wimderon | vrijdag 13 maart 2020 @ 18:44 |
Welkom. Welkom in deze barre tijden van wielerschaarste. We kennen het allemaal: als het wielerseizoen erop zit denken wel al snel terug naar de mooiste koersen van het seizoen. Of een geweldige etappe van 8 jaar geleden. Maar dat gevoel kunnen we doorgaans wegdrukken omdat het een gegeven is dat we er een tijdje tussenuit gaan alvorens in Australië met opgepompte banden weer aan de start staan. Nu worden we geconfronteerd met een heel ander fenomeen. Geen wielrennen op het moment dat het seizoen net in volle gang geschoten was. Geen voorjaasklassiekers, geen Tirreno's en andere rittenkoersen, geen Giro. Wellicht dat hier in dit topic de pijn een beetje verzacht kan worden. Deel hier legendarische, favoriete of juist hele vervelende wielermomenten. Bijvoorbeeld middels beelden van youtube, zodat we er allemaal nog eens van kunnen meegenieten. Of pen hier je herinneringen neer. Of combineer beiden! Of ben je wellicht op zoek naar een bepaalde klassieker, etappe of moment? Wellicht kunnen andere users je hier mee helpen. | |
wimderon | vrijdag 13 maart 2020 @ 18:44 |
Laat ik eens aftrappen met Francesco De Bonis, vriend van het forum. Kijk en luister, begeleid door Renaat Schotte en José De Cauwer, nog een terug naar dit fraaie staaltje van Francesco. We komen erin op 16 kilometer van de finish, Francesco heeft 46 seconden voorsprong op het peloton. We gaan bijna alleen nog maar omhoog: ![]() Op 10 kilometer van de finish bedraagt de voorsprong van onze eenzaat inmiddels nog maar 25 seconden. Drie kilometer later is daar zelfs nog maar 15 seconden van over. Het peloton heeft het onder controle. Manuel Beltran, jawel, valt dan aan en vindt snel de aansluiting bij De Bonis. Ook Gomez Marchante doet een poging, maar slaagt er niet in de sprong te maken. Ondertussen heeft gele trui Klöden de leiding genomen in het peloton en Andreas hoeft alleen maar het tempo te onderhouden om zijn leiderstrui te behouden. In de laatste kilometer zet Beltran alles op alles om Francesco te lossen, maar hij slaagt niet in zijn opzet. Ineens zien we daar John Gadret opduiken die aanvalt vanuit het peloton. Hij gaat op en over het kopduo. Beltran plooit, maar Francesco vindt zijn 24e adem en perst er een eindsprint uit, waar de mensen langs de kant een verkoudheid van opgelopen hebben. Vanuit de luie zetel zag z'n makker Rebellin dat het goed was. Dat Cera, dat was wel wat hè jongens. | |
Mani89 | vrijdag 13 maart 2020 @ 18:50 |
Weten jullie die ene etappe nog die Dylan Groenewegen Fabio Jakobsen won? | |
Mani89 | vrijdag 13 maart 2020 @ 18:51 |
De Bonis schrikt zich aan aap. ![]() | |
Mykonos | vrijdag 13 maart 2020 @ 20:06 |
Als je ze nog nooit gezien hebt zijn de docu's van Jørgen Leth over de Giro van 1973 (Stars and Water Carriers) an Parijs-Roubaix 1976 (A Sunday in Hell) aanraders. Ben je toch weer bijna 4 uur verder. | |
Koffieplanter | vrijdag 13 maart 2020 @ 20:38 |
We spreken 2010, de Giro d'Italia, want graag breid ik nog wat verder uit over deze legendarische drie weken. Ik doe graag inspiratie op bij LS. Op het moment van aftrappen bij ONS in Amsterdam had niemand enig idee welk spektakel ons te wachten stond. Het begon allemaal met een graatmagere Bradley Wiggins, die een jaar daarvoor net het onmogelijke had gepresteerd door als relatieve no no 4e te worden in de Tour de France en zich bergop respectabel kon weren tegen de beste Contador ooit en een toen nog niet zo zielige Abandy Schleck. Twee jaar voor zijn, zij het onterechte, zege in Parijs zou Wiggins hier de eerste puzzelstukken leggen, maar verder mogen we Wiggins vergeten want zijn five seconds of fame waren na 8400 meter ook gedaan. Evans deelt een eerste steek uit aan Sastre, Basso en Vino en even lijkt het erop dat hij een ploeg mee heeft gekregen waar hij zich niet voor hoeft te schamen door een tweede wordende Bookwalter. Na een niet zo boeiende rit van Amsterdam naar Utrecht - alhoewel, Wiggins valt en verliest het roze - staat er een rit naar Middelburg op het programma. Iemand die heeft opgelet tijdens topografie weet dat Middelburg in Zeeland ligt en wie Zeeland zegt, zegt waaiers. Wiggins laat andermaal zien dat het gronde ronde werk misschien niet zijn ding is en met de hele Sky-ploeg eindigt hij in de mongoelenwaaier op ruim vier minuten. Evans laat zich naaien en eindigt op 46 seconden, waardoor we na drie dagen een derde roze trui hebben in de vorm van Vinokourov. Ook Sastre heeft een groot probleem door in diezelfde groep te zitten. De betreurde Wouter Weylandt wint de rit, drie jaar voor hij zou streven in de koers. Martin Kohler (BMC) geeft op. Dit klinkt totaal niet boeiend, maar dat blijkt later nog best relevant te zijn. Ene Arroyo glipt mee in de eerste waaier. Na drie dagen Nederland vertrekt de koers naar de laars, waar er een ploegentijdrit afgewerkt dient te worden in Cuneo. Vier etappes, vier keer roze, want Liquigas domineert en een zeer jonge Nibali pakt de trui. Evans heeft andermaal een probleem en eindigt op anderhalve minuut, Scarponi krijgt zoals verwacht een lel van meer dan twee minuten, terwijl Vino en Sastre de schade redelijk weten te beperken. Ene Arroyo eindigt met Movistar op 2:21. ![]() Na twee opeenvolgende ontsnappingen wordt misschien de meest legendarische etappe over de witte wegen gereden. Veldrijden, mountainbiken... Wegwielrennen was het allang niet meer. De fietsen vlogen alle kanten op door de wind, de tricots zagen bruin door de modder en de gezichten waren onherkenbaar. Met iedere trap zag iedereen een beetje meer zwart. Montalcino, die naam zal nooit worden gewist uit de wielergeheugens. De gehele Liquigas armada gaat tegen de grond, inclusief de nog altijd in het roze rijdende Nibali. Evans en Vino zien hun kans schoon en trekken in het offensief. Nibali moet zich wegcijferen voor kopman Basso, die in de strade bianche nauwelijks vooruit te branden is. Evans, als voormalig mountainbiker, wint in de regenboog, die nauwelijks meer te zien was, en Vino mag zich hijsen in het roze. Basso en Nibali krijgen een tik van twee minuten en Sastre kan de ambities vaarwel zeggen door op meer dan vijf minuten binnen te bollen. Ene Arroyo wordt 5e op 0:12. John Murphy (BMC) geeft op. Zelfs sprintetappes blijken leuk, want in etappe 9 komen Evans en Vino zich op 400 meter van de meet zich mengen in de massasprint. Ze worden respectievelijk 12e en 25e. Het waren vier fantastische seconden. De dag van etappe 11, ik weet het nog altijd goed. In de schoolbanken zat ik daar, te wachten tot het rinkelen van de bel. Tot, plots, een tweet van Erik Dekker mij in de ogen vloog. Juf, ik voel mij niet zo goed. Nooit harder ben ik naar huis gerend. Een monsterontsnapping. Een van meer dan 50 renners. Daar waar dat normaliter nauwelijks tot samenwerking en dus succes weet te brengen, was dit anders dan normaal. Ze krijgen een minuut, Twee minuten. Drie. Vijf. Tien. Vijftien. Vijftien en een beetje. De Giro stond meer dan ooit op zijn kop. De halve ploeg van Vino had door de barre weersomstandigheden zojuist in de remmen geknepen, die van Evans was al ten dode opgeschreven (en terecht) en de trouwe luitenanten van Basso zaten vooraan. Wie is er mee? Sastre, Sastre is mee! Sastre kreeg de Giro op een presenteer blaadje. De vijf minuten van een aantal dagen geleden waren al vergeven. Hij die een jaar geleden nog toesloeg in de slotweek door twee etappes te winnen en zichzelf nog bijna majestueus op het podium wist te fietsen, reed nu plots in pole. 12:35 was het verschil in L'Aquila. Daar waar Jantje Bakelants had moeten winnen, strak Evgeni Petrov de handen in de lucht. De onbekende Richie Porte, toentertijd een neo van godbetert 25, is de nieuwe roze trui. Ene Arroyo wordt 8e en staat nu tweede in het algemene klassement. De gekte is een dag later compleet als Pozzato ten aanval trekt en met zich meeneemt Vino, Basso, Nibali, Garzelli en Scarponi. Evans laat zich weer vloeren, maar lijkt drukker met Daniele Righi. So it begins. De grote tenoren hebben plots door in wat voor wak ze zich begeven en beginnen aan een heuse inhaalrace. Asolo moet de start worden van een glorieuze comeback. Geen moment mag onbenut blijven en op de Monte Grappa wordt voor het eerst toegeslagen. Meesterdaler Nibali rijdt de rest uit het wiel en wint. Ploeggenoot Basso wordt in de achtergrond tweede en Vino krijgt anderhalve minuut aan de broek. Ene Arroyo wordt 12e en staat plots in het roze. Dat roze dient hij daags erna te verdedigen op de mythische Monte Zoncolan. De berg van Simoni, die hier z'n laatste Giro aan het afwerken is. De Zoncolan bleek vooral de wederopstanding van een beul. Ivan de Verschrikkelijke is terug van weggeweest. Harkend en knarsend hijst hij zichzelf naar boven, maar hij gaat vooruit ze. Evans lijkt lang makkelijk mee te kunnen, maar rijdt zich in het rood en krijgt bijna anderhalve minuut aan de broek. Ene Arroyo weet zich uitstekend te weren en komt boven op ~4 minuten. Hij koestert nog altijd een voorsprong van 3:33 op Basso. De pret is nog niet gedaan voor Arroyo, want na de rustdag staat er een tijdrit op het programma. Een klimtijdrit, om precies te zijn. De Plan de Corones, misschien beter bekend als de Kronplatz is het decor. Een oude vos verleert z'n streken niet. Het was die dag vrij zonnig, maar een luid gebulder doemde op van ergens op de klim. Net toen het publiek dekking begon te zoeken, vrezend voor een vreselijke onweersbui, denderde daar ineens een kale wenkbrauw voorbij. Garzelli had zojuist een schroeiende 41:28 neergezet. Twee maanden later zou hij 37 kaarsjes uitblazen, in wat zijn voorlaatste Giro zou zijn. Het leverde hem de ritzege op, maar de ogen gingen vooral naar Ivan, die weer een minuutje dichter was gesneakt. Dagje later zou Damien Monier zijn enige zege van betekenis in zijn carriere boeken, terwijl een jongere Kruijswijk het weet te presteren weggeklommen te worden door Danilo Hondo. Ene Arroyo komt niet in de problemen. ![]() Na een niet bijster boeiende sprint verder te zijn en de Giro langzaam richting het eind gaat, wordt het toch wel penibel voor Basso en vrienden. Met nog drie etappes te gaan koestert Arroyo nog altijd een voorsprong van 2:27. Het moet gebeuren in etappe 19. Brescia naar Aprica, met onderweg de Mortirolo. Scarponi en Liquigas slaan de handen ineen en beginnen op de Mortirolo aan hun missie door als bezetenen op kop te rijden. Agnoli, Kiserlovski en consorten worden opgesoupeerd. De een na de ander lost en ook Arroyo moet er al vroeg aan geloven. De klok tikt kei- en keihard weg en boven is het gat al twee minuten. Nog 30 seconden en de slachting is compleet. Nog dertig seconden en Basso wint hier de Giro. Echter, tijdens het klimmen van de Mortirolo is het keihard gaan regenen en ook de afdaling is echt goed nat. Zoals een regendruppel naar beneden valt, zo valt ook Arroyo. Terwijl Basso de bochten nam als een oud wijf en hij Nibali na elke vijf meter tot omkijken dwingt, gooit Arroyo zich zonder enige angst naar beneden. Hij neemt de ene bocht met nog meer risico dan de ander dat zelfs Savo op de motor zijn handen voor zijn ogen slaat. De twee minuten op de top smelten als sneeuw voor de zon en de seconden vliegen van de teller. Renner na renner wordt opgeraapt. Evans moet eraan geloven, Vino wordt zonder pardon opgeraapt. Het gat tussen leiders Basso, Nibali en Scarponi en de roze trui wordt kleiner en kleiner. De twee minuten zijn bijna overbrugd. Nog even en de droom is compleet. Als Arroyo zijn rechterarm uitsteekt tikt hij Basso zo op zijn achterwerk. Maar het gat gaat niet dicht. Vino weigert de kop te nemen en het licht gaat langzaam uit. Arroyo kraakt en de drie worden kleiner. En nog iets kleiner. Totdat ze voor altijd aan de horizon verdwijnen. Arroyo is leeg en Basso pakt roze. De klok is onverbiddelijk, drie minuten heeft hij zojuist aan zijn broek gekregen. Scarponi pakt de rit en Nibali staat op het podium. Arroyo toont zich strijdbaar en gaat de volgende dag prompt mee over de Gavia. Daar waar Simoni een poging doet in zijn laatste Giro de Cima Coppi in ontvangst te nemen, maar hij wordt in de luren gelegd door Johann Tschopp of all places. Als soelaas wordt hij tijdens de koers geïnterviewd door een vreemde man op een motor van de RAI, Paolo Savoldelli. Zijn eeuwige rivaal. Savo spot met alle wieler- en mediawetten, maar voor even is het toegestaan. Basso pakt nog een handvol seconden (en boni) en hoeft alleen recht te blijven om de Giro definitief op zijn naam te zetten. Dat lukt en in een bomvolle arena in Verona viert hij zijn tweede en laatste eindzege. Misschien het laatste kunstje van Ivan de Verschrikkelijke. Arroyo bleek de ideale man om de Giro te maken wat hij werd. Niet goed genoeg om zomaar vol te houden, goed genoeg om je af te vragen of het écht niet zou lukken. Het waren drie fantastische weken. ![]() | |
Rellende_Rotscholier | zaterdag 14 maart 2020 @ 16:28 |
![]() Vroeger, toen koers nog echt koers was. 230 kilometer afzien in de Dolomieten, veel beter wordt het niet. Volgens velen was de Giro van 2011 niet zo bijzonder, omdat Contador nogal dominant was. Ik vond het echter een zeer boeiende ronde, met enkele spectaculaire ritten. De rit met aankomst in Gardeccia was waarschijnlijk de meest spectaculaire van het geheel. Een grote kopgroep reed al vroeg op de dag weg, met daarin fantastische namen als Emanuele Sella, Stefano Garzelli, Mikel Nieve en natuurlijk ook Johnny Hoogerland. Op de Passo Giau probeert Hoogerland solo verder te gaan, maar dat lukte net niet helemaal. De man met de mooiste wenkbrauwen van het peloton, Garzelli, komt dan wel weer in z'n eentje voorop te rijden. Het is nog ver tot aan de finish, maar eigenlijk heb je niet het idee dat iemand nog in de buurt gaat komen. Na de afdaling van de Giau gaan de renners op weg naar de mooiste klim van de wereld, de Passo Fedaia. Garzelli heeft meer dan een minuut voorsprong op de eerste achtervolgers, Mikel Nieve en Jan Bakelants. In het peloton is ondertussen meesterdaler Nibali in de aanval gegaan in de afdaling van de Giau, hij heeft een aardige voorsprong op Contador en co. Op de magistrale Fedaia laat Nieve Bakelmans snel achter zich en gaat hij in z'n eentje achter Garzelli aan. ![]() In het peloton gaat Contador op de Fedaia in de aanval, met nog meer dan 30 kilometer te gaan. Hij had al lang en breed het roze binnen, maar je kan gewoon blijven koersen toch? Een jonge Kruijswijk springt meteen op het wiel. ![]() Op de Fedaia hield Garzelli aardig stand, Nieve kwam wel wat dichterbij maar het laatste gat van 45 seconden ging niet echt snel dicht. Het pelotonnetje reed ondertussen op een minuut of acht, de zege kon je dus eigenlijk prima aan Garzelli geven. Nee, haha, toch niet. Op de top bedroeg de voorsprong van Garzelli nog 40 seconden. Alleen nog even afdalen en dan de onuitgegeven klim naar Gardeccia bedwingen, zou moeten lukken. De groep der favorieten kwam zes minuten later boven, waar de nummer 2 en 3 van het klassement, Nibali en Anton, dik in de shit zaten. Rujano beukte heerlijk op kop, fantastische beelden. Het begon ondertussen te regenen, alsof de etappe nog niet lastig genoeg was. Maakte het geheel nog wat epischer, dat dan weer wel. Nibali maakte dankbaar gebruik van de afdaling om toch weer terug te keren bij Contador en co. Garzelli hield nog wat van zijn voorsprong over, maar daarna volgde de laatste klim nog. Aan het eind van een dag van 230 kilometer nog even zes kilometer omhoog aan 10%, in de regen. Levert dat een slijtageslag op? Ja, best wel. Het werd ieder voor zich, met significante verschillen tussen de renners. Nieve ging uiteraard Garzelli nog voorbij, anders was ik hier niet over begonnen. Enfin, meer dan zeven uur op de fiets. Een rit die bij mij wel is blijven hangen. Bij de rest vast niet, daarom gooien we 'm natuurlijk in dit topic! ![]() https://cqranking.com/men/asp/gen/race.asp?raceid=20324 | |
Rellende_Rotscholier | zaterdag 14 maart 2020 @ 16:28 |
En deze mag natuurlijk ook niet ontbreken. ![]() ![]() ![]() | |
TargaFlorio | zaterdag 14 maart 2020 @ 18:52 |
Mogen het ook documentaires zijn? Gisteravond nog eens 'Welcome to my world' gekeken. Documentaire van eind jaren '90 over ploegleider Polle de Baeremaker. Helaas is de beeldkwaliteit matig.
| |
wimderon | zaterdag 14 maart 2020 @ 22:54 |
We schakelen even over naar de Giro van 2005. Een Giro die van alles te bieden had: Rujano, Savoldelli, Simoni, Ivan de (tijdelijk niet) verschrikkelijke, Wim van Huffel, het zoetgevooisde stemgeluid van Hans de Clercq en een heleboel meer!
| |
wimderon | zaterdag 14 maart 2020 @ 23:09 |
Meer van Snuffel. Wim is een drinker. We wachten op Matteo en Moreno van Huffel. | |
Rellende_Rotscholier | zondag 15 maart 2020 @ 00:40 |
LaisekaGOD De dag dat een kleine R_R fan werd van die oranje mannetjes. Sowieso voor iedereen erg nostalgisch: Armstrong, Ullrich, Sastre, Heras, Beloki, Kivilev ( ![]() Ook nog wat actuele namen, ik noem een Oscar Sevilla, een Paco Mancebo. https://cqranking.com/men/asp/gen/race.asp?raceid=12682 | |
Mani89 | dinsdag 17 maart 2020 @ 14:46 |
Dit is echt een prachtig verhaal. | |
showtimer | dinsdag 17 maart 2020 @ 15:27 |
![]() | |
wimderon | dinsdag 17 maart 2020 @ 19:53 |
We gaan terug naar 1996, de zomer van 1996. Miguel Indurain, al vijf jaar ongenaakbaar in de Tour de France, ging op voor zijn zesde gele trui. De zeventiende etappe naar zijn eigen Pamplona moet daarbij het hoogtepunt worden. Na de koninginnenrit restten geen echte bergen meer en nog wel een tijdrit van 63 kilometer. Een uitstekend moment om een voorschot te nemen op de historische eindzege en Indurain alvast uitgebreid te fêteren. Miguelon kende een prima aanloop naar de Tour, met eindzeges in de Dauphiné en diverse kleinere rittenkoersen. De sterke teams van Festina en Team Telekom maakten in deze jaren opeens een opvallende sprong voorwaarts in hun niveau, maar in de voorbereidingskoersen leken de heren Virenque, Dufaux, Riis en Ullrich geen echte bedreiging te gaan vormen. Laurent Jalabert was daarentegen wél bezig aan een prima seizoen, evenals teamgenoot Alex Zülle, en had in 1995 de Vuelta gewonnen. Maar bij ONCE is er even wat misgegaan tijdens deze Tour, kan ik u al verklappen. Mapei trad aan met Tony Rominger en Indurains landgenoot Abraham Olano, die hem in 1995 van de wereldtitel had gehouden. Daarnaast was het nog uitkijken naar de eeuwige Luc Leblanc en, @Mani89, naar Piotr Ugrumov en Evgenij Berzin. Maar dit waren stuk voor stuk mannen die Big Mig met de vingers in de neus kon kloppen. Hoe de jacht van Miguel Indurain op de vermaarde zesde eindzege verliep ziet u in de volgende samenvatting, met begeleidend commentaar van Michel Wuyts (met baard) en Frank Raes. | |
Immerdebestebob | woensdag 18 maart 2020 @ 09:18 |
Dit was mooi om te zien, Wim ![]() | |
Chiappucci | woensdag 18 maart 2020 @ 10:29 |
Riis die de concurrentie vernedert op weg naar Hautacam ![]() Dat lag er echt zo dik bovenop ![]() | |
Dale__Cooper | woensdag 18 maart 2020 @ 10:30 |
Leuk om te zien. Die fietsen zien er al zo oud uit inmiddels. Dat monsterverzet op Hautacam blijft toch ongekend. | |
Rellende_Rotscholier | woensdag 18 maart 2020 @ 23:31 |
Een voormalig prof had ook last van wat nostalgische gevoelens en deelt daarom wat oude kiekjes met ons. Wie herkennen we allemaal? | |
Dale__Cooper | donderdag 19 maart 2020 @ 00:10 |
Een zeer jonge Samuel? En een eveneens jonge Sastre? | |
Rellende_Rotscholier | donderdag 19 maart 2020 @ 01:11 |
![]() Indurain op de eerste foto ook natuurlijk. Alleen die jongen van Team Coast kan ik niet echt plaatsen. Zülle? Samu had ook nog deze foto in de aanbieding, niet slecht. Tien jaar na Laiseka eventjes winnen op Luz Ardiden, wat een genot. | |
Koffieplanter | donderdag 19 maart 2020 @ 01:12 |
We trekken naar de zomer. De prachtige zomer van 1998. De Tour de Doping. Ik weet het nog goed, ik was toentertijd namelijk vier lentes jong. Een jaar na wat zijn eerste van vele Tourzeges had moeten worden, rijdt Jan Ullrich andermaal heel riant in het geel en koestert een voorsprong van meer dan een minuut op zijn grootste concurrent Bobby Julich. Hij had in de eerste tijdrit al had toegeslagen en bovendien had Ullrich de luxe dat er later nog een tijdrit afgewerkt zou moeten worden. Met de sterkte van Telekom zou er überhaupt een wonder nodig moeten zijn om Ullrich te verrassen en Julich zou ongekende wonderbenen moeten onderschroeven om hem echt in de problemen te brengen. Voor Pantani liep het allemaal wat minder vlekkeloos. Hij had twee maanden eerder legendarisch getriomfeerd in zijn Giro d'Italia door in de slotweek gigantisch huis te houden en dagelijks met minuten liep te smijten aan het adres van Zülle, Tonkov en Guerrini, maar in de Tour wilde het niet lukken. Na een desastreuse tijdrit in Correze, waar hij meer dan vier minuten moest toegeven op Ullrich, keek hij bij het binnenrijden van de Pyreneeën tegen een achterstaand aan van meer dan acht minuten. Reden te meer om er direct werk van te maken en andermaal te beginnen aan een inhaalrace. Bij de eerste de beste drempel vloog Pantani in het offensief en, terwijl hij naar Luchon nog geklopt werd door landgenoot Massi, won hij op Plateau de Beille. Daar waar hij jaren later opgevolgd zou worden door de eveneens legendarische Jelle Vanendert. De achterstand op Ullrich was gehalveerd. Toch, na veertien etappes schreef hij nog altijd een rode cijfers van een dikke drie minuten en met een tijdrit in het vooruitzicht zagen zijn kansen er bleek uit. De Alpen zouden voor even zijn beste vrienden moeten worden. ![]() Te beginnen met rit 15, die naar Les Deux Alpes, over de gevreesde Galibier. Wat er die dag gebeurde valt met geen pen te beschrijven. De start slaan we even over en we verplaatsen ons direct naar de gevreesde Galibier, waar het inmiddels begonnen was met apocalyptisch regenen. Terwijl de meeste renners zich omhulde met een regenjack, voelde Pantani niets. Op de zwaarste klim die de Tour kon bedenken, greep Pantani naar de guidon van onder. In zijn gekende stijl rukte hij zich naar boven en sloeg een gat. Hij werd kleiner, en nog iets kleiner, en weer iets kleiner. Ullrich keek er naar, pleegde gauw een telefoontje en ging over tot de orde van de dag. Immers, er waren nog ruim 55 kilometers te gaan. Christophe Rinero, ploeggenoot van Julich, was de enige die het achterwiel van Pantani in het oog kon houden. Over Rinero zullen ook nog wel leuke dingen te vertellen zijn, maar dat is zorg voor later. Op de top van de Galibier had de Piraat inmiddels twee minuten bij elkaar gefietst, wat nog altijd geen reden tot paniek was bij Ullrich, ondanks dat hij inmiddels geïsoleerd zat. ![]() Ik was er helaas alleen in spirit bij, maar dit zal voor altijd een de koersen zijn die wielrennen zo goed maakt. Pantani redde de sport van de Festina Tour. Ik kan een ieder alleen maar aanraden om hier eens goed voor te gaan zitten. Niet alleen voor de fantastische koers, maar ook voor het treurige verhaal wat uiteindelijk van deze twee supertalenten zou worden. Daarnaast, Paul Sherwen en Phil Liggett! Korte versie: | |
Chiappucci | donderdag 19 maart 2020 @ 11:23 |
Dat is Zülle inderdaad. Team Coast was ook een ongekende teringbende, totdat Team Bianchi in de Tour van 2003 opeens ging schroeien. | |
Mani89 | donderdag 19 maart 2020 @ 11:30 |
Zulle is wel heel makkelijk te herkennen he? Hoe lang volg jij al wielrennen? | |
Rellende_Rotscholier | donderdag 19 maart 2020 @ 11:34 |
Mijn eerste actieve herinneringen zijn zo van rond 2000. Toen keek ik eigenlijk alleen naar de Tour en enkele klassiekers, derhalve heb ik de gloriedagen van Zülle behoorlijk gemist. | |
Mani89 | donderdag 19 maart 2020 @ 11:39 |
Soms vergeet ik dat ik al best wel heel oud ben. | |
Koffieplanter | donderdag 19 maart 2020 @ 12:21 |
Je bent zo jong als je je voelt en jij wordt nooit zo oud als je eruit ziet. | |
UIO_AMS | donderdag 19 maart 2020 @ 12:51 |
Ach ja, de dag dat ik werd aangestoken door het wielervirus. 10 april 1983. Ik was net 7 jaar oud geworden en mijn vader zat naar het wielrennen te kijken. Tot dat moment had ik vast wel eens een koers gezien, maar dat veranderde op deze 10e april. Het exacte moment weet ik zelfs nog en vanaf dat moment zag ik geen koers meer, maar keek ik naar de koers. Het was het moment dat Hennie Kuiper 4 keer zijn handen klapte, nadat hij met voorsprong lek reed in Parijs-Roubaix, wachtend op een nieuw achterwiel of fiets. Binnenkort wil ik die exacte locatie met mijn vader bezoeken op weg naar Normandië. Als de boel rondom Corona weer wat genormaliseerd is natuurlijk. | |
maxi-mus | donderdag 19 maart 2020 @ 13:06 |
Dan kijk je vast niet vaak in de spiegel. | |
Dale__Cooper | vrijdag 20 maart 2020 @ 11:01 |
De werken van Astana & Boom. | |
Chiappucci | vrijdag 20 maart 2020 @ 15:07 |
De Tour van 2003 mag natuurlijk niet ontbreken in dit topic, hoewel die volgens de geschiedenisboeken inmiddels geen winnaar meer kent. Volgens velen nog altijd de mooiste Tour van deze eeuw. Daar zag het op voorhand nog niet bepaald naar uit. Armstrong en zijn US Postal ploeg hielden de Franse ronde al enkele jaren in een wurggreep en een 5e Tourzege voor de Amerikaan leek slechts een kwestie van tijd. In voorbereiding op de Tour wist hij weer eens de Dauphiné Libéré op zijn naam te schrijven, zijn ploeg was met mannen als Heras, Beltrán, Rubiera, Landis en Hincapie op volle oorlogssterkte en de concurrentie leek niet bij machte om het Armstrong lastig te maken. Ullrich had een rampjaar achter de rug bij Telekom door knieproblemen en een positieve test op amfetamine, en zijn nieuwe ploeg Team Coast trok in aanloop naar de Tour de stekker eruit. In allerijl werden wat overblijfselen van die ploeg samengeraapt tot Team Bianchi, waardoor een wildcard in elk geval verzekerd was. Verder had je nog Beloki, die al 3 keer op het podium was geëindigd, maar daarbij niet de indruk had gewekt het Armstrong ook maar een beetje lastig te kunnen maken. Aanvallen stond bovendien niet in zijn woordenboek. Spektakel kon wel verwacht worden van renners als Vinokourov en het Baskische talent Iban Mayo, maar zij leken (nog) te licht om echt mee te doen voor het podium. En dan had je nog mannen als Zubeldia, Mancebo, Botero, Virenque, Simoni, Basso en Armstrongs voormalige knechten Leipheimer en Hamilton. Niet echt renners om je ongerust over te maken. Om het honderdjarige bestaan van de ronde te vieren, had de Tour-organisatie een klassieke route uitgetekend met een proloog, vlakke eerste week inclusief ploegentijdrit, aankomst op Alpe d'Huez, een vrij lange tijdrit zo halverwege de ronde, zware Pyreneeën-etappes en nog een vlakke, lange tijdrit op de laatste zaterdag voor Parijs. Bovendien werden de etappeplaatsen van de eerste Tour in 1903 (Parijs, Lyon, Marseille, Toulouse, Bordeaux en weer Parijs) allemaal aangedaan. Tijdens de proloog in Parijs won Ullrich meteen 5 seconden op Armstrong, wat een veeg teken was. In de ploegentijdrit van 69 km (!) stelde de US Postal ploeg echter meteen orde op zaken door 30 seconden sneller te rijden dan ONCE (Beloki) en 43 seconden te pakken op het Team Bianchi van Ullrich. De andere concurrenten verloren zelfs nog meer terrein, met Euskaltel vanzelfsprekend als dieptepunt (+3:22). Tussendoor liet Alessandro Petacchi nog even zien wie de beste sprinter van dat moment was door maar liefst 4 van de 5 massasprints te winnen. Met de al afgeschreven Virenque in het geel en Armstrong zelf op plek twee, leek de etappe naar Alpe d'Huez de ideale gelegenheid om de concurrentie een mokerslag uit te delen. US Postal-knecht Beltrán had dit goed in zijn oren geknoopt en sprintte als een bezetene de eerste steile kilometer van de klim omhoog. Hierdoor werd Ullrich meteen gelost, maar hij reed hiermee ook het karretje van zijn kopman in de poep. Armstrong werd op zijn adem getrapt en de concurrentie rook bloed. Alle tv-kijkers veerden op toen Beloki ook bleek te kunnen aanvallen. Maar daar bleef het niet bij, want ook Mayo, Vinokourov en Hamilton (met gebroken sleutelbeen!) testten de Texaan, die eerst alleen nog Heras bij zich had en later zelfs geïsoleerd zat. Op zo’n 7 kilometer van de top fladderde Mayo met een verschroeiende demarrage weg bij de rest en op de top had hij een voorsprong van maar liefst 2:12 bijeen gefietst. Ook Vino wist in de laatste kilometers nog weg te sluipen. Een zieke Ullrich daarentegen verloor juist 1:24 op de groep Armstrong, een verlies dat later nog heel duur zou blijken. Zo stond Armstrong gewoon in het geel, maar met de naaste concurrentie binnen schootsafstand. Bovendien had hij in de Tour voor het eerst sinds de Joux-Plane in 2000 tekenen van zwakte getoond. Met de grootste moeilijkheden in het begin leek etappe 9 naar Gap op het eerste gezicht meer een overgangsetappe te worden, maar de sterke klimmers wilden nu elke mogelijkheid aangrijpen om Armstrong aan te vallen. Ullrich was nog niet volledig hersteld, maar Beloki en Vinokourov waren in topvorm en gingen op de korte maar relatief steile klimmetjes vlak bij Gap meermaals in de aanval. Vino wist uiteindelijk weg te geraken en soleerde naar een fraaie etappezege. Achter hem ging het voor Beloki echter helemaal fout. In de gevaarlijke afdaling naar Gap probeerde hij Armstrong onder druk te zetten en nam daarbij alle mogelijke risico’s. Op het door de hitte gloeiend heet geworden asfalt ging de Bask keihard onderuit, waardoor Armstrong dwars door het maaiveld moest om een val te vermijden. Historische beelden. Beloki brak zijn bekken en zou nooit meer terugkomen op zijn oude niveau. En dat terwijl hij klaar leek om echt mee te strijden om de Tourzege. Een trieste aftocht voor de sympathieke Bask. De Tour wachtte toen ook al op niemand en dus gingen we onverdroten verder. Na twee overgangsetappes in Zuid-Frankrijk met overwinningen voor erkende hardrijders Piil en Flecha, stond de tijdrit naar Cap Découverte op het programma. De hele Tour was het al verzengend heet geweest, maar die dag gingen de temperaturen zelfs boven de 40 graden. Ullrich, weer topfit, ging daar duidelijk het beste mee om en reed de tijdrit van zijn leven. Armstrong draaide vierkant in de hitte en verloor maar liefst 1:36. Bovendien pakte hij maar een halve minuut op de verrassend sterke Vinokourov. De Amerikaan behield weliswaar het geel, maar met een voorsprong van slechts 0:34 op Ullrich en 0:51 op Vino was de strijd om de Tourzege nu helemaal open. Voor veel wielervolgers was Der Jan nu zelfs de topfavoriet. Het was alleen nog de vraag hoe Ullrich de bergen zou verteren. Daarop kwam een dag later een bevestigend antwoord. Op de slotklim naar Ax 3 Domaines regende het weer aanvallen van Vinokourov, Mayo en zelfs Zubeldia en uiteindelijk trok Ullrich vol door. Het ongelofelijke gebeurde: voor het eerst in hun jarenlange tweestrijd kon Armstrong het wiel van de Duitser niet houden. Op de streep was het verschil 7 seconden (+12 seconden boni), maar het was vooral een mentale tik. In het klassement kwam Ullrich terug tot op 0:15 van de Amerikaan. Vino stond op 1:01, terwijl Mayo en Hamilton hun kansen op het podium zagen vervagen. De volgende dag stond de zware Pyreneeën-klassieker over de Portet d’Aspet, Menté, Portillon en Peyresourde op het programma. Armstrong en Ullrich hielden elkaar in een houdgreep, waarvan Vinokourov wist te profiteren. Op de Peyresourde ging hij samen met Mayo in de aanval en hij kon het geel bijna ruiken. Uiteindelijk pakte de Kazach 43 seconden op de twee kemphanen, waardoor hij in het klassement op slechts 0:18 van Armstrong kwam te staan. Met Ullrich nog steeds op 0:15 zorgde dit voor een ongekende spanning aan de vooravond van de laatste zware bergetappe. Die etappe voerde de renners via de Aspin en de Tourmalet naar Luz-Ardiden. Met nog een tijdrit in het verschiet leek het niet aan Ullrich om de aanval te zoeken, maar de Duitser was vol zelfvertrouwen en besloot op de Tourmalet al te versnellen. Hij slaagde er opnieuw in Armstrong te lossen, maar de Amerikaan koos zijn eigen tempo en sloot enkele kilometers verderop weer aan. Daarmee was het spektakel echter nog niet gedaan want Armstrong, duidelijk weer in betere doen, ging op de slotklim naar Luz-Ardiden al vroeg in de aanval. Terwijl Mayo en Ullrich probeerden te volgen, gebeurde er weer iets ongelooflijks. Armstrong bleef met zijn remgreep haken in een tasje van een toeschouwer en nam Mayo mee in zijn val. Ullrich kon hen net ontwijken en leek een gouden zaak te kunnen doen in de strijd om het geel. Der Jan besloot echter, sportief als hij was, om te wachten, mede ingegeven door het feit dat de Amerikaan twee jaar eerder op hem wachtte toen hij in de afdaling van de Peyresourde een ravijntje in reed. Nadat Armstrong en Mayo waren teruggekeerd, kon de strijd opnieuw beginnen en volledig op adrenaline ging de Texaan binnen de kortste keren weer in de aanval. Nu kon er niemand volgen en reed hij de rest al snel ‘ouderwets’ op grote achterstand. Uiteindelijk wist Ullrich met een achterstand van 40 seconden de schade nog enigszins te beperken, maar dit was een flinke streep door de rekening voor de Duitser, zeker ook mentaal. Vinokourov ging helemaal kopje onder en verloor 2:07. Etappe 16 naar Bayonne had qua profiel wat weg van de rit naar Pamplona in 1996 toen Indurain, Olano en Rominger meer dan acht minuten verloren op de groep Riis, dus er was nog hoop op weer zo’n scenario. Zover kwam het helaas echter niet. Toch werd het nog een memorabele etappe door de ongelofelijke solo van Tyler Hamilton. De Amerikaan van CSC reed al sinds het eerste weekend met een gebroken sleutelbeen in de rondte, maar wist door te bijten en werd uiteindelijk zelfs beloond met een prachtige ritzege. Met nog een lange tijdrit van bijna 50 km naar Nantes te gaan, stond Ullrich op 1:07 achterstand. Niet onoverkomelijk gezien de vorige rit tegen de klok, maar de kansen leken weer te zijn gekeerd. Bovendien was het weer omgeslagen, wat in het voordeel was van Armstrong. Toch ging Ullrich ‘all-in’ en hij pakte al snel 7 seconden terug op de Amerikaan. Kon het dan toch nog? Nee, de Duitser nam te veel risico’s en gleed bij een rotonde onderuit op de door de regen spekglad geworden wegen. Zo was in één klap alle spanning weg en kreeg die zo sensationeel verlopen Tour toch nog een beetje een anticlimax. Armstrong won zo alsnog zijn 5e Tour en kwam op gelijke hoogte te staan met de andere vijfvoudig winnaars Anquetil, Merckx, Hinault en Indurain. Dat ging echter zeker niet van een leien dakje. Van zijn zeven Tourzeges was die van 2003 degene waar hij verreweg het hardste voor moest werken. Het waren drie fantastische weken. | |
Mexicanobakker | vrijdag 20 maart 2020 @ 17:15 |
Hij won. Mooie jongen. Als ik de hele tour van 2008 heb gezien kom ik hier met mooie verhalen. Ik denk bij elke tour die weer een flopshow is terug aan dat jaar. | |
Dale__Cooper | vrijdag 20 maart 2020 @ 18:32 |
Mooi beschreven @Chiappucci. Doodzonde dat Ullrich het toen niet redde. Is er deze eeuw een mooier tenue geweest dan Bianchi 2003? Die samenvatting naar Alpe d'Huez blijft ook mooi. Die trancemuziek past uitstekend bij dat gekkenwerk toen. | |
wimderon | vrijdag 20 maart 2020 @ 20:55 |
Mist, een een woord dat wielervolgers doet huiveren. Of toch niet, want het kan zorgen voor die legendarische middag of dat epische verhaal waarvan nog steeds niemand weet of het waar is of niet. Bewijsstuk A: De Giro van 2013. We zijn inmiddels gevorderd tot de veertiende etappe. Na dertien etappes leidt Vincenzo Nibali in het klassement, Cadel Evans heeft hem nog in het zicht met 41 seconden achterstand. Daarachter staan Uran Uran, ONZE Robert Gesink, de inmiddels betreurde Scarponi, de verrassende Santambrogio en Przmswzsczslaw Niemiec vrij dicht bij elkaar. Het is zaterdag en we gaan eens goed zitten voor de etappe naar Bardonecchia. Een alleraardigste etappe op papier met de zeurende klim naar Sestrière en aankomst op de Jafferau. Nog voor de start volgde het eerste slechte nieuws: de klim naar Sestrière werd geschrapt. Dat maakte de etappe een stuk eenvoudiger, maar de regen en kou bleven wel een factor om rekening mee te houden. Omstreeks kwart voor drie kwamen Renaat en José op antenne, maar veel live beelden waren daar niet bij. Er kwamen diverse malen berichten over dat er nu toch écht beelden zouden komen, maar we werden keer op keer beflikkerd. Rond kwart over vier kwam de harde klap: geen live beelden vandaag. Zaten we dan. Met nog ruim een uur koers zat er niet veel anders op dan af te gaan op wat flarden nieuws die op de sociale media voorbij kwamen. En toen doemden daar ineens twee schimmen op in het zicht van de vaste camera's. De ene was roze trui Nibali, wie was die ander? Was hij het? Ja, het waren de bolle wangetjes van Mauro Santambrogio. Mauro was tot 2013 een knecht die af en toe een leuke uitslag reed in eendagskoersen door de heuvels, maar in 2013 was hij getransformeerd tot gevleugeld klimmer. Nibali deed uitmuntende zaken in het klassement, knikte dat het goed was, en deze ritzege vormde het hoogtepunt van de carrière van Mauro tot nu toe. Cadel Evans verloor ruim een halve minuut. Onze Robert Gesink, met pin in been, zag met een verlies van 4:16 zijn klassement in rook opgaan. Niet veel later werd Santambrogio betrapt op EPO en heeft hij nooit meer een koers gereden. We zullen hem nooit, nooit vergeten. Bewijsstuk B: De Amstel Gold Race van 2005. In deze jaren was de Amstel nog een van de absolute orgelpunten van het seizoen van Rabobank. En ze hadden er ook dit jaar weer de ploeg voor met onder meer Boogerd, E. Dekker, T. Dekker, Freire, Kroon en Den Bakker. De koers begon met een inwisselbaar kopgroepje van vier. Intussen zwelden de berichten over het ontbreken van (live-)beelden steeds verder aan. En dat bleek uiteindelijk ook bewaarheid te worden: de helikopters die hiervoor nodig waren kregen geen toestemming om op te stijgen. We moesten het doen met herhalingen van flitsen van op de motoren. De mist leek niet alleen letterlijk een deken over de wedstrijd te leggen, maar ook figuurlijk: er werd zeer passief gekoerst. Uiteindelijk slaagde in de pre-finale toch een groepje in om weg te rijden. Steffen Wesemann, David Extebarria, Karsten Kroon én Valkenburgs eigen Marc Lotz slaagden erin een aardige voorsprong bij elkaar te fietsen. Toch reed eigenlijk niemand van die vier vol door: Wesemann mocht niet (vanwege, ja vanwege wat eigenlijk), Lotz mocht niet (vanwege Bettini, die al een paar keer gelost was geweest, maar toch vooral om Rabo dwars te zitten), Etxebarria wilde ook niet echt en Kroon kreeg van ploegleider Erik Breukink de opdracht ook krachten te sparen. Toch leken de vier het uit te gaan maken, met dan vooral een hoofdrol voor Marc Lotz. Lotz werd uiteindelijk enkele centimeters voor de streep teruggepakt! Luister op onderstaande link naar het beklijvende verslag, met onder meer Sander Kleikers (@El-Stinho) op de motor, van de epische strijd van Lotz tegen het aanstormende peloton, op de flanken van de Cauberg! https://l1.bbvms.com/p/audio/c/2435012.html In werkelijkheid werden de vier op 4 kilometer van de streep ingerekend en vatte Rabobank het lumineuze plan op om Oscar Freire, die naar eigen zeggen wonderbenen had, naar de sprint te leiden. Nadat Karsten Kroon zijn werk gedaan had volgde een flauwe beurt van Erik Dekker en had Freire alleen nog maar Michael Boogerd voor zich. Boogerd bleek echter ijzersterk en deed alles prima voor zijn ploegmaat. Voor de zoveelste keer ontploften de benen van Freire echter op de Cauberg en opeens had Boogerd met zijn machtsontplooiing de sprint niet voor Freire, maar voor Danilo Di Luca aangetrokken. De Italiaan kwam er nog overheen, maar Boogerd bleek zo sterk dat de rest niet eens in zijn buurt kwam. Na afloop bleek dan ook niet geheel verrassend iedereen boos te zijn. Karsten Kroon was nogal woedend ('Wat een rare sport, dat wielrennen') dat hij niet door mocht rijden met het groepje van vier. Michael Boogerd had het schuim op de bek staan omdat het trekken van de kaart Freire weer eens niet de juiste keuze bleek te zijn terwijl hij zelf goede benen had. Marc Lotz vindt dat hij de ploegleiding van Quickstep had moeten negeren. Nou ja, niet iedereen was ziedend: de immer charismatische Erik Breukink vond het allemaal wel prima. De finale mét beelden en mét Mart: | |
Slobeend | vrijdag 20 maart 2020 @ 21:20 |
Mooi verhaal en beelden. Was deze alweer vergeten eigenlijk, arme Boogie. | |
Mani89 | vrijdag 20 maart 2020 @ 21:43 |
Die eerste tijdrit van Jan blijft toch zo waarachtig mooi. Wat een stoomtrein. | |
Koffieplanter | vrijdag 20 maart 2020 @ 22:22 |
Noem de Ronde van Frankrijk van 2007 en de gedachten van het collectief gaan naar het prachtige duel tussen Rasmussen en Contador op de Peyresourde. Naar een vliegende Rabobank ploeg met een definitief doorbrekende en doperende Dekker. Naar de Tour die uitging als een nachtkaars en gewonnen zou zijn door Leipheimer of all places als bonificaties niet hadden bestaan. Niet voor mij. Noem de Tour van 2007 en ik er valt één naam: Juan Mauricio Soler. Halverwege de jaren '80 waren ze daar opeens. Weggereden op het vlakke, demarrerende als bezetenen in de bergen. Maar net zo snel als ze kwamen, zo snel waren het clubje van Lucho Herrera en Fabio Parra weer vertrokken. Het geel van Victor Hugo Peña was na bijna twintig jaar een kleine pleister op de wonde, maar in Briançon kregen ze eindelijk een echte opvolger. In de negende rit danste hij weg van zijn metgezellen en won niet alleen die rit, maar uiteindelijk ook de bergtrui. Vier jaar later zou hij in de Ronde van Zwitserland zwaar ten val komen en nooit meer kunnen fietsen. Schedelbreuk. De ritzege in Briançon is onvergetelijk, maar zijn grootste overwinning kwam jaren later pas. Hij bleek hét voorbeeld van een gouden generatie die elke dag weer een beetje groter wordt. Dit is waar het allemaal begon. | |
Rellende_Rotscholier | zaterdag 21 maart 2020 @ 00:15 |
In de categorie: humor om te lachen.
| |
Immerdebestebob | zaterdag 21 maart 2020 @ 13:25 |
Wel totaal verdiende zege. Niet op een laffe manier het wiel in de laatste meter er voor gedrukt. Ook wel weer typisch dat Martin te laat reageert en Quim daar pas weer op reageert ![]() | |
El-Stinho | zaterdag 21 maart 2020 @ 13:52 |
Wuyts gaat ook voor nostalgie deze weken: https://sporza.be/nl/2020(...)el-71~1584717646758/ | |
Chiappucci | zaterdag 21 maart 2020 @ 15:21 |
Dat verslag van L1 ![]() | |
Dale__Cooper | zondag 22 maart 2020 @ 21:15 |
We gaan terug naar fantastische Tour de France 2011. ![]() Na de knotsgekke Tour de France van 2008 - waar Sastre met een aanval op Alpe d'Huez een gooi naar het geel van Cadel Evans deed - werd de Tour in 2009 gewonnen door een ijzersterke Contador voor Andy Schleck. In 2010 was het stuk spannender, maar won Contador de ronde uiteindelijk toch met een kleine voorsprong op Andy Schleck. In 2011 stonden beide heren opnieuw aan de start. Contador ging dit jaar voor de Pantani-dubbel. De Giro had hij al relatief eenvoudig op zijn naam geschreven. Behoudens het Spaans kampioenschap had Bertje geen koers meer gereden tussen Giro en Tour. Naast Andy Schleck kwam de concurrentie voor Contador van Cadel Evans, al tweemaal tweede in de Tour, maar in de twee voorgaande jaren ongelukkig. Evans had dit jaar de Tirreno-Adriatico en Ronde van Romandië gewonnen en werd tweede in de Dauphine. Leipheimer (winnaar van de Ronde van Zwitserland), ONZE Robert Gesink (winnaar in Oman, tweede in de Tirreno-Adriatico, derde in de Ronde van het Baskenland en dichtbij winst in de Dauphine), Frank Schleck, Ivan Basso, Jurgen Vandenbroeck en Samuel Sanchez werden tot de outsiders gerekend. Tot slot was ook Bradley Wiggins na zijn imponerende winst in de Dauphine een belangrijke man. In de openingsrit gingen we van de Passage du Gois naar de Mont des Alouettes. Hier kregen we al een eerste indicatie te zien van wat ons te wachten stond aan absurde prestaties. De rit werd uiteraard gewonnen door Belgisch kampioen Philippe Gilbert. Phil was dit jaar onverslaanbaar. Winst in de Algarve, winst in de Strade Bianche, winst in de Tirreno, derde in Milaan - Sanremo (Wat heeft Pozzato nu bereikt? Nou, de enige noemenswaardige nederlaag van Gilbert dat voorjaar), winnaar van het Ardense vierluik (!!) Brabantse Pijl, Amstel Gold Race, Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik, winnaar van de (nog niet Baloise) Ronde van België, Sterk Elektrotoer, Belgisch kampioen en nu dus ook het geel in de eerste rit. Kinderlijk eenvoudig. Achter Gilbert deelde Evans een eerste kleine tik uit aan de concurrentie door een paar seconden weg te rijden. Hushovd toonde ook alvast zijn wonderbenen op de derde plaats, Rojas werd vanzelfsprekend vierde, Vandenbroeck ging ook lekker op de TB-500 en werd vijfde. Valpartijen zorgden er voor dat onder andere Contador en Samuel Sanchez die dag al meer dan een minuut verloren. Stijn bleek groot fan. Mani was wat achterdochtiger
Etappe 2 was een korte en daardoor zeer spannende ploegentijdrit rondom Les Essarts. Gewonnen door Garmin-Cervelo, waardoor Thor Hushovd net voor Cadel Evans in de gele trui op het podium mocht verschijnen. De eerste vijf ploegen eindigden binnen vijf seconden van elkaar. Dat Garmin dat jaar ook over goede middelen beschikte bleek wel in de derde etappe, een vlakke sprintersrit naar Redon. Na de ploegentijdrit en het geel voor Hushovd kon de ploeg weer aan het feest met Tylar Farrar, jawel. Tylar lag voor de verandering eens niet op de grond maar won voor Wouter Weylandt. Dit waren ook de jaren waar er bij Vacansoleil ook een flinke 'bonus'. Zo werd Romain Feillu hier tweede. Aguero was een ziener en zag het lot van het Nederlandse wielrennen al in de derde rit: Etappe 4 ging naar de Mur van Bretagne, altijd goed voor een beklijvende sprint bergop. Overigens zorgde Johnny met zijn Vacansoleil-wonderbenen er nog voor dat het peloton volle bak in de achtervolging moest, maar uiteindelijk konden we toch met het peloton naar de Mur. Gilbert reed vervolgens in de laatste 500 meter vakkundig het gat dicht op ploeggenoot VDB, waarna Contador op de lijn Evans leek te verslaan. Contador juichte, maar tevergeefs, want het was toch Evans die won. Vinokourov werd, Gilbert slechts vierde en gele trui-drager Hushovd had nog altijd wonderbenen en werd vijfde. We quoten DeeBee voor wat duiding: Etappe 5 naar Cap Frehel mondde uit in een zwarte dag voor de ![]() Na een dag met veel valpartijen en een venijnige finale slaagde alleen Cavendish erin om Gilbert in de sprint te verslaan. Rojas, Gallopin en Geraint maakten de top 5 compleet. Een dag later was het weer sprinten, niet echt noemenswaardig. Dit keer was Edvald Boasson Hagne de beste. Een dag later was het weer sprinten en was Cavendish de beste. ![]() In etappe 8 lag de finish op Super-Besse, een eerste echte kans voor de klimmers. Het was ook de rit waar Gesink er doorheen zakte. Na zijn reed hij in de vlakke etappes nog gewoon mee in het peloton, maar op deze dag werd duidelijk dat een klassement er niet inzat. Beelden uit de horroreditie van Waar is Gesink? De etappe werd gewonnen door Rui Costa die al vroeg in de aanval was en uiteindelijk 12 seconden overhield. Gilbert schakelde in de finale verkeerd, maar veel maakte dat niet uit, want een paar seconden later liet hij de klassementsrenners weer voor dood achter. Ook Thor Hushovd bleef onmenselijk goed reden. De grote Noor handhaafde zich tussen louter klimmers in de eerste groep en hield dus het geel in bezit. Dan etappe 9, de Hoogerland-etappe. Nog los van wat er in deze etappe vooraan gebeurde vielen in het peloton Contador, Vinokourov en Vandenbroeck. Voor Contador was het al de zoveelste val, maar hij kon gehavend verder. Vinokourov en Vandenbroeck moesten met een breuk opgeven. Ik ben vooral benieuwd wat Vandenbroeck had gepresteerd dat jaar mocht ie op zijn fiets hebben blijven zitten. Omega Pharma-Lotto was lachwekkend goed met Gilbert en Vanendert. Vooraan een kopgroep met onder andere Voeckler, LL Sanchez en Hoogerland. Wat er vervolgens gebeurde is natuurlijk voor ieder bekend. Het blijft pijnlijk om iemand met zo'n vaart het prikkeldraad in te zien vliegen. Uiteindelijk 'wacht de Tour op niemand' en won Sanchez de etappe, maar pakte Thomas Voeckler het geel. In het peloton was Gilbert vanzelfsprekend weer de beste.
![]() Na alle gekte van etappe 9 werd er in etappe 10 weer gewoon gesprint. Ditmaal was Greipel te snel voor zijn goede vriend Cavendish. Ook Greipel ging lekker op de Omega Pharma-Lotto bonus. Gilbert en Voeckler probeerden dit met een gezamenlijke aanval nog te voorkomen, maar de sprintploegen hadden de boel voldoende op orde. Ook etappe 11 was voor de sprinters. Ditmaal waren de rollen omgedraaid en won Cavendish de sprint voor Greipel. Denis Galimzyanov, kent u hem nog? werd vierde. Dan eindelijk de Pyreneeën in. Gelijk met een heerlijke rit van 209 kilometer over de L'Hourquette d'Ancizan, de Tourmalet en aankomst op Luz Ariden. Na de prestaties van Gilbert, Vandenbroeck en Greipel was het vandaag de beurt aan de alien, Jelle Vanendert. Vanendert had tot dat jaar eigenlijk nog nooit wat laten zien, maar bleek in de Pyreneeen zowat de beste klimmer van allemaal te zijn. Uiteindelijk kon alleen Samuel Sanchez hem volgen en die bleek in de laatste hectometers net wat sterker. De prachtige foto vanuit de rug van Sanchez werd eerder deze week ook al Rellende_Rotscholier gedeeld. Achter Sanchez en Vanendert deed Frank Schleck de beste zaken. Hij pakte wat tijd op broer Andy, Basso en Evans. Contador daarentegen verloor nog wat extra seconden, waardoor het na alle valpartijen inmiddels wel duidelijk was dat hij niet meer in zijn allerbeste doen was. Verrassing van de dag was echter Voeckler, die met hulp van de eveneens vliegende Pierre Rolland maar 20 seconden verloor op Andy Schleck en Evans.
Etappe 13 was een etappe van Pau naar Lourdes, waar Rellende_Rotscholier ongetwijfeld van gewalgd heeft. Een etappe voor de vluchters waar we weer een freakperfomance van Hushovd zagen. De Aubisque van de zware kant beklimmen, afdalen naar Lourdes en dan wint Thor. Hij klom niet het beste, maar in de afdaling kwam en het vlakke reed die Moncoutie en Roy simpelweg uit het wiel en won solo. Daarvoor had hij eerst nog even een voorsprong van meer dan een minuut goedgemaakt. Een fanatische overwinning in de regenboogtrui. In het peloton was het weer tijd voor de dagelijkse Gilbert-show. Hij reed samen met Mollema een minuut weg van de rest. Gilbert stond daardoor na twee weken Tour nog altijd tussen de klassementsrenners in de top 10. ![]() Na de qua parcours matige rit kregen we in de 14e etappe wel weer een schitterende Pyreneeënrit voorgeschoteld. De Portet d'Aspet, Col de la Core, Col de Latrape, Col d'Agnes, Port de Lers en finish bovenop Plateau d'Beille, je zou voor minder. Uiteindelijk was het wachten tot de laatste kilometers van Plateau d'Beille, maar daar liet Vanendert zien dat die beste klimmer van het weekend was. Hij won met redelijk verschil op de rest. Alleen Sanchez kon een poging doen om het gat te dichten, maar bleef hangen op twintig seconden. Daarachter had Contador het wederom lastig en bleek Europcar en in het bijzonder Voeckler bijzonder sterk. Het geel bleef nog vrij ruim om de schouders van Voeckler.
Na de Pyreneeën ging het peloton op naar Montpellier en was het weer eens tijd voor de sprinters. Niet voordat we van de dagelijkse Gilbert-show konden genieten. Phil probeerde in de finale de sprinters nog te verrassen, zonder succes. Wederom was Cavendish, maar goed dat boeit eigenlijk niemand. Etappe 16, de traditionele overgangsetappe naar Gap, was een stuk interessanter. Er werd twee uur lang ongekend geschroeid om een kopgroep te vormen. Uiteindelijk steden vliegende Noren Boasson Hagen, Hushovd en semi-Noor Hesjedal voor de dagzege. Hushovd was weer de beste en won zo zijn de tweede semi-bergrit in deze Tour. Achter de koplopers zorgde Contador voor het mooie weer. Ondanks zijn mindere vormpijl plaatse Contador op de Col de Manse verschillende aanvallen, waarna die wegreed met Samuel Sanchez en Evans. Zij pakte een kleine halve minuut op de Schlecks, Voeckler en de onvermijdelijke Gilbert. Voeckler ging daardoor het hooggebergte in met een voorsprong van 1.45 op Evans, 1.49 op Frank Schleck en 3.03 op Andy Schleck. Sanchez op 3.26 en Contador op 3.49 volgden daarachter. Andy had Contador al een beetje afgeschreven op de tweede rustdag.
Op naar etappe 17, van Gap naar Pinerolo, met onderweg onder andere de Col de Montgenevre, Sestriere en Pramartino in de finale. Het hoofdstuk van de vliegende Noren ging in Italië rustig verder. Ditmaal was ONZE Bauke Mollema de dupe. Na de tweede plaats in Gap was Boasson Hagen de sterkste in Pinerolo. Hij was de sterkste op de slotklim en won met veertig seconden voorsprong op Mollema. Hierachter was het wederom een gekkenhuis met verschillende aanvallen. Onder anderen Contador en Andy Schleck gingen meerdere keren in de aanval, maar uiteindelijk werd het grootste verschil in de afdaling gemaakt. Voeckler had moeite met de bochten en vloog er uiteindelijk ook een keer uit, zo het terras op bij een woning. Hivert in de kopgroep had even daarvoor al precies hetzelfde gedaan. Contador en Sanchez reden weg in de afdaling, maar werden uiteindelijk weer ingelopen door de overige klassementsrenners. Uiteindelijk verloor Voeckler een halve minuut door deze actie. Zijn voorsprong op Evans was daarmee geslonken tot 1.18. RR moest ook toen al omgaan met de onwetendheid van andere users. Ik hoop dat Buzz een goede vakantie heeft gehad.
Op naar het dak van de Tour, de fantastische 18e rit van Pinerolo naar de top van de Galibier. Onderweg de Agnello en Izoard, alvorens de top van de Galibier bij uitzondering als finish diende. Drie Alpenreuzen en een heus plan bij Leopard-Trek. Joost Posthuma en Maxime Monfort of all places waren voor Leopard-Trek meegeslopen in de kopgroep. Ondertussen bleek Contador na de opleving in de voorgaande dagen toch ineens weer ranzig slechte benen te hebben. Het plan bij Leopard-Trek had succes, want Andy knalde er van weg op de Izoard. Niemand (kon) volgen en met hulp van Posthuma en Monfort begon hij aan fantastische solo. Jeugdzonde Stijn Na aanvankelijk wat geaarzel in de groep der favorieten naam Evans zijn verantwoordelijkheid, waardoor het op de Galibier feitelijk een tweestrijd werd tussen Andy Schleck en Cadel Evans. Het verschil bleef rond de twee a drie minuten hangen. Voeckler was weer ouderwets aan het bekkentrekken en leek de hele klim op breken te staan, maar reed uiteindelijk juist een beresterke klim en verloor slechts enkele seconden op Frank Schleck en Evans. Zo goed zelfs dat hij ook bovenop de Galibier het geel weer mocht aantrekken. Zijn voorsprong bedroeg nog 15 seconden op Andy Schleck, 1.08 op Frank Schleck en 1.12 op Evans.
Met nog steeds vier renners in de strijd om geel ging de renners in de 19e rit voor de laatste keer de bergen in. Via de Telegraphe, Galibier op naar de Alpe d'Huez. Slechts 110 kilometer, maar na de loodzware rit van de dag ervoor was er veel mogelijk. Dat gebeurde ook, want Contador zou Contador niet zijn als ie een daags na een slechte dag alles op niets zou zetten om de boel overhoop te gooien. Hij viel al na 15 kilometer aan en kreeg Sanchez, Evans, Schleck en Voeckler met zich mee. Evans kreeg materiaalpech en moest daardoor afhaken, Sanchez loste en Voeckler blies zichzelf ook compleet op. Op de Galibier zakte hij er voor eerst deze Tour volledig doorheen. Gelijk ziedend. Daarvoor kregen we ook nog een ouderwets staaltje wielrennen te zien met Spanjaarden voor Spanjaarden en Fransen voor Fransen.
![]() Enigszins teleurstellend viel het in de vallei naar Alpe d'Huez volledig stil, waardoor het peloton (inclusief Voeckler) terug kon komen op de kopgroep. Alleen Rolland en Hesjedal kozen ervoor om al voor Alpe d'Huez aan te vallen en begonnen met circa anderhalve minuut voorsprong. Een terechte opmerking van Wim. Aan de voet van de Alpe d'Huez was het uitgerekend Evans die voor het offensief koos. Niet Andy of Frank Schleck, die vanwege de tijdrit eigenlijk tijd zouden moeten pakken op Evans. Lang duurde de aanval niet, waarna Contador nog maar eens in de aanval ging. Niemand kon volgen en in no-time was Contador bij Rolland en Hesjedal. Ook deze liet hij staan en hij leek op weg naar de dagzege. Ondertussen was ook Samuel Sanchez weggereden uit het peloton en hij zette samen met Rolland de achtervolging in op Contador. In de laatste kilometers was het over en uit met Contador, waarna Rolland de sterkste, maar ook zeker de slimste bleek en nog een ritzege veroverde voor het toch al bizar sterke Europcar. Daarachter slaagde Evans, Andy Schleck en Frank Schleck er niet in om van elkaar weg te rijden. Goede zaken voor Evans vooral. Voeckler had zichzelf al grandioos opgeblazen op de Telegraphe en Galibier en betaalde daar op de Alpe voor. Hij verloor drie minuten en dus ook de gele trui. Deze ging naar Andy Schleck, maar de morele winnaar was toch eigenlijk Evans. De Australiër stond met nog een tijdrit te gaan binnen een minuut van Schleck. De 20e etappe - een tijdrit van 42,5 kilometer rondom Grenoble moest de beslissing brengen in deze Tour. De dagzege ging nipt naar Tony Martin, maar de strijd was er uiteraard om het geel. Echt heel spannend werd het alleen niet, want het was al gauw duidelijk dat Evans te sterk was voor Andy Schleck. Schleck mocht een kleine minuut verliezen op Evans, maar verloor uiteindelijk 2,5 minuut. Hierdoor was al snel duidelijk dat het geel naar Evans ging. Behoorlijk slecht van Andy. Uiteraard kan ook Mart niet ontbreken in dit topic. De slotrit is niets meer dan het eerste criterium na de Tour en werd gewonnen door Cavendish. ![]() En nou maar hopen dat dit jaar überhaupt nog een Tour krijgen, die bij voorkeur ook nog enigszins in de buurt komt van die van 2011. | |
Rellende_Rotscholier | zondag 22 maart 2020 @ 21:59 |
Mooi werk, zeker dankzij die oude quotes tussendoor. ![]() | |
Chiappucci | zondag 22 maart 2020 @ 22:45 |
Mooi overzicht Dale Cooper! Was inderdaad een heel leuke Tour met spanning tot de laatste tijdrit en wisselende kansen. Niet toevallig ook de voorlopig laatste editie zonder Sky/Ineos dominantie. | |
Mani89 | zondag 22 maart 2020 @ 22:46 |
Europcar in 2011. ![]() | |
Rellende_Rotscholier | zondag 22 maart 2020 @ 22:48 |
Christophe Kern ![]() Die viel alleen snel uit in de Tour, dat was dan weer jammer. | |
wimderon | maandag 23 maart 2020 @ 01:01 |
| |
DeeBee | maandag 23 maart 2020 @ 06:13 |
Ik was bij de start in 1996, denk mijn eerste wielerherinnering. Nog jarenlang een 'gele trui' T-shirt van gehad, dat was echt een proloog in hondenweer. De Nederlandse wegen krijgen nog even een trap na van de Belgen, soww. ![]() Verder ongekende topshowtjes van Bjarne, goed dat de Riis-bonus weer langzaamaan terugkeert in het peloton dit jaar. ![]() Overigens: dat rijden zonder helm, incl. volle sprints. ![]() ![]() ![]() ![]() Wel geniaal om renners te herkennen. ![]() | |
Chiappucci | maandag 23 maart 2020 @ 19:57 |
Jelle heeft echt een fascinerend hoofd. | |
LangeTabbetje | maandag 30 maart 2020 @ 08:30 |
Ik was met mijn vader bij deze etappe, We stonden op ongeveer 1 kilometer van de finish, dus de renners gingen over de finish line, draaiden gelijk om, en kwamen weer langs op weg naar het hotel. Op een gegeven moment, komt Jelle Nijdam voorbij, en dat was dus excact de enige die mijn vader wist te herkennen, dus roept iets van Hup Snelle Jelle……..en Jelle ? Die spuugte een paar fluimen op het wegdek onder het uitspreken van de woorden "godverdedomme, godverdedomme" . Hebben we nog steeds schik om ![]() |