Aha. Ja, dat zou kunnen, maar ik herken het niet gelijk als een standaard notatie. Als ik zou moeten gokken, dan zou ik denken dat het een linkshandig multiplet moet voorstellen in het (MS) Standaard Model oid.quote:
Ik had al voorspeld dat je hier extra aandacht aan zou moeten geven. Veel studenten blijken niet in staat een bewijs (enigszins) correct op te schrijven, en dat geldt trouwens niet alleen voor de vlakke meetkunde.quote:Op donderdag 9 juni 2011 14:37 schreef Pipo1234 het volgende:
Ik ben mij aan het voorbereiden voor een toelatingsexamen Wiskunde B. Nu ben ik klaar met de theorieboeken en heb ik mijn aandacht als eerste gericht op hetgeen waar ik de meeste moeite mee heb. In mijn geval "bewijzen in de meetkunde"...
In de buurt zitten telt niet. Een bewijs is geldig of niet geldig. De bedoeling van een bewijs is dat je jouw strict logische en formele gedachtengang expliciet maakt zodat anderen die het lezen jouw gedachtengang volledig kunnen volgen en zo kunnen toetsen of hetgeen je doet ook klopt. Helder en gestructureerd denken en dat in stappen kunnen opschrijven is trouwens een must om goed te leren programmeren (sommige methoden van Euclides zijn direct in een computeralgoritme om te zetten!), dus beschouw het maar als een goede voorbereiding.quote:Ik krijg het dus absoluut niet voor elkaar om oefenopgaven (uit een examenbundel) goed op te lossen. Vaak zit ik er wel in de buurt, maar sla ik (heel) veel over. Ik ben bang dat dit onderdeel mij gaat nekken, aangezien het waarschijnlijk 1/5 van mijn cijfer gaat bepalen en ik niet al mijn hoop op de overige onderdelen wil, kan en ga vestigen.
Neem eens een kijkje op deze site. Biedt veel meer dan je nodig zult hebben, maar geeft wat bewijzen, en alles in het Nederlands (onze taal heeft veel 'eigen' woorden voor meetkundige begrippen, dat hebben we te danken aan Simon Stevin. De andere Europese talen gebruiken meestal terminologie die teruggaat op het Grieks en Latijn). Probeer bijvoorbeeld eens of je de verschillende bewijzen voor het door één punt gaan van de zwaartelijnen in een driehoek goed kunt begrijpen.quote:Nu vroeg ik mij af of iemand een idee of advies heeft waarmee ik dit onderdeel beter onder de knie kan krijgen. Het punt is namelijk dat ik bijna alle stellingen inmiddels uit mijn hoofd ken, maar nog steeds niet de juiste oplossing vind bij de oefenopgaven. Ik snap de oplossingen uiteindelijk wel en daar leer ik dan wel weer van, maar het is nog erg abstract voor mij.
Om te beginnen: je haakjes matchten niet. Maar dit is niet algebraïsch op te lossen. Kijk even hier.quote:Op donderdag 9 juni 2011 18:10 schreef JohnSpek het volgende:
Aangezien ik er in het bedrijfseconomie topic niet uitkwam, stel ik hier de vraag!
970 = 37.50* (1-(1/(1+r)^40))/r + 1000/((1+r)^40)
Hoe los je hier algebraïsch r uit op?
Je haakjes matchen nog steeds niet.quote:
quote:Op wolfram had ik inderdaad al gekeken, maar probeerde het voor de lol algebraïsch op te lossen en vond het jammer dat ik er niet uitkwam.
Maar blijkbaar lag het niet aan mij!
Stop je uitdrukking in Wolfram, als je dan de mededeling An attempt was made to fix mismatched delimiters krijgt weet je dat je een mismatch hebt.quote:Op donderdag 9 juni 2011 18:21 schreef JohnSpek het volgende:
Begrijp er niks meer van, het zijn er toch 3 ((( en 3 ))) bij het eerste stukje, en (( )) bij het tweede stukje.
Wat is er fout aan?
http://www.wolframalpha.com/input/?i=970+%3D+37.50*+%281-%281%2F%281%2Br%29^40%29%29%2Fr+%2B+1000%2F%28%281%2Br%29^40%29quote:Op donderdag 9 juni 2011 18:24 schreef Riparius het volgende:
[..]
Stop je uitdrukking in Wolfram, als je dan de mededeling An attempt was made to fix mismatched delimiters krijgt weet je dat je een mismatch hebt.
Daar ziet het wel naar uit ja. Maar als ik in Wolfram constateer dat er iets niet klopt en JohnSpek enkele seconden later zijn post al wijzigt (zodat dat niet te zien is als edit) dan is de verwarring compleet. Gewoon dit soort zaken controleren voordat je überhaupt iets post dus.quote:Op donderdag 9 juni 2011 18:25 schreef GlowMouse het volgende:
Hij heeft vijf versies gepost, toen jij voor het eerst zei dat hij niet klopte, klopte hij al wel
Graag gedaan. De nulpunten van een polynoom hoger dan de vierde graad zijn in zijn algemeenheid niet algebraïsch te bepalen, dus je had je de moeite kunnen besparen om naar een algebraïsche oplossing te zoeken.quote:Op donderdag 9 juni 2011 18:38 schreef JohnSpek het volgende:
Uiteraard, ik had het gecontroleerd. Maar blijkbaar toch niet goed genoeg!
Bedankt voor het antwoord in ieder geval.
Als de eerste zus op een van de buitenste plaatsen gaat staan (2 manieren) dan moet de tweede zus naast haar gaan staan aan de binnenkant, dat kan maar op 1 manier. Dus 2 x 1 = 2 mogelijkheden. Als de eerste zus op positie 2, 3 of 4 gaat staan (3 mogelijkheden), dan kan de tweede zus aan haar linker- of rechterkant gaan staan (2 manieren), dus 3 x 2 = 6 manieren. In totaal zijn er dus 2 + 6 = 8 mogelijkheden.quote:Op donderdag 9 juni 2011 19:25 schreef Jelmer1994 het volgende:
Bedankt voor het snelle antwoord! Hoe bereken ik de 2e dan?
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |