Niet helemaal equivalent: 0 deelt 0, maar 0/0 is niet gedefinieerd.quote:Op zondag 10 april 2011 16:53 schreef BasementDweller het volgende:
Aan minibeer: a|b betekent a deelt b, oftewel b/a zit in Z. Staat ook (in iets andere vorm) gedefinieerd op p3!
Ja dat is waar. Maar ik dacht misschien dat ik deze dan weer kan bewijzen met karakteristieke functies maar dat lukte me niet.quote:Op zondag 10 april 2011 17:57 schreef thabit het volgende:
Dat is uiteraard de bedoeling, anders is de opgave fout. Je wilde het echter met karakteristieke functies doen, in dat opzicht is E(X1² X2 + X1X2²) niet de juiste stap.
Ah, ik heb gezegd f_X1+X2 = f_X1 f_X2, en dat ding 3x naar t gedifferentieerd. Na heel vaak de productregel van differentiëren toegepast te hebben komt het antwoord eruit. Bedankt.quote:Op zondag 10 april 2011 18:01 schreef thabit het volgende:
Je kan het derde moment van de som uitdrukken in karakteristieke functies, en de karakteristieke functie van de som van twee onafhankelijke stochasten in elk van beide.
Chique, bedankt.quote:Op zondag 10 april 2011 19:52 schreef thabit het volgende:
Dat "heel vaak toepassen" daar bestaat ook een binomium voor:
[ afbeelding ]
http://en.wikipedia.org/wiki/Product_rule#Higher_derivatives
Da's enkel een kwestie van domeinrestrictie. En dat had je zelf al kunnen zien aan de wortelterm waarin x in [-1,1] moet liggen, anders is deze niet gedefinieerd. En laat [-1,1] nou net het complete domein van arcsin (en arccos) zijnquote:Op zondag 10 april 2011 20:43 schreef thabit het volgende:
Nee, arcsin(sin x) is niet x: als je bij x 2pi optelt, blijft z'n sinus immers hetzelfde.
Ja, logisch dat je dan niet uitkomt, want je gaat voorbij aan de extra eis van domeinrestrictie die bij cyclometrische functies naar voren komt. 2pi valt niet binnen het domein [-1/2*pi;1/2*pi] voor sinx, en daarmee het bereik van arcsinx. Je zal eerst net zolang INT*2pi af moeten trekken totdat x, òf pi - x binnen [-1/2*pi;1/2*pi] komt te liggen.quote:Op zondag 10 april 2011 20:58 schreef thabit het volgende:
Vul maar x=2pi in: arcsin(sin 2pi) = 0, niet x.
vlogens mij wordt (x + h)^2 daar gewoon uitgeschrevenquote:Op maandag 11 april 2011 19:16 schreef Pipo1234 het volgende:
Ik heb iets dat me helemaal gek maakt. Ik ben bezig met zelfstudie voor Wiskunde B en heb niemand in mijn omgeving die me dit uitleggen. Het volgende vraag ik me af:
[ afbeelding ]
Bron: http://www.wetenschapsforum.nl/index.php?showtopic=6783
Deze formule draait om het afgeleide van f(x) = x2. Allemaal duidelijk, totdat ik bij derde stap van de formule kom. Daar komt h2 + 2hx wat mij betreft een beetje uit de lucht vallen. Ik weet dat de afgeleide van X2 = 2X, maar dat verklaart niet hoe men komt tot de derde stap.
Kan iemand mij uitleggen wat hier nou precies gebeurd. Mijn boek, Youtube en andere sites geven me geen duidelijkheid. Overigens heb ik het voorbeeld van internet gehaald, aangezien dat duidelijker is dan mijn boek.
(x+h)2= x2+2xh+h2quote:Op maandag 11 april 2011 19:16 schreef Pipo1234 het volgende:
Ik heb iets dat me helemaal gek maakt. Ik ben bezig met zelfstudie voor Wiskunde B en heb niemand in mijn omgeving die me dit uitleggen. Het volgende vraag ik me af:
[ afbeelding ]
Bron: http://www.wetenschapsforum.nl/index.php?showtopic=6783
Deze formule draait om het afgeleide van f(x) = x2. Allemaal duidelijk, totdat ik bij derde stap van de formule kom. Daar komt h2 + 2hx wat mij betreft een beetje uit de lucht vallen. Ik weet dat de afgeleide van X2 = 2X, maar dat verklaart niet hoe men komt tot de derde stap.
Kan iemand mij uitleggen wat hier nou precies gebeurd. Mijn boek, Youtube en andere sites geven me geen duidelijkheid. Overigens heb ik het voorbeeld van internet gehaald, aangezien dat duidelijker is dan mijn boek.
Heb je wel eens gehoord van een merkwaardig product?quote:Op maandag 11 april 2011 19:16 schreef Pipo1234 het volgende:
Ik heb iets dat me helemaal gek maakt. Ik ben bezig met zelfstudie voor Wiskunde B en heb niemand in mijn omgeving die me dit uitleggen. Het volgende vraag ik me af:
[ afbeelding ]
Bron: http://www.wetenschapsforum.nl/index.php?showtopic=6783
Deze formule draait om de afgeleide van f(x) = x2. Allemaal duidelijk, totdat ik bij derde stap van de formule kom. Daar komt h2 + 2hx wat mij betreft een beetje uit de lucht vallen. Ik weet dat de afgeleide van x2 = 2x, maar dat verklaart niet hoe men komt tot de derde stap.
Kan iemand mij uitleggen wat hier nou precies gebeurt. Mijn boek, Youtube en andere sites geven me geen duidelijkheid. Overigens heb ik het voorbeeld van internet gehaald, aangezien dat duidelijker is dan mijn boek.
Eigenlijk niet.quote:Op maandag 11 april 2011 19:42 schreef Riparius het volgende:
[..]
Heb je wel eens gehoord van een merkwaardig product?
Het merkwaardig product dat je in je bepaling van de afgeleide van f(x) = x2 kunt gebruiken is:quote:Op dinsdag 12 april 2011 01:11 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Eigenlijk niet.Ik mis nogal wat algebraïsche kennis heb ik gemerkt. Ben er nu naar een het kijken. Erg verhelderend allemaal.
ok, laten we gewoon eens wat gaan rekenen en kijken hoever we komen:quote:Op dinsdag 12 april 2011 03:10 schreef minibeer het volgende:
Ik ben nu wat aan het leren over o.a. modulorekenen, en er staan wat opdrachten bij. Ik kan maar niet uit deze komen:
zoek de gehele getallen waarvoor x2-3y2=1997
Volgens wolfram heeft deze vergelijking geen oplossingen, maar het lukt me niet dit zelf aan te tonen. Het lukt me wel bijvoorbeeld de vergelijking a-3b=1997 op te lossen (wat dan ook niet zo moeilijk is), maar ik snap niet goed hoe je dit moet doen.
Als iemand een tip heeft hoor ik het graag.
Feitelijk is het dus zo dat X2 = 2X omdat het twee (blauwe) vierkanten vormt? Tenminste om het even eenvoudig te maken voor mezelf, want volgens mij klopt dat niet helemaal.quote:Op dinsdag 12 april 2011 03:41 schreef Riparius het volgende:
[..]
... En dat is precies wat het merkwaardig product hierboven zegt!
x2 is sowieso niet gelijk aan 2x, de afgeleide van x2 is 2x. Dat is ook niet zo omdat het twee blauwe vierkanten vormt (los daarvan, er is maar één blauw vierkant), dat is slechts een tussenstap die je nodig hebt om de limiet op te lossen.quote:Op dinsdag 12 april 2011 12:20 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Feitelijk is het dus zo dat X2 = 2X omdat het twee (blauwe) vierkanten vormt? Tenminste om het even eenvoudig te maken voor mezelf, want volgens mij klopt dat niet helemaal.
quote:Op dinsdag 12 april 2011 12:40 schreef M.rak het volgende:
[..]
x2 is sowieso niet gelijk aan 2x, de afgeleide van x2 is 2x. Dat is ook niet zo omdat het twee blauwe vierkanten vormt (los daarvan, er is maar één blauw vierkant), dat is slechts een tussenstap die je nodig hebt om de limiet op te lossen.
Het vierkant laat zien dat je (a+b)2 kunt schrijven als a2+2ab+b2. Als je dat invult in de limiet kom je uit op de oplossing.
Je moet het niet te simpel maken voor jezelf door stappen simpelweg over te slaan, dan klopt het niet meer.
Ik begrijp niet precies wat je bedoelt? Als ik het uitwerk kom ik uit op(h3 + 3x2h + 3xh2 + x3 - x3)/h. Als je dat uitwerkt komt het gewoon uit hoorquote:Op dinsdag 12 april 2011 14:49 schreef Pipo1234 het volgende:
Die merkwaardige producten is precies wat ik nodig had! Alleen nu heb ik er nog een vraag over. Als ik X3 heb en dan op h3 + 3x2h + 3xh2 uitkom, wat gebeurd er dan met die overtollige 3x van de laatste samenstelling? Als ik h wegstreep houd ik namelijk 3x over... en ik weet dat het antwoord 3x2 moet zijn.
Nee die formule heb ik ook. Ik probeer het te gebruiken voor een differentatie van X3. Bij X2 kom ik er door H weg te strepen. Maar bij X3 houd ik op de volgende manier 3X2 en 3X over: h3 + 3x2h + 3xh2 + x3 - x3)/hquote:Op dinsdag 12 april 2011 14:56 schreef M.rak het volgende:
[..]
Ik begrijp niet precies wat je bedoelt? Als ik het uitwerk kom ik uit op(h3 + 3x2h + 3xh2 + x3 - x3)/h. Als je dat uitwerkt komt het gewoon uit hoor. Misschien dat je vergeten bent om in het begin f(x+h) - f(x) te doen?
Ah, nu begrijp ik het denk ik:quote:Op dinsdag 12 april 2011 08:30 schreef Don_Vanelli het volgende:
[..]
ok, laten we gewoon eens wat gaan rekenen en kijken hoever we komen:
x2-3y2=1997
3y2=x2-1997
y2=(x2-1997)/3
Nu maken we de observatie dat als dit een oplossing heeft voor x en y gehele getallen, dan moet x2-1997 deelbaar zijn door 3. met andere woorden:
x2 = 1997 mod 3
Aan jou de vraag, waarom heeft dit geen oplossing?
Ik denk dat je de limiet van h naar 0 vergeet. Je deelt een keer een h weg, zodat je h2 + 3xh + 3x2 overhoudt. De limiet van h naar 0 nemen zorgt er voor dat alleen de 3x2 overblijft.quote:Op dinsdag 12 april 2011 15:02 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Nee die formule heb ik ook. Ik probeer het te gebruiken voor een differentatie van X3. Bij X2 kom ik er door H weg te strepen. Maar bij X3 houd ik op de volgende manier 3X2 en 3X over: h3 + 3x2h + 3xh2 + x3 - x3)/h
Ik snap dat even niet. Betekent dit dat de lim h->0 de 3xh2 wegstreept omdat deze 0 is? Er zit toch 3X in, of is dat 3xh en geen 3x?quote:Op dinsdag 12 april 2011 15:29 schreef freiss het volgende:
[..]
Ik denk dat je de limiet van h naar 0 vergeet. Je deelt een keer een h weg, zodat je h2 + 3xh + 3x2 overhoudt. De limiet van h naar 0 nemen zorgt er voor dat alleen de 3x2 overblijft.
Even tussendoor, snap je wat er bedoelt wordt met de limiet? Dat is namelijk wel redelijk belangrijk om dit echt te begrijpenquote:Op dinsdag 12 april 2011 15:58 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Ik snap dat even niet. Betekent dit dat de lim h->0 de 3xh2 wegstreept omdat deze 0 is? Er zit toch 3X in, of is dat 3xh en geen 3x?
Differentiëren is geen 'wegstrepen'. Je bepaalt van een functie y = f(x) eerst het differentiequotiënt:quote:Op dinsdag 12 april 2011 15:58 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Ik snap dat even niet. Betekent dit dat de lim h->0 de 3xh2 wegstreept omdat deze 0 is? Er zit toch 3X in, of is dat 3xh en geen 3x?
quote:Op dinsdag 12 april 2011 15:58 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Ik snap dat even niet. Betekent dit dat de lim h->0 de 3xh2 wegstreept omdat deze 0 is? Er zit toch 3X in, of is dat 3xh en geen 3x?
In grote lijnen klopt het zo, alleen nog een paar opmerkingenquote:Op woensdag 13 april 2011 11:13 schreef Pipo1234 het volgende:
Bedankt voor alle antwoorden. Ik denk dat ik al begrijp wat ik fout heb gedaan. Ik moest het namelijk nog daar H delen, alleen had er niet bij stil gestaan dat dit voor het limiet noodzakelijk is.
De volgende benadering heb ik nu:
f(x) = x3
f'(x) = lim(h>0) (x+h)3 - (x)3 / h
f'(x) = lim(h>0) x3 + h3 - x3 / h
f'(x) = lim(h>0) x3 + h3 + 3x2h + 3xh2 - x3 / h (Volgens het merkwaardig product)
f'(x) = lim(h>0) h3 + 3x2h + 3xh2/ h (x3 - x3)
f'(x) = lim(h>0) h2 + 3x2 + 3xh (Gedeeld door h)
f'(x) = 3x2 (Limiet 0 is benaderd)
Mijn boek merkt trouwens op dat dit de beste maar moeilijkste methode is om te differentiëren. Is dat zo? Ik vind het voor uitvoerig, maar kan me wel voorstellen dat dit op een examen een beetje teveel van het goed is.
Ik begrijp wat je bedoeld. Heb het even uitvoerig gedaan zodat het voor mezelf duidelijk is en voor anderen ook. Meer haakjes? Oké. Ik zal het proberen te onthouden. Ben er juist zuinig mee, omdat het er zo chaotisch uit gaat zien. Er staan trouwens regels op de volgende pagina's. Maar ik wil graag de basis beheersen, zodat ik weet waar het vandaan komt.quote:Op woensdag 13 april 2011 11:21 schreef M.rak het volgende:
[..]
In grote lijnen klopt het zo, alleen nog een paar opmerkingen. Je zou wat meer haakjes mogen gebruiken voor de duidelijkheid, zoals je het nu doet is het voor jou en voor mij duidelijk, maar in een examen moet je ipv (x+h)3 - (x)3 / h toch echt ((x+h)3 - (x)3) / h schrijven. Verder vraag ik me af wat je precies tussen het eerste en tweede punt doet? Je haakjes zijn daar weg, maar je hebt ze nog niet uitgewerkt? Die stap kan je weglaten.
Wat je boek zegt klopt, het is de beste manier, maar zoals je zelf al zegt, dit kan je in een examen niet iedere keer doen. Daarom zijn er regels voor het differentiëren, waarschijnlijk staan ze ook wel ergens in je boek in een volgende paragraaf, anders kan je hier even kijken.
Ik zou niet al te zuinig zijn met de haakjes, je kan er beter te veel dan te weinig hebbenquote:Op woensdag 13 april 2011 11:25 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Ik begrijp wat je bedoeld. Heb het even uitvoerig gedaan zodat het voor mezelf duidelijk is en voor anderen ook. Meer haakjes? Oké. Ik zal het proberen te onthouden. Ben er juist zuinig mee, omdat het er zo chaotisch uit gaat zien. Er staan trouwens regels op de volgende pagina's. Maar ik wil graag de basis beheersen, zodat ik weet waar het vandaan komt.
Ik snap niet helemaal wat je bedoelt, wat bedoel je met een negatieve functie?quote:Even nog een vraag hierover...Hoe komt het dat bij een deling met x (dus 1/x2) een negatieve functie voortvloeit? Ik begrijp dat 1 delen door iets altijd een afname betekent als x hoger dan 1 is in ieder geval, maar welke stap zorgt daar voor. Mijn boek geeft totaal geen uitleg over dit onderwerp...
Je bedoelt dat de afgeleide negatief is?quote:Op woensdag 13 april 2011 11:25 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Even nog een vraag hierover...Hoe komt het dat bij een deling met x (dus 1/x2) een negatieve functie voortvloeit? Ik begrijp dat 1 delen door iets altijd een afname betekent als x hoger dan 1 is in ieder geval, maar welke stap zorgt daar voor. Mijn boek geeft totaal geen uitleg over dit onderwerp...
Precies. f(x) = 1 / x2 wordt f'(x) = - (2 / x3)quote:Op woensdag 13 april 2011 11:40 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Je bedoelt dat de afgeleide negatief is?
Je kan het zien als je de grafiek plot, 1/x2 is een dalende functie (als we even alleen naar positieve x kijken), van een dalende functie is de afgeleide negatief. Ik weet niet of je dat bedoelt?quote:Op woensdag 13 april 2011 11:41 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Precies. f(x) = 1 / x2 wordt f'(x) = - (2 / x3)
Teken eens de grafiek van 1/x2.quote:Op woensdag 13 april 2011 11:41 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Precies. f(x) = 1 / x2 wordt f'(x) = - (2 / x3)
De afgeleide van 1 / x2 of in het algemeen? Ik heb trouwens een grafiek uitgetekend en zie dat de rico steeds kleiner wordt. Dit klopt ook wanneer het vergeleken wordt met - (1/x3).quote:Op woensdag 13 april 2011 11:44 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Teken eens de grafiek van 1/x2.
Vertel eens wat er met die grafiek gebeurt als je langs de x-as gaat: neemt de grafiek toe of af, hoe snel gaat die stijging/daling, etc.
Probeer aan de hand van dat verhaal het verloop van de afgeleide te vertellen.
Ik heb je eerdere posts bekeken:
Vertel liever eerst eens wat de afgeleide is?
De grafiek van 1/x2, vertel eerst eens wat daarmee gebeurt als je langs de x-as loopt.quote:Op woensdag 13 april 2011 11:55 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
De afgeleide van 1 / x2 of in het algemeen? Ik heb trouwens een grafiek uitgetekend en zie dat de rico steeds kleiner wordt. Dit klopt ook wanneer het vergeleken wordt met - (1/x3).
De lijn loopt in een vrij scherp hoek omlaag en komt na 7 op een punt dat niet meer te tekenen is. Dus de formule geeft steeds kleinere waarden: 1, 0.25, 0.037, 0.0625, 0.04, 0.028, 0.0204.quote:Op woensdag 13 april 2011 11:58 schreef Siddartha het volgende:
[..]
De grafiek van 1/x2, vertel eerst eens wat daarmee gebeurt als je langs de x-as loopt.
Daarna vertel je wat er met de afgeleide gebeurt als je langs de x-as loopt.
De grafiek van 1/x2 daalt als je langs de x-as naar rechts gaat, zoals je zelf ook zegt.quote:Op woensdag 13 april 2011 12:08 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
De lijn loopt in een vrij scherp hoek omlaag en komt na 7 op een punt dat niet meer te tekenen is. Dus de formule geeft steeds kleinere waarden: 1, 0.25, 0.037, 0.0625, 0.04, 0.028, 0.0204.
De afgeleide wordt ook steeds kleiner alleen dan wel in negatieve waarden: -1, -0.125, -0.037, -0.016, -0.008, -0.0046, -0.0029. Dat die waarden negatief zijn is logisch omdat de afname in een negatieve richting plaats vindt.
Als ik het goed begrijp is dus de afgeleide bij een afnemende waarde altijd negatief...?
Helpt het je als ik zeg dat (2-x)4=(2-x)*(2-x)3?quote:Op woensdag 13 april 2011 17:12 schreef Forzes het volgende:
Kan iemand de aangegeven stap in onderstaande som voor me verklaren?
Ik snap niet hoe je op de manier van uitschrijven van het gedeelte achter de pijl komt.
[ http://img94.imageshack.us/i/som25.png/ (copy/paste deze link) (copy/paste deze link) ]
Bij voorbaat dank, dat gaat me helpen met m'n tentamen morgen ;d
Sorry maar ik snap niet wat je bedoelt..quote:Op woensdag 13 april 2011 17:08 schreef GlowMouse het volgende:
De p schat je natuurlijk adhv de nieuwe steekproef.
Ja, dat hielp! Super, bedankt. Ik miste deze koppeling even!quote:Op woensdag 13 april 2011 17:20 schreef freiss het volgende:
[..]
Helpt het je als ik zeg dat (2-x)4=(2-x)*(2-x)3?
Ook bedankt voor het meedenken!quote:Op woensdag 13 april 2011 17:21 schreef GlowMouse het volgende:
ik wilde net (2-x)^3 * (2-x) - (2-x)^3 *4x noemen.
p = 0.45 komt van een oude steekproef. Als ik een nieuwe steekproef neem, vind ik een nieuwe p.quote:Op woensdag 13 april 2011 17:55 schreef GivanildoVieiraDeSouza het volgende:
[..]
Sorry maar ik snap niet wat je bedoelt..
Bepaal de afgeleide van f(x) = 1/x2 ook eens aan de hand van de definitie. Werk eerst het differentiequotiënt (f(x+h) - f(x))/h uit en neem dan de limiet voor h naar 0. Is meteen een goede algebra-oefening.quote:Op woensdag 13 april 2011 11:25 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Even nog een vraag hierover...Hoe komt het dat bij een deling met x (dus 1/x2) een negatieve functie voortvloeit? Ik begrijp dat 1 delen door iets altijd een afname betekent als x hoger dan 1 is in ieder geval, maar welke stap zorgt daar voor. Mijn boek geeft totaal geen uitleg over dit onderwerp...
Maar jij hebt nu over C denk ik dan? Die had ik onderhand al gedaan en ik kwam dan op inderdaad een P nemen van 0,5 en dan doe je (Z*/2M)^2 --> (1.960/2x0.03)^2 = 1068 moet de nieuwe steekproef zijn. Ik zat nog met A ik snap niet wat daar nu het goede antwoord moet zijn en hoe die gevonden dient te worden?quote:Op woensdag 13 april 2011 18:27 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
p = 0.45 komt van een oude steekproef. Als ik een nieuwe steekproef neem, vind ik een nieuwe p.
Daar gaat het mis. Bij die z hoort een kans (van overschreiding) van 0.0084. Dat geldt voor p+m. Bij p-m heb je z=-2,3921. Links daarvan zit ook een kans van 0.0084. Je krijgt dus 1-2*0.0084 = 98,32%.quote:z* = 2,3921
oftewel het Confidence level zit tussen 98% en 99% volgens tabel D
Oh ik moest dus tabel A gebruiken super bedankt! Ik keek in tabel Dquote:Op woensdag 13 april 2011 18:56 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Daar gaat het mis. Bij die z hoort een kans (van overschreiding) van 0.0084. Dat geldt voor p+m. Bij p-m heb je z=-2,3921. Links daarvan zit ook een kans van 0.0084. Je krijgt dus 1-2*0.0084 = 98,32%.
Dit is dus het algoritme van Euclides. Natuurlijk zie ik dat het werkt, maar ik zie nog niet waarom. Is het bewijs eigenlijk eenvoudig (dat het al in hoofdstuk 1 gevraagd wordt) of is dit vrij gecompliceerd?quote:Een slim idee
Er is een methode om de ggd van twee getallen te bepalen waarbij priemontbindingen
niet nodig zijn, en die vaak veel sneller werkt. Het basisidee is dat de ggd van twee
getallen ook een deler moet zijn van het verschil van die twee getallen. Zie je ook
waarom dit zo is?
Zo moet ggd(4352, 4342) ook een deler zijn van 4352 4342 = 10. Het getal 10 heeft
alleen maar de priemdelers 2 en 5. Het is duidelijk dat 5 geen deler is van de beide
getallen, maar 2 wel, en dus geldt ggd(4352, 4342) = 2. Wie slim is kan zich door dit
idee te gebruiken veel rekenwerk besparen!
Nee, dat bedoelt GlowMouse uiteraard niet, want b en c zijn niet hetzelfde als ab en ac.quote:Op woensdag 13 april 2011 19:29 schreef Warren het volgende:
Je bedoelt dat b en c de getallen voorstellen waarvan de GGD gevraagd wordt?
Als het dat is, dan is het verschil van a*b en a*c het verschil tussen b en c maal de GGD...
Ja dus als A + B = A x B waarbij A = 0.32 ofzo?quote:Op woensdag 13 april 2011 22:13 schreef GlowMouse het volgende:
P(A)P(B|A) = P(A en B)
P(B)P(A|B) = P(A en B)
die twee.
en vergeet vooral niet te vermelden dat 1/x2 te schrijven is als x-2 .quote:Op woensdag 13 april 2011 18:30 schreef Riparius het volgende:
[..]
Bepaal de afgeleide van f(x) = 1/x2 ook eens aan de hand van de definitie. Werk eerst het differentiequotiënt (f(x+h) - f(x))/h uit en neem dan de limiet voor h naar 0. Is meteen een goede algebra-oefening.
Welk boek gebruik je eigenlijk?
dat is iets te kort door de bocht vrees ik..quote:Op donderdag 14 april 2011 00:34 schreef GivanildoVieiraDeSouza het volgende:
[..]
Ja dus als A + B = A x B waarbij A = 0.32 ofzo?
Die notatie ken ik niet.quote:Op donderdag 14 april 2011 00:34 schreef GivanildoVieiraDeSouza het volgende:
[..]
Ja dus als A + B = A x B waarbij A = 0.32 ofzo?
P(A)P(A|B) = P(B)P(A|B) = P(A en B) dus dan zou ik zeggen 0.32^2 = 0,1024?quote:Op donderdag 14 april 2011 07:40 schreef Don_Vanelli het volgende:
[..]
dat is iets te kort door de bocht vrees ik..
Zoals gezegd weten we dat
P(A|B) = P(B|A)
Hoe kun je dit gebruiken in:
P(A)P(B|A) = P(A en B)
P(B)P(A|B) = P(A en B)
quote:Op donderdag 14 april 2011 13:44 schreef Pipo1234 het volgende:
Even een vraag tussendoor: Ik moet de functie f(x) = xWx - 3X differentieren. (W = Wortel)
Nu zit ik alleen met een probleem, want ik kan die eerste x niet plaatsen. De wortel en -3X krijg ik gedifferentieerd, waar die X kan ik nergens kwijt. Dit is wat ik nu heb: X.0,5X-0,5 - 3. Alleen wanneer ik dit controleer op mijn GR, dan klopt er geen snars van. Zonder de eerste X in de functie en afgeleide klopt het wel.
Verrek... Is dit de regel in dergelijk samestellingen? Want die had ik niet verwacht.quote:Op donderdag 14 april 2011 14:17 schreef Nelis89 het volgende:
[..]
[ afbeelding ]
Dan lukt het je vast
In dit geval wel, je kan overigens ook de productregel gebruiken voorquote:Op donderdag 14 april 2011 14:26 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Verrek... Is dit de regel in dergelijk samestellingen? Want die had ik niet verwacht.
Waar maak jij trouwens die formule mee?
0.32^2 = 0,1024 kan ik ook zo zeggen, dat is altijd waar. Maar je wilt P(B) weten. P(A)P(A|B) = P(B)P(B|A)quote:Op donderdag 14 april 2011 12:35 schreef GivanildoVieiraDeSouza het volgende:
[..]
P(A)P(A|B) = P(B)P(B|A) = P(A en B) dus dan zou ik zeggen 0.32^2 = 0,1024?
Bedankt voor die handige link. Dat is wel erg handig aangezien ik Texmaker onder Ubuntu gebruik.quote:Op donderdag 14 april 2011 14:41 schreef Nelis89 het volgende:
[..]
... dan hier (http://betahw.mine.nu/index.php) invullen om vervolgens de formule op fok te kunnen plaatsen.
Deze valt ook met wat nadenken op te lossen ( je hebt een kwadraat, je moet op -1 uitkomen..), maar hier een methode:quote:Op vrijdag 15 april 2011 13:26 schreef Pipo1234 het volgende:
Kan iemand mij vertellen hoe ik de volgende vergelijking het makkelijkste oplos? Ik weet niet goed hoe ik machten moet aanpakken namelijk.
[ afbeelding ]
Bedankt. Ik was intussen op hetzelfde onderwerp uitgekomen. Wanneer leer je dit soort algebraïsche dingen normaal eigenlijk op de middelbare school? Ik ken dit allemaal niet namelijk (en doe dus aan zelfstudie).quote:Op vrijdag 15 april 2011 13:47 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Deze valt ook met wat nadenken op te lossen ( je hebt een kwadraat, je moet op -1 uitkomen..), maar hier een methode:
Haal -1 naar links zodat je
x2 -2x + 1=0
krijgt. Kijk dan of je kunt ontbinden in factoren. Probeer dit altijd als eerste, want dit heb je gewoon nodig.
In dit geval zie je dus dat je de functie zo kunt ontbinden:
(x-1)(x-1)=0
Dus kan je ook de oplossing gemakkelijk aflezen: x=1
Dit leer je al vrij snel, ontbinden in factoren is de basis voor het oplossen van kwadratische functies.quote:Op vrijdag 15 april 2011 13:49 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Bedankt. Ik was intussen op hetzelfde onderwerp uitgekomen. Wanneer leer je dit soort algebraïsche dingen normaal eigenlijk op de middelbare school? Ik ken dit allemaal niet namelijk (en doe dus aan zelfstudie).
Heb zeker niet goed opgelet in de MAVO.quote:Op vrijdag 15 april 2011 13:54 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Dit leer je al vrij snel, ontbinden in factoren is de basis voor het oplossen van kwadratische functies.
Waarvoor doe je trouwens zelfstudie als ik vragen mag?quote:Op vrijdag 15 april 2011 13:56 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Heb zeker niet goed opgelet in de MAVO.
Voor een BÈTA-studiequote:Op vrijdag 15 april 2011 14:00 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Waarvoor doe je trouwens zelfstudie als ik vragen mag?
Ja hoor. Gaat hartstikke goed. Vind het ook een leuk onderwerp, dus dat scheelt.quote:Op vrijdag 15 april 2011 14:07 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Succes!
Lukt het nu trouwens beter met de afgeleide? Snap je nu wat de afgeleide is?
Da's een snel antwoord, dank je welquote:Op zaterdag 16 april 2011 21:55 schreef GlowMouse het volgende:
Dat is kansrekening, en je redenering met de kansmaat klopt. Beide kansen zijn 0. Ook bij aftelbare verzamelingen.
Die aanpak werkt nog steeds, behalve dat je dan nog de N eruit moet sommeren (P(Y=k) = E(P(Y=k | N))quote:Op zondag 17 april 2011 17:02 schreef thenxero het volgende:
edit: Volgens mij heb je er geen rekening mee gehouden dat N ook nog een stochastische variabele is...? Anders doe je inderdaad de karakteristieke functie van de geometrische verdeling tot de n-de macht en dan verkrijg je de karakteristieke functie voor de negatieve binomiale verdeling.
Wat moet het nu uiteindelijk worden? En waarom? Want het lukt me zelfs niet om te vinden met mijn boek erbij.quote:Op donderdag 14 april 2011 14:44 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
0.32^2 = 0,1024 kan ik ook zo zeggen, dat is altijd waar. Maar je wilt P(B) weten. P(A)P(A|B) = P(B)P(B|A)
nu het gegeven gebruiken dat P(A|B) = P(B|A) (!= 0)
P(A)P(A|B) = P(B)P(A|B)
en nu weet je P(A)=0.32.
Je hebt gelijk, typfoutje.quote:Op zondag 17 april 2011 17:07 schreef GlowMouse het volgende:
Ah, N is een stochast. Dan had je beter P(N=k) kunnen schrijven.
Deze formule ken ik niet... Waar komt dat vandaan?quote:Die aanpak werkt nog steeds, behalve dat je dan nog de N eruit moet sommeren (P(Y=k) = E(P(Y=k | N))
Pak P(A)P(A|B) = P(B)P(A|B) en deel door P(A|B).quote:Op zondag 17 april 2011 17:16 schreef GivanildoVieiraDeSouza het volgende:
[..]
Wat moet het nu uiteindelijk worden? En waarom? Want het lukt me zelfs niet om te vinden met mijn boek erbij.
E is uiteraard expectation; http://en.wikipedia.org/wiki/Conditioning_%28probability%29quote:Op zondag 17 april 2011 17:17 schreef thenxero het volgende:
Deze formule ken ik niet... Waar komt dat vandaan?
edit: of staat E soms voor de som, en niet voor expected value?
Die formule vind ik niet terug op die wikipagina.quote:Op zondag 17 april 2011 17:20 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
E is uiteraard expectation; http://en.wikipedia.org/wiki/Conditioning_%28probability%29
Klopt, valt nog wel mee. Dan krijg ik gN(t) = [p/(1-p)] * [(1-(t-tp)n)/(1-t+tp)]. Maar dan moet ik nog t->a/(1-(1-a)eit) gaan invullen en dat wordt niet leuk. Volgens mathematica komt er zo te zien niet het goede antwoord uit...quote:Op zondag 17 april 2011 17:42 schreef GlowMouse het volgende:
Als je formules juist zijn, haal je een p/(1-p) voor de som en heb je een mooie meetkundige reeks. Dat is toch niet zo lelijk?
Om een willekeurig getal in R te genereren, moet je eerst een kansverdeling op R aangeven aan de hand waarvan je het willekeurige getal genereert.quote:Op zaterdag 16 april 2011 21:53 schreef Haushofer het volgende:
Nu ga je een willekeurig getal in R genereren.
In hoeverre is die kansverdeling van invloed op de eindconclusie?quote:Op zondag 17 april 2011 22:32 schreef thabit het volgende:
[..]
Om een willekeurig getal in R te genereren, moet je eerst een kansverdeling op R aangeven aan de hand waarvan je het willekeurige getal genereert.
De invloed is er als niet elke waarde in R aangenomen kan worden.quote:Op zondag 17 april 2011 22:56 schreef Haushofer het volgende:
[..]
In hoeverre is die kansverdeling van invloed op de eindconclusie?
Wel, er zijn kansverdelingen waarbij sommige elementen een positieve kans hebben.quote:Op zondag 17 april 2011 23:03 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
De invloed is er als niet elke waarde in R aangenomen kan worden.
Kun je een voorbeeld geven?quote:Op zondag 17 april 2011 23:14 schreef thabit het volgende:
[..]
Wel, er zijn kansverdelingen waarbij sommige elementen een positieve kans hebben.
Verrek. Hij is eenvoudiger dan ik had verwacht. Bedankt!quote:Op maandag 18 april 2011 10:52 schreef Haushofer het volgende:
[ afbeelding ]
Ik weet niet wat jij doet, maar ik zou je rekenregels omtrent breuken nog maar es goed doornemen![]()
P(A)P(A|B) = 0.32 x 0.32quote:Op zondag 17 april 2011 17:17 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Pak P(A)P(A|B) = P(B)P(A|B) en deel door P(A|B).
In de vraag was niet gegeven dat P(A|B) = 0.32.quote:Op maandag 18 april 2011 12:49 schreef GivanildoVieiraDeSouza het volgende:
[..]
P(A)P(A|B) = 0.32 x 0.32
P(A|B) = 0.32
Dus (0.32 x 0.32) / 0.32 = 0.32?
Ik weet het niet danquote:Op maandag 18 april 2011 14:00 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
In de vraag was niet gegeven dat P(A|B) = 0.32.
Het is echt heel simpel:quote:
Je wilt een kwadratische vergelijking oplossen?quote:Op dinsdag 19 april 2011 09:49 schreef pahlogi het volgende:
Som 1: 2(x2-3x-24)=16
1e stap: 2(x2-3x-10)=2
2e stap: x2-3x-10
A: 1
B: -3
C: -10
(3)2-(4x1x-10) = D= -360
Ik kom er dus niet uit, zoals je ziet
Inderdaad Haus, kijk nog maar eens goed ...quote:Op dinsdag 19 april 2011 09:55 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Zou zelf wel ff narekenen op rekenfouten
B = 60 en 4.9 dus W = mu(60)- 0,1 x sigma(4,9) dus = 59,51quote:Op dinsdag 19 april 2011 23:40 schreef GlowMouse het volgende:
b) van X weet je dat mu=2,4 en sigma=0.98. Dan weet je dat ook van 25X, en dan kan je W berekenen.
c) 45 = mu - 0,1 sigma, en (100-sigma)/mu = invNorm(0.9). En dan oplossen.
Als je doet wat GlowMouse zegt vervalt de exponent en krijg je gewoon 2x = 1-x, -x naar links halen krijg je 3x = 1 -> x = 1/3quote:Op woensdag 20 april 2011 11:07 schreef Pipo1234 het volgende:
Wie kan mij vertellen hoe ik deze vergelijking kan oplossen? Ontbinden in factoren lijkt mij namelijk niet te werken of ik maak een denkfout. Ik heb het antwoord overigens wel gevonden via mijn GRM, maar ik wil graag weten hoe het zou moeten.
[ afbeelding ]
Deze vergelijkingen zijn dusdanig eenvoudig dat je meer tijd kwijt bent met het invoeren ervan en het overnemen van de uitwerkingen dan ze rechtstreeks met pen en papier te herleiden. Bovendien leer je er dan ook nog iets van, en dat zal toch wel de bedoeling zijn van die taak.quote:Op woensdag 20 april 2011 18:01 schreef Refurb het volgende:
Ik heb een vakantietaak (ja dat bestaat nog) voor wiskunde
Ik heb vergelijkingen op te lossen naar y.
Bv. 2x+3y =2
3y=-2x+2
y=-2/3x +2/3
Weet iemand een online calculator voor dit?
Ik had een handige site wat dit betreft, maar die ben ik kwijt.
http://www.wolframalpha.com/quote:Op woensdag 20 april 2011 18:01 schreef Refurb het volgende:
Ik heb een vakantietaak (ja dat bestaat nog) voor wiskunde
Ik heb vergelijkingen op te lossen naar y.
Bv. 2x+3y =2
3y=-2x=2
y=-2/3x +2/3
Weet iemand een online calculator voor dit?
Ik had een handige site wat dit betreft, maar die ben ik kwijt.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.[img]http://i.minus.com/ibnbBZVlYCvsZI.gif[/img]
Is hoek BAC niet toevallig 90 graden?quote:Op donderdag 21 april 2011 18:17 schreef verwarmingsbank het volgende:
[ afbeelding ]
Bereken BC
Hoe kom ik hier uit?
Dingen die ik mag gebruiken zijn:
1. De stelling van Pythagoras
2. Gelijkvormige driehoeken (snavel- en zandloperfiguren)
3. Goniometrische verhoudingen in rechthoekige driehoeken
4. De 'zijde x hoogte' methode
5. De sinusregel
De uitkomst ligt rond de 60 centimeter.
Nee, want dan zou BC langer zijn dan AB terwijl de vragensteller beweert dat BC ca. 60 cm zou moeten zijn.quote:Op donderdag 21 april 2011 19:00 schreef thenxero het volgende:
[..]
Is hoek BAC niet toevallig 90 graden?
Probeer eerst eens de kans te bepalen dat de muis van de tafel afloopt voor een gegeven afstand d van het vertrekpunt van de muis totaan het midelpunt van de tafel. Als de muis precies in het middelpunt van de tafel begint is die kans 0, want dan bereikt hij altijd juist de rand, ongeacht de richting. Als de muis daarentegen start vanaf een punt op de rand, dan is de kans om te eindigen op een punt buiten de tafel 2/3 aangezien alle richtingen even waarschijnlijk zijn en aangezien je dan een hoek hebt van 120 graden tussen de twee radii vanaf het punt op de rand van de tafel naar de snijpunten van de twee cirkels (de tafel met radius 1 meter en de actieradius van 1 meter van de muis vanaf het vertrekpunt op de rand van de tafel).quote:Op vrijdag 22 april 2011 10:15 schreef -J-D- het volgende:
[ afbeelding ]
Ik vind dit een boeiende vraag, alleen heb ik geen idee hoe ik moet beginnen.
Kan iemand me op weg helpen? Dan kan ik dan zien of ik genoeg intellect heb om het verder op te kunnen lossen
Bedankt voor je reactie, maar het is nog steeds niet goed. In het achterhoofd houden dat het antwoord: -4 of 7 moet zijn, komt deze berekening niet uit.quote:Op dinsdag 19 april 2011 09:55 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Je wilt een kwadratische vergelijking oplossen?
[ afbeelding ]
Ik zou eerst gezamelijke factoren wegdelen; hier is dat 2, dan krijg je
[ afbeelding ]
Dan haal je de 8 naar de andere kant, en krijg je
[ afbeelding ]
Nu kun je de ABC formule er op loslaten, met A=1, B=-3, C=-16 (mintekens niet vergeten!):
[ afbeelding ]
Zou zelf wel ff narekenen op rekenfouten
Je had natuurlijk ook gelijk de ABC formule op
[ afbeelding ]
kunnen loslaten (haken uitwerken, en de 16 naar links halen). Het eindantwoord is dan hetzelfde, zoals je zelf kunt checken.
bedoel je met 2(x2-3x-24) soms 2^(x2-3x-24)?quote:Op vrijdag 22 april 2011 11:27 schreef Self-Catering het volgende:
[..]
Bedankt voor je reactie, maar het is nog steeds niet goed. In het achterhoofd houden dat het antwoord: -4 of 7 moet zijn, komt deze berekening niet uit.
Ik had het volgende nog geprobeerd:
2(x2-3x-24)=16
2(x2-3x-10)=2^4
x2-3x-10=^4
En dan ABC....?
2^(x2-3x-24)=16quote:Op vrijdag 22 april 2011 11:33 schreef thenxero het volgende:
[..]
bedoel je met 2(x2-3x-24) soms 2^(x2-3x-24)?
Ok, je had de functie al herleid totquote:
Hey nog bedankt, ik heb hem vandaag gehaald bij de biebquote:Op zaterdag 19 maart 2011 21:32 schreef thabit het volgende:
[..]
Er zijn legio boeken over getaltheorie geschreven, op alle mogelijke niveaus. Misschien is "Getaltheorie voor beginners" van Frits Beukers iets voor je?
Waar komt die eerste -120x vandaan? Ik zie namelijk alleen 900 (30^2) en 4x^2 (2x^2)quote:Op dinsdag 26 april 2011 16:15 schreef Sjappel het volgende:
Ohh wacht te snel gerekend hij is wel goed.
(30-2x)^2 = 900 - 120x +4x^2
(x)(-4(30-2x) = -120x + 8x^2
(30-2x)^2 = (30 - 2x) * (30 - 2x)quote:Op dinsdag 26 april 2011 16:20 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Waar komt die eerste -120x vandaan? Ik zie namelijk alleen 900 (30^2) en 4x^2 (2x^2)
Het klopt toch echt. Het product van x, -4 en 30 in je tweede term is -120x. Overigens zou ik het niet zo opschrijven, je kunt beter niet de volgorde van de twee functies in je product omwisselen als je de afgeleide bepaalt, daarmee maak je het voor jezelf onnodig onoverzichtelijk. Verder is je gebruik van haakjes niet standaard, en dat komt de overzichtelijkheid ook niet ten goede.quote:Op dinsdag 26 april 2011 16:09 schreef Pipo1234 het volgende:
Ik zit met een differentiatie waar ik niet uitkom. Het gaat om een combinatie van de kettingregel met de productregel:
[ afbeelding ]
En daar krijg ik (i.c.m. de kettingregel) de volgende afgeleide uit:
[ afbeelding ]
Nu is de afgeleide verder in orde, maar zodra ik het ga vereenvoudigen raak ik ergens -120X kwijt. Ik snap niet waar het zit, want ik heb echt alles geprobeerd... Het moet volgens mij antwoordenboek het volgende worden (en dit lijkt ook te kloppen):
[ afbeelding ]
Ik besef nu (met dank aan voorgaande persoon) dat ik helemaal niet 30 keer -4 heb gedaan, maar alleen 30 keer 30 en 4 keer 4. Ik had dit kunnen weten.quote:Op dinsdag 26 april 2011 16:23 schreef Riparius het volgende:
[..]
Het klopt toch echt. Het product van x, -4 en 30 in je tweede term is -120x. Overigens zou ik het niet zo opschrijven, je kunt beter niet de volgorde van de twee functies in je product omwisselen als je de afgeleide bepaalt, daarmee maak je het voor jezelf onnodig onoverzichtelijk. Verder is je gebruik van haakjes niet standaard, en dat komt de overzichtelijkheid ook niet ten goede.
Haakjes dienen om volgordes van bewerkingen expliciet te maken resp. (zoals hier) om aan te geven dat twee of meer termen bij elkaar horen. Maar dan moet je dus niet (1) of (x) schrijven, daarbij is er namelijk maar één term tussen de haakjes en zijn de haakjes dus overbodig. Eventueel gebruik je een middenpunt (of bij gebrek daaraan een asterisk) om aan te geven dat er sprake is van een product, dus bijvoorbeeld x*-4*(30 - 2x).quote:Op dinsdag 26 april 2011 16:37 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Ik besef nu (met dank aan voorgaande persoon) dat ik helemaal niet 30 keer -4 heb gedaan, maar alleen 30 keer 30 en 4 keer 4. Ik had dit kunnen weten.
Wat is er trouwens niet standaard aan de haakjes? Ik doe aan zelfstudie en sta open voor elke vorm van kritiek, aangezien ik dat amper krijg.
Oké op die manier. Bedankt voor het advies, ik zal het proberen te onthouden.quote:Op dinsdag 26 april 2011 16:48 schreef Riparius het volgende:
[..]
Haakjes dienen om volgordes van bewerkingen expliciet te maken resp. (zoals hier) om aan te geven dat twee of meer termen bij elkaar horen. Maar dan moet je dus niet (1) of (x) schrijven, daarbij is er namelijk maar één term tussen de haakjes en zijn de haakjes dus overbodig. Eventueel gebruik je een middenpunt (of bij gebrek daaraan een asterisk) om aan te geven dat er sprake is van een product, dus bijvoorbeeld x*-4*(30 - 2x).
Of nog netter is: -4x(30-2x). Als je eerst getallen schrijft en dan letters mag je het vermenigvuldigingsteken weglaten, maar dat wist je zo te zien alquote:Op dinsdag 26 april 2011 17:55 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Oké op die manier. Bedankt voor het advies, ik zal het proberen te onthouden.
Wat bedoel je met x^3 x 2x +2 en met (x+2)(x^2 2x +1)?quote:Op woensdag 27 april 2011 13:56 schreef Warren het volgende:
Stel ik wil x^3 x 2x + 2 opschrijven in factoren. Welke stappen zou ik dan kunnen nemen (het antwoord zou (x + 2)(x^2 2x + 1) moeten zijn.
Ik kan natuurlijk in dit in gedeelten oplossen:
x^3 x 2x + 2 = x(x^2-1) - 2(x-1) = x(x+1)(x-1) - 2(x-1)
Maar dan? Is het een kwestie van proberen?
Excuses.quote:Op woensdag 27 april 2011 14:14 schreef M.rak het volgende:
[..]
Wat bedoel je met x^3 x 2x +2 en met (x+2)(x^2 2x +1)?
Begin eens met dit te schrijven als:quote:Op woensdag 27 april 2011 14:17 schreef Warren het volgende:
[..]
Excuses. [ afbeelding ] moet worden geschreven in factoren. Het antwoord zou moeten zijn [ afbeelding ]
Je hebt net het concept van de afgeleide geleerd, dit is waar de afgeleide van pas komt. De afgeleide geeft immers de helling van de functie aan, als de helling nul is, is er dus een minimum of een maximum (strikt genomen kan er ook een buigpunt zijn, maar daar zal ik niet verder over uitweiden). Wat je dus moet doen is de afgeleide gelijk stellen aan nul, dat geeft je de x-coördinaat van het maximum/minimum, en daarmee kan je ook de y-coördinaat vinden (invullen in de oorspronkelijke formule).quote:Op donderdag 28 april 2011 18:49 schreef Pipo1234 het volgende:
Ik moet van verschillende functies de extremen bepalen en het is de bedoeling dat ik dit uitreken. Echter weet ik niet of ik het nou echt moet uitrekenen, of dat het ook algebraïsch mag?
Stel dat ik een formule heb zoals: x^4 - 9x^2 hoe kan ik dan het beste de minimum/maximum vinden? Ik weet hoe het moet met de GRM, maar ik moet het dus ook kunnen berekenen?
Ik weet dat de plek waar de afgeleide 0 is, zich een extreme bevindt, echter vraag ik mij af of ik het terug moet rekenen of dat ik het via één of andere magische methode op de waarde moet komen (behalve door de vergelijking algebraïsch uit elkaar te trekken met de uitkomst nul).quote:Op donderdag 28 april 2011 19:13 schreef M.rak het volgende:
[..]
Je hebt net het concept van de afgeleide geleerd, dit is waar de afgeleide van pas komt. De afgeleide geeft immers de helling van de functie aan, als de helling nul is, is er dus een minimum of een maximum (strikt genomen kan er ook een buigpunt zijn, maar daar zal ik niet verder over uitweiden). Wat je dus moet doen is de afgeleide gelijk stellen aan nul, dat geeft je de x-coördinaat van het maximum/minimum, en daarmee kan je ook de y-coördinaat vinden (invullen in de oorspronkelijke formule).
Daar heb je inderdaad een goed punt... De methode werkte, maar ik wist even niet of het correct is.quote:Op donderdag 28 april 2011 20:15 schreef GlowMouse het volgende:
[ afbeelding ]
dat klopt niet, f'(x) is geen 4x³. Daarnaast deel je ergens door x, wat als x=0?
een gevalletje abuse of notation dat slecht uitpakt dus....quote:Op donderdag 28 april 2011 20:15 schreef GlowMouse het volgende:
[ afbeelding ]
dat klopt niet, f'(x) is geen 4x³. Daarnaast deel je ergens door x, wat als x=0?
Ik heb het 1x uitgelegd gekregen met een cirkel erbij, en voor de rest is het alleen maar stampen jaquote:Op zaterdag 30 april 2011 23:39 schreef JohnSpek het volgende:
Hoor je al die regels te snappen? Of is het een kwestie van de regels stampen en toepassen?
Wiskunde gaat over begrijpen, niet over stampen. Als je dat laatste doet of zelfs maar denkt dat je dat moet doen dan ben je verkeerd bezig. Dit neemt natuurlijk niet weg dat je een zekere routine moet verwerven en dat je een bepaalde parate kennis moet hebben. De additietheorema's uit de goniometrie horen daar zeker bij. Als je de formules voor cos(α+β) en sin(α+β) uit het hoofd kent dan kun je trouwens heel veel andere goniometrische identiteiten daar gemakkelijk uit afleiden, zodat het lonend is in ieder geval deze identiteiten te kennen. Overigens, als je iets van complexe getallen weet dan is het niet eens nodig de formules voor cos(α+β) en sin(α+β) uit het hoofd te kennen omdat je ze dan gemakkelijk af kunt leiden. Aangezien bij vermenigvuldiging van twee complexe getallen het argument van het product gelijk is aan de som van de argumenten van de factoren geldt:quote:Op zaterdag 30 april 2011 23:39 schreef JohnSpek het volgende:
Geen huiswerk vraag maar gezien de bovenstaande post:
Snappen de meeste VWO wiskunde B/D'ers waarom bijvoorbeeld sin(A+B) gelijk staat aan SinACosB + CosASinB? Ik heb, dankzij falend onderwijs, nooit iets over sin/cos/tan gehad en zie vaak mensen met dit soort regels komen. Hoor je al die regels te snappen? Of is het een kwestie van de regels stampen en toepassen?
(Wil wellicht zelf Wiskunde B/D doen dus vraag dit uit interesse)
x = 32 ^ (3/5)quote:Op zondag 1 mei 2011 21:30 schreef Self-Catering het volgende:
[ afbeelding ]
X = 5. Prima begrijp ik.
[ afbeelding ]
(het is X^-2, maar krijg dat niet voor elkaar)
Hoe bereken ik dit?
[ afbeelding ]
Zelfde voor deze...
16=2^4, hieruit volgt x^2-3x-24=4, dat wordt x^2-3x-28=0, ontbinden in factoren geeft (x+4)(x-7)=0, dat geeft als oplossingen x=-4 en x=7.quote:Op zondag 1 mei 2011 22:18 schreef Self-Catering het volgende:
Ik heb ook nog steeds deze: [ afbeelding ]
Deze komt met tips van andere nog steeds met de ABC formule uit.
Ps. Alles tussen haakjes staat tot de macht to..
Ik vond wiskunde B zelf voor het grootste deel begrijpen, alleen bij de goniometrische formules kregen we zo'n overload (alle verdubbelingsformules, afgeleiden, somformules etc. moesten we kennen) dat het makkelijker was om uit je hoofd te leren dan om allemaal te beredeneren.quote:Op zaterdag 30 april 2011 23:39 schreef JohnSpek het volgende:
Geen huiswerk vraag maar gezien de bovenstaande post:
Snappen de meeste VWO wiskunde B/D'ers waarom bijvoorbeeld sin(A+B) gelijk staat aan SinACosB + CosASinB? Ik heb, dankzij falend onderwijs, nooit iets over sin/cos/tan gehad en zie vaak mensen met dit soort regels komen. Hoor je al die regels te snappen? Of is het een kwestie van de regels stampen en toepassen?
(Wil wellicht zelf Wiskunde B/D doen dus vraag dit uit interesse)
De discriminant is negatief in dit geval, dus er is geen oplossing. Maar het moet op één of andere manier toch op te lossen zijn? Hoe moet ik anders aan het antwoord komen?quote:Op maandag 2 mei 2011 19:43 schreef thenxero het volgende:
Wanneer heeft een kwadratische vergelijking geen oplossing?
Hint: discriminant
Schrijf de discriminant eens uit, let daarbij op de pquote:Op maandag 2 mei 2011 21:50 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
De discriminant is negatief in dit geval, dus er is geen oplossing. Maar het moet op één of andere manier toch op te lossen zijn? Hoe moet ik anders aan het antwoord komen?
quote:Op maandag 2 mei 2011 21:54 schreef M.rak het volgende:
[..]
Schrijf de discriminant eens uit, let daarbij op de p.
Ja dat zet me even aan het denken, aangezien ik de materie niet zo heel goed beheers.quote:
Je weet de formule voor de discriminant? Die moet je nu toepassen op de formule die je eerder hebt gegeven. Schrijf deze eens op, en probeer voor jezelf te bedenken wat dit betekent.quote:Op maandag 2 mei 2011 21:58 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Ja dat zet me even aan het denken, aangezien ik de materie niet zo heel goed beheers.
Het feit dat een kwadratische vergelijking geen oplossing heeft betekent niet dat jij het vraagstuk niet op kunt lossen, dat zijn twee heel verschillende dingen.quote:Op maandag 2 mei 2011 21:50 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
De discriminant is negatief in dit geval, dus er is geen oplossing. Maar het moet op één of andere manier toch op te lossen zijn? Hoe moet ik anders aan het antwoord komen?
Hier een bewijsje.quote:Geen huiswerk vraag maar gezien de bovenstaande post:
Snappen de meeste VWO wiskunde B/D'ers waarom bijvoorbeeld sin(A+B) gelijk staat aan SinACosB + CosASinB? Ik heb, dankzij falend onderwijs, nooit iets over sin/cos/tan gehad en zie vaak mensen met dit soort regels komen. Hoor je al die regels te snappen? Of is het een kwestie van de regels stampen en toepassen?
(Wil wellicht zelf Wiskunde B/D doen dus vraag dit uit interesse)
Die bewijzen met behulp van rechthoekige driehoeken vind ik niet fraai, omdat ze uitsluitend gelden voor scherpe hoeken α en β, terwijl er in de figuren bovendien vanuit wordt gegaan dat ook α+β een scherpe hoek is. De additietheorema's gelden echter voor willekeurige hoeken (rotaties), zowel positief als negatief. Er is een veel fraaier bewijs mogelijk met vectoren en de eenheidscirkel dat wél geldt voor willekeurige hoeken (rotaties), maar ik vind zo gauw geen webpagina waar dat goed wordt uitgelegd.quote:Op donderdag 5 mei 2011 01:10 schreef Bram_van_Loon het volgende:
[..]
Hier een bewijsje.
http://www.khanacademy.or(...)cos-b?p=Trigonometry
http://www.khanacademy.or(...)sin-b?p=Trigonometry
Dat lijkt maar zo. Als je, zoals op de middelbare school gebeurt, de goniometrische functies meetkundig definieert aan de hand van de eenheidscirkel, dan zou je eerst nog complexe getallen en de formules van De Moivre en Euler moeten behandelen (en afleiden) alvorens je daarmee dan de additietheorema's aantoont. Maar afgezien daarvan dat je dan didactisch een enorme omweg hebt gemaakt begeef je je dan in een cirkelredenering (no pun intended), want om te laten zien dat bij vermenigvuldiging van twee complexe getallen de argumenten optellen heb je dan ook al van de additietheorema's voor de cosinus en sinus gebruik gemaakt. Ik heb daar een hele tijd geleden op dit forum ook al eens op gewezen.quote:Op donderdag 5 mei 2011 09:17 schreef thenxero het volgende:
Ze zijn vrij makkelijk te bewijzen met de e-macht
Pas de productregel toe om xex te differentiëren naar x en haal dan bij het resultaat ex buiten haakjes.quote:Op donderdag 5 mei 2011 13:46 schreef Pipo1234 het volgende:
Kan iemand mij verklaren waarom de afgeleide van x keer e^x gelijk is aan (1+x) keer e^x?
x keer ex keer (1) = 1x keer ex... waarom moet die ex eruit gehaald worden?quote:Op donderdag 5 mei 2011 13:56 schreef Riparius het volgende:
[..]
Pas de productregel toe om xex te differentiëren naar x en haal dan bij het resultaat ex buiten haakjes.
Je kent de productregel? Deze toepassen op de functiequote:Op donderdag 5 mei 2011 14:37 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
x keer ex keer (1) = 1x keer ex... waarom moet die ex eruit gehaald worden?
quote:Even iets tussendoor: Hoe kan ik van de wortel van 4,5 naar 1,5 keer de wortel van 2 komen? Aangezien het antwoord daarmee komt en het feitelijk hetzelfde is.
Dat klopt, de wortel van een negatief getal bestaat niet (niet in de reële getallen in ieder geval).quote:Is het trouwens zo dat een negatieve wortel niet mag. Dus op de volgende wijze: -SRT(2) (en dus niet de wortel van een negatief getal).
wordt enkel gedaan om het eenvoudiger op te schrijven e^x + x*e^x = e^x * (1+x)quote:Op donderdag 5 mei 2011 14:37 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
x keer ex keer (1) = 1x keer ex... waarom moet die ex eruit gehaald worden?
quote:Even iets tussendoor: Hoe kan ik van de wortel van 4,5 naar 1,5 keer de wortel van 2 komen?
Wortel van een negatief getal bestaat niet (enkel complex), maar je kan wel min de wortel van een positief getal hebben.quote:Aangezien het antwoord daarmee komt en het feitelijk hetzelfde is. Is het trouwens zo dat een negatieve wortel niet mag. Dus op de volgende wijze: -SRT(2) (en dus niet de wortel van een negatief getal).
Bedankt! Daar kan ik denk ik wel wat meequote:Op woensdag 4 mei 2011 10:47 schreef thabit het volgende:
fn is ongeveer fn-1 * (1 + 1/b). In elk geval zit het tussen fn-1 * (1 + 1/b) en fn-1 * (1 + 1/b) + 1. Dus fn zal ongeveer a * (1 + 1/b)n-2 zijn. Dat is in elk geval een ondergrens. Voor een bovengrens moet je de recursie fn = 1 + fn-1 * (1 + 1/b) oplossen. Dat doe je door eerst een c te vinden zdd deze vergelijking tot fn - c = (1 + 1/b) * (fn-1 - c) herleidt.
De formule van Euler kan ook eenvoudig bewezen worden met calculus en wat basisalgebra, zie http://en.wikipedia.org/wiki/Euler%27s_formula#Using_calculus .quote:Op donderdag 5 mei 2011 13:03 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dat lijkt maar zo. Als je, zoals op de middelbare school gebeurt, de goniometrische functies meetkundig definieert aan de hand van de eenheidscirkel, dan zou je eerst nog complexe getallen en de formules van De Moivre en Euler moeten behandelen (en afleiden) alvorens je daarmee dan de additietheorema's aantoont. Maar afgezien daarvan dat je dan didactisch een enorme omweg hebt gemaakt begeef je je dan in een cirkelredenering (no pun intended), want om te laten zien dat bij vermenigvuldiging van twee complexe getallen de argumenten optellen heb je dan ook al van de additietheorema's voor de cosinus en sinus gebruik gemaakt. Ik heb daar een hele tijd geleden op dit forum ook al eens op gewezen.
Met die bewijzen voor de formule van Euler die in het Wikipedia artikel worden opgevoerd is ook van alles mis, lees de - inmiddels zeer omvangrijke - discussie er maar eens op na. Er is overigens een bewijs mogelijk zonder differentiaal- of integraalrekening uitgaande van een definitie van exp(z) als de limiet van (1 + z/n)n voor n naar oneindig, maar uitgerekend dat bewijs staat niet in het engelstalige Wikipedia artikel.quote:Op donderdag 5 mei 2011 18:07 schreef thenxero het volgende:
[..]
De formule van Euler kan ook eenvoudig bewezen worden met calculus en wat basisalgebra, zie http://en.wikipedia.org/wiki/Euler%27s_formula#Using_calculus .
Toch wel, want als je exp(z) definieert aan de hand van een machtreeks, dan moet je wel aantonen dat die reeks convergeert voor elke z uit C.quote:Het enige resultaat dat je daarvoor nodig hebt is dat d/dx e^ix = i e^ix.... Dit feit volgt direct uit de machtreeks van e^ix. We kunnen e^ix definiëren als die machtreeks, waardoor we ook geen kennis van Taylorreeksen nodig hebben.
Inderdaad. En dan blijft didactisch het bezwaar dat je wel een enorme omweg maakt om de additietheorema's te bewijzen. Feitelijk moet je dan ook cos(z) en sin(z) definiëren als (exp(iz)+exp(-iz))/2 resp. (exp(iz)-exp(-iz))/2i waarmee de formule van Euler tot een tautologie wordt. Niet geschikt voor een elementaire behandeling van de goniometrie op school.quote:Het enige wat je dus moet doen is e^ix definiëren als een machtreeks, toch? Op die manier zitten we niet in een cirkelredenering.
edit: ik bedenk me wel dat je nog uniforme convergentie moet aantonen om termgewijs te differentiëren, waardoor het toch wel iets gecompliceerder wordt. Niet echt stof voor de middelbare school.
Nee, dan heb je een slechte docent gehad. Dit volgt onmiddellijk met behulp van de kettingregel.quote:Aan de andere kant hebben ze bij mij op de middelbare school ook nooit aangetoond dat d/dx e^kx = k e^x voor reële k, dus ze zouden het ook gewoon als onbewezen stelling kunnen poneren.
Dat je er een k voor zet komt inderdaad door de kettingregel, maar dat de afgeleide van e^x gelijk is aan e^x is bij mij nooit bewezen. Volgens mij werd e^x geïntroduceerd als lim (1+x/n)^n, en daarvoor zou dan toevallig gelden dat d/dx e^x = e^xquote:Op donderdag 5 mei 2011 18:29 schreef Riparius het volgende:
Nee, dan heb je een slechte docent gehad. Dit volgt onmiddellijk met behulp van de kettingregel.
quote:Op donderdag 5 mei 2011 19:34 schreef thenxero het volgende:
[..]
Dat je er een k voor zet komt inderdaad door de kettingregel, maar dat de afgeleide van e^x gelijk is aan e^x is bij mij nooit bewezen. Volgens mij werd e^x geïntroduceerd als lim (1+x/n)^n, en daarvoor zou dan toevallig gelden dat d/dx e^x = e^x, maar dat is niet helemaal duidelijk.
De elementaire behandelingen hiervan verschillen nogal. Soms wordt eerst ln x geïntroduceerd via de nog ontbrekende primitieve van x-1 en dan is ex uiteraard de inverse functie. Via de kettingregel is dan ook duidelijk dat ex zichzelf als afgeleide heeft. Het is ook mogelijk te beginnen met de afgeleide van glog x via de definitie van de afgeleide, dat dan aanleiding geeft (via een substitutie h = kx) tot het beschouwen van de limiet voor k→0 van (1+k)1/k, en daarmee de introductie van het getal e. De afgeleide van glog x blijkt dan x-1∙glog e te zijn, waarmee de speciale status van de natuurlijke logaritme ook meteen duidelijk wordt, immers voor g = e reduceert dit tot x-1. Daarna is de behandeling van de afgeleide van de exponentiële functie ax niet moeilijk meer en komt de bijzondere status van ex ook niet uit de lucht vallen.quote:Op donderdag 5 mei 2011 19:34 schreef thenxero het volgende:
[..]
Dat je er een k voor zet komt inderdaad door de kettingregel, maar dat de afgeleide van e^x gelijk is aan e^x is bij mij nooit bewezen. Volgens mij werd e^x geïntroduceerd als lim (1+x/n)^n, en daarvoor zou dan toevallig gelden dat d/dx e^x = e^x, maar dat is niet helemaal duidelijk.
Je doet hier iets wat niet klopt. eh is niet gelijk aan lim h→0 (1+h) = 1.quote:
h is gedefineerd als 1/n dus klopt welquote:Op donderdag 5 mei 2011 20:53 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je doet hier iets wat niet klopt. eh is niet gelijk aan lim h→0 (1+h) = 1.
Om aannemelijk te maken dat limh→0 (eh - 1)/h = 1 zou je wel een substitutie eh - 1 = k en dus h = ln(1+k) kunnen gebruiken.
Nee, het klopt echt niet. eh is niet gelijk aan limh→0 (1+h) = 1, want dan zou eh gelijk zijn aan de constante 1 en dat is niet zo. Dit is slechte didactiek (en slechte wiskunde).quote:Op donderdag 5 mei 2011 21:07 schreef Nelis89 het volgende:
[..]
h is gedefineerd als 1/n dus klopt wel
limh→0 eh = limh→0 (1+h)quote:Op donderdag 5 mei 2011 21:12 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee, het klopt echt niet. eh is niet gelijk aan limh→0 (1+h) = 1, want dan zou eh gelijk zijn aan de constante 1 en dat is niet zo. Dit is slechte didactiek (en slechte wiskunde).
Dit is juist, maar het verandert niets aan mijn bezwaren. Wat je hierboven bij de bepaling van de afgeleide van ex doet is niet correct.quote:Op donderdag 5 mei 2011 21:22 schreef Nelis89 het volgende:
[..]
limh→0 eh = limh→0 (1+h)
h = 1/n
limn→∞ e1/n = limn→∞ (1+1/n) = 1
Jaja, zit 1 keer een klein foutje in. Voorlaatste regel moet starten met lim h→0quote:Op donderdag 5 mei 2011 21:28 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dit is juist, maar het verandert niets aan mijn bezwaren. Wat je hierboven bij de bepaling van de afgeleide van ex doet is niet correct.
Nee, er zit een principieel probleem in je afleiding. Je vervangt in feite eh door 1 + h en probeert dat te legitimeren door erop te wijzen dat:quote:Op donderdag 5 mei 2011 21:33 schreef Nelis89 het volgende:
[..]
Jaja, zit 1 keer een klein foutje in. Voorlaatste regel moet starten met lim h→0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 | % per row een oscillator: frequency, amplitude en een phase. De eerste twee zijn in mijn model stimulus node en de overige 4 recognition. De phases van de recognition zijn random tussen [0,2pi] gekozen. T=[14,4,0; 21,4,0; 10,1,rand(1)*2*pi; 15,1,rand(1)*2*pi; 20,1,rand(1)*2*pi; 25,1,rand(1)*2*pi]; % Couplings, dus hoe ze met elkaar verbonden zijn. In mijn model, alles is met coupling 1 gekoppeld op de verbindingen tussen de stimulus na (die is 0) NS = 2; NR = 4; K = []; for i = 1:NS+NR M = []; for j = 1:NS+NR if (i<=NS && j <=NS && i ~= j) M = [M, 0]; else M = [M, 1]; end end K=[K; M]; end % Kuramoto's equation % wat in het plaatje staat. t=[0:0.01:0.5]; % delta T dus 0.01. pM = zeros(NS+NR,length(t)); % de differenties van pM for k = 1:length(t) tt = t(k); if tt == 0 for n = [1:NS+NR] pM(n,1) = T(n,3); % op het eerste tijdstip is het gewoon waar we mee begonnen end else for n = [1:NS+NR] uit = 0; for i=[1:NS+NR] uit = uit+T(n,2)*T(i,2)*K(i,n)*sin(pM(i,k-1) - pM(n,k-1)); % kuramoto binnen de sum end pM(n,k) = ((uit+T(n,1))/(2*pi))+pM(n,k); % alles opgeteld en een /(2*pi) erbij (in me paper) end end end xM = repmat(T(:,2),[1,length(t)]).*cos(pM); % hoe ze frequentie volgens de paper berekenen % xM = repmat(T(:,2),[1,length(t)]).*sin(repmat((2*pi*T(:,1)),[1,length(t)])+pM); % zou werken voor een lijn tekenen plot(t,xM(1,:),t,xM(2,:),t,xM(3,:),t,xM(4,:),t,xM(5,:),t,xM(6,:)) |
Kettingregel toepassen.quote:Op donderdag 5 mei 2011 22:21 schreef Pipo1234 het volgende:
Dit is echt een raadsel voor me: Wat is de afgeleide van ln(x)2? Ik weet dat de afgeleide van ln(x) = 1/x, maar deze krijg ik niet in beeld.
Dan krijg ik: 2 ln(x)... nou zie ik net dat dit wel een deel van antwoord is, maar niet alles.quote:
Twee mogelijkheden:quote:Op donderdag 5 mei 2011 22:21 schreef Pipo1234 het volgende:
Dit is echt een raadsel voor me: Wat is de afgeleide van ln(x)2? Ik weet dat de afgeleide van ln(x) gelijk is aan 1/x, maar deze krijg ik niet in beeld.
Die van de kettingregel is mijn niet helemaal duidelijk, maar met de productregel ben ik aan het goede antwoord gekomen.quote:Op donderdag 5 mei 2011 22:26 schreef Riparius het volgende:
[..]
Twee mogelijkheden:
1. Schrijf ln(x)∙ln(x) en gebruik de productregel
2. Schrijf [ln(x)]2 en gebruik de kettingregel.
Begrijp je de kettingregel wel?quote:Op donderdag 5 mei 2011 22:29 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Die van de kettingregel is mij niet helemaal duidelijk, maar met de productregel ben ik aan het goede antwoord gekomen.
Bedankt!
Het begin is inderdaad goed, maar wat je nog vergeet is de afgeleide van ln(x) zelf. De definitie van de kettingregel is:quote:Op donderdag 5 mei 2011 22:25 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Dan krijg ik: 2 ln(x)... nou zie ik net dat dit wel een deel van antwoord is, maar niet alles.
Jahoor, alleen niet dusdanig dat ik deze zo kan differentiëren.quote:
Ik zie hem nu ook ja. Ik vergiste mij in de inhoud van u. Ik dacht namelijk dat u = x, maar in wezen is u natuurlijk ln(x). Beginnersfout zal ik maar zeggen.quote:
En als ik nu zeg dat in overeenstemming met de kettingregel de afgeleide van [ln(x)]n gelijk is aan:quote:Op donderdag 5 mei 2011 22:33 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Jahoor, alleen niet dusdanig dat ik deze zo kan differentiëren.
Dat zou uiteindelijk dus n*ln(x) / x worden, aangezien x negatief is en die n'en de afgeleide van de u vormen.quote:Op donderdag 5 mei 2011 22:38 schreef Riparius het volgende:
[..]
En als ik nu zeg dat in overeenstemming met de kettingregel de afgeleide van [ln(x)]n gelijk is aan:
n∙[ln(x)]n-1∙x-1
Begrijp je het dan wel?
Nee, je begrijpt het dus duidelijk niet. En nee, x is niet negatief (dan is ln(x) niet reëel).quote:Op donderdag 5 mei 2011 22:47 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Dat zou uiteindelijk dus n*ln(x) / x worden, aangezien x negatief is en die n'en de afgeleide van de u vormen.
Het idee van de kettingregel is dat je die gebruikt bij samengestelde functies, oftwel functies die op zichzelf weer een functie bevatten.quote:Op donderdag 5 mei 2011 22:47 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Dat zou uiteindelijk dus n*ln(x) / x worden, aangezien x negatief is en die n'en de afgeleide van de u vormen.
Sn = N x A + 0,5 x N x (N -1) x Vquote:Op vrijdag 6 mei 2011 14:23 schreef thabit het volgende:
Zijn er specifieke formules die je probeert toe te passen of doe je lukraak maar wat?
60 termenquote:Op vrijdag 6 mei 2011 14:41 schreef thabit het volgende:
Die linker klopt gewoon. En bij de rechter zou ik het aantal termen nog maar even natellen.
Die is omdat je niet bij 11 begint maar bij 10. Bij de linker begin je bij 1 met tellen, daarom komt het daar mooi rond uitquote:Op vrijdag 6 mei 2011 15:14 schreef Self-Catering het volgende:
70-10 = 60
En die ene term komt van de 70e term?
Je maakt het jezelf onnodig moeilijk. De som van een aantal opeenvolgende termen van een rekenkundige rij is gelijk aan het gemiddelde van de eerste en de laatste term vermenigvuldigd met het aantal termen.quote:Op vrijdag 6 mei 2011 14:31 schreef Self-Catering het volgende:
[..]
Sn = N x A + 0,5 x N x (N -1) x V
A = startwaarde
V = vaste verschil
N = aantal termen
Heb je dit vraagstuk nog op kunnen lossen? Ik kom op 1/3 + (√3)/2π, wat neerkomt op ca. 60,9%. Ik vind het alleen geen goed idee de uitwerking te geven, omdat ik zag dat het vraagstuk deel uitmaakt van een Pythagoras Olympiade waarvan de inzendtermijn nog loopt tot 30 juni 2011.quote:Op vrijdag 22 april 2011 10:15 schreef -J-D- het volgende:
[ afbeelding ]
Ik vind dit een boeiende vraag, alleen heb ik geen idee hoe ik moet beginnen.
Kan iemand me op weg helpen? Dan kan ik dan zien of ik genoeg intellect heb om het verder op te kunnen lossen
Ben er nog niet aan toegekomen. Het komt idd uit dat boekje.quote:Op zaterdag 7 mei 2011 13:51 schreef Riparius het volgende:
[..]
Heb je dit vraagstuk nog op kunnen lossen? Ik kom op 1/3 + (√3)/2π, wat neerkomt op ca. 60,9%. Ik vind het alleen geen goed idee de uitwerking te geven, omdat ik zag dat het vraagstuk deel uitmaakt van een Pythagoras Olympiade waarvan de inzendtermijn nog loopt tot 30 juni 2011.
Leuke vraag, ik kom op hetzelfde antwoord.quote:Op zaterdag 7 mei 2011 13:51 schreef Riparius het volgende:
[..]
Heb je dit vraagstuk nog op kunnen lossen? Ik kom op 1/3 + (√3)/2π, wat neerkomt op ca. 60,9%. Ik vind het alleen geen goed idee de uitwerking te geven, omdat ik zag dat het vraagstuk deel uitmaakt van een Pythagoras Olympiade waarvan de inzendtermijn nog loopt tot 30 juni 2011.
Fijn om te horen, dan vertrouw ik erop dat mijn uitwerking correct is (maar daar was ik toch al van overtuigd).quote:Op zaterdag 7 mei 2011 16:06 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Leuke vraag, ik kom op hetzelfde antwoord..
Tja, dat is inderdaad een nadeel van dit bewijs.quote:Die bewijzen met behulp van rechthoekige driehoeken vind ik niet fraai, omdat ze uitsluitend gelden voor scherpe hoeken α en β, terwijl er in de figuren bovendien vanuit wordt gegaan dat ook α+β een scherpe hoek is. De additietheorema's gelden echter voor willekeurige hoeken (rotaties), zowel positief als negatief. Er is een veel fraaier bewijs mogelijk met vectoren en de eenheidscirkel dat wél geldt voor willekeurige hoeken (rotaties), maar ik vind zo gauw geen webpagina waar dat goed wordt uitgelegd.
Hier staat een eenvoudig bewijs met vectoren, ik weet niet of dat ook het bewijs is wat Riparius bedoelde (het staat een stukje boven het tweede plaatje). Er is wel nog een ding wat ik niet zo snel zie, waarom is de cosinus van de hoek in dit bewijs gelijk aan cos(y-x)?quote:Op zaterdag 7 mei 2011 18:29 schreef Bram_van_Loon het volgende:
@Riparius
[..]
Tja, dat is inderdaad een nadeel van dit bewijs.
Je zou mij er plezier mee doen als je hier nog eens het bewijs zou plaatsen, of door een link te geven of door plaatjes in te scannen of met Paint of iets dergelijks zelf een bewijs te tekenen. Als je er eens tijd voor hebt natuurlijk.
Ik heb gekeken naar de random vector (X+Y,X-Y), welke jointly normally distributed is.quote:Op zondag 8 mei 2011 19:39 schreef GlowMouse het volgende:
http://en.wikipedia.org/w(...)ot_imply_independent
quote:Suppose two random variables X and Y are jointly normally distributed. That is the same as saying that the random vector (X, Y) has a multivariate normal distribution. It means that the joint probability distribution of X and Y is such that for any two constant (i.e., non-random) scalars a and b, the random variable aX + bY is normally distributed. In that case if X and Y are uncorrelated, i.e., their covariance cov(X, Y) is zero, then they are independent.
Ik vond sommige andere leuker, bijvoorbeeld:quote:Op vrijdag 22 april 2011 10:15 schreef -J-D- het volgende:
[ afbeelding ]
Ik vind dit een boeiende vraag, alleen heb ik geen idee hoe ik moet beginnen.
Kan iemand me op weg helpen? Dan kan ik dan zien of ik genoeg intellect heb om het verder op te kunnen lossen
Ik heb nu ook het vak datastructuren, wat veel over algoritmes gaat. Daar wordt altijd een algoritme besproken in termen van best-case, average-case en worst-case. In deze vraag wordt gevraagd om het snelste algoritme (want dat is het als het ware) voor een probleem. Ik neem even aan dat hier gevraagd wordt om het algoritme met de beste worst-case performance (oh wat klink ik geleerdquote:Ernst heeft acht emmers: vier van het merk hamé en vier van het merk delta. Hoewel Ernst de emmers niet met het blote oog uit elkaar kan houden, weet hij dat een emmer van hamé in (bovenop) een emmer van delta past, maar niet andersom. Bovendien passen twee emmers van dezelfde soort natuurlijk wel in elkaar.Hoe kan Ernst in zo weinig mogelijk zetten alle emmers identificeren? Een zet bestaat uit het op elkaar zetten van twee emmers (geen stapeltjes); het uit elkaar halen van twee emmers mag zo vaak als je wilt.
Doet me denken aan deze post van je, die ik laatst bij het aanmaken van een reeks tegenkwam.quote:Op zondag 8 mei 2011 22:57 schreef thabit het volgende:
In de wiskunde is de bedoeling uiteraard dat je het bewijst, minibeer.
In dit geval wel, ga maar na.quote:Op zondag 8 mei 2011 22:51 schreef GlowMouse het volgende:
Als A en B elk afzonderlijk normaal verdeeld zijn, dan is de vector (A, B) niet automatisch jointly normally distributed, zoals je citaat al aangeeft.
In het algemeen is het bij algoritmen behoorlijk lastig om aan te tonen dat ze zo snel mogelijk zijn in het slechtste geval. Maar bij dit soort Pythagoraspuzzeltjes mag je ervan uitgaan dat het wel op een vrij eenvoudige manier kan.quote:Op zondag 8 mei 2011 23:17 schreef minibeer het volgende:
Ik begrijp dat men er in het algemeen naar streeft algoritmes te bewijzen, maar dat is toch niet altijd mogelijk? Als het wel mogelijk is, is er een bepaalde manier voor die vaak wordt toegepast?
Of, wat concreter, ik heb een vermoeden voor het probleem dat ik net postte. Kan ik op een makkelijke manier uitvogelen of het inderdaad de snelste manier is?
(voor zover ik weet kan je alleen ontkrachten dat het algoritme het snelst mogelijke is door een sneller algoritme te geven en van beide de performance te berekenen)
Sorry als ik veel vage vragen stel, als ik dingen niet goed begrijp vraag ik er soms maar wat op los
Het maken van een mooi plaatje (niet met Paint maar met iets als Cabri) laat ik graag aan anderen over omdat het prepareren van deze post mij al voldoende tijd kost, maar ook zonder plaatje zal het hopelijk duidelijk zijn. Vreemd genoeg kan ik nergens op het web een goede uiteenzetting vinden van het bewijs dat mij voor ogen staat.quote:Op zaterdag 7 mei 2011 18:29 schreef Bram_van_Loon het volgende:
@Riparius
[..]
Je zou mij er plezier mee doen als je hier nog eens het bewijs zou plaatsen, of door een link te geven of door plaatjes in te scannen of met Paint of iets dergelijks zelf een bewijs te tekenen. Als je er eens tijd voor hebt natuurlijk.
Ik neem niet aan dat het de bedoeling is dat je in dat soort puzzels een bewijs geeft? Het is namelijk de enige vraag uit die links waarbij ik echt vastloop als ik een bewijs moet geven. Zie jij wel hoe het zou moeten dan?quote:Op zondag 8 mei 2011 23:21 schreef thabit het volgende:
[..]
In het algemeen is het bij algoritmen behoorlijk lastig om aan te tonen dat ze zo snel mogelijk zijn in het slechtste geval. Maar bij dit soort Pythagoraspuzzeltjes mag je ervan uitgaan dat het wel op een vrij eenvoudige manier kan.
Ja, bij dit soort puzzels is altijd de bedoeling om een bewijs te geven, tenzij uit de vraagstelling heel duidelijk is dat dat niet hoeft. Als je daadwerkelijk de snelste methode hebt gevonden, dan is het in dit geval zelfs heel makkelijk te bewijzen dat het niet sneller kan.quote:Op maandag 9 mei 2011 00:19 schreef minibeer het volgende:
[..]
Ik neem niet aan dat het de bedoeling is dat je in dat soort puzzels een bewijs geeft? Het is namelijk de enige vraag uit die links waarbij ik echt vastloop als ik een bewijs moet geven. Zie jij wel hoe het zou moeten dan?
Jammer, dan ben ik gewoon aan het falenquote:Op maandag 9 mei 2011 00:35 schreef thabit het volgende:
[..]
Ja, bij dit soort puzzels is altijd de bedoeling om een bewijs te geven, tenzij uit de vraagstelling heel duidelijk is dat dat niet hoeft. Als je daadwerkelijk de snelste methode hebt gevonden, dan is het in dit geval zelfs heel makkelijk te bewijzen dat het niet sneller kan.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |