abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_96180647


Ik zie het niet :'( (van regel 1 naar 2)

Aha.. sin(A+B)=sinAcosB+cosAsinB :')

[ Bericht 13% gewijzigd door Alxander op 30-04-2011 18:55:05 ]
pi_96191618
Geen huiswerk vraag maar gezien de bovenstaande post:
Snappen de meeste VWO wiskunde B/D'ers waarom bijvoorbeeld sin(A+B) gelijk staat aan SinACosB + CosASinB? Ik heb, dankzij falend onderwijs, nooit iets over sin/cos/tan gehad en zie vaak mensen met dit soort regels komen. Hoor je al die regels te snappen? Of is het een kwestie van de regels stampen en toepassen?

(Wil wellicht zelf Wiskunde B/D doen dus vraag dit uit interesse)
pi_96191833
quote:
0s.gif Op zaterdag 30 april 2011 23:39 schreef JohnSpek het volgende:
Hoor je al die regels te snappen? Of is het een kwestie van de regels stampen en toepassen?
Ik heb het 1x uitgelegd gekregen met een cirkel erbij, en voor de rest is het alleen maar stampen ja :P (of je GR propvol zetten met regels)
Zie ook


[ Bericht 25% gewijzigd door #ANONIEM op 30-04-2011 23:45:58 ]
pi_96194898
quote:
0s.gif Op zaterdag 30 april 2011 23:39 schreef JohnSpek het volgende:
Geen huiswerk vraag maar gezien de bovenstaande post:
Snappen de meeste VWO wiskunde B/D'ers waarom bijvoorbeeld sin(A+B) gelijk staat aan SinACosB + CosASinB? Ik heb, dankzij falend onderwijs, nooit iets over sin/cos/tan gehad en zie vaak mensen met dit soort regels komen. Hoor je al die regels te snappen? Of is het een kwestie van de regels stampen en toepassen?

(Wil wellicht zelf Wiskunde B/D doen dus vraag dit uit interesse)
Wiskunde gaat over begrijpen, niet over stampen. Als je dat laatste doet of zelfs maar denkt dat je dat moet doen dan ben je verkeerd bezig. Dit neemt natuurlijk niet weg dat je een zekere routine moet verwerven en dat je een bepaalde parate kennis moet hebben. De additietheorema's uit de goniometrie horen daar zeker bij. Als je de formules voor cos(α+β) en sin(α+β) uit het hoofd kent dan kun je trouwens heel veel andere goniometrische identiteiten daar gemakkelijk uit afleiden, zodat het lonend is in ieder geval deze identiteiten te kennen. Overigens, als je iets van complexe getallen weet dan is het niet eens nodig de formules voor cos(α+β) en sin(α+β) uit het hoofd te kennen omdat je ze dan gemakkelijk af kunt leiden. Aangezien bij vermenigvuldiging van twee complexe getallen het argument van het product gelijk is aan de som van de argumenten van de factoren geldt:

cos(α+β) + i∙sin(α+β) = (cos α + i∙sin α)(cos β + i∙sin β)

Uitwerken van de haakjes in het rechterlid en gelijkstellen van de reële en imaginaire delen in linker en rechterlid levert dan meteen de bekende identiteiten.
pi_96223262
mimetex.cgi?5%5Ex%3D3125

X = 5. Prima begrijp ik.

mimetex.cgi?X%5E2%3D1%2F225
(het is X^-2, maar krijg dat niet voor elkaar)

Hoe bereken ik dit?

mimetex.cgi?X%5E5%5E%2F%5E3%3D32
Zelfde voor deze...
Of niet?
pi_96224184
quote:
0s.gif Op zondag 1 mei 2011 21:30 schreef Self-Catering het volgende:
[ afbeelding ]

X = 5. Prima begrijp ik.

[ afbeelding ]
(het is X^-2, maar krijg dat niet voor elkaar)

Hoe bereken ik dit?

[ afbeelding ]
Zelfde voor deze...
x = 32 ^ (3/5)
[img]http://i.minus.com/ibnbBZVlYCvsZI.gif[/img]
pi_96224259
quote:
0s.gif Op zondag 1 mei 2011 21:44 schreef Nelis89 het volgende:

[..]

x = 32 ^ (3/5)
x = (1/225) ^ (-1/2)
[img]http://i.minus.com/ibnbBZVlYCvsZI.gif[/img]
pi_96226058
Ik heb ook nog steeds deze: mimetex.cgi?2%5E%28X%5E2-3x-24%29%3D16

Deze komt met tips van andere nog steeds met de ABC formule uit.

Ps. Alles tussen haakjes staat tot de macht to..
Of niet?
pi_96226757
quote:
0s.gif Op zondag 1 mei 2011 22:18 schreef Self-Catering het volgende:
Ik heb ook nog steeds deze: [ afbeelding ]

Deze komt met tips van andere nog steeds met de ABC formule uit.

Ps. Alles tussen haakjes staat tot de macht to..
16=2^4, hieruit volgt x^2-3x-24=4, dat wordt x^2-3x-28=0, ontbinden in factoren geeft (x+4)(x-7)=0, dat geeft als oplossingen x=-4 en x=7.
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
pi_96227468
quote:
0s.gif Op zaterdag 30 april 2011 23:39 schreef JohnSpek het volgende:
Geen huiswerk vraag maar gezien de bovenstaande post:
Snappen de meeste VWO wiskunde B/D'ers waarom bijvoorbeeld sin(A+B) gelijk staat aan SinACosB + CosASinB? Ik heb, dankzij falend onderwijs, nooit iets over sin/cos/tan gehad en zie vaak mensen met dit soort regels komen. Hoor je al die regels te snappen? Of is het een kwestie van de regels stampen en toepassen?

(Wil wellicht zelf Wiskunde B/D doen dus vraag dit uit interesse)
Ik vond wiskunde B zelf voor het grootste deel begrijpen, alleen bij de goniometrische formules kregen we zo'n overload (alle verdubbelingsformules, afgeleiden, somformules etc. moesten we kennen) dat het makkelijker was om uit je hoofd te leren dan om allemaal te beredeneren.
(bij een wiskunde toets moest je dat wel allemaal in één keer weten, bij ons waren de wiskundetoetsen altijd vrij lang ten opzichte van de tijd die je ervoor had).

Verder was eigenlijk bijna alles begrijpen ipv leren, alleen bij differentiëren en integreren moesten we wat dingen echt leren voor zover ik me kan herinneren.
Finally, someone let me out of my cage
pi_96230229
Heb zelf op de middelbare school niet echt bewijzen gehad van Goniometrische formules. Die formules van Mollweide/Simpson kwamen we overigens ook echt sporadisch tegen. Nu met mijn studie Econometrics kom ik ook weinig sinussen en cosinussen tegen, maar moest even mijn examentraining voorbereiden voor morgen..
pi_96263615
Ik zit nu met iets waar ik finaal in vastloop. :') Ik moet van de volgende functie de afgeleide bepalen:
mimetex.cgi?%24f_%7Bp%7D%28x%29%20%3D%20x%5E%7B3%7D%20%2B%20px%5E%7B2%7D%20%2B%206x%20-%202%20%24
Tot zover geen probleem, namelijk:
mimetex.cgi?%24f%20%27_%7Bp%7D%28x%29%20%3D%203x%5E%7B2%7D%20%2B%202px%20%2B%206%20%24
Echter dien ik dan te bepalen bij welke waarde van p de vergelijking f' = 0 geen oplossing heeft en dan snap ik het even niet meer. Het antwoord is het bereik van de negatieve wortel van 2 keer 3 tot zijn positieve tegenhanger.
Op dinsdag 24 mei 2011 07:11 schreef Absurditeit het volgende:
Het werkt ook niet echt erotiserend als je de rookworst en saucijzenbroodjes op 45 meter afstand al ruikt, terwijl je langs de plastic laarzen en kledij loopt.
pi_96263758
Wanneer heeft een kwadratische vergelijking geen oplossing?

Hint: discriminant
pi_96271255
quote:
0s.gif Op maandag 2 mei 2011 19:43 schreef thenxero het volgende:
Wanneer heeft een kwadratische vergelijking geen oplossing?

Hint: discriminant
De discriminant is negatief in dit geval, dus er is geen oplossing. Maar het moet op één of andere manier toch op te lossen zijn? Hoe moet ik anders aan het antwoord komen?
Op dinsdag 24 mei 2011 07:11 schreef Absurditeit het volgende:
Het werkt ook niet echt erotiserend als je de rookworst en saucijzenbroodjes op 45 meter afstand al ruikt, terwijl je langs de plastic laarzen en kledij loopt.
pi_96271540
quote:
0s.gif Op maandag 2 mei 2011 21:50 schreef Pipo1234 het volgende:

[..]

De discriminant is negatief in dit geval, dus er is geen oplossing. Maar het moet op één of andere manier toch op te lossen zijn? Hoe moet ik anders aan het antwoord komen?
Schrijf de discriminant eens uit, let daarbij op de p ;).
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
pi_96271678
quote:
0s.gif Op maandag 2 mei 2011 21:54 schreef M.rak het volgende:

[..]

Schrijf de discriminant eens uit, let daarbij op de p ;).
:{
Op dinsdag 24 mei 2011 07:11 schreef Absurditeit het volgende:
Het werkt ook niet echt erotiserend als je de rookworst en saucijzenbroodjes op 45 meter afstand al ruikt, terwijl je langs de plastic laarzen en kledij loopt.
pi_96271774
quote:
0s.gif Op maandag 2 mei 2011 21:56 schreef Pipo1234 het volgende:

[..]

:{
?
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
pi_96271811
quote:
0s.gif Op maandag 2 mei 2011 21:58 schreef M.rak het volgende:

[..]

?
Ja dat zet me even aan het denken, aangezien ik de materie niet zo heel goed beheers.
Op dinsdag 24 mei 2011 07:11 schreef Absurditeit het volgende:
Het werkt ook niet echt erotiserend als je de rookworst en saucijzenbroodjes op 45 meter afstand al ruikt, terwijl je langs de plastic laarzen en kledij loopt.
pi_96271910
quote:
0s.gif Op maandag 2 mei 2011 21:58 schreef Pipo1234 het volgende:

[..]

Ja dat zet me even aan het denken, aangezien ik de materie niet zo heel goed beheers.
Je weet de formule voor de discriminant? Die moet je nu toepassen op de formule die je eerder hebt gegeven. Schrijf deze eens op, en probeer voor jezelf te bedenken wat dit betekent.
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
pi_96278681
quote:
0s.gif Op maandag 2 mei 2011 21:50 schreef Pipo1234 het volgende:

[..]

De discriminant is negatief in dit geval, dus er is geen oplossing. Maar het moet op één of andere manier toch op te lossen zijn? Hoe moet ik anders aan het antwoord komen?
Het feit dat een kwadratische vergelijking geen oplossing heeft betekent niet dat jij het vraagstuk niet op kunt lossen, dat zijn twee heel verschillende dingen.

Een kwadratische veelterm in een variabele x heeft de algemene gedaante:

(1) ax2 + bx + c

Hierbij neem ik aan dat a,b en c reële grootheden zijn. Tevens mogen we a ongelijk aan nul veronderstellen, aangezien je anders geen kwadratische term zou hebben.

De discriminant D van deze kwadratische veelterm is:

(2) D = b2 - 4ac

De waarde van D is bepalend voor het aantal (reële) nulpunten van veelterm (1). Indien D negatief is, dan heeft (1) geen (reële) nulpunten.

De kwadratische veelterm die je nu hebt is:

(3) f'p(x) = 3x2 + 2px + 6

De vraag is nu voor welke waarde(n) van p f'p(x), en dus de kwadratische veelterm in (3), geen nulpunten heeft.

Uit een vergelijk van (3) met de algemene gedaante (1) van een kwadratische veelterm zie je dat hier geldt a = 3, b = 2p en c = 6. In overeenstemming met (2) is de discriminant van (3) dus:

(4) D = (2p)2 - 4*3*6 = 4p2 - 72

Het vraagstuk is nu herleid tot de vraag voor welke waarde(n) van p de uitdrukking 4p2 - 72 negatief is. Bedenk nu zelf eens hoe je deze laatste vraag oplost. Hint: bepaal eerst voor welke waarde(n) van p de uitdrukking 4p2 - 72 gelijk is aan nul.
pi_96325999
Ik moet voor datastructuren een algoritme schrijven waar we te maken hebben met een recursieve functie:
f is gedefinieerd van 2 tot een zeker natuurlijk getal m>2:
f(2) = a
fn = fn-1 + ceiling(fn-1 / b)
(Waarin ceiling een functie is die afrondt naar het dichtbijzijnde natuurlijke getal dat gelijk aan of groter dan het argument is wat een zin)

Ik vroeg me af of je zo'n recursieve functie kunt benaderen met een niet-recursieve functie, dat zou namelijk erg kunnen helpen (hoewel het me onwaarschijnlijk lijkt dat dat de oplossing is die de docent voor ogen heeft, als het al kan)
Finally, someone let me out of my cage
pi_96332821
fn is ongeveer fn-1 * (1 + 1/b). In elk geval zit het tussen fn-1 * (1 + 1/b) en fn-1 * (1 + 1/b) + 1. Dus fn zal ongeveer a * (1 + 1/b)n-2 zijn. Dat is in elk geval een ondergrens. Voor een bovengrens moet je de recursie fn = 1 + fn-1 * (1 + 1/b) oplossen. Dat doe je door eerst een c te vinden zdd deze vergelijking tot fn - c = (1 + 1/b) * (fn-1 - c) herleidt.

[ Bericht 25% gewijzigd door thabit op 04-05-2011 10:56:51 ]
pi_96339228
BETA-genieën; de volgende vraag. Echt superveel waardering als jullie hier zouden kunnen helpen.. ik heb geen flauw idee of ik dit goed doe..

[Blijkbaar staat fok.nl geen grote hoeveelheden spaties toe, bij de voorgestelde oplossingen moeten die spaties in de regels boven en onder 'SIGMA' er dus bij worden gedacht... Die regels waarin extra spaties moeten worden 'gedacht' zijn nu dikgedrukt]

Ik weet in principe wel hoe de som notatie werkt, en kan al zeg ik het zelf ook wel redelijk logisch nadenken, maar heb helaas nooit wiskunde B gehad, en loop nu toch echt goed vast. Ik zal eerst uitleggen waar ik een (sigma) som-formule voor wil hebben:

We hebben voor 5 mensen (i=5), over een periode van 10 jaar (t=10), waardes voor een bepaalde variabele genaamd A(i,t). Niet voor alle jaren is er voor iedere persoon een waarde van A bekend.

PART I
Nu wordt voor iedere persoon -individueel- de reeks A geïndexeerd. Laten we de nieuwe variabele IA(i,t) (IA = 'Index A') noemen. Per persoon wordt de gemiddelde waarde van A over de gehele periode gelijkgesteld aan 100. (Let op: aangezien dus niet voor alle personen over de gehele periode waardes van A bekend zijn, kun je de som van alle A-waardes van een bepaalde persoon niet simpelweg door 10 delen om het gemiddelde te krijgen. ~ik weet niet of delen door 'n' voldoet, of dat dat sigma-notatie-technisch incorrect is??)

PART II
Nadat de variabele IA(i,t) gecreëerd is, introduceren we de variabele B(t). B is gelijk aan een gewogen gemiddelde van de variabele IA in jaar t. De weights van IA(i,t) in B(t) hangen af van de waardes van weer een andere variabele: C(i,t). Als 'in jaar 5 de C-waarde voor persoon 1 gelijk is aan 8' (oftewel C(1,5)=8), en de som van alle C's in dat jaar gelijk is aan 80 (oftewel C(1,5)+C(2,5)+C(3,5)+...+C(10,5)=80), dan is het gewicht van IA(1,5) in B(5) 10% (=8/80).

Hopelijk is het probleem zo in ieder geval duidelijk (ik heb in ieder geval al veel vereenvoudigd...) De bedoeling is om uiteindelijk 1 som formule voor dit gehele verhaal te krijgen, maar het opsplitsen in twee problemen ligt hier uiteraard voor de hand en mag ook. (Uiteindelijk kunnen ze dan misschien nog worden samengevoegd, al wordt dan -ben ik bang- het een groot probleem dat sommige '"n's" betrekking hebben op i en andere op t)

OPLOSSING PART I
Mijn poging (geen flauw idee of dit correct is);

n
IA(i,t) = A(i,t) / { { SIGMA [ A(i,t) ] } / n } x 100
t=1

OPLOSSING PART II
Met betrekking tot PART II, klopt de formule zo??; (laat je vooral niet op het verkeerde been zetten door wat ik aan het doen ben, ik ben echt een leek..)

n n
B(t) = SIGMA [ IA(i,t) * { C(i,t) / SIGMA [ C(i,t) ] }
i=1 i=1

Klopt dat zo? Of zou ik bijvoorbeeld onder de tweede SIGMA niet 'i=1' maar gewoon 'i' moeten zetten (omdat het om een SIGMA binnen een SIGMA gaat)??

ALLES SAMENVOEGEN
Dan krijg je dit: probleem is nu alleen misschien dat sommige "n's" betrekking heb op i, en andere op t???

n n n
B(t) = SIGMA [ {{ A(i,t) / { { SIGMA [ A(i,t) ] } / n } x 100 }} * { C(i,t) / SIGMA [ C(i,t) ] }
i=1 t=1 i=1

Alvast heeeeeeeel erg veel dank en respect voor de slimmerik die dit weet op te lossen! _O_
pi_96350592
MrMiguel, probeer er in word (of latex) iets fatsoenlijks van te maken en gooi dan hier een printscreen neer. Dit leest echt heel erg matig. Als je een mooie printscreen neerplempt wil ik me er wel over buigen.
  woensdag 4 mei 2011 @ 20:54:55 #225
69211 koffiegast
langzinnig
pi_96359908
//herschreven:

Het enige wat mijn paper erbij heeft is dat de phases een functie van de tijd zijn en als uitkomst naast 'delta Theta' (dus d Theta_i / d t)) nog een breuk '1/2pi' staan.

Kan helaas het paper niet op internet vinden...

Mijn issues zijn:
Hoe teken ik een lijn met behulp van phase/frequency/amplitude als de phase varieert? Tenminste, ik hoop dat ik Kuramoto goed doe :| bij mij gaan de phases steeds hoger en hoger.
voor de eerste 4 stappen, 6 oscillators diens phases op de tijdstippen:
0 1.4144 5.3829 6.9669
0 2.5284 6.2316 8.2936
5.1191 8.2058 10.1751 13.1296
5.6913 8.8670 10.6988 14.3709
0.7979 2.6108 5.2027 8.9379
5.7389 10.4320 13.0786 15.7821

Tenminste, in begin zijn ze nog zeer chaotisch, maar uiteindelijk is er een stabiel patroon, maar het fluctueert enorm nog altijd, terwijl in de paper het naar één lijn toe gaat (frequency tegenover tijd).

// nog een update:
als ze met allemaal dezelfde frequencies beginnen en de phases zijn schommelend, krijg ik alleen een rechte lijn als ik delta tijd iets van 0.001 of kleiner neem. Zodra ik verschillende frequencies probeer echter, krijg ik mega hoeveelheid schommelingen...

[ Bericht 12% gewijzigd door koffiegast op 04-05-2011 22:58:01 ]
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')