Ja, als de rank kleiner dan n is, heb je een afhankelijkheid in de kolommen van A. De kolommen spannen de beeld ruimte op en dan zou je dus een niet lege kern hebben, maar dat is dan strijdig met de inverteerbaarheid.quote:Op zondag 29 mei 2011 10:34 schreef Siddartha het volgende:
"Als de matrix A(n x n) inverteerbaar is, dan rk(A)=n. "
Dit komt omdat de matrix als een lineaire afbeelding valt te zien, waarvoor je dus een bijectie moet hebben als die inverteerbaar is?
Die functie gebruik ik altijd voor het controleren van mijn afgeleiden. Mijn vraag is of er een berekening bestaat voor het exact bepalen van de lengte van een (stuk van een) grafiek.quote:Op zondag 29 mei 2011 13:18 schreef GlowMouse het volgende:
Je rekenmachine kan f'(x) numeriek bepalen, een TI bijvoorbeeld met de functie nDeriv.
Dat lijkt me toch niet helemaal correct. Als G(x) een primitieve van g(x) is, dan is G(x)2 in het algemeen geen primitieve van g(x)2.quote:Op zondag 29 mei 2011 13:16 schreef Pipo1234 het volgende:
Ik wil deze berekening eigenlijk ook handmatige doen zoals bij het berekenen van een lichaam. Zo gebruik ik bij het berekenen van het volume van een lichaam de volgende integraal:
[ afbeelding ]
Deze berekening doe ik dan zo: ( G(b)2 - G(a)2 ) - (H(b)2 - H(a)2) In het geval van de lengte van een grafiek weet ik echter niet welke vorm en welke stappen ik moet volgen. Iemand een idee hoe ik deze berekening kan doen?
Dat zal van de functie afhangen. Niet elke functie is primitiveerbaar in termen van `elementaire' functies.quote:Op zondag 29 mei 2011 13:20 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Die functie gebruik ik altijd voor het controleren van mijn afgeleiden. Mijn vraag is of er een berekening bestaat voor het exact bepalen van de lengte van een (stuk van een) grafiek.
Feitelijk is het de primitieve van een gekwadrateerde functie. Ik weet niet hoe die notatie precies moet zijn.quote:Op zondag 29 mei 2011 13:27 schreef thabit het volgende:
[..]
Dat lijkt me toch niet helemaal correct. Als G(x) een primitieve van g(x) is, dan is G(x)2 in het algemeen geen primitieve van g(x)2.
Ja dat geloof ik graag. Misschien doe ik te moeilijk voor het niveau (Wiskunde B VWO) maar ik vind het gewoon fijn om het rekenkundig te doen.quote:Op zondag 29 mei 2011 13:29 schreef thabit het volgende:
[..]
Dat zal van de functie afhangen. Niet elke functie is primitiveerbaar in termen van `elementaire' functies.
Als je op een proefwerk een functie moet primitiveren, dan is het feit dat die opgave in een proefwerk zit al een teken dat het makkelijk is. Als je moeilijk gaat lopen doen, weet je vrij zeker dat je een verkeerde weg inslaat.quote:Op zondag 29 mei 2011 13:30 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Ja dat geloof ik graag. Misschien doe ik te moeilijk voor het niveau (Wiskunde B VWO) maar ik vind het gewoon fijn om het rekenkundig te doen.
Dat snap ik en erken ik wel. Ik denk ook niet dat het noodzakelijk is, maar ik vind het ook gewoon interessant.quote:Op zondag 29 mei 2011 13:38 schreef thabit het volgende:
[..]
Als je op een proefwerk een functie moet primitiveren, dan is het feit dat die opgave in een proefwerk zit al een teken dat het makkelijk is. Als je moeilijk gaat lopen doen, weet je vrij zeker dat je een verkeerde weg inslaat.
De uitdrukking die je hierboven geeft voor de booglengte van de grafiek van de functie y = f(x) over het interval [a,b] is exact, maar zoals hier al is opgemerkt is van lang niet elke 'elementaire' functie een primitieve ook in 'elementaire' functies uit te drukken. Zelfs heel 'omschuldig' uitziende functies als ex/x of 1/ln(x) zijn niet in termen van 'elementaire' functies te primitiveren. Als je dus een opgave krijgt waarbij je een booglengte (of: de oppervlakte van een omwentelingslichaam) moet berekenen met een integraal, dan mag je er van uit gaan dat dat ook in termen van elementaire functies is op te lossen. Maar, dat wordt al gauw heel lastig. Probeer maar eens of je bijvoorbeeld de lengte van het paraboolsegment y = ½x2 over het interval [0, 1] exact kunt bepalen (maar dit behoort dacht ik niet tot de stof die je geacht wordt te bestuderen).quote:Op zondag 29 mei 2011 13:20 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Die functie gebruik ik altijd voor het controleren van mijn afgeleiden. Mijn vraag is of er een berekening bestaat voor het exact bepalen van de lengte van een (stuk van een) grafiek.
Je bedoelt dat ik dus met behulp van de integraalfunctie op mijn rekenmachine een antwoord krijg (namelijk ongeveer 1,15), maar dat dit exact erg lastig is te bepalen? Ik zou niet weten hoe in ieder geval.quote:Op zondag 29 mei 2011 14:35 schreef Riparius het volgende:
[..]
De uitdrukking die je hierboven geeft voor de booglengte van de grafiek van de functie y = f(x) over het interval [a,b] is exact, maar zoals hier al is opgemerkt is van lang niet van elke 'elementaire' functie een primitieve ook in 'elementaire' functies uit te drukken. Zelfs heel 'omschuldig' uitziende functies als ex/x of 1/ln(x) zijn niet in termen van 'elementaire' functies te primitiveren. Als je dus een opgave krijgt waarbij je een booglengte (of: de oppervlakte van een omwentelingslichaam) moet berekenen met een integraal, dan mag je er van uit gaan dat dat ook in termen van elementaire functies is op te lossen. Maar, dat wordt al gauw heel lastig. Probeer maar eens of je bijvoorbeeld de lengte van het paraboolsegment y = ½x2 over het interval [0, 1] exact kunt bepalen (maar dit behoort dacht ik niet tot de stof die je geacht wordt te bestuderen).
Inderdaad. Het exacte antwoord is ∫01 √(1 + x2)dx = ½∙√2 + ½∙ln(1 + √2). Maar om dit te vinden moet je een substitutiemethode gebruiken. Vaak wordt bij dit soort integralen een goniometrische substitutie aangeraden, maar dat levert hier een integraal op die nog steeds erg lastig is. Veel beter is hier een hyperbolische substitutie, maar dan moet je wel weten wat hyperbolische functies zijn (en hun inversen) en wat identiteiten daarvan weten te benutten. Ook kun je een combinatie van partiële integratie en een algebraïsche substitutie gebruiken.quote:Op zondag 29 mei 2011 16:01 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Je bedoelt dat ik dus met behulp van de integraalfunctie op mijn rekenmachine een antwoord krijg (namelijk ongeveer 1,15), maar dat dit exact erg lastig is te bepalen? Ik zou niet weten hoe in ieder geval.
De lege verzameling.quote:Op zondag 29 mei 2011 17:01 schreef Dale. het volgende:
Als B = {1,4}. Wat is dan het cartesisch product van B×∅? Gewoon B?
Is dat een 0/empty?quote:Op zondag 29 mei 2011 17:01 schreef Dale. het volgende:
Als B = {1,4}. Wat is dan het cartesisch product van B×∅? Gewoon B?
Je voorbeeld klopt, maar je eigen notatie niet, immers i is je index, niet n. Je moet de termen van je som dus als e1/i schrijven.quote:Op zondag 29 mei 2011 18:11 schreef Bram_van_Loon het volgende:
[ afbeelding ]
Eerste stap van mijn oplossing:
[ afbeelding ]
Klopt het voorbeeld hieronder en moet ik de opgave hierboven op een identieke manier oplossen?
[ afbeelding ]
Misschien moet je eventjes je beeldscherm vergroten.quote:Op zondag 29 mei 2011 18:16 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je voorbeeld klopt, maar je eigen notatie niet, immers i is je index, niet n. Je moet de termen van je som dus als e1/i schrijven.
Ah, zo. Ik zie het écht niet op de normale resolutie, dan lijkt het hier beslist 1/n. Maar de exponent is dus i/n. Mea culpa (of die van Latex ...).quote:Op zondag 29 mei 2011 18:20 schreef thabit het volgende:
[..]
Misschien moet je eventjes je beeldscherm vergroten.
Wel, je hebt ei/n = (e1/n)i dus het zijn gewoon termen van een meetkundige rij.quote:Op zondag 29 mei 2011 18:28 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Kan gebeuren.
Het lukt mij bij deze opgave niet om die exponent zodanig te manipuleren dat ik de standaardvorm` krijg waarvoor ik die formule kan gebruiken.
Als die exponent i+5 of iets dergelijks zou zijn dan zou ik het wel weten maar hoe kan je het nu oplossen?
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Wat bedoelen ze bij stap D4 metquote:The digits (u_(j+n), u_(j+n-1), ..., u_j)_b should be kept positive; if the result of this step is actually negative, (u_(n+j), u_(j+n-1), ..., u_j)_b should be left as the true value plus b^(n+1), namely as the b's complement of the true value, and a 'borrow' to the left should be rememberd.
quote:Op zondag 29 mei 2011 18:38 schreef Dale. het volgende:
Weer een vraagje van Knuth the art of computer programming. Over het algorithme om getallen te delen.Dat als er een negatief getal uitkomt (wat mogelijk is, aangezien je het quotient slechts benadert in Stap D3) dat je er dan bn+1 bij op moet tellen, maar dat je dat dan wel moet onthouden.SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Wat bedoelen ze bij stap D4 met
[..]
Ok maar waarom moet je dit dan onthouden als het vervolgens bij stap D6 weer uitgecanceld wordt? "(A carry will occur to the left of u_(j+n) ... occured in D4.)"quote:Op zondag 29 mei 2011 18:44 schreef thabit het volgende:
[..]
Dat als er een negatief getal uitkomt (wat mogelijk is, aangezien je het quotient slechts benadert in Stap D3) dat je er dan bn+1 bij op moet tellen, maar dat je dat dan wel moet onthouden.
"Decrease qj by 1" is waar het om gaat.quote:Op zondag 29 mei 2011 19:00 schreef Dale. het volgende:
[..]
Ok maar waarom moet je dit dan onthouden als het vervolgens bij stap D6 weer uitgecanceld wordt? "(A carry will occur to the left of u_(j+n) ... occured in D4.)"
Ja ok dat is hetzelfde aangezien die hele stap D6 alleen uitgevoerd moet worden wanneer uit D4 negatief kwam.quote:
http://www.wolframalpha.c(...)*%28x%2B2%29%29%2Cx]quote:Op zondag 29 mei 2011 20:40 schreef .aeon het volgende:
klopt het dat de afgeleide van
sin(((x+1)^2)*(x+2))
=
cos((x+1)^2(x+2))*(3x^2+8x+5)
haha faal ²quote:Op zondag 29 mei 2011 20:46 schreef Dale. het volgende:
http://www.wolframalpha.com/input/?i=d%2Fdx+sin%28%28%28x%2B1%29^2%29*%28x%2B2%29%29+
Ghehehehequote:Op zondag 29 mei 2011 20:46 schreef thenxero het volgende:
[..]
http://www.wolframalpha.c(...)*%28x%2B2%29%29%2Cx]
Ik denk dat ik het heb uitgewerkt.quote:Op zondag 29 mei 2011 18:37 schreef Riparius het volgende:
[..]
Wel, je hebt ei/n = (e1/n)i dus het zijn gewoon termen van een meetkundige rij.
quote:
Dat kan niet kloppen wat je daar met die breuk doet. Je zou voor de som uit moeten komen op:quote:
Zo klopt het wel ja. Maar je doet wat moeilijk bij het sommeren van een meetkundige rij. De som van een aantal opeenvolgende termen van een meetkundige rij is gelijk aan de eerstvolgende term min de eerste term, en dat verschil gedeeld door de reden min één.quote:Op zondag 29 mei 2011 23:04 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Ja, ik ben vergeten in de noemer die -1 toe te voegen, gewoon een slordigheidje bij het invoeren van de code die ik over het hoofd zag.
[ afbeelding ]
Ik dien eerst te bewijzen dat een will. vereniging van C_i's weer gesloten is?quote:Op donderdag 26 mei 2011 15:11 schreef thabit het volgende:
[..]
Sterker nog, hun afsluitingen moeten zelfs disjunct zijn.
Misschien kun je, uitgaande van die Urysohnfuncties die je voor elk tweetal hebt, een functie f: T -> R proberen te maken met f(Ci) = {i} voor elke i.
*EDIT* Dit idee is iets te simpel. Je kunt beginnen met bewijzen dat een willekeurige vereniging van Ci'tjes gesloten is.
In het algemeen is een aftelbare vereniging van gesloten verzamelingen ook niet gesloten; je moet de eigenschap die in de opgave gegeven is gebruiken.quote:Op maandag 30 mei 2011 17:49 schreef Hypnagogia het volgende:
[ afbeelding ]
[..]
Ik dien eerst te bewijzen dat een will. vereniging van C_i's weer gesloten is?
Voor eindig veel gaat dit sowieso op. Dus moet het bewijzen voor het aftelbare geval. Moet ik dan kijken naar het complement, dus T minus de aftelbare verzameling van C_i's en bewijzen dat dat een open verzameling is.
Het is in ieder geval de doorsnede van een aantal open verzamelingen,( T\C_1, T\C_2,...). Maar als dat er aftelbaar veel zijn, dan loop ik weeer vast...?
Oké, ik heb inmiddels bewezen dat de verenging van aftelbare gesloten verzamelingen gesloten is, wanneer deze onderling disjunct zijn. Wat de C_i'tjes zijn (staat in de opdracht). Nu (als het niet te veel gevraagd is hoor) een hintje naar wat je wilde dat ik hier mee doe...quote:Op maandag 30 mei 2011 17:56 schreef thabit het volgende:
[..]
In het algemeen is een aftelbare vereniging van gesloten verzamelingen ook niet gesloten; je moet de eigenschap die in de opgave gegeven is gebruiken.
Dat geldt in het algemeen niet voor topologische ruimten.quote:Op maandag 30 mei 2011 19:11 schreef TheLoneGunmen het volgende:
[..]
Oké, ik heb inmiddels bewezen dat de verenging van aftelbare gesloten verzamelingen gesloten is, wanneer deze onderling disjunct zijn.
Oké. Ik zie dat je de noemers tegen elkaar weg hebt vermenigvuldigd. Daar had ik niet eens aan gedacht. Wat gebeurd er met de formule die daar uit voortkomt? Ik zie namelijk dat de sin x is verdwenen?quote:Op woensdag 1 juni 2011 10:45 schreef GlowMouse het volgende:
Als cos²x +1 != 0 en cos x != 0 dan kun je deze vergelijking herschrijven naar:
10 sinx cos x = 4 sin x (cos²x + 1)
1 oplossing kun je nu direct aflezen. Daarna moet je deze vergelijking nog oplossen:
5 cos x = 2 cos²x + 2
Dit is een kwadratische vergelijking in cos x. Vervang cos x door y, en je kunt hem zo oplossen.
je stelde het zelf voor: "Ik heb de noemers proberen weg te vermenigvuldigen"quote:Op woensdag 1 juni 2011 11:04 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Oké. Ik zie dat je de noemers tegen elkaar weg hebt vermenigvuldigd. Daar had ik niet eens aan gedacht.
Niet verdwenen, ik lees een oplossing af.quote:Wat gebeurdt er met de formule die daar uit voortkomt? Ik zie namelijk dat de sin x is verdwenen?
Inderdaad. Maar niet tegen elkaar weg. Ik ben nog niet zo vertrouwd met dit soort dingen.quote:Op woensdag 1 juni 2011 11:07 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
je stelde het zelf voor: "Ik heb de noemers proberen weg te vermenigvuldigen"
Ow op dit manier. Dan kan ik me er in vinden.quote:Op woensdag 1 juni 2011 11:07 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Niet verdwenen, ik lees een oplossing af.
Vraagje moet bn+1 dan opgeteld worden bij het negatieve getal? of bij het positieve getal voor de operatie?quote:Op zondag 29 mei 2011 18:44 schreef thabit het volgende:
[..]
Dat als er een negatief getal uitkomt (wat mogelijk is, aangezien je het quotient slechts benadert in Stap D3) dat je er dan bn+1 bij op moet tellen, maar dat je dat dan wel moet onthouden.
De uitdrukking 'noemers tegen elkaar weg vermenigvuldigen' is niet gebruikelijk en ook nogal bedenkelijk. Dat is niet wat je doet. Als je hebt:quote:Op woensdag 1 juni 2011 11:04 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Oké. Ik zie dat je de noemers tegen elkaar weg hebt vermenigvuldigd. Daar had ik niet eens aan gedacht. Wat gebeurt er met de formule die daar uit voortkomt? Ik zie namelijk dat de sin x is verdwenen?
Bij het negatieve getal.quote:Op woensdag 1 juni 2011 14:32 schreef Dale. het volgende:
[..]
Vraagje moet bn+1 dan opgeteld worden bij het negatieve getal? of bij het positieve getal voor de operatie?
Ik geloof niet dat ik je begrijp...?quote:Op vrijdag 3 juni 2011 17:08 schreef GlowMouse het volgende:
De afgeleide van de x-coordinaat moet niet tegelijk 0 zijn.
Je moet wat duidelijker uitleggen wat er gegeven is. Als je de x- en y-coördinaten van je figuur beide hebt als parametervoorstellingen van, laten we zeggen, een parameter t, dan is de voorwaarde voor een horizontale raaklijn dy/dt = 0, terwijl dx/dt daarbij niet nul mag zijn.quote:
Als de afgeleiden van beide coördinaten nul zijn dan verandert zowel de x als y-coördinaat niet, en dus krijg je een punt.quote:
De afgeleide van y is dus 0, dan is de raaklijn aan de curve namelijk horizontaal. Daaruit kan je t bepalen. Vervolgens neem je de waardes van t binnen bijvoorbeeld het interval [0, 2pi]. Invullen in formule voor de x en y coordinaat en je hebt de gevraagde punten.quote:Op zaterdag 4 juni 2011 16:33 schreef Pipo1234 het volgende:
Ik zal even iets specifieker zijn. Het gaat om het volgende figuur:
[ afbeelding ]
Waar de volgende formules bij horen: x = cos 2t en y = cos 3t. De vraag is: "Bij welke twee punten is de raaklijn aan de baan van P horizontaal?" en dit moet ik dan exact berekenen. Normaliter zou ik de afgeleide nemen en dan bepalen waar 0 zit en vervolgens vaststellen wat voor extreem dat is. Alleen dat werkt hier dus niet bij.
Oké. Ik begrijp al wat ik verkeerd deed. Ik ging er vanuit dat het antwoord voortkwam uit de afgeleide van de Y-as. Maar het is natuurlijk T wat daaruit voortkomt, dus daaruit moet dan nog het volgende antwoord gehaald worden. In dit geval (-½, -1) en (-½, 1).quote:Op zaterdag 4 juni 2011 16:54 schreef Nelis89 het volgende:
[..]
De afgeleide van y is dus 0, dan is de raaklijn aan de curve namelijk horizontaal. Daaruit kan je t bepalen. Vervolgens neem je de waardes van t binnen bijvoorbeeld het interval [0, 2pi]. Invullen in formule voor de x en y coordinaat en je hebt de gevraagde punten.
Je formuleringen zijn een beetje vaag... iets als een "afgeleide van de y-as" bestaat niet. Je neemt afgeleides van functies, niet van assen.quote:Op zaterdag 4 juni 2011 17:08 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Oké. Ik begrijp al wat ik verkeerd deed. Ik ging er vanuit dat het antwoord voortkwam uit de afgeleide van de Y-as. Maar het is natuurlijk T wat daaruit voortkomt, dus daaruit moet dan nog het volgende antwoord gehaald worden. In dit geval (-½, -1) en (-½, 1).
Is het trouwens zo dat wanneer zo'n figuur een periode heeft van 2π dat je dan over dat bereik nulpunten moet bereken? Ik kwam er namelijk achter dat de periode van dit figuur 2π is, maar dat P dezelfde weg terug neemt en je dus eigenlijk 4 nulpunten hebt.
Inderdaad. Het is de afgeleide van de functie die de Y-as bepaalt.quote:Op zaterdag 4 juni 2011 20:40 schreef thenxero het volgende:
[..]
Je formuleringen zijn een beetje vaag... iets als een "afgeleide van de y-as" bestaat niet. Je neemt afgeleides van functies, niet van assen.
De functie bepaalt geen as. De assen liggen vast. Je kan beter zeggen de afgeleide van de (functie in de) y-coördinaat.quote:Op zaterdag 4 juni 2011 20:44 schreef Pipo1234 het volgende:
[..]
Inderdaad. Het is de afgeleide van de functie die de Y-as bepaalt.
Uh ja. De functie bepaalt de y-coördinaat van P.quote:Op zaterdag 4 juni 2011 20:48 schreef thenxero het volgende:
[..]
De functie bepaalt geen as. De assen liggen vast. Je kan beter zeggen de afgeleide van de (functie in de) y-coördinaat.
Je mist iets. (a) De graaf hoeft niet eindig te zijn, (b) er kunnen best meer dan 2 samenhangscomponenten zijn en (c) met code-tags is het misschien makkelijker om ascii-plaatjes te maken. . Oh, en (d) de opgave is fout, want je moet veronderstellen dat G niet leeg is (de lege graaf is niet samenhangend).quote:Op woensdag 8 juni 2011 00:15 schreef Fingon het volgende:
Zij G=(V,E) een graaf. Het complement G- van G is de graaf G-=(V,E-)waarin u en v verbonden zijn als en alleen als ze in G niet verbonden zijn.
Bewijs dat als G onsamenhangend is dan G- samenhangend moet zijn.
Bewijs:
Neem |V|=n
Maak 2 samenhangend graven uit G, 1(noem A) met k punten en 1(noem B) met (n-k) hoekpunten.
________ ________
| . . . . | A | . . . . |
|________| |________|
Alle punten in A verbonden met alle punten in B
________ ________
| . . . . | B | . . . . |
|________| |________|
baggerzooi plaatje komt niet zoals ik in mn tekstvak heb.
Hoop dat jullie het idee vatten
Het complement hiervan zal dus in ieder geval elk punt uit A met ieder punt uit B verbinden. Het is duidelijk dat er dan tussen elk tweetal van punten een wandeling mogelijk is. Deze graaf is dus altijd samenhangend.
Is dit een voldoende bewijs of mis ik iets?
Lekkere opgave dan, voor een cijfer.. Ik denk dat ik wel aan kan nemen dat G niet leeg is eveneens dat hij eindig is.quote:Op woensdag 8 juni 2011 00:38 schreef thabit het volgende:
[..]
Je mist iets. (a) De graaf hoeft niet eindig te zijn, (b) er kunnen best meer dan 2 samenhangscomponenten zijn en (c) met code-tags is het misschien makkelijker om ascii-plaatjes te maken. . Oh, en (d) de opgave is fout, want je moet veronderstellen dat G niet leeg is (de lege graaf is niet samenhangend).
Zo'n tabel moet je zelf in 10 minuten kunnen produceren.quote:Op woensdag 8 juni 2011 17:51 schreef ajacied4lf het volgende:
Hey Fok!ers. Ik heb morgen een Statistiek tentamen. Het gaat over 'toetsen en schatten met behulp van steekproeven'.
Het lukt allemaal redelijk goed, alleen heb ik het probleem dat ik steeds niet weet welke toets ik moet gebruiken.
Weet iemand van jullie waar ik een tabel kan vinden met daarin aangegeven wanneer je welke moet gebruiken?
2*4 (mod 7) =1 => 2^-1 = 4 (mod 7)quote:Op donderdag 9 juni 2011 01:49 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Zo'n tabel moet je zelf in 10 minuten kunnen produceren.
[ afbeelding ]
wie kan 1 en 4 uur uitleggen?
Dan weet je hoeveel standaardafwijkingen die waarde van het gemiddelde af zit. Misschien heb je er een tabel voor om dan de kans te bepalen?quote:Op donderdag 9 juni 2011 12:43 schreef GoodGawd het volgende:
250-203 / 26
en dan weet ik niet wat voor waarde ik eigenlijk heb en wat ik ermee moet
Als je een getal door iets deelt betekent het dat je het getal standaardiseert naar de eenheid waardoor je het deelt.quote:Op donderdag 9 juni 2011 12:43 schreef GoodGawd het volgende:
250-203 / 26
en dan weet ik niet wat voor waarde ik eigenlijk heb en wat ik ermee moet
http://www.wolframalpha.com/input/?i=A%27Lquote:Op donderdag 9 juni 2011 13:17 schreef Dale. het volgende:
[..]
http://www.wolframalpha.com/input/?i=B%27L
?
http://www.uncommongoods.com/product/geek-clockquote:En waar kun je die klok kopen
post #88quote:Op donderdag 9 juni 2011 13:21 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Dan zou ik de context moeten zien Waar haal je dat vandaan?
Aha. Ja, dat zou kunnen, maar ik herken het niet gelijk als een standaard notatie. Als ik zou moeten gokken, dan zou ik denken dat het een linkshandig multiplet moet voorstellen in het (MS) Standaard Model oid.quote:
Ik had al voorspeld dat je hier extra aandacht aan zou moeten geven. Veel studenten blijken niet in staat een bewijs (enigszins) correct op te schrijven, en dat geldt trouwens niet alleen voor de vlakke meetkunde.quote:Op donderdag 9 juni 2011 14:37 schreef Pipo1234 het volgende:
Ik ben mij aan het voorbereiden voor een toelatingsexamen Wiskunde B. Nu ben ik klaar met de theorieboeken en heb ik mijn aandacht als eerste gericht op hetgeen waar ik de meeste moeite mee heb. In mijn geval "bewijzen in de meetkunde"...
In de buurt zitten telt niet. Een bewijs is geldig of niet geldig. De bedoeling van een bewijs is dat je jouw strict logische en formele gedachtengang expliciet maakt zodat anderen die het lezen jouw gedachtengang volledig kunnen volgen en zo kunnen toetsen of hetgeen je doet ook klopt. Helder en gestructureerd denken en dat in stappen kunnen opschrijven is trouwens een must om goed te leren programmeren (sommige methoden van Euclides zijn direct in een computeralgoritme om te zetten!), dus beschouw het maar als een goede voorbereiding.quote:Ik krijg het dus absoluut niet voor elkaar om oefenopgaven (uit een examenbundel) goed op te lossen. Vaak zit ik er wel in de buurt, maar sla ik (heel) veel over. Ik ben bang dat dit onderdeel mij gaat nekken, aangezien het waarschijnlijk 1/5 van mijn cijfer gaat bepalen en ik niet al mijn hoop op de overige onderdelen wil, kan en ga vestigen.
Neem eens een kijkje op deze site. Biedt veel meer dan je nodig zult hebben, maar geeft wat bewijzen, en alles in het Nederlands (onze taal heeft veel 'eigen' woorden voor meetkundige begrippen, dat hebben we te danken aan Simon Stevin. De andere Europese talen gebruiken meestal terminologie die teruggaat op het Grieks en Latijn). Probeer bijvoorbeeld eens of je de verschillende bewijzen voor het door één punt gaan van de zwaartelijnen in een driehoek goed kunt begrijpen.quote:Nu vroeg ik mij af of iemand een idee of advies heeft waarmee ik dit onderdeel beter onder de knie kan krijgen. Het punt is namelijk dat ik bijna alle stellingen inmiddels uit mijn hoofd ken, maar nog steeds niet de juiste oplossing vind bij de oefenopgaven. Ik snap de oplossingen uiteindelijk wel en daar leer ik dan wel weer van, maar het is nog erg abstract voor mij.
Om te beginnen: je haakjes matchten niet. Maar dit is niet algebraïsch op te lossen. Kijk even hier.quote:Op donderdag 9 juni 2011 18:10 schreef JohnSpek het volgende:
Aangezien ik er in het bedrijfseconomie topic niet uitkwam, stel ik hier de vraag!
970 = 37.50* (1-(1/(1+r)^40))/r + 1000/((1+r)^40)
Hoe los je hier algebraïsch r uit op?
Je haakjes matchen nog steeds niet.quote:
quote:Op wolfram had ik inderdaad al gekeken, maar probeerde het voor de lol algebraïsch op te lossen en vond het jammer dat ik er niet uitkwam.
Maar blijkbaar lag het niet aan mij!
Stop je uitdrukking in Wolfram, als je dan de mededeling An attempt was made to fix mismatched delimiters krijgt weet je dat je een mismatch hebt.quote:Op donderdag 9 juni 2011 18:21 schreef JohnSpek het volgende:
Begrijp er niks meer van, het zijn er toch 3 ((( en 3 ))) bij het eerste stukje, en (( )) bij het tweede stukje.
Wat is er fout aan?
http://www.wolframalpha.com/input/?i=970+%3D+37.50*+%281-%281%2F%281%2Br%29^40%29%29%2Fr+%2B+1000%2F%28%281%2Br%29^40%29quote:Op donderdag 9 juni 2011 18:24 schreef Riparius het volgende:
[..]
Stop je uitdrukking in Wolfram, als je dan de mededeling An attempt was made to fix mismatched delimiters krijgt weet je dat je een mismatch hebt.
Daar ziet het wel naar uit ja. Maar als ik in Wolfram constateer dat er iets niet klopt en JohnSpek enkele seconden later zijn post al wijzigt (zodat dat niet te zien is als edit) dan is de verwarring compleet. Gewoon dit soort zaken controleren voordat je überhaupt iets post dus.quote:Op donderdag 9 juni 2011 18:25 schreef GlowMouse het volgende:
Hij heeft vijf versies gepost, toen jij voor het eerst zei dat hij niet klopte, klopte hij al wel
Graag gedaan. De nulpunten van een polynoom hoger dan de vierde graad zijn in zijn algemeenheid niet algebraïsch te bepalen, dus je had je de moeite kunnen besparen om naar een algebraïsche oplossing te zoeken.quote:Op donderdag 9 juni 2011 18:38 schreef JohnSpek het volgende:
Uiteraard, ik had het gecontroleerd. Maar blijkbaar toch niet goed genoeg!
Bedankt voor het antwoord in ieder geval.
Als de eerste zus op een van de buitenste plaatsen gaat staan (2 manieren) dan moet de tweede zus naast haar gaan staan aan de binnenkant, dat kan maar op 1 manier. Dus 2 x 1 = 2 mogelijkheden. Als de eerste zus op positie 2, 3 of 4 gaat staan (3 mogelijkheden), dan kan de tweede zus aan haar linker- of rechterkant gaan staan (2 manieren), dus 3 x 2 = 6 manieren. In totaal zijn er dus 2 + 6 = 8 mogelijkheden.quote:Op donderdag 9 juni 2011 19:25 schreef Jelmer1994 het volgende:
Bedankt voor het snelle antwoord! Hoe bereken ik de 2e dan?
De notatie B'L (of überhaupt een notatie voor zoiets) is niet standaard. Ze zullen het wel uit een of ander boek hebben geplukt.quote:Op donderdag 9 juni 2011 13:28 schreef GlowMouse het volgende:
ik heb hem gevonden, het is http://en.wikipedia.org/wiki/Legendre%27s_constant
Als je twee personen een plaats hebt gegeven, en nog 3 anderen hebt voor de 3 overige plaatsen, hoeveel mogelijkheden zijn dat dan?quote:Op donderdag 9 juni 2011 19:53 schreef Jelmer1994 het volgende:
Glowmouse weet jij wat het dan wel is?
Klopt, 3! = 3 x 2 x 1 = 6. Dus hoeveel mogelijkheden in totaal?quote:
Bedankt Glowmouse, maar ik weet zeker dat dat niet de bedoeling van de opdracht was. Dan is het dus de acceptatie-rejectie methode. Weet je toevallig of er een deterministische manier is om een goede majorant/envelope te vinden (ervan uitgaande dat je een verdeling op het oog hebt) of is dit ook good ol' trial and error?quote:Op donderdag 9 juni 2011 16:11 schreef GlowMouse het volgende:
Je kunt de inverse numeriek berekenen. Als 1-r niet al te groot is, zal dat snel gaan. Je kunt ook een cdf-tabel maken voor de kleinste 1000 y's als je wat snelheid zoekt.
Voor zover ik weet bestaat er geen ogen-dicht-methode inderdaad. Voor een discrete rv zoals die van jou is de methode die Glowmouse noemde het meest voor de hand liggend. Als je erg vaak dit soort problemen te lijf moet, kan ik me voorstellen dat je een aantal geschikte families parametriseert en een progje schrijft dat de beste 'fit' daarbinnen bepaalt.quote:Op donderdag 9 juni 2011 23:15 schreef synthesix het volgende:
\o/\o/\o/ YES!!!@@!! Eindelijk verder..
Heb er een gevonden, e^(-0,5x) fits like a glove.
Thanks again
Maar is dit nou ook hoe de big boys het doen. Gewoon een beetje naar de functie kijken en gokken en plotten en weer gokken?
Als je moeite hebt om de theorie te begrijpen (veronderstellende dat je de moeite hebt gedaan om het zorgvuldige te bestuderen), teken het dan gewoon op papier.quote:Als je twee personen een plaats hebt gegeven, en nog 3 anderen hebt voor de 3 overige plaatsen, hoeveel mogelijkheden zijn dat dan?
Ik heb het verder niet nodig ofzo hoor, tis gewoon voor een verslag in mn propedeuse econometrie. Maar ik ga me toch altijd afvragen waarom het zo lomp moet in een elegante wetenschap als de wiskunde. Je hebt een hoop van die dingen die je alleen numeriek kan oplossen.quote:Op vrijdag 10 juni 2011 00:28 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Voor zover ik weet bestaat er geen ogen-dicht-methode inderdaad. Voor een discrete rv zoals die van jou is de methode die Glowmouse noemde het meest voor de hand liggend. Als je erg vaak dit soort problemen te lijf moet, kan ik me voorstellen dat je een aantal geschikte families parametriseert en een progje schrijft dat de beste 'fit' daarbinnen bepaalt.
Wiskunde is oneindig veel groter en eleganter dan je te zien krijgt bij een studie als de jouwe. Jij ziet enkel het gebruik van wiskunde als modelleringstaal voor praktijksituaties. De elegantie zit hem veel meer in de pure variant, hoewel ook een fundamentele opbouw van kansrekening bijv. erg mooi in elkaar zit.quote:Op vrijdag 10 juni 2011 01:30 schreef synthesix het volgende:
[..]
Ik heb het verder niet nodig ofzo hoor, tis gewoon voor een verslag in mn propedeuse econometrie. Maar ik ga me toch altijd afvragen waarom het zo lomp moet in een elegante wetenschap als de wiskunde. Je hebt een hoop van die dingen die je alleen numeriek kan oplossen.
Zijn er eigenlijk dit soort problemen waarvan bewezen is dat je ze alleen numeriek kan oplossen of is het gewoon zo dat er nog niemand is opgestaan die een analytische methode kon bedenken? En dan bedoel ik natuurlijk niet zoiets als een niet-rationaal getal uitrekenen.
Ik krijg als pragmatisch wiskundige toch wel de rillingen van maattheorie hoorquote:Op vrijdag 10 juni 2011 01:38 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Wiskunde is oneindig veel groter en eleganter dan je te zien krijgt bij een studie als de jouwe. Jij ziet enkel het gebruik van wiskunde als modelleringstaal voor praktijksituaties. De elegantie zit hem veel meer in de pure variant, hoewel ook een fundamentele opbouw van kansrekening bijv. erg mooi in elkaar zit.
Perfecte uitleg! z moet wel y_0 zijn toch?quote:Op donderdag 26 mei 2011 13:30 schreef thabit het volgende:
[..]
Uit het feit dat Y padsamenhangend is en f een overdekking volgt in elk geval dat X ook padsamenhangend is (want f is surjectief). Lokaal is f in elk geval een homeomorfisme (want het is een overdekking) dus het enige wat je moet bewijzen is dat f injectief is.
Omdat X padsamenhangend is, maar het niet uit welk basispunt x0 je kiest voor de structuur van de fundamentaalgroep; die zal altijd triviaal zijn.
Stel nu dat f niet injectief is, dan kunnen we zvva aannemen dat de vezel boven x0 uit meer dan 1 punt bestaat, zeg dat y en z in deze vezel zitten. Omdat Y samenhangend is, bestaat er een pad van y0 naar y. Als we f toepassen op dat pad, dan krijgen we een lus op x0 in X. De fundamentaalgroep van X is triviaal, dus deze lus is homotoop met een constante lus op x0. Houden we y0 als basispunt aan in Y, dan kunnen we zo'n homotopie altijd liften om een homotopie in Y te krijgen. Dit impliceert dat het constante pad in y0 homotoop is met het pad van y0 naar y.
Dit betekent dat in de vezel boven x0 er een pad van y0 naar y is. Maar f is een overdekkingsafbeelding dus deze vezel is discreet. Hieruit volgt dat y gelijk moet zijn aan y0 en dus dat alle vezels uit 1 punt bestaan.
Dat volgt direct uit de definitie van een overdekking. Om elk punt x van X kun je een open deel U kiezen, zdd het f-1(U) homeomorf is met I x U, waar I discreet is en f de projectie op de U-factor is.quote:Op vrijdag 10 juni 2011 12:23 schreef FergieOliver het volgende:
[ afbeelding ]
[..]
Perfecte uitleg! z moet wel y_0 zijn toch?
Oh en waarom is de vezel discreet?
Ieder het zijne, ik vind het een erg mooi stukje wiskunde. .quote:Op vrijdag 10 juni 2011 10:00 schreef Don_Vanelli het volgende:
[..]
Ik krijg als pragmatisch wiskundige toch wel de rillingen van maattheorie hoor
Ik vind het zelfs het mooiste stukje wat ik tot nu toe gezien hebquote:Op vrijdag 10 juni 2011 16:01 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Ieder het zijne, ik vind het een erg mooi stukje wiskunde. .
http://en.wikipedia.org/w(...)tantaneous_frequencyquote:Op zaterdag 11 juni 2011 12:56 schreef koffiegast het volgende:
Hoe werkt dat, instantenous frequency?
afgeleide van phase tegenoer tijd levert een frequentie op. En als je daar dan de afgeleide van haalt, dan krijg je een frequency? Althans, je krijgt leuke golven te zien, maar bij bevinden ze zich niet in het juist bereik (i.e. cijfers zitten dicht bij de nul ipv verspreid tussen 10-40 ofzo).
Als je alleen over x hoeft te integreren maakt het niet uit dat je een meeredere variabelen hebt, de y en z nemen een zekere waarde aan. Dus je moet x^2*e^(-a*x) integreren, met a=1+y+z>0. Nu kun je inderdaad met partiele integratie aan de slag.quote:Op zaterdag 11 juni 2011 16:52 schreef martijnnum1 het volgende:
kan iemand me helpen met het integreren van f x,y,x (x,y,x)= x^2* e^(-x(1+y+z))
x,y,z>0 integeren over x.
Dit is voor kansberekening, heb sowieso met kansberekening moeite met deze multivariabele integralen. Iemand hier een handige website voor?
Hier staat hij uitgelegd (klik ok 'show steps' bij de uitkomst), je moet in totaal twee keer partieel integreren toepassen.quote:Op zaterdag 11 juni 2011 19:23 schreef martijnnum1 het volgende:
heb er al lang op zitten puzzelen, maar kom er echt niet uit. Zou iemand het me kunnen uitleggen m.b.v. een berekening?
Partieel integreren geprobeerd met f = x^2 en g' = e^-(xa)
Klopt. Als je pi gedaan hebt blijf je nog met een integraal zitten die je niet kunt uitrekenen. Maar je ziet dat je wel van een integraal over x^2*e^(-a*x) naar een integraal over x*e^(-a*x) bent gegaan. Als je nu nog een keer pi toepast, dan raak je die x kwijt en krijg je een integraal over e^(-a*x) die je wel kunt uitrekenen.quote:Op zaterdag 11 juni 2011 19:23 schreef martijnnum1 het volgende:
heb er al lang op zitten puzzelen, maar kom er echt niet uit. Zou iemand het me kunnen uitleggen m.b.v. een berekening?
Partieel integreren geprobeerd met f = x^2 en g' = e^-(xa)
Is er niet nog een extra voorwaarde? Of moet je misschien integreren over een bepaald interval (bv de integraal over x van 0 tot 1)? Aangezien de x'en er uit vallen.quote:Op zaterdag 11 juni 2011 19:47 schreef martijnnum1 het volgende:
bedankt in ieder geval, maar het is zo dat in mijn oefententamen als uitkomst van deze integraal 2 / (1+y +z ) ^3 staat. De uitkomst zoals in Wolfram Integrator had ik namelijk zelf al gevonden.
Het gaat hierbij om kansberekening misschien handig om dat erbij te vermelden.
Dan staat er een fout in je oefententamen, het antwoord wat jij hebt hoort bij de integraal van 0 tot oneindig: http://www.wolframalpha.com/input/?i=Integrate[x^2*+e^%28-x*%281%2By%2Bz%29%29%2C{x%2C0%2Cinfinity}]quote:Op zaterdag 11 juni 2011 20:57 schreef martijnnum1 het volgende:
x van 0 tot 1 inderdaad. Snap alleen niet dat wanneer je voor x 1 invult, je voor e^-x(y+z+1) * ( -x^2 * ((y+z+1) ^2) - 2 x * (y+z+1) -2 ) = 0 krijgt.. Zie waarschijnlijk iets heel doms over het hoofd
(had al) bekeken, maar het is me nog steeds niet duidelijk...quote:Op zaterdag 11 juni 2011 18:53 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
http://en.wikipedia.org/w(...)tantaneous_frequency
Convergentie in kans betekent dat de rv's X_n naar een rv X convergeren in de zin dat voor elke \eps>0 geldt P(|X_n-X|>\eps) -> 0 als n -> oo. Convergentie in verdeling betekent dat de cumulatieve verdelingsfuncties convergeren, d.w.z. met F_n(x):=P(X_n<=x) en F(x):=P(X<=x) moet gelden F_n(x) -> F(x) als n -> oo, voor elke x waar F continu is.quote:Op zondag 12 juni 2011 21:38 schreef martijnnum1 het volgende:
Is er iemand die mij convergentie in kans en convergentie in verdeling goed kan uitleggen (fo een goede link met voorbeelden) en het verschil tussen die 2? Dank
Ja alleen ik zou het universum speciefieker maken, bijvoorbeeld Z (alle gehele getallen). Dan klopt het.quote:Op dinsdag 14 juni 2011 19:01 schreef Dale. het volgende:
[ afbeelding ]
Vraagje is dit een goed tegenvoorbeeld?
A = {0,1}, B = {0} en C = U (het universum)?
{0} subset {0,1} - klopt. Maar {0,1} is geen subset van {0} wat het complement is van het universum met verschil {0}.
Ik neem aan dat je deze plotmethode alleen gebruikt voor het gemiddelde en standaardafwijking?quote:Op dinsdag 14 juni 2011 22:10 schreef Jowiex het volgende:
Weet IEMAND een truc om meestal een goede grafiek te kunnen plotten op de Grafische rekenmachine TI?
Ik moet de standaardafwerking.
bijvoorbeeld normalcdf(23,10^99,28,standaardafwijking)=0.83
Ik weet ook best wat ik moet doen:
Y1=normalcdf(23,10^99,28,standaardafwijking)
Y2=0.83
& dan de x-coördinaat van het snijpunt berekenen met intersect.
Alleen ik kan dus nooit niet een goede Window vinden?
Hoezo zou je dat niet kunnen?quote:Op woensdag 15 juni 2011 12:50 schreef Dale. het volgende:
Ik heb de functie, [ afbeelding ] met [ afbeelding ]. Nu moet ik een set [ afbeelding ] verzinnen zodat [ afbeelding ] een bi-jectie is.
Dat is toch onmogelijk want ik ga nooit een subset van [ afbeelding ] verzinnen zodat ik ook de waardes van 0 tot 2 kan mappen?
Zoomfit?quote:Op dinsdag 14 juni 2011 22:10 schreef Jowiex het volgende:
Weet IEMAND een truc om meestal een goede grafiek te kunnen plotten op de Grafische rekenmachine TI?
Ik moet de standaardafwerking.
bijvoorbeeld normalcdf(23,10^99,28,standaardafwijking)=0.83
Ik weet ook best wat ik moet doen:
Y1=normalcdf(23,10^99,28,standaardafwijking)
Y2=0.83
& dan de x-coördinaat van het snijpunt berekenen met intersect.
Alleen ik kan dus nooit niet een goede Window vinden?
Omdat f(0) = f(4) = 4, f(1) = f(3) = 1. En bij een bi-jectie mag er maar 1 waarde bestaan die F(x) = y oplevert? En er komt toch echt geen andere uitkomst bij f(0) en f(1) (en alle tussenliggende waardes of course)? Verder kan ik voor A toch niet nemen? Omdat ik dan van een kleinere set op een grotere set map?quote:
Die verzamelingen zijn even groot hoor.quote:Op woensdag 15 juni 2011 14:57 schreef Dale. het volgende:
[..]
Verder kan ik voor A toch niet [ afbeelding ] nemen? Omdat ik dan van een kleinere set op een grotere set map?
quote:Op woensdag 15 juni 2011 14:57 schreef Dale. het volgende:
[..]
Omdat f(0) = f(4) = 4, f(1) = f(3) = 1. En bij een bi-jectie mag er maar 1 waarde bestaan die F(x) = y oplevert? En er komt toch echt geen andere uitkomst bij f(0) en f(1) (en alle tussenliggende waardes of course)? Verder kan ik voor A toch niet [ afbeelding ] nemen? Omdat ik dan van een kleinere set op een grotere set map?
Het bewijs dat de afbeelding dan ook bijectief is, kan je met de afgeleide doen.quote:Op woensdag 15 juni 2011 15:09 schreef thabit het volgende:
[..]
Die verzamelingen zijn even groot hoor.
Da's met een kanon op een mug schieten.quote:Op woensdag 15 juni 2011 15:13 schreef Siddartha het volgende:
[..]
[..]
Het bewijs dat de afbeelding dan ook bijectief is, kan je met de afgeleide doen.
Ik vind het wel een handige methode, vooral als je meer van deze opgaven moet maken.quote:Op woensdag 15 juni 2011 15:19 schreef thabit het volgende:
[..]
Da's met een kanon op een mug schieten.
Hmmm ja klopt natuurlijk. Maar mag dat dan wel als set nemen, omdat hij dus moet afbeelden op de reeele positieve getallen met 0 derbij?quote:Op woensdag 15 juni 2011 15:09 schreef thabit het volgende:
[..]
Die verzamelingen zijn even groot hoor.
Ja {x in |R : x>= 2} is goed, want x=2 wordt op nul afgebeeld en f is monotoon stijgend voor x>=2 dus heel |R+ met {0} wordt bereikt en hij is injectief. Dus met die afgeleide ben je in 1 klap klaarquote:Op woensdag 15 juni 2011 15:45 schreef Dale. het volgende:
[..]
Hmmm ja klopt natuurlijk. Maar mag dat dan wel als set nemen, omdat hij dus moet afbeelden op de reeele positieve getallen met 0 derbij?
Deze hoef je niet met de ABC-formule op te lossen, dat kan veel eenvoudiger.quote:Op donderdag 16 juni 2011 19:12 schreef Voltreffer het volgende:
Iemand die me even kan helpen met 2 wiskunde sommen? Kom er niet uit .
2x² - 5 = 0
Deze zou ik dan op moeten kunnen lossen met de ABC formule maar het antwoord: +/- Wortel van 10 / 2 kom ik niet op
Die antwoorden, -3 en -8, kloppen niet (je eigen antwoorden ook niet).quote:Zelfde als bij 3x² + 8x +2 = 0
Dan zou zijn Discirminant = 8²-4.3.2 = 40
X1 = -8+wortel van 40 / 2.3 = -6.94
X2 = -8- wortel van 40 / 2.3 = -10.58
echter zijn de antwoorden -3 en -8?
Kijk eens even hier.quote:Op vrijdag 17 juni 2011 16:05 schreef Captain_Dick het volgende:
Hallo genieën, is er iemand die mij kan helpen met het volgende vraagstuk.
[ afbeelding ]
wat ben je überhaupt aan het onderzoeken?quote:Op maandag 20 juni 2011 15:01 schreef VGA4xZoom het volgende:
Help! Ik heb ruzie met mijn statistiek boek
Ik moet de grenzen van de tweezijdige P-waarde uitrekenen aan de hand van onderstaande gegevens:
n1 =4 n2=3
y1 = 735 y2=854
SE(y1-y2)=38 df=4
Ts.3.14
De nodige gegevens zouden in een t-verdeling tabel staan, maar ik zie gewoon niet hoe je die waarden daar fatsoenlijk uitvist.
Kijk hier eens. Dat had je zelf toch ook kunnen vinden?quote:Op woensdag 22 juni 2011 12:35 schreef M.rak het volgende:
Ik kom niet uit de volgende opgave:
[ afbeelding ]
Ik ken de formules voor de normaalvector en het raakvlak in twee dimensies, maar nu is F ook nog een functie van z. Ik zou zeggen dat je nu iets met impliciete functies moet doen, maar ik zou niet weten hoe je dat hier toe moet passen.
Variabelen scheiden en dan beide leden integreren.quote:Op woensdag 22 juni 2011 16:28 schreef Adames het volgende:
[ afbeelding ]
Even klein vraagje, hoe integreer je deze ook alweer naar een exponentiële functie in de vorm van
[ afbeelding ]
Je hebt gelijk, daar heb ik helemaal niet aan gedacht. Bedankt .quote:Op woensdag 22 juni 2011 14:30 schreef Riparius het volgende:
[..]
Kijk hier eens. Dat had je zelf toch ook kunnen vinden?
Het vlak is een bol met middelpunt (1;2;3) en straal 1. De afstand van de punten (1;1;1) en (3;3;3) tot het middelpunt (1;2;3) bedraagt echter √5 en deze punten liggen dus buiten de bol, zodat je meteen ziet dat de uitwerking niet klopt. De lijn x=y=z ligt geheel buiten de bol.quote:Op woensdag 22 juni 2011 17:17 schreef M.rak het volgende:
[..]
Je hebt gelijk, daar heb ik helemaal niet aan gedacht. Bedankt .
Ik heb direct nog een vraag. In een tentamen stond een opgave waarin oa het volgende werd gevraagd:
Bepaal de snijpunten van het vlak (x-1)2 + (y-2)2 + (z-3)2 = 1 en de lijn x = y = z.
Bij alles wat ik probeer zijn er geen oplossingen, maar in de uitwerkingen staat dat (1,1,1) en (3,3,3) de oplossingen zijn. Ben ik nu heel dom en zie ik iets over het hoofd, of is dit gewoon een fout in de tentamenuitwerkingen en zijn er geen oplossingen?
Dat hoeft niet, er staat gewoon a/(a+a) en dat is 1/2.quote:Op woensdag 22 juni 2011 19:18 schreef M.rak het volgende:
Ik zie het, als je zowel de teller als de noemer vermenigvuldigt met sqrt(x) kan je x wegdelen, dan lukt het wel.
Waarom zou je geen ander pad kunnen verzinnen? Elke lijn door de oorsprong voldoet. Kies je (om maar een voorbeeld te geven) y = ¼x dan kom je op 4/3 uit en dat is in combinatie met de waarde 1/2 voor y = x voldoende om te concluderen dat de limiet niet bestaat.quote:Op woensdag 22 juni 2011 19:09 schreef M.rak het volgende:
Bedankt alweer . Nog één vraag, dan hou ik er mee op:
[ afbeelding ]
In de uitwerkingen staat dat deze limiet niet bestaat, omdat er verschillende antwoorden uitkomen bij het pad y=x en het pad x=0. Als je y=x invult komt er ½ uit, maar als je x=0 invult komt er volgens de uitwerkingen nul uit. De teller wordt dan inderdaad nul, maar volgens mij wordt de noemer ook nul, waardoor je 0/0 overhoudt. Daar kan je niets over zeggen, dus heb je toch niks aan dat pad? Ik kon ook geen ander pad verzinnen waar direct aan te zien is dat de limiet niet bestaat.
Weet je het zeker?quote:Op woensdag 22 juni 2011 19:55 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Dat hoeft niet, er staat gewoon a/(a+a) en dat is 1/2.
ah ik zit verkeerd te lezen, voor x=y is het duidelijk, maar x=0 werkt natuurlijk niet.quote:
Je kunt om te beginnen hier: http://reference.wolfram.com/mathematica/ref/RecurrenceTable.html even kijken. Ik weet niet of het type grafiek dat jij zoekt een ingebouwde mogelijkheid is, maar indien niet is het niet al te moeilijk hem zelf eventjes te schrijven lijkt me?quote:Op vrijdag 24 juni 2011 17:50 schreef thenxero het volgende:
Weet iemand hoe je webgrafieken tekent in Mathematica?
Of wat de Engelse term is voor webgrafiek? Met "web diagram" kom ik niet veel verder.
Je voorbeeld klopt, een ander voorbeeld kun je maken met A={1}, B={1,2}, en F(x)=x.quote:
Het is een ingebouwde functie, heb het wel eens eerder gebruikt maar ik kan het niet terugvinden. Ook niet met de termen cobweb plot of verhulst diagram...quote:Op vrijdag 24 juni 2011 18:02 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Je kunt om te beginnen hier: http://reference.wolfram.com/mathematica/ref/RecurrenceTable.html even kijken. Ik weet niet of het type grafiek dat jij zoekt een ingebouwde mogelijkheid is, maar indien niet is het niet al te moeilijk hem zelf eventjes te schrijven lijkt me?
Met (x,y,z) = (1,0,1) in de halve bol?quote:Op zaterdag 25 juni 2011 16:49 schreef Fingon het volgende:
Volgens mij is dat een halve bol met straal 1.
Toch niet inderdaad, en ook nog x>=0 dus cirkel als basis gaat ook niet op.quote:Op zaterdag 25 juni 2011 16:51 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Met (x,y,z) = (1,0,1) in de halve bol?
Dat is toch niet zo moeilijk? Kijk hier eens.quote:Op zaterdag 25 juni 2011 17:03 schreef martijnnum1 het volgende:
Antwoord klopt inderdaad maar kan iemand me voordoen hoe het met een mooie integraal uit te rekenen is
P(beide wielen 10)= 1/10*1/10=1/100 op 5 euroquote:In een speelautomaat draaien twee onafhankelijke raden die in tien gelijke segmenten zijn verdeeld. De segmenten zijn van 1 tm 10 genummerd. Er gelden de volgende winst mogelijkheden (bij andere combinaties verliest de speler zijn inzet):
-Beide raden 10 = 5 euro
-Beide raden hetzelfde getal (maar niet 10) = 2 euro
-Precies één van de raden een 10 = 1 euro
Wat is de minimale inzet die je moet vragen om winst te maken?
Ok bedankt, vreemd ik had echt iets veel moeilijkers verwacht.quote:Op zondag 26 juni 2011 15:14 schreef M.rak het volgende:
Ik zou zeggen dat de methode klopt, alleen P(precies één 10) is volgens mij 18/100, allebei de raden kunnen namelijk die 10 krijgen.
Ja ik heb de vraag niet letterlijk overgetyptquote:Op zondag 26 juni 2011 15:25 schreef thenxero het volgende:
Wat M.rak zegt. En eigenlijk is die vraag slecht gesteld: met 1ct inzet kan al winst gemaakt worden, alleen de verwachte opbrengst voor de ondernemer is dan negatief.
Dat dacht ik dus ook... zal anders even de gehele context erbij doen?quote:Op zondag 26 juni 2011 17:03 schreef GlowMouse het volgende:
Pak bv. V={1,2,3,4}, J={1}, k=2.
v-j boven k is 3.
v-k boven j is 2.
Het juiste antwoord is v-j boven k:
{2,3}
{2,4}
{3,4}
2.5 = 5/2quote:Op dinsdag 28 juni 2011 14:31 schreef honderdprocentjes het volgende:
Hallo,
heb morgen een wiskunde toets en zou graag antwoord willen op deze vraag:
Heb 2.5Q^-0.5 + 2
Uiteindelijk moet ik dit verder herleiden tot (5:2)x(1:Q^1:2) + 2
Hoe doe ik dit?
beide kanten delen door 500, dan de LN van beide kanten nemen!quote:Op dinsdag 28 juni 2011 15:20 schreef Self-Catering het volgende:
Ik heb een vraag over exponentiële groei.
De formule is het volgende:
[ afbeelding ]
De vraag luidt: Wat is t als N=2400.
oftewel:
2400 = [ afbeelding ]
Hoe bereken je dit?
Als N = 2400, dan staat er links wel 2400t, behoorlijk verschilquote:Op dinsdag 28 juni 2011 15:20 schreef Self-Catering het volgende:
Ik heb een vraag over exponentiële groei.
De formule is het volgende:
[ afbeelding ]
De vraag luidt: Wat is t als N=2400.
oftewel:
2400 = [ afbeelding ]
Hoe bereken je dit?
Ik verwacht dat hij bedoelt N(t) en niet N*t, anders wordt het inderdaad een stukje lastiger.quote:Op dinsdag 28 juni 2011 15:28 schreef Nelis89 het volgende:
[..]
Als N = 2400, dan staat er links wel 2400t, behoorlijk verschil
Edit: neem aan 0.069t, maar lijkt zo op 0*0.069t
Klinkt bekent, maar volgen doe ik je niet..quote:Op dinsdag 28 juni 2011 15:23 schreef FedExpress het volgende:
[..]
beide kanten delen door 500, dan de LN van beide kanten nemen!
Volg je dat?
quote:Op dinsdag 28 juni 2011 15:35 schreef M.rak het volgende:
[..]
Ik verwacht dat hij bedoelt N(t) en niet N*t,
Het delen lukt denk ik wel? Als je dan aan beide kanten de ln (de natuurlijke logaritme) neemt, komt er links ln(4.8) te staan, en recht ln(exp(0.069t)). Een eigenschap van ln(x) en exp(x) (dat is e^x) is dat ze elkaar opheffen, dus ln(exp(0.069t))=0.069t. Nu staat er ln(4.8)=0.069t, dat levert t = ln(4.8)/0.069.quote:Op dinsdag 28 juni 2011 16:00 schreef Self-Catering het volgende:
[..]
Klinkt bekent, maar volgen doe ik je niet..
dacht laat het hem zelf proberen, maar dat lukt schijnbaar toch nietquote:Op dinsdag 28 juni 2011 16:13 schreef M.rak het volgende:
[..]
Het delen lukt denk ik wel? Als je dan aan beide kanten de ln (de natuurlijke logaritme) neemt, komt er links ln(4.8) te staan, en recht ln(exp(0.069t)). Een eigenschap van ln(x) en exp(x) (dat is e^x) is dat ze elkaar opheffen, dus ln(exp(0.069t))=0.069t. Nu staat er ln(4.8)=0.069t, dat levert t = ln(4.8)/0.069.
Zo duidelijker?
LBO Zwakstroom Nee, zit met het (zelfstudie)boek van Jan Craats, daar wordt expo groei echt zwaar onderbelicht.quote:Op dinsdag 28 juni 2011 16:40 schreef FedExpress het volgende:
[..]
dacht laat het hem zelf proberen, maar dat lukt schijnbaar toch niet
Wat voor niveau doe je, Self-Catering?
Oeps onhandige typo.quote:Op dinsdag 28 juni 2011 19:00 schreef M.rak het volgende:
Wat themole zegt inderdaad (behalve dan a2 ipv 2a2). Je kan het ook zelf uitwerken, (a+b)2 is namelijk gewoon (a+b)(a+b). Dat is weer gelijk aan a(a+b) + b(a+b). Uitwerken levert op a2+2ab+b2, en dat is wat themole al zei.
Je vergeet het principe dat f(x)=a dan f'(x)=0quote:Op dinsdag 28 juni 2011 20:16 schreef honderdprocentjes het volgende:
Nee helaas worden over die dingen geen uitleg gegeven. Ik zou toch zeggen dat de eerste formule,
0.5t^4 - a^2 t + a^2
t zit meteen achter de 2 vast
2t^3 - a^2 + a^2 als uitkomst zou moeten hebben? Je werkt de t achter a^2 weg en differentieerd de a^2 naar a^2?
Jouw formule is:quote:Op dinsdag 28 juni 2011 20:24 schreef honderdprocentjes het volgende:
Huh, sorry, maar dat snap ik niet? Zou je dat kunnen uitleggen?
Je differentieert altijd naar een variabele. Als jij zegt dat f(t)=0.5t4- a2t + a2, dan kijk je naar een functie van t. Als je dan gaat differentieren, differentieer je naar de variabele t, en niet naar a. In dit geval is a gewoon een plaatsvervanger voor een getal, zodat je later a=10 of a=20 in kan vullen, zonder dat je alles weer opnieuw moet uitrekenen.quote:Op dinsdag 28 juni 2011 21:44 schreef honderdprocentjes het volgende:
Ik vind het nog steeds heel moeilijk te begrijpen. Sorry, het ligt aan mij. Maar is dit dus een speciale uitzondering? Want naar mijn gevoel zou a^2 altijd naar 2a herleid moeten worden?
Je differentieert naar t, dus t is een variabele. Als p een getal is kan je pt toch herleiden naar p. Dan kan je p2t herleiden naar p2. Je weet dat de afgeleide van 9 gelijk is aan 0. p is een getal dus de afgeleide van p2 als je diffentieert naar t dan is dat 0. Indien je differentieert naar p dan is p ipv een constante een variabele en is de afgeleide van p2 ineens 2p.quote:Op dinsdag 28 juni 2011 21:44 schreef honderdprocentjes het volgende:
Ik vind het nog steeds heel moeilijk te begrijpen. Sorry, het ligt aan mij. Maar is dit dus een speciale uitzondering? Want naar mijn gevoel zou a^2 altijd naar 2a herleid moeten worden?
De richtingscoëfficiënt van een rechte lijn is gelijk aan de tangens van de hoek die de lijn met de (positieve) x-as maakt, begrijp je dat wel?quote:Op woensdag 29 juni 2011 15:21 schreef Siddartha het volgende:
Ik zie niet in waarom de lijn l (als functie van de hoek a) die door de oorsprong gaat en een hoek a met de oorsprong maakt, weergegeven kan worden door de vergelijking:
-xsin(a) + ycos(a)=0
Ja, maar ik zie even niet wat ik daarmee kan.quote:Op woensdag 29 juni 2011 15:26 schreef Riparius het volgende:
[..]
De richtingscoëfficiënt van een rechte lijn is gelijk aan de tangens van de hoek die de lijn met de (positieve) x-as maakt, begrijp je dat wel?
Laten we aannemen dat we een lijn door de oorsprong hebben die een (positieve) hoek α maakt met de (positieve) x-as. Kies nu een willekeurig punt P(x;y) op de lijn in het eerste kwadrant. Zij Q(x;0) het voetpunt van de loodlijn uit P op de x-as en beschouw nu driehoek OPQ met hoek QOP = α. De tangens van een (scherpe) hoek in een rechthoekige driehoek is gelijk aan de lengte van overliggende rechthoekszijde gedeeld door de lengte van de aanliggende rechthoekszijde, en deze lengten zijn hier resp. y en x. Dus krijgen we:quote:Op woensdag 29 juni 2011 15:31 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Ja, maar ik zie even niet wat ik daarmee kan.
Ik snap werkelijk niet waarom ik dit niet zelf zag.quote:Op woensdag 29 juni 2011 15:41 schreef Riparius het volgende:
[..]
Laten we aannemen dat we een lijn door de oorsprong hebben die een (positieve) hoek α maakt met de (positieve) x-as. Kies nu een willekeurig punt P(x;y) op de lijn in het eerste kwadrant. Zij Q(x;0) het voetpunt van de loodlijn uit P op de x-as en beschouw nu driehoek OPQ met hoek QOP = α. De tangens van een (scherpe) hoek in een rechthoekige driehoek is gelijk aan de lengte van overliggende rechthoekszijde gedeeld door de lengte van de aanliggende rechthoekszijde, en deze lengten zijn hier resp. y en x. Dus krijgen we:
(1) y : x = tan α
Maar nu is ook:
(2) tan α = sin α : cos α
En dus hebben we:
(3) y : x = sin α : cos α
Kruislings vermenigvuldigen van de leden van deze evenredigheid geeft dan:
(4) y∙cos α = x∙sin α
Analoog voor lijnen door de oorsprong met een negatieve richtingscoëfficiënt.
Het zal de hitte wel zijn. Misschien is het aardig om te laten zien dat je hetzelfde resultaat ook op een heel andere manier kunt vinden. Zij l weer de lijn die je krijgt door de x-as over een (positieve of negatieve) hoek α te roteren om de oorsprong. Beschouw nu de vector:quote:Op woensdag 29 juni 2011 15:47 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Ik snap werkelijk niet waarom ik dit niet zelf zag.
Bedankt voor de uitleg.
En G(x) dan?quote:Op zaterdag 25 juni 2011 14:21 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Je voorbeeld klopt, een ander voorbeeld kun je maken met A={1}, B={1,2}, en F(x)=x.
Dit is inderdaad een erg mooie en duidelijke afleiding.quote:Op woensdag 29 juni 2011 17:55 schreef Riparius het volgende:
[..]
Het zal de hitte wel zijn. Misschien is het aardig om te laten zien dat je hetzelfde resultaat ook op een heel andere manier kunt vinden. Zij l weer de lijn die je krijgt door de x-as over een (positieve of negatieve) hoek α te roteren om de oorsprong. Beschouw nu de vector:
(1) n = (cos(α+½π) sin(α+½π))
Het is duidelijk dat n loodrecht staat op lijn l en dus een normaalvector is van l. Voor elke vector v = (x y) met eindpunt op lijn l is het inproduct van n en v dus gelijk aan nul:
(2) v∙n = 0
En dus hebben we voor elk punt (x;y) op lijn l:
(3) x∙cos(α+½π) + y∙sin(α+½π) = 0
Maar nu is cos(α+½π) = -sin α en sin(α+½π) = cos α, en dus hebben we als vergelijking voor l:
(4) -x∙sin α + y∙cos α = 0
In tegenstelling tot de vorige afleiding geldt deze afleiding ook voor α = ½π.
Oei, dat is in het tweede jaar nog vele malen "erger". Als je wat verder komt met natuurkunde is het ook niet heel veel anders... quantummechanica heeft ook niet zoveel met de dagelijkse praktijk te maken.quote:Op woensdag 29 juni 2011 22:48 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Dit is inderdaad een erg mooie en duidelijke afleiding.
Wat ik erg jammer vind aan de opzet van mijn studie (wiskunde), is dat er totaal geen 'praktijk' meer is. Zoals bij lineaire algebra is de enige matrix die niet puur algemeen/theoretisch was ( 'laat M een nxn matrix zijn in het complexe vlak, dan...' ), de rotatiematrix geweest en dan nog diende die alleen om een verband tussen draaien/spiegelen en orthogonale transformaties te tonen.
Ik neem aan dat daarvoor de minor natuurkunde dient?
Maar bij natuurkunde (in ieder geval het eerste jaar) ben je tenminste nog bezig met concrete matrices. En dat bedoel ik met 'praktijk'.quote:Op donderdag 30 juni 2011 00:14 schreef thenxero het volgende:
[..]
Oei, dat is in het tweede jaar nog vele malen "erger". Als je wat verder komt met natuurkunde is het ook niet heel veel anders... quantummechanica heeft ook niet zoveel met de dagelijkse praktijk te maken.
In dat natuurkundeboek staat alles waarschijnlijk een stuk minder exact uitgelegd dan in je wiskundeboek (dat is toch vaak wel het geval). Daardoor krijg je misschien bij natuurkunde een wat intuïtiever begrip, maar als je de theorie wil uitbreiden of op verschillende dingen wil toepassen, dan heb je vaak weer meer aan de "droge" wiskundige manier, die wat algemener en abstracter is.quote:Op donderdag 30 juni 2011 10:45 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Maar bij natuurkunde (in ieder geval het eerste jaar) ben je tenminste nog bezig met concrete matrices. En dat bedoel ik met 'praktijk'.
Niet dat ik klaag, ik vind deze manier ook leuk.
Het is alleen frustrerend dat een paar uurtjes in een natuurkunde boek kijken me meer begrip heeft gebracht van vectoren dan een heel semester lineaire algebra 1.
Duidelijkquote:Op donderdag 30 juni 2011 16:09 schreef GlowMouse het volgende:
ik zal een opzetje geven:
Je hebt xk = yi en ym = zn
er geldt dus dat
xk = yi = (ym)i/m
Hoe verder dan? Of dit antwoord gewoon laten staan...? Lijkt me sterkquote:Op donderdag 30 juni 2011 16:45 schreef GlowMouse het volgende:
Dat zal niet lukken, maar dat is niet erg.
Het lijkt mij inzichtelijker om meteen te gebruiken dat als een relatie aangetoond wordt door een paar exponenten a, b dat het paar m*a, m*b dit ook doet (ik vermoed dat GlowMouse dit uiteindelijk ook wel zal doen). Die m_xy en m_yz moet je dan zodanig kiezen dat de exponenten van y hetzelfde zijn.quote:Op donderdag 30 juni 2011 17:35 schreef Dale. het volgende:
[..]
Hoe verder dan? Of dit antwoord gewoon laten staan...? Lijkt me sterk
Wat de precieze definitie is kan ik ook niet zeggen, maar het ontkrachten van de bewering zal daar ook niet zo van afhangen.quote:Op donderdag 30 juni 2011 18:53 schreef minibeer het volgende:
kleine vraag. Ik moet
f(n) + g(n) = Θ(min(f(n), g(n))) bewijzen of ontkrachten
Bedoelen ze hier met min(f(n), g(n)) de functie van g(n) en f(n) die asymptotisch het kleinste is (oftewel het minst hard stijgt)?
Er staat geen verdere uitleg in het boek, althans niet waar ik het kan vinden (boek is meer dan 1800 pagina's). Ik weet btw niet echt of deze vraag hier moet of eerder in bèta overig, dus zeg het maar als dit het verkeerde topic is.
Mmm, ik kan even geen andere manier bedenken dan allebei de manieren ontkrachtenquote:Op donderdag 30 juni 2011 19:05 schreef Wolfje het volgende:
[..]
Wat de precieze definitie is kan ik ook niet zeggen, maar het ontkrachten van de bewering zal daar ook niet zo van afhangen.
Met min(f(n), g(n)) wordt de functie bedoeld die elke n naar het minimum van de twee waarden f(n) en g(n) stuurt. "Asymptotisch het kleinste" hoeven ze geen van beide te zijn; ze zouden elkaar oneindig vaak af kunnen wisselen qua groei.quote:Op donderdag 30 juni 2011 18:53 schreef minibeer het volgende:
kleine vraag. Ik moet
f(n) + g(n) = Θ(min(f(n), g(n))) bewijzen of ontkrachten
Bedoelen ze hier met min(f(n), g(n)) de functie van g(n) en f(n) die asymptotisch het kleinste is (oftewel het minst hard stijgt)?
Er staat geen verdere uitleg in het boek, althans niet waar ik het kan vinden (boek is meer dan 1800 pagina's). Ik weet btw niet echt of deze vraag hier moet of eerder in bèta overig, dus zeg het maar als dit het verkeerde topic is.
Ik heb nog wel de eerste vraag in dit topic beantwoord!quote:
Dankje! Ik moet even wat moeite doen om het idee te begrijpen, maar ik denk dat het wel lukt vanaf hier.quote:Op donderdag 30 juni 2011 22:12 schreef thabit het volgende:
[..]
Met min(f(n), g(n)) wordt de functie bedoeld die elke n naar het minimum van de twee waarden f(n) en g(n) stuurt. "Asymptotisch het kleinste" hoeven ze geen van beide te zijn; ze zouden elkaar oneindig vaak af kunnen wisselen qua groei.
Er wordt naar de verdeling van het gemiddelde van 25 waarnemingen gevraagd, geef dit aan met de variable Y (die ''X'' is te verwarrend). Elk van de waarnemingen X_i is verdeeld volgens X en onafhankelijk van elkaar. De verdeling van Y is dan (gebruik formule voor lineaire combinatie van onafhankelijke variabelen)quote:Op maandag 4 juli 2011 11:05 schreef Desdemona het volgende:
De variabele X is in een bepaalde populatie exact normaal verdeeld met een gemiddelde van 10 en een standaarddeviatie van 5. Het plan is om onafhankelijk van elkaar 25 waarnemingen van X te verkrijgen en het gemiddelde "X" te berekenen. Wat is de steekproevenverdeling van "X"
Het goede antwoord is:
Exact normaal verdeeld met gemiddelde 10 en standaarddeviatie 1
Ik snap dit niet. Iemand?
Dank voor je reactie en je uitleg!quote:Op dinsdag 5 juli 2011 11:51 schreef Wolfje het volgende:
[..]
Er wordt naar de verdeling van het gemiddelde van 25 waarnemingen gevraagd, geef dit aan met de variable Y (die ''X'' is te verwarrend). Elk van de waarnemingen X_i is verdeeld volgens X en onafhankelijk van elkaar. De verdeling van Y is dan (gebruik formule voor lineaire combinatie van onafhankelijke variabelen)
Y = (som X_i )/25 ~ N((som mu_i)/25, som sigma_i^2/(25^2)) ~ N(10, (som 1/25)) ~ N(10,1)
De 8 mensen die overblijven kunnen toch op 8! mogelijkheden gaan zitten?quote:De mensen die overblijven moeten sowieso naar tafel 3, dus dat is 1 combinatie.
Dat bedoelen ze waarschijnlijk met "als de plaatsing aan een tafel geen rol speelt", het maakt dus niet uit wie er precies op welke stoel gaat zitten, het gaat er alleen om welke mensen aan welke tafel gaan zitten.quote:Op zondag 10 juli 2011 13:43 schreef .aeon het volgende:
Ja dat had ik eerst, maar ze kunnen toch ook binnen de tafels nog op verschillende stoelen gaan zitten?
[..]
De 8 mensen die overblijven kunnen toch op 8! mogelijkheden gaan zitten?
Omg ja tuurlijk , ok duidelijkquote:Op zondag 10 juli 2011 13:53 schreef M.rak het volgende:
[..]
Dat bedoelen ze waarschijnlijk met "als de plaatsing aan een tafel geen rol speelt", het maakt dus niet uit wie er precies op welke stoel gaat zitten, het gaat er alleen om welke mensen aan welke tafel gaan zitten.
Dat lijkt me wel ja, dan is er immers geen echt verschil met 18 éénpersoonstafels, behalve dan de plaatsing van de tafels.quote:Op zondag 10 juli 2011 13:57 schreef .aeon het volgende:
[..]
Omg ja tuurlijk , ok duidelijk
Even voor de duidelijkheid, als het wel uitmaakt is het 18! toch?
Oftewel ((18nCr4)*4!)*((14nCr6)*6!)*((8nCr8)*8!)
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |