FOK!forum / Voetbal / Het VBL-columnhoekje deel 11
tong80woensdag 7 maart 2007 @ 21:47
De laatste geplaatst door Methodmich :

HENK VLAGT…. OF NIET

Het is weer zaterdag en Henk is vanmorgen met zijn sporttas vertrokken richting het sportpark. Daar brengt hij de dag door bij zijn eigen clubje, waar hij nu al meer dan veertig jaar komt. Henk is er begonnen als voetballend jongetje. Hij dartelde door zijn pupillentijd, stampte zich als junior een weg richting senioren en kende zijn mooiste moment als voetballer toen hij mocht invallen bij het eerste elftal. Op de laatste speeldag van het seizoen, toen alles al beslist was en de ploeg in personele nood zat. De trainer klopte aan bij die fanatieke rechtsback van het tweede en gunde Henk zes minuutjes speeltijd. Sindsdien heeft Henk een verhaal te vertellen. In de kantine of op verjaardagen, na een paar biertjes, pakt hij uit. Henk is de enige speler in de clubhistorie die in zes minuten twee keer wist te scoren, een andere goal voorbereidde, een bal van de lijn haalde en de rode kaart kreeg. Niemand voelt de behoefte om Henk te corrigeren. Ze gunnen hem zijn eigen droom.

Sinds een jaar of tien is Henk elftalbegeleider. Kort gezegd regelt hij alles voor het eerste elftal, behalve de voetbalzaken. Henk belt de bus, haalt de tenues op, draagt de ballenzak en doet nog meer van dit soort karweitjes. Hij is een gouden jongen voor de vereniging, die uitkomt in de eerste klasse van het zaterdagamateurvoetbal. De hele club kent Henk en andersom. Henk weet ook elk sportpark te vinden en voorziet de buschauffeur voor elke uitwedstrijd van een gedetailleerde routebeschrijving. Plus drie alternatieve routes, indien er files of andere onvoorziene omstandigheden zijn die een vlotte doorstroming verhinderen. Hij hoeft er niets voor te hebben. Een paar biertjes is genoeg, maar vooral de gezelligheid is wat hem drijft. Henk kan niet zonder de club. In zijn takenpakket zit één taak die wel degelijk gerelateerd is aan het voetbal zelf. Henk mag namelijk vlaggen. De KNVB vaardigt wel scheidsrechters af naar wedstrijden in de eerste klasse, maar de twee ploegen zorgen zelf elk voor een grensrechter. In dit geval is Henk de grensrechter.

Henk grapt dan ook wel eens dat hij meer invloed heeft op het resultaat dan de trainer. Want met zijn vlag in de hand gaat hij de strijd aan met de tegenpartij. De vlag als wapen, strak gehanteerd door Henk. Als de tegenstander dreigt door te breken, gaat de vlag omhoog. Kaarsrecht vlagt Henk de veelbelovende aanval af. Een knipoog naar de dichtstbijzijnde speler volgt, wanneer zijn team de bal pakt om de toegekende vrije trap te gaan nemen. Zo speelt Henk een belangrijke rol. Bij twijfel vlagt hij altijd. Bij achterstand al helemaal en bij een gelijkspel moet het ook gek lopen wil hij niet vlaggen. Slechts als zijn team al redelijk veilig voorstaat of inmiddels een kansloze achterstand heeft, dan wil Henk nog wel eens vlaggen naar de regels van het spel. Naar eer en geweten, zo u wilt. Ze weten het allemaal. De bal gaat naar voren: Henk vlagt!

Na twee, drie keer vlaggen begint het. Dan gaan de supporters van de tegenpartij zich ermee bemoeien. Henk hoort dan de eerste voorzichtige mopperaars in zijn rug. “Man, dat kan toch niet!” Hij hoort helemaal niks. Als Henk een diepgaande spits, die duidelijk vanachter de verdediger komt, toch afvlagt, barst het los. Dan is Henk een eikel, een klootzak of een lul. Soms wensen ze hem zelfs een halve medische encyclopedie toe. Henk hoort helemaal niks. Hij is doof voor de morrende meute achter hem en keurt de kwade trainers en spelers van de tegenpartij geen blik waardig. Dan is hij ook blind. Alles voor zijn club. Hij krijgt ook wel eens bier in zijn nek, maar dat is geen probleem. Hij houdt wel van een biertje. Pas als de scheidsrechter hem begint te negeren, komt Henk in actie. Dan gaat hij verhaal halen, dreigt zijn werkzaamheden te staken. Ja, kom op zeg, hij vlagt niet voor niets! Zo pakt Henk elk seizoen toch wel een paar puntjes voor zijn club. Na afloop lacht hij met de jongens. Dat hebben ze toch maar mooi geflikt zo.

Vorige week schrok Henk toch wel even. Want hij las een aantal uitspraken van de heer Blatter, de schrik van de voetbalwereld. De FIFA-baas stelde namelijk voor om met vier grensrechters te gaan werken. Henk vond het een afgrijselijk idee. Stel je voor, zijn invloed zou in één keer gehalveerd worden. Daar moet Henk nog even niet aan denken. Toch is dat niet eens wat hem het meest verontrust. Nee, de positie van zijn geliefde club op de ranglijst baart hem meer zorgen. Zijn club staat namelijk bovenaan! Henk zit dan ook gevangen in een mix van heftige emoties. Hij voelt blijdschap en trots, want het zou geweldig zijn als zijn club zou promoveren naar de hoofdklasse. Maar diep in zijn hart zou hij het eigenlijk liever niet zien gebeuren. Hoofdklasse betekent namelijk onafhankelijke grensrechters. Dan mag Henk niet meer langs de lijn gaan staan, met zijn vlag in de hand en wachtend op het moment waarop hij weer kan toeslaan. Misschien moet hij de komende weken maar eens een paar keer gaan vlaggen volgens de wet. Het zal iedereen verbazen. Henk vlagt niet!

NiGeLaToRwoensdag 7 maart 2007 @ 22:19
Pffff... 'my first column'?

Op internet is iedereen schrijver, zullen we maar denken
methodmichdonderdag 8 maart 2007 @ 19:02
quote:
Op woensdag 7 maart 2007 18:22 schreef Beschouw het volgende:
Bij mijn oude club hadden ze ook een"' Henk' als grensrechter die vlagde op elk moment dat de bal de middenlijn passeerde. Toen hij genegeerd werd door de scheidsrechter, gooide hij zijn vlag op de grond, liep het veld op en verkocht de scheidsrechter een daverende dreun. Gevlagd heeft deze 'Henk' nooit meer. Jammer dat er zoveel Henken zijn. Herkenbaar stukkie Mich.
Helaas wel ja. Zaterdag bij LRC - Meerkerk zag ik er één, daar heb ik me deels door laten inspireren. Valt me altijd op als ik een potje in de eerste klasse zie en is steevast een bron van ergernis.
Elftalleidervrijdag 9 maart 2007 @ 08:48
quote:
Op donderdag 8 maart 2007 19:02 schreef methodmich het volgende:

[..]

Helaas wel ja. Zaterdag bij LRC - Meerkerk zag ik er één, daar heb ik me deels door laten inspireren. Valt me altijd op als ik een potje in de eerste klasse zie en is steevast een bron van ergernis.
Grappig
Beschouwvrijdag 9 maart 2007 @ 15:14
quote:
ROTS

Wat was hij blij, afgelopen woensdag. Voor één keer toonde hij zijn emoties, liet hij zijn vreugde de vrije loop. Alex Rodrigo Dias da Costa stormde na de gelijkmaker tegen Arsenal naar het vak waar de PSV-supporters zaten en explodeerde daar van blijdschap. Zijn treffer betekende dat PSV in de Champions League een ronde verder kwam en dat moest gevierd worden, nietwaar?

Normaal gesproken is Alex niet zo’n emotionele man. Stoïcijns, haast met een uitgestreken gezicht doet hij zijn werk. Aan hem merk je niets. Hij kijkt altijd een beetje boos, maar dat is slechts schijn. Het is de concentratie die zijn gezicht tekent. Door zijn defensie mag geen tegenstander glippen. Nog geen muis. Alex is de verpersoonlijking van de ideale stofzuiger. Hij klopt, veegt en zuigt en feitelijk doe je hem daarmee nog te kort. Alex is meer dan de stofzuiger van PSV. Veel meer. Hij is de Braziliaanse rots in de branding. Elke bal is voor hem, aanvallers krijgen bij hem geen poot aan de grond.

Hij ziet er imposant uit, de verdediger die via een samenwerkingsverband met Chelsea bij PSV terecht is gekomen. Massief als een rotsblok, hard als graniet en wonderlijk genoeg ook verrassend wendbaar. Snel is hij niet, maar meestal staat hij wel op de juiste plek om de bal te onderscheppen of bij een tegenstander te ontfutselen. Als hij het leer naar een medespeler heeft getransporteerd blaast hij zijn wangen even bol, heeft een kort oogcontatct met zijn maatje Gomes in het doel en neemt dan zijn positie op het veld weer in, klaar voor de volgende klus.

Er zijn mensen die hem dolgraag van PSV naar Chelsea willen overplanten. Per slot van rekening is hij grotendeels eigendom van de club van de rijke Roman Abramovich. Verschillende kranten weten te melden dat coach Mourinho dat vooralsnog nog tegenhoudt. Hij vindt de Braziliaan te dik, zegt onder meer het Algemeen Dagblad. Het is een misrekening, die doet denken aan de uitspraak van de voormalige Feyenoordvoorzitter Van den Herik over trainer Martin Jol, die vond dat de Hagenaar te dikkig was om Feyenoord te kunnen trainen.

Alex ziet wat er wel van komt. Weg bij PSV hoeft hij nog niet, zegt hij. In Eindhoven heeft hij het prima naar de zin en nu zijn club de kwartfinale van de Champions League heeft bereikt, heeft weer iets nieuws om naar uit te zien.

Bij terugkeer in Nederland na de wedstrijd tegen Arsenal was een heuse volksmassa aanwezig. Toen deze PSV-supporters Alex ontwaarden, toonden ze dezelfde blijdschap die hun held een avond eerder na zijn doelpunt had laten zien. Ze scandeerden zijn naam en klopten hem massaal op de imposante schouders. Hij werd er een beetje verlegen van, Alex. Terwijl alles en iedereen in euforie was over het eindresultaat van de wedstrijd tegen Arsenal, ging hij nog in gedachten nog even terug naar de 58e minuut, toen via zijn been de bal in het eigen doel verdween. Hij kon wel door de grond zakken toen. Alles dreigde in duigen te vallen, maar dat moment duurde gelukkig maar kort. Hij herpakte zich, met de verlossende kopbal als uiteindelijk resultaat. Voor- en tegenspoed; het is in het voetbal ontegenzeggelijk met elkaar verbonden. “Als ik kort voor tijd het verlossende doelpunt niet gescoord had, hoe zouden de mensen hier nu staan”, vroeg hij zich af. “Wellicht stond er dan niemand.”

Alex Rodrigo Dias da Costa is geen voetballer die zich op de toppen van gelukzaligheid laat meevoeren. Aan zijn lijf geen polonaise, vedetteneigingen zijn hem vreemd. Hij weet dat het morgen allemaal weer anders kan zijn en morgen staat er alweer een volgende wedstrijd op het programma. Dan moet hij er weer staan, letterlijk en figuurlijk.

Mourinho is blind als hij de capaciteiten van Alex niet ziet. Maar laat de Portugees maar blind zijn. Dan kunnen ze in Eindhoven veel plezier blijven beleven aan de Braziliaan, die met een uitgestreken smoelwerk afbraakwerkzaamheden verricht in de PSV-defensie en bij vrije trappen en corners oprukt naar vijandelijk gebied om daar vernietigend toe te slaan.

Alex is een held. Kapot kan hij niet in Eindhoven. Dat kan ook niet, want de man is van bikkelhard graniet. Nog geen steensplintertje kan je er bij hem afkrijgen, al timmeren ze hem met tien slopershamers op zijn kop. Hij zal zijn wangen nog eens opblazen, zijn rug nog eens rechten en onverstoorbaar blijven doen waar hij goed in is: verdedigen. Hadden we maar zulke Nederlandse achterhoedespelers.
methodmichvrijdag 9 maart 2007 @ 16:22
Grappig stukje. We hadden ze vroeger wel trouwens in Nederland. Jaap Stam is de laatste.
tong80vrijdag 9 maart 2007 @ 17:21
Het mooie van Alax is dat ie opbouwend ook sterk is. Uit de verhalen over vroeger is ie te vergelijken met Cor van der Hart of Rinus Terlouw. Unieke voetballer en mooie man, tevens mooi omschreven in je column.


Elftalleidermaandag 12 maart 2007 @ 15:43
Wel jammer dat ie nu net gblesseerd raakt
Bjoromaandag 12 maart 2007 @ 23:59
Moet ook weer eens wat op voetbal.fok.nl gaan plaatsen

Wellicht dat het deze gaat worden:
quote:
Klaas-Jan en Wesley
Ze maken het elkaar moeilijk was te lezen in het AD van afgelopen week.
De schrijver van het artikel had de wedstrijden waarin Huntelaar zijn doelpunten had gemaakt voor Ajax er nog eens op nageslagen en had gezien dat daar maar 1 assist van Sneijder bij zat.
Ook scoorde de spits beduidend minder als de kleine middenvelder meespeelde.
Leuke statistieken, maar nog beter natuurlijk dat de twee de dag na publicatie van het stuk het onmiddellijk naar het rijk der fabelen verwezen.

Persoonlijk ben ik wel gek op dit soort cijfers en er ontstaat na lezen van dergelijke artikelen dan ook altijd een soort van neurotische drang om zelf ook op zoek te gaan naar dit soort dingen.
Maar goed, waar begin je, hoe gek wil je zijn, wat is het onderzoeken waard en wat niet.
Ik zet wat gegevens onder elkaar, begin verbanden te zoeken en te leggen die er waarschijnlijk helemaal niet zijn en beland van het ene gekke feit in het puzzelen naar andere nog gekkere statistieken. Ik pak de competitiedoelpunten van Klaas-Jan Huntelaar voor Ajax er maar eens bij.

Alsof het iemand kan schelen dat Huntelaar bij Ajax, onder leiding van zowel scheidsrechter Temmink als zijn collega Nijhuis in totaal 7 keer het net wist te vinden.
Bas Nijhuis was een keer getuige van vier goals en een keer van drie terwijl René Temmink op vier wedstrijdformulieren de naam van de goalgetter mocht invullen. In drie wedstrijden scoorde hij dus twee keer (deze wedstrijden won Ajax overigens wel allemaal) en in één wedstrijd scoorde hij één keer.
Ajax verloor die wedstrijd die wedstrijd met 3-2, uit bij Feyenoord.

“Zou Klaas-Jan vaak scoren als Ajax verliest in de competitie?”; is dan zo’n vraag die meteen bij mij boven begint te borrelen .
Afgelopen seizoen kwam dat maar liefst drie keer voor, dit seizoen echter nog niet.
“En hoe zit het dan met uit- en thuiswedstrijden?” zul je je misschien afvragen.
Huntelaar verdeelt zijn doelpunten keurig, voor zover je daar bij 31 treffers van kunt spreken natuurlijk. Vijftien keer in de ArenA en zestien keer daarbuiten .

Vaak wordt de jonge doelpuntenmaker omschreven als een veelzijdige spits, die alle facetten van het scoren beheerst. Ik pak de statistieken erbij en warempel, elf doelpunten door een schot en twaalf keer raak met het hoofd, en zelfs die weet hij weer prachtig onder te verdelen over zijn uit- en thuiswedstrijden. Het wordt wel heel saai op deze manier.
De treffers die te boek staan als intikkers, rebounds, omhalen, strafschoppen of vrije trappen laat ik hierin even buiten beschouwing. Wat wel opvalt, is dat de voorzetten op zijn kopdoelpunten altijd gegeven worden door rechtsbenige spelers of door Urby Emanuelson.
Zou daar een mooi verhaal in zitten? Ik twijfel en zoek nog even door.

De eerste goal voor een spits bij een nieuwe club is altijd speciaal en nu blijkt het dat het bij Huntelaar helemaal het geval is, want wat zeggen de cijfers (en die liegen natuurlijk nooit):
-Het is het enige doelpunt dat hij heeft gemaakt in het laatste kwartier in een uitwedstrijd
-Het is het enige doelpunt dat hij heeft gemaakt bij een achterstand van Ajax waardoor de club niet op gelijke hoogte kwam.
Als Ajax namelijk achterstond en Huntelaar scoorde veranderde hij vier maal de stand van 0-1 in 1-1 (2x met een schot en 2x met een kopbal) en 2x (beide met een kopbal) van 1-2 in 2-2.
In zes wedstrijden wist hij de score te openen (4x met een kopbal en 2x met een schot) en vier keer werd maakte de in Drempt geboren aanvaller de 2-1 (maar nooit met het hoofd!)
Van de veertien goals die hij maakt als de Amsterdammers al op voorsprong staan, valt het mij op dat hij maar twee keer het net vindt als de tegenstander ook heeft gescoord (hij maakt twee maal de 4-1). De rest van de twaalf verdeelt hij redelijk netjes tussen de 2-0, 3-0, 4-0, 5-0 en zelfs één keer de 6-0.

Verder kom ik tot de conclusie dat hij in thuis wedstrijden het meest trefzeker is in het laatste kwartier van zowel de eerste als tweede helft en bij uitwedstrijden tussen de 16e en 30e minuut.
En dat terwijl ‘de Hunter’ in die periode ‘thuis’ het net maar moeilijk kan vinden, hij scoorde tot op heden slechts één doelpunt, een omhaal tegen Willem II.

Al met al maar weinig reden tot logische verbanden, prachtige conclusies en duistere complotten, of het moet zijn dat Maarten Stekelenburg bij alle wedstrijden op doel stond waarin Klaas-Jan Huntelaar scoorde.
Bjorodinsdag 13 maart 2007 @ 00:04
quote:
Op woensdag 7 maart 2007 22:19 schreef NiGeLaToR het volgende:
Pffff... 'my first column'?

Op internet is iedereen schrijver, zullen we maar denken
laat anders even een goed voorbeeld van eigen hand zien, wellicht dat we ons aan dat niveau kunnen optrekken ?
tong80dinsdag 13 maart 2007 @ 17:48
Leuke feitjes Bjoro

Beschouwdinsdag 13 maart 2007 @ 20:32
Je conclusie dat Huntelaar alleen scoort wanneer Stekelenburg meedoet klopt niet helemaal, Bjoro. In de bekerwedstrijd tegen Jong RKC keepte Gentenaar en toen scoorde KJ ook, als invaller.
methodmichwoensdag 14 maart 2007 @ 15:17
Maar wel leuk gevonden.
quote:
STRATEGO OP HET VELD

“Shit!” Het was de hartgrondige reactie van PSV-trainer Ronald Koeman, toen hij vorige week op televisie zag hoe het lot zijn club in de kwartfinales van de Champions League aan Liverpool koppelde. Die ploeg kwam de Eindhovense formatie namelijk in de eerste ronde ook al tegen. Naast het feit dat het resultaat over twee wedstrijden toen in Engels voordeel uitviel, vond Koeman het vooral jammer dat het voor de supporters en de spelers geen nieuwe tegenstander werd. Dat is gewoon leuker. PSV zal het er echter mee moeten doen.

In de eerste twee weken van april zal men de strijd aan moeten binden met de Engelsen. Het worden dus drukke weken voor Tonnie Bruins Slot. De assistent van Koeman was aan het begin van dit seizoen best wel een vreemde eend in de bijt op trainingscomplex de Herdgang. Men was de gemoedelijke klanken van de Tukkers Fred Rutten en René Eijkelkamp gewend en ineens was daar een man met een Amsterdamse tongval. Het was een lichte cultuurshock, maar PSV zou PSV niet zijn als men daar niet snel aan was gewend. Na een paar trainingen wisten de toeschouwers al niet beter meer.

Voor Bruins Slot was het ongetwijfeld veel minder wennen. Zijn rol is namelijk al jaren hetzelfde. Johan Cruijff ontdekte in Bruins Slot ooit een meesterspion en maakte gretig gebruik van diens analyses. Door er zijn eigen unieke visie aan toe te voegen kon Cruijff de tegenstander altijd een stap voor zijn. Ronald Koeman onderkende de kwaliteiten van Bruins Slot en was dan ook blij dat hij hem aan zijn staf kon toevoegen, toen hij bij Ajax begon. Hij nam de analyticus mee naar Lissabon en vervolgens naar Eindhoven. Opnieuw lijkt hun verbond zijn vruchten af te werpen. Met de jonge honden van Ajax bereikten ze de kwartfinale, met Benfica deden ze ten koste van enkele gerenommeerde opponenten hetzelfde en nu bij PSV staan ze daar weer.

Dat is geen toeval meer. Sowieso is toeval een woord waar Tonnie Bruins Slot van gruwelt. Hij geniet van het puzzelen met de aanwezige kwaliteiten. Als er een tegenstander uit de koker rolt, begint zijn werk. Dan gaat hij kijken. Ondertussen registreert hij gretig alle zaken die hem opvallen. Dat is veel meer dan de gewone toeschouwer ziet. Bruins Slot denkt al vooruit. In gedachten ziet hij zijn elftal al spelen. Die trage vleugelverdediger bij de tegenstander? Bruins Slot heeft al precies bedacht wie daar tegen moet spelen en ook nog eens hoe. Hij zoekt de zwakheden van de tegenstrevers en plaatst daar de kracht van de eigen spelers al tegenover. Hij ziet hoe PSV moet gaan opbouwen, hoe het de aanvalsopzetten van de tegenstander kan neutraliseren, waar de ruimtes liggen en wie daar in moet duiken. Bruins Slot is als de mineur in het spel Stratego. Hij ontmantelt de vijandelijke bommen. Zijn handen maken overuren, zoveel schrijft hij op. Het liefst op een oud kladblok.

Na twee of drie wedstrijden gaat hij definitief aan de slag. Dan zijn de patronen wel duidelijk, is een eventuele eenmalige tactische vondst van een trainer uit te sluiten en speelt ook de vorm van de dag een kleinere rol. Indien noodzakelijk zet hij zich achter een stapel DVD’s en bekijkt hij wedstrijden tot hij er lasogen van heeft gekregen. Hij kijkt en denkt tot hij elke hoekschop kent. Hij analyseert looplijnen, doorziet moeiteloos waar de sleutelspelers zich bevinden en puzzelt de te volgen tactiek in elkaar. Als hij vervolgens met een grote glimlach het kantoor van Ronald Koeman opzoekt, weet die al hoe laat het is. Daar ontvouwt Bruins Slot zijn plannen en knikt de trainer ter goedkeuring. Zo gaan we het doen en niet anders.

De meesterspion geniet vervolgens als zijn tactiek de juiste blijkt. Bruins Slot hekelt de incidenten. Een overwinning die zijn ploeg dankt aan een niet in te calculeren, gruwelijke verdedigingsfout levert hem veel minder vreugde op. Goed, hij is blij voor de jongens, maar zijn wedstrijd is pas geslaagd als de tegenstander volledig machteloos blijkt door een slimme vondst van zijn hand. Een eigen doelpunt van de tegenpartij? Leuk, maar liever niet. Hetzelfde geldt voor arbitrale dwalingen. Nee, geef Bruins Slot maar een overwinning door die ene door hem bedachte aanval. Waarvoor hij zich niet op de borst klopt. Het geeft hem slechts plezier in zijn werk.

Ik vermoed dan ook dat Tonnie Bruins Slot vorige week niet ontevreden was met Liverpool als tegenstander. Die ploeg staat namelijk onder leiding van Rafael Benítez, de bezeten Spaanse genius. Rafa denkt en doet net als Tonnie. Qua tactisch inzicht mag je de trainer van Liverpool best de maarschalk noemen. Wie Benítez wil verrassen met een foefje moet zelf bijzonder goed zijn. Dat is Bruins Slot. Ronald Koeman zal het ongetwijfeld ook weten en zijn assistent spoedig aan het werk zetten. Wie de maarschalk wil verslaan, heeft namelijk de spion nodig.
PyThwoensdag 14 maart 2007 @ 15:36
Leuk column maar het is niet de eerste keer dat Tonnie bij PSV aan de slag gaat
methodmichwoensdag 14 maart 2007 @ 15:37
quote:
Op woensdag 14 maart 2007 15:36 schreef PyTh het volgende:
Leuk column maar het is niet de eerste keer dat Tonnie bij PSV aan de slag gaat
Klopt, was ook wel eens scout natuurlijk. Maar het was toch weer even wennen aan "kooltjes schieten" natuurlijk.
tong80woensdag 14 maart 2007 @ 17:29
Die vent kan uren lullen en niks zeggen. Verder goede typeringen weer.

Beschouwwoensdag 14 maart 2007 @ 19:46
Terechte hulde aan TBS. Goed doortimmerd verhaal Mich.
the_legend_killerdonderdag 15 maart 2007 @ 00:35
Echt hulde voor beide
Bjorodonderdag 15 maart 2007 @ 13:02
quote:
Op dinsdag 13 maart 2007 20:32 schreef Beschouw het volgende:
Je conclusie dat Huntelaar alleen scoort wanneer Stekelenburg meedoet klopt niet helemaal, Bjoro. In de bekerwedstrijd tegen Jong RKC keepte Gentenaar en toen scoorde KJ ook, als invaller.
ging ook alleen over de competitie wedstrijden
Beschouwvrijdag 16 maart 2007 @ 16:58
quote:
VOETBALHUMOR

Op weg naar het trainingscomplex van Bayern München moet Mark van Bommel een paar kilometer over binnenwegen rijden. Op de Autobahn kon hij met zijn bolide nog 160 kilometer per uur voortrazen en dat gaf hem een heerlijk gevoel, hoewel hij af en toe in moest houden omdat er een bestuurder zo nodig met een slakkengangetje op de linkerbaan moest rijden. Kloten is dat. Maar nu kan hij het gaspedaal helemaal niet meer beroeren. Oh, wat baalt hij daarvan. Iedere keer die langzame, voorzichtige weggebruikers, die hem het doorrijden beletten. Doodziek wordt hij ervan. Nog maar eens claxonneren en met de lichten seinen, kijken of die eikel aan de kant wil gaan. ‘Zal wel eens wijf zijn’, denkt hij bij zichzelf en als hij even later en gaatje ziet en inhaalt, wordt hij in die gedachte bevestigd. Maar dan moet hij alweer inhouden. Het is goed dat hij op tijd van huis weg is weggegaan, anders zou hij nog te laat komen. Scheisse. Inwendig moet hij toch een beetje lachen. Dat hij nu al vloekt in het Duits. Sjonge, jonge.

Als hij eindelijk de parkeerplaats bij het Bayerncomplex aan de Säbener Strasse opdraait, heeft hij nog tien minuten voordat de training begint. Normaal gesproken tijd genoeg, maar nu kan hij zo snel geen parkeerplaats vinden. Grommend en mopperend parkeert hij zijn wagen op een achterafplekje. Snel beent hij naar de kleedkamer. Ja hoor, als hij het niet dacht. Zit die verdomde Podolski weer op zijn plek. Hij pakt de spullen van zijn ploegmaat en smijt ze in een hoek van de kleedkamer. “Ga daar maar zitten”, snauwt hij de Duitser toe, “hier zit ik altijd.” De overige Bayernspelers bezien het tafereel zwijgend.

De training verloopt zoals altijd. Warming up, wat tactische oefeningen en dan een partijtje. Dat laatste is altijd het leukst. Al dat geouwehoer tussendoor kan hem gestolen worden, maar als er een bal aan te pas komt, kan hij zijn geluk niet op. Dan is hij op zijn best. Vergeten is de ellende op de weg en die verdraaide Podolski, die op zijn plekje zat. Voetballen, daar gaat het om. Dat is zijn lust en zijn leven. Hij tackelt en schoffelt, onderbreekt talloze aanvallen en als hij kort voor het einde het beslissende doelpuntje maakt, zijn teamgenoten hem jubelend omringen en hij vanuit zijn ooghoeken ziet dat trainer Hitzfeld waarderend staat te knikken, kan zijn dag niet meer stuk.

Enkele uren later is hij weer thuis. Veel te doen heeft hij die middag niet. Rust pakken is ook belangrijk voor een voetballer, weet Mark. Hij heeft nog een opgenomen DVD liggen, het programma Voetbal Insite van een paar dagen geleden. Dat moet hij nog bekijken, want maandagavond was hij daar niet aan toegekomen. Hij vindt het wel leuk dat die snor iedere aflevering opnieuw tussen neus en lippen door even vertelt dat Van Bommel in het Nederlands elftal thuishoort. Hoor, daar zegt Derksen het weer. Mooi is dat. Achteroverliggend op de bank spoelt hij de DVD terug. Dat wil hij nog wel een keer horen.

Dan rinkelt de telefoon. Van Bommel neemt op. “Hallo Mark, mit Marco von Basten hier.” Plots zit Marc van Bommel rechtop. Met de afstandsbediening zet hij het geluid van zijn televisietoestel uit. “Ja”, antwoordt Marc. “Wat nu weer”, denkt hij erbij. “Mark, ik wil het haben over je wedstrijden gegen Real Madrid”, vervolgt de bondscoach het gesprek. “Allereerst proficiat met het bereichen van de kwartfinale. Je doelpunt in Madrid war van grosse klasse en in de thuiswedstrijd nam je je ploeg ook al zo prachtig op sleeptouw. Das ist mooi. Maar toch moet mij iets van het hart en je weet wel wat dat is, denk ich.” Van Bommel zwijgt. Als een flits gaat de film van de twee wedstrijden tegen Real door zijn hoofd. Kippenvel krijgt hij er van. Geweldige wedstrijden waren dat. “Nou?” Het woord klinkt meer kortaf dan hij bedoelt.

Aan de andere kant van de lijn wordt even gekucht. “Mark, ik mache vrijdag de definitieve selection van het Nederlandsche elftal bekend en ik moet je mitdelen dat je daar nicht bij zit”. “Dat is geen verrassing, want ik zat niet bij de voorselectie”, antwoordt Van Bommel. “Nee, das ist waar”, vervolgt de bondscoach. “Toch hebben we even overwogen je op te roepen, maar je ruzie met Podolski in Madrid en het kinderachtig gedoe mit Realspieler Diarra en de gelbe kaart die dat tot gevolg had, hebben ons doen besluiten je toch maar nicht te selectieren.”

Van Bommel staart naar zijn mobieltje. ”Wat is dit voor gelul”, denkt hij. Op de club was hij een gevierd man en de twee wedstrijden schorsing die hij van de UEFA had gekregen, waren met de mantel der liefde bedekt. Hitzfeld had er geen woord aan vuil gemaakt en zijn ploegmakkers hadden gezegd dat ze voor hem nog een stapje harder zouden gaan lopen. “Milan gaat er aan”, hadden ze hem verzekerd, ‘dan kan je in de halve finale weer meespelen.” Alleen Podolski had niks gezegd, maar dat was toch een eikel. Die kerel was gek.

“Marco”, neemt hij de draad van het telefoongesprek weer op. “Was ik een paar maanden geleden niet duidelijk genoeg? Ik heb toch gezegd niet meer onder jouw leiding in Oranje te willen spelen”, zegt hij en schakelt dan abrupt zijn mobiel uit. Tot laat in de avond blijft het telefoongesprek met Van Basten door zijn hoofd spoken. Plots weet hij het, dat was Marco van Basten niet. Het klonk helemaal niet als de bondscoach, de spreker had een verdacht Duits accent. Scheisse. Ditmaal moet hij niet inwendig lachen.

De volgende dag, als Mark van Bommel na de nodige ergernissen onderweg, de Bayernkleedkamer binnenkomt, staan zijn ploegmaten hem grijnzend op te wachten. “We hebben gehoord dat Marco van Basten je gisteren heeft gebeld”, zeggen ze lachend. Podolski staat in een hoekje toe te kijken. Ineens weet Marc van Bommel het zeker. Hij was het! Hij stormt op Podolski af en verkoopt hem een daverende dreun. Als hij door Kahn en Schweinsteiger weggetrokken wordt, stamelt Podolski, over zijn pijnlijke kaak wrijvend: “En dan maar zeggen dat Duitsers geen gevoel voor humor hebben.”
tong80vrijdag 16 maart 2007 @ 17:14
Leest weer lekker weg

dndiekvrijdag 16 maart 2007 @ 17:27
grappige column
methodmichvrijdag 16 maart 2007 @ 19:35
Leuke invalshoek en grappig einde!
Bjorovrijdag 16 maart 2007 @ 22:09
jammer dat je de laatste keer zijn naam fout hebt geschreven
methodmichwoensdag 21 maart 2007 @ 15:25
quote:
MAIL VAN EEN ROEMEEN

Het was aan het einde van de jaren tachtig. Roemenië was in de aanloop naar de totale bevrijding, maar zuchtte nog onder het bewind van Ceaucescu. Wij hadden er als jongetjes van rond de tien geen weet van. Wat wist je wel, behalve het strikt noodzakelijke? We gingen naar school en tussendoor voetbalden we. We speelden urenlang op straat en op tradveldjes, waarbij we ons inbeeldden dat wij de beroemde spelers uit die tijd waren. Er liepen wat Van Bastens, Koemannen, Gullits en Rijkaards in die tijd. Het waren er zoveel dat je soms maar iets anders verzon, omdat het anders wel saai zou worden. Dan was je een buitenlandse speler, hetgeen extra spannend was. Afhankelijk van de op dat moment heersende landen en clubteams werd er gekozen. De ploegmaats van de Nederlanders bij AC Milan waren populair, tijdens het WK van 1990 viel iedereen voor Kameroen. Zelf was ik van alles en ook een tijdje Roemeen.

Steaua Boekarest was in die tijd gigantisch afgedroogd door een ontketend PSV, maar had toch iets magisch. Ze speelden technisch verzorgd voetbal en hadden mooie spelers. Zo werd ik Hagi, maar bovenal Lacatus. Ten tijde van het WK van 1990 was laatstgenoemde een prima spits. De commentator van de NOS, ongetwijfeld Hugo Walker, kon zijn naam zo mooi rekken. “Lacatuuuuuuuuuusssssssssss!” klonk het dan. Het had iets magisch. Heerlijk om als jongetje lekker te voetballen, raak te schieten en dan deze kreet over het veld te laten schallen. De keepers werden er wanhopig van, weer die dekselse Roemeen.

Op een dag meldde zich een nieuwe jongen op het veld. Hij was een jaar of vijf ouder, maar voetbal kent vrijwel geen leeftijdsgrens. De jongen had zwart haar van het soort dat je niet direct bij Nederlandse jongens zag. Het leek wel of het net iets meer glans had, beter paste in ieder geval. Hij sprak met een accent dat we niet konden plaatsen. Hij had voor ons overal vandaan kunnen komen, maar Victor bleek een Roemeen te zijn. Zijn ouders waren gevlucht, vertelde hij later wel eens. Victor was dol op voetbal, maar durfde nooit echt te vragen of hij mee mocht doen. Tot hij ineens hoorde dat Lacatus ook op het veldje liep. Zoiets schept een band.

Jarenlang voetbalde Victor met ons mee. Hij vond Nederland zo goed, altijd aanvallend. Wij vonden de Roemenen wel goed, een beetje mysterieus. Hoe ze in 1994 eigenlijk uit het niets ineens weer een goed WK speelden en een gedenkwaardige match afwerkten met de Argentijnen, dat was prachtig. Victor straalde dan ook en vertelde ons mooie verhalen. Over keeper Ducadam, de held van de Europacupfinale tegen Barcelona. Zijn hand werd verbrijzeld door de veiligheidsdienst. Een grof schandaal, vonden wij. Stel je voor dat ze de hand van Ed de Goeij of Edwin van der Sar zouden…. Nee, dat kon in Nederland niet! Wij begrepen ineens een stuk beter waarom Victors ouders dat vreselijke land verlaten hadden.

Zo rond mijn achttiende vertrok Victor uit Nederland. Hij had tijdens een vakantie in Roemenië een leuke vrouw ontmoet en besloot zijn leven met haar te delen. Sindsdien mailden we regelmatig. Het ging snel met Victor en zijn geliefde, want amper een jaar later had hij al een zoontje. In die mails schreven we vooral over voetbal overigens. Victor vond het jammer dat zijn vaderland niet echt toonaangevend meer was en dat de echte sterren als Hagi en Lacatus al verdwenen waren. Toch kon hij incidenteel trots zijn, bijvoorbeeld toen Roemenië op het EK van 2000 de Engelsen uitschakelde. Of op spelers als Adrian Mutu en Cristian Chivu, die in Europa naam maakten.

Zo werd het zomer in 2003, toen er ineens aangebeld werd. Victor stond op de stoep. Hij had zijn vrouw en zoontje meegenomen. Het ventje was een jaar of vier en leek op zijn vader. “Kiwoe Kiwoe” zei het jongetje. Victor meldde apetrots dat zijn zoontje nu al dol op voetbal was en vooral op Ajax. Hij zou hem meenemen naar een training. “Ai!” zei ik, omdat ik zojuist op teletekst had gezien dat de Roemeense aanvoerder van Ajax was verkocht aan AS Roma. Victor besloot het een dag later toch te proberen. Helaas, Chivu was er al niet meer. Hij wist het, ik ook. We hadden namelijk een avond eerder al op het sportjournaal gezien hoe Chivu wegreed in zijn auto, de Arena uit. De Ajax-merchandising floreerde een dag later echter wel, want het zoontje van Victor kwam terug als een wandelende Ajax-reclamezuil.

Gisteren kwam er ineens een email binnen. Van Victor. In de aanloop naar Nederland – Roemenië van vanavond herinnerde hij zich het voorval in 2003. Hij schreef dat hij eigenlijk naar de wedstrijd had gewild, maar dat toch niet deed. Chivu zou er niet zijn en die wilde hij graag treffen, in het buitenland. Daarnaast voorspelde Victor een saaie wedstrijd, vol schuiven. Voetbal is niet meer zoals vroeger. Een intrigerend zinnetje. Ik wilde de mail al beantwoorden toen zich aan de onderkant langzaam een bijlage ontvouwde. Ik zag een foto van een man, een jaar of veertig oud. Naast hem het zoontje van Victor. Op het trainingspak van de man stond UT Arad. Ik dacht even grinnikend aan Feyenoord en probeerde de man te herkennen. Opeens wist ik het en kon ik me volledig vinden in de zin van Victor. Het mysterie is weg, slechts de nostalgie overleeft. Ik begon fluisterend, maar na drie keer schalde het door mijn woning: “Lacatuuuuuuuuuusssssssssss!” Zo mooi wordt Nederland – Roemenië nooit meer.
Bomenverzamelingwoensdag 21 maart 2007 @ 15:50
Prachtig
Beschouwwoensdag 21 maart 2007 @ 17:45


-Vaduz-woensdag 21 maart 2007 @ 19:25
Een mooie Mich, weer eens een trapveldjesbegin.
tong80woensdag 21 maart 2007 @ 20:09
Erg mooie column

Da_Sandmandonderdag 22 maart 2007 @ 13:46
Lacatus .

Prachtig verhaal Mich.
tong80donderdag 22 maart 2007 @ 22:58
Calvobbes, en hoe mooi er soms gepost wordt in VBL.

methodmichvrijdag 23 maart 2007 @ 16:24
Ik zag hem tong. Leuk, alleen Danny vindt er niks aan.
tong80vrijdag 23 maart 2007 @ 19:52
quote:
Op vrijdag 23 maart 2007 16:24 schreef methodmich het volgende:
Ik zag hem tong. Leuk, alleen Danny vindt er niks aan.
Gezien zijn smaak is dat positief.

Beschouwzondag 25 maart 2007 @ 21:45
quote:
JAI HIND UIT, ALTIJD LASTIG

Een klein, doodlopend weggetje pal naast de sprookjesachtige Mevlana Moskee in Rotterdam, wordt aangeduid met het bordje RFC-pad. De Rotterdamse voetbalclub van die naam is al lang geleden ter ziele gegaan, maar gevoetbald wordt er op deze locatie nog steeds. Het complex dat na een kleine honderd meter lopen plots opduikt, is nu van Jai Hind, een Surinaams-Hindoestaanse voetbalvereniging, met een grote Creoolse inbreng.

Het is er goed toeven. Legendarisch is de kantinekeuken. Geen broodje bal, tosti of een vette frikandel, maar bami, kip kerrie of gebakken vleugeltjes. De lucht van al dat lekkers doet een mens watertanden. Je waant je in een andere wereld, wat nog versterkt wordt door de imposante moskee op de kop van het veld en het uiterlijk van de huizen aan de aanpalende Essenburgsingel. Vijf verdiepingen, compleet met mansarde. Wie gewend is aan de winderige complexen op Voorne-Putten of in de Albrandswaard kijkt zijn ogen uit.

Gezien de stand op de ranglijst kunnen de voetballers van Jai Hind er wat van. Minstens net zo goed als het kantinekeukenpersoneel moeten ze zijn. De voormalige betaaldvoetbalspelers Winston Bakboord en Roël Liefden en hun donkergekleurde ploeggenoten stonden zondag op een trotse tweede plaats van de tweede klasse. Ze zouden de strijd aanbinden tegen PFC uit Geervliet, boeren van het platteland en om kwart over vier zou de wereld weten dat Jai Hind klaar was voor de eerste klasse.

Het was er druk, gezellig druk. Bij rust leidden de Surinamers uit de grote stad met 1-0, tot groot enthousiasme van het veelkoppige publiek, dat massaal en luidkeels achter hun ploeg stond. Het zonnetje scheen, de lucht was blauw en de tribune liep leeg om in de kantine nog maar eens een broodje bakkeljauw te halen of een blikje bier.

In de tweede helft was de zon plots verdwenen en de boeren hadden de mouwen opgestroopt. Na twintig minuten boog PFC binnen één minuut de stand om in 1-2 en de wedstrijd was gedaan. Verdwenen was de uitbundige lach van de gezichten van de honderden supporters van de thuisclub. Er werden nog wat knokkels tegen elkaar geslagen, zwijgend ditmaal. Er werden handen geschud en in de kantine draaide de keuken nog altijd op volle toeren, maar de punten zaten in de knip bij PFC.

Die boeren uit Geervliet worden steeds beter. Wereldwijzer ook. Een middagje Jai Hind bewees het.


[ Bericht 0% gewijzigd door Beschouw op 25-03-2007 22:48:12 ]
tong80zondag 25 maart 2007 @ 22:45
Leuke column over een club die ik niet kende

Yeahinhozondag 25 maart 2007 @ 23:22
Nog nooit van gehoord, leuk geschreven.
methodmichwoensdag 28 maart 2007 @ 15:06
Leuk stuk over Jai Hind, Beschouw!!
quote:
MARCO STREEFT IETS ANDERS NA

Wie kent ze niet, de verrassingseieren? Als kind was het altijd weer een spannende belevenis. Je kocht het ei, haalde zo vlug als je kon de oranje met witte verpakking er vanaf en deed eigenlijk hetzelfde met de chocola. Die was namelijk helemaal niet zo lekker. Merkte je het als kind niet, dan toch later, wanneer je andere chocolade tot je nam. Daar ging het dan ook niet om. Het ging om de inhoud! Vol spanning draaide je het gele kokertje open, dat uit het ei was gekomen. Met gladde handen van de spanning en de chocolade, dus het lukte niet altijd in één keer. Eenmaal open vond je het cadeautje. Dikwijls een bouwwerkje of een poppetje, met een onduidelijke beschrijving. Eigenlijk viel het altijd tegen en was de verwachting spannender geweest dan het uiteindelijke resultaat. Een beetje het gevoel dat de Nederlandse voetballiefhebber krijgt bij het nationale elftal, sinds Marco van Basten de scepter zwaait.

Het leek een geweldige combinatie. Van Basten is samen met Cruijff toch de meest bewonderde Nederlandse voetballer aller tijden. Hij zou oranje vernieuwen, zorgen voor verfrissing en het volk weer trots maken. Bij zijn aanstelling predikte hij de revolutie. Nederland ging weer aanvallen, zou dominant zijn en moest gretig ogen. Spelers werden alleen opgeroepen voor hun eigen positie, als de eerste keus niet kon spelen, speelde de tweede en desnoods de derde of vierde. Het grote einddoel was het EK van 2008, dus Van Basten zou vier jaar gaan bouwen. Het zorgde voor een aangename tinteling in de buik van de fans, er ging wat gebeuren!

