Klopt helemaal, desalniettemin in de stijl van dit topic toch de post van Tong aangepast, zodat dit topic in "character" blijft.quote:Op vrijdag 15 mei 2009 18:29 schreef Blawh het volgende:
Aan de ene kant, de Boertjes hebben ook geen introductie nodig natuurlijk.
quote:Op vrijdag 15 mei 2009 18:17 schreef Prosac het volgende:
Ik spreek je helemaal niet toe als een 14 jarige puber, ik vraag je slechts om wat meer achtergrond informatie over de tweeling de Boer. Zoals iedereen dat doet die hier een historische gebeurtenis plaatst.
Dat ben ik.
Verdere klachten mogen naar FB.
Een grootheid, die in Almelo een tribune naar zich vernoemd kreeg. Ik ben 1 van de gelukkigen die 17x per jaar die tribune mag beklimmen.quote:Kalamazoo: SA's soccer 'Maserati'
When President Thabo Mbeki handed out the newly conceived Order of Ikhamanga - South Africa's highest honour for achievement in the creative and performing arts and sport - for the first time in 2003, only two sportsmen received the award in the gold class. It came as no surprise that one of them was Steve "Kalamazoo" Mokone.
Mokone, who represented his country at the age of 16 before becoming the first black South African to play professional football in Europe, was South Africa's first soccer superstar.
After signing up for English club Coventry City in 1955, Mokone went on to achieve superstar status playing for the Dutch side Heracles and later for Torino in Italy, becoming one of a few players in Europe to earn £10 000 a year. By 1959 he was rated as one of the best soccer players in Europe, and was being compared to the all-time greats of the game.
'He is surely the Maserati'
Italian soccer writer Beppe Branco famously wrote: "If Pele of Brazil is the Rolls-Royce of soccer players, Stanley Matthews of England the Mercedes-Benz and Alfredo di Stefano of Argentina and Spain the Cadillac of soccer players, then Kala of South Africa, lithe and lean, is surely the Maserati."
The man who's had a street in Amsterdam named after him - and a book written and film made about him - was born in Doornfontein, Johannesburg in 1932. His family moved to Sophiatown when he was six before settling in Kilnerton, north of Pretoria.
According to Horatio Motjuwadi, writing for the Sunday Times, Kalamazoo's father sent him to Ohlange High School in Durban "to make him forget soccer and concentrate on becoming a lawyer. But long before he passed matric he had become a national superstar with Bucks. Scouts from Newcastle, England, urged him to move over, but his father refused.
Coventry
"A year later Mokone's father relented when Coventry pleaded for the services of his son", Motjuwadi relates. "It took months for him to get his passport because of the apartheid system.
"Team-mates at Coventry knew he was something special at his first training session when he sent their national goalkeeper, Roger Matthews, the wrong way from the penalty spot. 'Do it again', they urged. Once more Matthews dived the wrong way.
"Mokone became an overnight sensation, prompting a journalist to report that 'I haven't seen such clamour in Coventry since the end of World War Two'."
The Netherlands
Disheartened by the style of football at the club, Mokone moved to Dutch side Heracles in 1958, where he was an instant hit, scoring two goals on debut, helping Heracles take the Dutch league trophy and being voted the club's player of the season. By 1959 he was rated one of Europe's best players.
He signed for Spanish giants Barcelona in 1959, but because they had their quota of foreigners, was loaned to French side Marseilles before moving to Torino in Italy.
"Like everywhere Mokone played," writes Motjuwadi, "the people of this northern Italian city swore by his soccer boots. That was where, in 1961, he was dubbed the Maserati of soccer players. He made another spellbinding first appearance for Torino, scoring all five goals in a 5-2 victory against Verona.
"Months later, on tour in Russia, he became the first foreigner to score a hat-trick in a game against the biggest team in the land, Kiev."
A beautiful goal
One of those goals prompted a Russian commentator to write: "In all my 40 years of reporting soccer from different parts of the world I have never seen a player score a more beautiful goal than the one Kala scored with a deflection off his chest, save for Pele's goal against Sweden in the World Cup final in 1958."
Kalamazoo ended his playing career with a stint in Australia and then in Canada in 1964. In the same year he enrolled at Rutgers University in the US. Seven years later, after completing his doctorate in psychology, he was appointed assistant professor of psychology at the University of Rochester.
A street and a book
Mokone's life - and especially his time in Holland - led to an Amsterdam street being named after him, and provided the inspiration for the book and subsequent film De Zwarte Meteoor (The Black Meteor).
The author of De Zwarte Meteoor, Tom Egbers, has since published a further book, Twaalf gestolen jaren (12 Stolen Years), based on his investigation of Mokone's arrest and imprisonment in New York in 1977.
Mokone was arrested - and reportedly brutalised - by police in 1977 on a charge of credit card fraud which Mokone says was fabricated. A day after his release, police arrested him at his Rutgers office and charged him with assaulting his wife. Mokone was found guilty and served nine years in jail. He has maintained his innocence all along.
quote:Op vrijdag 15 mei 2009 17:05 schreef ElYefe het volgende:
[..]
Was wel genoemd gisteren![]()
14 mei 1892- Meer dan een eeuw geleden werd op 14 mei de club Vitesse opgericht.
quote:Nooit werd hij dolgedraaid, zelfs niet door de allergrootsten van deze wereld. Hij koos perfect positie, draafde keurig de flank op en af en grijpt hard in, soms zeer hard. Amedeo Carboni is een icoon in Valencia. Jaren geleden afgeschreven bij AS Roma ging hij nog even uitbollen aan de Spaanse Costa Blanca, zo werd gefluisterd. Geheel fout want Amedeo begon aan de mooiste periode van zijn carrière. Als onverzettelijke vleugelback van een team dat landskampioen werd, Real en Barcelona aftroefde en tweemaal de finale van de Champions League bereikte.
Carrière statistieken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
221984-85 A.C. Arezzo 22 1
1985-86 AS Bari 10 0
1986-87 Empoli 11 0
1987-88 Parma 28 1
1988-89 Sampdoria 31 1
1989-90 Sampdoria 29 1
1990-91 AS Roma 30 1
1991-92 AS Roma 33 0
1992-93 AS Roma 9 0
1993-94 AS Roma 32 1
1994-95 AS Roma 30 0
1995-96 AS Roma 29 0
1996-97 AS Roma 23 1
1997-98 Valencia CF 29 0
1998-99 Valencia CF 36 0
1999-00 Valencia CF 28 1
2000-01 Valencia CF 24 0
2001-02 Valencia CF 33 0
2002-03 Valencia CF 29 0
2003-04 Valencia CF 33 0
2004-05 Valencia CF 28 0
2005-06 Valencia CF 5 0
Prijzenkast
Coppa Italia: 1989, 1991|
UEFA Cup voor bekerwinnaars: 1990
La Liga: 2002, 2004
Copa del Rey: 1999
Spaanse Supercup: 1999
UEFA Cup: 2004
UEFA Supercup: 2004
Technisch Directeur
Na zijn carriere ging hij als TD aan de slag bij Valencia, de club waar hij als speler zoveel successen wist te boeken. Het bleek echter geen langdurig en succesvolle job, hij kon namelijk niet met trainer Quique Sánchez Flores door 1 deur. Hierdoor moest de club kiezen tussen de trainer en de TD. De club koos voor de trainer, Carboni werd als oud huisvuil aan de kant gezet. De trainer zou het overigens ook niet lang meer volhouden.
quote:
Ove Kindvall is een legende, niet alleen voor Feyenoord supporters, maar vooral ook voor de spitsen die de taak hadden hem op te volgen. Stuk voor stuk gingen ze gebukt onder de nalatenschap van de productieve Zweedse midvoor. In de 144 competitiewedstrijden die hij voor Feyenoord speelde, scoorde hij maar liefst 129 doelpunten. Het schijnt dat ook Kindvall wel eens periodes had dat het minder ging, met name in de wintermaanden, maar dat maakt zijn gemiddelde van negen doelpunten per tien wedstrijden alleen maar des te onwaarschijnlijker.
Voorgeschiedenis
Ove Kindvall begon zijn voetbalcarrière in het havenstadje waar hij opgroeide, bij IFK Norrköping. Ook zijn vader had voor de club gespeeld, al was die nooit verder gekomen dan het tweede team. Ove deed het beter, al op jonge leeftijd debuteerde hij in het eerste elftal. Kindvall speelde er o.a. samen met de ervaren Harry Bild. Beiden wisten veelvuldig het net te vinden. Bild werd (via een omweg) eind 1965 de eerste buitenlander in dienst van Feyenoord. Hij deed het goed in Rotterdam, misschien was het daarom wel dat Feyenoord een jaar later besloot om te proberen om ook die andere veelscorende Zweedse aanvaller naar De Kuip te halen.
Kindvall, die op amateur-basis voor Norrköping uitkwam, had wel oren naar een overgang. Hij wilde prof worden en dat was in Zweden niet mogelijk. Er waren kapers op de kust, de 23-jarige Kindvall mocht zich ook verheugen in belangstelling uit Spanje en Italië, maar uiteindelijk koos hij voor Feyenoord. Niet alleen omdat Bild er al speelde, maar ook omdat hij hoopte dat het er in Nederland minder fanatiek aan toe zou gaan. Kindvall destijds: “Bij Zuid-Europese clubs zou ik veel meer kunnen verdienen, maar dan moet je wél zo’n zes jaar van je leven wegcijferen: trainingskampen, militaire tucht, geen enkele bewegingsvrijheid om je te ontspannen, om te leven. Voetbal betekent veel voor me, maar niet alles. Het moet een plezierige bezigheid blijven en bij Feyenoord verwacht ik dat ook.”
Moeizame start
In zijn eerste seizoen bij de club, 1966/1967, speelde Kindvall in een 4-2-4 systeem naast Bild in de spits. Hij had het moeilijk, het eerste halfjaar. Kindvall: “Het voetbal was zo anders dan ik gewend was, en ik begreep niet wat ze zeiden. Je moet je weg vinden in zo’n team, weten wie die jongens zijn, hoe ze zijn. Het werd winter en het was zo nat! Wij spelen niet in de winter, en nat is het dan bij ons ook niet. Ik houd niet van voetballen in de modder. Toen had ik een inzinking.” [2] Ook in de ogen van trainer Willy Kment functioneerde het duo niet naar behoren. Kindvall moest een deel van het seizoen meemaken vanaf de bank. Kindvall: “Dat trok ik me erg aan. Ik ben namelijk helemaal niet zo nuchter als ik eruitzie. Ik ben bijvoorbeeld zeer gevoelig voor kritiek. In die periode sprak men zelfs van een ‘miskoop’. Bovendien kende ik nog geen woord Nederlands, ik voelde me erg eenzaam. Achteraf bezien is die periode misschien wel goed voor me geweest. Van een betaald amateurtje werd ik in die eerste zes maanden een volwassen voetbalprof.''
De hele gang van zaken was opmerkelijk, aangezien Kindvall in de 23 wedstrijden die hij uiteindelijk speelde, liefst 22 doelpunten produceerde. Niet direct cijfers die duiden op een falende spits. Misschien was het Kindvalls frêle postuur, de 1 meter 76 lange Kindvall woog minder dan 70 kilo, dat coach Kment deed twijfelen aan diens capaciteiten. Hoe dan ook, het vertrek van Bild uit De Kuip in de zomer van 1967 kwam zijn landgenoot niet slecht uit. Voortaan was Kindvall onomstreden eerste keuze in de punt van de Rotterdamse aanval. Kindvall in 1968: “Misschien is het voor mij wel goed geweest dat Harry Bild is weggegaan. Ik bewonder Harry echt, vind hem een geweldige voetballer, maar onbewust heb ik me waarschijnlijk te veel ondergeschikt aan hem gemaakt. Ik heb hem te vaak de bal gegeven als ik zelf goede scoringsmogelijkheden had.”
Kindvall begon zich, na die moeilijke eerste periode, steeds meer in Nederland op zijn gemak te voelen. Het duurde niet lang voor hij de Nederlandse taal onder de knie had. Hij had altijd belangstelling gehad voor taal en had op school Engels, Duits en wat Frans geleerd. Met zijn vrouw las Kindvall in Nederland de krant en keek naar televisie. Als ze op een woord stuitten dat ze niet kenden, probeerden ze gezamenlijk de betekenis ervan te achterhalen. Zonder ooit een cursus te hebben gevolgd, wisten ze zich op die manier het Nederlands eigen te maken. Waar Kindvall en zijn vrouw aanvankelijk voornamelijk met Harry Bild en diens vrouw waren opgetrokken, gingen ze ook steeds meer met Nederlanders om. De manier van omgaan in Nederland bleek anders te zijn, dan ze waren gewend, maar dat beviel prima. Kindvall: “Dat je zomaar bij elkaar langs kon gaan! Zonder afspraak! Dat makkelijke, dat was heerlijk, een ontdekking dat het niet zo formeel en terughoudend hoefde als in Zweden.”
Ook op culinair gebied verliep de aanpassing soepel. Kindvall: “Heerlijk vond ik het eten hier! Saté, het lekkerste dat ik ooit geproefd heb. Hadden ze in Zweden niet in die tijd.” Het gezin Kindvall ging ook regelmatig uit eten. Kindvall: “Eten in restaurants was een ontdekking, dat kenden we niet. Op maandag had ik meestal vrij en dan reden we met het hele gezin naar Breda of naar Dordrecht om uit eten te gaan.” Thuis kookte Kindvalls vrouw vaak Zweedse gerechten, maar ook typisch Hollandse gerechten als erwtensoep en boerenkool verschenen ter tafel in het appartement in Rotterdam-Zuid dat het gezin bewoonde. Sommige dingen miste hij wel: “Die extra gebrande koffie die ze in Zweden hadden, kenden ze hier niet. Dat was een gemis. Mijn ouders brachten dat dan mee. We hadden een kast voor Zweedse spullen.”
Spits der Spitsen
Kindvalls voornaamste wapens waren zijn snelheid en zijn neusje voor de goal. De Zweed had er een handje van altijd precies daar te staan waar hij moest staan om de bal in het net te kunnen werken. Hij had geen buitengewoon hard schot in de benen of een uitgebreid arsenaal aan flitsende passerbewegingen, zijn spel was eenvoudig en effectief.
Van een inzinking zoals in zijn eerste jaar zou hij nooit meer last hebben, maar er waren wel eens periodes dat het minder ging met Kindvall. De wintermaanden bleven een probleem. Kindvall in maart 1968: “In Zweden voetballen we in de winter nu eenmaal niet. Dan hebben we tijd voor andere dingen. Misschien denk ik daar te veel aan als ik in de winter voor Feyenoord op die natte, kille velden sta. Ja, ik ben in de wintermaanden vaak met mijn gedachten in Zweden en dat zal best invloed hebben op mijn spel.”[7] Wanneer het minder ging had Kindvall de neiging om meer meters te maken, extra hard te werken. Dan liet hij zich naar het middenveld zakken om de bal op te halen en werklust te tonen. Coach Happel moest daar niets van hebben en maakte zijn spits bij die gelegenheden in woord en daad duidelijk dat hij niet was aangetrokken om te zwoegen, maar om te scoren. Kindvall moest van de Oostenrijker in de punt van de aanval blijven en zijn hersenen gebruiken.
Kindvall was bovenal een bescheiden en sportieve speler. Vloeken en tieren was er niet bij, hooguit drukte hij met armgebaren zijn onvrede over wat er in het veld gebeurde uit. Dat wilde hem aanvankelijk nogal eens problemen met scheidsrechters opleveren. Die zagen in zijn spontane reacties een vorm van protesteren. Pas later begrepen ze dat Kindvall met dat armzwaaien meestal alleen maar zijn boosheid op zichzelf wilde uiten. Slechts één keer liet Kindvall zich gaan. In een wedstrijd tegen NAC drukte hij een speler van de tegenpartij tegen de grond. Het viel hem zelf nog het meeste tegen van zichzelf en de schorsing die het hem opleverde, accepteerde hij zonder protest.
Het absolute hoogtepunt van Kindvalls carrière was uiteraard het doelpunt dat hij vlak voor het eind van de verlening van de Europacup finale in Milaan scoorde. Met nog maar enkele minuten op de klok, toen een replay nadrukkelijk dreigde, kreeg Rinus Israël een vrije trap. De aanvoerder nam hem zelf en koos voor een lange bal naar Kindvall, die precies op dat moment uit de rug van zijn tegenstander weg liep. Terwijl de bal door lucht vloog moet de Celtic verdediger zich hebben gerealiseerd dat hij een vergissing had gemaakt door Kindvall te laten gaan. De bal was te hoog voor hem om weg te koppen en dus probeerde hij, achterovervallend, de bal dan maar met de handen te stoppen. Hij toucheerde de bal. Een penalty dus, maar gefloten werd er niet. De Celtic verdediger had de bal namelijk wel geraakt, maar niet genoeg om hem tegen te houden, zodat het leer alsnog bij Kindvall terecht kwam en de scheidsrechter voordeel besloot te geven. Kindvall twijfelde niet en werkte de bal, die nog een moeilijke stuit maakte, met een bekeken lobje over de Schotse doelman. Het grootste succes uit de clubgeschiedenis was een feit. Kindvall na de wedstrijd: “Ja, dit was het gouden doelpunt uit mijn carrière. De keeper kon er net niet bij. Met een beetje geluk had ik nóg twee goals gemaakt, maar ik ben al tevreden.”[8]
Het seizoen 1970/1971 zou Kindvalls laatste jaar bij Feyenoord worden. Het was niet zijn beste jaar. Kindvall: “Dat kwam door het WK van 1970 in Mexico. Dat was slopend en daarna heb ik nauwelijks vakantie gehad. Ik kon het domweg niet meer opbrengen, hoezeer ik ook mijn best deed. Het ergste vond ik nog dat er rare praatjes kwamen. Zo van: ‘Die Kindvall gaat toch terug naar Zweden, dus doet ‘ie er niks meer aan.’ Dat waren natuurlijk waanzinnige opmerkingen, maar ik trok het me wél aan.” [9]. Halverwege het seizoen stond hij op een schamele 10 doelpunten, maar omdat hij in het laatste deel van het seizoen 12 doelpunten scoorde in 11 wedstrijden, kon hij (met nog één wedstrijd te gaan) alsnog topscorer van Nederland worden. Kindvall was erop gebrand het publiek voor die laatste wedstrijd iets extra’s te bieden en nog één keer topscorer van Nederland te worden. Tot zijn grote vreugde lukte het hem. In de laatste wedstrijd van het seizoen, zijn afscheidswedstrijd, scoorde hij twee keer. Feyenoord werd kampioen, Kindvall topscorer. Spitsen die in een ‘slecht’ jaar topscorer van Nederland werden, zouden Feyenoord fans daarna niet meer meemaken.
Afscheid
Kindvall had zijn vertrek ruim van te voren aangekondigd. De spits, die al een jaar eerder een huis in Norrköping had gekocht, besloot dat het tijd was om terug te keren naar Zweden. Hij was tevreden met wat hij bereikt had bij Feyenoord en wilde een toekomst in de maatschappij opbouwen. Velen konden niet begrijpen wat de 28-jarige spits bezielde om in de kracht van zijn leven zijn carrière af te breken en gingen er vanuit dat het uiteindelijk niet tot een afscheid zou komen. Er was al eerder sprake geweest van een vertrek en toen was het alsnog tot een contractverlenging gekomen. Dick Schneider en Eddy Treijtel, die vrienden van Kindvall waren geworden, probeerden hem nog op andere gedachten te brengen en ook andere spelers vroegen hem te blijven. Maar ook nadat hij alles nog eens met zijn vrouw had doorgenomen bleef het nee. Zelfs de contractaanbieding die Feyenoord hem op de valreep deed, de beste tot dan toe, bracht daarin geen verandering.
Volgens Kindvall liet hij zich leiden door wat het beste voor zijn vrouw en kinderen was. Een beetje heimwee was altijd gebleven. Ze misten het contact met de familie. Kindvall terugkijkend: “Je kon ook nooit weg, altijd moesten we spelen. Tweede kerstdag, nieuwjaarsdag: altijd. Nu hebben ze weken vrij. Mijn vader kwam zeker acht keer per jaar, hij wilde de wedstrijden zien. Later kwam mijn moeder ook mee. In de zomer gingen we natuurlijk naar huis, dan gingen we varen, namen de Tor Linie met de auto vol spullen. Eigenlijk kregen we heimwee na zo’n jaar of vijf. De oudste zou naar de lagere school gaan, dat is ook een moment om beslissingen te nemen. Mijn vrouw had iets met haar longen en verdroeg het vochtige klimaat niet goed.”
Vriend Dick Schneider vraagt zich echter af of familieoverwegingen Kindvalls enige motief vormden. Schneider: “In Kindvalls laatste seizoen was de sfeer in de groep verziekt. We werden nog wel landskampioen, maar er werd ongelooflijk asociaal op elkaar gekankerd. Daar kon Ove absoluut niet tegen, overgevoelig als hij was. Hij was in alle opzichten positief ingesteld. Als hij bijvoorbeeld een een kans miste, dan zei hij altijd: ‘Volgende keer beter’. Ik vond hem werkelijk een fantastisch mens.”
In januari 1972 keek Kindvall in een interview terug op zijn vertrek. Spijt had hij niet, maar hij was wel bereid toe te geven dat hij Feyenoord zo nu en dan miste. Kindvall: “Ik heb nu een uitstekende baan op de verkoopafdeling van een grote Zweedse papierfabriek, ik zit hier erg goed. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik soms toch wel een beetje heimwee heb naar Feyenoord, vooral het publiek mis ik soms heel erg. Ik krijg nog steeds tientallen brieven van Feyenoord-supporters. Ik heb zelfs cadeautjes ontvangen. Dat doet me heel veel, misschien wel meer dan de beste kritiek die ik ooit in de pers heb gehad. Ik heb dus meer vrienden achtergelaten dan ik ooit gedacht had. Ik ben nu ook pas gaan beseffen hoe gezellig Nederlanders zijn. Ze gaan veel meer uit dan Zweden, gaan veel meer bij elkaar op visite. Maar dat weegt niet op tegen de toekomst van mijn gezin. Bovendien heeft Feyenoord Lex Schoenmaker voor mijn positie aangetrokken. Ik heb begrepen dat hij nog niet helemaal heeft kunnen overtuigen, maar bij ADO vond ik hem zó goed, dat hij ongetwijfeld zal slagen. Feyenoord zal hem alleen een jaar de tijd moeten geven om te acclimatiseren.”
De fans hadden minder vertrouwen in Schoenmaker, getuige het feit dat in die periode nog regelmatig de naam van zijn Zweedse voorganger werd gescandeerd. Uiteindelijk zou Schoenmaker zich stukbijten op de erfenis van Kindvall en de geschiedenis ingaan als de eerste mislukte opvolger van de Zweedse spits. Dat het nog veel slechter kon dan Schoenmaker, zou in de jaren daarna blijken. En Kindvall? Die voetbalde tot 1974 voor IFK Norrköping, meestal als aanvallende middenvelder, en kwam dat jaar ook uit op het WK in Duitsland. Daarna speelde hij, nadat hij een baan in Gotenborg geaccepteerd had, nog tot 1977 bij IFK Göteborg.
Welke spits na Kindvall is eigenlijk het dichtst bij hem in de buurt gekomen?quote:Ove Kindvall is een legende, niet alleen voor Feyenoord supporters, maar vooral ook voor de spitsen die de taak hadden hem op te volgen. Stuk voor stuk gingen ze gebukt onder de nalatenschap van de productieve Zweedse midvoor. In de 144 competitiewedstrijden die hij voor Feyenoord speelde, scoorde hij maar liefst 129 doelpunten. Het schijnt dat ook Kindvall wel eens periodes had dat het minder ging, met name in de wintermaanden, maar dat maakt zijn gemiddelde van negen doelpunten per tien wedstrijden alleen maar des te onwaarschijnlijker.
Peter Houtman (133 competitiewedstrijden, 84 doelpunten).quote:Op zaterdag 16 mei 2009 11:23 schreef Blawh het volgende:
[..]
Welke spits na Kindvall is eigenlijk het dichtst bij hem in de buurt gekomen?
quote:16 mei 2001: UEFA Cup finale Alaves - Liverpool 4-5 (na verlenging)
De club die nooit alleen loopt, kreeg woensdag in Dortmund, vocaal bijgestaan door bijna dertigduizend meegereisde fans, zijn waardigheid terug en legde aldus het fundament voor een (mogelijk) nieuwe dynastie. Zeventien jaar nadat Liverpool voor het laatst het continent zijn wil had opgelegd, door het winnen van de Europa Cup I, eiste de ploeg opnieuw een Europese beker op, de iets minder prestigieuze UEFA Cup. Het Spaanse Alavés werd met 5-4 verslagen.
Via de golden goal in de 118de minuut van Geli in het eigen doel legde Liverpool beslag op de UEFA Cup, na een wedstrijd waarin alle denkbare ingrediënten van topvoetbal voor een zeldzaam spektakel zorgden. Het was niet de eerste stunt van de winnaar. In de aanloop naar de finale had de Engelse ploeg al respect afgedwongen door AS Roma en Barcelona te overmeesteren. In Alavés werd gisteren een kundige danspartner gevonden voor een meeslepende epiloog.
In Dortmund trakteerden Liverpool en Alavés de liefhebbers op een eindstrijd die een trendbreuk vormde met het voorbije decennium. Verlamd door grote commerciële belangen mondden voorgaande finales - zowel in de Europa Cup I als in de UEFA Cup - veelal uit in zouteloze schaakwedstrijden tussen coaches wier ego's geen nederlaag verdragen. Ook bij 3-3, bereikt na zestig minuten, zagen Liverpool en Alavés geen reden de handrem aan te trekken.
Coach Houllier bracht in het laatste half uur met Robbie Fowler vers bloed in de aanval, een voorbeeld dat prompt gevolgd werd door zijn collega Esnal die spits Pablo de wei instuurde. Curieus was wel dat bij de Spanjaarden Moreno ondanks twee doelpunten plaats moest maken. Met hun offensieve maatregelen dienden Houllier en Esnal de criticasters van repliek die beide teams vooraf als luizige counterploegen hadden gekarakteriseerd.
De Spanjaarden toonden zich mentaal schier onbreekbaar. Tot driemaal toe veerde Alavés in de reguliere speeltijd op, nadat Liverpool achtereenvolgens een 2-0, een 3-1 en een 4-3 voorsprong had genomen. Zonder schroom, en met Jordi Cruijjf als één van de voornaamste inspirators, bracht Alavés echter de balans weer in evenwicht. Zijn beste actie bewaarde Jordi voor de 89ste minuut toen hij na een hoekschop van Pablo de 4-4 tussen de palen kopte.
