quote:
Hmm
![]()
.
quote:
Eerder al baarde Groenhuijsen opzien door in een interview met HP/De Tijd stevig uit te halen naar zijn collega's bij de NOS. De Journaal-redactie zou volgens hem een "linkse houding" hebben, aan "intellectuele luiheid" lijden en "zelfingenomen" zijn. Ook zei hij "niets te maken willen hebben" met Twan Huijs, mede-correspondent in Amerika.
quote:
Uit een promotieonderzoek van Mark Deuze van de Universiteit van Amsterdam in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) naar de leefsituatie en opvattingen van Nederlandse journalisten bleek dat zij zich bijna zonder uitzondering als links (32 procent) dan wel links van het midden (47 procent) beschouwen. Slechts 20 procent situeert zichzelf in het politieke midden en maar 1 procent noemt zichzelf 'rechts'.
http://www.meervrijheid.nl/index.html?hypocrisiemedia.htm
quote:
Onlangs viel het boekwerkje vorige week in de bus bij leden van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), en is vervaardigd door het Bureau Migranten & Media van die vakbond. Horen, zien en schrijven heet het, met als ondertitel: Aanbevelingen voor berichtgeving over de multiculturele samenleving.
Het uitgangspunt deugt niet: een stel bondsjournalisten dat andere journalisten voorkauwt hoe zij over de 'multiculturele samenleving' ('multi-etnische' is in 2005 het juiste woord) zouden moeten schrijven. Daar ís een vakbond helemaal niet voor. Hoogst irritant is ook het geborneerd linksige ons-kent-onstoontje. De literatuur reikt niet verder dan de Volkskrant en gaat het over Pim Fortuyn, dan zetten de auteurs het woord gedachtegoed uiteráárd tussen aanhalingstekens. VVD-kamerlid Ayaan Hirsi Ali wordt op één lijn geplaatst met imam El-Moumni.
De tips die de auteurs verstrekken, ogen tamelijk journalistiek, maar zijn in feite één grote aanbeveling tot een aan zelfcensuur grenzende filtering van negatief nieuwws over integratie. Roept El-Moumni iets naars over homo's? Vraag dan andere - lees: brave - moslimorganisaties naar hún mening. Want: 'Door onbekendheid met de islamitische wereld worden uitspraken van een imam soms aan de gehele moslimgemeenschap toegeschreven.' Heeft blijkens een enquête een meerderheid van de moslims begrip voor 11 september? Zoek dan net zo lang tot je een deskundige hebt gevonden die vindt dat die enquête niet deugt. Kortom, check ongemakkelijk nieuws net zo lang tot de angel eruit is gehaald.
'Extra' is het woord waar de brochure om draait. Journalisten moeten, als ze over immigranten schrijven, van de NVJ 'extra zorgvuldig' zijn met de 'cijfers, statistieken, en andere feiten'. Dit om stigmatisering te voorkomen. Een belachelijk standpunt. Het impliceert, ten eerste, dat journalisten met autochtonen minder zorgvuldig zouden mogen omgaan, dat er twee niveaus van zorgvuldigheid zijn. Maar vooral omdat in die woordjes 'extra zorgvuldigheid' de aap uit de mouw komt. De aap van de neerbuigende betutteling. De aap in welzijnswerkerstenue die - verblind door zijn eigen goedertierenheid - niet ziet dat juist hij stigmatiseert door Nederlanders van buitenlandse komaf neer te zetten als een collectief van onaanraakbaren die 'extra' voorzichtig moeten worden behandeld, omdat ze een beetje zielig en onmondig zijn.
En nog dit:
quote:
Roeland, ex-medewerker van het NOS Journaal, heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat het nieuwsinstituut naar zijn smaak wat te veel naar links helt; wat minder over bakboord zou bij het Journaal wel mogen, om in Roelands termen te blijven. Het schiet hem volgens diverse collega´s dan ook helemaal in het verkeerde keelgat als Laroes hem in het heetst van de ´Fortuyn-verkiezingsstrijd´ ´s avonds belt met de opdracht in het ochtendbulletin geen aandacht te besteden aan onthullingen over het privé-leven van een prominente linkse politicus. Er zouden onthullingen op komst zijn over diens vermeende voorliefde voor SM-seks.
Daarnaast bestaat het vermoeden dat voormalig parlementair redacteur Hans Laroes wat al te nauwe banden heeft met Ad Melkert. „Het is één links complot, op de achtergrond spelen grote belangen. Er bestonden ten tij de van de verkiezingen vergaande afspraken met de PvdA”, zegt een voormalig Journaal-redacteur die niet met zijn naam in de krant wil. Op zijn kantoor reageert Laroes als door een wesp gestoken. „Onzin. Ik heb Melkert één keer gezien sinds ik weg ben uit Den Haag en dat was tijdens een voetbalwedstrijd in de Arena.”
Over de opdracht geen aandacht te besteden aan ´SM-onthullingen´ overeen prominente linkse politicus, zegt Laroes: „Ik heb Roeland inderdaad gebeid met de mededeling er niets mee te doen, want die waren afkomstig uit een derderangs bron. Iedereen die aantoont dat er sprake is van politieke inmenging, krijgt een krat champagne.”
Maar een oud-Journaal-medewerker zegt dat er wel degelijk sprake is van politieke kleuring bij de staatsomroep: „Journalisten hebben een hekel aan het CDA, óók bij het Journaal. Het NOS Journaal kiest voor mensen die onderop liggen.”
Diezelfde medewerker verbaasde zich dan ook over de speciale dienstopdracht die de leiding meegaf aan verslaggever Paul Grijpma toen deze naar Italië ging om een reportage te maken over de aldaar voor de eerste Golfoorlog gestationeerde luchtmachtpiloten: „Maak er geen helden van!” Hoezo objectief?
Anti-Amerikaans
Een voormalig Journaal-redacteur voegt daar nog aan toe: „Jonge redacteuren zijn anti-Amerikaans. Vanuit die stellingname wordt geredeneerd. De recente Irak-oorlog vonden ze op de redactie maar niets. De jonge garde leest nauwelijks nog kranten en als ze er een lezen, is het de Volkskrant. En dan nog slecht ook.”
De linkse kleuring van de Journaal-redactie lijkt te worden versterkt door een schaduwverkiezing die vorig jaar op de redactie is gehouden. De uitkomst geeft een aardig beeld van de politieke voorkeuren van de medewerkers van het nieuwsinstituut: de grootste partij is PvdA (48 procent), GroenLinks tweede (20 procent). De VVD krijgt 5 procent van de stemmen en de LPF slechts eentje.
Laroes kan de uitslag niet meer boven water krijgen, maar verbaast zich niet over de genoemde cijfers.
„Het zou kunnen, maar dit betekent alleen iets als je je bij het maken van nieuwskeuzes erdoor zou laten leiden. En dat is niet het geval.”
De hoofdredacteur erkent dat de journalistiek in het algemeen – het Journaal niet uitgezonderd – een linkse traditie heeft. Sinds het verschijnen van het rapport ´Ten Aanval´ vorig jaar, waarin Laroes een nieuwe koers uitzet voor het Journaal, probeert hij de harde schijf van de Journaal-redacteuren te herprogrammeren. Zelf heeft hij het overigens liever over „een andere manier van denken”.
De linkse signatuur van het Journaal wordt pijnlijk blootgelegd door de opkomst van het politieke fenomeen Pim Fortuyn. De Rotterdamse recht-voor-zijn-raap professor vormt een splijtzwam op de Journaal-redactie en luidt in feite het vertrek in van toenmalig hoofdredacteur Nico Haasbroek. Redacteuren die erop hameren dat er meer aandacht moet worden besteed aan Fortuyn, snoert Laroes volgens ex-verslaggevers de mond. „Hij had hele korte zinnen”, zo zegt een betrokkene. „Tijdens redactievergaderingen werd je afgeserveerd als je over Fortuyn begon.” Laroes: „Dit is volstrekt niet de werkelijkheid. We zijn niet voor niets als eersten naar Rotterdam gegaan, nog voor Fortuyn daar zijn overwinning moest behalen.”
De grootste misser kan op rekening van Den Haag-verslaggever Job Frieszo worden bijgeschreven. Frieszo toont tijdens de uitzending het partijprogramma van de Centrum Democraten om aan te tonen dat deze partij op een aantal punten hetzelfde zegt als Pim Fortuyn. Alle uitleg achteraf ten spijt, bij politici's schiet dat in het verkeerde keelgat, inclusief toenmalig hoofdredacteur Nico Haasbroek. De opmerkingen die hij over Frieszo maakt in het BNN-programma Storing, kosten hem uiteindelijk de kop.
Harmen Roeland: „Bijna iedereen op de redactie vond het optreden van Frieszo prima. Ik vond het schandelijk. Nico Haasbroek kwam alleen te staan in zijn kritiek op Job Frieszo.” Bernard Tomlow, advocaat in Utrecht en juridische ´coach´ van verschillende Journaal-medewerkers, volgt de redactievloer al vanaf begin jaren tachtig. Namens diverse Journaal-medewerkers kruiste hij de degens met de Journaal-leiding.
Tomlow: „Nu ben ik echt geen Fortuynist, maar hoe het NOS Journaal hem heeft behandeld, kan echt niet. Ze hebben hem gedemoniseerd. Meneer Frieszo stond concluderend te bekritiseren. Ze keken niet naar de feiten. Frieszo deed aan beeldvorming, inkleuring. Dat is iets heel anders dan een kritische houding. Had het Journaal naar de feiten gezocht, dan had het de grieven gevonden van de blanken in de oude wijken van de grote steden. Waarom is dat niet opgepakt? Dat heeft alles te maken met de leiding en de cultuur die er heerst: er worden politieke spelletjes gespeeld en de eigen posities zijn belangrijker dan het product.”
In dezelfde BNN-uitzending waarin Haasbroek Job Frieszo afvalt, suggereert de hoofdredacteur bovendien dat de RVD soms de berichtgeving van het Journaal regisseert. Zo van: wij moeten wel, want we zijn een staatsomroep; de RVD belt ons en dan ´ploep´ is het in de uitzending. Laroes: „Dat is niet zo en zelfs al zou het zo zijn, dan mag je dat nog niet zeggen.” Het is de bekende druppel. Haasbroek heeft de Journaal-redactie al op 6 mei in de gordijnen gekregen door na de moord op Fortuyn niet naar de redactie te komen, maar naar het huis van de vermoorde politicus in Rotterdam te gaan. Tot overmaat van ramp is Haasbroek huilend bij concurrent RTL Nieuws te zien. De Journaal-redactie kijkt verbijsterd naar de beeldbuis. De hoofdredacteur ontbreekt vaker op belangrijke momenten. Een redacteur vertelt: „Ik weet nog dat hij tijdens een redactievergadering een item inbracht dat moest worden gecoverd voor het Acht Uur Journaal. Iedereen werd stil. Totdat de eindredacteur zei: Nico, dat hebben we gisteravond uitgezonden. Haasbroek keek zelf niet naar het Journaal...”
Zomer 2002 verlaat Duitsland-correspondent Bert Tigchelaar onvrijwillig zijn post in Berlijn. Tigchelaar woont tegenwoordig in een boerderijtje in het oosten des lands. Bitter zegt hij: „De hoofdredactie heeft mijn contract eenzijdig beëindigd, zonder steekhoudende argumenten te noemen. De werkelijke reden is mij niet bekend.” De zittende hoofdredactie houdt het maar op ´onverenigbaarheid van karakters tussen hoofdredacteur (Haasbroek) en correspondent (Tigchelaar)´.
Angstklimaat
Juridisch coach Bernard Tomlow adviseert Journaalmedewerkers op de achtergrond. Namen kan en wil hij niet noemen, want daarvoor ligt zijn werk te gevoelig. Tomlow haalt fel uit: „Het Journaal gedraagt zich arbeidsrechtelijk onder de maat. Medewerkers worden ingezet om anderen eruit te werken onder het mom van ´je hebt geen draagvlak meer´. Het NOS Journaal stelt feiten die er niet zijn: zo wordt achteraf gezegd dat een bepaalde verslaggever al heel lang een probleem was, zonder dat dit ooit aan betrokkene is medegedeeld. Laroes creëert een angstklimaat en houdt alleen de jaknikkers over. Daardoor holt de kwaliteit achteruit.”
Laroes haalt de schouders op bij de kritiek van Tomlow. „Hij is een lawaaierige lefadvocaat waar ik wel om moet lachen.
Maar hij heeft er geen moer verstand van. Volgens mij heeft hij maar één zaak gedaan en dat was die van Grijpma. Laat ze lekker samen in een Utrechtse kroeg gaan zitten en dan zijn ze het vast heel snel eens.”
Lokale cameramensen, de zogenaamde ´videocorrespondenten´, klagen dat het nieuws met grote regelmaat wordt gemist, omdat ´Hilversum´ de incidenten niet op de juiste waarde inschat.
„Er zitten daar schoolverlaters die de ene fout na de andere maken. Over binnenlands nieuws wordt vaak laatdunkend gedaan”, zegt een van hen. Schrijnend is het voorbeeld dat een medewerker geeft over een ontsnappingspoging met een helikopter uit gevangenis De Geerhorst in Sittard. De heli stortte neer op de binnenplaats van de gevangenis en brandde uit, de piloot kwam om. De correspondent die de redactie in Hilversum verwittigt, krijgt te horen dat het geen nieuws is. „Er stort elke dag wel ergens een helikopter neer. We zijn hier verdomme Hart van Nederland niet.”
Laroes denkt niet dat er op korte termijn nog meer mensen van de buis worden gehaald. Tomlow daarentegen: „Als ik naar het Acht Uur Journaal kijk, moet ik onwillekeurig denken: hoe lang zit jij er nog?”
berichtgeving van NOS over allochtonen, door ze in een slachtofferrol te stoppen.
[quote]Volgens het NOS Journaal heeft onderzoek uitgewezen dat allochtone criminele jongeren gemiddeld zwaarder bestraft worden dan autochtone criminele jongeren - "een nieuwe vorm van klassejustitie". Als het echt zo is dat allochtonen in gelijke gevallen zwaarder bestraft worden dan autochtonen lijkt me dat niet zo fraai. Ik was dus nogal benieuwd hoe de vork in de steel zat.
Wat blijkt het geval te zijn? Allochtone jongeren hebben vaak moeite om spijt te betuigen, aldus de onderzoekster Mieke Komen. Zodoende valt het oordeel van een gedrachtsdeskundige over een allochtone jeugdcrimineel vaak harder uit dan het oordeel over een autochtoon, zodat de allochtoon zwaarder bestraft wordt.
Mijn conclusie is dan dat de allochtone jeugdcrimineel dus helemaal niet anders behandeld wordt als de autochtone jeugdcrimineel, maar dat de autochtone jeugdcrimineel alleen op het juiste moment "het spijt me" weet te zeggen, en de allochtoon niet. Het lijkt me dat het probleem dus niet zozeer ligt bij justitie, maar bij de allochtone jeugdcrimineel. Maar blijkbaar komt dat bij de makers van het NOS journaal niet op.
Wat bij de makers van het NOS journaal ook niet op komt is te vragen of allochtone jeugdcriminelen misschien wel minder spijt hébben dan autochtone jeugdcriminelen. Het feit dat ze minder vaak spijt betuigen is daar toch wel een aanwijzing voor. Op één of andere manier is het wel aannemelijk dat allochtone jongeren meer moeite hebben om spijt te uiten, maar niet dat allochtone jongeren minder spijt hebben.
Nu zou het kunnen zijn dat onderzocht is dat allochtone jeugdcriminelen net zo spijtgevoelig zijn als hun autochtone collega's. In dat geval is dat in het item niet naar voren gekomen, ook Het Parool schrijft er niks over. Daarbij vraag ik me af hoe je bij iemand die geen spijt betuigt vaststelt dat hij die stiekum toch heeft. Mogelijk dat er toch een methode is om bij iemand die geen spijt wil betuigen vast te stellen dat diegene toch spijt heeft, maar volgens Het Parool heeft Mieke Komen haar wijsheid uit 241 strafdossiers die ze heeft geanalyseerd. Hoe je uit iemands strafdossier, blijkbaar zonder de persoon in kwestie te zien of spreken, kunt vaststellen dat hij gevoelens heeft die hij niet uit is me helemaal een raadsel. Daar komt bij dat ik 241 niet echt een indrukwekkend aantal vind, dus zet ik mijn vraagtekens bij de statistische relevantie. Dit ziet er uit als een flauwekulonderzoek waar beter geen aandacht aan besteed moet worden.