Helaas kunnen we inmiddels concluderen dat er weinig meer over is van die verwachting. Het voetbal is al tijden slecht. In een kwalificatiereeks is dat nog te billijken, die staat vooral in het teken van de plaatsing. Mooi voetbal? Graag, maar het is geen vereiste. De laatste tijd blijkt echter dat het Nederlands elftal helemaal niet meer bij machte is om defensieve tegenstanders met dominant voetbal kapot te spelen. Niet de hele wedstrijd, niet een deel van de wedstrijd. Sterker nog, oranje slaagt er niet eens in om de tegenstander echt te verrassen. Dat is voor een groot deel toch te wijten aan Van Basten, die inmiddels een ander doel lijkt na te streven dan hij bij zijn aanstelling zei te doen.

Ik geloof namelijk niet dat hij zich nog bekommert om het spel. Hij wil opvallen. Marco van Basten wil de mensen een stap voor zijn, zoals zijn voorbeeld en beschermheer Johan Cruijff vaak deed. De bondscoach gaat in zijn selectiebeleid al tijden niet meer uit van kwaliteit. Werkte het eerst nog verfrissend dat hij veel nieuwelingen een kans gaf, inmiddels begint het irritant te worden. Van Basten zoekt nog slechts naar de verrassing, naar de speler die niemand echt zag. Hij wil ontdekken. De mensen moeten bewonderend fluisteren over zijn geniale vondsten, waarmee hij alles en iedereen te slim af is. Dat is dan zijn speler, dus hij krijgt de credits. Zelfs als Nederland wint door een lullig balletje dat per ongeluk binnen valt.

Natuurlijk, sommige vondsten van Van Basten waren niet slecht. Khalid Boulahrouz was inderdaad een ontdekking, Joris Mathijsen blijft aardig op de been. Diverse andere spelers hadden bij een andere bondscoach ook wel eens kans gekregen. Te vaak sloeg het echter nergens op. Dan schrapte Van Basten resoluut namen, die ik nu niet ga noemen omdat iedereen ze kent, ten koste van spelers die nog niet half zo goed waren. Hij sloeg zijn eigen ontdekkingen ook regelmatig knock-out. Barry Opdam en Romeo Castelen bijvoorbeeld, die in de kwalificatie voor het WK toch een redelijke rol hadden. Zonder pardon bleven zij thuis. Martijn Meerdink? Afgeserveerd. Ugur Yildirim? Afgeschoten. Ron Vlaar? Nergens meer te bekennen. Zoals sommige spelers ook opmerkelijk veel krediet kregen. John Heitinga mocht in een zwakke periode bij Ajax opdraven om op een vreemde positie te starten tegen Engeland, terwijl er iemand in de selectie zat die met PSV de Nederlandse competitie regeerde en op die plaats wedstrijden besliste. Zoals Hedwiges Maduro lang bij de groep mocht blijven tijdens zijn vormcrisis en Denny Landzaat een abonnement op de basis leek te hebben. Maar dan spreken we ook over de beste middenvelder in de Engelse competitie, buiten de spelers van de vier topclubs. Of ziet alleen Van Basten dat zo?

Afgelopen week liet hij zich weer zien. Demy de Zeeuw had wat ongelukkige uitspraken gedaan in een interview, maar de lucht leek geklaard. De hele week kreeg de speler van AZ een hesje. Het was de manier van Van Basten om de speler nog even op de plaats te zetten. Wat jij, kleine kale? Had je een nare smaak bij ons? Dus speelde De Zeeuw niet, toen de wedstrijd begon. Ibrahim Afellay kan best de volgende Yildirim worden en het is onvoorstelbaar dat spelers als Jaliens en Landzaat van de basis naar huis gingen. Natuurlijk, ze speelden zwak, maar kan het in een paar dagen zo snel gaan? Nee, Marco van Basten bekommert zich allang niet meer om zijn doelstelling. Hij is veranderd in een trainer die in alles eigenwijs en tegendraads wil zijn, heeft enkele sleutelspelers gekleineerd en stelt eigenlijk alleen maar het tweede elftal van Nederland op. Als dan de resultaten ook minder worden, is het duidelijk. Als bondscoach is Marco van Basten een verrassingsei gebleken. Helaas is de inhoud daarvan in 2007 nog steeds teleurstellend.
-Vaduz-woensdag 28 maart 2007 @ 15:17
Lekkere heldere kijk op de zaak Mich. Niet dat ik hem helemaal onderstreep. Ik weet zelf nog niet goed hoe ik al die zaken moet combineren. Dat ik Van Basten tactisch niet goed vind is wel duidelijk inmiddels.

Die van Beschouw heb ik ook met genoegen gelezen. De kracht is de eenvoud.
tong80woensdag 28 maart 2007 @ 21:08
Leuke vergelijkingen.

Beschouwdonderdag 29 maart 2007 @ 01:05
Huilen-met-de-wolven-in-het-bos-verhaal
methodmichdonderdag 29 maart 2007 @ 19:34
De waarheid is hard Beschouw. Van Basten wil alleen maar opvallen.
Beschouwmaandag 2 april 2007 @ 21:25
quote:
Niks opgezwollen, werken

Een product van de huidige tijd, zo kan de jeugdige Feyenoordvoetballer Royston Drenthe het best omschreven worden. Helemaal lijp van inline skaten, lyrisch over de Nederlandstalige rapgroep Opgezwolle, energie voor tien en van kop tot teen onder de tatoeages. “Als kind was ik vast een adhd-gevalletje, maar ik heb er nooit pilletjes voor gehad,” zegt hij zaterdag in de sportbijlage van het Algemeen Dagblad. Gelukkig maar, anders had Feyenoord op de linksbackpositie alweer een slome voetballer, die aan alle kanten door aanvallers voorbijgelopen wordt.

Drenthe wordt niet voorbijgelopen. Never. Het ventje heeft een over mijn lijk mentaliteit, gekoppeld aan een tomeloze energie. Royston; het is de naam van een wervelstorm, die pas luwt als alle energie verbruikt is. Dan moet het ineengeschrompelde lichaam per brancard van het veld getransporteerd worden en met een allerlaatste krachtinspanning wordt met een opgeheven arm afscheid genomen van het publiek, dat hevig ontroerd is over zoveel toewijding.

Supporters van Feyenoord dragen de onverschrokken strijder op handen. Kapsones zijn hem vreemd. Wat Van Persie ooit flikte bij de oude Pierre van Hooijdonk, wegduwen bij een vrije trap, zal Royston nooit doen. Die schuift bij Big Pete aan aan tafel, hangt aan zijn lippen als verhalen over vroeger verteld worden en springt hem op de rug, als hij een doelpunt scoort. Pierre draagt het ventje terug naar eigen helft en dan begint het spel weer van voor af aan: jakkeren, jagen, tackelen, schoffelen, zwoegen, zweten en tussendoor ten aanval mee naar voren. Meters maken, kilometers zelfs. Bij de supporters staat hij er goed op. De eerste spandoeken te zijner ere zijn al in De Kuip gesignaleerd.

Een voetballiefhebber zal denken dat men snel tevreden is, daar in Rotterdam. Een ongeleid projectiel, een ontembare mustang op links, nog te vaak voetballend als een kip zonder kop. “Ach, het ventje doet zo zijn best”, zal men badinerend zeggen. Maar vergeten wordt dat men in Rotterdam schijt heeft met wat een ander aan voetbalopvattingen heeft. Bij Feyenoord moet gewerkt worden, klaar! Inzet wil Het Legioen zien, onvoorwaardelijke strijd. Bloed, zweet en de tranen komen vanzelf wel, als er weer eens verloren wordt. De supporters, bepaald niet verwend met sucessen de laatste jaren, klampen zich vast aan een voormalige kampioen inline-skater. Gelijk hebben ze.

De carrière van Royston Drenthe loopt ondertussen op rolletjes. In Jong Oranje heeft hij zijn eerste doelpunt al gemaakt en bij Feyenoord is hij niet meer uit de basis weg te denken. Druistig noemt zijn coach Erwin Koeman hem liefkozend.
Het ruwe diamantje moet nog wat bijgeslepen worden, zoals dat zo mooi heet. In de wedstrijd tegen Ajax, in de eigen Kuip stond hij tot tweemaal aan toe verkeerd opgesteld, waardoor de Amsterdammers toe konden slaan. Het Legioen heeft hem dat allang weer vergeven. Met wapperende staart heeft hij de maanden daarna elke twijfel weggenomen bij de supporters. Drenthe is een voetballer naar het hart van het Feyenoord-publiek. Strijden tot je er bij neer valt. Zulke jongens zijn goud waard voor elke ploeg. Tegen Vitesse kopte hij in de laatste minuut een bal van de lijn. Yes, zie je nou wel?

“Wij gaan over hoge bergen door diepe dalen, daar ontsteken we vuur als pyromanen, ja monumentale momenten,
de waarheid van het uur” rapt Opgezwolle. Hoge bergen en diepe dalen, Feyenoord verkeert nog wel in tijdje in Alpenland, om het zo maar te zeggen. Maar Royston is de Sint-Bernardshond, die zijn ploeg onder de lawine vandaan zal trekken. Pilletjes heeft hij daarbij niet nodig. Een emmertje rum aan de hals evenmin. Zijn energie zal ooit overslaan naar de rest van de spelersgroep. De rest komt dan vanzelf. Van mij mag het morgen al gebeuren. Feyenoord moet weer onverzettelijk worden. Vechten voor elke meter, in de geest van Royston Drenthe, de jonge krijger van linksachter. Of zoals Opgezwolle het ooit zong: “ik doe ’t tot ik geen pap meer kan zeggen, lat meer kan leggen, tot ik oud en afgedankt geen stap meer kan zetten.”
tong80dinsdag 3 april 2007 @ 20:03
Erg mooi beschouw

sjimzwoensdag 4 april 2007 @ 08:36
Mooi stukje beschouw!
Erasmuschwoensdag 4 april 2007 @ 14:24
Wat is mansarde?
-Vaduz-woensdag 4 april 2007 @ 14:27
Beschouw.
methodmichwoensdag 4 april 2007 @ 15:16
Mooi stuk. Je bent goed thuis in die rapteksten.
quote:
DWINGENDE OGEN

De titelstrijd in de Nederlandse eredivisie is weer helemaal open. Leek het er halverwege op dat PSV omstreeks deze periode alweer een nieuw kampioenschap gevierd zou hebben, zo anders is het nu. Een gehavend PSV kreunt onder de last die een te kleine selectie heet en ziet de achtervolgers dichterbij komen. Het zou zo maar kunnen dat er straks alsnog een feest wordt gevierd in Amsterdam en dat had werkelijk niemand nog gedacht. De opmars van Ajax kan dan ook niet los worden gezien van de terugkeer van Edgar Davids. De verloren zoon kwam, zag en bracht het topsportklimaat terug in Amsterdam.

Bij zijn rentree sloegen de harten van de supporters al even over. Edgar Davids was lid van de succesvolste lichting van de laatste twintig jaar bij Ajax. Zijn loopbaan bracht hem daarna bij diverse topclubs en nu kwam hij, zomaar halverwege in wat een nieuw verloren seizoen leek, terug. Naast verwachting was er scepsis. Logisch, Davids wordt een dagje ouder en had bij Tottenham Hotspur niet al te veel meer gespeeld. Inmiddels lijkt hij al die twijfel al weggespeeld te hebben.

Edgar Davids mag dan niet meer die onvermoeibare turbo van weleer zijn, die negentig minuten over het veld scheerde als een wervelwind, hij is nog altijd van grote waarde. De eredivisie noopt hem niet tot echte slijtageslagen, zodat hij met een meer gedoseerde speelstijl zijn kwaliteiten kan aanspreken in dienst van de ploeg. Dat is precies wat Henk ten Cate voor ogen had, toen hij Davids polste voor een terugkeer. Davids brengt routine en leiderschap, waardoor Jaap Stam ook ontlast wordt. De twee nemen Ajax bij de hand in wat een opmerkelijke terugkeer in de titelrace genoemd mag worden.

Davids twijfelde niet toen hij terug kon keren bij de club waar alles begon. Hij was Tottenham al lang zat en voelde wel wat voor een hernieuwde samenwerking met Ten Cate. Veelbetekenend had Davids in een interview al eens gesteld dat hij veel van Henk geleerd had bij Barcelona, terwijl de vraag toch echt was of hij veel van Frank had opgestoken. Bovendien herkent Davids vast iets in de jonge spelers die nu bij Ajax doorbreken. Hij proeft de ambitie en de branie, die zo lijkt op die van hemzelf begin jaren negentig. Zoals hij ook de twijfels, die jonge spelers hebben, moeiteloos aanvoelt.

Op die momenten ontfermt Davids zich over de jonkies. Dan praat hij met ze, waarbij de jonge Amsterdammers vanzelf stil worden. Wanneer Davids vertelt gaat het over EK’s, WK’s, de Champions League. Over AC Milan, Juventus, Barcelona en Tottenham Hotspur. Over Van Gaal, Capello, Zidane, Ronaldinho. Edgar Davids vertelt over de wedstrijden en competities waar de jonkies ooit hopen te komen en over de trainers en spelers die in die top leven. Dat heeft de Amsterdamse kleedkamer de afgelopen jaren gemist. Leuk en aardig, als Galásek en Anastasiou je routiniers zijn, maar wie kijkt er op tegen succesverhalen uit Tilburg en Kerkrade? Zeker een jonge Ajacied niet, die streeft het hoogste na.

Achter de zonnebril van Davids dwingen zijn ogen. De jeugd gaat mee in de eisen die Davids en Stam stellen. Het is geen toeval dat Ryan Babel weer opleeft. Want hij weet dat een foute aanname van hem direct doorzien wordt door Davids. Dan komt de pitbull aangesneld en verhelpt hij het gevaar. Zoals hij de mannetjes die Sneijder laat lopen oppikt, waardoor ook deze voetballer weer in topvorm is. Urby Emanuelson mag zijn defensieve taken in zijn enthousiasme vergeten, want dat heeft Davids al lang gezien. Na het blussen van het brandje komt Davids nog even langs. Dan legt hij nog even uit wat er fout ging. Rustig, vol respect. Vaderlijk haast of gezien zijn leeftijd meer broederlijk. De jonkies knikken en onthouden de lessen van hun idool.

Na al die jaren zijn de verhoudingen in de selectie van Ajax eindelijk genormaliseerd. Stam en Davids zijn de baas en wie niet mee wil, haakt af. De druk is er ook af voor de rest, want zij mogen weer jong zijn en de daarbij horende fouten maken. Het zou Ajax zomaar een landstitel kunnen opleveren. Een titel waarin Edgar Davids goud waard is geweest. Dat levert echter tevens een opmerkelijke conclusie op. Want mocht PSV niet verzaken en de titel dus niet in Amsterdam belanden, moeten de jonge spelers zich toch eens afvragen waarom zij Edgar Davids nodig hadden om op stoom te raken. Een vraag die ze mee mogen nemen in de toekomst, als ze zonder de bebrilde inspirator verder moeten, bij Ajax of in het buitenland. Waarmee de missie van Davids eigenlijk pas echt geslaagd is als de rest zonder zijn dwingende ogen op topniveau kan presteren.
El_Bassiewoensdag 4 april 2007 @ 17:29
Goede column Methodmich, geen enkel woord is gelogen. De jonkies moeten leren om op eigen benen te staan en Davids kan ze daarbij uitstekend helpen.
Beschouwdonderdag 5 april 2007 @ 15:09
En ondertussen schopt hij Maduro de vernieling in
methodmichdonderdag 5 april 2007 @ 19:40
Wie was Maduro ook alweer?
Malibu-06vrijdag 6 april 2007 @ 20:03
Leuk stukje over Drenthe Al vind ik dat ie toch een beetje minderwaardig neer wordt gezet als een jochie dat alleen maar kan rennen en werken.
tong80vrijdag 6 april 2007 @ 20:18
Nee dan lees je verkeerd. Hij doet dat maar kan juist nog meer

Beschouwmaandag 9 april 2007 @ 13:23
quote:
LEX

Hij kan zo lekker zorgelijk kijken, Lex Schoenmaker. Het voorhoofd gerimpeld, de wenkbrauwen gefronst, de ogen als kraaltjes diep verscholen in de kassen. De kraag van zijn jas staat omhoog, de kin en de wangen zijn bezaaid met minuscule baardstoppeltjes en vaak wrijft hij door de bos haar, waar aan de slapen de grijze stroken almaar groter en groter worden. Het geeft hem een erudiete uitstraling, maar Lex heeft daar maling aan. Uiterlijk vertoon is hem vreemd, aan zijn lijf geen polonaise. Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg.

In november vorig jaar nam hij bij ADO Den Haag de boel over van trainer Frans Adelaar, die opstapte toen supporters het veld bezetten en Frans het laatste beetje werkplezier bij de Haagse voetbalclub ontnamen. ADO stond toen stijf onderaan en nu, een klein half jaar verder, staat het dat nog.

Het begon allemaal nog zo mooi. Denk maar aan die overwinning in de Euroborg, waar het toen nog onverslaanbaar geachte Groningen op een hoop werd gespeeld. Lex verscheen na afloop als een jonge god voor de camera’s van Tien, dat toen nog Talpa heette. Met een zelfverzekerde glimlach om de lippen verklaarde hij met een Haagse tongval de toekomst zonnig in te zien.

Maar de overwinning in Groningen bleek geen opmaat te zijn voor betere tijden. Er werd sindsdien nog maar één keer gewonnen, thuis van Willem II, en als Lex na afloop van weer een verliespartij op de beeldbuis verscheen zag hij er iedere keer zorgelijker uit. Diepe wallen onder de ogen, waar de twinkeling van vrolijkheid verdwenen was. Het was dat zijn haren immer gekamd waren en dat hij al zijn tanden nog heeft, maar met een beetje fantasie zag je daar Dirk ontstaan, de Haagse zwerver annex zuipschuit uit Keek op de Week, het legendarische VPRO-programma van Kees van Kooten en Wim de Bie.

Sexy Lexie noemen ze hem liefkozend in Den Haag, maar sexy ziet Lex er allang niet meer uit. Eerder meelijwekkend. Het is alsof hij al maanden een zwaar zieke patiënt op het sterfbed bijstaat en feitelijk is dat zo. ADO Den Haag is in de terminale fase. Nu, drie wedstrijden voor het einde van de competitie, is de club reddeloos verloren, hoewel Lex ook zaterdag na het puntje in Heerenveen de moed nog niet opgeeft. Het is tegen beter weten in. Lex weet dat maar al te goed, want hij keek na het toch wel onverwachte gelijkspel in het Abe Lenstra Stadion weer ontzettend triest.

Triest is het natuurlijk, de teloorgang van de eens zo grote club, waar Lex als speler nog de successen had meegemaakt met kameraden als Aad Mansveld, Ton Thie, Henk van Leeuwen en Aad Kila. Een slapende reus zal straks verder dommelen in de Jupiler League. Aan de rand van de residentie is een splinternieuw stadion verrezen, maar de groengele club zal volgend seizoen spelen tegen Cambuur Leeuwarden, MVV en TOP Oss. Wat een drama! De gemoedstoestand van ADO is af te lezen op het gezicht van Lex.

Volgend seizoen zal hij weer een stapje terugdoen. Het AD en VI melden dat hij aan ADO verbonden blijft, maar niet meer als hoofdtrainer. Lex hoopt vurig dat Willem van Hanegem, waarmee hij bij Al Jazira in de Verenigde Arabische Emiraten zo fijn heeft samengewerkt, ADO komt leiden en de club terug zal brengen naar de plaats waar het thuishoort: de eredivisie. Dan zal binnen de kortste keren de humor terugkeren, de twinkeling in de ogen ook en de rimpels in het gezicht zullen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Het zal zo niet mogen zijn. De nieuwe ADO-trainer zal wel weer een soort Frans Adelaar zijn en met gebogen schouders en met doffe berusting zal Lex met pionnen sjouwen en de spelers hesjes aanreiken.

Nog drie wedstrijden en dan is hij uit beeld verdwenen. Nog drie wedstrijden waar hij na afloop voor de camera verschijnt, met een steeds somberder gelaat en uiteindelijk berustend in de onvermijdelijke degradatie. ADO, zijn club, in de kelder van het betaalde voetbal. Sneu is dat. In de ooghoeken van Schoenaker glinstert een traantje. De pijn schiet door mijn hart als ik daar alleen maar aan denk. Voor hem hoop ik op een wonder. Maar de wonderen zijn de wereld helaas al lang uit. Arme Lex.
methodmichmaandag 9 april 2007 @ 14:22
De laatste geruchten linken Wiljan Vloet aan ADO, dus dan is Lex nog zieliger. Je voelt met hem mee door de column. Al is het natuurlijk ook wel een beetje zo dat Lex altijd stiekem doet en dan ineens weer de geschikte man is.
tong80maandag 9 april 2007 @ 17:15
Ik kan hem me nergens anders dan bij ADO voorstellen. Het vreemde is dat ie de all time europese topscorer is voor Feijenoord, maar weinigen dit weten. Hij zal wel als materiaalman in het Zuiderpark eindigen.

methodmichwoensdag 11 april 2007 @ 15:48
quote:
DE KUNST VAN HET INVALLEN

Zomaar een wedstrijd uit de hoofdklasse A van het zaterdagamateurvoetbal. Heerjansdam heeft zojuist de streekderby tegen Kozakken Boys verloren met 3-2, waarbij het een 2-0 voorsprong in de slotfase volledig uit handen geeft. Dit terwijl Heerjansdam deze op het oog riante marge al na een half uur had bereikt. De geplaagde trainer van de bezoekers verzucht tegen een journalist dat hij “wel weer verkeerd gewisseld zal hebben.” Hier gaat een hele geschiedenis aan vooraf, maar Cees Lagendijk doelt hier op de kritiek die voorzitter Janus van Peenen in de media regelmatig geeft.

Intrigerend natuurlijk, want was is goed en fout wisselen? De journalist merkte al op dat Ad van Seeters, de oefenmeester van Kozakken Boys, bij een 2-0 achterstand ook wisselde. Na rust deed hij dit nog eens. Twee keer bracht hij een verdediger in, één keer een aanvaller. Laat die aanvaller nu een assist verzorgen en de twee verdedigers toevallig de gelijkmaker en winnende goal scoren. Hij vroeg zich af of Van Seeters nu goed had gewisseld? Je zou kunnen zeggen van wel, maar de ingebrachte verdedigers hadden toch niet als taak om te scoren. Dat zij dan wel beslissend zijn voor het resultaat lijkt meer op toeval dan op een weloverwogen tactische gok. Het geeft direct aan hoe lastig wisselen in het voetbal is. Dick Advocaat werd ooit verketterd om een wissel, zoals er coaches zijn die zich na een goed uitgepakte verandering uitgebreid laten fêteren.

Het is toch al lastig om het effect van een wissel echt aan te geven. Natuurlijk, als een ploeg een aanvaller extra in de ploeg brengt en zo de gelijkmaker of winnende treffer forceert, is het makkelijk dit op de wissel te schuiven. Wanneer een invaller een paar goals maakt, zal men ook al snel reppen van een goede zet. Omgekeerd is het ook zo, geeft men na het doen van enkele wissels de punten nog weg, zou je dit slecht kunnen noemen. Toch lijkt mij dat wisselen per saldo weinig invloed heeft. De ene keer pakt het goed uit, de andere keer niet, maar vaker nog zie je nauwelijks verandering. De invaller is dan wellicht frisser, maar brengt de ploeg niets nieuws. In de echt belangrijke wedstrijden zie je trainers ook steeds vaker pas in de slotfase wisselen. Daarbij is de blessuretijd populair, om zo weer wat seconden te winnen. Hiermee geven ze eigenlijk zelf al aan dat ze weinig meerwaarde zien in hun wisselbeleid.

Volgens mij komt dit vooral omdat goed invallen een kunst is die maar weinig voetballers beheersen. Omdat je niet doorlopend mag wisselen, wordt in het voetbal ook maar zelden bewust een specialist ingebracht, zoals je bij hockey rond strafcorners wel ziet. Soms gebeurt het voor een strafschoppenserie, maar daar blijft het vaak bij. Tenzij je een voetballer hebt wiens specialiteit het invallen is. Een speler die ongeacht het tempo en het karakter van de wedstrijd zijn stempel op het spel kan drukken. Iemand die niet gewoon de ander op vrijwel identieke wijze komt vervangen, maar zich nergens wat van aantrekt.

De echte invaller komt het veld inwandelen zonder zich te bekommeren om de geschiedenis van de wedstrijd. Het maakt hem niet uit of zijn elftal de bovenliggende partij was of niet. Hij komt maar voor één ding. Hij komt de wedstrijd kantelen. Een topinvaller verandert zijn ploeg wezenlijk. Vaak zie je een lange speler in het elftal komen, zodat men eenvoudig kan overschakelen op de lange en hoge bal. Als er ruimte ontstaat kan er ook een snelle jongen worden gebracht, die je leunend vanuit de defensie kunt bedienen. Bijna altijd is het echter een rasopportunist. De speler in kwestie gaat dan gewoon zijn eigen gang, probeert vanuit alle posities gevaar te stichten en brengt nieuw geloof bij zijn medespelers. Een speler die de kunst van het invallen beheerst kan wedstrijden voor je winnen en dus dient men hem te koesteren. Ook bij het Nederlands elftal hebben we een lange historie van supersubs. Youri Mulder deed het richting het EK van 1996, daarna was Pierre van Hooijdonk lange tijd dé invaller. Zij konden het en zijn daarmee uitzonderingen. De meeste spelers willen het ook niet. Dat is op zich logisch, want spelen is leuker. Anderzijds dien je spelers op hun specifieke kwaliteiten te benutten en als dat dan toevallig invallen is, dan moet je als coach niet schromen een speler zo te gebruiken. Er is niets minderwaardigs aan een topinvaller.

Kijk dit weekend maar weer eens op de velden en zie hoeveel invalbeurten eigenlijk volstrekt waardeloos zijn. Vandaar dat ik altijd moet lachen om trainers die hun eigen wisselbeleid ophemelen of dit door de media laten doen. Als ze namelijk een week verder enkele succesloze wissels doen, hoor je ze niet. Desondanks hoor je het erg vaak, wanneer het over trainers gaat. Een wissel zou een indicatie zijn van zijn tactisch vermogen. In sommige gevallen gaat het vast op, maar negen van de tien keer gebeurt er niets of helpt het toeval een handje. Zoals bij Ad van Seeters van Kozakken Boys, wiens verdedigers twee keer raak kopten. Als de wedstrijd daadwerkelijk op zijn kop gaat, is het vrijwel altijd te danken aan een speler die de kunst van het invallen tot in de puntjes beheerst. Het wordt tijd om de topinvaller meer waardering te geven, ook qua salaris. Want het behoeft geen nadere uitleg dat hun goals vrijwel altijd de kostbaarste zijn voor de clubkas. Daarbij, voor echte kunst betaal je altijd iets meer.
Beschouwvrijdag 13 april 2007 @ 16:36
Mich, er was maar één supersub en dat was David Fairclough van het Liverpool in de jaren '70.
quote:
LEED

Een paar huizenblokken bij mij vandaan wappert op dagen dat Feyenoord moet spelen een grote clubvlag onder een van de slaapkamerramen. Een verstokte Feyenoordsupporter moet daar wonen. Binnen bij hem ben ik nooit geweest, maar een voorstelling van zijn slaapkamer kan ik me wel maken.

Clubsjaaltjes aan de muur, een Feyenoorddekbed, posters en buiten de wedstrijddagen de clubvlag netjes opgevouwen in de kast. Ik zie de man van de vlag wel eens op het winkelcentrum, waar wij onze boodschappen halen. Feyenoordpetje, Feyenoordtrainingspak en Feyenoordshirtje. Vroeger liep hij rechtop, het hoofd fier omhoog, grote stappen. De laatste maanden lijkt het alsof hij lijdt aan een slepende ziekte: asgrauw gelaat, diep ingevallen ogen boven enorme, donkergekleurde wallen. Met een slepende tred beweegt hij zich voort. Dat het niet goed gaat met hem, is zonneklaar.

Je zou hem kunnen voorstellen dat hij zijn Feyenoordvlag voortaan maar halfstok moet hangen, maar daar ben ik toch iets te voorzichtig voor. De gekwelde fan is namelijk breedgeschouderd en zijn wenkbrauwen lopen boven de neuswortel in elkaar over. Mijn vader zei altijd dat dit laatste het symptoom is van een agressieve, domme geest.

Hoe dan ook, medelijden met deze Feyenoordsupporter heb ik wel een beetje Met zijn club gaat het al een seizoen bar slecht en het is nog maar de vraag of het de huidige vijfde plaats op de ranglijst kan behouden. Ik vraag me af of hij afgelopen zondag, na de onthutsende nederlaag tegen Groningen ook present was bij het Maasgebouw van het Feyenoordstadion, vloekend als een ketter en een straatsteen in de hand. Zou best kunnen. Voetbalsupporters in het algemeen en Feyenoordaanhangers in het bijzonder zijn meestal niet van die nadenkende, berustende types. Heel de wereld moet altijd weten dat ze boos en verongelijkt zijn. Jorien van den Herik en nu Peter Bosz kunnen er over meepraten. De waan van de dag regeert en als het die dag niet best gaat, zijn de fans woedend. Boos op de spelers die niet alles geven in hun ogen, boos op de trainer die het elftal maar niet beter kan maken, boos op het bestuur dat niet ingrijpt.

Dan houden ze spelersbussen tegen, bezetten een trainingsveld of willen de bestuurskamers bestormen, desnoods met geweld. Dat is bij Feyenoord zo, maar ook bij PSV en bij tal van andere clubs. Er zijn zelfs landen waar spelers van supporters een aframmeling hebben gekregen. Zover is het hier nog niet, maar wat niet is kan nog komen. Het is de ongekanaliseerde emotie die regeert.

Zondag, als Feyenoord in Almelo aantreedt tegen Heracles zal de Feyenoordvlag weer wel te zien zijn, een paar straten verderop. Deze supporter geeft de moed natuurlijk niet zo snel op. Kom op zeg! Rot effe lekker op. In de voortuin van de man ligt een stapeltje straatklinkers. Of dat toeval is? Ik heb het hem nog niet durven vragen.
methodmichvrijdag 13 april 2007 @ 19:09
Leo is er net zo één als Jan, de vader van de blinde jongen Jesper.
methodmichwoensdag 18 april 2007 @ 15:20
quote:
ADO TERUG GRAAG

Beleidsplannen zijn populair in het hedendaagse voetbal. Hele documenten worden geschreven, haast uit de voegen barstend van ambities en daaraan gekoppelde doelstellingen. Neem Amsterdam, waar Henk ten Cate bij het tekenen van zijn contract liet optekenen in de twee jaar waarin hij bij Ajax zou gaan werken, minstens één keer kampioen wilde worden. Lukt dat nu niet, dan moet het volgend seizoen dus gebeuren. Dan is het 2008 en zoals bekend gaat Feyenoord dan al voor de titel, om het honderdjarig bestaan extra luister bij te zetten. Wie Feyenoord ziet, vreest nu al voor deze doelstelling.

In Den Haag ging men zo ver nog niet. Na de laatste promotie, in 2003, wilde men rustig doorgroeien tot een stabiele eredivisieclub. Op termijn moest ADO Den Haag dan doorstomen richting de hogere regionen. De bouw van het nieuwe stadion zou daar een belangrijke rol in vervullen. Juist in het jaar waarin de nieuwe voetbaltempel voltooid gaat worden, gaat het nu mis. Supporters vreesden het gedurende het seizoen al en zien hun spookbeeld nu daadwerkelijk opdoemen: ADO Den Haag heeft straks het mooiste stadion van de eerste divisie. Het vorige weekeinde maakte van de club immers de eerste degradant en dus is ADO terug bij af.

Dat is jammer. Natuurlijk valt er genoeg negatiefs te zeggen over ADO Den Haag, maar dat is bij meer clubs het geval. ADO Den Haag is echter wel een club die voetbal uitademt, iets wat lang niet van alle eredivisieploegen gezegd kan worden. De club heeft een trouwe supporterskern, die fanatiek meeleeft met de elf op het veld. Soms gaan ze daarin iets te ver, zoals de keer dat men het veld bestormde tijdens een wedstrijd. Natuurlijk, niet elk spreekkoor kan door de beugel. Maar al met al konden de supporters in het Zuiderpark een sfeer creëren die voor bezoekende teams intimiderend werkte. Dat was lang niet elke wedstrijd het geval, maar het kon. Daarmee was ADO uit een ideale leerschool voor jonge spelers bij met name de topclubs. Het werd een avondje Europees voetbal in het klein, waarbij je beschimpt en uitgefloten werd. Ongetwijfeld hebben diverse spelers er het nodige geleerd, want omgaan met vijandig publiek hoort ook bij de opleiding tot topspeler. Regelmatig gingen de topclubs de afgelopen jaren onderuit in Den Haag of hadden zij het er minstens erg lastig. Dat valt nu weg. Ze krijgen nu De Graafschap uit. Ook een belevenis, maar toch anders.

Helaas zagen de spelers het allemaal veel te laat in. De laatste weken schaamden de fans zich terecht voor de prestaties van de ploeg. De absolute wil om te overleven leek niet aanwezig. ADO Den Haag liet zich vrij mak richting de uitgang van de eredivisie leiden. Trainer Lex Schoenmaker mocht elke week weer op Tien verschijnen om te roepen dat het vijf voor twaalf was, geen hond leek het te beseffen. Je ziet het vaker bij ploegen die aan de vooravond van het seizoen denken niet te kunnen degraderen. Ze hangen onderin, maar spelen met een uitstraling die zegt dat het allemaal nog wel goed komt. Excelsior deed toch mee aan de eredivisie? Nee, zeventiende werden ze vast wel. Dat werd ADO Den Haag dus niet.

Waarmee de eredivisie dus weer tijdelijk een echte club verliest. Een club met een roemrijke historie. Verhalen over ADO Den Haag zijn bijna altijd mooi. Over Joop Korevaar bijvoorbeeld, die Jehova’s getuige was. Daarom mocht hij geen land dienen en liep hij een loopbaan als international mis. Of Theo van den Burch, met zijn karakteristieke kale kop. Johan Cruijff maakte in Den Haag een magistraal doelpunt, waarbij hij doelman Ton Thie en verdediger Kees Weimar, mijn voormalige aardrijkskundeleraar, te kijk zette. Martin Jol speelde in Den Haag, net als de legende Aad Mansveld. In de jaren negentig was er de keiharde verdediger Marco Gentile en had je doelpuntenmaker Harry van der Laan. Co Adriaanse maakte als beginnend trainer furore bij de club. De huidige selectie is daarmee vergeleken erg grijs. Er zijn nauwelijks spelers die men zich over vele jaren nog zal herinneren. In die zin is ADO Den Haag dan niet veel meer dan pakweg RKC Waalwijk.

Maar ja, die historie. Die kun je niet wegnemen. Daar hoort de eredivisie bij. ADO Den Haag moet de komende maanden de selectie maar eens doorlichten. Als de club zich wat kan versterken, wat jeugd de kans geeft en enkele kernspelers kan behouden, dan moet het mogelijk zijn om direct te promoveren. Rick Hoogendorp kan een sleutelrol vervullen en wat zou het prachtig zijn als de club Ricky van den Bergh zou kunnen halen. Van den Bergh heeft al vaak aangegeven dolgraag in zijn Den Haag te voetballen en zou de ploeg kunnen helpen bij een snelle rentree. De vorige keer duurde het meer dan tien jaar, nu moet het maar sneller gebeuren. Dat mooiste stadion van de eerste divisie is leuk voor een seizoen, maar dat is lang genoeg. De stad Den Haag verdient voetbal op het hoogste niveau, zoals de eredivisie clubs verdient met uitstraling. Gooi daar maar eens een beleidsplan tegenaan!
DarkShinewoensdag 18 april 2007 @ 15:28
quote:
Op woensdag 18 april 2007 15:20 schreef methodmich het volgende:

[..]

tong80woensdag 18 april 2007 @ 19:16
Het is al 30 jaar niks bij ADO. Zal wel nooit meer goedkomen.

methodmichdonderdag 19 april 2007 @ 19:14
Heb jij nog mooie ADO-herinneringen tong?
Beschouwdonderdag 19 april 2007 @ 19:43
Sorry. Vind het een beetje zouteloos stukje van de week, mich.
methodmichdonderdag 19 april 2007 @ 19:44
Jij houdt niet van ADO en Ricky natuurlijk....
Beschouwdonderdag 19 april 2007 @ 19:47
Van ADO wel.
Dit stuk is van een jaar of tien geleden. Feitelijk is het sindsdien nog meer bergafwaarts gegaan.
quote:
Den Haag

Mark Wotte, toekomstig trainer van FC Den Haag zegt tevreden dat zijn club weer op de rails staat, alleen ziet niemand het nog. Attenooie, wie moet dat zien dan? Wotte moet in de kroten geweest zijn, want als ik aan FC Den Haag denk, zie ik een roestig, vies en gedeukt treintje, uitgerangeerd op een doodlopend zijspoor van het station Hollands Spoor. O, o Den Haag, waar zijn de tijden gebleven waarover Harry Jekkers zo mooi zong? Martin van Vianen en Theo van den Burgh. Aadje Mansveld, Henkie Houwaart, Ton Thie, Lexie Schoenmaker en Dickie Advocaat. Enige weken geleden, thuis tegen RBC, hing op de lege Midden Noord-tribune een eenzaam spandoek: "Is dit de toekomst?" De makers van dit laken, de laatste overgebleven supporters, arriveerden een kwartiertje na de aftrap. Ze hadden eerst nog een stapel linke faxen verzonden. Net als met het spel op de grasmat is het ook met de inventiviteit van de supporters bergafwaarts gegaan. Vroeger staken ze nog eens een tribune in de fik. Nu pleit ik er niet voor dat het Zuiderpark weer in de hens gestoken wordt, maar destijds werd er tenminste met ontzag over Den Haag gesproken en geschreven.
"De trein staat weer op de rails." Wat bazelt die Wotte toch? Zie ik zo bleek? Vroeger denderde diezelfde trein door de eredivisie en was er bij Den Haag altijd wat te beleven. Origineel waar! Bengaals vuurwerk, gave spreekkoren, vlaggen, naakte mokkels op het veld. Sfeer, spanning en sensatie. En er werd gewonnen! Een bezoekje aan het Zuiderpark was een belevenis, vergelijkbaar met de avonturen van Indiana Jones. Nu bevolkt nog slechts een handjevol bejaarde mannetjes de tribune, nostalgisch lispelend over de gouden jaren van het grote ADO.
Want daarmee is het natuurlijk allemaal begonnen: de fusie met Holland Sport en het verkwanselen van de schitterende voetbalnaam ADO, Alles Door Oefening. Een heel regiment bestuursleden heeft zich de afgelopen decennia bemoeid met de Haagse trots en allemaal hadden ze schitterende plannen en nog betere ideeën. Het enige tastbare resultaat was slechts het inruilen van het trotse ADO-shirt voor een afgrijselijk Zeeman-textieltje en het afstoten van voetballers als Valk, Van Eijkeren, Lankhaar, Vriesde, Talan, Koning, Gentile, De Romijn en Hoogendorp. En straks is ook Grünholz pleiten.
Aadsje Mansveld wordt geëerd middels een naar hem vernoemde tribune met gedenksteen, maar de monumentale verdediger moet zich grommend in het graf omdraaien bij het aanschouwen van alle huidige ellende. FC Den Haag in de kelder van het betaalde voetbal, je zou je voor minder afwenden. Andere clubs bezitten spelers, die uit wijken komen, waar nog dag-in dag-uit op straat gevoetbald wordt. Davids, Sion, Reiziger, Kluivert, Van Bronckhorst, Hoekstra; zij leerden de kneepjes van het vak op achterafpleintjes en werden bij hun clubs gekneed tot de spelers die ze nu zijn. Waar zijn de Tsjeu la-Lings, de Johnny Dusbaba's en de Karel Bouwensen? Mij maak je niet wijs dat ze er niet meer zijn. Ook in Den Haag moeten twinkelende straatvoetballertjes nog bij bosjes van de pleintjes en grasveldjes te plukken zijn. Maar wie wil er in hemelsnaam nog bij FC Den Haag gaan voetballen, waar spelers zich voor een grijpstuiver in het zweet lopen en verliezen van Haarlem, Telstar, VVV en Helmond Sport? En volgend jaar alweer onder een andere naam: HFC ADO Den Haag. Hoe verzinnen ze het! Zelfs meubelstuk René Stam is er gestoord van geworden en nokt gedesillusioneerd af. Topamateurs uit het Westland gaan de selectie bevolken: de club gaat naar de gallemiese.
"Is dit de toekomst".
De laatste, hondstrouwe aanhangers hebben groot gelijk, zo kan het niet langer. Van op deze plek vraag ik daarom aan al die gasten een laatste actie op touw te zetten. Ga met de pet rond, verkoop rondslingerende autowrakken, troggel de Haagse middenstand een joetje of drie, vier per zaak af, vraag Kees van Kooten en Wim de Bie een bijdrage en schaf van de verzamelde flappen een paar geelgroen gespoten scooters met ingebouwde gettoblaster aan. Schenk deze tweewielers aan het bestuur, ruk Piet de Zoete, John van Ringelestein en al die andere kerels van achter de vergadertafel vandaan en zie er op toe dat ze elke avond jullie wijken intrekken op zoek naar Haags talent. Nu de dagen opnieuw gaan lengen en het avondzonnetje terugkeert, zullen de plantsoentjes in de Jacob Catsstraat, de Jan Luykenlaan en aan het Jacob van Campenplein weer volstromen.
Daar komt Piet de Zoete op zijn scootertje aanscheuren, keiharde discomuziek schalt uit de boxen. Hij parkeert het ding aan de rand van het veldje en pulkt omstandig een schrijfbloc uit de binnenzak. "Jongens, als jullie bij Den Haag komen voetballen, krijgen jullie van ons zo'n scooter, gratis".
Die avond wordt er gespeeld als nooit tevoren en is FC Den Haag een hoop talenten rijker. En de volgende avond weer en weer. Mannen, spoedig zullen wij de dag beleven dat overal in Den Haag geelgroene scootertjes rondkarren en dat er bij de FC weer echt gevoetbald wordt, door Haagse jongens, jullie maatjes. De tribunes puilen uit, het Zuiderpark bruist weer. De bejaarden zullen trots hun gekromde ruggen rechten: "Dat we dit nog mee mogen maken". Dan is ook de tijd gekomen de naam ADO weer in te voeren. ADO: Allemaal Dankzij Ons.
methodmichdonderdag 19 april 2007 @ 19:49
Okee, die kan ik me herinneren. Heb je ooit gemaild.

Inderdaad, ze zijn er ondanks de promotie toch niet op vooruit gegaan lijkt het.
tong80donderdag 19 april 2007 @ 20:14
quote:
Op donderdag 19 april 2007 19:14 schreef methodmich het volgende:
Heb jij nog mooie ADO-herinneringen tong?
Een mooie maar ook trieste. EC-2 kwartfinale.

ADO komt thuis met 4-0 voor tegen West Ham United.

Worden tenslotte toch nog uitgeschakeld.

methodmichwoensdag 25 april 2007 @ 15:09
quote:
OOG VOOR KWALITEIT

Zoals veel clubs scout Ajax allang niet meer alleen binnen de landsgrenzen. De Amsterdammers zenden hun talentenspeurders de hele wereld over. Zij zoeken naar mogelijke versterkingen voor de club. Dat is een lastig proces, waarbij je moet wikken en wegen. De echte scout ziet de kwaliteiten van de speler en ziet in zijn hoofd onmiddellijk hoe die in de ploeg passen. Een kunst die lang niet iedereen even goed lijkt te beheersen. De Amsterdammers haalden daarom Hans van der Zee weg uit Eindhoven. Met het binnenhalen van de succesvolle scout van PSV hoopt men te voorkomen dat er dure miskopen worden gehaald.

Want wat was de scout van Ajax aan het doen toen hij de wedstrijden van Malmö FF in Zweden bekeek? Daar liepen twee spitsen. Ajax besloot om Markus Rosenberg aan te trekken. De Zweed, die niet eens een denderend doelpuntengemiddelde kon overleggen, bleek uiteindelijk niet echt in het systeem te passen en speelt inmiddels voor Werder Bremen. Zijn maatje voorin, de Braziliaan Afonso Alves, werd door de Amsterdammers over het hoofd gezien. De scouts van SC Heerenveen bleken wel overtuigd. Zij gingen ver om Alves te halen. De Friezen betaalden een recordbedrag voor hem. Nu blijkt dat het een schijntje was. Het voert te ver om de scouts van Ajax echt af te rekenen op de keuze voor Rosenberg, want er is geen garantie dat Afonso Alves het in Amsterdam net zo goed had gedaan als hij nu in Heerenveen doet. Maar toch, het geeft te denken.

Mooie voetballer, die Afonso Alves. Kwam binnen als duurste transfer ooit, maar maakte razend snel indruk. Trainer Verbeek, scheidend voorzitter Van der Velde en diverse supporters wisten het al na een paar oefenduels: Afonso Alves wordt een sensatie. De Braziliaan verkondigde doodleuk dat hij wel mikte op een doelpunt of vijfentwintig, mogelijk dertig. Een mooi staaltje Zuid-Amerikaans zelfvertrouwen in het nuchtere Friesland. Er werd al snel gedacht aan bluf. De gedachten gingen terug naar de Australiër Aurelio Vidmar, die bij zijn entree bij Feyenoord repte over wekelijkse hattricks. Naar Wesley Sonck, de Belgische topschutter die namens Ajax het antwoord op Mateja Kezman van PSV moest worden. Dat werd niks, zoals er nog meer voorbeelden zijn. Afwachten dus maar, met die grootspraak.

Wilde Afonso Alves bluffen? Misschien, maar nu het seizoen bijna voorbij is, lijkt het er steeds meer op dat hij een goede inschatting heeft gemaakt. In Zweden scoorde hij minder dan hier, maar verderop in datzelfde interview legde hij zijn uitspraak uit. De Nederlandse competitie staat bekend als een walhalla voor spitsen. De meeste clubs spelen aanvallend en geven dus ruimte weg. De eredivisie is het huis van de één tegen één spelende defensies. Ideaal voor een aanvaller, dat had Alves al snel in de gaten.

Dus scoort hij aan de lopende band. Dertig zijn het er al, uit even zoveel optredens. Afonso Alves sluit aan bij landgenoten als Romário en Ronaldo, die in ons land ook vele goals mochten bejubelen. De man oogt niet als een typische Braziliaan. Afonso Alves is meer een krachtmens, met een onstuitbare dadendrang richting het vijandelijke doel. Hij voetbalt mee, al heeft hij dagen dat hij onzichtbaar is en vooral op een kansje loert. Om dan toe te slaan. De aanvoer is prima, dat moet gezegd. Lasse Nilsson, de op een transfer naar Italië azende Pippi Langkous Zweed, en de met een fantastisch linkerbeen gezegende Kroaat Danijel Pranjic bedienen hem regelmatig op maat. Dan was de afgebroken international Ugur Yildirim, ooit assistkoning in de eredivisie, nog lange tijd geblesseerd. Zonder hulp rooide Alves het echter ook prima. Zijn befaamde schoten van afstand, waarbij de bal verraderlijk gaat zwabberen, dreven menig keeper tot wanhoop.

Afonso Alves werd al snel opgepikt als fenomeen. Zeker nu hij blijft scoren is de aandacht maximaal. Gaat hij weg na dit seizoen? Blijft hij, om te bewijzen dat hij geen eendagsvlieg is? Is hij echt onverkoopbaar voor de voorzitter of zal die een miljoenenbod alsnog dankbaar incasseren? Hadden we Harry Vermeegen nog maar op de buis, dan hadden we het wel geweten. Die was allang een keer naar Friesland afgereisd, met een potje appelmoes of een portie zoute haring. Alves had kennis gemaakt met de Nederlandse cultuur, klompen gedragen, het Friese volkslied uit het hoofd geleerd, meegedaan aan een wedstrijdje kaatsen of fierljeppen. Vermeegen had hem langs alle plaatsen van de elfstedentocht gereden en gevraagd wat Alves zou gaan doen.

Het fenomeen zelf zal best een stap omhoog willen maken. Piet de Visser zou namens Chelsea op de tribune gezeten hebben, Ajax zou nu ineens wel geïnteresseerd zijn. Terwijl Afonso Alves de krant leest, glimlacht zijn Zweedse vriendin. Londen ziet ze wel zitten. Die scouts met hun zogenaamde oog voor kwaliteit zijn toch mooi allemaal te laat geweest. Zij had het als eerste in de gaten, dit is een speler op weg naar de top. Binnenkort hoort ze wel wat de volgende bestemming zal worden. Eerst wil Afonso Alves er nog een paar in knallen in de play-offs. Scouten blijft een vak apart.
One_conundrumwoensdag 25 april 2007 @ 15:17
De titel doet vermoeden dat het over Riemer gaat ...
methodmichwoensdag 25 april 2007 @ 15:20
Of over de vriendin van Afonso Alves. In die zin zou Hans van der Zee een dochter moeten hebben. Of over Annie.
One_conundrumwoensdag 25 april 2007 @ 15:27


Maar leuk geschreven. Waar wordt dit gepubliceerd? tis eigenlijk meer een opsomming van feiten.

De Ado column van je vind ik sterker. Hoewel deze zin veel zegt over de jupiler league
quote:
Ze krijgen nu De Graafschap uit. Ook een belevenis, maar toch anders.
Maaskant
Beschouwdonderdag 26 april 2007 @ 00:19
Alves werd wel degelijk gescout voor Ajax. Maar Ajax hapte niet.
Beschouwdonderdag 26 april 2007 @ 01:42
quote:
DE VERJAARSDAGSSPEECH VAN CRUIJFF

‘’Allereerst wil ik hier zeggen dat de aandacht voor mij goed doet. Waar hep ik dat aan verdiend, zou je kennen zeggen. Zoveel lovende woorden voor mij is als een warme douche. Zelf hield ik meer van een koude douche na het voetballen van een wedstrijd, maar wedstrijden spelen doe ik niet meer. Die tijd is voorbij. Af en toe denk ik trouwens nog wel eens terug daaraan. Met Ajax bereikten we grote hoogten. We stonden binnen een korte tijd vaak voor: 1-0, 2-0, 3-0, 4-0. Ik hep wel eens gezegd: als je met 4-0 voor staat en er zijn nog tien minuten te spelen, dan ken je beter twee ballen op de lat schieten, zodat de mensen oei en ai roepen, want als je 5-0 maakt, is dat alleen maar voor de stand.

Dat oei en ai roepen is nu ook. Ik ben 60 geworden en als je alle reacties wie dat heeft, bekijkt, is als een schot op de lat. Zelf ken ik ook nog goed op de lat schieten. Daar verleer je nooit. Dat hep je. Als trainer hep ik dat ook vaak gedaan, op de lat schieten. Zomaar een paar ballen wegleggen en die dan op de lat schieten. Je moest de gezichten van de spelers eens zien, op die momenten. Een plezier dat ze hebben toen. Dat is mooi. Plezier moet je hebben bij voetballen.

Dat is het eerste wat je voor moet zorgen, als trainer. Plezier. Dan komt de rest vanzelf. Je moet wel goede voetballers hebben natuurlijk, maar als je voor elke positie de beste speler kiest, hep je nog geen sterk elftal maar een team dat als los zand van elkaar valt. Dat brengt mij meteen bij nu. Veel mensen klagen over het Nederlands elftal. Dat de beste spelers in hun ogen niet mee mogen doen van Marco van Basten. Nou daar ken ik niks mee. Marco moet zijn gang blijven gaan. Mijn zegen hep ie. Het is noodzakelijk dat iedereen er is om het meeste uit zichzelf te halen wat dat dan ook mag zijn. Wat dat betreft slaagt Marco daar goed in.

“Ja, maar het voetbal is niet mooi”, zeggen mensen dan. In voetbal is het simpel: je bent op tijd of je bent te laat. Als je te laat bent, moet je zorgen dat je op tijd vertrekt. Marco vertrekt op tijd. Bij Marco van Basten weet je nooit wat hij doet, hij gaat links als je rechts verwacht en binnendoor als iedereen denkt dat je alleen buitenom kunt. Daar hou ik van. En het gaat goed. Kijk maar naar zijn resultaten.

Ik hep nog steeds de overtuiging dat zoals ik het doe je het moet doen, want anders zou ik het niet doen. Dat denkt Van Basten ook. Dat weet ik zeker, want Marco hep ik als kleine jongen bij Ajax gehad. Honderd keer, wel duizend, hep ik hem verteld dat als hij één-tegen-één komt zei ik altijd: "Laat het hem lekker uitzoeken." Dan zeggen de andere spelers: "We kunnen hem toch helpen?" Mijn antwoord is dan: ten eerste is de kans groot dat je in de weg loopt en bovendien trek je als tweede aanvaller een tweede verdediger mee en twee tegen twee is moeilijker dan één-tegen-één.

Dat zie ik wel terug nu. Andere mensen zien dat niet, maar je gaat het pas zien als je het doorhep. Voetbal is simpel. Maar het is moeilijk om simpel te voetballen. Voetbal is een spel van fouten. Wie de minste fouten maakt wint. En ik maak geen fouten. Voordat ik een fout maak, maak ik die fout niet. Of Marco van Basten fouten maakt? Ken je zelf wel invullen toch?

Van Bommel ziet dat niet. Hij wil niet meer meedoen. Moord en brand wordt er dan geroepen door mensen. Maar die mensen snappen het niet. Als je een hoge balcirculatie nodig hep, ken het niet zo zijn dat er een speler met de bal gaat lopen. Dat ken niet. Je ken hooguit met een bal lopen om een ander de tijd te geven ergens te komen. Van Bommel komt nergens en laat spelers ook nergens komen. Nu wil hij niet meer meedoen. Elk voordeel hep z’n nadeel en ook andersom. Ken Marco andere spelers opstellen. Da’s logisch.

Mensen roepen ook om een ander systeem. Maar vier achter en vier op het middenveld ken nooit functioneren. Je driehoeken vallen dan weg. Je moet altijd driehoeken hebben, want alleen dan hep je constant twee afspeelmogelijkheden. Doet Marco ook goed dus.

Mooi vind ik het dat jongens die ik als kleine jongens bij Ajax hep gehad, het nu goed doen als trainer. Frank Rijkaard ook. Dat doet mij eigenlijk meer plezier dan alle aandacht voor mijn verjaardag. Volgend jaar hep ik weer een verjaardag. Verjaardagen zijn eigenlijk dingen wie voorbij gaan. Voetbal van Barcelona en van het elftal van Marco van Basten zal lang in herinneringen blijven. Hij hep nog tijd, Marco. Het EK is pas over een jaar. Alle vertrouwen hep ik er in. In zekere zin ben ik waarschijnlijk onsterfelijk. Dat is ook zo voor Marco van Basten. Alleen zien mensen dat niet. Maar dat leg aan die mensen.

Zo, mensen. Nu drinken we wat. Op een goede toekomst wie ongetwijfeld komt. Bedankt voor uw aandacht.”
tong80donderdag 26 april 2007 @ 02:47
Kunnen jullie de columns niet spreiden

Beiden weer erg leuk

methodmichdonderdag 26 april 2007 @ 17:07
Normaal spreiden ze, maar deze van Beschouw moest wel de 25e!

Leuk Cruijffiaans! Alleen snapt ook de imitatie-Cruijff niet dat Van Bommel moet spelen.
methodmichwoensdag 2 mei 2007 @ 16:06
quote:
ONTMOETING MET EEN SCHADUW

Soms kom ik hem ineens tegen. Laatst nog, zomaar in de supermarkt. Het blijft vreemd om hem te zien lopen. Wim Jansen is namelijk zo ongelooflijk gewoon. Hij is bijna de Frans Bauer onder de vaderlandse voetbalhelden. Misschien speelt hij wel een rol, al kan ik het me niet voorstellen. In dat geval verdient hij een kans als acteur. Wie Wim Jansen ziet, heeft nooit het gevoel dat daar een man loopt die geschaard wordt onder de beste voetballers die Nederland voortgebracht heeft. Hij miste natuurlijk de pure klasse van een Cruijff of het authentieke van een Van Hanegem. Wim Jansen was gewoon een goede voetballer.

Dat hij er weinig moeite voor doet om dit beeld te doorbreken blijkt uit zijn loopbaan na het voetbal. Jansen is volgens mensen die het kunnen weten één van de mensen met het meeste voetbalverstand. Johan Cruijff heeft hem hoog zitten, diens gevolg daarom ook en in Rotterdam lopen ze met hem weg. Of liepen, want dat is de laatste tijd niet zo duidelijk meer. Als trainer heeft hij het in de jaren negentig geweldig gedaan met Feyenoord, later kreeg hij als technisch directeur problemen met trainer Van Hanegem. Dat is altijd pijnlijk geweest, want beide heren zijn mateloos populair onder de supporters. In Schotland doorbrak hij met Celtic ooit de hegemonie van Glasgow Rangers, wellicht een aanzet tot de verhoudingen zoals die nu in dat land heersen. Dat was het wel ongeveer, verder bleef hij vooral op de achtergrond.

Wim Jansen lijkt me een saaie man. Niets mis mee, laat dat duidelijk zijn. Ik snap alleen zijn status niet. Toen Feyenoord bekend maakte dat Jansen een adviserende rol zou gaan spelen, werd dat met luid gejuich ontvangen. Hij werd nog net niet de Kuip binnen gereden in een met bloemen versierde limousine, maar het scheelde niet veel. Jansen moest de man zijn die op de achtergrond een stuwende factor richting de landstitel van 2008 zou gaan worden. Dat is volgend jaar, als de club honderd jaar bestaat. Die titel lijkt ver weg en daar heeft Jansen niets aan kunnen veranderen. Tenzij wij als buitenstaanders dingen missen, dat kan.

Maar wat doet Wim Jansen nu zoal? Rondwandelen in zijn woonplaats, dat staat vast. Zelden bij de voetbalvelden, ook dat is een feit. Hij kijkt altijd wat chagrijnig. Wim Jansen groet mij nooit. Hij groet niemand. Misschien bekenden ja, maar daar lijkt hij er verdraaid weinig van te hebben. Jansen is ook geen beleefdheidsgroeter. Zelfs als hij, in diepe gedachten verzonken, bijna een bloemkool uit de handen van je vriendin loopt zal hij niets zeggen. Wim Jansen merkt het niet of wil het niet merken. Alleen kinderen krijgen af en toe nog een murmelend groetje van hem terug. Dit gebeurt ook niet vaak, want er zijn bijna geen kinderen meer die hem kennen. Zoals de trotse vaders die hun kleine kameraadjes vertellen dat daar een echte held van het oude Feyenoord loopt, langzaam lijken uit te sterven. Wim Jansen wordt steeds meer, maar tegelijkertijd steeds minder geschiedenis.

Hij lijkt altijd te denken. Over voetbal? Ik zou het graag willen weten, maar vraag het hem nooit. Wim kijkt alsof hij niet lastig gevallen wil worden. Alsof hij, tussen die lastige winkelende medemensen doorlopend, bezig is met de toekomst van Feyenoord. Hij denkt de juiste poppetjes op de juiste plaats. Feyenoorders uit mijn vriendenkring hopen er althans op. Die twijfelen wel, maar hebben diep van binnen nog de hoop dat Jansen op zijn dagelijkse wandeling door Hendrik-Ido-Ambacht een ultiem ontsnappingsplan aan een sportieve dood bedenkt. Volgens mij loopt hij vooral te genieten van zijn heerlijke schaduwfunctie, waarin hij heerlijk kan adviseren zonder verantwoordelijkheid te dragen. Lekker baantje!

Waar Feyenoord bijna veertig jaar geleden met Jansen in de ploeg Europa veroverde, daar is nu Almelo al een te zware reis. In gedachten hoor je Johan Cruijff analyseren op de BBC. Dan heeft de verlosser het in zijn eigen karakteristieke taaltje over someone who will walk as an elephant through the porcelain closet, wanneer de Engelsen hem vragen of die roemruchte club uit Rotterdam nog gered kan worden. Iemand die korte metten maakt met het wanbeleid. Een daadkrachtig persoon. Geen Wim Jansen dus. Sorry Wim. Want de grappen gaan niet voor niets. Een bevriende schilder was laatst vier dagen bezig met een klus in de straat waar Wim woont. Op vrijdag, na het trekken van de laatste banen verf, kwam Wim naar buiten met een contract als jeugdtrainer. Logisch, want iedereen die bij Wim in de buurt komt is ineens een kandidaat, ongeacht zijn kwaliteiten.

Mogelijk vergist iedereen zich. Het lijkt er echter angstvallig veel op dat Feyenoord jaren nodig heeft om weer mee te kunnen doen op het niveau dat de club past. Daarin is voor Wim Jansen vermoedelijk geen rol weggelegd, tenzij hij iedereen in de maling neemt. Ik geloof er niet in. Laatst zag ik hem nog, zomaar in de supermarkt. Oh ja, hij nam een pak snelkookrijst mee. Bij het naar buiten lopen meende ik zijn schaduw – of was het Wim zelf? - nog net te zien gaan. Een schaduw die zwaar over het beleid van de club Feyenoord hangt, zonder er op afgerekend te kunnen worden. Onbewust neuriede ik een Feyenoord-deuntje. Ga je mee naar het stadion? Zoek een plaatsje in de zon. Het regende die dag, besefte ik pas later.
Beschouwdonderdag 3 mei 2007 @ 12:18
Een betere column dan de twee voorgaande van je Mich.
Wim Jansen heeft wel iets van een stripfiguur. Zo een die altijd rondloopt met een regenwolkje boven zijn hoofd. Hoe komt Feyenoord weer op het rechte pad. Nu hoor ik net dat Metgod de boel van Koeman gaat overnemen, met Duut samen. OMG. De regenbui boven het hoofd van Jansen is zich dus aan het verplaatsen naar boven de Kuip.
tong80donderdag 3 mei 2007 @ 20:17
Hij kan nu zelf op de bank gaan zitten.

Beschouwdonderdag 3 mei 2007 @ 21:26
quote:
BIG JOHN

John Metgod mag dus de boel bij Feyenoord overnemen, nu Erwin Koeman de pijp aan Maarten heeft gegeven. Zijn de spelers lekker mee, zo’n ouwehoer voor de groep. Big John noemden ze Metgod vroeger en die naam heeft hij niet alleen gekregen vanwege zijn voetbalkwaliteiten, hoewel hij in een ver verleden ook nog bij de Koninklijke in Madrid heeft gebald.

Een grote smoel, dat heeft hij en mijn vriend zal hij nooit worden. Ik zag John Metgod vorig jaar aan het werk, tijdens een voetbalwedstrijdje met Oud Feyenoord. Het was ter ere van het 75-jarig jubileum van Rozenburg, een amateurclub uit het gelijknamige dorp aan de Nieuwe Waterweg. Tijdenlang had de club uitgekeken naar deze wedstrijd en alle ingrediënten waren aanwezig om er een leuk middagje van te maken: een stralend zonnetje, een strakke blauwe lucht, het gras groen en van wind was nauwelijks sprake.

Metgod moest toen al een voorgevoel hebben gehad van het onheil dat hem dit seizoen als assistent-trainer bij Feyenoord te wachten stond. Met het gezicht op onweer sjokte hij het veld op, onderwijl een neerbuigende blik werpend op de clubvrijwilliger, die die middag als grensrechter op de Feyenoordhelft zou gaan fungeren.

De wedstrijd was nog geen drie minuten onderweg toen Rozenburg een doelpunt maakte. Metgod, die gerekend had op een makkie, staarde verbouwereerd naar de grensrechter. Hoewel van buitenspel absoluut geen sprake was, schoot hij finaal uit zijn slof. Hij ging vreselijk tekeer tegen de arme man aan de zijlijn. Louis van Gaal tegen Toine van Peperstraten was er niks bij vergeleken. Die middag zou het nooit meer goed komen tussen de grensjager en John Metgod.

Telkens wanneer de bal de middenlijn passeerde en op de Feyenoordhelft belandde, kafferde Big John de arme man uit. Wat een leuk potje voetbal moest worden, liep zo uit op een scheldpartij van meer dan een uur. Het is dat ik behoorlijk goed opgevoed ben, anders was ik het veld ingelopen en Metgod een knal voor zijn kanis gegeven. Wat een proleet.

Nu mag hij te keer gaan tegen de selectiespelers van Feyenoord. Arme jongens. Een heel seizoen lang zit alles tegen en dan worden ze voor de play-offs nog eens opgezadeld met een plebejer, die het schelden heeft uitgevonden. Goed voor het zelfvertrouwen, zo’n trainer. Als je een bal verkeerd aanneemt, een vrijstaande speler over het hoofd ziet of een metertje te ver van je man staat te verdedigen, allemaal dingen die Feyenoord al een heel seizoen doet, word je vanaf de kant stijf gevloekt. Het is te hopen dat het dak van de dug-out in De Kuip stevig vastgeschroefd is, want anders gaat het er geheid van af als Metgod zijn scheur opentrekt.

Het gaat met Feyenoord van kwaad tot erger. Geen cent te makke, opstandige supporters, de voorzitter weggebonjourd, de trainer afgetaaid en nu Metgod voor de groep. Leuk idee van technisch directeur Bosz en de onzichtbare Wim Jansen, maar niet heus.

Een trainer legt altijd iets van hemzelf in een spelersgroep, tenminste dat verklaart elke oefenmeester in een interview in de krant of in Voetbal International. Welnu, als ze bij Feyenoord Metgod zijn gang laten gaan, staan er straks elf vroegtijdig kaal geworden stramme voetballers in veld, zo langzaam als dikke stront, maar gezegend met een ontzettend grote muil.

Meelijwekkend is hetgeen er momenteel in Rotterdam gebeurt. De club is reddeloos verloren. Peter Bosz en Wim Jansen toveren iets uit hun hoge hoed, maar iedereen weet dat het alweer niks wordt. Bosz en Jansen hadden na het afnokken van Erwin Koeman maar één ding moeten doen: aftreden en zo de weg vrijmaken voor Wim van Hanegem. Dat is de enig juiste man voor de trainerspost van de Stadionclub. Al is het alleen maar voor de innerlijke beschaving en dus voor het imago van de club.


[ Bericht 0% gewijzigd door Beschouw op 04-05-2007 16:41:11 ]
tong80donderdag 3 mei 2007 @ 22:43
John Metgod, de meest gepestte/geplaagde speler in Oranje ooit. De man zonder humor hapte consequent op geintjes die met hem werden uitgehaald. Voetbalhumor heb ik niks mee, behalve als het tegen John Metgod is. Dat wordt in de Kuip lachen op de bank. Mag ik de heren adviseren ? Neem Been als trainer. Iemand met humor en volwassen geworden. Daar waar Metgod altijd een huilend kind zal blijven.

methodmichvrijdag 4 mei 2007 @ 16:32
Mooie aansluitende column Beschouw.

Big John, bij Excelsior ging de vlag uit toen hij opstapte.
methodmichdinsdag 8 mei 2007 @ 18:59
Ook hier maar even melden, hoewel ik wel actief blijf in dit topic:

Mijn tijd als columnist bij de FOK! frontpage zit erop. Ben destijds in januari 2004 begonnen, in eerste instantie met een tweewekelijkse voetbalcolumn. Al vrij rap ben ik overgeschakeld naar een wekelijkse bijdrage, vanaf augustus van dat jaar ongeveer. Daarnaast heb ik rond het EK 2004 en WK 2006 zelfs twee keer per week geschreven. De reden daarvoor was simpel: ik vond het leuk en was er zeer enthousiast mee bezig.

De laatste tijd merk ik dat het enthousiasme wat minder werd. Waar ik voorheen vaak op zondag al weer het idee waarover de volgende column zou gaan, dus een dag na plaatsing van de vorige, is dat minder geworden. Met name de laatste weken bedenk ik vaak op woensdag een onderwerp en ga daar dan een minuut of twintig mee aan de slag. Het resultaat is dan een, in mijn ogen, column op mijn eigen standaardniveau. Puur routinematig geschreven, omdat je na verloop van tijd die routine wel ontwikkelt.

Als ik bijvoorbeeld nu de drive en het enthousiasme van nieuwelingen als bazbo zie, die zijn Carlo Piemol serie liefst in één dag zou schrijven en publiceren, dan vind ik dat ik ruimte moet maken voor nieuwe schrijvers. Dat enthousiasme heb ik ook gehad, dus ik herken het. De prikkel om te schrijven en vooral het niet kunnen wachten tot je weer mocht. Mogen is nu meer moeten geworden, hoewel ik dat niet direct als vervelend ervaar. Want schrijven vind ik nog steeds leuk. Ik mis alleen de prikkel om juist die columns te schrijven die over dat bepaalde standaardniveau heen gaan. De columns waar je een paar dagen in je hoofd mee rondloopt en die je vervolgens met veel trots aflevert. Nu had ik steeds vaker het idee "aardig verhaal" in plaats van die trots die ik net noemde. Zoals ik ook merkte dat de spanning bij het bekijken van reacties op de FP op je schrijfsels minder is geworden. Ik lees nu de reacties, denk "okee" en ga weer verder. Vroeger keek ik bij wijze van spreken om het uur of al er iets nieuws stond, nu kijk ik dagelijks een keertje.

Daarnaast is mijn grootste liefde toch het amateurvoetbal. Daar zitten de stukken die ik nog vol enthousiasme zou kunnen afleveren, mijn "droomcolumns". Maar eerlijk is eerlijk, normaal voetbal is al te veel voor sommige FP-bezoekers, laat staan columns over mensen die ze vermoedelijk helemaal niet kennen.

Daarom acht ik de tijd rijp om er een punt achter te zetten. Heb zelf even snel zitten tellen en ik kwam op 175 voetbalcolumns, een column over Zwarte Piet en een examencolumn. 177 stuks dus in totaal, sinds januari 2004. Een mooi aantal, waarmee de koek wel een beetje op is voor me. Ik zal nog wel columns blijven plaatsen in het VBL-columnhoekje op het forum, maar dan op de momenten dat ik de noodzaak voel / de zin heb om weer eens wat te schrijven.

Heb in die paar jaar liefst zes ER's meegemaakt, vele medecolumnisten zien komen en gaan en ben denk ik van de huidige columnistengroep ongeveer de enige die nog samenwerkte met mensen als Mennosson, Eb en DoubleU, om maar wat te noemen. Geeft aan dat ik een soort "columndinosaurus" ben geworden. In die jaren heb ik het altijd leuk gevonden, fijne columnistencollega's gehad en ik wil dan ook benadrukken dat dit besluit niets met het beleid of de huidige mensen te maken heeft.

Ik zal mogelijk columns waar ik zeer tevreden over ben in de submit gooien. Waarop de columnistencrew maar moet kijken of ze op de FP mogen! Wat mij betreft is de column van zaterdag de laatste geweest en maak ik plaats voor gretige, nieuwe mensen. Ik hoop dat die snel te vinden zijn!
Bomenverzamelingdinsdag 8 mei 2007 @ 19:08
Jammer MM. Maar je deed je werk goed
-Vaduz-dinsdag 8 mei 2007 @ 19:12
Jammer Mich, het verbaast me niet zo dat je ermee stopt. Je hebt het enorm lang gedaan en dan kan ik het me wel voorstellen dat het een keer mooi is geweest. De redenen die je opnoemt tonen ook nog maar eens aan dat je je ziel en zaligheid erin hebt gegooid en dat was te merken. Bedankt.
tong80dinsdag 8 mei 2007 @ 19:12
Ik las en lees ze met veel plezier. Ik dank u.

Da_Sandmandinsdag 8 mei 2007 @ 19:16
MM, bedankt voor vele mooie columns...

.
Beschouwdinsdag 8 mei 2007 @ 19:47
Heb begrip voor je besluit, hoewel ik het betreur. Je columns waren (meestal) goed en met liefde geschreven.
quote:
Ik zal nog wel columns blijven plaatsen in het VBL-columnhoekje op het forum, maar dan op de momenten dat ik de noodzaak voel / de zin heb om weer eens wat te schrijven.
Gelukkig maar.
El_Bassiedinsdag 8 mei 2007 @ 21:29
MM, altijd genoten van je columns. Ook de columns die jij als standaardniveau bestempelt waren altijd nog van een uitstekend niveau!
-Vaduz-dinsdag 8 mei 2007 @ 21:34
Nu komt er voor Beschouw een plek vrij op de Frontpage?
tong80dinsdag 8 mei 2007 @ 22:00
Ja dat zou leuk zijn

dndiekdinsdag 8 mei 2007 @ 22:08
MM hulde voor al je leuke columns
tong80dinsdag 8 mei 2007 @ 22:09
Neem hier afscheid van de beste columnist van de FP.

methodmichwoensdag 9 mei 2007 @ 15:36
Dank je tong, voor het leuke topic daar!

Als Beschouw zin zou hebben om columns voor de FP te schrijven, wat ik uiteraard niet weet, zou ik hem kunnen tippen bij de ER. Er zijn wel mensen nodig nu natuurlijk.

Deze had ik trouwens liggen, voor een site over de hoofdklasse. Je moet weten dat Janus van Peenen in het clubblad van Heerjansdam columns schrijft onder het pseudoniem Gé Krakeel.
quote:
GEKRAKEEL ROND JANUS

Dat diepe treurnis en uitzinnige vreugde in het voetbal goed naast elkaar kunnen leven, werd afgelopen zaterdag nog maar weer eens bevestigd op sportpark de Molenwei in Heerjansdam. Daar vierden de spelers en supporters van Rijnsburgse Boys na afloop van de wedstrijd een groot feest, terwijl iedereen wiens hart klopt voor de thuisploeg compleet stil viel. Heerjansdam degradeerde door de nederlaag namelijk uit de hoofdklasse en dus was het feit dat de Uien wegens de titelprolongatie voor een mooie baromzet zorgden slechts een zeer schrale troost. Zeker omdat dit gebeurde met wat voorzitter Janus van Peenen te pas en te onpas betitelde als “de beste selectie van de afgelopen tien jaar.”

Ach, Janus van Peenen. Flamboyante man, dictatoriaal voorzitter, creatieve duizendpoot, noem hem hoe u wilt. Zonder Van Peenen is er geen al jaren geen Heerjansdam. Dat er vaak wordt gerept van Heerjanusdam is veelzeggend. De man doet alles voor de club en verdient daarvoor respect, maar hij wil nu wel erg opzichtig de schuld voor de degradatie bij anderen leggen. Want zijn eigen aandeel moet toch niet worden onderschat. Zijn uitspraak over de selectie legde voor het seizoen al de nodige druk op de nieuwe trainer, Cees Lagendijk. Want is die selectie wel zo sterk? Natuurlijk, het feit dat de complete achterhoede inclusief keeper en het totale middenveld behouden bleven voor de club geeft aan dat er in ieder geval vastigheid was. Slechts de voorhoede moest compleet vervangen worden en daar leek men er niet op achteruit te gaan. Giovanni Klaverweide, die nog erg moest wennen aan het niveau, trok naar de zondagtak van Papendrecht. De tweeling Koremans nam de wijk naar TOGR. Hun voetbalkwaliteiten stonden buiten kijf, maar in hun tweede seizoen in het Waaldorp hadden de broers vooral voor problemen gezorgd. Met Anouar Hamdi en Indomar Valentijn kwamen er twee vleugelspitsen met mogelijkheden. De pijlsnelle Valentijn maakte al in de voorbereiding indruk als Romeo Castelen-achtige rechtsbuiten, terwijl men centraal in Erik de Kruijk een speler uit het profvoetbal haalde. Uiteindelijk had De Kruijk veel blessures en komt hij pas de laatste weken beter uit de verf, maar daarvoor had Marwin Richard hem goed vervangen en leek de lange spits voor de winterstop een revelatie te worden.

Toch bleek het niet voldoende. Voor de winterstop draaide Heerjansdam lekker mee, sindsdien gaat het vreselijk slecht. Dit leidde tot een onvermijdelijke degradatie. Heeft Lagendijk dan gefaald als trainer? Moeilijk te zeggen. Zijn voorganger Hans Maus haalde twee keer de doelstelling. Vorig seizoen klommen de groenzwarten na een dramatische start nog goed omhoog. Dat was echter wel in de hoofdklasse B, waarin nog ploegen als Deltasport en SDC Putten liepen. Zulke lelijke eendjes zijn er in de hoofdklasse A niet te vinden dit seizoen, zo bewees TOGR na de winterstop wel. Desondanks gaf Van Peenen zijn trainer diverse keren een veeg uit de pan. Hij liet zijn kritische noten maar wat graag optekenen in de lokale media, waardoor de relatie met Lagendijk tot het nulpunt daalde. Murw gebeukt verzuchtte de trainer na een nederlaag bij Kozakken Boys al eens dat hij wel weer zou lezen “dat hij slecht gewisseld had.” De wissels zijn altijd een stokpaardje van de voorzitter, die zich graag mengt in de technische zaken van het eerste elftal. Dit terwijl Lagendijk zijn contract tijdens het seizoen nog had mogen verlengen, zodat Van Peenen nu aan hem vast zit. Te pas en te onpas onderstreepte Van Peenen zijn eigen stelling over het falen van Lagendijk. Zo was de waardige wedstrijd tegen kampioen Rijnsburgse Boys een voorbeeld dat “Lagendijk er veel te weinig uit heeft gehaald.”

Ach, Janus. Hij heeft altijd mooie teksten. Maar tegelijkertijd is zijn handelswijze soms niet al te fijnzinnig. De openlijke kritiek op zijn trainers is al niet netjes, de manier waarop hij als een veredelde cowboy zaken doet op de spelersmarkt zijn dat ook niet. Diverse spelers bevestigen dat ze ooit door Janus zijn gebeld met het dringende verzoek nu meteen ja te zeggen voor een bedrag dat iets hoger zou liggen dan ze elders kregen of konden krijgen. Dat werkt lang niet bij alle voetballers. Zoals Van Peenen dit seizoen toch een probleem had met betalen. Het is een publiek geheim dat Lagendijk graag een derde training wilde, maar dat Janus geen zin had om de onkostenvergoedingen voor die derde avond te betalen. Die training kwam er dus nooit. Omdat Van Peenen ook wel eens wat laat was en plots betalingsafspraken negeerde, ontstond er onrust in de kleedkamer. Door diverse bronnen is dit inmiddels bevestigd. Van Peenen zorgde echter voor dekking, door bepaalde spelers altijd keurig te betalen. De jongens die minder hoog in aanzien staan, kregen dus nooit dekking van de volledige groep. Het zorgde voor een verziekte sfeer, waarin spelers meer bezig waren met de vraag waar ze volgend seizoen gaan spelen dan met Heerjansdam zelf. Tel daar blessures en pech bij op en de degradatie is verklaard.

Nu zit Van Peenen met de gebakken peren. Lagendijk zal uit principe niet opstappen, ondanks dat hij geen enkele basis meer ziet om door te gaan. Van Peenen wil Lagendijk op zijn beurt niet ontslaan, omdat hij de trainer dan moet betalen. Uit pure nood lanceerde Janus een plan om trainers voortaan contracten voor een half seizoen te geven. Weer een leuke proefballon van de man, die in de krant al zei dat hij reeds maanden aan het rouwen is. Volgend seizoen komen normaal gesproken GPC Vlissingen, Nieuw-Lekkerland en GJS naar de Molenwei. Leuke regionale derby’s, maar de enige streekkrakers die Janus wil zijn die tegen ASWH, Barendrecht en Kozakken Boys. Binnen een jaar willen ze terug. Het wordt tijd dat Van Peenen de hand in eigen boezem steekt, de degradatie ook deels bij zichzelf zoekt en met een plan komt. Het zou hem meer respect opleveren dan zijn huidige tirades richting Lagendijk en de spelers. Gé Krakeel kan de pen pakken.
Beschouwwoensdag 9 mei 2007 @ 19:22
Heerjanusdam
Ken de man niet, heb in het AD wel eens verhalen met en over hem gelezen. Bevkogen met de club, kan je hem wel concluderen. Maar tevens een dictator in de dop, getuige je verhaal.
Voetbal is emotie, maar van een clubbestuurder mag je toch wel wat meer doordachte uitspraken horen. Toch? Lijkt me geen makkelijk ventje, die Janus.
methodmichwoensdag 9 mei 2007 @ 20:17
Ja, over Janus zijn zat mooie verhalen te vertellen. Zijn al bijna columns op zich.

Hij doet wel een hele hoop goede dingen voor Heerjansdam en het voetbal in het algemeen, zijn netwerk is top, maar hij is een crime voor trainers. Toen Maus vorig jaar botste met de Koremannetjes, koos Van Peenen eigenlijk de zijde van de spelers. Ook dodelijk. Zeker omdat Remco en Chris bijzondere dingen deden. Boos worden als één van de twee werd gewisseld en dat in woord en gebaar duidelijk maken.

De andere kant van Janus is wel weer dat hij hoogstpersoonlijk even naar Rijnsburg reed afgelopen dinsdag om een stel gevonden autosleutels van een RBB-medewerker te bezorgen, die deze had verloren in het feestgedruis op de Molenwei. Janus moest naar Leiderdorp, maar wilde wel even doorrijden.
Beschouwzaterdag 12 mei 2007 @ 20:20
quote:
SAM THE EAGLE

Wie is er niet opgegroeid met de populaire televisieserie The Muppet Show? We kennen toch allemaal Kermit de Kikker, Miss Piggy, Gonzo, Fozzie en de oude, chagrijnige mannetjes Statler en Waldorf, die vanuit hun loge voortdurend commentaar gaven op hetgeen er voor hun ogen afspeelde? Op de Nederlandse televisie zijn de creaties van Jim Henson helaas niet meer te bewonderen, uitgezonderd één: Sam the Eagle.



Sam leeft voort in de huid van Foeke Booy, de trainer van FC Utrecht. Als Foeke op televisie te zien is, gaan je gedachten onmiddellijk terug naar de adelaar, die The Muppets Show opluisterde met zedenpreken. Sam was een welgemanierde adelaar, een bewaker van de burgerlijke moraal. Altijd en eeuwig verontschuldigde hij zich bij de gasten van de show, die van ceremoniemeester Kermit allerlei ongein moesten uithalen. Hij deed dat met een vorsende, strenge blik. Zijn zwaar aangezette wenkbrauwen bedekten bijna helemaal zijn ogen, maar toch zagen we dat die ogen als speldenkoppen priemden, steeds speurend naar zaken waarover hij zijn beklag kon doen.

Het is niet zozeer het gedrag dat me bij het aanschouwen van Foeke Booy aan Sam the Eagle doet denken, maar de treffende gelaatstrekken. Foeke is Sam. Bij FC Utrecht zit Sam the Eagle in de dug-out. Er ontgaat hem niks. Scherp als een mes schieten de ogen heen en weer, op zoek naar voetballers die hun taak niet uitvoeren zoals hij het van te voren heeft uitgestippeld. Op zoek naar zwakke plekken bij de tegenstander, waar hij zijn manschappen kan laten toeslaan. Op zoek naar mogelijkheden om na negentig minuten als winnaar van het veld te stappen.

Foeke doet dat emotieloos, zo te zien, met een zuinig mondje en een strak gezicht, waarbij de wenkbrauwen overheersen. Het zijn de wenkbrauwen van Sam. Als een strakke streep zijn ze getrokken over het voorhoofd en staan ze lager dan bij menig ander schepsel. En evenals bij Sam leiden ze ook bij Foeke de aandacht af van de ogen, de priemende ogen die niets ontgaan.

Mooi zijn de momenten waarop de camera’s van Tien inzoomen op het gelaat van Foeke Booy. Dan valt plots het litteken op onder het linkeroog en het spiertje daar vlakbij, dat een beetje trilt. Blijkbaar is Foeke toch niet zo emotieloos als je op het eerste gezicht zou denken. Het is de spanning van de wedstrijd, die het spiertje doet trillen. Met FC Utrecht ging het lange tijd niet zo best dit seizoen. Haast onopgemerkt figureerde de ploeg van Booy in de competitie. De resultaten stemden Foeke niet tevreden en week in, week uit zagen we een adelaar in de dug out zitten, die knorrig en wrevelig de bewegingen van zijn voetballers aanschouwde, met de mondhoeken naar beneden. Want lachen kon Foeke niet. Daarvoor werd er in zijn ogen iets te veel gestumperd door zijn spelers.

Maar zie, aan het einde van de competitie begon het boeltje ineens te marcheren. De mondhoeken gingen een klein beetje naar boven en de ogen van Foeke schenen steeds vrolijker door de volle wenkbrauwen heen. Er zat weer vuur in die ogen en het gezicht was iets minder strak, hoewel Foeke nooit het toonbeeld van vreugde werd. Dat zit niet in hem. Alert bleef hij, scherp en veeleisend naar zijn voetballers, die in de slotfase van de competitie toch nog een plaats in de nacompetitie om een ticket voor de UEFA Cup wisten te bemachtigen.

Mooi. Zo kunnen we nog een paar weken langer genieten van Sam the Eagle.

Ondertussen wordt de naam van Foeke Booy genoemd bij Feyenoord, als opvolger van de opgestapte Erwin Koeman. Of hij de nieuwe trainer van de Stadionclub wordt is nog niet bekend, maar dat zijn naam in Rotterdam rond zingt, is terecht. In de jaren dat Foeke bij FC Utrecht in de weer is, is het clubje vooral dankzij zijn arbeid uitgegroeid tot een bolwerk. Feitelijk is zijn werk klaar in Nieuw Galgenwaard. Het wordt tijd om de machtige vleugels uit te slaan. Foeke is toe aan een nieuwe club.

Als Foeke Utrecht dan toch gaat verlaten, laat het dan Feyenoord maar zijn waar hij gaat neerstrijken. Bij die club is van alles mis en kunnen de wenkbrauwen om de haverklap gefronst worden. Niemand die dat mooier kan dan Foeke Booy. En omdat Feyenoord veel meer dan FC Utrecht in het middelpunt van de belangstelling staat van de landelijke pers, zal het gezicht van Foeke nog veel vaker dan nu op televisie te zien zijn. Als Sam the Eagle dus.
methodmichzondag 13 mei 2007 @ 16:03
Leuke vergelijking! Wel is te hopen dat Foeke geen Frans Adelaar wordt.
tong80zondag 13 mei 2007 @ 18:01
Leuk beschouw. Goeie vergelijking. Dodelijk saai is die man.

methodmichwoensdag 23 mei 2007 @ 16:33
quote:
ALTIJD VOOROP

Nu het reguliere seizoen voorbij is, blikt men bij de uitgespeelde hoofdklassers uiteraard weer graag terug. Daarbij is de blik ook op de toekomst gericht. Wat moet er beter, waar zaten dit seizoen de pijnpunten? De meest uiteenlopende statistische tabellen komen langs. Daar zit het aantal speelminuten in de competitie per club eigenlijk altijd wel bij. Kijkend naar het staatje van ASWH zie ik de vertrouwde namen van Johan Sturrus en Izaäk Verhoeven. Beide spelers ontbraken één keer wegens een schorsing, maar maakten in de overige vijfentwintig wedstrijden de negentig minuten vol. Petje af, want de heren zijn de veteranen in de selectie. Verhoeven is met zijn 36 jaar voor een veldspeler haast een voetbalbejaarde. Let op, dit zeg ik met eerbied. Vorig seizoen miste hij in de competitie geen minuut en dat was in zijn laatste seizoen dus bijna net zo.

Izaäk Verhoeven is met recht een topamateur. Hij speelde nooit in het betaalde voetbal en kwam uit voor diverse clubs in zijn woonplaats Zwijndrecht, Heerjansdam, ASWH, Strijen en vervolgens weer ASWH. In totaal droeg hij negen seizoenen het zwart met witte tricot van de Ambachtse hoofdklasser, waarvan de laatste acht een aaneengesloten periode vormden. Een periode waarin Verhoeven drie afdelingstitels mocht vieren, waarvan die uit 2005 uitmondde in een zaterdagkampioenschap en uiteindelijk zelfs een landstitel. Om zijn erelijst compleet te maken vierde Verhoeven met ASWH nog het winnen van de Supercup, de districtsbeker en de landelijke amateurbeker. Hij was vooral een liefhebber van het spel, minder van alles om het voetbal heen. Voor hem geen lange nazit in kantines. Het maakte hem voor mij een wat onderschatte speler.

Mogelijk komt dit wel doordat Verhoeven niet echt een bijzonder spectaculaire voetballer is. Hij is niet de man van de dribbel of de geniale actie. Verhoeven is een teamspeler pur sang. Altijd daar waar het team hem nodig heeft, gaten dichtend die anderen laten vallen en altijd strijd leverend. Dat maakte hem zelfs in mindere wedstrijden een uiterst bruikbare kracht. In zijn laatste seizoenen was zijn ervaring ook een pluspunt. Daarnaast kon hij door zijn goede traptechniek corners en vrije trappen gevaarlijk voor de goal brengen en had hij zelf een behoorlijke pegel in huis. Die knallen van afstand vlogen wel eens over of naast, maar regelmatig kwamen ze pas tegen het vijandelijke net tot stilstand. Bollenclubs als Katwijk en FC Lisse maakten bijvoorbeeld al eens kennis met Verhoevens afstandsschot. Toch was zijn belangrijkste goal natuurlijk de benutte strafschop tegen Argon, in de verlenging tijdens de finale om het landskampioenschap.

Maar denkend aan Verhoeven komt toch altijd het woord conditie bij me op. Hij was ongekend fit. Kilometervreter, marathonman, loopwonder. Longen als een paard. Altijd voorop. Het waren termen die vielen als zijn naam werd genoemd. De mare wil dat menig wandelaar of fietser in Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht hem al joggend tegen kon komen. In de zomerstop, in de winterstop, wanneer dan ook. Het resultaat zagen we de laatste jaren. Weinig veldspelers in de hoofdklasse zullen op zijn leeftijd nog zo veel minuten gemaakt hebben. Zuchtend en kreunend holde de selectie bij trainingen achter hem aan, want Izaäk hield wel tempo. Een strak tempo, zonder te verslappen. Na de wedstrijd bij Excelsior ’31 in 2005 om de zaterdagtitel, merkte een neutrale kijker op dat die aanvoerder overal was. Die dag was dat Izaäk Verhoeven. Het is een uitspraak die ik niet snel zal vergeten, omdat deze zo kenmerkend is voor de voetballer Verhoeven.

Nooit kozen ze hem als speler van het jaar, wat wellicht toch een beetje een schande is. Maar zo gaat dat, als supporters mogen bepalen. Omdat Izaäk zich zelden, zeg maar gerust nooit, in de kantine tussen de supporters mengde, zal men hem onbewust wel eens over het hoofd hebben gezien. Mogelijk is hij ook te regelmatig en zijn de mensen daaraan gewend geraakt. Dan miste hij de uitschieters naar boven in het klassement. Niet dat het Izaäk veel zal schelen. Voor hem hoeft het niet eens zo, daar is hij te bescheiden voor.

Zaterdag krijgt hij een afscheidswedstrijd. Dan is hij wel even het middelpunt, of hij nou wil of niet. Want dat verdient hij. Het huidige ASWH zal spelen tegen een team met oude ploegmaats van Verhoeven. Hij zal nog één keer zijn kunsten vertonen en zoals altijd voorop gaan in de strijd. Dan is hij weer overal. Hoe het moet eindigen spreekt eigenlijk voor zich. Met een strafschop in de laatste minuut, richting het doel aan de Reeweg. Hij zal hem benutten, om nog één keer de omgekeerde gang naar de eigen helft te maken. Pas dan zal iedereen echt gaan beseffen dat we Izaäk Verhoeven gaan missen. Weer een stukje 2005 minder, maar een geschiedenis rijker.
Hier is de held, met de schaal:



[ Bericht 0% gewijzigd door methodmich op 23-05-2007 17:37:39 ]
Beschouwwoensdag 23 mei 2007 @ 16:48
Jammer dat hij nog zoveel clubs heeft gehad. Zou eigenlijk zijn hele carrière voor ASWH gespeeld moeten hebben, dan was het een icoon, zoals dat zo mooi heet. Stukje is mooie hulde voor Izaäk Verhoeven, de voetballer die overal was. Behalve in de kantine.
tong80woensdag 23 mei 2007 @ 16:54
Saai hoor iemand die nooit in de kantine komt om te lappen.

Beschouwdinsdag 29 mei 2007 @ 22:29
quote:
BONK, BONK

Ajax-supporters lachen zich een deuk. Tot twee maal toe stak Ryan Donk, de verdediger van AZ, hun ploeg een helpend handje toe. In de finale om de KNVB-beker miste hij een penalty en zondag, in de finale van de play-offs om een plaats in de voorronde van de Champions League, werkte hij een bal in eigen doel.

Niet alleen de aanhang van Ajax gilde het uit van de pret, ook spits Klaas Jan Huntelaar kon het niet nalaten uit leedvermaak even bij de treurende Donk voorlangs te glijden en hem een moment lachend in de donkere ogen te kijken. Ook Kenneth Perez deed een duit in het zakje.

Het lachen zullen ze wel afleren in Amsterdam, want Ryan Donk is een geweldig talent. Als hij zijn loopbaan voortzet met dezelfde rasse schreden die hij tot nu toe maakte, is hij over enige jaren een wereldtopper. Ajacieden, fans en spelers, zullen zich dan nog wel eens achter de oren krabben: “Hadden wij maar zulke voetballers in onze ploeg.” Over een paar jaar gaan ze zich bij Ajax intern de zwarte Piet toespelen over hoe het in vredesnaam mogelijk was Donk over het hoofd te zien.

Het was goed gezien van Marcel Brands om deze voetballer bij RKC Waalwijk vast te leggen. Afkomstig van Zeeburgia, een Amsterdamse amateurclub, toch om de hoek van de Arena. “Je bent de 24e man”, zeiden ze bij RKC tegen hem, maar in een noodgang speelde hij zich in het eerste elftal. “De andere 23 spelen nu in de hoofdklasse of in een tweede elftal”, vertelde Donk later over die beginperiode bij RKC.

Vijf wedstrijden speelde Ryan vorig seizoen bij de Waalwijkers in het eerste en toen werd Brands bij AZ de opvolger van Martin van Geel. Meteen wees hij zijn nieuwe werkgever op Donk, die in het begin van deze competitie in Waalwijk opnieuw in de basis stond. De Alkmaarders aarzelden niet en legde de jonge voetballer voor vijf jaar vast. Omdat zijn contract bij RKC nog doorliep, kostte het een paar centen. 2½ Miljoen wordt gefluisterd.

Na zijn overgang naar AZ speelde Donk nog niet vaak mee. Maar toen er door blessures en schorsingen een plekje in de verdediging vrijkwam, nam Louis van Gaal hem op in zijn elftal. Sindsdien is Donk vaste keus. Natuurlijk maakt hij nog wel eens fouten. Natuurlijk gaat hij wel eens de teil in, maar wat wil je? De knaap is nog maar koud 21. Van die fouten leert hij.

Ik zie hem graag voetballen. Met zijn lange benen is hij overal snel bij, tot frustratie van menige spits. Obafemi Martins had het nog waarderend over long leggs, tijdens de Europa Cupwedstrijd AZ-Newcastle United, maar toen AZ de in Engeland opgelopen achterstand goedmaakte, was het met de waardering gedaan. Martins’ ploeggenoot Butt trapte Donk bij een corner nog tegen het hoofd. Welkom in voetballand.

Het zijn acties zoals die van Butt en van Huntelaar, die Donk zullen doen groeien. Gehard zal hij worden door de tegenslagen. Investeren in de toekomst heet dat toch? Zijn tijd komt nog wel. In Alkmaar hebben ze een toptalent in huis. Het doet denken aan de grote jaren van AZ’67, toen de club mede door de financiële injecties van de gebroeders Klaas en Cees Molenaar furore maakte op de nationale en internationale voetbalvelden. In tegenstelling tot nu was AZ toen een patserige ploeg. Het geld vloeide rijkelijk. Zo kregen de spelersvrouwen destijds allemaal een bontjas en groeibriljantjes.

Tegenwoordig gaat het er wat minder brallerig aan toe in Alkmaar. Voorzitter Scheringa, toch een zeer vermogend man, draagt niet voor niets geitenwollen sokken. Maar een groeibriljant hebben ze nog steeds in huis. Donk, is de naam. Met grote passen timmert hij aan de weg. Bonk, Bonk, Ryan Donk. We zullen nog veel van hem horen.
tong80dinsdag 29 mei 2007 @ 22:46
Het kan alleen maar beter gaan met hem. Het ergste heeft ie al achter de rug.

methodmichwoensdag 30 mei 2007 @ 16:40
Een leuk stuk! Mis zijn "bijna bakker zijn" nog in het stukje trouwens.

Verder zie ik wat overeenkomsten met Boulahrouz, die ook als laatste speler bij RKC mocht komen en onder Jol flink doorgroeide. Al zat die bij meerdere clubs en niet meer bij de amateurs.
methodmichzondag 3 juni 2007 @ 15:54
quote:
MENEER WETZEL

Het was de nazomer van 2000. De competitie in de hoofdklasse was net weer begonnen en er ontstond toch wel een lichte paniek bij zaterdaghoofdklasser ASWH uit Hendrik-Ido-Ambacht. Het voorgaande seizoen had de ploeg, als promovendus, een mooie prestatie neergezet door als derde te eindigen. Dit seizoen moest die prestatie toch geëvenaard kunnen worden, was de algehele verwachting. De al eerder succesvolle trainer Arie van der Zouwen was immers teruggekeerd. Maar nu, nu ging hij alweer. Van der Zouwen kreeg een droomaanbod uit Hongkong. Daar kon hij bondscoach worden, hetgeen voor zijn portemonnee ongetwijfeld ook een fijne functie was. Wie moest hem opvolgen?

Van der Zouwen, gentleman als hij is, regelde zelf een opvolger. Dit werd André Wetzel. Wetzel, geboren in Den Haag en tegen de vijftig lopend, was beschikbaar. Hij zou dat seizoen als assistent van zijn goede vriend Mark Wotte aan de slag gaan bij FC Den Bosch, maar Wotte gaf er al snel de brui aan. Wetzel vertrok ook, uit loyaliteit. Hij ging werkzaamheden doen voor de KNVB en die vielen te combineren met de trainersfunctie bij ASWH. In de regio was André Wetzel toen al een bekende naam, doordat hij jaren als docent lichamelijke opvoeding was verbonden aan een middelbare school in Dordrecht. Vele jonge Dordtenaren kregen gymles van meneer Wetzel, zoals hij toen genoemd werd. Zij prezen zijn afwisselende lessen en zijn benadering.

Als trainer bouwde Wetzel aan een naam bij de amateurs en daar paste zijn seizoen bij ASWH goed tussen. Wetzel loodste de Ambachters richting de eerste afdelingstitel op het hoogste niveau in de clubhistorie. Zijn tactisch inzicht was ongekend. Spelers uit die tijd roemen hem nog altijd. Ze verbazen zich nog steeds over de manier waarop Wetzel ogenschijnlijk kleine dingen kon wijzigen, die het wedstrijdverloop drastisch beïnvloedden. Zijn professionele werkwijze paste verder perfect in de stap richting de top die ASWH zou gaan zetten in de jaren na Wetzel. Overduidelijk is echter dat de oefenmeester hier een belangrijke bijdrage aan leverde.

In de jaren daarna heb ik me vaak verbaasd. Waarom had André Wetzel, toch een bewezen vakman, nooit eens ergens de leiding? Ja, hij nam het even over in Tilburg, toen Wotte daar vertrok. Hij coachte Oranje onder 19, werkte in de woestijn en was even de man aan het roer bij KV Mechelen. In België werd het niets met Wetzel. Of het aan zijn directe aanpak, voortkomend uit zijn karakter en werk en wonen in de Randstad, lag? Geen idee. Feit is dat de hoofdtrainer André Wetzel en het profvoetbal geen goede combinatie leken te vormen. Onderwijl mocht de ene na de andere coach ergens aan een klus beginnen. Afgelopen zomer bood VVV-Venlo hem dan eindelijk een herkansing.

Vol vertrouwen ging Wetzel in Limburg aan de slag. Hij liet in interviews duidelijk merken dat hij geloofde in zijn kwaliteiten, hetgeen zelfs een ingezonden brief richting Voetbal International opleverde van iemand die hem arrogantie verweet. Die persoon kent André Wetzel niet. Vraag het spelers die met hem hebben gewerkt, vraag het zijn voormalige leerlingen. Allemaal zullen ze ontkennen dat André Wetzel een arrogante man is. Toch begreep ik het wel. Wetzel is direct en overtuigd van zijn visie. Dat komt niet op iedereen goed over. Zo moest men in Venlo ook erg aan hem wennen. VVV begon lang niet zo goed en diverse supporters keerden zich af en toe tegen de trainer.

Wetzel bleef rustig, werkte op de manier die hem voor ogen stond en had lak aan meningen van fans of reputaties van spelers. Als Derksen op de bank moet, dan moet Derksen op de bank. Simpel zat. Omdat VVV al enkele jaren promotie had gemist en diverse sterkhouders de club de rug toekeerden, was de druk wel minder geworden. Dat speelde Wetzel in de kaart. Het gaf hem de rust om te werken aan de ploeg. Onlangs verscheen in Voetbal International nog een artikel, waarin stond dat het niet altijd even goed boterde tussen technisch directeur Mohammed Allach en Wetzel. Ook dat verbaast me niet. Zoals het volgend seizoen ook wel weer flink zal gaan botsen. Aan het vakmanschap van André Wetzel heb ik nooit getwijfeld en hij bewees nu ook bij de profs waarom. VVV-Venlo is op dit moment namelijk een eredivisieclub. Wetzel deed wat zijn voorgangers niet deden, namelijk promoveren. Via de play-offs, maar dat mag niet uitmaken.

Toch zal het me niets verbazen als André Wetzel de eerste trainer is die volgend jaar, al dan niet gedwongen, opstapt. VVV-Venlo zal minder gaan winnen, als degradatiekandidaat nummer één. Dan raken bestuurders en fans vaak snel in paniek. De vraag is of ze Wetzel dan nog de rust en de vrijheid geven om zijn visie te volgen. Juist dat is een voorwaarde om hem te laten functioneren. Gebeurt dit niet, dan is André Wetzel niet meer de warme man die hij doorgaans is. Ze zullen last met hem krijgen. Ik hoop dat het niet gebeurt, maar vrees wel al. Het past wel bij hem. Als gymleraar was meneer Wetzel al anders en liet hij de theorie links liggen. Als trainer is het niet anders. Hopelijk houdt het bestuur van VVV het hoofd koel. Waar dat toe kan leiden, heeft Wetzel genoeg laten zien. Daarbij lijkt hij me hoe dan ook een aanwinst qua teksten. Van Gaal? Hij lust hem rauw!
tong80zondag 3 juni 2007 @ 15:59
Ik vind zijn interviews altijd vermakelijk. Iemand met het hart op de tong. Dacht in het begin ook 'wat een verwaande kwast' maar daar ben ik van teruggekomen. Hij moet maar zo snel mogelijk bij Voetbal Insite aanschuiven.

Beschouwzondag 3 juni 2007 @ 16:56
Leuke uitspraak van Wetzel gevonden:
quote:
Toen ik nog amateurclubs trainde gebeurde het al eens dat er een vader op me toestapte en botweg vroeg: 'Mijn zoon staat niet in het elftal. Je mag 'm zeker niet?'. Waarop ik steevast repliceerde: 'Al was uw zoon de grootste droplul die op deze aarde rondholt, dan nog zal hij erin staan als hij mijn elftal beter maakt'.
Met zulke teksten is hij welkom in de eredivisie.
Leuk verhaal mich.
Beschouwwoensdag 6 juni 2007 @ 08:29
quote:
SCHANDE

Zondagavond start het Europees kampioenschap voor voetballers onder de 21 jaar met de wedstrijd Nederland-Israël. De spelers die Foppe de Haan heeft geselecteerd kennen we allemaal wel, maar het leuke aan zo’n toernooi is dat er bij andere landen spelers in het veld zullen staan, die we nog niet veel aan het werk gezien hebben. Van sommigen hebben we zelfs nog nooit gehoord. Mogelijk worden we verrast door een enorm talent, een talent dat in onze ogen een glansrijke carrière staat te wachten. Lionel Messi hadden we nog nooit van zo dichtbij aan het werk gezien voordat hij twee jaar geleden bij het WK onder 20 de pannen van het dak speelde. Zal er een nieuwe Messi opstaan? We zullen het zien. Een toernooi als het EK onder 21 is bij uitstek een gelegenheid om je aangenaam te laten verrassen.

Iemand die niet verrast zal worden, is Piet de Visser, scout voor Chelsea en PSV. Althans, dat doet hij voorkomen. Als je deze voormalige trainer van onder meer Sparta, De Graafschap en Willem II mag geloven, kent hij alle spelers van de acht deelnemende landen van haver tot gort. Piet, die een groot deel van het jaar doorbrengt op de boot van Roman Abramovich of in het vliegtuig, op weg naar verre uithoeken van onze aardkloot, mag op tv voor de wedstrijden en in de rust weer een aantal open deuren in trappen en het volk zal opnieuw aan zijn voeten liggen.

Normaal gesproken verlies ik niet zo snel mij goede humeur, maar als ik Piet de Visser hoor vertellen over zijn ontdekkingen op de internationale voetbalvelden, krijg ik rode vlekken in mijn nek. Enthousiast is Piet wel, dat moet ik hem nageven. Maar als hij weer eens uitgebreid uit de doeken doet dat hij tijdens een van zijn verre reizen door donker Afrika of door de slopenwijken van Zuid-Amerikaanse wereldsteden een rits talentjes heeft ontdekt, scheelt het niet veel of ik kots mijn televisie onder.

Piet de Visser is namelijk helemaal niet de kenner die hij voordoet te zijn. Piet de Visser gaat altijd strijken met de veren van een ander. Hij heeft het eeuwig en altijd over voetballers die zelfs Jules de Corte of Stevie Wonder opvallen zouden zijn. Want wat doet Piet de Visser? Hij struint toernooien af waar nationale jeugdselecties aan het werk zijn. Selecties die dus bol staan van spelertjes, die in hun land van herkomst al gescout zijn. Anders zouden ze toch niet uitkomen voor zulke jeugdploegen, nietwaar?

Gisteren ruimde De Telegraaf een halve pagina in voor voetballers, die in de ogen van Piet de Visser aankomende wereldsterren zullen worden. Het vormt de opmaat voor de komende weken. De Visser zal niet weg te slaan zijn in de studio en in de kranten. Onbegrijpelijk dat hij in de voetbalwereld beschouwd wordt als de man die de kennis in huis heeft. Hij beweert Alex ontdekt te hebben, Messi en John Obi Mikel. Ja, ja, het zal wel. Hij heeft Alex, Messi en Mikel aan het werk gezien toen zij al lang en breed door anderen ontdekt waren. Messi is nota bene al op 13-jarige leeftijd door Barcelona ingelijfd. Piet de Visser heeft Messi jaren later voor het eerst aan het werk gezien, op een jeugdtoernooi misschien, dat Messi met Barcelona afwerkte in Mexico of in Argentinië. Maar hij doet het voorkoen alsof Messi zelf bij Barcelona heeft binnengebracht.

Piet de Visser wordt door clubs als Chelsea en PSV in de gelegenheid internationale toernooien te bezoeken. Mooi is dat en ik gun het de man van harte. Maar hij moet niet, net zoals ten tijde van het WK onder de 20, in kranten of op de televisie beweren dat hij spelers als Fernando Gago, Artem Milevski of Graziano Pellè heeft ontdekt. Die jongens waren namelijk al ontdekt, speelden al bij grote clubs.

Het is aan die gebakken lucht verhalen van Piet de Visser dat ik me groen en geel erger. Laat Piet de Visser eens dichter bij huis gaan kijken. In België bijvoorbeeld. Pas wanneer hij met een jong, fabelachtig voetballertje aan komt zetten van ploegen als de Koninklijke Vlug Op Steenokkerzeel, KFC Markzonen Tollembeek, Voorwaarts Hakendover of FC Negenmanneke zal hij van mij een beetje respect krijgen. Maar als hij blijft strijken met de eer die scouts van clubs als Boca Juniors, Barcelona, Atlético Mineiro of Dynamo Kiev toekomt, zal ik me blijven opwinden. Piet de Visser profiteert al jaren van het werk van anderen. Een schande is dat.


[ Bericht 0% gewijzigd door Beschouw op 06-06-2007 16:16:29 ]
tong80woensdag 6 juni 2007 @ 14:37
'Koninklijke Vlug Op Steenokkerzeel'


methodmichwoensdag 6 juni 2007 @ 16:05
We beginnen toch zondag pas aan het EK?

Leuk stuk. Ik ben ook niet zo kapot van Piet. Hij zou ook zomaar aan fout toerisme kunnen doen, heb ik altijd het idee als hij in beeld komt.
-Vaduz-woensdag 6 juni 2007 @ 17:57
Een fijne Beschouw, niets ontziend.
tong80woensdag 6 juni 2007 @ 18:03
Beschouw waarom ga je ze niet als vervanger van MM op de Front Page plaatsen ?

-Vaduz-woensdag 6 juni 2007 @ 20:01
Had ik ook al eens geopperd. Hij zou die plaats zeker verdienen.
tong80woensdag 6 juni 2007 @ 20:38
Hij is twee jaar lang columnist van de voetbal International geweest. Dus aan de referenties zal het niet liggen

methodmichvrijdag 8 juni 2007 @ 16:36
Ik heb dat achter de schermen ook nog geopperd, maar ik weet niet of ze er iets mee gedaan hebben. Bovendien weet ik niet of Beschouw daar zin in en tijd voor heeft.
sjimzvrijdag 8 juni 2007 @ 16:43
Leuk stuk om te lezen
Beschouwvrijdag 8 juni 2007 @ 16:52
Leuk is dat dat jullie lobbyen voor me. Maar ik hoef niet zo nodig op de frontpage. Is toch te veel gebonden aan een vaste tijd en daarin wil ik vrij zijn. Laat mij mijn stukjes hier maar lekker plaatsen op momenten dat het mij uitkomt.

Zou overigens wel graag meer reacties willen lezen. Gekeken wordt er genoeg, zie ik aan het aantal views, maar posten doen er maar weinig. Reacties worden erg op prijs gesteld. Ook als het van kritische kanttekeningen voorzien is.
Beschouwdinsdag 12 juni 2007 @ 20:46
quote:
VERRASSENDE MOVE

Al maanden zijn de beleidmakers van Feyenoord bezig geldschieters te interesseren voor hun club. Ondanks hoopvolle verwachtingen loopt het nog niet storm; grote sponsors laten het vooralsnog afweten.

Het is het nijpend gebrek aan liquide middelen dat Feyenoord in een wurggreep houdt. Trainers als Co Adriaanse en Bert van Marwijk, die door de club benaderd worden, eisen een spelersgroep met potentie, maar door gebrek aan financiële middelen is Feyenoord niet in staat die spelers aan te trekken die de club verder kunnen helpen. Waardoor een handtekening van een nieuwe trainer dus uitblijft.

En dan is er nog het stadion, dat niet in eigen beheer is, hoewel de nieuwe bestuursvorm van Feyenoord ook het stadion overkoepelt. Om gebruik te kunnen maken van De Kuip is Feyenoord jaarlijks een huurbedrag verschuldigd, een huurprijs die in de miljoenen loopt.

Geld voor spelers is er niet en straks moet weer een fiks bedrag aan huur overgemaakt worden. Geld dat er niet is. En als het er wel zou zijn, besteedt men dat bij Feyenoord veel liever aan nieuwe spelers, zodat een gewenste trainer als Van Marwijk wel toehapt..

Het Feyenoordbestuur heeft een ingrijpende en zeer verrassende beslissing genomen om uit deze vicieuze cirkel te komen. De club zal in het komend seizoen zijn thuiswedstrijden spelen in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Dat stadion wordt door de Rotterdammers voor het symbolische bedrag van 1 euro per thuisduel gehuurd, zo maakten financieel directeur Onno Jacobs en technisch directeur Peter Bosz een half uur geleden bekend op een inderhaast ingelaste persconferentie.

“Het is een eerste stap van de wederopbouw van ons geliefde Feyenoord”, zeiden Jacobs en Bosz. Ze waren nog niet uitgesproken of de eerste boze supporters verzamelden zich al bij het Maasgebouw.
-Vaduz-dinsdag 12 juni 2007 @ 22:39
Verrassende column ook Beschouw, knap bedacht.

Columns submitten kan ook Beschouw, ben je niet gebonden aan deadlines.
tong80dinsdag 12 juni 2007 @ 23:11
Beschouw dat is geen column. Dat zijn 3 regels

methodmichwoensdag 13 juni 2007 @ 16:07
Zeker een verrassende move. Zou dat dan de oplossing zijn? Dan hoeft Curtis Martels niet meer te schrijven.
quote:
STERKE VERHALEN

In mijn dagelijkse rondje langs diverse amateurvoetbalsites op Internet ruim ik sinds enige tijd een plaats in voor www.voetbalrotterdam.nl. Een leuke site waarop diverse nieuwtjes over het amateurvoetbal in de regio Rotterdam te vinden zijn. Toch was het dat niet direct waar mijn oog op viel. Nee, dat was de columnist. Omdat een zichzelf respecterende voetbalwebsite niet meer zonder columnist kan, heeft men ook hier iemand bereid gevonden om stukken aan te leveren. Dit is geen professionele schrijver geworden, maar Curtis Martels. Ik las de naam en kon een glimlach niet onderdrukken.

Curtis Martels, dat is toch die voetbalnomade die al bij talloze amateurclubs speelde en zelfs enkele internationale avonturen heeft beleefd? Bij mij was hij vooral bekend vanwege zijn periode bij het Zwijndrechtse Groote Lindt en zijn kortstondig, mislukte avontuur bij ASWH. Martels meldde zich in de zomer van 2004 aan om het eens te proberen bij de Ambachtse hoofdklasser, maar kwam al binnen een maand tot de conclusie dat dit niet zou gaan werken. Daarop keerde hij terug bij Groote Lindt, waar hij als vanzelf weer succesvol was. Want goed beschouwd is Curtis Martels altijd een prima voetballer geweest voor alle ploegen onder de hoofdklasse. Voor het hoogste niveau leek hij toch net iets te stevig, zoals zijn strak gespannen shirt en zijn tonnetjeronde verschijning op het Ambachtse zaalvoetbaltoernooi voor regioclubs in december 2005 doen vermoeden.

Niet dat het wat uitmaakt, want Curtis Martels is een leuke voetballer om te zien. Een bijzonder leuk persoon ook. Martels is met recht een kleurrijk figuur. Hij kan boeiend vertellen over zijn avonturen in al die jaren amateurvoetbal. Nog leuker wordt het als Martels spreekt over Colombia en de Verenigde Staten, waar hij enige tijd min of meer als profvoetballer actief was. Vooral omdat hij zijn verhalen altijd wat aandikt. Ze worden er interessanter van, dat zeker, maar het wordt ook wel eens ongeloofwaardig. Curtis Martels doet graag interessant, denk je dan. Daarom was ik toch wel erg nieuwsgierig hoe hij als columnist te werk zou gaan.

Inmiddels zijn er al meer dan tien columns gepubliceerd en valt Martels stilaan wel als een verrassing te betitelen. Zijn schrijfstijl is onderhoudend als zijn verhalen en zijn vooral heel erg Curtis Martels. Her en der propt hij er een kleine anekdote tussendoor, om het geheel extra interessant over te laten komen. Zo weigerde de Braziliaan Marcio Santos met een minachtende blik een voorgestelde shirtjesruil met Curtis tijdens een demonstratiewedstrijd en vallen er regelmatig bekende namen. Net zo vaak dropt Curtis ineens een stekelig zinnetje in een mooi relaas over clubiconen of het zo jammerlijk aan zijn einde gekomen Zwart-Wit ’28. Dan zijn de aanwinsten van TOGR ineens uitgerangeerde spelers van eerste klasse niveau en krijgt hij onder de column weer wat reacties. Alsof hij zich dan net bedacht heeft dat een column toch moet polariseren en niet alleen maar mooi mag zijn.

De grootste glimlach krijg ik echter van zijn biografie. Curtis Martels somt onder zijn columns zijn imposante rijtje clubs op, waarbij hij uiteraard niet schroomt om tussen haakjes de naam van een bekende medespeler te noemen. Dat komt soms vrij belachelijk over, zoals in het geval van Groote Lindt en Martijn Stoop. Prima voetballer, die Martijn, maar buiten Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht niet al te bekend vermoed ik. Jack van den Berg als trainer noemen bij Zwart-Wit ’28 is slim, Xander van der Veeke als ploegmaat bij ASWH geven doet de wenkbrauwen fronsen. Zoals hij elders eens opgaf over de professionele instelling van Van der Veeke en Lodder tijdens trainingen. Waarmee hij leek te zeggen dat hij ze wel kende hoor, die Lodder & Van der Veeke. Dit terwijl hij hooguit een keer of tien met ze getraind heeft. Breeduit lachend las ik vervolgens de naam van Carlos Valderrama als medespeler in de Verenigde Staten.

Breeduit lachend, inderdaad. Want ik vind het fantastisch hoe Curtis Martels in alles zichzelf is. Dan weer dropt hij een interessante naam, dan weer heeft hij als trainer een speler ontdekt die het nu goed doet. Curtis heeft ook humor, als hij meldt hoe hij Maradona ontdekte. Maradona Phillips, welteverstaan. De melding dat hij een aanbieding van een vierdeklasser heeft afgeslagen, ondanks een vergoeding van 9000 euro, is een ander voorbeeld. Een vriend van me, spelend in ASWH 2, wist het direct: “Gelul!” In zijn periode bij Groote Lindt reed hij, woonachtig in Rotterdam, regelmatig mee met Curtis Martels. Ook Celsius Grant zat dan in de auto en Curtis vertelde de twee jongere spelers de mooiste verhalen. “Je wist dat het ergens niet helemaal klopte, maar hij vertelde het zo dat je nooit exact kon zeggen waarom niet. Daarom voelde je je ook nooit beduveld door hem, het was gewoon leuk.”

Het waren geweldige ritjes en ik kan het me helemaal voorstellen. Al lezend besef ik altijd weer waarom ik de ongedwongen sfeer van het amateurvoetbal zo leuk vind. Voetbalrotterdam heeft een geniale zet gedaan door Curtis Martels als columnist te kiezen. Ik kijk met smart uit naar de volgende stukken. Stiekem hoop ik dat hij eens gaat vertellen hoe Feyenoord gered kan worden. Wedden dat Curtis ook daar een antwoord op heeft?
Beschouwvrijdag 15 juni 2007 @ 23:34
Zal ze eens gaan lezen, die columns van Martels.
quote:
SCHOPPER

Tot opluchting van een heleboel eredivisiespelers heeft Jean-Paul de Jong besloten het betaald voetbal vaarwel te zeggen. Als speler wel te verstaan, want bij FC Utrecht gaat hij een jaar achter de schermen rondkijken. Ook zal hij de studieboeken ter hand nemen om het trainersdiploma Oefenmeester 1 te halen, want vanaf het seizoen 2008/2009 gaat hij de jeugd van de plaatselijke FC het schoppen en schaven bijbrengen.

Want zo zal Jean-Paul de Jong toch wel herinnerd worden, als schopper. In zijn lange carrière, veertien seizoenen bij FC Utrecht na een jaartje VfL Osnabrück, pakte de geboren Utrechter een recordaantal van maar liefst 83 gele kaarten. Het is hem door de supporters nooit kwalijk genomen. Integendeel. Toen hij in april van Roelof Luinge zijn recordbrekende gele prent ontving, stonden de mensen in Stadion Galgenwaard dolenthousiast op de banken.

Jean-Paul de Jong is al die jaren een speler geweest met een enorme wilskracht en een dito vechtlust. Eigenschappen die in Utrecht hogelijk gewaardeerd worden. Altijd en eeuwig was De Jong gedreven op zoek naar de bal. Die moest en zou hij hebben en als daarvoor een vijandelijke beentje opzij geschoffeld moest worden dan moest dat maar. Jean-Paul de Jong keek niet op een onsje meer of minder.

FC Utrecht heeft altijd veel profijt gehad van de gedreven instelling van de middenvelder. Niet voor niets was hij jarenlang aanvoerder. De Jong was als aanjager op het veld een bijzonder waardevolle pion voor de trainers en het voorbeeld voor zijn ploeggenoten. En voorbeeld doet volgen, nietwaar? In de loop der jaren ontwikkelde FC Utrecht met een Jean-Paul de Jong in de ploeg een stijl van voetballen, die menig tegenstander de stuipen op het lijf joeg. Gedragen door het publiek werd het thuisstadion een haast onneembare veste.

Oorlog werd er gevoerd op het veld en de fans vonden het prima. Z|ij schreeuwden hun kelen schor, klapten hun handen stuk. Het was Jean-Paul de Jong, niet eens zo’n begenadigde voetballer, die van FC Utrecht een gevreesde vechtploeg maakte. Je hoefde van De Jong geen waanzinnige passeerbewegingen te verwachten, geen balletjes buitenkant voet of dubbele scharen. Jean-Paul was er voor het beter gooi- en smijtwerk en dat bedoel ik niet denigrerend.

Elke ploeg mag zich namelijk gelukkig prijzen een Jean-Paul de Jong in de gelederen te hebben. Betere uitvoeringen als Johan Neeskens, Jan Wouters, Patrick Vieira en Gennaro Gattuso speelden of spelen voor nationale en internationale topteams, maar Jean-Paul de Jong is daarom niet van minder betekenis. Voor FC Utrecht was hij een steunpilaar. De steunpilaar. Jean-Paul de Jong werd het clubicoon van FC Utrecht.

Het was daarom niet verrassend dat hij opdraafde bij de televisiecommercials die Holland Casino maakte toen het gokbedrijf naamgever van de eredivisie werd. We zagen Jean-Paul, nog bezweet van de inspanningen die hij zojuist op het veld had geleverd, verklaren dat hij later die avond zijn vertier ging zoeken in het Casino. Vertederend was dat reclamepraatje, maar ik geloofde er niets van. Jean-Paul de Jong is geen jongen die met kostuum en stropdas met fiches loopt te schuiven. Veeleer was hij een man die na de wedstrijden met zijn vechthond illegale wedstrijden bezocht en verlekkerd toekeek hoe het beest en ander in de ballen beet. Maar daar wordt geen reclame voor gemaakt bij de zendgemachtigden.

Volgend jaar loopt er bij FC Utrecht geen Jean-Paul de Jong meer rond op het veld. Met zijn 37 jaar moest eens het moment komen, dat hij de voetbalschoenen definitief op zou bergen. Dat moment is nu. Ondanks aanbiedingen van andere clubs, stop hij met voetballen. De weigering om op deze aanbiedingen in te gaan is De Jong ten voeten uit. Voor FC Utrecht liep hij de longen uit zijn lijf, voor FC Utrecht zette hij zijn beste beentje voor. Een andere club, nee, dat kon niet.

Jean-Paul de Jong verdient alleen al hierom een standbeeld in Utrecht, eentje van gewapend beton. Ze zullen hem missen, volgend jaar.
methodmichzaterdag 16 juni 2007 @ 11:59
Mooi verhaal over één van de laatste clubspelers die de eredivisie kent en wellicht binnenkort zelfs wel kende, als ze allemaal uitgestorven zijn.
tong80zaterdag 16 juni 2007 @ 16:48
MM leuke column over iemand die ik niet ken. Beschouw goeie beschrijving van JPdJ. Eerlijk gezegd zal ik hem niet gaan missen.

methodmichwoensdag 20 juni 2007 @ 16:23
Ik weet dat ik wel eerder over hem geschreven heb, maar ik vind hem dan ook top en baal dat het allemaal nog niet lukt met hem:
quote:
KRUISPUNTVOETBALLER

Het momenteel in Nederland lopende Europees kampioenschap voor jeugdteams is de ideale overbrugging tussen het eind van het afgelopen seizoen en de voorbereiding op het nieuwe. Inmiddels zijn er nog vier landen over, waarvan de beste jonge voetballers gaan strijden om de trofee. Een prijs die verplichtingen en verwachtingen met zich meedraagt. Want zij die nu de beste zijn, zouden dat over pakweg zes jaar ook bij de seniorenteams kunnen zijn. In dat licht worden de afzonderlijke prestaties van de spelers ook bekeken. Wie gaat er doorstomen naar het “echte Oranje” en wie zit er nu aan zijn plafond?

Doordat er tegen leeftijdsgenoten wordt gespeeld, is de vergelijking wat eerlijker. Wat tegen doorgewinterde profs van rond de dertig nog niet lukt, kan tegen jeugdige opponenten wel. Zo blijken Hedwiges Maduro en Ron Vlaar ondanks een minder seizoen bij hun club in hun eigen leeftijdscategorie nog altijd onder de betere spelers geschaard te kunnen worden. Maceo Rigters haakt verrassend aan, Royston Drenthe is smaakmaker en Ryan Donk een lichte revelatie. Helaas moest Ismail Aissati al rap afhaken met een blessure, want ook hij had op dit podium hoge ogen kunnen gooien.

Waar spelers uitblinken, moeten anderen tegenvallen. Haris Medunjanin is er daar één van. De begaafde middenvelder kreeg een zwervende rol toebedeeld tegen Israël, maar kon geen indruk maken. Medunjanin lijkt dan ook geschrapt in de plannen van teambuilder en talentenkneder Foppe de Haan. Foppe, die bij Heerenveen nooit echt Friese jeugdspelers kon laten doorbreken, maar wel succesvol was met diverse uit Scandinavië aangeleverde jonge spelers. Foppe, die vorig jaar Oranje al naar de titel leidde en nu weer goed bezig is. Foppe verdient alle lof, hoewel Johan Cruijff dat niet lijkt toe te durven geven. De legendarische nummer 14 bekritiseert de systeemkeuze van De Haan en doet dat met lachwekkende argumenten. De maestro, wiens zestigste verjaardag nog zo uitgebreid in de media kwam, komt over als een knorpot die kunstmatig vast wil houden aan voetbalwijsheden die de tand des tijds niet hebben doorstaan. Waarmee Cruijff tegenpool wordt van Foppe, die ondanks zijn “opa-status” prima met de jonge generatie overweg kan.

Alleen voor Haris Medunjanin is geen plaats meer. Hoewel ik De Haan begrijp, vind ik het jammer. Medunjanin is een stylist pur sang. Zijn argeloze speelstijl doet binnen de wedstrijd de tijd even stil staan. Denken aan Medunjanin is denken aan zwierige spelverdelers uit vroeger tijden. Vergeelde plaatjes uit krantenverslagen, beelden in zwartwit en krakerig in de ether komende verslaggevers. Medunjanin, geboren in Bosnië. Land met een litteken, verscheurd door de burgeroorlog, huilend van binnen. Waar de “sevdah” gezongen wordt en waarvan onbedoeld beelden van geruïneerde huizen met kogelgaten je netvlies raken. Geen plek voor kunst, zou je denken, maar de Bosnische voetballers geven een ander beeld.

Zo ook Haris Medunjanin. Passeerbewegingen uit stand, nonchalante balletjes met de buitenkant van de voet, machtige traptechniek en prima inzicht. Een scheppende geest, ongrijpbaar. Helaas ook voor trainers. Want Haris Medunjanin zien voetballen is genieten, maar dan alleen als hij de bal heeft. Zonder bal doet hij te weinig, om niet te zeggen niks. Men noemt hem dan ook vaak lui. Ongeïnteresseerd zelfs, als hij weer eens wat doelloos lijkt rond te sjokken tot de bal in zijn nabijheid komt. Dan pas veert hij op, zet hij aan voor een actie die zelfs in verdorde Bosnische parken de bloemen tot leven wekt. Om weer weg te dromen als het mislukt.

Trainers houden daar niet van. Ze worden gek van hem. Constant moet Haris bij de les geroepen worden. Foppe signaleert het, Wiljan Vloet. Die zijn niet achterlijk. De voetballer Medunjanin is er één die eigenlijk niet meer bestaat. Moderne middenvelders zijn allrounders en volop in beweging. Hebben defensief evenzeer hun waarde. Dat is bij Medunjanin niet zo. Hem opstellen is hopen en vertrouwen op zijn genialiteit, die natuurlijk wel beslissend kan zijn. Het is echter vooralsnog meer hopen dan vertrouwen. Te vaak gebeurt het niet en dus wordt Medunjanin naar de reservebank verbannen. Licht mokkend, omdat hij aangetast is in zijn door zijn Bosnische wortels ingegeven trots, neemt hij daar dan plaats.

Haris Medunjanin is verworden tot een kruispuntvoetballer. Want hoe lang blijft een talent een talent? Hoe lang wordt zijn defensieve onachtzaamheid nog weggewuifd onder het mom van jeugdigheid? Haris Medunjanin moet de stap zetten en zijn spel van extra facetten gaan voorzien. Anders is het straks klaar en eindigt hij ergens in de Jupiler League, als een soort Siegfried Einzweistein. Een onbegrepen genie tussen de dravers, af en toe opvallend door een fantastische goal. Ongeschikt voor het niveau waarop de echte mannen voor de pegels spelen. Het is dus tijd om te ontwaken, anders eindigt hij in de grote groep eeuwige talenten. Dat kan, hij is nog jong genoeg. Haris Medunjanin mag dan een uitgestorven voetballer zijn, hij is nog niet gestorven.
methodmichzaterdag 23 juni 2007 @ 16:32
En nog één:
quote:
SYSTEEMDENKERS

De laatste dagen heb ik me verbaasd over de massale aandacht die de media schonk aan het systeem van Jong Oranje. Alsof Foppe de Haan een doodzonde beging door 4-4-2 te spelen, zo werd er her en der gereageerd. Uiteraard mede gevoed door de wijze woorden van het nationale voetbalorakel Johan Cruijff werd de teloorgang van de Nederlandse school met veel dramatiek beschreven. Heldenverhalen uit het roemrijke verleden van de vaderlandse vleugelspitsen passeerden de revue. De geniale taalvirtuoos, kantlijncriticus en verlosser op afroep leerde ons dat spelen in het systeem van Foppe een teken van zwakte is. Een tactische variant voor domme voetballers. Het team dat vanavond de finale speelt is de VMBO-variant op de hogeschool der Nederlandse voetbalkunst. Kansloze hangjongeren op noppen, te dom om het voetbal van Johan te spelen.

Maar ja, elk nadeel heeft zijn voordeel. Want Foppe en zijn jongens staan wel mooi in de finale. Op de drempel van prolongatie van de Europese titel, zo slecht lijkt dat me niet. Daar tekenen veel andere landen voor, maar bij ons gaat het weer over details. Foppe de Haan, de vriendelijke wijze opa, bood zelfs aan om tijdens een symposium met Cruijff en Van Basten in discussie te gaan over het systeem. Houd eens op zeg! Laat Foppe toch lekker werken met de ploeg zoals hij wil. Middenstipemotie willen we zien. Foppe die het veld instormt om de scheidsrechter in een mengelmoes van Fries en Engels op eerlijk spel te wijzen bij een strafschoppenserie. Dat zijn evengoed heldenverhalen die een plaats gaan krijgen in ons nationaal voetbalmuseum. “Weet u dat nog opa, waarom die meneer Foppe in 2007 daar met de scheidsrechter praat?” Antwoorden zullen we en dan praat niemand over vleugelspitsen.

Dat systeemdenken moeten ze afschaffen. Want de echte liefhebber denkt niet in systemen. Zo nu en dan droom ik weg en waan ik mezelf trainer. Dan stel ik volledig willekeurig een eigen droomelftal samen met spelers die ik zelf heb meegemaakt in mijn periode als voetbalvolger. Ik denk dan aan Edwin van der Sar, Fabien Barthez, Frank Rijkaard, Haris Medunjanin, Zinedine Zidane, Nwankwo Kanu, Maniche, Paolo Maldini, Lilian Thuram en Zvonimir Boban. Ik droom weg met Robert Prosinecki, de gebroeders De Boer, Romário de Souza Faria, Christophe Dugarry, Dani van Ajax, René Higuita, Mustapha Hadji, Gianfranco Zola en Wim Jonk op mijn netvlies. Glimlach bij de gedachte aan David Ginola, Benjamin Martha, Dennis Bergkamp, Zlatan Ibrahimovic, de Braziliaanse back uit de negentiger jaren Jorginho, penaltykeeper Hans-Jörg Butt, Dragan Stojkovic en Toto Schillaci. Ruim op zeker een plaats in voor Edwin van Bueren, Marco Pantani als die gevoetbald had, Faustino Asprilla, Jean-Pierre Papin, Alessandro Nesta, Marius Lacatus, Hristo Stoichkov, Josep Guardiola, Maris Verpakovskis en de gebroeders Laudrup. Geen idee of daar wel een kloppend elftal van te smeden valt.

In mijn elftal is plaats voor keepers die show, stijl en rust combineren. Die argeloos ballen uit de hoek plukken en nooit in paniek raken, al doen ze nog zulke rare dingen. Voor verdedigers die voetballend hun mannetje staan en die aanvallend durven te denken. Die ruimte in de rug durven te laten en een mannetje uit durven kappen. Ik speel met stijlvolle middenvelders, die op een uitzondering na met hun shirt nog schoon de kleedkamer opzoeken. Die baas zijn over de bal, hun passes versturen met de dodelijke precisie van een door Slavische huurmoordenaars afgevuurde kogel en het gras onder hun voeten ongemoeid laten, doordat ze er dartel over heen lijken te dansen. Die kunst scheppen uit liefde voor het voetbal. Waarna mijn aanvallers het moeten afmaken. Met droge schuivers, hard geplaatste schoten, eindeloze slaloms waar Alberto Tomba dronken van zou zijn geworden, kunstzinnige stiftjes en geniale hakjes. Koppen? Zelden, het spel wordt met de voeten gespeeld. Kortom, mijn elftal zal voetballen om te vermaken en om te winnen.