De eerste kwaliteitsinjectie was al na drie minuten gegeven door Liverpool en kwam van de voet van McAllister. Zijn vrije trap krulde langs drie verdedigers en landde op het voorhoofd van Babbel die eenvoudig raak kon koppen (1-0). Het bleek nog maar een glimp te zijn van het vernuft dat in de voeten van de 37-jarige middenvelder schuil gaat.
De verrassende openingszet dwong Alavés de gangbare defensieve principes overboord te zetten. Met vijf verdedigers en één spits getuigde Esnal op voorhand inderdaad van een destructieve strategie, maar na twintig minuten achtte ook hij zich verplicht zijn ploeg naar het front te dirigeren. Op dat moment had Liverpool de marge door Gerrard reeds verdubbeld. Esnal haalde verdediger Eggen naar de kant en bracht aanvaller Ivan in het veld. Het verhoogde de amusementswaarde.
De gewijzigde veldbezetting had een heilzame uitwerking op de Basken. Met de komst van Ivan ontdekte Jordi Cruijff plots meer aanspeelpunten in de voorhoede. De opvallendste impulsen kreeg Alavés evenwel van verdediger Contra. Zijn rushes over de rechtervleugel brachten Liverpool ernstig in verlegenheid en bezorgden Alaves na 27 minuten nieuwe moed toen invaller Ivan een voorzet achter Westerveld kopte: 2-1. Drie minuten na rust nam Moreno een voorzet van Contra dankbaar in ontvangst (3-2). Weer drie minuten later scoorde Moreno uit een vrije trap de gelijkmaker: 3-3.
De smaakmaker in het Westfalen-stadion was echter een 37-jarige, kalende middenvelder, Gary McAllister. Vorige zomer haalde Houllier hem naar Liverpool in de wetenschap dat de grillige prestatiecurve van zijn jonge selectie slechts gestabiliseerd zou kunnen worden door een sluwe strateeg. Voor het oog van Europa bewees McAllister het gelijk van zijn coach. In drie van de vier treffers had de routiner een aandeel: de 1-0 (Babbel), de 3-1 (McAllister zelf uit een strafschop) en de 4-3 (Fowler).
Het was vanuit die optiek logisch dat het laatste woord ook aan McAllister was. Drie minuten voor het verstrijken van de verlenging slingerde de veteraan een vrije trap voor het Spaanse doel waar Geli het onheil trachtte af te wenden. Zijn poging de bal weg te werken, mislukte volledig waarna doelman Herrera het nakijken had. Prompt hieven de Britse fans het clublied You'll never walk alone aan.
DORTMUND: UEFA Cup, finale:
Liverpool (Eng) - Deportivo Alavés (Sp) 5-4 na verlenging. 4. Babbel 1-0, 16. Gerrard 2-0, 27. Alonso 2-1, 41. McAllister 3-1 (strafschop), 48. Moreno 3-2, 51. Moreno 3-3, 73. Fowler 4-3, 89. Cruijff 4-4, 117. Geli 5-4 (eigen doel). Scheidsrechter: Veissière (Fr). Toeschouwers: 50.000. Rode kaart: 99. Magno (Alavés/2x geel), 116. Karmona (Alavés/2xgeel). Gele kaart: Babbel (Liverpool), Astudillo, Contra, Herrera (Alavés).
Liverpool: Westerveld; Babbel, Henchoz (56. Smicer), Hyypiä, Carragher; Gerrard, Hamann, McAllister, Murphy; Heskey (65. Fowler), Owen.
Alavés: Herrera; Contra, Eggen (23. Alonso), Karmona, Geli; Tomic, Desio, Tellez, Astudillo (46, Magno); Cruijff, Moreno (65. Pablo).
geweldige wedstrijd was datquote:
quote:
quote:‘’Wat een wereldgoal. Dit is alleen weggelegd voor de allergrootsten. Als je dit kunt, dan ben je van absolute klasse. In de loop, de bal met de hak over de doellijn spelen, een 10 met een griffel, fantastisch.’’
Dit waren de woorden van Evert ten Napel na het fabuleuze doelpunt dat Luc Nilis scoorde op 17 mei 1997 tegen FC Utrecht.
Luc Nilis. Bij het horen van deze naam gaat het hart van de voetballiefhebber sneller kloppen. Vraag een doorsnee PSV fan wie de beste speler is die ooit in het rood-wit gespeeld heeft en je zult veelvuldig de naam Nilis horen. Niet Romario of Ronaldo, maar Luc Nilis wordt nog altijd gezien als dé grote smaakmaker.
Gek genoeg werd hij in België nooit op waarde geschat, 124 competitiedoelpunten in 8 seizoenen bij Anderlecht konden daar geen verandering in brengen. Hij schonk de paars-witten niet alleen doelpunten, hij schonk de club ook verscheidene titels en diverse bekers. Een voetballer om te koesteren zou je zeggen, maar de waardering in België bleef uit.
PSV
Nilis vond het welletjes en zocht zijn heil in Nederland, bij PSV om precies te zijn. Belgische kenners waren sceptisch, zagen het als sportieve degradatie. 'Als hij bij zijn volle verstand was geweest, dan was ie naar Ajax gegaan', sprak Vlaanderen-kenner Hugo Camps. Zat die even mis. Al rap liet de sierlijke aanvaller zien wat hij in zijn mars had, het ene naar het andere doelpunt kwam van zijn voet. Links of rechts, 10 of 30 meter, het maakte hem niet uit.
Daarnaast was hij goed voor vele assists, met zijn inzicht en traptechniek was hij de droompartner van iedere spits. Geen enkele liefhebber keek dan ook raar op toen Nilis in zijn eerste seizoen al tot ‘Voetballer van het jaar’ gekroond werd, een titel die hem in België nooit toebedeeld werd. Eindelijk vond Nilis hetgeen hij al jarenlang zocht en verdiende, waardering voor zijn buitengewone spel.
