FOK!forum / School, Studie en Onderwijs / [Bèta overig] huiswerk- en vragentopic
Merkiedinsdag 12 mei 2009 @ 00:29
Vorige deel: [Bèta overig] 'Huiswerk- en vragentopic'.

Post hier weer al je vragen, passies, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de vakken:

  • Natuurkunde
  • Informatica
  • Scheikunde
  • Biologie
  • Algemene Natuurwetenschappen
  • ... en alles wat verder in de richting komt.

    Van MBO tot WO, hier is het topic waar je een antwoord kunt krijgen op je vragen.

    Links:

    Opmaak:
  • http://betahw.mine.nu/index.php: site van GlowMouse om formules te kunnen gebruiken in je posts (op basis van Latexcode wordt een plaatje gegenereerd dat je vervolgens via het aangegeven linkje kunt opnemen).

    [ Bericht 44% gewijzigd door GlowMouse op 12-05-2009 00:31:52 ]
  • teigandinsdag 12 mei 2009 @ 16:50
    fipo...
    DaFandinsdag 2 juni 2009 @ 21:09
    [Beta wiskunde] Huiswerk- en vragentopic

    [ Bericht 55% gewijzigd door GlowMouse op 02-06-2009 21:35:24 ]
    Silentalarmwoensdag 3 juni 2009 @ 18:07
    Vraagje, kan iemand me uitleggen hoe het werkt om elektrochemische celdiagrammen te maken.

    Als iemand bij deze vraag uitleg kan geven, en alle stapjes uitlegt die hij doet zou dat erg handig zijn, aangezien ik niet snap hoe ik het moet doen:

    Noteer het celdiagram , bereken de spanning met de standaard elektrodepotentialen en geef aan welke pool positief en wel pool negatief is voor de volgende cel:

    Een grafietstaaf bedekt met lood(IV)Oxide en lood(II)sulfaat in een zwavelzuuroplossing naast een koperstaaf in een koper(II)sulfaatoplossing


    Alvast bedankt.
    Wereldgozermaandag 8 juni 2009 @ 21:19
    Ik hoop dat ik hier goed zit, maar ik heb een vraagje mbt tot Matlab.

    Het gaat over de volgende differentiaalvergelijkingen:
    1
    2
    3
    4
    function dx=func1(t,x)
    dx = zeros(2,1);    
    dx(1)=0.1*F-(1/10)*(pi/4)*(0.6)^2*x(2);
    dx(2)=(9.8/500)*x(1)-(0.02/1.2)*abs(x(2))*x(2);


    met x(1)(0)=1 & x(2)(0)=0

    De vraag is:
    Voor welke waarde van F is het maximum van x(1) = 1.6?
    Het invullen van x(1)=1.6 en het maximum van x(2) in dx(1) invullen gaf een verkeerd antwoord.
    teiganmaandag 8 juni 2009 @ 21:20
    quote:
    Op maandag 8 juni 2009 21:19 schreef luckass het volgende:
    Ik hoop dat ik hier goed zit, maar ik heb een vraagje mbt tot Matlab.

    Het gaat over de volgende differentiaalvergelijkingen:
    [ code verwijderd ]

    met x(1)(0)=1 & x(2)(0)=0

    De vraag is:
    Voor welke waarde van F is het maximum van x(1) = 1.6?
    Het invullen van x(1)=1.6 en het maximum van x(2) in dx(1) invullen gaf een verkeerd antwoord.
    je moet net in het andere topic zijn, namelijk de beta wiskunde...
    Wereldgozermaandag 8 juni 2009 @ 21:23
    quote:
    Op maandag 8 juni 2009 21:20 schreef teigan het volgende:

    [..]

    je moet net in het andere topic zijn, namelijk de beta wiskunde...
    In de OP staat dat vragen gerelateerd aan informatica hier mogen, maar ik zal 'm daar ook neerzetten dan
    teiganmaandag 8 juni 2009 @ 21:33
    Ik denk dat je in het andere topic sneller een antwoord zult krijgen dan hier..
    rulerofdeathvrijdag 12 juni 2009 @ 13:42
    hallo,

    ik zit hier op het werk en ik moet schroefdraad berekenen op treksterkte. Hoe moet ik dat doen?

    iemand een idee of een boek bij de hand? ik kan op google niks vinden en heb geen goede boeken bij de hand.

    het gaat me momenteel eigenlijk nog om hoe de oppervlakte te berekenen.

    is dat gelijk aan pi * d2 - pi * d'12?

    rulerofdeathvrijdag 12 juni 2009 @ 13:58
    ah, ik heb het eindelijk gevonden.

    de spanningsdoorsnede As = pi/4 * ds2
    waar ds = 0,5 * (d2 + d3)
    Bad_eendjevrijdag 12 juni 2009 @ 17:13
    Hoi, ik heb een proefje gedaan voor scheikunden. Nu moet ik de redox-reactie opstellen. Maar ik kom er niet helemaal uit. Het gaat over Oxaalzuur en Kaliumpermanganaat en Zwavelzuur

    Oxaalzuur: H2C2O4 <-> 2 CO2 + 2H+ + 2e-

    Kaliumpermanganaat : MnO4- + 8 H+ + 5 e- <-> Mn2+ + 4 H2O

    Geeft samen: 5 H2C2O4 + 2 MnO4- + 6 H+ --> 10 CO2(g) + 2 Mn2+ + 8H20

    Waar moet H2SO4 (zwavelzuur) hier nog tussen? Ik kan H2SO4 ook niet in tabel 48 van m'n binas vinden. En waar haal ik die 6 H+ vandaan? Niet van het zwavelzuur toch? Want dat is ook een oxidator.
    teiganvrijdag 12 juni 2009 @ 17:49
    Zwavelzuur is alleen een oxidator als je warm geconcentreerd zwavelzuur gebruikt.

    in deze reactie is hij aanwezig als leverancier van de H+, die in je halfreactie van je permanganaat staat.
    Heb je een neutrale of basische oplossing van permanganaat, dan gebruik je ook een andere halfreactie.

    De H+ in de totaalreactie komt daar dus vandaan. Je hebt het nodig bij de permanganaat, en het komt vrij bij het oxaalzuur. Netto hou je dan over dat er wat bij in moet..
    Bad_eendjevrijdag 12 juni 2009 @ 17:56
    quote:
    Op vrijdag 12 juni 2009 17:49 schreef teigan het volgende:
    Zwavelzuur is alleen een oxidator als je warm geconcentreerd zwavelzuur gebruikt.

    in deze reactie is hij aanwezig als leverancier van de H+, die in je halfreactie van je permanganaat staat.
    Heb je een neutrale of basische oplossing van permanganaat, dan gebruik je ook een andere halfreactie.

    De H+ in de totaalreactie komt daar dus vandaan. Je hebt het nodig bij de permanganaat, en het komt vrij bij het oxaalzuur. Netto hou je dan over dat er wat bij in moet..
    Oke. Bedankt .
    julesdanielmaandag 15 juni 2009 @ 17:51
    Goedemiddag,

    Ik heb hier enkele natuurkundige vragen waar ik graag het antwoord op zou willen weten. Bij enkele vragen heb ik
    al meerdere antwoorden mogelijke antwoorden staan.

    Vraag 1.

    Welke motor heeft last van snellere slijtage?
    een turbinemotor of een cilindermotor.

    Vraag 2.

    Wanneer je een stok hebt van wilgenhout,vensterglas en rubber, welke stok zou dan eerder breken wanneer je er kracht op uitoefent?

    Vraag 3.
    Waarom stijgt een luchtballon?
    mogelijke antwoorden: Koude lucht heeft minder energie dan warme lucht
    Een antwoord met betrekking op kinetische energie
    Een antwoord met betrekking op luchtdruk binnen en buiten de ballon.

    Vraag 4. Hoe werkt de rem van een auto?
    Mogelijke antwoorden: Vloeistof brengt druk over naar de rem.
    door lucht wordt vloeistof naar de rem gebracht.

    Vraag 5. Er staat 24 ampere / 4 volt op een stroomkring. Wat is de weerstand in ohm?
    Antwoorden
    6 of 0.6

    Vraag 6.

    Wat moet het gewicht zijn op X om evenwicht te verkrijgen.




    Alvast bedankt !
    rulerofdeathmaandag 15 juni 2009 @ 18:40
    quote:
    Op maandag 15 juni 2009 17:51 schreef julesdaniel het volgende:
    Goedemiddag,

    Ik heb hier enkele natuurkundige vragen waar ik graag het antwoord op zou willen weten. Bij enkele vragen heb ik
    al meerdere antwoorden mogelijke antwoorden staan.

    Vraag 1.

    Welke motor heeft last van snellere slijtage?
    een turbinemotor of een cilindermotor.

    Vraag 2.

    Wanneer je een stok hebt van wilgenhout,vensterglas en rubber, welke stok zou dan eerder breken wanneer je er kracht op uitoefent?

    Vraag 3.
    Waarom stijgt een luchtballon?
    mogelijke antwoorden: Koude lucht heeft minder energie dan warme lucht
    Een antwoord met betrekking op kinetische energie
    Een antwoord met betrekking op luchtdruk binnen en buiten de ballon.

    Vraag 4. Hoe werkt de rem van een auto?
    Mogelijke antwoorden: Vloeistof brengt druk over naar de rem.
    door lucht wordt vloeistof naar de rem gebracht.

    Vraag 5. Er staat 24 ampere / 4 volt op een stroomkring. Wat is de weerstand in ohm?
    Antwoorden
    6 of 0.6

    Vraag 6.

    Wat moet het gewicht zijn op X om evenwicht te verkrijgen.

    [ link | afbeelding ]


    Alvast bedankt !
    Dit zijn simpele vragen en speciaal registreren voor je huiswerk?
    julesdanielmaandag 15 juni 2009 @ 18:48
    Dit is geen huiswerk. Dit zijn vragen uit een test waarvan ik de antwoorden niet snel kan vinden op het net. Als ze zo simpel zijn zou ik graag van jou de antwoorden weten
    Merkiemaandag 15 juni 2009 @ 18:52
    Wat heb je zelf al geprobeerd? Die vragen kan je zo bij elkaar googlen.
    rulerofdeathmaandag 15 juni 2009 @ 18:56
    1. ik weet niet precies hoe een turbinemotor werkt, maar bij een cilindermotor gaan zuigers op en neer en die slijten.

    na googlen blijkt dat een turbinemotor minder bewegende delen zou hebben. dwz dat deze dus minder zal slijten.

    2. glas kan slecht tegen slagkracht. bij een drukkracht recht op het stokje zal het hout eerder breken.

    3. Warme lucht stijgt op.

    4. rempedaal drukt een cilinder in. die perst vloeistof via een leiding naar de remklauw waar de remblokken door de vloeistofdruk tegen de remschijf aan wordt gedrukt.

    5. R=U/i

    6.

    X*2 = 2*2 + 4*4
    julesdanielmaandag 15 juni 2009 @ 19:06
    quote:
    Op maandag 15 juni 2009 18:56 schreef rulerofdeath het volgende:
    1. ik weet niet precies hoe een turbinemotor werkt, maar bij een cilindermotor gaan zuigers op en neer en die slijten.

    na googlen blijkt dat een turbinemotor minder bewegende delen zou hebben. dwz dat deze dus minder zal slijten.

    2. glas kan slecht tegen slagkracht. bij een drukkracht recht op het stokje zal het hout eerder breken.

    3. Warme lucht stijgt op.

    4. rempedaal drukt een cilinder in. die perst vloeistof via een leiding naar de remklauw waar de remblokken door de vloeistofdruk tegen de remschijf aan wordt gedrukt.

    5. R=U/i

    6.

    X*2 = 2*2 + 4*4
    Kijk , hartelijk bedankt ! nog een fijne dag
    julesdanielmaandag 15 juni 2009 @ 19:06
    quote:
    Op maandag 15 juni 2009 18:52 schreef Merkie het volgende:
    Wat heb je zelf al geprobeerd? Die vragen kan je zo bij elkaar googlen.
    Wanneer iemand anders het zo direct zou kunnen beantwoorden is dit sneller. Ondertussen kan ik zelf ook gaan zoeken.
    pfefferkatzezondag 21 juni 2009 @ 15:24
    Ik snap iets niet!

    Opgave:

    Twee luidsprekers staan bij licht vriezend weer op een veld. Ze zijn op dezelfde toongenerator aangesloten en hun faseverschil is 0. Het punt B ligt op de 3e knooplijn naast het midden



    Met hoeveel λ komt BL1 - BL2 overeen?

    (BL1 is dus te berekenen met de stelling van pythagoras (5²+12²=169, wortel van 169 is 13 meter))

    en:

    Bereken de golflengte
    appelsjapzondag 21 juni 2009 @ 15:46
    tip: zoek de snelheid van geluid bij 0 graden Celsius.
    pfefferkatzezondag 21 juni 2009 @ 16:08
    quote:
    Op zondag 21 juni 2009 15:46 schreef appelsjap het volgende:
    tip: zoek de snelheid van geluid bij 0 graden Celsius.
    Dat is om de frequentie te berekenen, dat is wel simpel Maar de golflengte en met hoeveel labda BL1-BL2 overeen komt snap ik nog niet goed
    GlowMousezondag 21 juni 2009 @ 16:40
    Vul maar in:
    Bij A zit een [knoop/buik]
    Dus als je iets omlaag gaat totdat BL1 - BL2 gelijk is aan [0.5 / 1] λ kom je de [eerste / tweede] knoop tegen.
    etc
    mrkanariezondag 21 juni 2009 @ 16:56
    Waarom gebruikt een cel voor het membraanpotentiaal voornamelijk de twee kationen Na+ en Ka+, en geen anionen?
    Fingondinsdag 23 juni 2009 @ 22:27
    De kans P(T < 55 | μ = 60 en σ = 3,4) is ook (ongeveer) 0,0707
    hoe vul je dat in op je GR?
    normalcdf(-e99, 55, 60, 3.4) of normalcdf(-e99, 54, 60, 3.4) of iets anders?
    hetzelfde met P(V ≤ −8 | μ = 0 en σ = 4,8)
    ik bne het helemaal kwijt :/
    Merkiewoensdag 24 juni 2009 @ 18:10
    http://i40.tinypic.com/10enhcn.jpg

    Ik snap dit antwoord niet. Het volgende antwoord lijkt mij veel logischer (alfa = a, m met een puntje noem ik even m):

    amV - (1-a)mV + mV*cos(theta)

    Iemand die mij kan uitleggen waarom er -mV*cos(theta) in het antwoord staat en niet +mV*cos(theta)?
    N4PSterwoensdag 24 juni 2009 @ 20:12


    Het gaat om het rode streeptje [Plaat] *Zijaanzicht.
    Wat voor Cw-Waarde denken jullie dat deze heeft?

    Ik zat zelf te denken aan 0.3-0.4?
    Het wordt op een voertuig bevestigd? Een soort spoiler,maar dan anders. : )
    Het voertuig gaat dus naar links....
    SLP_maandag 29 juni 2009 @ 23:00
    Hmm ik had vandaag toets biologie en er is een vraag die maar in mijn hoofd rond blijft spoken

    Vraag:
    In een gebied kwamen door ongunstige omstandigheden geen vogels van soort A voor. Nu zijn de omstandigheden verbeterd maar er zijn nog steeds geen vogels. Wetenschappers zetten 5 paar vogels in de omgeving. De vogels krijgen elk jaar gemiddeld 2 nakomelingen, die het jaar daarna ook gemiddeld 2 nakomelingen krijgen. De vogels worden maximaal 15 jaar oud.
    A) Hoeveel vogels zijn er na 3 jaar? Zet ook je berekening erbij.

    Ik had ingevuld 40, maar ik dacht er niet aan dat 5 paar vogels natuurlijk 10 individuele vogels zijn. Dus ik denk nu dat het 80 is. Maar ik zag al mensen met rekenmachientjes in de weer en een vriendin dacht dat het 200 was. En ik word gek van mezelf want ik wil echt het antwoord weten Wie weet het?
    GlowMousemaandag 29 juni 2009 @ 23:04
    na 1 jaar: 5+10=15
    na 2 jaar: 15+30 = 45
    na 3 jaar: 45 + 90 = 135
    SLP_maandag 29 juni 2009 @ 23:10
    quote:
    Op maandag 29 juni 2009 23:04 schreef GlowMouse het volgende:
    na 1 jaar: 5+10=15
    na 2 jaar: 15+30 = 45
    na 3 jaar: 45 + 90 = 135
    maar waarom is het na 1 jaar 15 dan? want er zijn dus eigenlijk 10 vogels uitgezet in de omgeving en er komen toch 10 nakomelingen? of mis ik iets
    GlowMousemaandag 29 juni 2009 @ 23:12
    Oh, 5 paar is 10. Dan wordt het
    na 1 jaar: 10+20=30
    na 2 jaar: 30+60 = 90
    na 3 jaar: 90 + 180 = 270
    quote:
    De vogels krijgen elk jaar gemiddeld 2 nakomelingen
    Dat is 2 per vogel zoals het er staat.
    SLP_maandag 29 juni 2009 @ 23:14
    quote:
    Op maandag 29 juni 2009 23:12 schreef GlowMouse het volgende:
    Oh, 5 paar is 10. Dan wordt het
    na 1 jaar: 10+20=30
    na 2 jaar: 30+60 = 90
    na 3 jaar: 90 + 180 = 270
    [..]

    Dat is 2 per vogel zoals het er staat.
    huh maar er zijn toch 10 vogels en 10 nakomelingen en niet 20? want de 5 paren krijgen 2 kinderen dus 5x2=10
    GlowMousemaandag 29 juni 2009 @ 23:15
    10x2 = 20 nakomelingen.
    SLP_maandag 29 juni 2009 @ 23:16
    he nu je het zegt maar dat kan toch niet. want ik neem aan dat er dus 5 mannetjesvogels zijn en 5 vrouwjesvogels. ik zal het wel weer verkeerd gelezen hebben
    GlowMousemaandag 29 juni 2009 @ 23:17
    quote:
    Op maandag 29 juni 2009 23:16 schreef SLP_ het volgende:
    he nu je het zegt maar dat kan toch niet. want ik neem aan dat er dus 5 mannetjesvogels zijn en 5 vrouwjesvogels. ik zal het wel weer verkeerd gelezen hebben
    Daarom staat er 'gemiddeld'.
    SLP_maandag 29 juni 2009 @ 23:18
    quote:
    Op maandag 29 juni 2009 23:17 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Daarom staat er 'gemiddeld'.
    hm ja nou de vraag was dus in ieder geval te moeilijk voor mij
    ik vraag me nou af waarom ik ook alweer bio gekozen heb
    EddyAlbenawoensdag 12 augustus 2009 @ 21:04
    Volgens mij is dit meer een raadsel, maar iemand op het werk kwam hiermee en ik kom er niet uit, ik vind het zwaar irritant. Ergens doe je volgens mij iets heel doms, maar hier komt het:

    Een vriendin is jarig, met z'n drieën laat je een vriendin van haar iets voor haar kopen. Je geeft haar 30 euro, allemaal 10 dus.
    Het cadeau wat de vriendin koopt is 25 euro. Ze moet dus 5 euro teruggeven, maarja, 5 euro verdelen onder drie personen is wat lastig, dus de vriendin mag 2 euro houden voor de tijd die in ze in het cadeaukopen stopte.
    2 euro mag ze houden, dan blijft er dus 3 euro over om terug te geven aan de vrienden. Ieders 1 euro dus.
    Ze hebben allemaal 10 euro betaald en krijgen nu dus 1 euro terug. Dan hebben ze dus allemaal 9 euro betaald. 3 * 9 euro = 27. Dat is het bedrag wat ze nu samen hebben, tel je daar die 2 euro van de vriendin bij op, dan kom je 29. Waar is 1 euro in Godsnaam gebleven?

    Ik dacht eerst dus dat je die 2 euro van die 27 af moest halen, maar bij nader inzien klopt dit gewoon niet. Het gaat er dus om dat iedereen 9 euro heeft betaald, in totaal dus 27 euro. Dan blijft er, met die 2 euro, dus nog een euro over.

    Ik wordt helemaal gek
    Merkiewoensdag 12 augustus 2009 @ 21:08
    Hoezo hebben ze allemaal 9 euro betaald? Één persoon mag 2 euro houden en krijgt bovendien nog 1 euro terug. Die betaalt dus 7 euro. 9+9+7=25. Klopt precies lijkt me.
    EddyAlbenawoensdag 12 augustus 2009 @ 21:33
    Er zitten 5 personen in dit verhaal, waarvan één niks met het geld te maken heeft, maar het maakt het wat duidelijk.

    Drie personen die allen 10 euro betalen
    1 persoon die het cadeau haalt
    1 persoon die het cadeau krijgt (niet relevant verder)

    Dan blijkt dat het niet 30 euro, maar 25 euro kost. Dus moet die persoon die het cadeau haalt, 5 euro teruggeven. Maar de betalenden zijn sociaal en zeggen dat ze slechts 3 euro terug willen, de resterende 2 mag de cadeaukoper houden.

    Dus, die 3 euro die ze terugkrijgen worden verdeeld onder het drietal, wat betekent dat ze niet 10 euro hebben betaald, maar allen 1 euro minder, dus 9.
    Maar dan kom je dus op 3 * 9, wat een subtotaal van 27 euro is. Rest nog de 2 euro die de cadeauhaler heeft en dan is er een totaal van 29 euro.

    Ik denk dat ik gewoon een geheel verkeerde denkwijze hanteer, maar het gekke is, ik werk bij de ABN met alleen maar financiële mensen, allen rekenwonders en niemand komt eruit, terwijl het volgens mij gewoon voor de hand ligt
    vanOekelenwoensdag 12 augustus 2009 @ 21:39
    quote:
    Op maandag 29 juni 2009 23:17 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Daarom staat er 'gemiddeld'.
    Vogels hebben over het algemeen twee ouders... Het zijn geen bacteriën...
    teiganwoensdag 12 augustus 2009 @ 21:59
    Het is heel tricky...

    Die mensen legden 10 euro in... Uiteindelijk betalen ze maar 9 euro per persoon. Dat is dan dus 27 euro

    Van die 27 euro gaat 25 op aan het kadootje, en 2 euro aan de haalster van het kadootje... Wil je die resterende 3 euro nog terugvinden, dan is dat die 1 euro per persoon die ze nog terug kregen...
    EddyAlbenawoensdag 12 augustus 2009 @ 22:05
    quote:
    Op woensdag 12 augustus 2009 21:59 schreef teigan het volgende:
    Het is heel tricky...

    Die mensen legden 10 euro in... Uiteindelijk betalen ze maar 9 euro per persoon. Dat is dan dus 27 euro

    Van die 27 euro gaat 25 op aan het kadootje, en 2 euro aan de haalster van het kadootje... Wil je die resterende 3 euro nog terugvinden, dan is dat die 1 euro per persoon die ze nog terug kregen...
    Op die manier had ik het ook al een bekeken, alleen kwam ik er maar niet echt uit, in je hoofd is het gewoon ontzettend lastig om het duidelijk te maken. Ik heb er nu overigens ook nog moeite mee, maar het lijkt zo vrij logisch, alleen is de insteek heel anders.

    Bedankt!
    boyvdonderdag 20 augustus 2009 @ 16:22
    quote:
    Op zondag 21 juni 2009 16:56 schreef mrkanarie het volgende:
    Waarom gebruikt een cel voor het membraanpotentiaal voornamelijk de twee kationen Na+ en Ka+, en geen anionen?
    Niet met zekerheid, maar kationen hydrateren beter dan anionen en trekken dus meer watermoleculen aan = betere geleiding van het (elektrisch) signaal?

    Voor een uitgebreide uitleg moet je maar even googlen op actiepotentiaal, of de wiki erbij pakken, heb nog vakantie

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Actiepotentiaal

    [ Bericht 12% gewijzigd door boyv op 20-08-2009 16:49:14 ]
    Merkiedonderdag 20 augustus 2009 @ 16:29
    quote:
    Op woensdag 12 augustus 2009 22:05 schreef EddyAlbena het volgende:

    [..]

    Op die manier had ik het ook al een bekeken, alleen kwam ik er maar niet echt uit, in je hoofd is het gewoon ontzettend lastig om het duidelijk te maken. Ik heb er nu overigens ook nog moeite mee, maar het lijkt zo vrij logisch, alleen is de insteek heel anders.

    Bedankt!
    Als je mijn post leest is het toch heel duidelijk?
    quote:
    Op woensdag 12 augustus 2009 21:08 schreef Merkie het volgende:
    Hoezo hebben ze allemaal 9 euro betaald? Één persoon mag 2 euro houden en krijgt bovendien nog 1 euro terug. Die betaalt dus 7 euro. 9+9+7=25. Klopt precies lijkt me.
    Slotje9000donderdag 3 september 2009 @ 15:28
    Hoi, ik had even een simpele vraag over redoxreacties

    Ik heb hier de opgave:

    Ga na of deze reactie verloopt
    a) joodoplossing met een oplossing van aluminiumbromide

    Nou kan ik het hele antwoord in het antwoordenboekje wel volgen, behalve het punt waar ze bepalen of iets een reductor of een oxidator is. Die van aluminium is nog wel te volgen (die is oxidator, want in reductorvorm is hij vast). Maar van de andere twee deeltjes snap ik niet hoe ze daarbij komen (het zijn beide reductoren).
    Slotje9000donderdag 3 september 2009 @ 15:37
    quote:
    Op donderdag 3 september 2009 15:28 schreef Slotje9000 het volgende:
    Hoi, ik had even een simpele vraag over redoxreacties

    Ik heb hier de opgave:

    Ga na of deze reactie verloopt
    a) joodoplossing met een oplossing van aluminiumbromide

    Nou kan ik het hele antwoord in het antwoordenboekje wel volgen, behalve het punt waar ze bepalen of iets een reductor of een oxidator is. Die van aluminium is nog wel te volgen (die is oxidator, want in reductorvorm is hij vast). Maar van de andere twee deeltjes snap ik niet hoe ze daarbij komen (het zijn beide reductoren).
    Oh, ik heb het al

    Het was dat aluminiumbromide een zout is, dus moet je de ionen nemen
    IHVKzaterdag 5 september 2009 @ 17:24
    We doen nu een beetje middelbare school stof herhalen de eerste week.

    Maar ik totaal geen idee meer wat een mM is.

    'een concentratie van 1,0 mM' (NaCl)

    M staat voor mol per liter, dat is ok. en de kleine m staat waarschijnlijk voor milli,


    Maar milli Mol per liter? Dat klinkt niet logisch en bovendien werk je nooit met een 'milli mol'. Dus ik denk eerder mol per milliliter?

    Graag hulp.
    vanOekelenzaterdag 5 september 2009 @ 17:31
    1mM = 1 mol/m3
    appelsjapzaterdag 5 september 2009 @ 17:32
    Het is milli Mol.
    IHVKzaterdag 5 september 2009 @ 17:32
    quote:
    Op zaterdag 5 september 2009 17:31 schreef vanOekelen het volgende:
    1mM = 1 mol/m3
    Aah thx.
    appelsjapzaterdag 5 september 2009 @ 17:32
    Ohnee
    GlowMousezaterdag 5 september 2009 @ 17:35
    quote:
    Op zaterdag 5 september 2009 17:32 schreef IHVK het volgende:

    [..]

    Aah thx.
    Dat is gewoon 1 millimol / L
    IHVKzaterdag 5 september 2009 @ 17:36
    Een tussenjaar nemen heeft mij weinig goed gedaan.
    IHVKzaterdag 5 september 2009 @ 17:37
    Maar het is best logisch zie ik nu.
    ErictheSwiftzaterdag 5 september 2009 @ 18:09
    Eigenlijk is het heel simpel: de prefix voor de eenheid geeft de vermenigvuldigingsfactor (in machten van 10) aan.

    vergelijk:
    1 mM/L is dus 1 millimol per liter is dus 1/1000 mol per liter,
    1 MM/L is dus 1 megamol per liter is dus 1000000 mol per liter.
    teiganzaterdag 5 september 2009 @ 18:31
    quote:
    Op zaterdag 5 september 2009 18:09 schreef ErictheSwift het volgende:
    Eigenlijk is het heel simpel: de prefix voor de eenheid geeft de vermenigvuldigingsfactor (in machten van 10) aan.

    vergelijk:
    1 mM/L is dus 1 millimol per liter is dus 1/1000 mol per liter,
    1 MM/L is dus 1 megamol per liter is dus 1000000 mol per liter.
    alleen staat de M voor mol/L, dus het is wel mmol/L en Mmol/L
    tony_clifton-maandag 7 september 2009 @ 21:51
    Student chemie reporting in, zal proberen ook wat mee te beantwoorden!
    quote:
    Op donderdag 3 september 2009 15:37 schreef Slotje9000 het volgende:

    [..]

    Oh, ik heb het al

    Het was dat aluminiumbromide een zout is, dus moet je de ionen nemen
    Klopt in dit geval, maar niet alle zouten zijn goed oplosbaar! Zouten van zwakke zuren zijn bijvoorbeeld vaak weinig tot slecht oplosbaar. Aan de andere kant zijn er ook slecht oplosbare zouten van sterke zuren (bv. AgCl met een Ksp van 2x10^-10).
    quote:
    Op zaterdag 5 september 2009 18:31 schreef teigan het volgende:

    [..]

    alleen staat de M voor mol/L, dus het is wel mmol/L en Mmol/L


    Een handige kleine opmerking hierbij is trouwens dat mmol/ml gelijk is aan mol/l. Handig bij titraties (als je 't daarom vroeg ).


    Nu zit ik zelf met een vraag rond mechanica, beetje een struikelblok voor mij helaas...
    Als jullie mij op weg zetten is 't ook goed hoor .

    'T gaat als volgt:
    Bereken de minimumsnelheid v(0) waarmee een stuntrijder een helling van 15° moet verlaten om over de sloot te geraken. De helling is 2 meter hoog, de sloot eindigt op 3 meter van het einde van de helling.
    De oplossing is 4,1 m/s maar ik kan de parabool echt niet zelf berekenen... Voor elk formuletje dat ik kan bedenken kom ik een gegeven te kort .


    Alvast thx!

    [ Bericht 6% gewijzigd door tony_clifton- op 07-09-2009 22:06:50 ]
    Iblismaandag 7 september 2009 @ 22:14
    Ik zou het zo doen:

    De stuntrijder valt met een versnelling van 9.8m/s2, dus hij moet genoeg voorwaartse snelheid hebben om dat te compenseren. Zeg dat hij met snelheid v van de helling komt. De hoek is 15°, dus je kunt de componenten uitrekenen, de verticale component is is sin(15)·v en de horizontale is cos(15)·v.

    Zijn verticaal afgelegde afstand is (neem de helling als 2):

    2 + sin(15)·v + 1/2at2, waarbij a negatief is.

    Zijn horizontaal afgelegde afstand is:

    0 + cos(15)·v·t

    We willen dat hier 3 uitkomt, anders haalt hij het niet, dus daaruit berekenen we dat:



    Dat kun je nu invullen in de vergelijking voor zijn verticale beweging:



    En we willen dat hier (minstens) 0 uitkomt, dus stel dat gelijk, en stop dat in een oplosser, en er komt zoiets uit.

    Maar ik kom dan op 3.95m/s, niet 4.1.
    tony_clifton-maandag 7 september 2009 @ 22:22
    quote:
    Op maandag 7 september 2009 22:14 schreef Iblis het volgende:
    Ik zou het zo doen:
    Thx! Meteen eens bekijken en proberen dat 't er in zit
    flapp0rdonderdag 10 september 2009 @ 13:04
    quote:
    Op maandag 7 september 2009 22:14 schreef Iblis het volgende:
    Maar ik kom dan op 3.95m/s, niet 4.1.
    Heeft te maken met radialen vs graden
    Iblisdonderdag 10 september 2009 @ 13:08
    quote:
    Op donderdag 10 september 2009 13:04 schreef flapp0r het volgende:

    [..]

    Heeft te maken met radialen vs graden
    Die solver gebruikt gewoon graden hoor.

    [edit]
    Hmm, ik zie wat je bedoelt, als je ‘radians’ aanklikt dan kom je inderdaad op 4,1 (of 4,05) uit. Dat zou wat verklaren, maar dat betekent dat de voorbeeldoplossing fout is.
    woopehhdonderdag 10 september 2009 @ 21:02
    Door ziekte een les gemist, hoop dat iemand me hiermee kan helpen

    (Alles tussen haakjes moeten coördinaatvoorstellingen van vectoren voorstellen)

    m = (-1, 0, 2) + a*(5, -2, 0)
    W = b(2, -1, 1) + c(1, 3 ,-1)

    Bereken de vector r van het snijpunt R van m met het vlak W

    Nu had ik bedacht dat ik deze twee vergelijkingen gelijk aan elkaar moest stellen, om ze daarna op te lossen met eliminatie&substitutie etc.

    Nu kreeg ik hieruit uiteindelijk het antwoord

    r = (8, -4, 2)

    Dan de misschien heel domme vraag, in de antwoorden staat r = (4, -2, 1), is dit hetzelfde als mijn antwoord of heb ik toch ergens iets fout gedaan?

    Alvast bedankt
    GlowMousedonderdag 10 september 2009 @ 21:06
    Wat had jij voor a, b en c zodat het snijpunt (8, -4, 2) is?
    woopehhdonderdag 10 september 2009 @ 21:08
    a=1, b=2 en c=0

    oh, zie nu pas dat ie in het verkeerde topic staat

    [ Bericht 67% gewijzigd door woopehh op 10-09-2009 21:13:32 ]
    Meursaultvrijdag 11 september 2009 @ 15:31
    Ik heb ruzie met de Wet van Archimedes.

    Het doel van het experiment is om de dichtheid van een object te bepalen. Het object werd in een beker met water gehangen en het verschil werd gewogen.

    FA = ρ . g . V

    ρ water = 0,99788 g/mL
    g = 9,81 m/s2
    Beker met vloeistof = 90,7 g
    Beker met vloeistof met object = 96,9 g

    Wat is de V in de formule? Welke gegevens heb je nog nodig om de dichtheid van het object te berekenen? Welke stappen moeten er genomen worden?

    De dichtheid zal iets van 7 a 8 g/mL moeten zijn (dit hebben we al berekent met ρ=m/V van het object zelf).
    GlowMousevrijdag 11 september 2009 @ 15:41
    Je moet kijken hoeveel het water opzij is geduwd. Je hebt nu alleen maar gemeten dat het object 6,2g weegt.
    Meursaultvrijdag 11 september 2009 @ 15:54
    Het opbject zelf weegt 48,5 g
    Iblisvrijdag 11 september 2009 @ 15:57
    quote:
    Op vrijdag 11 september 2009 15:54 schreef Meursault het volgende:
    Het opbject zelf weegt 48,5 g
    Hoe heb je dan een verschilweging gedaan? M.a.w. hoe had je dat object in het water, wat mat je precies? Want ik dacht ook dat je een bak water op een weegschaal had staan, daar het object in gooide, en toen het gewicht bepaalde.
    Meursaultvrijdag 11 september 2009 @ 16:05
    quote:
    Op vrijdag 11 september 2009 15:57 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Hoe heb je dan een verschilweging gedaan? M.a.w. hoe had je dat object in het water, wat mat je precies? Want ik dacht ook dat je een bak water op een weegschaal had staan, daar het object in gooide, en toen het gewicht bepaalde.
    We hebben eerst het object zelf gewogen: 48,5 g.
    Daarna hebben we een beker met water gewogen op een weegschaal: 90,7 g
    Daarna hebben we het object aan een touwtje ondergedompeld in de beker: 96,9 g
    GlowMousevrijdag 11 september 2009 @ 16:07
    Je moet het object niet aan het touwtje omhoog tillen. De totale massa zou 90,7+48,5 gram moeten zijn.
    Meursaultvrijdag 11 september 2009 @ 16:08
    Assuming Archimedes' principle to be reformulated as follows,

    then inserted into the quotient

    yields the formula below. The density of the immersed object relative to the density of the fluid can easily be calculated without measuring any volumes:



    Wat betekent hier 'apparent immersed weight' en 'weight of displaced fluid'? Het gewone 'weight' is dan het gewicht van het object?

    ________________

    Als ik bovenstaande formule invul:

    ρ object / ρ water = gewicht object / gewicht verplaatste vloeistof

    ρ object / .99788 = 48.5 / 6.2 geeft ρ object = 7,81 g/mL

    Maar als dit klopt, dan snap ik niet waarom de formule FA = ρ . g . V gegeven is aangezien de g en V niet nodig zijn..

    [ Bericht 23% gewijzigd door Meursault op 11-09-2009 16:43:38 ]
    Meursaultvrijdag 11 september 2009 @ 16:12
    quote:
    Op vrijdag 11 september 2009 16:07 schreef GlowMouse het volgende:
    Je moet het object niet aan het touwtje omhoog tillen. De totale massa zou 90,7+48,5 gram moeten zijn.
    Maar dan meet je toch geen opwaartse kracht? Het idee is dat je een verschil ziet in gewicht en dat dat te maken heeft met de kracht die het water uitoefend op het object dat aan een touwtje hangt.
    Iblisvrijdag 11 september 2009 @ 16:44
    In dat geval heb je als ‘apparent immersed weight’ 6,2g * g gemeten zou ik zeggen. Als het touwtje dus net niet slap hangt en net het object ook niet omhoog trekt. Maar dat is wel heel precair.
    tony_clifton-vrijdag 11 september 2009 @ 20:13
    Thx Iblis/flapp0r!!

    Had 't zelf niet gevonden .
    Matrmaandag 14 september 2009 @ 11:10
    Kan iemand mij uitleggen wat een partieel afgeleide is. Kom er niet echt uit met de uitleg van Wikipedia.
    Dit staat er in mijn sheets: wanneer we kijken naar oneindig kleine veranderingen, is MUy, de partiële afgeleide van U(x,y) naar y.
    MUy = ∂U/∂Y
    Hoe komen ze tot deze berekening? Doe nu zelf een premaster, heb zelf Havo en HBO gedaan, maar merk toch wel dat ik dit soort dingen ''mis''. Iemand tips hoe ik het oplossingen van vergelijkingen etc sneller op kan nemen?
    Iblismaandag 14 september 2009 @ 11:37
    quote:
    Op maandag 14 september 2009 11:10 schreef Matr het volgende:
    Kan iemand mij uitleggen wat een partieel afgeleide is. Kom er niet echt uit met de uitleg van Wikipedia.
    Dit staat er in mijn sheets: wanneer we kijken naar oneindig kleine veranderingen, is MUy, de partiële afgeleide van U(x,y) naar y.
    MUy = ∂U/∂Y
    Hoe komen ze tot deze berekening? Doe nu zelf een premaster, heb zelf Havo en HBO gedaan, maar merk toch wel dat ik dit soort dingen ''mis''. Iemand tips hoe ik het oplossingen van vergelijkingen etc sneller op kan nemen?
    Misschien dat deze in in [Bèta wiskunde] Huiswerk- en vragentopic beter op z’n plek is, maar je komt vaak partiële afgeleiden tegen bij natuurkunde, dus vooruit.

    Zoals ook op de (Engelse) Wikipedia staat, als je een functie neemt met meer variabelen, bijvoorbeeld z = x2 + xy + y2:


    Bron: Wikimedia Commons. Maker: Indeed123. Licentie: CC-BY-SA.

    Dan zie je dat je concept van ‘raaklijn’ enigszins zinloos wordt. Je hebt in elk punt heel veel raaklijnen. Je kunt een raaklijn parallel aan de x-as tekenen, parallel aan de y-as, of welke richting dan ook op.

    Meestal echter, omdat je de grafiek als functie van x en y beschouwt, ben je vooral geïnteresseerd hoe zo’n grafiek verandert als alleen x of y verandert. Neem je bijvoorbeeld y constant, bijvoorbeeld y = 1, dan krijg je deze doorsnede (er staat ook een raaklijn in als voorbeeld voor x = 1):


    Bron: Wikimedia Commons. Maker: Indeed123. Licentie: CC-BY-SA.

    Hiervan kun je weer eenduidig de raaklijn in een punt bepalen. De vergelijking van bovenstaande grafiek is (uiteraard) z = x2 + x + 1, wat je krijgt door y = 1 in te vullen in de eerdere formule.

    Wat je dus in feite zegt in zo’n geval: Neem y constant. Goed, voor y = 2 krijg je een andere grafiek, en voor y = 4 weer een andere, maar in ieder geval is y constant. Dat idee neem je mee naar de partiële afgeleide. Dus als men schrijft:

    , dan zegt men zoveel als ‘we bepalen de afgeleide van z naar x waarbij we doen alsof y een constante is. Je krijgt dus in feite hetzelfde als wanneer je f(x) = x2 + xy + y2 hebt en dat afleidt naar y, immers, voorgaande is alleen een functie in x. Zoiets kun je – als het goed is – allang afleiden, als je dat naar x afleidt, krijg je: 2x + y (immers, y2 is gewoon constant).

    Neem nu weer: , dat wordt dus:

    .

    We kunnen ook het volgende bepalen:

    .

    Dan neem je dus x constant. In feite is dit dus alleen een notatie die zegt welke van de variabelen je als ‘variabel’ moet beschouwen, de rest moet je constant nemen. Je kunt ook twee keer afleiden:

    .

    Eerst neem je x constant, dan krijg je x + 2y, dan neem je y constant en leid je af naar x.
    Gordon__Gekkomaandag 14 september 2009 @ 12:33
    Hallo,

    Ik heb 2 korte vraagjes over een flightsimulator:
    1) Ik moet de hoek berekenen (van de simulator) waarbij de acceleratie 0,5g is.
    2) Hoe groot is de maximale g-force die gesimuleerd kan worden?

    Ik heb naar antwoorden gezocht maar kan eigenlijk niks over dit onderwerp vinden. Heeft iemand een idee en/of uitleg?