Teams die dit voetbal benaderden? Ajax in 1995, Barcelona in 1994, AC Milan met de drie Nederlanders, FC Porto onder Mourinho, Kroatië in 1998, Nigeria in 1994, Steaua Boekarest met Hagi, Parma in de finale van de Europacup II tegen FC Antwerp op Wembley, Spartak Moskou met Viktor Onopko, Dynamo Kiev in de late jaren negentig, Oranje op het WK van 1998, Paris Saint-Germain met Ginola en Weah, Frankrijk tussen 1998 en 2000, FC Twente dit seizoen, Arsenal met Bergkamp, Henry en Pires, Valencia met Gaizka Mendieta en het swingende Brazilië van de Confederations Cup 2001. Systemen? Ze waren allemaal anders. Ik kan alleen zeggen dat ik aan het kijken ernaar ontzettend veel plezier heb beleefd!
Beschouwzondag 24 juni 2007 @ 02:22
De eerste is beter dan de tweede Mich. De laatste is zweverig en verwoordt een irreële gedachte. Ik ben het met je eens dat aanvallend, technisch voetbal het mooist is, maar zonder een Gattuso, Neeskens of Roy Keane in je ploeg win je niks. Van zulke spelers kan ik ook genieten. Jij niet?
methodmichzondag 24 juni 2007 @ 16:41
Het gaat meer om het idee dat systemen niet zo belangrijk zijn als ome Joop ze afgelopen week wilde maken.
Beschouwdinsdag 26 juni 2007 @ 23:09
quote:
FRISSE START?

Omdat ik voor de krant een verhaal wilde maken met Marco de Borst, ex-speler van voetbalvereniging Spijkenisse en als jong talent door profclub Sparta was ingelijfd, bezocht ik eens een training van de Rotterdammers op Nieuw Terbregge.

Het was in de tijd van Mike Snoei, die toen als trainer regelmatig met de bewindvoerders van Sparta overhoop lag. Veel supporters waren er niet aanwezig, maar dat kan ook met de resultaten te maken hebben gehad, want Sparta draaide destijds niet al te best. Of lag het aan het weer? Dat kon ook, want de wind was guur en het regende dat het goot.
Verkleumd sloeg ik een lusteloze trainingssessie gade waar niet bepaald de spelvreugde van afspatte. In zichzelf gekeerd werkten de voetballers van Sparta hun oefeningen af. Gesproken werd er nauwelijks. Gelachen al helemaal niet. Met strakke gezichten speelden de Spartanen de bal naar elkaar toe en vertwijfeld vroeg ik me af wat Marco bezielde om het warme Spijkenisse te verruilen voor het kille profvoetbal.

Toen Snoei de training beëindigde stoven de spelers richting kleedkamer. Zo snel hadden ze de hele training niet gelopen. Binnen een vloek en een zucht was het trainingsveld leeg, op één speler na: Ricky van den Bergh.
Hij was mij tot dan toe niet opgevallen. Waarschijnlijk had ik Marco de Borst te veel in het oog gehouden. Nu Marco ook de warmte van de kleedkamer had opgezocht en daar waarschijnlijk nog wel een tijdje zou blijven, besloot ik nog even buiten te blijven.

Ondertussen sleepte Ricky van den Bergh met een muurtje. Je kent dat wel, zo’n rijtje triplex voetballers aan elkaar, dat op trainingspartijen gebruikt wordt door mannen als Pierre van Hooijdonk en vroeger Michel Platini. Begenadigde vrijetrapspecialisten, die nog even willen schaven aan hun traptechniek. Zo’n namaakmuurtje komt dan goed van pas, want geen enkele profvoetballer gaat voor zijn lol na een training in een levende muur staan om bij vrije trappen te figureren. Zeker niet bij het weer van toen.

Terwijl zijn ploegmakkers al lang en breed onder de warme douche stonden, legde Van den Bergh een paar ballen op een rijtje. Het muurtje stond een meter of anderhalf buiten het strafschopgebied, aan de linkse kant. De wind joeg over het veld, de regen werd zo mogelijk nog heviger, maar het leek wel of Ricky het niet merkte. Geconcentreerd nam hij een aanloopje en met een mooie krul joeg hij de bal steenhard over de muur in het dak van het doel.

De volgende bal legde dezelfde weg af. En de derde ook. Hoewel er geen publiek aanwezig was, juichte Ricky alsof hij op een uitverkocht Kasteel gescoord had. Even keek hij mijn kant op; een fractie van een seconde kruisten onze blikken elkaar. Ik wilde mijn duim omhoog steken, maar Ricky was al breedlachend op weg om de drie ballen uit het doel te halen. Een half minuutje later zat hij ook in de kleedkamer.

Bij Sparta voetbalt Ricky al lang niet meer. Dit jaar stond hij onder contract bij RKC Waalwijk. Hij haalde de pers toen hij tijdens een oefenwedstrijd in Franeker tegen Cambuur Leeuwarden, in de voorbereiding op het seizoen, onderwerp was van de woede van de Friese supporters. Hij had een speler van Cambuur een klap verkocht en de fans wilden wel eens even verhaal komen halen. Verwenst en verketterd heb ik Ricky toen, vanwege zijn schandalige gedrag. Mogelijk was het een voorbode van het onheil dat het afgelopen seizoen te wachten stond. RKC degradeerde, tot grote frustratie van Ricky van den Bergh, die in de nacompetitie nog even in de clinch ging met ploeggenoot Tarek Sektioui.

Misschien had ik toen milder moeten zijn over Ricky. De man wil winnen en heeft daar veel, zo niet alles voor over. Hij slooft zich zelfs uit als zijn ploegmaten al lang onder de douche staan. Hij verlangt die inzet ook van zijn teamgenoten en als er in zijn ogen iemand verzaakt, zijn de rapen gaar. Dan slaan de stoppen door, net zoals die ene keer in Franeker, toen Cambuurspelers in een onbeduidend oefenpotje iets te veel naar zijn zin tegen zijn poten hadden geschopt.

Ricky gaat nu zijn heil zoeken in Almelo, bij Heracles. Hopelijk komt hij in een warmere sfeer terecht als bij het Sparta van Snoei en degradant RKC Waalwijk. Mogelijk bloeit hij weer een beetje op. Het zou helpen als er straks op de training echte voetballers in de muur gaan staan en een keeper in het doel wanneer hij nog een paar ballen op goal wil schieten. Misschien scoort hij dan in de eerste thuiswedstrijd wel uit een vrije trap. Dat gun ik hem wel. Toch wel, omdat hij mij een paar jaar geleden op Nieuw Terbregge een onvergetelijke ochtend bezorgde.

En Marco de Borst, zal je je misschien afvragen. Die gaat volgend jaar bij Barendrecht voetballen.
tong80woensdag 27 juni 2007 @ 04:18
Leuk, sluit mooi aan bij het topic over hem van MM.

Stpanwoensdag 27 juni 2007 @ 10:08
Leuk stukje Beschouw. Ook de fans in Almelo zullen Ricky ombeurten vervloeken en knuffelen. Benieuwd hoe hij het daar vanaf gaat brengen, voor Sparta was hij altijd aardig op dreef op het kunstgraf daar.
methodmichwoensdag 27 juni 2007 @ 16:35
Mooie reflectie Beschouw. Je wordt nog supporter!
Beschouwzondag 1 juli 2007 @ 15:41
quote:
WONDER

Cyprus? Amerika? Antwerpen? Hij was met geen mogelijkheid te traceren. Taal noch teken vernam je van de man die bij Feyenoord jarenlang de dienst uitmaakte, maar na een geregisseerd supportersoproer de deur werd gewezen. Of het hazenpad koos, dat kan ook. Hoe dan ook, maanden hoorde we niets van Jorien van den Herik.

Terwijl bij Feyenoord het ene lijk na het andere uit de kast viel en de resultaten zowel op als buiten het veld hevig tegenvielen, leek Van den Herik van de aardbodem verdwenen. Het was hem trouwens geraden ook, want op dat moment leek hij zijn leven niet veilig in Rotterdam. Alle schuld van de teloorgang van het eens zo grote Feyenoord werd Jorien in zijn schoenen geschoven en menigeen lustte hem rauw. Wijselijk liet hij zijn gezicht niet meer zien.

Ondertussen zat het schip Feyenoord in zwaar vaarwater en een kapitein om het te besturen was er niet meer. Vroeger zou Jorien met veel bombarie een persconferentie hebben belegd, waarop hij een paar zwarte pieten aan buitenstaanders uitdeelde om zo de aandacht van de verzamelde pers naar elders proberen af te leiden. Maar Jorien was er niet meer en de nieuwe bewindvoerders kregen de volle laag, niet in het minst van het ongeduldige Legioen.

Het volk eiste brood en spelen. Brood was er niet en het spel leidde tot afgrijzen. Feyenoord beëindigde het seizoen teleurstellend als zevende en werd in de nacompetitie uitgeschakeld door FC Groningen. Een murw geslagen Erwin Koeman had al eerder het bijltje er bij neergelegd en een inderhaast ingehuurde Leo Beenhakker kon het schip ook niet meer vlot trekken. Voor het eerst in jaren haalde Feyenoord geen Europees voetbal. De club zat in zak en as. Hoe nu verder?

Onno Jacobs, Wim Jansen en vooral Peter Bosz kregen een storm van kritiek te verduren, vooral toen er tijdens de eerste weken van de transferperiode geen nieuwe aankoop in De Kuip gepresenteerd kon worden en de als trainer gewenste Co Adriaanse tot twee maal aan toe nee zei. Die mislukte poging om vers bloed in De Kuip te injecteren was de knulligheid ten top. Tot overmaat van ramp lieten geldschieters het nog steeds afweten. Verstokte Feyenoordsupporters begonnen al terug te verlangen naar Jorien van den Herik, die dat toch allemaal anders zou hebben aangepakt.

Maar Jorien van den Herik was en bleef uit beeld. Ook in de kranten. Het Algemeen Dagblad, dat toch een beetje als huiskrant van Feyenoord wordt beschouwd, wijdde geen letter aan de ex-voorzitter. Natuurlijk niet. Het waren Bosz, Jansen en Jacobs die de kar moesten trekken en een reveil van Van den Herik zou hun arbeid alleen maar dwarsbomen.

Achter de schermen werd er koortsachtig overlegd. Tot tastbare resultaten kwam het niet, want ook Bert van Marwijk leek als trainer niet te willen komen. Wekenlang hoorden wij niets. Totdat het ineens, als bij toverslag, veranderde. Plots zette Van Marwijk wel een handtekening. Tim de Cler maakte de overstap van AZ naar Feyenoord, Giovanni van Bronckhorst kwam terug thuis en Hofland en Makaay ruilden de Bundesliga in voor de eredivisie.

Het kon niet op. Geld scheen geen enkele rol meer te spelen. Ineens scheen de zon weer in Rotterdam. Supporters stonden in de rij om een seizoenskaart te bemachtigen, in de pers verscheen het ene rooskleurige verhaal na het andere over Feyenoord en plots was daar Jorien van den Herik weer in beeld.

Het was in een reportage in het AD, waarin uitgelegd werd dat spelersmakelaar Rob Jansen toch wel een groot aandeel had in de komst van trainer Van Marwijk en de voetballers Makaay, Hofland en de Cler. ‘Het succes van Feyenoord’ luidde de kop van het verhaal. En wie was het volgens het AD de man die de aanzet had gegeven tot al dit moois? Wie had Rob Jansen zover gekregen om zijn schouders onder Feyenoord te zetten?

Juist: Jorien van den Herik. Jansen zei het zo in het AD: “Eerlijk gezegd is dat duwtje van Jorien, dat door niemand was opgemerkt, toch wel erg belangrijk geweest.” Van den Herik kwam zelf ook nog even aan het woord: “Vanzelfsprekend volg ik Feyenoord en ik zal mij naar de club altijd positief opstellen.” Waarvan acte. Het is het eerste signaal dat de eens uitgekotste Van den Herik door Feyenoord werd in de armen gesloten gaat worden. Een terugkeer als voorzitter is er niet meer bij, maar nog een paar van deze berichtjes in de krant en Jorien zal weer op de tribune kunnen plaatsnemen, zonder voor zijn leven te vrezen.

Tactisch slim van de huidige bewindvoerders om een deel van de huidige successen op de transfermarkt bij de voormalige zondebok te leggen. Straks kan Van den Herik toch met opgeheven hoofd afscheid komen nemen. Komt ook dat weer goed in Rotterdam. Wie had dat gedacht? De wonderen zijn blijkbaar de wereld nog niet uit.
tong80maandag 2 juli 2007 @ 05:03
Klasse stukje beschouw

tong80maandag 2 juli 2007 @ 23:35
*KICK*

Beschouwzondag 8 juli 2007 @ 23:01
quote:
OUDE GLORIE IN DE KUIP

Australië leek hem wel een leuke plek om zijn voetballoopbaan af te sluiten. Hmmm, Perth Glory… Op de training een beetje aanlummelen en op wedstrijddagen een half uurtje meedoen. Je even in het zweet lopen, na afloop heerlijk onder de douche en daarna lekker anoniem opgaan in de massa. Een etentje hier, een filmpje daar en dat allemaal zonder lastig gevallen te worden door handtekeningenjagers of mensen die iets van je willen. Niemand die Michael Mols kent, down under. Toch?

Het liep allemaal anders. Eind vorige week verscheen een piepklein berichtje in de krant dat Michael Mols toch maar niet naar Australië vertrekt. Te ver weg, luidde de reden. We haalden onze schouders op en gingen over tot de orde van de dag. Mols zou vast wel een club dichter bij huis kunnen vinden, zo dachten we.

Als alle voortekenen niet bedriegen, vindt Michael binnenkort die club dichter bij huis. Feyenoord is namelijk druk bezig de 36-jarige aanvaller aan zich te binden en het heeft er alle schijn van dat de geboren Amsterdammer binnenkort gepresenteerd wordt als de zoveelste nieuwe aanwinst. Dat is minder vreemd dan dat het lijkt, want Mols is, ondanks zijn hoge leeftijd, een speler waar nog veel plezier aan is te beleven.

Bij ADO Den Haag was hij de roos in de woestijn. Als hij aan de bal was, gebeurde er iets. Bal als aan een touwtje, slim, sluw en geslepen, kortom een lust voor het oog. Veel spelplezier zal Mols trouwens zelf niet aan zijn twee seizoenen in Den Haag hebben beleefd, want zoveel viel er daar niet te lachen. De prestaties van de groengelen bleven onder de maat, binnenskamers viel alles en iedereen over elkaar heen en na twee jaar ploeteren degradeerde Den Haag uiteindelijk.

Zoiets nooit meer, moet Mols gedacht hebben. In een opwelling besloot hij zijn voetbalcarrière te beëindigen, maar van dat besluit kwam hij snel terug. Terecht, want om een zo mooie loopbaan in mineur af te sluiten zou toch wel sneu zijn. De lokroep van Feyenoord komt dan ook op een prima moment. Goed bekeken van Peter Bosz en de zijnen. Mols moet er door gestreeld zijn. Dan maar geen kangoeroes en kiwi’s.

Binnenkort zal Mols dus zijn opwachting wel maken in de kleedkamers van Feyenoord. Met een glimlach van oor tot oor zal hij handen schudden van spelers als Van Bronckhorst, Makaay, Hofland en De Cler. Met zulke goede voetballers heeft Mols in jaren niet samengespeeld. Hij ziet het helemaal zitten. Het krakende lichaam is plots dat van een jonge God. Weg kwaaltjes, weg pijntjes. Mols heeft er zin in en hoewel trainer Van Marwijk bezweert hem alleen te zullen gebruiken als het nodig is, weet Mols nu al dat dit een jaar wordt om nooit te vergeten. Geen Perth Glory, maar oude glorie in De Kuip dus.

Het is Mols gegund. Feyenoord trouwens ook.
tong80maandag 9 juli 2007 @ 00:09
Je kunt slechtere spelers op de bank hebben zitten. Altijd een mooie voetballer gevonden.

-Vaduz-maandag 9 juli 2007 @ 01:02
Ik ga later vandaag de boel eens nalezen, heb er veel gemist de laatste tijd.
tong80maandag 9 juli 2007 @ 01:04
quote:
Op maandag 9 juli 2007 01:02 schreef -Vaduz- het volgende:
Ik ga later vandaag de boel eens nalezen, heb er veel gemist de laatste tijd.
Ze zijn weer goed. Ik vind nog steeds dat beschouw op de Front Page moet. Heb al eens gelobyed maar hielp niet. Zal eeens andere mensen inlichten.

-Vaduz-maandag 9 juli 2007 @ 10:04
Hij heeft er zelf geen oren naar.
tong80maandag 9 juli 2007 @ 15:48
quote:
Op maandag 9 juli 2007 10:04 schreef -Vaduz- het volgende:
Hij heeft er zelf geen oren naar.
Ok.jammer

Beschouwvrijdag 13 juli 2007 @ 13:02
Is mooi, die lobby van je tong, maar laat me maar hier posten. Kan ik zelf bepalen wanneer ik iets wil plaatsen.
.
quote:
EINDELIJK

“Elke keer als ik op de snelweg Utrecht passeerde, wierp ik even een blik op de top van de Dom”, vertelde een zichtbaar geroerde Willem van Hanegem bij zijn presentatie als nieuwe trainer van FC Utrecht. Na jaren speculaties over een nieuwe werkkring heeft de Kromme dan toch een baan gevonden. Hij werd gelinkt met het nationale elftal van China, dat van Marokko, het Legioen zag hem graag terugkeren naar Feyenoord, maar het is uiteindelijk Utrecht geworden.

Terug naar zijn roots dus, want de in het Zeeuwse Breskens geboren Van Hanegem bracht zijn jeugd door in de Domstad. Onlangs was hij met Marianne nog een kijkje wezen nemen in de Oudwijkerstraat, waar hij opgroeide. Het huis stond er nog, maar het bleek veel kleiner te zijn dan dat hij dacht. Mooi is dat, herinneringen ophalen in de stad waar hij groot is geworden en bij Velox zijn eerste stappen in het betaalde voetbal zette.

Velox, samen met Elinkwijk en DOS de pijlers van het in 1970 opgerichte FC Utrecht. Bij die club heeft Willem ook al een verleden. Hij was er speler en onder Nol de Ruiter assistent-trainer. Toen Han Berger het stokje van De Ruiter overnam, was het snel gebeurd met Van Hanegem als co-trainer. “Ik stond aan de zijlijn te bevriezen” keek hij met een kwinkslag terug op die periode, waarin hij door Berger niet voor vol werd aangezien.

Willem pakte zijn biezen en vervolgde zijn carrière elders. Wageningen, amateurclub Holland, Feyenoord, het Saudi-Arabische Al-Hilal, AZ, Sparta en onder bondscoach Advocaat assistent trainer bij Oranje. Het is een mooi rijtje. Maar sinds 2004 zat Willem thuis en wij, voetbalvolgelingen bleven jarenlang verstoken van teksten, zoals alleen hij heeft. Vlak voordat hij bij Sparta aan de slag ging, had hij zijn trainersdiploma behaald. Of hij tijdens die cursus nog iets opgestoken had, werd hem gevraagd. ‘Ja, een sigaret’, zei hij zonder een spier te vertrekken. En toen hij bij het Nederlands elftal een keer een persconferentie overnam van Dick Advocaat, die vlak daarvoor Arjen Robben van het veld had gehaald, tot woede van de vaderlandse pers, zei hij dat hij Dick neer zou slaan, als hij dat nog een keer deed. Het zijn die uitspraken die we al te lang hebben moeten missen.

Ja, hij draafde de laatste tijd op als vaste gast bij Voetbal Insite en met zijn typische droge humor fleurde hij dit praatprogramma regelmatig op. Maar wij zagen hem liever actief in de weer. Als trainer, met de handen op de rug, wandelend over het veld zijn manschappen aanschouwend. Dan kon het gebeuren dat hij een verdwaalde bal opraapte in een hoek van het veld, zoals die ene keer op het trainingsveld van Feyenoord, jaren geleden. Het was pal voor mijn neus. Willem, diep in gedachten verzonken, slofte naar de bal. Vlak voordat hij zich bukte, keek hij me aan en zei goedemorgen.

Voordat ik kon antwoorden had hij zich alweer omgedraaid en keek opnieuw naar de Feyenoordspelers die een partijtje aan het spelen waren. Ik heb het me altijd kwalijk genomen de groet van Willem toen niet beantwoord te hebben. Willem zal het al lang vergeten zijn, maar dat goedemorgen toen, op een doordeweekse druilerige ochtend, is Van Hanegem ten voeten uit.

Bij AZ was hij binnen een mum van tijd peetvader van twee jongens met het syndroom van Down, die in het stadion allerhande klusjes verrichtten. Tot tranen toen ontroerd waren ze, toen Willem bij AZ afscheid nam en ook Willem zal toen wel een traantje weggepinkt hebben.

Willem van Hanegem is wars van kapsones. Daarmee is hij een uitzondering in het voetbalwereldje, waar de pikorde regeert en bijna iedereen haantje de voorste wil zijn. Dat interesseert Willem geen biet. Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg. Het zou zijn lijfspreuk kunnen zijn, alhoewel ook een lijfspreuk hem worst zal wezen. Maar vergis je niet, Willem van Hanegem is geen gemakkelijke vent. Dat was hij als speler al niet. De grote Ernst Happel, die van Feyenoord een Europese topclub maakte en in hem een steunpilaar zag, lag regelmatig overhoop met Willem en ook Peter Bosz werd een paar maanden geleden in een column in het AD de mantel uitgeveegd.

Ook dat is Van Hanegem ten voeten uit. Is hij één keer door iemand gepiepeld, dan vergeet hij dat nooit meer. Ook hierin is hij in de voetbalwereld een uitzondering, want vaak wordt een onenigheid snel met de mantel der liefde bedenkt, want die ander kom je ooit nog eens tegen. Willem haalt over dit zijn schouders op. Hij vergeet niets, wil te allen tijde onafhankelijk blijven, zijn eigen gang gaan. Zeker weten dat als Han Berger nog iets te zeggen had bij FC Utrecht Willem nooit een handtekening onder een contract had gezet. “Ik ben me een haartje betoeterd”, zal hij zeggen tegen intimi.

Han Berger is allang uit beeld bij Utrecht. Gelukkig maar. Zo keert Willem van Hanegem als trainer eindelijk terug op de vaderlandse voetbalvelden en nu al kijk ik uit naar de ontmoetingen met de pers. Het seizoen kan me niet vroeg genoeg beginnen.


[ Bericht 0% gewijzigd door Beschouw op 13-07-2007 14:19:59 ]
Elftalleidervrijdag 13 juli 2007 @ 13:24
weer een vermakelijk stuk beschouw, ben ook erg blij om willem terug te zien op de velden
tong80vrijdag 13 juli 2007 @ 14:05
Heerlijk om te lezen beschouw. Juweeltje.

methodmichvrijdag 13 juli 2007 @ 19:59
Erg mooi stuk over de Kromme. Dat verdient hij ook!
tong80vrijdag 13 juli 2007 @ 23:53
Dit hoort toch op de front page ?

tong80zondag 15 juli 2007 @ 05:25
*KICK*

Beschouwvrijdag 20 juli 2007 @ 00:01
quote:
TE MOOI
We schrijven donderdag 19 juli 2007. De lucht is blauw, het zonnetje schijnt en het trainingsveld van Feyenoord, pal naast de Kuip, ligt er prachtig bij. De lijnen zijn vers gekalkt, het gras is frisgroen van kleur en kort geknipt. Blijkbaar toch niet kort genoeg, want daar komt een grasmaaier aanrijden die de groene aanplant nog een centimetertje korter gaat snijden. Een biljartlaken, zo zal het zijn straks. Het moet een feest zijn om op zo’n veld te kunnen trainen.

Getraind wordt er vandaag trouwens niet. Logisch, want anders zou de grasmaaier niet van stal gehaald zijn. Is er dan niemand? Nee, natuurlijk niet. Auto’s rijden af en aan en uit de spelonken van de Kuip verschijnen om de haverklap mannen met een mobieltje aan het oor, klaarblijkelijk druk in de weer om nog snel iets te regelen.

En een paar meter verderop, aan de rand van het trainingsveld, staat een groepje oudere mannen, de koppen bij elkaar gestoken. Of er nu getraind wordt of niet, ze staan er elke dag. Ze wisselen nieuwtjes uit, becommentariëren de gebeurtenissen in de hectische voetbalwereld, stellen elkaar vragen. ‘Zal Drenthe nog bij ons blijven?‘ ‘Schande wat Ajax bij Groningen te weeg brengt’.

Het gaat er gemoedelijk aan toe, totdat een van de mannetjes vraagt op de hoeveelste plaats hun club komend seizoen zal eindigen. ‘Vijfde’, krijgt de vragensteller als antwoord. Van verbazing valt hij bijna achterover. ‘Vijfde? Met al die nieuwe jongens, die toch beter een balletje kunnen trappen dan die Kolkka’s en Van Huysegemmen waarmee we vorig jaar opgescheept werden? Tegen amateurploegen wordt er nu lustig op los gescoord. Vorig jaar om deze tijd werd er zelfs verloren van amateurs. Vijfde? Je bent niet goed bij je hoofd.’’

Verwachtingsvol kijken alle mannetjes de man aan, die zojuist meedeelde dat hun club vijfde zal eindigen. Met gevoel voor dramatiek houdt die de kaken nog even op elkaar. Hij kijkt zijn maten één voor één aan, staart dan in de verte. En dan komt het hoge woord er uit: “Vijfde!’. Hij kijkt triomfantelijk en zegt dan resoluut: ‘Jullie denken toch niet dat vier man hier alles gaan veranderen?’

Kijk, die pessimistische man is de verpersoonlijking van de ware Feyenoordsupporter. Het gras mag groen zijn, de lucht blauw, het zonnetje geel en de ploeg volledig voorzien van vers bloed; het zal straks toch wel weer gaan tegenzitten. Wat er de laatste weken plaatsgevonden heeft bij Feyenoord is toch te mooi om waar te zijn?
tong80vrijdag 20 juli 2007 @ 00:18
'We schrijven donderdag 19 juli 2007. De lucht is blauw, het zonnetje schijnt en het trainingsveld van Feyenoord, pal naast de Kuip, ligt er prachtig bij. '

Dat is toch Bordewijk of Reve ?

Beschouwvrijdag 20 juli 2007 @ 00:21
quote:
Op vrijdag 20 juli 2007 00:18 schreef tong80 het volgende:
'We schrijven donderdag 19 juli 2007. De lucht is blauw, het zonnetje schijnt en het trainingsveld van Feyenoord, pal naast de Kuip, ligt er prachtig bij. '

Dat is toch Bordewijk of Reve ?

Is gewoon Beschouw hoor
tong80vrijdag 20 juli 2007 @ 00:26
Weet ik, vind er ook niks aan. Maar amateurs verdienen aandacht

methodmichzondag 22 juli 2007 @ 11:47
quote:
OEFENBRILJANTJE

Het is zomer in Nederland. Beurtelings warm en nat. Hollen en stilstaan. Het is het perfecte decor voor de voorbereiding van de voetbalclubs. De verwachtingen slingeren per duel van hoop tot vrees. Neem FC Dordrecht, dat zich laat verrassen door TOP Oss, maar wel wint van NEC. Kijk naar promovendus VVV-Venlo, die zelfs verliest van het werklozenelftal van de VVCS. Er valt nog zo weinig van te zeggen, maar dat weerhoudt supporters er niet van om de nodige kritische noten te kraken. Gelukkig maar.

De oefenpotjes die de profclubs afwerken tegen amateurs hebben natuurlijk geen sportieve functie. Ze dienen vooral om nieuwe zielen te winnen in de regio en om de nieuwe spelers aan het publiek te tonen. Lekker ontspannen, proberen mooie goals te maken en de toeschouwers een leuke wedstrijd voor te schotelen. Die laven zich aan een drankje, maken een babbeltje en genieten van de hoogstandjes van de profs. Helaas is dit niet aan iedereen besteed. Louis van Gaal, die ver boven de gewone stervelingen zweeft, heeft namelijk zijn eisenpakket neergelegd bij de amateurclubs. Van Gaal is al tijden geen trainer meer, hij is het nationale voetbalwonder. Het gras mag slechts twee en een halve centimeter hoog zijn, besloot hij in al zijn wijsheid. Om het flitsende combinatiespel van AZ mogelijk te maken liggen de terreinmeesters van de amateurclubs nu met een meetlat en een schaartje op de knollenvelden. Deemoedig knikten de krasse knarren bij het aanhoren van de eisen van Louis, die met wat fantasie door kan voor een eigentijdse versie van de Zonnekoning.

Dat het ook anders kan bewijst een voormalig club van Van Gaal, Sparta. De Rotterdammers trokken naar Schiedam om tegen PPSC het seizoen te openen. Bierbuiken, saté met stokbrood, hamburgers op de barbecue, kraampjes met fanartikelen, een Marokkaan met rastastaart en ringbaard bij de tegenstander, een omroeper die de exotische naam van zijn eigen nummer negen twee keer anders uitspreekt en veel goals. Twaalf maakt Sparta er, onder toeziend oog van een man in een tuinstoel. Hij neemt pontificaal plaats rond de cornervlag, ondanks de herhaalde oproep aan alle toeschouwers om achter de omheining te blijven. De stewards lopen langs, grinniken als de man wil doen geloven dat hij van de pers is en een fototoestel tevoorschijn tovert en laten het zo. Oefenvoetbal is vooral ontspannen.

Enkele dagen later schiet Sparta er in Zwijndrecht bij Pelikaan nog wat meer in. De teller stokt nu bij vijftien treffers. Opnieuw veel bier, de bekende kraampjes, de voorzitter van Pelikaan die in een partytent leegloopt over de ernstig in gebreke blijvende gemeente Zwijndrecht, Dick Jol als scheidsrechter en een aap als mascotte. Het terrein van ZBC ’97 is dankzij de falende gemeente voor even blauw met zwart, maar meer nog rood met wit. Sparta leeft in de regio. Darryl Roberts doet wat Yuri Rose enkele dagen eerder tegen Schipluiden deed, namelijk zes keer scoren. Sjaak Polak showt zijn traptechniek, Jeffrey Vlug is kaal nog lelijker en Marvin Emnes dribbelt er op los. Sparta haalt na drie avonden voetbal tegen welwillende amateurs een doelsaldo van 44-0.

Charles Dissels was verrassend goed, Sepp De Roover prima, verloren zoon Nourdin Boukhari gedreven en Dele Adeleye imposant. Maar de man van twee wedstrijden Sparta is voor mij Joshua John. Een speler uit de eigen opleiding, die al vaker prima spelers voortbracht. John is een buitenspeler met lef. Als hij de bal krijgt, begint hij aan zijn actie. Tactisch schort er ongetwijfeld nog veel aan, iets wat hij zaterdag tegen FC Den Bosch bevestigde met twee lage voorzetten zonder te kijken. Maar die helft bij PPSC en de volledige pot bij Pelikaan leverden genoeg smulmomenten op. Zijn lob vanaf de rand van het strafschopgebied, die heerlijk in de kruising viel, was donderdagavond goed voor flink applaus. Een beetje kippenvel misschien zelfs, al kan dat ook aan de dunner wordende wind gelegen hebben.

Joshua John kwam van beide flanken en passeerde even makkelijk buiten- als binnendoor. Even een schaartje, balletje onder de voet laten rollen en de andere kant opdraaien. Een voorzetje, een strakke corner. Hij had het allemaal in die dikke twee uur voetbal. Wat had ik donderdag te doen met Michel de Vroed, de ingevallen Ambachtse back van Pelikaan, die na één helft voetbal tegen John al tollend het veld verliet. Zoals Martijn Verhoeff en Jelle van Buuren voor hem ook al overkwam. Als John aanzette, gingen de verdedigers naar de grond.

Over enkele maanden zal moeten blijken of de groeibriljant Joshua John zich daadwerkelijk door kan zetten. Hij oogt vele malen dreigender dan de langzaamaan toch wat overschat lijkende Jeffrey Vlug. Hij leek in zijn onbevangenheid frisser dan de vaak in eigen tactisch onvermogen verstrikt rakende Rachid Bouaouzan. Joshua John zou best eens een kleine ontdekking kunnen worden in Rotterdam. Al besef ik dat het nu nog niets hoeft te zeggen en de tegenstand marginaal was. Mocht het nog niet lukken met John, heb ik in elk geval kunnen genieten van een oefenbriljant. Net als die andere duizenden met mij, daar bij PPSC en Pelikaan. En voor ik het vergeet, Joshua John kon ook prima uit de voeten op gras dat minstens een centimeter of vijf was. Naar de maatstaven van Van Gaal is hij op echte velden dan dus twee keer zo goed.
Os__dinsdag 24 juli 2007 @ 20:59
Erg mooi stukje over een zeer talentvolle speler.
Stpanwoensdag 25 juli 2007 @ 10:10
MM, noem je jezelf al bijna Sparta-fan? Aangezien je significant meer over Sparta-gerelateerde onderwerpen schrijft
tong80woensdag 25 juli 2007 @ 16:59
Ligt dicht bij zijn woonplaats.

Stpanwoensdag 25 juli 2007 @ 17:39
Er wonen 100.000 mensen ongeveer naast het stadion van Sparta, die het geen ene biet interesseert!
tong80woensdag 25 juli 2007 @ 17:40
quote:
Op woensdag 25 juli 2007 17:39 schreef Stpan het volgende:
Er wonen 100.000 mensen ongeveer naast het stadion van Sparta, die het geen ene biet interesseert!
Die hebben allemaal een schotel op het dak

methodmichwoensdag 25 juli 2007 @ 19:31
quote:
Op woensdag 25 juli 2007 10:10 schreef Stpan het volgende:
MM, noem je jezelf al bijna Sparta-fan? Aangezien je significant meer over Sparta-gerelateerde onderwerpen schrijft
Nou ja, in de regio vind ik Sparta, Excelsior en FC Dordrecht wel het leukst om te volgen, net als NAC Breda en een beetje ADO Den Haag.

Fan mag je wel zeggen denk ik, aangezien dat natuurlijk wat anders is dan supporter. Vriend van me heeft trouwens een Sparta-seizoenskaart en wil dit seizoen weer vaker gaan, dus wellicht ga ik regelmatig met hem mee dan.

En daarbij heeft Sparta natuurlijk op de één of andere manier ook wel spelers die zich lenen voor een column. De Glazenwasser bijvoorbeeld.
Beschouwzaterdag 4 augustus 2007 @ 22:12
Benieuwd of we nog veel van die Joshua Johan gaan horen. Hier een stukje over andere buitenspeler.
quote:
Rommedahl

Vroeger bewerkten de boeren hun land met paarden. We zien het nog wel eens op televisie, bij nostalgische programma's. Zwart-wit beelden tonen een zwoegende knol, gespannen voor een ploeg of een andersoortig landbouwwerktuig, gemend door een mannetje dat achter dit alles aansjokt.

Paarden hadden destijds oogkleppen voor, zodat ze niet afgeleid konden worden door hetgeen om hen heen gebeurde. Het waren lederen lapjes, met riemen op het hoofd van het paard bevestigd. Al zou er een bronstige merrie op een paar meter afstand staan, het paard zou het niet zien. Ruiken misschien wel, maar daar gaat het hier niet over.

Oogkleppen van een landbouwpaard hadden hun nut.

Tegenwoordig bewerken de boeren hun land met tractoren, maar paarden met oogkleppen zijn er nog steeds; in de rensport. Al dan niet met een sulky aan hun lijf, stormen de renpaarden in volle vaart over de baan en een jockey geeft middels rukken aan de teugels aan waarheen het paard moet. Als zo'n dier zijn ogen zou kunnen gebruiken, schrikt het zo van de paarden om hem heen, dat het meteen de wedstrijd uit zou stappen en dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Renpaarden mogen, net als hun soortgenoten vroeger op het boerenland, dus niets zien. Vandaar de oogkleppen, die oorspronkelijk uit Denemarken komen, een land met een rijke agrarische historie. Daar heten ze rommedahl, net als de nieuwe aankoop van Ajax, de vroegere rechtsbuiten van PSV en Charlton Athletic.

Dennis Rommedahl is een man die zijn naam eer aandoet. Net als de renpaarden van tegenwoordig draaft hij in volle galop in een rechte lijn over het veld, met dit verschil dat hij een bal aan de voet heeft. Oog voor vrijstaande medespelers heeft hij niet, want steevast ziet hij zijn ploegmaten over het hoofd. Hoezeer zij ook schelden en tieren, zien doet de Deense oogklep hen nimmer.

Stoïcijns ondergaat Dennis het gevloek van zijn ploegmaten, als was hij doof. Dat is hij ook een beetje, want net als echte renpaarden draagt Dennis niet alleen oogkleppen, maar heeft ook een dot watten in beide oren. Zien dat hij een bal moet afgeven kan hij niet, en horen dus evenmin.

Hoezeer Rommedahl in de krant ook mag verkondigen dat hij nog wat anders kan dan alleen hard rennen, zit ik straks geboeid te kijken of hij na een snelle spurt langs de zijlijn op tijd kan stoppen. Of zal hij bij een van zijn eerste optredens in de gracht van de ArenA lazeren?
tong80zaterdag 4 augustus 2007 @ 22:28
Leuk

Gordon_Shumwayzaterdag 4 augustus 2007 @ 22:37
Zitten hele leuke bij.
methodmichzondag 5 augustus 2007 @ 16:38
Mooie vergelijking, al klopt het niet geheel. Jij stelt dat hij zijn medespelers niet ziet, hoe kwam hij bij PSV dan jaarlijks aan 10 + assists?
Bomenverzamelingzondag 5 augustus 2007 @ 16:41
Ik vind het ook iets te overdreven naar voren gebracht, maar toch is het wel redelijk vermakelijk.
Heerlijkheidzondag 5 augustus 2007 @ 19:11
Zeer vermakelijk, hulde.
El_Bassiemaandag 6 augustus 2007 @ 12:49
Aardige column, MM. Jeffrey Vlug is inderdaad overschat.
methodmichzondag 12 augustus 2007 @ 16:19
quote:
PACO

Voor de meeste voetballende jongetjes volgt op gegeven moment de pijnlijke uiteenspatting van een droom. Want hoewel iedereen in eerste instantie begint met voetballen omdat het leuk is, zal menig jongetje toch ook stiekem hopen op een glansrijke loopbaan als profvoetballer. Spelen voor volle stadions, uitzinnig publiek, voor Ajax, Feyenoord, PSV, het Nederlands elftal en dan een buitenlandse topclub zoals Real Madrid, Barcelona, AC Milan of Manchester United. Natuurlijk beseft ieder weldenkend mens dat zoiets slechts voor zeer weinig voetballers is weggelegd. Als je de profs haalt, ben je al goed bezig. Wetende dat ook dit niet lukt, is spelen in het eerste elftal van een mooie amateurclub ook nog aardig. Alles daaronder is toch min of meer irrelevant. Het kan geweldig leuk zijn om in een lager seniorenteam te spelen, maar het gaat nergens om.

Voor de één komt het moment al snel. Die wordt op straat of op de training als laatste gekozen bij de partijtjes. Dan ben je al vlug slechts een pleziervoetballer. De ander loopt plots een selectie mis en gaat voor de lol verder in de D2 of lager. Weer een ander mist de aansluiting bij de senioren en eindigt in een bierteam, waar de kameraadschap en de gezelligheid voorop staat. Het pijnlijkst is het ongetwijfeld nog als je wel in de jeugd van een profclub speelt, maar daar op een bepaald ogenblik moet vertrekken. Dat je in het kamertje van de trainer moet komen en daar de treurige boodschap krijgt. Vroeg of laat wordt menig voetballer teleurgesteld. Of dit erg is hangt af van je eigen interpretatie. Wie zijn kwaliteiten goed kan inschatten, zal er vrede mee hebben en beleeft nog genoeg plezier aan het voetbal. Dit kan zowel actief als passief.

Tussen de duizenden mensen die elk weekend de stadions in de eredivisie en Jupiler League bezoeken zitten ongetwijfeld veel van die jongens die ooit tot de ontdekking kwamen dat ze zelf nooit in een stadion zouden spelen. Dat kan niet anders. Soms dromen ze nog wel eens stiekem weg bij de gedachte zelf in het door hen geliefkoosde shirt de mat te betreden. Omdat er veel geblesseerden zijn, een speler te weinig is, noem maar op. Kortom, de jongensdroom waarin de volslagen onbekende het veld betreedt en het resultaat gunstig beïnvloedt voor zijn favorieten. Ze gaan er vaak wat harder van schreeuwen.

Zo bezocht ik met enkele vrienden en vriendinnen een wedstrijd van FC Dordrecht. Gezellig, de tribune op en kijken. Beetje lachen om het niveau soms, want dat is altijd aardig. Natuurlijk doe je het zelf niet beter, maar een opmerking maken kan altijd. Wij mogen dat, wij komen toch nooit meer op dat veld. Onze dromen van voetbalroem liggen al jaren begraven in de tuin van onze woningen. Rondkijkend op de tribune zie ik veel mannen die vast hetzelfde kunnen zeggen. Maar niet Paco!

Paco, dat is een jongetje van een jaar of tien dat door Jorien van den Herik dikkig genoemd zou worden. Dit is niet vreemd, want Paco is vrijwel altijd etend te zien. Broodjes frikadel zijn favoriet. Toch heeft Paco nog altijd een soort voetbaldroom, want hij volgt de wedstrijden nog niet echt. Paco neemt zijn bal mee en gaat voetballen met vriendjes, tussen het hek langs het veld en het terreintje naast de tribune. Ze houden hoog en kijken ondertussen naar het veld, want zij denken er ooit nog eens te kunnen schitteren. Als de bal dan plots op het veld belandt, rent Paco naar het hek en roept: “Hee, Schapenkoppen! Mag ik mijn bal terug?” Niet zelden onderbreken de spelers van FC Dordrecht dan hun warming-up, om Paco het speeltuig terug te bezorgen. Waarna Paco vijf tot minuten voor rust van zijn vader of moeder wat geld in de hand krijgt gedrukt en twee broodjes frikadel gaat halen.

Zo ook die avond, want we zagen Paco kort voor rust langs stiefelen. Met volle mond zong hij een weinig vrouwvriendelijk liedje van Ome Henk. “Vrouwen horen thuis, achter het fornuis.” De aanwezige vrouwen in ons gezelschap grinnikten om dat lieve, grappige jongetje. Nu nog wel, Paco! Ik denk grimmig aan Paco die over tien jaar zulke teksten bezigt in gezelschap van jonge vrouwen. Ze zullen hem slopen, maar goed, nu mag Paco nog schaamteloos zichzelf zijn. Ze vinden hem zelfs schattig. Ergens vinden wij hem ook grappig, want we noemen zijn naam vaak genoeg, zomaar ergens langs een veld. Of we citeren zijn Schapenkoppen uitroep.

Maar wanneer loopt Paco tegen de muur op? Wanneer beseft Paco dat hij nooit daar op dat veld komt te staan. Want eerlijk is eerlijk, veel talent heeft Paco niet. Hij heeft het alleen zelf nog niet in de gaten. Wat gaat Paco doen als hij snapt dat hij nooit voor FC Dordrecht zal spelen? Wordt hij een fanatiek aanhanger, zoals veel mensen op de tribune? Gaat hij treinen slopen? Eet hij dan nog meer frikadellen? Ik zou hem nu al voorzichtig willen waarschuwen, maar heb geen idee hoe. Bovendien mag Paco nog dromen, hij is nog jong.

Die nacht droom ik ook. Ik zie Paco over het hek klimmen en invallen bij FC Dordrecht. Gert Kruys was ten einde raad, geen spelers meer op de bank en dus riep hij Paco. Paco scoort, het is de gelijkmaker. Na afloop zie ik Paco met volle mond en in elke hand een broodje frikadel voor de camera’s van RTL verschijnen. Het is geen fijne droom. Niet door Paco, maar door mij. Want ik besef ineens dat ik ergens jaloers ben op Paco, omdat die nog onbeschaamd mag dromen van een toekomst als profvoetballer. Paco wordt niet elke morgen wakker in de realiteit. Nog niet. Ik loop naar de kamer en probeer de bal van de kat in de mand te stiften. Ruim ernaast. Misschien maar goed ook.
Gordon_Shumwayzondag 12 augustus 2007 @ 16:29
Mooi verhaal, best wel herkenbaar ook. Ik heb het moment nu al enkele jaren achter me liggen, helaas
tong80zondag 12 augustus 2007 @ 17:08
Leuk. Iedereen is Paco geweest. Trouwens Sjaak Swart is nog steeds Paco. Die speelt nog met de gedachte dat ze hem kunnen oproepen tegen Slavia Praag.

Bjorozondag 12 augustus 2007 @ 21:48
* Bjoro heeft wel ooit in een stadion gespeeld......aan de Jan Geijzen kade.
Een droom kwam niet echt uit.....het was dat mijn vader zijn moeder had meegenomen, waardoor het toeschouwersaantal met 33% steeg.
We speelden 2-2 tegen het tweede van de Haarlem-amateurs, mijn oma was trots !
Beschouwmaandag 13 augustus 2007 @ 16:12
Paco ben ik ooit ook geweest. Veel broodjes frikandel gevreten vroeger.
.
quote:
BEENTJES OP DE GROND

“Ohhh, Cziommertje.” Louis van Gaal raakte bij een trainingspartijtje tijdens de open dag van AZ bijkans in extase toen de Duitser een schot op doel loste. We zagen het op televisie, later op de dag. Nadrukkelijk aanwezig zoals altijd, zette Van Gaal zijn spelers op scherp en strooide en passant met complimenten. Vooral Cziommer kreeg een paar veren in zijn reet gestoken en was daar zichtbaar mee in zijn sas.

Een paar dagen later stond een oefenwedstrijd tegen Internazionale op het programma en ook daarvan werden beelden uitgezonden. Opnieuw zagen we Simon Cziommer aan het werk. Gedreven speelde hij, vastbesloten zijn plek in het elftal veilig te stellen. Hij dartelde, speelde een Italiaan de bal tussen de benen, strooide kwistig met passjes en schoot af en toe een kogel op het vijandelijke doel. Twee fraaie doelpunten scoorde hij bovendien.

Zo zagen we Simon vorig jaar omstreeks deze tijd ook aan het werk. Overgekomen van Roda JC had hij zich bij AZ een plek in de basis verworven en in de eerste competitiewedstrijd tegen NAC Breda scoorde hij drie doelpunten, de een nog mooier dan de ander. Bij Roda en ook bij Twente hadden wij wel eens leuke dingen van hem gezien, maar dat hij zo goed kon voetballen was toch best een verrassing.

Bij Schalke 04, dat hem in 2005, na twee jaar FC Twente, terughaalde was hij nog weggekwijnd. Nul wedstrijden in de Bundesliga! Af en toe mocht hij een oefenpotje spelen, maar voor het grote werk achtte men hem in Gelsenkirchen toch een maatje te klein. Hij verkaste weer naar de eredivisie, naar Roda JC ditmaal en daar viel hij zo op, dat AZ hem aantrok.

Maar vorig seizoen was hij na een indrukwekkende start toch weer op de bank verzeild geraakt. Dat vond hij niet leuk. Waar hij in de eerste weken van de competitie nog glimmend van trots met de kop omhoog had rondgelopen in Alkmaar, was hij plots verworden tot een brok chagrijn. Weg stralende lach, weg fonkeling in de ogen. Doffe berusting was er voor in de plaats gekomen. Ongeloof. Dat de trainer hem op de bank zette!

Dat is eens, maar nooit weer, zo moet hij gedacht hebben. Vanaf de allereerste training in de voorbereiding op het nieuwe seizoen stond hij daar. Scherp als een mes, vastberaden te vlammen. Nadrukkelijk was hij aanwezig. Bij conditietests liep hij voorop en toen de bal er aan te pas kwam, was het Cziommer die schitterde. De ene actie was nog mooier dan de ander en Van Gaal zag het tevreden aan. “Simon is goed bezig”, zei hij tegen Martin Haar en Edward Metgod en de assistenten knikten.

De weken verstreken en Cziommer werd met de dag beter. Van Gaal complimenteerde de Duitser met zijn spel, zijn inzet. “Simon, zo kan ik niet om je heen”, zei hij en klopte de Duitser waarderend op de schouder. Gezeten op een wolk dreef Cziommer die middag na de training naar huis. ’s Avonds bij het diner trok hij een dure fles wijn open.

Tegen Inter was hij de beste man op het veld. Het publiek genoot met volle teugen, was totaal in vervoering. Klaterend applaus rolde bij elke geslaagde actie van de tribunes. Cziommer glom. Straalde van geluk. En plots zagen we vedetteneigingen. Hij streek steeds vaker met de handen door het zwarte haar dat met een koket bandje op zijn plaats gehouden werd. Het hoofd ging lichtjes naar achter, de neus in de wind. En bij zijn doelpunt maakte hij vreemde gebaartjes met de vingers, als een rapper op MTV, om zich heen kijkend met een blik van kijk-eens-hoe-goed ik-ben.

Het is vreemd dat Van Gaal hem op dat moment niet van het veld haalde. "Het team gaat voor alles. Geen enkele voetballer is groter of belangrijker dan de ploeg waarin hij speelt". Ik heb het Van Gaal al duizendmaal horen zeggen. Het kan en mag van Van Gaal niet zo zijn dat een speler zich boven het team verheven voelt. Hoewel Cziommer tegen Inter de pannen van het dak speelde, moet hij gewoon blijven doen. Van Gaal liet hem staan, maar moet na afloop in de kleedkamer de Duitser tot de orde geroepen hebben.

Toen Cziommer na het douchen nog even voor de camera verscheen en door de reporter van dienst waarderend werd toegesproken, stond daar ineens een nederige voetballer. Ja, hij had wel lekker gespeeld. Maar er ging ook nog veel mis. Te veel.

Kijk, zo willen we Cziommer zien. Op het veld voetballend zoals tegen Inter, maar dan zonder parmantige gebaartjes. Hij mag tegenstanders dollen, graag zelfs. Maar wel gewoon blijven doen, alstublieft. Het is Van Gaal wel toevertrouwd, zo schat ik in. Die zal hem de eerstkomende tijd wel minder complimenteus behandelen en hem af en toe toefluisteren: "Beide beentjes op de grond houden, Cziommertje." Ik snap nu ineens waarom hij vorig jaar op de bank verzeild raakte.
methodmichmaandag 13 augustus 2007 @ 16:38
Columnisten gezocht!

Voor de liefhebber!
tong80maandag 13 augustus 2007 @ 18:49
Goeie beschouw, ik ben fan van Cziommer. Goeie voetballer en iemand met leuke teksten.....voor een Duitser.


methodmichdinsdag 14 augustus 2007 @ 16:27
Aan die kokette gebaartjes hebben ze bij dat programma van Spijkerman en Tan ook al eens aandacht geschonken, zo las ik in Het grote juichen. Was in zijn Roda-tijd, toen ie o.a. het guitige handje deed.
Beschouwwoensdag 22 augustus 2007 @ 14:12
quote:
PINCHHITTER?

Een heel jaar lang op een roze wolk, zo moet Danny Koevermans het vorig seizoen beleefd hebben. De AZ-speler werd alom geprezen voor zijn doeltreffendheid. Hij scoorde 22 doelpunten, werd door bondscoach Marco van Basten bij het Nederlands elftal gehaald en speelde in de interland tegen Slovenië zelfs 27 minuten mee.

Het leven lachte hem toe, maar in mei lazerde hij plots van zijn wolk af. Zijn ploeg verspeelde met een 3-2 nederlaag bij Excelsior een zeker lijkende landstitel. Koevermans huilde tranen met tuiten, greep met zijn ploegmaten ook nog eens naast de nationale beker en een plekje in de voorronde van Champions League. En toen werd de spits bij trainer Louis van Gaal ontboden.

Zijn teleurstelling over al die gemiste prijzen was al een beetje weggeëbd. Had hij, de gewezen Sparta-voetballer, niet een geweldig seizoen gedraaid? Had hij alle critici niet de mond gesnoerd met zijn doelpunten? Nou dan. Vol goede moed betrad hij de kamer van Van Gaal, ervan overtuigd dat zijn trainer hem ging complimenteren met het goede seizoen. Het gesprek liep totaal anders dan wat Koevermans verwacht had.

De immer ambitieuze Van Gaal, die zag dat hij het einde van het seizoen toch wel erg karig in de spitsen had gezeten en wist dat Shota Arveladze de wijk zou nemen, was vastbesloten AZ op een nog hoger plan te tillen. Wat hem overkomen was, spitsen die aan het einde van het seizoen al hun kruit hadden verschoten, dat was eens en nooit meer. ,,Danny, ik ben van plan een paar nieuwe spitsen aan te trekken,’’ zo stak Van Gaal van wal en keek de voor hem zittende Koevermans diep in de ogen.

Die verblikte of verbloosde niet. Een paar concurrenten er bij, wat dan nog? Had hij de trainer ooit laten zakken? Hij had zijn mannetje toch altijd gestaan? ,,Het aantrekken van die nieuwe spitsen betekent dat jij komend jaar genoegen zult moeten nemen met een invallersrol. Een rol als pinchhitter, een soort breekijzer dus,’’ onderbrak Van Gaal de gedachtegang van Koevermans. Opnieuw keek de trainer de voetballer indringend in de ogen.

Koevermans begon wat ongemakkelijk op zijn stoel te schuiven. ,,Danny luister’’, vervolgde Van Gaal, ,,Ik wil je helemaal niet wegsturen. Ook komend seizoen kan jij nog van grote waarde zijn voor AZ. Maar eerste keus zal je niet zijn.’’

Zwaar teleurgesteld droop Danny Koevermans af.

In het voetbalwereldje gaat alles snel. Zodra de uitkomst van het onderhoud van Van Gaal met Koevermans bekend werd, begon de mallemolen te draaien. Een veelscorende spits die bij zijn club op de bank verzeild raakt, is een gewild object. De aasgieren stonden al snel voor de deur. Shakhtar Donetsk, FC Nürnberg en Blackburn Rovers gooiden een visje uit en ook Feyenoord maakte zijn interesse kenbaar.

Vanaf dat moment verloor Koevermans alle realiteit uit ogen. Hij zette zijn zinnen op Feyenoord, maar vergat dat hij ook daar, met al die nieuwe aankopen, genoegen zou moeten nemen met een invallersrol. Niet voor niks heeft trainer Bert van Marwijk er bij de Feyenoordleiding herhaaldelijk op aangedrongen er graag een sterke spits bij te willen hebben, in geval van nood. Dat is toch hetzelfde als wat Van Gaal Koevermans voorspiegelde? Dezelfde rol dus die de Koef in zijn twee siezoenen bij AZ heeft vervuld, want ook daar was hij vaker invaller dan basisspeler.

Hoewel de interesse van Feyenoord aanhield, hield AZ voet bij stuk. In Alkmaar hielden ze vast aan een transferbedrag van 6,9 miljoen euro en Danny Koevermans bleef zitten waar hij zat. Letterlijk. Tijdens de eerste competitiewedstrijd tegen VVV Venlo zat hij op de bank, met een gezicht als een oorwurm. Hij deed het meest denken aan een kind dat zijn zinnetje niet kreeg. Toen de eerste overwinning binnen was en Van Gaal, zoals te doen gebruikelijk, de wisselspelers de hand schudde liep Koevermans de trainer straal voorbij.

Bij het gebruikelijke perspraatje beantwoordde Van Gaal het kinderlijke gedrag met een steek onder water. Ja, Koevermans had hem hevig teleurgesteld. Die was er met zijn hoofd niet bij. Trainde ook minder gedreven dat hij van hem gewend was. ‘’Koevermans mag nog blij zijn dat hij op de bank zit’’, rondde Van Gaal zijn perspraatje af.

Deze week klaagt Koevermans zijn nood in Voetbal International. Goed komt het niet meer tussen de spits en AZ, dat is duidelijk. Wat nu? Krijgt Koevermans zijn zin? Maakt hij alsnog de overstap naar Feyenoord? We moeten er niet vreemd van opkijken. Niks is onmogelijk in de voetballerij.

Van mij mag het trouwens. Ik wil het gezicht van Koevermans wel eens zien als hij bij Feyenoord ook niet verder komt dan de rol van pinchhitter. Wat zou hij dan willen? Terug naar Sparta?


[ Bericht 0% gewijzigd door Beschouw op 22-08-2007 16:55:57 ]
tong80woensdag 22 augustus 2007 @ 16:13
Goeie column. Heb het nooit wat gevonden heel die Koevermans niet. Heeft alles aan AZ en van Gaal te danken maar bedankt niet terug.

Gordon_Shumwaywoensdag 22 augustus 2007 @ 16:22
Had de vorige nog niet gelezen. Zijn erg leuk Beschouw, van Cziommer heb ik ook nooit begrepen waarom ie op de bank belandde. Als ie speelde speelde ie goed. Van 'de Koef' begrijp ik niet waarom ie op de bank moet. Ruim 20 doelpunten moet toch genoeg zijn voor een spits?
methodmichwoensdag 22 augustus 2007 @ 16:23
Koevermans heeft gelijk. AZ doet raar, hoog bedrag vragen, maar hem ondertussen nooit gebruiken.
methodmichdonderdag 23 augustus 2007 @ 19:04
quote:
WIKKEN EN WEGEN

Als het voetbalseizoen weer op het punt van beginnen staat, verschijnen ze ineens overal. Op internet, in de krant, noem maar op. Ik heb het over de diverse managerspellen, waarin je een eigen team van voetballers dient samen te stellen die punten voor je moeten scoren. Daarmee kun je aantonen dat je een echte kenner bent en soms nog prijzen winnen ook. Er zijn diverse varianten. De echte volhouder speelt de spelletjes waarbij je wekelijks kunt en mag wisselen, zodat het bijhouden van je team een aardige taak is. De plezierspeler houdt het bij de minder tijdrovende opties, die je slechts op enkele vooraf bepaalde tijdstippen, zoals de winterstop, wisselmogelijkheden bieden. Of zelfs helemaal niet, dat is de ideale variant voor de snelle manager. Daarin kies je een team plus reserves en ben je klaar.

Natuurlijk zijn er beperkingen. Een bekende is natuurlijk het budget, waarbinnen je de spelers moet kiezen. Elke voetballer heeft dan zijn eigen waarde, zodat het goed puzzelen is om binnen de financiële mogelijkheden een deugdelijk elftal neer te zetten. Vrij waarheidsgetrouw, als je menig technisch directeur van vooral clubs in de Jupiler League moet geloven, want ook daar speelt het budget een grote rol. Een andere regel bepaalt bijvoorbeeld dat je van elk team maar één speler mag kiezen. Dat is wel een goede, want een beetje voetballiefhebber plukt uit de selecties van Ajax, PSV, AZ en Feyenoord een schier onoverwinnelijk team. Deze regels zorgen er dus voor dat je toch wat overwegingen moet maken en op zoek moet gaan naar de verrassingen. Profiteren van goedkope spelers waar je wat van verwacht, van foutjes als het om de positie van de speler gaat. Het hoort allemaal bij de tactiek. Waarna je alsnog bent overgeleverd aan de factor geluk, want als drie van je spelers een zware blessure oplopen ben je al zo goed als kansloos.

In feite is de geluksfactor zelfs bepalend voor je succes. Enige voetbalkennis is wel handig, maar hoeft geen voorwaarde te zijn. Want wie kent niet het verschijnsel van de vriendin die voor de lol op jouw verzoek meedoet aan een WK pool, waarna je tegen je vrienden zegt dat ze “de pot lekker vult”. Waarna ze door zomaar wat in te vullen ineens hoger staat dan jijzelf, terwijl je alles hebt willen beredeneren. Frustrerend! Maar ja, blessures, de vorm van de dag, een trainerswissel, een plotse transfer, alles kan roet in het eten gooien. Zoals resultaten uit het verleden ook niet altijd iets zeggen, want als je normaliter zo trefzekere aanvaller ineens een minder jaar draait kost het je punten. Toch doe ik jaarlijks wel weer met één of meerdere spelletjes mee, simpelweg omdat het ook gewoon leuk is. Beetje discussiëren met je vrienden over je team, pochen als je spits ineens wel een keer goed draait, een beetje vals zwijgen na een zwakke ronde.

Dit jaar heb ik me ook ingeschreven bij managerspellen over het amateurvoetbal. Via de site van Rijnsburgse Boys speel ik mee met een Hoofdklasse A superelf. Tot 1 september heb je de tijd om een basiselftal te formeren in een 4-3-3 systeem en per linie een reserve aan te wijzen. Van elke club dus precies één speler en daar moet je het de rest van het seizoen mee doen. De hoofdklasse B, die ik op wat meer afstand uiteraard ook volg, heeft een eigen variant via de supporterssite van Spakenburg. Daar mag je tot half september een elftal samenstellen in een 3-4-3 systeem, maar mag je tijdens het seizoen op enkele vast aangewezen tijdstippen wel wisselen. Je houdt hier dus drie clubs over waar je geen speler van kiest. Inmiddels heb ik beide teams af, maar het was toch nog best lastig.

Natuurlijk, de zekerheidjes staan er wel. Een paar verdedigers van sterke bollenclubs in A die ook hun goals meepikken, een keeper van een kampioenskandidaat en een paar makkelijk scorende spitsen. Maar ja, ik liep wel tegen wat problemen aan. Want Bram Meurs, mijn zekere middenvelder, zat er niet bij, vanwege zijn mogelijke overgang naar Spanje. Zoals mijn ideale reservespits Marcel de Bruijn ook ontbrak, omdat hij een stage bij FC Zwolle afwerkte. Zonder succes weten we inmiddels, maar ik moet het nu met een andere spits van Maassluis op de bank doen. Daarnaast staat Hendrik van Beelen, toch de “nummer 10” van Quick Boys, bij de aanvallers, dus viel er nog een zekerheidje in mijn middenlinie weg. Toch ben ik redelijk tevreden, al twijfel ik nog altijd. Want gaan Henk Roeland en Geert Bakker wel zo vaak scoren als hun clubs in zwaar weer komen? En wie moet ik kiezen van ASWH? Lastig natuurlijk, van je eigen club. Ik besluit toch op safe te spelen, heel laf, en ga voor Arjan Human. Heb mijn verdediger Richard Lodder van Barendrecht al ingeseind om vooral vaak te gaan scoren en de nul te houden. Lachen natuurlijk, Lodder scoort nooit. Kreeg een bericht terug. “Is goed, ik scoor wel tegen ASWH dan en houd de nul.” Ja, dat was nu ook weer niet de bedoeling. Wikken, wegen, schrappen.

Voor de hoofdklasse B was het nog wat lastiger. Gek systeem, 3-4-3. Waarom is John Schot trouwens aanvaller, beste makers? Daar gaat mijn gedachte voorhoede, want ik wil Schot toch opstellen. Naast Marruchen Zimmerman, die veel goals heeft beloofd bij Kozakken Boys en het dus maar moet waarmaken. Joshua Brard op het middenveld, gewoon omdat het leuk is, niet omdat LRC nu zulke hoge ogen zal gaan gooien naar mijn idee. Wat moet je met die zaalvoetballers van Ajax? En promovendus DOVO? Profiteren van de status van Martin van der Meijden als middenvelder, waar ze hem vermoedelijk voorin uitspelen? Voorin ga ik ook maar voor Daniël Kops, groot talent van Geinoord. Die wordt dit jaar door diverse scouts van topteams gevolgd, weet ik, dus die gaat wel wat laten zien. Blijkt Mamoudou Kaba, mijn kopbalsterke verdediger van Bennekom, ineens ook nog eens international te zijn geworden. Als die maar niet naar de Afrika Cup gaat met Guinea dan. Wikken, wegen, schrappen.

Uiteindelijk heb ik twee teams staan. Winnen zal ik wel niet, maar de lol was er niet minder om. Langs de lijn en op het forum van ASWH dollen we lekker door, worden er quasi-serieuze tips gegeven aan anderen en houdt iedereen toch altijd wel stiekem één eigen ontdekking angstvallig stil. Geluk gaat straks bepalen wie er wint. Of is de tip van The Great Falcon, forumlid van ASWH, om de tonnetjeronde goalie Tempo van Zwaluwen ’30 te kiezen straks toch een gouden?
Gordon_Shumwaydonderdag 23 augustus 2007 @ 21:29
Prachtig, doe zelf ook weer mee met een paar managers. Dat stuk over Richard Lodder is erg leuk.
Beschouwdonderdag 23 augustus 2007 @ 21:32
Ja, die Lodder heeft wel humor
HPaynevrijdag 24 augustus 2007 @ 07:03
Grappig stukje MM! Helaas heb ik door onoplettendheid een fout gemaakt in mn selectie, dat gaat me dure punten kosten.
methodmichvrijdag 24 augustus 2007 @ 16:46
Ai, wat heb je voor mispeer gemaakt dan?

En kon helaas de foto van keeper Tempo nog niet apart hier op het forum krijgen.
HPaynevrijdag 24 augustus 2007 @ 16:53
Bovo opgesteld ipv eerste keeper Hoop. Maar hoop dus dat hij het niet zo goed doet, zodat Bovo misschien een kansje krijgt.
methodmichvrijdag 24 augustus 2007 @ 17:20
Ai, da's wel zonde ja.... Nu ja, blijft een kwestie van geluk. Wellicht breekt Hoop zijn been, je weet het nooit.
Sethjewoensdag 29 augustus 2007 @ 13:41
quote:
Belofte maakt schuld

Bovengenoemde tekst was afgelopen zondag op een spandoek in het Rinus Michels-Stadion te zien. Het origineel was Henk, belofte maakt schuld. Dit moest echter worden weggehaald volgens de Ajax-directie, en terecht, het is niet de belofte van Henk, maar een belofte van het Ajax bestuur dat sinds 16 juni 2006 een nieuwe weg is ingeslagen. Op die dag werd het beleidsplan voor de periode 2006-2011 gepresenteerd.
Ajax wil weer terug naar de top is het motto. Minstens 1 keer per 2 jaar moet de schaal weer richting de voetbalhoofdstad van Nederland komen. Daarbij wil Ajax ook weer structureel behoren tot de 16 beste clubs van Europa.
Henk stemde hiermee in, tekende een contract voor 2 jaar, en zou met Ajax Champions League gaan spelen. En minstens 1 landskampioenschap binnenhalen.

We zijn inmiddels een dik jaar verder, en het 1e jaar volgens het nieuwe beleid was geen groot succes te noemen. De ploeg ging pas draaien nadat de Pitbull weer was teruggekeerd naar zijn oude nest. In uitwedstrijden tegen Heerenveen, FC Utrecht, Feyenoord en FC Twente werd behoorlijk duidelijk wie er het beste voetbal van Nederland speelde. Toch leek een kampioenschap er niet in te zitten. PSV stond inmiddels alweer een straatlengte voor en Ajax bleek niet constant genoeg en verloor slordig punten.
Het naderende kampioenschap maakte PSV en hun topcoach Ronald Koeman (wat heeft hij nu eigenlijk gepresteerd ?) behoorlijk zenuwachtig. Logisch ook, men wordt wel vaker zenuwachtig als ze zich op een plek bevinden waar ze zich niet thuis voelen.

Op 18 maart werd alles duidelijk, 1-5. Hier hadden we de ware kampioen van Nederland aan het werk gezien. Na 34 wedstrijden bleek het 1 doelpunt te weinig hebben gemaakt en naar het schijnt heeft Aad de Mos de kampioensschaal mee naar huis mogen nemen.

Het nieuwe seizoen begon weer met veel (valse) beloftes. De selectie zou intact blijven.
En Wesley Sneijder ging dit seizoen “kampioen worden met Ajax”.
Ik werd in juli gebeld, of ik die 250 euro voor mijn seizoenkaart nog even over wilde maken.
Dat deed ik, ik had er vertrouwen in. Davids vanaf het begin erbij. Sneijder in topvorm nog een jaar.
Nu is alles anders, de Pitbull bleek niet zonder scheenbeschermers te kunnen en Sneijder zijn woord woog toch niet zo zwaar.

Inmiddels is Suarez de nieuwe publiekslieveling. Hij moet vanavond de Praagse muur zien te doorboren. En het gaat hem lukken, daar ben ik zeker van.

En dan is het dit seizoen toch aan Henk, ……want het was misschien niet zijn belofte maar twee jaar zonder Champions League en landskampioenschap maakt wel schuld.
tong80woensdag 29 augustus 2007 @ 14:05
Leuk Sethje

Beschouwwoensdag 29 augustus 2007 @ 20:05
Moet het nog zien met Ten Cate. Ajax presteert vooralsnog te wisselvallig.
methodmichdonderdag 30 augustus 2007 @ 17:02
quote:
Ronald Koeman (wat heeft hij nu eigenlijk gepresteerd ?)
2002 kampioen Ajax
2002 bekerwinnaar Ajax
2002 Johan Cruijff schaal Ajax
2003 kwartfinale CL Ajax
2004 kampioen Ajax
2005 Portugese Supercup Benfica
2006 kwartfinale CL Benfica
2007 kwartfinale CL PSV
2007 kampioen PSV

Nou ja, dat dus.

Verder een leuk stukje!
Sethjedonderdag 30 augustus 2007 @ 17:23
quote:
Op donderdag 30 augustus 2007 17:02 schreef methodmich het volgende:

[..]

2002 kampioen Ajax
2002 bekerwinnaar Ajax
2002 Johan Cruijff schaal Ajax
2003 kwartfinale CL Ajax
2004 kampioen Ajax
2005 Portugese Supercup Benfica
2006 kwartfinale CL Benfica
2007 kwartfinale CL PSV
2007 kampioen PSV

Nou ja, dat dus.

Verder een leuk stukje!
Hij heeft NIETS gespresteerd man dat weet je toch zelf ook. Hij heeft altijd 1 of 2 jaar succes op de fundamenten van zijn voorganger en dan naait ie eruit. Bij vitesse kon ie wat opbouwen en dat is hem NIET gelukt.
methodmichdonderdag 30 augustus 2007 @ 17:36
Vooralsnog plaatste Ajax zich met Koeman wel voor de CL.... Daarnaast is dat gezeur over fundament onzin, want Adriaanse legde geen fundament. Die zette de spelers die later zouden uitgroeien tot sterkhouders op de bank, vreemde posities of in het tweede of zelfs in kleedkamer 34.

Hoe je het ook wendt of keert, Ronald Koeman is de laatste succesvolle Ajax-coach geweest.
Sethjedonderdag 30 augustus 2007 @ 18:06
quote:
Op donderdag 30 augustus 2007 17:36 schreef methodmich het volgende:
Vooralsnog plaatste Ajax zich met Koeman wel voor de CL.... Daarnaast is dat gezeur over fundament onzin, want Adriaanse legde geen fundament. Die zette de spelers die later zouden uitgroeien tot sterkhouders op de bank, vreemde posities of in het tweede of zelfs in kleedkamer 34.

Hoe je het ook wendt of keert, Ronald Koeman is de laatste succesvolle Ajax-coach geweest.
Totaal niet mee eens. Heb het altijd een lulletje gevonden.
Beschouwdonderdag 30 augustus 2007 @ 20:48
quote:
Wat weet hij?

Hij stond onder contract bij Norwich City en was een beetje bij ons uit beeld geraakt, maar het was Henk ten Cate die Jurgen Colin opduikelde. Colin mocht zich bij Ajax op de training bewijzen, drie weken lang. En het was opnieuw Henk ten Cate die na die drie weken de Ajax-leiding positief adviseerde zijn voormalige pupil daadwerkelijk een contract aan te bieden.

Al weken vraag ik me af waar Colin dat aan heeft verdiend.

Weet Jurgen Colin iets van Henk ten Cate wat niemand anders weet? Is er in de periode dat ze beiden bij NAC Breda in dienst waren, de een als voetballer, de ander als trainer, iets gebeurd wat het daglicht niet kan verdragen? Hoe is het anders te verklaren dat Jurgen Colin na zijn proefperiode op positief advies van Ten Cate bij Ajax een contract kreeg voorgeschoteld?

Met voetbalkwaliteiten kan het niks van doen hebben.

Elke voetballer die bij Ajax speelt of gespeeld heeft, heeft het in interviews altijd over het technisch hoge niveau van partijtjes op de trainingen. Zij roemen de hoge handelingssnelheid, de vlotte balcirculatie en de talloze fraaie acties, de ene nog mooier dan de andere. Liefhebbers, die wel eens een training van Ajax bezoeken, staan likkebaardend langs het trainingsveld. Zo is het tenminste altijd geweest.

Tot een paar weken geleden, toen werden er plots geen partijtjes meer gespeeld. Jurgen Colin moest immers gecontracteerd worden en elke blinde zou bij partijvormen onmiddellijk zien dat Colin het Ajax-niveau mist.

Zo is Jurgen Colin Ajacied geworden en hij heeft er inmiddels al een vijftal wedstrijden opzitten. Vijf wedstrijden waarbij zijn onkunde steeds opviel, met de wedstrijd tegen Slavia Praag woensdagavond als absolute dieptepunt. Toen zag je dankzij de regie van de Tsjechische televisie de angst en vertwijfeling pas goed in zijn ogen. Angst en vertwijfeling iedere keer wanneer hij bal aangespeeld kreeg. Zelfs als hij een ingooi moest nemen.

‘Wat moet ik doen’, spraken die ogen. Paniek, schrik, radeloosheid; het streed bij Jurgen Colin om voorrang. Ballen die voor zijn voeten vielen werden lukraak naar voren geknald en aan alle kanten werd hij door aanvallers voorbijgelopen. Blijkbaar geeft bij Ajax spelen hem de ultieme bevrediging, zoals elk Nederlands jongetje dat van een voetbalcarrière bij de Amsterdammers droomt. Colin heeft er in ieder geval veel voor over. Een ander had woensdag vrijwillig om een wissel verzocht.

En de trainer? De trainer deed niks. Henk ten Cate zag het vanaf de bank allemaal gebeuren, met de handen gevouwen voor de licht openstaande mond en met dichtgeknepen oogjes. Hij haalde Urby Emanuelson en Kenndy Bakircioglu naar de kant, twee voetballers die Colin aan het imiteren waren. Maar die mocht blijven staan.

Wat weet Colin van zijn trainer?

Omkoping, doping, grof geweld, dood, hel en verdoemis. Met alle verschijnselen is de voetballerij al geconfronteerd geweest, maar zeg nou eerlijk; Jurgen Colin in het eerste van Ajax kan toch niet anders dan pure chantage zijn?
methodmichvrijdag 31 augustus 2007 @ 16:34
quote:
Op donderdag 30 augustus 2007 18:06 schreef Sethje het volgende:

[..]

Totaal niet mee eens. Heb het altijd een lulletje gevonden.
Toch is het wel een feit dat Koeman Ajax de laatste titel bracht en als laatste acceptabel ver de CL in hielp....

Beschouw heeft een punt over Colin, al vind ik het de laatste weken wel erg makkelijk om allemaal Colin af te kraken. De invalshoek is echter wel aardig gevonden.
tong80vrijdag 31 augustus 2007 @ 16:56
Zelden een speler zo leuk afgebrand zien worden Complimenten beschouw.

Beschouwdonderdag 6 september 2007 @ 22:47
quote:
Soap

Komt hij wel of komt hij niet? Bij SC Heerenveen is het elke dag de vraag of Afonso Alves zal verschijnen. Een beetje silmme jongen kan bergen geld verdienen als hij een poule organiseert waarbij goklustigen een geldbedrag kunnen inzetten op de vraag of Alves al dan niet op komt dagen.

Het is wat met die Braziliaan.

De bij Malmö FF weggeplukte aanvaller schoot vorig seizoen in Friese dienst 34 keer raak in 31 competitiewedstrijden, werd door bondscoach Dunga opgenomen in de Seleçao en een glorieuze toekomst lag in het verschiet. Hij schoof zaakwaarnemer Paulo César Almeida aan de kant, de man die hem bij Heerenveen onder dak had gebracht en ging in zee met Roberto Tiburcio, die hem wel eens even bij een grote club zou onderbrengen.

’s Nachts droomde Alves van gouden bergen en vette bankrekeningen en liet Tiburcio zijn gang gaan.

De deadline van de transferperiode naderde, maar hoe zeer zijn zaakwaarnemer zijn best ook deed, Alves had nog steeds geen nieuwe club, vooral omdat Heerenveen vasthield aan een transfersom van een dikke 17 miljoen euro. Een schijntje voor een Braziliaanse international, zo moeten ze daar in het hoge noorden gedacht hebben.

De relatie Alves-Heerenveen bekoelde met de dag. Hij bleef zonder bericht van kennisgeving weg van trainingen, weigerde op het jaarlijkse voetbalgala te verschijnen om zijn Gouden Schoen in ontvangst te nemen en als apotheose werd besloten een persbericht op te stellen, waar de honden geen brood van lusten.

Die brief schrijven moet trouwens wat voeten in aarde hebben gehad. Alves, door zijn eerste zaakwaarnemer een labiele jongen genoemd, die zich laat hersenspoelen door zijn huidige zaakwaarnemer was lijfelijk aanwezig. Trainen in deze omstandigheden, daar stond zijn pet toch niet naar.

Daar zat hij dan, met elektroden op zijn kop in een vakantiehuisje op het Friese platteland dat Tiburcio voor een weekje gehuurd had. Het knetterde een beetje en in de kamer rook het naar verschroeide haren. Vanaf het hoofd liepen draden naar een laptop, waaruit met een wav-bestandje de woorden ‘geld, geld, geld’ naar de hersenpan van Alves stroomden. Het was geen kwelling dat gevoel. Integendeel. De monotone klanken brachten een euforisch gevoel te weeg, nog versterkt door beelden van prachtige villa’s, peperdure automobielen en fonkelende sieraden die via een dvd-speler op de televisie vertoond werden.

Ja, Tiburcio en zijn hulpje Wagner Augusto waren ingenieus bezig. Terwijl zij hun pennen in vilein doopten en zinsneden als ‘moderne slavenarbeid’ en ‘supporters die geleid worden door nazistische overtuigingen’ in hun brief verwerkten, zat Alves met een wellustige blik te kwijlen op de bank. Die mooie club en het grote geld zouden vast komen. Is het nu niet, dan toch zeker in de volgende transferperiode tijdens de wintermaanden.

Vandaag was Alves plotseling wel op de training bij Heerenveen. Hij peerde een paar ballen op het doel, liep zich voor de vorm in het zweet en vertrok een paar uur later naar de Verenigde Staten, waar hij met het Braziliaans elftal twee wedstrijden gaat spelen. Dat hij daarmee zijn marktwaarde nog meer vergroot en Heerenveen in de gelegenheid stelt een paar miljoen meer voor hem te vragen, zal in zijn hoofd niet opkomen. Al zijn hersenstellen staan immers ingesteld op een letterlijk gouden toekomst.

Tiburcio, zijn zaakwaarnemer zou het wel moeten snappen. Maar ook die is volkomen in beslag genomen door grof geld dat te verdienen valt aan een transfer van Alves. Een klein succesje heeft hij al geboekt. Riemer van der Velde en Dirk Scheringa zijn al in een verbaal gevecht verwikkeld over de poging van AZ om Alves voor een prikkie van Heerenveen over te nemen. ‘Aasgieren’, zo sneerde Van de Velden. ‘Bedoelt hij AZ niet mee’, reageerde Scheringa. ‘Wie de schoen past, trekke hem aan’, vervolgde Riemer. Het laatste woord hierover is nog lang niet gezegd.

Tiburcio ziet het grijnzend aan. Hij ziet een eerste succesje gloren in zijn guerrillatactiek en roept zijn maatje: ‘‘Wagner, waar zit je? Kom, we gaan een nieuwe brief schrijven.” Morgenavond kunnen we overal lezen dat de voetbalclub Heerenveen vergeleken wordt met een strafkolonie, een concentratiekamp, waar voetballers hun rechten worden ontnomen en uitgeknepen worden als citroenen. Hoe lang gaat deze soap nog duren?


[ Bericht 0% gewijzigd door Beschouw op 06-09-2007 23:03:14 ]
-Vaduz-donderdag 6 september 2007 @ 22:59
Leuk stukje Beschouw, ik kon m'n beeldende vermogen weer eens goed gebruiken.
tong80zaterdag 8 september 2007 @ 01:53
Schitterende column beschouw. Blijft jammer dat je niet op de FP wil posten.

Beschouwdonderdag 13 september 2007 @ 22:14
quote:
Geluk?

Zwarte katten mijdt hij en onder ladders door loopt hij niet, want je moet het geluk niet tarten. Pas nog, toen hij met Liesbeth inkopen deed in Amsterdam, spatte een dakpan vlak achter hem in gruzelementen. Het scheelde maar een paar centimeter of Marco was er niet meer geweest. Liesbeth was zich rot geschrokken, maar Marco had achteloos zijn schouders opgehaald. Aan geluk is hij allang gewend.

Gisteren ook weer. Terwijl half Nederland in wanhoop de nagels van alle tien vingers tot aan de nagelriem afgekloven had, zat hij met een rustig gemoed in de dug-out van het Qemal Stafa stadion in Tirana, waar zijn ploeg een EK-kwalificatiewedstrijd afwerkte tegen het onbeduidende Albanië.

Van der Sar had al een paar wereldreddingen op zijn naam staan, een eigen doelpunt van Mario Melchiot was om onbegrijpelijke redenen afgekeurd en de Nederlandse voetballers wisten maar geen bres te vinden in de Albanese defensie. Het spel van Oranje was allerbelabberdst. Te genieten viel er helemaal niks.

Dit gaat verkeerd aflopen, dachten wij allemaal.

Een normaal mens zou trillen van de zenuwen en met een rood aangelopen hoofd bevelen schreeuwen naar de ploeterende spelers, maar Marco van Basten zat er met een gezicht alsof het allemaal goed zou komen. De bondscoach, die vlak voor de wedstrijd van zijn echtgenote gehoord had dat hij de hoofdprijs had gewonnen voor zijn ingeleverde kleurplaat bij de buurtsuper, voelde eens aan zijn schouder. Ja hoor, het engeltje zat er nog.
Even later scoorde Ruud van Nistelrooij met een achteloze voetbeweging de 0-1.

Na afloop stond de bondscoach de pers te woord. Zonder te verblikken of te verblozen had hij het over een juiste uitvoering van de taken en een verdiende zege.

En toen werd weer overgeschakeld naar de Nederlandse studio, waar Johan Derksen en Wim van Hanegem eerder op de avond bij Wilfred Genée aan tafel waren aangeschoven en de hele wedstrijd op een televisiescherm hadden gevolgd. Als Statler en Waldorf, de oude grompotten uit de Muppet Show lieten ze geen spaan heel van Van Basten. Er deugde werkelijk helemaal niets van zijn beleid en het spel van Oranje was om te gruwen. Vooral Johan Derksen trok fel van leer.

De hoofdredacteur van Voetbal International heeft het altijd over vermakelijke televisie, telkens als Louis van Gaal voor een camera te keer gaat. Het getier van Derksen was gisteren ook vermakelijke televisie. Kostelijk. Ik heb genoten, vooral ook omdat het er niets toe deed. Er was gewonnen, Oranje was drie punten rijker en plaatsing voor het eindtournooi kan eigenlijk niet meer misgaan.

Terwijl Derksen zich hevig zat op te winden, vulde Marco van Basten in het verre Albanië een lottoformuliertje in, dat hij bij vertrek vanuit Nederland in de binnenzak van zijn colbert had gestoken. We moeten niet raar opkijken als hij zondagavond alle cijfers én het reservegetal juist heeft.
tong80donderdag 13 september 2007 @ 22:45


-Vaduz-donderdag 13 september 2007 @ 22:49
Prachtig begin en eind Beschouw.
sjimzvrijdag 14 september 2007 @ 15:16
quote:
De bondscoach, die vlak voor de wedstrijd van zijn echtgenote gehoord had dat hij de hoofdprijs had gewonnen voor zijn ingeleverde kleurplaat bij de buurtsuper, voelde eens aan zijn schouder.


Mooi stukje Beschouw
HeatWavevrijdag 14 september 2007 @ 15:40
Goed stukje .
NumberNinevrijdag 14 september 2007 @ 15:59
Grappige en goed geschreven column.
methodmichvrijdag 14 september 2007 @ 20:22
Leuk! Kan je die niet submitten naar de FP?
tong80zaterdag 15 september 2007 @ 00:47
Iedere column van beschouw hoort op de FP.

Beschouwvrijdag 21 september 2007 @ 22:03
quote:
Voor hoe lang?

Zeven keer stond Maikel Aerts vorig seizoen bij Willem II onder lat en vier keer hield hij de nul. Hij leek op weg om zijn in het slop geraakte carrière een positieve wending te geven toen het noodlot toesloeg. Op een training blesseerde hij zijn arm zo zeer, dat een ingrijpende operatie noodzakelijk was en hem een langdurige herstelperiode te wachten stond. We kunnen ons wel voorstellen hoe Maikel keek toen hem dat overkwam.

Boos, ontzettend boos. Een woeste blik in de ogen, de wenkbrauwen diep gefronst, de plooien in het gelaat strak en diep en een verbeten trek om de mond. Het schuim stond nog net niet op de lippen, maar de keepershandschoenen, die hij van de knuisten stroopte, werden in flarden gescheurd tegen de muur geworpen.

“Aaaaargh.’’ De ramen van de kleedkamer, waarheen een paar bezorgde ploegmakkers hem gedragen hadden, rammelden in hun sponningen. Maikel Aerts was woest en zwaar teleurgesteld. “Waarom overkomt mij dat?’

Bevrijd voelde hij zich nog maar een paar maanden eerder. Willem II had hem in de winterstop losgeweekt bij Feyenoord, waar hij ineengeschrompeld was tot een zielig keepertje met een enorme faalangst. In De Kuip had hij trainer Koeman zelfs eens verzocht om een wissel, omdat hij stond te schutteren als een beginneling. Koeman had de wens ingewilligd en sindsdien was niets meer vernomen van Maikel Aerts.

In Tilburg pakte hij de draad weer op. Onder de lat in het stadion aan de Goirleseweg stond ineens een geel gevaarte met een donderende stem. Supergeconcentreerd was hij en als een van zijn verdedigers eens een steekje lieten vallen, schold hij hen helemaal verrot. De onmogelijkset ballen werden gestopt en trainer Dennis van Wijk zag het met veel voldoening aan. Een winnaar in het veld kon zijn kwakkelend clubje wel gebruiken.

Gesteund door zijn trainer ging Aerts tijdens wedstrijden en op trainingen te keer als een wildeman. Hij ontzag niets en niemand, ook zich zelf niet. Vergeten was de periode bij Feyenoord. Bij Willem II was het beest in Aerts weer opgestaan. Zijn gebrul moet met gunstige wind zelfs tot in Breda te horen zijn geweest.

Maar plotseling gooide die zware blessure roet in het eten. Björn Sengier verscheen in het doel en de strapatsen van de Belg werden door Aerts vanaf de tribune met afgrijzen aanschouwd. Hulpeloos zat hij zichzelf op te vreten van woede.

Voor dit seizoen werd Kenneth Vermeer als stand-in aangetrokken door Willem II. De Ajacied, al jaren als een groot talent beschouwd, zou Maikel Aerts helemaal doen vergeten, zo dachten alle kenners. De nog steeds niet herstelde Aerts moet toen de moed in de schoenen gezonken zijn, zeker toen bekend werd dat Ajax voor Vermeer een basisplaats eiste in Tilburg.

De vertwijfeling sloeg toe. Bijna had Aerts teruggegrepen naar het witte poeder,dat hem in 1997 zo’n goed gevoel had gegeven. Hij stond op het punt zijn toenmalige huisdealer te bellen, maar de herinnering aan de langdurige schorsing nadat tijdens een controle het spul in zijn lijf was aangetroffen, weerhield hem er van.

‘Waarom zou ik zo stom zijn,’ dacht hij. Hij was toch al bijna hersteld. Een paar weken zou het nog duren, vooraleer hij weer helemaal los kon. Die tijd kwam hij ook wel door. In de vier competitiewedstrijden tot nu toe zag hij vanaf de tribune Vermeer schutteren en blunderen. Met moeite kon hij een glimlach onderdrukken. Mijn tijd komt nog wel.

Vandaag bracht Dennis van Wijk naar buiten dat Maikel Aerts de komende wedstrijd terugkeert in het basiselftal van Willem II. Kenneth Vermeer kan in de dug-out plaatsnemen. Morgenavond staat de kaalgeschoren doelman tegen Roda JC dus weer in het doel. Als vanouds zal hij tekeer gaan. Roepend, scheldend, druk gebarend, totaal bezeten en vastberaden om zijn heroverd plekje nimmer meer af te staan.

We moeten er niet van opkijken als hij in zijn enthousiasme met zijn kale kop tegen de paal duikt en met een beschadigde schedel met loeiende sirenes naar het Tilburgse St. Elisabeth Ziekenhuis getransporteerd wordt. De loopbaan van Aerts is er al sinds jaar en dag één met vallen en opstaan. Waarom zou het dan nu ineens voortvarend gaan?


[ Bericht 0% gewijzigd door Beschouw op 21-09-2007 22:47:14 ]
tong80vrijdag 21 september 2007 @ 22:44
Je bent weer in vorm beschouw

Bjorozaterdag 22 september 2007 @ 22:47
gewoon de nul, Beschouw !
Beschouwdonderdag 27 september 2007 @ 22:51
quote:
Op zaterdag 22 september 2007 22:47 schreef Bjoro het volgende:
gewoon de nul, Beschouw !
Gewoon weer gebleseerd, Bjoro.
Beschouwdonderdag 27 september 2007 @ 23:15
quote:
1+1=2

We zagen hem op de tribune nog gezellig keuvelen met Riemer van de Velde, gisteren tijdens de bekerwedstrijd Jong Heerenveen-PSV. “Jokeren Riemer, dat is het helemaal”. De wedstrijd liep op zijn einde en Jan Reker had al lang in de gaten dat zijn club niets meer kon gebeuren. Hij vertelde de ex-voorzitter van Heerenveen van zijn nieuwe verslaving: het kaartspel jokeren, waar hij sinds enige maanden helemaal verslingerd aan was geraakt.

Per 1 juli 2007 is Reker als algemeen directeur in dienst van PSV en dat was een mooie stap verder in de spotlights. Het leven lachte Jan trouwens toch al lange tijd toe. Sinds mensenheugenis was hij de drijvende kracht achter de CBV, de belangenvereniging Coaches Betaald Voetbal. Voor zijn aantreden was de CBV altijd een obscuur clubje geweest zonder enige invloed, maar Reker had het uitgebouwd tot een imperium, een instituut waarmee tegenwoordig terdege rekening gehouden moet worden.

Hele volksstammen afgestudeerde Nederlandse voetbaltrainers waren van Jan Reker afhankelijk. Hij en hij alleen kon je maken en breken. Als een trainer bij hem in de pul viel, beval hij zo iemand aan bij binnen- en buitenlandse clubs die een nieuwe oefenmeester zochten. Mocht hij je niet, dan werd jouw naam nooit genoemd.

Jan Reker ging zich overal en nergens mee bemoeien. Trainers zoals Co Adriaanse, die zich met milde spot kritiek permitteerden op collega’s ontvingen een standje van Jan Reker. En als dat niet hielp werden ze door hem persoonlijk als lid van de CBV geroyeerd. Jan Reker was de tsaar van de trainersvakbond en wie hem niet beviel werd naar de Goelag Archipel gestuurd.

Het gevolg was dat Reker het middelpunt werd van strooplikkerij en gevlij en daar wentelde hij zich graag in. Zijn ego groeide met de dag.

De nood moet bij PSV wel erg aan de man zijn geweest dat ze Jan Reker als voorzitter aanstelden. Reker deed voorkomen dat hij aangenaam verrast was met zijn nieuwe baan, maar zijn gezicht sprak boekdelen. Toen het nieuws op een persconferentie wereldkundig werd gemaakt, zagen we een zelfvoldaan man. Alsof hij niet blij moest zijn met PSV, maar PSV met hem!

Eindelijk had hij het voor elkaar. Jan Reker zat op de hoogste post bij een toonaangevende voetbalclub en daar was hij erg tevreden mee. Nu kon hij nog meer de baas spelen.

Reker sloot zich op in de burelen van PSV, zo vertelde hij in de spaarzame ogenblikken dat hij in de openbaarheid trad. De hele club werd doorgelicht en hij zou wel eens even aangeven waar er verbeteringen moesten aangebracht worden.

Na een aantal weken had hij het door. Op kantoor werd hele dagen gejokerd en na elk spel werd de stand handmatig bijgehouden. Hele onderlinge competities werden er afgewerkt. Het bijhouden van de scores was tijdrovend en in het verleden waren daarom wel eens wat zaken niet aan bod gekomen. Zoals de inschrijving van Ruud van Nistelrooy en John de Jong in de Champions League bijvoorbeeld. ,,Maar meneer Reker, daar hadden we geen tijd voor’’, hadden de mensen van kantoor hem toevertrouwd. ,,U weet niet hoeveel tijd wij kwijt zijn aan het bijhouden van de stand.’’

Er brandde een lampje boven het hoofd van Reker. Een oplossing van dit probleem schoot hem meteen te binnen. ,,Dat gaan we anders doen”, verordonneerde hij en met een klap van de vuist op tafel bekrachtigde hij dit besluit. Maanden en maanden was hij bezig om een computerprogramma in elkaar te zetten, waarmee de punten van het jokeren automatisch opgeteld konden worden. Vorige week presenteerde hij het voor het kantoorpersoneel. Vanaf die dag hoefde niemand nog punten te tellen; de stand werd door de computer bijgehouden.

Zo, dat had hij maar mooi voor elkaar. Nu was er weer tijd om wedstrijden van het eerste elftal te bezoeken. Jong Heerenveen-PSV was de eerste wedstrijd. Ha, leuk. Kon hij mooi vertellen over zijn eerste succes als algemeen directeur van PSV: het volkomen geautomatiseerd programma om de telling bij het jokeren bij te houden. De verbijsterde blik op het gelaat van Riemer van der Velde staat ons voor eeuwig in het geheugen gegrift.

Op kantoor bij PSV was er deze week weer verwoed gekaart. Niemand had in de gaten dat Manuel da Costa vanwege twee gele kaarten een schorsing zou moeten uitzitten in het bekertoernooi. De patience-competitie naderde immers de eindfase van de eerste ronde en er waren nog heel wat punten te verdienen. En tellen deed niemand meer bij PSV. Dat deed de computer.

Vanwege het opstellen van Da Costa werd PSV door de KNVB meteen uit het bekertoernooi verwijderd. In Eindhoven zijn de rapen gaar nu. Jan Reker zien we ook weer op de voorgrond treden. ,,Hier is het laatste woord nog niet over gezegd. Ik heb onmiddellijk besloten de procedures aangaande dit soort administratieve zaken intern drastisch te wijzigen”, liet hij optekenen.

Voortaan wordt bij PSV de stand in de patience-competitie weer handmatig verwerkt. Zo zal het kantoorpersoneel opnieuw leren op te tellen. Morgen geeft Jan Reker een eerste les. ,,Jongens, 1 plus 1 is 2. Gesnapt?"
methodmichvrijdag 28 september 2007 @ 19:12
Altijd wat met PSV. Hadden ze Van Raaij nog maar, die kon er altijd leuk over vertellen bij Henk Spaan.

Terugkomend op een andere oude column van je: Rooie Koos maakt het niet best bij DOTO. De harde kern begint al om zijn ontslag te vragen.
tong80zaterdag 29 september 2007 @ 23:18
Goeie typering van een enge man. Op ouderwetse beschouwiaanse wijze beschreven met leuke vergelijkingen.

methodmichdinsdag 2 oktober 2007 @ 18:55
quote:
HET VINGERTJE VAN RAVENSBERGEN

Quick Boys uit, dat klinkt toch op de één of andere manier altijd speciaal. Het is grotendeels de historie natuurlijk, want de meest recente prestaties van de zaterdaghoofdklasser uit Katwijk rechtvaardigen het niet om in één adem met pakweg IJsselmeervogels genoemd te worden. Al is de veelvraat uit Bunschoten-Spakenburg eigenlijk een klasse apart aan het worden, want ook de andere teams uit de top van de eeuwige ranglijst van het zaterdagvoetbal zijn het spoor van de “Rooien” al een tijdje kwijt.

Maar Quick Boys, dat is een fanatiek publiek, dat altijd vrij ruim aanwezig is. Schijnt dat ze soms rommelen met de bezoekersaantallen, maar dan nog, vijftienhonderd zijn het er nog wel. Vijftienhonderd blauw witte narren, zoals ze zichzelf noemen op het supportersforum. Fanatiek tot op het bot, soms resulterend in niet zulke fijne zaken. Laten we die eens vergeten en naar het sportieve plaatje kijken. Dan is sportpark Nieuw Zuid een bijzonder fraai onderkomen, met zicht op de duinen en gloednieuwe Dirk Kuijt-tribune. Ziet er schitterend uit natuurlijk en het heeft wel iets imposants als je de afdaling richting hoofdveld maakt.

Helaas voor Quick Boys is dit seizoen, as we speak, het terrein indrukwekkender dan het elftal. Kan best veranderen hoor, maar wat de mannen van trainer John Blok tot nu toe op de mat legden is bepaald niet om over naar huis te schrijven. Dat terwijl er vuurwerk was verwacht, mede door de rentree van enkele verloren zonen. Niels van Duijn besloot het in zijn dagelijks leven hogerop te zoeken en verkoos een opleiding tot piloot boven een profavontuur bij FC Volendam. Dan heb je een prima back, met veel drang naar voren en een tomeloze inzet. Hendrik van Beelen en Robert-Jan Ravensbergen zagen geen brood meer in een langer verblijf bij Haarlem en dus werden de spelmaker annex spits, ooit een groter talent genoemd dan tribunenaamgever Dirkie Kuijt, en centrale verdediger weer speler van Quick Boys.

En ja, dan gaan ze los daar in Katwijk-zuid. Dan is de titel al zo goed als binnen en zijn de andere bollenploegen, DOTO en ASWH nog slechts lastige vliegen die van de blauw witte ruggen geveegd moeten worden. Erop met dat wereldelftal, als een vliegenmepper slaan we de concurrenten plat. Al wie zelfs maar in zijn hoofd haalde te denken dat Quick Boys niet zo één twee drie de titel zou gaan pakken, werd bijkans voor gek verklaard. Deze kwaliteitsinjectie was het begin van een nieuwe glorietijd, waar ze zo naar snakken daar op Nieuw Zuid. Het is immers alweer drie jaar geleden dat de laatste titel gevierd mocht worden en dat is naar de begrippen van de succesvolle vereniging veel te lang.

Maar het liep anders, weten we inmiddels. Er was buiten de Hoekse Waard gerekend, want Geert Bakker en zijn rappe maatjes schoten eens flik uit hun slof in de eerste competitieronde. 1-4 werd het en op de Dirk Kuijt-tribune wist men niet wat men zag. Vervolgens kreeg Quick Boys niets meer of minder dan voetballes bij rivaal Noordwijk en was “SHO” geen incident meer. De daaropvolgende thuiszege op DOTO was dan ook broodnodig. “DOTO” leek echter wel een incident te worden, want de derby tegen Katwijk ging verloren. Dat doet heel erg veel pijn bij iedereen die zich nar noemt. Dan lachen de narren niet, dan huilen ze stilletjes in een hoekje. En dan begint het gemor. Drie punten uit vier duels, waar op een titel gerekend wordt, dat kan niet. Dat mag niet! De spelers redden zich nog even door wel door te gaan in de KNVB-beker, waarop Daniël Kulk beloofde dat de komende 22 duels gewonnen zouden worden.

Daar begint het dan allemaal. De verwachtingen zijn hooggespannen en lijken vooralsnog te hooggespannen. Natuurlijk kwamen en zijn er goede spelers, maar er is ook een hoop middelmaat. Wil je dan een rol van betekenis spelen in de sterke hoofdklasse A, dan moet alles kloppen. Het is echter duidelijk dat dit niet het geval is. Tegen ASWH was er dan ook een wat vreemde sfeer op het sportpark. Men was stilletjes. De spelers deden hun best, maar imponeerden weer niet. Daarna schoot Danny Versluis de Ambachters naar 0-1 en toen begon het sportpark te leven. Daar kwamen de beschuldigende vingertjes. “Johnnie rot op!” en “Wij willen voetbal zien” schalde uit de hoek van de Dirk Kuijt-tribune. Daar zaten ze dan, de visserszonen die hun meest gewenste prooi, de titel, nog verder zagen wegdrijven. Elke geslaagde combinatie van ASWH werd begeleid door een “heeee”, om de thuisploeg nog verder in de hoek te drukken. Ze moesten het maar eens voelen. Dat het toch nog 1-1 werd, door Robert-Jan Ravensbergen, kwam eigenlijk niet eens zo goed uit. Maar goed, toch maar juichen.

Helaas voor dat deel van de fans was Ravensbergen de vingertjes echter spuugzat. De aanvoerder der narren spoedde zich naar de hoek van de tribune en toonde zijn eigen vinger. De middelste, welteverstaan. Dom, dom, dom. Maar oh, wat had ik een begrip voor Ravensbergen, die samen met zijn ploeg vocht tegen verwachtingen die vermoedelijk niet in te lossen zijn dit seizoen. Daarvoor ontbeert het Quick Boys domweg aan kwaliteit in het gehele elftal. Let wel, lang niet elke supporter op Nieuw Zuid deelde de mening van de “oproerkraaiers”, zo werd me duidelijk. Zij begrepen wellicht dat de spelers echt wel inzet toonden, maar niet meer konden dan ze lieten zien. Zoiets legde Ravensbergen later in een open brief op de site van Quick Boys ook uit. Hij sloeg de spijker op de kop, vanuit neutraal oogpunt gezien. Zodat zijn middelvinger uiteindelijk de functie kreeg van een moralistisch geheven vingertje over wenselijk gedrag van supporters. Of het helpt? Ik vrees dat het hoofd van trainer Johnnie nog altijd op het Blok ligt bij een deel van de fans, dat voetbal wil zien en een titel eist. Al steekt het hele elftal de middelvinger op. Zonde, van dat mooie sportpark.
-Vaduz-dinsdag 2 oktober 2007 @ 19:25
Mooi stukje Michel, er is me wat meer duidelijk nu over de situatie.
Beschouwdinsdag 2 oktober 2007 @ 19:36
Inderdaad prachtig complex.
Idioot dat supporters altijd beginnen te morren als er niet aan de door hen gestelde hoge verwachtigen voldaan kan worden. Bij Quick Boys is het dus al net zoals bij de meeste andere clubs. Triest.
methodmichwoensdag 3 oktober 2007 @ 16:15
Bij QB zijn altijd hoge verwachtingen natuurlijk!

Overigens hebben ze hem op www.hoofdklasse.net ook gepubliceerd.
Beschouwdinsdag 9 oktober 2007 @ 14:09
quote:
Een dief in de nacht

Zwarte wolken versluieren de bleke maan, die toch al aan het laatste kwartier bezig is. Lantaarnpalen zijn er niet op deze afgelegen locatie. Je ziet geen hand voor ogen. Inktwarte duisternis regeert. Slechts een interieurlampje licht zwak op, voor de rest is het aardedonker. De boordradio kraakt. Een mechanisch misvormde stem klinkt op uit de politieauto, die met gedoofde lichten en geopende portieren op de oprit van kiezels geparkeerd staat. Er is niemand te zien.

Of ja, toch. Achter de hoge haag is plots beweging. Zaklampstralen schieten ritmisch heen en weer in de cadans van twee lopende mannen die met een derde tussen hen in vanachter de heg tevoorschijn komen, op weg naar de politieauto. Even later slaan de portieren dicht, de koplampen worden ontstoken en de patrouillewagen rijdt weg. Opspattende kiezels ruisen in het hoge gras. Dan valt een grote stilte over de plek des onheils, die weer gedompeld wordt in de totale duisternis van een half uurtje geleden.

Op het politiebureau was die avond een inbraakmelding binnengekomen. Sportzaak in het dorpje. Twee dienstdoende agenten, op patrouille niet ver uit de buurt, werden er door de centrale op af gestuurd. '‘Kijk wel uit jongens, je weet nooit wat je aantreft'’, werd hen nog toegevoegd.

Aangekomen op de plaats van het delict waren de dienders uitgestapt. In de ene hand een zaklamp, de andere op de greep van het dienstpistool. Voorzichtige spiedden ze om zich heen, gespitst op elk geluidje. Rinkelend glas gaf aan dat ze niet voor niets waren gekomen. Er was wel degelijk iemand in het donkere, vrijstaande pand in dit afgelegen stukje niemandsland.

Enige minuten later hadden ze de dief in de kladden gevat. Zittend voor een kast had die niet eens gemerkt dat hij benaderd werd en voor hij het in de gaten had, was de man gegrepen en in de boeien geslagen. In het licht van de zaklamp hadden ze gezien dat de dief een donkere man was met een zeer bekend gezicht.

Op weg naar het politiebureau om hun vangst af te leveren, hadden ze elkaar meermaals verbaasd aangekeken. In het licht van het interieurlampje hadden ze bij het instappen al gezien dat ze een bijzonder vreemde vangst hadden gedaan. Op de achterbank van hun politieauto zat Henk ten Cate, tot vanmiddag nog de trainer van Ajax. Per radio brachten ze de commandant van de nachtdienst op de hoogte van hun komst: in de sportzaak in het dorpje hadden ze Henk ten Cate op heterdaad betrapt.

Aangekomen op het bureau werd meteen een verhoorkamer in gereedheid gebracht. Henk ten Cate werd er van de auto onmiddellijk heen geleid. De trainer zweeg, nam met neergeslagen blik plaats op een stoel. Op de eerste vraag sloeg hij al gelijk door. Ja, hij was aan het inbreken in de sportzaak. Het afscheid bij Ajax was zo abrupt, dat hij niet eens een aandenken mee had kunnen nemen. "Ik wilde graag een clubvaantje van Ajax hebben, dat ik naast dat van Barcelona kon hangen op mijn slaapkamer", sprak Henk bedremmeld. ,,Maar omdat Maarten van Geel en de andere beleidsbepalers van Ajax not amused waren over mijn toch wel onverwachte vertrek naar Chelsea, zou dat clubvaantje er nooit komen, besefte ik. Dan er maar eentje jatten bij de sportzaak in het dorp. Daar hadden ze hele mooie exemplaren, zo had ik gehoord. Sorry jongens, ik weet dat ik fout ben, maar ik vraag toch een beetje begrip." Hij zweeg mismoedig, het hoofd steunend op de handen, de vingers gevouwen voor de mond .

Na deze bekentenis werd Henk vrijgelaten. De dienstdoende agenten hadden elkaar nog eens aangekeken. “In de voetballerij is toch alles mogelijk”, schudden ze hun hoofd. ,,Henk ten Cate, een dief in de nacht. Hoe is het mogelijk?”


[ Bericht 0% gewijzigd door Beschouw op 10-10-2007 16:28:04 ]
methodmichdinsdag 9 oktober 2007 @ 19:42
Leuk de spreekwoordelijke context in een letterlijke situatie geplaatst!
tong80woensdag 10 oktober 2007 @ 00:51
Briljant weer mensen. De FP zou blij zijn met zo'n columnist

methodmichvrijdag 19 oktober 2007 @ 18:51
quote:
IDEETJE

Vanmorgen, vlak voor het vertrek richting mijn werk, plofte AD / De Dordtenaar nog op de mat. Weer eens erg laat, zoals gebruikelijk bij deze bezorgster. Snel liet ik mijn blik nog langs de regionale en landelijke sportpagina’s glijden. Ineens viel mijn oog op een kop die me direct greep. De hele dag heb ik het idee van Maarten Fontein laten bezinken. Ik kan niet anders concluderen dan dat Ajax dit directielid spoedig moet ontslaan, want deze man spreekt wartaal.

Fontein, dat is het type dat vroeger steevast als laatste werd gekozen bij het pleintjesvoetbal. Als hij al voetbalde. De man oogt namelijk meer als iemand die zich vermaakt met hockey of golf dan als een man die van voetbal houdt. Het duurde een week of drie voor hij snapte dat blessuretijd en verlenging niet hetzelfde zijn. Bovendien heeft de man nog altijd hoofdpijn van het puzzelen met de uitdoelpuntenregel in Europese wedstrijden. 0-1 en 2-3 is bij hem immers nog altijd gelijk. De yup is meer de man die “iets met Ajax moet doen in het buitenland.” Sponsors binnen praten. Zo sloot hij een deal met Aegon, zonder ABN Amro vooraf in te lichten. Maar goed, Fontein is begaan met het Nederlandse voetbal!

De man opperde namelijk een lumineus idee. Omdat de UEFA met het plan speelt de bekerwinnaars een plek in de Champions League te geven, moet het nationale bekertoernooi gered worden. Fontein wil namelijk niet dat amateurs straks Europees gaan spelen. Weg met de amateurclubs dus. Om de kans op verrassingen helemaal uit te sluiten, moeten de profclubs ook in poules gaan spelen. Zo kunnen eventuele missertjes in een enkele ontmoeting nog worden gladgestreken.

Domme meneer Fontein. De kans dat een amateurclub ooit de bekerfinale haalt is eigenlijk nul. Natuurlijk, met een lekkere loting kan je een eindje komen. Zie Quick Boys dit jaar, die speelden alleen nog tegen amateurs. Met wat mazzel loten ze straks ook nog een club uit de Jupiler League, want de historie wees uit dat die clubs nog wel eens te pakken zijn voor hoofdklassers. Elke eredivisieclub wint normaal gesproken echter altijd van een hoofdklasser, dus de vrees van Fontein is ongegrond. Hij gunt deze clubs dus geen leuke wedstrijden. Waar is de tijd gebleven dat Ajax maling had aan alles en iedereen en de maat der dingen was? De tijd waarin de Amsterdammers vol arrogantie stelden dat ze de titel en de beker zouden winnen. Nu zou het slecht zijn voor ons voetbal als we een verrassende bekerwinnaar krijgen. Nou, meneer Fontein, het is nog veel slechter dat Ajax al jaren niets meer presteert buiten de grenzen en door een falend transferbeleid zelfs nu al klaar is in Europa. Die nul puntjes had elke club kunnen halen!

Waarschijnlijk is Fontein erg geschrokken in Werkendam, toen het grote Ajax pas na verlenging met winst van het veld kon aflopen. Vermoedelijk had Fontein bij de loting nog gelachen. Kozakken Boys, wie noemt zijn club nou zo? Op sportpark De Zwaaier werden de jarenlang gepamperde talentjes uit de eigen opleiding en de dure Spaanse vriendjes van Henk ten Cate echter flink voor schut gezet door studenten en werkende mannen, die drie keer per week trainen. Door na verlenging, een blamage voor de godenzonen.

Dat nooit meer en dus moeten de amateurs maar weg! Daarbij gaat Fontein voorbij aan het feit dat zulke wedstrijden voor amateurclubs een unieke belevenis zijn. Om maar te zwijgen over de financiële kant. Dat Fontein daar geen boodschap aan heeft bleek al uit zijn opstelling in de zaak rond de televisiegelden. Dus die amateurs kunnen ook wel gedumpt worden. Dat al die Ajacieden ooit hun eerste balletje trapten op een amateurveld is maar bijzaak. Al die seizoenkaarthouders en stadionbezoekers die op zaterdag als amateur voetballen vergeten we ook. En Ajax zaterdag? Ach, als ze daar al niet het idee hadden slechts bijzaak te zijn in Amsterdam is dat nu wel duidelijk. Arme Bob de Klerk, die jaren ziel en zaligheid gaf voor de amateurtak van het grote Ajax.

Meneer Fontein piept over het feit dat AZ en PSV er nu uit liggen. Maar u begreep toch ook wel dat PSV gewoon had gewonnen, maar door een foutje in de administratie is uitgeschakeld? AZ verloor terecht bij Cambuur Leeuwarden. Mooi voor de Friezen, die een jaar eerder zelf verloren van zaterdaghoofdklasser ASWH. Ik heb toen geen Fries horen klagen. Men stak de hand terecht in eigen boezem en had zelfs bewondering voor de prestatie van de amateurs. Zoals menig eerste divisionist – want vooral zij worden uitgeschakeld door amateurclubs – die had na een nederlaag in het recente verleden.

Het plan van Fontein is werkelijk belachelijk. Laat hem zich eens druk maken om werkelijk nuttige dingen. Of er nog mini-dressjes van Ajax verkocht worden in China wellicht. Waarom de jeugd steeds meer in PSV-shirts loopt bijvoorbeeld. Dat komt niet alleen doordat ze in Eindhoven sportief beter bezig zijn, maar meer door mensen als Maarten Fontein. In pak gestoken voetbalhaters die keer op keer weer laten merken dat ze geen enkele binding hebben met de pure liefhebber. De liefhebber die wel kan genieten van een bekertoernooi waarin verrassingen plaats vinden. Een bekertoernooi met amateurclubs. Graag zou ik even de vaste uitsmijter van Henk Spaan uit zijn programma Studio Spaan willen lenen voor de heer Fontein. Vuilnisman…. Mag deze zak ook mee?
DIGGERvrijdag 19 oktober 2007 @ 20:28
Het voorstel is zo ondoordacht als het maar kan en getuigd inderdaad van weinig affiniteit met voetbal in'z'n geheel.
Maar dan z'n timing (na de drama's tegen Slavia Praag en Dinamo Zagreb daar waar het vorig jaar ook al zo lekker ging), die is echt dramatisch.

Welke kut club won vorig jaar de beker en vloog er nu direct uit in Europa, ondanks zelfs 2 'pogingen'?
PBateman1978vrijdag 19 oktober 2007 @ 20:49
Goeie column mich.
methodmichzaterdag 20 oktober 2007 @ 11:35
quote:
Op vrijdag 19 oktober 2007 20:28 schreef DIGGER het volgende:
Maar dan z'n timing (na de drama's tegen Slavia Praag en Dinamo Zagreb daar waar het vorig jaar ook al zo lekker ging), die is echt dramatisch.
Nou, dat deed hij af als "incidenten".
tong80zaterdag 20 oktober 2007 @ 13:06
Goed stukkie Mich.

Beschouwzondag 21 oktober 2007 @ 23:07
Kom niet aan de amateurs, want dan kom je aan Mich.
methodmichmaandag 22 oktober 2007 @ 16:41
Maar heb ik gelijk of niet Beschouw?
Beschouwmaandag 22 oktober 2007 @ 17:00
Het standpunt van Fontein kan ik wel begrijpen. Hij vindt ook veel bijval van bobo's van andere BVO's. Maar het plan is een aanfluiting en getuigt van minachting voor de bakermat van het voetbal: de amateurclubs. Die zouden één front moeten vormen en weigeren nog maar één oefenpotje te spelen als al die grote clubs in hun voorbereiding op een nieuw seizoen wel tegen amateurs willen voetballen om zo lekker op schot te komen.
Als Fontein en diens geestesverwanten zo graag de KNVB-beker willen winnen, moeten ze zorgen dat hun clubs maar beter voetballen.
Is het nationale bekertoernooi eindelijk eens goed georganiseerd en heeft het na jaren van ellende weer eens een beetje aanzien, willen de clubs met geld alweer een andere opzet. Je kunt dat egoïstisch noemen, maar nogmaals, begrijpelijk is het wel. Ik hoop alleen dat het er nooit van komt.
methodmichmaandag 22 oktober 2007 @ 17:14
Janus van Peenen (wie anders) heeft dat wat jij zegt ook al geopperd: geen oefenduels meer spelen als ze voor het echie niet mee mogen doen.

En het blijft apart dat juist de eerste divisieclubs, die juist meer kans maken op uitschakeling, niets hebben gezegd.
Stpanmaandag 22 oktober 2007 @ 17:25
Ik vind de Ajax-boycot voor amateurclubs van Beschouw wel aardig. Dat zal er vanwege de pieken alleen nooit van komen natuurlijk.

Ik begrijp Fontein eerlijk gezegd niet. Natuurlijk is het in het voordeel van Ajax wanneer de kansen op bekerwinst stijgen. Maar meneer Fontein vergeet dat Ajax zo groot is (of was) omdat Ajax voetbal speelt in diverse toernooien die het spannend maken. De bal is rond meneer Fontein, en daar ligt de kracht van het spelletje. Wil je alle toeval uitsluiten dan kun je je maar beter in een andere bedrijfstak gaan ophouden.
Beschouwmaandag 22 oktober 2007 @ 22:31
quote:
MAN IN BLACK

Bij elke zichzelf respecterende betaalvoetbalorganisatie is een mannetje aangesteld, dat er zorg voor draagt dat de juiste spullen klaarstaan voor trainingen en wedstrijden. Bij AZ vervulde Cor van Westerop maar liefst 22 jaar lang die belangrijke rol. Cor bepaalde in zijn eentje feitelijk het gezicht van de Alkmaarders naar de buitenwacht. Hij droeg er al die jaren zorg voor dat alles perfect geregeld was, voor elke training en voor elke wedstrijd, uit en thuis. Ballen, schoenen, trainingspakken, T-shirts voor de warming-up, wedstrijdshirts voor de spelers met bijbehorende broek en kousen, keeperoutfits compleet stapels handschoenen, slidingbroeken in de juiste kleur, regenjacks, warme sportjassen en van dat alles ook nog reservemateriaal, want er zou maar eens iets stuk gaan.

Cor deed zijn werk blijkbaar goed, want anders houd je het geen 22 jaar vol.

Een materiaalman staat er bij de spelers altijd goed op, want het is de man die voor hun spullen zorgt. Was er zo iemand niet, dan moesten ze meer van huis meenemen dan alleen een toilettas, zeker weten. Cor zal dus ook wel geliefd zijn geweest Slachtoffer van voetbalhumor is hij ongetwijfeld ook vaak geweest. Dan kwam hij weer thuis, en quasi-mopperend vertelde hij tegen zijn vrouw dat die jongens weer eens iets vervelends hadden uitgehaald. Een volle emmer gezet boven op de half openstaande deur van zijn hokje bijvoorbeeld. “Zeiknat was ik, kon me meteen weer helemaal omkleden,” mokte hij. Maar inwendig was hij telkens trots, wanneer de voetballers dergelijke fratsen met hem uithaalden. Hij gaf hem iedere keer opnieuw het gevoel er echt bij te horen en na al die jaren was hij een soort meubelstuk geworden bij AZ..

De AZ-spelers vonden het al die jaren de gewoonste zaak van de wereld dat Cor voor de spullen zorgde en behoudens wat gemopper als ze de zware kratten van de bus naar de kleedkamer moesten sjouwen, was er nooit iemand die echt vervelend tegen hem deed. Stil staan bij het vele werk dat de materiaalman verzette deden ze zelden, maar een groet of een knikje met het hoofd voor Cor al genoeg waardering. Het hoogtepunt van het jaar was de persdag aan het begin van het seizoen, wanneer fotografen en televisieploegen kwamen om beelden vast te leggen van de AZ-selectie. Trots als een pauw figureerde Cor 22 jaar lang aan de zijkant van elke teamfoto.

In juli dit jaar kwam aan het langdurige dienstverband van Cor bij AZ plots een einde. Er verscheen een piepklein mededelinkje op de website van de Alkmaarders dat club en materiaalman in goed overleg uit elkaar gegaan waren. Wat er gebeurd is, valt niet te achterhalen, maar ik vrees dat AZ in haar streven naar verregaande professionalisering elk spoortje van amateurisme uit wilde bannen. Niet dat Cor een amateur was, maar als je een topclub wilt zijn, dan moet alles top zijn. Een ouwe knar als Cor was niet meer van deze tijd, dus er moest een vervanger komen.

Marcel van Geelen heet die opvolger. Hoewel de familienaam van Marcel toch wel erg veel associaties opriep bij die van de vermaledijde ex-directeur betaald voetbal Martin van Geel, die AZ in de steek liet voor Ajax, werd Van Geelen aangesteld als nieuwe materiaalman van AZ. Hij had zijn sporen al lang verdiend op ’t Land, het jeugdcomplex van AZ, waar hij al tijden hand- en spandiensten verrichtte.

Marcel van Geelen was nog maar enkele maanden in dienst, toen hij een onvergeeflijke fout maakte, een fout die zijn voorganger Van Westerop in al die 22 nimmer gemaakt had. We waren het alweer een beetje vergeten, maar gelukkig herinnerde Wilfred Genée er ons zondagavond weer aan.

In het praatprogramma Voetbal Insite toonde de presentator aan Marcel Brands, de directeur voetbalzaken van AZ, een foto, waarop spelers van diens ploeg gele voetbalkousen droegen. Het was een foto van de bekerwedstrijd Cambuur Leeuwarden-AZ, waar de Alkmaarders toch al geen beste herinneringen aan hadden. Die nederlaag viel AZ rauw op het dak, maar het waren de sokken die een verpletterende indruk maakten. In negatieve zin, wel te verstaan. Gele sokken in combinatie met de witte broeken en de dieprode shirts, het was geen gezicht.

Marcel Brands beaamde dat het niet best was van de nieuwe materiaalman. “Hij is er op aan gesproken”, zei de directeur voetbalzaken. Van Geelen moet ontzettend op zijn donder gehad hebben, die dag. Maar voor mij heeft hij zijn fout zondag dubbel en dwars goedgemaakt.

Keeper Boy Waterman zag er die dag geweldig uit. Zwart shirt, zwarte broek, zwarte kousen. Dat hij in de blessuretijd een beslissende goal van Alves om de oren kreeg, mocht mijn pret niet drukken. De helemaal in het zwart geklede doelman deed me onmiddellijk denken aan Frans de Munck, de zwarte panter van weleer en Frans was ik eerlijk gezegd alweer lang vergeten.

Marcel van Geelen zal na afloop wel een traantje hebben weggepinkt, want de nederlaag tegen Heerenveen zal ook bij hem hard aangekomen zijn. Maar ik weet zeker dat hij een uur later in zijn hok het wedstrijdtenue van Waterman liefdevol betastte en de plooien nog even gladstreek, voordat hij het in de wasmachine stopte. “Die Boy zag er vandaag toch maar eens fantastisch uit”, zal hij gemompeld hebben.

Frans de Munck zal zondag thuis, zittend voor zijn televisie ook wel genoten hebben: “Dat ik dit op mijn oude dag nog mag meemaken.”


[ Bericht 0% gewijzigd door Beschouw op 22-10-2007 23:46:21 ]
tong80maandag 22 oktober 2007 @ 23:25
Geweldig. Ze hebben de oude materiaalman ontslagen omdat ie een keer de kousen was vergeten.

Bij mijn amateurclub hebben we ook een materiaalman voor het eerste. Hij konj niet zo goed leren maar is de beste in zijn soort. Hij zal ook wael eens de stimorol hebben vergeten. Maar gelukkig zit Wilfred er nog steeds. Schandalig wat AZ en met name vanj Heel heeft gedaan. Hij moet zulke mensen koesteren. Maar hjet geloof in van Geel heb ik al verloren doordat ie van Willem 2 naar AZ en vervolgens naar Ajax wipote anderen bekritisrend dat ze niet loyaal zijn. Ik hebh medelijden met de m ateriaalman wiens levenswerk door deze engerd uit de handen is gerukt. Gefeliciteerd Martin met je nieuwe materiaalman Martin enj gefeliciteerd beschouw met je juweeltje vanm een column.

tong80dinsdag 23 oktober 2007 @ 00:18
Oh ja. Beschouw is een held. MM is ook goed maar minder bescheiden

Elftalleidervrijdag 26 oktober 2007 @ 08:41
quote:
Op maandag 22 oktober 2007 23:25 schreef tong80 het volgende:
Geweldig. Ze hebben de oude materiaalman ontslagen omdat ie een keer de kousen was vergeten.

Bij mijn amateurclub hebben we ook een materiaalman voor het eerste. Hij konj niet zo goed leren maar is de beste in zijn soort. Hij zal ook wael eens de stimorol hebben vergeten. Maar gelukkig zit Wilfred er nog steeds. Schandalig wat AZ en met name vanj Heel heeft gedaan. Hij moet zulke mensen koesteren. Maar hjet geloof in van Geel heb ik al verloren doordat ie van Willem 2 naar AZ en vervolgens naar Ajax wipote anderen bekritisrend dat ze niet loyaal zijn. Ik hebh medelijden met de m ateriaalman wiens levenswerk door deze engerd uit de handen is gerukt. Gefeliciteerd Martin met je nieuwe materiaalman Martin enj gefeliciteerd beschouw met je juweeltje vanm een column.

Wilfredjeeeeeeeee
Beschouwdonderdag 1 november 2007 @ 22:35
quote:
DOM, DOM

In het seizoen 1994/1995 was hij daar ineens, als een duvel uit een doosje. In het eerste elftal van Go Ahead Eagles, dat toen nog uitkwam in de eredivisie, maakte een speersnel, piepjong voetballertje zijn opwachting. Nog geen 17 jaar was hij toen hij in de uitwedstrijd tegen RKC inviel voor Alfons Arts. Als een opgevoerde brommer stoof hij vanaf de zijlijn het veld in. Victor Sikora. De naam klonk buitenlands, maar hij was toch echt een geboren en getogen Deventenaar, door de Eagles als kind bij het plaatselijke RODA weggeplukt.

Dat seizoen bleef het bij die ene invalbeurt, maar het jaar daarna speelde hij al veertien wedstrijden. De trainers aan de Vetkampstraat konden niet meer om hem heen en na de degradatie naar de eerste divisie had Sikora zich ontwikkeld tot een onmisbare basisspeler. Nog geen twintig jaar was hij. Wat goed is, komt snel. Lang bleef Victor niet onopgemerkt. Het aan de weg timmerende Vitesse nam hem over van Go Ahead en ook daar ging het gezwind. De carrière van Victor Sikora nam vanaf dat moment een vlucht. Hij werd opgeroepen voor het Nederlands elftal, speelde zes interlands en verkaste toen naar Ajax, dat stevig voor hem in de buidel tastte.

Het was een aankoop van de toenmalige Ajax-trainer Ronald Koeman, die Sikora bij Vitesse onder zijn hoede had gehad.
Bij Ajax was het al snel over met de opmars van Sikora. Hij speelde in Amsterdam weliswaar 44 wedstrijden in het eerste elftal, maar geliefd werd hij nooit bij de supporters. Die trokken zich de haren uit het hoofd vanwege zijn geren als een kip zonder kop, zijn totale gebrek aan overzicht, de onmacht die hij steeds meer uitstraalde.

Freek de Jonge had het tijdens een nieuwjaarsreceptie over de grote hoeveelheid onverkoopbare mokken en sleutelhangers in de clubwinkel, met Sikora’s beeltenis erop. Geen enkele opmerking is dodelijker geweest voor een voetballer. Vanaf dat moment raakte Sikora helemaal geen bal meer. Totaal gedesillusioneerd werd hij door Ajax gestald bij Heerenveen, maar ook dat was geen succes.

Sinds drie jaar voetbalt hij op een nog lager niveau. In Breda, bij NAC. Crescendo gaat het al lang niet meer met Victor. Een vaste basisplaats heeft hij in al die jaren bij NAC nimmer verworven en na jaren van frustratie luchtte hij in de Voetbal International van deze week zijn hart.

Op de redactie van VI moeten ze zich in de handen hebben gewreven over hetgeen Sikora uitkraamde . Een groter huilverhaal hebben ze daar nooit weten te maken met een voetballer. Drie pagina’s lang loopt Sikora leeg. Niks deugt er in Breda, volgens hem. Hij heeft het over vriendjespolitiek, slechte trainers, oneerlijkheid en nog veel meer van die dingen. Sikora, de zesvoudig international, de voetballer die toch maar mooi bij Ajax heeft gespeeld zou niet goed genoeg zijn voor NAC Breda? Kom nou.

Het is een verhaal van een over het paard getilde, domme voetballer, een voetballer die al jaren niks meer presteert. Het is enkel en alleen doelloos heen en weer gehol dat hij laat zien. De ene na de ander bal verdwijnt van zijn voeten in de tribune en om het publiek niet al te veel op de proef te stellen, houdt trainer Brandts hem meestal op de bank.

Bij NAC hadden ze wijselijk al nagelaten clubartikelen te voorzien van Sikora’s naam of foto. Een onverkoopbare voorraad in hun magazijn zal daar dus niet snel ontstaan. Gelukkig maar, want in VI maakte Victor ook bekend dat een Koreaanse club hem graag wil overnemen. “Bij een concreet aanbod ben ik in de winterstop vertrokken”, zo sprak hij. De reden? “Mijn vrouw en ik houden zo van oosters eten.”

Die laatste opmerking zegt alles over de intelligentie van Victor Sikora. In plaats van naar Zuid-Korea te gaan, kan hij beter bij een G-team gaan voetballen.


[ Bericht 0% gewijzigd door Beschouw op 02-11-2007 19:44:19 ]
tong80donderdag 1 november 2007 @ 22:52
Mooie sneer nar Koeman


Elftalleidervrijdag 2 november 2007 @ 15:53
leest weer lekker weg, en het is ook een echte drol die sikora
Stpanvrijdag 2 november 2007 @ 16:28
Goed uiteen gezet. Sikora is een naar ventje zonder een greintje zelfreflectie.

Als de NAC-supporters humor hebben geven ze hem een cadeaubon voor de plaatselijke Chinees. En ik wens hem veel succes met echt Oosters eten en zich aanpassen aan de cultuur.
methodmichvrijdag 2 november 2007 @ 19:48
Leuk verhaal Beschouw. "Fikkie" is ergens wel eerlijk als ie zegt dat ie Ajax niet aan kon, maar ja, verder denkt hij wel basisspeler te moeten zijn bij een club als NAC. Dat trekt ie momenteel ook gewoon niet. En dat gedoe dat Rigters zo egocentrisch is, tja...
Beschouwmaandag 5 november 2007 @ 22:04
quote:
WATJE
Je zal maar trainer van Willem II zijn. Verkopen ze vlak voor het seizoen met Anouar Hadouir en Mounir El Hamdaoui je twee beste spelers, word je een maand of twee later de laan uitgestuurd omdat je te weinig punten pakt. Het is alsof van Kimi Raikkonen verlangd wordt dat hij met een Lada wereldkampioen Formule I wordt. Of van 56-jarige Louis van Gaal dat hij een polsstokhoogsprong maakt.

Hoe dat laatste afgelopen is, weten we inmiddels allemaal. Met een uitgeholde Willem II-selectie brak Van Wijk weliswaar niet zijn been, maar ook geen potten. Zaterdag verloor zijn ploeg nog van VVV Venlo, de nummer laatst.

Op de persconferentie na afloop verklaarde de Willem II-trainer niet zelf op te stappen. De handdoek in de ring gooien kon hij zijn gezinnetje niet aandoen, omdat hij financieel verre van onafhankelijk is. Van Wijk zei het er niet bij, maar je zag aan zijn gezicht dat hij het vooruitzicht om elke dag gehaktballen en droog brood te vreten niet bepaald zag zitten.

Luttele uren later verscheen op de Willem II site het volgende bericht: ‘Naar aanleiding van de tegenvallende sportieve prestaties legt Dennis van Wijk, in goed overleg met de club, zijn functie als trainer-coach van Willem II per direct neer.’

Goed overleg, me reet!

Waarschijnlijk hetzelfde soort overleg als gevoerd werd toen Van Wijk zijn twee beste spelers moest afstaan. ‘Dennis, zo doen we het en niet anders’, verklaart de voorzitter en de overige bestuursleden knikken allemaal van ja.
Zo lust ik er ook nog een paar. ,,Meneer, in goed overleg neem ik je auto in beslag”, zei de agent, toen de man nabij het politiebureau parkeerde. ,,Meneer, in goed overleg heb ik uw rechterbeen geamputeerd’’, vertelde de chirurg, nadat de patiënt bijgekomen was na een verdoving voor het knippen van zijn amandelen.

Dennis van Wijk zal wel geld beloofd zijn, genoeg om niet aan de geeuwhonger te geraken. Hij zal dus geen stampei maken, want zo werkt het in de voetballerij, zoals een afgezaagd cliché luidt.
Van Wijk is een watje. Gezwicht voor een nietig afkoopsommetje. Hij had de bestuurders van Willem II het vel over de neus moeten halen. Bram Moszkowicz inschakelen bijvoorbeeld. Van het geld dat Willem II met de verkoop van zijn twee Marokkanen verdiende, was helemaal niks meer overgebleven.
methodmichdinsdag 6 november 2007 @ 19:12
Precies, zoiets verwacht je niet van zo'n stoere Amsterdammer. Misschien kan hij zijn frietkot in België heropenen!
Beschouwzaterdag 10 november 2007 @ 19:26
quote:
Spektakel

Het haalde alle kranten en vele omroepen besteedden er ruim zendtijd aan. Komkommertijd of niet, de kuitbeen- en enkelbreuk van AZ-trainer Louis van Gaal was landelijk nieuws. We zagen hem zitten in zijn rolstoel, tijdens de thuiswedstrijd tegen NEC. De spelers kwamen hem medelijdend klopje op de schouder geven en een zorgzame Marcel Brands voorzag hem van een kopje koffie. Van Gaal moet die aandacht goed gedaan hebben.

Niet alleen de AZ-mensen betuigden trouwens hun deelneming met de onfortuinlijke trainer. Zijn rolstoel is inmiddels ingeruild voor een golfkarretje, beschikbaar gesteld door een Noord-Hollandse golfclub. En als zijn ploeg morgen in Eindhoven tegen PSV speelt, zijn in de dug-out van het Philips Stadion een paar stoelen verwijderd, zodat Van Gaal daar zijn kar kan parkeren.

Ik kan niet wachten totdat ik daar beelden van zie.

De spelers zijn al aan hun warming-up begonnen als Van Gaal komt aangestoven. Eén voor één gaat hij de spelers langs om hen een paar laatste raadgevingen mee te geven. Diepe sporen laten de banden achter in het drassige veld en in het strafschopgebied bij keeper Waterman zit hij plots vast in de modder. Met vereende krachten trekken de AZ-spelers het karretje los en duwen het naar de zijlijn.

‘Gezien Edward?’ grijnst Van Gaal tegen zijn assistent als zijn spelers de warming up weer hervat hebben. ‘Dit is nou teambuilding.’ Dan bukt Van Gaal zich even voorover en duikelt een koelbox op, die hij tussen zijn benen had staan. ‘Ja, mijn liefdevolle echtgenote heeft weer goed voor me gezorgd’, zegt hij als hij een lunchpakketje open pulkt. ‘Zo, ook nog een banaantje erbij. Lief van Truus.’

Filmcamera’s snorren en fototoestellen ratelen als Van Gaal zijn maaltje nuttigt. Dan wordt hij voorzichtig op de schouder getikt. Het is Jan Reker, die bezorgd komt kijken of Louis nog iets te wensen heeft. ‘Deze warme deken misschien, want het is toch wel guur vandaag’, vraagt de algemeen directeur van PSV. Het is niet alleen het brood dat in een haastige hap weggeslikt wordt. Zichtbaar ontroerd is Van Gaal. Traantjes pinken in de ooghoeken.

‘Jan, dank je wel’, stamelt de AZ-trainer terwijl hij de deken over zijn benen vouwt. ‘Het enige wat me nu nog ontbreekt zijn de drie punten, maar die wil je zeker niet afstaan?’ Louis van Gaal heeft zijn humor nog niet verloren.

Dan begint de wedstrijd. PSV laat AZ alle hoeken van het veld zien. Ingrijpen kan Van Gaal niet, ingeklemd als hij is in het toch wel krappe golfkarretje. Radeloos trommelt hij op het stuur van zijn wagentje. ‘O, zat hier maar een claxon op’, denkt hij. Als het 4-0 is in het voordeel van de thuisploeg, knalt Kenneth Perez de bal expres tegen Van Gaals golfkar. Omdat het ding niet op de handrem staat, komt het in beweging en pas na tien meter komt het tot stilstand tegen een reclamebord. Het thuispubliek joelt en lacht. Zo komt voor hen een mooi einde aan een onvergetelijke wedstrijd.
Met een rood hoofd en rode vlekken in de nek verdwijnt Van Gaal in de richting van de catacomben. Onderweg rijdt hij een camera ondersteboven en drie fotografen worden over de tenen gereden.

Ik denk dat ik nog maar even snel een abonnement op Sport1 afsluit. Van dit spektakel wil ik geen seconde missen.
dndiekzaterdag 10 november 2007 @ 20:00
quote:
Op zaterdag 10 november 2007 19:26 schreef Beschouw het volgende:

[..]
Waar kan ik tekenen voor zo'n spektakel?
tong80zondag 11 november 2007 @ 06:15
Zou leuk zijn

tong80donderdag 29 november 2007 @ 16:18
Zijn jullie gestopt ?

methodmichdonderdag 29 november 2007 @ 19:55
Kleine pauze tong, drukke tijden natuurlijk.

Had er laatst nog wel één geschreven, maar die was voor hier niet interessant genoeg.
tong80donderdag 29 november 2007 @ 20:05
Ok

tong80woensdag 12 december 2007 @ 11:04
*KICK*

methodmichvrijdag 28 december 2007 @ 15:40
Terugblikken op een voetbaljaar is altijd leuk
quote:
VOETBALJAAR 2007: VIS VAN MAKAAY

Het was halverwege september toen de tweede speelronde van de KNVB-beker op het programma stond. Het lot had ASWH gekoppeld aan zondaghoofdklasser De Treffers. Dat werd dus een leuk reisje en gelukkig was het woensdag. Als je in het onderwijs werkt, heb je dan namelijk een kortere werkdag. Zodoende konden wij ’s middags al vertrekken. Om drie uur reed het uitgedunde gezelschap van drie heren, waar het normaal toch wel zes zijn, de A15 op. We hadden dit tijdstip gekozen om de files voor te zijn. Dat lukte prima. Een voorspoedige rit bracht ons in Groesbeek.

Groesbeek. Voetbalmaf dorp. Talloze clubs, waarvan twee op het hoogste zondagamateurniveau. Bijna Duitsland, dat ook. De ANWB-routeplanner raadde zelfs aan om kort door Duitsland te rijden, maar onze NavMan dacht daar anders over. Over de brug rijdend zagen we de al licht schemerende skyline van Nijmegen. Herinneringen aan een concert van Britney Spears, bezocht door een destijds nog onwetende en puberende metalliefhebber in onze auto, bonnen wegens fout parkeren en een al dan niet per ongeluk door een hoerenstraat voerende wandeling kwamen voorbij. We passeerden later, door berg en dal rijdend, ook de Heilig Land Stichting. Ooit een volledig mislukte locatie voor de eerste schoolreis in de historie van de reformatorische basisschool, die begin jaren tachtig meende door het woord “heilig” veilig te zitten. Jammer, want het was zo katholiek als de paus en de kinderen van toen dragen de beelden van de talloze heiligenbeelden vast nog op het netvlies. Oh ja, de liefhebber van cultuur zag er ook nog het bordje “Afrika Museum”.

Wij hadden er geen oog voor, wij gingen naar Groesbeek. Eerst even het sportpark zoeken en dan het centrum in. Rond vijf uur hadden we de auto geparkeerd. Drie man sterk wandelde het dorpje in, op zoek naar het restaurant dat we op internet al hadden gevonden. De eerste tegenvaller van de middag was een feit, want dat was dicht. Niet getreurd, dan maar even in een café wat drinken en een bittergarnituurtje bestellen. Op weg naar een kroegje op een hoek zagen we de viszaak. Vishandel Makaay. Onze chauffeur van die dag is een echte visliefhebber, zowel qua vangen als qua eten. Dus konden we daar niet omheen. Wij gingen naar binnen.

Mijn voetbalcomputer draaide toen al op volle toeren. Erik Makaay is keeper van De Treffers, dat wist ik al. Er werd een link gelegd naar een serie reportages in Voetbal International over broers van profvoetballers. Had ik daarin niet ook Makaay zien staan voor een viszaak? Ja, bleek al snel. De verkoper, een dertiger, had hetzelfde zwarte haar en had ook trekjes van de nieuwbakken Feyenoord-spookspits. Ringetje in het oor, dit was de stoerdere variant. Daarom is hij nu natuurlijk, na een kort avontuur bij VVV, doelman van De Treffers. Net iets minder serieus, ben je dan geneigd te denken.

Het was hem, onmiskenbaar. Ik herinnerde me ook een tekstje op een website, waarin Makaay aangaf soms wel eens moe te worden van het in de schaduw staan van. Gek vond hij het niet. Logisch, want broer Roy is kampioen geworden in de toplanden Spanje en Duitsland, heeft Oranje gehaald, werd topscorer in eerder genoemde landen, scoorde in de Champions League, haalde ooit de gouden schoen binnen. Dat spreekt natuurlijk meer tot de verbeelding dan keepen bij de nummer één op de zondagranglijst aller tijden. Maar toch, als in een samenvatting van een bekerduel van twee minuten vier keer wordt gezegd dat je “de broer van” bent…. Ik kan het me ergens voorstellen.

Omdat slechts de chauffeur trek had in vis, liepen de metalliefhebber en ik vast naar het café. Opgetogen kwam onze medereiziger later terug. Makaay had gevraagd of wij voor het voetbal kwamen. Leuk toch, dat je overal in Nederland aan het accent kunt horen of iemand een streekbewoner is of niet. Hij had ons accent gehoord en wist genoeg. “Mij eerst nog even moe maken… Slim!” Hij had het glimlachend gezegd, om er aan toe te voegen dat zijn ploeg toch ging winnen, want ze wilden tegen zijn broer loten. Uiteindelijk had hij een gratis portie kibbeling weggegeven, met de woorden: “Dit is dan het enige dat ik vanavond aan jullie weggeef.” Een uur of vier later bleek de waarheid van die woorden. De Treffers won dikverdiend en wij hebben Erik Makaay nog geluk gewenst.

Terugdenkend is het voor mij één van de leukste voetbalmomenten van 2007. Waarom? Omdat het alles bevat wat de hoofdklasse voor mij zo leuk maakt. De ongedwongen sportieve sfeer waarin je nog een praatje met je rivalen kunt maken. Maar ook, iemand die gewoon, voor een wedstrijd in de KNVB-beker, nog tot zes uur werkt. Die dan om half acht alweer de warming-up begint. Het maakt de stunt van Kozakken Boys, dat diezelfde avond een verlenging afdwong tegen de duurbetaalde profs van Ajax, extra mooi. Het is een soort liefde voor de sport die de heren drijft, hoewel er tegenwoordig ook heus wel geld mee te verdienen is. Daar wilde ik die avond echter even niet aan denken. Ik had plezier om die visboer in het doel. Helaas hebben ze Feyenoord niet geloot en maakte hij in de derde ronde tegen NEC een paar fouten. Hoeveel keer ze hem “de broer van” hebben genoemd weet ik niet. Maakt ook niet uit, voor mij was Roy Makaay die avond in september even de broer van Erik.
methodmichzondag 30 december 2007 @ 16:19
http://sport.fok.nl/voetbal/nieuws/45278

Staat er toch nog eens één op de FP.
Beschouwvrijdag 4 januari 2008 @ 23:14
Fokkers zijn misschien wel lezers mich, maar reageren doen ze niet veel.
Nog maar eens een poging:
quote:
BOSZ

Peter Bosz voetbalde in de tachtiger jaren van de vorige eeuw tamelijk onopgemerkt voor Vitesse, dat toen nog uitkwam in de eerste divisie. Na een paar seizoenen dook hij helemaal de anonimiteit in bij de amateurs van AGOVV totdat RKC hem opviste. De Waalwijkers voetbalden in die jaren ook nog in de eerste divisie maar met Peter Bosz in de gelederen bereikten ze in 1998 het hoogste niveau.

Een mooi moment om afscheid te nemen, moet Bosz gedacht hebben, want voor 25.000 gulden werd hij aangetrokken door Toulon, dat uitkwam in de hoogste Franse divisie. Dat transferbedrag zegt genoeg. Peter Bosz was een modale voetballer en voor dat futiele bedrag konden de Fransen zich geen buil vallen.
Maar zie, in Frankrijk ontpopte Peter Bosz zich tot een belangrijke speler. In de drie jaren dat hij in de Zuidfranse stad speelde, sijpelden er steeds meer positieve berichten door naar Nederland en in 1991 keerde hij terug naar zijn vaderland, naar Feyenoord.

In Rotterdam werd Bosz een van de dragers van het elftal. Hij werd aanvoerder, kampioen, won driemaal de nationale beker en haalde zelfs het Nederlands elftal. Hij verscheen vaak op televisie om commentaar te geven op zojuist gespeelde wedstrijden van zijn club. Bosz deed dat goed. Hij sprak hele zinnen; iets wat niet veel voetballers doen en zeker die van Feyenoord toentertijd niet.

Lichtelijk geïrriteerd werd je trouwens wel van Peter Bosz in die dagen, want de man wist het altijd beter en zijn betogen werden allengs langer. Op het laatst zat je te hopen dat er een andere Feyenoorder voor de camera’s van de NOS zou verschijnen, maar nee hoor, telkens weer kwam de parmantige Bosz pontificaal in beeld en breedsprakerig zijn verhaal doen.

Dat deed hij later ook, toen zijn actieve voetballoopbaan achter de rug was en hij trainer was geworden. Of hij nu aan het werk was bij de amateurs van AGOVV, bij De Graafschap of bij Heracles; het leek wel alsof Peter Bosz de spil was waaromheen alles draaide. Zijn verhalen in de pers en op televisie waren doortimmerd, overal had hij een mening over, maar niet tot zijn voordeel sprak dat hij bij die verhalen meestal een gezicht opzette alsof hij te doen had met een stel mongolen. Maar daar hebben wel meer trainers last van, nietwaar meneer Van Gaal?

Met Heracles promoveerde hij naar de eredivisie en het seizoen erop handhaafde de club zich. Niet alleen Peter Bosz vond zich een goede trainer, ook anderen begon dat op te vallen. Juist toen zijn kostje als trainer gekocht leek, deed Bosz de meest verrassende zet uit zijn loopbaan: hij verliet Heracles en werd technisch directeur bij Feyenoord, dat aan de hand van Gullit en Wotte naar de afgrond was geleid.

Bosz’ eerste jaar in Rotterdam moet verschrikkelijk zijn geweest. De club draaide een zeer rampzalig seizoen en Peter Bosz met zijn nette pak en zijn mooie babbel was de gebeten hond. Bergen kritiek kreeg hij te verstouwen, niet alleen van de supporters, die hun club naar de kloten zagen gaan, maar ook van Willem van Hanegem die in een column in het AD de vloer aanveegde met Bosz. Onbetrouwbaar noemde de Kromme hem. Het was een stoot onder de gordel, maar menigeen lachte in zijn vuistje. Eindelijk werd die betweterige mooiprater op zijn nummer gezet. De dagen van Bosz bij Feyenoord leken geteld.

We zijn nu een half jaar verder en Peter Bosz zien we niet zo vaak meer. Horen doen we hem nog veel minder. Net als de schimmige adviseur Wim Jansen houdt hij zich schuil op de achtergrond. Maar achter de schermen bij Feyenoord heeft hij een wonder verricht. Ingefluisterd door Jansen of niet; hij trok de juiste trainer aan en de juiste spelers en Feyenoord staat in de eredivisie na 17 wedstrijden op een gedeelde eerste plaats. Niemand roept nog om het vertrek van Peter Bosz. Het kan verkeren, zo schreef Bredero vroeger al.

Je mag Peter Bosz een eikel vinden en goed beschouwd is hij dat ook wel een beetje, maar de man heeft recht op een positief verhaal. Hij heeft in Rotterdam goed werk afgeleverd en dat mag ook wel eens gezegd worden. Als dat maar niet betekent dat hij binnenkort door de ene of andere omroep voor de camera's gehaald wordt. Laat Bosz maar lekker anoniem zijn werk blijven doen. Dat is voor ons televisiekijkers het beste.
tong80vrijdag 4 januari 2008 @ 23:40
*Reageert*

tong80vrijdag 4 januari 2008 @ 23:42
Goeie column beschouw. Bosz is de enige in Nederland die het ooit tegen de Kromme opnam. Heeft hem geen goed gedaan.

methodmichzaterdag 5 januari 2008 @ 16:45
En volgens het boek over de Feyenoord top 100 wilde Bosz ook niet dat zijn beeltenis gratis op de eerste druk van De Coolsingel bleef leeg zou verschijnen en wilde hij een vergoeding.

Ik weet nog steeds niet in hoeverre Bosz nou verantwoordelijk is voor de revival van Feyenoord.
methodmichzondag 20 januari 2008 @ 15:48
quote:
VERLAAT TALENT

Het was in mei van het vorig jaar op sportpark de Bongerd in Barendrecht. Verder was er weinig voetbal die dag en dus besloot ik om Barendrecht – Noordwijk te bezoeken, een wedstrijd in het kader van de halve finale om de districtsbeker West II. Ik was niet de enige, zo bleek. Langs de lijn werd het een gezellig groepje van mensen die op de één of andere manier een band hadden met voornamelijk ASWH, Capelle en TOGR. De gesprekken gingen over het nieuwe seizoen en de assistent-trainer van ASWH, ook aanwezig, wist het vrijwel zeker. De laatste speler die aan de selectie toegevoegd zou gaan worden was Michel van Guldener. “Die ziet het spelletje goed, lekker snel, leuke actie en genoeg lef,” klonk het lovend. Er was slechts één maar aan de overgang verbonden. “Maar misschien krijgt hij alsnog een profcontract.”

Daar rekende echter bijna niemand op, vermoedelijk Van Guldener ook niet. Wouter van den Berg, voormalig aanvoerder van Jong Excelsior en in die hoedanigheid ploegmaat van Van Guldener, vertelde het me onlangs nog. Er was nog slechts plek voor één contractspeler en dat werd Ryan Koolwijk of Van Guldener. Eerstgenoemde had de beste papieren en dus maakte Van den Berg, zelf wel overstappend, zijn teamgenootje alvast warm voor ASWH. De op dat moment nog 21-jarige buitenspeler kreeg echter toch de voorkeur van de technische mensen van Excelsior en mocht tot 2009 bijtekenen.

Het was een gokje, want Van Guldener had eigenlijk twee jaar stil gestaan. De in de Kuip opgeleide Rotterdammer debuteerde namelijk al op 28 januari 2005 in de met 3-0 verloren uitwedstrijd bij FC Eindhoven. In het restant van dat seizoen speelde hij nog twee keer mee, maar daar bleef het vervolgens bij. De titel in de Jupiler League van 2006 maakte hij als toeschouwer mee, de succesvol verlopen strijd om handhaving van vorig seizoen ook. Maar ach, dat is voetbal. Het kan raar lopen. Op diezelfde avond in 2005 debuteerde ook ene Luigi Bruins, een speler die eerder nog maar op het nippertje behouden was gebleven voor Excelsior. Na een tegenvallend jaar wilde Bruins in zijn jeugd stoppen, maar probeerde hij het toch nog eens in B2. Hij hervond zijn plezier in het spel en vanaf toen ging het hard.

Met Van Guldener ging het beduidend langzamer. Zijn voetballoopbaan is net als zijn leven bezaaid met hobbels. Na de dood van zijn stiefvader ging het met de jonge puber enige tijd niet goed. Naar eigen zeggen had hij verkeerde vrienden, waardoor hij ging drinken en ruzie zoeken in de stad. Feyenoord liet de destijds nog als linksback spelende Van Guldener dan ook weten dat hij de opleiding diende te verlaten, waarna hij naar Excelsior trok. Een gouden greep, want daar mocht hij als linksbuiten spelen en begon hij door zijn avontuurlijke speelstijl meer en meer op te vallen. Buiten het veld kreeg hij weer grip op zijn bestaan. Van Guldener trainde en werkte in een magazijn. Het waren lange en zware dagen. Toen het seizoen 2006/07 door blessures volledig verkeerd liep, leek Van Guldener zijn droom op te geven. Hij verzoende zich met een stap naar de hoofdklasse en een baan in het magazijn.

Tot de dag dat hij alsnog de voorkeur kreeg boven Ryan Koolwijk en zich nog een keer mocht bewijzen. In de voorbereiding liet hij al goede dingen zien. Het Rotterdamse lefgozertje scoorde en gaf assists, waardoor hij de strijd met Tjeerd Korf leek te gaan winnen. Toch was het in het begin van het seizoen nog behelpen. Noodgedwongen speelde hij voor de ploeg als linksback en dat was duidelijk geen succes. Weekblad Voetbal International was onverbiddelijk in de beoordelingen. Van Guldener reeg de vieren en vijven aan elkaar. Pas toen hij als aanvaller mocht gaan spelen begon hij op te vallen. Hij maakte een belangrijke goal in Doetinchem, had een succesvolle invalbeurt in Kerkrade als strafschoppenversierder en kreeg steeds meer bijval.

De reden was eenvoudig. Als Van Guldener op zijn intuïtie kan voetballen, lekker onbevangen, dan kan hij zijn snelheid en zijn actie volledig uitbuiten. Ook al omdat hij voor niemand bang is. Van Guldener moet volgens zijn trainer niet te veel gaan denken. Daar zit wat in. Voor de wedstrijd tegen Feyenoord liet Lokhoff hem bewust pas laat weten dat hij zou spelen. Het werd een voorlopig hoogtepunt. Michel van Guldener opende de score, gaf de assist bij de 2-0 en kegelde nog een bal op de paal. Steeds weer profiterend van de ruimte en zonder enige angst acties makend.

Waar het eindigt? Geen idee. Er zijn nog zat stappen te maken voor deze jonge Rotterdammer. Wel is hij momenteel op de goede weg en dat vindt eigenlijk iedereen die hem een beetje kent leuk. Wouter van den Berg zei het nog in Marbella, elftalleider van Jong Excelsior Lex Stofkooper heeft het al eens gezegd en zijn grootste fan, André Hoekstra, is stiekem apentrots op de voorzichtige doorbraak van Michel van Guldener. Een verlaat talent klopt alsnog aan een deur die al zo goed als dicht was. Hopelijk doet hij dat net zo vasthoudend als een Jehova’s getuige, want voor dergelijke spelers kom je naar het voetbal.
Yeahinhomaandag 21 januari 2008 @ 20:05
Kom er maar niet aan toe om het even te lezen.

tvp dus .
tong80donderdag 24 januari 2008 @ 20:07
Ja leuk Maar ik heb weinig met amateurvoetballers kwa mening

tong80zondag 10 februari 2008 @ 05:51
Het topic bloedt dood

methodmichzondag 10 februari 2008 @ 16:26
Beschouw is ook even rustig momenteel ja. Maar goed, zodra ik iets schrijf wat voor hier ook leuk is, post ik het. Neem aan dat B dat ook doet. En anderen mogen ook natuurlijk.
Beschouwzondag 10 februari 2008 @ 21:54
quote:
ZELFKWELLING
Gewend als ik ben aan de betrekkelijke rust rondom de amateurvoetbalvelden keek ik zondag op Het Kasteel mijn ogen uit. Voor het eerst sinds vele jaren bezocht ik weer eens een wedstrijd in het betaalde voetbal, samen met mijn Fok!-makkers Bayswater en gebruikersnaam: Sparta-Excelsior, de kleine Rotterdamse derby. Toch een aantrekkelijk affiche, nietwaar?

Met ons waren er 10525 anderen aanwezig, heel wat meer dan de anderhalve man en een paardenkop die ik gewoonlijk bij amateurpotjes aantref. Om kwart voor twee zat ik al in het stadion, op de Denis Nevilletribune om precies te zijn. Het bleek de tribune te zijn waar het meest fanatieke gedeelte van het thuispubliek zit. Of staat, dat is een betere omschrijving, want hoewel er kuipstoeltjes zijn, wordt er nauwelijks gezeten, vooral niet als het een beetje spannend wordt. Dan veert iedereen op en om wat te kunnen zien, doe je dat ook maar. Zitten, staan, zitten, staan; op Het Kasteel heb ik meer lichaamsbeweging gehad dan normaal gesproken in een hele week.

Vlak voor het begin van de wedstrijd, bij het betreden van de ploegen op het veld werd er nepvuurwerk afgeschoten. Je weet wel, van die meterslange serpentines, in dit geval rode en witte conform de kleuren van de thuisploeg. Binnen een mum van tijd lag het doelgebied voor de Denis Nevilletribune vol met die slingers. Terwijl in de middencirkel de bal al klaar lag om in het spel te worden gebracht moest die troep met man en macht weggewerkt worden. De mannetjes die dat deden zweetten harder dan de Spartavoetballers die middag zouden doen, maar dat wist ik toen nog niet.

Eindelijk kon er afgetrapt worden. Ik ging er eens goed voor zitten. Een dag eerder had ik Zuidland tegen SC Botlek zien spelen, een wedstrijd in de vierde klasse van het zaterdagvoetbal, die je maar zo snel mogelijk moest vergeten. Vandaag zou het allemaal veel beter worden, zo dacht ik. IVandaag zou ik echt voetbal zien.

Nou, vergeet het maar. Na een half uur dacht ik al met weemoed terug aan Zuidland-Botlek. Daar werd tenminste strijd geleverd, geknokt voor elke bal, vooral door de thuisploeg. Sparta kon dat zondagmiddag niet opbrengen. Gezapigheid was troef, 90 minuten lang. De supporters werden er narrig van. Ze mopperden wat af terwijl Lindenbergh en co de bal in een traag tempo breed bleven spelen. Achter mij zat een man de hele tweede helft hevig teleurgesteld met zijn hoofd tussen de knieën. Hij had een Spartashirt aan, maar schaamde zich blijkbaar diep voor het spel van zijn favorieten.

Even heb ik overwogen om hem uit te nodigen voor de streekderby in de derde klasse Abbenbroek tegen WRW, van komende zondag. Hij zou daar vast meer strijd zien. Ik heb hem maar niets gevraagd. Per slot van rekening zat hij daar met zijn seizoenskaart uit vrije wil. Als hij aan zelfkwelling wil doen, moet hij lekker Sparta blijven volgen.

Ik ga naar Abbenbroek zondag, zeker weten.


[ Bericht 0% gewijzigd door Beschouw op 10-02-2008 21:59:48 ]
Gordon_Shumwayzondag 10 februari 2008 @ 22:07
Het valt me ook wel op, dat het amateurvoetbal me toch beter bevalt dan sommige wedstrijden uit het betaald voetbal.
Yeahinhozondag 10 februari 2008 @ 22:17
Mooi stukkie Beschouw, al vind ik dat je de échte supporter hiermee wat tekort doet. Fanatiek meeleven (en dus gaan staan als het spannend wordt) hoort er nou eenmaal bij, en slingers op het veld... ach, moet kunnen toch?
tong80maandag 11 februari 2008 @ 02:13
Erg leuk stukkie. Maar je koos net de verkeerde wedstrijd. Zoals je in het verleden wel vaker hebt gedaan

gebruikersnaammaandag 11 februari 2008 @ 20:19
leuk stukje beschouw, en ik hoop dat je desondanks toch een leuke middag gehad hebt.
Bayswatermaandag 11 februari 2008 @ 20:26
Tsja Beschouw dit soort wedstrijden zitten er tussen. De overwinning van Sparta onlangs op De Graafschap en VVV werd door de trainers van de tegenpartij toegeschreven aan de felheid bij Sparta. Onbegrijpelijke uitspraken als je de wedstrijd van gisteren in ogenschouw neemt.
Als je de commentaren op de Sparta sites leest heeft iedereen het wel gehad, maar over anderhalve week tegen Utrecht zit iedereen weer gewoon op zijn plekje. Live op tv, was dat pas ook niet tegen Utrecht het geval .............?

[ Bericht 1% gewijzigd door Bayswater op 11-02-2008 20:58:24 ]
Beschouwmaandag 11 februari 2008 @ 20:51
Ik weet de wedstrijdjes wel uit te pikken, tong constateerde het al. Neemt niet weg dat ik gebruikersnaam en Bayswater nogmaals wil bedanken dat ik mee mocht. Heb toch een leuke middag gehad.
methodmichwoensdag 13 februari 2008 @ 16:43
Dat is uiteindelijk toch het belangrijkste. Leuk stukje!
tong80woensdag 13 februari 2008 @ 16:54
Leuk stukje.

Wat een kut commentaar

Yeahinhowoensdag 13 februari 2008 @ 17:31
Kómt er een keer 'commentaar', is het nog niet goed .
methodmichwoensdag 13 februari 2008 @ 17:34
quote:
Op woensdag 13 februari 2008 16:54 schreef tong80 het volgende:
Leuk stukje.

Wat een kut commentaar

Je zegt zelf exact hetzelfde man. Scroll maar omhoog.

tong80woensdag 13 februari 2008 @ 17:39
quote:
Op woensdag 13 februari 2008 17:34 schreef methodmich het volgende:

[..]

Je zegt zelf exact hetzelfde man. Scroll maar omhoog.

Ja maar uit mijn strot klinkt dat anders

tong80donderdag 6 maart 2008 @ 17:44
*Kick*

methodmichdonderdag 6 maart 2008 @ 19:58
Ah ja, vermoedelijk binnenkort wel weer regelmatig wat werk. Alleen dan vooral over regionaal amateurvoetbal, aangezien ik gisteren ben benaderd door www.voetbalrotterdam.nl om in het nieuwe seizoen bij het nieuw te vormen columnistenteam te komen. Om de 3 - 4 weken een column dan.
Beschouwmaandag 10 maart 2008 @ 19:55
quote:
VERLOSSING?

De samenvattingen van de Nederlandse eredivisiewedstrijden keren dus terug naar de NOS. Gelukkig maar, want zo zijn we straks eindelijk verlost van Humberto Tan. Elke keer als ik nu op zondagavond de televisie inschakel om de voetbalsamenvattingen te bekijken, word ik verwelkomd door deze omhooggevallen presentator met zijn eigen kledinglijn. “Jaaaa, goedenavond. Hier zijn we weeeer.” Bij het aanhoren van dat toontje word ik altijd meteen onpasselijk.

Modepop zit Tan iedere keer met een splinternieuw pak van trots te glimmen, alsof hij het uithangbord is van het vaderlandse voetbal. Nou, dat is hij niet. Niet bij mij tenminste. Ik huldig nog steeds de opvatting dat voetbal er is voor de gewone man. Voor Jan-met-de-pet. Betaald voetbal associeer ik nog met mensen die door de week keihard werken en in het weekend hun clubje aan komen moedigen. Zij zijn niet altijd voor rede vatbaar, vaak kortzichtig en meestal alleen op hun eigen club gericht, maar ik zie hen veel liever dan Tan die doet alsof het voetbal van hem afhankelijk is.

Maatpakken-Tan is de man van de skyboxen, de VIP-ruimtes en de sponsorhomes. Daar wordt champagne gelebberd en liggen kreeft en oesters voor het grijpen. Op de tribune drinkt de gewone man zijn biertje en verorbert een broodje frikandel. Tussen de happen door moppert hij op van alles en nog wat. Ook op de spelers van zijn eigen club als ze in zijn ogen hun best niet doen. Daar spreekt beleving uit en betrokkenheid.

Tan heeft zich in die wereld nog nooit begeven. Ben je mal, zijn pak zal eens vies worden. Zijn gesprekjes voert hij op de automatische piloot. Nooit is hij scherp, nooit heeft hij humor en nooit stipt hij iets aan waarmee wij iets kunnen. Mijn zondagavonden zit hij telkens weer met een brede glimlach. te vergallen. Alleen al de manier waarop hij ons kijkers verwelkomt stuit me tegen de borst. Alsof wij dom kijkvee zijn, dat blij mag zijn dat hij weer present is. Feitelijk zit hij er alleen om zijn eigen ego op te blazen en RTL4 is daar nog tevreden mee ook, want anders was hij al lang uit de ether gehaald.

De NOS gaat het betaalde voetbal weer uitzenden en dat juich ik toe. Dan kunnen we weer met het bord op schoot voor de tv aanschuiven. Ik hoop alleen niet ze Tan dan van RTL gaan overnemen, want geheid dat ik me dan verslik in mijn aardappelen.
methodmichmaandag 10 maart 2008 @ 20:05
Humberto voetbalt zelf ook dacht ik. Dus op zich moet ie "de gewone man" kennen.
Bayswatermaandag 10 maart 2008 @ 20:12
Zeker geen verlossing.

-We stoppen de laatste 4 wedstrijden weer in samenvattingen van drie minuten.
-Veel onzinnige interviews voor een wedstrijd van Ajax
-Mister nobody Tom Egbers weer terug
-Nooit meer interviews met Sjaak
tong80dinsdag 11 maart 2008 @ 03:23
Lekkere Tan-Bashing

Stpandinsdag 11 maart 2008 @ 09:54
Dat is toch dezelfde Tan als waar ik op de publieke omroep tegenaan moest kijken? Tan tot anchor man maken is een slechte keus gebleken. Maar bij de NOS was hij dat soms ook.
DarkShinedinsdag 11 maart 2008 @ 09:58
Het is een hang naar nostalgie (NOS) tegenover de kwaliteit (De Wedstrijden).
Bayswaterdinsdag 11 maart 2008 @ 11:11
Typerend was dat Ajackx van Gelder gisteren tijdens DWDD meldde dat hij niet zat te wachten op een gesprekje met een Rodasupporter voor een wedstrijd. Waarom geen Ajaxsupporter als voorbeeld noemen?
Zal nooit vergeten hoe hij in 1983 bij de uitschakeling van Ajax tegen Olympiakos op de radio zat te huilen en mompelde dat het niet te geloven was dat clubs als NEC (tegen Brann Bergen) en Sparta (Coleraine) doorgingen en Ajax niet.
En nu vertelt de man dat hij waarschijnlijk de volle 5 jaar nog doorgaat. Gecondoleerd allen die niet Ajax gezind zijn.
methodmichwoensdag 19 maart 2008 @ 15:54
quote:
WEGLOPER

Het leek enkele weken geleden nog een goede oplossing. Na het plotse vertrek van Bill Tukker, een trainer die ondanks een enorme tegenslag op blessuregebied altijd met honderd procent inzet probeerde er het beste van te maken, moest ASWH een opvolger presenteren. Dit werd Henk Wisman. Op papier een prima keuze. Wisman had ervaring met de zaterdaghoofdklasse, gezien zijn verleden bij met name Quick Boys en Rijnsburgse Boys. Daarnaast nam hij een dosis ervaring in het profvoetbal mee naar sportpark Schildman. De waarheid bleek echter totaal anders: Na slechts een kleine maand hield Wisman het in Hendrik-Ido-Ambacht voor gezien.

Naar eigen zeggen stoorde Wisman zich aan het lage niveau en aan de organisatie binnen de vereniging. Dit is zijn goed recht, maar de manier waarop de Amsterdammer in AD / De Dordtenaar meende ASWH ook nog "wat huiswerk mee te geven" was eigenlijk ver beneden peil. Temeer omdat Henk Wisman zich in Hendrik-Ido-Ambacht heeft gedragen als een laffe wegloper en een goedkope praatjesmaker.

Toen ik Wisman kort na zijn aanstelling mocht spreken om een voorwoord te maken voor het programmablaadje, was hij nog stellig. Dit was een gigantische uitdaging. Na zijn ontslag bij Fortuna Sittard had hij ook thuis op de bank kunnen zitten, maar hij koos ervoor om zich voor ASWH te gaan inzetten. Dat leek hem een zinvollere besteding van zijn tijd en bovendien, zoals gezegd, een uitdaging. Hij wilde de problemen te lijf gaan. Welke problemen zijn er dan bij ASWH? Wel, door een enorme blessuregolf zijn er nogal wat spelers niet beschikbaar of niet beschikbaar geweest, zodat de ambitieuze doelstellingen niet gehaald gaan worden. Bij het aantreden van Wisman stond ASWH vierde, inmiddels is de ploeg zesde en is de voorsprong op plek twaalf, die veroordeelt tot het spelen van een PD]tje maar drie punten.

Na drie nederlagen op rij, inclusief de oefenwedstrijd tegen Kloetinge zelfs vier, gooide Wisman de handdoek al in de ring. Weg was de mooie uitdaging. De man die er bij de twee uitgebreidere gesprekken die ik met hem had nog zo prat op ging vorig jaar Ter Leede van de degradatieplaatsen richting de middenmoot geloodst te hebben, stapte op. En dat vind ik zwak. Wat had Wisman immers te verliezen? Niemand die nog de verwachting had dat ASWH kampioen zou worden, zeker niet na de duels tegen Quick Boys en Lisse, de ploegen die dit jaar met Rijnsburgse Boys de dienst uitmaken in de hoofdklasse A. Had hij de top vijf niet gehaald dan was dat jammer, maar niet onoverkomelijk. Wisman had kunnen wijzen op het niet ideale tijdstip van instappen en iedereen had het beaamd. Hij hoefde gevoelsmatig in feite slechts elfde te worden.

Het heeft er echter alle schijn van dat deze toptrainer zichzelf schromelijk overschatte en heeft gedacht dat er misschien wel iets moois te flikken was. Een kunstje, een stiekeme titel wellicht. Dan had hij zich op de borst kunnen kloppen en zijn CV kunnen vullen met schouderklopjes. Dan had hij niet hoeven wijzen naar die lastige instap, maar kon hij zich op de borst kloppen. Dan had Henk Wisman het toch maar mooi weer even voor elkaar gekregen! Nu dit niet meer te realiseren viel, koos hij het hazenpad. Bang voor besmetting van zijn CV en niet dapper genoeg om zijn kwaliteiten, die hij zelf aardig hoog in lijkt te schatten, in te zetten om er alsnog wat van te maken.

Want ja, inmiddels is wel duidelijk dat Wisman een ordinaire baantjesjager is geworden, die elke aanbieding aangrijpt om maar in het profvoetbal aan te blijven klampen. Ik zal dan ook niet vreemd opkijken als Wisman binnenkort weer ergens opduikt, al dan niet ver van Amsterdam. Dan kan hij zijn riedeltje over fantastische uitdagingen die zo lekker zinvol zijn om de tijd mee te doden weer afsteken. Er zijn namelijk altijd wel weer clubs die erin trappen. Waarmee ik niet alleen Henk Wisman de schuld wil geven van het debacle bij ASWH, want de club is wellicht ook te snel voor een naam gegaan. Kan zomaar.

Wegloper Wisman zit inmiddels alweer smachtend bij de telefoon. Wie zal hem bellen? Ik vrees dat het lastig wordt. In Volendam en Den Bosch was men het vakmanschap van Wisman al snel zat, in Armenië is men er nog steeds niet achter wat hij nou eigenlijk zo goed kan en in Sittard twijfelt men vermoedelijk al net zo hard. In Hendrik-Ido-Ambacht is er ook niemand die weet wat de kwaliteiten van de op en top professional Wisman, die zich stoorde aan amateuristische zaken bij een amateurclub, nu eigenlijk zijn. Zitten die in het tenenkrommende foefje om de dugout om te wisselen, zodat Wisman aan de kant van de grensrechter kon zitten om deze man te beïnvloeden? Laat me niet lachen! ASWH werd landskampioen in de andere dugout, maar daar had deze nieuwlichter uiteraard geen boodschap aan. Het is tot nu toe de enige herinnering die men bij ASWH aan Henk Wisman zal hebben.

Let wel, ik wens Henk Wisman veel succes bij zijn verdere loopbaan. Ik wens de supporters van zijn nieuwe club echter nog veel meer succes...
Beschouwwoensdag 19 maart 2008 @ 19:07
Mich laat zich voor een keer leiden door zijn emoties. Voel je je zo erg in de steek gelaten door Wisman?
methodmichdonderdag 20 maart 2008 @ 19:29
Nee hoor, ik geef alleen aan wat voor man het is. Beetje een waarschuwing voor komende werkgevers.
methodmichwoensdag 26 maart 2008 @ 17:40
http://www.voetbalrotterdam.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=6958&Itemid=424

Jaja, de eerste staat erop. Let niet op de foto's en het biografische stukje, dat is door een ander geschreven.
Yeahinhowoensdag 26 maart 2008 @ 17:52
Slecht geschreven zeg, dat biografietje .
methodmichwoensdag 26 maart 2008 @ 17:54
Tja, het gaat om de column zullen we maar zeggen. Had eigenlijk een bio met een knipoog naar de andere columnist Curtis Martels gewild, die opsomt met welke spelers hij ooit voetbalde (Carlos Valderrama). Dan had ik onbekende mensen willen noemen. Maar goed.
Beschouwdonderdag 27 maart 2008 @ 20:40
Echt uit het hart gegrepen die column van je op de amateurvoetbalsite Mch. Leuk podium ook voor je.
methodmichvrijdag 28 maart 2008 @ 17:26
Ja, leuke site ook. De eigenaren zijn ook bezig om Geert den Ouden als columnist te strikken. Dan zijn er drie in totaal, beetje afwisseling.
Repsakvrijdag 28 maart 2008 @ 17:33
Ik ben wel benieuwd naar de columns van Sibon, die hij voor sportweek schreef. Kan ze helaas nergens terugvinden.
Beschouwmaandag 7 april 2008 @ 23:00
quote:
BEENCLINIC
Uitgeteld waren de trainers van de Hekelingenvoetbalschool en van de F-pupillen zaterdag om half vier. Anderhalf uur lang waren ze afgeknepen door Mario Been die op het hoofdveld een clinic kwam verzorgen en nu liepen ze hijgend uit te puffen. Eén van de deelnemers verwoordde het hangend over de balustrade als volgt tegen een vriend, die was komen kijken: “Joh, ik dacht dat die Been een paar oefeningen kwam uitleggen. Kom ik hier, moet ik een trainingspak en voetbalschoenen aan en kan ik de hele tijd zelf aan de slag.’’

De komst van Been was mogelijk gemaakt door een van de sponsors van Hekelingen, die op een veiling van liefdadigheidsinstelling Kiwanis het hoogste bod had uitgebracht op de voetbalclinic van de NEC-trainer.
Bij Hekelingen vonden ze dat die clinic aan de trainers van de jongste pupillen gegeven moest worden en aan de mensen van de voetbalschool, want zij trainen de kinderen die mogelijk de toekomstige spelers van het eerste elftal zijn. Die jeugd moet goed en vakkundig getraind worden en daarom kwam Mario voordoen hoe dat moest.

Het was genieten geblazen, zaterdagmiddag. Been kwam even voor tweeën aan op witte sportschoentjes en gekleed in een NEC-windjack en trainingsbroek, zijn kicksen in de hand en een grote grijns op het gelaat, want hij wist toen al dat hij zijn slachtoffers ging afbeulen.

‘’Boys, het is niet mijn bedoeling jullie helemaal over de kling te jagen’’, zei hij toen hij een paar minuten met de 21 cursisten in de weer was en de eerste zweetdruppeltjes al op de gezichten parelden. Vervolgens gooide hij er nog een schepje bovenop. Kappen, draaien, kaatsen, inspelen en passen, diepgaan, positiespelletjes; negentig minuten lang leerden de jeugdtrainers de kneepjes van het vak. Constant waren ze in beweging, want Been onderwees dat een speler aan de bal altijd meerdere afspeelmogelijkheden moet hebben, dus steeds moesten er links, rechts, centraal en diep mensen staan.

Positiespel is bewegen zonder bal en dat hebben de Hekelingers geweten. Ze renden zich rot.
Leergierig waren ze wel, de jeugdtrainers. Enthousiast ook. Vol overgave zetten ze zich in, maar ik vermoed dat de meeste deelnemers ’s avonds na de warme hap thuis op de bank als een blok in slaap zijn gevallen.
-Vaduz-dinsdag 8 april 2008 @ 00:49
quote:
Op vrijdag 28 maart 2008 17:33 schreef Repsak het volgende:
Ik ben wel benieuwd naar de columns van Sibon, die hij voor sportweek schreef. Kan ze helaas nergens terugvinden.
Daar moet je je niet veel bij voorstellen, was wat gegein met journalist Remco Regterschot.
methodmichwoensdag 9 april 2008 @ 16:30
Leuk Beschouw! Altijd grappig, zulke clinics. Lijkt me voor de mannen van Hekelingen een absolute belevenis.

http://www.voetbalrotterdam.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=7161&Itemid=623 is mijn tweede column daar trouwens, vandaag geplaatst.
Elftalleiderdonderdag 10 april 2008 @ 13:27
Tijdje geleden dat ik hier weer een keer langs surf, maar vind het ongelofelijk knap wat jullie telkens weer plaatsen hier.....HULDE
tong80vrijdag 11 april 2008 @ 06:52
Erg goeie collumn beschouw

methodmichdonderdag 24 april 2008 @ 19:29
http://www.voetbalrotterdam.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=7382&Itemid=424

Weer een nieuwe column.
methodmichdonderdag 8 mei 2008 @ 16:13
http://www.voetbalrotterdam.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=7547&Itemid=424

En knallen weer!
assiezaterdag 10 mei 2008 @ 19:43
Die over spelvreugde is weer super, MM!!!
Amatuervoetbal iets minder mijn ding, maar toch.
methodmichzaterdag 17 mei 2008 @ 11:55
http://www.aswh.nl/index.php?iframe=index.php?&iframe=IP-column.php&#Bewogen seizoen

Wellicht iets teveel voor insiders, maar deze column is verschenen op de site van ASWH.
methodmichdinsdag 23 september 2008 @ 17:14
http://www.voetbalrotterd(...)el-nys-verwachtingen

De zomerstop is weer voorbij, dus dan gaan we maar weer.
methodmichwoensdag 8 oktober 2008 @ 20:06
http://www.voetbalrotterd(...)en-van-volgende-week

Weer een nieuw deel!
methodmichdonderdag 6 november 2008 @ 17:32
http://www.aswh.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=565&Itemid=2

Een column op de site van ASWH.
methodmichdinsdag 13 januari 2009 @ 20:03
Nieuwe column over scheidsrechters: http://www.voetbalrotterd(...)chel-nys-liehebbers-