrt(x)) < |x-1| < D = E.
    de_priesterzaterdag 23 februari 2008 @ 15:29
    hey, borizz anders koop je ff een antwoordenboek

    A is gewoon een rationele functie van 2 polynomen, en bestaat in x = 2 dus de limiet is bij deze al bewezen
    B kun je met squeeze theorem
    en C is dus ook gewoon een polynoom dus hoeft verder ook niet bewezen te worden aangezien alle normale polynomen een limiet hebben bij de gegeven waarde
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 16:36
    ik heb geen antwoordenboek
    en t is beter dat ik t zelf denk en geirchte vragen kan stellen dan alles klakkeloos overnemen.
    bovendien alleen de sommen die ik zelf niet zie post ik in het forum.
    Maar idd, t is wel een beetje veel de laatste dagen...
    GlowMousezaterdag 23 februari 2008 @ 17:55
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 16:36 schreef Borizzz het volgende:
    Maar idd, t is wel een beetje veel de laatste dagen...
    Ik denk dat als het echt teveel zou worden, mensen wel zouden stoppen met het geven van antwoorden

    Overigens ben ik aan het kijken of ik zelf iets met tex kan doen hier. De meesten die antwoord geven kunnen daar vermoedelijk wel mee overweg.
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 18:17
    Toch vind ik dit wel een goed topic hoor; ik heb wat achterstand in de analyse; dus als ik ergens vastloop kun je dat ergens kwijt. En tot nu toe heeft het heel goed geholpen.
    Met alle meetkunde onderdelen ben ik inmiddels klaar. Dat schijnt toch vaak het lastigst te zijn.
    stekemrtzaterdag 23 februari 2008 @ 18:17
    NATUURKUNDE

    er valt een steen via een schans naar beneden over een afstand van 150 meter
    hij begint vanuit stilstaande positie (v=0 m/s)
    het gebeurd op aarde (g=9,81 m/s²)
    en in vacuum
    de steen doet er 18.5 seconden over
    wat is de hoek van de schans als gegeven is dat er geen krommingen in de schans zitten?
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 19:02
    Volgens mij moet je twee richtingen onderscheiden: horizonaal en verticaal.
    Verticaal is eenparig versneld. x=x(0) + v*t + 0,5*g*t^2
    met x=150 en v(0)=0, t=18,5 en g=9,81 kun je een v uitrekenen toch?

    vervolgens is er de horizontale snelheidsrichting. Deze snelheid is constant en gelijk aan de v die je al berekende.
    Dan leg je beide snelheidsvectoren bij elkaar en met sinus/cosinus/tangens kun je de gevraagde hoek vinden.

    [ Bericht 7% gewijzigd door Borizzz op 23-02-2008 19:09:35 ]
    zuiderbuurzaterdag 23 februari 2008 @ 19:09
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 19:02 schreef Borizzz het volgende:
    Volgens mij moet je twee richtingen onderscheiden: horizonaal en verticaal.
    Verticaal is eenparig versneld. x=x(0) + v*t + 0,5*g*t^2
    met x=150 en v(0)=0 en g=9,81 kun je een v uitrekenen na 18,5 seconden toch?

    vervolgens is er de horizontale snelheidsrichting. Deze snelheid is constant.
    Dan leg je beide snelheidsvectoren bij elkaar en met sinus/cosinus/tangens kun je de gevraagde hoek vinden.
    Van natuurkunde heb ik iets minder kaas gegeten, maar ik denk toch dat dat niet klopt.
    Ik denk dat de hoogte van de steen beschreven wordt door :

    Daaruit lijkt alpha=5.13 graden te volgen.
    zuiderbuurzaterdag 23 februari 2008 @ 19:12
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 17:55 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Ik denk dat als het echt teveel zou worden, mensen wel zouden stoppen met het geven van antwoorden

    Overigens ben ik aan het kijken of ik zelf iets met tex kan doen hier. De meesten die antwoord geven kunnen daar vermoedelijk wel mee overweg.
    Op fora als mathlinks.ro is Tex gewoon mogelijk. Ik gebruik trouwens nu de Texer van Mathlinks/AOPS om af en toe een formule mooi op het scherm te laten verschijnen.
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 19:15
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 15:14 schreef GlowMouse het volgende:
    We nemen daarom D=E want nu geldt dat voor iedere E>0 dat voor iedere x in IR\{1}, |x-1|<D:
    |sqrt(x)-1| = |x-1| / (1+sqrt(x)) < |x-1| < D = E.
    Dit volg ik dus niet. Wat betekent dit?
    GlowMousezaterdag 23 februari 2008 @ 19:22
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 19:15 schreef Borizzz het volgende:

    [..]

    Dit volg ik dus niet. Wat betekent dit?
    Het doel is dat je voor iedere E>0 aan kunt tonen dat voor x'en in de buurt van c geldt dat |f(x)-limietwaarde| < E. Een bewijs begint dus met:
    - Zij E>0
    Daarna specificeer je hoe dicht x in de buurt van c moet komen:
    - Neem D=..., en zij x in de verzameling {a : a in IR en 0 < |a-1| < D)
    Daarna laat je zien dat voor die x inderdaad geldt dat |sqrt(x)-1| < E.
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 19:38
    Bedankt. Kloppen dan deze antwoorden?

    A: lim(x->2) van (x-2)/(1+x^2) =0 leidt tot | x-2| <D en | (x-2)/(1+x^2) -4 < E.
    (x-2)/(1+x^2) -4 is altijd kleiner dan (x-2); omdat de uitdrukking x^2+1 altijd 1 of groter is; en dan nog -4 doen.
    dus volgt E<D en neem je E=D.

    C: lim(x-> 3) van x^2+x-4 = 8 leidt tot | x-3 | < D en | x^2+x-4-8 | < E
    | x^2 + x -12 | = | (x-3) * (x+4) |
    | x - 3 | < E ; dus x-3 kan zo klein zijn als je maar wil.
    nu | x+4| nog. Neem D=1 dan geldt | x-3 | < 1 en -1 < x-2 < 1
    | x-3 | * | x+4| = 1* | x+4 | < E
    neem dus E=D of 1 (minimum ervan).
    GlowMousezaterdag 23 februari 2008 @ 19:53
    dus volgt E<D en neem je E=D
    Dat klinkt wat gek, maar voor de rest klopt het.

    dan geldt | x-3 | < 1 en -1 < x-2 < 1
    Dat tweede moet -1 < x-3 < 1 zijn als |x-3|<1.
    | x-3 | * | x+4| = 1* | x+4 | < E
    De = moet een < zijn. Daarnaast is het me niet duidelijk waarom |x+4| < E, omdat je nog geen uitspraak over E hebt gedaan.
    neem dus E=D of 1 (minimum ervan).
    Ook hier lijkt het alsof je E kiest ipv D.
    Deze uitwerking klopt niet: neem E=1. Dan D=1. Ik kies nu x=3.9, dan |x-3|*|x+4| ~= 9 > E.
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 20:01
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 19:53 schreef GlowMouse het volgende:
    dus volgt E<D en neem je E=D
    Dat klinkt wat gek, maar voor de rest klopt het.
    Dat volgde volgens mij uit het feit dat |x-2| <D en | (x-2) / (x^2+1) | < E;
    aangezien (x-2) / (x^2+1) altijd kleiner is dan | x-2| volgt volgens mij E<D.
    quote:
    dan geldt | x-3 | < 1 en -1 < x-2 < 1
    Dat tweede moet -1 < x-3 < 1 zijn als |x-3|<1.
    | x-3 | * | x+4| = 1* | x+4 | < E
    De = moet een < zijn. Daarnaast is het me niet duidelijk waarom |x+4| < E, omdat je nog geen uitspraak over E hebt gedaan.
    [..]

    Ook hier lijkt het alsof je E kiest ipv D.
    Er geldt | x-3 | * | x+4 | < E
    Neem D=1 dan 2 < x < 4 en 6 < x+4 < 8
    Invullen in bovenste betrekking
    8 * | x+4 | < E
    | x+4 | < E/8.
    Neem dus D = E/8 of D=E.
    GlowMousezaterdag 23 februari 2008 @ 20:03
    Iedereen die graag met tex werkt: hier kun je makkelijk plaatjes maken om in dit topic met tex te werken. Het is de bedoeling dat plaatjes nog een flinke tijd blijven werken, en omdat het domein gratis is en hosting makkelijk te verplaatsen, denk ik dat dat wel kan. En anders staat de tex-code nog in de url naar het plaatje, zodat informatie nooit echt verloren gaat.
    quote:
    Er geldt | x-3 | * | x+4 | < E
    Neem D=1 dan 2 < x < 4 en 6 < x+4 < 8
    Invullen in bovenste betrekking
    8 * | x+4 | < E
    | x+4 | < E/8.
    Neem dus D = E/8 of D=E.
    Weer fout: bij E=1024 hoort volgens jou D=128, maar met x=103 krijg je 100 * 107 = 10700 > E.
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 20:11
    Hoe reken je dat zo snel uit? t komt denk ik omdat ik niet helemaal snap hoe dit soort dingen werken. Bestaat er geen overzicht of zoiets van? Hoe weet je bijv. een E als je alleen een x hebt?
    GlowMousezaterdag 23 februari 2008 @ 20:11
    |x-3|*|x+4|
    Als je nu zegt dat D=min{E,...} dan krijg je dat
    |x-3|*|x+4| < |x+4|, maar dit kun je met alleen een slimme keuze van D nooit meer kleiner dan epsilon krijgen.
    Je kunt daarom beter vanaf de andere kant beginnen: zeg D = min{1,...}
    dan geldt |x-3|*|x+4| < |x-3| * 8. Nu kun je het zelf wel afmaken
    quote:
    Hoe reken je dat zo snel uit? t komt denk ik omdat ik niet helemaal snap hoe dit soort dingen werken. Bestaat er geen overzicht of zoiets van?
    Als je inziet dat iets niet klopt, dan kun je meestal wel een tegenvoorbeeld verzinnen, en dat inzicht groeit met de jaren.
    quote:
    Hoe weet je bijv. een E als je alleen een x hebt?
    Die vraag snap ik niet. Bij een tegenvoorbeeld kies ik eerst E (want jij moet iets voor álle E aantonen), en daarna pas een x (want jij moet ook iets voor álle x aantonen, ook hier volstaat één tegenvoorbeeld).
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 20:25
    Ik snap niet hoe deze manier van het bewijzen van limieten precies gaat;
    Ik zal uitleggen hoe ik het tot nu toe begrepen heb:

    volgens mij gaat het om lim (x-> a) f(x)=L.
    Als x naar a toegaat gaat f(x) naar L.
    Nu gaat het erom dat ik een plek zoek, willekeurig dicht bij a, dat f(x) ook steeds dichter bij L komt.
    dus dat voor elke D (astand van x tot a) ook een E (afstand van f(x) tot L ) bestaat.
    Dus als de afstand van x tot a een marge D heeft, dat er ook een kleinere marge E rondom L bestaat.
    Dus als | x-a | < D dan ook | f(x) - L | < E.

    Een bewijs is dus neem E willekeurig groot; en bereken dan een bijhorende D. Ik accepteer dus een bepaald interval E rondom L, en zoek een marge D rondom a die mij dat interval geeft.
    Zeg ik dat een beetje goed?
    GlowMousezaterdag 23 februari 2008 @ 20:28
    quote:
    dus dat voor elke D (astand van x tot a) ook een E (afstand van f(x) tot L ) bestaat.
    Daar gaat het fout: je moet voor iedere E laten zien dat er een D bestaat (zdd uit 0<|x-a|<D volgt dat |f(x)-L|<E), precies andersom dus. Je moet dus een formule vinden die voor iedere E laat zien welke D je moet kiezen om de gevraagde relatie te laten gelden.
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 20:35
    Waarom moet dat dan andersom?
    Maar goed; je stelt dus een E rondom L, en dan ligt een marge D vast rondom a. Dat zijn dan de relaties die volgen uit de limietdefinities.
    Door het ombouwen van | f(x) - L | < E naar | x-a | < D kan een formule gevonden worden om bij een vastgestelde E een D te berekenen.
    teletubbieszaterdag 23 februari 2008 @ 20:36
    We bekijken het polynoom f=x^13-1 in F5[x]. Deze is te ontbinden in irreducilebe polynomen van graad 1 en 4 in F5[x].
    Nu wil ik kijken wat de graden zijn van de irreducibele polynomen van f in
    F25[x] en F125[x].
    Is er een slimme manier om dat in te zien?

    Voor het geval F5[x] had ik gebruikt gemaakt van een stelling die zegt dat f zich laat ontbinden in F5[x] door: f=Producti = 0 4-1 (x-a5^i) met a een nulpunt van f ongelijk aan 1. Dat kwam omdat ik ook een andere stelling gebruikte over hoe xp^n zich laat ontbinden in F5 in irreducibele polynomen.
    Want 1- x13 deelt x5^4 -x


    [ Bericht 26% gewijzigd door teletubbies op 23-02-2008 20:46:41 ]
    keesjeisliefzaterdag 23 februari 2008 @ 20:43
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 20:03 schreef GlowMouse het volgende:
    Iedereen die graag met tex werkt: hier kun je makkelijk plaatjes maken om in dit topic met tex te werken. Het is de bedoeling dat plaatjes nog een flinke tijd blijven werken, en omdat het domein gratis is en hosting makkelijk te verplaatsen, denk ik dat dat wel kan. En anders staat de tex-code nog in de url naar het plaatje, zodat informatie nooit echt verloren gaat.
    [..]

    Weer fout: bij E=1024 hoort volgens jou D=128, maar met x=103 krijg je 100 * 107 = 10700 > E.
    Gaaf! . Hoe werkt het, heb je een computer thuis als server draaien die je laat parsen?

    Btw, misschien is het een idee om het linkje in de OP op te nemen in dit en de volgende delen?
    zuiderbuurzaterdag 23 februari 2008 @ 20:44
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 20:36 schreef teletubbies het volgende:
    We bekijken het polynoom f=x^13-1 in F5[x]. Deze is te ontbinden in irreducilebe polynomen van graad 1 en 4 in F5[x].
    Nu wil ik kijken wat de graden zijn van de irreducibele polynomen van f in
    F25[x] en F125[x].
    Is er een slimme manier om dat in te zien?

    Voor het geval F5[x] had ik gebruikt gemaakt van een stelling die zegt dat f zich laat ontbinden in F5[x] door: f=Producti=0 3-1 (x-a5^i) met a een nulpunt van f ongelijk aan 1.
    Ik weet niet of dezelfde stelling geldt voor machten van 5 (of machten van p in algemeen). Ik denk van wel.
    Zou dat niet van f een derdegraadveelterm maken?
    Borizzzzaterdag 23 februari 2008 @ 20:49
    Handig idd!
    http://betahw.mine.nu/index.php
    Kunnen we deze link niet bij het volgende beta-hw topic bovenaan zetten? Dan kan iedereen die het wil gebruiken de link gemakkelijk terugvinden.
    GlowMousezaterdag 23 februari 2008 @ 20:51
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 20:35 schreef Borizzz het volgende:
    Waarom moet dat dan andersom?
    Omdat je limieten zo kunt bewijzen. Jouw 'manier' bewijst dat niet. Neem bijvoorbeeld de functie f(x) = 1.
    Kies maar een willekeurige D, dan kan ik met E=1 'bewijzen' dat : .
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 20:43 schreef keesjeislief het volgende:

    [..]

    Gaaf! . Hoe werkt het, heb je een computer thuis als server draaien die je laat parsen?

    Btw, misschien is het een idee om het linkje in de OP op te nemen in dit en de volgende delen?
    Deze server staat op 2Mbit SDSL op een school. Hij heeft het niet zo druk, en draait naar verwachting nog wel een paar jaar. Hardwarefalen en stroomuitval zal alleen niet zo snel opgevangen kunnen worden (komt helaas wel af en toe voor, maar een paar dagen downtime in weekend of vakantie is niet zo erg), maar ik wil even kijken of het veel gebruikt wordt. Het kan dan altijd nog naar een andere server verplaatst worden.
    In de OP is wel handig, maar ik verwacht dat de meesten hem hier toch wel weten te vinden
    zuiderbuurzaterdag 23 februari 2008 @ 20:56
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 20:36 schreef teletubbies het volgende:
    We bekijken het polynoom f=x^13-1 in F5[x]. Deze is te ontbinden in irreducilebe polynomen van graad 1 en 4 in F5[x].
    Nu wil ik kijken wat de graden zijn van de irreducibele polynomen van f in
    F25[x] en F125[x].
    Is er een slimme manier om dat in te zien?

    Voor het geval F5[x] had ik gebruikt gemaakt van een stelling die zegt dat f zich laat ontbinden in F5[x] door: f=Producti = 0 4-1 (x-a5^i) met a een nulpunt van f ongelijk aan 1. Dat kwam omdat ik ook een andere stelling gebruikte over hoe xp^n zich laat ontbinden in F5 in irreducibele polynomen.
    Want 1- x13 deelt x5^4 -x
    Die vierdegraadspolynomen kunnen in F_25 of F_125 nooit een wortel hebben, want om een irreduciebele polynoom over F_5 van de vierde graad een wortel te geven, heb je minstens een veld van 5^4 elementen nodig.

    Maar misschien is het mogelijk dat zo'n polynoom in F_25 uiteen kan vallen in twee tweedegraadsveeltermen. Hier zit ik vast.

    Maple kan enkel ontbinden in Galoisvelden van priemorde, en GAP of zo heb ik niet op mijn pc hier.
    zuiderbuurzondag 24 februari 2008 @ 01:30
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 20:36 schreef teletubbies het volgende:
    We bekijken het polynoom f=x^13-1 in F5[x]. Deze is te ontbinden in irreducilebe polynomen van graad 1 en 4 in F5[x].
    Nu wil ik kijken wat de graden zijn van de irreducibele polynomen van f in
    F25[x] en F125[x].
    Is er een slimme manier om dat in te zien?


    Dit geldt, en het deelt x^13-1

    Misschien loop ik iets te hard van stapel, maar ik vermoed dus dat je in die F_25 zult ontbinden in eerstegraads en tweegraads, terwijl in F_125 de ontbinding niet verandert (dus dezelfde vierdegraads en eerstegraads die je vindt bij F_5)
    keesjeisliefzondag 24 februari 2008 @ 05:46
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 20:51 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Deze server staat op 2Mbit SDSL op een school. Hij heeft het niet zo druk, en draait naar verwachting nog wel een paar jaar. Hardwarefalen en stroomuitval zal alleen niet zo snel opgevangen kunnen worden (komt helaas wel af en toe voor, maar een paar dagen downtime in weekend of vakantie is niet zo erg), maar ik wil even kijken of het veel gebruikt wordt. Het kan dan altijd nog naar een andere server verplaatst worden.
    In de OP is wel handig, maar ik verwacht dat de meesten hem hier toch wel weten te vinden
    Meneer GlowMouse, mochten we ook een witte achtergrond bij de gegenereerde plaatjes? En misschien de standaard makeup wat betreft lettertype en zo? .
    teletubbieszondag 24 februari 2008 @ 10:33
    quote:
    Op zondag 24 februari 2008 01:30 schreef zuiderbuur het volgende:

    [..]

    [ afbeelding ]
    Dit geldt, en het deelt x^13-1

    Misschien loop ik iets te hard van stapel, maar ik vermoed dus dat je in die F_25 zult ontbinden in eerstegraads en tweegraads, terwijl in F_125 de ontbinding niet verandert (dus dezelfde vierdegraads en eerstegraads die je vindt bij F_5)
    Oh dank je wel. Ik hoor het een beetje te gaan beredeneren. Door bijv stellingen te gebruiken die ons vertellen over de eigenschappen van irreducibele monische polynomen zonder perse expliciet te ontbinden. Ik ga de reacties nog eens goed lezen.
    Haushoferzondag 24 februari 2008 @ 11:53
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 20:03 schreef GlowMouse het volgende:
    Iedereen die graag met tex werkt: hier kun je makkelijk plaatjes maken om in dit topic met tex te werken.
    Nice
    GlowMousezondag 24 februari 2008 @ 12:19
    quote:
    Op zondag 24 februari 2008 05:46 schreef keesjeislief het volgende:

    [..]

    Meneer GlowMouse, mochten we ook een witte achtergrond bij de gegenereerde plaatjes? En misschien de standaard makeup wat betreft lettertype en zo? .
    Ik had de plaatjes alleen nog op een witte achtergrond gezien, dus zag niet dat ze transparant waren. Nu hebben alle plaatjes wel een witte achtergrond (evt. pas na een harde refresh).
    Wat betreft het de makeup: ik kan wat compile opties instellen die betrekking hebben op anti-aliasing, maar voor de standaard makeup moet ik latex op de server instaleren, wat ik liever niet doe.
    thabitzondag 24 februari 2008 @ 19:43
    quote:
    Op zaterdag 23 februari 2008 20:36 schreef teletubbies het volgende:
    We bekijken het polynoom f=x^13-1 in F5[x]. Deze is te ontbinden in irreducilebe polynomen van graad 1 en 4 in F5[x].
    Nu wil ik kijken wat de graden zijn van de irreducibele polynomen van f in
    F25[x] en F125[x].
    Is er een slimme manier om dat in te zien?

    Voor het geval F5[x] had ik gebruikt gemaakt van een stelling die zegt dat f zich laat ontbinden in F5[x] door: f=Producti = 0 4-1 (x-a5^i) met a een nulpunt van f ongelijk aan 1. Dat kwam omdat ik ook een andere stelling gebruikte over hoe xp^n zich laat ontbinden in F5 in irreducibele polynomen.
    Want 1- x13 deelt x5^4 -x
    Eindige uitbreidingen van een eindige lichaam F_q zijn automatisch Galois met cyclische Galoisgroep, voortgebracht door Frob_q. De irreducibele factoren over F_{q^m} komen overeen met de cykels van Frob_{q^m}=(Frob_q)^m werkend op de verzameling nulpunten (probeer dat maar eens te bewijzen). Een irreducibel polynoom f van graad n zal over F_{q^m} dus ontbinden als een product van ggd(n,m) polynomen van graad n/ggd(n,m).
    zuiderbuurzondag 24 februari 2008 @ 20:19
    quote:
    Op zondag 24 februari 2008 19:43 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Eindige uitbreidingen van een eindige lichaam F_q zijn automatisch Galois met cyclische Galoisgroep, voortgebracht door Frob_q. De irreducibele factoren over F_{q^m} komen overeen met de cykels van Frob_{q^m}=(Frob_q)^m werkend op de verzameling nulpunten (probeer dat maar eens te bewijzen). Een irreducibel polynoom f van graad n zal over F_{q^m} dus ontbinden als een product van ggd(n,m) polynomen van graad n/ggd(n,m).
    Wat bedoel je juist met cykels?
    thabitzondag 24 februari 2008 @ 20:56
    Banen.
    zuiderbuurzondag 24 februari 2008 @ 22:00
    quote:
    Op zondag 24 februari 2008 20:56 schreef thabit het volgende:
    Banen.
    Bedankt.

    Het lijkt allemaal wel steek te houden (wat jij zegt), maar zelf kan ik het niet volledig vatten. Op welke (meer algemene, want eindige velden zijn uiteindelijk vrij tamme extensies) stellingen en eigenschappen steun je juist?
    Mijn Galoistheorie zit echt wel ver..
    thabitzondag 24 februari 2008 @ 22:22
    quote:
    Op zondag 24 februari 2008 22:00 schreef zuiderbuur het volgende:

    [..]

    Bedankt.

    Het lijkt allemaal wel steek te houden (wat jij zegt), maar zelf kan ik het niet volledig vatten. Op welke (meer algemene, want eindige velden zijn uiteindelijk vrij tamme extensies) stellingen en eigenschappen steun je juist?
    Mijn Galoistheorie zit echt wel ver..
    Als K een lichaam is en f in K[x] monisch en separabel dan werkt Gal(f) op de verzameling nulpunten van f. De banen van deze werking komen dan overeen met de irreducibele factoren van f: als B een baan is dan hoort hier de factor prod_{a in B} (x-a) bij.
    Innocencedinsdag 26 februari 2008 @ 12:57
    Probleempje met differentiaalvergelijkingen:

    y"-y=0

    Dus inf sumn=0(n+1) (n+2) an+2xn - anxn =0

    oftewel (n+1) (n+2) an+2 = an

    voor x0 geeft dit 2*1*a2= a0
    voor x1 geeft dit 3*2*a2= a1
    etc..

    oftewel a2=a0/2!, a3=a1/3!, etc...

    Waarom is het antwoord dan niet y=a0(1/2! + x2/4! + x4/6!+.....) + a1(x/3! + x3/5! + x5/7!+.....) ???

    [ Bericht 18% gewijzigd door Innocence op 26-02-2008 13:02:39 ]
    keesjeisliefdinsdag 26 februari 2008 @ 15:29
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 12:57 schreef Innocence het volgende:
    Probleempje met differentiaalvergelijkingen:

    y"-y=0

    Dus inf sumn=0(n+1) (n+2) an+2xn - anxn =0

    oftewel (n+1) (n+2) an+2 = an

    voor x0 geeft dit 2*1*a2= a0
    voor x1 geeft dit 3*2*a2= a1
    etc..

    oftewel a2=a0/2!, a3=a1/3!, etc...

    Waarom is het antwoord dan niet y=a0(1/2! + x2/4! + x4/6!+.....) + a1(x/3! + x3/5! + x5/7!+.....) ???
    Ik zie niet zo snel een fout . Waarom denk je dat het antwoord fout is?
    Innocencedinsdag 26 februari 2008 @ 15:46
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 15:29 schreef keesjeislief het volgende:

    [..]

    Ik zie niet zo snel een fout . Waarom denk je dat het antwoord fout is?
    Omdat het boek dat zegt, zal zo even dat antwoord erbij zetten.
    thabitdinsdag 26 februari 2008 @ 16:04
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 15:46 schreef Innocence het volgende:

    [..]

    Omdat het boek dat zegt, zal zo even dat antwoord erbij zetten.
    Het boek zegt waarschijnlijk niet dat dit antwoord fout is, maar geeft waarschijnlijk als oplossing a*ex + b*e-x.
    Innocencedinsdag 26 februari 2008 @ 16:42
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 16:04 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Het boek zegt waarschijnlijk niet dat dit antwoord fout is, maar geeft waarschijnlijk als oplossing a*ex + b*e-x.
    Nee, het moet wel op deze manier. Het geeft dit antwoord vermenigvuldigd met x2
    thabitdinsdag 26 februari 2008 @ 16:48
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 16:42 schreef Innocence het volgende:

    [..]

    Nee, het moet wel op deze manier. Het geeft dit antwoord vermenigvuldigd met x2
    Ja, inderdaad, dat is ook wat je krijgt als je die e-machten in reeksen uitschrijft, maar volgt dat ook niet uit de recursie de je zelf geeft?
    Ripariusdinsdag 26 februari 2008 @ 17:04
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 12:57 schreef Innocence het volgende:
    Probleempje met differentiaalvergelijkingen:

    y"-y=0

    Dus inf sumn=0(n+1) (n+2) an+2xn - anxn =0

    oftewel (n+1) (n+2) an+2 = an

    voor x0 geeft dit 2*1*a2= a0
    voor x1 geeft dit 3*2*a2= a1
    etc..

    oftewel a2=a0/2!, a3=a1/3!, etc...

    Waarom is het antwoord dan niet y=a0(1/2! + x2/4! + x4/6!+.....) + a1(x/3! + x3/5! + x5/7!+.....) ???
    Functies die zichzelf als tweede afgeleide hebben zijn cosh x en sinh x, dus je zou uit moeten komen op

    y = a0*cosh x + a1*sinh x

    Je reeksontwikkelingen kloppen niet. Als je bijv. hebt a2 = a0/2! en je haalt bij de term a2x2 een factor a0 buiten haakjes, dan hou je binnen de haakjes toch echt x2/2! over ...
    keesjeisliefdinsdag 26 februari 2008 @ 17:27
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 16:48 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Ja, inderdaad, dat is ook wat je krijgt als je die e-machten in reeksen uitschrijft, maar volgt dat ook niet uit de recursie de je zelf geeft?
    Ik begrijp jullie niet helemaal met die x2 geloof ik. Je hebt toch gewoon



    en dat is toch precies wat de vraagsteller al afgeleid had, modulo een rekenfoutje in zijn factoren zie ik nu .

    [ Bericht 4% gewijzigd door keesjeislief op 26-02-2008 17:39:31 ]
    Innocencedinsdag 26 februari 2008 @ 17:33
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 17:04 schreef Riparius het volgende:

    [..]


    Je reeksontwikkelingen kloppen niet. Als je bijv. hebt a2 = a0/2! en je haalt bij de term a2x2 een factor a0 buiten haakjes, dan hou je binnen de haakjes toch echt x2/2! over ...
    Dat bedoel ik inderdaad. Maar waar isk snap niet waar je die factor x2 dan vandaan haalt?
    Het gaat in dat geval toch om n=0, dus x0???
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 16:48 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Ja, inderdaad, dat is ook wat je krijgt als je die e-machten in reeksen uitschrijft, maar volgt dat ook niet uit de recursie de je zelf geeft?
    Blijkbaar wel, maar ik snap dus niet waarom


    Ik sla de andere reacties even over, wel bedankt natuurlijk.
    keesjeisliefdinsdag 26 februari 2008 @ 17:42
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 17:33 schreef Innocence het volgende:

    [..]

    Dat bedoel ik inderdaad. Maar waar isk snap niet waar je die factor x2 dan vandaan haalt?
    Het gaat in dat geval toch om n=0, dus x0???
    [..]

    Blijkbaar wel, maar ik snap dus niet waarom


    Ik sla de andere reacties even over, wel bedankt natuurlijk.
    Je hebt gewoon een foutje gemaakt bij de terugsubstitutie in a_0 + a_1 x + a_2 x^2 + ... Je hebt bijv. a_2 = a_0/2!, dus de even termen geven a_0(1+x^2/2! + ...) etc.
    Ripariusdinsdag 26 februari 2008 @ 17:46
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 17:33 schreef Innocence het volgende:

    [..]

    Dat bedoel ik inderdaad. Maar waar isk snap niet waar je die factor x2 dan vandaan haalt?
    Het gaat in dat geval toch om n=0, dus x0???
    [..]
    Nee, je maakt gewoon een elementaire algebra fout. Als je a0x0 hebt en je haalt a0 buiten haakjes dan hou je binnen haakjes inderdaad x0 oftewel 1 over, maar dat is mijn punt niet. Ik had het (als voorbeeld) over de term a2x2 met a2 = a0/2! Als je daar ook a0 buiten haakjes haalt dan blijft er voor deze term binnen haakjes x2/2! over. Schrijf het nog maar eens netjes opnieuw uit, dan zul je het zien.
    No-Pdinsdag 26 februari 2008 @ 18:57
    Ik zit met een probleem. Ik kom niet uit 2 wiskunde opdrachten

    #1 Bepaal de oppervlakte van het gebied dat door de grafieken dan f(x)=x2 en g(x)=x2/2 + 2 wordt ingesloten ( dus het gebied tussen de grafieken op het interval tussen hun snijpunten)/

    Deze moet je oplossen door gebruik te maken van primitieven. Maar geen idee meer hoe je dit op lost.

    #2 Bepaal de volgende integralen door partiele integratie.
    bv
    (integraalteken) x sin (x) dx
    (integraalteken) x2 exp(x) dx
    (integraalteken) wortel(x) log(x) dx
    maar wat is partiele integratie ook al weer en hoe los je die op?
    GlowMousedinsdag 26 februari 2008 @ 19:06
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 18:57 schreef No-P het volgende:
    Ik zit met een probleem. Ik kom niet uit 2 wiskunde opdrachten

    #1 Bepaal de oppervlakte van het gebied dat door de grafieken dan f(x)=x2 en g(x)=x2/2 + 2 wordt ingesloten ( dus het gebied tussen de grafieken op het interval tussen hun snijpunten)
    Eerst het gebied bepalen. Daarvoor heb je de snijpunten nodig. f(x)=g(x) levert x=2 of x=-2. Op dat interval geldt dat f(x)<g(x). Gevraagd wordt dus .
    quote:
    Deze moet je oplossen door gebruik te maken van primitieven. Maar geen idee meer hoe je dit op lost.
    #2 Bepaal de volgende integralen door partiele integratie.
    bv
    (integraalteken) x sin (x) dx
    (integraalteken) x2 exp(x) dx
    (integraalteken) wortel(x) log(x) dx
    maar wat is partiele integratie ook al weer en hoe los je die op?
    Bij partiele integratie kun je de integrand schrijven als f(x)*g(x). Bijvoorbeeld bij de eerste f(x)=x en g(x) = sin(x). De primitieve is dan gelijk aan f(x)*G(x) minus de primitieve van f'(x)G(x). Dus hier:
    harrypieldinsdag 26 februari 2008 @ 21:39
    even de afleiding:

    we kennen allemaal(?) de productregel (f(x) * g(x))' = f'(x) * g(x) + f(x) * g'(x)
    Dus geldt uiteraard: INT (f(x) * g(x))' dx = INT ( f'(x)*g(x) + f(x)*g'(x) ) dx =

    we kunnen vervolgens de rechter integraal in twee delen opsplitsen
    INT ( f(x)*g(x) )' dx = INT f'(x)*g(x) dx + INT f(x)*g'(x) dx

    wat schuiven met termen:
    INT ( f(x)*g(x) )' dx - INT f'(x)*g(x) dx = INT f(x)*g'(x) dx

    links en recht omdraaien voor het overzicht
    INT f(x)*g'(x) dx = INT ( f(x)*g(x) )' dx - INT f'(x)*g(x) dx


    de eigenlijke truc schuilt hierin: namelijk dat de afgeleide ook als d(y)/d(x) gescheven kan worden. Voorbeeldje: f(x) = x2. hieruit volgt:
    f'(x) = 2x oftewel d(y)/d(x) = 2x. Maar dat betekent ook dat we dus dy = 2x dx <=> d x2 = 2x dx kunnen schrijven!!

    Deze techniek wordt toepast bij het primitiveren van functies die het resultaat zijn van toepassen van de kettingregel; eigenlijk pas je die omgekeerd toe
    Voorbeeld f(x) = cos2(x)*sin(x)
    F(x) = INT cos2(x)*sin(x) dx = INT cos2 d(-cos(x) =
    INT -cos2 d(cos(x))

    Substitueer nu u voor cos(x) en je krijgt:
    INT -u2 du = -1/3 u3

    terugzetten van cos(x) geeft voor deze integraal/primitieve het voorschrift F(x) = -1/3 cos3(x)


    dat gaan we ook hier doen met:
    INT f(x)*g'(x) dx = INT ( f(x)*g(x) )' dx - INT f'(x)*g(x) dx

    de primitieve van de linkertem is dus blijkbaar:
    INT f(x)*g'(x) dx = f(x)*g(x) - INT f'(x)*g(x) dx =
    want de primitieve van g'(x) is uiteraard g(x), dus hoef je alleen g'(x) te primitieveren om de linkerterm aan de rechterkant van het = teken te krijgen

    INT f(x)*g'(x) dx = f(x)*g(x) - INT f'(x)*g(x) dx
    INT f(x)*g'(x) dx = f(x)*g(x) - INT g(x) d(f(x))
    INT f(x)*d(g(x)) = f(x)*g(x) - INT g(x) d(f(x))


    Even deze techniek deze jouw functies loslaten:

    1. INT x*sin(x) dx = INT x*(-cos(x)) =
    x*-cos(x) - INT-cos(x) dx =
    x*-cos(x) + INT cos(x) dx =
    x*-cos(x) + sin(x)

    2. INT x2 * ex dx =
    INT x2 * d (ex) =
    x2 * d (ex) - INT (ex) * d(2) =
    x2 * (ex) - INT (ex) * 2x dx =
    x2 * (ex) - INT 2x d(ex) =
    x2 * (ex) - ( 2x*ex - INT (ex) d(2x) ) =
    x2 * (ex) - 2x*ex + INT (ex) d(2x) =
    x2 * (ex) - 2x*ex + INT 2*(ex) d(x) =
    x2 * (ex) - 2x*ex + 2*ex

    3. INT sqrt(x) * log(x) dx =
    INT log(x) d(2/3*x3/2) =
    (log (x)) * 2/3*x3/2 - INT 2/3*x3/2 d(log(x) =
    (log (x)) * 2/3*x3/2 - INT 2/3*x3/2 *1/(x*ln(10)) dx =
    (log (x)) * 2/3*x3/2 - INT 2/3*x3/2 *1/(x) *1/ln(10)) dx =
    (log (x)) * 2/3*x3/2 - INT 1/ln(10)) * 2/3 * x3/2 *1/(x) dx =
    (log (x)) * 2/3*x3/2 - INT 1/ln(10)) * 2/3 * x1/2 dx =
    (log (x)) * 2/3*x3/2 - 1/ln(10)) * 2/3 * INT x1/2 dx =
    (log (x)) * 2/3*x3/2 - 1/ln(10)) * 2/3 * 2/3 x3/2

    [ Bericht 0% gewijzigd door harrypiel op 26-02-2008 21:46:25 ]
    No-Pdinsdag 26 februari 2008 @ 21:59
    a, perfect! was al weer poosje geleden en had de boeken er niet meer van.
    ik ga er zo verder uit komen
    de_priesterwoensdag 27 februari 2008 @ 10:23
    Zijn er hier ook mensen die dermate bedreven zijn met eindige elementen pakket ansys dat ze mij mss met een vraagske kunnen helpen? (ik kan een bep. fucntie niet vinden)
    Innocencewoensdag 27 februari 2008 @ 10:25
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 17:46 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Ik had het (als voorbeeld) over de term a2x2 met a2 = a0/2! Als je daar ook a0 buiten haakjes haalt dan blijft er voor deze term binnen haakjes x2/2! over. Schrijf het nog maar eens netjes opnieuw uit, dan zul je het zien.
    Ik snap nog steeds niet waar je die hele term vandaan haalt.

    Voor x2, oftewel n=2, krijg je namelijk
    3* 4 a4x2 - a2x2 =0

    of a4x2=a0x2 /4!
    Dat is dus de term die je die gelijk erna volgt in mijn antwoord...

    Misschien denk ik wel helemaal verkeerd, maar ik zie het gewoon echt niet.
    quote:
    Op dinsdag 26 februari 2008 17:42 schreef keesjeislief het volgende:

    [..]

    Je hebt gewoon een foutje gemaakt bij de terugsubstitutie in a_0 + a_1 x + a_2 x^2 + ... Je hebt bijv. a_2 = a_0/2!, dus de even termen geven a_0(1+x^2/2! + ...) etc.
    Dat is toch juist wat mijn antwoord is! Maar die blijkt fout te zijn...

    [ Bericht 19% gewijzigd door Innocence op 27-02-2008 10:31:06 ]
    GlowMousewoensdag 27 februari 2008 @ 11:28
    Deze manier van dv's oplossen had ik nog niet eerder gezien. Het is een erg omslachtige methode, maar ik werk te weinig met dv's om het voordeel van deze methode in te zien. Ik heb hem wel helemaal uitgeschreven, misschien dat als je ernaar kijkt, je ziet waar je zelf een fout had gemaakt.

    Ik nu trouwens nu pas dat overal waar fn(x) staat, fn(0) moet staan.

    [ Bericht 12% gewijzigd door GlowMouse op 27-02-2008 14:35:21 ]
    Innocencewoensdag 27 februari 2008 @ 11:39
    Wow, helemaal super!

    Ik kende deze manier ook niet en heb waarschijnlijk niet goed genoeg de stof doorgenomen, want sloeg heel die stap van an=fn(x)/n! over...
    Terwijl je taylorexpansions dan inderdaad nergens meer op slaan.

    heel erg bedankt!
    thabitwoensdag 27 februari 2008 @ 11:51
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 11:28 schreef GlowMouse het volgende:
    Deze manier van dv's oplossen had ik nog niet eerder gezien. Het is een erg omslachtige methode, maar ik werk te weinig met dv's om het voordeel van deze methode in te zien. Ik heb hem wel helemaal uitgeschreven, misschien dat als je ernaar kijkt, je ziet waar je zelf een fout had gemaakt.
    [ afbeelding ]
    Bijna geen enkele dv heeft een expliciete oplossing in elementaire functies. Dat is een reden om naar machtreeksen te kijken.
    ColdFeetwoensdag 27 februari 2008 @ 14:46
    Hallo! Iemand hier ervaring met Montecarlo-simulaties in Matlab? Variabelen hebben een lognormale of exponentiele verdeling.
    GlowMousewoensdag 27 februari 2008 @ 14:52
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 14:46 schreef ColdFeet het volgende:
    Hallo! Iemand hier ervaring met Montecarlo-simulaties in Matlab? Variabelen hebben een lognormale of exponentiele verdeling.
    Daar heb ik wel eens wat mee geprobeerd ja.
    ColdFeetwoensdag 27 februari 2008 @ 14:58
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 14:52 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Daar heb ik wel eens wat mee geprobeerd ja.
    Met succes? Ik snap er geen flikker van, maar ben sowieso niet zo handig met matlab
    GlowMousewoensdag 27 februari 2008 @ 15:04
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 14:58 schreef ColdFeet het volgende:

    [..]

    Met succes? Ik snap er geen flikker van, maar ben sowieso niet zo handig met matlab
    Jawel, laat maar eens wat je aan code hebt en omschrijf wat je wilt doen, dan zal ik er wel naar kijken.
    maar over een kwartier ben ik zeker 6 uur weg, grijp je kans Keesje
    ColdFeetwoensdag 27 februari 2008 @ 15:07
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 15:04 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Jawel, laat maar eens wat je aan code hebt en omschrijf wat je wilt doen, dan zal ik er wel naar kijken.
    maar over een kwartier ben ik zeker 6 uur weg, grijp je kans Keesje
    Nou, dan ga ik eerst gewoon even lekker zelf frobelen... Kijken hoever ik kom

    Moet er zelf nog meer van kunnen maken dan ik nu heb!
    Ik wil jou niet mijn huiswerk laten maken; momenteel ben ik voornamelijk bezig met het door de helpfunctie van matlab worstelen
    keesjeisliefwoensdag 27 februari 2008 @ 15:35
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 15:04 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Jawel, laat maar eens wat je aan code hebt en omschrijf wat je wilt doen, dan zal ik er wel naar kijken.
    maar over een kwartier ben ik zeker 6 uur weg, grijp je kans Keesje
    Tijd voor een greep naar de macht! . Helaas begint het al slecht want ik ken Matlab helemaal niet. .
    Innocencewoensdag 27 februari 2008 @ 16:33
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 15:07 schreef ColdFeet het volgende:

    [..]

    de helpfunctie van matlab
    Horror
    ColdFeetwoensdag 27 februari 2008 @ 16:39
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 16:33 schreef Innocence het volgende:

    [..]

    Horror
    Boehoe

    Ja, that sucks. Laatste keer dat ik een Matlabpracticum heb gehad is 4 jaar geleden ofzo...
    keesjeisliefwoensdag 27 februari 2008 @ 17:49
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 16:39 schreef ColdFeet het volgende:

    [..]

    Boehoe

    Ja, that sucks. Laatste keer dat ik een Matlabpracticum heb gehad is 4 jaar geleden ofzo...
    Gebruik dan ook iets fatsoenlijks, Maple of Mathematica of zo. Gebruik anders desnoods een algemene intuïtieve high-level programmeertaal zoals Python i.p.v. dat archaïsche Matlab...
    castatotti2woensdag 27 februari 2008 @ 19:06
    Ik heb een proef op school uitgevoerd. Ik heb gekeken bij welke pH-waardes pepsine het best werkt.
    pH-waardes van 0,2 en 4 duurden langer dan 10 minuten, terwijl pH-waardes 1 en 3 wel goed werkten.
    Hoe kan ik dit verklaren?
    de_priesterwoensdag 27 februari 2008 @ 19:13
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 17:49 schreef keesjeislief het volgende:

    [..]

    Gebruik dan ook iets fatsoenlijks, Maple of Mathematica of zo. Gebruik anders desnoods een algemene intuïtieve high-level programmeertaal zoals Python i.p.v. dat archaïsche Matlab...
    kom dat alsjeblieft even uitleggen op de tudelft....

    matlab
    ColdFeetwoensdag 27 februari 2008 @ 19:16
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 19:13 schreef de_priester het volgende:

    [..]

    kom dat alsjeblieft even uitleggen op de tudelft....

    matlab
    Uhuh
    keesjeisliefwoensdag 27 februari 2008 @ 19:38
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 19:06 schreef castatotti2 het volgende:
    Ik heb een proef op school uitgevoerd. Ik heb gekeken bij welke pH-waardes pepsine het best werkt.
    pH-waardes van 0,2 en 4 duurden langer dan 10 minuten, terwijl pH-waardes 1 en 3 wel goed werkten.
    Hoe kan ik dit verklaren?
    Dat de optimale pH-waarde tussen 1 en 3 ligt?
    keesjeisliefwoensdag 27 februari 2008 @ 19:45
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 19:13 schreef de_priester het volgende:

    [..]

    kom dat alsjeblieft even uitleggen op de tudelft....

    matlab
    Een studentenlicentie voor Mathematica kost maar een paar tientjes . Op de site van Matlab staan wel screenshots van een redelijk uitziende GUI, de paar keer dat ik het nog op de uni heb gebruikt moest je simpelweg text-files met commando's schrijven en voeren aan Matlab. .
    zuiderbuurwoensdag 27 februari 2008 @ 20:11
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 17:49 schreef keesjeislief het volgende:

    [..]

    Gebruik dan ook iets fatsoenlijks, Maple of Mathematica of zo. Gebruik anders desnoods een algemene intuïtieve high-level programmeertaal zoals Python i.p.v. dat archaïsche Matlab...
    Maple=fatsoenlijk?
    Er zijn heel wat onhebbelijkheden aan het programma...maar ik moet toegeven dat ik het ook wel vaak gebruik.
    Ik begrijp toch goed dat Matlab niet symbolisch kan redeneren?
    Borizzzwoensdag 27 februari 2008 @ 21:00
    Klein probleemje met differentieren;
    als je een kromme hebt, bijvoorbeeld K=2x^3y^2 +2xy
    Hoe wordt dan een afgeleide (uitdrukking voor dy/dx) opgesteld.
    Ik ben vergeten hoe dit ook al weer moest.
    zuiderbuurwoensdag 27 februari 2008 @ 21:53
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 21:00 schreef Borizzz het volgende:
    Klein probleemje met differentieren;
    als je een kromme hebt, bijvoorbeeld K=2x^3y^2 +2xy
    Hoe wordt dan een afgeleide (uitdrukking voor dy/dx) opgesteld.
    Ik ben vergeten hoe dit ook al weer moest.
    Ofwel los je de hele handel voor y op in functie van x en dan afleiden naar x....of je doet het zo
    (ik neem wel liever een andere kromme)


    Wel, stel nu dat (u,v) erop ligt
    We differentiëren :


    Voor (u,v) is dy/dx dus :



    Dat was toch je vraag hoop ik?
    GlowMousewoensdag 27 februari 2008 @ 22:13
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 20:11 schreef zuiderbuur het volgende:

    [..]
    Ik begrijp toch goed dat Matlab niet symbolisch kan redeneren?
    Matlab heeft wel een symbolic toolbox.
    Voor numerieke berekeningen is Matlab gewoon perfect. Ik heb nog een m-file van 400 regels liggen voor lineaire regressie met datareductie en allerlei statistische toetsen, prachtig gewoon
    harrypielwoensdag 27 februari 2008 @ 22:55
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 21:53 schreef zuiderbuur het volgende:

    [..]

    Ofwel los je de hele handel voor y op in functie van x en dan afleiden naar x....of je doet het zo
    (ik neem wel liever een andere kromme)
    [ afbeelding ]

    Wel, stel nu dat (u,v) erop ligt
    We differentiëren :
    [ afbeelding ]

    Voor (u,v) is dy/dx dus :

    [ afbeelding ]

    Dat was toch je vraag hoop ik?
    plaatjes doen het niet
    zuiderbuurvrijdag 29 februari 2008 @ 00:11
    quote:
    Op woensdag 27 februari 2008 22:13 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Matlab heeft wel een symbolic toolbox.
    Voor numerieke berekeningen is Matlab gewoon perfect. Ik heb nog een m-file van 400 regels liggen voor lineaire regressie met datareductie en allerlei statistische toetsen, prachtig gewoon
    Is het trouwens normaal dat die Maple 11 zo waanzinnig onstabiel is?
    Ik was gewoon wat aan het knoeien met matrices, in eens viel de boel stil bij het opslaan, ff Ctrl Alt del gedaan en nu is de helft van m'n file weg.