    Alvast bedankt.
    Iblismaandag 14 september 2009 @ 13:03
    Alhoewel ik denk dat ik die vraag überhaupt niet kan beantwoorden denk ik dat er sowieso meer informatie nodig is. Wat voor simulator spreken we over?
    Gordon__Gekkomaandag 14 september 2009 @ 13:25
    quote:
    Op maandag 14 september 2009 13:03 schreef Iblis het volgende:
    Alhoewel ik denk dat ik die vraag überhaupt niet kan beantwoorden denk ik dat er sowieso meer informatie nodig is. Wat voor simulator spreken we over?
    Nee meer info was niet bijgevoegd. Het waren korte vraagjes, dus ik denk dat ik niet te moeilijk moet denken.
    Merkiemaandag 14 september 2009 @ 13:32
    Nou, dat lijkt me toch stug. De maximale G-kracht die gesimuleerd kan worden is namelijk voornamelijk afhankelijk van de specificaties van de simulator, en niet van de natuurwetten. Daarnaast is het werkingsprincipe van deze simulator onbekend, werkt het met veren, hydraulische zuigers, pneumatische zuigers of kabels? Zit je op een platform dat onder een hoek kan draaien? Of hang je aan kabels? Zomaar wat manieren die mij te binnen schieten die een simulator mogelijk zouden maken.
    bobflobwoensdag 16 september 2009 @ 15:41
    kan iemand mij helpen met dit probleem

    Druk Fhandkracht uit in m.g van de emmer en de geometrie van de katrollen

    hier het plaatje
    http://img441.imageshack.us/i/natuurkunde3232.jpg/
    GlowMousewoensdag 16 september 2009 @ 15:47
    Als ik met kracht F aan het touwtje trek, wat is dan de kracht omhoog in het touwtje dat aan katrol 2 hangt?
    bobflobwoensdag 16 september 2009 @ 15:51
    weet ik niet
    jij
    ?
    GlowMousewoensdag 16 september 2009 @ 15:53
    ik wel
    denk eens na
    !
    en kijk anders eens in het boek
    bobflobwoensdag 16 september 2009 @ 15:55
    2 Fhand ?
    bobflobwoensdag 16 september 2009 @ 15:57
    de opdrahct luidt:

    2.13
    Druk de handkracht Fhand uit in het gewicht van de emmer en de geometrie van de katrollen (Figuur 2.4).

    met dat plaatje

    we komen er niet uit met 6 1e jaar TU twenters-ers

    help aub
    Matrdonderdag 24 september 2009 @ 21:43
    quote:
    Op maandag 14 september 2009 11:37 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Misschien dat deze in in [Bèta wiskunde] Huiswerk- en vragentopic beter op z’n plek is, maar je komt vaak partiële afgeleiden tegen bij natuurkunde, dus vooruit.

    Zoals ook op de (Engelse) Wikipedia staat, als je een functie neemt met meer variabelen, bijvoorbeeld z = x2 + xy + y2:

    [ link | afbeelding ]
    Bron: Wikimedia Commons. Maker: Indeed123. Licentie: CC-BY-SA.

    Dan zie je dat je concept van ‘raaklijn’ enigszins zinloos wordt. Je hebt in elk punt heel veel raaklijnen. Je kunt een raaklijn parallel aan de x-as tekenen, parallel aan de y-as, of welke richting dan ook op.

    Meestal echter, omdat je de grafiek als functie van x en y beschouwt, ben je vooral geïnteresseerd hoe zo’n grafiek verandert als alleen x of y verandert. Neem je bijvoorbeeld y constant, bijvoorbeeld y = 1, dan krijg je deze doorsnede (er staat ook een raaklijn in als voorbeeld voor x = 1):

    [ link | afbeelding ]
    Bron: Wikimedia Commons. Maker: Indeed123. Licentie: CC-BY-SA.

    Hiervan kun je weer eenduidig de raaklijn in een punt bepalen. De vergelijking van bovenstaande grafiek is (uiteraard) z = x2 + x + 1, wat je krijgt door y = 1 in te vullen in de eerdere formule.

    Wat je dus in feite zegt in zo’n geval: Neem y constant. Goed, voor y = 2 krijg je een andere grafiek, en voor y = 4 weer een andere, maar in ieder geval is y constant. Dat idee neem je mee naar de partiële afgeleide. Dus als men schrijft:

    [ afbeelding ], dan zegt men zoveel als ‘we bepalen de afgeleide van z naar x waarbij we doen alsof y een constante is. Je krijgt dus in feite hetzelfde als wanneer je f(x) = x2 + xy + y2 hebt en dat afleidt naar y, immers, voorgaande is alleen een functie in x. Zoiets kun je – als het goed is – allang afleiden, als je dat naar x afleidt, krijg je: 2x + y (immers, y2 is gewoon constant).

    Neem nu weer: [ afbeelding ], dat wordt dus:

    [ afbeelding ].

    We kunnen ook het volgende bepalen:

    [ afbeelding ].

    Dan neem je dus x constant. In feite is dit dus alleen een notatie die zegt welke van de variabelen je als ‘variabel’ moet beschouwen, de rest moet je constant nemen. Je kunt ook twee keer afleiden:

    [ afbeelding ].

    Eerst neem je x constant, dan krijg je x + 2y, dan neem je y constant en leid je af naar x.
    Heb er nu pas serieus naar kunnen kijken maar nu begrijp ik het tnx
    rulerofdeathdonderdag 24 september 2009 @ 22:45
    quote:
    Op woensdag 16 september 2009 15:57 schreef bobflob het volgende:
    de opdrahct luidt:

    2.13
    Druk de handkracht Fhand uit in het gewicht van de emmer en de geometrie van de katrollen (Figuur 2.4).

    met dat plaatje

    we komen er niet uit met 6 1e jaar TU twenters-ers

    help aub
    ben je nu serieus?
    MouzurXzondag 27 september 2009 @ 14:44
    Heel simpel maar ik kom er gewoon niet uit:

    Je moet 1890 producten in 247.200 seconden maken.
    Je kan of 80 seconden productietijd voor 1 product pakken of 160 seconden.
    Met zoveel mogelijk producten in 160 seconden.

    Hoeveel producten maak je in 80 seconden en hoeveel in 160?
    Meursaultzondag 27 september 2009 @ 15:23
    quote:
    Op zondag 27 september 2009 14:44 schreef MouzurX het volgende:
    Heel simpel maar ik kom er gewoon niet uit:

    Je moet 1890 producten in 247.200 seconden maken.
    Je kan of 80 seconden productietijd voor 1 product pakken of 160 seconden.
    Met zoveel mogelijk producten in 160 seconden.

    Hoeveel producten maak je in 80 seconden en hoeveel in 160?
    Je rekent eerst uit hoeveel producten je kan maken met 160 sec. per product met de totale tijd.
    247200 / 160 = 1545 producten
    Je komt er dan 345 te kort. Je moet dus 345 keer 2 producten maken in de tijd dat je één producten zou maken om het totaal aantal producten binnen de tijd te halen.
    Dus je maakt 1545 - 345 = 1200 producten met 160 sec. per product en de rest moet je 2x zo snel doen.
    1890 - 1200 = 690
    690 x 80 sec. per product

    1200 x 160 + 690 x 80 = 247200 sec.

    Beetje omslachtige uitleg misschien, maar is het helder?
    GlowMousezondag 27 september 2009 @ 15:26
    x+y=1890
    80x+160y=247200
    en oplossen maar (mbv substitutie)
    MouzurXzondag 27 september 2009 @ 15:31
    quote:
    Op zondag 27 september 2009 15:23 schreef Meursault het volgende:

    [..]

    Je rekent eerst uit hoeveel producten je kan maken met 160 sec. per product met de totale tijd.
    247200 / 160 = 1545 producten
    Je komt er dan 345 te kort. Je moet dus 345 keer 2 producten maken in de tijd dat je één producten zou maken om het totaal aantal producten binnen de tijd te halen.
    Dus je maakt 1545 - 345 = 1200 producten met 160 sec. per product en de rest moet je 2x zo snel doen.
    1890 - 1200 = 690
    690 x 80 sec. per product

    1200 x 160 + 690 x 80 = 247200 sec.

    Beetje omslachtige uitleg misschien, maar is het helder?
    Oke bedankt ik snap hem
    MouzurXzondag 27 september 2009 @ 15:32
    quote:
    Op zondag 27 september 2009 15:26 schreef GlowMouse het volgende:
    x+y=1890
    80x+160y=247200
    en oplossen maar (mbv substitutie)
    Ja daar heb ik ook aan gedacht alleen ik snapte niet meer hoe ik dat substitutie moest doen
    GlowMousezondag 27 september 2009 @ 15:33
    x = 1890 - y
    invullen in de tweede: 80(1890-y)+160y = 247200, en die heb je zo opgelost.
    MouzurXzondag 27 september 2009 @ 15:37
    quote:
    Op zondag 27 september 2009 15:33 schreef GlowMouse het volgende:
    x = 1890 - y
    invullen in de tweede: 80(1890-y)+160y = 247200, en die heb je zo opgelost.
    151.200-80Y+160Y = 247.200

    80Y=96.000
    Y = 1200
    X = 1890-1200 = 690.

    Oke, naja zover het nut van wiskunde B12(nog geen 2 jaar geleden en nu al vergeten )
    Meursaultzondag 27 september 2009 @ 15:59
    Dat had ik ook moeten weten. ( )
    boyvmaandag 28 september 2009 @ 16:39
    sorry hoor maar dat is iets wat je met simpel logisch nadenken ook wel op kunt lossen
    #ANONIEMzaterdag 3 oktober 2009 @ 02:15
    quote:
    Op zaterdag 3 oktober 2009 02:10 schreef Friek_ het volgende:
    Hallo! Ik heb voor het vak 'logica en taalanalyse 1' de voorbeeldtussentoets gemaakt die op BlackBoard stond. Het gaat over filosofische logica (vertalen), propositielogica, semantische tableaux en waarheidstafels. Zou iemand deze voor mij na kunnen kijken en feedback kunnen leveren? Bedankt!

    De voorbeeldtussentoets
    Mijn antwoorden
    Crosspost vanuit het andere beta-huiswerktopic. Ik wist niet in welke hij thuishoorde!
    Ibliszaterdag 3 oktober 2009 @ 08:49
    Ik beantwoord ’m in de andere topic.
    Gordon__Gekkozaterdag 10 oktober 2009 @ 20:49
    Als je een stukje blauw en een stukje rood papier in de nacht bekijkt, welke kleur lijken de papiertjes dan te hebben? Weet iemand dit en met behulp waarvan?
    rulerofdeathzaterdag 10 oktober 2009 @ 20:51
    ik zou zeggen zwart
    Gordon__Gekkozaterdag 10 oktober 2009 @ 20:57
    quote:
    Op zaterdag 10 oktober 2009 20:51 schreef rulerofdeath het volgende:
    ik zou zeggen zwart
    dat schijnt niet zo te zijn in ieder geval.
    Ibliszaterdag 10 oktober 2009 @ 20:58
    Maar wat is je lichtbron ’s nachts?
    Gordon__Gekkozaterdag 10 oktober 2009 @ 21:02
    sorry dat had ik natuurlijk moeten vermelden, maar er wordt alleen gezegd: the perceived lightness is the same.
    Ibliszaterdag 10 oktober 2009 @ 21:16
    Maar het gaat gewoon om ’s nachts buiten zeg maar? Dus licht dat via de atmosfeer en de maan komt?
    Gordon__Gekkozaterdag 10 oktober 2009 @ 21:31
    quote:
    Op zaterdag 10 oktober 2009 21:16 schreef Iblis het volgende:
    Maar het gaat gewoon om ’s nachts buiten zeg maar? Dus licht dat via de atmosfeer en de maan komt?
    Er staat onder scotopic condtions. En verder nog: you may assume that the blue paper reflects light of 450 nm and the red paper of 600 nm.
    GlowMousezaterdag 10 oktober 2009 @ 21:37
    Het wordt grijs want je ziet geen kleur. Welke lichter is moet je alleen nog over nadenken.
    Ibliszaterdag 10 oktober 2009 @ 21:38
    Kijk, dat is heel wat nuttige info, het helpt altijd om de hele vraag te vermelden. Als ik hier kijk: Scotopic vision, dan zie ik deze grafiek (horizontale as is golflengtes in nm):


    Bron: Wikimedia Commons. Maker: Qef. Publiek Domein.

    Daaruit blijkt dat blauw duidelijk beter te zien zijn dan rood. Zie ook Purkinje effect.
    Gordon__Gekkozaterdag 10 oktober 2009 @ 21:42
    Thanks dat helpt. Maar blijf het raar vinden, de letterlijke vraag was: What colours do these pieces of paper apear to have under scotopic vieuwing conditions?

    Terwijl de docent dus doelt meer op wat donkerder lijkt.
    Ibliszaterdag 10 oktober 2009 @ 21:45
    Tja, met zulk weinig licht doen onze ogen het niet meer qua kleurperceptie.
    poesemuismaandag 12 oktober 2009 @ 12:38
    Scheikundig vraagje:

    12,0 g propaangas
    bereken hoeveel dm3 12,0 g propaan is.

    dan zou ik denken, mol uitrekenen en via het molair volume, maar er zijn geen gegevens over de temp en de druk. En mijn antwoordenboekje gaat zomaar ineens via de dichtheid van propaangas? mag dat zomaar? als ik het via het molair volume bereken, krijg ik er ook wat anders uit.
    Iblismaandag 12 oktober 2009 @ 13:54
    De gaswet zegt pV = nRT, dus met 12,0g kun je inderdaad uitrekenen hoeveel mol het is, (molaire massa 44,1g/mol), maar zonder de temperatuur en druk kom je inderdaad nergens.

    Je kunt b.v. 0°C en 1 atm aannemen als standaard-waarden, maar het zou ook 20°C kunnen zijn.

    Je kunt zoiets trouwens aan Wolfram-Alpha vragen, bijvoorbeeld:

    density of propane at 0°C
    density of propane at 20°C and 2 atm

    Edit: nog beter:

    12g propane at 0°C and 1 atm.

    En dan zie je dus dat het antwoord duidelijk veranderd als je temperatuur en druk verandert. Goed opgemerkt dus.
    Gordon__Gekkomaandag 12 oktober 2009 @ 15:27
    Aangezien hier nogal wat geniën zitten, nog maar één:

    1. Printed text of 10pt font size has a approximately a spatial frequency of 1 cycle per mm.
    a. How far away can one hold the text so that it is just readable given that the contrast between text and paper is 0.1?
    Iblismaandag 12 oktober 2009 @ 15:32
    quote:
    Op maandag 12 oktober 2009 15:27 schreef Gordon__Gekko het volgende:
    Aangezien hier nogal wat geniën zitten, nog maar één:

    1. Printed text of 10pt font size has a approximately a spatial frequency of 1 cycle per mm.
    a. How far away can one hold the text so that it is just readable given that the contrast between text and paper is 0.1?
    Ik heb dit nog nooit gedaan, maar heb je een formule die contrast en b.v. hoek (want ik vermoed dat het daar op neerkomt) relateert?
    boyvmaandag 12 oktober 2009 @ 17:29
    quote:
    Op maandag 12 oktober 2009 12:38 schreef poesemuis het volgende:
    Scheikundig vraagje:

    12,0 g propaangas
    bereken hoeveel dm3 12,0 g propaan is.

    dan zou ik denken, mol uitrekenen en via het molair volume, maar er zijn geen gegevens over de temp en de druk. En mijn antwoordenboekje gaat zomaar ineens via de dichtheid van propaangas? mag dat zomaar? als ik het via het molair volume bereken, krijg ik er ook wat anders uit.
    Hoort er verder geen 'verhaaltje' bij? Anders gewoon de dichtheid uit de binas nemen.

    Als je nog wat meer info hebt zou je deze kunnen gebruiken;

    poesemuisdinsdag 13 oktober 2009 @ 14:01
    quote:
    Op maandag 12 oktober 2009 13:54 schreef Iblis het volgende:
    De gaswet zegt pV = nRT, dus met 12,0g kun je inderdaad uitrekenen hoeveel mol het is, (molaire massa 44,1g/mol), maar zonder de temperatuur en druk kom je inderdaad nergens.

    Je kunt b.v. 0°C en 1 atm aannemen als standaard-waarden, maar het zou ook 20°C kunnen zijn.

    Je kunt zoiets trouwens aan Wolfram-Alpha vragen, bijvoorbeeld:

    density of propane at 0°C
    density of propane at 20°C and 2 atm

    Edit: nog beter:

    12g propane at 0°C and 1 atm.

    En dan zie je dus dat het antwoord duidelijk veranderd als je temperatuur en druk verandert. Goed opgemerkt dus.
    klopt, ik heb er nog even naar gekeken en het ligt gewoon aan de opgave, er zou een temp en druk bij moeten staan.
    bamischijfdinsdag 13 oktober 2009 @ 19:00
    quote:
    Op dinsdag 13 oktober 2009 14:01 schreef poesemuis het volgende:

    [..]

    klopt, ik heb er nog even naar gekeken en het ligt gewoon aan de opgave, er zou een temp en druk bij moeten staan.
    Weet je zeker dat je geen 'dichtheidstabelletje' hebt wat je mag (moet) gebruiken?

    Als het volume van iets weet, en de dichtheid, kan je het gewicht berekenen. Terugrekenen zou ook moeten kunnen en dan heb je dus geen gegeven temp en druk nodig. Ik heb alleen vanaf de derde geen sk meer gehad, maar heb toevallig laatst nog iemand geholpen met dit soort opgaves. Die waren alleen dus 'andersom'.
    Iblisdinsdag 13 oktober 2009 @ 19:09
    quote:
    Op dinsdag 13 oktober 2009 19:00 schreef bamischijf het volgende:

    [..]

    Weet je zeker dat je geen 'dichtheidstabelletje' hebt wat je mag (moet) gebruiken?

    Als het volume van iets weet, en de dichtheid, kan je het gewicht berekenen. Terugrekenen zou ook moeten kunnen en dan heb je dus geen gegeven temp en druk nodig. Ik heb alleen vanaf de derde geen sk meer gehad, maar heb toevallig laatst nog iemand geholpen met dit soort opgaves. Die waren alleen dus 'andersom'.
    Maar op zich is dat dichtheidstabelletje alleen zinnig als je weet wat temperatuur en druk zijn. De dichtheid van propaan is alleen zinnig om over te spreken bij een bepaalde temperatuur en druk. Ik snap wel wat jij bedoelt, maar eigenlijk is dat best een slechte manier (naar mijn mening) van vragen.
    Gordon__Gekkodinsdag 13 oktober 2009 @ 19:31
    Vraagje:

    A beamer normally projects its image on a white screen so that all colours appear normal. Suppose that the screen is made of fully saturated yellow paper i.e. it reflects only the middle and long wavelength parts of the spectrum.
    a. What kind of colour mixing is this? (subtractive mexture of additive mixture)
    b. Indicate which colours can be made by the beamer under these circumstances.
    Iblisdinsdag 13 oktober 2009 @ 19:40
    Ik zou zeggen substractive. Als je alleen geel ziet betekent dat dat blauw geabsorbeerd wordt.


    Bron: Wikimedia Commons. Maker: SharkD. Publiek Domein.

    Immers er wordt het hele spectrum op geprojecteerd (een beamer is normaliter additive zou ik zeggen).

    Je kunt dus alles maken waar geen blauw in zit, dat wordt in feite geabsorbeerd door het papier.

    Maar goed, ik steek m’n hand er niet voor in het vuur.
    Gordon__Gekkodinsdag 13 oktober 2009 @ 21:02
    Waarom alleen blauw dan? En hoe kom jij uerhaupt op blauw, omdat die een korte golflengte heeft?
    Iblisdinsdag 13 oktober 2009 @ 21:10
    quote:
    Op dinsdag 13 oktober 2009 21:02 schreef Gordon__Gekko het volgende:
    Waarom alleen blauw dan? En hoe kom jij uerhaupt op blauw, omdat die een korte golflengte heeft?
    Omdat die beamer, als deze wit uitzendt in feite rood + groen + blauw uitzendt (additief model), maar dat gele papier absorbeert dus het blauwe (m.a.w. het weerkaatst alleen rood & groen), en dus ziet het er geel uit, ook al projecteer je er wit op.

    Dat blijkt uit dat plaatje, als je de blauwe component weghaalt uit wit licht, dan houd je geel licht over.
    Gordon__Gekkodinsdag 13 oktober 2009 @ 21:27
    Oke dat is duidelijk, hartstikke bedankt!
    Diaboxzondag 18 oktober 2009 @ 14:36
    Vraagje over programmatuur (programma algebra)
    In het boek wordt gezegd dat PGA8 het volgende is:
    X = u1;...;un;(v1;....;vm+1)w
    -->
    #n + m + k + 2; X = #n + k + 1; X

    Mijn vraag, waar komt die 'k' vandaan, waar komt die 2 vandaan, en waarom verdwijnt die 'm' na het '=' teken en warom wordt die '2' na het '=' teken een '1'? En waarom wordt 'X' opeens onderdeel van de functie terwijl het hiervoor 'X=...' was?
    08gnoT.zondag 18 oktober 2009 @ 16:39
    N00bvraag over scheikunde:

    Hoeveel mol CH3COOH is opgelost in 100ml 1,0 molair azijnzuuroplossing? Dat is toch gewoon 0,1?
    GlowMousezondag 18 oktober 2009 @ 16:42
    juist
    08gnoT.zondag 18 oktober 2009 @ 16:45
    En ik maar moeilijk doen wat ze nu bedoelden Blijkbaar makkelijker dan ik dacht. Thanks.
    Ibliszondag 18 oktober 2009 @ 16:49
    quote:
    Op zondag 18 oktober 2009 14:36 schreef Diabox het volgende:
    Vraagje over programmatuur (programma algebra)
    In het boek wordt gezegd dat PGA8 het volgende is:
    X = u1;...;un;(v1;....;vm+1)w
    -->
    #n + m + k + 2; X = #n + k + 1; X

    Mijn vraag, waar komt die 'k' vandaan, waar komt die 2 vandaan, en waarom verdwijnt die 'm' na het '=' teken en warom wordt die '2' na het '=' teken een '1'? En waarom wordt 'X' opeens onderdeel van de functie terwijl het hiervoor 'X=...' was?
    Oei, deze programma algebra ken ik echt niet specifiek, die zijn ook niet superalgemeen. Dus ik denk dat je of toevallig een student moet treffen die dit ook gebruikt, of dat je iets meer context moet geven (maar dan nog garandeer ik niets).
    Diaboxzondag 18 oktober 2009 @ 17:02
    Eh komt ie:
    xw betekent dat instructie x steeds wordt herhaald, dit komt door de w, dit betekent repetent, alles wat hierna komt wordt niet uitgevoerd.
    xw;y = xw, aangezien x steeds wordt herhaalt, y wordt nooit uitgevoerd.

    #x is een jumper, waarbij x staat naar de hoeveelste instructie vanaf de jumper zelf springt.
    #2;a;b;c
    In dit geval slaat ie a; dus over en wordt b uitgevoerd en vervolgens c, het programma vervalt hierna in inactie.
    #2;a;#3;b;c;d;e;
    In dit geval springt ie naar #3, en deze springt vervolgens weer naar d, d wordt dus uitgevoerd en vervolgens e, het programma vervalt hierna in inactie. (de instructies a, b en c worden dus Niet uitgevoerd).

    De haakjes werken als volgt:
    a;b;(c;#3;d;e)w
    Eerst wordt a uitgevoerd, vervolgens b, vervolgens c, vervolgens komt ie op de jump 3, deze springt weer naar c (hij springt over d en e heen), en vervolgens wordt weer jump 3 uitgevoerd.
    Bij:
    a;b;c;#3;d;e zou de jump 3 ervoor zorgen dat "uit" het programma wordt gesprongen en verandert de status in "inactie", er gebeurt niks meer.

    PGA staat afgekort voor programma algebra, het zijn dus "methodes" om de functie verkort te herschrijven.

    Sub-vraag: Wat heb ik in godsnaam aan dit vak?

    [ Bericht 4% gewijzigd door Diabox op 18-10-2009 17:23:18 ]
    Ibliszondag 18 oktober 2009 @ 17:33
    Ik kan de vraag nog steeds niet beantwoorden, wat je eraan hebt, je leert op een formele manier redeneren over computerprogramma’s.

    Dat is in enkele disciplines van de informatica van belang, met name als het om theoretische verificatie gaat. D.w.z. van te voren kunnen bewijzen dat een programma aan de specificatie voldoet.

    En dat is weer nuttig als je software of protocollen ontwerpt die echt niet mis mogen gaan. Het is een beetje lullig als je Pluto Voyager ter hoogte van Neptunus een bug blijkt te hebben, maar je kunt niemand erlangs sturen; of medische apparatuur die net even niet goed werkt.

    Maar überhaupt word je zo wel een beetje geconditioneerd in het nadenken over software wat ook bij het coden ‘voor alledag’ van pas kan komen.
    AlchemistOfSorrowszondag 18 oktober 2009 @ 19:30
    Vraagje over vervolgopleidingen:
    Ik ben van plan Technische Informatica te gaan studeren na mijn examens, maar vroeg me af of dit vergelijkbaar is met Computer Science in Amerika/Engeland.
    Dracula188maandag 19 oktober 2009 @ 15:18
    quote:
    Op zondag 18 oktober 2009 19:30 schreef AlchemistOfSorrows het volgende:
    Vraagje over vervolgopleidingen:
    Ik ben van plan Technische Informatica te gaan studeren na mijn examens, maar vroeg me af of dit vergelijkbaar is met Computer Science in Amerika/Engeland.
    TI heeft veel verschillende richtingen namelijk: Industriële automatisering (PLC's), embedded devices, netwerken (denk in de richting van Cisco CCNA/CCNP, etc), algoritmes. TI zit dus tussen Informatica en Elektrotechniek aan. Informatica richt zich meestal op Software Engineering.
    Binnen de master van Computer Science heb je ook weer verschillende richtingen; software engineering, algoritmes, computer graphics.
    Zoek ook even naar Computer Engineering richt zich nl net als TI beter op I en TI. Denk dat dat beter aansluit op TI (CS lijkt beter aan te sluiten op computers, Informatica).


    Nog een vraagje: Hoe moet ik de multipliciteiten van een klassediagram precies lezen?


    Er staat bij Vehicle * (0 of meer) en bij Owner een 1
    Staat er dan: '1 owner heeft 0 of meer vehicles'?
    (Zoja, hoe kan een eigenaar dan 0 vehicles hebben, dan is het toch geen owner maar een persoon?)
    OF
    '0 of meer vehicles hebben 1 owner' ?
    (Zoja, hoe kan er dan 0 vehicles zijn en 1 owner?)

    [ Bericht 21% gewijzigd door Dracula188 op 19-10-2009 15:26:28 ]
    Iblismaandag 19 oktober 2009 @ 15:37
    quote:
    Op zondag 18 oktober 2009 19:30 schreef AlchemistOfSorrows het volgende:
    Vraagje over vervolgopleidingen:
    Ik ben van plan Technische Informatica te gaan studeren na mijn examens, maar vroeg me af of dit vergelijkbaar is met Computer Science in Amerika/Engeland.
    HBO of WO? TI aan het WO is de officiële naam van de Informatica opleidingen in Eindhoven, Delft en Twente – dacht ik. Maar daar hangt het ook heel erg van je richting af uiteindelijk.

    Uiteindelijk kun je daar ook heel erg een kant van taalverwerking, of juist van software-ontwerp, of van programma-verificatie opgaan en zo de Elektrotechniek kant nagenoeg laten liggen.

    Natuurlijk kan de electrotechniek kant wel als je wilt, maar je komt er tijdens je studie wel achter wat je ligt en wat je leuk vindt.

    En wat je doet hangt er ook een beetje vanaf hoe erg het overeenkomt. Als je echt het verschil in opleidingen wilt zien, moet je eigenlijk naar de leerstoelen kijken, maar het nadeel is dat je dat nog niet zoveel zegt als je het nog niet studeert. Maar sommige universiteiten zijn sterker in graphics, andren in software-engineering, andere in verificatie, andere in taalverwerking, enz.
    Iblismaandag 19 oktober 2009 @ 15:43
    quote:
    Op maandag 19 oktober 2009 15:18 schreef Dracula188 het volgende:

    Nog een vraagje: Hoe moet ik de multipliciteiten van een klassediagram precies lezen?
    [ afbeelding ]

    Er staat bij Vehicle * (0 of meer) en bij Owner een 1
    Staat er dan: '1 owner heeft 0 of meer vehicles'?
    (Zoja, hoe kan een eigenaar dan 0 vehicles hebben, dan is het toch geen owner maar een persoon?)
    OF
    '0 of meer vehicles hebben 1 owner' ?
    (Zoja, hoe kan er dan 0 vehicles zijn en 1 owner?)
    Doorgaans is * 0 of meer, maar er zijn tig methodes en tig notaties, dus verbaas je niet als het hier 1 of meer betekent.

    Je leest het als: Bij elke owner horen 0 of meer vehicles, en elk vehicle heeft (precies) 1 owner.

    Je opmerking is op zich terecht, dat je zonder vehicles niet echt een owner bent. Maar ja, het kan natuurlijk dat door verkoop e.d. een persoon (tijdelijk) geen vehicle heeft en je toch die persoon in je systeem wilt houden. Of bedenk maar wat. Maar wat bedenken is altijd een goede reden bij zulke specificaties als het niet uitkomt.
    boyvmaandag 19 oktober 2009 @ 16:24
    Computer Science = WO Computerwetenschappen lijkt mij?
    AlchemistOfSorrowsmaandag 19 oktober 2009 @ 17:52
    quote:
    Op maandag 19 oktober 2009 15:37 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    HBO of WO? TI aan het WO is de officiële naam van de Informatica opleidingen in Eindhoven, Delft en Twente – dacht ik. Maar daar hangt het ook heel erg van je richting af uiteindelijk.

    Uiteindelijk kun je daar ook heel erg een kant van taalverwerking, of juist van software-ontwerp, of van programma-verificatie opgaan en zo de Elektrotechniek kant nagenoeg laten liggen.

    Natuurlijk kan de electrotechniek kant wel als je wilt, maar je komt er tijdens je studie wel achter wat je ligt en wat je leuk vindt.

    En wat je doet hangt er ook een beetje vanaf hoe erg het overeenkomt. Als je echt het verschil in opleidingen wilt zien, moet je eigenlijk naar de leerstoelen kijken, maar het nadeel is dat je dat nog niet zoveel zegt als je het nog niet studeert. Maar sommige universiteiten zijn sterker in graphics, andren in software-engineering, andere in verificatie, andere in taalverwerking, enz.
    WO Inderdaad ja, in Eindhoven heet het idd Technische Informatica.
    De reden voor mijn vraag was ook eigenlijk dat ik eens bij de vacatures van Bethsoft keek, en dat als je daar als game programmer wilt werken dat je dan Comp. Science moet hebben gestudeerd, lijkt me ook wel een leuke baan.
    Iblismaandag 19 oktober 2009 @ 18:36
    Volgens mij heten de meeste master-opleidingen wel Computer Science, ook aan de Technische Universiteiten. Je komt nu toch in een Bachelor-Masterprogramma.
    Gordon__Gekkowoensdag 21 oktober 2009 @ 11:52
    Heb een vraagje waar ik niet uitkom:

    A stereodisplay with shutterglasses is used to show a dot in 3D. The halfimages are shown in such a way that the dot appears to float straight ahead and 1 cm behind the display. The display is located in the frontoparallel plane at 50cm from the observer. The observer fixates the dot.

    b) How is each halfimage of a dot – qaulitatively speaking - displaced on the display so that the dot appears to float behind the display?

    Iemand een idee. Ik snap niet echt in welke richting ik moet denken...
    GlowMousewoensdag 21 oktober 2009 @ 12:06
    Het is duidelijk dat die dot heen en weer springt. Volgens mij moet je zeggen wanneer hij rechts en wanneer hij links zit.
    Gordon__Gekkowoensdag 21 oktober 2009 @ 12:16
    Waar maak jij uit op dat hij heen en weer springt?
    Diaboxwoensdag 21 oktober 2009 @ 20:02
    Wat is het decimale bereik, in het geval van two's complement code, van een 1-bits getal?

    Ik dacht zelf aan -1 en 0, maar ik weet 't niet zeker.
    GlowMousewoensdag 21 oktober 2009 @ 20:08
    quote:
    Op woensdag 21 oktober 2009 12:16 schreef Gordon__Gekko het volgende:
    Waar maak jij uit op dat hij heen en weer springt?
    Als hij stil zou staan dan zien beide ogen hetzelfde en zit hij precies op het scherm.
    Ibliswoensdag 21 oktober 2009 @ 20:13
    quote:
    Op woensdag 21 oktober 2009 20:02 schreef Diabox het volgende:
    Wat is het decimale bereik, in het geval van two's complement code, van een 1-bits getal?

    Ik dacht zelf aan -1 en 0, maar ik weet 't niet zeker.
    Klopt. Dan is de eerste bit ook de signbit, en die geeft -1 aan. (Je kunt het wel formeel terugrekenen overigens.)
    Diaboxwoensdag 21 oktober 2009 @ 23:21
    Hoe maak ik een optelschakeling waarmee drie getallen van twee-bits kunnen worden opgeteld? (Met behulp van full adders).

    Met twee getallen van x-bits weet ik het wel (aangezien een full adder 3 ingangen heeft, 2 voor beide bitjes en 1 voor de carry van de vorige, dus dan is het niet zo moeilijk).
    Ibliswoensdag 21 oktober 2009 @ 23:34
    Eerst de eerste twee eens optellen en dan die derde erbij?
    Diaboxdonderdag 22 oktober 2009 @ 00:26
    Dus zeg maar 3 ingangen, a0, a1, a2

    a0 en a1 verbinden met 'n halfadder, en die vervolgens ook weer verbinden met een halfadder samen met a2, vervolgens 'n full adder waaraan deze 2 halfadders zijn gekoppeld, en dan idem voor de tweede bit, en dan deze 2 full adders weer koppelen aan een 3e fulladder, en voila? Denk dat ik goed zit zo, bedankt ovor de tip, dat ik daar zelf niet bij op kwam..
    wahtdonderdag 22 oktober 2009 @ 05:00
    Dus ik heb een graaf met een bepaald aantal knopen en takken. Ik wil met Maple berekenen hoeveel paden (van een bepaalde lengte) er zijn om van de beginknoop naar de eindknoop te komen.

    Ik heb tot op heden geen enkele ervaring met Maple en grafen maar tot nu toe wel de graaf en de nabuurmatrix weten te krijgen in Maple. Rest alleen nog de matrix Gx... (met x dus de lengte van het pad)...

    Iemand die mij in de juiste richting kan wijzen?
    Iblisdonderdag 22 oktober 2009 @ 09:21
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 00:26 schreef Diabox het volgende:
    Dus zeg maar 3 ingangen, a0, a1, a2

    a0 en a1 verbinden met 'n halfadder, en die vervolgens ook weer verbinden met een halfadder samen met a2, vervolgens 'n full adder waaraan deze 2 halfadders zijn gekoppeld, en dan idem voor de tweede bit, en dan deze 2 full adders weer koppelen aan een 3e fulladder, en voila? Denk dat ik goed zit zo, bedankt ovor de tip, dat ik daar zelf niet bij op kwam..
    Bedenk wel dat de maximale waarde van een 2-bits getal 112 is, of wel 310. 3 + 3 + 3 = 9, en 910 = 10012. Je uitvoer is dus mogelijk vier bits.

    Je beschrijving maakt het me niet helemaal duidelijk, want ik heb toch het gevoel dat de carry van de eerste bits niet echt bij de tweede bits terechtkomt zoals jij het beschrijft. Maar goed, zoiets moet je eigenlijk tekenen… (en dat is veel werk).
    Iblisdonderdag 22 oktober 2009 @ 09:29
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 05:00 schreef waht het volgende:
    Dus ik heb een graaf met een bepaald aantal knopen en takken. Ik wil met Maple berekenen hoeveel paden (van een bepaalde lengte) er zijn om van de beginknoop naar de eindknoop te komen.

    Ik heb tot op heden geen enkele ervaring met Maple en grafen maar tot nu toe wel de graaf en de nabuurmatrix weten te krijgen in Maple. Rest alleen nog de matrix Gx... (met x dus de lengte van het pad)...

    Iemand die mij in de juiste richting kan wijzen?
    Maple kan gewoon machtsverheffen, als ik het me goed herinner door b.v. G^4 in te typen, eventueel een evalm(G^4). Dit heb ik nooit met Maple gedaan echter.

    [ Bericht 1% gewijzigd door Iblis op 22-10-2009 12:26:38 ]
    Diaboxdonderdag 22 oktober 2009 @ 12:12
    Maar even 'n schakeling gebouwd:


    Nu stond er in de opdracht: Implementeer de schakeling met full adders, maar ik maak ook gebruik van half adders.. En ik moest uiteraard het aantal full adders minimaliseren, kan dit beter?
    Iblisdonderdag 22 oktober 2009 @ 12:47
    Je diagram is niet zo duidelijk, omdat niet precies duidelijk is wat de meest en minst-significante bit is. Als je de minst-significante bits in de full-adder boven stopt, dan gaat het goed volgens mij. Want dan heb je inderdaad voor de tweede bit in feite 4 inputs (van a0, a1, en a2 + de carry van de eerste bit).

    Als je moet minimaliseren naar full-adders zou ik overigens eerst alle minst significante bits in een full-adder stoppen, en alle meest significante. Dan heb je 4 outputs dus (2 van elke full-adder).

    En die zou ik dan m.b.v. half-adders optellen.

    Mijn schema: (S is som-uitgang, C is carry-uitgang, L0 is minst signifcante bit van het antwoord, L3 meest):

    1
    2
    3
    4
    5
    6
    7
    8
    9
    10
    11
    12
           
                 S
    a0_0-->|Full|-------------------------> L_0
    a1_0-->|Add |C             S
    a2_0-->|    |------->|Half|-----------> L_1
                 S       |Add |C
    a0_1-->|Full|------->|    |-+
    a1_1-->|Add |C          +---+
    a2_1-->|    |-----+     |         S
                      |     +-->|Half|----> L_2
                      |         |Add |C
                      +-------->|    |----> L_3
    Iblisdonderdag 22 oktober 2009 @ 12:50
    Die half-adders kom je volgens mij niet echt onderuit... ja, je kunt ze vervangen door fulls met 0 op de carry, maar dat maakt niett zoveel uit natuurlijk. Je hebt uiteindelijk 4 uitgangen nodig waar je wat mee doet omdat er 4 bits zijn. En die vier krijg je pas met nog twee adders.
    wahtdonderdag 22 oktober 2009 @ 14:59
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 09:29 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Maple kan gewoon machtsverheffen, als ik het me goed herinner door b.v. G^4 in te typen, eventueel een evalm(G^4). Dit heb ik nooit met Maple gedaan echter.
    Dat kan inderdaad, bedankt.
    poesemuisdonderdag 22 oktober 2009 @ 15:30
    een klein natuurkundig vraagje: als een druppel valt heb je zwaartekracht Fz die erop werkt en wrijvingskracht Fw. Fz werkt omlaag, zorgt voor neerwaartse beweging, en Fw werkt omhoog, zorgt voor omhoog stuwende beweging.
    alleen nu zegt mijn antwoordenboekje dat beide krachten even groot zijn, maar dat vind ik vreemd, want de druppel beweegt zich toch naar beneden, dus dan is de Fz toch groter dan de Fw?
    Iblisdonderdag 22 oktober 2009 @ 15:37
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 15:30 schreef poesemuis het volgende:
    een klein natuurkundig vraagje: als een druppel valt heb je zwaartekracht Fz die erop werkt en wrijvingskracht Fw. Fz werkt omlaag, zorgt voor neerwaartse beweging, en Fw werkt omhoog, zorgt voor omhoog stuwende beweging.
    alleen nu zegt mijn antwoordenboekje dat beide krachten even groot zijn, maar dat vind ik vreemd, want de druppel beweegt zich toch naar beneden, dus dan is de Fz toch groter dan de Fw?
    Ja, en nee. In het begin, als de druppel net valt, is Fz groter dan Fw, en versnelt de druppel. Hoe langer de druppel echter versnelt, en hoe harder deze gaat, hoe groter Fw wordt.

    Wat jouw boek bedoelt is dat op een gegeven moment de druppel niet meer versnelt, de krachten die erop werken zijn netto 0, en iets waar geen krachten op werken ‘gaat in een eenparige rechtlijnige beweging’. Zou Fz immers nog steeds groter zijn dan Fw, dan zou volgens F=ma gelden dat a > 0 en zou de druppel alsmaar harder gaan. En harder, en harder. Dat gebeurt niet, de druppel blijft op een gegeven moment met vaste snelheid vallen.

    Hetzelfde is als je op je fiets zit: Als je eenmaal fietst, en je versnelt niet meer, dan is de som van de krachten ook 0. Jij fietst zelf vooruit, en stopt daar precies genoeg kracht in om rol- en luchtweerstand te overwinnen, zodat je vertraagt, noch versnelt.

    [ Bericht 0% gewijzigd door Iblis op 22-10-2009 15:47:49 ]
    poesemuisdonderdag 22 oktober 2009 @ 15:43
    quote:
    Op donderdag 22 oktober 2009 15:37 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    aha dankjewel, het is dus maar hoe je het bekijkt
    rombertvrijdag 23 oktober 2009 @ 19:29
    Hallo,

    Ik heb een probleem met mijn profiel werkstuk, ik kon niet echt een topic vinden over je profiel werkstuk dus hoop ik dat ik hier juist zit. Ik houd namelijk mijn werkstuk over de invloed van antitranspirante deodorant op de zweetbacterien. Ik heb het onderzoek al voltooid alleen heb ik nergens informatie kunnen vinden over deze zweetbacterien. Dus vroeg ik me af of iemand hier iets weet over de metabolismen die plaatsvinden in deze bacterien en welke bacterien het precies zijn.
    Ik heb echt overal al gezocht maar heb nergens iets kunnen vinden.
    Heeft iemand misschien een idee waar ik kan zoeken of weten jullie iets? (ik ben al in de bieb geweest)
    oompaloompavrijdag 23 oktober 2009 @ 22:56
    http://en.wikipedia.org/wiki/Body_odor ?
    hmm daar staat het ook niet bij... wat vreemd.
    IkBenOzandinsdag 27 oktober 2009 @ 19:47
    Ma mère a une petite Renault, que/qui je peux emprunter

    que of qui?
    boyvdinsdag 27 oktober 2009 @ 19:50
    is dat wiskunde, natuurkunde of scheikunde
    Iblisdinsdag 27 oktober 2009 @ 19:52
    quote:
    Op dinsdag 27 oktober 2009 19:47 schreef IkBenOzan het volgende:
    Ma mère a une petite Renault, que/qui je peux emprunter

    que of qui?
    [Alfa] Huiswerk- en vragentopic
    Meursaultwoensdag 28 oktober 2009 @ 11:39
    Even een basis vraagje.
    quote:
    Elektromagnetische straling is de voortplanting door de ruimte van elektrische en magnetische oscillaties (trillingen). Licht is een vorm van elektromagnetische straling. Alle soorten elektromagnetische straling hebben in het vacuüm een snelheid gelijk aan de lichtsnelheid.
    Radiogolven zijn een vorm van elektromagnetische straling. Dus ze hebben in een vacuum dezelfde snelheid als dat van licht. Maar hoe zit dat in niet vacuum? Hebben de verschillende stralingen dan nog steeds dezelfde snelheid als dat van licht in die substantie?

    De snelheid van het licht is door lucht gelijk aan 299792458 m/s, right? Dus radiogolven bewegen met dezelfde snelheid?
    horned_reaperwoensdag 28 oktober 2009 @ 17:55
    Ik loop even vast met mijn chemie opgaven.
    Er wordt mij gevraagd om een specifiekatielijst samen te stellen van een bepaald molecuul.

    nu is mijn lijst als volgt.
    Lijst 1:
    A = SP2
    B = SP2
    C = SP3
    D = SP1
    E = SP1

    Lijst 2:
    1 = 1S - SP3 (Sygma)
    2 = SP2 (N)
    3 = SP2 (N)
    4 = 2P - 2P
    5 = SP2 - SP2
    6 = SP2 - SP3
    7 = SP3 (N)
    8 = SP3 (N)
    9 = SP3 - SP1
    10 = ?
    11 = ?
    12 = ?
    13 = SP1 (N)

    Nummer 10, 11 en 12 zijn een drievoudige binding tussen een C en een N element....
    En in eerste instantie zou ik dat gewoon zeggen, SP1 - SP1 bij alle drie.
    Maar dat schijnt niet op te gaan...
    Want stel dat het een tweevoudige binding zou zijn dan was het:
    1 = SP2 - SP2
    2 = 2P - 2P

    Dus nu vraag ik me af hoe het moet worden bij die drievoudige binding
    horned_reaperwoensdag 28 oktober 2009 @ 21:32
    Help ?
    lyolyrcdonderdag 29 oktober 2009 @ 12:17
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 17:55 schreef horned_reaper het volgende:
    Ik loop even vast met mijn chemie opgaven.
    Er wordt mij gevraagd om een specifiekatielijst samen te stellen van een bepaald molecuul.

    nu is mijn lijst als volgt.
    Lijst 1:
    A = SP2
    B = SP2
    C = SP3
    D = SP1
    E = SP1

    Lijst 2:
    1 = 1S - SP3 (Sygma)
    2 = SP2 (N)
    3 = SP2 (N)
    4 = 2P - 2P
    5 = SP2 - SP2
    6 = SP2 - SP3
    7 = SP3 (N)
    8 = SP3 (N)
    9 = SP3 - SP1
    10 = ?
    11 = ?
    12 = ?
    13 = SP1 (N)

    Nummer 10, 11 en 12 zijn een drievoudige binding tussen een C en een N element....
    En in eerste instantie zou ik dat gewoon zeggen, SP1 - SP1 bij alle drie.
    Maar dat schijnt niet op te gaan...
    Want stel dat het een tweevoudige binding zou zijn dan was het:
    1 = SP2 - SP2
    2 = 2P - 2P

    Dus nu vraag ik me af hoe het moet worden bij die drievoudige binding
    Ik begrijp dat je in een molecuul een hybridisatietoestand moet toekennen aan de verschillende atomen en dat je vervolgens daaruit het soort binding tussen de atomen moet afleiden. Correct?

    Hoe dan ook, een drievoudige binding bestaat uit één sigma-binding en twee pi-bindingen. Overlap van twee sp-orbitalen geeft een sigma-binding. Overlap van twee p-orbitalen geeft een pi-binding. Haaks daarop zijn er nog twee p-orbitalen, waarvan de overlap nog een pi-binding geeft.

    Je hebt dus:
    sp - sp
    p - p (of duidelijker: px - px)
    p - p (of duidelijker: py - py)

    Nog een paar opmerkingen: orbitalen worden geschreven met kleine letters, dus 's' in plaats van 'S'. En het is ook gebruikelijk om 'sp' te schrijven in plaats van 'sp1'.
    horned_reaperdonderdag 29 oktober 2009 @ 19:06
    quote:
    Op donderdag 29 oktober 2009 12:17 schreef lyolyrc het volgende:

    [..]

    Ik begrijp dat je in een molecuul een hybridisatietoestand moet toekennen aan de verschillende atomen en dat je vervolgens daaruit het soort binding tussen de atomen moet afleiden. Correct?

    Hoe dan ook, een drievoudige binding bestaat uit één sigma-binding en twee pi-bindingen. Overlap van twee sp-orbitalen geeft een sigma-binding. Overlap van twee p-orbitalen geeft een pi-binding. Haaks daarop zijn er nog twee p-orbitalen, waarvan de overlap nog een pi-binding geeft.

    Je hebt dus:
    sp - sp
    p - p (of duidelijker: px - px)
    p - p (of duidelijker: py - py)

    Nog een paar opmerkingen: orbitalen worden geschreven met kleine letters, dus 's' in plaats van 'S'. En het is ook gebruikelijk om 'sp' te schrijven in plaats van 'sp1'.
    Bedankt voor de hulp ! het was voor mij idd niet duidelijk of je nu 1 of 2 sigma bindingen moest gebruiken.
    En bedankt voor onderstaande tips!
    GoodGawdzondag 1 november 2009 @ 23:24


    Kan iemand me in woorden uitleggen wat ze nou eigenlijk doen daar waar de pijl staat.

    En kan iemand uitleggen hoe ze aan dat ding boven de deelstreep komen?


    (het komt van de formule a = v^2 / ro in ieder geval, in dit geval is de formule wat omgedraaid)

    [ Bericht 0% gewijzigd door GoodGawd op 01-11-2009 23:31:42 ]
    Ibliszondag 1 november 2009 @ 23:54
    Die | is ‘geëvalueerd voor’, m.a.w. dy/dx = 0,8x geeft, als je x=5 km invult 4. En wat boven die deelstreep betreft, gezien de eenheden is dat een afstand, en het doet me ergens denken aan de lengte van een stuk van een parabool, dus heeft het daar iets mee van doen?
    Lyrebirdmaandag 2 november 2009 @ 07:04
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 11:39 schreef Meursault het volgende:
    Even een basis vraagje.
    [..]

    Radiogolven zijn een vorm van elektromagnetische straling. Dus ze hebben in een vacuum dezelfde snelheid als dat van licht. Maar hoe zit dat in niet vacuum? Hebben de verschillende stralingen dan nog steeds dezelfde snelheid als dat van licht in die substantie?

    De snelheid van het licht is door lucht gelijk aan 299792458 m/s, right? Dus radiogolven bewegen met dezelfde snelheid?
    De brekingsindex n is voor blauw licht in lucht bijna hetzelfde als voor rood licht in lucht. Bijna hetzelfde, maar niet helemaal. Langere golven zoals radiogolven zullen dus ook bijna dezelfde brekingsindex hebben, maar dan net iets lager. Op deze webpagina kun je een beetje met de getallen spelen: http://emtoolbox.nist.gov/Wavelength/Edlen.asp

    Als je bijvoorbeeld 400 nm met 1600 nm vergelijkt, dan blijkt de brekingsindex van 1600 nm net iets lager te zijn (1.000268116 vs. 1.000277516). Dat betekent dus dat langergolviger licht zich net iets sneller verplaatst.
    GoodGawdmaandag 2 november 2009 @ 09:48



    Hoe lossen zie die vergelijkingen op ik snap er geen hout van
    Lyrebirdmaandag 2 november 2009 @ 10:00
    Ah, een klassieker!
    Iblismaandag 2 november 2009 @ 10:20
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 09:48 schreef GoodGawd het volgende:
    [ afbeelding ]


    Hoe lossen zie die vergelijkingen op ik snap er geen hout van
    Je hebt twee krachten vergelijkingen, waarvoor geldt dat de som 0 is, zowel de horizontale als verticale componenten. Die los je op, er moet gelden P = T (waarom ze daar verschillende letters gebruiken is me niet duidelijk, maar dat is de enige zinnige interpretatie lijkt me als je naar de tekeningen kijkt).

    2 vergelijkingen, 2 onbekenden. Dat oplossen is echter niet zo boeiend, als je maar ziet hoe ze ze maken.
    Ripariusmaandag 2 november 2009 @ 10:34
    quote:
    Op zondag 1 november 2009 23:24 schreef GoodGawd het volgende:
    [ afbeelding ]

    Kan iemand me in woorden uitleggen wat ze nou eigenlijk doen daar waar de pijl staat.

    En kan iemand uitleggen hoe ze aan dat ding boven de deelstreep komen?


    (het komt van de formule a = v^2 / ro in ieder geval, in dit geval is de formule wat omgedraaid)
    Dit is best lastig. De versnelling a van het vliegtuig in punt A kun je je samengesteld denken uit een tangentiale component at en een radiale component ar die apart worden berekend. Daartoe wordt eerst de kromtestraal ρ van de parabool in A bepaald. Maar ik heb het idee dat je hier nog helemaal niet klaar voor bent.
    GoodGawdmaandag 2 november 2009 @ 10:37
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 10:20 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Je hebt twee krachten vergelijkingen, waarvoor geldt dat de som 0 is, zowel de horizontale als verticale componenten. Die los je op, er moet gelden P = T (waarom ze daar verschillende letters gebruiken is me niet duidelijk, maar dat is de enige zinnige interpretatie lijkt me als je naar de tekeningen kijkt).

    2 vergelijkingen, 2 onbekenden. Dat oplossen is echter niet zo boeiend, als je maar ziet hoe ze ze maken.

    Okay dus P = T ik vond het maar raar merci
    Iblismaandag 2 november 2009 @ 10:42
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 10:37 schreef GoodGawd het volgende:

    [..]

    Okay dus P = T ik vond het maar raar merci
    Nou ja, dat baseer ik vooral op hoe ik dat krachtensysteem zou opstellen gegeven de tekeningen. En dan komt het uit. Maar daarom ook: het is natuurlijk veel belangrijker om te zien wat wat is. Want die eerste vergelijking zegt dat de normaalkracht + de zwaartekracht + de verticale component van de trekkracht = 0 moet zijn. En als je dat invult kom je vanzelf op N + T sin(20°) - 80g.
    Gebraden_Wombatmaandag 2 november 2009 @ 12:30
    -edit- Er zijn meer pagina's dan 1
    Meursaultmaandag 2 november 2009 @ 12:40
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 07:04 schreef Lyrebird het volgende:

    [..]

    De brekingsindex n is voor blauw licht in lucht bijna hetzelfde als voor rood licht in lucht. Bijna hetzelfde, maar niet helemaal. Langere golven zoals radiogolven zullen dus ook bijna dezelfde brekingsindex hebben, maar dan net iets lager. Op deze webpagina kun je een beetje met de getallen spelen: http://emtoolbox.nist.gov/Wavelength/Edlen.asp

    Als je bijvoorbeeld 400 nm met 1600 nm vergelijkt, dan blijkt de brekingsindex van 1600 nm net iets lager te zijn (1.000268116 vs. 1.000277516). Dat betekent dus dat langergolviger licht zich net iets sneller verplaatst.
    Bedankt.

    Dat is ons dus niet verteld. Volgens mij mogen we voor simpele berekingen met radiogolven gewoon de lichtsnelheid aanhouden.
    Gebraden_Wombatmaandag 2 november 2009 @ 12:53
    quote:
    Op woensdag 28 oktober 2009 11:39 schreef Meursault het volgende:
    Even een basis vraagje.
    [..]

    Radiogolven zijn een vorm van elektromagnetische straling. Dus ze hebben in een vacuum dezelfde snelheid als dat van licht. Maar hoe zit dat in niet vacuum? Hebben de verschillende stralingen dan nog steeds dezelfde snelheid als dat van licht in die substantie?

    De snelheid van het licht is door lucht gelijk aan 299792458 m/s, right? Dus radiogolven bewegen met dezelfde snelheid?
    Radiogolven hebben niet alleen dezelfde snelheid als licht, radiogolven zijn licht. Alleen een type licht dat mensen niet kunnen zien. Licht is elektromagnetische straling, en heeft een bepaalde golflengte. Verschillende golflengtes zien wij als verschillende kleuren.

    Bijvoorbeeld: rood licht heeft een golflengte van ongeveer 650-750 nanometer, en blauw licht ongeveer 450-500 nanometer. Zo zijn er ook kleuren die wij net niet kunnen zien, zoals ultraviolet (te korte golflengte) en infrarood (te lange golflengte).

    Radiogolven zijn ook gewoon een kleur licht, maar dan met een veel en veel langere golflengte dan wij kunnen zien, vaak meters tot honderden meters lang. Ze gaan dan ook, net zoals al het licht, met de lichtsnelheid.
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 07:04 schreef Lyrebird het volgende:

    [..]

    De brekingsindex n is voor blauw licht in lucht bijna hetzelfde als voor rood licht in lucht. Bijna hetzelfde, maar niet helemaal. Langere golven zoals radiogolven zullen dus ook bijna dezelfde brekingsindex hebben, maar dan net iets lager. Op deze webpagina kun je een beetje met de getallen spelen: http://emtoolbox.nist.gov/Wavelength/Edlen.asp

    Als je bijvoorbeeld 400 nm met 1600 nm vergelijkt, dan blijkt de brekingsindex van 1600 nm net iets lager te zijn (1.000268116 vs. 1.000277516). Dat betekent dus dat langergolviger licht zich net iets sneller verplaatst.
    Hoewel dit waar is, lijken deze kleine afwijkingen hier niet relevant.
    Lyrebirdmaandag 2 november 2009 @ 13:06
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 12:40 schreef Meursault het volgende:

    [..]

    Bedankt.

    Dat is ons dus niet verteld. Volgens mij mogen we voor simpele berekingen met radiogolven gewoon de lichtsnelheid aanhouden.
    Natuurlijk. Dit soort minimale verschillen doen er niet toe, en die vallen er soieso vaak uit als je je aan significante getallen houdt (leren ze dat tegenwoordig nog op school?). In glas of water kan het trouwens wel rap gaan, die verschillen in brekingsindex als functie van de golflengte.
    Matthijs-maandag 2 november 2009 @ 14:58
    Ik moet voor het vak ICT in Microsoft Excel werken en daarin een bepaalde formule gebruiken, maar ik heb nog niet door hoe deze formule te gebruiken.

    De situatie: persoon X krijgt 3% rente over zijn storting als die <5000 euro betrof, en 4% rente als die storting >5000 euro betrof.

    Nu gebruik ik de formule IF(5000,0.04,0.03) in cel A1 en vermenigvuldig elke storting met cel A1, in de hoop dan automatisch de juiste rente over die storting te berekenen. Maar deze formule genereert altijd 3%, of de input meer of minder dan 5000 is maakt geen verschil.

    Hoe moet ik wél invoeren?
    Johan2009maandag 2 november 2009 @ 15:00
    Beste mensen,

    Voor een vraagstuk moet ik het volgende omzetten naar een Matrix voor het uitrekeningen van 6 kansen:

    P1 = 1/3 (p2 + p4 +0)
    p2= 1/4 (p1 + p3 + p4 + 1)
    p3 = 1/3 (p2+ p5 + 0)
    p4 = 1/5 (P1 + p2 + p5 + p6 + 0)
    P5 =1/3(P6 + p4 + p3 + 0)
    P6 = 1/3(P4 + P5 + 0)

    Ik heb echter geen idee hoe ik dit kan doen. Kan iemand mij daar bij helpen?
    Iblismaandag 2 november 2009 @ 15:11
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 15:00 schreef Johan2009 het volgende:
    Beste mensen,

    Voor een vraagstuk moet ik het volgende omzetten naar een Matrix voor het uitrekeningen van 6 kansen:

    P1 = 1/3 (p2 + p4 +0)
    p2= 1/4 (p1 + p3 + p4 + 1)
    p3 = 1/3 (p2+ p5 + 0)
    p4 = 1/5 (P1 + p2 + p5 + p6 + 0)
    P5 =1/3(P6 + p4 + p3 + 0)
    P6 = 1/3(P4 + P5 + 0)

    Ik heb echter geen idee hoe ik dit kan doen. Kan iemand mij daar bij helpen?
    Ben je toevallig met Markovketens bezig?
    Iblismaandag 2 november 2009 @ 15:12
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 14:58 schreef Matthijs- het volgende:
    Ik moet voor het vak ICT in Microsoft Excel werken en daarin een bepaalde formule gebruiken, maar ik heb nog niet door hoe deze formule te gebruiken.

    De situatie: persoon X krijgt 3% rente over zijn storting als die <5000 euro betrof, en 4% rente als die storting >5000 euro betrof.

    Nu gebruik ik de formule IF(5000,0.04,0.03) in cel A1 en vermenigvuldig elke storting met cel A1, in de hoop dan automatisch de juiste rente over die storting te berekenen. Maar deze formule genereert altijd 3%, of de input meer of minder dan 5000 is maakt geen verschil.

    Hoe moet ik wél invoeren?
    In DIG loopt ergens een Excelvragentopic, daar heb je misschien sneller antwoord.
    Johan2009maandag 2 november 2009 @ 15:17
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 15:11 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Ben je toevallig met Markovketens bezig?
    Uh, ja daar heeft het wel wat van;) Die punten zijn paden van een groot pad en nu moet ik dus berekenen (met een matrix) wat de kans per punt is.
    Iblismaandag 2 november 2009 @ 15:34
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 15:17 schreef Johan2009 het volgende:

    [..]

    Uh, ja daar heeft het wel wat van;) Die punten zijn paden van een groot pad en nu moet ik dus berekenen (met een matrix) wat de kans per punt is.
    Ehm, hoe moet ik dat voor me zien? Want volgens mij moet je nu gewoon de steady-state verdeling uitrekenen, of niet?
    Johan2009maandag 2 november 2009 @ 15:41
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 15:34 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Ehm, hoe moet ik dat voor me zien? Want volgens mij moet je nu gewoon de steady-state verdeling uitrekenen, of niet?
    In de opgave staat dat het via een Matrix moet, dus ik moet eerst deze punten omzetten naar een Matrix... Hoe dat er dus uitziet weet ik niet, want ik kom dus niet verder
    Iblismaandag 2 november 2009 @ 15:46
    Nou, dan ben ik er bijna, maar ik heb nog een paar vragen, je zegt dat het kansen zijn, maar als ik even jouw vergelijkingen bekijk:
    quote:
    P1 = 1/3 (p2 + p4 +0)
    p2= 1/4 (p1 + p3 + p4 + 1)
    p3 = 1/3 (p2+ p5 + 0)
    p4 = 1/5 (P1 + p2 + p5 + p6 + 0)
    P5 =1/3(P6 + p4 + p3 + 0)
    P6 = 1/3(P4 + P5 + 0)
    Dan vraag ik me af wat die 0 precies is? M.a.w. pi is een punt neem ik aan, maar wat is 0 precies? En wat is 1? Is dat dat-ie naar zichzelf gaat? En moet het bij p5 niet 1/4 zijn?
    Johan2009maandag 2 november 2009 @ 15:50
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 15:46 schreef Iblis het volgende:
    Nou, dan ben ik er bijna, maar ik heb nog een paar vragen, je zegt dat het kansen zijn, maar als ik even jouw vergelijkingen bekijk:
    [..]

    Dan vraag ik me af wat die 0 precies is? M.a.w. pi is een punt neem ik aan, maar wat is 0 precies? En wat is 1? Is dat dat-ie naar zichzelf gaat? En moet het bij p5 niet 1/4 zijn?
    Klopt idd! P5 moet 1/4 zijn;)
    0 is in de opgave dat ie het verkeerde pad kiest zeg maar en 1 is dat ie het juist pad heeft gekozen.

    (Het gaat er namelijk om dat iemand verdwaalt in het bos en dan z'n fiets terug moet vinden. Dat kan dus via de verschillende paden).

    Btw bedankt je er mee bezig bent!
    Iblismaandag 2 november 2009 @ 16:15
    Oke, nou, dan hebben we dus een toestand ‘verdwaald’ ook wel ‘V’ genoemd en een toestand ‘fiets’ ook wel ‘F’ genoemd, dan wordt de Matrix met overgangskansen als volgt:



    Dat is, als je een Markovketen-aanpak kiest.
    Johan2009maandag 2 november 2009 @ 16:21
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 16:15 schreef Iblis het volgende:
    Oke, nou, dan hebben we dus een toestand ‘verdwaald’ ook wel ‘V’ genoemd en een toestand ‘fiets’ ook wel ‘F’ genoemd, dan wordt de Matrix met overgangskansen als volgt:

    [ afbeelding ]

    Dat is, als je een Markovketen-aanpak kiest.
    Tnx! Dit had ik nodig! Zie nu ook gelijk hoe het moet Best eenvoudig dus
    Bartmaandag 2 november 2009 @ 16:21
    tvp, eens kijken of ik ook nog wat weet
    Iblismaandag 2 november 2009 @ 16:26
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 15:12 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    In DIG loopt ergens een Excelvragentopic, daar heb je misschien sneller antwoord.
    Ik bedoel dus deze topic: [EXCEL] Het grote Excel vragen topic, #16
    Meursaultmaandag 2 november 2009 @ 17:39
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 12:53 schreef Gebraden_Wombat het volgende:

    [..]

    Radiogolven hebben niet alleen dezelfde snelheid als licht, radiogolven zijn licht. Alleen een type licht dat mensen niet kunnen zien. Licht is elektromagnetische straling, en heeft een bepaalde golflengte. Verschillende golflengtes zien wij als verschillende kleuren.
    Ja, sorry, dat wist ik. Niet helemaal juist geformuleerd.
    quote:
    Bijvoorbeeld: rood licht heeft een golflengte van ongeveer 650-750 nanometer, en blauw licht ongeveer 450-500 nanometer. Zo zijn er ook kleuren die wij net niet kunnen zien, zoals ultraviolet (te korte golflengte) en infrarood (te lange golflengte).

    Radiogolven zijn ook gewoon een kleur licht, maar dan met een veel en veel langere golflengte dan wij kunnen zien, vaak meters tot honderden meters lang. Ze gaan dan ook, net zoals al het licht, met de lichtsnelheid.
    Helder. Bedankt.
    quote:
    Op maandag 2 november 2009 13:06 schreef Lyrebird het volgende:

    [..]

    Natuurlijk. Dit soort minimale verschillen doen er niet toe, en die vallen er soieso vaak uit als je je aan significante getallen houdt (leren ze dat tegenwoordig nog op school?). In glas of water kan het trouwens wel rap gaan, die verschillen in brekingsindex als functie van de golflengte.
    Ja, dat leren we hier nog. (Opleiding: Chemie)
    Dat stukje theorie was me waarschijnlijk een beetje ontgaan.. Natuurkunde is voor mij ook allemaal al veel te lang geleden. Stay in school, kids!
    tony_clifton-maandag 2 november 2009 @ 18:53
    Chemie ftw

    Opperkwaldinsdag 3 november 2009 @ 16:10
    Gegevens:
    0.70L whiskey bevat 35% C2H5OH
    de dichtheid is 0,93 g cm-3 en je krijgt een glas van 25ml.

    Vraag:
    Hoeveel gram C2H5OH bevat dat glas van 25ml en bereken vervolgens de molariteit?

    Om het gram te bereken moet je toch 2C+5H+O optellen en dan krijg je in mijn geval 45,06 gram, maar volgens mij klopt dat niet?

    En bij de molariteit snap ik er al helemaal niks meer van.

    Kan iemand mij hierbij helpen?
    Opperkwaldinsdag 3 november 2009 @ 16:23
    25 ml whiskey = 23,25 gram

    gegeven: 35% c2h5OH

    0,35*23,25=8,1375 gram c2h5oh per 25 ml whiskey

    klopt dit dan
    Iblisdinsdag 3 november 2009 @ 16:27
    Wacht even, verkeerde aanname gedaan.
    Iblisdinsdag 3 november 2009 @ 16:31
    quote:
    Op dinsdag 3 november 2009 16:23 schreef Opperkwal het volgende:
    25 ml whiskey = 23,25 gram

    gegeven: 35% c2h5OH

    0,35*23,25=8,1375 gram c2h5oh per 25 ml whiskey

    klopt dit dan
    Alcohol wordt meestal in volumeprocent aangeduid. Daar ging ik in mijn eerste antwoord (dat ik nu heb weggehaald) ook vanuit. Nu ik dit zo lees denk ik echter dat de vraagsteller je wel deze kant op wil hebben, dus inderdaad 8,1375 g ethanol per 25 ml whiskey.

    En dan heb je de molmassa al bijna uitgerekend (let op, daar heb je een H vergeten mee te tellen!), en dan kun je dus berekenen hoeveel mol dit is, en daarmee de molariteit

    Overigens verzaak je je significantie een beetje.
    tony_clifton-dinsdag 3 november 2009 @ 16:35
    8,14 klopt.

    [ Bericht 9% gewijzigd door tony_clifton- op 03-11-2009 17:03:49 ]
    lyolyrcdinsdag 3 november 2009 @ 16:37
    Het rare is die dichtheid die wordt opgegeven. De dichtheid van ethanol is 0.78, niet 0.93. Dus ik neem aan dat 0.93 de dichtheid van whiskey is.

    Dit kun je ook berekenen: 0.35*0.78 + 0.65*1.0 = 0.92 g/ml. Als je er dan van uitgaat dat er nog wat zwaardere zooi inzit, dan klopt die 0.93 g/ml wel, maar dan voor de whiskey.

    Aan de spelling te zien is die trouwens Iers.
    Opperkwaldinsdag 3 november 2009 @ 16:37
    En dan de molariteit wordt:

    8,1375/46,06 = 0,176... Mol

    0,176.../0,025 = 7,06.. = 7,1 M
    tony_clifton-dinsdag 3 november 2009 @ 16:41
    Mijn oplossing:

    1 liter whiskey van 35° weegt 930 gram en bevat 325,5 gram EtOH
    (s.g. = m/v, dus m = s.g.*v -> 1000x0,93 = 930g/l )
    (930x0,35 = 325,5, ik heb 35% als massaprocent geïnterpreteerd, hetgeen in de chemie gebruikelijk is bij het maken van oplossingen)

    325,5 gram EtOH met molmassa 46 maakt dus 7,07 mol EtOH (massa gedeeld door molmassa). Dit is gelijk aan de molariteit (= mol per liter)

    Indien je dus 1/40e van een liter neemt (1000 ml/25 ml) zal dat 0,18 mol stof bevatten, hetgeen vermenigvuldigd met de molmassa 8,14 gram C2H5OH maakt.

    [ Bericht 0% gewijzigd door tony_clifton- op 03-11-2009 17:03:30 ]
    tony_clifton-dinsdag 3 november 2009 @ 16:47
    quote:
    Op dinsdag 3 november 2009 16:31 schreef Iblis het volgende:


    Overigens verzaak je je significantie een beetje.
    Daar doen chemisten niet aan mee

    .
    quote:
    Op dinsdag 3 november 2009 16:37 schreef lyolyrc het volgende:
    Het rare is die dichtheid die wordt opgegeven. De dichtheid van ethanol is 0.78, niet 0.93. Dus ik neem aan dat 0.93 de dichtheid van whiskey is.

    Dit kun je ook berekenen: 0.35*0.78 + 0.65*1.0 = 0.92 g/ml. Als je er dan van uitgaat dat er nog wat zwaardere zooi inzit, dan klopt die 0.93 g/ml wel, maar dan voor de whiskey.

    Aan de spelling te zien is die trouwens Iers.
    Ik las de dichtheid als de dichtheid van de whiskey, omdat 't anders nogal een vreemde opgave geweest zou zijn.

    Overigens, buiten suikers en aanwezige zuren wordt de smaak van gedestilleerde alcoholische dranken vooral bepaald door zogenaamde foezelalcoholen. Bijvoorbeeld 1-methyl-2-butanol. Geen idee van dichtheden maar die verschillen zullen wel niet veel uitmaken.

    [ Bericht 8% gewijzigd door tony_clifton- op 03-11-2009 16:59:10 ]
    Opperkwaldinsdag 3 november 2009 @ 16:58
    Heel erg bedankt allemaal, als ik dadelijk nog meer vragen heb val ik jullie nog wel een keer lastig.
    Opperkwaldinsdag 3 november 2009 @ 17:08
    -opgelost-
    Chimaydinsdag 3 november 2009 @ 18:46
    quote:
    Op dinsdag 3 november 2009 16:47 schreef tony_clifton- het volgende:

    [..]

    Daar doen chemisten niet aan mee

    tony_clifton-dinsdag 3 november 2009 @ 18:48
    quote:
    Op dinsdag 3 november 2009 18:46 schreef Chimay het volgende:

    [..]

    Mopje hé 1!
    Opperkwaldinsdag 3 november 2009 @ 20:13
    Avond, ben ik weer.

    Jorien heeft op vakantie wat erts gevonden. Zijn twijfelt of het nikkelarsenide, NiAs(s), is of cupriet. Zij gaat dit onderzoeken en weegt daartoe 20,0 gram erts af en leidt daarover waterstof. Als het nikkelarsenide is, treedt een reactie op die je als volgt kunt weergeven:
    2 NiAs(s) + 3 H2 (g) -> 2 Ni (s) + AsH3 (g)
    Als het erts cupriet is treedt de volgende reactie op:
    Cu2O(s) + H2(g) -> 2 Cu (s) + H2O(g)
    Jorien verwacht dat door te meten hoeveel gram vaste stof na de reactie aanwezig is, bepaald kan worden welk erts aanwezig is.
    Zij heeft al uitgerekend dat uit 20,0 g Cu2O(s) bij deze reactie 17,8 g koper ontstaat.

    Bereken hoeveel gram nikkel ontstaat uit 20,0 g nikkelarsenide en leg uit of Jorien gelijk heeft datje door weging van de massa van de vaste stof na afloop kunt bepalen welk erts het is.

    Kan iemand me op weg helpen, ik snap niet waar ik moet beginnen en ik snap er dus ook helemaal niks van.
    Iblisdinsdag 3 november 2009 @ 20:19
    Je ziet aan de reactie vergelijkingen dat van de 2NiAs de As ‘verdwijnt’, d.w.z. AsH3 is gasvormig. Je kunt dus nagaan hoeveel mol 2NiAs je hebt, en dus hoeveel mol Ni je dan zou moeten krijgen, en hoeveel dat zou wegen.
    Opperkwaldinsdag 3 november 2009 @ 20:31
    quote:
    Op dinsdag 3 november 2009 20:19 schreef Iblis het volgende:
    Je ziet aan de reactie vergelijkingen dat van de 2NiAs de As ‘verdwijnt’, d.w.z. AsH3 is gasvormig. Je kunt dus nagaan hoeveel mol 2NiAs je hebt, en dus hoeveel mol Ni je dan zou moeten krijgen, en hoeveel dat zou wegen.
    2 mol NiAs en 1 mol Ni

    NiAs weegt 133,63 gram (of hoe noem je dat?) en Ni 58,71

    Maar wat moet ik dan gaan doen?

    Want ik snap ook niet hoe ze aan die 20,0 gram en 17,8 gram zijn gekomen...
    tony_clifton-dinsdag 3 november 2009 @ 20:35
    Zoals de mijnwerkers, parkiet in een kooitje naastzetten, als 't arsine is merk je 't wel

    Mijn hoofd zit momenteel te vast om na te denken, maar je moet gewoon opschrijven hoeveel mol je hebt indien je van een stof uitgaat, H2 is altijd overmaat, dus ontstaat er evenveel mol arsine als nikkel(III)arsenide, en evenveel mol koper als koper(II)oxide.
    Dit kan je zien aan de reactievergelijking, alhoewel je er een fout in hebt zitten. Arsenide is drie- of vijfwaardig, dus hier heb je inderdaad 3 waterstofmoleculen en 2 nikkel(III)arsenides nodig. Je houdt aan de andere kant dus 2 moleculen arsine over, in plaats van 1.

    De gegeven massa koper is dus volgens mij al de oplossing voor de 2e vergelijking, je moet enkel de eerste doen.

    Zal er ff papier bij nemen .
    tony_clifton-dinsdag 3 november 2009 @ 20:52
    Kijk, 20 gram van die stof is ofwel 0,15 mol NiAs, ofwel 0,14 mol Cu2O.

    Je moet mol gewoon zien als een vermenigvuldiging, dus 0,14 mol betekent eigenlijk 0,14*6,023*1023 atomen/moleculen/whatever. Je kan dus het aantal bits en bytes op een harde schijf ook in mol uitdrukken desnoods, ook al zou 't een beetje dom zijn.

    In ieder geval, 0,15 mol NiAs bevat 0,15 mol nikkelatomen en 0,15 mol arseenatomen.
    0,14 mol Cu2O bevat dan 0,28 mol koperatomen, en 0,14 mol zuurstofatomen, zie je dan ook waarom?

    Concreet in je voorstel betekent het dat je 8,80 gram Ni zou overhouden. Hoe je daarmee aan een oplossing komt, geen idee. Hetzelfde aantal mol arseen weegt 11,24g, wat zou beteken dat je 0,04 gram waterstof toegevoegd hebt (wet van behoud van massa). (afgerond op 2 cijfers na de komma)

    Theoretisch: Je voegt per 2 mol erts 6 mol waterstof toe, dus 3x zoveel als je aantal mol erts: 0,45 mol of 45 gram waterstof.


    Dus, indien ze 8,80 gram vaste stof heeft is het nikkel, als het 17,80 gram weegt heb je koper en weet je dus wat in het erts zit.

    Vaag vraagstuk, of ik zie er gewoon los over.
    Opperkwaldinsdag 3 november 2009 @ 21:04
    Bedankt, ik denk dat het begint te dagen. Doe je een scheikunde-opleiding of ben je al afgestudeerd ofzo?
    lyolyrcwoensdag 4 november 2009 @ 11:19
    quote:
    Op dinsdag 3 november 2009 16:47 schreef tony_clifton- het volgende:
    Ik las de dichtheid als de dichtheid van de whiskey, omdat 't anders nogal een vreemde opgave geweest zou zijn.
    Met een volumepercentage alcohol en de dichtheid van ethanol was de vraag ook op te lossen. Dus zo vreemd is het niet. Zeker niet aangezien alcoholische dranken meestal een volumepercentage alcohol opgeven en er vooral dichtheden van zuivere stoffen bekend zijn.
    quote:
    Overigens, buiten suikers en aanwezige zuren wordt de smaak van gedestilleerde alcoholische dranken vooral bepaald door zogenaamde foezelalcoholen. Bijvoorbeeld 1-methyl-2-butanol. Geen idee van dichtheden maar die verschillen zullen wel niet veel uitmaken.
    1-methyl-2-butanol? Dat bestaat niet!
    Bedoel je 2-methyl-1-butanol of 3-pentanol?
    tony_clifton-woensdag 4 november 2009 @ 11:50
    2-methyl idd, stom
    Geeft smaak aan sherry btw...

    Ach, maakt niet uit, ik vind die middelbareschoolvraagstukken altijd wel vaag gesteld. Lang leve hogeschool en unif .
    (geen idee hoe 't nederlandse onderwijssysteem is opgedeeld dus kan vreemd overkomen )
    horned_reaperdonderdag 5 november 2009 @ 15:56
    Ik ben druk aan het leren voor een tentamen van morgen en ik heb hier een aantal oefenvragen maar ik heb geen antwoordbladen en de docent wil ze ook niet geven.
    Dus misschien zijn er scheikundige genieën die me hier wel mee kunnen helpen...

    Ik moet de verkorte electronenconfiguratie van Br- opschrijven.
    Dit wordt dan toch gewoon ... "[Ar] - 4S2 - 3d10 - 4p6"

    Of heb ik nu iets verkeerd gedaan ?

    Edit: En hoe zit het met de verkorte electronenconfiguratie van Ca2+
    Want deze stof heeft min 2 e-, 18 elektronen dat zijn er net zoveel als Ar
    Moet ik dan alleen maar [Ar] opschrijven of weer terug revereren naar Ne ?
    lyolyrcdonderdag 5 november 2009 @ 16:18
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 15:56 schreef horned_reaper het volgende:
    Ik ben druk aan het leren voor een tentamen van morgen en ik heb hier een aantal oefenvragen maar ik heb geen antwoordbladen en de docent wil ze ook niet geven.
    Dus misschien zijn er scheikundige genieën die me hier wel mee kunnen helpen...

    Ik moet de verkorte electronenconfiguratie van Br- opschrijven.
    Dit wordt dan toch gewoon ... "[Ar] - 4S2 - 3d10 - 4p6"

    Of heb ik nu iets verkeerd gedaan ?
    Klopt, dit komt overeen met de elektronenconfiguratie van krypton. Vergeet niet de superscripten, dus: [Ar] - 4s2 - 3d10 - 4p6. Maar ik ga er vanuit dat je die niet hier had opgeschreven, omdat het nogal wat werk is.
    quote:
    Edit: En hoe zit het met de verkorte electronenconfiguratie van Ca2+
    Want deze stof heeft min 2 e-, 18 elektronen dat zijn er net zoveel als Ar
    Moet ik dan alleen maar [Ar] opschrijven of weer terug revereren naar Ne ?
    Terugredeneren naar neon en het op een vergelijkbare manier opschrijven als je hierboven hebt gedaan voor bromide.
    horned_reaperdonderdag 5 november 2009 @ 16:22
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 16:18 schreef lyolyrc het volgende:

    [..]

    Klopt, dit komt overeen met de elektronenconfiguratie van krypton. Vergeet niet de superscripten, dus: [Ar] - 4s2 - 3d10 - 4p6. Maar ik ga er vanuit dat je die niet hier had opgeschreven, omdat het nogal wat werk is.
    [..]

    Terugredeneren naar neon en het op een vergelijkbare manier opschrijven als je hierboven hebt gedaan voor bromide.
    Bedankt ! Ben je toevallig scheikunde docent ? of iets in die richting ?
    lyolyrcdonderdag 5 november 2009 @ 16:27
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 16:22 schreef horned_reaper het volgende:
    Bedankt ! Ben je toevallig scheikunde docent ? of iets in die richting ?
    Student Biomedische Technologie aan de TU/e, met organische chemie als afstudeerrichting.
    horned_reaperdonderdag 5 november 2009 @ 16:35
    Nog even een korte vraag... wat is het verschil tussen een elektron en een P-elektron ?
    Aan de hand van de "P-elektronen" moet ik de plaatsen in het periodieke systeem van een x aantal elementen kunnen bepalen.
    Maar het is me blijkbaar een keer ontgaan waar nu precies die P voor staat bij een P-elektron.
    lyolyrcdonderdag 5 november 2009 @ 16:45
    De p-electronen zijn electronen in de p-orbitalen. Als de electronenconfiguratie op npx eindigt (met n = een periodenummer en x = aantal electronen), dan weet je dat het bijbehorende element in een van de 6 rechtse groepen zit.
    horned_reaperdonderdag 5 november 2009 @ 18:14
    Daar ben ik weer met nog een korte scheikundige vraag.

    Ik net de volgende vraag: "Geef de volledige Lew-structuur en specificatielijst van de volgende verbinding".

    En daar stond het volgende (zelfgemaakt paint plaatje) onder.



    Toen ben ik dus alles gaan invullen en kwam ik ongeveer op het volgende uit:



    Zoals je kunt zien houd ik bij het F element een punt over, want F heeft normaal 7 valentie elektronen om zich heen.
    Dus is dit nu de goede oplossing ? en kan ik er dan vanuit gaan dat het molecul 1- geladen is ? of moet het op een totaal andere manier ?
    horned_reaperdonderdag 5 november 2009 @ 21:26
    Echt niemand die mij hiermee kan helpen ?
    Meursaultdonderdag 5 november 2009 @ 21:47
    Dit is sowieso niet goed. In een molecuul moet een atoom een vol octet (= 8 elektronen) hebben. En Fluor heeft er nu 9.

    Wat is de naam en molecuulformule van de stof waar het over gaat?

    Disclaimer: eerstejaars student
    tony_clifton-donderdag 5 november 2009 @ 21:49
    zie hieronder

    [ Bericht 94% gewijzigd door tony_clifton- op 05-11-2009 22:04:52 ]
    tony_clifton-donderdag 5 november 2009 @ 21:55
    ik denk dat het iets NH3-CHF-COOH moet zijn. Enige verbinding dat nog een beetje logisch is. Een soort fluorazijnzuurverbinding met nog een extra aminefunctie op de alfakoolstof. Dan is 't trouwens ook niet moeilijk om de elektronen te verdelen.
    horned_reaperdonderdag 5 november 2009 @ 21:56
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 21:47 schreef Meursault het volgende:
    Dit is sowieso niet goed. In een molecuul moet een atoom een vol octet (= 8 elektronen) hebben. En Fluor heeft er nu 9.

    Wat is de naam en molecuulformule van de stof waar het over gaat?

    Disclaimer: eerstejaars student
    Fluor moet er 7 hebben (kijk maar in het periodiek systeem) en fluor heeft er ook 7 in mijn tekening.
    Elk streepje bestaat, zoals je vast wel zult weten, uit 2 stippen, dus heeft hij 2 halve streepjes, twee hele, en een extra, en dat is dus 7.
    horned_reaperdonderdag 5 november 2009 @ 21:58
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 21:49 schreef tony_clifton- het volgende:
    Ik niet echt...

    Ik zou zeggen dat je waterstofkes aan die stikstof onder elkaar moeten (hoogste symmetrie). Voor de rest zou 't mij sterk verbazen moest die fluor daar goed staan... Ik zou de theorie er nog eens moeten bijnemen mbt verdelen van formele ladingen enz., maar heb 't nog maar weinig moeten toepassen dus echt veel kan ik je er niet bij helpen.
    Het zou er niet toe moeten doen wat voor soort stof het is normaal zou je het gewoon moeten zien... maar hier kom ik dus neit uit.
    En ik kan me niet voorstellen dat de vraagstelling op een proeftentamen verkeerd is....
    tony_clifton-donderdag 5 november 2009 @ 21:58
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 21:56 schreef horned_reaper het volgende:

    [..]

    Fluor moet er 7 hebben (kijk maar in het periodiek systeem) en fluor heeft er ook 7 in mijn tekening.
    Elk streepje bestaat, zoals je vast wel zult weten, uit 2 stippen, dus heeft hij 2 halve streepjes, twee hele, en een extra, en dat is dus 7.
    Ja idd, maar een atoom gaat net bindingen aan om aan de octetstructuur te voldoen... teken H2O maar eens ofzo... Ik blijf bij 1-aminofluorazijnzuur, maar ben er niet zeker van.
    Meursaultdonderdag 5 november 2009 @ 22:00
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 21:56 schreef horned_reaper het volgende:

    [..]

    Fluor moet er 7 hebben (kijk maar in het periodiek systeem) en fluor heeft er ook 7 in mijn tekening.
    Elk streepje bestaat, zoals je vast wel zult weten, uit 2 stippen, dus heeft hij 2 halve streepjes, twee hele, en een extra, en dat is dus 7.
    Fluor heeft 7 valantie elektronen. Maar in een molecuul moet elk atoom een vol octet hebben = 8 al dan niet gedeelde elektronen = een volle S en P orbitaal.
    In bovenstaand geval heeft Fluor nu 9 elektronen: 7 van zichzelf en 2 gedeeld met het zuurstofatoom. Dat kan niet.
    tony_clifton-donderdag 5 november 2009 @ 22:01
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 21:58 schreef horned_reaper het volgende:

    [..]

    Het zou er niet toe moeten doen wat voor soort stof het is normaal zou je het gewoon moeten zien... maar hier kom ik dus neit uit.
    En ik kan me niet voorstellen dat de vraagstelling op een proeftentamen verkeerd is....
    Bij lewisstructuren is een deel van de oefeningen net het centraal atoom vinden. Hier heb je m.i. een fout tegen gemaakt aangezien een fluoratoom nooit op een zuurstof kan voorkomen. Regel van markovnikov- een nucleofiel valt aan op het atoom met de meeste waterstoffen..., of een nucleofiel valt een elektrofiel aan, geen ander nucleofiel. Dit zou zijn alsof je 2 magneetjes met dezelfde pool tegen elkaar wil drukken en houden - lukt niet...

    Halogenatie is trouwens een manier om dubbele bindingen experimenteel te bepalen, door markovnikov.
    horned_reaperdonderdag 5 november 2009 @ 22:04
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 22:01 schreef tony_clifton- het volgende:

    [..]

    Bij lewisstructuren is een deel van de oefeningen net het centraal atoom vinden. Hier heb je m.i. een fout tegen gemaakt aangezien een fluoratoom nooit op een zuurstof kan voorkomen. Regel van markovnikov- een nucleofiel valt aan op het atoom met de meeste waterstoffen..., of een nucleofiel valt een elektrofiel aan, geen ander nucleofiel. Dit zou zijn alsof je 2 magneetjes met dezelfde pool tegen elkaar wil drukken en houden - lukt niet...

    Halogenatie is trouwens een manier om dubbele bindingen experimenteel te bepalen, door markovnikov.
    Wat zou jij dan doen als je puur even naar het bovenste plaatje kijkt, waar de bindingen nog niet bij staan ?
    horned_reaperdonderdag 5 november 2009 @ 22:05
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 22:00 schreef Meursault het volgende:

    [..]

    Fluor heeft 7 valantie elektronen. Maar in een molecuul moet elk atoom een vol octet hebben = 8 al dan niet gedeelde elektronen = een volle S en P orbitaal.
    In bovenstaand geval heeft Fluor nu 9 elektronen: 7 van zichzelf en 2 gedeeld met het zuurstofatoom. Dat kan niet.
    Maar wat zou ik dan moeten doen met die 9de valentie elektron die ik nog over heb ? gewoon weggooien ?
    tony_clifton-donderdag 5 november 2009 @ 22:07
    3HNCHFCOOH

    Ik hou vast aan wat ik ken - azijnzuur: CH3COOH, trifluorazijnzuur - CF3COOH, en ammoniak NH3

    Bovendien komen halogeniden sowiezo niet voor op sterk elektronegatieve atomen - dat zo geweldig instabiele verbindingen geven.
    Meursaultdonderdag 5 november 2009 @ 22:08
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 22:05 schreef horned_reaper het volgende:

    [..]

    Maar wat zou ik dan moeten doen met die 9de valentie elektron die ik nog over heb ? gewoon weggooien ?
    Geen idee. Ik ben benieuwd wat de stof is waar het over gaat. Ik kan niets vinden met die atomen.

    C2H5NO2 komt in een aantal vormen voor, maar bij geen van de vormen zie ik ruimte om een F atoom te koppelen..
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 22:07 schreef tony_clifton- het volgende:
    3HNCHFCOOH

    Ik hou vast aan wat ik ken - azijnzuur: CH3COOH, trifluorazijnzuur - CF3COOH, en ammoniak NH3

    Bovendien komen halogeniden sowiezo niet voor op sterk elektronegatieve atomen - dat zo geweldig instabiele verbindingen geven.
    Die stof zou dan toch wel googlebaar moeten zijn?
    tony_clifton-donderdag 5 november 2009 @ 22:14
    Je zou 't in SciFinder moeten kunnen tekenen - krijg je alle wet. artikels waar ze dat molecule in vermelden
    Ik ga 't ff tekenen en infotograferen (heb geen tekenprogramma en zit met de laptop voor tv en wil niet zitten klooien in javaeditors )
    tony_clifton-donderdag 5 november 2009 @ 22:18


    Oja, die zuurstof van de carboxylfunctie heeft dus 2 elektronenparen nog, vergeten aan te duiden...

    Ben dus niet zeker, maar dit is gewoon logisch. Een gehalogeneerd aminoazijnzuurmolecule. Why not?
    horned_reaperdonderdag 5 november 2009 @ 22:24
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 22:18 schreef tony_clifton- het volgende:
    [ afbeelding ]

    Oja, die zuurstof van de carboxylfunctie heeft dus 2 elektronenparen nog, vergeten aan te duiden...

    Ben dus niet zeker, maar dit is gewoon logisch. Een gehalogeneerd aminoazijnzuurmolecule. Why not?
    Yeah why not !
    Ik probeer het gewoon, heel erg bedankt in ieder geval !
    Meursaultdonderdag 5 november 2009 @ 22:26
    quote:
    Op donderdag 5 november 2009 22:24 schreef horned_reaper het volgende:

    [..]

    Yeah why not !
    Ik probeer het gewoon, heel erg bedankt in ieder geval !
    Laat nog maar even horen of het klopt. Ik ben wel benieuwd..
    tony_clifton-donderdag 5 november 2009 @ 22:29
    Het lijkt trouwens een beetje op Glycine, een aminozuur.

    Alleen is de structuur van dit laatste 2HN=CH2-COOH
    (maar ben te laat zie ik net )

    Oja, kan je verklaren waaorm ik die fluor niet op de stikstof gezet heb? Heb de oplossing al gegeven btw .
    08gnoT.vrijdag 6 november 2009 @ 19:30
    Weet iemand met natuurkunde dit? Licht mengen
    DoimeNmaandag 9 november 2009 @ 18:11
    Beste betaboys/girls.

    Ik heb:

    TW = 2q – 4√q

    Als TW = totale winst functie. Nu wil ik de marginale kosten bereken. Dat betekent differentiëren.

    Is dat:

    MW= 2 - 2q^-(1/2)

    Is dat waar?
    En zo ja waarom?
    Gebraden_Wombatmaandag 9 november 2009 @ 18:33
    Ja, dat is waar. Ben je bekend met de normale regels voor het differentiëren van machten, zoals:

    2x -> 2
    x^2 -> 2x
    7x^5 -> 5*7x^4
    ?

    Zo ja, dan hoef je alleen maar te weten dat √x = x^(1/2), en diezelfde regels toe te passen.

    Er is trouwens ook een centraal wiskunde-topic:
    [Bèta wiskunde] Huiswerk- en vragentopic
    Joewydinsdag 10 november 2009 @ 21:27
    1/f = 1/v + 1/b

    De lenzenwet is symmetrische in b en v, dit betekent dat je b en v mag verwisselen zonder dat je een andere uitkomst krijgt.

    Vraag: Toon dit aan. Leg ook uit wat het voordeel is van deze symmetrie.

    Dat het waar is weet ik natuurlijk wel, maar hoe toon je het aan? Ik geloof niet dat willekeurige getallen invullen een bewijs is. Weet iemand een goede methode of is het een domme vraag met een dom antwoord?
    GlowMousedinsdag 10 november 2009 @ 21:30
    wissel b en v om:
    1/f = 1/b + 1/v. Dit rechterdeel kun je natuurlijk herschrijven tot 1/v + 1/b dus de formule is inderdaad identiek.
    MouzurXzaterdag 14 november 2009 @ 18:30
    In een bedrijf zijn 9 werknemers.
    Er is voor elke werknemer een kans van 5,8% dat hij zich voor een werkdag ziek belt.

    Hoe groot is de kans dat 1 werknemer ziek is?
    En 2?

    Ik heb al op internet gekeken maar ik kom er maar niet uit.
    Ripariuszaterdag 14 november 2009 @ 19:08
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 18:30 schreef MouzurX het volgende:
    In een bedrijf zijn 9 werknemers.
    Er is voor elke werknemer een kans van 5,8% dat hij zich voor een werkdag ziek belt.

    Hoe groot is de kans dat 1 werknemer ziek is?
    En 2?

    Ik heb al op internet gekeken maar ik kom er maar niet uit.
    Om de kans te berekenen dat precies één werknemer zich op een gegeven dag ziek meldt, moet je in feite de kans berekenen dat er één werknemer ziek is en de andere acht niet. Helpt dat?
    GlowMousezaterdag 14 november 2009 @ 19:10
    Dit kun je niet berekenen met deze gegevens.
    Ibliszaterdag 14 november 2009 @ 19:12
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 18:30 schreef MouzurX het volgende:
    In een bedrijf zijn 9 werknemers.
    Er is voor elke werknemer een kans van 5,8% dat hij zich voor een werkdag ziek belt.

    Hoe groot is de kans dat 1 werknemer ziek is?
    En 2?

    Ik heb al op internet gekeken maar ik kom er maar niet uit.
    Dit is iets meer een vraag voor de wiskundetopic, maar goed. De vraagstelling lijkt wat onvolledig. Immers, als er eentje ziek is, is het niet onwaarschijnlijk dat hij de dag ervoor een ander al heeft aangestoken, en zijn de kansen niet onderling onafhankelijk. Dat is voor de vraagsteller.

    Dan verder, het gaat dan (zo interpreteer ik het) om de kans dat er precies één werknemer ziek is. En de rest niet. De kans dat iemand dus niet ziek is is 94,2%.

    rest even weggehaald

    [ Bericht 8% gewijzigd door Iblis op 14-11-2009 19:27:48 ]
    GlowMousezaterdag 14 november 2009 @ 19:16
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 19:12 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    En voor 2:
    0,0582·0,9427 = 0,2%
    Binomiale verdeling, Iblis.
    Ripariuszaterdag 14 november 2009 @ 19:18
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 19:12 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Dit is iets meer een vraag voor de wiskundetopic, maar goed. De vraagstelling lijkt wat onvolledig. Immers, als er eentje ziek is, is het niet onwaarschijnlijk dat hij de dag ervoor een ander al heeft aangestoken, en zijn de kansen niet onderling onafhankelijk. Dat is voor de vraagsteller.

    Dan verder, het gaat dan (zo interpreteer ik het) om de kans dat er precies één werknemer ziek is. En de rest niet. De kans dat iemand dus niet ziek is is 94,2%. Dat maakt: 1 ziek en 8 niet-ziek is:

    0,058·0,9428 = 3,6%

    En voor 2:
    0,0582·0,9427 = 0,2%
    Dat lijkt me zo niet goed ... Als je de werknemers A t/m I noemt dan heb je zo de kans berekend dat één of twee specifieke werknemers op een gegeven dag ziek zijn, niet één of twee willekeurige werknemers van die negen ...
    MouzurXzaterdag 14 november 2009 @ 19:19
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 19:12 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Dit is iets meer een vraag voor de wiskundetopic, maar goed. De vraagstelling lijkt wat onvolledig. Immers, als er eentje ziek is, is het niet onwaarschijnlijk dat hij de dag ervoor een ander al heeft aangestoken, en zijn de kansen niet onderling onafhankelijk. Dat is voor de vraagsteller.

    Dan verder, het gaat dan (zo interpreteer ik het) om de kans dat er precies één werknemer ziek is. En de rest niet. De kans dat iemand dus niet ziek is is 94,2%. Dat maakt: 1 ziek en 8 niet-ziek is:

    0,058·0,9428 = 3,6%

    En voor 2:
    0,0582·0,9427 = 0,2%
    Ja zo had ik het ook uitgerekend maar dat klopt toch niet?
    Want de kans voor 1 werknemer was 5,8% dat hij ziek zou zijn.
    En nu heb je 9 werknemers en ligt de kans lager, die kans moet toch juist hoger liggen?
    Ripariuszaterdag 14 november 2009 @ 19:21
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 19:19 schreef MouzurX het volgende:

    [..]

    Ja zo had ik het ook uitgerekend maar dat klopt toch niet?
    Want de kans voor 1 werknemer was 5,8% dat hij ziek zou zijn.
    En nu heb je 9 werknemers en ligt de kans lager, die kans moet toch juist hoger liggen?
    Inderdaad, je hebt al door dat het antwoord van Iblis niet kan kloppen. Nu nog even bedenken waarom niet ...
    Ibliszaterdag 14 november 2009 @ 19:23
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 19:16 schreef GlowMouse het volgende:

    [..]

    Binomiale verdeling, Iblis.
    Hmm, ja, m'n brein maakte even een ommetje.
    MouzurXzaterdag 14 november 2009 @ 19:24
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 19:21 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Inderdaad, je hebt al door dat het antwoord van Iblis niet kan kloppen. Nu nog even bedenken waarom niet ...
    Ja omdat dus die kansen van iedere werknemer onafhankelijk van elkaar zijn dus je niet kan vermenigvuldigen .. en je het vraagstuk dus eig helemaal niet kan uitrekenen(zoals al eerder gezegd) ?

    (het vraagstuk is gewoon iets waar we tegenaan liepen tijdens een project, dus zelf verzonnen)
    Ripariuszaterdag 14 november 2009 @ 19:26
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 19:24 schreef MouzurX het volgende:

    [..]

    Ja omdat dus die kansen van iedere werknemer onafhankelijk van elkaar zijn dus je niet kan vermenigvuldigen .. en je het vraagstuk dus eig helemaal niet kan uitrekenen(zoals al eerder gezegd) ?

    (het vraagstuk is gewoon iets waar we tegenaan liepen tijdens een project, dus zelf verzonnen)
    Nee, de reden die je geeft klopt niet. En het is best uit te rekenen (onder bepaalde aannames). Zegt het begrip binomiale verdeling je iets?
    Ibliszaterdag 14 november 2009 @ 19:28
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 19:24 schreef MouzurX het volgende:

    [..]

    Ja omdat dus die kansen van iedere werknemer onafhankelijk van elkaar zijn dus je niet kan vermenigvuldigen .. en je het vraagstuk dus eig helemaal niet kan uitrekenen(zoals al eerder gezegd) ?

    (het vraagstuk is gewoon iets waar we tegenaan liepen tijdens een project, dus zelf verzonnen)
    Kijk, met bepaalde aannames kún je het wel uitrekenen, maar de vraag is of die realistisch zijn.
    MouzurXzaterdag 14 november 2009 @ 19:52
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 19:28 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Kijk, met bepaalde aannames kún je het wel uitrekenen, maar de vraag is of die realistisch zijn.
    Dat maakt niet uit.

    Dus ehm:

    =BINOMINAAL(1;9;0,058) = 0,323651575
    Een kans van 32,4% dat er iemand ziek is zou dat kunnen kloppen ?
    Ibliszaterdag 14 november 2009 @ 19:56
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 19:52 schreef MouzurX het volgende:

    [..]

    Dat maakt niet uit.

    Dus ehm:

    =BINOMINAAL(1;9;0,058) = 0,323651575
    Een kans van 32,4% dat er iemand ziek is zou dat kunnen kloppen ?
    Ja, dat is correct, zo reken je dat eigenlijk uit:



    En voor 2:

    Ripariuszaterdag 14 november 2009 @ 20:01
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 19:52 schreef MouzurX het volgende:

    [..]

    Dat maakt niet uit.

    Dus ehm:

    =BINOMINAAL(1;9;0,058) = 0,323651575
    Een kans van 32,4% dat er iemand ziek is zou dat kunnen kloppen ?
    Ja. Maar begrijp je nu ook wat je doet (behalve wat toetsen indrukken op je rekenmachine omdat je hebt gehoord dat je 'iets' met een binomiale verdeling moest doen)?

    Overigens is dit volkomen onrealistisch. Stel dat de vrouw van werknemer B. maandagochtend opbelt dat haar man niet kan komen werken omdat deze in het weekend een motorongeluk heeft gehad en nu met een gecompliceerde beenbreuk en een dwarslesie in het ziekenhuis ligt. Dan denk je toch hopelijk niet dat de kans dat B. dinsdagochtend weer volkomen fit op zijn werk verschijnt nog steeds 94,2% is?
    MouzurXzaterdag 14 november 2009 @ 20:28
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 20:01 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    Ja. Maar begrijp je nu ook wat je doet (behalve wat toetsen indrukken op je rekenmachine omdat je hebt gehoord dat je 'iets' met een binomiale verdeling moest doen)?

    Overigens is dit volkomen onrealistisch. Stel dat de vrouw van werknemer B. maandagochtend opbelt dat haar man niet kan komen werken omdat deze in het weekend een motorongeluk heeft gehad en nu met een gecompliceerde beenbreuk en een dwarslesie in het ziekenhuis ligt. Dan denk je toch hopelijk niet dat de kans dat B. dinsdagochtend weer volkomen fit op zijn werk verschijnt nog steeds 94,2% is?
    Niet echt om eerlijk te zijn, die ( ) snap ik niet, hoe die ook alweer berekent wordt.

    Klopt maar het gaat niet echt om enorm realistisch te zijn.
    Ripariuszaterdag 14 november 2009 @ 20:39
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 20:28 schreef MouzurX het volgende:

    [..]

    Niet echt om eerlijk te zijn, die ( ) snap ik niet, hoe die ook alweer berekend wordt.

    Klopt maar het gaat niet echt om enorm realistisch te zijn.
    (nk) uitgesproken als 'n over k', stelt het aantal mogelijke combinaties (c.q. deelverzamelingen) voor van k elementen uit een verzameling van n elementen (sorry voor de wat onbeholpen 'scheve' notatie).

    Dus, om een voorbeeld te geven: op een schaal liggen 9 verschillende bonbons en je mag er twee uitkiezen. Hoeveel verschillende keuzes kun je dan maken?

    Als het goed is, zou je, als je het echt begrijpt, moeten kunnen beredeneren dat geldt:

    (nk) = n!/(k!(n-k)!)
    MouzurXzaterdag 14 november 2009 @ 20:53
    quote:
    Op zaterdag 14 november 2009 20:39 schreef Riparius het volgende:

    [..]

    (nk) uitgesproken als 'n over k', stelt het aantal mogelijke combinaties (c.q. deelverzamelingen) voor van k elementen uit een verzameling van n elementen (sorry voor de wat onbeholpen 'scheve' notatie).

    Dus, om een voorbeeld te geven: op een schaal liggen 9 verschillende bonbons en je mag er twee uitkiezen. Hoeveel verschillende keuzes kun je dan maken?

    Als het goed is, zou je, als je het echt begrijpt, moeten kunnen beredeneren dat geldt:

    (nk) = n!/(k!(n-k)!)
    Ah oke ik snap het al weer Bedankt.
    pfefferkatzewoensdag 25 november 2009 @ 23:36
    Aan 500 milliliter 2,0*10^-3 M NaHCO3-oplossing voeg je 500 milliliter 2,0*10^-3 zoutzuur toe.
    a) Geef de vergelijking voor de reactie.
    b) Bereken de pH van de oplossing.

    Vraag a snap ik, maar vraag b wordt ik gek van. Weet iemand hoe ik hier uit kom? Ik zal je eeuwig dankbaar zijn
    ErictheSwiftdonderdag 26 november 2009 @ 02:58
    quote:
    Op woensdag 25 november 2009 23:36 schreef RacerDKB het volgende:
    Aan 500 milliliter 2,0*10^-3 M NaHCO3-oplossing voeg je 500 milliliter 2,0*10^-3 zoutzuur toe.
    a) Geef de vergelijking voor de reactie.
    b) Bereken de pH van de oplossing.

    Vraag a snap ik, maar vraag b wordt ik gek van. Weet iemand hoe ik hier uit kom? Ik zal je eeuwig dankbaar zijn
    vraag B is niets anders als een meer uitgewijde versie van "je hebt 1 L van een oplossing van 2 mM koolzuur; bereken de pH". Dan is het niets anders als het uitwerken van:

    Kacid = [bicarbonaat][H+]/[koolzuur]
    Cumshooterdonderdag 26 november 2009 @ 22:39
    http://upload.wikimedia.o(...)_electron_shells.png

    Dit is een perodiek systeem, de meeste mensen zullen het wel herkennen. Ik denk niet dat velen er om mee kunnen gaan.
    maar nu het volgende.
    De opdracht is gegeven om 2 elementen te laten reageren met elkaar.

    maar om het duidelijk te houden nemen we deze 2:

    11 Sodium.
    2.8.1

    13 alluminium
    2.8.3

    wie kan me daar verder mee helpen?
    mvg

    ik weet trouwens dat die sodium 1 molecuul in de buitenste schil wilt afstaan en de alluminium 3 wilt afstaan

    [ Bericht 3% gewijzigd door Cumshooter op 26-11-2009 22:46:22 ]
    lyolyrcvrijdag 27 november 2009 @ 10:00
    quote:
    Op donderdag 26 november 2009 22:39 schreef Cumshooter het volgende:
    http://upload.wikimedia.o(...)_electron_shells.png

    Dit is een perodiek systeem, de meeste mensen zullen het wel herkennen. Ik denk niet dat velen er om mee kunnen gaan.
    maar nu het volgende.
    De opdracht is gegeven om 2 elementen te laten reageren met elkaar.

    maar om het duidelijk te houden nemen we deze 2:

    11 Sodium.Natrium
    2.8.1

    13 alluminium
    2.8.3

    wie kan me daar verder mee helpen?
    mvg

    ik weet trouwens dat die sodium natrium 1 molecuul elektron (!!!) in de buitenste schil wilt afstaan en de alluminium 3 wilt afstaan
    Eerst even wat verbeteringen aangebracht

    Je moet wat specifieker zijn in wat je bedoelt. Ongeladen natrium en aluminium doen niets met elkaar, want beide willen in die toestand alleen elektronen afstaan. Er kan wel een redoxreactie plaatsvinden tussen ongeladen natrium (Na) en geladen aluminium (Al3+). 3 Atomen natrium staan dan elk een elektron af aan 1 aluminiumion:

    3 Na + Al3+ -> 3 Na+ + Al

    Je kunt dit afleiden uit de elektrodepotentialen. De reactie met de laagste potentiaal is de reductie, de hogere potentiaal de oxidatie.
    Joewyzaterdag 28 november 2009 @ 14:15
    Scheikunde
    Opgave : http://i49.tinypic.com/qntfnp.jpg
    Uitwerkingen: http://i48.tinypic.com/121r7nm.jpg

    Bij vraag 4E snap ik niet hoe ze aan het antwoord komen.
    Ik weet dit:

    2 CH3OH -><- CH3OCH3 + H20
    begin 9,25 mol 0mol 0mol
    reactie
    einde
    en Kc=333

    Hoe komen ze aan de andere waardes?
    Gebraden_Wombatzaterdag 28 november 2009 @ 14:51
    quote:
    Op zaterdag 28 november 2009 14:15 schreef Joewy het volgende:
    Scheikunde
    Opgave : http://i49.tinypic.com/qntfnp.jpg
    Uitwerkingen: http://i48.tinypic.com/121r7nm.jpg

    Bij vraag 4E snap ik niet hoe ze aan het antwoord komen.
    Ik weet dit:

    2 CH3OH -><- CH3OCH3 + H20
    begin 9,25 mol 0mol 0mol
    reactie
    einde
    en Kc=333

    Hoe komen ze aan de andere waardes?
    Het ziet ernaar uit dat je antwoorden van e betrekking hebben op een andere som dan die nu op je opgavenblad staat. In de oorspronkelijke som wordt waarschijnlijk die verandering in hoeveelheid stof van een van de componenten gegeven, en wordt je daarmee gevraagd Kc uit te rekenen.
    Joewyzaterdag 28 november 2009 @ 15:04
    Ik had wel een vermoeden dat er iets niet klopte, er wordt gevraagd naar de massa van een stof en die is niet terug te vinden in het antwoord. Maar misschien zag ik iets over het hoofd, dus vroeg ik het hier.
    Bedankt voor de hulp.
    sitting_elflingzaterdag 28 november 2009 @ 18:05
    -edit

    [ Bericht 97% gewijzigd door sitting_elfling op 29-11-2009 01:39:29 ]
    beertenderrrzondag 29 november 2009 @ 20:39
    Vraagje betreft natuurkunde:

    Hoe kan ik de volgende formule ombouwen zodat ik ook alle andere waarden kan berekenen als daar om gevraagd wordt? Oftewel, via welke formule bereken ik C of m als deze gevraagd wordt, en de andere waarden wel beschikbaar zijn.

    GlowMousezondag 29 november 2009 @ 20:41
    denk je zelf?
    beertenderrrzondag 29 november 2009 @ 20:45
    ik heb geen idee, anders had ik het niet gevraagd aangezien mijn algebra ook niet heel denderend is, zou ik graag willen zien hoe ik dit moet aanpakken. De reden waarom ik het hier vraag is om niet op mijn tentamen straks deze fout te maken.
    Ibliszondag 29 november 2009 @ 20:47
    Dat is standaard formulemanipulatie:



    Stel, je wilt m, dan moet je die vrij maken, deel eerst eens door 2π aan beide kanten:



    En kwadrateer nu aan beide zijden:



    En vermenigvuldig nu beide kanten met C:



    Door nu links en rechts door T²/(4π²) te delen krijg je C:

    beertenderrrzondag 29 november 2009 @ 20:52
    duidelijk! super bedankt
    denkjedatmaandag 30 november 2009 @ 13:00
    Korte vraag:

    Er is een hydrodam gepland in Kameroen, deze heeft een capaciteit van 200MW.

    De kosten voor energie in Kameroen zijn 10 tot 12 cent. EDIT: per KwH

    Wat zijn de opbrengsten per jaar van deze dam?
    Lyrebirdmaandag 30 november 2009 @ 13:24
    quote:
    Op maandag 30 november 2009 13:00 schreef denkjedat het volgende:
    Korte vraag:

    Er is een hydrodam gepland in Kameroen, deze heeft een capaciteit van 200MW.

    De kosten voor energie in Kameroen zijn 10 tot 12 cent. EDIT: per KwH

    Wat zijn de opbrengsten per jaar van deze dam?
    Ik neem aan dat de "kosten" gelijk staan aan de opbrengsten, en dat de dam vol continu stroom kan afleveren?

    200 MW x hoe veel uur zitten er in een jaar / 1 kWh * 10cent

    Houd er rekening mee dat een MW gelijk is aan ... kW

    De rest kun je zelf invullen?
    Lyrebirdmaandag 30 november 2009 @ 13:27
    Dat is trouwens prima business, zo'n dam! Voor zo'n $400 miljoen heb je er al eentje die 300 MW kan genereren.
    denkjedatmaandag 30 november 2009 @ 13:38
    Met de kosten bedoelde ik inderdaag opbrengsten. Voor de bevolking zijn dit naturlijk kosten.

    Met jouw rekenvoorbeeld kom ik dus uit op:

    200.000 KW * 8760 / kWh * 10 cent ($) = 175.200.000 $

    Dit lijkt me wel erg veel :p

    Wat er fout gaat, en ik ook niet snap, is de omrekening van MW naar kWh. iemand?

    [ Bericht 8% gewijzigd door denkjedat op 30-11-2009 13:44:24 ]
    lyolyrcmaandag 30 november 2009 @ 13:44
    quote:
    Op maandag 30 november 2009 13:38 schreef denkjedat het volgende:
    Met de kosten bedoelde ik inderdaag opbrengsten. Voor de bevolking zijn dit naturlijk kosten.

    Met jouw rekenvoorbeeld kom ik dus uit op:

    200.000 KW * 8760 / kWh * 10 cent ($) = 175.200.000 $

    Dit lijkt me wel erg veel :p

    De berekening klopt wel, maar ik snap de omrekening van MW naar kWh niet. iemand?
    MW is een vermogen, dat wil zeggen een hoeveelheid energie die per tijdseenheid wordt gegenereerd. kWh is een energie-eenheid. Reken eerst MW om kW en vermenigvuldig dan met het aantal uren.
    Lyrebirdmaandag 30 november 2009 @ 13:52
    quote:
    Op maandag 30 november 2009 13:38 schreef denkjedat het volgende:
    Met de kosten bedoelde ik inderdaag opbrengsten. Voor de bevolking zijn dit naturlijk kosten.

    Met jouw rekenvoorbeeld kom ik dus uit op:

    200.000 KW * 8760 / kWh * 10 cent ($) = 175.200.000 $

    Dit lijkt me wel erg veel :p

    Wat er fout gaat, en ik ook niet snap, is de omrekening van MW naar kWh. iemand?
    Ik heb niet veel geslapen, dus ik zie het allemaal niet meer zo helder, maar ik kan geen fout ontdekken. Die centrale genereert inderdaad 200.000 kW, en in een jaar zitten 8760 uur, dus in totaal genereert dat ding 200.000 x 8760 = 1.75 x 109 kWh. Vermenigvuldig dat met 0.1$ en je komt inderdaad op $175 miljoen uit. In de praktijk zal het zo'n vaart niet lopen, omdat er 's nachts weinig vraag is en grote afnemers die stroom voor een prikkie krijgen. Maar toch, een netto opbrengst (na aftrek kosten) van zo'n $100 miljoen per jaar, voor een investering van zeg $400 miljoen, dat tikt aan.
    Iblismaandag 30 november 2009 @ 14:17
    Lyrebird legt het goed uit volgens mij. Wat je je even (als je het nog niet gedaan had) goed moet realiseren is dat W een eenheid is per tijd. Watt is Joule per seconde. Een 200 MW centrale is een beschrijving van een centrale die continu een bepaalde hoeveelheid energie ‘produceert’, net zoals een 40W gloeilamp elke seconde 40 J energie ‘verstookt’.

    kWh is (ondanks de h) gewoon een eenheid die een bepaalde hoeveelheid energie aanduidt. Het is dus niet kilowatt PER uur maar kilowatt * uur. Als je dat uitschrijft dan vind je 1 kWh = 3,6 miljoen Joule.

    Ik hoop dat het nu niet nog waziger wordt.
    horned_reaperdinsdag 1 december 2009 @ 12:05
    Ik heb even een vraagje aangaande een reactiesnelheidsvergelijking.

    We nemen hypotetisch gezien even de vergelijking, A + B --> C + D

    Hierop wordt de regel toegepast, r = k * [A]2 * [B]

    Hierbij is [B] de 1e orde en [A]2 de 2e orde.

    Maar je schijnt ook nog op de een of andere manier gebruik te kunnen maken van een 0e orde.... heeft iemand enig idee hoe dat zit
    lyolyrcdinsdag 1 december 2009 @ 15:09
    quote:
    Op dinsdag 1 december 2009 12:05 schreef horned_reaper het volgende:
    Ik heb even een vraagje aangaande een reactiesnelheidsvergelijking.

    We nemen hypotetisch gezien even de vergelijking, A + B --> C + D

    Hierop wordt de regel toegepast, r = k * [A]2 * [B]

    Hierbij is [B] de 1e orde en [A]2 de 2e orde.

    Maar je schijnt ook nog op de een of andere manier gebruik te kunnen maken van een 0e orde.... heeft iemand enig idee hoe dat zit
    Dat is de constante omzetting, onafhankelijk van de concentratie. Je kunt het ook beredeneren:
    [X]: 1e orde
    [X]2: 2e orde

    Hieruit volgt logisch: 0e orde = [X]0 = 1 = constant
    Cumshooterwoensdag 2 december 2009 @ 11:51
    Wie kan me hierbij helpen?

    Dit is het stappenplan die ik volgens de leraar het best kan hanteren
    1. Noteren
    2. Noteer lading
    3. Maak ze gelijk
    4. 2 atomige elementen?
    5. Gelijkmaken

    De atoom Be en F gaan nu reageren.

    1. Be + F -> BeF
    2. Be = 2 teveel F = 1 teweinig
    3. Nu moeten ze de zelfde Concentratie krijgen dat is 2
    2x1 2x1
    2x1 -----
    ---- 2
    2

    Be = 1 + F = 2

    4. 2 atomige moleculen?
    de F is 2 atomig
    Be1 + 2F2

    5. Snap ik niet
    motorbloempjewoensdag 2 december 2009 @ 12:08
    ah, je had zelfs dit topic al gevonden en hebt daarna nog een topic geopend? Als iemand de tijd en de kennis heeft word je heus wel geholpen! Heb geduld!
    lyolyrcwoensdag 2 december 2009 @ 12:22
    quote:
    Op woensdag 2 december 2009 11:51 schreef Cumshooter het volgende:
    Wie kan me hierbij helpen?

    Dit is het stappenplan die ik volgens de leraar het best kan hanteren
    1. Noteren
    2. Noteer lading
    3. Maak ze gelijk
    4. 2 atomige elementen?
    5. Gelijkmaken

    De atoom Be en F gaan nu reageren.

    1. Be + F -> BeF
    2. Be = 2 teveel F = 1 teweinig
    3. Nu moeten ze de zelfde Concentratie krijgen dat is 2
    2x1 2x1
    2x1 -----
    ---- 2
    2

    Be = 1 + F = 2

    4. 2 atomige moleculen?
    de F is 2 atomig
    Be1 + 2F2

    5. Snap ik niet
    Het stappenplan klopt, maar je uitvoering niet helemaal. Ik zou het als volgt opschrijven:
    1. x Be + y F -> BexFy
    2. Be staat inderdaad 2 elektronen af, dit geeft Be2+. F wil inderdaad een elektron opnemen, dit geeft F-.
    3. Be staat 2 elektronen af, F neemt er slechts 1 op. Je hebt dus twee keer zoveel F nodig als Be. Be + 2F -> BeF2
    4. Fluor is inderdaad een diatomisch molecuul: F2
    5. Punt 4 betekent dat elk fluormolecuul je twee atomen fluor levert. Dus in plaats van Be + 2F -> BeF2 wordt de reactievergelijking Be+ F2 -> BeF2
    Cumshooterwoensdag 2 december 2009 @ 13:07
    en als ik deze laad reageren?
    Fe (wilt 2 afstaan) As (wilt 3 erbij)

    [ Bericht 2% gewijzigd door Cumshooter op 02-12-2009 13:14:16 ]
    lyolyrcwoensdag 2 december 2009 @ 13:22
    quote:
    Op woensdag 2 december 2009 13:07 schreef Cumshooter het volgende:
    en als ik deze laad reageren?
    Fe (wilt 2 afstaan) As (wilt 3 erbij)
    Moet ik nou jouw huiswerk gaan doen? Stap 1, 2 en 3 van het stappenplan is voldoende.

    Als Fe 2 elektronen afstaat, welk ion ontstaat dan? En als As 3 elektronen opneemt, welk ion ontstaat dan?
    Hoeveel positieve lading geeft ijzer je dan en hoeveel arseen? Breng dit in balans. Tegenover elke positieve lading moet een negatieve lading staan. Het aantal ionen dat je nodig hebt om dit te doen, bepaalt wat de molecuulformule van het product wordt.

    Toon anders even wat je zelf hebt opgeschreven, dan wordt ook duidelijk wat je niet snapt.
    Cumshooterwoensdag 2 december 2009 @ 14:45
    quote:
    Op woensdag 2 december 2009 13:22 schreef lyolyrc het volgende:

    [..]

    Moet ik nou jouw huiswerk gaan doen? Stap 1, 2 en 3 van het stappenplan is voldoende.

    Als Fe 2 elektronen afstaat, welk ion ontstaat dan? En als As 3 elektronen opneemt, welk ion ontstaat dan?
    Hoeveel positieve lading geeft ijzer je dan en hoeveel arseen? Breng dit in balans. Tegenover elke positieve lading moet een negatieve lading staan. Het aantal ionen dat je nodig hebt om dit te doen, bepaalt wat de molecuulformule van het product wordt.

    Toon anders even wat je zelf hebt opgeschreven, dan wordt ook duidelijk wat je niet snapt.
    dan had je niet zo'n einstein moeten zijn

    Ibliswoensdag 2 december 2009 @ 14:48
    Je notatie is abominabel, maar toch denk ik dat het idee er is.
    Cumshooterwoensdag 2 december 2009 @ 14:55
    quote:
    Op woensdag 2 december 2009 14:48 schreef Iblis het volgende:
    Je notatie is abominabel, maar toch denk ik dat het idee er is.
    juist ja
    lyolyrcwoensdag 2 december 2009 @ 15:06
    quote:
    Op woensdag 2 december 2009 14:45 schreef Cumshooter het volgende:
    dan had je niet zo'n einstein moeten zijn
    Scheikunde is mijn vakgebied, niet de natuurkunde.
    quote:
    Het idee is er inderdaad: schrijf wel Fe3As2 i.p.v. Fe3As2.

    Een simpel ezelsbruggetje dat je kunt onthouden is het volgende: je kunt de grootte van de lading en index verwisselen om het product te krijgen.

    Fe2+: grootte van de lading = 2
    As3- : grootte van de lading = 3

    Dan wordt de index voor Fe 3 en voor As 2. Product: Fe3As2
    Cumshooterwoensdag 2 december 2009 @ 15:10
    quote:
    Op woensdag 2 december 2009 15:06 schreef lyolyrc het volgende:

    [..]

    Scheikunde is mijn vakgebied, niet de natuurkunde.
    [..]

    Het idee is er inderdaad: schrijf wel Fe3As2 i.p.v. Fe3As2.

    Een simpel ezelsbruggetje dat je kunt onthouden is het volgende: je kunt de grootte van de lading en index verwisselen om het product te krijgen.

    Fe2+: grootte van de lading = 2
    As3- : grootte van de lading = 3

    Dan wordt de index voor Fe 3 en voor As 2. Product: Fe3As2
    Oke bedankt!!
    Heb ik btw zo de molecuul berekend?
    lyolyrcwoensdag 2 december 2009 @ 15:21
    quote:
    Op woensdag 2 december 2009 15:10 schreef Cumshooter het volgende:
    Oke bedankt!!
    Heb ik btw zo de molecuul berekend?
    Je uitkomst is juist, maar de uitwerking vind ik persoonlijk te complex en daarom te vatbaar voor fouten.

    Ik doe niets anders dan:
    3 * 2+ = 6+
    2 * 3- = 6-
    (zie je hoe ik de grootte van de lading en de index verwissel???) Positieve en negatieve lading zijn dan in balans. Hou wel de diatomaire stoffen in de gaten (F2, Cl2, Br2, I2, H2, N2,O2)!

    Ik vraag me alleen af of je docent zo'n korte uitwerking goedkeurt...
    Cumshooterwoensdag 2 december 2009 @ 15:26
    quote:
    Op woensdag 2 december 2009 15:21 schreef lyolyrc het volgende:

    [..]

    Je uitkomst is juist, maar de uitwerking vind ik persoonlijk te complex en daarom te vatbaar voor fouten.

    Ik doe niets anders dan:
    3 * 2+ = 6+
    2 * 3- = 6-
    (zie je hoe ik de grootte van de lading en de index verwissel???) Positieve en negatieve lading zijn dan in balans. Hou wel de diatomaire stoffen in de gaten (F2, Cl2, Br2, I2, H2, N2,O2)!

    Ik vraag me alleen af of je docent zo'n korte uitwerking goedkeurt...
    ik zat al hetzelfde te denken
    ik denk helaas van niet
    Gordon__Gekkodonderdag 3 december 2009 @ 23:08
    Hey allemaal,

    Ik ben bezig met het produceren van geluiden in(harmonische) geluiden binnen Matlab. Ik moet hier enkele vragen over beantwoorden, waarvan ik soms de achterliggende gedachte niet van snap:

    1) Hoe hoor je het verschil tussen harmonische geluiden en in-harmonische geluiden?
    2) Het schijnt dat ons menselijk gehoor bij een bepaald aantal Hz (laag getal) het verschil niet meer kan tussen harmonische geluiden en in-harmonische geluiden. Weet iemand waar dit omslagpunt ergens ligt?
    3) Hoe komt het dat ons gehoor dat niet meer kan onderscheiden?

    Als iemand hulp wil bieden; graag!
    horned_reaperzaterdag 5 december 2009 @ 13:56
    Hoe béta dit precies is zou ik zo niet weten, maar misschien heeft iemand een idee in dit topic.

    Ik vroeg me het volgende af: Is het correct dat de Vena Hepaticus rechtstreeks naar de Vena Cava Posterior loopt
    Lyrebirdzaterdag 5 december 2009 @ 14:16
    quote:
    Op donderdag 3 december 2009 23:08 schreef Gordon__Gekko het volgende:
    Hey allemaal,

    Ik ben bezig met het produceren van geluiden in(harmonische) geluiden binnen Matlab. Ik moet hier enkele vragen over beantwoorden, waarvan ik soms de achterliggende gedachte niet van snap:

    1) Hoe hoor je het verschil tussen harmonische geluiden en in-harmonische geluiden?
    Simpel. Maak 1 harmonisch geluid. Ik zal je uit de brand helpen:

    t = 0:0.001:10;
    y=sin(1000*t);
    sound(y,Fs);

    Maak nog een harmonisch geluid met een andere frequentie. Dat mag je zelf uitzoeken hoe je dat doet. Speel die af en luister naar het verschil. Tel dan die twee bij elkaar op en speel dat dan af. Ga hier ook zelf een beetje mee experimenteren: plot je waveforms en probeer te begrijpen wat er praktisch gezien gebeurt.
    quote:
    2) Het schijnt dat ons menselijk gehoor bij een bepaald aantal Hz (laag getal) het verschil niet meer kan tussen harmonische geluiden en in-harmonische geluiden. Weet iemand waar dit omslagpunt ergens ligt?
    Dat kun je zelf proberen in Matlab. Genereer een "chirp" met een veranderende frequentie als functie van de tijd en speel die af totdat je geen verschil meer hoort. Ik zie dat Matlab een functie heeft om chirps te genereren.