Engeland
Uiteindelijk hebben we in Nederland zes seizoenen mogen genieten van zijn kunsten. Op 33-jarige leeftijd kreeg de Belg een kans om zijn droom na te jagen, het spelen in een internationale topcompetitie. Aston Villa, uit het voor velen beloofde voetballand, besloot het genie naar Birmingham te halen. Het bleek helaas een kortstondig avontuur. De start was veelbelovend, een vreselijke knieblessure gooide echter roet in het eten. Slechts 3 Premier League wedstrijden heeft Nilis op zijn CV mogen bijschrijven.
Anderen over Nilis…
"Als je een dvd zou maken van alle doelpunten van Luc Nilis, nou daar valt je bek een uur lang van open!"
- Jan Mulder
"De beste partner was een speler die jullie wellicht niet kennen. Dat was Luc Nilis, een belg die samen met mij bij PSV speelde. We scoorden heel veel doelpunten. Hij was de beste aanvaller die met mij speelde."
-Ronaldo
Carrière
1
2
3
4
51984–1986 K.F.C. Winterslag 47 16
1986–1994 R.S.C. Anderlecht 224 127
1994–2000 PSV Eindhoven 164 110
2000 Aston Villa FC 3 1
1988–2000 België 56 10
PrijzenkastBelgisch kampioenschap: 1987, 1991, 1993, 1994 Belgische beker: 1988, 1989, 1994 Nederlands kampioenschap: 1997, 2000 Nederlandse beker: 1996 Eredivisiespeler van het jaar: 1995 Eredivisie topscorer: 1996, 1997
http://www.psv.nl/web/show/id=143720/langid=43?season=234&month=5&league=5quote:Op zondag 17 mei 2009 00:18 schreef rubbereend het volgende:
volgens de PSV site is dat op 18 mei gebeurd dus ik had hem bewaard voor morgenhttp://www.psv.nl/web/show/id=50508?selecteddate=2009-5-17&newsWeek=20&newsYear=2009
quote:
Niet die van mij i.i.g.quote:Op zaterdag 16 mei 2009 13:11 schreef Blawh het volgende:
Dat was zeker legendarische wedstrijd.Misschien wel de mooiste finale van een EC die ik me kan herinneren.
Mooie goal hoor, maar dit vind ik toch echt overdreven:quote:Op zondag 17 mei 2009 00:11 schreef Blawh het volgende:
17 mei 1997: Luc Nilis scoort op fenomenale wijze
[..]
Moet mij namelijk ook wel lukken om zo te scoren voor leeg doelquote:‘’Wat een wereldgoal. Dit is alleen weggelegd voor de allergrootsten. Als je dit kunt, dan ben je van absolute klasse. In de loop, de bal met de hak over de doellijn spelen, een 10 met een griffel, fantastisch.’’
quote:In Haarlem werd begin jaren '80 een unieke voetbalploeg samengesteld die zelfs Europees voetbal haalde. Hans van Doorneveld en Luc Nijholt halen herinneringen op aan de beste periode van Fc Haarlem.
Haarlem was niet bepaald een favoriet toen op 13 augustus 1980 de competitie begon. Hoe anders was het toen de debuterende Hans van Doorneveld in de zomer van 1980 coach werd van Haarlem.
Op het veld stond de ideale mix van routiniers en jonge talenten.
Oudgedienden als Piet Huyg, Keith Masefield, Gerrie Kleton en Abe van den Ban wilden het verloren gegane terrein goed maken, terwijl Ruud Gullit, Edward Metgod en Wim Balm net waren doorgebroken.
Van Doorneveld: ,,Mijn grote voordeel was dat de selectie nagenoeg intact bleef. En verder besloot ik Martin Haar als libero vlak voor de drie verdedigers op te stellen. Wij waren één van de eerste ploegen die zo voetbalden. Martin had daar nog nooit gespeeld, maar deed het fantastisch. Terwijl hij eigenlijk wilde stoppen met betaald voetbal vanwege een chronische achillespeesblessure. Ik ben de hele zomer met hem gaan trainen, waardoor hij fitter werd en geen last meer had.''
Haarlem was oppermachtig, herinnert Van Doorneveld zich. ,,We wonnen gelijk de eerste periode en werden kampioen met een straatlengte voorsprong op Vitesse.'' Op zondag 17 mei 1981 kon het kampioenschap worden gevierd. Op eigen veld werd FC Amsterdam met 2-0 verslagen.
De beleving van Luc Nijholt
Haarlem promoveert en mag dan tegen de grote clubs aantreden. Het unieke aan die tijd was dat er bij Haarlem constant talenten doorbreken. Luc Nijholt, één van hen, kan zich zijn debuut nog goed herinnerren:
‘Van Doorneveld hield zijn belofte door mij op een septemberavond in 1981 (nog ziek van een 2-0 nederlaag tegen Roda JC) op te bellen met de mededeling dat ik zou meetrainen met de mannen van het eerste en waarschijnlijk tegen het grote AZ, 67 mijn debuut zou mogen maken.
Mijn directe tegenstander heette Pier Tol, de gevreesde Volendamse doelpuntenmachine. Het werd 0-0 en ik speelde Tol volledig uit de wedstrijd. Toen ik de volgende ochtend de sportpagina’s uit zat te spellen, besefte ik dat ik me waarschijnlijk in één klap in de basis van FC Haarlem had gespeeld.
Het was een jongensdroom die uitkwam, ik nam als debutant de plaats in van Gerrie Kleton, één van de ‘gearriveerde ‘spelers. Toch had ik direct het gevoel dat ik door de rest van de selectie onmiddellijk werd geaccepteerd.
Martin Haar, die bekend stond als een echte gabber van Kleton zei na de wedstrijd tegen AZ, 67 : “Als je zo blijft spelen, verdwijn je nooit meer uit de basis “.
Het Haarlem uit die dagen was één grote vriendenploeg, de saamhorigheid en het onderling respect waren groot. Alles draaide om het belang van het team, plezier in het spelletje, discipline en mentaliteit. Wie net kwam kijken én lak had aan één van die kwaliteiten werd door de vaste kern op niet mis te verstane wijze terechtgewezen.
Zo kan ik me Raymond Atteveld herinneren die, koud in de selectie opgenomen, lekker de blufkikker speelde en op de training rondliep alsof hij verdorie het voetballen had uitgevonden. Dat schreeuwde natuurlijk om een afstraffing. Terwijl de trainer neuriënd de andere kant op stond te kijken, werd Raymond binnen tien minuten door Masefield, Haar en mij zó schandalig voor z’n poten geschopt dat hij na de training stond te huilen bij zijn auto.
Dat beeld van die gesloopte gozer, jankend over zijn auto heenhangend, zal ik van mijn leven niet vergeten.Hij had zijn les geleerd, welkom bij de club’.
De periode van 1981 tot en met 1984 zou de boeken ingaan als één van de meest succesvolle in de Haarlemse clubgeschiedenis. Onder impulsen van excellerende voetballers als Martin Haar, Ruud Gullit en Luc Nijholt plaatste het zich voor Europees voetbal en werd Haarlem-uit een gevreesd affiche in de eredivisie.
‘Tot 1985 was het een ware aaneenschakeling van hoogtepunten. We speelden de halve finale KNVB-beker tegen Feyenoord, versloegen het Ajax van Van Basten in de eigen Meer met 0-3 en liepen PSV omver op de Gijzenkade met 4-1.
Ondanks het gevoelige verlies van Ruud Gullit (aan Feyenoord) bleven we een homogeen, uitgebalanceerd en bovendien succesvol elftal.
De eerste Europacupronde tegen AA Gent staat in mijn geheugen gegrift. We hadden onze intrek genomen in een eenvoudig sporthotelletje te Zandvoort, waar we tot vlak voor het vertrek nog een biljartje legden. De sfeer was gemoedelijk en niets leek er op dat we op de drempel stonden van een uniek moment. Dat werd ons pas duidelijk bij het betreden van het stadion, dat letterlijk tot de laatste plaats was volgepropt. Kippenvel, en tegelijkertijd het gevoel dat ons niets meer kon gebeuren. AA Gent verloor met 2-1.’
De volgende ronde tegen Spartak Moskou zouden de Noord-Hollanders tegen wil en dank in de geschiedenisboeken terechtkomen. Alleen niet vanwege het resultaat (er werd kansloos met 2-0 en 1-3 verloren), maar vanwege het feit dat bij een menselijke aardverschuiving op de tribune 340 toeschouwers jammerlijk om het leven kwamen.
Spartak Moskou – FC Haarlem werd daarmee de grootste voetbalramp in de historie van het moderne voetbal. Het zou tot de ‘Glasnost’ duren (zes jaar later) voor de gruwelijke waarheid werd prijsgegeven.
‘Op het moment dat het gebeurde ben je geconcentreerd met de wedstrijd bezig. Onze aandacht werd pas getrokken toen tientallen ambulances af en aan reden met loeiende sirenes. Later verneem je dan pas de bizarre details. We wisten bij het verlaten van het veld al dat er iets dramatisch was gebeurd maar om dan later te beseffen dat er op nog geen honderd meter afstand ruim driehonderd doden zijn gevallen. Onvoorstelbaar.’ (Op 20 oktober meer)
De successtory van Haarlem kwam geleidelijk aan een einde vanwege een stelselmatige uitholling van de selectie. Met lede ogen zag Nijholt dat sleutelspelers werden verkocht, de opbrengst grotendeels terugvloeide in de clubkas ten behoeve van de begroting en slechts een bescheiden bedrag werd uitgetrokken voor nieuwe, kwalitatief mindere, spelers. Haarlem riep zodoende de sportieve teloorgang over zichzelf af.
quote:Ruud Gullit schreef geschiedenis op 17 mei 1997, hij was die dag de eerste niet-Brit die Wembley mocht betreden als manager van een van de finalisten van de Cup Final, destijds een 126-jaar oud toernooi. Hij was tevens de eerste zwarte manager die dat presteerde en de eerste manager met rasta-haar. Chelsea zou de finale met 2-0 winnen en pakte zo de eerste FA-Cup sinds 1970, de eerste tastbare prijs in jaren.
Het zou een belangrijke mijlpaal zijn voor de club, die sindsdien ieder jaar Europees Voetbal wist af te dwingen.
De Finale
1-0 Di Matteo (1’)
2-0 Newton (83’)
Road to the final…
Ronde 3: Chelsea 3-0 W.B.A.
Ronde 4: Chelsea 4-2 Liverpool
Ronde 5: Leicester City 2-2 Chelsea
Ronde 5: Chelsea 1-0 Leicester City (replay)
Kwartfinale: Portsmouth 1-4 Chelsea
Halve finale: Wimbledon 0-3 Chelsea (Highbury, Londen)
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |