Heb je daar nog scholing voor moeten volgen? En zo ja, hoe kom je direct bij de bovenbouw terecht?quote:Op maandag 28 januari 2008 20:54 schreef GlowMouse het volgende:
tvp
vanaf volgende week vrijdag ben ik gedurende enkele maanden een dag per week docent wiskunde bovenbouw havo/vwo![]()
Naast mijn studie (derdejaars econometrie) niets extra's, hoewel ik al wel wat ervaring heb met werkcolleges geven. Voor de bovenbouw van mijn oude middelbare school was iemand nodig, en ze kennen me daar nog wel, dus daar kon ik terecht. Het is wel zo dat ik alleen begeleidingsuren geef die dag, en ik geen compleet nieuwe dingen hoef uit te leggen. Maar ik wilde eens kijken of het wat is, en na je studie is het niet iets wat je even probeertquote:Op maandag 28 januari 2008 21:12 schreef Hi_flyer het volgende:
Heb je daar nog scholing voor moeten volgen? En zo ja, hoe kom je direct bij de bovenbouw terecht?
Zou je misschien een voorbeeldje kunnen geven?quote:Op woensdag 30 januari 2008 15:54 schreef Flumina het volgende:
De verticale krachten in de kabel kun je berekenen met het verticale evenwicht. In het midden van de brug is de verticale kracht in de kabel 0 omdat de kabel horizontaal is. Als je naar links werkt (of naar rechts) naar de pijlers/pylonen toe wordt de verticale kracht in de kabel telkens groter.
Heb jij niet meer informatie als lengtes, de vorm van de kabel, e.d?quote:Op woensdag 30 januari 2008 16:03 schreef Rammstino het volgende:
[..]
Zou je misschien een voorbeeldje kunnen geven?
Metalen ronde kabel, verticale kabel: 10m, en de horizontale (waar de verticale aanhangt) van paal tot paal 25 meter. Kracht die op de verticale kabel werkt: 981Nquote:Op woensdag 30 januari 2008 16:05 schreef Flumina het volgende:
[..]
Heb jij niet meer informatie als lengtes, de vorm van de kabel, e.d?
Moment.quote:Op woensdag 30 januari 2008 16:11 schreef Rammstino het volgende:
[..]
Metalen ronde kabel, verticale kabel: 10m, en de horizontale (waar de verticale aanhangt) van paal tot paal 25 meter. Kracht die op de verticale kabel werkt: 981N
Ja, maar kabels volgen altijd de krachten. De richting van de kracht bepaalt de richting van de kabel. Dat is essentieel. Dus van te voren de vorm van de kabel inschatten is eigenlijk niet de juiste methode om de constructie door te rekenen. Ik snap ook niet waarom je de rest van de kabels verwaarloost. Immers, de kabel volgt de kracht en met die ene kracht zal de kabel recht vanuit de pyloon naar de kracht lopen, een knik maken, en vervolgens recht naar de kade gaan. Daarnaast moet je er trouwens vanuit gaan dat de kabel horizontaal loopt bij de kade, anders moet je bij het evenwicht ook de verticale component meenemen.quote:Op woensdag 30 januari 2008 18:41 schreef Rammstino het volgende:
[ afbeelding ]
Ok dus in dit voorbeeld:
Fzw = 981N (de rest van de kabels verwaarloos ik)
Dus:
Is de kracht F1:
Moment: 2*981/7 = 280.3N
De rest van je stuk snap ik niet helemaal,
De overige krachten in dit tekeningetje kan je tog ook uitrekenen met sinus/ cosinus?
Ah thanks. Ik zit een beetje te twijfelen of ik na mijn HBO-natuurkundestudie het bedrijfsleven in duik, of dat ik les wil gaan geven. Als niet-zij-instromer moet je volgens mij eerst een jaar pedagogiek studeren en daar heb ik niet echt zin in. Na een x aantal jaar bedrijfsleven kan je zij-instromen en gelijk lesgeven. Ik denk er nog over na.quote:Op maandag 28 januari 2008 21:20 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Naast mijn studie (derdejaars econometrie) niets extra's, hoewel ik al wel wat ervaring heb met werkcolleges geven. Voor de bovenbouw van mijn oude middelbare school was iemand nodig, en ze kennen me daar nog wel, dus daar kon ik terecht. Het is wel zo dat ik alleen begeleidingsuren geef die dag, en ik geen compleet nieuwe dingen hoef uit te leggen. Maar ik wilde eens kijken of het wat is, en na je studie is het niet iets wat je even probeert![]()
Als je de x buiten haakjes haalt krijg je x*(2,5*60^3/3*909,85 - 28,75*60^2/2*909,85) = 0quote:Op donderdag 31 januari 2008 21:58 schreef unlimited het volgende:
nog een keer maar dan
0=2,5*60^3/3*909,85X-28,75*60^2/2*909,85*X
En x moet het zelfde getal zijn. Hoe los ik dit op?
Ik ben er al uitgekomen dankzij jou hulp! bedankt!quote:Op woensdag 30 januari 2008 19:26 schreef Flumina het volgende:
[..]
Ja, maar kabels volgen altijd de krachten. De richting van de kracht bepaalt de richting van de kabel. Dat is essentieel. Dus van te voren de vorm van de kabel inschatten is eigenlijk niet de juiste methode om de constructie door te rekenen. Ik snap ook niet waarom je de rest van de kabels verwaarloost. Immers, de kabel volgt de kracht en met die ene kracht zal de kabel recht vanuit de pyloon naar de kracht lopen, een knik maken, en vervolgens recht naar de kade gaan. Daarnaast moet je er trouwens vanuit gaan dat de kabel horizontaal loopt bij de kade, anders moet je bij het evenwicht ook de verticale component meenemen.
Dus wat weet je nu eigenlijk? Wat is het probleem vraag ik me nu af?
Weet je de vorm van de kabel exact? Want met de exacte vorm van de kabel bereken je de krachten die er opwerken, de krachten in de hangers bijvoorbeeld. Dan kun je inderdaad met sinussen gaan kloten.
Of weet je krachten in de hangers, en moet je de kracht in en dus vorm van de kabel weten? Ik gok het laatste maar ik weet het niet zeker als ik jou zo hoor.
Ja, er is een manier om de oplossingen te vinden. Als d géén kwadraat is van een geheel getal (dat is dus algemener dan je vraagt, want b.v. 8 is niet kwadratisch vrij, maar heeft wel een oplossing), kun je die oplossing vinden door de kettingbreuk van sqrt(d) te expanderen en dan is een convergent een oplossing (fundamentele oplossing).quote:Op zaterdag 2 februari 2008 21:18 schreef teletubbies het volgende:
Bestaan er leuke manieren om de vergelijking van Pell te oplossen?
dus die van x²-dy²=1 met d kwadratisch vrij . Is er een oplossing voor een algemene d?
Okey, het idee is dus één oplossing vinden en de rest komt vanzelf wel. Ik heb ergens gelezen dat het overeenkomt met het vinden van de eenheden in bepaalde ringen, ik denk Z[wortel(D)]. Ik hoopte op een kan en klare methode zonder al teveel rekenwerk.quote:Op zondag 3 februari 2008 12:15 schreef Iblis het volgende:
[..]
Ja, er is een manier om de oplossingen te vinden. Als d géén kwadraat is van een geheel getal (dat is dus algemener dan je vraagt, want b.v. 8 is niet kwadratisch vrij, maar heeft wel een oplossing), kun je die oplossing vinden door de kettingbreuk van sqrt(d) te expanderen en dan is een convergent een oplossing (fundamentele oplossing).
Stel, d = 7, dan vind je als kettingbreuk: sqrt(7) = [2; 1,1,1,4] (Zie b.v. http://www.mcs.surrey.ac.(...)ibonacci/cfCALC.html om kettingbreuken te berekenen).
De convergenten zijn 2/1, 3/1, 5/2 en 8/3. En inderdaad is 8^2 - 7*3^2 = 64 - 63 = 1. Zo kun je die oplossing vinden. Kettingbreuk expanderen, en de tellers en noemers van de convergenten proberen. Vroeg of laat vind je zo een oplossing.
Mooi zo.quote:Op zaterdag 2 februari 2008 19:44 schreef Rammstino het volgende:
[..]
Ik ben er al uitgekomen dankzij jou hulp! bedankt!
Ik had een ban dus kon ff niks posten
De eenhedengroep van Z[wortel(D)] met D>0 is de directe som van de groep van eenheidswortels (die orde 2, 4 of 6 heeft) en een vrije abelse groep van rang 1. Een voortbrenger van het vrije stuk kun je vinden met die kettingbreuken. Het is de eerste die je tegenkomt met de kettingbreukmethode (ik geloof dat je tot de helft van het repeterende stuk moet gaan).quote:Op zondag 3 februari 2008 14:38 schreef teletubbies het volgende:
[..]
Okey, het idee is dus één oplossing vinden en de rest komt vanzelf wel. Ik heb ergens gelezen dat het overeenkomt met het vinden van de eenheden in bepaalde ringen, ik denk Z[wortel(D)]. Ik hoopte op een kan en klare methode zonder al teveel rekenwerk.
Er zijn meerdere manieren om dit aan te tonen. Een manier is zeggen dat a algebraisch is over K desda K[a] eindige dimensie heeft over K als vectorruimte. Als a algebraisch is over K en b is algebraisch over K, dan is b uiteraard ook algebraisch over K[a]. Dus heeft K[a,b] eindige dimensie over K[a] en dus ook over K (als A een basis is voor K[a]/K en B een basis voor K[a,b]/K[a], dan is {xy : x in A, y in B} een basis voor K[a,b]/K). Omdat K[a+b] en K[ab] deelringen van K[a,b] zijn hebben ze eindige dimensie over K en dus zijn a+b en ab algebraisch.quote:Op dinsdag 5 februari 2008 22:52 schreef teletubbies het volgende:
a is algebraisch over K als a is een nulpunt van een monisch polynoom in K[x].
Is de som van twee algebraische getallen weer algebraisch? Hoe is dit ongeveer te bewijzen?
Het product?!
Met voorbeelden lukt het vaak, maar ik zoek graag een stelling die zoiets beschrijft. kan iemand helpen?
Alvast bedankt!
Is er niets gezegd over onafhankelijkheid?quote:Op zaterdag 9 februari 2008 13:58 schreef warchaser44 het volgende:
ik heb een vraag in wiskunde waar ik niet uit kom,, het is vast heel simpel ..
er zijn 75 stoelen in een vliegtuig beschikbaar,, en er worden er 77 geboekt,, nu is er een kans van 8% dat iemand niet komt opdagen.. wat is de kans dat alle 77 passagiers komen.. ?
hoe bereken je dat
wat bedoel je daarmee ?quote:Op zaterdag 9 februari 2008 14:02 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Is er niets gezegd over onafhankelijkheid?
het zijn dus 77 onafhankelijke stoelen zoals je bedoelt.. er staat niks over vermeld dus ik neem aan dat alle 77 de stoelen van aparte mensen zijn.quote:Op zaterdag 9 februari 2008 14:15 schreef GlowMouse het volgende:
Het maakt natuurlijk groot verschil of alle 77 passagiers met hetzelfde busje komen dat met kans 0,08 te laat komt, of dat de gebeurtenissen van te laat komen onafhankelijk zijn. Zonder die kennis valt hier geen zinnig antwoord op te geven.
Tuurlijk weten mensen het wel. Maar, ze proberen jou een beetje in de goede richting te sturen, want het is (en dat is niet beledigend bedoeld!) waarschijnlijk een vrij basale vraag. We hebben inmiddels besloten (of het realistisch is of niet is een tweede) dat we aannemen dat de aankomsten onderling onafhankelijk zijn. We kunnen een 'aankomst' een 'poging' noemen. Er is een kans van 92% dat de poging succes heeft (d.w.z. de persoon komt aan).quote:Op zaterdag 9 februari 2008 15:56 schreef warchaser44 het volgende:
maar niemand weet het ?
nou ik dacht dus:quote:Uit sin2(x) + cos2(x) = 1 volgt:
sin2(x) = 1-cos2(x)
cos2(x) = 1-sin2(x)
Door een van bovenstaande regels te gebruiken kun je
f(x) = sin2(x) + 2cos(x)-1
herleiden tot:
f(x) = cos(x)(a-cos(x))
Toon dit aan en geef a:
alleen als ik dat terug ga denken:quote:f(x) = sin2(x) + 2cos(x) -1
= 1-cos2(x) + 2cos(x) - 1 ///////maar dan?
= cos(x)(2-cos(x)) volgens het antwoordenboekje
en dat is dus niet waar we mee begonnen ...quote:cos(x) * 2 + cos(x) *-cos(x) = 2cos(x) + -cos2(x)
quote:-cos2(x) + 2cos(x) = 1-cos2(x) + 2cos(x)-1
Das wel heel stom van me dat ik dat 1-1 niet zagquote:Op zaterdag 9 februari 2008 21:28 schreef -J-D- het volgende:
f(x) = sin2(x) + 2cos(x) -1
= 1-cos2(x) + 2cos(x) - 1 /// 1-1 weghalen
= -cos2(x) + 2cos(x)
= -1 * cos(x) * cos(x) + 2 * cos(x) // cos(x) buiten haakjes
= cos(x) (-cos(x) + 2) // binnen haakjes opdraaien (vb. (-3+5) = (5-3))
= cos(x)(2-cos(x))
dus kans van 8/100ste = 4/25ste x 76 is 304/1900stequote:
8/100 is niet gelijk aan 4/25 x 76. Maar weer probeer je door wat te goochelen met getallen op een antwoord uit te komen, wat helaas weer mislukt. Met 4/25 x 76 doe je 4/25 + 4/25 + ... + 4/25, en dat is weer fout. Je mag kansen alleen optellen wanneer dat kansen zijn op gebeurtenissen binnen hetzelfde experiment die elkaar uitsluiten. Bijvoorbeeld de kans dat je met een dobbelsteen 1 of 2 gooit is 1/6 + 1/6 = 1/3.quote:8/100ste = 4/25ste x 76 is 304/1900ste
Ik heb het gevoel dat je met dit antwoord niets geholpen bent op de lange termijn, maar vooruit.quote:Op zondag 10 februari 2008 13:26 schreef warchaser44 het volgende:
of je geeft gewoon het antwoord want zelf kom ik er niet uit,, anders post ik hier niet hoor![]()
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Als extraatje:
Hopelijk is dat duidelijk. Wat jij de hele tijd wilt doen, is kansen optellen; dat werkt niet op deze manier. Daarvoor moet je denk ik nog een beetje het gevoel te pakken krijgen. Waar we het hier over hebben, is een hele reeks van experimenten die allemaal moeten slagen. Dan kun je (mits ze onafhankelijk zijn) de kansen met elkaar vermenigvuldigen. Wat is de kans dat de eerste slaagt * kans dat de tweede slaagt, etc.
Optellen van kansen gebeurt vaak om te bepalen wat de kans überhaupt is dat één experiment slaagt. B.v. Wat is de kans dat je minder dan een 3 gooit met een dobbelsteen? Dat betekent dat je 1 of 2 moet gooien. De kans op 1 is 1/6e, de kans op 2 is ook 1/6e. Deze gebeurtenissen overlappen niet, dus: 1/6 + 1/6 = 2/6. Vooral met dat niet-overlappen moet je uitkijken.
Stel dat iemand vraagt: Wat is de kans dat je een even getal gooit met een dobbelsteen, of dat je minder dan drie gooit? De kans dat je een even getal gooit (2,4,6) is 1/6 + 1/6 + 1/6 = 1/2. De kans dat je minder dan drie gooit is 1/3e (zie vorige alinea). Maar, deze kansen overlappen, want de '2' tel je nu twee keer mee. Dus het antwoord is niet 1/3 + 1/2 = 5/6. Het antwoord is 4/6. Kijk daarmee uit. En tot die tijd vooral veel oefenen…
Schroom niet om te vragen hier, want het wordt met plezier uitgelegd, maar alleen antwoorden krijgen met kansrekening helpt je op lange termijn echt niet verder. Je moet het 'zien'.Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
Ik heb al spijt van m'n vorige antwoord. Je wordt hiet niet gesard, mensen proberen je hier wat te leren. Die opdracht zul je niet voor niets moeten maken.quote:Op zondag 10 februari 2008 14:28 schreef warchaser44 het volgende:
wat een helden zijn jullie
ik wil verder met die opdracht ,, en daar heb ik deze fking kut berekening voor nodig.. kan iemand me vertellen HOE.. godver jezus
Dat een dobbelsteen kans 1/6e is, daarvan hoopte ik dat je dat wist. En ook dat als je 2x gooit dat dan de kans 1/36 is dat je 2x 6 gooit achter elkaar. En daarom hoopte ik dat je dan 'ziet' waarom die macht in het spel komt.quote:Op zondag 10 februari 2008 14:42 schreef warchaser44 het volgende:
bedankt ik weet nu weer hoe het moest..![]()
ik ben niet totaal dom dat ik niet weet dat een dobbelsteen kans 1/6de is.. ik wist alleen niet meer hoe je dat bij meerdere dingen moest doen.. gewoon in de macht van 77 zetten dus..
Dat zou normaal met een binomiale verdeling moeten zijn. Maar bedoel je "precies 69" of "exact 69" mensen?quote:Op zondag 10 februari 2008 15:40 schreef warchaser44 het volgende:
ja en nu bij de volgende vraag staat er dan de kans dat er 69 mensen zijn gelijk is aan 0.1120
hoe kan dit.. moet ik met een normale verdeling werken dan ?
ja dus er zijn 6 stoelen te weinig, exact 69 mensenquote:Op zondag 10 februari 2008 18:14 schreef zuiderbuur het volgende:
[..]
Dat zou normaal met een binomiale verdeling moeten zijn. Maar bedoel je "precies 69" of "exact 69" mensen?
quote:Op zondag 10 februari 2008 19:27 schreef warchaser44 het volgende:
[..]
ja dus er zijn 6 stoelen te weinig, exact 69 mensen
maar een binomiale verdeling heb ik nog nooit gehad ?
Het laatste decimaal van de eerste kans is foutquote:Op zondag 10 februari 2008 19:51 schreef zuiderbuur het volgende:
Ik heb het een keer uitgerekend, de kans op exact 69 is 0.111, en de kans op minstens 69 is 0.839 (tenzij ik ergens een foutje heb gemaakt)
0.83879 mag ik toch afronden naar 0.839?quote:Op zondag 10 februari 2008 20:00 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Het laatste decimaal van de eerste kans is fout![]()
Wat is jouw manier dan wel? Leg eens uit hoe je aan je resultaat komt?quote:Op zondag 10 februari 2008 20:39 schreef warchaser44 het volgende:
hmm dan doe ik iets fout,, het moet idd 0.112 zijn.. maar ik weet nog niet hoe ik daar op kom
het ometen dus EXACT 69 mensen zijn.. maar op mijn manier kom ik op het 2de getal uit.. dat is dan minstens ?
door 0.92^69quote:Op zondag 10 februari 2008 20:49 schreef zuiderbuur het volgende:
[..]
Wat is jouw manier dan wel? Leg eens uit hoe je aan je resultaat komt?
Dat je dan zo'n PO krijgt is inderdaad vreemd. Is het dan niet raadzamer om met de docent te overleggen? Want dit is tamelijk zinloos. Ik heb het gevoel dat je de theorie niet helemaal machtig bent, en dat is voorstelbaar als je er nooit iets van hebt gehad. Tegelijkertijd is het zo naar een antwoord toekomen meer een kwestie van geluk dan van wijsheid. Ik heb het gevoel dat je op deze manier heel ad-hoc redeneert en weinig inzicht verwerft, wat eigenlijk verspilling van je tijd is. Als docent kun je dat toch ook niet bedoeld hebben.quote:Op maandag 11 februari 2008 12:55 schreef warchaser44 het volgende:
ik ben al een aardig eindje ver met die binomiale verdeling.. ik heb zo'n programmaatje gevonden op internet waardoor je het alleen even in hoeft te vullen.. wel raar dat ik hier een po over krijg terwijl ik er nog nooit iets over gehad heb..
nja igg bedankt
Ik denk dat ik er iets van begin te snappenquote:Op maandag 11 februari 2008 21:26 schreef vliegtuigje het volgende:
*heel verhaal*
Voor zover ik heb begrepen heb je bij een T1 relaxatie inderdaad sprake van emissie van een foton, omdat de spin toestand van hoog energetisch naar laag energetisch 'flipt'. Dit verschil in energie wordt uitgezonden in vorm van een foton, wat gemeten kan worden. Volgens mij wordt op deze manier T1 bepaald. Hoe precies heb ik zo niet kunnen vinden.quote:Op maandag 11 februari 2008 21:26 schreef vliegtuigje het volgende:
Ik hoop dat iemand hier me kan uitleggen hoe een MRI-scanner het signaal produceert waaruit in T1 en T2 kan afleiden... Ik snap dat er een sterk magneetveld B0 wordt aangelegd, waarnaar de magneetvectortjes van de H-kernen zich richten (parallel of anti-parallel). Ik begrijp ook hoe een stroompje door een spoel voor een extra magneetveldje B1 loodrecht op B0 de magneetvectortjes in het XY-vlak draait, en dat er vervolgens tegelijk twee soorten relaxatie plaatsvinden, één vanwege het uit fase raken van de vectortjes (verschillende Lamorfrequentie) en één vanwege het terugkeren van de vectortjes naar de z-as.
Tijdens dit proces zouden er radiofrequente golven worden afgegeven (ik denk dat ik dit wel begrijp voor de T1-relaxatie, maar niet voor de T2-relaxatie), die opgevangen worden door een spoel en daar voor een stroompje zorgen.
Wat voor een signaal krijg ik dan en hoe haal ik de T1 en de T2 eruit? Daar stoppen de sites die ik heb gelezen namelijk steeds. Verbeteren van eventuele fouten in het bovenstaande kleutertaalverhaaltje zijn ook zeer welkom.
Volgens mij dus met de uitgezonden fotonen, die het resultaat zijn van het omklappen van de spintoestanden. Hoe dit wordt gemeten verder is mij ook een raadselquote:Op dinsdag 12 februari 2008 10:39 schreef vliegtuigje het volgende:
[..]
Ik denk dat ik er iets van begin te snappen
Haal je je T2 uit je RF-signaal inclusief echo's door een lijn te fitten door de maxima van de echo's?
En klopt het dat je je T2* uit de eerste uitdempende sinus kunt halen door door de maxima weer een lijn te fitten?
Vragen die van mijn kant dus overblijven is:
* Waarmee bepaal/meet je je T1?
Zie mijn eerdere verhaalquote:* Waarom is het signaal sinusvormig? Heeft dit iets met dat draaiende assenstelsel te maken waarover ik steeds lees?
Alvast bedankt
over welke tijdsduur,, het kan 2 jaar duren als je elk jaar 50.000 erop zet.. u get my point ?quote:Op woensdag 13 februari 2008 16:21 schreef Rammstino het volgende:
Stel ik wil 100000 euro sparen
Dit wil ik doen door ieder jaar een vast bedrag op mijn spaarrekening te zetten.
Ik krijg 6% rente op mijn spaarrekening
Wat is dan het bedrag dat ik ieder jaar op mijn spaarrekening moet zetten?
bvd
Ik heb em aangepast. 30 jaar dusquote:Op woensdag 13 februari 2008 16:38 schreef warchaser44 het volgende:
[..]
over welke tijdsduur,, het kan 2 jaar duren als je elk jaar 50.000 erop zet.. u get my point ?
Dit is uit te rekenen met standaardformules voor annuïteiten, welke in je in elk boek over financiële wiskunde zult vinden (of op het web), maar he is ook vrij eenvoudig af te leiden.quote:Op woensdag 13 februari 2008 16:21 schreef Rammstino het volgende:
Stel ik wil 100000 euro sparen over een tijdsduur van 30 jaar
Dit wil ik doen door ieder jaar een vast bedrag op mijn spaarrekening te zetten.
Ik krijg 6% rente op mijn spaarrekening
Wat is dan het bedrag dat ik ieder jaar op mijn spaarrekening moet zetten?
bvd
Is dit de volledige opgave? Ik vind het moeilijk om alles goed te vatten? X(1)?quote:Op woensdag 13 februari 2008 16:45 schreef MrBrightside het volgende:
Ik heb een wiskunde handelingsdeel waar ik de ballen van snap. Het onderwerp is schatten. Ik snap het eigenlijk gelijk al niet.
Schatter S = X(1) + X(7) - 1
De opgaven gaan over de Lotto, waarbij getallen van 1 t/m 45 voorkomen.
Opgave 2.2:
a. De schatter S geeft de uitkomst 45 als X(1) +X(7) = 46. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld X(1) = 1 en X(7) = 45 of X(1) = 2 en X(7) = 44, enzovoort. Laat zien dat P(X(1) = 1 en X(7) = 45 = (43 boven 5) / (45 boven 7) en bereken ook P(X(1) = 2 en X(7) = 44).
Nouja, de eerste regel uitleg snap ik, maar daarna? Iemand?
Wat bedoel je met "het aantal getallen" schatten? Sorry, misschien moet ik wat vaker op de lotto spelenquote:Op woensdag 13 februari 2008 20:22 schreef MrBrightside het volgende:
Ja het is dus de bedoeling dat je het aantal getallen schat. Maargoed, die weet je dus al want dat is 45. X1 is het kleinste getal (dus 1) en X(7) is het grootste getal, dus 45.
Ik snap ook niet zo goed wat de schatter doet... De toevalsvariabelen geven (in oplopende volgorde, naar ik aanneem) de 7 getrokken cijfers in de lotto. Je trekt dus (blijkbaar) van 1 t/m 45. De kansen kan ik op zich wel uitleggen.quote:Op woensdag 13 februari 2008 16:45 schreef MrBrightside het volgende:
Ik heb een wiskunde handelingsdeel waar ik de ballen van snap. Het onderwerp is schatten. Ik snap het eigenlijk gelijk al niet.
Schatter S = X(1) + X(7) - 1
De opgaven gaan over de Lotto, waarbij getallen van 1 t/m 45 voorkomen.
Opgave 2.2:
a. De schatter S geeft de uitkomst 45 als X(1) +X(7) = 46. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld X(1) = 1 en X(7) = 45 of X(1) = 2 en X(7) = 44, enzovoort. Laat zien dat P(X(1) = 1 en X(7) = 45 = (43 boven 5) / (45 boven 7) en bereken ook P(X(1) = 2 en X(7) = 44).
Nouja, de eerste regel uitleg snap ik, maar daarna? Iemand?
Super!! je bent mijn heldquote:Op woensdag 13 februari 2008 18:33 schreef Iblis het volgende:
[..]
Dit is uit te rekenen met standaardformules voor annuïteiten, welke in je in elk boek over financiële wiskunde zult vinden (of op het web), maar he is ook vrij eenvoudig af te leiden.
Over 30 jaar wil je ¤100.000 hebben. Ik neem ook even aan dat je 30 betalingen wilt doen, waarbij de eerste op tijdstip 0 valt. Op het 31e tijdstip (na 30 jaar) doe je geen betaling, je vangt alleen rente dat laatste jaar.
Als je bedrag x inlegt, dan krijg je, in totaal:
x*(1.06)^30 + x*(1.06)^29 + ... + x*(1.06)
= x * ( 1.06^30 + 1.06^29 + ... + 1.06)
Nu komt de standaard-truc om die som te herschrijven, zie b.v. Mathworld:
= x * (1.06 - 1.06^31)/(-0.06) = x*83.802
We willen hebben: x * 83.802 = 100,000, dus => x = 1193.29
De afgeleide is (ln(x) +1)x^x, die kun je vinden door de vergelijking slim te herschrijven, zoals hier wordt gedaan. De primitieve is volgens mij niet uit te drukken in standaardfuncties.quote:Op zaterdag 16 februari 2008 12:00 schreef Borizzz het volgende:
Wie weet de afgeleidige (en primitieve) van f(x)=x^x?
Bij mijn weten valt dit niet binnen de standaardregels voor primitiveren en differentieren.
(voor mij al weer een aantal jaren terug).
Voor logaritmes geldt: log(a*b) = log(a) + log(b). B.v. log(1000) = log(10*100) = log(10) + log(100) = 1 + 2 = 3. Zo ook ln(x^x) = ln(x*x*...*x) = ln(x) + ln(x) + ... + ln(x) = x ln(x)quote:Op zaterdag 16 februari 2008 12:37 schreef Borizzz het volgende:
Goede site; al is het lang geleden voor me. Graag wat toelichting op de voldende twee stappen; het staat er wel bij (weliswaar kort) maar t is zóó ver weggezakt!
ln y = ln (x^x) naar ln y = x ln (x)
Links is inderdaad wat lastig. Je hebt gezegd: y = x^x, ofwel y(x) = x^x, om even expliciet aan te geven dat y een functie van x is. En nu willen we y' (of wel dy/dx) weten, maar goed, dat is een lastige vorm. De truc is nu om de functie zo te herschrijven dat we die y' handig verkrijgen. Wat van belang is om je te realiseren is echter dat y een functie van x is, en geen constante hier.quote:y '(1 / y) = ln x + x(1 / x) = ln x + 1 , where y ' = dy/dx
als je nl. links naar x differentieert krijg je toch 0? rechts gaat met productregel; dat zie ik wel in.
Bedankt!
Misschien even verdergaan met wat ik zei :quote:Op zaterdag 16 februari 2008 13:13 schreef Borizzz het volgende:
Zuiderbuur: kun je hier eens een rekenvoorbeeld van neerzetten? Interessant.
Ik vind dit een beetje moelijk te volgen. Ik denk dat je dit bedoelt:quote:Op zaterdag 16 februari 2008 14:18 schreef Borizzz het volgende:
Dan nog eens de formule toepassen op y=x^x
f=x f'=1
g=x g'=1
y' = f'*g*f^g-1 + ln(f)*g'*f^g
dan volgt
y'= 1*x*x^x-1 + ln(x)*1*x^x
y'= x*x^x-1 +x^xlnx
maar dit is nog niet het antwoord dat we zoeken; ik kan daar niet het antwoord van maken dat we in het begin hadden.
Akkoord; ik heb m helemaal uitgewerkt en ik snap 'm. Bedankt!quote:Op zaterdag 16 februari 2008 14:10 schreef Iblis het volgende:
Ja, je moet iets meer haakjes gebruiken eigenlijk zoals e^(x ln x), doat ik goed weet wat waar staat, maar voor de rest lijkt het me goed.
En wat dat herschrijven betreft:
Je begint met:
y = x^x = exp(ln(x^x)) = exp(x ln(x))
Ofwel: y = exp(x ln(x)), maar ook x^x = exp(x ln(x)). Dat =-teken zegt dat dat allemaal aan elkaar gelijk is.
Dus als:
log(a^b) = b log(a), dan ook b log(a) = log(a^b) natuurlijk.
x*x^(x-1) kun je vereenvoudigen, dit is x^x. Immers x * (x * x .... * x) (tussen haakjes staan x-1 factoren), geeft x^x in totaal.quote:Op zaterdag 16 februari 2008 14:41 schreef Borizzz het volgende:
Ik doe bij het toepassen van de formule niet meer dan invullen. er bestaat volgens zuiderbuur een formule om de afgeleide te vinden voor y="f^g; deze wordt weergegeven door y=f'' *g * f^(g-1) + ln(f)* g' * f^g
f=x f' =1 , g=x en g'=1 invullen levert
y' = 1*x*x^(x-1) + ln(x)*1*x^x
y'= x*x^(x-1) +x^xln(x)
Volgens mij zit hier dan geen fout in.
Dit moet nog wel y' = ln(x+1)* x^x worden. Hoe gaat dan die laatste omzetting?
Je hebt wel f'' geschreven terwijl het f' is, maar dat was vast een tikfoutje.quote:Op zaterdag 16 februari 2008 14:41 schreef Borizzz het volgende:
Ik doe bij het toepassen van de formule niet meer dan invullen. er bestaat volgens zuiderbuur een formule om de afgeleide te vinden voor y="f^g; deze wordt weergegeven door y=f'' *g * f^(g-1) + ln(f)* g' * f^g
Die is er volgens mij ook niet.quote:f=x f' =1 , g=x en g'=1 invullen levert
y' = 1*x*x^(x-1) + ln(x)*1*x^x
y'= x*x^(x-1) +x^xln(x)
Volgens mij zit hier dan geen fout in.
ln(x+1)?quote:Dit moet nog wel y' = ln(x+1)* x^x worden. Hoe gaat dan die laatste omzetting?
Volgens mij wel.quote:Op zondag 17 februari 2008 12:24 schreef Borizzz het volgende:
Ik heb nog een oefening gedaan. Bij f(x)=2^2x kom ik uit op:
f(x)=e^ln(2^2x)
f(x)=e^2x(ln(2))
neem u=2xln(2) dan u' = 2ln(2)
f'(x) = e^u * u'
f'(x) = e^2xln(2) * 2ln(2)
f'(x)= 2^2x * ln(2) ; en volgens mij is hierin geen fout.
quote:Maar antwoordenboek zegt f'(x) = ln(2) * 2^(2x+1).
Hoe gaat dat laatste stapje?
Ik weet niet wat je tau is, maar je krijgt met K=0quote:Op zondag 17 februari 2008 14:27 schreef dynamiet het volgende:
Ik kom op één manier niet uit het volgende al is het maar een 1e orde;![]()
![]()
[ afbeelding ]
Opdracht 4: Bepaal de oplossing van de homogene DV (3.1) (dus met K=0) met behulp van de methode van scheiding van variabelen. Neem vervolgens als randvoorwaarde: y(0) = 40, en geef de oplossing voor y(t)
Ik zie niet hoe je hier scheiding van variabelen kunt gebruiken, ik dacht dat dat inhield dat je bij een d.v. die een functie in meer variabelen beschrijft je de oplossing probeert te schrijven als produkt van functies in de afzonderlijke variabelen. Je hebt hier maar 1 variabele en de d.v. is heel makkelijk direct op te lossen via een e-macht: y(t) = y(0)*eat, waarbij a = -1/tau.quote:Op zondag 17 februari 2008 14:27 schreef dynamiet het volgende:
Ik kom op één manier niet uit het volgende al is het maar een 1e orde;![]()
![]()
[ afbeelding ]
Opdracht 4: Bepaal de oplossing van de homogene DV (3.1) (dus met K=0) met behulp van de methode van scheiding van variabelen. Neem vervolgens als randvoorwaarde: y(0) = 40, en geef de oplossing voor y(t)
Super man! dit is precies wat ik even nodig had!!quote:Op zondag 17 februari 2008 14:39 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Ik weet niet wat je tau is, maar je krijgt met K=0tau*dy/dt + y = 0
[...]
Ohw, dan heb ik een rekenfoutje gemaakt. Ik kom op y~e-(t+tau) uit.quote:Op zondag 17 februari 2008 14:46 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Ik zie niet hoe je hier scheiding van variabelen kunt gebruiken, ik dacht dat dat inhield dat je bij een d.v. die een functie in meer variabelen beschrijft je de oplossing probeert te schrijven als produkt van functies in de afzonderlijke variabelen. Je hebt hier maar 1 variabele en de d.v. is heel makkelijk direct op te lossen via een e-macht: y(t) = y(0)*eat, waarbij a = -1/tau.
Ik kom op hetzelfde als keesje uit, je integraal is waarschijnlijk fout gegaan.quote:Op zondag 17 februari 2008 15:00 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Ohw, dan heb ik een rekenfoutje gemaakt. Ik kom op y~e-(t+tau) uit.
DV's zijn niet helemaal mijn ding, maar vooruit, ik kwam ook op de oplossing van keesje uit. Maar dit is toch geen scheiding van variabelen? Je hebt links een dy en rechts een y. Ik zou het zo verder doen:quote:Op zondag 17 februari 2008 14:39 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Ik weet niet wat je tau is, maar je krijgt met K=0tau*dy/dt + y = 0 tau*dy=-y*dt
Beide kanten integreren levert
y(t) = A*e-(t+tau) op, waarbij ik voor het gemak de integratieconstante even heb omgeschreven naar A. y(0) = 40 geeft
40 = A*e-tau op, dus heb je tau nodig om A te verkrijgen.
Ja, klopt, ik heb een rekenfout gemaakt. Logisch ook, want het argument van de e-macht moet eenheidsloos zijn.quote:Op zondag 17 februari 2008 15:16 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Ik kom op hetzelfde als keesje uit, je integraal is waarschijnlijk fout gegaan.
Bij jou geldt dat tau*dy/dt + y = tau*-t*y + y != 0.
Bij keesje geldt netjes dat tau*dy/dt + y = tau*-1/tau*y + y = 0.
En dit is dan het scheiden van variabelenquote:Op zondag 17 februari 2008 15:40 schreef Iblis het volgende:
[..]
DV's zijn niet helemaal mijn ding, maar vooruit, ik kwam ook op de oplossing van keesje uit. Maar dit is toch geen scheiding van variabelen? Je hebt links een dy en rechts een y. Ik zou het zo verder doen:
tau dy = -y dt
tau (1/y)dy = -dt
Inclusie van verzamelingen.quote:Op zondag 17 februari 2008 21:25 schreef teletubbies het volgende:
Hoe zal ik een ordening definieren zodat ik het lemma van Zorn toepas?
Wat GlowMouse zei komt hier op neer:quote:Op maandag 18 februari 2008 12:38 schreef Borizzz het volgende:
Volgens mij klopt dat echt niet; mijn uitkomst is (netjes opgeschreven)
f'(x)= (x^2+1)^(sin(x)) * cos(x)*ln(x^2+1) * ((2xsin(x)/ (x^2+1))
Dit kan ik niet herschrijven tot de formule van zuiderbuur.
Als je zegt y = sqrt(x), dan: dy/dx = d sqrt(x)/dx = 1/(2*sqrt(x))quote:Op maandag 18 februari 2008 18:12 schreef Borizzz het volgende:
Bij de theorie over substitutieregel met integreren snap ik iets niet.
Stel we zoeken de primitieve van f(x)=sin(sqrt(x)).
Dan pas je de substitutie y=sqrt(x) toe; dan y'= 1/ (2*sqrt(x))
sin(sqrt(x))dx = sin(sqrt(x))*2*sqrt(x)* 1/ (2*sqrt(x))
nu de substitutie uitvoeren (integratie grenzen etc neem je mee maar is voor nu ff niet belangrijk)
sin(sqrt(x))dx = sin(y) *2y dy. Waarom staat er niet nog 1/(2y) bij? want als je x in y omzet moet je die ook meenemen.... volgens mij moet er dan staan sin(y) * 2y * 1/(2y) dy
Maar daarna kun je met partieel integreren verder. Maar dat ene stapje volg ik niet, en het wordt vaker gebruikt...
Let op de dx!quote:Op maandag 18 februari 2008 18:36 schreef Borizzz het volgende:
ok dus je zegt: sin(sqrt(x)) dx met subs y=sqrt (x) en dus dy = 1/(2sqrt(x)) dx.
sin(sqrt(x)) dx = sin y * 2y *dy.
De 2y 'compenseert' voor het feit dat er ook dy staat; vermenigvuldigd moet het 1 opleveren.
Ja, dat is de handigste manier, dan ben je je kwadraat kwijt en dan lukt het gemakkelijk.quote:Op maandag 18 februari 2008 21:17 schreef Borizzz het volgende:
Hoe gaat dan het vinden van de volgende primitieven
A: f(x)= sin^2(x) ik kan zeggen f(x)=(0,5-0,5*cos(2x)) goniotrucendoos.
Er zijn tal van manieren voor, maar de handigste is denk ik:quote:B: f(x)= sin^3(x) ;kan dit dan partieel met gegevens uit A?
Partieel moet kunnen, maar je antwoord is fout. Substitutie is handiger: Zeg y = ln(x), dan dy = (1/x) dx, dus dan gaat je formule over in:quote:C: f(x)=ln(x) / x; partieel met f'=1/x en g=ln(x); ik kom dan op ln^2(x)+1/x.
Als je dat doet, dan dy = 1/(2sqrt(x)) en dan moet je weer die factor erin prutsen, dat is in dit geval nog wat lastiger. Ik zie zo even niet hoe. Ik denk dat er een beetje vernuftig gesplitst moet worden.quote:D: f(x)=sqrt(1+sqrt(x)) ; ik denk aan subs y=1+sqrt(x)
Deze zie ik even helemaal niet gebeuren.quote:E: f(x)=sin(x+sin(x)); ik denk aan subs y=x + sin(x)
Aan die substitutie heb je niets. Je krijgt dan dy = 2x dx, en zie dat maar eens erin te frummelen. Volgens mij moet je richting arcsin (waarvan de afgeleide) 1/(sqrt(1 + x^2)) is werken! Ik zal er nog eens over nadenken.quote:F: f(x)=sqrt(1-x^2); ik denk aan subs y=1-x^2
...en daarmee zit je gelijk op de goede weg: F(x) = 1/2 * x - 1/4 * sin(2x)quote:Op maandag 18 februari 2008 21:17 schreef Borizzz het volgende:
Hoe gaat dan het vinden van de volgende primitieven
A: f(x)= sin^2(x) ik kan zeggen f(x)=(0,5-0,5*cos(2x)) goniotrucendoos.
Naah, je kan beter eerstquote:B: f(x)= sin^3(x) ;kan dit dan partieel met gegevens uit A?
Helaaschquote:C: f(x)=ln(x) / x; partieel met f'=1/x en g=ln(x); ik kom dan op ln^2(x)+1/x.
F(x) = sqrt(1-x2) + x*arcsin(x)quote:F: f(x)=sqrt(1-x^2); ik denk aan subs y=1-x^2
Partieel is leuker zelfsquote:Partieel moet kunnen
The Integrator geeft voor D:quote:Op maandag 18 februari 2008 22:03 schreef GlowMouse het volgende:
D en E kunnen door de pc ook niet geprimitiveerd worden, wat vaak (maar niet altijd) een teken is dat de primitieve niet bestaat.
[..]
Partieel is leuker zelfs
integraal ln(x)/x dx = ln²(x) - integraal ln(x)/x dx
dus integraal ln(x)/x dx = ln²(x)/2
Ik vind :quote:Op maandag 18 februari 2008 22:19 schreef Borizzz het volgende:
Bij D: f(x)=sqrt(1+sqrt(x)) ; ik denk aan subs y=1+sqrt(x) heb ik het volgende gedaan
y=1+sqrt(x) dus dy= 1/(2*sqrt(x)) dx
ik schrijf nu
f(x)=sqrt(1+sqrt(x)) = sqrt(1+sqrt(x)) * 2sqrt(x) * 1/(2sqrt(x))
omdat y=1+sqrt(x) volgt 2sqrt(x)=2(y-1)
volgens mij krijg je dan sqrt(y) * 2y dy
maar dit is een beetje gegoochel uit de hoge hoed misschien maar iets beters kan ik niet verzinnen zo...
Bij mij geeft die ln(x) + ln(x + 1). En dat dat hetzelfde is volgt uit: log(ab) = log(a) + log(b), dus:quote:Op maandag 18 februari 2008 22:55 schreef Borizzz het volgende:
Een primitieve van (2x+1) / (x^2+x) lijkt me ln(x^2+x) te zijn. Maar the integrator geeft iets heel anders...
Klopt; al werkt y=1+sqrt(x) en daaruit volgnd 2*sqt(x) =2(y-1) en dy=1/(2sqrt(x) dx ook.quote:Op maandag 18 februari 2008 22:47 schreef zuiderbuur het volgende:
[..]
Ik vind :
[ afbeelding ]
Ik stel ook sqrt(x)+1=y, maar dan doe ik :
x =(y-1)^2
en vervolgens :
dx = 2*(y-1)*dy
(Het werkt hoor, Maple geeft me gelijk)
Hoe werk je dat v erder uit? Dan heb je dy = 1/(2sqrt(x)), prima.quote:Op maandag 18 februari 2008 23:05 schreef Borizzz het volgende:
[..]
Klopt; al werkt y=1+sqrt(x) en daaruit volgnd 2*sqt(x) =2(y-1) en dy=1/(2sqrt(x) dx ook.
Levert exact hetzelfde antwoord op.
Ja. Dat is prima. D'oh.quote:Op maandag 18 februari 2008 23:23 schreef Borizzz het volgende:
ik had
y=1+sqrt(x)
dy=1/(2*sqrt(x)) dx
sqrt(x)=y-1
2*sqrt(x)=2(y-1)
sqrt(1+sqrt(x)) dx = sqrt(1+sqrt(x)) * 2*sqrt(x) * 1/(2*sqrt(x)) dx
substitutie toepassen
sqrt(y) * 2(y-1) * dy
uitwerken en integreren maar dacht ik....
Met substitutie:quote:Op dinsdag 19 februari 2008 13:47 schreef Borizzz het volgende:
Als je f(x)= (ln(x)/(x) dx integreert van vind je F(x)=ln^2(x) (via substitutie).
Hoe vind je dit met partiele integratie? Want deze moet m.i. ook kunnen.
Als je f=1/x neemt en g'=ln(x) dan vindt je dezelfde vorm terug achter het integraal teken, en lijk je niets op te schieten.
Zie mijn uitleg; je moet de afgeleide van ln|x| , oftewel 1/x voor de d zetten en primitieveren tot precies ln|x| , zodat je INT ln|x| d(ln|x|) krijgt. Je kan eventueel substitutie toepassen en u voor ln|x| schijven als je denkt het overzicht te verliezen, maar strikt genomen is dat niet nodig.quote:Op dinsdag 19 februari 2008 13:47 schreef Borizzz het volgende:
Als je f(x)= (ln(x)/(x) dx integreert van vind je F(x)=ln^2(x) (via substitutie).
Hoe vind je dit met partiele integratie? Want deze moet m.i. ook kunnen.
Als je f=1/x neemt en g'=ln(x) dan vindt je dezelfde vorm terug achter het integraal teken, en lijk je niets op te schieten.
Het gezwets dat hier stond kan weg. Maar nogmaals, wat is je eigen idee? Met integralen e.d. is het prima op te lossen, maar misschien is dat niet echt de bedoeling.quote:Op dinsdag 19 februari 2008 20:23 schreef thiamat het volgende:
Voor mij ogenschijnlijk een waardeloos simpel sommetje, maar ik kom er ff niet uit.
1 spoor, 2 treinen, beide in dezelfde richting. De een rijdt met 40 m/s (1), de ander met 30 m/s (2). De afstand tussen beide is 250 m als (1) begint te remmen. Deze negatieve versnelling is - als het gevolg van warmworden van de remmen- gelijk aan de volgende functie van de tijd:
a (t) = -2 + 0,01t
a. Botsen ze?
b. Zo ja, waar en na hoeveel tijd. Zonee, waar stopt trein 1 en waar stopt trein 2?
Ik zou jullie erg dankbaar zijn als dit opgelost kan worden
Ik zou zeggen "ja", maar ik kom geen mooie vergelijking uit.quote:Op dinsdag 19 februari 2008 20:23 schreef thiamat het volgende:
Voor mij ogenschijnlijk een waardeloos simpel sommetje, maar ik kom er ff niet uit.
1 spoor, 2 treinen, beide in dezelfde richting. De een rijdt met 40 m/s (1), de ander met 30 m/s (2). De afstand tussen beide is 250 m als (1) begint te remmen. Deze negatieve versnelling is - als het gevolg van warmworden van de remmen- gelijk aan de volgende functie van de tijd:
a (t) = -2 + 0,01t
a. Botsen ze?
b. Zo ja, waar en na hoeveel tijd. Zonee, waar stopt trein 1 en waar stopt trein 2?
Ik zou jullie erg dankbaar zijn als dit opgelost kan worden
o wacht, ik lul poep.....quote:Op dinsdag 19 februari 2008 20:50 schreef de_priester het volgende:
errr die treinen kunnen maar 1x batsen
tis een lineaire vergelijking, geen derdegraads
Heb ik ook gedaan, mijn resultaten zijn dan waarschijnlijk ook correct....alleen vraag ik me af of je dit wel met de hand kan doen...(de mooiste oefeningen worden met de hand gedaanquote:Op dinsdag 19 februari 2008 20:51 schreef de_priester het volgende:
[..]
o wacht, ik lul poep.....
zet gewoon even een leuke integraal op joh
wff.,...
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 | a (t) = -2 + 0,01t v (t) = -2t + 0,005t^2 + C1 (integreer a(t) naar t ) s(t) = -t^2 + (0,005/3)t^3+C1t+C2 (integreer v(t) naar t ) Trein 2 a(t) = 0 v(t) = C3 s(t) = C3t + C4 nu ff constanten invullen: C1 = 40 C2 = 250 C3 = 30 C4 = 0 Uitgaande dat je de positie van trein 2 op t=0 neemt: s=0 dusssss: s(t) = -t^2 + (0,005/3)t^3+40t+250 s(t) = 30t + 0 ofteweellll s(t) = -t^2 + (0,005/3)t^3+10t+250 |
Je maakt dezelfde fout als ik.quote:Op dinsdag 19 februari 2008 20:47 schreef zuiderbuur het volgende:
[..]
Ik zou zeggen "ja", maar ik kom geen mooie vergelijking uit.![]()
De treinen botsen volgens mij na 4.03 seconden (en ook nog eens 33.03 seconden en zelfs een derde keer na 562.93 seconden, maar dat heeft fysisch totaal geen betekenis)
In dezelfde richting, woopsquote:Op dinsdag 19 februari 2008 21:15 schreef Iblis het volgende:
[..]
Je maakt dezelfde fout als ik.De treinen rijden in dezelfde richting.
Ik was ook met integralen aan het knoeien.. van versnelling naar snelheid naar plaats kon ik wel integreren maar ik wist niet goed wat te doen met de constanten.quote:Op dinsdag 19 februari 2008 20:46 schreef Iblis het volgende:
[..]
Het gezwets dat hier stond kan weg. Maar nogmaals, wat is je eigen idee? Met integralen e.d. is het prima op te lossen, maar misschien is dat niet echt de bedoeling.
Op zich is dat logisch als je de fysische interpretatie erbij pakt, dan blijkt dat de integratieconstante de beginsnelheid is. Uitgebreid:quote:Op dinsdag 19 februari 2008 21:29 schreef thiamat het volgende:
[..]
Ik was ook met integralen aan het knoeien.. van versnelling naar snelheid naar plaats kon ik wel integreren maar ik wist niet goed wat te doen met de constanten.
De_Priester , bedankt! Hoe wist jij wel wat je met de constante's moest doen?
Dankje, erg verhelderend!quote:Op dinsdag 19 februari 2008 21:40 schreef Iblis het volgende:
[..]
Op zich is dat logisch als je de fysische interpretatie erbij pakt, dan blijkt dat de integratieconstante de beginsnelheid is. Uitgebreid:
Je weet:
d v(t)/dt = a(t), ofwel v(t) = ∫ a(t) dt
Dat geeft het idee, maar a(t) geeft alléén de verandering van snelheid. Als je hebt dat v(t) = t^2 + 30, om maar eens iets buitensporings te noemen, dan zie je dat die beginsnelheid verdwijnt als je differentieert. De snelheidsverandering is 2t. Dat geldt echter ook voor t^2 + 15000. Terwijl op zich de daadwerkelijke snelheid heel ander is.
Als je het nu wiskundig bekijkt zeg je: Gegeven a(t) = - 2 + 0.01t, dan heb ik v(t) = -2t + 0.005t^2 + C. Waarbij C zo gekozen moet worden dat het overeenkomt met de snelheid op v(0), en die is gegeven, voor de trein is dat 40m/s. Je moet hebben:
40 = -2*0 + 0.005*0^2 + C => C = 40.
Zoiets wordt een randvoorwaarde genoemd, en dat is eigenlijk wat je integratieconstante bepaalt. Meestal is dat de beginsnelheid, maar het zou kunnen zijn dat je b.v. zoiets krijgt:
"Een automobilist rijdt met hoge snelheid over de weg, hij ziet in de verte een flitspaal, en trapt vol op de rem, na 10s komt hij langs de flitspaal met een snelheid van 40 m/s, en hij remde met a(t) = -2 + 0.01t. Bereken z'n oorspronkelijke snelheid.
Dan kom je dus weer op v(t) = -2t + 0.005t^2 + C, maar nu met het gegeven dat v(10) = 40. En dan krijg je dat C 59.5 moet zijn geweest (rekenfouten voorbehouden), ofwel dat hij 214km/h reed op t=0.
het moet zijn: "waar is trein 2 op het moment dat trein 1 stil komt te staan" .. in het geval dat ze niet botsen natuurlijk.quote:Op dinsdag 19 februari 2008 21:42 schreef Iblis het volgende:
Het is met trouwens nog niet duidelijk of trein 1 nou de enige is die remt, of niet. Je zegt: "b. Zo ja, waar en na hoeveel tijd. Zonee, waar stopt trein 1 en waar stopt trein 2?"
Waarom zou trein 2 stoppen?
Ik zie het zo:
Trein 1 rijdt 2 achterop, ontdekt dat 250m voor trein 1, en begint te remmen. Trein 2 rijdt gewoon door, dus stopt niet. Knalt 1 erachterop, of niet? Dat is de vraag toch?
Erg bedankt hoor. 't Waren ook maar een paar inleidende sommetjes voor wat mechanica maar toch vreemd dat ik hier zo'n moeite mee had. Thermodynamica van onze atmosfeer gaat me vreemd genoeg beter af.quote:Op dinsdag 19 februari 2008 22:10 schreef Iblis het volgende:
Ik kom nu op het volgende:
a1 = -2 + 0,01t
v1 = ∫a(t) dt = -2t + 0,005t2 + C
C wordt door de beginsnelheid gegeven, 40m/s, dus:
v1 = -2t + 0,005t2 + 40
s1 = ∫v(t) dt = 40t -t2 + (0,005)/3 t3
Merk op dat we de integratieconstante nu 0 kiezen, want ik kies zelf dat trein 1 op afstand 0 begint.
Voor s2 vinden we eigenlijk direct: 250 + 30t
Dan krijgen we als afstand tussen de twee treinen:
s2 - s1 = 250 - 10t + t2 - (0,005)/3 t3
We kunnen eerst oplossen wanneer trein 1 (vooropgesteld dat er niet gebotst wordt) stilstaat.
We kunnen 21.11s invullen in s1 en s2. Dan blijkt dat s1 op 414m is, en s2 op 883.4m. s1 heeft s2 dus niet ingehaald. Dat zegt strict-genomen niet dat ze niet botsen, maar aan de hand van de afgeleide van s1 (v1) is te zien dat op het interval van 0..21.11 de functie monotoon stijgend is. En dat geldt ook voor s2.
Als ze wel zouden botsen zou het moeilijker worden, want s2 - s1 is een derde graads vergelijking en die is weliswaar met de hand op te lossen met Cardano's manier, maar dat is niet triviaal.
wil niet mierenneuken, op slakken zout strooien of andersoortig ongein doen, maar het zijn geen randvoorwaarden.quote:Op dinsdag 19 februari 2008 21:40 schreef Iblis het volgende:
Zoiets wordt een randvoorwaarde genoemd, en dat is eigenlijk wat je integratieconstante bepaalt.
Je hebt gelijk. Mea culpa.quote:Op dinsdag 19 februari 2008 23:42 schreef de_priester het volgende:
[..]
wil niet mierenneuken, op slakken zout strooien of andersoortig ongein doen, maar het zijn geen randvoorwaarden.
Het is in feite een beginwaardeprobleem van een erg simpele differentiaalvergelijking.
Randvoorwaarden zijn bijvoorbeeld het domein: {(x,y),x>0,y>0} en het bereik
Ik copy-paste ze. B.v. van Integral sign. Maar & int; moet ook werken. ∫ x dx = 1/2x2.quote:Op woensdag 20 februari 2008 10:09 schreef Haushofer het volgende:
Hey Iblis, hoe doe jij die geile integraaltekentjes?
Tovquote:Op woensdag 20 februari 2008 10:25 schreef Iblis het volgende:
[..]
Ik copy-paste ze. B.v. van Integral sign. Maar & int; moet ook werken. ∫ x dx = 1/2x2.
Nonsens, de term "randvoorwaarden" wordt vaak genoeg gebruikt om in het algemeen een set voorwaarden aan de rand van het domein van een d.v. aan te duiden.quote:Op dinsdag 19 februari 2008 23:42 schreef de_priester het volgende:
[..]
wil niet mierenneuken, op slakken zout strooien of andersoortig ongein doen, maar het zijn geen randvoorwaarden.
Het is in feite een beginwaardeprobleem van een erg simpele differentiaalvergelijking.
Randvoorwaarden zijn bijvoorbeeld het domein: {(x,y),x>0,y>0} en het bereik
Dit is fout. Het is cos(2x), en niet cos(x)quote:Op woensdag 20 februari 2008 19:53 schreef Borizzz het volgende:
ik herschijf dit als f(x) = sin(x) * (0,5 - 0,5*cos(2x))
vervolgens uitvermenigvuldigen
f(x) = 0,5sin(x) - 0,5sin(x)cos(x)
A kan bijv. ook door te schrijven f(x) = sin(x) * sin^2(x) = sin(x)*(1-cos^2(x)) en dan te substitueren u(x) = cos(x).quote:Op woensdag 20 februari 2008 19:53 schreef Borizzz het volgende:
Nog een paar integralen dan waar ik (nog) niet uitkom.
Per integraal zal ik mijn idee vermelden;
A: f(x) = sin^3(x)
Hoe zie je die uitwerking dan voor je? ik zie m niet; omdat er nog een vermenigvuldiging in voorkomt.quote:Op woensdag 20 februari 2008 20:03 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
A kan bijv. ook door te schrijven f(x) = sin(x) * sin^2(x) = sin(x)*(1-cos^2(x)) en dan te substitueren u(x) = cos(x)..
Hier gaat het al fout, want je verschrijft de 2x naar x.quote:Op woensdag 20 februari 2008 19:53 schreef Borizzz het volgende:
Nog een paar integralen dan waar ik (nog) niet uitkom.
Per integraal zal ik mijn idee vermelden;
A: f(x) = sin^3(x)
f(x) = sin(x) * sin^2(x)
ik herschijf dit als f(x) = sin(x) * (0,5 - 0,5*cos(2x))
vervolgens uitvermenigvuldigen
Hier gaat het weer mis. Je hebt 2*0.25 * sin(x)*cos(x), dus je krijgt: 0.25*sin(2x)quote:f(x) = 0,5sin(x) - 0,5sin(x)cos(x)
vervolgens de regel: sin(2x) = 2sin(x)cos(x)
Oh ja, C kan zoals zo vaak met die dingen door de boel een beetje geschikt uit elkaar te trekken: 2*f(x) = 2*sqrt(1-x^2) = 2*(1-x^2)/sqrt(1-x^2) = (1-x^2)/sqrt(1-x^2) + sqrt(1-x^2) = 1/sqrt(1-x^2) - x^2/sqrt(1-x^2) + sqrt(1-x^2). Nu kun je de eerste term primitiveren tot arcsin(x) en de laatste twee termen samen tot x*sqrt(1-x^2), zodat je primitieve wordt (arcsin(x) + x*sqrt(1-x^2))/2. Ik doe dit vast op een onhandige manier hoor, het ziet er veel te getruct uit zo...quote:Op woensdag 20 februari 2008 19:53 schreef Borizzz het volgende:
C: f(x) = sqrt(1-x^2)
Dit lijkt op iets in de richting van arcsin. Dus ik deed subs y= arcsin (x) met dy=1/(1-x^2) dx
Maar ook dan loop ik nog vast of zie ik iets over het hoofd?
Alvast bedankt!
Nou ja, je krijgt dus, met u(x) = cos(x), dat du(x) = -sin(x)dx en dus ∫ sin(x)*(1-cos^2(x)) dx = ∫ (u^2(x)-1) du(x) = u^3(x) - u(x) = cos(x)^3 - cos(x).quote:Op woensdag 20 februari 2008 20:14 schreef Borizzz het volgende:
[..]
Hoe zie je die uitwerking dan voor je? ik zie m niet; omdat er nog een vermenigvuldiging in voorkomt.
Sinus van een sinus? Heb ik nog nooit weten primitiverenquote:B:f(x) = sin (x + sin(x))
ik deed de substitutie y=sin x met dy=cos(x)dx en x=arcsin(y)
ik hoopte dan dat de "sin" en "arcsin" elkaar ergens zouden gaan opheffen.
f(x) = sin (arcsin(y) + y )
en dan verder... misschien met de regel sin(x+y) = sin x cos y + cos x sin y ?
Meerdere oplossingen voor deze. Dit is hoe ik het doe (is een beetje de algemene methode)quote:C: f(x) = sqrt(1-x^2)
Dit lijkt op iets in de richting van arcsin. Dus ik deed subs y= arcsin (x) met dy=1/(1-x^2) dx
Maar ook dan loop ik nog vast of zie ik iets over het hoofd?
Alvast bedankt!
En als er sqrt(1+x*x) of sqrt( x*x-1) staat moet je met de hyperbolische functies gaan werken.quote:Op woensdag 20 februari 2008 22:36 schreef de_priester het volgende:
hardcore gonio integreren is niet mijn ding jammergenoeg. ik zie dat met omzetten van gonio functies altijd veel te laat
Hoe komt je aan die substitutie? Ik kom uit op sin(x)=-dy/dx en na terug invullen 1/3y^3 -y terwijl jij op een + uitkomt. Waarvandaan in eens die + ?quote:Op woensdag 20 februari 2008 20:17 schreef Iblis het volgende:
[..]
Zeg nu: y = cos(x). Dan dy = -sin(x) dx. Als we dat invullen krijgen we:
∫ y2 - 1 dy = 1/3 y3 - y, en dan substitueren we terug:
1/3 cos3(x) + cos(x).
Jij hebt gelijk, ik vergiste me gewoon.quote:Op woensdag 20 februari 2008 22:43 schreef Borizzz het volgende:
[..]
Hoe komt je aan die substitutie? Ik kom uit op sin(x)=-dy/dx en na terug invullen 1/3y^3 -y terwijl jij op een + uitkomt. Waarvandaan in eens die + ?
Hoe krijg jij nu cos^(t) omgeschreven naar een cos(2*t) vorm?quote:Op woensdag 20 februari 2008 21:00 schreef zuiderbuur het volgende:
[..]
Sinus van een sinus? Heb ik nog nooit weten primitiveren, ben je zeker dat het niet sin(x) * (x+sin(x)) of zo is?
![]()
[..]
[\quote]
Nee, het is echt een sinus van een sinus
[quote]
Meerdere oplossingen voor deze. Dit is hoe ik het doe (is een beetje de algemene methode)
Stel x= sin (t)
Nu is sqrt(1-x*x)=cos(t)
En dx= sin(t) d t
Dan moet je dus integreren :
cos(t)^2 * dt
of dus (1+cos(2*t))/2 * dt
Dat is t/2+sin(2*t)/4
Of arcsin(x)/2+x*sqrt(1-x*x)/2
Als die B werkelijk sinus van een sinus is, dan denk ik dat iemand met jou aan het sollen isquote:Op woensdag 20 februari 2008 22:57 schreef Borizzz het volgende:
[..]
Hoe krijg jij nu cos^(t) omgeschreven naar een cos(2*t) vorm?
Welke gonio formules zitten hier achter?
Ach ja, die formules. Daar was ik nooit een ster in. Maar, er is uitkomst, namelijk Eulers formule:quote:Op woensdag 20 februari 2008 23:00 schreef zuiderbuur het volgende:
[..]
Als die B werkelijk sinus van een sinus is, dan denk ik dat iemand met jou aan het sollen is. Maple ziet in elk geval totaal geen oplossing.
Voor die cosinussen en sinussen moet je de volgende formules kennen :
cos( 2 * t) = cos(t)^2-sin(t)^2 of nog =1-2*sin(t)^2=2*cos(t)^2-1
sin(2*t)=2*sin(t)*cos(t)
Moesten wij van onze leerkracht kunnen afdreunen, een week lang elke dag test.![]()
Ik kom daar niet op uit;quote:Op woensdag 20 februari 2008 22:13 schreef GlowMouse het volgende:
C vroeg je gisteren ook al: ∫sqrt(1-x²)dx = x*sqrt(1-x²) - 1/2* ∫ x/sqrt(1-x²)dx (partieel integreren met f'(x) = 1).
Misschien heb je wat aan deze site:quote:Op donderdag 21 februari 2008 14:56 schreef Borizzz het volgende:
ik ben wel uit f(x) = sin(x+sin(x)) gekomen.
Als deze getekend wordt zie je dat f(x) puntsymmetrisch is in O.
Dus het antwoord van de integraal (van -10 tot 10) is 0.
Enig probleem is nog de integraal bij f(x)=sqrt(1-x^2). Er zijn twee uitwerkingen gegeven die ik niet tot op het einde kan volgen...
Dat je moest integreren van -10 tot 10 heb je er volgens mij niet bij gezegd.quote:Op donderdag 21 februari 2008 14:56 schreef Borizzz het volgende:
ik ben wel uit f(x) = sin(x+sin(x)) gekomen.
Als deze getekend wordt zie je dat f(x) puntsymmetrisch is in O.
Dus het antwoord van de integraal (van -10 tot 10) is 0.
Enig probleem is nog de integraal bij f(x)=sqrt(1-x^2). Er zijn twee uitwerkingen gegeven die ik niet tot op het einde kan volgen...
Dit gaat niet helemaal goed, die cos3t klopt niet.quote:Op donderdag 21 februari 2008 16:14 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Misschien heb je wat aan deze site:
SOS math , en in het bijzonder
Goniometrische substitutie
Staan hele handige dingen opOm jouw voorbeeldje erbij te pakken:
∫ [1-x2]1/2 dx.
Je ziet een wortel-teken en een kwadraat, dus dan zou ik een goniometrische substitutie proberen. Neem x(t) = sin(t), dx= cos(t)dt. Dan wordt je integraal
∫ [1-sin2 t ] 1/2 cos(t)dt
En dit is, gebruikende dat sin2 + cos2 = 1, gelijk aan
∫ cos3tdt
Deze kun je op verschillende manieren oplossen; uitschrijven als complexe e-macht of simpelweg een simpele goniometrische relatie gebruiken. Daarna schrijf je het weer om naar x. Vergeet niet je integratiegrenzen mee te transformeren
Volgens mij heb je gelijk dat die partiele integratie niet goed gaat. Als er alleen een x bijkwam kon je natuurlijk gewoon de substitutie u=x2 maken, maar nu zit je al met een x2 in de teller van je tweede integraal na partiele integratie.
Dit gaat al een eind in de goede richting, maar nu moet je x2/(1-x2)1/2 opvatten als het product van x en x/(1-x2)1/2. Zie je dat?quote:Op donderdag 21 februari 2008 16:33 schreef Haushofer het volgende:
Even expliciet die partiele integratie:
∫ ug' = ug| -∫ u'g
Als ik u = (1-x2)1/2 neem en g'=1, danu'= -x/(1-x2))1/2) g=x
Dus ∫ (1-x2)1/2 dx = x*(1-x2)1/2 + ∫ x2/(1-x2)1/2 dx
Nou kun je die tweede integraal denk ik wel weer met nog een partiele integratie oplossen
Heel eenvoudig. Je maakt gebruik van het merkwaardig productquote:Op donderdag 21 februari 2008 21:29 schreef tankertuig het volgende:
Ik heb de vergelijking x2+y2-4x-6y+14=0
Via het andwoordenboek weet ik dat ik dit via kwadraatafsplitsing kan opschrijven als
(x-2)2+(y-3)2=-1
Als ik dit zie, snap ik dat je aan x2+y2-4x-6y+14=0 kunt komen. Maar zie ik alleen de vergelijking lukt het me niet om het kwadraat af te splitsen.
Kan iemand mij dit eens uitleggen?
Daar ging het fout. Die +4 en die +1 moeten gecompenseerd worden door hetzelfde in het rechterlid, dsquote:Op donderdag 21 februari 2008 22:08 schreef tankertuig het volgende:
okee... zoals het hier staat lijkt het me simpel. maar dan probeer ik het volgende:
x2+y2+4x-2y+1=0
dus als ik het doe zoals jij zei krijg ik
(x2+4x+4)+(y2-2y+1)+1=0
(x+2)2+(y+1)2+1=0
Maar volgens mij is dit niet goed. Wat doe ik hier fout?
Ik had bij de vorige opgave die constante 14 opgesplitst in 4 + 9 + 1. Zoals jij het hier doet tel je bij het linkerlid 4 + 1 = 5 op. Maar als je dat links doet, dan moet je dat rechts ook doen, dus krijg je:quote:Op donderdag 21 februari 2008 22:08 schreef tankertuig het volgende:
okee... zoals het hier staat lijkt het me simpel. maar dan probeer ik het volgende:
x2+y2+4x-2y+1=0
dus als ik het doe zoals jij zei krijg ik
(x2+4x+4)+(y2-2y+1)+1=0
(x+2)2+(y+1)2+1=0
Maar volgens mij is dit niet goed. Wat doe ik hier fout?
Ja, dat zie ik, dat post ik er onder.quote:Op donderdag 21 februari 2008 20:35 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dit gaat al een eind in de goede richting, maar nu moet je x2/(1-x2)1/2 opvatten als het product van x en x/(1-x2)1/2. Zie je dat?
Het gaat ook als volgt als je met partiële integratie wil werken. We hadden al:quote:Op vrijdag 22 februari 2008 01:23 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Ja, dat zie ik, dat post ik er onder.
En ik had inderdaad een macht van cosinus teveel.
Je weetquote:Op zaterdag 23 februari 2008 13:44 schreef Borizzz het volgende:
Ik heb inmiddels al meerdere oplossingen voor de integraal van f(x)=sqrt(1-x^2) dx; bedankt.
Maar, eigenwijs als ik soms ben, heb ik de volgende methode nog niet helemaal scherp.
neem als subsitutie y=sin(t). dan volgt: dy=cos(t) dt en ook t=arcsin(t).
dus f(x)= sqrt(1-sin^2(t) = cos(t)dt
dus we zoeken int. cos^2(t) dt
Int. cos^2dt = 1-sin^2(t) dt
= (1-(0,5-0,5cos(2t)) dt
= 0,5 + 0,5cos(2t) dt
hier dan de primitieve van:
0,5t + 0,25sin(2t).
Nu komt het probleem; het terugzetten naar functie van x:
t=arcsin (x)
0,5t=0,5arcsin(x).
maar hoe kan ik de vorm 0,25sin(2t) omzetten naar functie van x?
Ik gebruik helemaal geen y, ik snap ook niet waarom jij doet.quote:Op zaterdag 23 februari 2008 14:00 schreef Borizzz het volgende:
x= cos(t)
sqrt(1-x^2)=sin(t)
Hoezo weet je dit? neemt y=sin(t) als substitutie.
Wel :quote:Op zaterdag 23 februari 2008 14:04 schreef Borizzz het volgende:
welke subsitutie doe jij dan?
Ik denk dat als het echt teveel zou worden, mensen wel zouden stoppen met het geven van antwoordenquote:Op zaterdag 23 februari 2008 16:36 schreef Borizzz het volgende:
Maar idd, t is wel een beetje veel de laatste dagen...
Van natuurkunde heb ik iets minder kaas gegeten, maar ik denk toch dat dat niet klopt.quote:Op zaterdag 23 februari 2008 19:02 schreef Borizzz het volgende:
Volgens mij moet je twee richtingen onderscheiden: horizonaal en verticaal.
Verticaal is eenparig versneld. x=x(0) + v*t + 0,5*g*t^2
met x=150 en v(0)=0 en g=9,81 kun je een v uitrekenen na 18,5 seconden toch?
vervolgens is er de horizontale snelheidsrichting. Deze snelheid is constant.
Dan leg je beide snelheidsvectoren bij elkaar en met sinus/cosinus/tangens kun je de gevraagde hoek vinden.
Op fora als mathlinks.ro is Tex gewoon mogelijk. Ik gebruik trouwens nu de Texer van Mathlinks/AOPS om af en toe een formule mooi op het scherm te laten verschijnen.quote:Op zaterdag 23 februari 2008 17:55 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Ik denk dat als het echt teveel zou worden, mensen wel zouden stoppen met het geven van antwoorden![]()
Overigens ben ik aan het kijken of ik zelf iets met tex kan doen hier. De meesten die antwoord geven kunnen daar vermoedelijk wel mee overweg.
Dit volg ik dus niet.quote:Op zaterdag 23 februari 2008 15:14 schreef GlowMouse het volgende:
We nemen daarom D=E want nu geldt dat voor iedere E>0 dat voor iedere x in IR\{1}, |x-1|<D:
|sqrt(x)-1| = |x-1| / (1+sqrt(x)) < |x-1| < D = E.
Het doel is dat je voor iedere E>0 aan kunt tonen dat voor x'en in de buurt van c geldt dat |f(x)-limietwaarde| < E. Een bewijs begint dus met:quote:Op zaterdag 23 februari 2008 19:15 schreef Borizzz het volgende:
[..]
Dit volg ik dus niet.Wat betekent dit?
Dat volgde volgens mij uit het feit dat |x-2| <D en | (x-2) / (x^2+1) | < E;quote:Op zaterdag 23 februari 2008 19:53 schreef GlowMouse het volgende:
dus volgt E<D en neem je E=D
Dat klinkt wat gek, maar voor de rest klopt het.
Er geldt | x-3 | * | x+4 | < Equote:dan geldt | x-3 | < 1 en -1 < x-2 < 1
Dat tweede moet -1 < x-3 < 1 zijn als |x-3|<1.
| x-3 | * | x+4| = 1* | x+4 | < E
De = moet een < zijn. Daarnaast is het me niet duidelijk waarom |x+4| < E, omdat je nog geen uitspraak over E hebt gedaan.
[..]
Ook hier lijkt het alsof je E kiest ipv D.
Weer fout: bij E=1024 hoort volgens jou D=128, maar met x=103 krijg je 100 * 107 = 10700 > E.quote:Er geldt | x-3 | * | x+4 | < E
Neem D=1 dan 2 < x < 4 en 6 < x+4 < 8
Invullen in bovenste betrekking
8 * | x+4 | < E
| x+4 | < E/8.
Neem dus D = E/8 of D=E.
Als je inziet dat iets niet klopt, dan kun je meestal wel een tegenvoorbeeld verzinnen, en dat inzicht groeit met de jaren.quote:Hoe reken je dat zo snel uit? t komt denk ik omdat ik niet helemaal snap hoe dit soort dingen werken. Bestaat er geen overzicht of zoiets van?
Die vraag snap ik niet. Bij een tegenvoorbeeld kies ik eerst E (want jij moet iets voor álle E aantonen), en daarna pas een x (want jij moet ook iets voor álle x aantonen, ook hier volstaat één tegenvoorbeeld).quote:Hoe weet je bijv. een E als je alleen een x hebt?
Daar gaat het fout: je moet voor iedere E laten zien dat er een D bestaat (zdd uit 0<|x-a|<D volgt dat |f(x)-L|<E), precies andersom dus. Je moet dus een formule vinden die voor iedere E laat zien welke D je moet kiezen om de gevraagde relatie te laten gelden.quote:dus dat voor elke D (astand van x tot a) ook een E (afstand van f(x) tot L ) bestaat.
Gaaf!quote:Op zaterdag 23 februari 2008 20:03 schreef GlowMouse het volgende:
Iedereen die graag met tex werkt: hier kun je makkelijk plaatjes maken om in dit topic met tex te werken. Het is de bedoeling dat plaatjes nog een flinke tijd blijven werken, en omdat het domein gratis is en hosting makkelijk te verplaatsen, denk ik dat dat wel kan. En anders staat de tex-code nog in de url naar het plaatje, zodat informatie nooit echt verloren gaat.
[..]
Weer fout: bij E=1024 hoort volgens jou D=128, maar met x=103 krijg je 100 * 107 = 10700 > E.
Zou dat niet van f een derdegraadveelterm maken?quote:Op zaterdag 23 februari 2008 20:36 schreef teletubbies het volgende:
We bekijken het polynoom f=x^13-1 in F5[x]. Deze is te ontbinden in irreducilebe polynomen van graad 1 en 4 in F5[x].
Nu wil ik kijken wat de graden zijn van de irreducibele polynomen van f in
F25[x] en F125[x].
Is er een slimme manier om dat in te zien?
Voor het geval F5[x] had ik gebruikt gemaakt van een stelling die zegt dat f zich laat ontbinden in F5[x] door: f=Producti=0 3-1 (x-a5^i) met a een nulpunt van f ongelijk aan 1.
Ik weet niet of dezelfde stelling geldt voor machten van 5 (of machten van p in algemeen). Ik denk van wel.
Omdat je limieten zo kunt bewijzen. Jouw 'manier' bewijst dat niet. Neem bijvoorbeeld de functie f(x) = 1.quote:Op zaterdag 23 februari 2008 20:35 schreef Borizzz het volgende:
Waarom moet dat dan andersom?
Deze server staat op 2Mbit SDSL op een school. Hij heeft het niet zo druk, en draait naar verwachting nog wel een paar jaar. Hardwarefalen en stroomuitval zal alleen niet zo snel opgevangen kunnen worden (komt helaas wel af en toe voor, maar een paar dagen downtime in weekend of vakantie is niet zo erg), maar ik wil even kijken of het veel gebruikt wordt. Het kan dan altijd nog naar een andere server verplaatst worden.quote:Op zaterdag 23 februari 2008 20:43 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Gaaf!. Hoe werkt het, heb je een computer thuis als server draaien die je laat parsen?
Btw, misschien is het een idee om het linkje in de OP op te nemen in dit en de volgende delen?
Die vierdegraadspolynomen kunnen in F_25 of F_125 nooit een wortel hebben, want om een irreduciebele polynoom over F_5 van de vierde graad een wortel te geven, heb je minstens een veld van 5^4 elementen nodig.quote:Op zaterdag 23 februari 2008 20:36 schreef teletubbies het volgende:
We bekijken het polynoom f=x^13-1 in F5[x]. Deze is te ontbinden in irreducilebe polynomen van graad 1 en 4 in F5[x].
Nu wil ik kijken wat de graden zijn van de irreducibele polynomen van f in
F25[x] en F125[x].
Is er een slimme manier om dat in te zien?
Voor het geval F5[x] had ik gebruikt gemaakt van een stelling die zegt dat f zich laat ontbinden in F5[x] door: f=Producti = 0 4-1 (x-a5^i) met a een nulpunt van f ongelijk aan 1. Dat kwam omdat ik ook een andere stelling gebruikte over hoe xp^n zich laat ontbinden in F5 in irreducibele polynomen.
Want 1- x13 deelt x5^4 -x
quote:Op zaterdag 23 februari 2008 20:36 schreef teletubbies het volgende:
We bekijken het polynoom f=x^13-1 in F5[x]. Deze is te ontbinden in irreducilebe polynomen van graad 1 en 4 in F5[x].
Nu wil ik kijken wat de graden zijn van de irreducibele polynomen van f in
F25[x] en F125[x].
Is er een slimme manier om dat in te zien?
Meneer GlowMouse, mochten we ook een witte achtergrond bij de gegenereerde plaatjes? En misschien de standaard makeup wat betreft lettertype en zo?quote:Op zaterdag 23 februari 2008 20:51 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Deze server staat op 2Mbit SDSL op een school. Hij heeft het niet zo druk, en draait naar verwachting nog wel een paar jaar. Hardwarefalen en stroomuitval zal alleen niet zo snel opgevangen kunnen worden (komt helaas wel af en toe voor, maar een paar dagen downtime in weekend of vakantie is niet zo erg), maar ik wil even kijken of het veel gebruikt wordt. Het kan dan altijd nog naar een andere server verplaatst worden.
In de OP is wel handig, maar ik verwacht dat de meesten hem hier toch wel weten te vinden
Oh dank je wel. Ik hoor het een beetje te gaan beredeneren. Door bijv stellingen te gebruiken die ons vertellen over de eigenschappen van irreducibele monische polynomen zonder perse expliciet te ontbinden. Ik ga de reacties nog eens goed lezen.quote:Op zondag 24 februari 2008 01:30 schreef zuiderbuur het volgende:
[..]
[ afbeelding ]
Dit geldt, en het deelt x^13-1
Misschien loop ik iets te hard van stapel, maar ik vermoed dus dat je in die F_25 zult ontbinden in eerstegraads en tweegraads, terwijl in F_125 de ontbinding niet verandert (dus dezelfde vierdegraads en eerstegraads die je vindt bij F_5)
Nicequote:Op zaterdag 23 februari 2008 20:03 schreef GlowMouse het volgende:
Iedereen die graag met tex werkt: hier kun je makkelijk plaatjes maken om in dit topic met tex te werken.
Ik had de plaatjes alleen nog op een witte achtergrond gezien, dus zag niet dat ze transparant waren. Nu hebben alle plaatjes wel een witte achtergrond (evt. pas na een harde refresh).quote:Op zondag 24 februari 2008 05:46 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Meneer GlowMouse, mochten we ook een witte achtergrond bij de gegenereerde plaatjes? En misschien de standaard makeup wat betreft lettertype en zo?.
Eindige uitbreidingen van een eindige lichaam F_q zijn automatisch Galois met cyclische Galoisgroep, voortgebracht door Frob_q. De irreducibele factoren over F_{q^m} komen overeen met de cykels van Frob_{q^m}=(Frob_q)^m werkend op de verzameling nulpunten (probeer dat maar eens te bewijzen). Een irreducibel polynoom f van graad n zal over F_{q^m} dus ontbinden als een product van ggd(n,m) polynomen van graad n/ggd(n,m).quote:Op zaterdag 23 februari 2008 20:36 schreef teletubbies het volgende:
We bekijken het polynoom f=x^13-1 in F5[x]. Deze is te ontbinden in irreducilebe polynomen van graad 1 en 4 in F5[x].
Nu wil ik kijken wat de graden zijn van de irreducibele polynomen van f in
F25[x] en F125[x].
Is er een slimme manier om dat in te zien?
Voor het geval F5[x] had ik gebruikt gemaakt van een stelling die zegt dat f zich laat ontbinden in F5[x] door: f=Producti = 0 4-1 (x-a5^i) met a een nulpunt van f ongelijk aan 1. Dat kwam omdat ik ook een andere stelling gebruikte over hoe xp^n zich laat ontbinden in F5 in irreducibele polynomen.
Want 1- x13 deelt x5^4 -x
Wat bedoel je juist met cykels?quote:Op zondag 24 februari 2008 19:43 schreef thabit het volgende:
[..]
Eindige uitbreidingen van een eindige lichaam F_q zijn automatisch Galois met cyclische Galoisgroep, voortgebracht door Frob_q. De irreducibele factoren over F_{q^m} komen overeen met de cykels van Frob_{q^m}=(Frob_q)^m werkend op de verzameling nulpunten (probeer dat maar eens te bewijzen). Een irreducibel polynoom f van graad n zal over F_{q^m} dus ontbinden als een product van ggd(n,m) polynomen van graad n/ggd(n,m).
Bedankt.quote:Op zondag 24 februari 2008 20:56 schreef thabit het volgende:
Banen.
Als K een lichaam is en f in K[x] monisch en separabel dan werkt Gal(f) op de verzameling nulpunten van f. De banen van deze werking komen dan overeen met de irreducibele factoren van f: als B een baan is dan hoort hier de factor prod_{a in B} (x-a) bij.quote:Op zondag 24 februari 2008 22:00 schreef zuiderbuur het volgende:
[..]
Bedankt.![]()
Het lijkt allemaal wel steek te houden (wat jij zegt), maar zelf kan ik het niet volledig vatten. Op welke (meer algemene, want eindige velden zijn uiteindelijk vrij tamme extensies) stellingen en eigenschappen steun je juist?![]()
Mijn Galoistheorie zit echt wel ver..
Ik zie niet zo snel een foutquote:Op dinsdag 26 februari 2008 12:57 schreef Innocence het volgende:
Probleempje met differentiaalvergelijkingen:
y"-y=0
Dus inf sumn=0(n+1) (n+2) an+2xn - anxn =0
oftewel (n+1) (n+2) an+2 = an
voor x0 geeft dit 2*1*a2= a0
voor x1 geeft dit 3*2*a2= a1
etc..
oftewel a2=a0/2!, a3=a1/3!, etc...
Waarom is het antwoord dan niet y=a0(1/2! + x2/4! + x4/6!+.....) + a1(x/3! + x3/5! + x5/7!+.....) ???
Omdat het boek dat zegt, zal zo even dat antwoord erbij zetten.quote:Op dinsdag 26 februari 2008 15:29 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Ik zie niet zo snel een fout. Waarom denk je dat het antwoord fout is?
Het boek zegt waarschijnlijk niet dat dit antwoord fout is, maar geeft waarschijnlijk als oplossing a*ex + b*e-x.quote:Op dinsdag 26 februari 2008 15:46 schreef Innocence het volgende:
[..]
Omdat het boek dat zegt, zal zo even dat antwoord erbij zetten.
Nee, het moet wel op deze manier. Het geeft dit antwoord vermenigvuldigd met x2quote:Op dinsdag 26 februari 2008 16:04 schreef thabit het volgende:
[..]
Het boek zegt waarschijnlijk niet dat dit antwoord fout is, maar geeft waarschijnlijk als oplossing a*ex + b*e-x.
Ja, inderdaad, dat is ook wat je krijgt als je die e-machten in reeksen uitschrijft, maar volgt dat ook niet uit de recursie de je zelf geeft?quote:Op dinsdag 26 februari 2008 16:42 schreef Innocence het volgende:
[..]
Nee, het moet wel op deze manier. Het geeft dit antwoord vermenigvuldigd met x2
Functies die zichzelf als tweede afgeleide hebben zijn cosh x en sinh x, dus je zou uit moeten komen opquote:Op dinsdag 26 februari 2008 12:57 schreef Innocence het volgende:
Probleempje met differentiaalvergelijkingen:
y"-y=0
Dus inf sumn=0(n+1) (n+2) an+2xn - anxn =0
oftewel (n+1) (n+2) an+2 = an
voor x0 geeft dit 2*1*a2= a0
voor x1 geeft dit 3*2*a2= a1
etc..
oftewel a2=a0/2!, a3=a1/3!, etc...
Waarom is het antwoord dan niet y=a0(1/2! + x2/4! + x4/6!+.....) + a1(x/3! + x3/5! + x5/7!+.....) ???
Ik begrijp jullie niet helemaal met die x2 geloof ik. Je hebt toch gewoonquote:Op dinsdag 26 februari 2008 16:48 schreef thabit het volgende:
[..]
Ja, inderdaad, dat is ook wat je krijgt als je die e-machten in reeksen uitschrijft, maar volgt dat ook niet uit de recursie de je zelf geeft?
Dat bedoel ik inderdaad. Maar waar isk snap niet waar je die factor x2 dan vandaan haalt?quote:Op dinsdag 26 februari 2008 17:04 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je reeksontwikkelingen kloppen niet. Als je bijv. hebt a2 = a0/2! en je haalt bij de term a2x2 een factor a0 buiten haakjes, dan hou je binnen de haakjes toch echt x2/2! over ...
Blijkbaar wel, maar ik snap dus niet waaromquote:Op dinsdag 26 februari 2008 16:48 schreef thabit het volgende:
[..]
Ja, inderdaad, dat is ook wat je krijgt als je die e-machten in reeksen uitschrijft, maar volgt dat ook niet uit de recursie de je zelf geeft?
Je hebt gewoon een foutje gemaakt bij de terugsubstitutie in a_0 + a_1 x + a_2 x^2 + ... Je hebt bijv. a_2 = a_0/2!, dus de even termen geven a_0(1+x^2/2! + ...) etc.quote:Op dinsdag 26 februari 2008 17:33 schreef Innocence het volgende:
[..]
Dat bedoel ik inderdaad. Maar waar isk snap niet waar je die factor x2 dan vandaan haalt?
Het gaat in dat geval toch om n=0, dus x0???
[..]
Blijkbaar wel, maar ik snap dus niet waarom![]()
Ik sla de andere reacties even over, wel bedankt natuurlijk.![]()
Nee, je maakt gewoon een elementaire algebra fout. Als je a0x0 hebt en je haalt a0 buiten haakjes dan hou je binnen haakjes inderdaad x0 oftewel 1 over, maar dat is mijn punt niet. Ik had het (als voorbeeld) over de term a2x2 met a2 = a0/2! Als je daar ook a0 buiten haakjes haalt dan blijft er voor deze term binnen haakjes x2/2! over. Schrijf het nog maar eens netjes opnieuw uit, dan zul je het zien.quote:Op dinsdag 26 februari 2008 17:33 schreef Innocence het volgende:
[..]
Dat bedoel ik inderdaad. Maar waar isk snap niet waar je die factor x2 dan vandaan haalt?
Het gaat in dat geval toch om n=0, dus x0???
[..]
Eerst het gebied bepalen. Daarvoor heb je de snijpunten nodig. f(x)=g(x) levert x=2 of x=-2. Op dat interval geldt dat f(x)<g(x). Gevraagd wordt dusquote:Op dinsdag 26 februari 2008 18:57 schreef No-P het volgende:
Ik zit met een probleem. Ik kom niet uit 2 wiskunde opdrachten
#1 Bepaal de oppervlakte van het gebied dat door de grafieken dan f(x)=x2 en g(x)=x2/2 + 2 wordt ingesloten ( dus het gebied tussen de grafieken op het interval tussen hun snijpunten)
Bij partiele integratie kun je de integrand schrijven als f(x)*g(x). Bijvoorbeeld bij de eerste f(x)=x en g(x) = sin(x). De primitieve is dan gelijk aan f(x)*G(x) minus de primitieve van f'(x)G(x). Dus hier:quote:Deze moet je oplossen door gebruik te maken van primitieven. Maar geen idee meer hoe je dit op lost.
#2 Bepaal de volgende integralen door partiele integratie.
bv
(integraalteken) x sin (x) dx
(integraalteken) x2 exp(x) dx
(integraalteken) wortel(x) log(x) dx
maar wat is partiele integratie ook al weer en hoe los je die op?
Ik snap nog steeds niet waar je die hele term vandaan haalt.quote:Op dinsdag 26 februari 2008 17:46 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik had het (als voorbeeld) over de term a2x2 met a2 = a0/2! Als je daar ook a0 buiten haakjes haalt dan blijft er voor deze term binnen haakjes x2/2! over. Schrijf het nog maar eens netjes opnieuw uit, dan zul je het zien.
Dat is toch juist wat mijn antwoord is! Maar die blijkt fout te zijn...quote:Op dinsdag 26 februari 2008 17:42 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Je hebt gewoon een foutje gemaakt bij de terugsubstitutie in a_0 + a_1 x + a_2 x^2 + ... Je hebt bijv. a_2 = a_0/2!, dus de even termen geven a_0(1+x^2/2! + ...) etc.
Bijna geen enkele dv heeft een expliciete oplossing in elementaire functies. Dat is een reden om naar machtreeksen te kijken.quote:Op woensdag 27 februari 2008 11:28 schreef GlowMouse het volgende:
Deze manier van dv's oplossen had ik nog niet eerder gezien. Het is een erg omslachtige methode, maar ik werk te weinig met dv's om het voordeel van deze methode in te zien. Ik heb hem wel helemaal uitgeschreven, misschien dat als je ernaar kijkt, je ziet waar je zelf een fout had gemaakt.
[ afbeelding ]
Daar heb ik wel eens wat mee geprobeerd ja.quote:Op woensdag 27 februari 2008 14:46 schreef ColdFeet het volgende:
Hallo! Iemand hier ervaring met Montecarlo-simulaties in Matlab? Variabelen hebben een lognormale of exponentiele verdeling.
Met succes? Ik snap er geen flikker van, maar ben sowieso niet zo handig met matlabquote:Op woensdag 27 februari 2008 14:52 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Daar heb ik wel eens wat mee geprobeerd ja.
Jawel, laat maar eens wat je aan code hebt en omschrijf wat je wilt doen, dan zal ik er wel naar kijken.quote:Op woensdag 27 februari 2008 14:58 schreef ColdFeet het volgende:
[..]
Met succes? Ik snap er geen flikker van, maar ben sowieso niet zo handig met matlab
Nou, dan ga ik eerst gewoon even lekker zelf frobelen... Kijken hoever ik komquote:Op woensdag 27 februari 2008 15:04 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Jawel, laat maar eens wat je aan code hebt en omschrijf wat je wilt doen, dan zal ik er wel naar kijken.
maar over een kwartier ben ik zeker 6 uur weg, grijp je kans Keesje![]()
Tijd voor een greep naar de macht!quote:Op woensdag 27 februari 2008 15:04 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Jawel, laat maar eens wat je aan code hebt en omschrijf wat je wilt doen, dan zal ik er wel naar kijken.
maar over een kwartier ben ik zeker 6 uur weg, grijp je kans Keesje![]()
Boehoequote:
Gebruik dan ook iets fatsoenlijks, Maple of Mathematica of zo. Gebruik anders desnoods een algemene intuïtieve high-level programmeertaal zoals Python i.p.v. dat archaïsche Matlab...quote:Op woensdag 27 februari 2008 16:39 schreef ColdFeet het volgende:
[..]
Boehoe
Ja, that sucks. Laatste keer dat ik een Matlabpracticum heb gehad is 4 jaar geleden ofzo...
kom dat alsjeblieft even uitleggen op de tudelft....quote:Op woensdag 27 februari 2008 17:49 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Gebruik dan ook iets fatsoenlijks, Maple of Mathematica of zo. Gebruik anders desnoods een algemene intuïtieve high-level programmeertaal zoals Python i.p.v. dat archaïsche Matlab...
Uhuhquote:Op woensdag 27 februari 2008 19:13 schreef de_priester het volgende:
[..]
kom dat alsjeblieft even uitleggen op de tudelft....
matlab
Dat de optimale pH-waarde tussen 1 en 3 ligt?quote:Op woensdag 27 februari 2008 19:06 schreef castatotti2 het volgende:
Ik heb een proef op school uitgevoerd. Ik heb gekeken bij welke pH-waardes pepsine het best werkt.
pH-waardes van 0,2 en 4 duurden langer dan 10 minuten, terwijl pH-waardes 1 en 3 wel goed werkten.
Hoe kan ik dit verklaren?
Een studentenlicentie voor Mathematica kost maar een paar tientjesquote:Op woensdag 27 februari 2008 19:13 schreef de_priester het volgende:
[..]
kom dat alsjeblieft even uitleggen op de tudelft....
matlab
Maple=fatsoenlijk?quote:Op woensdag 27 februari 2008 17:49 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Gebruik dan ook iets fatsoenlijks, Maple of Mathematica of zo. Gebruik anders desnoods een algemene intuïtieve high-level programmeertaal zoals Python i.p.v. dat archaïsche Matlab...
Ofwel los je de hele handel voor y op in functie van x en dan afleiden naar x....of je doet het zoquote:Op woensdag 27 februari 2008 21:00 schreef Borizzz het volgende:
Klein probleemje met differentieren;
als je een kromme hebt, bijvoorbeeld K=2x^3y^2 +2xy
Hoe wordt dan een afgeleide (uitdrukking voor dy/dx) opgesteld.
Ik ben vergeten hoe dit ook al weer moest.
Matlab heeft wel een symbolic toolbox.quote:Op woensdag 27 februari 2008 20:11 schreef zuiderbuur het volgende:
[..]
Ik begrijp toch goed dat Matlab niet symbolisch kan redeneren?
plaatjes doen het nietquote:Op woensdag 27 februari 2008 21:53 schreef zuiderbuur het volgende:
[..]
Ofwel los je de hele handel voor y op in functie van x en dan afleiden naar x....of je doet het zo
(ik neem wel liever een andere kromme)
[ afbeelding ]
Wel, stel nu dat (u,v) erop ligt
We differentiëren :
[ afbeelding ]
Voor (u,v) is dy/dx dus :
[ afbeelding ]
Dat was toch je vraag hoop ik?
Is het trouwens normaal dat die Maple 11 zo waanzinnig onstabiel is?quote:Op woensdag 27 februari 2008 22:13 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Matlab heeft wel een symbolic toolbox.
Voor numerieke berekeningen is Matlab gewoon perfect. Ik heb nog een m-file van 400 regels liggen voor lineaire regressie met datareductie en allerlei statistische toetsen, prachtig gewoon
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |