quote:Zijn 902de en echt allerlaatste wedstrijd in 25 jaar AC Milan, speelde Paolo Maldini komende zondag in Florence tegen Fiorentina. In plaats van grote festiviteiten rond zijn persoon moest 'il bel Paolo' zijn team uit een onverwacht moeras trekken en voorkomen dat Milan directe plaatsing voor de Champions League misloopt.
Voor Maldini is het zo ook goed. Want Paolo Maldini is een werker, een man met een, zeker voor Italië, onvoorstelbare discipline en loyaliteit. De schrijver en 'grand old man' van de Italiaanse sportjournalistiek, Gianni Mura, ziet in hem de perfecte anti-Italiaan, de uitzondering, want een 'oernormaal mens'.
Maldini ziet er al 25 jaar hetzelfde uit, steeds met hetzelfde halflange haar, alleen de lichtgroene ogen zijn met de jaren wat dieper gaan liggen in het ook wat meer gekerfde gelaat. Mura wil een monument, want 'nooit een schandaal, nooit een zinloze polemiek of obsceen gebaar. Geen tatoeages, zelfs geen sexy tv-sterretjes'.
Wie Maldini vraagt waaraan hij deze zeldzame normaliteit te danken heeft, zegt hij goed te zijn opgevoed, met respect voor regels en anderen. Zijn vader is Cesare Madini, oud-Milan voetballer en oud-trainer van het nationale team, waarvoor Paolo 126 keer uitkwam, 74 keer als aanvoerder. In 1998 deelden vader en zoon verschrikkelijk leed: verlies van de kwart finale tegen Frankrijk door strafschoppen.
Maldini heeft met het nationale team meer tegenslagen moeten incasseren, het beste resultaat was een tweede plaats bij de WK in de Verenigde Staten in 1994. Maar op clubniveau ziet dat er anders uit. De man die in 1985 als zestienjarige debuteerde bij Milan en er nooit meer zou weggaan, won met de 'rossoneri' zeven landskampioenschappen, vijf maal de Europa Cup I/Champions League en drie wereldbekers voor clubs.
Successen boekte hij samen met het Nederlandse trio Van Basten, Rijkaard en Gullit. Mooie man, mooi voetbal, heet dat hier in Italië. Maldini inspireerde, organiseerde en kon zelf fantastisch doorzetten tot de achterlijn van de tegenpartij. In niets was hij de klassieke Italiaanse verdediger a la Gentile of Baresi, die gemene overtredingen niet schuwden. Maldini loste problemen op met intelligentie, stijl en elegantie.
Met Maldini is een betere wereld mogelijk, maar de eigen fanatieke aanhang, de 'ultrŕs', zag dat vaak anders. 'Il capitano' nam verschillende malen stelling tegen de excessen van de zich oppermachtig voelende tifosi van de 'curve' en weigerde de laatste jaren zich onder hen te mengen. Het leverde afgelopen zondag een ongekend wrang afscheid op van San Siro en het thuispubliek.
'Er is maar één captain, en dat is Franco Baresi', stond op één van de spandoeken geschreven. Op een ander werd Maldini bedankt voor zijn glorieuze carričre maar gebrek aan respect verweten 'voor degenen dankzij wie je je hebt verrijkt'. Alle goed willende Italianen, analisten en voetbalprofessoren konden niet uit over het gebeurde, maar Maldini verborg zijn bitterheid en zei: ''Ik ben trots dat ik niet een van hen ben.
Italië moet zich voorbereiden op voetbal zonder Maldini. De verdediger weet nog niet wat hij gaat doen, maar wel dat hij geen trainer wil worden. ''Het is een beroep waarin alle negatieve dingen van het voetbal samenkomen.''
Zijn nummer drie wordt bij Milan voorlopig niet vergeven, wie weet komt het een dag om de schouders te hangen van zijn nu dertienjarige zoon Christian, maar druk zal vader nooit uitoefenen. ''Dat heeft mijn vader bij mij ook nooit gedaan.
PalmaresSerie A: 1987-88, 1991-92, 1992-93, 1993-94, 1995-96, 1998-99, 2003-04 Coppa Italia: 2002-03 Supercoppa Italiana: 1988, 1992, 1993, 1994, 2004 UEFA Champions League: 1988-89, 1989-90, 1993-94, 2002-03, 2006-07 UEFA Super Cup: 1989, 1990, 1994, 2003, 2007 Intercontinental Cup: 1989, 1990 FIFA Club World Cup: 2007 Dubai Challenge Cup: 2009 Under-21 European Footballer of the Year: 1989 FIFA World Cup Team of the Tournament: 1994 UEFA European Championship Team of the Tournament: 1996, 2000 UEFA Champions League Final Man of the Match: 2003 Serie A Defender of the Year: 2004 FIFA 100 UEFA Team of the Year: 2003, 2005 FIFPro World XI: 2005 UEFA Champions League Best Defender: 2007 Italy captain: 1994-2002 Most capped Italian International: 126
quote:1 juni lijkt wel een magische afzegdatum in de Nederlandse voetbalgeschiedenis. Zowel Marco van Basten als Ruud Gullit hebben rond deze datum ooit bedankt voor Oranje.
Rondom het afzeggen van Gullit ontstond er in 1994 een ware mediahype. Het afzeggen van Van Basten is eigenlijk altijd onbekend gebleven.
Van Basten zei eigenlijk af voor het EK van 1988. Het EK waar hij uiteindelijk op uitblonk. Maar waarom was de huidige bondscoach er dan bijna niet bij?
Op 1 juni 1988 krijgt de toenmalige spits van AC Milan een psychologische dreun te verwerken als bondscoach Rinus Michels tijdens een vriendschappelijk duel met Roemenië kiest voor John Bosman. Van Basten mag slechts een half uur meespelen en dan ook nog als linksbuiten. Van Basten voelt zich vernederd door Michels. De grote Van Basten, van AC Milan, niet in de spits, maar als linksbuiten?
Helemaal vreemd is de keuze van Michels overigens niet. Van Basten is nauwelijks fit uit zijn eerste seizoen bij Milan gekomen. John Bosman lijkt de man in vorm. Na de wedstrijd komt Van Basten toevallig Johan Cruijff tegen. Het advies van zijn leermeester is helder: hij moet zijn plaats opeisen en niet met zich laten sollen. In een opwelling besluit Van Basten vlak voor het het EK te bedanken voor Oranje.
Bondscoach Michels bewaart de rust. Michels zorgt ervoor dat de pers geen lucht krijgt van de affaire. Michels gaat niet tegen Van Basten in, maar schakelt assistent Nol de Ruiter in. "Ga jij eens met die Basten praten", zegt Michels tegen zijn assistent.
De Ruiter kent de familie Van Basten al lang. Hij laat de teleurgestelde spits naar Zeist komen. "Weglopen heeft geen zin. Je moet gewoon doorgaan. Je kansen komen wel", stelt De Ruiter.
Van Basten laat zich binnen het kwartier overtuigen en komt terug op zijn besluit. Michels steekt zijn hoofd om de hoek en schudt de voetballer de hand. Een garantie op een basisplaats krijgt Van Basten niet, maar enkele weken later is hij de ster van Europees kampioen Nederland. Zonder Van Basten aan de start wordt de eerste wedstrijd met 1-0 verloren van de Sovjet Unie. Mét Van Basten wordt de Europese titel behaald.
quote:Zes dagen voor de tweede Europa Cup 1-finale van Ajax, tegen Panathinaikos, spelen de Amsterdammers in het Olympisch Stadion tegen Feyenoord.
Bij winst kunnen de bezoekers uit Rotterdam het (officieuze) kampioenschap vieren, maar ze moeten het wel doen zonder het geblesseerde centrale verdedigingsduo Laseroms en Israel. Tenminste, dat wil Feyenoord-coach Happel iedereen doen geloven. Iedereen gelooft het ook, totdat beide ploegen het veld betreden, met Laseroms en Israel voorop. De wedstrijd eindigt in een enorme anti-climax voor Ajax. Feyenoord wint, mede door twee doelpunten van Schneider, en bij Ajax raken Keizer, Cruijff, Swart en Rijnders geblesseerd. De kwetsuur bij Keizer, een spierscheuring onder de hak, baart de medische staf de meeste zorgen met het oog op de Europese finale tegen Panathinaikos.
Zes dagen later, op 2 juni, is de linksbuiten er toch bij in het Wembley-stadion van Londen. En met zijn eerste actie zet Keizer Ajax na vijf minuten op het goede spoor. Uit zijn loepzuivere voorzet kopt Van Dijk, die van Michels de voorkeur krijgt boven Blankenburg, de 1-0 in. Ajax lijkt op een grote overwinning aan te sturen. Onder aanvoering van de uitblinkende Cruijff worden de Grieken onder grote druk gezet. In de dagen voor de finale onderhandelt Cruijff met het Ajax-bestuur over een nieuw contract. Anderlecht heeft serieuze interesse en dus speelt Cruijff hoog spel. “Wat Ajax bruto biedt, wil ik netto ontvangen”, zegt Cruijff, die zich na de Wembley-finale toch langer aan Ajax bindt. Omdat de Amsterdammers het overwicht tegen Panathinaikos niet in treffers kunnen omzetten, ruikt de Griekse kampioensploeg van de Hongaarse trainer Puskas kansen. Onder leiding van spelmaker Damazos ontpopt Panathinaikos zich tot een gelijkwaardige opponent van Ajax. In de rust wisselt Michels Swart voor Haan en Rijnders voor Blankenburg. Een gedurfde zet van Michels. Na een lang seizoen maken zijn spelers een vermoeide indruk en een verlenging behoort wel degelijk tot de mogelijkheden want in de tweede helft ontwikkelt zich een heus Grieks offensief. Hulshoff groeit uit tot de grote man in de defensie van Ajax. Hij houdt de spits Antoniadis aan de ketting en vangt de Griekse aanvallen bekwaam op. De bevrijding voor Ajax komt in de 86ste minuut. Uit een pass van Keizer scoort Haan via het been van Sourpis 2-0. Het feest kan beginnen, hoewel een ereronde er door opdringerige fans en strenge Wembley-bewakers niet inzit. Voor aanvoerder Vasovic is driemaal scheepsrecht. Na twee verloren Europa Cup-finales mag hij aan het slot van zijn loopbaan de bokaal met de grote oren omhoog houden. Ook Michels is opgelucht. Hij had de Grieken niet een keer persoonlijk in actie gezien. Een filmopname van de wedstrijd Panathinakos-Rode Ster Belgrado (3-0) houdt hij verborgen voor zijn spelers. “De opnamen werden te snel afgedraaid. De spelers zouden dan kunnen denken dat alle Grieken de 100 meter in 10 seconden kunnen lopen.”
Ajax - Panathinaikos 2-0
5. Van Dijk 1-0,
87. Haan 2-0.
Toeschouwers: 83 000.
Scheidsrechter: Taylor (Eng).
Ajax:
Stuy; Neeskens, Hulshoff, Vasovic, Suurbier; Rijnders (Blankenburg), Gerrie Mühren; Swart (Haan), Cruijff, Van Dijk, Keizer.
Panathinaikos:
Oeconomopoulos; Tomaras, Kapsis, Sourpis, Vlahos; Kamaras, Elefterakis; Grammos, Antoniadis, Domazos, Filakouris.
Stond ie mee te zwaaien inderdaad.quote:Op woensdag 3 juni 2009 00:09 schreef Beschouw het volgende:
En Ruud Krol is met zijn poot in het gips tussen de supporters op de tribune.
[ afbeelding ]
Boek nooit gelezen. Moet ik misschien toch maar eens doen.quote:Op woensdag 3 juni 2009 00:15 schreef tong80 het volgende:
[..]
Stond ie mee te zwaaien inderdaad.
Ken je het boek van Maarten de Vos 'De Ajacieden' ?
Klassieker en ik heb er veel van dit soort feitjes uit geleerd.
Zeker de moei waard alle spelers hebben een eigen hoofdstuk.quote:Op woensdag 3 juni 2009 00:19 schreef Beschouw het volgende:
[..]
Boek nooit gelezen. Moet ik misschien toch maar eens doen.
quote:Zijn komst was een spektakel: opgewacht door Feyenoord, achter de douane meegenomen door Ajax en vanaf de uitgang van het vliegtuig via een achteruitgang van Schiphol af. In de dagen erna volgde er een ware Ledezma soap; Hij trainde met Feyenoord mee, maar mede omdat Arie van Os diep in de buidel tastte kwam hij naar Amsterdam.
Froylán Ledezma werd geboren op 2 januari 1978 in San José Costa Rica. Was in 1995 een veel belovende speler van Alajuelense en scoorde er lustig op los. In het seizoen 95/96 scoorde hij 14 maal en een seizoen later scoorde hij 21 keer. Zijn grote doorbraak kwam in maart 1997 tijdens de Dallas Cup, een jaarlijks toernooi voor jeugdspelers.
Ledezma was toen aanvoerder van het Costaricaanse elftal onder 21, en onder zijn leiding werd ondermeer gewonnen van het Amerikaanse elftal onder 21, met maar liefst 5-0.
Ajax2 speelde op dat toernooi de finale tegen EC Vitoria uit Bahia (Brazilie), en verloor met 0-1.
Dus de link met Ledezma is gelegd. Hij is een week op stage geweest bij Ajax en na zijn terugkomst in Costa Rica toonde ook Feyenoord ineens interesse. Feyenoord nodigde Ledezma uit om nogmaals naar Nederland te komen, maar Ajax kreeg lucht van de actie uit het Rotterdamse kamp en counterde door hem uit het vliegtuig te halen en hem op een slinkse manier naar een hotel in Amsterdam te brengen voor gesprekken. Jorien kon de actie van Ajax niet waarderen en ging verhaal halen bij het hotel.
Uiteindelijk tastte Van Os nog eens wat dieper in geldbuidel en legde tien miljoen gulden op tafel om de handtekening van Ledezma onder een vijfjarig contract te krijgen. Met dollartekens in de ogen hapte Ledezma gretig toe.
Hij begint bij Ajax in de zomer van 1997 maar heeft vrijwel direct problemen met zijn enkel en na zijn enkel volgen nog veel meer problemen. Hij verblijft vrijwel altijd in Costa Rica en is voor Ajax onvindbaar, als er iets van hem wordt vernomen is dat vrijwel altijd in de media als hij weer eens betrokken is geweest bij een vechtpartij. Hij wordt zelfs gearresteerd nadat hij betrokken was geweest bij een schietpartij.
Uiteindelijk speelt de man van 10 miljoen maar twee keer in het eerste elftal. Zijn contract wordt in 1999 ontbonden vanwege disciplinerede redenen. Hij vindt onderdak bij het Paraguayaanse Cerro Porteno en een aantal seizoenen later keert hij terug naar zijn oude club Alajuelense. Later liet Ledezma weer van zich horen, wederom negatief. In de voorbereiding van het nationale team van Costa Rica op de wedstrijd tegen Trinidad en Tobago verlaat hij boos het trainingskamp omdat hij niet op de bank wilde plaatsnemen. De Costaricaanse voetbalbond schorst Ledezma voor 12 maanden, niet alleen voor het nationale team maar ook voor zijn club Alajuelense.
Kortom Ledezma koste Ajax zo’n slordige vijf miljoen gulden per wedstrijd (iets waar de broertjes de Boer nog altijd jaloers op zijn).
Inmiddels verslaat hij ergens in de Oostenrijkse Alpen types als Jos Hooiveld, Roel Brouwers en Joost Terol met kaarten. Klaverjassen kan Floyran namelijk nog altijd als de beste (hij leerde de fijne kneepjes van Frank en Ronald). En zo is hij toch nog een beetje een product van de zo legendarische Ajax school…
Klopt.quote:
quote:De Costaricaanse Ajacied Froylan Ledezma is gisteren in zijn vaderland opgepakt wegens het lossen van enkele schoten met een vuurwapen. Ledezma deed dat bij het verlaten van een café. Niemand raakte gewond. De 19-jarige aanvaller was eerder bij Ajax op een zijspoor beland, maar had enkele weken geleden juist weer zijn rentree gemaakt in het tweede elftal.
En Baresi won het Italiaanse tournamentquote:Op vrijdag 5 juni 2009 21:14 schreef Beschouw het volgende:
Gigi Riva![]()
Mede door hem ben ik voetbalverslaafd geworden.
quote:Puskás Ferenc werd geboren in Kispest, een dorp aan de rand van Budapest en als kind woonde hij in een flat naast het voetbalveld van Kispest AC. De familiegeschiedenis wil dat hij zo gauw hij kon lopen op een bal begon te trappen met zijn linkervoet. Zijn eerste voetballessen kreeg hij van zijn vader, Puskás Ferenc Sr., die een semi-professioneel voetballer was, eerst bij Vasas, dan bij Kispest, waar hij ook trainer werd. Deze stierf echter reeds op 49-jarige leeftijd in 1952, het jaar waarin de Hongaarse ploeg met zijn zoon Ferenc Jr. de Olympisch Spelen zou winnen. Hun oorspronkelijke familienaam was 'Purczeld', een naam die de Germaanse origine van hun voorvaderen weergaf. Wanneer het nationalisme onder het Horthy regime opkwam, dienden Hongaren met vreemd klinkende naam, die naam te wijzigen. En rond 1935 werd de naam van de Purczeld familie gewijzigd in 'Puskás'.
De beste vriend van Puskás was de anderhalf jaar oudere Bozsik József. Wanneer Puskás drie jaar was, kwam er een jongetje in de flat naast hen wonen; het was Bozsik ‘Cucu'. Zij werden vlug vrienden en leerden hun voetbal op de straat. Alhoewel een aansluiting bij een voetbalclub pas mogelijk was vanaf 12 jaar, lukte het Puskás toch zich reeds in 1936, onder de naam van Miklós Kovács en zogezegd geboren in 1925, bij Kispest aan te sluiten. Heel wat mensen wisten van die kleine fraude af, zelfs tegenstrevers, maar niemand gaf er om. Zo kon hij met zijn vriend Bozsik samen spelen bij Kispest. Hij was toen slechts negen jaar oud, maar op dat ogenblik reeds een buitengewoon begaafd talent. Op 16-jarige leeftijd maakte hij op 5 december 1943 zijn debuut in het eerste team van Kispest. Die match werd met 3-0 verloren tegen Nagyvarad, maar reeds in zijn derde wedstrijd, op 12 december, scoorde hij al zijn eerste doelpunt. In 1948 werden de beide vrienden, samen met alle andere spelers getransfereerd naar een nieuwe ploeg, Honvéd, de ploeg van het Hongaarse leger. Puskás werd dat jaar zelfs bijna naar Sporting Anderlecht getransfereerd. Hij eiste echter dat zijn vader trainer werd van Sporting, maar Anderlecht had reeds aan zijn vooroorlogse trainer Ernest Smith gevraagd om de ploeg terug te coachen. Een gemiste kans voor Anderlecht.
Hij huwde in 1951 met Bözsi Erzsébet, een handbalspeelster. Samen hebben zij een dochter, Anikó, die juist voor het vertrek van Ferenc naar de Olympische Spelen in Finland geboren werd, en twee kleindochters (Elizabeth en Réka), waarvan er één ook voetbal speelde, en die op hun beurt voor twee achterkleindochters zorgden.
Puskás kreeg eerst 'Puskás Öcsi' (de kleine man) als bijnaam en later 'Puskás Bácsi' (oompje), of 'Száguldó őrnagy' (the Galloping Major) ofwel “de Napoleon van het Voetbal”, naar zijn gedrongen gestalte. Als volwassene was hij inderdaad een eerder kleine, gedrongen, met een tonachtige borstkas en met overwicht kampend legerofficier, zonder kopspel en met maar één been, zijn linker, maar tevens één van de beste voetbalspelers ooit. Zijn linkervoet deed de doelmannen sidderen wanneer hij dichter dan 30 meter van hun doel kwam. Zijn vader leerde hem wel zijn rechtervoet te gebruiken, maar tijdens matchsituaties trapte hij alleen bewegende ballen met die voet.
Voor Honvéd zou hij 154 doelpunten scoren in 179 wedstrijden voor het kampioenschap van Hongarije. Op zijn 18de vervoegde hij het nationaal elftal, dat vanaf 1949 aan een ongeslagen zegereeks van vijf jaar zou bouwen. Zijn eerste internationale match was op 20 augustus 1945 in Budapest tegen Oostenrijk, gewonnen met 5-2, en hij scoorde éénmaal. Ook zijn laatste match voor Hongarije zou tegen datzelfde Oostenrijk zijn, toen op 14 oktober 1956 in Wenen werd gewonnen met 0-2 en hij opnieuw scoorde. Majoor bij het leger, werd hij tevens kapitein, topscorer en ster van het Hongaarse team dat de vroege jaren ‘50 domineerde, tot de finale van de Wereldbeker 1954 verloren werd tegen West-Duitsland met 3-2. Hij werd mee Olympisch kampioen in 1952 en had een sleutelrol in de match van de eeuw tegen Engeland, gewonnen met 3-6 op Wembley. Puskás nam ook deel aan de match op de Heizel tegen België op 3 juni 1956, door Hongarije verloren met 5-4, en waar hij het eerste doelpunt scoorde voor de Hongaren (1-1). Voor de nationale Hongaarse ploeg zou Puskás uiteindelijk 84 doelpunten scoren in 85 wedstrijden (tussen 20/8/1945 en 14/10/1956), vooraleer hij zijn land zou verlaten na de revolutie van 1956.
Geschorst door de FIFA, verbleef hij eerst een jaar in Oostenrijk, maar kreeg er geen verblijfsvergunning. Italiaanse clubs, zoals AC Milan en Juventus hadden geen interesse om hem als speler aan te werven. 30 Jaar oud, beschouwd als te oud en te dik, ging hij dan in 1957 zijn geluk beproeven in Spanje, waar hij eerst een jaar bij Espanyol vertoefde, vooraleer hij in 1958 een contract bij Real Madrid CF aangeboden kreeg, dankzij zijn vroegere manager Emil Osterreicher, die toen technisch directeur was bij de Spaanse club. Hij vermagerde 10 kilo, stopte met alcohol te drinken tot het einde van zijn voetballoopbaan in 1966. Hij liet zich tot Spanjaard naturaliseren, zou al vlug bekend worden als 'Cańoncito Pum' - het kleine donderende kanon - en beleefde, een prachtig duo vormend met Alfredo di Stefáno, een tweede carričre met Real Madrid, waarmee hij vijf kampioentitels veroverde, een Spaanse beker en driemaal de Europese Beker voor Landskampioenen won. Voor Spanje speelde hij vier matchen in de nationale ploeg. De eerste match had plaats op 12 november 1961 tegen Marokko, winst met 1-0. Zijn laatste match voor Spanje had plaats op 6 juni 1962 tegen Brazilië, verlies met 1-2.
Tijdens gans zijn carričre als speler speelde hij 1300 matchen en scoorde 1176 doelpunten.
Na zijn carriere
Na het stopzetten van zijn spelerscarričre in 1966, zou Puskás zich concentreren op het trainerschap, met bescheiden resultaten weliswaar. Toen zijn goede vriend Bozsik József stierf in 1978, was Puskás, tot eigen spijt, niet aanwezig op diens begrafenis. Hij had inderdaad gezworen nooit meer terug te keren naar Hongarije, door wie hij zich onrecht voelde aangedaan. Maar het was tevens een feit dat Puskás officier bij het leger was toen hij naar Spanje vluchtte in 1956, zodat hij feitelijk als deserteur geboekt stond en aangehouden dreigde te worden bij zijn terugkeer naar zijn geboorteland. Pas na 25 jaar afwezigheid kwam Puskás in 1981 terug naar zijn geboorteland, na lang aandringen van velen, waaronder Sebes, zijn vrouw Erzsébet, hoogstaande Hongaarse politici en een beroemd Hongaars filmregisseur. Het opzet was hem deel te laten nemen aan een samenkomst van het vroegere Golden Team én aan een filmproject over dat team. Hij werd ontvangen als een held, maar het zou nog 11 jaar duren eer hij zich permanent zou vestigen in Budapest, waar hij nu nog woont. Zijn langdurige afwezigheid had waarschijnlijk alles te maken met de pijnlijke herinneringen die hij had over zijn behandeling in Budapest na de WK nederlaag van 1954 én zijn schorsing van één jaar door de Hongaarse Voetbalbond, na zijn niet-terugkeer uit het buitenland begin 1957. Deze schorsing werd door de FIFA wereldwijd uitgebreid tot anderhalf jaar.
Na zijn definitieve terugkeer werd hij in 1993 interim trainer van de Hongaarse nationale ploeg gedurende drie maand voor de kwalificatiematchen voor de Wereldbeker 1994. De Hongaren wonnen slechts twee van hun acht matchen en slaagden er dus niet in zich te kwalificeren voor de finales in Amerika, maar een grote nationale held was vergeven voor wat vroeger gebeurde. Nadien bleef hij actief voor de Hongaarse voetbalfederatie, nooit moe om anekdotes te vertellen, terend op zijn rijk voetbalverleden.
Zijn dochter, Anikó, die gehuwd is met een Spaans architect woont nog steeds in Spanje, in San Sebastian. Ook haar twee dochters, Elizabeth en Réka, verblijven in dezelfde stad.
In 1997 kreeg hij de 'Olympic Merit Award' van het Internationaal Olympisch Comité. Nog in het begin van 1997 ontving hij een award op het 'Football Gala of the Century' in Munchen, als diegene die de meeste doelpunten scoorde in de wereld: 512 tijdens 528 competitiewedstrijden (voor Kispest, Budapesti Honvéd en Real Madrid), gebaseerd op de data van de Duitse organisatie die de statistische gegevens van het voetbal bijhield (zie bovenstaande afbeelding van zijn wereldrecordcertificaat afgeleverd door het IFFHS.
In 1999 kreeg hij de titel van 'Honorary Ambassador of Hungarian Sports' en in 2001 werd hij verkozen tot beste mannelijke sportman van de 20ste eeuw bij een stemming georganiseerd door Nemzeti Sport onder de auspiciën van het Hongaars Olympisch Comité.
Uit respect voor hem zal zijn voormalige club Honvéd zijn rugnummer 10 nooit meer aan een andere speler toekennen.
Op zijn 75ste verjaardag in 2002, herdoopte de Hongaarse regering het grootste voetbalstadion van Hongarije, het 'Budapest Népstadion', in het 'Puskás Ferenc Stadion'.
Hij was sinds 2000 gehospitaliseerd in het Kútvölgyi-korház (=Ziekenhuis van de Bronvallei) in Budapest wegens arteriosclerose, maar hield er aan aanwezig te zijn bij de inhuldigingsplechtigheden. Hij zou er een aantal grootheden opnieuw ontmoeten, zoals Alfredo di Stefáno, Emilio Butragueno, Grosics Gyula en Buzánszky Jenő, naast andere hoogwaardigheidsbekleders en spelers.
Puskás leed tevens aan een vorm van de ziekte van Alzheimer, waarbij een 24 uur medisch toezicht nodig is. Om aan de ziekenhuiskosten voor de behandeling van zijn ziekte tegemoet te komen, werd op zondag 14 augustus 2005 in het 'Puskás Ferenc Stadion', voor ongeveer 50.000 toeschouwers, een benefietwedstrijd gespeeld tussen Real Madrid en het 'Puskás All-Stars XI team onder leiding van bondscoach Lothar Matthäus
ErelijstVijfmaal Hongaars Kampioen met Kispest Honvéd: 1949-1950, 1950, 1952, 1954 en 1955 Viermaal Hongaars topscorer met Kispest Honvéd: 1947/48 (50 doelpunten), 1949/50 (31), 1950 (25) en 1953 (27) Europees topscorer (nu Gouden Bal) met Kispest Honvéd: 1948 (50 doelpunten) Beste Hongaarse speler van de eeuw Vijfmaal Spaans Kampioen met Real Madrid: 1961, 62, 63, 64 en 65 Spaanse Beker (Copa del Rey) met Real Madrid: 1962 Viermaal Spaans topscorer met Real Madrid (Pichichi prijs): 1960, 1961, 1963 en 1964 Driemaal Europese Beker voor Landskampioenen met Real Madrid: 1959, 60 en 66 Intercontinentale Beker voor Clubs met Real Madrid: 1960 Tweede in de Gouden Bal 1960 372 matchen en 312 doelpunten voor Real Madrid 4de beste Europese speler van de eeuw (IFFHS - International Federation of Football History and Statistics) 6de beste speler van de eeuw (IFFHS) Best scorende speler van de 20ste eeuw (IFFHS) Enige speler die ooit 4 doelpunten scoorde tijdens de finale van een Europese Beker voor Landskampioenen (1960 met Real Madrid tegen Eintracht Frankfurt in Hampden Park voor 135.000 Olympisch Kampioen Helsinki 1952 (5 gespeelde matchen, 4 doelpunten gescoord) Tweede Wereldbeker Zwitserland 1954 (3 gespeelde matchen, 4 doelpunten) Winnaar Dr. Gerő-Svehla Cup editie 1948-1953 (zeven matchen gespeeld) 85 caps 84 doelpunten
quote:In 1971 werd het West-Duitse voetbal opgeschrikt door het zogenaamde Bundesligaschandaal. Op grote schaal was er gerotzooid.
Rond 1970 werd betaald voetbal in Europa echte business. Topspelers en -trainers gingen kapitale salarissen verdienen. In Nederland werd de trend gezet door Cor Coster, de schoonvader van Johan Cruijff. Want ook in dit opzicht is Johan Cruijff voor de Nederlandse sport baanbrekend geweest.
Buiten Nederland voltrok zich eenzelfde ontwikkeling, en de keerzijde van het Grote Geld liet dan ook niet lang op zich wachten. In juni 1971 onthulde voorzitter Canellas van Kickers Offenbach een gigantisch omkoopschandaal. West-Duitsland was geschokt, en de Bundesliga schudde op de grondvesten.
Op zondag 6 juni 1971 vierde de zuidvruchtenhandelaar Horst-Gregorio Canellas zijn vijftigste verjaardag. Dat was één dag na de laatste speelronde van het Bundesliga-seizoen 1970-1971, waarin Kickers Offenbach was gedegradeerd. Canellas nodigde onder meer een aantal sportjournalisten uit, en speelde een paar opgenomen telefoongesprekken af.
Het gezelschap hoorde hoe diverse bekende voetballers in de afgelopen competitie hun aanstaande tegenstanders geld aanboden om hun elftal te laten winnen. Hoe voetballers van een sterke tegenstander informeerden hoeveel Kickers Offenbach voor een overwinning overhad. Het was een wijdvertakt kwaad, wat mede kwam omdat de Bundesliga dat jaar erg spannend was geweest. Pas op de laatste speeldag werden kampioenschap en degradatie beslist.
De omvang
Uiteindelijk beperkte het onderzoek naar dit omkoopschandaal zich tot datgene, wat bij Kickers Offenbach bekend was. Nou ja, beperkte … De uitslag liet zien dat maar liefst negen van de achttien Bundesliga-clubs besmet waren. Schalke 04 was de grootste zondaar, Bayern München en kampioen Borussia Mönchengladbach bleven buiten schot.
De straffen
In totaal kwam ongeveer twee miljoen Duitse mark omkoopgeld boven water, wat voor 1971 een zeer aanzienlijk bedrag was. De West-Duitse voetbalbond DFB schorste 52 spelers, twee trainers, zes officials (waaronder Canellas), en de clubs Kickers Offenbach en Arminia Bielefeld. De schorsingen varieerden van enkele maanden tot levenslang.
Daarnaast vielen er ook geldboetes en veroordelingen voor meineed. Het onderzoek, dat namens de DFB door Hans Kindermann werd geleid, had ook verlengstukken naar gewone Duitse rechtbanken. Het werd pas in december 1977 afgesloten.
De reacties
West Duitsland begreep heel goed dat de naam en faam van de Bundesliga zwaar beschadigd waren, en daarmee ook de reputatie van het land zelf. Bovendien bleef het onderzoek zoals gezegd beperkt tot datgene wat bij Kickers Offenbach bekend werd - in werkelijkheid was het omkoopschandaal natuurlijk veel groter. Er werd met Duitse degelijkheid voor gezorgd dat er voortaan scherper gewaakt werd.
De heren profvoetballers waren niet blij met dit ‘bedrijfsongeval’, want zij zagen een lucratieve bijverdienste in gevaar komen. Kindermanns vasthoudende speurwerk leverde hem de schandelijke bijnaam Freisler des deutschen Fussballs op. Daarbij werd verwezen naar Roland Freisler, een beruchte rechter, die namens Hitler deed alsof hij eerlijk recht sprak. Later werd Kindermann door de DFB en de West-Duitse regering positief onderscheiden.
Het Nederlandse voetbal pikte zijn graantje mee. Van de 52 geschorste spelers kwamen Zoltan Varga en Arno Steffenhagen naar Ajax, en keeper Volkmar Gross naar FC Twente. Hun transfersom kan niet overmatig hoog zijn geweest.
De betekenis
Het omkoopschandaal uit 1971 liet iedereen begrijpen dat sport door geld kan worden afgebroken. Tot dan was sportbeoefening voor velen gebaseerd op idealisme, vooral bij de oudere generaties. De schok was overeenkomstig groot.
Tenslotte is het opvallend dat Kickers Offenbach en zijn voorzitter Canellas fors gestraft werden, terwijl Canellas het schandaal zelf openbaarde. Horst-Gregorio Canellas heeft het motief voor zijn actie in 1999 in zijn graf meegenomen.
quote:Op zaterdag 6 juni 2009 23:28 schreef Blawh het volgende:
6 juni 1962: Puskas speelt zijn laatste wedstrijd voor Spanje
Een Hongaars legende. Speelde veel interlands voor het Nederlands Elftal, maar ook 4 wedstrijden voor Spanje.
quote:Kindvall, overgenomen van IFK Norrköping in november 1966, scoorde in 144 competitiewedstrijden voor Feyenoord maar liefst 129 keer. De Zweed, drie keer topscorer van Nederland, won bovendien alles wat er te winnen viel: Twee landstitels, de KNVB-beker, de Wereldbeker voor clubteams en de Europa Cup 1, die van hem een levende legende maakte. Op 6 mei 1970 werd hij onsterfelijk door in de finale tegen Celtic de winnende goal te maken. ,,Supporters vergeten dat nooit meer. Ze bedanken me er nu nog steeds voor. Onvoorstelbaar eigenlijk dat ik er na al die jaren nog steeds op aangesproken word.’’
Nadat Kindvall op 6 juni 1971 met twee doelpunten in de kampioenswedstrijd tegen Haarlem (2-1) afscheid heeft genomen van Feyenoord, zingt zijn naam nog decennialang rond in Rotterdam. Zijn erfenis blijkt een loden last.
,,Er zijn wel een paar spelers geweest die daar last van hebben gehad. Het was niet makkelijk om mij op te volgen. Ook omdat Feyenoord een ander elftal kreeg en het voetbal veranderde. Het werd sneller en fysieker waardoor het voor spitsen ook steeds moeilijker werd om te scoren.’’
Kindvall was pas 28 jaar toen hij Feyenoord verliet. De Zweed wilde met zijn familie terug naar Norrköping. ,,Ik had een beetje last van heimwee en was misschien ook te snel tevreden,’’ bekent hij. ,,Bij Feyenoord had ik alles bereikt wat ik wilde. Ik vond het een mooi moment om te stoppen. ’’
Na vijf jaar Nederland vond Kindvall het genoeg geweest. ,,Achteraf heb ik wel eens gedacht dat ik langer had moeten blijven. Maar mijn leven heeft nooit voor honderd procent om voetbal gedraaid. Mijn familie is ook heel belangrijk voor me. Daarom ben ik bijvoorbeeld ook nooit trainer geworden. Ik wilde niet mijn hele leven alleen maar met voetbal bezig zijn.’’
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |