Ja. Iemand die hier mee bezig is (en maandag overigens gaat spreken in Groningenquote:Op woensdag 30 december 2009 23:44 schreef eleusis het volgende:
Prachtige OP!
Een tijdje geleden heb ik me hier erg voor geïnteresseerd, maar zelfs voor mij (informaticus/econoom die toch niet vies is van een formule) begon het al snel te duizelen.
Zijn er al indicaties of het (ooit) zal lukken om een experiment op te zetten om deze theorie(ën) te toetsen/verwerpen?
Dat is niet zozeer het probleem; dat heb je bij veel natuurkundige theorieën. Het is voor veel mensen zo lastig omdat het een lading wiskunde introduceert waarmee veel fysici niet zo bekend zijn. Hetzelfde zag je bijvoorbeeld bij het gebruik van groepentheorie in het SM. In de jaren 60 was dit vrij nieuw voor veel fysici; nu is het basisstof op universiteiten. Snaartheorie bevat echter een hele grote lading nieuwe wiskunde; een lijstje vind je hier.quote:Op donderdag 31 december 2009 00:03 schreef katerwater het volgende:
Het is zo moeilijk te begrijpen, omdat het moeilijk te visualiseren is.
Kan het niet beter verwoorden.quote:
Beidequote:Op dinsdag 5 januari 2010 14:13 schreef Prenzlauer het volgende:
Haushofer, ik lurk al een tijdje met dit soort topics maar wat is je achtergrond dat je hier zoveel vanaf weet? Doorgedraaide hobbyist of zit je zelf in het veld?
Ah het geval, het een leidt tot het anderquote:Op dinsdag 5 januari 2010 15:16 schreef Haushofer het volgende:
[..]
BeideIk ben nu bezig met een promotie. Snaartheorie is niet echt mijn vakgebied; sowieso doet onze vakgroep niet echt aan pure snaartheorie, dat soort dingen gebeuren meer in Amsterdam. Maar het blijft me wel fascineren
Ik zal binnenkort weer even wat proberen te posten
De snaren zijn vooralsnog "nergens" van gemaakt, het zijn fundamentele bouwstenen.quote:Op vrijdag 15 januari 2010 09:57 schreef Schonedal het volgende:
Nu weet ik wel iets van natuurkunde maar op het gebied van snaartheorie ben ik een dummy, daarom lees ik met veel interesse dit topic.
Mijn vraag is: Waar zijn die snaren van gemaakt?
Moet ik mij voorstellen dat het een soort elastiekjes zijn die op een specifieke manier trillen?
En staat iedere mode van trilling voor een ander elementair deeltje?
Puntdeeltjes zijn deeltjes zonder afmeting, toch? Waar slaat dat op?quote:Op vrijdag 15 januari 2010 14:22 schreef Haushofer het volgende:
In de OP staat dat dat eigenlijk een nogal lastige vraag is; ik zou er zelf geen antwoord op kunnen geven. Hetzelfde kun je bijvoorbeeld vragen van een elektron of een quark: in het standaardmodel zijn het puntdeeltjes, en "waar ze van zijn gemaakt" is niet bekend.
Ik zal binnenkort een schetsje geven van hoe je van snaren naar deeltjes gaat, maar elke manier van trillen geeft inderdaad een ander deeltje. Echter, als je verder in het spectrum komt worden die deeltjes al snel erg zwaar en dus hebben we ze nog niet waar kunnen nemen.
Het is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Er zit alleen dat in beschreven wat acceptabele resultaten kan verkrijgen. Als het resultaat niet acceptabel genoeg wordt, kan het model uitgebreid worden.quote:Op zaterdag 23 januari 2010 17:16 schreef Parafernalia het volgende:
[..]
Puntdeeltjes zijn deeltjes zonder afmeting, toch? Waar slaat dat op?![]()
Inderdaadquote:Op zaterdag 23 januari 2010 17:16 schreef Parafernalia het volgende:
[..]
Puntdeeltjes zijn deeltjes zonder afmeting, toch? Waar slaat dat op?![]()
Nou je het zegt: dat heb ik me eigenlijk nooit gerealiseerd.quote:Op woensdag 30 december 2009 22:39 schreef Haushofer het volgende:
Waarom nou snaartjes?
Dat heeft een technische reden. Deeltjes zijn in het SM puntdeeltjes: 0-dimensionale puntjes zonder afmetingen. De meest simpele uitbreiding is om te zeggen dat als je maar goed genoeg kijkt, deeltjes eigenlijk 1-dimensionale lijntjes zijn. Mensen willen eigenlijk een theorie van kwantummechanica met zwaartekracht erin die eindige antwoorden geeft. Het blijkt dat dit met 1-dimensionale objecten mogelijk is, maar dat hoger-dimensionale objecten de berekeningen eigenlijk al heel snel weer oneindigheden laat produceren. Dat wil niet zeggen dat er geen hoger-dimensionale objecten zijn; snaartheorie poneert ook het bestaan van branen.
10 toch?quote:Op maandag 15 februari 2010 19:35 schreef Underverse het volgende:
Voor zover ik weet kan de wiskunde 11 dimensies aantonen...
26 is nieuw voor mij...
Ik weet niet precies wat je bedoelt met "de wiskunde kan aantonen".quote:Op maandag 15 februari 2010 19:35 schreef Underverse het volgende:
Voor zover ik weet kan de wiskunde 11 dimensies aantonen...
26 is nieuw voor mij...
Wiskunde, De wetenschap die gaat over de oplosbaarheid van cijfermatige problemen...quote:Op maandag 15 februari 2010 19:40 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Ik weet niet precies wat je bedoelt met "de wiskunde kan aantonen".Een theorie met alleen bosonen als trillingsmodi van snaren is alleen quantummechanisch consistent in 26 dimensies. Als je fermionen toevoegt verandert dit getal.
quote:Ik ben niet echt bekend met quantummechanica, mijn kennis is opgebouwd vanaf een level erboven, de atoom... Desalnietemin is het wel een interessant onderwerp... Maar ook redelijk nieuw...
Het begint kort uitgelegd zo...
"Nature shows us only the tail of the lion. But I do not doubt that the lion belongs to it even though he cannot at once reveal himself because of his enormous size" - Albert Einstein
Dit is wat Einstein al wist te vertellen...
Kijk maar naar de elektronen die om de atomen heen vliegen, hoe gedragen die zich? Precies, net zoals planeten om hun moederster..
En wat doet de moederster? Voor zover ik weet, draait deze weer om een gigantisch zwarte massa, ook wel zwarte gaten genoemd...
En wat doen de zwarte gaten? Daar weten we nog maar vrij weinig van... Het enige dat we wel weten is dat ze onderling van elkaar af drijven... Maar voor hoe lang is dat mogelijk... En we weten dat er veel meer donkere materie is dan we aan de hand van sterrenstelsels kunnen zien...
We weten dat de expansie van het universum samen hangt met de actuele absolute temperatuur in het universum, welke vrijwel recht evenredig afneemt bij toename van de expansie, eigenlijk precies zoals de algemene gaswet van Boyle voorspeld...
Wat gebeurd als het absolute nulpunt is bereikt?
Ik denk dat het hele verhaal dan weer opnieuw begint... Maar hoe, dat weet ik nog niet...
Ok, maar ik begreep niet helemaal of je het in de context van snaartheorie bedoelt, of dat er 11-dimensionale ruimtes überhaupt kunnen bestaan (wat overigens nogal triviaal is).quote:Op maandag 15 februari 2010 22:55 schreef Underverse het volgende:
[..]
Wiskunde, De wetenschap die gaat over de oplosbaarheid van cijfermatige problemen...
Wat ik wil toevoegen:quote:Op maandag 29 maart 2010 21:57 schreef Haushofer het volgende:
Maar weer es een updateIn deze post wordt het allerkleinste aan het allergrootste gelinkt: snaarkosmologie. Snaarkosmologie is het relatief nieuwe vakgebied waarin men kosmologie, dus de evolutie van het universum op (erg!) grote schaal probeert te beschrijven met snaartheorie.
Het huidige idee is dat het universum via een oerknal is ontstaan, en dat kort na die oerknal er een periode van hevige expansie was. Deze expansie noemen we inflatie. Er zijn verschillende redenen om te geloven dat dit lukt. Het lost bijvoorbeeld het zogenaamde horizonprobleem in standaardmodellen van kosmologie op (de waarneming dat ver uiteen liggende gebieden van het universum in thermisch evenwicht lijken te zijn, maar volgens de standaardtheorieën niet in causaal contact hebben kunnen zijn; hoe kunnen ze dan thermisch evenwicht bereiken?). Zo zijn er nog meer problemen op te lossen met inflatie, een theorie die door Alan Guth is geponeerd begin jaren 80.
Nou zegt snaartheorie dat er meer dan 4 dimensies zijn, en dat er supersymmetrie is. Hoe past dit in het kosmologieplaatje?
Het probleem met snaartheorie en kosmologie is, dat het nogal lastig blijkt te zijn om die extra dimensies te "stabiliseren". De meetkunde van die extra dimensies wordt bepaald door zogenaamde moduli, en die moduli zie je in 4 dimensies terug als scalaire velden en dus als deeltjes. Schematisch kunnen we onze 10-dimensionale ruimtetijd M10 schrijven als
M10 = M4 x K6
waarin M4 de ruimtetijd is die we direct waarnemen en K6 de gecompactificeerde ruimte is, die in veel modellen een Calabi Yau variëteit is om technische redenen. De moduli zijn dan de meetkundige eigenschappen die met K6 komen.
Je kunt je voorstellen dat het nogal lastig kan zijn om inflatie te beschrijven waarin 4 dimensies immens expanderen, en waarin de overige 6 dimensies netjes gecompactificeerd moeten blijven, en dat is het dus ook. Daarbij bepalen die interne, gecompactificeerde dimensies de hoeveelheid supersymmetrie in je theorie, dus je wilt fenomenologisch ook een plausibele theorie op kunnen stellen die je daadwerkelijk ook nog es zou kunnen meten.
Daarbij blijkt het erg lastig te zijn om zogenaamde de Sitter vacua te verkrijgen. Dit zijn vacua die heel natuurlijk in kosmologie voorkomen en bijvoorbeeld een leeg universum beschrijven met alleen een positieve kosmologische constante. In plaats daarvan krijg je veel vaker anti de Sitter oplossingen, hyperbolische oplossingen die je fenomenologisch niet echt kunt plaatsen (maar die dan wel weer een grote rol spelen in de eerder genoemde AdS/CFT correspondentie) en een leeg universum met negatieve kosmologische constante beschrijven. Dit is een probleem wat onder andere bij onze vakgroep wordt bestudeerd.
Nou ja, hiermee dus een korte toelichting over het verband tussen snaartheorie en kosmologie. Een voorbeeld van een technisch praatje (Chinezen kunnen er wat van) vind je hier .
Buitengewoon helder verhaal weer, Haushoferquote:Op maandag 29 maart 2010 21:57 schreef Haushofer het volgende:
(snip)
Het lost bijvoorbeeld het zogenaamde horizonprobleem in standaardmodellen van kosmologie op (de waarneming dat ver uiteen liggende gebieden van het universum in thermisch evenwicht lijken te zijn, maar volgens de standaardtheorieën niet in causaal contact hebben kunnen zijn; hoe kunnen ze dan thermisch evenwicht bereiken?). Zo zijn er nog meer problemen op te lossen met inflatie, een theorie die door Alan Guth is geponeerd begin jaren 80.
(snap)
Natuurlijk. Knap stom dat ik dit zelf niet meteen doorhad. Heb al tientallen filmpjes over inflatie bekeken (o.a. die ene met dat raster van punten die allemaal een stukje verder van elkaar opgeschoven worden. Maakt niet uit in welk punt je begint. Eén van de TED lezingen als ik het me goed herinner, geïntroduceerd door Richard Dawkins). Maar nooit de koppeling gemaakt met het thermodynamisch evenwicht (waarschijnlijk omdat ik die mooie puntenrasters nooit heb kunnen associëren met een thermodynamisch evenwicht waarbij ik me altijd een zooi, chaotische gasmoleculen voorstel). Een aha erlebnis dus!quote:Op maandag 29 maart 2010 23:16 schreef Haushofer het volgende:
Dat is dus waar inflatie voor zorgtSimpel gezegd kun je in het normale oerknalscenario, zonder inflatie, niet verklaren waarom bepaalde gebieden (bijvoorbeeld punt X en punt Y) ver weg van elkaar in thermisch evenwicht zijn. We geloven dat ze in thermisch evenwicht zijn, omdat de kosmische achtergrondstraling thermisch is en in hoge mate isotroop.
Inflatie zegt dat die punten X en Y net na de oerknal in thermisch evenwicht zijn geweest, en daarna na inflatie door de enorme expansie heel ver uit elkaar zijn gaan liggen. Je kunt hier er meer over lezen
Da's een hele goede vraag, waar volgens mij nog geen sluitend antwoord op gevonden is. Overigens, de kosmische achtergrondstraling is het gevolg van de fotonontkoppeling, zo'm 380.000 jaar na de oerknal; toen was het universum nog in thermisch evenwicht.quote:Op dinsdag 30 maart 2010 00:20 schreef Agno het volgende:
Roept trouwens wel weer de vraag op waarom er na dan die inflatie, toch weer een situatie is ontstaan die een heel klein beetje uit evenwicht is geraakt. Waarom zou anders de totale entropie van het universum nog steeds willen toenemen? Of zijn dat nu net die kleine afwijkingen in de background radiation die met het COBE project zijn waargenomen?
Als fotonen in dat kosmische plasma nog niet vrij konden bewegen, mogen we dan wel zomaar aannemen dat de snelheid van het licht toen al op de huidige waarde begrensd was? Of zou er een correlatie kunnen bestaan tussen de snelheid van het licht en de 'hoeveelheid' inflatie (ergo: lichtsnelheid als bijv. een functie van de inflatoire ruimte-tijd) ?quote:Op dinsdag 30 maart 2010 15:48 schreef Haushofer het volgende:
[url=theory.physics.helsinki.fi/~cosmology/Cosmo6.pdf]Hier[/url] vind je trouwens ook een overzichtje van het thermische verleden van het universum. Zolang het kosmische plasma dicht genoeg is kunnen fotonen niet vrij reizen, blijven ze dicht op elkaar en kunnen nabij gelegen regio's thermisch met elkaar interacteren waardoor er evenwicht ontstaat. Wanneer het universum plotseling doorzichtig wordt, ontkoppelen de fotonen en materie van elkaar en kunnen ze niet meer interacteren om met elkaar in thermisch evenwicht te blijven.
Hier raak ik je kwijt, waarom moet je een vaste achtergrond introduceren om pertubaties op uit te voeren?quote:Op maandag 5 april 2010 17:47 schreef Haushofer het volgende:
Ruimte en tijd in de fysica, en in de snaartheorie
Snaartheorie doet dit ook bij zwaartekracht, door te zeggen dat zwaartekracht het gevolg is van de uitwisseling van gravitonen. Echter, daarbij moet je een vaste achtergrond introduceren om die perturbaties op uit te voeren! Dit is de reden waarom snaartheorie dus niet achtergrondsonafhankelijk is!
Dit is een belangrijk issue voor veel tegenstanders van de snaartheorie, omdat ze geloven dat misschien wel de belangrijkste boodschap van de ART is dat er niet zoiets bestaat als "a priori geometrie"; snaartheorie, die de introductie vereist van een vaste achtergrond, kan dus niet het complete verhaal zijn of zelfs ronduit fout.
Goed boek iddquote:Op maandag 5 april 2010 18:49 schreef picodealion het volgende:
Ik ben nu bezig in The Elegant Universe van Brian Greene. Pittige stof, maar erg interessant
Dat is inderdaad een beetje kort door de bochtquote:Op maandag 5 april 2010 18:38 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Hier raak ik je kwijt, waarom moet je een vaste achtergrond introduceren om pertubaties op uit te voeren?
Dat is een erg ambitieus boekquote:Op maandag 5 april 2010 19:26 schreef DumDaDum het volgende:
[..]
Goed boek idd
Ben nu bezig in "The Road To Reality" van Roger Penrose. Ook vrij pittig moet ik zeggen
Maar wel aan te raden.
Dan zou je juist een theorie als snaartheorie moeten omarmen, lijkt me.quote:Op dinsdag 1 juni 2010 23:31 schreef zetalore het volgende:
de snaar theorie is onzin, alles is wiskunde, dus biologie,natuurkunde,scheikunde zijn in tegenstelling tot wat men denkt, geen aparte vakken maar uitdrukkingen van wiskunde.
Ja. Ten eerste is er halverwege jaren '90 aangetoond dat de 5 verschillende snaartheorieën aan elkaar gelinkt zijn via "dualiteiten" (twee theorieën zijn duaal als ze dezelfde fysica beschrijven, ook al lijken ze soms anders). Ten tweede is in 1998 door Maldacena een andere dualiteit gevonden: die van AdS/CFT, of "holografie" in het algemeen.quote:Op dinsdag 8 juni 2010 11:41 schreef Zwansen het volgende:
Is het mogelijk dat de 'Theorie van alles' dusdanig complex is dat wij mensen deze nooit zouden kunnen snappen, laat staan afleiden?
Als ik de OP lees dan lijkt het alsof men in de afgelopen 15 jaar geen steek verder is gekomen... Zijn er de laatste jaren echt doorbraken geweest op dit gebied?
Engtanglement houdt in dat een samengesteld systeem, beschreven door 1 golffunctie, uiteenvalt in bv 2 systemen elk met een eigen golffunctie. Deze golffuncties zullen dan, wanneer er niet gemeten wordt, verstrengeld zijn. Dat resulteert in eigenaardige eigenschappen van de natuur, wat het EPR (Einstein, Podolsky, Rosen) experiment laat zien: de natuur is niet-lokaal.quote:Neem als voorbeeld es een quantummechanische dobbelsteen. Je kunt een 1 gooien, een 2,.... tot een 6. Wanneer je een gewone dobbelsteen gooit in een bekertje en je licht de beker niet op, ga je er van uit dat de dobbelsteen op een zijde ligt; je hebt het alleen nog niet waargenomen. In systemen waar de QM heerst is dit echter volgens deze QM NIET zo. Een "QM"-dobbelsteen zal op alle zes zijden tegelijk liggen, totdat je meet. En als je meet gaat het systeem over van zo'n "toestand van zes zijden" naar 1 welbepaalde zijde.
Dat is vreemd, want wij gingen er altijd van uit dat wanneer je niet meet aan een systeem, het systeem zich wel in een welbepaalde toestand bevindt; je hebt het alleen nog niet waargenomen. In de QM echter is de meting een cruciaal onderdeel van het systeem, en kun je die niet meer wegdenken.
Nu komen we bij de EPR-paradox aan. Als ik een rode en een blauwe bal elk in een doos stop, en ik geef jou een doos mee en Piet eentje, dan kunnen jullie heel ver uit elkaar gaan; zeg, een miljard lichtjaar uit elkaar.. Wanneer Piet ziet dat hij een rode bal heeft, dan weet hij instantaan dat jij een blauwe bal hebt. En andersom, natuurlijk. Hier is niks mysterieus aan.
Als je het echter "quantummechanisch" bekijkt en twee quantumsystemen hebt, dan zegt de QM dat de bal pas een bepaalde kleur krijgt wanneer je het doosje opendoet. Daarvoor zat de bal in een toestand van rood EN blauw., en door jouw meting "stort de bal zich in 1 van de twee toestanden", waarvan je alleen de kansen kunt uitrekenen.
Dat is een hele andere situatie, want doordat jouw balletje zich in een kleur heeft gestort moet Piet zijn balletje zich ook instantaan in precies de andere kleur hebben gestort. DAT is wat men de "EPR-paradox" noemt. Het is een probleem, omdat de QM zegt dat de bal pas een kleur krijgt bij waarneming, in tegenstelling tot het klassieke geval waar er geen enkel probleem was! Dat is de reden dat men het "spooky action at a distance" noemt, of in jargon: niet-lokale effecten. De reden waarom ik zei dat het nogal misleidend is om hier over "informatie" te spreken is dat je met dit verschijnsel geen informatie kunt versturen, en er dus volgens Einstein wat betreft "sneller dan het licht informatie verzenden" niks aan de hand is; de speciale relativiteitstheorie wordt hier onder geen beding geschonden!
Einstein meende dat met dit experiment zou worden aangetoond dat de QM niet volledig is omdat niet-lokale effecten als niet-fysisch werden beschouwd, maar tot zijn verbazing bleek de QM de uitkomst juist te hebben; de QM is dus inherent niet-lokaal!
Dan is de vraag: wat gebeurt er nu precies? De QM vertelt daar heel weinig over; ze zegt bijvoorbeeld niet HOE het systeem instort bij een meting. Dat is ook een reden waarom veel fysici denken dat de QM niet het hele verhaal is; het bekendste voorbeeld daarvan is Einstein, maar een ander erg belangrijk persoon hierin was Bell. Sommige mensen stelden dat er "verborgen variabelen" moesten zijn zodat de QM ons gewoonweg niet het hele verhaal vertellen, maar Bell heeft in een ontzettend belangrijk artikel aangetoond dat zo'n theorie met verborgen variabelen onder algemene voorwaarden niet alle experimenten kunnen verklaren die de QM wel kan verklaren.
Het is niet zozeer dat we entanglement "niet kunnen verklaren"; het is meer dat men verwacht dat een theorie lokaal is.quote:Op dinsdag 6 juli 2010 15:02 schreef hessels het volgende:
En de snaartheorie kan dit verschijnsel dus ook (nog) niet verklaren?
Die entanglement blijft een intrigerende eigenschap van de QM. Het is natuurlijk wel opmerkelijk dat entanglement alleen maar kan ontstaan uit 1 bron golffunctie.quote:Op dinsdag 6 juli 2010 14:50 schreef Haushofer het volgende:
"Entanglement" is iets wat al in gewone QM voorkomt. Ik koppiepeest ff iets wat ik een tijdje geleden ergens anders hierover heb neergezet
[..]
Engtanglement houdt in dat een samengesteld systeem, beschreven door 1 golffunctie, uiteenvalt in bv 2 systemen elk met een eigen golffunctie. Deze golffuncties zullen dan, wanneer er niet gemeten wordt, verstrengeld zijn. Dat resulteert in eigenaardige eigenschappen van de natuur, wat het EPR (Einstein, Podolsky, Rosen) experiment laat zien: de natuur is niet-lokaal.
Ik ben nu het boek "Voor de oerknal" van Martin Bojowald aan het lezen, het gaat oa over de loop quantum gravity.quote:Op woensdag 30 december 2009 22:39 schreef Haushofer het volgende:
Zijn er alternatieven?
Ja. Een voorbeeld is Loop quantum gravity. Er zijn niet gek veel fysici die zich hiermee bezighouden, en ikzelf ken de theorie eigenlijk ook amper.
Ik kan je verhaal amper vastknopen aan dingen die ik al weet/denk te weten, dus een groot deel blijft zweverig. Het laatste stukje komt weer in de voor mij bekende wereld en bevat meteen tegenstrijdige beweringen.quote:Op woensdag 4 augustus 2010 21:35 schreef Haushofer het volgende:
Heb straks weer een snaarschool afgesloten, dus genoeg stof om weer es wat te posten, lijkt me![]()
Dit keer een wat technischer verhaal: hoe wordt de dynamica van velden bepaald in snaartheorie en wat is precies de rol van ruimtetijd? (dat laatste is ook al eerder voorbijgekomen, geloof ik).
Een snaar traceert een 2-dimensionaal vlak uit in de ruimtetijd, net zoals een puntdeeltje een 1-dimensionale lijn traceert. Dit 2-dimensionale vlak noemen we de 'worldsheet'. Hier gebeuren alle spannende dingen. Je neemt aan dat deze worldsheet zich bevindt in iets wat we 'ruimtetijd' noemen, maar voor de rest formuleer je het meeste omtrent de snaar op deze worldsheet. Als je consistentie met Einstein's relativiteitstheorie wilt behouden blijkt deze ruimtetijd een vast aantal dimensies te moeten hebben.
Het blijkt ook dat je een bepaalde symmetrie nodig hebt op die worldsheet. Die symmetrie heet "conforme symmetrie". Je zou het kunnen bekijken als een symmetrie, die van een rooster van kruisende lijnen de hoek tussen deze lijnen behoudt. Dat betekent dat er geen lengteschaal bestaat in zo'n conforme theorie. Deze symmetrie blijkt nodig te zijn om de zaak consistent te houden.
Nu komt het wonderlijke. Je kunt nu naar de eerste relevante trillingsmodi kijken van de snaar; dit zijn de trillingsmodi die we interpreteren als massaloze deeltjes (het tachyon laten we even voor wat het is). Nu kun je de theorie alleen "perturbatief" opschrijven; je moet term voor term de theorie opschrijven, zonder te weten wat de exacte uitdrukking is. Dit gebeurt ook in de kwantummechanica. Dit doe je puur in termen van de worldsheet.
Nu wil je in deze expansie die conforme symmetrie behouden; anders is je theorie niet meer consistent. Dit moet voor elk massaloos deeltje gelden. Als je nu kijkt wat dit bijvoorbeeld voor het spin-2 massaloze deeltje betekent, wat je interpreteert als het graviton, dan komen daar de Einsteinvergelijkingen in de ruimtetijd uit!
Oftewel: het behoud van die conforme symmetrie op de worldsheet van de snaar geeft je de bewegingsvergelijkingen van het graviton in de ruimtetijd!
Dit kun je ook voor de andere deeltjes doen die je snaar kan representeren.
Nu komt de vraag: wat is ruimtetijd dan precies? In Einstein's theorie zijn er helemaal geen gravitonen; zwaartekracht is slechts de kromming van ruimtetijd. Maar in snaartheorie heb je wel gravitonen. Wat is dan die ruimtetijd precies? Is het een collectie van snaren?
Daar hoop ik later op terug te komen
Maar dit is snaartheorie, geen gewone algemene relativiteit meer. De theorie pretendeert dan ook zwaartekracht op quantumniveau te kunnen beschrijven. We weten dat buiten dat quantumregime de Einsteinvergelijkingen gelden, dus snaartheorie moet in dat geval deze Einsteinvergelijkingen weer geven.quote:Op vrijdag 6 augustus 2010 00:40 schreef Kees22 het volgende:
[..]
Ik kan je verhaal amper vastknopen aan dingen die ik al weet/denk te weten, dus een groot deel blijft zweverig. Het laatste stukje komt weer in de voor mij bekende wereld en bevat meteen tegenstrijdige beweringen.
Uit het behoud van de conforme symmetrie rolt de bewegingsvergelijking van het graviton in de ruimtetijd. OK, ik geloof je op je woord.
Maar de ruimtetijd van Einstein kende toch geen graviton?? Dan kan daar toch ook geen formule voor zijn??
Een deeltje is een bepaalde trillingstoestand van een snaar. De snaar is dus het fundamentele object. In principe heb je slechts twee verschillende snaren: gesloten en open snaren. Dat zijn wiskundig de verschillende vormen die 1 dimensionale objecten kunnen hebben. Dat is ook het mooie aan snaartheorie. Je hebt voor al die verschillende deeltjes slechts 1 object nodig, wat gesloten of open kan zijn, en wat op verschillende manieren kan trillen. Het graviton blijkt bijvoorbeeld in het spectrum van gesloten snaren te zitten, terwijl fotonen uit het elektromagnetisme met open snaren beschreven kunnen worden.quote:En de snaar kan ook andere deeltjes representeren? Dezelfde snaar? Of een andere? En verschillende deeltjes tegelijkerruimtetijd door een snaar gerepresenteerd?
Nu lijkt me een goed momentquote:Op woensdag 4 augustus 2010 21:35 schreef Haushofer het volgende:
Nu komt de vraag: wat is ruimtetijd dan precies? In Einstein's theorie zijn er helemaal geen gravitonen; zwaartekracht is slechts de kromming van ruimtetijd. Maar in snaartheorie heb je wel gravitonen. Wat is dan die ruimtetijd precies? Is het een collectie van snaren?
Daar hoop ik later op terug te komen
Dat is vet!quote:Als je nu kijkt wat dit bijvoorbeeld voor het spin-2 massaloze deeltje betekent, wat je interpreteert als het graviton, dan komen daar de Einsteinvergelijkingen in de ruimtetijd uit!
Oftewel: het behoud van die conforme symmetrie op de worldsheet van de snaar geeft je de bewegingsvergelijkingen van het graviton in de ruimtetijd!
Gravitonen zijn virtuele deeltjes. Eigenlijk zijn het wiskundige tussenstappen die je maakt omdat je je vergelijkingen niet analytisch kunt oplossen, maar alleen term voor term kunt benaderen. Een voorbeeld daarvan is het getal 2 schrijven alsquote:Op vrijdag 3 december 2010 17:08 schreef Onverlaatje het volgende:
[..]
Dat is vet!
Maar.. maar.. graviton? Of zien wij alleen de intersecties van gravitonen door onze ruimtetijd?
Speculaas... En nu is het tijd voor Sinterklaas! =Dquote:Op vrijdag 3 december 2010 23:17 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Gravitonen zijn virtuele deeltjesspeculatieve deeltje. Eigenlijk zijn het wiskundige tussenstappen(=rationeel) die je maakt omdat je je vergelijkingen niet analytisch kunt oplossen, maar alleen term voor term kunt benaderen. Een voorbeeld daarvan is het getal 2 schrijven als
x = 1+1/2+1/4+1/8+1/16+ ...+2-n + ...
Als je de uitkomst van deze som niet zou weten, dan zou je alleen zo veel mogelijk termen kunnen opschrijven.
In veel theorieën heb je zo ook te maken met uitdrukkingen waarvan je de oplossing niet exact kunt opschrijven. Je kunt alleen een benadering opschrijven. Hoe meer termen deze benadering bevat, des te dichter het antwoord zal liggen bij de oplossing. Net zoals je de x hierboven kunt benaderen door heel veel termen op te schrijven. Zo ook in snaartheorie. De tussenstappen in dit soort berekeningen manifesteren zich als "deeltjes" die echter niet aan de gewoonlijke energierelaties voldoen. We noemen ze daarom "virtueel". Deze berekeningen zijn vaak ingewikkeld en worden overzichtelijk gemaakt met Feynman diagrammen.
Als we in staat zouden zijn de vergelijkingen exact op te lossen, dan zouden we die virtuelespeculatieve deeltjes helemaal niet nodig hebben. Zo kijken de meeste fysici tegen ze aan denk ik; als wiskundige hulpmiddelen. Helaas doen sommige mensen er nogal mysterieus over, iets wat in mijn ogen helemaal niet nodig is.
Hoe kun je in vredesnaam een theorie ontwikkelen als je in je berekeningen virtuele waardes hebt? De uitkomsten zijn op deze manier aan zoveel ongewisse factoren onderhevig dat zowat elk model onvolledig is ..quote:Op vrijdag 3 december 2010 23:17 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Gravitonen zijn virtuele deeltjes. Eigenlijk zijn het wiskundige tussenstappen die je maakt omdat je je vergelijkingen niet analytisch kunt oplossen, maar alleen term voor term kunt benaderen. Een voorbeeld daarvan is het getal 2 schrijven als
x = 1+1/2+1/4+1/8+1/16+ ...+2-n + ...
Als je de uitkomst van deze som niet zou weten, dan zou je alleen zo veel mogelijk termen kunnen opschrijven.
In veel theorieën heb je zo ook te maken met uitdrukkingen waarvan je de oplossing niet exact kunt opschrijven. Je kunt alleen een benadering opschrijven. Hoe meer termen deze benadering bevat, des te dichter het antwoord zal liggen bij de oplossing. Net zoals je de x hierboven kunt benaderen door heel veel termen op te schrijven. Zo ook in snaartheorie. De tussenstappen in dit soort berekeningen manifesteren zich als "deeltjes" die echter niet aan de gewoonlijke energierelaties voldoen. We noemen ze daarom "virtueel". Deze berekeningen zijn vaak ingewikkeld en worden overzichtelijk gemaakt met Feynman diagrammen.
Als we in staat zouden zijn de vergelijkingen exact op te lossen, dan zouden we die virtuele deeltjes helemaal niet nodig hebben. Zo kijken de meeste fysici tegen ze aan denk ik; als wiskundige hulpmiddelen. Helaas doen sommige mensen er nogal mysterieus over, iets wat in mijn ogen helemaal niet nodig is.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |