Ik ben dertig jaar en alles begint nu op zijn plek te vallen. Dat is een raar gevoel. Zowel wat betreft studie als mezelf. Die verhalen lopen door elkaar heen, maar dat verteld zo lastig. Vandaar dat ik eerst maar eens begin met studie, dan wordt ook wel duidelijk waar ik allemaal heb uitgehangen en wat ik wil.
Van VWO via TU/e naar de VU en door naar de Fontys. Logisch.Mijn studietraject lijkt eigenaardig, maar dat valt eigenlijk wel mee. Na het VWO op m'n sloffen gehaald te hebben op het overbekende en briljante Augustinianum in Eindhoven, ben ik naar de TU/e gegaan. Werktuigbouwkunde Medische Technologie. Want de beta vakken, daar was ik keigoed in. Helaas bleek ik gewoon niet te passen bij de TU/e en de mensen. Voor mij waren de gebouwen en de mensen een geheel: grijs. Na anderhalf jaar bleek ook nog eens dat het gedeelte Medische Technologie een wassen neus was. Ik ben nog steeds bepaald niet te spreken over hoe daar mee om gegaan werd. Ik dacht toen nog dat Uni's en HBO's bedoeld waren als leerding, niet als commercieel uit te buiten iets.
Vervolgens ben ik op de VU in Amsterdam Bewegingswetenschappen gaan studeren. Heel grof gezegd op het kruispunt van geneeskunde, fysio en psychologie. En die psychologie vond ik het leukst. Hoe werkt dat neurologisch, bewegen? Gedachten? Geheugen? Planning? Kortom, het verwerken en reageren op je omgeving? Uiteindelijk heb ik acht jaar in Amsterdam gezeten. Pas aan het einde liep ik vast, het was het toch echt niet. De docente die de drijfveer was achter de “gevoelskant” van bewegen ging weg en alles werd meer gericht op zware rekenmodellen. Daar was ik goed in, maar dat vond ik niet leuk. Dat was immers ook waardoor de TU/e afketste. Dat klinkt heel elitair en studentikoos, maar alleen duurde dat even voordat ik me realiseerde waarom ik me klote voelde. Echt klote. Alles kon ik, elk vakje, behalve dan die eindscriptie. als bewijs dat ik alles probeerde: Hoogtepunt van dat drama was een bezoekje aan de studentenpsycholoog, die vent zat te knikkebollen tijdens zo’n sessie. En ik had het al niet zo op dat zweefgedoe. Beetje boos geworden op die man.

Goed, ik heb dat papiertje Bachelor of Science gehaald, geen Master, voordat ik dat papiertje ook daadwerkelijk fysiek had was nog een bureaucratisch drama, maar dat terzijde. In die acht jaar heb ik vijf jaar in de feestcie gezeten van m’n studie, en daarnaast veel gewerkt. Nee, ik was niet zo’n luie bal. Lenen is voor mietjes, gewoon werken. Natuurlijk heb ik wel de basisbeurs gehad en daarvan wat studieschuld, maar m’n studie heb ik dus ook grotendeels zelf betaald. Het laatste jaar heb ik een erg leuk baantje gehad, namelijk runner bij het bedrijf wat RTL Boulevard maakt. Daphne.

Leuk om mee te maken. Daarnaast was ik al vanaf de TU/e tijd postbode in het slaapdorpje Geldrop. Elke zaterdag. Dus ook vrijdags/zaterdags op en neer met de trein.
De puzzelstukjes vallen in elkaar.Waarom! Idioot! Elk weekend op en neer? Tja, waarom doet een man zoiets? In een topic vol vrouwen maak ik daar vast goede sier mee: Liefde. Achteraf he, want indertijd had ik zelf het smoesje dat het gewoon handig was. Ik werkte liever een enkele dag tegen een flink salaris bij de post, dan dat ik daarvoor twee of drie avonden in de kroeg achter de bar moest gaan staan. Dat iemand dat geloofde zeg...
Ik heb best wat ‘dinnetjes gehad. Maar ook enkele wat langer. Een echte jeugdliefde, van m’n 14 tot m’n 18 jaar, daarna twee jaar en toen Manon. Sinds 1999 zijn wij bij elkaar, vorig jaar januari getrouwd omdat dat wel heel handig was met een dochtertje en een huis, briljant. We hebben elkaar plechtig beloofd nog een keer voor ons gevoel officieel te trouwen, met feest, ringen en oja, ook vooraf een echt aanzoek. Toch hoort dat er bij en toch ben ik blij dat we dat nog tegoed hebben. Want zoals ik als aangaf, moest er bij mij nog wat op z’n plek vallen.
Nu moet ik wel zeggen dat mijn leed eigenlijk nauwelijks leed te noemen is, vergeleken met sommige verhalen hier. Geen flinke ziektes. Geen dramatische gezinssituaties. Eigenlijk mag ik dus niet klagen.
Pa & ma zijn nog steeds relatief gezond en bij elkaar. Hoewel ik uiteraard alles anders wilde en zou doen als ik later groot was, is het toch goed geweest. Ik heb geleerd om op eigen benen te staan. Hard te werken. Niet te zeuren. Mijn bordje leeg te eten. Soms kan ik zelfs Balkenende met z’n normen en waarden-verhaal waarderen. Misschien had er wel wat meer emotie in het gezin mogen zitten. Nuchtere Brabanders dus. Pas nu, door de huidige studie, heb ik me echt emotioneel ook ontwikkeld. Durf ik me open te geven, al zou je dat niet zeggen als je dit hele verhaal leest. Pas tijdens een Blue Cruise in Turkije heb ik definitief beseft wat ik echt wil. Ik twijfelde nog over Journalistiek, maar ben dolblij dat ik voor Communicatie heb gekozen.
Nummer tweeDie huidige studie is communicatie, in deeltijd, aan de Fontys. Na Amsterdam afgrond te hebben, ben ik in juli 2006 meteen echt gaan samenwonen met Manon. Voor mij past die studie wél perfect in het rijtje van TU/e en VU. Juist die psychologische kant van het mens-zijn vind ik leuk. En dan wel een beetje praktisch graag, want dat gezweef, daar heb ik nog steeds niets mee. Hoewel ik nu helemaal wild kan gaan op geweldig opgezette reclamecampagnes en meesterlijke reorganisaties. Zelf in deze crisistijd lees ik met plezier de krant over hoe een organisatie omgaat met communicatie. Ik wil steeds meer weten over de merken & branding, over dialoog, imago & identiteit. Over gespreks- en presentatietechnieken, mensbeelden en in feite hoe je jezelf ziet. Hoe je om moet gaan met mensen die...
Argh. Ik ben reddeloos verloren.
Even terug, dat samenwonen was op het flatje van Manon in Eindhoven. Kamer/keuken en slaapkamer. Heerlijk om weer thuis te zijn, thuis te voelen. Amsterdam was leuk, maar ik had het er wel gezien. Toch een ander slag volk als hier in Brabant. Vergelijk het maar met de sfeer die Heineken oproept en wat Bavaria verteld. Na een paar maandjes buffelen als postbode ben ik aan de slag gegaan bij een busmaatschappij en daar werk ik nog steeds aan de marketing & communicatie. Als het beestje maar een naam heeft. Kort daarna zijn we ingeloot voor een nieuwbouwwoning en een jaar voor oplevering – ja, dat duurde even, leve de bureaucratie in Nederland – werd in november 2007 Roos geboren.
Dat lijkt ellende op een flatje, maar is perfect. Ze slaapt bij je op de slaapkamer. Waar je ook bent, je bent nooit ver weg. De box stond in zicht van de douche zelfs. De oplevering kwam precies op tijd, want na een jaar was ze toch echt wel toe aan haar eigen kamer. En wij ook. In een nieuw huis is altijd wat te klussen, maar we zijn aardig op weg. Het was natuurlijk wennen en nog steeds om zo´n kleine draak in huis te hebben, maar volgens mij doen we het aardig. Het eerste wat Roos doet op het kinderdagverblijf, is alle kinderen een speeltje brengen. Erg sociaal dus en weet donders goed wat ze niet en wel mag. Uiteraard probeert ze soms toch op de tafel te klimmen en als je haar dan `betrapt` kun je je lach bijna niet houden zo schuldig als ze kijkt.
De naam Roos was snel gevonden, maar goed overdacht. We wilden wel een echte naam. Gewoon Nederlands. Passend bij onze namen, wat wij zijn en wat we denken te zijn. Geen gekke dubbele namen dus, maar gewoon echt Nederlands. Een naam die in elk geval bij ons leuke associaties oproept, een bepaald sfeerbeeld zelfs. Bij de 20-weken-echo waren we al dolblij dat het een meisje was, want een jongensnaam wisten we gewoon niet. En de tweede wordt ook een meisje. Ook daar hebben we al een naam voor… Uitgerekend op 3 augustus.

Zit dus net geen twee jaar tussen.
Eigenaardigheden:Ik heb een enorm geheugen voor zinloze feitjes. Jaartallen en namen zijn een waar drama, ik hoef nog net niet in mijn eigen paspoort te kijken voor mijn verjaardag.
Ik ben zot op spelletjes. Uiteraard Catan, maar ook Mah Jong en doodsimpel rikken.
Ik kan eigenlijk niet tegen mijn verlies, maar weet dat steeds beter te verbergen. Gewoon genoeg hapjes op tafel tijdens het Cattannen.
Hoewel ik dus erg goed ben cijfertjes, heb ik er een flinke aversie tegen ontwikkeld. Al die spreadsheetterreur, SMART-doelstellingen, het mist inspiratie, het mist gevoel.
Op donderdag heb ik papadag en op zaterdagochtend wil ik boodschappen doen bij de C1000.
Ik zou meer willen sporten, maar gebruik als excuus de drukte met de studie, huis en dochter. En dat terwijl ik belachelijk veel deed – volleybal, hardlopen, zwemmen, stijldansen, fietsen en dat allemaal in een week - en zelfs daardoor knieproblemen heb gekregen.
Ik ben gek op koffie, maar heb nog steeds geen echte luxe koffieding in de keuken.
Ik heb Roos ingezet om vorige editie van de Mr FOK! Verkiezing te winnen.
Ik twitter en heb een weblog.
Ik heb twee broers, waarvan een in Berlijn zit.
Ik vermoed dat ondanks de ergernissen, ik thuishoor in een grotere organisatie met veel problemen om een uitdaging te hebben.
Als ik me ergens of bij iemand niet op m’n gemak voel, kan ik me daar moeilijk overeen zetten.
Ik ben vaak nog onzeker over mezelf.
Ik had een hondje gekregen toen ik zes was. Die heette 'sjerrie'. Van Tom en Jerry, maar dat kon ik niet uitspreken door het fietsenrek tussen mijn voortanden. Ik was woedend toen Jerry een spuitje kreeg en pa terugkwam en de halsband aan mij gaf.
Soms ben ik stil, soms ratel ik door.
Ik vind een Brabants accent iets om trots op te zijn.
Ik wil me verder ontwikkelen richting coaching. Lijkt me geweldig. Of een master Brand design. Nog meer studeren…
Ik wil geen vakantie met alleen strand.
Ik heb Tool´s AEnima grijs gedraaid.
Ik mot geen vis, gedverderrie.
Ik kan niet tegen bloed, maar wel tegen snijzaalprakticum.
Ik moet me elke dag mijn baard scheren maar doe dat uiteraard niet. Ik vind borsthaar en bakkebaarden vet, maar baal van rughaar.
We hebben een Renault Kangoo en vinden die haast net zo vet als de auto daarvoor, een Nissan Micra uit 1986, FTW!
Vanmorgen heb ik per ongeluk een duif doodgereden. Ik reed nog geen twintig vlakbij het kanaal in Eindhoven en dacht dat die duif wel weg zou vliegen, maar in het spiegeltje zag ik een hoop veren omhoog waaien.
Op een gegeven moment had ik zeven fietsen. Nu nog vier.
Ik heb Roos geleerd 'papa' te zeggen als je vraagt 'wie is de liefste'.
De toekomst
Dat is natuurlijk met name het gezinnetje. Het blijft OUD hier he. Binnenkort zitten we met z’n vieren thuis. Dat zal wel even hectisch zijn, aangezien het nu al stunten met de tijd is. Nog ruim een jaar die avondstudie en dan twee dochtertjes en natuurlijk een dame die ook haar aandacht nodig heeft. Maar dat is het allemaal waard. Niet voor niets is mijn donderdag als papadag heilig. Ik wil er zijn voor Roos en de tweede. Dat ze niet in dezelfde valkuilen stappen als ik. Daarvoor mag ze in elk geval lekker doen waar ze zelf zin in heeft - wat betreft sport en zo dan he
- en gaan we haar gewoon alles laten proberen. Alles in de hoop dat ze, met uitzondering van puberteit uiteraard, hun emotie en gevoel kunnen en durven uiten en zich altijd thuis thuis voelen.