Door eerst H en K te definieren.quote:Op zaterdag 27 november 2010 18:30 schreef BasementDweller het volgende:
Te bewijzen: Als iedere Sylow ondergroep normaal is, dan is G isomorf aan het product van zijn Sylow ondergroepen.
De enige manier om dit te bewijzen die ik kan bedenken is door de volgende stelling te gebruiken:
Als H,K < G waarvoor HK=G en [ afbeelding ] en [ afbeelding ] en [ afbeelding ]. Dan is G isomorf met H × K.
Maar om maar eens met de eerste voorwaarde te beginnen, hoe kan ik laten zien dat HK=G? Als het uberhaupt zo is.
Misschien is het voldoende om aan te nemen dat het aantal Sylowondergroepen van G eindig is, maar dat terzijde.quote:Op zaterdag 27 november 2010 19:05 schreef BasementDweller het volgende:
Oja, bovenaan de opgaves staat "assume |G|= k pm", dus G is inderdaad eindig.
De doorsnede van elk tweetal H'tjes moet triviaal zijn.quote:Op zaterdag 27 november 2010 19:05 schreef BasementDweller het volgende:
Als H1,H2,..., Hk < G en de doorsnede van H1, ... , Hk is de identiteit, ieder element in Hi commuteert met ieder element uit Hj voor alle j en i in {1,...,k}. Dan is G isomorf met H1 × H2 × ... × Hk.
Toon eerst maar aan dat het een ondergroep van G is.quote:Op zaterdag 27 november 2010 19:24 schreef BasementDweller het volgende:
Oke, maar waarom is H1 H2 ... Hk = G?
quote:Op zaterdag 27 november 2010 19:44 schreef thabit het volgende:
[..]
Toon eerst maar aan dat het een ondergroep van G is.
Ik zie echt niet hoe...quote:Op zaterdag 27 november 2010 23:09 schreef thabit het volgende:
Maar op zich kun je G = H1...Hk ook makkelijk aantonen met datgene wat je nu al hebt afgeleid.
Weet ik eigenlijk niet eens. Ik moet wel nog gaan laten zien dat de doorsnede van H1 en H2, H1 en H3 en H2 en H3 triviaal zijn. Volgt daar niet uit dat H3 doorsnede H1H2 triviaal is? Nu ik dit schrijf denk ik al van nietquote:Op zondag 28 november 2010 00:14 schreef thabit het volgende:
Maar dan gebruik je dus dat H3 doorsneden met H1H2 triviaal is. Hoe weet je dat?
Tweedejaars hierquote:
Je hebt het ook niet nodig.quote:Op zondag 28 november 2010 00:20 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Weet ik eigenlijk niet eens. Ik moet wel nog gaan laten zien dat de doorsnede van H1 en H2, H1 en H3 en H2 en H3 triviaal zijn. Volgt daar niet uit dat H3 doorsnede H1H2 triviaal is? Nu ik dit schrijf denk ik al van niet
Dat is geen natuurlijke deductie.quote:Op zondag 28 november 2010 16:40 schreef BasementDweller het volgende:
¬(¬P v Q) = ¬¬P ^ ¬Q = P ^ ¬Q
Dus geldt P en niet Q dus in het bijzonder geldt P. Hiervoor gebruik je De Morgan's laws http://en.wikipedia.org/wiki/De_Morgan%27s_laws .
1 2 3 4 5 | 1. ¬P (assumptie) 2. ¬P v Q (introductie v, 1) 3. Falsum (introductie falsum, 2, premisse) 4. ¬¬P (introductie ¬, 1, 3) 5. P (eleminatie ¬, 4). |
Lijkt me correct. Voor 4x moet je de bovengrens op c gebruiken.quote:Op zondag 28 november 2010 19:08 schreef Paganitzu het volgende:
Vraagje, opgave is:
[ afbeelding ]
Snap er nog niet veel van, maar indien ik dit doe:
(tan(3x) - tan(0) )/ (x) = 3/cos^2(c)
tan(3x) = 3x / cos^2(c)
oftewel tan(3x) > (of gelijk aan) 3x
Maar klopt dit uberhaupt wel en hoe kom je aan de 4x?
Ik snap het, bedank!quote:Op zondag 28 november 2010 22:20 schreef thabit het volgende:
[..]
Lijkt me correct. Voor 4x moet je de bovengrens op c gebruiken.
Hmm, 't is wel een open deel van dimensie g-1, maar die hoeft helemaal geen rationale punten te bevatten bedenk ik me net...quote:Op zondag 28 november 2010 18:29 schreef thabit het volgende:
De hypervlakken in Pg-1 vormen zelf ook een (g-1)-dimensionale projectieve ruimte, namelijk de duale ruimte van Pg-1. Hypervlakken in de ene ruimte zijn dus punten in de andere ruimte en vice versa. Je moet een H zien te vinden met:
(1) C is niet in H bevat.
(2) geen enkel punt van Q is in H.
Duidelijk is (2) => (1) want Q is een deelverzameling van C.
Voorwaarde (2) is als volgt te bewerkstelligen: een punt van Q komt overeen met een hypervlak in de duale ruimte. H mag dus niet in een van q+2 gegeven hypervlakken zitten. De vereniging van q+2 hypervlakken is een gesloten deelruimte die niet de hele ruimte vormt, dus je houdt een open deel van dimensie g-1 over. Dus ja, er veel van zulke H's te vinden. En de graad van een hypervlaksnede is inderdaad de graad van de kromme dus 2g-2.
Ik zal je een hint geven: als je a v b wilt aantonen, kun je dat meestal uit het ongerijmde doen, dus door ¬(a v b) aan te nemen en dan daar een tegenspraak uit af te leiden.quote:Op maandag 29 november 2010 22:01 schreef Prospekt het volgende:
Heel erg bedankt Thabit! Al aardig op weg nou... Heb nog maar één probleem waar ik echt niet uit kom... Hoe bewijs je het volgende:
(P ^ Q) v ¬(Q ^ P) (Zonder premissen)
De piek van een bergparabool ligt tussen de twee nulpunten in.quote:Op maandag 29 november 2010 21:53 schreef PizzaMizza het volgende:
Haha heel hartelijk bedankt Quyxz_
Heb de groeten aan onno gedaan![]()
Ja sorry. Ik doe havo 4, en was vergeten te vermelden dat ik alleen b niet snap.
Wat is afgeleide? Ik doe HAVO 4 en dit hoofdstuk moet ik dus met een rekenmachine doen(heb de casio 84- plus)
Snap totaal niet hoe ik moet uitrekenen
Als het puur met je rekenmachine mag, kan je vast wel een plotje maken en dan naar de top gaan en de y waarde aflezenquote:Op maandag 29 november 2010 21:53 schreef PizzaMizza het volgende:
Haha heel hartelijk bedankt Quyxz_
Heb de groeten aan onno gedaan![]()
Ja sorry. Ik doe havo 4, en was vergeten te vermelden dat ik alleen b niet snap.
Wat is afgeleide? Ik doe HAVO 4 en dit hoofdstuk moet ik dus met een rekenmachine doen(heb de casio 84- plus)
Snap totaal niet hoe ik moet uitrekenen
De afgeleide van een formule naar een variabele t is simpelweg bij elke term door t delen, behalve als er geen t in de term zit, dan laat je hem weg.quote:Op maandag 29 november 2010 21:53 schreef PizzaMizza het volgende:
Haha heel hartelijk bedankt Quyxz_
Heb de groeten aan onno gedaan![]()
Ja sorry. Ik doe havo 4, en was vergeten te vermelden dat ik alleen b niet snap.
Wat is afgeleide? Ik doe HAVO 4 en dit hoofdstuk moet ik dus met een rekenmachine doen(heb de casio 84- plus)
Snap totaal niet hoe ik moet uitrekenen
quote:Op maandag 29 november 2010 22:04 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
De piek van een bergparabool ligt tussen de twee nulpunten in.
quote:Op maandag 29 november 2010 22:05 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Als het puur met je rekenmachine mag, kan je vast wel een plotje maken en dan naar de top gaan en de y waarde aflezen. Maar da's wel een beetje lame.
Allebei zeeeeeer hartelijk bedanktquote:Op maandag 29 november 2010 22:12 schreef Quyxz_ het volgende:
[..]
De afgeleide van een formule naar een variabele t is simpelweg bij elke term door t delen, behalve als er geen t in de term zit, dan laat je hem weg.
h = 41.5+10t-4,9t²
wordt dan simpelweg
h' = 10-4.9t
Die moet je dan gelijkstellen aan 0 en de t die daar uitkomt is het antwoord.
Het verhaal hierachter krijg je misschien ooit nog wel, maar ga ik nu niet uitleggen. Als je dit nog niet gehad hebt maar het wel zo oplost krijg je 1 bazenbonus van je docent.
Dan tel je teveel, (bv 33333 tel je 5x). Is de vraag niet 'met precies één 3'?quote:Op maandag 29 november 2010 22:23 schreef BasementDweller het volgende:
b) Één cijfer is sowieso een drie. Voor de andere vier cijfers heb je dan nog 10^4 mogelijkheden. Maar je moet er nog rekening mee houden dat die 3 op 5 plekken voor kan komen, dus nog even keer 5 doen.
Oja inderdaad, dus waar 10 staat -> 9.quote:Op maandag 29 november 2010 22:25 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Dan tel je teveel, (bv 33333 tel je 5x). Is de vraag niet 'met precies één 3'?
c is (5 nCr 2 ) * 9^3.
Nee een cijfer hoeft niet per se 3 te zijn, je hebt 5 cijfers en je kiest uit 1 t/m 10, dus 3 kan toch ook niet voorkomen als het goed is?quote:b) Één cijfer is sowieso een drie. Voor de andere vier cijfers heb je dan nog 10^4 mogelijkheden. Maar je moet er nog rekening mee houden dat die 3 op 5 plekken voor kan komen, dus nog even keer 5 doen.
quote:c) Er zijn 5 nCr 2 cijfercombinaties waarin er twee 6'en voorkomen. Per combinatie zijn er nog 10^3 mogelijkheden, omdat de andere drie cijfers nog 10 waardes aan kunnen nemen. Dus (5 nCr 2 ) * 10^3.
Ik snap niet waarom je nog die 9^3 nog moet doen?quote:c is (5 nCr 2 ) * 9^3.
Hmm, 't hangt er een beetje vanaf hoe je die vraag moet interpreteren. Je kan het lezen als: op hoeveel manieren kan je de zessen rangschikken in de cijfercombinatie. Of: hoeveel cijfercombinaties met 2 zessen erin bestaan er. In het eerste geval is het inderdaad 5 nCr 2, en in het laatste geval (5 nCr 2) * 10^3.quote:Op maandag 29 november 2010 22:57 schreef PizzaMizza het volgende:
is geen vraag uit het boek maar een vraag die de leraar zelf had gemaakt. Hij zei dat zo'n soort som, alleen met andere text en andere getallen precies terug komt.
EDIT: maar als je 5 nCr 2 doet, heb je toch het aantal mogelijkheden? waarom moet je daarna nog keer 9^3 doen?
mvg
Zo is 't misschien duidelijkerquote:Op maandag 29 november 2010 22:23 schreef BasementDweller het volgende:
c) Er zijn 5 nCr 2 manieren om twee zessen in een 5-cijfercombinatie te hebben (bvb: 66xxx, 6x6xx, 6xx6x, etc). Per "rangschikking" van die zessen zijn er nog 9^3 mogelijkheden, omdat de andere drie cijfers allemaal nog 9 waardes aan kunnen aannemen. Dus in totaal zijn er (5 nCr 2 ) * 9^3 cijfercombinaties met daarin 2 zessen.
quote:Op maandag 29 november 2010 23:14 schreef BasementDweller het volgende:
edit:
[..]
Zo is 't misschien duidelijker
Niet als je precies twee zessen in de cijfercombinatie wil. Dan kunnen de andere getallen dus geen 6 meer zijn, en blijven er nog maar 9 mogelijkheden over, namelijk: 0,1,2,3,4,5,7,8,9 (en dus niet 10, dat zijn twee cijfers!).quote:Op maandag 29 november 2010 23:17 schreef PizzaMizza het volgende:
[..]
![]()
![]()
![]()
![]()
Bedankt allemaal voor de antwoorden! Dankzij jullie snap ik het.
Maar ik heb nog een twijfel, waarom 9^3?Je hebt bij de 3 overige toch nog keuze uit 1 t/m 10, dat zijn toch 10 cijfers?
MVG
De afgeleide van de functie f(t) = tn is f'(t) = ntn-1, niet f'(t) = tn-1.quote:Op maandag 29 november 2010 22:12 schreef Quyxz_ het volgende:
[..]
De afgeleide van een formule naar een variabele t is simpelweg bij elke term door t delen, behalve als er geen t in de term zit, dan laat je hem weg.
Klopt, maar het is onder de veronderstelling dat er genoeg rationale punten zijn ook in dat open deel.quote:Op maandag 29 november 2010 09:05 schreef thabit het volgende:
[..]
Hmm, 't is wel een open deel van dimensie g-1, maar die hoeft helemaal geen rationale punten te bevatten bedenk ik me net...
De H1 kun je identificeren met de Z2 die je uit R2 uitdeelt. De afbeelding x -> kx is een afbeelding van R2 naar R2 die Z2 naar zichzelf afbeeldt. De geïnduceerde afbeelding op H1 komt overeen met de afbeelding op Z2, deze is de 2x2-matrix k en heeft als spoor 2k.quote:Op woensdag 1 december 2010 18:02 schreef simounadi het volgende:
[..]
Klopt, maar het is onder de veronderstelling dat er genoeg rationale punten zijn ook in dat open deel.
Nog een vraagje maar dit keer over het Lefschetz getal. Stel je hebt een Torus T=R2/Z2 en een afbeelding fk T--> T: x+Z2 --> kx+Z2 (met k geheel). Deze induceert een afbeelding op homologie niveau en hiervan wil ik het Lefschetz getal uitrekenen. Ik zou moeten uitkomen op 1-2k+k2 maar het is nog niet gelukt. Als je kunt uitleggen hoe ze bijv aan -2k zijn gekomen kan ik de rest misschien zelf doen.
Alvast bedankt.
In plaats van met "stappen" te werken kun je beter direct de ongelijkheid 2wortelquote:Op donderdag 2 december 2010 11:00 schreef Dale. het volgende:
Ik moet via inductie bewijzen dat:
[ afbeelding ]
Nu heb ik de basis en de stap (gedeetelijk al) nu zit ik enkel in de problemen met de wiskundige omrekening van de stap.
[ afbeelding ]
Wat oh wat moet er op de . . . komen?
1) Een representatie (aangenomen dat het over C is) is irreducibel als het bijbehorende karakter inproduct 1 met zichzelf heeft.quote:Op donderdag 2 december 2010 00:50 schreef TheLoneGunmen het volgende:
Groepentheorie./Lineaire Algebra
-Tips voor een dictaat of website met duidelijke uitleg over representaties, altijd welkom...
Dan vraag:
1)Stel je hebt een representatie gekregen in de vorm van een aantal matrices die bij de elementen van een groep horen. Dan word je gevraagd of de representatie irreducibel is. Dan moet je dus laten zien dat er GEEN invariante deelruimten zijn (behalve de hele ruimte en 0 dan). Hoe doe je dit zo snel mogelijk en in het algemeen?
2)Wat is nu precies de standaard representatie van een willekeurige groep? Of is dat niet iets logisch maar meer algemene kennis?
3)
Je kan het ook zien als een product X x Y met X = Y = R/Z. Als je twee functies f: X -> X en g: Y -> Y hebt, bewijs dan maar eens dat L((f,g)) = L(f)L(g).quote:Op woensdag 1 december 2010 22:42 schreef thabit het volgende:
[..]
De H1 kun je identificeren met de Z2 die je uit R2 uitdeelt. De afbeelding x -> kx is een afbeelding van R2 naar R2 die Z2 naar zichzelf afbeeldt. De geïnduceerde afbeelding op H1 komt overeen met de afbeelding op Z2, deze is de 2x2-matrix k en heeft als spoor 2k.
1)Klopt ja. Maar ik wilde dit eigenlijk doen zonder karakters. Dus dan moet je op zoek naar invariante deelruimtes, dit is dus eigenlijk gewoon lineaire algebra. Als die van dimensie 1 is, ga je gewoon op zoek naar eigenvectors. Maar in het algemeen? Hoe doe je dat zo snel mogelijk?quote:Op donderdag 2 december 2010 12:22 schreef thabit het volgende:
[..]
1) Een representatie (aangenomen dat het over C is) is irreducibel als het bijbehorende karakter inproduct 1 met zichzelf heeft.
2) "Standaardrepresentatie" zegt me niets, zal wel iets voor speciale soorten groepen zijn. Of bedoel je misschien reguliere representatie?
Met karakters is het toch echt het makkelijkst.quote:Op donderdag 2 december 2010 13:06 schreef TheLoneGunmen het volgende:
[..]
1)Klopt ja. Maar ik wilde dit eigenlijk doen zonder karakters. Dus dan moet je op zoek naar invariante deelruimtes, dit is dus eigenlijk gewoon lineaire algebra. Als die van dimensie 1 is, ga je gewoon op zoek naar eigenvectors. Maar in het algemeen? Hoe doe je dat zo snel mogelijk?
2) Thanks.
Wiskunde is doorgaans geen gokwerk. Je kan het best gewoon lezen wat er staat en nagaan of het elkaar uitsluit of niet.quote:Op maandag 6 december 2010 19:19 schreef BasementDweller het volgende:
Als je in de wiskunde zegt: either...or..., is dat dan exclusive or of inclusive or? Ik gok de eerste...
quote:Op donderdag 2 december 2010 12:13 schreef thabit het volgende:
[..]
In plaats van met "stappen" te werken kun je beter direct de ongelijkheid 2wortel- 1 + 1/(wortel(i+1)) <= 2wortel(i+1) - 1 proberen te bewijzen.
Zowel links als rechts van het '='-teken met 2 vermenigvuldigenquote:Op dinsdag 7 december 2010 19:12 schreef Hendroit het volgende:
Dit zou voor jullie wel heel makkelijk zijn dus niet lachen. Ik zit in 4 havo en ik heb hier de vraag: Los algebraïsch op. Geef de oplossingen in drie decimalen nauwkeurig.
0,5(x-1)^4=12
Nu stond in het antwoordenboek dat je dit kreeg: (V=wortel/machtswortel)
(x-1)^4=24
x-1=4V24 of x-1= -4V24
x=1+4V24 of x=1-4V24
x=3,213 of x=1,213
Nu is mijn vraag, wat gebeurt er met die 0,5 zodat je achter het = 24 krijgt?
Alvast bedankt!
Ja bedankt, had het al uitgevogeltquote:Op dinsdag 7 december 2010 19:17 schreef FedExpress het volgende:
[..]
Zowel links als rechts met 2 vermenigvuldigen
hahaha, oke, dat is alleen maar beterquote:Op dinsdag 7 december 2010 19:18 schreef Hendroit het volgende:
[..]
Ja bedankt, had het al uitgevogelt
Zij kn de graad n uitbreiding van het eindige lichaam k = Fq. Het zou (denk ik) kunnen dat er helemaal geen divisoren van graad 2 op de kromme zitten. In dat geval is het antwoord 0.quote:Op dinsdag 7 december 2010 19:29 schreef simounadi het volgende:
Als X (over een eindig lichaam) een kromme is van g=1 dan is het aantal divisor klassen van graad 2 gelijk aan het aantal punten van graad 1 op X. Hoe zit het met het aantal divisor klassen van graad 2 bij krommen van hogere geslachten? Is er een ongelijkheid of gelijkheid bekend die dit schat/bepaalt?
Sorry, zit ik weer verkeerdquote:Op dinsdag 7 december 2010 22:37 schreef GlowMouse het volgende:
misschien in [Bèta overig] Huiswerk- en vragentopic
Ok thanks dacht al dat het niet mocht zoals ik het had.quote:Op dinsdag 7 december 2010 15:45 schreef GlowMouse het volgende:
Je gebruikt de eerste twee regels niet eens. Wat zij doen, is direct invullen van
[ afbeelding ]
maar dan op de juiste manier, want
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
zijn allebei fout.
Er zijn natuurlijk altijd divisoren van elke graad, bedacht ik me net. Het aantal punten in X(kn) is minstens q^n + 1 - 2g*wortel(q^n) (Hasse-Weil), dus voor n>>0 zijn er altijd punten. Voor n>>0 vind je dus altijd effectieve divisoren van graad n, en je kunt dus divisoren van graad n+d en graad n van elkaar aftrekken op een divisor van graad d te vinden.quote:Op dinsdag 7 december 2010 20:04 schreef thabit het volgende:
[..]
Zij kn de graad n uitbreiding van het eindige lichaam k = Fq. Het zou (denk ik) kunnen dat er helemaal geen divisoren van graad 2 op de kromme zitten. In dat geval is het antwoord 0.
Zijn er wel divisoren van graad 2, dan kun je naar de Zeta-functie van de kromme kijken. Dit is een functie Z(t) = L(t) / ((1-t)(1-qt)), met L een polynoom van graag 2g(X) waarin het aantal punten van X over k en uitbreidingen van k gecodeerd zijn. L voldoet aan L(t) = qgt2gL(1/qt), z'n nulpunten hebben absolute waarde 1/wortel(q), heeft nog wel een aantal eigenschappen. L wordt op deze manier vastgelegd door het aantal punten van X(kn) voor n = 1, ..., floor((g+2)/2). Het aantal divisorklassen van gegeven graad, indien niet 0, is L(1). Dit kun je wel gebruiken ook om afschattingen te vinden.
Dat blijkt ja.quote:Op woensdag 8 december 2010 23:31 schreef ry4life het volgende:
Hoe kun je met de GR het toevalsgetal 'genereren'?
Ik snap niet helemaal wat de bedoeling is
Schuiven met je geodriehoek?quote:Op donderdag 9 december 2010 01:03 schreef TheLoneGunmen het volgende:
[ afbeelding ]
Worstel met deze opgave. De lijn m is gewoon een willekeurige lijn door het punt Q niet op lijn p.
Eerder is het wel gelukt voor het geval dat m loodrecht op p staat (dan cirkel om Q met straal Q-voetpunt m op p)....
Je doet het fout. Wat je moet aantonen is dat geldt:quote:Op woensdag 8 december 2010 08:51 schreef Dale. het volgende:
[..]
Ok thanks dacht al dat het niet mocht zoals ik het had.
[ afbeelding ]
Er wordt gezegd om van de bovenste naar de onderste te komen: "kwadrateren en vermenigvuldigen"... als ik het kwadrateer kom ik op regel 3 uit... maar hoe ga je dan in godsnaam naar de laatste regel...
Je bent op een idiote manier aan het goochelen door een tijdstip 13:17 uur zomaar te veranderen in het getal 1317. Verder had je natuurlijk meteen kunnen bedenken dat de trein om 13:00 uur niet bijna 3000 kilometer (!) van Houten verwijderd kan zijn. Waar zit je met je gedachten ???quote:Op donderdag 9 december 2010 19:49 schreef beatrijs het volgende:
Hey mensen,
Ben bezig met wat simpel huiswerk (lineair verbanden) maar ik kom bij een opdracht niet op het juiste antwoord.
Een trein rijdt met een constante snelheid. Om 13.12 is de trein 18,2 km van het station in Houten verwijderd en om 13.17 uur is deze afstand nog 7,2 km. Neem de afstand x van de trein tot het station in Houten in km.
a) druk x uit in de tijd t met t in minuten en t=0 13.00 uur.
standaard formule is dus f(x)=ax+b
Ik had dus
a = delta y/ delta x = (Yb-Ya/Xb-Xa) = (7.2-18.2) / (1317-1312) = -2.2, rc is dus -2.2 .
Dus dan heb je f(x)= -2.2x+b
nou dan zou je in principe gewoon de ''coördinaten'' voor x moeten invullen ik heb dus dit gedaan:
f(x) = -2.2 x + b
7.2 = -2.2 * 1317+ b
7.2 = -2897.4+ b
b = 2904.6
Dus dan heb je uiteindelijk
f(x)= -2.2 x + 2904.6
Alleen dit antwoord klopt niet volgens het antwoordenboekje daar staat namelijk:
f(x)= -2.2 x + 44.6
Wat doe ik fout? Alvast bedankt!
Jezus wat vriendelijker mag ook wel. Verder heb ik vrij weinig aan je ''uitleg'' want ik snap nog steeds niet wat ik fout heb gedaan.quote:Op donderdag 9 december 2010 20:36 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je bent op een idiote manier aan het goochelen door een tijdstip 13:17 uur zomaar te veranderen in het getal 1317. Verder had je natuurlijk meteen kunnen bedenken dat de trein om 13:00 uur niet bijna 3000 kilometer (!) van Houten verwijderd kan zijn. Waar zit je met je gedachten ???
Nou, met zúlke fouten heb ik weinig compassie. En dat je nu nog steeds niet inziet dat het tijdstip 13:17 uur en het getal 1317 twee totaal verschillende dingen zijn ... Of denk je soms ook dat er 100 minuten in een uur gaan?quote:Op donderdag 9 december 2010 20:58 schreef beatrijs het volgende:
[..]
Jezus wat vriendelijker mag ook wel. Verder heb ik vrij weinig aan je ''uitleg'' want ik snap nog steeds niet wat ik fout heb gedaan.
Wat denk je nou te bereiken?quote:Op donderdag 9 december 2010 21:05 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nou, met zúlke fouten heb ik weinig compassie. En dat je nu nog steeds niet inziet dat het tijdstip 13:17 uur en het getal 1317 twee totaal verschillende dingen zijn ... Of denk je soms ook dat er 100 minuten in een uur gaan?
Ik hoef niks te bereiken. Jij wel, want je moet die opgave oplossen.quote:
Eerst worden de x-coördinaten van de snijpunten van beide curves bepaald. Als je nu (opgave c) de ongelijkheid y1 < y2 wil oplossen dan kijk je op welk(e) interval(len) de curve van y1 onder de curve van y2 ligt. Wil je omgekeerd (opgave d) de ongelijkheid y1 > y2 oplossen, dan kijk je op welk(e) interval(len) de curve van y1 boven de curve van y2 ligt.quote:Op donderdag 9 december 2010 21:30 schreef Hendroit het volgende:
[ afbeelding ]
Je moet ff op de afbeelding klikken.
Wat is dus niet snap is dat aflezen, kan iemand mij dit uitleggen?
Zij P het snijpunt van lijn m en lijn p. Laat nu uit punt Q de loodlijn neer op lijn p en noem het voetpunt van deze loodlijn Q’. Construeer de bissectrice van ∠Q’QP en zij A’ het snijpunt van deze bissectrice met lijn p. Richt in punt A’ een loodlijn op die lijn m snijdt in A.quote:Op donderdag 9 december 2010 01:03 schreef TheLoneGunmen het volgende:
[ afbeelding ]
Worstel met deze opgave. De lijn m is gewoon een willekeurige lijn door het punt Q niet op lijn p.
Eerder is het wel gelukt voor het geval dat m loodrecht op p staat (dan cirkel om Q met straal Q-voetpunt m op p)....
Riparius, vleesgeworden streng- doch rechtvaardigheid.quote:
Jezus ik ben er idd niet bij met mijn koppie. Maar mocht je het willen weten ik heb veel problemen met opgaves goed lezen (ADD)quote:Op donderdag 9 december 2010 21:25 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik hoef niks te bereiken. Jij wel, want je moet die opgave oplossen.
Maar lees nu nog eens door wat je allemaal doet. Je begint al helemaal verkeerd door je niet aan de opgave te houden. Immers, er staat:
Neem de afstand x van de trein tot het station in Houten in km.
druk x uit in de tijd t met t in minuten en t=0 13.00 uur.
Maar dan kom jij aanzetten met:
f(x) = ax + b
Maar dát is niet de bedoeling, want x is de afstand, niet de tijd. En vervolgens ga je dan net doen of x wél de tijd is. Daar begint de ellende dus al. Wat je had moeten opschrijven als uitgangspunt is:
x = at + b
Verder vul je t = 1317 in (ja eigenlijk x = 1317, omdat je x en t verwart), maar daarbij gebruik je de gegeven afstand op tijdstip t = 17. Geen wonder dus dat je zo'n absurd antwoord krijgt. Zie je?
Oh ok, ik wist het zelf ook niet zo zeker.quote:Op woensdag 8 december 2010 09:11 schreef thabit het volgende:
[..]
Er zijn natuurlijk altijd divisoren van elke graad, bedacht ik me net. Het aantal punten in X(kn) is minstens q^n + 1 - 2g*wortel(q^n) (Hasse-Weil), dus voor n>>0 zijn er altijd punten. Voor n>>0 vind je dus altijd effectieve divisoren van graad n, en je kunt dus divisoren van graad n+d en graad n van elkaar aftrekken op een divisor van graad d te vinden.
Als je die boeken zelfstandig door kunt werken, zou ik me geen zorgen maken.quote:Op zondag 12 december 2010 23:09 schreef dennishk het volgende:
Beste bèta helden,
Ik ben bezig mijn wiskunde bij te spijkeren aangezien ik volgend jaar een studie ga doen met relatief zware wiskunde (econometrie, TW, TN in die richting). Aangezien ik nu een medische bèta doe is mijn wiskunde niveau niet up to date.
Mijn achtergrond is VWO wis b1,2 (2008 eindexamen gedaan). Ik ben nu 2 weken bezig en basisboek wiskunde (vd Craats) en dat bevalt me redelijk tot goed. Verder heb ik vervolgboek wiskunde (vdCraats) en ben ik nu de gratis pdf aan het bekijken van Jan van de Craats over "Complexe getallen voor Wiskunde D" en "Kansrekenening en Statistiek".
Iemand ervaring met de laatste 2 boeken? Wat kan ik verder nog doen om mijn niveau op te krikken? Ik schat dat ik namelijk in feb/maart klaar ben met dit alles, en dan dus nog een half jaar heb om me voor te bereiden.
welke curve?quote:Op zondag 12 december 2010 22:41 schreef Fingon het volgende:
Ik moet de lengte van de curve van y vinden voor 1<=x=<16, en ik vroeg me af of dit een juiste oplossing is? Ik ben voornamelijk benieuwd of mijn eerste 2 stappen correct zijn.
[ afbeelding ]
De booglengte van de curvequote:
Wat studeer je als ik vragen mag?quote:Op zondag 12 december 2010 23:15 schreef GlowMouse het volgende:
Als je die boeken zelfstandig door kunt werken, zou ik me geen zorgen maken.
Ik vind dat basisboek van Van de Craats niet bijster geschikt voor zelfstudie, en diepgang is ook ver te zoeken. Misschien moet je ook eens kijken naar de teksten van de OU die deels gewoon op internet staan. En je zou ook eens naar deze PDFjes van een Vlaamse zomercursus kunnen kijken.quote:Op maandag 13 december 2010 13:31 schreef dennishk het volgende:
[..]
Ben nu bij H16 uit basisboek wiskunde en tot nog toe heb ik alle opgaven zonder externe bronnen kunnen oplossen, soms kost het even tijd aangezien zeker niet alles uitgelegd staat, maarja wat verwacht je dan als een boekje van 300 pagina's hetzelfde wordt uitgelegd als 7 delen van G&R.
Ik wil me zo goed mogelijk voorbereiden.. Waarschijnlijk gaat het econometrie worden en dan wil ik een hele sterke basis hebben, aangezien ik niet voor minder dan 7,5+ ga..
Dat basisboek gebruik ik als een soort opfriscursus. Die Vlaamse zomercursus ziet er goed uit inderdaad, die bestanden van de OU zijn niet beschikbaar, behalve twee.quote:Op maandag 13 december 2010 13:43 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik vind dat basisboek van Van de Craats niet bijster geschikt voor zelfstudie, en diepgang is ook ver te zoeken. Misschien moet je ook eens kijken naar de teksten van de OU die deels gewoon op internet staan. En je zou ook eens naar deze PDFjes van een Vlaamse zomercursus kunnen kijken.
Ik merk nu ook dat de bestanden van de OU op twee na niet meer beschikbaar zijn. Die moeten dan kort geleden zijn verwijderd, want Google indexeert ze nog steeds. Ik had het linkje gewoon uit mijn bookmarks overgenomen. Die bestanden hebben echt jarenlang op de server van de OU gestaan, dus lijkt het mij geen probleem als ik ze aan jou ter beschikking stel. Mocht je er belang in stellen, stuur me dan maar een PM.quote:Op maandag 13 december 2010 14:18 schreef dennishk het volgende:
[..]
Dat basisboek gebruik ik als een soort opfriscursus. Die Vlaamse zomercursus ziet er goed uit inderdaad, die bestanden van de OU zijn niet beschikbaar, behalve twee.
Ik heb econometrie gestudeerd. De pdf's van de OU zijn zeker een leuke voorbereiding op het daadwerkelijke niveau, maar geen verplichte voorkennis.quote:Op maandag 13 december 2010 13:31 schreef dennishk het volgende:
[..]
Wat studeer je als ik vragen mag?
De kant waar ik waarschijnlijk heen wil dus, interessant. Het doel van mijn voorbereiding voor de studie is niet om mijn wiskunde kennis naar het basisniveau te krijgen (vwo wiskunde b), maar een flink stuk hoger, aangezien ik een hoop vrije tijd naast mijn studie over hou en dus het liefst met een voorsprong aan de studie begin zodat ik mijn 7.5, maar liever 8+ doelstelling kan waarmaken.quote:Op maandag 13 december 2010 18:11 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Ik heb econometrie gestudeerd. De pdf's van de OU zijn zeker een leuke voorbereiding op het daadwerkelijke niveau, maar geen verplichte voorkennis.
Ik heb even de pdf's van OU/KUL ingekeken en nu snap ik je opmerking over Basisboek Wiskunde. De opbouw van die documenten zijn echt heel anders, ziet er goed uit!quote:Op maandag 13 december 2010 13:43 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik vind dat basisboek van Van de Craats niet bijster geschikt voor zelfstudie, en diepgang is ook ver te zoeken. Misschien moet je ook eens kijken naar de teksten van de OU die deels gewoon op internet staan. En je zou ook eens naar deze PDFjes van een Vlaamse zomercursus kunnen kijken.
Waar wil je het dan gaan studeren?quote:Op maandag 13 december 2010 22:05 schreef dennishk het volgende:
De kant waar ik waarschijnlijk heen wil dus, interessant. Het doel van mijn voorbereiding voor de studie is niet om mijn wiskunde kennis naar het basisniveau te krijgen (vwo wiskunde b), maar een flink stuk hoger, aangezien ik een hoop vrije tijd naast mijn studie over hou en dus het liefst met een voorsprong aan de studie begin zodat ik mijn 7.5, maar liever 8+ doelstelling kan waarmaken.
Erasmus ookquote:Op maandag 13 december 2010 22:37 schreef Fingon het volgende:
[..]
Waar wil je het dan gaan studeren?
Ik zit nu in het eerste jaar van Econometrie aan de EUR, en ik denk dat je er wel wat aan hebt als je
serie lectures volgt, lineaire algebra heb ik nooit gehad op de middelbare en het is aan de EUR meteen 1 van de eerste 3 vakken.
Er zijn wel meer formuleringen, zoals X connected desda de enige clopen verzamelingen zijn X en de lege verzameling. Welke het meest fijn in gebruik is hangt af van de situatie, als je iets wilt bewijzen als bla => X connected dan ligt het voor de hand om de definitie te gebruiken die het makkelijkst vanuit bla volgt (beetje open deur jaquote:Op dinsdag 14 december 2010 09:02 schreef TheLoneGunmen het volgende:
Ik heb twee topologieboeken en de een zegt:
Een ruimte X is connected als X niet geschreven kan worden als disjuncte vereniging van twee niet lege clopen deelverzamelingen.
En de ander zegt:
Een ruimte X is connected als X niet geschreven kan worden als disjuncte vereniging van twee niet lege open deelverzamelingen.
Ze zijn equivalent neem ik aan? Vanwaar dat verschil tussen open en clopen. Wanneer is welke fijner in gebruik?
Zou het serieuze gevolgen hebben als je 1 wel als priemgetal toelaat, of is het net zoiets als de eeuwigdurende discussie of 0 nu wel of niet bij de natuurlijke getallen hoort? Verder, als je kijkt naar maattheorie en kansruimten e.d., volgens mij wordt daar (ook) nooit expliciet vermeld dat het geen lege ruimte mag zijn...quote:Op dinsdag 14 december 2010 10:46 schreef thabit het volgende:
Ik vind het wel een beetje raar dat samenhangende ruimten leeg mogen zijn volgens deze definities. Dat is net zoiets als zeggen dat 1 een priemgetal is.
Je zou bij het formuleren van bijna elke stelling de voorwaarde p != 1 moeten toevoegen.quote:Op dinsdag 14 december 2010 10:52 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Zou het serieuze gevolgen hebben als je 1 wel als priemgetal toelaat, of is het net zoiets als de eeuwigdurende discussie of 0 nu wel of niet bij de natuurlijke getallen hoort? Verder, als je kijkt naar maattheorie en kansruimten e.d., volgens mij wordt daar (ook) nooit expliciet vermeld dat het geen lege ruimte mag zijn...
Ok, ik had geen ideequote:Op dinsdag 14 december 2010 10:59 schreef thabit het volgende:
[..]
Je zou bij het formuleren van bijna elke stelling de voorwaarde p != 1 moeten toevoegen.
Eens. Maar vaak is het ook een kwestie van smaak omdat bijvoorbeeld alle uitspraken op een triviale manier waar blijven als je zo'n uitzonderingsgeval als een lege ruimte toestaat in je definitie.quote:Het geven van de juiste definities is belangrijk in de wiskunde, misschien nog wel belangrijker dan bewijzen van de juiste stellingen. Want door de juiste definities te geven, structureer je je gedachten en dan komen de juiste stellingen een stuk makkelijker naar boven borrelen.
Schrijf A = [a b; c d], en werk (x y) A [x, y] uit.quote:Op vrijdag 17 december 2010 19:34 schreef Knuck-les het volgende:
Oke, kan iemand mij uitleggen hoe ik dit op zou moeten lossen?
Find the symmetric matrix A such that -17xy - 46y^2 - 34x^2 = (x y) A [x , y]
(waarbij de laatste vector verticaal staat)
alvast bedankt!
Zou ik ook zeggen, waarbij a=d vanwege symmetrie.quote:Op vrijdag 17 december 2010 19:42 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Schrijf A = [a b; c d], en werk (x y) A [x, y] uit.
Hoe zou je dit goed uit moeten werken dan? Als ik het uit probeer te werken kom ik weer op een vector uit en kan ik dus niet verder.quote:Op vrijdag 17 december 2010 19:42 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Schrijf A = [a b; c d], en werk (x y) A [x, y] uit.
A [x,y]T uitwerken geeft een vector. Dit van links vermenigvuldigen met [x,y] is hetzelfde als het standaard inproduct nemen.quote:Op vrijdag 17 december 2010 20:10 schreef Knuck-les het volgende:
[..]
Hoe zou je dit goed uit moeten werken dan? Als ik het uit probeer te werken kom ik weer op een vector uit en kan ik dus niet verder.
Wat bedoel je precies met 'rentabiliteitswaarde', en betekent 'De lening wordt terugbetaald in 40 gelijke kwartaalannuiteiten' dat er 40 kwartalen lang hetzelfde bedrag wordt terugbetaald, of iets anders?quote:Op zaterdag 18 december 2010 10:56 schreef Sport_Life het volgende:
Ik heb een beetje een lastige vraag, maar ga het toch proberen.
De volgende gegevens heb ik:
Bedrijf A leent 400000 eur uit aan bedrijf B tegen intrest van 1.8% per kwartaal. De lening wordt terugbetaald in 40 gelijke kwartaalannuiteiten. De marktrente is 7% per jaar.
Lening ¤ 400.000,00
looptijd 40 kwartalen
Nominale intrest
1,80% per kwartaal
7,40% per jaar
Marktrente
1,71% per kwartaal
7,00% per jaar
gevraagd wordt: wat is de Rentabiliteitswaarde van deze lening bij uitgifte?
Ik heb eea in Excel gezet, maar kom er niet uit.. Heeft iemand een idee?
rentabiliteitswaarde is de opbrengst die er zou zijn indien er rekening wordt gehouden met de marktrente ipv de nominale rente.quote:Op zaterdag 18 december 2010 12:49 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Wat bedoel je precies met 'rentabiliteitswaarde', en betekent 'De lening wordt terugbetaald in 40 gelijke kwartaalannuiteiten' dat er 40 kwartalen lang hetzelfde bedrag wordt terugbetaald, of iets anders?
Maar als er 40 maal 10.000 wordt terugbetaald wordt er helemaal geen rente betaald?quote:Op zaterdag 18 december 2010 12:54 schreef Sport_Life het volgende:
[..]
rentabiliteitswaarde is de opbrengst die er zou zijn indien er rekening wordt gehouden met de marktrente ipv de nominale rente.
idd 40x10000 aflossing
Wat is dat?quote:Op zaterdag 18 december 2010 13:30 schreef BasementDweller het volgende:
Weet iemand hoe je in mathematica een imaginair plotje kan maken?
eerste kwartaal rente over 400k, 2e kwartaal over 390k etc..quote:Op zaterdag 18 december 2010 13:03 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Maar als er 40 maal 10.000 wordt terugbetaald wordt er helemaal geen rente betaald?
Dus het eerste kwartaal betaal je 400 000 * 0.018, het tweede 390 000 * 0.018 , etc?quote:Op zaterdag 18 december 2010 13:48 schreef Sport_Life het volgende:
[..]
eerste kwartaal rente over 400k, 2e kwartaal over 390k etc..
maargoed het is in excel iets met NHW of HW oid kom er iig niet uit.
Joa moar de grafiek is een deelverzameling van C x C en dat valt niet fatsoenlijk te plotten toch, of wat heb je precies in gedachten?quote:Op zaterdag 18 december 2010 13:47 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Ik bedoelde eigenlijk: hoe kan je een complexe functie plotten in Mathematica?
Ik ben alles wat ik ooit wist van logica allang weer vergeten.quote:Op zaterdag 18 december 2010 15:21 schreef Diabox het volgende:
[ afbeelding ]
Ik krijg deze niet opgelost. Je moet namelijk toch voor de x en y links een nieuw domein introduceren, en voor de x rechts ook, waardoor je dus uiteindelijk het wel 'hebt' maar op verschillende domeinen, waardoor het tableau niet sluit..?
Dan geef je ze rechts een andere letter?quote:Op zaterdag 18 december 2010 15:21 schreef Diabox het volgende:
[ afbeelding ]
Ik krijg deze niet opgelost. Je moet namelijk toch voor de x en y links een nieuw domein introduceren, en voor de x rechts ook, waardoor je dus uiteindelijk het wel 'hebt' maar op verschillende domeinen, waardoor het tableau niet sluit..?
Hoe bedoel je precies? Substitutie?quote:Op zaterdag 18 december 2010 18:09 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Dan geef je ze rechts een andere letter?
Ja.quote:Op zaterdag 18 december 2010 18:09 schreef Diabox het volgende:
[..]
Hoe bedoel je precies? Substitutie?
(beetje laat)quote:Op zaterdag 18 december 2010 18:03 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Joa moar de grafiek is een deelverzameling van C x C en dat valt niet fatsoenlijk te plotten toch, of wat heb je precies in gedachten?
Kun je dat niet gewoon doen door een nieuwe functie te definieren, iets als g[z_]:=Im[f[z]], en die te plotten?quote:Op woensdag 22 december 2010 00:10 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
(beetje laat)
Maar het idee is dus dat ie alleen het imaginaire deel tekent, dat moet wel kunnen alleen ik weet niet hoe en kan het ook niet vinden bij Help.
- edit -.quote:Op dinsdag 21 december 2010 21:03 schreef Borizzz het volgende:
Een vraagstuk:
Gegeven is een driehoek ABC. Bissectrice van hoek BCA snijdt de omgeschreven cirkel van driehoek ABC in het punt R (R is niet C), de middelloodlijn van de zijde BC in het punt P en de middeloodlijn van zijde AC in het punt Q. Het midden van BC is K en het midden van AC is L.
Bewijs dat de driehoeken RPK en RQL gelijke oppervlakte hebben.
Het kan via gelijkvormigheid en een hoop rekenarij. Maar is er iemand met een intelligente, snellere oplossing?
Hallo trouwens, ben weer terug van weggeweest!
Je zou eens kunnen beginnen met de opgave ondubbelzinnig te formuleren, want dat heb je niet gedaan. De middelloodlijnen van zijden BC en CA van driehoek ABC snijden de omgeschreven cirkel van driehoek ABC elk in twee punten, maar je maakt niet duidelijk welke van de twee snijpunten van elke middelloodlijn met de omgeschreven cirkel je nu als punt P resp. punt Q beschouwt.quote:Op dinsdag 21 december 2010 21:03 schreef Borizzz het volgende:
Een vraagstuk:
Gegeven is een driehoek ABC. Bissectrice van hoek BCA snijdt de omgeschreven cirkel van driehoek ABC in het punt R (R is niet C), de middelloodlijn van de zijde BC in het punt P en de middeloodlijn van zijde AC in het punt Q. Het midden van BC is K en het midden van AC is L.
Bewijs dat de driehoeken RPK en RQL gelijke oppervlakte hebben.
Het kan via gelijkvormigheid en een hoop rekenarij. Maar is er iemand met een intelligente, snellere oplossing?
Hallo trouwens, ben weer terug van weggeweest!
Volgens het antwoordmodel klopt mijn bereik niet ([0, pi] geven zij aan).quote:Op woensdag 22 december 2010 13:20 schreef GlowMouse het volgende:
Maak je een denkfout dan? Behalve dat het domein een onderdeel is van een functie, en je die dus niet kunt 'bepalen'.
zijn er nog wiskundigen?quote:Op dinsdag 21 december 2010 15:36 schreef GlowMouse het volgende:
Het inproduct van twee vectoren, bv e1Te2, noteer je gewoonlijk als 0 en niet als [0]. Waar komt dit vandaan? Het rare gevolg is dat e1T(e2A) =/= (e1Te2)A als A een 3x3 matrix is en de vectoren eenheidsvectoren zijn in IR3.
Zijn de e_i's elementen van een orthogonale basis? Wat betekent '[0]', ik ken geen andere inprodukten dan die afbeelden op R (of C)?quote:Op woensdag 22 december 2010 13:42 schreef GlowMouse het volgende:
heb je een prullenbak?
[..]
zijn er nog wiskundigen?
Je kunt er donder op zeggen dat een koordenvierhoek handig is, maar ik zie niet zo snel hoe.quote:Op woensdag 22 december 2010 12:16 schreef Borizzz het volgende:
Aangepast. Was inderdaad niet geheel duidelijk.
e_i's zijn eenheidsvectoren bij mij, maar het argument geldt bij willekeurige vectoren. Het 'probleem' is dat als je het standaard inproduct als e1Te2 noteert, je een 3x1 met een 1x3 matrix vermenigvuldigt, en er dus een 1x1 matrix ipv een getal uitkomt.quote:Op woensdag 22 december 2010 14:20 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Zijn de e_i's elementen van een orthogonale basis? Wat betekent '[0]', ik ken geen andere inprodukten dan die afbeelden op R (of C)?
Ah, ik zie je punt, je bedoelt dat die notatie de associativiteit van vermenigvuldiging verneukt. Er staat me vaag bij dat ik voor een inprodukt op C^n bijv. wel eens eerder een notatie <a,b>=b' M a heb gezien, met b' de geconjungeerde getransponeerde van b en M een geschikte matrix, dat is hetzelfde verhaal. Ik weet het niet eigenlijk, Thabit vast wel?quote:Op woensdag 22 december 2010 14:53 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
e_i's zijn eenheidsvectoren bij mij, maar het argument geldt bij willekeurige vectoren. Het 'probleem' is dat als je het standaard inproduct als e1Te2 noteert, je een 3x1 met een 1x3 matrix vermenigvuldigt, en er dus een 1x1 matrix ipv een getal uitkomt.
Nee, zeg maar geen donder.quote:Op woensdag 22 december 2010 14:28 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Je kunt er donder op zeggen dat een koordenvierhoek handig is, maar ik zie niet zo snel hoe..
De opgave is ook niet snel op te lossen en inderdaad zoals Riparius zegt niet via koordenvierhoeken.quote:Op woensdag 22 december 2010 14:28 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Je kunt er donder op zeggen dat een koordenvierhoek handig is, maar ik zie niet zo snel hoe..
Als je (x,y)=(0,0) invult komt er niet zomaar 0 uit he, want je deelt door 0. ("is flauwekul"?quote:Op donderdag 23 december 2010 00:48 schreef oblomov07 het volgende:
Gegeven: een kromme K: x^4 - 4x^2 + 4y^2 = 0
Het differentiaalquotient is = (4x^3 - 8x) / (-8y)
Nu wil ik de richtingscoefficient van deze kromme in de oorsprong weten. Als je voor x en y 0 invoert kom je uiteraard op rc = 0. Dit is echter niet de werkelijke richtingscoefficient. Hoe krijg ik de echte rc? Kan iemand mij hiermee helpen? Bij voorbaat dank!
Ok. Je weet ook wat zaken over hoe de lengte van zijden van koordenvierhoeken met elkaar in verband staan, ik dacht dat dat misschien nuttig zou kunnen zijn. Ik had ook nog heel even zitten kijken of je kunt gebruiken dat de stelling voor bepaalde driehoeken heel simpel te zien is, en dan bekijken of het waar blijft onder een vervorming. Maar dat schoot ook niet erg op.quote:Op woensdag 22 december 2010 20:14 schreef Borizzz het volgende:
[..]
De opgave is ook niet snel op te lossen en inderdaad zoals Riparius zegt niet via koordenvierhoeken.
Het handigst is volgens mij om het via het middelpunt M van de omgeschreven cirkel te benaderen. De beide middelloodlijnen van zijden BC en AC snijden elkaar immers. Verder de geijkte oppervlakte formules voor driehoeken gebruiken en loodlijnen op de bissectrices neerlaten. En dan gebruikmaken van gelijkvormige driehoeken die dan ontstaan.
Maar het gaat mij om een 'slimme', 'creatieve' oplossing zonder al dat gereken.
Klopt, mijn fout.quote:Op donderdag 23 december 2010 01:37 schreef BasementDweller het volgende:
Welk differentiaalquotient precies ? En als je x=y=0 invoert, deel je door 0.
Ik heb even niet de tijfd om het netjes op te schrijven, maar als je bijv. de limiet voor x gaat naar 0 van het dq wilt weten, moet je bedenken dat je kijkt naar een quotient van twee termen die naar 0 gaan. De waarde van de limiet hangt dus helemaal af van de snelheid waarmee beide termen naar 0 gaan. Als je nu m.b.v. de formule voor K even y uitdrukt in x en die uitdrukking invult in je dq dan zul je zien dat teller als langzaamste term -8x heeft, terwijl de noemer iets krijgt als 2x(2+x/4), dus het dq heeft dan -8/4 als limiet.quote:Op donderdag 23 december 2010 01:44 schreef oblomov07 het volgende:
[..]
Klopt, mijn fout.Ik krijg iig niet het gewenste antwoord.
Hoe bedoel je welk differntiaalquotient precies?
Staan daar boven de eerste term nu twee accentjes, het is dus een dv? Je weet dat alle oplossing geschreven kunnen worden als de som van een particuliere oplossing met alle homogene oplossingen (d.w.z alle oplossingen van het systeem met rechterlid gelijk aan 0)? De vraag is natuurlijk hoe je een particuliere oplossing vindt, maar gelukkig heb je rechts een sinus, en links een tweede afgeleide en de functie zelf. Het ligt dan voor de hand om voor u een sinus te proberen, omdat die na twee keer differentieren ook weer een sinus oplevert.quote:Op donderdag 23 december 2010 20:29 schreef Holy_Goat het volgende:
Hey allemaal.... Ik heb een vraagje.
[ afbeelding ]
Ik ben dynamica 2 aan het leren, en ik kom niet uit het volgende.
Al een paar pagina's tekst volgeschreven, maar helaas, geen oplossing.
Het gaat me met name om de aanpak dus niet zo zeer het antwoord.
U1 en U2 zijn als functie van t overigens.
Met rechts van de streep constanten heb ik geen moeite, maar met deze functie van t er in lukt het niet meer
Dat splitsen heeft niet zoveel voordeel denk ik. Als je kijkt naar je dv zie je dat je twee functies u1 en u2 zoekt zodanig dat lineaire combinaties van beide functies en hun tweede afgeleiden een sinus kunnen opleveren en een constante. Het ligt voor de hand om dan iets te proberen als u1(t) = a*sin(omega*t)+b en u2(t) = c*sin(omega*t)+d, voor nader te bepalen a, b, c en d. Namelijk, het nemen van tweede afgeleides geeft je weer sinussen terug, en b en d kun je gebruiken om de constante L te bereiken.quote:Op vrijdag 24 december 2010 09:39 schreef Holy_Goat het volgende:
Has het is een dv... Moeilijkheid is niet de homogene oplossing inderdaad.
Ik had wel al gedacht aan het volgende, splits term rechts op in een vector met een constante en een vector met alleen die sinus. Die kun je namelijk optellendan, dus de twee bijbehorende particuliere oplossingen kun je dan ook optellen. Het constante deel is dan niet moeilijk, rest alleen nog de oplossing voor w * sin (omega * t)...
Bedankt voor de reactie. Ik heb het onderwerp 'Limieten' nog niet behandeld, dat komt pas in het hoofdstuk hierna te pas.quote:Op donderdag 23 december 2010 03:05 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Ik heb even niet de tijfd om het netjes op te schrijven, maar als je bijv. de limiet voor x gaat naar 0 van het dq wilt weten, moet je bedenken dat je kijkt naar een quotient van twee termen die naar 0 gaan. De waarde van de limiet hangt dus helemaal af van de snelheid waarmee beide termen naar 0 gaan. Als je nu m.b.v. de formule voor K even y uitdrukt in x en die uitdrukking invult in je dq dan zul je zien dat teller als langzaamste term -8x heeft, terwijl de noemer iets krijgt als 2x(2+x/4), dus het dq heeft dan -8/4 als limiet.
Hangt van het type onderwijs af, volgens mij leerde ik op de middelbare school veel eerder differentieren dan dat ik iets van limieten zag. Daar is imho ook niet zoveel mis mee, differentieren is een belangrijk concept voor een hoop leerlingen en valt intuitief goed op te pikken zonder (echte) kennis van limieten.quote:Op woensdag 29 december 2010 18:32 schreef VanishedEntity het volgende:
Slecht hoor; imho hoor je zaken als limieten en continuïteit te krijgen voordat je aan differentiëren begint, of iig nadat je de basis (conceptuele uitleg en mathematische principes, standaardformules voor polynomen, en som-, product- en quotiëntregels) gehad hebt.
True, was bij mij ook met geval, maar ik vraag me af of ik ook de opgave die oblomov hier neerpostte op had kunnen lossen zonder grondige onderricht in limieten, continuïteit en differentieerbaarheid, en de bijbehorende oplossingstechnieken als substitutie, delen door de hoogste macht in de noemer en L'Hôstipal. Vandaar mijn kritische opmerking.quote:Op woensdag 29 december 2010 19:03 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Hangt van het type onderwijs af, volgens mij leerde ik op de middelbare school veel eerder differentieren dan dat ik iets van limieten zag. Daar is imho ook niet zoveel mis mee, differentieren is een belangrijk concept voor een hoop leerlingen en valt intuitief goed op te pikken zonder (echte) kennis van limieten.
Ik neem aan dat je een lineaire deelruimte bedoelt? Het is niet de bedoeling dat je hier even al je huiswerkopgaven dumpt, dit is echt direct uit de definitie van een lin. deelruimte te zien (waarbij ik maar even aanneem dat je niet 'de vector' bedoelt maar 'de vz. van vectoren ...')...quote:Op donderdag 30 december 2010 21:18 schreef Dale. het volgende:
@VanishedEntity hehehe ja was eigenlijk ook wel simpel was gewoon te moeilijk aan het denken. Maar ander vraagje... waarom is de onderstaande vector geen deelruimte van R^3.
[ afbeelding ]
Ja klopt de set van vectoren en ja lineaire deelruimte. Maar ik zie niet in waarom deze (volgens het antwoorden boekje) niet in R^3 ligt aan de hand van de definitie van de lin. deelruimte. R^3 is oneindig groot dus kan ik gewoon ook een oneindig grote vector kiezen van mij apart dus dan [a, b, 2]T met a,b in R die ik met iedere andere vector kan vermeningvuldigen, het resultaat ligt altijd in R^3. Zelfde geldt voor een scalaire vermeningvuldiging.quote:Op donderdag 30 december 2010 21:34 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Ik neem aan dat je een lineaire deelruimte bedoelt? Het is niet de bedoeling dat je hier even al je huiswerkopgaven dumpt, dit is echt direct uit de definitie van een lin. deelruimte te zien (waarbij ik maar even aanneem dat je niet 'de vector' bedoelt maar 'de vz. van vectoren ...')...
Wat is de definitie van een lineaire deelruimte?quote:Op donderdag 30 december 2010 21:54 schreef Dale. het volgende:
[..]
Ja klopt de set van vectoren en ja lineaire deelruimte. Maar ik zie niet in waarom deze (volgens het antwoorden boekje) niet in R^3 ligt aan de hand van de definitie van de lin. deelruimte. R^3 is oneindig groot dus kan ik gewoon ook een oneindig grote vector kiezen van mij apart dus dan [a, b, 2]T met a,b in R die ik met iedere andere vector kan vermeningvuldigen, het resultaat ligt altijd in R^3. Zelfde geldt voor een scalaire vermeningvuldiging.
en ps. zie TT + hier tussen zaten 50 andere vragen hoor
Laat V een vectorruimte zijn en W een niet lege subset van V. Als W een vectorruimte is met respect tot de operaties in V, dan is W een lineaire deelruimte van V.quote:Op donderdag 30 december 2010 22:01 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Wat is de definitie van een lineaire deelruimte?
probeer eens u = v = [1;2;2], c=2.quote:Op donderdag 30 december 2010 22:16 schreef Dale. het volgende:
[..]
Laat V een vectorruimte zijn en W een niet lege subset van V. Als W een vectorruimte is met respect tot de operaties in V, dan is W een lineaire deelruimte van V.
Vervolgens dus controleren of die operaties kloppen.
- Als de vectoren u en v willekeurige elementen zijn in V, dan u + v is in V.
- Als de vector u een willekeurig element van V is en c is een reel getal, dan c*u is in V.
En dat geldt volgens mij... ik kan geen vector v bedenken waarbij u+v buiten V ligt, en geen c waarbij c*u buiten V ligt.
V = R^3
quote:Op donderdag 30 december 2010 22:34 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
probeer eens u = v = [1;2;2], c=2.
In V is de eis, niet in IR³.quote:Op donderdag 30 december 2010 22:16 schreef Dale. het volgende:
- Als de vectoren u en v willekeurige elementen zijn in V, dan u + v is in V.
- Als de vector u een willekeurig element van V is en c is een reel getal, dan c*u is in V.
Ahhhhh ok, dus begrijp ik het goed als ik dan zeg omdat V niet gedefinieerd is kun je dus ook nog geen uitspraken doen of hij wel of niet in V ligt.quote:
Ik denk dat Glowmouse meer bedoelt dat V = span([a; b; 2]) niet een lineaire deelruimte is omdat bijvoorbeeld [1;2;2] wel element is van V, maar 2*[1;2;2] geen element is van V.quote:Op donderdag 30 december 2010 23:15 schreef BasementDweller het volgende:
Ik snap Glowmouses punt ook niet. Is het probleem niet gewoon dat de nulvector niet in V zit?
Dat is de derde eis (die je niet genoemd hebt) waaraan voldaan moet worden dan en slechts dan als V een lineaire deelruimte is.
Oh, dat wist ik niet.quote:Op donderdag 30 december 2010 23:21 schreef GlowMouse het volgende:
niet span, span is automatisch een lineaire deelruimte.
quote:Op donderdag 30 december 2010 23:33 schreef BasementDweller het volgende:
Ah, de verwarring ligt hem in de onduidelijkheid over V.
V={ (a,b,2) in R^3 | a,b in |R }
Dus (a,b,2)+(a,b,2)=(2a,2b,4) en dat is geen element van V. Dus V is niet gesloten onder optelling en dus geen lineaire deelruimte. Snap je hem Dale?
Maar V heeft een basis van R^2, niet R^3.quote:Op vrijdag 31 december 2010 01:32 schreef BasementDweller het volgende:
Je bewering is dus dat je (2a, 2b, 2a+6b) niet kan schrijven als (a, b, a+3b) waardoor (2a, 2b, 2a+6b) niet in V ligt en zo met dit tegenvoorbeeld laat zien dat V geen lineaire deelruimte is?
Dat is niet correct. 2a en 2b zijn ook getallen in |R. Je kan definiëren dat x=2a, y=2b. Dan heb je dus (a, b, a+3b) + (a, b, a+3b) = (2a, 2b, 2a+6b) = (x,y,x+3y) met x,y in |R en die zit dus duidelijk in V.
Probeer nu maar te bewijzen dat:
1) Als de vectoren u en v willekeurige elementen zijn in V, dan u + v is in V.
2) Als de vector u een willekeurig element van V is en c is een reel getal, dan c*u is in V.
Maakt dat iets uit dan? Een vlak is ook een lineaire deelruimte van |R³quote:Op vrijdag 31 december 2010 11:01 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Maar V heeft een basis van R^2, niet R^3.
Bijvoorbeeld:
a= [1, 0 , 1]
b = [0, 1, 3]
Nee, V heeft een basis van een tweedimensionale deelruimte van IR³.quote:Op vrijdag 31 december 2010 11:01 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Maar V heeft een basis van R^2, niet R^3.
Bijvoorbeeld:
a= [1, 0 , 1]
b = [0, 1, 3]
Maar de dimensie van V is 2, toch?quote:Op vrijdag 31 december 2010 14:07 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Nee, V heeft een basis van een tweedimensionale deelruimte van IR³.
Klopt, vandaar 'tweedimensionale deelruimte'. Maar ook geldtquote:Op vrijdag 31 december 2010 16:44 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Maar de dimensie van V is 2, toch?
Ik vind het moeilijk om te begrijpen wat dat driedimensionale eraan is. Of beter gezegd, hoe ik me dat moet voorstellen.quote:Op vrijdag 31 december 2010 16:46 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Klopt, vandaar 'tweedimensionale deelruimte'. Maar ook geldt [ afbeelding ], want elk element van V is een element van IR³.
Die vergelijking volg ik als de 3-de component (z in dit geval) een vast getal is. Maar nu hangt z af van x en y, dan ziet de ruimte toch anders uit?quote:Op vrijdag 31 december 2010 16:58 schreef BasementDweller het volgende:
De vectoren in V hebben drie componenten, d.w.z. ze zitten in |R³ en niet in |R². Maar de vectoren in V spannen een tweedimensionaal vlak op. Als je een papiertje in de lucht houdt dan heeft iedere papiermolecuul ook drie ruimtelijke componenten (x,y,z), ook al liggen ze allemaal in een tweedimensionaal vlak.![]()
Je kan de basis zo kiezen dat je blaadje bijvoorbeeld in het x,y-vlak ligt en dus z constant is, maar dat hoeft niet. Als je je blaadje 'schuin' houdt t.o.v. van de basis, dan zijn de x,y en z component variabel. Je hebt dus een twee dimensionaal vlak in een driedimensionale ruimte waarbij alle 3 componenten variabel zijn. Dit is ook het geval bij V.quote:Op vrijdag 31 december 2010 18:06 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Die vergelijking volg ik als de 3-de component (z in dit geval) een vast getal is. Maar nu hangt z af van x en y, dan ziet de ruimte toch anders uit?
Ok, denk dat ik me er nu beter een voorstelling van kan maken. Bedankt!quote:Op vrijdag 31 december 2010 18:42 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Je kan de basis zo kiezen dat je blaadje bijvoorbeeld in het x,y-vlak ligt en dus z constant is, maar dat hoeft niet. Als je je blaadje 'schuin' houdt t.o.v. van de basis, dan zijn de x,y en z component variabel. Je hebt dus een twee dimensionaal vlak in een driedimensionale ruimte waarbij alle 3 componenten variabel zijn. Dit is ook het geval bij V.
Is het dan niet 'triviaal' ?quote:Op zondag 2 januari 2011 13:18 schreef GlowMouse het volgende:
Als in het vlak de z-component vast is, is het ook een deelruimte van IR³.
Even 'triviaal' als elke andere lineaire deelruimte, het is gewoon een kwestie van de definitie gebruiken. De vz. V={(a 0 0)T | a \in R} is ook een lineaire deelruimte bijv., of V={(a 0 b)T | a,b \in R}.quote:Op dinsdag 4 januari 2011 12:41 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Is het dan niet 'triviaal' ?
Omdat R2 altijd een deelruimte is van R3, alleen meestal in punt [0].
R² is geen deelruimte van R³ omdat een element uit R² niet in R³ zit (hij mist een component, die kun je niet op 0 denken).quote:Op dinsdag 4 januari 2011 12:41 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Is het dan niet 'triviaal' ?
Omdat R2 altijd een deelruimte is van R3, alleen meestal in punt [0].
Wel isomorf?quote:Op dinsdag 4 januari 2011 13:43 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
R² is geen deelruimte van R³ omdat een element uit R² niet in R³ zit (hij mist een component, die kun je niet op 0 denken).
Wikipedia zegt 't al: Twee eindig-dimensionale vectorruimten zijn isomorf als en slechts als hun dimensies gelijk zijn.quote:
Misschien als aanvulling op GM: de z-waarde die je gekregen hebt hoor bij een standaard normale verdeling, d.w.z. een normale verdeling met gemiddelde 0 en standaardafwijking 1. Elke normaal verdeelde stochast X met een gemiddelde mu en een standaardafwijking sigma heeft als eigenschap dat de stochast (X-mu)/sigma een standaard normale verdeling volgt. Als je dus een kans oid wilt berekenen voor X kun je het altijd terugbrengen naar een kans voor een standaard normale verdeling en vandaar dat je in de standaard tabellenboeken alleen de kansen voor standaard normale verelingen opgenomen ziet, dat is immers voldoende voor elke normale verdeling.quote:Op woensdag 5 januari 2011 16:17 schreef algebra010 het volgende:
Ik zit met de volgende vraag:
If X has a normal distribution with mean 60 and standard deviation 6, which value of X
corresponds with the value z = 1.96?
Het antwoord is x = 71.76.
Nou dacht ik dat je de standardized test statistic moest gebruiken:
z = x - μ / (sigma/√n)
Maar dan ontbreekt natuurlijk de n waardoor je het niet kan berekenen. Ik zie in dat ze 1.96*6+60 doen. Dit maakt de formule z = x - μ / sigma, ik snap alleen niet welke formule dit dan is...
Voor de eerste krijg je 15*1/x*1/80. Ik begrijp niet helemaal uit je post of dat nu wel of niet in het antwoordenboek staat?quote:Op woensdag 5 januari 2011 16:27 schreef GoodGawd het volgende:
Hallo ik heb enige moeite met deze diff:
[ afbeelding ]
Als je die dy/dx oplost gebruik ik dus ln x = 1/x regel. Dan krijg je 15 . 1/x/80 (maar dan zie ik bij de antwoorden dat je nog keer 1/80 moet doen, is dat product regel ofzo?)
Maar daarna d2y/dx2 die vind ik veel moeilijker, die snap ik eigenlijk helemaal niet. Hoe pak je die aan?
Ok, je krijgt dus dy/dx = 15/(80*x) = (15/80)*x-1. Nog een keer differentieren geeft (15/80)*(-1)*x-2 = -15/80*x-2.quote:Op woensdag 5 januari 2011 16:39 schreef GoodGawd het volgende:
Dat heb ik een beetje vaag gezegd, maar je gebruik dus de y functie.
y = 15 ln (x/80)
En daarvan wil ik te weten komen: d2y/dx2
quote:Op woensdag 5 januari 2011 16:47 schreef GoodGawd het volgende:
Oooooh, het is zo lang geleden. Jaartje ziek geweest en uit de running dan vergeet je echt allesthx men!
Klopt niet. Het moet -15/x2 zijn. Je vergeet de kettingregelquote:Op woensdag 5 januari 2011 16:41 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Ok, je krijgt dus dy/dx = 15/(80*x) = (15/80)*x-1. Nog een keer differentieren geeft (15/80)*(-1)*x-2 = -15/80*x-2.
Edit: die kwadraten staan gewoon voor de tweede afgeleide.
Ik vergat niet de kettingregel maar paste hem verkeerd toe. <font size=463729463>quote:Op donderdag 6 januari 2011 07:34 schreef Holy_Goat het volgende:
[..]
Klopt niet. Het moet -15/x2 zijn. Je vergeet de kettingregel
Je vergeet volgens mij het laatste gedeelte van de eerste zin in je opgave in de rest van je berekening.quote:Op vrijdag 7 januari 2011 21:05 schreef TheLoneGunmen het volgende:
Hoi BD, bedankt voor je reacties; ik bedoel inderdaad integreren. Om het een beetje duidelijk te maken: dit is de hele opgave + mijn poging tot oplossing. Hopelijk kun je me wat op weg helpen:
[ afbeelding ]
Held.quote:Op vrijdag 7 januari 2011 21:13 schreef freiss het volgende:
[..]
Je vergeet volgens mij het laatste gedeelte van de eerste zin in je opgave in de rest van je berekening.
Ah ok. Bedankt. Ik ga er zelf wel even verder mee stoeien vooraleer ik jullie weer lastig val. Heb je toevallig een link naar duidelijke theorie hierover (mag Engels/Nederlands).quote:Op zaterdag 8 januari 2011 00:13 schreef GlowMouse het volgende:
Voor de joint PDF van S en T werkt deze theorem niet. Daarvoor moet je iets doen met de hessiaan van de inversefuncties.
Voor alleen T doe je het bijna goed, alleen heb je f(x,y) verkeerd. Op sommige punten in je gebied is die 0 omdat dan niet geldt dat 0<x<y<1.
Het boek van Bain en Engelhardt, maar die theorem lijkt daar ook uit te komen.quote:Op zaterdag 8 januari 2011 00:19 schreef TheLoneGunmen het volgende:
[..]
Ah ok. Bedankt. Ik ga er zelf wel even verder mee stoeien vooraleer ik jullie weer lastig val. Heb je toevallig een link naar duidelijke theorie hierover (mag Engels/Nederlands).
Tja, misschien vooral ervaring, maar vaak zie je wel snel of ergens een uniforme schattng op past of niet, ook door te kijken naar de punten waar het evt. mis zou kunnen gaan.quote:Op zaterdag 8 januari 2011 17:57 schreef BasementDweller het volgende:
Is er een manier om intuïtief in te kunnen zien dat iets uniform convergeert of niet? Ik weet het pas als ik het bewezen heb, anders heb ik geen flauw idee... dus heb er totaal geen intuïtie voor.
Het moest Jacobiaan zijn. Staat ook wel ergens in B&E.quote:Op zaterdag 8 januari 2011 00:22 schreef TheLoneGunmen het volgende:
Hahah klopt, ik vind 'm lelijk. Bedoel je Hessiaan of Jacobiaan?
Hmm okequote:Op zaterdag 8 januari 2011 18:00 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Tja, misschien vooral ervaring, maar vaak zie je wel snel of ergens een uniforme schattng op past of niet, ook door te kijken naar de punten waar het evt. mis zou kunnen gaan.
Edit: voor f_n, zie Thabit's post hieronder. Verder convergeertquote:Op zaterdag 8 januari 2011 23:19 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Hmm oke. Kan je voor mij checken of het volgende klopt? Ik moest voor f en g nagaan of ze uniform convergent waren op [-1,1], [ afbeelding ], [ afbeelding ], en heel |R.
f en g zijn van |R naar |R, gedefinieerd door [ afbeelding ] en [ afbeelding ].
Ik denk: f is alleen uniform op [-1,1], g alleen op [ afbeelding ] en [-1,1].
Bedankt voor de correctiequote:Op zondag 9 januari 2011 09:54 schreef thabit het volgende:
fn convergeert op geen enkel onbegrensd interval uniform. De puntsgewijze limiet is immers overal 1, maar er zijn op onbegrensde intervallen altijd waarden willekeurig dichtbij 0 of oneindig.
Ja, op elk begrensd interval, wantquote:Op zondag 9 januari 2011 12:40 schreef BasementDweller het volgende:
Bedankt allebei.
Jullie zeggen dat f_n niet uniform convergeert op onbegrensde intervallen en dat dacht ik ook, maar klopt het ook dat f_n wel uniform convergeert op [-1,1]?
Klopt, want g_n neemt z'n maximum opquote:Het probleempunt bij g_n is inderdaad x=-n, dus als je op de verzameling van positieve reële getallen zit heb je die -x niet. Dus hij is wel uniform convergent daarop, toch?
Het antwoord op je vraag in de opgave, "geldt dit ook voor oneindige sommen?", is nee. Een oneindige som is een limiet, dus je kijkt in feite naar een limiet van functies. Daar geldt dus ook voor dat je moet laten zien dat ze uniform convergeren voordat je continuiteit van de limiet kunt concluderen. (*). Ik denk zo op het eerste gezicht dat je op deze manier niet continuiteit op heel R kunt bewijzen, die e-macht gaat altijd naar doen voor grote x. Anderzijds is continuiteit een lokale eigenschap: f is continu op R desda als voor elke x in R geldt dat f continu is in x. Dus het is bijv. voldoende om een willekeurige a vast te nemen en continuiteit op het interval [-a,a] te bewijzen. Dit kan wel met jouw schatting, omdat nu die e^x begrensd blijft op het interval dat je bekijkt.quote:Op zondag 9 januari 2011 13:34 schreef BasementDweller het volgende:
Oke top. Nu een nieuwe opgave, ik probeerde het te bewijzen maar kwam niet verder dan dit:
[ afbeelding ]
heb je het uberhaupt al zelf geprobeerd?quote:Op zondag 9 januari 2011 13:34 schreef BasementDweller het volgende:
Oke top. Nu een nieuwe opgave, ik probeerde het te bewijzen maar kwam niet verder dan dit:
[ afbeelding ]
Oh ik zie dat mijn plaatje niet klopt. Ik had eerst f_k verkeerd gedefinieerd waardoor het een oneindige som was, en vandaar die extra zin om te beredeneren dat die f_k dan continu zou zijn (wat inderdaad dus onjuist is, ik snap hetquote:Op zondag 9 januari 2011 15:04 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Het antwoord op je vraag in de opgave, "geldt dit ook voor oneindige sommen?", is nee. Een oneindige som is een limiet, dus je kijkt in feite naar een limiet van functies. Daar geldt dus ook voor dat je moet laten zien dat ze uniform convergeren voordat je continuiteit van de limiet kunt concluderen. (*). Ik denk zo op het eerste gezicht dat je op deze manier niet continuiteit op heel R kunt bewijzen, die e-macht gaat altijd naar doen voor grote x. Anderzijds is continuiteit een lokale eigenschap: f is continu op R desda als voor elke x in R geldt dat f continu is in x. Dus het is bijv. voldoende om een willekeurige a vast te nemen en continuiteit op het interval [-a,a] te bewijzen. Dit kan wel met jouw schatting, omdat nu die e^x begrensd blijft op het interval dat je bekijkt.
(*): in het algemeen gebruik je uniformiteit om de volgorde van twee limieten om te draaien. Die binnenste limiet kan van alles zijn, het kan continuiteit uitdrukken (\lim_{x \to a} f(x) bijv.), maar ook een oneindige som (limiet van een reeks eindige sommen) zodat je de limiet binnen de oneindige som haalt, of bijv. een limiet van Riemannsommen zodat je de limiet binnen de integraal kunt halen.
Heb je überhaupt mijn post wel gelezen?quote:Op zondag 9 januari 2011 15:10 schreef Holy_Goat het volgende:
[..]
heb je het uberhaupt al zelf geprobeerd?
Ik begrijp niet helemaal waarom je nu x=a neemt? Je zou het als volgt kunnen doen. Neem a>0 willekeurig, we gaan bewijzen datquote:Op zondag 9 januari 2011 15:54 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Oh ik zie dat mijn plaatje niet klopt. Ik had eerst f_k verkeerd gedefinieerd waardoor het een oneindige som was, en vandaar die extra zin om te beredeneren dat die f_k dan continu zou zijn (wat inderdaad dus onjuist is, ik snap het), maar toen ik dat verbeterd had ben ik dus vergeten de rest ook aan te passen.
Wat je verder zegt lijkt me wel handig, om die x vast te kiezen. Alleen lukt het me niet om een verband tussen K en epsilon kan vinden zodat de ongelijkheid geldt... Dat die K niet mag afhangen van x bemoeilijkt het ook.
Nu klopt het plaatje wel als het goed is:
[ afbeelding ]
[..]
Heb je überhaupt mijn post wel gelezen?
Het maakt geen verschil of je e^a binnen of buiten de som schrijft toch?quote:Op zondag 9 januari 2011 16:36 schreef BasementDweller het volgende:
Ah, zo. Je bedoelt waarschijnlijk bij die eerste som wel dat e^a binnen de som moet staan, want dat is wat je uiteindelijk gebruikt en anders klopt het ook niet.
Het is simpeler: continuiteit is een lokale eigenschap. Continuiteit op R betekent niets anders dan dat de functie continu is in elk punt x \in R. Dat volgt nu meteen, neem nl. een willekeurige x \in R. Kies een a>x. We hebben bewezen dat f_k uniform naar f op (-\infty,a], dus is f continu op (-\infty,a), en in het bijzonder ook in x. Einde bewijs. Of niet?quote:Maar nu heb je bewezen dat f continu is op (-inf, a] voor willekeurige a, maar dat is wat anders dan f is continu op (-inf,inf). Een x=n gooit dan roet in het eten.... Dus ik betwijfel of je op deze manier wel continuïteit op (-inf,inf) kan bewijzen...
Of kan je iets zeggen als (-inf,inf) = vereniging over alle a in R van (-inf,a], en als f continu is op intervallen (-inf,a] dan is hij dat ook op de vereniging? Dat zou ik dan nog wel moeten nagaan of dat klopt..
Je hebt gelijk.quote:Op zondag 9 januari 2011 16:45 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Het maakt geen verschil of je e^a binnen of buiten de som schrijft toch?
Klinkt opzich wel logisch, maar ik heb op college ook wel eens een reeks gezien die uniform convergent was op [epsilon,2] voor iedere epsilon>0 maar niet op (0,2). Ik heb dat nooit helemaal gesnapt, maar dat lijkt me ongeveer hetzelfde als hier.quote:[..]
Het is simpeler: continuiteit is een lokale eigenschap. Continuiteit op R betekent niets anders dan dat de functie continu is in elk punt x \in R. Dat volgt nu meteen, neem nl. een willekeurige x \in R. Kies een a>x. We hebben bewezen dat f_k uniform naar f op (-\infty,a], dus is f continu op (-\infty,a), en in het bijzonder ook in x. Einde bewijs. Of niet?
Hier is een voorbeeld (dit is zelfs de functie waar ik mee in de war was bij je eerste vraag), neem f_k(x) = e^(-kx). Deze heeft als puntsgewijze limiet als k \to \infty de functie f met f(0)=1 en f(x)=0 als x>0 (discontinu in x=0 dus). Er geldt nu dat f_k \to f uniform op [a,\infty) voor elke a>0, maar niet voor a=0 (ook niet op (0,\infty)). Kun je zien waarom? Inderdaad, consistent hiermee: de limietfunctie f is continu op (0,\infty), maar niet op [0,\infty).quote:Op zondag 9 januari 2011 16:56 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Klinkt opzich wel logisch, maar ik heb op college ook wel eens een reeks gezien die uniform convergent was op [epsilon,2] voor iedere epsilon>0 maar niet op (0,2). Ik heb dat nooit helemaal gesnapt, maar dat lijkt me ongeveer hetzelfde als hier.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
[ Bericht 11% gewijzigd door keesjeislief op 09-01-2011 17:21:19 ]heeft de hoop dat het allemaal stiekum toch nog goed komt...
Fotoboek
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |