Als je (x,y)=(0,0) invult komt er niet zomaar 0 uit he, want je deelt door 0. ("is flauwekul"?quote:Op donderdag 23 december 2010 00:48 schreef oblomov07 het volgende:
Gegeven: een kromme K: x^4 - 4x^2 + 4y^2 = 0
Het differentiaalquotient is = (4x^3 - 8x) / (-8y)
Nu wil ik de richtingscoefficient van deze kromme in de oorsprong weten. Als je voor x en y 0 invoert kom je uiteraard op rc = 0. Dit is echter niet de werkelijke richtingscoefficient. Hoe krijg ik de echte rc? Kan iemand mij hiermee helpen? Bij voorbaat dank!
Ok. Je weet ook wat zaken over hoe de lengte van zijden van koordenvierhoeken met elkaar in verband staan, ik dacht dat dat misschien nuttig zou kunnen zijn. Ik had ook nog heel even zitten kijken of je kunt gebruiken dat de stelling voor bepaalde driehoeken heel simpel te zien is, en dan bekijken of het waar blijft onder een vervorming. Maar dat schoot ook niet erg op.quote:Op woensdag 22 december 2010 20:14 schreef Borizzz het volgende:
[..]
De opgave is ook niet snel op te lossen en inderdaad zoals Riparius zegt niet via koordenvierhoeken.
Het handigst is volgens mij om het via het middelpunt M van de omgeschreven cirkel te benaderen. De beide middelloodlijnen van zijden BC en AC snijden elkaar immers. Verder de geijkte oppervlakte formules voor driehoeken gebruiken en loodlijnen op de bissectrices neerlaten. En dan gebruikmaken van gelijkvormige driehoeken die dan ontstaan.
Maar het gaat mij om een 'slimme', 'creatieve' oplossing zonder al dat gereken.
Klopt, mijn fout.quote:Op donderdag 23 december 2010 01:37 schreef BasementDweller het volgende:
Welk differentiaalquotient precies ? En als je x=y=0 invoert, deel je door 0.
Ik heb even niet de tijfd om het netjes op te schrijven, maar als je bijv. de limiet voor x gaat naar 0 van het dq wilt weten, moet je bedenken dat je kijkt naar een quotient van twee termen die naar 0 gaan. De waarde van de limiet hangt dus helemaal af van de snelheid waarmee beide termen naar 0 gaan. Als je nu m.b.v. de formule voor K even y uitdrukt in x en die uitdrukking invult in je dq dan zul je zien dat teller als langzaamste term -8x heeft, terwijl de noemer iets krijgt als 2x(2+x/4), dus het dq heeft dan -8/4 als limiet.quote:Op donderdag 23 december 2010 01:44 schreef oblomov07 het volgende:
[..]
Klopt, mijn fout.Ik krijg iig niet het gewenste antwoord.
Hoe bedoel je welk differntiaalquotient precies?
Staan daar boven de eerste term nu twee accentjes, het is dus een dv? Je weet dat alle oplossing geschreven kunnen worden als de som van een particuliere oplossing met alle homogene oplossingen (d.w.z alle oplossingen van het systeem met rechterlid gelijk aan 0)? De vraag is natuurlijk hoe je een particuliere oplossing vindt, maar gelukkig heb je rechts een sinus, en links een tweede afgeleide en de functie zelf. Het ligt dan voor de hand om voor u een sinus te proberen, omdat die na twee keer differentieren ook weer een sinus oplevert.quote:Op donderdag 23 december 2010 20:29 schreef Holy_Goat het volgende:
Hey allemaal.... Ik heb een vraagje.
[ afbeelding ]
Ik ben dynamica 2 aan het leren, en ik kom niet uit het volgende.
Al een paar pagina's tekst volgeschreven, maar helaas, geen oplossing.
Het gaat me met name om de aanpak dus niet zo zeer het antwoord.
U1 en U2 zijn als functie van t overigens.
Met rechts van de streep constanten heb ik geen moeite, maar met deze functie van t er in lukt het niet meer
Dat splitsen heeft niet zoveel voordeel denk ik. Als je kijkt naar je dv zie je dat je twee functies u1 en u2 zoekt zodanig dat lineaire combinaties van beide functies en hun tweede afgeleiden een sinus kunnen opleveren en een constante. Het ligt voor de hand om dan iets te proberen als u1(t) = a*sin(omega*t)+b en u2(t) = c*sin(omega*t)+d, voor nader te bepalen a, b, c en d. Namelijk, het nemen van tweede afgeleides geeft je weer sinussen terug, en b en d kun je gebruiken om de constante L te bereiken.quote:Op vrijdag 24 december 2010 09:39 schreef Holy_Goat het volgende:
Has het is een dv... Moeilijkheid is niet de homogene oplossing inderdaad.
Ik had wel al gedacht aan het volgende, splits term rechts op in een vector met een constante en een vector met alleen die sinus. Die kun je namelijk optellendan, dus de twee bijbehorende particuliere oplossingen kun je dan ook optellen. Het constante deel is dan niet moeilijk, rest alleen nog de oplossing voor w * sin (omega * t)...
Bedankt voor de reactie. Ik heb het onderwerp 'Limieten' nog niet behandeld, dat komt pas in het hoofdstuk hierna te pas.quote:Op donderdag 23 december 2010 03:05 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Ik heb even niet de tijfd om het netjes op te schrijven, maar als je bijv. de limiet voor x gaat naar 0 van het dq wilt weten, moet je bedenken dat je kijkt naar een quotient van twee termen die naar 0 gaan. De waarde van de limiet hangt dus helemaal af van de snelheid waarmee beide termen naar 0 gaan. Als je nu m.b.v. de formule voor K even y uitdrukt in x en die uitdrukking invult in je dq dan zul je zien dat teller als langzaamste term -8x heeft, terwijl de noemer iets krijgt als 2x(2+x/4), dus het dq heeft dan -8/4 als limiet.
Hangt van het type onderwijs af, volgens mij leerde ik op de middelbare school veel eerder differentieren dan dat ik iets van limieten zag. Daar is imho ook niet zoveel mis mee, differentieren is een belangrijk concept voor een hoop leerlingen en valt intuitief goed op te pikken zonder (echte) kennis van limieten.quote:Op woensdag 29 december 2010 18:32 schreef VanishedEntity het volgende:
Slecht hoor; imho hoor je zaken als limieten en continuïteit te krijgen voordat je aan differentiëren begint, of iig nadat je de basis (conceptuele uitleg en mathematische principes, standaardformules voor polynomen, en som-, product- en quotiëntregels) gehad hebt.
True, was bij mij ook met geval, maar ik vraag me af of ik ook de opgave die oblomov hier neerpostte op had kunnen lossen zonder grondige onderricht in limieten, continuïteit en differentieerbaarheid, en de bijbehorende oplossingstechnieken als substitutie, delen door de hoogste macht in de noemer en L'Hôstipal. Vandaar mijn kritische opmerking.quote:Op woensdag 29 december 2010 19:03 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Hangt van het type onderwijs af, volgens mij leerde ik op de middelbare school veel eerder differentieren dan dat ik iets van limieten zag. Daar is imho ook niet zoveel mis mee, differentieren is een belangrijk concept voor een hoop leerlingen en valt intuitief goed op te pikken zonder (echte) kennis van limieten.
Ik neem aan dat je een lineaire deelruimte bedoelt? Het is niet de bedoeling dat je hier even al je huiswerkopgaven dumpt, dit is echt direct uit de definitie van een lin. deelruimte te zien (waarbij ik maar even aanneem dat je niet 'de vector' bedoelt maar 'de vz. van vectoren ...')...quote:Op donderdag 30 december 2010 21:18 schreef Dale. het volgende:
@VanishedEntity hehehe ja was eigenlijk ook wel simpel was gewoon te moeilijk aan het denken. Maar ander vraagje... waarom is de onderstaande vector geen deelruimte van R^3.
[ afbeelding ]
Ja klopt de set van vectoren en ja lineaire deelruimte. Maar ik zie niet in waarom deze (volgens het antwoorden boekje) niet in R^3 ligt aan de hand van de definitie van de lin. deelruimte. R^3 is oneindig groot dus kan ik gewoon ook een oneindig grote vector kiezen van mij apart dus dan [a, b, 2]T met a,b in R die ik met iedere andere vector kan vermeningvuldigen, het resultaat ligt altijd in R^3. Zelfde geldt voor een scalaire vermeningvuldiging.quote:Op donderdag 30 december 2010 21:34 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Ik neem aan dat je een lineaire deelruimte bedoelt? Het is niet de bedoeling dat je hier even al je huiswerkopgaven dumpt, dit is echt direct uit de definitie van een lin. deelruimte te zien (waarbij ik maar even aanneem dat je niet 'de vector' bedoelt maar 'de vz. van vectoren ...')...
Wat is de definitie van een lineaire deelruimte?quote:Op donderdag 30 december 2010 21:54 schreef Dale. het volgende:
[..]
Ja klopt de set van vectoren en ja lineaire deelruimte. Maar ik zie niet in waarom deze (volgens het antwoorden boekje) niet in R^3 ligt aan de hand van de definitie van de lin. deelruimte. R^3 is oneindig groot dus kan ik gewoon ook een oneindig grote vector kiezen van mij apart dus dan [a, b, 2]T met a,b in R die ik met iedere andere vector kan vermeningvuldigen, het resultaat ligt altijd in R^3. Zelfde geldt voor een scalaire vermeningvuldiging.
en ps. zie TT + hier tussen zaten 50 andere vragen hoor
Laat V een vectorruimte zijn en W een niet lege subset van V. Als W een vectorruimte is met respect tot de operaties in V, dan is W een lineaire deelruimte van V.quote:Op donderdag 30 december 2010 22:01 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Wat is de definitie van een lineaire deelruimte?
probeer eens u = v = [1;2;2], c=2.quote:Op donderdag 30 december 2010 22:16 schreef Dale. het volgende:
[..]
Laat V een vectorruimte zijn en W een niet lege subset van V. Als W een vectorruimte is met respect tot de operaties in V, dan is W een lineaire deelruimte van V.
Vervolgens dus controleren of die operaties kloppen.
- Als de vectoren u en v willekeurige elementen zijn in V, dan u + v is in V.
- Als de vector u een willekeurig element van V is en c is een reel getal, dan c*u is in V.
En dat geldt volgens mij... ik kan geen vector v bedenken waarbij u+v buiten V ligt, en geen c waarbij c*u buiten V ligt.
V = R^3
quote:Op donderdag 30 december 2010 22:34 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
probeer eens u = v = [1;2;2], c=2.
In V is de eis, niet in IR³.quote:Op donderdag 30 december 2010 22:16 schreef Dale. het volgende:
- Als de vectoren u en v willekeurige elementen zijn in V, dan u + v is in V.
- Als de vector u een willekeurig element van V is en c is een reel getal, dan c*u is in V.
Ahhhhh ok, dus begrijp ik het goed als ik dan zeg omdat V niet gedefinieerd is kun je dus ook nog geen uitspraken doen of hij wel of niet in V ligt.quote:
Ik denk dat Glowmouse meer bedoelt dat V = span([a; b; 2]) niet een lineaire deelruimte is omdat bijvoorbeeld [1;2;2] wel element is van V, maar 2*[1;2;2] geen element is van V.quote:Op donderdag 30 december 2010 23:15 schreef BasementDweller het volgende:
Ik snap Glowmouses punt ook niet. Is het probleem niet gewoon dat de nulvector niet in V zit?
Dat is de derde eis (die je niet genoemd hebt) waaraan voldaan moet worden dan en slechts dan als V een lineaire deelruimte is.
Oh, dat wist ik niet.quote:Op donderdag 30 december 2010 23:21 schreef GlowMouse het volgende:
niet span, span is automatisch een lineaire deelruimte.
quote:Op donderdag 30 december 2010 23:33 schreef BasementDweller het volgende:
Ah, de verwarring ligt hem in de onduidelijkheid over V.
V={ (a,b,2) in R^3 | a,b in |R }
Dus (a,b,2)+(a,b,2)=(2a,2b,4) en dat is geen element van V. Dus V is niet gesloten onder optelling en dus geen lineaire deelruimte. Snap je hem Dale?
Maar V heeft een basis van R^2, niet R^3.quote:Op vrijdag 31 december 2010 01:32 schreef BasementDweller het volgende:
Je bewering is dus dat je (2a, 2b, 2a+6b) niet kan schrijven als (a, b, a+3b) waardoor (2a, 2b, 2a+6b) niet in V ligt en zo met dit tegenvoorbeeld laat zien dat V geen lineaire deelruimte is?
Dat is niet correct. 2a en 2b zijn ook getallen in |R. Je kan definiëren dat x=2a, y=2b. Dan heb je dus (a, b, a+3b) + (a, b, a+3b) = (2a, 2b, 2a+6b) = (x,y,x+3y) met x,y in |R en die zit dus duidelijk in V.
Probeer nu maar te bewijzen dat:
1) Als de vectoren u en v willekeurige elementen zijn in V, dan u + v is in V.
2) Als de vector u een willekeurig element van V is en c is een reel getal, dan c*u is in V.
Maakt dat iets uit dan? Een vlak is ook een lineaire deelruimte van |R³quote:Op vrijdag 31 december 2010 11:01 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Maar V heeft een basis van R^2, niet R^3.
Bijvoorbeeld:
a= [1, 0 , 1]
b = [0, 1, 3]
Nee, V heeft een basis van een tweedimensionale deelruimte van IR³.quote:Op vrijdag 31 december 2010 11:01 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Maar V heeft een basis van R^2, niet R^3.
Bijvoorbeeld:
a= [1, 0 , 1]
b = [0, 1, 3]
Maar de dimensie van V is 2, toch?quote:Op vrijdag 31 december 2010 14:07 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Nee, V heeft een basis van een tweedimensionale deelruimte van IR³.
Klopt, vandaar 'tweedimensionale deelruimte'. Maar ook geldtquote:Op vrijdag 31 december 2010 16:44 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Maar de dimensie van V is 2, toch?
Ik vind het moeilijk om te begrijpen wat dat driedimensionale eraan is. Of beter gezegd, hoe ik me dat moet voorstellen.quote:Op vrijdag 31 december 2010 16:46 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Klopt, vandaar 'tweedimensionale deelruimte'. Maar ook geldt [ afbeelding ], want elk element van V is een element van IR³.
Die vergelijking volg ik als de 3-de component (z in dit geval) een vast getal is. Maar nu hangt z af van x en y, dan ziet de ruimte toch anders uit?quote:Op vrijdag 31 december 2010 16:58 schreef BasementDweller het volgende:
De vectoren in V hebben drie componenten, d.w.z. ze zitten in |R³ en niet in |R². Maar de vectoren in V spannen een tweedimensionaal vlak op. Als je een papiertje in de lucht houdt dan heeft iedere papiermolecuul ook drie ruimtelijke componenten (x,y,z), ook al liggen ze allemaal in een tweedimensionaal vlak.![]()
Je kan de basis zo kiezen dat je blaadje bijvoorbeeld in het x,y-vlak ligt en dus z constant is, maar dat hoeft niet. Als je je blaadje 'schuin' houdt t.o.v. van de basis, dan zijn de x,y en z component variabel. Je hebt dus een twee dimensionaal vlak in een driedimensionale ruimte waarbij alle 3 componenten variabel zijn. Dit is ook het geval bij V.quote:Op vrijdag 31 december 2010 18:06 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Die vergelijking volg ik als de 3-de component (z in dit geval) een vast getal is. Maar nu hangt z af van x en y, dan ziet de ruimte toch anders uit?
Ok, denk dat ik me er nu beter een voorstelling van kan maken. Bedankt!quote:Op vrijdag 31 december 2010 18:42 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Je kan de basis zo kiezen dat je blaadje bijvoorbeeld in het x,y-vlak ligt en dus z constant is, maar dat hoeft niet. Als je je blaadje 'schuin' houdt t.o.v. van de basis, dan zijn de x,y en z component variabel. Je hebt dus een twee dimensionaal vlak in een driedimensionale ruimte waarbij alle 3 componenten variabel zijn. Dit is ook het geval bij V.
Is het dan niet 'triviaal' ?quote:Op zondag 2 januari 2011 13:18 schreef GlowMouse het volgende:
Als in het vlak de z-component vast is, is het ook een deelruimte van IR³.
Even 'triviaal' als elke andere lineaire deelruimte, het is gewoon een kwestie van de definitie gebruiken. De vz. V={(a 0 0)T | a \in R} is ook een lineaire deelruimte bijv., of V={(a 0 b)T | a,b \in R}.quote:Op dinsdag 4 januari 2011 12:41 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Is het dan niet 'triviaal' ?
Omdat R2 altijd een deelruimte is van R3, alleen meestal in punt [0].
R² is geen deelruimte van R³ omdat een element uit R² niet in R³ zit (hij mist een component, die kun je niet op 0 denken).quote:Op dinsdag 4 januari 2011 12:41 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Is het dan niet 'triviaal' ?
Omdat R2 altijd een deelruimte is van R3, alleen meestal in punt [0].
Wel isomorf?quote:Op dinsdag 4 januari 2011 13:43 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
R² is geen deelruimte van R³ omdat een element uit R² niet in R³ zit (hij mist een component, die kun je niet op 0 denken).
Wikipedia zegt 't al: Twee eindig-dimensionale vectorruimten zijn isomorf als en slechts als hun dimensies gelijk zijn.quote:
Misschien als aanvulling op GM: de z-waarde die je gekregen hebt hoor bij een standaard normale verdeling, d.w.z. een normale verdeling met gemiddelde 0 en standaardafwijking 1. Elke normaal verdeelde stochast X met een gemiddelde mu en een standaardafwijking sigma heeft als eigenschap dat de stochast (X-mu)/sigma een standaard normale verdeling volgt. Als je dus een kans oid wilt berekenen voor X kun je het altijd terugbrengen naar een kans voor een standaard normale verdeling en vandaar dat je in de standaard tabellenboeken alleen de kansen voor standaard normale verelingen opgenomen ziet, dat is immers voldoende voor elke normale verdeling.quote:Op woensdag 5 januari 2011 16:17 schreef algebra010 het volgende:
Ik zit met de volgende vraag:
If X has a normal distribution with mean 60 and standard deviation 6, which value of X
corresponds with the value z = 1.96?
Het antwoord is x = 71.76.
Nou dacht ik dat je de standardized test statistic moest gebruiken:
z = x - μ / (sigma/√n)
Maar dan ontbreekt natuurlijk de n waardoor je het niet kan berekenen. Ik zie in dat ze 1.96*6+60 doen. Dit maakt de formule z = x - μ / sigma, ik snap alleen niet welke formule dit dan is...
Voor de eerste krijg je 15*1/x*1/80. Ik begrijp niet helemaal uit je post of dat nu wel of niet in het antwoordenboek staat?quote:Op woensdag 5 januari 2011 16:27 schreef GoodGawd het volgende:
Hallo ik heb enige moeite met deze diff:
[ afbeelding ]
Als je die dy/dx oplost gebruik ik dus ln x = 1/x regel. Dan krijg je 15 . 1/x/80 (maar dan zie ik bij de antwoorden dat je nog keer 1/80 moet doen, is dat product regel ofzo?)
Maar daarna d2y/dx2 die vind ik veel moeilijker, die snap ik eigenlijk helemaal niet. Hoe pak je die aan?
Ok, je krijgt dus dy/dx = 15/(80*x) = (15/80)*x-1. Nog een keer differentieren geeft (15/80)*(-1)*x-2 = -15/80*x-2.quote:Op woensdag 5 januari 2011 16:39 schreef GoodGawd het volgende:
Dat heb ik een beetje vaag gezegd, maar je gebruik dus de y functie.
y = 15 ln (x/80)
En daarvan wil ik te weten komen: d2y/dx2
quote:Op woensdag 5 januari 2011 16:47 schreef GoodGawd het volgende:
Oooooh, het is zo lang geleden. Jaartje ziek geweest en uit de running dan vergeet je echt allesthx men!
Klopt niet. Het moet -15/x2 zijn. Je vergeet de kettingregelquote:Op woensdag 5 januari 2011 16:41 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Ok, je krijgt dus dy/dx = 15/(80*x) = (15/80)*x-1. Nog een keer differentieren geeft (15/80)*(-1)*x-2 = -15/80*x-2.
Edit: die kwadraten staan gewoon voor de tweede afgeleide.
Ik vergat niet de kettingregel maar paste hem verkeerd toe. <font size=463729463>quote:Op donderdag 6 januari 2011 07:34 schreef Holy_Goat het volgende:
[..]
Klopt niet. Het moet -15/x2 zijn. Je vergeet de kettingregel
Je vergeet volgens mij het laatste gedeelte van de eerste zin in je opgave in de rest van je berekening.quote:Op vrijdag 7 januari 2011 21:05 schreef TheLoneGunmen het volgende:
Hoi BD, bedankt voor je reacties; ik bedoel inderdaad integreren. Om het een beetje duidelijk te maken: dit is de hele opgave + mijn poging tot oplossing. Hopelijk kun je me wat op weg helpen:
[ afbeelding ]
Held.quote:Op vrijdag 7 januari 2011 21:13 schreef freiss het volgende:
[..]
Je vergeet volgens mij het laatste gedeelte van de eerste zin in je opgave in de rest van je berekening.
Ah ok. Bedankt. Ik ga er zelf wel even verder mee stoeien vooraleer ik jullie weer lastig val. Heb je toevallig een link naar duidelijke theorie hierover (mag Engels/Nederlands).quote:Op zaterdag 8 januari 2011 00:13 schreef GlowMouse het volgende:
Voor de joint PDF van S en T werkt deze theorem niet. Daarvoor moet je iets doen met de hessiaan van de inversefuncties.
Voor alleen T doe je het bijna goed, alleen heb je f(x,y) verkeerd. Op sommige punten in je gebied is die 0 omdat dan niet geldt dat 0<x<y<1.
Het boek van Bain en Engelhardt, maar die theorem lijkt daar ook uit te komen.quote:Op zaterdag 8 januari 2011 00:19 schreef TheLoneGunmen het volgende:
[..]
Ah ok. Bedankt. Ik ga er zelf wel even verder mee stoeien vooraleer ik jullie weer lastig val. Heb je toevallig een link naar duidelijke theorie hierover (mag Engels/Nederlands).
Tja, misschien vooral ervaring, maar vaak zie je wel snel of ergens een uniforme schattng op past of niet, ook door te kijken naar de punten waar het evt. mis zou kunnen gaan.quote:Op zaterdag 8 januari 2011 17:57 schreef BasementDweller het volgende:
Is er een manier om intuïtief in te kunnen zien dat iets uniform convergeert of niet? Ik weet het pas als ik het bewezen heb, anders heb ik geen flauw idee... dus heb er totaal geen intuïtie voor.
Het moest Jacobiaan zijn. Staat ook wel ergens in B&E.quote:Op zaterdag 8 januari 2011 00:22 schreef TheLoneGunmen het volgende:
Hahah klopt, ik vind 'm lelijk. Bedoel je Hessiaan of Jacobiaan?
Hmm okequote:Op zaterdag 8 januari 2011 18:00 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Tja, misschien vooral ervaring, maar vaak zie je wel snel of ergens een uniforme schattng op past of niet, ook door te kijken naar de punten waar het evt. mis zou kunnen gaan.
Edit: voor f_n, zie Thabit's post hieronder. Verder convergeertquote:Op zaterdag 8 januari 2011 23:19 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Hmm oke. Kan je voor mij checken of het volgende klopt? Ik moest voor f en g nagaan of ze uniform convergent waren op [-1,1], [ afbeelding ], [ afbeelding ], en heel |R.
f en g zijn van |R naar |R, gedefinieerd door [ afbeelding ] en [ afbeelding ].
Ik denk: f is alleen uniform op [-1,1], g alleen op [ afbeelding ] en [-1,1].
Bedankt voor de correctiequote:Op zondag 9 januari 2011 09:54 schreef thabit het volgende:
fn convergeert op geen enkel onbegrensd interval uniform. De puntsgewijze limiet is immers overal 1, maar er zijn op onbegrensde intervallen altijd waarden willekeurig dichtbij 0 of oneindig.
Ja, op elk begrensd interval, wantquote:Op zondag 9 januari 2011 12:40 schreef BasementDweller het volgende:
Bedankt allebei.
Jullie zeggen dat f_n niet uniform convergeert op onbegrensde intervallen en dat dacht ik ook, maar klopt het ook dat f_n wel uniform convergeert op [-1,1]?
Klopt, want g_n neemt z'n maximum opquote:Het probleempunt bij g_n is inderdaad x=-n, dus als je op de verzameling van positieve reële getallen zit heb je die -x niet. Dus hij is wel uniform convergent daarop, toch?
Het antwoord op je vraag in de opgave, "geldt dit ook voor oneindige sommen?", is nee. Een oneindige som is een limiet, dus je kijkt in feite naar een limiet van functies. Daar geldt dus ook voor dat je moet laten zien dat ze uniform convergeren voordat je continuiteit van de limiet kunt concluderen. (*). Ik denk zo op het eerste gezicht dat je op deze manier niet continuiteit op heel R kunt bewijzen, die e-macht gaat altijd naar doen voor grote x. Anderzijds is continuiteit een lokale eigenschap: f is continu op R desda als voor elke x in R geldt dat f continu is in x. Dus het is bijv. voldoende om een willekeurige a vast te nemen en continuiteit op het interval [-a,a] te bewijzen. Dit kan wel met jouw schatting, omdat nu die e^x begrensd blijft op het interval dat je bekijkt.quote:Op zondag 9 januari 2011 13:34 schreef BasementDweller het volgende:
Oke top. Nu een nieuwe opgave, ik probeerde het te bewijzen maar kwam niet verder dan dit:
[ afbeelding ]
heb je het uberhaupt al zelf geprobeerd?quote:Op zondag 9 januari 2011 13:34 schreef BasementDweller het volgende:
Oke top. Nu een nieuwe opgave, ik probeerde het te bewijzen maar kwam niet verder dan dit:
[ afbeelding ]
Oh ik zie dat mijn plaatje niet klopt. Ik had eerst f_k verkeerd gedefinieerd waardoor het een oneindige som was, en vandaar die extra zin om te beredeneren dat die f_k dan continu zou zijn (wat inderdaad dus onjuist is, ik snap hetquote:Op zondag 9 januari 2011 15:04 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Het antwoord op je vraag in de opgave, "geldt dit ook voor oneindige sommen?", is nee. Een oneindige som is een limiet, dus je kijkt in feite naar een limiet van functies. Daar geldt dus ook voor dat je moet laten zien dat ze uniform convergeren voordat je continuiteit van de limiet kunt concluderen. (*). Ik denk zo op het eerste gezicht dat je op deze manier niet continuiteit op heel R kunt bewijzen, die e-macht gaat altijd naar doen voor grote x. Anderzijds is continuiteit een lokale eigenschap: f is continu op R desda als voor elke x in R geldt dat f continu is in x. Dus het is bijv. voldoende om een willekeurige a vast te nemen en continuiteit op het interval [-a,a] te bewijzen. Dit kan wel met jouw schatting, omdat nu die e^x begrensd blijft op het interval dat je bekijkt.
(*): in het algemeen gebruik je uniformiteit om de volgorde van twee limieten om te draaien. Die binnenste limiet kan van alles zijn, het kan continuiteit uitdrukken (\lim_{x \to a} f(x) bijv.), maar ook een oneindige som (limiet van een reeks eindige sommen) zodat je de limiet binnen de oneindige som haalt, of bijv. een limiet van Riemannsommen zodat je de limiet binnen de integraal kunt halen.
Heb je überhaupt mijn post wel gelezen?quote:Op zondag 9 januari 2011 15:10 schreef Holy_Goat het volgende:
[..]
heb je het uberhaupt al zelf geprobeerd?
Ik begrijp niet helemaal waarom je nu x=a neemt? Je zou het als volgt kunnen doen. Neem a>0 willekeurig, we gaan bewijzen datquote:Op zondag 9 januari 2011 15:54 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Oh ik zie dat mijn plaatje niet klopt. Ik had eerst f_k verkeerd gedefinieerd waardoor het een oneindige som was, en vandaar die extra zin om te beredeneren dat die f_k dan continu zou zijn (wat inderdaad dus onjuist is, ik snap het), maar toen ik dat verbeterd had ben ik dus vergeten de rest ook aan te passen.
Wat je verder zegt lijkt me wel handig, om die x vast te kiezen. Alleen lukt het me niet om een verband tussen K en epsilon kan vinden zodat de ongelijkheid geldt... Dat die K niet mag afhangen van x bemoeilijkt het ook.
Nu klopt het plaatje wel als het goed is:
[ afbeelding ]
[..]
Heb je überhaupt mijn post wel gelezen?
Het maakt geen verschil of je e^a binnen of buiten de som schrijft toch?quote:Op zondag 9 januari 2011 16:36 schreef BasementDweller het volgende:
Ah, zo. Je bedoelt waarschijnlijk bij die eerste som wel dat e^a binnen de som moet staan, want dat is wat je uiteindelijk gebruikt en anders klopt het ook niet.
Het is simpeler: continuiteit is een lokale eigenschap. Continuiteit op R betekent niets anders dan dat de functie continu is in elk punt x \in R. Dat volgt nu meteen, neem nl. een willekeurige x \in R. Kies een a>x. We hebben bewezen dat f_k uniform naar f op (-\infty,a], dus is f continu op (-\infty,a), en in het bijzonder ook in x. Einde bewijs. Of niet?quote:Maar nu heb je bewezen dat f continu is op (-inf, a] voor willekeurige a, maar dat is wat anders dan f is continu op (-inf,inf). Een x=n gooit dan roet in het eten.... Dus ik betwijfel of je op deze manier wel continuïteit op (-inf,inf) kan bewijzen...
Of kan je iets zeggen als (-inf,inf) = vereniging over alle a in R van (-inf,a], en als f continu is op intervallen (-inf,a] dan is hij dat ook op de vereniging? Dat zou ik dan nog wel moeten nagaan of dat klopt..
Je hebt gelijk.quote:Op zondag 9 januari 2011 16:45 schreef keesjeislief het volgende:
[..]
Het maakt geen verschil of je e^a binnen of buiten de som schrijft toch?
Klinkt opzich wel logisch, maar ik heb op college ook wel eens een reeks gezien die uniform convergent was op [epsilon,2] voor iedere epsilon>0 maar niet op (0,2). Ik heb dat nooit helemaal gesnapt, maar dat lijkt me ongeveer hetzelfde als hier.quote:[..]
Het is simpeler: continuiteit is een lokale eigenschap. Continuiteit op R betekent niets anders dan dat de functie continu is in elk punt x \in R. Dat volgt nu meteen, neem nl. een willekeurige x \in R. Kies een a>x. We hebben bewezen dat f_k uniform naar f op (-\infty,a], dus is f continu op (-\infty,a), en in het bijzonder ook in x. Einde bewijs. Of niet?
Hier is een voorbeeld (dit is zelfs de functie waar ik mee in de war was bij je eerste vraag), neem f_k(x) = e^(-kx). Deze heeft als puntsgewijze limiet als k \to \infty de functie f met f(0)=1 en f(x)=0 als x>0 (discontinu in x=0 dus). Er geldt nu dat f_k \to f uniform op [a,\infty) voor elke a>0, maar niet voor a=0 (ook niet op (0,\infty)). Kun je zien waarom? Inderdaad, consistent hiermee: de limietfunctie f is continu op (0,\infty), maar niet op [0,\infty).quote:Op zondag 9 januari 2011 16:56 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Klinkt opzich wel logisch, maar ik heb op college ook wel eens een reeks gezien die uniform convergent was op [epsilon,2] voor iedere epsilon>0 maar niet op (0,2). Ik heb dat nooit helemaal gesnapt, maar dat lijkt me ongeveer hetzelfde als hier.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
[ Bericht 11% gewijzigd door keesjeislief op 09-01-2011 17:21:19 ]heeft de hoop dat het allemaal stiekum toch nog goed komt...
Fotoboek
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |